De islam en Neerlands’ toekomst: Een kolonie, opstand of platform van verlichting? Analyse van het internationale debat over Europa’s toekomst
Masterscriptie Politicologie: Internationale Betrekkingen
Universiteit van Amsterdam Naam Studentnummer Modulenaam Begeleider Tweede lezer Jaar/Semester Datum
Arjan van der Wulp 5837227 Cultuur, identiteit en buitenlands beleid in het Midden-Oosten en Centraal Azië Mw. drs. Maaike Warnaar Dhr. prof. dr. Meindert Fennema Semester 2, Masterjaar 15 juli 2010
VOORWOORD EenVandaag, het nieuws- en actualiteitenprogramma van de TROS, presenteerde op 1 maart jongstleden, twee dagen voorafgaand aan de Nederlandse gemeenteraadsverkiezingen, een verkiezingsdebat tussen zes lijstrekkers van de belangrijkste politieke partijen. Het debat over de veiligheidsproblematiek in verschillende gemeentes, werd ingeleid met een filmpje over relschoppers met een Marokkaanse achtergrond. De vraag die aan de lijsttrekkers werd voorgelegd klonk als volgt: ‘welke oorzaken liggen er aan deze problematiek ten grondslag?’ Is het hun sociaaleconomische achtergrond, hun cultuur of toch hun religie? Vervolgens werd aan zowel Geert Wilders van de Partij voor de Vrijheid (PVV), als aan Wouter Bos van de Partij van de Arbeid (PvdA) de volgende stelling voorgelegd: ‘de islam vormt een bedreiging voor de Nederlandse samenleving’. Wilders onderstreepte de stelling als absoluut waar, omdat hij de gewelddadige islamitische ideologie als een gevaar ziet voor Nederland. Hij wijt deze bedreiging aan de massa-immigratie van moslims, waar hij onder andere de PvdA verantwoordelijk voor houdt. Wilders onderbouwt zijn mening aan de hand van een uitspraak van PvdA-politicus Ahmed Marcouch, die een islamitisch stadsdeel wilde vestigen in Amsterdam en PvdA-verkiezingsfolders die in het Arabisch werden afgedrukt. Daarnaast sprak hij van een verband tussen de stijgende criminaliteit en de opkomst van de islam en dat moslims geen respect hebben voor niet-moslims en andersdenkenden. Bos ontkende de stelling. Hij pareerde de visie van Wilders door de veiligheidsproblemen van Marokkaanse hangjongeren los te koppelen van hun
islamitische
religie.
Bos
bekijkt
de
veiligheidsproblematiek
meer
vanuit
een
sociaaleconomische oorzaak en een falend repressiebeleid. Bos vindt dat iedereen in Nederland zijn religie vrij moet kunnen belijden, dat de islam een verrijking voor de Nederlandse samenleving is en dat moslima’s zelf de keuze moet hebben om wel of geen hoofddoek te dragen.1 De overige lijsttrekkers waren verdeeld over de stelling. Pieter van Geel van het Christen Democratisch Appèl (CDA) en Alexander Pechtold van Democraten ’66 (D66) waren het eens met Bos dat de criminaliteit onder Marokkaanse jongeren geen islamitische oorzaak heeft. Mark Rutte van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) stelde dat de PvdA teveel tegemoetkomt aan islamitische eisen en Agnes Kant van de Socialistische Partij (SP) vergeleek de visie van Wilders met het vroegere Nazisme. De tegenstellingen tussen Wilders en Bos vormen het uitgangspunt van deze scriptie. Sinds 2006 is de electorale aanhang van de PVV ruim verdubbeld, zo blijkt uit de recente verkiezingsuitslag van de Tweede Kamerverkiezingen op 9 juni jongstleden. De PVV is sindsdien met vijftien zetels gegroeid naar 24.2 Hoewel de Nederlandse Tweede Kamerverkiezingen
voornamelijk waren georiënteerd op de huidige (inter)nationale financieel-economische crisis, de roep om een veiligere samenleving, de fileproblematiek en de lange wachtlijsten in de zorg, heeft het integratievraagstuk en de vraag of de islam een bedreiging vormt voor de Nederlandse samenleving, de meeste politieke, publiekelijke en wetenschappelijke discussies opgeleverd.3 Het rapport dat voor u ligt doet onderzoek naar een deel van de stelling van EenVandaag. De vraag of de islam een bedreiging vormt voor Nederland, kan pas worden beantwoord, nadat de mate van islamisering in kaart is gebracht. Met dit rapport wordt gepoogd een bescheiden aanvulling te geven op het verhitte debat over de toekomst van (de islam in) Nederland. Dit onderzoek vormt ook een welkome aanvulling op de vragenlijst die Job Cohen, de huidige lijsttrekker van de PvdA, vorig jaar opstelde. Hij wilde de universitaire kennis over de islam verspreiden naar de politiek en media, zodat de islam losgekoppeld kan worden van criminaliteit en het radicale islamisme. De volgende vragen worden min of meer beantwoord in dit rapport: “Is de islam een gewelddadige religie? Islamiseert Nederland en wat betekent dat dan precies? Is het waar dat de extremistische varianten van de islam oprukken? Is de islam onveranderlijk en dus een ‘achterlijke’ godsdienst?”4 Na het schrijven van deze scriptie wil ik mijn begeleider drs. Maaike Warnaar bedanken voor haar hulp en kundige feedback op mijn onderzoek. Tevens wil ik mijn studiegenoten Trudy Andriessen en Thomas Meijaard bedanken voor hun opmerkingen bij enkele paragrafen. Last but not least wil ik mijn vriendin Jannet bedanken voor haar vele feedback en hulp bij de lay-out van deze scriptie.
Arjan van der Wulp Geschreven in het pittoreske Westmaas
INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING ................................................................................................................................. 7 INLEIDING ....................................................................................................... 9 HOOFDSTUK 1 § 1.1 Introductie en hoofdvraag....................................................................................................... 9 § 1.2 De historische interactie tussen het Westen en de islam......................................................... 12 § 1.3 Absolute aantallen en relatieve percentages van moslims in Europa....................................... 17 § 1.4 Huidige spanningen in Europese landen................................................................................ 20 § 1.5 De Eurabië-theorie van Ye’or verduidelijkt ........................................................................... 22 § 1.6 De Eurabië-theorie binnen de Internationale Betrekkingen ................................................... 24 HOOFDSTUK 2 THEORETISCH KADER............................................................................... 28 § 2.1 Inleiding................................................................................................................................ 28 § 2.2 OPTIE 1 Europa islamiseert volgens de Eurabie-theorie ...................................................... 29 § 2.2.1 Inleiding ......................................................................................................................... 29 § 2.2.2 Verval van het christendom in Europa.................................................................................. 29 § 2.2.3 Een demografische neergang onder autochtonen en tegelijkertijd een groei van de moslimbevolking....... 30 § 2.2.4 Het Europese erfgoed wordt niet langer meer verdedigd.............................................................. 31 § 2.2.5 Grootschalige immigratie en multiculturalisme hebben geleid tot parallelle samenlevingen .................. 35 § 2.2.6 Moslims respecteren alleen de shariarechtspraak ...................................................................... 37 § 2.2.7 De islamitische aanwezigheid veroorzaakt grootschalige rellen..................................................... 38 § 2.2.8 Een toenemende invloed van Islamisten en radicale extremisten op de moslimgemeenschap ................ 39 § 2.2.9 Een Europese samenwerking tussen linkse politieke partijen en islamisten.................................... 42 § 2.2.10 Europa wordt meer anti-Amerikaans en anti-Israëlisch............................................................ 42 § 2.2.11 Conclusie ........................................................................................................................ 43 § 2.3 Kritiek op de theorie van een geïslamiseerd Europa .............................................................. 44 § 2.3.1 Inleiding ......................................................................................................................... 44 § 2.3.2 Kritiek op de Eurabië-theorie.............................................................................................. 44 § 2.3.3 De Europese moslimbevolking stijgt niet exceptioneel in de 21e eeuw............................................ 46 § 2.3.4 Moslims vormen geen monolithisch blok................................................................................. 47 § 2.3.5 De Franse rellen waren niet islamitisch gemotiveerd ................................................................. 48 § 2.3.6 De haat tegen moslims is vergelijkbaar met de Europese jodenhaat.............................................. 49 § 2.3.7 Conclusie ........................................................................................................................ 50 § 2.4 OPTIE 2 Europa blijft cultureel intact door uitsluiting van de Europese moslims................. 51 § 2.4.1 Inleiding ......................................................................................................................... 51 § 2.4.2 Europeanen kennen geen religieuze tolerantie, alleen islamofobie ................................................. 51 § 2.4.3 Europeanen ontketenen een vreedzame opstand tegen de islam en haar volgers................................ 52 § 2.4.4 Europeanen ontketenen een gewelddadige opstand tegen de islam en moslims.................................. 53 § 2.4.5 Conclusie ........................................................................................................................ 55 § 2.5 OPTIE 3 Een harmonieuze integratie in Europa na een interne strijd binnen de islam.......... 56 § 2.5.1 Inleiding ......................................................................................................................... 56 § 2.5.2 Van ‘islam versus niet-islam’, naar ‘gematigde versus radicale islam’........................................... 56 § 2.5.3 Een groeiende invloed van radicale islamisten.......................................................................... 59 § 2.5.4 Naar een liberale Europese islam? ....................................................................................... 63 § 2.5.5 Conclusie ........................................................................................................................ 64
§ 2.6
Operationalisering van de theoretische kenmerken................................................................ 65
DE HUIDIGE STAND VAN ZAKEN EN EEN ........................................... TOEKOMSTPROGNOSE VOOR NEDERLAND ...................................... 67 § 3.1 Inleiding................................................................................................................................ 67 § 3.1.1 Geschiedenis van de Nederlandse migratie.............................................................................. 67 § 3.1.2 Eerdere berichtgeving over de islamisering van Nederland .......................................................... 69 § 3.2 Onderzoeksvraag 1: is het christendom in verval? ................................................................. 71 § 3.2.1 Inleiding ......................................................................................................................... 71 § 3.2.2 Afname van het aantal kerkelijken en het kerkbezoek ............................................................ 71 § 3.2.3 Vruchtbaarheidscijfer ........................................................................................................ 72 § 3.2.4 Mogelijke oorzaken van de ontkerkelijking............................................................................ 73 § 3.2.5 Conclusie: de bewering komt wel overeen met de feiten ............................................................... 73 § 3.3 Onderzoeksvraag 2: neemt de autochtone bevolking in getale af?.......................................... 73 § 3.3.1 Inleiding ......................................................................................................................... 73 § 3.3.2 Bevolkingsgroei................................................................................................................. 74 § 3.3.3 Leeftijdsopbouw................................................................................................................ 75 § 3.3.4 Vruchtbaarheidscijfer ........................................................................................................ 76 § 3.3.5 Immigratie en emigratie...................................................................................................... 77 § 3.3.6 Conclusie: de bewering komt wel overeen met de feiten ............................................................... 78 § 3.4 Onderzoeksvraag 3: Is er sprake van een extreme toename van het aantal moslims?.............. 78 § 3.4.1 Inleiding ......................................................................................................................... 78 § 3.4.2 Moslims in Nederland: huidige aantallen en percentages ........................................................... 79 § 3.4.3 Prognose van het aantal moslims.......................................................................................... 81 § 3.4.4 Diversiteit ....................................................................................................................... 84 § 3.4.5 Conclusie: de bewering komt niet overeen met de feiten .............................................................. 84 § 3.5 Onderzoeksvraag 4: wordt het nationale erfgoed actief verdedigd tegen ......................................... de islamistische druk, door zowel de politieke elite als de bevolking?..................................... 85 § 3.5.1 Inleiding ......................................................................................................................... 85 § 3.5.2 De Nederlandse nationaliteit en het nationale erfgoed ............................................................... 85 § 3.5.3 De weerstand van de overheid .............................................................................................. 86 § 3.5.4 Beperking van de burgerrechten en -vrijheden .......................................................................... 87 § 3.5.5 De weerstand van de bevolking ............................................................................................ 88 § 3.5.6 Conclusie: de bewering kan onvoldoende beoordeeld worden ........................................................ 90 § 3.6 Onderzoeksvraag 5: is er sprake van parallelle samenlevingen, .......................................................... waarin moslims gescheiden leven? ......................................................................................... 91 § 3.6.1 Inleiding ......................................................................................................................... 91 § 3.6.2 Het Nederlandse beleid omtrent immigratie en integratie ........................................................... 92 § 3.6.3 Sociale contacten met autochtonen......................................................................................... 93 § 3.6.4 De geografische concentratie van moslims................................................................................ 95 § 3.6.5 De Nederlandse opinie over moslims ..................................................................................... 97 § 3.6.6 Islamistische invloed op het ontstaan van parallelle samenlevingen ............................................... 98 § 3.6.7 Conclusie: de bewering komt wel overeen met de feiten ............................................................... 99 § 3.7 Onderzoeksvraag 6: is er sprake van rechtspraak volgens de sharia? ...................................... 99 § 3.7.1 Inleiding ......................................................................................................................... 99 § 3.7.2 Sharia in Nederland ....................................................................................................... 100
HOOFDSTUK 3
§ 3.7.3 Polygamie en scheidingen .................................................................................................. 102 § 3.7.4 Eerwraak/eergerelateerd geweld......................................................................................... 103 § 3.7.5 Conclusie: de bewering komt niet overeen met de feiten ............................................................ 104 § 3.8 Onderzoeksvraag 7: is er recentelijk sprake geweest van etnische rellen .......................................... en lag hier een islamitische component aan ten grondslag? .................................................. 104 § 3.8.1 Inleiding ....................................................................................................................... 104 § 3.8.2 Recente etnische rellen in Nederland? .................................................................................. 105 § 3.8.3 Is er een verband tussen de islam en de etnische incidenten? ...................................................... 106 § 3.8.4 Criminaliteitscijfers onder niet-westerse allochtonen................................................................. 107 § 3.8.5 Conclusie: de bewering komt niet overeen met de feiten ............................................................ 108 § 3.9 Onderzoeksvraag 8: In hoeverre hebben radicale islamisten en extremisten ................................... invloed op de islamitische diaspora? .................................................................................... 109 § 3.9.1 Inleiding ....................................................................................................................... 109 § 3.9.2 De aanwezigheid en de mate van invloed van islamistische organisaties....................................... 109 § 3.9.3 Radicalisme................................................................................................................... 113 § 3.9.4 Homegrown terrorisme ..................................................................................................... 114 § 3.9.5 Conclusie: de bewering komt wel overeen met de feiten ............................................................. 115 § 3.10 Onderzoeksvraag 9: Is er sprake van een samenwerkingsverband ............................................... tussen linkse politieke partijen en islamisten? .................................................................. 116 § 3.10.1 Inleiding ....................................................................................................................... 116 § 3.10.2 ‘Linkse’ en ‘rechtse’ politieke partijen en hun standpunten ...................................................... 116 § 3.10.3 Uitspraken van politici .................................................................................................... 118 § 3.10.4 Stemvoorkeur van moslims en niet-westerse allochtonen ........................................................... 120 § 3.10.5 Conclusie: de bewering komt niet overeen met de feiten ............................................................ 121 § 3.11 Onderzoeksvraag 10: Zijn de relaties van Nederland met de V.S. en Israël verslechterd ......... door de islamitische aanwezigheid? ................................................................................. 122 § 3.11.1 Inleiding ....................................................................................................................... 122 § 3.11.2 Nederland en de Verenigde Staten ..................................................................................... 123 § 3.11.3 Nederland en Israël......................................................................................................... 125 § 3.11.4 Conclusie: de bewering komt niet overeen met de feiten ............................................................ 129 HOOFDSTUK 4
CONCLUSIE EN DISCUSSIE ..................................................................... 130
BEGRIPPENUITLEG ....................................................................................................................... 138 AFKORTINGENLIJST ...................................................................................................................... 142 BIBLIOGRAFIE ................................................................................................................................. 143 BIJLAGEN .......................................................................................................................................... 148 EINDNOTEN .................................................................................................................................... 155
SAMENVATTING Inleiding In de briefing Eurabia – Europe´s future? (2005) beargumenteert de Brits-Egyptische geschiedkundige Bat Ye’or (een pseudoniem van Gisèle Littman), dat Europa een cultuur heeft die berust op gemeenschappelijke waarden en tradities, een gedeelde geschiedenis en politieke en maatschappelijke instellingen. Bovenal een Europa dat gebaseerd is op een joods-christelijke beschaving. Ye’or ziet de Arabisch-islamitische wereld als fundamenteel antichristelijk, antisemitisch, antiwesters en anti-Amerikaans. Ze vreest dan ook dat Europa uiterlijk aan het einde van de 21e eeuw is getransformeerd in Eurabië, een versmelting van Europa en Arabië tot één geheel, met de Europeanen als cultureel en politiek ‘aanhangsel’ van de Arabisch-islamitische wereld, die de Europese waarden en identiteit niet respecteren. Haar theorie staat bekend als controversieel en is onderwerp van vele discussies en reacties. Zo zijn de kenmerken die Ye’or noemt als voorwaarden voor de islamisering van Europa, waaronder het verval van het Europese christendom en de afname van de autochtone Europese bevolking, onderhevig aan interpretatieverschillen. In Nederland, maar ook in de rest van het continent, wordt fel gediscussieerd over de toekomst van de islam in Europa. Is er sprake van een islamisering van het continent? Het onderzoek richt zich op de Nederlandse situatie. De vraagstelling luidt als volgt: Is er sprake van een proces van islamisering van de Nederlandse samenleving, volgens de internationale theoretische kenmerken van ‘Eurabië’, of zetten de feiten alternatieve interpretaties kracht bij? Theoretisch kader Het theoretische kader omvat een uiteenzetting van het internationale debat over de toekomst van Europa en de rol van de islam in deze. Het debat omvat drie invalshoeken. De Britse historicus Niall Ferguson (2004) en Daniel Pipes (2007) beschrijven de volgende drie opties voor de toekomst van Europa: 1) Een geïslamiseerd Europa onder invloed van de Arabischislamitische wereld. Deze optie past binnen de trant van Huntington’s ‘Clash of Civilizations’, waarin een botsing tussen een democratisch en tolerant Europa en de aanwezige strijdvaardige moslims wordt beschreven. 2) Het uitsluiten van moslims van de Europese samenleving, door een groeiende weerstand onder autochtone Europeanen, zodat het continent cultureel intact blijft. Of 3) een vermenging van de westerse en islamitische beschaving, resulterend in een harmonieuze integratie. Dit wordt echter pas realiteit na een interne strijd tussen de gematigde en radicale moslims. Europa kan het platform vormen voor een islamitische verlichting, resulterend in een Europese islam.
De wetenschappers en auteurs die het internationale debat over de toekomst van de islam in Europa vormgeven, worden onderverdeeld in één van deze drie categorieën. De kenmerken onder optie één vormen de opmaat voor het onderzoek naar de huidige en toekomstige Nederlandse situatie. Omdat de eerste optie centraal staat binnen het onderzoek, worden ook enkele kritiekpunten op de theorie beschreven. De tweede en derde optie hebben een eigen specifieke invalshoek, maar spelen als zodanig geen centrale rol. Casus Nederland De Eurabië-theorie wordt vertaald naar de tien belangrijkste kenmerken, die de essentiële voorwaarden vormen voor het islamiseringsproces. Aan de hand van deze kenmerken wordt onderzoek gedaan naar de stand van zaken omtrent de islamisering van Nederland: 1. De status van het christendom. 2. De demografische onder de autochtone bevolking. 3. Het geschatte en verwachte aantal en percentage moslims. 4. De mate van politieke en publieke weerstand tegen islamistische eisen, ter bescherming van het Europese erfgoed en de nationale identiteit. 5. Het bestaan van parallelle samenlevingen, waarin moslims gescheiden leven. 6. De status van de shariarechtspraak. 7. De geschiedenis van islamitisch gemotiveerde rellen. 8. De mate van invloed van radicale islamisten en extremisten op de moslimgemeenschappen. 9. De mate van samenwerking tussen politieke partijen en islamisten. 10. De houding jegens de V.S. en Israël. Conclusie Geconcludeerd kan worden dat Nederland niet islamiseert volgens de kenmerken van de Eurabië-theorie. Er wordt slechts voldaan aan vier van de tien voorwaarden: het christendom is in verval, er is een demografische neergang onder de autochtone bevolking, er bevinden zich parallelle samenlevingen waarin moslims (en andere niet-westerse allochtonen) seperaat leven en weinig contact hebben met autochtonen of andere bevolkingsgroepen, buiten de eigen etnische (geloofs)gemeenschap en de invloed van islamisten op de geisoleerde moslimgemeenschappen groeit gestaag. De vier voorwaarden zijn echter ook aan interpretatie en kritiek onderhevig. De Nederlandse situatie wordt ook gekenmerkt door de tweede optie, die een groeiende weerstand onder de bevolking beschrijft en de derde optie, die ingaat op de groeiende polarisatie tussen gematigde en radicale moslims. Daarom kan niet met zekerheid gesteld worden welk van de drie opties uiteindelijk bewaarheid zal worden in Nederland.
Hoofdstuk 1 – Inleiding
HOOFDSTUK 1
§ 1.1
INLEIDING
Introductie en hoofdvraag
In Nederland heeft Geert Wilders het ‘islamthema’ grotendeels gemonopoliseerd. Bij elk verkiezingsdebat of publieke optreden vertelt hij de toehoorders wat de negatieve invloeden zijn van de immigratie van niet-westerse allochtonen. In oktober 2006 noemde Wilders het toenemende aantal moslims ‘het grootste probleem voor Nederland’. Wilders vreest dat Nederland binnen afzienbare periode islamiseertI door een ‘tsunami van moslims’, zolang er geen harde maatregelen worden getroffen: “De intolerante en gewelddadige moslimcultuur zal de Nederlandse samenleving raken ‘in het hart, in onze identiteit’.” (Wilders in de Volkskrant, 6 oktober 2006 5). Hij oppert om moslimimmigranten een halt toe te roepen en niet-westerse allochtonen een assimilatiecontract te laten ondertekenen, waarin ze moeten beloven om zich aan de hier geldende normen en waarden te conformeren.6 Ook wil Wilders de bouw van nieuwe moskeeën verbieden.7 De verkiezingswinst van de PVV toont aan dat, buiten de andere belangrijke verkiezingskwesties, de angst onder de bevolking voor een eventuele islamisering van Nederland groot is. Andere politieke partijen, wetenschappers en media voeden het debat over dit controversiële thema, door heftige discussies te voeren met de PVV. Marco Pastors, politicus van Leefbaar Rotterdam, onderschrijft de visie van Wilders. Hij vergeleek in 2006 het huidige slappe overheidsbeleid tegen de islamisering van Nederland met de politiek in de jaren 1930, toen werd verzuimd het oprukkende Nazisme aan te pakken. Pastors vindt dat de overheid en gematigde moslims dringend op moeten treden tegen moslimextremisten, die er volgens hem voor hebben gezorgd dat politici, columnisten en cabaretiers niet meer vrij durven te spreken, die de Somalisch-Nederlandse politica en islamcriticus Ayaan Hirsi Ali het land uit hebben gejaagd en opinie- en filmmaker Theo van GoghII hebben vermoord. Pastors ziet een groeiende moslimgemeenschap in Nederland waarin extremistische uitingen niet worden aangepakt.8 Reeds in 1997 schreef wijlen politicus Pim Fortuyn een fel bekritiseerd boek, Tegen de islamisering van onze cultuur, met daarin forse kritiek op het Nederlandse integratie- en immigratiebeleid. Hij wilde Nederlanders bewust maken van hun eigen identiteit en kernnormen en -waarden. Daarbij wilde hij migranten uit islamitische gebieden I
Volgens Devin DeWeese, professor van Islamitische en Centraal Euraziatische Studies, is islamisering: een tweeledig proces: enerzijds worden er islamitische patronen en normen opgelegd aan een nieuwe omgeving. Anderzijds worden islamitische patronen ‘eigen gemaakt’ door integratie en assimilatie in de dominante samenleving. Het is een proces waarbij de waarden, normen en wetten van de dominante samenleving worden vervangen door de islamitische cultuur, religie en wetgeving (DeWeese 1994: 51). II De moordaanslag op Theo van Gogh wordt in dit rapport aangeduid als terroristische aanslag, omdat de dader Mohammed Bouyeri werd gemotiveerd door zijn religie. Hij pinde een brief vast op Van Gogh waarin hij ook de moslimafvallige Ayaan Hirsi Ali bedreigde. Bron: Joanne van Selm, Migration Policy Institute (MPI). The Netherlands: Death of a Filmmaker Shakes a Nation (2005). www.migrationinformation.org/Profiles/display.cfm?ID=341).
Hoofdstuk 1 - Inleiding
sneller laten integreren in de samenleving, omdat hij vreesde voor een groeiende fundamentalistische invloed in wijken die werden bevolkt door immigranten uit islamitische landen.9 Zijn partij, de Lijst Pim Fortuyn (LPF), was in 2002 goed voor twintig kamerzetels. Hij hamerde op een ‘uitermate restrictief vreemdelingenbeleid’, met dichte grenzen, de opzegging van zowel het Vluchtelingen- (1951) als het Schengenverdrag (1985) en het herstel van grenscontroles om economische vluchtelingen en familiemigratie uit islamitische landen aan te kunnen pakken. Verder wilde Fortuyn toezicht op islamitische organisaties en moskeeën en een stevig emancipatiebeleid voor vrouwen, zodat ze zich niet langer hoefden af te zonderen van de Nederlandse samenleving.10 Maar hebben Fortuyn, Wilders en Pastors het bij het rechte eind? Islamiseert Nederland daadwerkelijk? Deze vraag past binnen een internationaal debat over de toekomst van Europa. In Nederland, maar ook internationaal wordt fel gediscussieerd over de toekomst van de islam in Europa. Ook hier zijn wetenschappers en auteurs, die er stellig van overtuigd zijn dat Europa in de 21e eeuw onherkenbaar zal veranderen. Sinds Bernard Lewis, de Brits-Amerikaanse historicus en specialist in de geschiedenis van de islam en het Westen, in 2004 waarschuwde dat Europa aan het einde van de 21e eeuw geïslamiseerd zou zijn, is er een veelvoud aan boeken over dit onderwerp verschenen. Hieronder vallen onder meer While Europe Slept. How Radical Islam is Destroying the West from Within (2006) van de Amerikaanse journalist Bruce Bawer en The Last Days of Europe. Epitaph for an Old Continent (2007) van Walter Laqueur, een Amerikaanse historicus en politiek commentator. Beiden beschrijven de voortschrijdende islamisering van Europa. De meeste boeken over de islamisering van Europa hebben enkele algemene kenmerken. Zo wordt beweerd dat Europa demografisch ten onder gaat aan de hoge geboortecijfers onder moslims en dat de geseculariseerde Europeanen hun continent zonder strijd overdragen aan de radicaalfundamentalistische moslims. Daarnaast wordt een opmerkelijke samenwerking beschreven tussen de islamitische hardliners en de slappe Europese elite, de linkse antiglobalisten en antifascisten. Deze samenwerking zou zijn gebaseerd op de gedeelde antipathie tegen de V.S. en Israël en om islamcritici de mond te snoeren, zowel op een geweldloze maar ook op gewelddadige wijze. Het bekendste en tegelijkertijd het meest controversiële boek over dit onderwerp, is afkomstig van de Brits-Egyptische geschiedkundige Bat Ye’or (een pseudoniem van Gisèle Littman): Eurabia: The Euro-Arab Axis (2005). Ye’or heeft in het verleden veel gepubliceerd over minderheden in het Midden-Oosten en hun ‘dhimmitude’ (de inferieure status van christenen en joden onder de islam). In dit boek schetst ze een geïslamiseerd Europa dat langzaam opgaat in de Arabische wereld, door een sluipend proces van aanpassingen aan de Arabische en islamitische 10
Hoofdstuk 1 - Inleiding
wereld. Ze wijt het islamiseringsproces aan de komst van moslimimmigranten naar Europa die de overheden steeds verder politiek en cultureel onder druk zetten, zodat de Europese cultuur afbrokkelt. Dat levert problemen op, want Ye’or stelt dat de Arabisch-islamitische wereld niet vrijheidslievend of tolerant is, zelfs niet in principe. Deze transformatie, meent zij, gaat ten koste van de traditionele westerse normen en waarden van openheid, gelijkberechtigdheid van een ieder, vrijheid van godsdienst en vrijheid van meningsuiting, mensenrechten en natuurlijk vooral van de scheiding van kerk en staat. De theorie van Ye’or is gebaseerd op de onverenigbaarheid van de westerse en de islamitische cultuur in Europa (zie paragraaf 1.5).11 Om het uiterste spectrum van de islamisering van Europa en Nederland te belichten, wordt in dit rapport onder meer gebruik gemaakt van de controversiële theorie van Ye’or. Vaker wordt echter verwezen naar de benaming die zij hanteert voor de toekomst van Europa: Eurabië, een samenvoeging van Europa en Arabië. In het vervolg van dit rapport wordt een geïslamiseerd Europa met deze term aangeduid, zonder dat daarbij expliciet naar de onderliggende theorie van Ye’or wordt verwezen. De theorie van Eurabië is gestoeld op een combinatie van mythen en feiten, die in het theoretische kader uitvoerig worden beschreven. Op 23 april 2010 presenteerde de PVV in Rotterdam haar partijprogramma voor de Tweede Kamerverkiezingen op 9 juni. Hierin werd Rotterdam dé hoofdstad van Eurabië genoemd door Wilders, door de bouw van een megamoskee en de groeiende moslimbevolking.12 Het theoretische kader biedt natuurlijk niet alleen een uiteenzetting van de diverse theorieën over een geïslamiseerd Europa. Nadat de kritiek op de Eurabië-theorieën is beschreven, wordt er ook dieper ingegaan op andere toekomstmogelijkheden voor het Europese continent. Zo bestaat de mogelijkheid dat de Europeanen (lees: autochtone Europeanen), in opstand zullen komen tegen de islamitische uitingen en hun continent verdedigen, zoals duidelijk wordt door de opkomst van politieke partijen met anti-immigratie en anti-islamitische opvattingen. Een derde mogelijkheid is het ontstaan van een Europese islam, een gematigde en meer liberale variant. Hierdoor kan de islam op den duur deel uit gaan maken van de Europese joods-christelijke identiteit. Nadat het theoretische kader is vormgegeven door middel van het internationale debat over de toekomst van Europa, wordt de lezer een casus gepresenteerd: een overzicht van de huidige stand van zaken in Nederland en een voorzichtige visie op de toekomst. De vraagstelling voorafgaand aan dit onderzoek luidt als volgt: Is er sprake van een proces van islamisering
van de Nederlandse samenleving, volgens de internationale theoretische kenmerken van ‘Eurabië’, of zetten de feiten alternatieve interpretaties kracht bij?
11
Hoofdstuk 1 - Inleiding
Deelvragen: -
Wat wordt er met islamisering bedoeld?
-
Wat wordt verstaan onder ‘Eurabië’?
-
Hoe worden de theoretische kenmerken van Eurabië gedefinieerd?
-
Welke theoretische kenmerken bieden de andere twee visies op de toekomst van Europa?
-
Hoe worden de theoretische kenmerken van Eurabië vertaald naar de Nederlandse samenleving en welk licht werpt dit op de alternatieve interpretaties?
-
Islamiseert Nederland volgens de theoretische kenmerken van Eurabië?
De hoofd- en deelvragen dienen ter beantwoording van de onderstaande hypotheses: -
H0: er is geen sprake van een islamiseringsproces van de Nederlandse samenleving, volgens de theoretische kenmerken van Eurabië.
-
H1: er is wel sprake van een islamiseringsproces van de Nederlandse samenleving, volgens de theoretische kenmerken van Eurabië.
§ 1.2
De historische interactie tussen het Westen en de islam
Volgens politicoloog Frank Buijs en socioloog Jan Rath, beiden verbonden aan het Institute for Migration and Ethnic Studies (IMES) van de Universiteit van Amsterdam, is de islam één van de snelst groeiende religies binnen Europa. Dit beweren ze in “Muslims in Europe: The state of research” (2003: 1-2). De massa-immigratie van arbeiders en andere migranten uit het MiddenOosten en voormalige koloniale gebieden in Afrika, Azië en het Caribische gebied, hebben geleid tot een groeiende aanwezigheid van moslims in Europa. Daarnaast is er ook sprake van autochtone moslims in Oost-Europa, vooral in Albanië, Bosnië en Bulgarije. De meerderheid van de moslims in Europa is echter te vinden in het westelijke deel van het continent, in Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië en Nederland. Hoewel Europa een lange geschiedenis kent van de aanwezigheid van moslims – handelaren, diplomaten en studenten – is de aanwezigheid nooit zo alomvattend geweest als in de 21e eeuw. Volgens de Amerikaanse politicoloog Samuel Huntington is er reeds meer dan dertien eeuwen sprake van een wederzijdse interactie tussen de westerse en islamitische beschavingen. In zijn artikel “The Clash of Civilizations?” (1993: 31) richt hij zich vooral op de gewelddadige botsingen tussen beide beschavingen, waaronder de islamitische verovering van Spanje door de Moren in 711 en de confrontaties in het Heilige Land, tussen christelijke kruisvaarders en Turkse legers in de elfde eeuw. Lewis gaat in “Europa en de 12
Hoofdstuk 1 - Inleiding
islam” (2009: 24-41) dieper in op de vroege botstingen van de islam in Syrië, Palestina, Egypte en Noord-Afrika in de zevende eeuw, destijds allemaal onderdeel van de christelijke wereld. Hij noemt ook de islamitische veroveringen van Portugal, Sicilië en delen van Frankrijk. Halverwege de dertiende eeuw trokken Turkse en Tartaarse legers voor de tweede keer Europa binnen: in 1245 veroverden Mongoolse bekeerlingen Rusland. In 1453 werd Constantinopel veroverd, alsmede de Balkan en een deel van Hongarije. De laatste islamitische legers werden verdreven uit Spanje in 1492. Tot tweemaal toe kwamen Turkse legers tot Wenen, in 1529 en 1683. Opnieuw sloegen christelijke legers terug: de Balkan en Rusland werden heroverd. De herovering van Europa door het christendom in de negentiende eeuw heeft de latere grenzen van het continent bepaald. Na de mislukte kruistochten om het Heilige Land terug te krijgen, waren Noord-Afrika en het Midden-Oosten echter voorgoed verloren voor het christendom. Volgens Lewis (2009: 25) stonden de islamitische kernlanden vanaf het begin van de negentiende eeuw onder (in)directe controle van Europese landen, onder meer door de veroveringen van Napoleon of, zoals sommige moslims zelf interpreteerden, door het christendom. De rivaliserende Europese grootmachten, Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië en Rusland streden lang om de dominante positie in het Midden-Oosten. Na de Tweede Wereldoorlog trokken de westerse grootmachten zich langzaam terug en de koloniale heerschappij verdween. Het Arabische nationalisme en het islamitische fundamentalisme bloeiden op in deze tijd. De stichting van de staat Israël door de Zionisten in 1948, met behulp van het Westen, heeft geleid tot diverse oorlogenIII met Arabische staten, die zich achter de Palestijnse bevolking schaarden. Vervolgens waren er diverse conflicten tussen Europese en islamitische landen vanaf 1950. Sinds de jaren zestig is het Westen in toenemende mate afhankelijker geworden van de olierijke Golfstaten. Het eeuwenlange conflict bereikte een voorlopig dieptepunt met de Iraanse gijzeling van de Amerikaanse ambassade, kort na de Iraanse revolutie in 1979, met economische en diplomatieke boycotten tegen Iran tot gevolg. Het volgende dieptepunt volgde in 1990 toen een coalitie, geleid door de V.S., Koeweit bevrijdde van de Irakese agressor. Volgens Huntington voelden veel islamistische Arabieren zich echter vernederd door de Amerikaanse militaire aanwezigheid op het Arabische Schiereiland. Dit vormde volgens hem een voedingsbodem voor de terreurorganisatie Al-Qaida, van de Saoediër Osama bin Laden. Bin Laden zag in de nederlaag van het islamitische kalifaat van het Ottomaanse Rijk in 1922, de diepste vernedering van de islam, vooral toen de seculiere leider Mustafa Kemal Atatürk aan het bewind kwam. Het verdrijven van het Russische III
De oorlogen tussen Israël en de Arabische staten zijn: Onafhankelijkheidsoorlog (1948), de Suezoorlog (1956), de Zesdaagse Oorlog (1967), de Uitputtingsoorlog (1968-1970), de Jom Kippoeroorlog (1973), Operatie Litani (1978), de Eerste Libanonoorlog (1982), de Golfoorlog (1991), de Tweede Libanonoorlog (2006) en de Gaza-oorlog (2008-2009). Bron: Israëlfacts, Oorlog tussen Israël en de Arabieren. www.israelfacts.eu/historie-israel/oorlogen-tussen-isral-en-dearabieren/index.html, geraadpleegd op 26 mei 2010.
13
Hoofdstuk 1 - Inleiding
Leger uit Afghanistan in 1989 werd door het Westen gezien als een overwinning voor de V.S. in de Koude Oorlog; islamistische strijders zagen deze gebeurtenis echter als een nederlaag van één van de twee grootste christelijke machten. Wat volgde waren aanvallen op de laatst overgebleven christelijke grootmacht: in de jaren 1990 werden Amerikaanse bases en installaties aangevallen. De Amerikaanse terugtrekking uit Mogadishu in Somalië (1993) was in de ogen van Bin Laden en andere fundamentalistische moslims ook een teken van zwakheid en heeft indirect geleid tot de terroristische aanslagen in Amerika op 9/11/2001. Binnen Europa zijn er recentelijk conflicten geweest tussen orthodoxe Serviërs en Bosnische moslims, tussen Serviërs en Albanezen, tussen Bulgaren en een Turkse minderheid, tussen Armeniërs en Azerbeidjanen en tussen Russen en moslims in Centraal-Azie en de Kaukasus (Huntington 1993: 31-33). Huntington’s theorie was net verstomd als graadmeter voor een toekomst na de Koude Oorlog, maar werd ineens weer invloedrijk sinds 9/11/2001. Zijn hypothese (1993: 22-31, 34-38) beschrijft een fundamentele bron van conflicten in de toekomst, die niet langer politiek, ideologisch of economisch gegrond zullen zijn, maar van culturele aard. De scheidslijnen tussen de diverse beschavingen zullen hét toekomstige strijdtoneel zijn, waar natiestaten zullen strijden met groepen van andere beschavingenIV. Huntington zag de natiestaat na de Tweede Wereldoorlog niet langer als een belangrijke bron van identiteit. Volgens hem werd deze kloof opgevuld door een religieuze heropleving, dat een basis biedt voor een identiteit die de nationale grenzen overstijgt en beschavingen verenigt. Religie is echter exclusief en maakt onderscheid tussen mensen. Iemand kan wel half-Frans en half-Arabisch zijn, maar niet half-katholiek en halfmoslim. Mensen vervallen steeds meer in een ‘wij-zij’ denken jegens mensen met een andere etniciteit of religie. Huntington zag de belangrijkste conflicten ontstaan tussen de westerse en islamitische beschavingen, in de lijn van de eeuwenoude strijd tussen het westerse christendom versus het orthodoxe christendom en de islamV. Hij stelde dat de Europese scheidslijn van het IJzeren Gordijn is vervangen door een Fluwelen Cultuur. Volgens Huntington was het conflict tussen de Servische christelijk-orthodoxen, katholieke Kroaten en Bosnische moslims in 1992-1995 een goed voorbeeld van de botsende beschavingen in Europa: veel West-Europese landen steunden de katholieke Kroaten, Rusland steunde de Servische orthodoxen en Iran en Saoedi-Arabië de Bosnische moslims. In 1993 vochten zelfs 4.000 moslims, afkomstig uit 24 islamitische landen, IV
Huntington (1993: 23-24) definieert een beschaving als een culturele entiteit van dorpen, regio’s, etnische groepen, nationaliteiten en religieuze groepen. Een beschaving vormt de hoogste culturele groep van mensen en het breedste niveau van culturele identiteit, dat mensen onderscheidt van anderen, door taal, geschiedenis, religie, gebruiken en zelfidentificatie. Deze kenmerken zijn producten van een eeuwenlange ontwikkeling, zijn fundamenteler en daardoor moeilijker te veranderen dan politieke en economische kenmerken. Hij stelt wel dat beschavingen dynamisch zijn: ze groeien en verdwijnen. V Huntington (1993: 29-30) deelt de westerse beschaving op in een Europese en Noord-Amerikaanse subdivisie; de islamitische beschaving in een Arabische, Turkse en Maleisische subdivisie. Het christendom wordt opgedeeld in een katholiek en protestant deel in West-Europa (feudalisme, Renaissance, Reformatie, Verlichting en industriële revolutie) en een orthodoxe stroming in Oost-Europa. De orthodoxen en moslims zijn economisch minder gevorderd en ‘minder’ democratisch.
14
Hoofdstuk 1 - Inleiding
mee aan Bosnische zijde. Huntington baseerde zijn voorspelling, van de komende jarenlange strijd tussen het Westen en de islam, op de bloedige grenzen van de islamitische beschaving, die in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Japanse beschaving, zeer gewelddadig is. Hij noemt de huidige conflicten in de Balkan, Israël, Kasjmir, Indonesië, Birma en de Filippijnen als voorbeelden. Sinds 1990 zag Huntington de politieke reacties en het geweld tegen immigranten in het Westen groeien. Andersom zagen veel moslims de Eerste Golfoorlog tegen Irak als een westerse oorlog tegen de islam. Koning Hussein van Jordanië: “Against all Arabs and all Muslims and not against Iraq alone” (Huntington 1993: 36). Volgens Gilles Kepel, een Franse wetenschapper en analist van de Arabische en islamitische wereld, is de theorie van Huntington ook populair onder islamisten in het Midden-Oosten.13 Lewis deelt Huntington’s visie in The Roots of Muslim Rage (1990: 26). Huntington (1993: 42-44) beweert dat ‘verscheurde landen’, landen waarbinnen zich diverse beschavingen bevinden, in de toekomst zullen verbrokkelen in kleinere staten. De voormalige Sovjetunie en Joegoslavië worden als voorbeelden genoemd. Ook landen met een relatief homogene samenleving kunnen twijfelen tot welke beschaving ze behoren. Zo is er in Turkije discussie of het land tot de westerse of islamitische beschaving behoort. Huntington vreesde eenzelfde discussie in Europa. In deze nieuwe fase van de geschiedenis zijn de islamitische overheden en bevolkingen niet langer onderwerp van geschiedenis, maar zijn het ook vormers van de geschiedenis geworden. De bezorgdheid over de opkomst van de islam werd ook geuit door de voormalig Britse staatsman Winston Churchill. Hij schreef in “The River War” (1899): “No stronger retrograde force exists in the world. Far from being moribund, Mohammedanism is a militant and proselytizing faith. It has already spread throughout Central Africa, raising fearless warriors at every step, and were it not that Christianity is sheltered in the strong arms of science...the civilization of modern Europe might fall, as fell the civilization of ancient Rome.” (Pryce-Jones 2004: 29). De Frans-Britse auteur Hilaire Belloc in “The Great Heresies” (1938) en de Franse politieke filosoof Yves Charles Zarka hadden soortgelijke visies op de islam en haar volgers. Beide historici zijn bang dat de geschiedenis zich herhaaltVI. Volgens Lewis (2009) zijn er in de geschiedenis diverse keerpunten geweest, die een grote verandering teweeg hebben gebracht binnen een tijdperk. Gezien de geschiedenis waren conflicten tussen beide religies onoverkoombaar als ze in dezelfde geografische gebieden bijeenkwamen.14 Hij is ervan overtuigd dat Europa nu op een nieuw keerpunt staat, door de opkomst van de islam binnen Europa. Volgens Lewis (2009: 24-41) is Europa de beslissende fase VI Belloc: “Will not perhaps the temporal power of Islam return and with it the menace of an armed Muhammadan world which will shake the dominion of Europeans -- still nominally Christian – and reappear again as the prime enemy of our civilization?...Since we have here a very great religion, physically paralyzed, but morally intensely alive, we are in the presence of an unstable equilibrium.” (Pryce-Jones 2004: 29) en Zarka: “There is taking place in France a central phase of the more general and mutually conflicting encounter between the West and Islam, which only someone completely blind or of radical bad faith, or possibly of disconcerting naiveté, could fail to recognize.” (Pryce-Jones 2004: 29).
15
Hoofdstuk 1 - Inleiding
ingegaan van islamitische aanvallen op het christendom: deze fase wordt vormgegeven door de grootschalige moslimmigratie naar Europa, hun hoge geboortecijfers en de overtuiging van de strijd voor de rechtvaardige zaak. De Syrisch-Duitse hoogleraar in de Internationale Betrekkingen, Bassam Tibi, becijfert in het artikel “Europeanisation, not Islamisation” (2007), de toename van het aantal moslims in Europa: van 800.000 in 1950 naar 20 miljoen in 21e eeuw.15 Lewis noemt de recente terroristische aanslagen (Rusland in 2002, 2004, 2009 en 201016, Madrid (11/3/2004)17 en Londen (7/7/2005),18 als voorbeelden van de huidige islamitische aanvallen op Europa. Lewis stelt dat de islam geen pacifistische idealen kent, zoals het christendom, waardoor een oorlog onontkoombaar is. Het was vroeger ondenkbaar dat moslims vrijwillig in een nietislamitisch land woonden, ook wel Dar al-Harb genoemd: ‘huis van de oorlog’. De angst voor geloofsafval was immers groot. Tegenwoordig geven steeds meer rechtsgeleerden toestemming aan moslims om in Europa te wonen, mits ze hun geloof blijven praktiseren. Lewis stelt dat het nieuwe radicalisme, zoals het soennitische wahabisme (een conservatieve soennitische stroming), in Europa zelfs groter is dan in de islamitische landen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten, gezien de strengere overheidscontrole aldaar. Het bevreemdt Lewis echter dat de islamitische aanvallen gezien worden als ‘gewelddadige conflicten’ en niet als oorlogshandelingen, terwijl heroveringen van het Westen en het christendom ‘imperialisme’ worden genoemd. In tegenstelling tot de bovenstaande opsommingen, is de gedeelde geschiedenis tussen beide beschavingen niet alleen vormgegeven door geweld. Zo stelt Tibi (2007) dat het christendom en de islam een historisch gedeelde ontwikkeling hebben doorgemaakt met een wederzijdse beïnvloeding, die naast een gewelddadige interactie, ook via handel en wetenschap heeft plaatsgevonden.19 Volgens de Amerikaanse specialist in de geschiedenis van religie, Stanwood Cobb, is er echter weinig bekend over de positieve bijdrage van de islam aan de westerse beschaving. Hij wijt dit in Islamic Contributions to Civilization (1963) aan de onverschilligheid (en vijandigheid) tussen ‘Oost en West’ en het gebrek aan kennis van de Arabische taal (Cobb 1963: 47). In zijn boek belicht Cobb de positieve islamitische bijdragen aan de vooruitgang van de mensheid. Hij stelt dat de islam een voorloper was op het gebied van wetenschap en een actieve najager bleek van kennisvergaring. Volgens Cobb floreerde de wetenschap en het onderwijs in de wereld tijdens de islamitische bloeiperiode vanaf halverwege de achtste tot haar neergang in de dertiende eeuw, terwijl Europa ‘stilstond’ in de Middeleeuwen. Hij kent belangrijke ontwikkelingen in de medische wetenschap, scheikunde, astronomie, geografie en navigatie toe aan de islam. Zo hebben islamitische wetenschappers de omtrek van de aarde berekend en het decimale systeem ontwikkeld. Veel van deze ontwikkelingen zijn in Europa geïntroduceerd via de christelijke kruistochten naar het Heilige Land en de Moorse invasie van 16
Hoofdstuk 1 - Inleiding
het Spaanse Andalusië.VII De BBC-documentaire An Islamic History of Europe (2005) onderstreept de invloed van de islam op de huidige westerse beschaving.VIII Het bevreemdt zowel de Italiaanse socioloog Stefano Allievi als Buijs en Rath dan ook dat de Arabische, Turkse en Zuid-Aziatische cultuur en islam niet wordt erkend als een onderdeel van het Europese historische erfgoed, ondanks de langdurige invloed (Allievi: 2; Buijs en Rath 2003: 2). Volgens Tariq Modood, professor in de sociologie, kunnen de moslimdiaspora’s in het Westen een positieve rol spelen bij het tegengaan van Huntington’s theorie. Dit stelt hij in “Muslims In The West” (2001). Modood vindt het zorgelijk dat de termen ‘islamistisch’ en ‘moslim’ als synoniemen worden gebruikt. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen moslims en terroristen. Hij beargumenteert dat het constant herhalen van een ‘clash of civilizations’ kan leiden tot een self-fulfilling prophecy. Modood vindt het scheiden van het joods-christelijke Westen van de islam pertinent fout, omdat de islam met haar geloof in de openbaringen van Abraham, Mozes, Jezus en Mohammed tot dezelfde traditie behoort als het christendom en het jodendom. De geringe aandacht voor de islamitische bijdrage aan de Europese ontwikkeling vindt hij ‘een typisch geval van racisme’. Zo is er weinig bekend over het feit dat de Arabieren de klassieke geschriften uit Athene en Rome hebben veiliggesteld, die vervolgens door moslims weer naar Europa zijn teruggebracht. Modood beschuldigt het Westen van het aanstichten van onderlinge conflicten. Sinds de val van de grote islamitische rijken van de Moren en Ottomanen oefent het Westen veel invloed uit in het Midden-Oosten en vinden er ‘etnische zuiveringen’ plaats in Afghanistan, Irak en Palestina.20 De Amerikaanse professor in de Internationale Betrekkingen en Islamitische Studies en oprichter van The Center for Muslims-Christian Understanding, John L. Esposito, vraagt zich in de eerste zin van zijn boek The Islamic threat: myth or reality? (1992) af, of het Westen en de islam op een onoverkoombare botsing afstevenen. Heeft de fundamentalistische islam het MarxismeLeninisme vervangen als de belangrijkste vijand van het Westen?21
§ 1.3
Absolute aantallen en relatieve percentages van moslims in Europa
Na het beknopte overzicht van de historische interactie tussen het Westen en de islam, is het van belang de huidige situatie in kaart te brengen. Fortuyn maakte en Wilders maakt zich grote zorgen over de toename van immigranten uit islamitische landen, maar de vraag is of deze angst gegrond VII
Volgens The Oxford History of Technology: “There are few major technological innovations between 500 A.D. and 1500 that do not show some traces of the Islamic culture.” Cobb (1963: 47) VIII De BBC-documentaire toont daarnaast de architectonische invloed van de Moorse overheersers van Spanje in Cordoba, de hoofdstad van Al-Andalus (de Arabische naam voor Andalusië). De leefomgeving werd verbeterd met hamams (badhuizen) en asfaltering van de straten. De documentaire toont aan dat de Moren de in de Middeleeuwen verloren geraakte Grieks-Romeinse vertellingen hebben teruggevonden in Al-Andalus en vervolgens van het Arabisch naar het Latijn hebben vertaald. Bron: BBC documentaire, Youtube. An islamic history of Europe (2005). www.youtube.com/watch?v=x0IaCK7z5o, geraadpleegd op 4 mei 2010.
17
Hoofdstuk 1 - Inleiding
is. Hoeveel van deze immigranten zijn daadwerkelijk islamitisch? Hoe hoog is het percentage moslims in Europa en Nederland op dit moment? Oliver Roy, een Franse politicoloog, islamoloog en voormalig consultant van de Franse overheid, stelt in Globalized Islam. The Search for a new Ummah (2004: 100) dat het merendeel van de moslimpopulatie in Europa is gevormd door de recente instroom van economische migranten. De massamigratie naar West-Europa begon eind jaren vijftig van de vorige eeuw met enkele tienduizenden, naar meer dan tien miljoen personen nu. Buijs en Rath (2003: 1) stellen dat de meerderheid van de moslims in West-Europa is gearriveerd na het uiteenvallen van de koloniale rijken, met postkoloniale immigratie naar Groot-Brittannië (Indiërs en Pakistanen), Frankrijk (Algerijnen en Marokkanen) en Nederland (Indonesiërs en Surinamers) tot gevolg. Ook werden veel immigranten uit omringende islamitische landen gerekruteerd onder het ‘gastarbeidersprogramma’, dat was opgezet in de meeste West-Europese landen. Het betrof in de eerste plaats vooral mannelijke industriële arbeiders die na verloop van tijd huiswaarts zouden keren. Het hoogtepunt van de immigratie lag in 1970. Door de oliecrisis in 1973 en de daaropvolgende economische stagnatie, werd de immigratie van gastarbeiders stopgezet. De reeds aanwezige gastarbeiders besloten in Europa te blijven en sindsdien wordt de immigratie vooral gekenmerkt door familiehereniging (Roy 2004: 100). De laatste jaren kent West-Europa een heterogene instroom van migranten. Sommige immigranten zijn gearriveerd als vluchtelingen (bijvoorbeeld uit Irak, Somalië en Afghanistan), waar anderen uit professioneel oogpunt kwamen, of om te studeren (Buijs en Rath 2003: 2). Volgens Buijs en Rath is de huidige situatie historisch gezien uniek in meerdere opzichten. Moslims hebben een verscheidenheid aan etnische, linguïstische en culturele kenmerken en onderhouden vaak banden met hun thuisland. De immigranten werden vooral in kansarme wijken in de stedelijke gebieden gehuisvest, waardoor ze werd bemoeilijkt om te integreren in de dominante samenleving (Buijs en Rath 2003: 1-2). De aanduiding ‘moslim’ voor statistische doeleinden verschilt per Europees land. Het precieze aantal moslims in absolute en relatieve termen is hierdoor moeilijk te berekenen. Wordt een Franse burger, die is geboren uit Algerijnse ouders gezien als ‘Algerijn’, ‘Arabier’, ‘moslim’ of als ‘Fransman’. Geldt de aanduiding van ‘moslim’ alleen aan zelfverklaarde gelovigen, of ook aan iedere immigrant met een familieachtergrond in een islamitische samenleving? Ook de aanduiding van kinderen uit gemengde huwelijken is problematisch. De moslimgemeenschappen zijn dermate geëvolueerd dat er meerdere generaties zijn ontstaan (Roy 2004: 102). Om het aantal moslims in Europa te onderzoeken, worden in dit rapport dezelfde landen gebruikt die Buijs en Rath (2003) hebben gehanteerd in hun onderzoek, met aanvulling van de overige huidige landen
18
Hoofdstuk 1 - Inleiding
binnen de EU.IX In de meeste Europese landen is er geen centrale registratie van het aantal ingezetenen per religie, maar wel van het land van herkomst. Volgens Roy (2004: 102) is het criterium van het land van origine niet langer relevant, omdat veel moslims Europese burgers zijn. Roy schat aantal moslims in Europa op 8-12 miljoen, ofwel 2.5% van de Europese bevolking. Onderstaande cijfers zijn gebaseerd op schattingen van het aantal immigranten uit landen waar de islam de meest belangrijke religie is. De cijfers van Buijs en Rath worden vergeleken met andere databronnen om een eenduidig overzicht te creëren. Tabel 1: schattingen over het absolute aantal en relatieve percentage moslims in Europese landen Buijs en Rath (cijfers over 2002)
BBC News 22 (2005)
Belgie
370.000 (3.6%)
400.000 (4%)
Justin Vaisse (Brookings Institution, 2008) -
Bulgarije
1.110.295 (13.1%) 150.000 (2.8%)
-
US National Intelligence Council (2008)
CIA World Factbook (juli 2009)24
395.745416.573 (3.8%4.0%)
-
-
-
-
-
270.000 (5%)
-
154.014275.026 (2.85%)
300.000 (5.6%)
878.972 (12.2%) 195.255 (18%) 110.010 (2%)
Duitsland
3.040.000 (3.7%)
3.000.000 (3.6%)
3.300.000 (4%)
2.963.8713.457.850 (3.64.2%)
3.500.000 (4.3%)
3.046.201 (3.7%)
Finland Frankrijk
20.000 (0.4%) 4.000.0005.000.000 (7.18.9%)
5.000.0006.000.000 (89.6%)
5.000.000 (8%)
4.099.6996.149.548 (6.49.6%)
5.000.000 (68%)
3.202.8906.405.779 (510%)
Griekenland GrootBrittannië
370.000 (3.7%) 1.406.000 (2.6%)
1.600.000 (2.8%)
1.711.170 (2.8%)
1.800.000 (3%)
139.587 (1.3%) 1.650.057 (2.7%)
Hongarije
-
-
-
-
Italië
20.000-30.000 (0.2-0.3%) 700.000 (1.2%)
1.500.0002.000.000 (3%) -
825.000 (1.4%)
1.000.000 (1.5%)
813.767 (1.4%)
1.000.000 (1.7%)
-
Luxemburg Nederland
3.800 (0.9%) 695.600 (4.4%)
945.000 (5.8%)
950.000 (6%)
969.528 (5.8%)
1.000.000 (5.9%)
969.528 (5.8%)
Oostenrijk
300.000 (3.7%)
339.000 (4.1%)
-
-
500.000 (6.2%)
344.832 (4.2%)
Cyprus Denemarken
IX
FORUM (2008)23
EuroIslam.infoX
2003: 320.000450.000 (4%) 2006: 175.000200.000 (3.7%) 2004: 3.000.0003.500.000 (3.6-4.5%) 2007: 3.500.0005.000.000 (68.5%) 2001: 1.600.000 (2.7%) 2007: 825.000 (1.4%) 2004: 850.000 (5.8%) 2006: 338.988
België, Bulgarije, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Groot-Brittannië, Hongarije, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenie, Spanje, Zweden en Zwitserland (Buijs en Rath 2003: 7) + Cyprus, Estland, Ierland, Letland, Litouwen, Malta, Slovenië, Slowakije en Tsjechië. NOTE: Zwitserland is geen EU-lid. In het overzicht ontbreken cijfers van Estland, Ierland, Letland, Litouwen, Malta, Slowakije en Tsjechië om uiteenlopende redenen.
19
Hoofdstuk 1 - Inleiding
Polen Portugal Roemenie Slovenië Spanje
Zweden
Zwitserland TOTAAL EUROPA
15.000 (0.03%) 30.000-38.000 (0.3-0.4%) 60.000 (0.3%) 300.000400.000 (0.81%) 250.000300.000 (2.83.8%) 310.000 (4.2%) 13.510.69514.318.695 (2.9-3.2%)
-
-
-
-
-
1.000.000 (2.3%)
800.000 (2%)
-
199.939 (0.9%) 48.137 (2.4%) -
300.000 (3%)
-
364.725932.075 (0.92.3%) -
-
-
310.800 (4.2%) 13.989.80014.989.800 (4-4.2%)
15.000.00017.000.000 (33.4%)
319.388 (4.2%) 11.791.90715.044.925 (45%)
350.000 (4.8%) 15.000.00018.000.000 (56%)
326.992 (4.3%) 11.112.39914.315.289 (3.8-5%)
(4.2%) 2009: 1.200.000 (2.5%) 2009: 400.000 (4.3%) Jaartallen varieren
Uit de tabel blijkt dat de gemiddelde schatting van het percentage moslims in Europa in 2009 uitkwam op ongeveer vijf procent. Dit houdt tevens in dat de oorspronkelijke Europese bewoners 95% van de bevolking uitmaken. Frankrijk kent zowel absoluut als relatief gezien de hoogste cijfers. Velen overschatten de omvang van de moslimgemeenschap regelmatig. Ze baseren zich voornamelijk op de ruchtbaarheid aan de aanwezigheid in Europa en de impact op het dagelijkse leven. In stedelijke gebieden ligt het percentage moslims hoger en is de islamitische zichtbaarheid aanzienlijk groter. Het hoge vruchtbaarheidscijfer onder moslims kan het aantal moslims in de toekomst alleen maar doen toenemen, hoewel er wel een daling merkbaar is, zo stellen Buijs en Rath. Europa kent ook een toenemend aantal autochtone bekeerlingen en ‘herboren’ moslims, die het percentage moslims in Europa omhoog brengen (Buijs en Rath 2003: 6-8). Roy (2004: 102) ziet het percentage moslims toenemen door de lage gemiddelde leeftijd onder moslims en hun hogere vruchtbaarheid dan de autochtone bevolking. Hij stelt echter dat het percentage moslims in Europa slechts één van de indicaties vormt voor de vrees van een mogelijke islamisering van Europa. Roy stelt dat de angst pas plausibel is, als de moslimbevolking twintig procent van de gehele bevolking omvat.
§ 1.4
Huidige spanningen in Europese landen
De nieuwe grootschalige islamitische aanwezigheid heeft in veel Europese landen geleid tot discussies en conflicten. Alleen al in het eerste decennia van de 21e eeuw heeft Europa terroristische aanslagen gezien in de straten van Madrid, Amsterdam, Londen, straatrellen in Frankrijk (2005 en 2007) en de golf van protesten rondom de Mohammed-cartoons (2006). De X Euro-Islam.info is een netwerk van onderzoekers en wetenschappers die onderzoek doen naar de ervaringen van moslimminderheden in het Westen en ze maken een empirische analyse naar de impact van post-9/11veiligheidsstrategieen op de moslimgemeenschappen in een trans-Atlantisch perspectief. Het netwerk is gelinkt aan Harvard.
20
Hoofdstuk 1 - Inleiding
Franse deskundige over de islam en integratie in Frankrijk, Justin Vaisse, biedt een kort overzicht van de situatie in een aantal West-Europese landen in “Muslims in Europa: A short introduction” (2008: 3-4): Frankrijk huisvest eenderde van het aantal moslims in Europa, voornamelijk uit Algerije, Marokko en de Afrikaanse subsahara. Het land kent debatten over de nationale identiteit, de islamitische hoofddoek en een verbod op religieuze symbolen op publieke scholen (laïcisme). In 2003 is een Franse Raad voor Moslimreligie opgericht (in Frankrijk CFCM). Frankrijk is het meest succesvol gebleken in de religieuze en culturele integratie van moslims en het voorkomen van radicalisering, maar heeft gefaald om immigranten ook sociaaleconomisch te integreren. Duitsland heeft merendeels Turkse moslims, waarvan een groot deel nog steeds Turkse staatsburger is en onder invloed staat van Turkse religieuze autoriteiten. Het tijdelijke gastarbeidersprogramma en de etnisch-culturele visie op het Duitse burgerschap heeft tot een moeilijke situatie geleid tot de jaren 1990. De islam is nog niet officieel erkend, maar kent wel enkele privileges, zoals religieus onderwijs op publieke scholen. Er zijn voortdurende politieke debatten over religieuze, sociale en veiligheidskwesties. Groot-Brittannië huisvest veel moslims uit Zuid-Azie, vooral uit Pakistan. Sinds de aanslagen op 9/11 en Londen is het beleid van multiculturalisme grotendeels losgelaten. Voorheen kregen zelfs extremistische imams veel vrijheid om haat te prediken. Zo kregen moslims zelfs de vrijheid om “death to democracy” te schreeuwen in de straten van Londen.25 Ook Groot-Brittannië kent debatten over de nationale identiteit en een roep om meer overheidsinmenging in islamitisch onderwijs en moskeen. In 2006 is het MINAB (Mosques and Imams National Advisory Board) opgericht, voor algemene richtlijnen voor moskeeën, het inhuren van imams en de strijd tegen extremisme. Spanje huisvest voornamelijk Marokkaanse moslims. Het land kent een geschiedenis van moslimoverheersing. In 1492 werden de laatste islamitische legers verdreven uit AlAndalus (nu Andalusië). Sinds 1992 onderhandelt de Spaanse Islamitische Commissie met de overheid over religieus onderwijs en de sociale status van imams. Het land kende na de bomaanslagen in Madrid, door ‘homegrown’ terroristen, een toename van spanningen rondom de immigrantengemeenschappen in Andalusië. Italië is een relatief nieuw immigratieland voor moslims, veelal uit Albanië en Marokko. Het kent veel autochtone bekeerlingen. De islam in Italië staat onder invloed van buitenlandse overheden uit Saoedi-Arabië, Marokko en Libië. Onlangs is er een 21
Hoofdstuk 1 - Inleiding
framework opgericht tussen de Italiaanse staat en islamitische vertegenwoordigers om moslims als religieuze gemeenschap volledige rechten te geven. Nederland huisvest voornamelijk Turkse en Marokkaanse moslims. Het land heeft een multicultureel model van tolerantie gehad met diversiteit en relatieve autonomie voor religieuze gemeenschappen. De moord op Van Gogh kwam als een schok. Sindsdien is de houding tegenover moslims vijandiger en wordt het multiculturele model losgelaten. In 2005 kwam de overheid met een plan om radicalisering te voorkomen en de sociaaleconomische
integratie
te
bevorderen.
Nederland
kent
veel
gekozen
volksvertegenwoordigers met een islamitische achtergrond in nationale en lokale overheden. De Zwitserse filosoof, islamoloog en islamhervormer, Tariq Ramadan ziet, in het artikel “Swiss minaret ban: Can Europe learn to trust its Muslim citizens?” (2009), de Europese toekomst positief tegemoet. Hij stelt dat Europeanen moeite hebben met de groeiende zichtbaarheid van moslims, aangezien negatieve sociale uitingen worden gekoppeld aan de aanwezigheid van moslims, zoals de banlieue-rellen in Frankrijk, cartoonrellen in Denemarken, de vijandigheid tegen homoseksuelen in Nederland en het Zwitserse minaretverbod. Ramadan wijt dit echter aan een Europese identiteitscrisis. Europeanen vragen zich af hoe hun toekomst eruitziet. De oplopende discussies over geweld, de beperking van de vrijheid van meningsuiting, sekseongelijkheid en extremisme maken het moeilijk om de islam te omarmen. Sommige Europeanen zijn zelfs bang voor een islamitische gebiedsuitbreiding. Ramadan stelt dat de Zwitsers voor een minaretverbod hebben gestemd, omdat ze het idee hebben dat ze langzaam gekolonialiseerd raken door een islamitische oemma (een wereldwijde islamitische gemeenschap). Hij ziet het minaretverbod als een kwestie van wantrouwen, dat zich langzaam uitbreid over Europa. Ramadan betreurt dit, aangezien hij vindt dat de islam al is gevormd tot een Europese religie. Volgens Ramadan komen de problemen dan ook voort uit een interne strijd binnen de islam: die tussen enerzijds de gematigde, goed geïntegreerde moslims en anderzijds de radicale, gesegregeerde moslims.26
§ 1.5
De Eurabië-theorie van Ye’or verduidelijkt
In de briefing “Eurabia – Europe’s future?” (2005) beargumenteert Bat Ye’or dat Europa een cultuur heeft die berust op gemeenschappelijke waarden en tradities, een gedeelde geschiedenis en politieke en maatschappelijke instellingen. Bovenal een Europa dat is gebaseerd op een joodschristelijke beschaving. Ye’or ziet de Arabisch-islamitische wereld als fundamenteel antichristelijk, 22
Hoofdstuk 1 - Inleiding
antisemitisch, antiwesters en anti-Amerikaans. Ze hanteert eenzelfde scheidslijn als Huntington tussen de westerse en islamitische beschaving. Ye’or vreest dat Europa uiterlijk aan het einde van de 21e eeuw is getransformeerd in Eurabië, een versmelting van beide geografische regio’s tot één geheel, maar met Europa als cultureel en politiek ‘aanhangsel’ van de Arabische en islamitische wereld, omdat de Europese waarden en identiteit niet worden gerespecteerd.27 Haar theorie staat bekend om de controversiële standpunten en is onderwerp van vele discussies en reacties vanuit alle invalshoeken. Wilders maakt echter regelmatig gebruik van deze term om de islamisering van Nederland aan te duiden.28 Ye’or stelt dat Europa een tweeledig veranderingsproces doormaakt. Allereerst een verzwakking van het christendom; ten tweede een demografische neergang. In Europa wordt slechts voldaan aan een gemiddelde van tweederde van het aantal kinderen, dat nodig is om het bestaande bevolkingsaantal op peil te houden (het vervangingsniveau ligt op een gemiddelde van 2,1 kinderen per vrouw).29 In het boek Eurabia: The Euro-Arab Axis (2005)XI stelt Ye’or dat de negen overheden van de toenmalige Europese Gemeenschap (EG, later de Europese Unie), de Franse in het bijzonder, in de jaren zeventig van de vorige eeuw, bewust een buitenlandbeleid hebben ontwikkeld dat gericht is op een langzame integratie in de Arabische wereld. De Fransen hebben zich toentertijd tot doel gesteld een tegenwicht te vormen aan de groeiende Amerikaanse wereldmacht en zagen in de Arabische wereld een sterke bondgenoot. Ye’or beschuldigt de Europese elite ervan zich sindsdien stelselmatig en bewust van haar eigen identiteit te hebben ontdaan, om deze integratie mogelijk te maken. Volgens haar werd in 1974-1975 een raamwerk opgezet voor de EuroArabische Dialoog (EAD). Het belangrijkste aspect hiervan was het creëren van een stabiele olietoevoer naar Europa én het creëren van gunstige voorwaarden voor de instroom van islamitische migranten op Europese bodem. Met ‘gunstige voorwaarden’ bedoelt Ye’or het voorkomen dat de meerderheid van de moslims zou assimileren, dan wel integreren in de Europese samenleving. Hiermee werd een beleid van multiculturalisme en het verval van nationale identiteiten voorgestaan. Door de grootschalige emigratie zouden de Arabischislamitische landen invloed kunnen blijven uitoefenen op de islamitische diaspora in Europa. Het beleid heeft volgens Ye’or geleid tot parallelle samenlevingen, naar het voorbeeld van de ‘millets’ uit het Ottomaanse Rijk: etnisch-religieuze gemeenschappen onder islamitische heerschappij. Andere belangrijke aspecten van de EAD waren dat Europa zich niet teveel met de interne politiek van Arabisch-islamitische landen zou bemoeien, dat Europa minder afhankelijk zou worden van het trans-Atlantische bondgenootschap met Amerika, dat de Palestijnen als apart volk erkend zouden worden (voor 1973 waren het Arabische vluchtelingen) en de Palestijn XI
Voor deze scriptie is de Nederlandse vertaling van het boek gebruikt: Ye’or, B. (2007, tweede druk 2008). Eurabië. De geheime banden tussen Europa en de Arabische wereld. Nederlandse vertaling van Wevers, A. en Meulenhoff b.v., J.M.
23
Hoofdstuk 1 - Inleiding
Yasser Arafat en zijn Palestine Liberation Organization (PLO) als hun legitieme vertegenwoordigers. Tevens moest Israël politiek en economisch worden geboycot. De EAD wilde hierdoor Israël bewegen om zich terug te trekken naar de grenzen van 1949 en om met Arafat te onderhandelen (sindsdien is Resolutie 242 van VN Veiligheidsraad (1967) de basis van onderhandelingen). Daarbij moest het Israëlisch-Palestijns conflict tot hét epicentrum binnen de internationale betrekkingen worden gemaakt (voor de benarde situatie van Koerden, Berbers, Kopten of andere pre-islamitische bewoners van het Midden-Oosten is veel minder aandacht). Tot slot moest Europa de Arabische-islamitische taal en cultuur verspreiden en de beeldvorming over de islam verbeteren.XII Volgens Ye’or zal Eurabië dan ook ontstaan via een opeenhoping van angst, zwijgzaamheid, immigratie, identiteitsverlies en vreemdelingenhaat. Ze ziet het als een onomkeerbaar proces. Europa is niet meer. Ze stelt dat Israël uiteindelijk ook vernietigd zal worden, waardoor Amerika geïsoleerd raakt en uitgedaagd zal worden door het nieuwe EuroArabische continent (Ye’or 2008). Dit onderzoek is overigens niet bedoeld om de bewuste grondslag van de EAD op juistheid en volledigheid te toetsen. Ye’or’s Eurabië-theorie dient puur als beginpunt voor het onderzoek, omdat veel auteurs binnen het internationale debat naar deze theorie verwijzen. Het internationale debat over de islam in Europa wordt gekenmerkt door uitersten, waardoor de tegenstellingen binnen het theoretische kader duidelijk naar voren zullen komen. Deze scriptie zal zich concentreren op het islamiseringsaspect. Uit de theorie van Ye’or worden een aantal theoretische kenmerken vertaald naar de Nederlandse situatie, zoals de verzwakking van het christendom en de demografische neergang. De Eurabië-theorie kan ook binnen de theorie van de Internationale Betrekkingen (IB) worden geplaatst.
§ 1.6
De Eurabië-theorie binnen de Internationale Betrekkingen
In de voorgaande paragraaf is de theorie van Ye’or uiteengezet. Twee dingen zijn van belang voor haar visie: ten eerste de vermeende verandering van de Europese joods-christelijke beschavingsidentiteit naar een continent dat wordt vormgegeven door islamitische waarden en gebruiken. Ten tweede de bewuste vermeninging van Europa met de Arabische wereld, XII Ye’or (2008) baseert deze bewuste Europese en Arabische strategie op een aantal basisteksten van het Europese beleid, waaronder het Euro-Arabische Memorandum (1975) in Caïro, de Verklaring van Barcelona (1995), de Europese Gemeenschappelijke Strategie in het Mediterrane Gebied (2000) en het Rapport over de Dialoog tussen Volken en Culturen in het Euro-Mediterraan Gebied (2003). Als belangrijkste instrumenten om het beleid te implementeren en een complete coördinatie tussen West-Europa en Arabische staten te creëren op politiek, economisch en cultureel gebied noemt Ye’or de Europese Parlementaire Vereniging voor Euro-Arabische Samenwerking, met de taak het bevorderen van Arabische belangen in de Europese Raad en binnen elk nationaal Parlement, het Europese MEDEA Instituut voor Onderzoek naar Mediterrane en Euro-Arabische Samenwerking, het MED-Campus programma die een nauwe samenwerking tussen de Europese en Arabische media bevordert, de Europese Culturele Stichting, die zorgt voor het samensmelten van culturen en de Anna Lindh Stichting (2004) in Egypte als het belangrijkste beleidsinstrument. Deze stichting houdt toezicht op alles wat er in Middellandse Zeegebied geschreven of geleerd wordt op Europese scholen en universiteiten.
24
Hoofdstuk 1 - Inleiding
ingegeven door de negen lidstaten van de EG, doordat de Fransen de toenemende invloed van de Amerikanen wilde inperken. Deze veranderende identiteit kan uiteindelijk invloed hebben op het Europese buitenlandbeleid. Identiteiten staan niet vast, maar evolueren door interactie met de omgeving. Dit beweren Karin Fierke, professor aan St. Andrews in Constructivism (2007: 171) en Stephen Saideman, een Canadese hoogleraar in International Security and Ethnic Conflict in Thinking Theoretically about Identity and Foreign Policy (2002: 188)XIII. Saideman stelt dat identiteiten redelijk stabiel zijn, maar kunnen veranderen onder invloed van politieke leiders, interne etnische conflicten en interstatelijke interacties. Volgens Saideman impliceren etnische conflicten spanningen tussen een ras, religie, taal en/of verwantschap. Een etnisch conflict kan tevens een contra-hegemonische identiteit veroorzaken, met de totstandkoming van een omvangrijke subgroep binnen een staat. Identiteiten zijn immers sociaal geconstrueerd. Volgens de theorie van Ye’or, voldoet Europa aan de drie factoren van Saideman: de politieke elites hebben vanaf 1974 bewust aangestuurd op een samenvoeging van de Europese en Arabische staten, door middel van interstatelijke interactie en massa-immigratie; interne etnische conflicten doen zich regelmatig voor, zoals de grootschalige etnische rellen in Groot-Brittannië en Frankrijk. De interstatelijke reacties vinden veelvuldig plaats met de Arabisch-islamitische landen. Ze deelt de angst van een groeiende islamitische subcultuur met andere Eurabië-auteurs. Volgens de theorie van Saideman (2002: 179) kan de Eurabië-theorie dan ook worden geplaatst binnen het constructivisme. Volgens de constructivistische wetenschapper Michael Barnett, beschouwt het constructivisme de internationale politiek als een sociale interactie, waarin de actoren de structuur van de internationale samenleving vormgeven en zelf door worden vormgegeven. Hierin is identiteit van groots belang. De algemene consensus binnen het constructivisme is de vraag hoe ideeën de internationale structuur vormgeven; hoe deze structuur de identiteiten, belangen en buitenlandse politiek van staten beïnvloeden en hoe de staat en niet-statelijke actoren deze structuur kunnen transformeren. Dit stelt Barnett in Social Constructivism (2008: 162-163). Barnett en Fierke (2006: 171) koppelen het constructivisme aan sociale feiten. Sociale feiten zijn afhankelijk van menselijke overeenkomsten en worden door menselijke handelingen en overeenkomsten gecreëerd, zoals de betekenis en waarde van geld. De Europese identiteit is door menselijke overeenkomst vastgesteld als joods-christelijk. Dit gegeven wordt echter steeds meer in twijfel getrokken, door de groeiende islamitische aanwezigheid in Europa. Volgens Saideman (2002: 188) bestaat er een belangrijke relatie tussen een identiteit en de constructie van een dreiging. Mensen en groepen met een gedeelde identiteit zijn sneller geneigd naar elkaar toe te trekken, dan naar mensen en XIII
Volgens Saideman (2002: 183) is identiteit relationeel, omdat iemand zichzelf definieert binnen een groep waarin hij of zij toebehoort en belangrijker, bij welke groep men niet behoort. Het hebben van een specifieke identiteit betekent dat individuen, groepen en staten zichzelf identificeren in categorieën van ‘wij versus zij’.
25
Hoofdstuk 1 - Inleiding
groepen die een andere identiteit hebben. De vermeende identitietsverandering van Ye’or kan derhalve samenhangen met een verandering in de alliantievorming met de V.S. en Israël. De theorieën van Saideman, Fierke en Barnett staan haaks op de benadering van het realisme. Binnen het realisme worden alleen allianties gevormd door een externe dreiging of kortstondig politiek-economisch gewin en niet op basis van een gedeelde identiteit of religie. De Britse wetenschapper binnen de IB, Tim Dunne en de Amerikaanse universitaire hoofddocent Brian Schmidt (2008: 92, 103), beschrijven enkele kenmerken van het realisme, waaruit is af te leiden dat Eurabië de bestaande Amerikaanse hegemonie kan doorbreken, als de Europese alliantie met de V.S. zou worden verbroken. Het unipolaire systeem wordt dan vervangen door een multipolair systeem. De NAVO zou eveneens onder druk komen te staan. Uit dit oogpunt zou het Franse buitenlandbeleid kunnen worden beoordeeld, omdat volgens Ye’or Frankrijk bewust heeft aangestuurd op een toekomst waarin ze zelf, samen met Europa, weer de leidende wereldmacht zouden vormen. Het onderzoek kan echter niet puur vanuit een realistisch oogpunt benaderd worden, omdat het realisme de centrale positie van de staat in de wereldpolitiek benadrukt en niet op de vertegenwoordigers van een geloof. Het realisme focust zich ook op de materiele belangen en niet op ideologieën, zoals Ye’or de islamitische ideologie van een geïslamiseerd Europa benoemt. Leeswijzer Hoofdstuk 2: theoretisch kader Het theoretische kader biedt een uiteenzetting van de drie mogelijke opties voor de toekomst van Europa: 1) Is het Europese continent aan een identiteitsverandering onderhevig (lees: islamiseert) door de groeiende aanwezigheid van moslims? 2) Komen de Europeanen uiteindelijk in opstand tegen de islamitische aanwezigheid? 3) Of is er sprake van een hervorming binnen de islam naar een Europese variant? De onderzochte auteurs zijn allen beïnvloed door hun ideologische positie in het debat, hun opvattingen over de persoonlijke en gemeenschappelijke rol van religie, hun politieke voorkeur en eerdere onderzoeken. Na de eerste optie wordt allereerst de kritiek op de Eurabië-theorie behandelt, alvorens de tweede en derde optie worden beschreven. Hoofdstuk 3: de huidige Nederlandse situatie en een vooruitzicht op de toekomst De eerste optie, waarin het proces van islamisering wordt beschreven, wordt vertaald naar de huidige situatie in Nederland. Dit vindt plaats aan de hand van een operationalisering van de tien belangrijkste kenmerken, die aan deze theorie ten grondslag liggen. Deze kenmerken vormen de voorwaarden waaraan het proces van islamisering in Nederland moet voldoen. Via een aantal 26
Hoofdstuk 1 - Inleiding
variabelen worden de kenmerken vervolgens onderzocht. Zo wordt er onder meer gekeken naar de demografische cijfers, de status van het christendom en de het percentage moslims in Nederland. In dit hoofdstuk wordt vrijwel geen gebruik meer gemaakt van de visies van de auteurs uit het internationale debat, maar wordt op een geheel nieuwe wijze onderzoek gedaan naar een eventuele islamisering. Er wordt ook voorzichtig gekeken naar de toekomstige verwachtingen voor Nederland. Hoofdstuk 4 Analyse, conclusie en discussie. In de conclusie wordt antwoord gegeven op de hoofdvraag: Is er sprake van een proces van islamisering van de Nederlandse samenleving, volgens de internationale theoretische kenmerken van ‘Eurabië’, of zetten de feiten alternatieve interpretaties kracht bij? De conclusie is gebaseerd op het onderzoek naar de tien voorwaarden, waaraan Nederland moet voldoen om te islamiseren. De diverse deelvragen worden ook beantwoord. Het hoofdstuk biedt ook enkele aanbevelingen voor verder onderzoek en discussie over dit onderwerp. Gebruik van bronnen Ter onderbouwing van het onderzoek, wordt behalve wetenschappelijke bronnen, ook gebruik gemaakt van onafhankelijke websites en weblogs. Het controversiële concept van Eurabië wordt fel bediscussieerd op websites als FrontPage Magazine, Eurabië.blog, The Gates of Vienna, American Thinker en Global Politician. Voor dit onderzoek zijn alleen enkele artikelen van FrontPage Magazine gebruikt, omdat hierop enkele interessante artikelen zijn geplaatst van erkende conservatieve auteurs. Ook wordt gebruik gemaakt van de persoonlijke websites van onderzoekers en auteurs die zich veelvuldig mengen in het debat, zoals Tariq Ramadan en Ayaan Hirsi Ali. Er is gekozen om in het internationale debat dieper in te gaan op de situatie in Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië, Europese landen met grote absolute aantallen moslims (respectievelijk ongeveer vijf, drieënhalf en anderhalf miljoen) en maatschappelijke problemen, die in de komende paragrafen verduidelijkt zullen worden. De Nederlandse casus wordt onderbouw aan de hand van wetenschappelijke rapporten en data van erkende statistiekbureaus, als het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Note: achterin het rapport staat een lijst met veelvoorkomende begrippen en afkortingen.
27
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
HOOFDSTUK 2 § 2.1
THEORETISCH KADER
Inleiding
Het theoretische kader wordt vormgegeven door een internationaal debat over de toekomstverwachtingen voor Europa. Dit is van belang voor het onderbouwen van het onderzoek naar de huidige én toekomstige stand van zaken in Nederland. Het debat omvat drie invalshoeken. De Britse historicus Niall Ferguson in “The way we live now. Eurabia?” (2004) en Daniel Pipes, een Amerikaanse islamcriticus en tevens de voorzitter van het Middle East Forum (een conservatieve Amerikaanse denktank) in “Europe’s Stark Options” (2007), beschrijven de volgende drie opties voor de toekomst van Europa: 1. Een geïslamiseerd Europa, hierna veelvuldig Eurabië genoemd, onder invloed van de Arabisch-islamitische wereld. Deze optie past binnen de trant van Huntington’s ‘Clash of Civilizations’, waarin een botsing tussen een democratisch en tolerant Europa en de aanwezige strijdvaardige moslims wordt beschreven. 2. Het uitsluiten van moslims van de Europese samenleving, door een groeiende weerstand onder autochtone Europeanen, waardoor het continent cultureel intact blijft. 3. Een vermenging van de westerse en islamitische beschaving, resulterend in een harmonieuze integratie. Dit wordt echter pas realiteit nadat een interne strijd ervoor zorgt dat de radicaalfundamentalistische islam wordt vervangen door een gematigde, liberale variant. Europa kan het platform vormen voor een islamitische verlichting.30 De wetenschappers en auteurs die het internationale debat over de toekomst van de islam in Europa vormgeven, worden onderverdeeld in één van deze drie categorieën. De scheidslijn tussen de categorieën is soms troebel. De Britse auteur en journalist Johann Hari vraagt zich in “Islam in the West” (2007) af of Van Gogh is vermoord omdat hij een ongelovige was die de islam veelvuldig belasterde? Is hij vermoord omdat hij de Nederlandse cultuur en vrijheid van meningsuiting wilde verdedigen? Of is hij vermoord omdat hij de kant koos van de gematigde moslims, door het maken van een film over het radicaalfundamentalistische geweld tegen vrouwelijke moslims?31 De kenmerken uit de eerste optie vormen de opmaat voor het onderzoek naar de huidige en toekomstige Nederlandse situatie. Voorafgaand aan de tweede en derde optie, met elk een eigen specifieke invalshoek, worden enkele kritiekpunten op de Eurabië-theorie beschreven. Het artikel van Justin Vaisse, “Eurabian Follies. The shoddy and just plain wrong genre that refuses to die” (2010), heeft het startpunt van het onderzoek gevormd, door een overzicht te bieden van een aantal belangrijke werken in het internationale debat.
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
§ 2.2
OPTIE 1
Europa islamiseert volgens de Eurabie-theorie
§ 2.2.1 Inleiding Deze paragraaf beschrijft de tien belangrijkste Europese kenmerken van de Eurabië-theorie: het verval van het christendom, een demografische neergang onder de autochtone bevolking en tegelijkertijd een toename van het aantal moslims, de gebrekkige weerstand tegen de inbreuk op het erfgoed, een toename van het aantal parallelle samenlevingen, het verwerpen van de grondwet ten koste van de shariarechtspraak, grootschalige rellen met etnische minderheden, de toenemende invloed van islamisten op de moslimdiaspora’s, een samenwerking tussen linkse politieke partijen en islamisten en een verslechtering in het bondgenootschap met de V.S. en Israël. § 2.2.2 Verval van het christendom in Europa Het Europese christendom is in verval, zo stelt Pipes in “Europe’s Stark Options” (2007) en “Europe or Eurabia?” (2008). Hij beschrijft dat Europa wordt gekenmerkt door een extreem secularisme, vooral onder de politieke elite. Pipes vreest dat dit zal leiden tot een vervreemding van de Europese joods-christelijke traditie.32 Ferguson (2004) beweert dat minder dan tien procent van de Duitsers, Britten, Nederlanders en Zweden meer dan eens per maand naar de kerk gaan.33 Deze beweringen sluiten aan bij de zorgen van Joseph Raztinger, de huidige Paus Benedictus XVI. Hij stelt in “If Europe hates itself” (2004) dat Europa ‘leeg’ is van binnen, verlamd door een geloofscrisis. Ratzinger vergelijkt het huidige Europa met het einde van het Romeinse Rijk: op papier nog machtig, maar in de praktijk aan ontbinding onderhevig, door het gebrek aan vitale energieXIV. Hij beschouwt het huwelijk, de familie en wederzijds respect als belangrijke kenmerken van het christendom en als dé voorwaarden voor de Europese identiteit. Het hoge percentage scheidingen en andere levensstijlen hollen deze voorwaarden echter uit, volgens Ratzinger.34 Claire Berlinski, een Amerikaanse journaliste, stelt in “An Interview With Claire Berlinski, Author Of Menace In Europe” (2006), dat het Europese atheïsme uniek is in de wereldgeschiedenis. Ze stelt dat het geloof in elke beschaving van invloed is geweest. Voor de Franse Revolutie in 1789 waren er bijvoorbeeld geen atheïsten in Europa. Volgens Berlinski leidt het huidige politieke atheïsme ertoe dat de christelijke waarden niet langer verdedigd worden. Berlinski wijt het verval van het christendom aan de corruptie in de kerk en het wetenschappelijk falen om het bestaan van God te bewijzen. Ze stelt wel dat Europa altijd een christelijke XIV Ratzinger onderschrijft de theorieën van de Duitse cultuurhistoricus Oswald Spengler over een beschavingscyclus: geboorte, groei, bloei, vermoeidheid, ouderdom en dood. Volgens Ratzinger is Europa reeds in de laatste fase aanbeland. Ratzinger haalt ook de Britse historicus Arnold Toynbee aan, die de oorzaak van de geloofscrisis zag in de vervanging van religie door het ‘aanbidden’ van techniek, nationalisme en militarisme. Bron: Joseph Ratzinger, Communion and Liberation. If Europe hates itself (2004). www.comunioneliberazione.org/articoli/eng/RatzAvv140504.htm, geraadpleegd op 8 april 2010.
29
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
samenleving zal blijven, maar nu wordt uitgedaagd door allerlei ‘sekten’, als het atheïsme en de islam.35 Dit komt overeen met de mening van Pipes (2007), die beweert dat moslims een religieuze vurigheid laten zien, met een zelfverklaarde suprematie over Europese christenen. Ter ondersteuning quote hij een uitspraak van de militante islamist Omar Bakri Mohammed die de suprematie van de islam benadrukt36: “I want Britain to become an Islamic state. I want to see the flag of Islam raised in 10 Downing Street.”37
§ 2.2.3 Een demografische neergang onder autochtonen en tegelijkertijd een groei van de moslimbevolking De demografische groei en grote toekomstverwachtingen van de Europese moslimbevolking zijn belangrijke aspecten binnen de Eurabië-theorie. Het aantal geschatte moslims loopt uiteen van veertien tot twintig miljoen tussen verschillende auteurs. In de inleiding staat een tabel met de gangbare cijfers vermeld, voor een vergelijking met de onderstaande beweringen. Twee ontwikkelingen zijn relevant in dit verband: de demografische neergang onder Europese autochtonen en de demografische groei onder Europese moslims (in hoofdstuk drie worden beiden afzonderlijk behandeld). Ruth Dudley Edwards, een Ierse historicus en journaliste, beweert in “Will Britain one day be Muslim?” (2007) dat Europeanen zich onvoldoende voortplanten. Dit blijkt volgens haar uit de Europese vruchtbaarheidscijfers uit 2005: in Duitsland gemiddeld 1,35 kinderen, Frankrijk 1,89, Groot-Brittannië 1,6, Ierland 1,9 en Italië 1,23. Europeanen krijgen steeds minder kinderen. In Groot-Brittannië hebben bijvoorbeeld alleen moslims en orthodoxe joden nog veel grote gezinnen.38 Volgens Pipes (2007, 2008) ligt het autochtone Europese vruchtbaarheidscijfer van gemiddeld van 1,4 kinderen per vrouw, ruim onder het vruchtbaarheidscijfer van de moslimbevolking.39 Ferguson (2004) deelt de beweringen. Hij maakt een historische vergelijking van de Europese demografische neergang. Aan het einde van de 19e en 20e eeuw vormden de landen die nu de E.U. vormen (zie tabel 1, uitgezonderd Bulgarije en Roemenië), veertien procent van de wereldbevolking, tegen zes procent aan het begin van de 21e eeuw. Hij wijt dit aan een toenemende gemiddelde leeftijd, een afname van het aantal kinderen en emigratie. Volgens cijfers van de Verenigde Naties (V.N.) is dat in 2050 nog slechts vier procent (ter vergelijking: Amerika verwacht in de periode tot 2050 een stijging van 44%). Het verval zet zich ook door in absolute aantallen. De Europese bevolking is sinds de ‘Zwarte Dood’ in de veertiende eeuw niet zo sterk afgenomen.40 Dudley Edwards ziet de dalende religiositeit en het groeiende feminisme als de belangrijkste oorzaken voor het lage geboortecijfer onder autochtone vrouwen.41 Pipes koppelt de demografische neergang aan een toename van het aantal immigranten, dat nodig is om de welvaartstaten en pensioenfondsen op peil te houden. Hij denkt dat het merendeel van deze 30
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
immigranten afkomstig zal zijn uit de nabijgelegen islamitische landen, mede door de vroegere koloniale banden en de slechter sociaaleconomische situatie aldaar.42 Schattingen over het huidige en verwachte aantal moslims lopen uiteen onder de diverse Eurabië-auteurs. De Amerikaanse journalist Bruce Bawer schat het moslimpercentage in West-Europa in “9/11, Five Years Later: A View from Europe” (2006) op twee tot tien procent en zelfs twaalf procent in Frankrijk.43 De Amerikaanse journalist Christopher Caldwell (2009a) schat het aantal Europese moslims op zeventien miljoen.44 David Pryce-Jones, een Oostenrijks-Britse auteur, in “The islamization of Europe?” (2004: 30) en de Brit Patrick Sookhdeo, directeur van het Institute for the Study of Islam and Christianity en vertegenwoordiger van vervolgde christelijke minderheden in “The Islamization of Europe” (2005), schatten het huidige aantal moslims op twintig miljoen.45 Bawer (2006) beweert dat door demografische groei en immigratie, moslims de meerderheid in Europa kunnen bemachtigen.46 Caldwell is stelliger:“Patiently conquering European cities, street by street […] Immigration doesn’t strengthen or affirm European culture; it is taking its place. Europe doesn’t welcome its new residents; it gives way to them.” 47 Laqueur (2007) beweert dat 25% van de jongeren in Duitsland al van buitenlandse origine is. Hij verwacht dat het aantal zal groeien naar 33% in 2020. Volgens hem bestaan veel Europese steden al uit 30-40% immigranten, waaronder Marseille en Rotterdam. Birmingham heeft volgens Laqueur al meer moskeeën dan kerken. Laqueur haalt een CIA-rapport aan, “Mapping the Global Future” (2004: 83), waarin de Europese moslimbevolking in 2025 op 22-37% wordt geschat.48 Hoewel Oliver Roy de Eurabië-theorie niet ondersteunt, stelt hij in “EuroIslam: the jihad within?” (2003) dat de moslimbevolking in Frankrijk de grens van 50% zal passeren in 2053. Hij baseert zich op het feit dat ongeveer eenderde van de Arabische moslimbevolking onder de twintig jaar is, tegen 21% van het land als geheel. 49 Sookhdeo stelt dat de islamisering van Europa niet puur afhankelijk is van het aantal moslims in Europa, maar ook voor een belangrijk deel afhangt van de opstelling van de Europese overheden. Hij noemt als één van de weinige auteurs de diversiteit binnen de moslimgemeenschap op het gebied van etniciteit, taal, cultuur en geografie.50
§ 2.2.4 Het Europese erfgoed wordt niet langer meer verdedigd De voormalige Italiaanse verzetsstrijdster en auteur, Oriana Fallaci, is één van de meeste controversiële aanhangers van de Eurabië-theorie. Ze stelt dat de islamisering niet alleen afhangt van het aantal moslims, maar vooral op mentaal en cultureel vlak plaatsvindt. Ze koppelt het toenemende aantal moslims aan een beperking van de westerse vrijheden, waaronder de vrijheid van meningsuiting. Ze is het dan ook eens met historicus Arnold Toynbee: “Beschavingen sterven niet uit door moord, maar door zelfmoord”.51 Volgens Pipes (2007, 2008) is de verkwanseling van het 31
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
Europese erfgoedXV één van de belangrijkste kenmerken van het islamiseringsproces. Hij stelt dat de overheden meer geneigd zijn om de minderheidsrechten van immigranten te bevorderen, dan dat ze de eigen verworvenheden beschermen.52 Melanie Phillips, een Britse politiek journaliste, is het hiermee eens in “Why France is burning” (2005a). Ze stelt dat het overheidsbeleid van multiculturalisme hieraan ten grondslag ligt en denkt niet dat er veel weerstand tegen dit veranderingsproces zal komen.53 In dit licht beziet Laqueur (2005) het achterhouden van de ‘daadwerkelijke’ immigratiecijfers door Europese overheden, om de grote moslimaanwezigheid te maskeren en geen onrust onder de bevolking te krijgen.54 Douglas Murray, directeur van het onafhankelijke Britse Centre for Social Cohesion dat onderzoek doet naar islamitische radicalisering en rechts extremisme, is het eens met Phillips. In “We should fear Holland’s silence” (2006) beweert hij dat Europa hierdoor niet bestand is tegen haar islamitische vijanden. Zo kan in de toekomst de vrijheid van meningsuiting drastisch worden beperkt, als kritiek op een religie gelijk wordt gesteld aan kritiek op een ras. Murray noemt de aanklacht tegen Wilders, wegens kritiek op de islam en de twee politieke moorden op islamcritici in Nederland, als voorbeelden.55 Caldwell (2009a) veronderstelt dat het criminaliseren van godsdienstlastering in Nederland te maken heeft met een groeiende islamitische druk op het strafbaar stellen van kritiek op de islam. Europese landen veranderen volgens Caldwell hun wetten om zich tussen beide culturen te bewegen. Ze doen concessies. Alleen zijn deze concessies tegenstrijdig aan de democratie en vrijheid van meningsuiting. 56 Phillips (2005b) stelt dat de Britse weigering om Wilders zijn film Fitna te laten presenteren in het Britse Hogerhuis een belangrijk voorbeeld is van de capitulatie voor islamitisch geweld. In een brief van het Britse Ministerie van Binnenlandse Zaken, stond vermeld dat juist Wilders werd gezien als een aanzienlijke bedreiging voor de fundamentele waarden en de veiligheid van de samenleving, in tegenstelling tot de aangekondigde belegering van het Britse Hogerhuis door Lord Ahmed en 10.000 moslims. Daarbij bevreemdt het Phillips dat zelfs de aanwezigheid van – de door diverse veiligheidsdiensten als terroristische organisatie aangemerkte radicaalislamitische groepering – Hizb ut-Tahrir gewoon wordt getolereerd.57 Ratzinger (2004) beweert dat het Westen zichzelf ‘op ziekelijke wijze haat’, omdat het zich wel openstelt voor externe waarden, maar niet langer haar eigen waarden beschermt, omdat Europeanen steeds vaker alleen de deplorabele kant van hun eigen geschiedenis onderkennen.58 Pipes beweert ook dat Europeanen niet langer willen strijden voor het behoud van hun historische cultuur van vrijheden en welvaart, in een confrontatie met de ontluikende islamisering.59 Zowel Pipes als Tibi (in “Europeans Have Stopped Defending Their Values”, 2006), stellen dat de gebrekkige verdediging wordt ingegeven door het decennia oude XV
Met erfgoed bedoelen de auteurs de kenmerken die de Europese geschiedenis hebben vormgegeven: gebouwen, cultuuruitingen, vrijheid van meningsuiting en andere vrijheden, hedendaagse welvaart en invloed in de wereldpolitiek.
32
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
schuldbewustzijn over het Europese verleden van fascisme, racisme en imperialisme.60 Dit sluit aan bij de analyse van Caldwell, in “Europe is changing to accomodate Islam, says US author” (2009a). Hij vindt dat Europeanen hierdoor te aarzelend zijn geweest om grenzen te stellen aan het beleid omtrent minderheden en vluchtelingen. Volgens Caldwell tracht de Europese elite met een ‘free pass’ voor moslimimmigranten haar schuld en schaamte van het racistische verleden en de Holocaust weg te nemen.61 Volgens Berlinski (2006) ontbreekt het de Europese politieke elite dan ook aan morele autoriteit. Hierdoor hekelen veel Europeanen hun eigen overheid en zal er geen omvattende Europese identiteit ontstaan die zich beter kan verweren tegen de islamisering.62 Tibi (2006) gaat hierop verder. Hij stelt dat Duitsland, evenals de rest van Europa, herhaaldelijk toegeeft aan islamitische eisen. Hij illustreert dit met de Pauselijke excuses van Ratzinger in 2006, voor het aanhalen van een quote van de veertiende-eeuwse Byzantijnse keizer Manuel Palaiologos II, die stelde dat ‘de islam alleen inhumane dingen heeft gebracht en via het zwaard is verspreid’. Volgens Tibi worden voortdurend excuses gemaakt bij kwesties die moslims eventueel kunnen beledigen, zoals de cartoons over de profeet Mohammed, om zo sluimerende conflicten te voorkomen. Tibi stelt dat Europa zo steeds zwakker wordt in de ogen van sommige islamisten.63 Fallaci wijt de beperkte weerstand aan het gebrek aan conservatieve leiders en historisch besef onder studenten.XVI Ze vreest dat Europa op het punt staat een kolonie van de islam te worden, omdat ze zich hebben overgegeven aan de ‘sons of Allah’. Fallaci illustreert de gebrekkige verdediging van Europa met een vergelijking uit de Tweede Wereldoorlog: ze vervangt alleen de agressors Adolf Hitler en Benito Mussolini door de radicale fundamentalisten Bin Laden en Abu Musab al-Zarqawi.64 Ferguson (2004) en Sookhdeo (2005) denken beiden dat de gebrekkige weerstand wordt veroorzaakt door de christelijke religieuze tolerantie en de sociale en seksuele vrijheden die Europa kent en die tegengesteld zijn aan de discipline, eer en waarden van moslimfundamentalisten. Sookhdeo vindt het jammer dat de publieke reacties in het Westen vaak onverschillig zijn wanneer christelijke symbolen worden ontheiligd. Dit in tegenstelling tot de massale reacties die (geruchten over) een belediging van de islam teweegbrengen.65 Caldwell (2009a): “When an insecure, malleable, relativistic culture meets a culture that is anchored, confident and strengthened by common doctrines, it is generally the former that changes to suit the latter.” 66 In “The reality of Eurabia” (2006), wijt de Amerikaanse auteur Aaron Hanscom de gebrekkige weerstand onder meer aan de hoge welvaart.67 De welvaartsstaat wordt vaak als oorzaak gezien, omdat het heeft geleid tot een semi-comatueuze staat en de gedachte dat er XVI In “Fallaci: Warrior in the Cause of Human Freedom” (2005): “You cannot survive if you do not know the past. We know why all the other civilizations have collapsed – from an excess of welfare, of richness, and from lack of morality, of spirituality. The moment you give up your principles, and your values...the moment you laugh at those principles, and those values, you are dead, your culture is dead, your civilization is dead. Period.” Bron: Tunku Varadarajan, The Wall Street Journal. Prophet of Decline. An interview with Oriana Fallaci (2005). www.opinionjournal.com/forms/printThis.html?id=110006858, geraadpleegd op 7 april 2010.
33
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
continue immigranten nodig zijn om de welvaartsstaat intact te houden. Laqueur (2005) vraagt zich af of de nieuwe immigranten persé uit islamitische landen moeten komen.68 De Canadese politiek commentator en cultuurcriticus Mark Steyn, ziet de Europeanen hier ook in vervallen. In “The Fall of Europe and the Coming of Eurabia” (2009b), stelt hij dat het Europese welvaartsysteem het overlevingsinstinct van de Europeanen heeft weggenomen: de staat regelt alles, er is veel vrije tijd, de mensen gaan met vroegpensioen en maken zich alleen druk over onbelangrijke kwesties. Europeanen gaan voor belangrijke kwesties als gezondheidszorg en veiligheid naar de staat, waardoor volgens Steyn een soort permanente adolescentie is ontstaan. Dit in tegenstelling tot de V.S., waar het behoud van de veiligheid meer als een individuele taak wordt gezien.69 Het ontstane gebrek aan Europees zelfvertrouwen leidt volgens Steyn zelfs tot een ‘beschavingsuitputting’.70 Caldwell (2009a) weerlegt de claim dat Europa immigranten nodig heeft om het huidige niveau van de welvaartstaat op peil te houden. Hij illustreert dit met het voorbeeld dat het aantal immigranten in Duitsland tussen 1971-2000 groeide van drie tot 7,5 miljoen, terwijl het aantal werkende immigranten bleef steken op twee miljoen. Caldwell beweert dat de economische voordelen van immigratie slechts van korte duur zijn, terwijl de sociale consequenties pas op de langere termijn zichtbaar worden.71 Hirsi Ali maakt in “The ostrich and the owl: a bird’s-eye view of Europe” (2006) onderscheidt tussen de ‘struisvogels’, die immigratie uit islamitische landen zien als een mogelijkheid om de welvaartstaat te behouden en stellen dat de oververtegenwoordiging van immigranten in werkloosheids- en criminaliteitscijfers slechts een ‘aanpassingsproces’ is. Aan de andere kant ziet Hirsi Ali de ‘uilen’, die Europa van bovenaf zien transformeren door de massa-immigratie, de bijbehorende hoge werkloosheid, gebrekkige tolerantie jegens de dominante samenleving en ‘gematigde’ moslims die onder invloed staan van radicale islamisten.72 Ye’or (2008) ziet in de aarzelende overheidsreacties na de terroristische aanslagen op Van Gogh en de Londense metro door ‘home grown’ terroristen, het bewijs dat Europa zichzelf niet langer verdedigd. Ze vindt het opmerkelijk dat sommige Europeanen Europa, Amerika en Israël aanwijzen als dé veroorzakers van het huidige terrorisme en niet als slachtoffers van de islamitische agressie. Bawer (2006) wijt de gebrekkige internationale weerstand na 9/11, aan het falen om de aard van de vijand te begrijpen. Het verdedigen van de westerse beschaving wordt gezien als onzin, omdat veel Europeanen de bedreiging van hun vrijheid en de culturele vijandigheid in de samenleving niet (willen) zien. Bawer: “For the bottom line is simple: if we don’t cherish our liberties with the fervor that the jihadists treasure their faith, we’ll lose.”
73
Philips (2005) deelt
deze mening ook. Ze stelt dat de oorzaken van islamitisch geweld niet door het buitenlandbeleid van Europese landen kán komen. Zo was Frankrijk principieel tegen de Irak-oorlog. Maar daar 34
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
deden zich toch de ergste islamitische problemen voor. Volgens haar kunnen in elk land redenen worden gevonden voor islamitisch geweld, maar de gemeenschappelijke factor van het geweld blijft de islamitische vijandigheid jegens de gastlanden. Europese overheden moeten de oorzaak dan ook niet langer bij zichzelf zoeken en het immigratiedebat blokkeren met termen als ‘islamofobie’ (een afkeer van de islamitische godsdienst en haat jegens haar aanhangers).74 Volgens de Amerikaanse journalist Bruce Thornton, staan de Europese overheden wél vooraan om islamkritische uitingen te veroordelen, zoals Wilders’ film Fitna. Dit beweert hij in een televisie-interview, “Muslim immigration and European Security” (2008).75 In “Britain capitulates to terror” (2009) stelt Philips dat hoe groter de radicale dreiging is voor de samenleving, hoe sneller de Britse overheid hun eisen opvolgt in ‘het belang van de harmonie’.76 Ook Pryce-Jones (2004: 29-33) ziet een tolerante benadering van radicalen en terroristen als bewijs van een laf Europa. Zo verwelkomde de burgemeester van Londen, Ken Livingstone, de voor terrorisme gezochte Yusuf al-Qaradawi in Londen. Pryce-Jones vindt een dialoog met iemand die een afscheiding van de liberale samenleving nastreeft en het slaan van vrouwen goedkeurt, een zorgwekkende ontwikkeling binnen Europa. De groeiende onvrede over de politieke verwaarlozing van het Europese erfgoed en de bijbehorende waarden, worden volgens Steyn (2009b) en Laqueur (2007) aangetoond, doordat 30% van de Europese jongeren wil emigreren.77 Volgens Hanscom (2006) wordt de verwarring in Europa zelfs geïllustreerd, doordat sommige autochtone Europeanen zich bekeren tot de islam, terwijl ook de aanhang onder extreemrechtse partijen groeit.78 Hirsi Ali (2006) vreest dat Europa zichzelf hierdoor verdeelt langs etnische en religieuze lijnen.79
§ 2.2.5 Grootschalige immigratie en multiculturalisme hebben geleid tot parallelle samenlevingen Volgens Pipes (2007) heeft de Europese zelfminachting directe implicaties gehad voor immigranten. Want waarom zullen zij de culturele waarden overnemen die Europeanen zelf ook niet met trots uitdragen? Dit leidt ertoe dat immigranten zelf op zoek gaan naar een andere identiteit. Pipes stelt dat de tweede generatie Pakistanen in Groot-Brittannië de Britse identiteit hebben verworpen en opmerkelijk genoeg de Arabische cultuurXVII hebben omarmd. Pipes verklaart dit verschijnsel, doordat veel moderne waarden in Europa tegenstrijdig zijn aan de traditionele waarden binnen de islam en moslims hierdoor vaak sterk ageren tegen assimilatie en integratie. Dit heeft tot een multiculturele samenleving geleid.80 Caldwell deelt Pipes’ opinie in een
XVII
Hoewel Pakistan een Zuid-Aziatisch land is en geen onderdeel uitmaakt van de Arabische wereld, is het des te opmerkelijker dat de Pakistanen in Groot-Brittannië eerder de Arabische cultuur omarmen, dan de cultuur van het gastland. Een reden hiervoor kan zijn dat veel Pakistanen een traditionele vorm van het soennisme aanhangen, gelijk aan veel landen in de Arabische wereld.
35
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
televisie-interview “Europe, Muslim Immigration and the rise of Eurabia” (2009b). Hij stelt dat moslimimmigranten zich niet identificeren met het gastland, doordat Europeanen hen teveel liberale en seculiere waarden opdringen, terwijl veel immigranten uit conservatieve gebieden komen, met traditionele opvattingen over familie, vrouwen en homoseksualiteit. Het resultaat hiervan is volgens Caldwell dat de immigranten een eigen samenleving binnen het gastland creëren, compleet met scholen en buurthuizen.81 Dit sluit aan op de mening van Bawer in While Europe Slept: How radical islam is destroying the West from within (2007).82 Caldwell wijt de gebrekkige assimilatie ook aan het falen van het welvaartsysteem, waarin immigranten niet verplicht worden om te werken, of in het geheel níet mogen werken, zoals geldt voor asielzoekers. Volgens Caldwell assimileerde de eerste generatie immigranten grotendeels op de werkplek.83 De Britse rechtsconservatieve politicus Enoch Powell hield in 1968 een controversiële toespraak, getiteld Rivers of Blood, waarin hij waarschuwde dat de massa-immigratie onvermijdelijk zou leiden tot het verval van de Britse nationale identiteit. Hij stelde daarbij dat autochtone Britten in de toekomst “strangers in their own country” zouden zijn, omdat ze verdreven zouden worden uit hun buurten, arbeidsplekken en scholen. Powell wilde de immigratie uit de voormalige Engelse Gemenebest beperken en de integratie bevorderen.84 Murray (2010) vindt dat moslims in Europa actief hun vrijheden en rechten misbruiken voor het creëren van parallelle samenlevingen.85 Bawer (2006) deelt deze visie en ziet enclaves opkomen waarin de westerse samenleving wordt verworpen.86 Volgens Tibi (2006) proberen vertegenwoordigers van islamitische gemeenschappen zelfs te voorkomen dat jongeren teveel in de Duitse samenleving integreren: “Muslim representatives want to raise their children as if they don’t even live in Europe.”
87
Sookhdeo (2005) is het hiermee eens en stelt dat islamitische leiders moslims opdragen om eigen gemeenschappen met moskeeën en scholen op te richten. Hij denkt dat dit wordt veroorzaakt doordat de klassieke islamitische gebruiken zijn beschreven vanuit een oogpunt dat de islam domineert binnen de samenleving. Volgens Sookhdeo is er in de jaren 1980 een boek gepubliceerd door de Islamitische Raad van Europa: Muslim Communities in Non-Muslim States, waarin instructies staan beschreven om Europese moslims te clusteren in levensvatbare gemeenschappen, gebaseerd op islamitische principes.88 Steyn (2006) vreest dat de radicale minderheid de meerderheid beïnvloedt. Hij wijst ter argumentatie op de conflictueuze situatie in veel islamitische landen. Steyn beweert dat wanneer de moslimbevolking in een land de grens van twintig procent passeert, de liberale waarden in het geding komen. Volgens hem vindt dit binnen de volgende generatie al plaats in Nederland. In Duitsland zijn er al gescheiden ingangen op Berlijnse scholen voor moslims en niet-moslims en een groeiende segregatie in de samenleving.
36
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
Het probleem voor immigranten, is dat assimilatie geen optie is, omdat de ware Britse of Nederlandse identiteit niet meer bestaat.89 Het bestaan van parallelle samenlevingen, wordt geïllustreerd door de Britse journaliste Vivian White. In White Fright (2007) schetst ze een beeld over de Britse segregatie in steden als Blackburn, waar Britse autochtonen en Aziatische moslims in aparte gemeenschappen leven. Beide groepen leven wel naast elkaar, maar niet mét elkaar. Er is weinig sociale vermenging in verblijf, onderwijs, cultuur, geloof of werk. White denkt dat de oorzaken niet alleen liggen in het Britse racisme, maar dat de combinatie van ras, religie, taal en cultuur bij elkaar hebben geleid tot sociale afscheiding en slechte integratie. Sommige Britten hekelen de islamitische kledij, het sluiten van cafés en de veranderde winkelnamen. White stelt dat de groeiende immigrantengemeenschappen in veel Britse steden hebben geleid tot het verdwijnen van de Britse autochtonen, de zogenaamde ‘white flight’. Het doemscenario bestaat dat aparte steden voor Britten en Aziaten leiden tot apartheid.90 Door Eurabië-tegenstanders wordt vaak een vergelijking gemaakt met de immigratie van joden naar West-Europa in het begin van de twintigste eeuw. Ze stellen dat joden zich hebben aangepast aan de samenleving en dat moslims dit uiteindelijk ook zullen doen. Maar volgens Laqueur (2007) staat de immigratie van tienduizenden joden in schril contrast met de miljoenen moslims die naar Europa zijn gekomen. Hij ziet het grote verschil in de joodse bereidheid om te integreren en een bijdrage te leveren aan het gastland. Dit in tegenstelling tot de meeste moslims die zich afscheiden van het gastland. Zo beargumenteert Laqueur dat moslims in Frankrijk zich geen Fransman voelen, maar zich identificeren als ‘een moslim die in Frankrijk leeft’. Tijdens voetbalwedstrijden tussen Frankrijk en Algerije, joelden de in Frankrijk geboren ‘Algerijnen’ de Marseillaise uit en juichten voor het Algerijnse team. Dit proces wordt gevoed door het behoud van politieke, economische en sociale banden met het thuisland. Laqueur stelt dat moslims zichzelf hierdoor uitsluiten van de samenleving. Hierdoor blijven de toekomstperspectieven beperkt. Deze neerwaartse cirkel vergroot de sociaaleconomische achterstand en de omvang van de getto’s.91
§ 2.2.6 Moslims respecteren alleen de shariarechtspraak In de ontstane parallelle samenlevingen bestaat het risico dat de geldende wetgeving wordt genegeerd, ten faveure van de sharia, de islamitische wetgeving. Lewis (2009: 38-41) stelt dat moslims religieuze rechten eisen om eigen gemeenschappen te creëren, met eigen regels en opvattingen. Ze baseren hun claim volgens hem op basis van de religieuze tolerantie in de Middeleeuwen, toen ze gevluchte Europeanen alle vrijheid boden om hun eigen gemeenschappen 37
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
te creëren. Bawer (2006) beweert dat steeds meer moslims de Europese cultuur verwerpen. Ter argumentatie stelt hij dat liefst 40% van de Britse moslims de sharia wil invoeren en veel Europese landen een toename kennen van eerwraak, het wreken van de geschonden familie-eer.92 Laqueur (2007) onderschrijft dit percentage en beweert dat 26% geen loyaliteit kent jegens het gastland.93 Robert Spencer, een Amerikaanse auteur van islamgerelateerde boeken en directeur van de website Jihad Watch, ziet het islamitische verlangen voor invoering van de sharia, als een aanval op de universele mensenrechten. Dit schrijft hij in The Politically Incorrect Guide to Islam (and the Crusades) (2005: 221). Fallaci (2005) stelt dat moslims hun leefwijze aan de Europeanen willen opdringen. “They have no intention of integrating with us. On the contrary, they demand that we integrate with them.”XVIII De journalist Thomas Landen beweert in “Eurabian Safari” (2009) dat de sharia al is ingevoerd. Zo is polygamie verboden in Europa, maar binnen de sharia niet. In Frankrijk hebben ongeveer 30.000 Franse moslims meer dan één vrouw. Volgens hem wordt polygamie ook getolereerd in België, Groot-Brittannië, Nederland en Noorwegen. Dit heeft volgens hem geleid tot ‘legale apartheid’, omdat polygamie onder moslims wordt getolereerd, maar voor niet-moslims illegaal blijft. Landen beschrijft tevens de aanwezigheid van de sharia in de Brusselse wijk Molenbeek, waar patrouillerende niet-moslim politieagenten tijdens de vastenmaand ramadan niet in het openbaar mogen eten of drinken, omdat ze de gevoelens van de moslims moeten respecteren. Waar de politie in het islamitische Indonesië juist vaker patrouilleert tijdens de ramadan, wordt in Molenbeek een extra low profile aangenomen om de situatie niet te laten escaleren. Deze sharia-gebieden zijn tijdens de ramadan vooral onveilig in de periode na zonsondergang, omdat jonge moslims dan extreem prikkelbaar zouden zijn. Dit heeft regelmatig geleid tot gewelddadige uitbarstingen, vandalisme van publieke gebouwen en brandende auto’s, aldus Landen. De ernstigste ramadan-rellen waren in Frankrijk in 2005.94
§ 2.2.7 De islamitische aanwezigheid veroorzaakt grootschalige rellen Caldwell (2009) onderschrijft de beweringen van Powell in paragraaf 2.2.5. Volgens Caldwell hebben de massa-immigratie en de daarmee samenhangende parallelle samenlevingen in GrootBrittannië, 35 jaar later geleid tot geweld, rellen en terroristische aanslagen.95 Zo kent Caldwell islamitische waarden toe aan de Franse gangs van Afrikaanse en Aziatische immigranten, die de joodse Ilan Halimi hebben ontvoerd en uiteindelijk hebben vermoord na dagenlange martelingen.
XVIII
Fallaci vreest dat de Europese volken langzaam de status van Comanches, Cherokees en Sioux aannemen: indianenstammen die door de Amerikaanse immigranten werden verjaagd, vermoord of in reservaten zijn geplaatst. Bron: Robert Spencer, Frontpage Magazine. Fallaci: Warrior in the Cause of Human Freedom (2005). http://97.74.65.51/readArticle.aspx?ARTID=6436, geraadpleegd op 8 april 2010.
38
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
De Franse rellen in 2005XIX (en 2007) worden ook veelvuldig als voorbeeld aangehaald, om de omslag van rust en kalmte naar chaos en geweld onder invloed van de islamitische immigratie, aan te tonen. Caldwell weerspreekt de beweringen, van onder meer de International Crisis Group, waarin wordt geconcludeerd dat de rellen niet islamitisch gemotiveerd waren. Caldwell: “Even if the rioters did not believe in Islam, they believed in Team Islam.”96 Ye’or (2008) onderstreept de islamitische achtergrond van de Franse rellen, omdat de relschoppers veelvuldig religieuze kreten scandeerden, zoals “Allahu Akbar!”. Volgens haar waren de rellen een reactie op het hoofddoekverbod op openbare scholen. Dit sluit aan bij de visie van Phillips (2005), die de claim weerspreekt dat de sociaaleconomische achterstand van de Arabische relschoppers in de stedelijke getto’s, de oorzaak was. Phillips spreekt zelfs van een Franse ‘intifada’, een opstand van moslims tegen de Franse autoriteiten en waar de politie uit de ‘bezette’ gebieden is verjaagd. De banlieues vormen al sinds de jaren tachtig no-go-areas voor de politie en autochtonen. In de periode 2000-2005 zijn zelfs 9.000 politieauto’s vernield. Ze is nog stelliger wanneer ze beweert dat de rellen niet werden veroorzaakt door de segregatie tussen autochtone Fransen en moslims, maar juist vóór segregatie. De gescheiden gebieden zijn immers een manier om assimilatie tegen te gaan en de samenleving te islamiseren. Volgens Phillips werd zelfs gevraagd om de introductie van het ‘millet-systeem’.97 Steyn (2005) verdenkt een groter plan achter de Franse rellen: “Some of us believe this is an early skirmish in the Eurabian civil war”.98
§ 2.2.8 Een toenemende invloed van Islamisten en radicale extremisten op de moslimgemeenschap De Europese moslimgemeenschappen worden beïnvloed door islamisten en radicale extremisten, zo stellen diverse Eurabië-auteurs. Phillips stelt in “‘Londonistan’ is still the weakest link” (2009) dat door de groeiende invloed van religieuze autoriteiten in de islamitische wereld, de ‘gewone’ moslims radicaliseren en sneller geneigd zijn om geweld te gebruiken. Phillips beweert dat de Britse overheid teveel tegemoetkomt aan de eisen van radicale islamisten en hierdoor de gematigde moslims achterstelt.99 Pryce-Jones (2004: 29-31) veronderstelt dat het huidige islamisme zich baseert op een transnationale islamitische gemeenschap. Hij verdenkt het Egyptische Moslimbroederschap (MB), met vertakkingen in Europa, ervan een belangrijke
XIX De Franse rellen in 2005 werden gekenmerkt door gewelddadige confrontaties tussen de Franse politie en duizenden relschoppers van Noord-Afrikaanse origine. Duizenden auto’s gingen in vlammen op, evenals scholen, synagogen, winkelcentra etc. Wat begon in de Parijse voorstad Clichy-sous-Bois verspreidde zich later over meerdere Franse steden. De noodtoestand moest worden afgekondigd om de rust te laten wederkeren. De oorzaken worden toebedeeld aan de sociaaleconomische achterstand van de jongeren en/of aan hun islamitische achtergrond. Bron: NOS. Chronologie rellen in Frankrijk (2005). http://nos.nl/artikel/120993-chronologie-rellen-in-frankrijk.html, geraadpleegd op 8 april 2010.
39
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
grondlegger te zijn van de transnationale islam en hiermee de moslimdiaspora te beinvloedenXX. Volgens Pryce-Jones wil de MB integratie in Europa voorkomen, via de invoering van de sharia. Dudley Edwards (2007) beweert dat de MB zich publiekelijk niet radicaal opstelt, maar haar invloed vergroot door in instituties te infiltreren en de media te beïnvloeden.100 Rondom Tariq Ramadan hangen ook controverses. Hij presenteert zichzelf als islamhervormer, maar wordt door de Franse schrijfster Caroline Fourest beschuldigt van een dubbele agenda, in “The War for Eurabia” (2005)
101
. Hetzelfde doet Laqueur (2005). Hij beweert dat Ramadan een gematigde
Europese islam presenteert aan niet-islamitische toehoorders en een fanatiekere versie aan islamitische luisteraars.102 Fourest verdenkt hem ervan dat hij het islamistische discours van de MB aanprijst. Fourest baseert zich op vermeende uitspraken van Ramadan, waarin hij de Palestijnse Hamas louter als verzetsbeweging beoordeelt en elke betrokkenheid van Al-Qaida bij 9/11 ontkent. De Zwiterse veiligheidsdienst heeft hem in het verleden beschuldigd contacten te onderhouden met Aymen al-Zawahiri en Omar Abdel-Rhaman, twee mannen achter de aanslag op het World Trade Center in New York in 1993.103 Pryce-Jones (2004: 32-33) verdenkt Ramadan ervan de Europese moslims tegen de geldende waarden in Europese landen op te zetten en zich te gedragen alsof ze reeds in een islamitisch land wonen, onder de noemer van liberale tolerantie en godsdienstvrijheid.XXI Volgens Pryce-Jones impliceert Ramadan hiermee een soort ‘reversed imperialism’. Lewis (2009: 27) en Pryce-Jones (2004: 33) zien de toenemende invloed van het islamisme in Europa als een poging om een eeuwenoude islamitische nederlaag door de Europeeschristelijke beschaving te wreken (door het Byzantijnse Rijk en het westerse imperialisme). Spencer (2004) vreest zelfs dat moslims het vroegere islamitische Andalusië in Spanje, AlAndalus, opnieuw willen veroveren.104 Bawer (2006) gelooft dan ook dat Europa de nieuwe frontlinie is geworden van de onderlinge strijd, getuige de aanslagen in de Europese hoofdsteden.105 Volgens Ye’or (2008) is Europa tegenwoordig bedekt met terroristische netwerken binnen de immigrantengemeenschappen. Ze ziet de toenemende ‘jihadistische dreiging’ tegen de westerse cultuur en het gedachtegoed, als één van de vele pressiemiddelen om invloed uit te oefenen op de diaspora. Spencer (2004) ziet de Spaanse verkiezingsoverwinning van José Luis Rodríguez Zapatero en de onmiddellijke troepenterugtrekking uit Irak in 2004, als één van de grootste radicaalislamitische overwinningen sinds de Iraanse revolutie van Khomeini en 9/11. Als Al-Qaida al het buitenlandbeleid van Spanje kan veranderen met één terroristische XX
Volgens Pryce-Jones (2004: 30-31) zijn onder meer Yasser Arafat, Ayman al-Zawahiri en Bin Laden gevormd door bekende Moslimbroeders als Hassan al-Banna en Sayyid Qutb. Qutb verwierp vooral alles wat westers, en specifiek Amerikaans, was. XXI Pryce-Jones (2004: 33) vergelijkt de islamistische ideologie met het communisme: iedere communist was een ‘soldaat in de frontlinie’, waardoor de communistische partijen binnen West-Europa onder invloed van de Sovjetunie stonden, met als doel het ondermijnen van de westerse democratieën.
40
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
aanslag, waarom zullen ze dan meer geweld schuwen om ook het binnenlandbeleid te veranderen?106 Phillips (2009) stelt zelfs dat Groot-Brittannië ook een sleutelrol vervult in het huidige klimaat van radicalisering en terreur, onder meer vanwege de gebrekkige immigratiecontrole, de obsessie voor het behoud van mensenrechten en de mogelijkheid om in Groot-Brittannië een radicale visie te ventileren via de vrijheid van meningsuiting. Daarbij onderneemt de Britse overheid geen actie tegen extremistische moskeeën en worden terroristen het land niet uitgezet. Zelfs de fundamentalistische organisatie, HuT, mag vanuit Londen opereren en studenten rekruteren terwijl ze in veel landen verboden zijnXXII. Dat de invloed op de diaspora groot is, toont Phillips aan, aan de hand van een onderzoekspoll van het Centre for Social Cohesion uit 2008, waarin wordt gesteld dat ongeveer eenderde van de islamitische studenten in Groot-Brittannië het doden van ongelovigen in naam van de islam rechtvaardigt.107 Laqueur (2007) stelt dat dertien procent van de Britse moslims terroristische aanvallen à la Al-Qaida rechtvaardigt en 47% van hen zelfmoordaanslagen ondersteunt.108 Bawer (2006) denkt dat het Westen de islamitische vijand onderschat. Hij beargumenteert dat veel Europeanen het radicale islamisme en het terrorisme zien als een wanhopig antwoord op armoede, onderdrukking en het westerse buitenlandbeleid, in plaats van een jihad om het Westen te veroveren.109 Dat de theorie over de Europese islamisering niet alleen een hersenspinsel is van Amerikaanse en Britse conservatieve auteurs, wordt duidelijk gemaakt door middel van uitspraken van enkele bekende islamitische leiders, die moslims proberen te overtuigen van de zwakheid van het Westen. De huidige Turkse premier Recep Tayyip Erdoğan deed in 1998 een uitspraak die hem een veroordeling opleverde voor het aanzetten tot religieuze haat: “The mosques are our barracks, the domes our helmets, the minarets our bayonets and the faithful our soldiers.”
110
Onlangs is Erdoğan in
Duitsland in opspraak geraakt, nadat hij had gezegd dat ‘assimileren aan de Duitse samenleving een misdaad tegen de mensheid is’.111 De Egyptische wetenschapper Yousuf al-Qaradawi, stelt dat verovering van Europa niet persé via oorlog hoeft te gebeuren. Hij spreekt van een ‘peaceful conquest’, zonder zwaard of strijd, door middel van de islamitische ideologie en da’wa (bekering tot de islam). Volgens al-Qaradawi kan het materialistische en egoïstische Europa alleen gered worden door zich en masse te bekeren tot de islam.112 Zo sprak de Libische leider Muammar alQaddafi zijn toehoorders toe met de wens dat Europa en Amerika zullen islamiseren, of anders XXII
Phillips ziet een groot verschil tussen het antiterrorismebeleid in Groot-Brittannië en de V.S. Ze stelt dat de Nigeriaan Umar Abdulmutallab, die in 2009 een Amerikaans vliegtuig probeerde op te blazen, reeds in Amerika was aangemerkt als terrorist, maar in Groot-Brittannië gedurende drie jaar zorgeloos kon studeren aan de prestigieuze University College Londen. Phillips stelt dat sommige Britse universiteiten zijn omgevormd tot rekruteringsplekken voor terrorisme. Volgens de inlichtingenexpert, professor Anthony Glees, zijn in Groot-Brittannië 24 universiteiten geïnfiltreerd door militante jihadisten. Hij voert als bewijs een lijst met islamitische terroristen aan die daar waren ‘opgeleid’. Bron: Melanie Phillips Diary. ‘Londonistan’ is still the weakest link (2009). www.melaniephillips.com/articles-new/?p=705, geraadpleegd op 5 april 2010.
41
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
de oorlog moeten verklaren aan de reeds aanwezige moslims. Al-Qaddafi riep ook op voor een Turkse toetreding tot de Europese Unie, waardoor de moslimbevolking in Europa zou verdubbelen:“There are signs that Allah will grant victory to Islam in Europe without swords, without guns, without conquest. We don’t need terrorists, we don’t need suicide bombers. The 50 million muslims in Europe will turn it into a muslim continent within a few decades.”
113
. (In de derde optie wordt het onderscheid
tussen gematigde en radicale moslims verder uitgediept, aangezien die optie de interne strijd binnen de islam beschrijft).
§ 2.2.9 Een Europese samenwerking tussen linkse politieke partijen en islamisten De islamisering van Europa gaat niet vanzelf. Islamisten hebben in de linkse Europese politieke partijen en antiglobalisten belangrijke bondgenoten gevonden, zo stelt Bawer (2006).114 Volgens Pryce-Jones (2004: 31) is deze opmerkelijke alliantie afkomstig uit het tijdperk van de Sovjetunie, waarin ‘linksgeoriënteerde’ personen die vroeger het communisme mainstream wilde maken, nu meehelpen om een ‘klimaat voor islamisering’ te creëren. Zo worden islamcritici, als Fallaci en Wilders, voor het gerecht gedaagd. Pryce-Jones stelt ook dat de bondgenoten, terroristische acties stelselmatig loskoppelen van de islam. Uitspraken van Bin Laden of Abu Jahjah, de oprichter van de Arabisch Europese Liga (AEL), die stelde dat “assimilatie in Europa neerkomt op culturele verkrachting en dat alle moslims in een onafhankelijke gemeenschap binnen de EU moeten wonen”, worden tevens afgedaan als marginaal. Daarnaast beschouwen ze het Amerikaanse geweld in het MiddenOosten als vele malen erger. Voor Berlinski (2006) vormt deze samenwerking tevens een voordeel voor de linkse anti-Amerikaanse partijen die aan invloed winnen door een toename van het aantal islamitische kiezers.115 Volgens Lewis (2009: 38) zijn beide partijen vooral geïnteresseerd in de gedeelde haat tegen de V.S. Als gevolg van de samenwerking, ziet Ferguson (2004) de opkomst van politiek rechts, met hun anti-immigratie tendens. Opkomende rechtse politieke partijen zijn de laatste jaren in vrijwel elk Europees land zichtbaar, van de British National Party tot de Dansk Folkeparti.116
§ 2.2.10
Europa wordt meer anti-Amerikaans en anti-Israëlisch
Voor Ye’or (2008) is het anti-Amerikanisme een belangrijke pijler onder de Eurabië-ideologie. Ze deelt haar visie met Ferguson (2004), Spencer (2004) en Steyn (2009a), die allen vrezen dat een geïslamiseerd Europa een belangrijke uitdager zal vormen voor de V.S. Als oorzaak wordt de veranderende bevolkingssamenstelling gezien; Spencer ziet de groeiende Europese laster over het Amerikaanse buitenlandbeleid als een belangrijke oorzaak.117 Steyn (2009b) ziet de antiAmerikaanse tendens versneld worden door de afnemende Europese militaire steun aan de V.S. 42
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
in Afghanistan en Irak.118 Volgens Berlinski (2007) geloven veel Europeanen dat 9/11 in scène is gezet door de oliebeluste, militair-industriële Amerikanen om zo het imperialisme in Irak te rechtvaardigen. Deze gedachte leeft onder twintig procent van de Duitse bevolking. Volgens de Britse krant The Guardian, keurden dertien procent van de moslims de aanslagen op 9/11 goed en ontkende 50% van de ondervraagden dat Al-Qaida hierachter zat. Dit illustreert volgens haar de kwetsbaarheid van het bondgenootschap tussen Groot-Brittannië en de V.S.119 Spencer ziet het Europese buitenlandbeleid steeds vaker synchroon lopen aan de doelen binnen de islamitische wereld. Hij onderbouwt zijn opinie door de onmiddellijke Spaanse troepenterugtrekking uit Irak, drie dagen na de Madrileense bomaanslagen en de daaropvolgende uitverkiezing van de antiAmerikaanse premier Zapatero.120 Dit sluit aan op de bewering van Ye’or (2008), dat Zapatero Europa en de Arabisch-islamitische wereld dichter bij elkaar wilde brengen, om zo de oorzaken van radicalisering en terrorisme (waaronder de V.S.) weg te nemen. Volgens Ye’or was zijn voorganger, José María Aznar (1996-2004), te pro-Israëlisch. Hij beschuldigde enkele Europese politici er openlijk van, dat ze de problemen in het Midden-Oosten gebruikten om zich los te maken van de V.S., om zo een nieuwe identiteit te creëren. Spencer (2004) verdenkt Frankrijk er zelfs van steekpenningen te hebben aangenomen van het Irakese Ministerie van Olie, in ruil voor hun oppositie tegen de Amerikaanse invasie in Irak in 2003.121 Berlinksi (2007) denkt dat het Europese christendom dan ook is vervangen door een sterk ‘geloof’ in het anti-Amerikanisme, dat telkens opspeelt in tijden van onzekerheid. Volgens haar zijn veel Europeanen geobsedeerd door het gevaar dat Amerikanen – inclusief de joodse lobby – vormen voor de wereld. Berlinski denkt dat Groot-Brittannië en Frankrijk quasi-vijandige landen van V.S. kunnen worden binnen één verkiezingsronde.122 Volgens Berlinski (2006) staat ook het Europese bondgenootschap met Israël onder druk. Een poll van de Universiteit van Bielefeld toonde aan dat 51% van de Duitsers denkt, dat de Israëlische behandeling van de Palestijnen evenredig is aan de Nazi-wandaden tegen joden in de Tweede Wereldoorlog. Van de ondervraagden vond 68% tevens dat Israël de Palestijnen proberen uit te roeien.123
§ 2.2.11
Conclusie
In de eerste optie zijn tien belangrijke kenmerken van de Eurabië-theorie behandeld. Dit vormen de voorwaarden voor een geïslamiseerd Europa, zo stellen onder andere Ferguson (2004) en Pipes (2007, 2008). Volgens het geschetste worst-case scenario zullen christenen tegen het einde van de 21e eeuw een religieuze minderheid zijn, zullen autochtonen uit de grote steden verdreven worden door een oprukkende moslimmeerderheid, is er geen sprake meer van de vrijheid van 43
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
meningsuiting en wordt kritiek op de islam niet langer getolereerd. In de ontstane parallelle samenlevingen zal de shariarechtspraak gelden en het straatbeeld drastisch veranderen. Vrouwen moeten gesluierd over straat en kerken worden vervangen door moskeeën. Deze no-go-areas zullen het toonbeeld vormen van grootschalige rellen met de politie. Een geïslamiseerd Europa zal zich afscheiden van de trouwe bondgenoten Amerika en Israël en zich toeleggen op terroristische aanvallen op de overgebleven vijanden. Dit alles komt volgens de auteurs door de bewuste sturing van linkse politieke partijen die, in samenwerking met de Arabisch-islamitische wereld, het continent bewust hebben ontdaan van haar joods-christelijke identiteit. Deze optie gaat uit van een onontkoombaar proces, waarin de Arabisch-islamitische wereld aan macht wint, door
invloed
uit
te
oefenen
op
de
Europese
politieke
elite
en
de
Europese
moslimgemeenschappen. Dat veel mensen afkerend staan tegenover de bewering dat Europa aan het einde van de 21e eeuw geislamiseerd is, moet er volgens Sookhdeo (2005) aan herinnerd worden dat de regio die nu Afghanistan en Pakistan omvat, ooit christelijke gebied was, evenals delen van Noord-Afrika. Het christendom is daar grotendeels vervangen door de islam. Hij vindt het van arrogantie getuigen om te denken dat dit Europa nooit zal overkomen.124 Hieronder volgen een aantal kritiekpunten op de Eurabië-theorie, die zoals eerder genoemd, niet gespeend is van controversiële opvattingen en aannames.
§ 2.3
Kritiek op de theorie van een geïslamiseerd Europa
§ 2.3.1 Inleiding Alvorens tot de kern van optie twee te komen, wordt allereerst de kritiek op de Eurabië-theorie beschreven. Deze kritiek pareert diverse beweringen van de Eurabië-auteurs. De focus van de kritiek ligt vooral op de demografische voorspellingen, de diversiteit binnen de islam, de opkomst van rechtse politieke partijen, het bondgenootschap met de V.S., de Franse rellen en het gebrek aan structurele oplossingen.
§ 2.3.2 Kritiek op de Eurabië-theorie Hari (2007) gelooft niet dat Europa binnen afzienbare tijd islamiseert. Hij typeert het werk van Ye’or als niet-wetenschappelijk en vindt het van pure islamofobie getuigen om alle moslims te zien als ‘sharia-vertegenwoordigers’.125 De Britse journalist en auteur, Matt(hew) Carr, is het eens met Hari. Hij heeft zijn artikel “You are now entering Eurabia” (2006: 9-11) geheel gewijd aan het ontkrachten van de Eurabië-theorie. Hij heeft de theorie zien transformeren van een minimale subjectieve samenzweringsfantasie, naar een gevaarlijke uiting van islamofobie die 44
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
steeds meer mainstream wordt in het politieke discours. Steeds meer liberale politici hanteren de theorie als bewijs om moslimmigranten als gevaar voor de joods-christelijke beschaving te betitelen. Hij vergelijkt de theorie met de westerse opvatting over de gevaren van het internationale communisme. Carr stelt dat de Eurabie-theorie door rechtse en conservatieve politieke partijen wordt gebruikt om de immigratie uit islamitische landen te stoppen. Carr verdenkt de auteurs er zelfs van om moslims bewust als dé vijand neer te zetten, om zo een permanente oorlog tegen de (militante) islam te rechtvaardigen. Tevens verdenkt hij hen ervan het Europese sociale welvaartsmodel te willen beschadigen, door het als één van de oorzaken van de Europese islamisering aan te duidenXXIII. Andere kritiekpunten van Carr zijn dat de meeste Europese moslims geen grenzeloze agressieve en intolerante fanatici zijn. Daarbij is de Europese erkenning van de PLO als vertegenwoordiger van de Palestijnen, geen bewijs voor een Europese onderwerping aan de Arabisch-islamitische druk. Carr stelt ook dat Ye’or teveel macht toekent aan de EAD, die alle Europese politieke, economische en culturele instituties heeft getransformeerd in instrumenten van de Arabische wereld. De bewering van een antiAmerikaanse alliantie tegen de V.S. wordt tevens ontkracht door de sterke Amerikaanse banden met landen als Egypte en Saoedi-Arabië. Ten slotte verklaart de theorie niet waarom de Europese landen hebben gefaald in hun steun aan de Bosnische moslims in Srebrenica, als ze dan echt onderworpen zouden zijn geweest aan de Arabisch-islamitische wereld. Amerika vormde juist de grootste militaire steun, terwijl het vermeende geïslamiseerde Europa een wapenembargo had ingesteld (Carr 2006: 6-8). Vaisse (2008: 1-2) heeft geconstateerd dat veel Eurabië-auteurs (conservatieve) Amerikanen zijn. Dit in tegenstelling tot het relatief kleine aantal Europese ‘bondgenoten’, die hij vrijwel allemaal in de extreemrechtse hoek plaatst. Volgens Vaisse zijn de diverse artikelen over Eurabië gebouwd op clichés en anekdotes en niét op data. Carr (2006: 14) stelt dat de theorie is gebaseerd op haatzaaiende uitspraken van radicale imams en gewelddadige acties van marginale figuren en groepen, als moordenaar Mohammed Bouyeri en de Britse islamitische
terreurorganisatie
al-Muhajiroun.
Volgens
Carr
zijn
zij
géén
legitieme
vertegenwoordigers van de islamitische cultuur en religieuze waarden. Vaisse (2008: 2) hecht meer waarde aan de visies van Stefano Allievi, Tariq Modood en Oliver Roy, die zich focussen op een interne strijd bínnen de islam en het historische belang van de islamitische aanwezigheid in Europa onderkennen. Carr (2006: 15-20) vindt het verder opmerkelijk dat er géén structurele oplossingen worden geboden. Eurabië wordt door Ye’or en Ferguson gezien als een XXIII
Hiermee pogen ze volgens Carr de economische hervorming in eigen land zoveel mogelijk te beperken, zoals onlangs werd geillustreerd uit de hevige weerstand tegen president Barack Obama’s gezondheidszorghervormingen. Bron: Trouw. Obama: hervormen zorg nodig voor economie V.S. (2009). www.trouw.nl/nieuws/zorg/article2822048.ece/Obama__hervormen_zorg_nodig_voor_economie_V.S..html, geraadpleegd op 29 mei 2010.
45
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
onontkoombaar proces. Pipes stelt het gebruik van militair geweld voor, Ratzinger wil een heropleving van het christendom, Phillips wil het beleid van multiculturalisme afschaffen en Bawer wil de moslimmigranten democratische waarden aanleren. Wilders gaat nog verder door te stellen dat moslims terug moeten keren naar hun herkomstland, als ze de Nederlandse waarden niet omarmen. Carr ergert zich ook aan de harde retoriek van Fallaci, die stelde dat ‘de instroom van Albanezen, Sudanezen en Pakistani in Florence niet alleen een bedreiging vormt voor de Europese beschaving, maar ook een invasie is van terroristen, dieven, verkrachters, prostituees en drugsdealers’ (Fallaci aangehaald door Carr 2006: 17).
§ 2.3.3 De Europese moslimbevolking stijgt niet exceptioneel in de 21e eeuw Het Britse weekblad The Economist betitelt de Eurabië-theorie in het artikel “Eurabia, The myth and reality of Islam in Europe” (2006) als paniekzaaierij. Zo uit het artikel kritiek op de valse demografische voorspellingen, dat Europa in 2025 uit 25-37% moslims bestaat. The Economist verwacht dat het percentage moslims niet hoger zal liggen dan tien procent.126 Deze bewering wordt gestaafd door Vaisse (2010). Hij stelt dat de huidige cijfers niet indrukwekkend genoeg zijn en dat daarom vooral worst-case scenario’s worden beschreven. Volgens Vaisse zullen Europese steden geen moslimmeerderheid bereiken in de nabije toekomst. Hij voorziet wel een toename van het aantal moslims, doordat er jaarlijks ongeveer 500.000 legale immigranten uit islamitische landen Europa binnenkomen. Maar hij denkt niet dat de E.U. een moslimpercentage van tien procent zal halen in de 21e eeuw.127 Ook volgens Carr (2006: 16) zijn deze prognoses veel te hoog, gezien de huidige Europese moslimpercentages. Hij vindt demografische voorspellingen een onjuiste vorm van wetenschap, omdat fluctuaties afhankelijk zijn van onvoorziene variabelen, zoals leefstijl, economische groei, onderwijs en pandemieën. Carr ontkracht tevens de mythe dat een sterke religieuze doctrine, van vroege huwelijken en een torenhoog vruchtbaarheidscijfer, voor de islam opgaatXXIV. Hij vergelijkt de Franse vruchtbaarheidscijfers (1,98) met haar traditionele immigratielanden: Algerije (1,79), Marokko (2,27) en Tunesië (1,72). Hieruit blijkt dat het gemiddelde in deze drie landen (1,93) zelfs lager ligt dan in Frankrijk128. Vaisse (2010) schat het vruchtbaarheidscijfer onder Franse autochtonen op 1,89, tegen 2,35 voor Franse moslims.129 Doug Saunders, een Canadese journalist, weerspreekt in “The ‘Eurabia’ myth deserves a debunking” (2008) ook dat moslims meer kinderen krijgen dan Europeanen: “Slightly more than 4 percent of Europe's population is “Muslim,” as defined by demographers (though about 80 percent of these people are not religiously observant, so they are better defined as secular citizens who have escaped religious nations).” XXIV
130
Hij denkt dat het moslimspercentage naar zes procent kan
Dit stelde Lothrop Stoddard, president van de American Birth Control League in 1923.
46
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
stijgen in 2020 en eventueel naar tien procent aan het einde van de eeuw, mits de immigratie- en geboortecijfers hetzelfde blijven. Dat de Europese demografie daalt, wijt Saunders aan de dalende vruchtbaarheid onder immigranten uit moslimlanden. Hij baseert zijn beweringen op het onderzoek Religiousness and Fertility among European Muslims (2007) van Charless Westoff en Tomas Frejka. Het onderzoek laat een daling zien onder Duitse Turken, die hun geboortecijfer van 4,4 (in 1970) naar 1,9 (2008) zagen dalen. Saunders denkt dat de immigranten zich aanpassen aan hun gastland op het gebied van geboortecijfers, als resultaat van een hoger welvaartsniveau en beter onderwijs.131 Tomáš Sobotka, onderzoekswetenschapper aan het Vienna Institute of Demography, deelt deze mening. In “The rising importance of migrants for childbearing in Europe” (2008: 231-233) berekent hij het verschil tussen het vruchtbaarheidscijfer van immigrantenvrouwen op 0,3-0,8 kinderen hoger dan voor autochtone vrouwen, met een gemiddelde tussen de 2,0 en 2,5. Sobotka concludeert wel dat er een groot verschil bestaat tussen de vruchtbaarheidscijfers van diverse migrantengroepen. Vrouwen uit landen als Somalië (3,8-5,2) en Pakistan (3,6-4,7) hebben een hoger geboortecijfer dan West-Europese vrouwen (1,45-2,0), maar ook hoger dan vrouwen uit Turkije (2,2-3,2) en Iran (1,1-1,9). Saunders (2008) tracht het argument te ontkrachten, dat het verval van het christendom en de groeiende welvaartstaat hebben geleid tot lagere geboortecijfers onder autochtone Europeanen. Hij noemt hierbij het voorbeeld van Italië en Polen, twee landen met een grote politieke invloed van het christendom en zónder een uitgebreide welvaarstaat, maar wél met lage geboortecijfers132. Saunders beweert ook dat in de periode dat de christelijke kerk wel veel invloed had (1345-1750), Europa nauwelijks groeide. Het was juist de oppositie, de verlichting, tégen deze kerkelijke invloed die Europa groot heeft gebracht, met een geboorteexplosie tot gevolg.133
§ 2.3.4 Moslims vormen geen monolithisch blok Volgens Carr (2006: 16) worden de hogere vruchtbaarheidscijfers onder moslims, ten onrechte gezien als een cultureel en politiek voordeel, gezien de verschillen per herkomstgroep. Carr (2006: 12-13) en Vaisse (2006: 6) stellen dat moslims door hun diversiteit geen politieke machtsfactor zullen vormenXXV. Europese moslims vormen geen monolithisch blok. Hari (2007) laat de polarisatie zien binnen de moslimgemeenschap in Groot-Brittannië, met behulp van enkele cijfers: 54% van de moslims vinden dat overheid te weinig doet aan moslimfundamentalisme, 34% ziet Britse Joden als een legitiem doelwit voor aanslagen en zes procent rechtvaardigt de aanslagen in Londen.134 Volgens Vaisse (2008: 2) verschillen Europese landen ook van elkaar qua aantallen moslims, hun oorsprong, de aard van immigratie (gastarbeiders, vluchtelingen of XXV
Carr (2006: 6) stelt dat Franse moslims afkomstig zijn uit 53 verschillende landen en 21 verschillende talen spreken.
47
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
koloniale banden), het gevoerde overheidsbeleid en de mate van historische islamitische invloed135. Laqueur (2007) ziet geen innige banden tussen bijvoorbeeld Turken, Koerden en Arabieren in Duitsland.136 Daarbij ondersteunen veel moslims de Franse ban op hoofddoekjes en is er een toename van feministische moslimorganisaties. Deze interne discussie over de rol van staat en kerk, de rol van vrouwen en terrorisme wordt genegeerd door de Eurabië-auteurs en (extreem)rechtse politieke partijen (Carr 2006: 15). Zo wordt een radicaal beeld van de islam neergezet, dat tegenstrijdig is aan de Europese identiteit met tolerantie, secularisme en gelijkheid. De British National Party ziet de koran als onverenigbaar met de democratie en denkt dat GrootBrittannië binnen een decennia noodgedwongen moet kiezen voor secularisme of een islamitische republiek. Het Vlaams Belang beschouwt de immigratie van moslims als ‘het Paard van Troje’. Carr vreest dat als de Europeanen eenmaal deze denkwijze hebben omarmd, iets als sociale woningbouwprojecten niet langer worden geïnterpreteerd als sociaaleconomische achterstandswijken, maar als islamitische voorposten en potentiële voedingsbodem voor de radicale islam. Het artikel in The Economist ontkent verder het bestaan van parallelle samenlevingen, doordat Frankrijk een toename kent van het aantal gemengde huwelijken tussen autochtonen en immigranten en steeds meer moslims aan de Britse universiteiten studeren.137 De heterogeniteit onder de Europese moslimbevolking wordt verder uitgewijd in paragraaf 2.5.
§ 2.3.5 De Franse rellen waren niet islamitisch gemotiveerd De Franse rellen worden door Steyn (2005, zie paragraaf 2.2.7) gezien als een ‘early skirmish in the Eurabian civil war’. In “Unrest in France, November 2005: immigration, islam and the challenge of integration” (2006: 1-6) is Vaisse stellig over het feit dat de Franse rellen géén islamitische oorzaak hadden, maar hij stelt wel dat veel daders een islamitische achtergrond hadden. Het artikel in The Economist onderschrijft zijn bewering, omdat de rellende jongeren amper in een moskee kwamen.138 Vaisse (2006: 1-6) hekelt echter dat de rellen worden geassocieerd met de islam, terwijl sociaaleconomische omstandigheden achterwege worden gelaten. Hij stelt dat de oorzaken onder meer politiegeweld, discriminatie, werkloosheid, armoede, machogedrag, het verdedigen van het eigen territorium en een grote jeugdige bevolking in de sociale woningbouw waren:“It was about Marx, not Bin Laden”. De mensenrechten in Palestina of Irak speelden geen rol, kerken en synagogen waren geen bewuste doelwitten en religieuze leiders riepen zelfs op tot kalmte.139 Vaisse stelt ter onderbouwing dat de cartoonrellen wel hebben geleid tot geweld in Iran, Libië, Nigeria en Syrië, maar niet in Europa (Vaisse 2008: 4).
48
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
§ 2.3.6 De haat tegen moslims is vergelijkbaar met de Europese jodenhaat Ralph Peters, een voormalige Amerikaanse legerkolonel en auteur, trekt in “The ‘Eurabia’ myth: Muslims take over Europe? Sorry, there’s no chance” (2006) een vergelijking tussen het gewelddadige Europese verleden ten tijde van de Holocaust en de huidige islamofobie.140 Hari en Carr delen deze vergelijking. Hari stelt in “Amid all this panic, we must remember one simple fact - Muslims are not all the same” (2006): “In this theory, the Star of David has simply been replaced by the Islamic crescent.”141 Carr (2006: 9-11) beschuldigt personen als Fallaci ervan zich vast te willen klampen aan raciale puurheid, die ze bedreigd zien worden door de massa-immigratie. Carr voert deze houding terug op het oude Europese raciale Darwinisme en stelt dat de angst voor een culturele en raciale uitsterving diep geworteld is in Europa. In de negentiende eeuw waren Europeanen vooral bang voor de immigratie van JodenXXVI. Volgens Noah Feldman, een Amerikaanse auteur en professor in de rechten, zijn Europeanen er zelfs na zestig jaar onderzoek naar de oorzaken van antisemitisme en de Holocaust nog niet van overtuigd, dat verschillende culturele en religieuze immigranten als volwaardige leden van de maatschappij moeten worden behandeld. Dit stelt hij in “The New Pariahs” (2008). Feldman trekt parallellen met de joden in het interbellum, waarin ze als crimineel, religieus achterlijk, genetisch inferieur en tegenstrijdig aan assimilatie werden beschouwd. Feldman concludeert dat Europeanen van moslims geen tolerantie en respect voor andersdenkenden kunnen eisen, als ze hier zelf ook niet aan voldoen.142 Sener Akturk, politicoloog en aangesloten bij het Davis Center voor Russische en Euraziatische studies, stelt in “Mosques, minarets, religious diversity: Europe and the rest” (2010) dat moslims, net als de joden vroeger, maar een klein percentage vormen in Europa, politiek ondervertegenwoordigd en economisch achtergesteld zijn en gedemoniseerd worden. Daarom vindt Akturk het opmerkelijk dat ze als bedreiging worden gezien. Hij en CarrXXVII stellen dat ook de joden in het verleden regelmatig werden beschuldigd van het maken van ‘geheime plannen om Europa over te nemen via politieke, economische en demografische weg’.143 De Britse auteur en journalist David Aaronovitch stelt, in “It’s the latest disease: sensible people saying ridiculous things about Islam” (2005), dat de Eurabië-gedachte gelijk staat aan de aloude samenzweringstheorieën van de ‘Enemy Within’. Europeanen verwarren de islam met het islamisme, de politieke islam. Volgens Aaronovitch is het merendeel van de moslims niet uit op confrontaties met de Europeanen. Aaronovitch vindt het daarom moreel onjuist om te focussen XXVI
De Britse wetenschapper Timothy Winter, later bekend als bekeerling Abdal Hakim Murrad stelt:“Jews were often regarded as ‘an alien, Oriental intrusion into white, Christian lands, a Semitic people whose loyalty to its own law would always render its loyalty to King and Country dubious’ and whose ultimate aim was always ‘to subvert, dominate and possess” (Carr 2006: 11). XXVII Carr (2006: 9) schrijft in zijn artikel over vergelijkbare beschuldigingen van antisemitische samenzweringstheorieën uit de eerste helft van de twintigste eeuw. De vrees voor de zogenaamde Zionist Occupation Government prevaleerde toen in extreemrechtse kringen in de V.S..
49
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
op vreemde of alarmerende teksten in de koran.144 Carr (2006: 18) denkt dat de vermeende islamitische dreiging na verloop van tijd verschuift naar een andere ‘bedreiging’, zoals die van de Chinezen. Zo kan de Confuciaanse cultuur ook worden gezien als ‘tegenstrijdig aan de Europese waarden en gericht op veroveringen’.
§ 2.3.7 Conclusie De Eurabie-theorie is niet zonder kritiek, zo blijkt uit paragraaf 2.3. De theorie wordt door Hari (2007) als niet-wetenschappelijk gezien. Carr (2006) vindt dat rechtse politieke partijen de theorie misbruiken om islamitische immigranten te weren. Hij verdenkt de Eurabie-auteurs er zelfs van om moslims als dé vijand te betitelen, om zo islamofobie en agressie te legitimeren. In paragraaf 2.2.3 worden de beweringen ontkracht, dat Europa een moslimmeerderheid krijgt aan het einde van de 21e eeuw en dat moslims een exceptioneel vruchtbaarheidscijfer hebben. De Europese moslims vormen ook geen monolithisch blok, in tegenstelling tot wat onder optie één wordt beweerd. Vaisse (2008) ziet verschillen in de moslimbevolking per Europees land, door hun oorsprong, de aard van de immigratie en het gevoerde overheidsbeleid. In Europa wordt volgens de critici ten onrechte een beeld geschetst dat de islam een radicale religie is, door vooral in te haken op radicale imams en terroristische acties. Volgens hen wordt onvoldoende ingegaan op de verschillen binnen de islam. Dit wordt wél gedaan in de derde optie. Vaisse (2006) stelt dat de Franse rellen in 2005 ook niet islamitische gemotiveerd waren, maar een sociaaleconomische oorzaak hadden. Door Peters (2006) en Feldman (2008) wordt zelfs de vergelijking gemaakt tussen de vroegere jodenhaat en de huidige islamofobie. Het bevreemdt Akturk (2010) dan ook dat juist de moslims als bedreiging worden gezien, gezien de Europese historie. Hieronder wordt optie twee uitgebreid beschreven. Deze optie gaat in op de uitsluiting van de moslims door de Europeanen, zodat het continent cultureel intact zal blijven.
50
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
§ 2.4 OPTIE 2 moslims
Europa blijft cultureel intact door uitsluiting van de Europese
§ 2.4.1 Inleiding Nu de Eurabië-theorie en de kritiek hierop zijn besproken, komt in de tweede optie een andere Europese toekomst naar voren. De auteurs binnen deze categorie weerspreken de visie van een geïslamiseerd Europa. De algemene tendens is een verzet van zowel de politieke elite, als van de Europese bevolking tegen de ‘islamitische dreiging’. Deze opstand zorgt ervoor dat Europa cultureel intact zal blijven. Volgens Pipes (2008) kan Europa het proces van islamisering voorkomen, wanneer de autochtone Europeanen zich massaal verzetten. Hij ziet dit als een reële optie, omdat zij ongeveer 95% van de bevolking vormen. Zo is in Frankrijk reeds het dragen van de hoofddoek verboden op publieke scholen, krijgen rechtse en politieke anti-immigratie partijen door heel Europa meer aanhangers, heeft Wilders Fitna gemaakt en hebben de Zwitsers voor een minaretverbod gestemd.145
§ 2.4.2 Europeanen kennen geen religieuze tolerantie, alleen islamofobie Peters (2006) en Akturk (2010) stellen beiden dat zowel West-Europa als de Balkan-landen, geen historie kennen van religieuze tolerantie. Ze vinden beide regio’s vijandig tegen islamitische uitingen, zoals hoofddoeken en minaretten. Dit heeft geresulteerd in een groeiende omvang van de Europese islamofobie.146 Akturk stelt dat er in het Midden-Oosten en Afrika meer religieuze diversiteit wordt toegestaan. Er bestaan daar zelfs kerken, moskeeën en tempels naast elkaar. Hij onderkent wel dat er in homogene landen als Turkije en Algerije en gewelddadige landen als Irak en Pakistan minder religieuze diversiteit bestaat. Maar zelfs in Turkije kan de christelijke minderheid kiezen uit ruim honderd kerken. In veel West-Europese staten is echter het merendeel van de sporen van de oude islamitische architectuur verwijderd. Hij noemt het voormalig islamitische Spanje als voorbeeld. Europa kent tegenwoordig alleen moderne moslimgetto’s. In het artikel worden nog enkele voorbeelden genoemd van de geringe religieuze diversiteit in Europa.XXVIII Esposito onderscheidt in “Muslims in the West: A Culture War?” twee westerse seculiere waarden: enerzijds het westerse secularisme dat geen voorkeur heeft voor één religie, om zodoende ruimte te creëren voor álle religies en het (on)geloof beschermt, maar anderzijds het westerse ‘seculiere fundamentalisme’ dat antireligieus is en sinds 9/11 tevens antiXXVIII
Akturk noemt hier verder de vlucht van Bosnische moslims uit het voormalige Joegoslavië, uit angst voor etnische zuiveringen, het feit dat Griekenland pas in 1996 de eerste moskee heeft opgericht, het ontbreken van moskeeën in Slovenië, ondanks de 2.4% aanwezige moslims en de felle protesten in Duitsland tegen de bouw van nieuwe moskeeën. In Berlijn staat zelfs maar één moskee met een zichtbare minaret, die door de Turkse overheid moest worden gefinancierd. Bron: Şener Aktürk, Today’s Zaman. Mosques, minarets, religious diversity: Europe and the rest (2010). www.todayszaman.com/tzweb/news-199530-mosques-minarets-religious-diversity-europe-and-the-rest-by-sener-akturk.html, geraadpleegd op 15 april 2010.
51
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
islamitisch. Esposito beschuldigt de westerse media van het versterken van xenofobie en islamofobie. Hij noemt hierbij het voorbeeld van de cartooncrisis, toen gerespecteerde nieuwsbladen het meest heilige symbool van de islam plaatsten – onder de noemer van de vrijheid van expressie – en vervolgens gretig over de explosieve gevolgen berichtten. Esposito betitelt dit als islamofobie, doordat niet een radicale moslim als Bin Laden werd afgebeeld, maar de heilige profeet Mohammed. Volgens Esposito heeft deze cartoonkwestie de gematigde moslims gegriefd en de integratie niet bevorderd. Hij vreest dat het zelfs heeft geleid tot meer sympathie voor radicale extremisten. Moslims zien de cartooncrisis en de vernedering van de koran in Guantanamo Bay als hét bewijs van een anti-islamitische kruistocht en een botsing der beschavingen. Sommige moslims eisen dan ook dat islamofobie even onacceptabel wordt als antisemitisme en dat de islam in Europa vrij kan worden beoefend.147 In het verlengde van de Europese islamofobie, ligt het criminaliseren van moslims. Feldman stelt dat geen enkel land vrij is van vooroordelen over immigranten. Maar hij verbaast zich over de verbanden die sommige auteurs in West-Europa koppelen aan immigranten: hoge criminaliteit, cultuurveranderend en oneerlijke concurrentie op de arbeidsmarkt. Ook Feldman ziet deze anti-islamitische discours geïnstitutionaliseerd raken in de politieke mainstream van verlichte, progressieve staten, terwijl dezelfde staten wetten hebben tegen antisemitisme en racisme. Het Vlaams Belang ziet in moslims haar belangrijkste vijand, terwijl Wilders de islam beschouwt als een “ideologie van een achterlijke cultuur” en “tegenstrijdig aan de Europese liberale waarden van tolerantie en seksegelijkheid”.148 Feldman hekelt de dubbele maatstaf in Europa. Zo wordt de katholieke kerk, in vergelijking met de islam, in mindere mate aangesproken op hun verwerping van homoseksualiteit en de rol van vrouwen binnen de religie. Daarnaast stelt hij dat de vijandigheid tegen Oost-Europeanen niet zo sterk is als tegen moslims. Feldman vindt dat het gevaar van islamitisch terrorisme wordt overschat, omdat Europa slechts een korte geschiedenis van islamitische ‘homegrown’ terroristenXXIX kent (Madrid, Londen en Amsterdam). Dit terwijl het een langere traditie kent van nationale ‘homegrown’ afscheidingsbewegingen als de Baskische afscheidingsbeweging Euskadi Ta Askatasuna (ETA) en de Irish Republican Army (IRA) en radicale linkse groeperingen als de Duitse Baader-Meinhof en de Italiaanse Rode Brigade.149
§ 2.4.3 Europeanen ontketenen een vreedzame opstand tegen de islam en haar volgers Zoals gezegd, gaat Pipes (2008) er vanuit dat de Europeanen in opstand komen, zowel op een legale als vreedzame wijze. Hij ziet een groeiende aanhang voor politieke partijen die de XXIX
Homegrown terrorisme wordt door de NCTb gedefinieerd als een radicaliseringsproces in Nederland heeft plaatsgevonden, waarna een terroristische daad wordt gepleegd, ongeacht in welk land dit gebeurt.
52
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
(moslim)immigratie willen beperken, de remigratie willen bevorderen en de traditionele waarden en identiteit in ere willen herstellen, zoals de British National Party, het Franse Le Front National en de PVV.150 Verschillende auteurs sluiten zich hierbij aan. Vaisse (2010) bijvoorbeeld, ziet in de discussies over het hoofddoekverbod in Frankrijk en Nederland en het Zwitserse minaretverbod, hét bewijs dat de Europeanen de sociale spanningen niet langer ontkennen. Volgens hem horen spanningen bij het democratische aanpassingsproces, maar vormen moslims geen directe bedreiging voor Europa.151 In “It’s not just the Swiss – all Europe is ready to revolt” (2009), ziet de Britse journalist Rod Liddle, Nederland veranderen van een liberaal tot een islamvijandig land. Ook elders in Europa breidt de opstand zich uit via de (her)publicatie van de Mohammedcartoons en het Franse boerkaverbod. Liddle schat de Europese weerstand tegen de islam op 6065%. Hij stelt dat het minaretverbod in ZwitserlandXXX een kleine overwinning betekent in de strijd tegen de islamisering van Europa. Liddle ziet het Zwitserse verbod vooral als een stem tegen de slappe politieke houding en niet tegen de moslimbevolking an sich. Hij noemt het minaretverbod dan ook ‘symboolpolitiek’.152 Pipes (2008) heeft een overzicht gemaakt, waarin Europese bestuurders en burgers op vreedzame wijze in opstand zijn gekomen tegen islamitische uitingen: Britse ouders hebben in Noord-Londen geprotesteerd tegen de schoolleiding die alleen halal-voedsel wilde serveren, omdat 75% van de leerlingen islamitisch is.153 De Nederlandse overheid heeft een film gemaakt met naaktheid en homoseksualiteit, Naar Nederland, om potentiële immigranten een (confronterend) beeld van de Nederlandse samenleving te bieden.154 De Herbert-Hoover Realschule in Berlijn heeft leerlingen een verklaring laten ondertekenen waarin ze hebben moeten verklaren om alleen de Duitse taal te spreken op school en op excursies.155 En Ierse moslimmannen hebben moeten beloven om niet meer dan één vrouw te trouwen.156
§ 2.4.4 Europeanen ontketenen een gewelddadige opstand tegen de islam en moslims Naast een vreedzame opstand, zien sommige auteurs ook een gewelddadige opstand tot de mogelijkheden behoren. Peters (2006) vreest de ware bedoelingen van (extreem)rechtse politieke partijen. Hij beweert dat niet Europa bedreigd wordt, maar dat juist de moslims bedreigd worden. Hij gelooft simpelweg niet dat het kleine percentage moslims een bedreiging kúnnen vormen. Peters vindt Europeanen ‘op genocide gericht maniakken’, met een lange geschiedenis van etnische zuiveringen, als de Holocaust en Srebrenica. Peters noemt verder de gewelddadige
XXX
Akturk (2010) vindt het vreemd dat het verbod is geaccepteerd ‘om de islamisering tegen te gaan’, omdat er in Zwitserland slechts vier minaretten zijn waarvan er slechts één oproept tot het dagelijkse gebed. Bron: Şener Aktürk, Today’s Zaman. Mosques, minarets, religious diversity: Europe and the rest (2010). www.todayszaman.com/tz-web/news-199530mosques-minarets-religious-diversity-europe-and-the-rest-by-sener-akturk.html, geraadpleegd op 15 april 2010.
53
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
voorbeelden van christelijke kruisvaarders, die de joden en moslims in Jeruzalem hebben vermoord, tot het verjagen van de joden en Moren uit Spanje en de Hugenoten uit Frankrijk. Hij verwacht dan ook dat de Europese bevolking meedogenloos zal terugvechten als de dreiging te groot wordt, denkbeeldig of niet, om hun relatief vreedzame en welvarende leven te behouden. Zijn harde uitspraken onderbouwt hij met de bewering dat Europeanen niet bereid zijn om grote groepen immigranten te accepteren. Volgens hem hebben de overheden dan ook bewust vastgehouden aan een beleid van multiculturalisme, om hiermee assimilatie te voorkomen, zodat ze de moslims na verloop van tijd weer konden wegsturen. Peters maakt de vergelijking met Amerika, waar veel moslims een goede functie hebben met een hoog gemiddeld inkomen en een vooruitzicht op de Amerikaanse nationaliteit. Dit in tegenstelling tot Europese moslims die niet als Frans, Duits, of Nederlands worden gezien, zelfs niet als ze officieel voldoen aan de paspoorteisen. Ze blijven volgens hem tweederangsburgers. Peters schetst een worst-case scenario waarin ‘Amerikaanse troepen groepen moslims moeten evacueren uit de havens van Brest, Bremerhaven en Bari, vanwege de onuitroeibare kwaadaardigheid van de Europeanen’. Hij vergelijkt het scenario met de Amerikaanse hulp aan de Bosnische moslims. Volgens hem hoeft Europa zelf niet eens voor anti-islam propaganda te zorgen, dat doen radicaalfundamentalistische groeperingen als Al-Qaida wel. Hij stelt dat de ware Europese identiteit zichzelf zal onthullen na nieuwe terroristische aanvallen op Europees grondgebied.157 Eenzelfde stelling poneert Amr Khaled, een Egyptische islamprediker, in een televisieinterview, “Europe Will Become Muslim Eurabia Within 20 Years” (2009). Hij denkt dat de Europeanen de moslimbevolking constant provoceren, zodat ze een reden te hebben om ze te kunnen verdrijven, zoals ook in Bosnië is gebeurd. Volgens Khaled verontrust het vooruitzicht, dat moslims een groeiende aanwezigheid vormen met een grote invloed op politieke beslissingen, ‘de vijanden van de islam’.158 Hirsi Ali is verheugd met de toenemende weerstand. Ze hekelt, wat ze noemt de Europese ‘doormodderpolitiek’: de politiek van verzoening à la Neville Chamberlain. Ze staat een politieke confrontatie tegen de radicale islam voor, à la Winston Churchill. Dit schrijft ze in “Confrontatie, geen verzoening” (2006). Om de ‘witte vlucht’ uit Europese steden tegen te gaan en de groei van het rechtsextremisme te beperken, wil Hirsi Ali Europa actiever verdedigen tegen een dreigende burgeroorlog: “Vrijheden en instituties moeten actief verdedigd worden, ook als dat gepaard gaat met risico’s.” De vrijheid van meningsuiting is hierin voor haar essentieel. 159
54
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
§ 2.4.5 Conclusie Binnen deze optie wordt vooral ingegaan op de weerstand die de Europese politieke elite en bevolking bieden tegen de islamitische aanwezigheid. Pipes (2008) heeft de hoop op een Europees verzet nog niet opgegeven, omdat de Europeanen 95% van het continent uitmaken. Peters (2006) en Akturk (2010) gaan vooral in op de religieuze intolerantie en islamofobie van de Europeanen. Hierbij worden de voorbeelden genoemd van het plaatsen van de Mohammedcartoons, de opkomst van rechtse anti-islamitische politieke partijen, het Franse boerkaverbod en het Zwitserse minaretverbod. Peters gaat nog verder. Hij denkt dat de Europeanen de aanwezige moslims uiteindelijk zullen verjagen of zelfs uitroeien. Hij baseert zich op het Europese verleden van de Holocaust en Srebrenica. Hirsi Ali (2006) is echter verheugd met de toenemende – vreedzame – weerstand. De derde optie schetst een positiever toekomstbeeld voor Europa: een continent waarin de islam onderdeel zal gaan uitmaken van de joods-christelijke identiteit. Maar dit kan pas plaatsvinden, nádat er een interne strijd heeft plaatsgevonden tussen de gematigde moslims en hun radicale tegenhangers.
55
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
§ 2.5 OPTIE 3 de islam
Een harmonieuze integratie in Europa na een interne strijd binnen
§ 2.5.1 Inleiding De eerste twee opties worden door Pipes (2008) als de meest reële opties geacht. Dit stelt hij in het televisie-interview “Eurabia? Islam & the West” (2008).160 Deze opties impliceren echter het einde van het huidige Europa, óf de uitsluiting van de Europese moslimbevolking. De derde optie voorziet een harmonieuze integratie tussen de autochtone Europeanen en de aanwezige moslimbevolking. Pipes schat deze uitkomst echter slechts op vijf procent.161 De auteurs die in de derde optie worden beschreven, maken onderscheid binnen de gehele moslimpopulatie. Ze spreken over ‘gematigde en liberale moslims’, die de Europese democratische waarden respecteren. Voordat deze toekomstvisie werkelijkheid wordt, dient Europa de kant van deze verlichte islam te kiezen, in hun strijd tegen de ‘radicale en fundamentalistische moslims’. Deze paragraaf beschrijft allereerst de interne strijd tussen de gematigde en radicale islam, gevolgd door een beschrijving over de toenemende invloed van het radicale islamisme in Europa. Tot slot wordt de uiteindelijke wens van enkele auteurs beschreven: een Europese islam.
§ 2.5.2 Van ‘islam versus niet-islam’, naar ‘gematigde versus radicale islam’ Tariq Ramadan vindt de angst voor de islam ongegrond. Hij stelt dat deze angst is voortgekomen na terroristische acties en het verharde politieke discours. Ramadan ziet de conflicten rondom de islam in Europa als een strijd tussen ‘good muslims and bad muslims’. In het gelijknamige artikel (2010) stelt Ramadan dat 9/11 heeft geleid tot twee categorieën: ‘goede en slechte moslims’. De goede bestaan uit gematigde, liberale en seculiere moslims; de slechte uit islamisten, fundamentalisten en extremisten die de koran letterlijk interpreteren en derhalve niet gematigd zijn. Veel westerlingen benoemen moslims als gematigd als zij geen afwijkende kledij dragen, zich aanpassen aan de geldende waarden en de islam niet publiekelijk belijden. Ramadan ziet zichzelf als een hervormer binnen de islam, maar ook als een gematigde islamist.162 In “Tightrope walks and chessboards: an interview with Gilles Kepel” (2003), deelt Kepel de visie van Ramadan dat Europa het strijdtoneel is van een interne islamitische strijd.163 Kepel durft de toekomst van de Europese islam niet te voorspellen: of Europa wordt een continent waarin miljoenen moslims een verlichte moderniteit vertegenwoordigen en dit vervolgens verspreiden naar hun families in Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Of het wordt een continent waar islamistische en salafistische groepen de overgrote moslimmeerderheid manipuleren, onder meer via terroristische aanslagen, om zodoende het continent te islamiseren en de Europese politiek te beïnvloeden.164 56
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
De Amerikaanse terrorisme-expert, Jessica Stern, stelt dat extremistische moslims een dankbare voedingsbodem hebben gevonden in de conflicten met de islam in Europa. Volgens Stern bieden terroristen als Bin Laden hoop en een identiteit aan sommige moslims. Ze stelt dat veel jonge mannen gevoelig zijn voor de boodschap om Allah te dienen in de gewelddadige strijd tegen het Westen. Dit stelt ze in “How Terrorists Hijacked Islam” (2001).165 Vaisse (2006: 5) noemt de voorbeelden van Jose Padilla, Richard Reid en Khaled Kelkal, jonge terroristen die in het dagelijkse leven, of in de gevangenis in aanraking zijn gekomen met het radicalisme. De Australische academicus Waleed Aly stelt in “A Muslim house divided” (2005) dat de strijd binnen de moslimwereld, er één is tussen enerzijds de hearts and minds en anderzijds wapens en terrorisme. Hoewel terroristische aanslagen ook veel medemoslims doden, is er volgens Aly na elke terroristische aanslag sprake van meer radicalisering en minder dialoog binnen de Europese islamitische gemeenschappen in Europa. Hij zit dit als een gevolg van de publiekelijke hetze tegen de gehele moslimgemeenschap.166 Volgens Hari (2007) moeten overheden dan ook een duidelijk onderscheid maken tussen de gematigde en radicale moslims, om te voorkomen dat jonge moslims vervreemden van de samenleving en radicaliseren.167 Roy (2007: 57) ziet de oorzaak van de vervreemding in het plaatsen van religie binnen een cultuur: als men een moslim is, dan behoort men tot een andere cultuur. Dit terwijl de tweede en derde generatie immigranten geen traditionele cultuur meer vertegenwoordigen. Volgens Roy moet de islam alleen nog worden gezien als een religie en niet langer als een etnisch of cultureel verschijnsel. Ramadan vult in “European Muslims: Old and New Realities” (2007) aan, dat de derde, vierde en soms zelfs vijfde generatie moslims in Frankrijk en Groot-Brittannië, nog steeds worden gedefinieerd als ‘Fransen of Britten met een immigrantenachtergrond’. Hij vraagt zich dan ook terecht af hoe lang het nog duurt voordat moslims als volwaardige burgers worden gezien. Hij ziet zichzelf als een Europese moslim: moslim door religie, Europeaan door cultuur en Zwitser door nationaliteit. Volgens hem wordt er te weinig aandacht besteed aan een goede integratie van de mainstream moslims, doordat sociale, economische en stedelijke problemen van immigranten veelvuldig als synoniem gebruikt worden om de gebrekkige integratie van de moslimgemeenschappen aan te duiden. Als voorbeeld noemt Ramadan de rellen door Noord-Afrikaanse jongeren in Frankrijk.168 Daarom vindt Ramadan (2004) dat Europa de islam moet respecteren, geheel volgens het Europese grondrecht van vrijheid van religie. De Zwitserse islamhervormer waarschuwt dat Europa de religieuze praktijken van de islam niet moet verwarren met de cultuur van het thuisland van de immigranten. Hij ziet al een vooruitgang tussen de eerste generatie – voornamelijk immigranten uit achtergestelde gebieden – en de hoger opgeleide tweede generatie immigranten. Hij beweert dat er onder 57
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
gematigde moslims al een stille revolutie gaande is. Ramadan prefereert een stille revolutie boven een openlijke revolutie, aangezien die vaak met geweld gepaard gaat. Hij wil dat Europa de visie van ‘islam versus niet-islam’ loslaat en publiekelijk de kant kiest van de gematigde islam.169 Vaisse (2006: 1, 6) gelooft ook dat de tweede en derde generatie moslimimmigranten beter zullen integreren, naar het voorbeeld van de Italianen en Portugezen die naar Frankrijk zijn geemigreerd in de jaren 1950-1960. Volgens Hari (2007) zijn gematigde moslims de eerste slachtoffers van jihadisten, maar tevens de beste bondgenoten voor Europa in de strijd tégen de jihadisten.170 Om een verlichte islam te bewerkstelligen, is het nodig om tegemoet te komen aan de wensen van deze groep. Zo zijn veel moslims verontwaardigd over het feit dat sommige Europese moskeeën worden gefinancierd door radicaalfundamentalistische groepen uit het Midden-Oosten en dat veel ‘import-imams’ de taal van het gastland niet spreken. Ze juichen het toe dat Frankrijk tegenwoordig zelf haar imams opleidt en de imams in Nederland een assimilatieprogramma moeten ondergaan. Europese moslims willen tevens meer werkgelegenheid, zonder discriminatie op religieuze gronden, evenals meer politieke participatie om uit hun sociale isolement te komen.171 Ramadan spoort de Europese moslims dan ook aan tot een betere integratie, met de nadruk op actief burgerschap. Moslims moeten zich afvragen hoe de islam zich verhoudt met het Europese burgerschap, het secularisme en de bestaande wetgeving. Dit moet onder meer plaatsvinden door het omarmen van de nationale identiteit van het gastland én door het loslaten van de Noord-Afrikaanse of Pakistaanse cultuur. Hij wil echter wel dat de Europese moslims hun religieuze identiteit behouden.172 Vaisse (2010) stelt dat veel moslims de islam niet langer als een exclusieve identiteit zien, maar slechts als een onderdeel van hun identiteit. Hij illustreert dit met een studie van het Pew Research Center, een Amerikaanse denktank173, waarin staat vermeld dat Europese moslims zich niet bezighouden met een wereldwijd kalifaat, maar zich vooral bekommeren om praktische kwesties als armoede.174 Stern ziet in de interne strijd een belangrijke taak weggelegd voor de gematigde religieuze leiders, die publiekelijk moeten aantonen dat Bin Laden’s versie van de islam een belediging is voor de ware vreedzame islam.175 Een belangrijke taak is ook weggelegd voor groepen als Muslims Against Sharia (www.reformislam.org), die streven naar hervormingen binnen de islam.XXXI Spencer (2005: 199), Hirsi Ali (2006) en Hari (2007) zien ook een belangrijke taak weggelegd voor de overheid. Ze willen de kritische discussie bevorderen, zonder dat elke rationele kritiek op het islamisme of fundamentalisme wordt gelijkgesteld aan Nazisme of racisme, of wordt vergeleken met extreemrechts of het dierenrechtactivisme. XXXI De doelen van Muslims Against Sharia: onderwijzen van moslims over het gevaar van islamitische religieuze teksten, over het waarom de islam hervormd dient te worden, over de verschillen tussen gematigde moslims en islamisten en dat ook moslims (doelbewust) slachtoffer worden van islamitisch terreur. www.islamreform.org, geraadpleegd op 24 mei 2010.
58
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
Hiermee wordt de mythe van één monolithisch islamitisch blok in stand gehouden: de aanval op een radicale imam, is een aanval op alle moslims. Hierdoor voelt de ‘gewone’ moslim zich bekneld tussen de samenleving en de radicale moslims.176 Kepel stelt in The war for muslim minds: Islam and the West (2004: 8-9), dat Europa de ‘hearts and minds’ van de moslimgemeenschappen in Londen, Parijs en Amsterdam voor zich moet winnen en hen beter moet integreren in de dominante samenleving. Hij stelt dat alleen de gematigde moslimmeerderheid het terrorisme kan uitroeien en kan voorkomen dat meer moslims radicaliseren.
§ 2.5.3 Een groeiende invloed van radicale islamisten De interne strijd binnen de islam kan echter ook een ‘overwinning’ voor de radicale islam opleveren. De radicale militante islam wint immers aan invloed in Europa, zo beweert Kepel (2004: 8-9). Volgens hem staan de Europese moslims onder invloed van islamisten die Europa veroordelen als ‘ongelovig’ en oproepen de aldaar geldende wetten niet te gehoorzamen. Kepel stelt dat radicale islamisten de moslimgemeenschappen zowel op een vreedzame wijze (da’wa), als op gewelddadige wijze (jihad en terrorisme) beïnvloeden. De vreedzame aanpak vindt minder openlijk plaats en is een proces voor de langere termijn, in tegenstelling tot de publieke terroristische acties voor de korte termijn, om de samenleving angst aan te jagen.177 Fourest (2005) stelt in “The War for Eurabia” (2005), dat veel islamisten in Europa opereren. Franse, Italiaanse en Duitse veiligheidsdiensten hebben al enkele malen terroristische cellen opgerold, die moslims rekruteerden voor de jihad in Afghanistan en Irak.178 Kepel en Fourest vinden de Egyptenaar Yusuf al-Qaradawi, hoofd van de European Council for Fatwa and Research (ECFR), een schoolvoorbeeld van een islamist die een nietconfronterende manier prefereert. Al-Qaradawi: “With Allah's will, Islam shall return to Europe, and Europeans shall convert to Islam. They will then be able to propagate Islam to the world.” 179 De ECFR verspreidt de islamitische boodschap via websites, moskeepreken, autochtone bekeringen en politieke participatie. Net als sommige Eurabië-auteurs, ziet Kepel de verspreiding van het islamisme ook gebeuren via de agenda van linkse politieke partijen en anti-globalisten, omdat zij bijvoorbeeld de islamistische claim van een slachtofferstatus voor alle moslims in Europa ondersteunen.180 Daar tegenover staan groepen die de islam op een confronterende manier willen verspreiden. Kepel stelt dat er in Europa een aantal radicale, salafistische groepen zijn die tegen de assimilatie van moslims en tegen democratie zijn. Deze groepen willen jonge moslims radicaliseren. Volgens Kepel vormt vooral de tweede generatie een makkelijke prooi, omdat ze vaak kampen met werkloosheid, armoede, uitsluiting, discriminatie en een gebrek aan identiteit. Het salafisme biedt deze jongeren een islamitische identiteit.181 Roy (2007: 55-56) is het hier niet mee eens. Hij ziet 59
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
niets in deze standaardverklaringen voor de radicalisering onder islamitische jongeren. Volgens hem speelt frustratie een grote rol. Roy ziet het islamitische radicalisme als een jeugdbeweging, een vorm van rebellie, zoals de extreemlinkse radicalen in de jaren zeventig een reactie vormden op het westerse imperialisme. Volgens Roy (2003) integreren moslims langzaam in open, kosmopolitische samenlevingen, waardoor een subcultuur ontstaat die soms gewelddadig kan zijn. Volgens Roy is de religieuze heropleving en radicalisering onder sommige islamitische jongeren het resultaat van de verwestering van hun leefomgeving en houdt het geen verband met familietradities of de rol van de gemeenschap. De radicale jongeren hebben last van een identiteitscrisis. Ze vervreemden vaak van de samenleving en de diaspora, waardoor ze vatbaarder worden voor rekrutering door islamistische organisaties. Dit vindt vooral plaats in moskeeën en gevangenissen. Sommige tweede en derde generatie immigrantenjongeren construeren een denkbeeldige universele gemeenschap, de oemma, gebaseerd op de ideologie van een traditionele religieuze identiteit, die zowel de cultuur van het thuisland, als de moderne cultuur verwerpen. Roy schaart deze trend onder het salafistische neofundamentalisme (er is maar één ware islam en alle andere inheemse culturen moeten worden verworpen). De nieuwe identiteit krijgt vorm door middel van een ‘zelfstudie’ over de islam, voornamelijk via het internet. Roy stelt dat deze ‘bornagain’ moslimjongeren zich liever op emotionele wijze verbinden met de islam, dan op theologische wijze. De traditionele koranscholen worden van minder belang. Hierdoor vervalt de religieuze autoriteit ook in een crisis.182 Hij beschouwt de islamitische terroristen dan ook niet als een gewelddadige voorhoede binnen de moslimgemeenschap, maar als een verloren generatie die zich niet identificeert met de traditionele thuiswaarden, noch met de moderne samenleving (2007: 56). Roy (2003) onderscheidt twee typen van radicalisering. Het eerste type vindt plaats door de diaspora, met het behoud van sterke banden met het thuislandXXXII. Het tweede type radicalisering is gericht op de strijd voor een transnationale oemma, die de nationale grenzen overstijgt voor het bredere doel: het verenigen van alle islamitische landen binnen een wereldkalifaatXXXIII. Volgens Roy vormt het tweede type een bedreiging voor Europa. Hij stelt dat XXXII
Volgens Roy waren de organisaties die de radicalisering bevorderden behalve islamistisch, ook nationalistisch en ‘links’. Zo werden in de jaren 1980-1990 de Europese diaspora’s gebruikt voor de rekrutering en financiering van terrorisme, maar tegelijkertijd ook als een politiek pressiemiddel om de buitenlandse politiek van het gastland tegen het thuisland te beïnvloeden. Als voorbeeld noemt Roy de in Algerije verboden islamistische partij Front Islamique du Salut (FIS, 1989) en de in Turkije verboden fundamentalistische Refah partij, die een low profile behielden in het gastland om van daar uit acties te coördineren tegen het thuisland. Bron: Oliver Roy, The National Interest. EuroIslam: the jihad wihtin? (2003). http://findarticles.com/p/articles/mi_m2751/is_2003_Spring/ai_99377576/?tag=content;col1, geraadpleegd op 18 mei 2010. XXXIII Roy noemt hier ook de FIS als voorbeeld. De FIS verloor de strijd in Algerije van het leger en van de Groupe Islamique Armé (GIA, 1992), een Algerijnse moslimfundamentalistische terreurgroepering. De tweede generatie Algerijnen in Europa kreeg meer interesse in het radicale discours van de GIA over de jihad, dan in de politieke coalities van de FIS. Langzaam distantieerden jonge radicale moslims zich van de islamistische partijen in hun thuisland. Deze verschuiving vond ook plaats in Turkije, waar de Refah partij zich opsplitste in Milli Görüş, een fundamentalistische organisatie met vertakkingen in Duitsland en Nederland. De soennitische panislamitische Hizb ut-Tahrir is een duidelijk voorbeeld van een internationale
60
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
Europa sinds twee decennia onderdeel uitmaakt van deze supranationale oemma.183 Het feit dat Europese jongeren herislamiseren betekent volgens Roy een radicale verbreking tussen het thuisland en de Europese generaties. Hij beschrijft vijf invloedrijke islamistische organisaties in Europa en hun bijbehorende dreiging: 1) het Egyptische Moslimbroederschap (MB, 1928) en het Turks-Duitse Millî Görüş (1969), leggen zich toe op de integratie van moslims, via instituties voor onderwijs en sociale voorzieningen. Beide organisaties zoeken erkenning van de autoriteiten als legitieme vertegenwoordigers van de moslimgemeenschap, zoals bij juridische kwesties over de hoofddoek en halal voedsel. De MB streeft een conservatieve islam in Europa na, Millî Görüş is wat gematigder (minimale veiligheidsdreiging). 2) De Indiase Tablighi Jamaat (1926) is pertinent tegen integratie en wil een geringe overheidsbemoeienis. De organisatie wil dat de moslims in Europa zich als een afzonderlijke gemeenschap presenteren, met weinig interactie met niet-moslims (minimale veiligheidsdreiging). 3) Hizb ut-Tahrir (Jeruzalem, 1953) en Al-Qaida (Afghanistan, 1988) zijn salafistische groepen die onderdeel uitmaken van supranationale islamitische netwerken en op gewelddadige wijze in het Westen opereren. Hun leden zijn vaak verwesterde jongeren die geen koranschool hebben bezocht, maar zijn beïnvloed door radicale imams (hoge veiligheidsdreiging). Zo bezochten de negentien vliegtuigkapers van 9/11 regelmatig de radicale moskeeën in Hamburg (Al-Qods) en Londen (Finsbury Park). Deze terroristen herislamiseerden in kleine groepen en vormden hun eigen (gewelddadige) islam. Volgens Roy waren dit typische producten van een westerse islam, in plaats van de traditionele islam. Hij ziet deze trend niet als een premodern fenomeen, maar juist als postmodern. Volgens Roy rekruteert Al-Qaida ongeveer 1020% van haar leden in Europa, voornamelijk etnische Arabieren, maar ook autochtone bekeerlingen raken geïnspireerd (als de Belgische zelfmoordterroriste Muriel Degauque). Roy schaalt veel leden van Al-Qaida onder de herboren moslims met weinig religieuze kennis, die na een ‘westers leven met drank en vrouwen’ radicaliseren. Ze worden aangetrokken tot het geweld binnen een religieus-politieke dimensie. Roy beweert dat Al-Qaida weinig directe invloed uitoefent op Arabische conflicten en merendeels aanslagen buiten de Arabische wereld pleegt.184 Roy (2007: 52-55) stelt dat de westerse moslims niet radicaliseren door crises in het MiddenOosten, omdat geen enkele Palestijn, Irakees of Afghaan betrokken was bij een terroristische daad binnen Europa. De daders hebben vooral een Pakistaanse, Marokkaanse, Egyptische of Somalische achtergrond. Ook keerden weinig herboren moslims terug naar hun thuisland voor de jihad, maar vertrokken juist naar de ‘frontlinie’: Afghanistan, Bosnië, Pakistan, Soedan, Somalië en Tsjetsjenië. Het strijdtoneel van deze groepen komt geheel overeen met de frontlinie van de islamistische groepering die een kalifaat nastreeft. Bron: Oliver Roy, The National Interest. EuroIslam: the jihad wihtin? (2003). http://findarticles.com/p/articles/mi_m2751/is_2003_Spring/ai_99377576/?tag=content;col1, geraadpleegd op 18 mei 2010.
61
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
denkbeeldige oemma, die Roy beschrijft.185 Volgens Kepel (2004: 241, 243) waren de aanslagplegers van de terroristische acties in Madrid, Amsterdam en Londen allen ‘homegrown’ terroristen, waar de aanslagplegers in de jaren 1980-1990 van buiten Europa kwamen, zoals de Algerijnen in Frankrijk. Volgens Kepel en Fourest (2005) ligt de MB ten grondslag aan het hedendaagse islamisme in Europa. Ze stellen dat de organisatie Europa tot topprioriteit heeft gemaakt, na herhaalde pogingen om in Egypte aan de macht te komen, waar ze door de regimes nauwlettend worden gecontroleerd en vervolgd.186 In Europa kunnen de organisaties gebruikmaken van de geboden vrijheden, alsmede van het falende beleid om islamitische immigranten te integreren. Fourest schat dat er meer leiders van de radicale politieke islam in steden als Londen en Genève, dan in Kaboel of Bagdad.187 Carr (2006: 12-15) denkt echter niet dat extremistische moslimgroeperingen, zoals de Britse al-Muhajiroun, veel aanhangers hebben. Hij tracht dit te illustreren aan de hand van een citaat van de directeur-generaal van de Franse inlichtingendienst, Pascal Mailhos, die stelt dat: “Out of 200,000 practising Muslims in France, only 5,000 belonged to fundamentalist Salafist groups, of whom only one in four had any involvement with ‘radical Islam’.” Dit komt neer op 1.250 radicale moslims. De islamhervormer Tariq Ramadan stelt dat ‘slechts’ 0.5% van de Europese moslims worden vertegenwoordigd door politieke salafistische groepen, ofwel ongeveer 75.000 moslims. Spencer (2005: 221, 224-225) en Tibi (2006) stellen dat Europa in oorlog is met radicaalislamistische organisaties. Zo hebben islamisten de V.S. en Europa al enkele malen publiekelijk de oorlog verklaard via terroristische aanslagen, met 9/11 als het dieptepunt. Andere islamisten eisen dat de ‘Dar al-Islam’ (huis van de islam) wordt uitgebreid naar Europa, via migratie en de daaropvolgende parallelle samenlevingen.188 Volgens Kepel (2004: 241, 243) hebben de aanslagen in Madrid, Europa van een ‘safe haven’ voor terroristische plannenXXXIV verandert, in een slagveld waarop de toekomst van de global islam wordt bepaald. Spencer (2005: 221) stelt dat de eeuwenoude droom van sommige islamisten over een geïslamiseerd Europa, niet vervlogen is. Kepel (2004: 1, 241) stelt dat voor radicalen als Abu Musab al-Zarqawi de herovering van Europa de completering is van een eeuwenoude opdracht voor een wereldwijd kalifaat, die de Ottomanen al startten in 1529 met het beleg van Wenen. De aanslagen in het Westen waren dan ook onderdeel van de grotere strategie van Ayman al-Zawahiri, mentor van Bin Laden en ideoloog van Al-Qaida. Het grotere geheel verduidelijkte Al-Zawahiri in december 2001 in een manifest, “Knights under the Prophet’s Banner”. Volgens Kepel willen de jihadisten Spanje terugveroveren, omdat het vijf eeuwen lang onder islamitische heerschappij heeft gestaan. XXXIV Al-Qaida had cellen in Hamburg voor 9/11; islamisten hadden vrij spel in Londen vanaf de jaren 1980, zoals Abu Musab al-Suri en Abu Qatada en in Belgie werden cellen opgericht van de Algerijnse Armed Islamic Group (GIA) om zo buiten Franse jurisdictie te blijven (Kepel 2004: 241).
62
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
Spanje wordt volgens hem gelijkgesteld aan Israël, Bosnië en Kasjmir: landen die heroverd moeten wordenXXXV. De aanslagen in Madrid hebben aangetoond dat terrorisme de binnenlandse en buitenlandse politiek kan beïnvloeden, wat het voor islamistische organisaties nóg aantrekkelijker maakt om haar invloed te vergroten binnen de diaspora’s.189
§ 2.5.4 Naar een liberale Europese islam? Hari (2007) is er van overtuigd dat Europa een liberale islam kan voortbrengen en hét platform zal worden voor een islamitische verlichting.190 De Franse politicologe Jocelyne Cesari claimt in “Euro - Islam: The Dynamics of Effective Integration” (2006) dat er een balans ontstaat: de islam verandert Europa, maar tegelijkertijd verandert Europa de islam.191 Ook Oliver Roy ziet in “EuroIslam: the jihad within?” (2003) de islam in Europa veranderen van een extern fenomeen, naar een Europese aangelegenheid. Hij denkt echter niet dat de Europese islam liberaal zal worden, zoals ook het christendom en jodendom dat niet zijn. Volgens Roy wordt de Europese islam vormgegeven door Europese moslims die niet langer religieuze banden onderhouden met het thuisland, maar zich volledig oriënteren op een moderne islamvariant.192 Roy (2007: 57-60) stelt dat het echter zinloos is om de Europese islam te promoten, of via overheidswege te interveniëren in de islamitische theologie. Hij verwacht dat de Europese islam vanzelf zal groeien, zonder theologische interventie, omdat de islam geen geschriften kent voor een liberaliseringsproces.193 Hij denkt dat westerse moslims vooral de erkenning willen dat ze volwaardige burgers zijn en dat de islam een westerse religie is. Roy vindt het spijtig dat veel ‘moslims’ die willen hervormen, geen moslim meer zijn (bijvoorbeeld Hirsi Ali), of door veel moslims worden uitgemaakt voor verrader (bijvoorbeeld Ramadan). Volgens Hari (2007) zal de stap naar een Europese islam dichterbij komen, wanneer de achtergestelde positie van islamitische vrouwen groter wordt binnen de traditionele moslimgemeenschap. Hij gelooft dat de ware strijd binnen de islam, wordt belichaamd door een opstand van moslima’s die zich keren tegen de quasi-fascistische interpretaties van de koran. Hij haalt in zijn artikel een quote van Hirsi Ali aan, die pleit voor een ‘derde feministische golf’, om zo moslima’s uit hun isolement te halen: [...] “Caging women in order to guard their virginity leads not only to frustration and violence for the individuals directly involved, but also to socio-economic backwardness for the entire community.” Hari (2007) beschrijft in zijn artikel het boek Breaking the silence (2006), van de moslimfeministe Fadela Amara, die in 2002 met enkele vriendinnen de groep Ni Putains, Ni XXXV
De herovering van voormalige moslimgebieden beziet Kepel vanuit de visie van Abdallah Azzam, de Palestijn die de jihad in Afghanistan coördineerde. Azzam stelde dat landen die eenmaal islamitisch zijn geweest, voor altijd islamitisch moeten blijven. In deze gebieden is het gelegitimeerd om mensen te doden, die hij aanduidt als ‘illegale bewoners’, onder de noemer van een defensieve jihad. Bron: Open Democracy. The war for Muslim minds: an interview with Gilles Kepel www.opendemocracy.net/faith-europe_islam/article_2216.jsp, geraadpleegd op 25 maart 2010.
63
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
Soumises (geen hoeren, noch onderworpen) heeft opgericht. De vrouwen willen de feministische islam verenigen met de waarden van het verlichte Frankrijk: vrijheid, gelijkheid en broederschap binnen een democratisch rechtssysteem. Hari stelt dat als de feministische islam eenmaal is geworteld in Europa, het jihadisme dan onmogelijk nog een voedingsbodem zal vinden in Europa.194 § 2.5.5 Conclusie De dag dat moslims en medeburgers in harmonie kunnen samenleven is nog ver weg, zo vreest Ramadan (2004).195 In de laatste optie is de interne strijd binnen de islam beschreven. Enerzijds staan de gematigde moslims, die een hervormde islam nastreven. Anderzijds staan de (radicale) islamisten, die juist een fundamentalistische islam willen opleggen aan de Europese moslimgemeenschappen. Ramadan (2007) vraagt zich vertwijfeld af wanneer Europa haar moslimbevolking als volwaardige burgers zal omarmen. Volgens Roy (2007) moet de islam alleen als religie worden gezien en niet langer gekoppeld worden aan etnische of culturele verschijnselen. Roy vreest de groeiende invloed van de radicale islamisten op de gematigde moslimmeerderheid. Hij noemt organisaties als de Moslimbroederschap, Hizb ut-Tahrir en AlQaida, die ieder op een verschillende manier hun invloedssfeer uitbreiden. Ze richten zich vooral op de tweede generatie moslims, die zich vervreemden van de samenleving en zichzelf via internet een radicale islam eigen maken. Zowel Roy als Hari (2007) stellen dat Europa de gematigde moslims actiever moet steunen, zodat idealiter een Europese islam zal ontstaan. Dit moet onder meer plaatsvinden door de positie van de vrouw binnen de islam te verbeteren. In het theoretische kader zijn de drie toekomstige opties voor de islam in Europa beschreven. De eerste optie stelt dat Europa islamiseert en verandert in Eurabië. Optie twee beweert dat Europa intact blijft, omdat de weerstand tegen de islamitische aanwezigheid groeit en moslims in de toekomst zullen worden uitgesloten van de samenleving. De laatste optie wordt gevormd door de theorie waarin de Europeanen en moslims in harmonie zullen samenleven, maar pas nádat Europa het strijdtoneel is geweest van de interne strijd binnen de islam tussen good muslims and bad muslims. De auteurs vallen niet allemaal binnen één specifieke optie, maar zijn aan de hand van hun specifieke opvattingen bij een onderwerp geplaatst, zoals bijvoorbeeld Pipes, Roy, Hari en Kepel. Voordat het volgende hoofdstuk zich volledig richt op het onderzoek naar de Nederlandse situatie, worden allereerst de tien belangrijkste kenmerken van de Eurabietheorie benoemd en geoperationaliseerd.
64
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
§ 2.6
Operationalisering van de theoretische kenmerken
In de voorgaande paragrafen zijn drie opties weergegeven, die de toekomst van de islam in Europa beschrijven. Het onderzoek gaat verder niet in op de juistheid en volledigheid van de genoemde opties, of de vraag welke optie het meest plausibel is. De tweede en derde optie van het theoretische kader worden in het vervolg grotendeels losgelaten. De focus van het onderzoek richt zich vanaf nu puur op de status van een eventuele islamisering in Nederland. Het uitgangspunt van het onderzoek is als volgt: de eerste optie uit het theoretische kader wordt centraal gesteld binnen het onderzoek. De motivatie om de theorie van een geïslamiseerd Europa centraal te stellen is tweeledig: 1. Het islam-debat wordt in Nederland gemonopoliseerd door Wilders en de PVV. Hij laat regelmatig de term ‘Eurabië’ vallen in zijn toespraken en bedient zich van dezelfde retoriek als bijvoorbeeld Ye’or, Bawer en Pryce-Jones over de “linkse elite die samenwerkt met de (radicale) islamisten”. Heeft Wilders gelijk wanneer hij praat over de islamisering van Nederland? 2. Mochten de voorwaarden van de Eurabië-theorie overeenkomen met de Nederlandse situatie, dan betekent het dat er echter niet persé sprake te zijn van een daadwerkelijke islamisering van de samenleving. Deze theorie is ronduit controversieel en aan harde kritiek onderhevig. De genoemde voorwaarden hangen immers af van de intepretatie van de kenmerken. De conclusie zal dan zijn dat Nederland slechts voldoet aan de voorwaarden voor een islamisering, volgens de Eurabië-theorie. Máár mochten de voorwaarden niet aanwezig zijn in Nederland, dan is de angst voor islamisering zelfs in het ‘worst-case scenario’ ongegrond. Afhankelijk van de conclusie kan men vervolgens discussiëren in hoeverre deze theorie wetenschappelijk verantwoord is en wat de bruikbare bevindingen zijn voor de Nederlandse situatie. De theorie vormt daarom een goed uitgangspunt om het internationale debat te vertalen naar de Nederlandse casus. Een alomvattend onderzoek naar de mogelijke islamisering is hard nodig om de politieke en maatschappelijke discussie tot bedaren te brengen en nieuwe inzichten te bieden. De Eurabië-theorie is vertaald naar de tien belangrijkste voorwaarden met elk hun eigen variabelen, zoals beschreven in paragraaf 2.2. Aan de hand hiervan wordt onderzoek gedaan naar de stand van zaken omtrent de islamisering van Nederland.
65
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
Tabel 2: de kenmerken en operationalisering van de Eurabië-theorie Kenmerken De status van het christendom De demografie onder de autochtone bevolking Het aantal en percentage moslims anno geschat en verwacht
De mate van politieke en publieke weerstand tegen islamistische eisen, ter bescherming van het erfgoed en de nationale identitieit
Het bestaan van parallelle samenlevingen, waar moslims gescheiden leven van andere bevolkingsgroepen
De status van de shariarechtspraak De geschiedenis van islamitisch gemotiveerde rellen De mate van invloed van radicale islamisten en extremisten op de moslimgemeenschappen De mate van samenwerking tussen politieke partijen en islamisten De houding jegens de V.S., Israël en de Palestijnen
Operationalisering a.d.h.v. de volgende variabelen -
aantal gelovigen (en aantal atheïsten) verdwijnen van christelijke feestdagen vruchtbaarheid immigratie en emigratie leeftijdsopbouw vruchtbaarheid (verschillen per herkomstland) overheidsbeleid inzake immigratie/integratie en remigratie geloofsafval ‘witte’ bekeerlingen aantal moskeeen beperking van de vrijheid van meningsuiting strafbaar stellen van kritiek op de islam slappe overheidsreacties na gewelddadigheden en terrorisme bevordering van minderheidsrechten ten koste van meerderheid/beperking burgerrechten en -vrijheden weerstand tegen islami(s)tische druk en radicale uitingen aanhang van ‘rechtse partijen’ anti-islamdemonstraties mediaberichtgeving verlies van nationale identiteit en morele autoriteit overheidsbeleid inzake immigratie en integratie interactie tussen autochtonen en moslims bevolkingsopbouw in steden (aparte wijken voor etnische groepen) vergelijking met andere minderheidsgroepen no-go areas voor politie en autochtonen gescheiden scholen en openbare voorzieningen invloed van islamitische landen en groeperingen op de moslimgemeenschappen shariarechtbanken polygamie eerwraak etnische rellen met een islamitische factor rellen rondom de vastenmaand ramadan criminaliteitscijfers aanwezigheid en invloed van radicaalislamistische organisaties uitspraken van islamisten en radicale personen radicalisering onder moslims terroristische acties (‘homegrown’ daders) partijprogramma’s van linkse politieke partijen uitspraken over de islam en moslims stemvoorkeur politieke houding (steun in conflicten) economische relaties (import/export) militaire samenwerking (oorlogen) publieke opinie over de V.S. en Israël
66
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
HOOFDSTUK 3 § 3.1
DE HUIDIGE STAND VAN ZAKEN EN EEN TOEKOMSTPROGNOSE VOOR NEDERLAND
Inleiding
In het vorige hoofdstuk zijn de drie mogelijke opties voor de toekomst van Europa beschreven, evenals de kenmerken en variabelen van de eerste optie, die als voorwaarden gelden voor de Nederlandse situatie. Nederland kent al jarenlang discussies rondom een mogelijk proces van islamisering. Er zijn dan ook diverse artikelen en boeken verschenen die op deze vraag ingaan. Deze artikelen worden in paragraaf 3.1.2 kort beschreven. De groeiende diversiteit binnen de samenleving heeft ertoe geleid dat veel Nederlanders de nationale identiteit herdefiniëren. De pogingen om een gemeenschappelijke identiteit te creëren, hebben geleid tot een politiek debat over immigratie en integratie. Zo is het integratiedebat mainstream geworden sinds de politieke opkomst van Fortuyn in 2001 en de daaropvolgende uitverkiezing van de LPF in de Tweede Kamer in 2002. De kritiek op het integratiebeleid nam grote vormen aan na de moord op Van Gogh, omdat de dader een Marokkaanse Nederlander van de tweede generatie was. Volgens Chavi Nana, in het verleden betrokken bij studies naar (etnische) migratie voor het Ministerie van Justitie, werden diversiteit en integratie vervolgens geassocieerd met terrorisme en onveiligheid.196 Joanna van Selm, een onderzoekster van IMES, stelt zelfs dat het beleid van multiculturalisme sindsdien als grotendeels onsuccesvol kan worden beschouwd.197 De kritiek op het integratievraagstuk blijft voortbestaan door de harde retoriek van de PVV. Hieronder volgt eerst een korte uiteenzetting over de geschiedenis van de Nederlandse immigratie, alvorens eerdere artikelen over de islamisering in Nederland te beschrijven. Het beschrijven van de immigratiegeschiedenis is van belang om te weten in welke hoedanigheid de immigranten en moslims de afgelopen decennia naar Nederland zijn gemigreerd. Vervolgens worden de tien kenmerken van de Eurabië-theorie onderzocht vanaf paragraaf 3.2.
§ 3.1.1 Geschiedenis van de Nederlandse migratie Hoewel Nederland door de eeuwen heen steeds open heeft gestaan voor vluchtelingen en arbeidsmigranten, is Nederland in het verleden regelmatig beschreven als een aarzelend immigratieland, stelt Van Selm.198 Volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en de Migratiekaart 2009 (5-6) van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) kent de contemporaine migratie van en naar Nederland een aantal fasen.199 Nederland stond tussen 1945 en 1960 bekend als een emigratieland. Volgens Van Selm emigreerden in deze periode meer dan een half miljoen Nederlanders naar landen als Australië, Canada en de V.S..200 Nederland kende in
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
dezelfde periode ook een hoge immigratie vanuit de voormalige kolonie Nederlands-Indie (Indonesië sinds 1949): tussen 1945 en 1965 ontving Nederland 300.000 personen, voornamelijk Indische repatrianten, Molukse ex-militairen uit het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) en alle overgebleven Nederlanders. Desondanks had Nederland een vertrekoverschot, maar dit veranderde begin jaren zestig. De aantrekkende economie, het tekort aan arbeidskrachten en de hoge welvaart ontlokten een toevloed van mannelijke gastarbeiders naar Nederland, vanuit Italië en Spanje en later vanuit Turkije en Marokko. De immigratie van gastarbeiders werd beperkt, nadat de wereldwijde oliecrisis in 1973 de westerse economieën deed stagneren. Dit leidde vervolgens tot een wervingsstop van laaggeschoolde arbeiders. Sindsdien wordt de immigratie vooral bepaald door gezinshereniging uit Turkije en Marokko en later door gezinsvorming. De onafhankelijkheid van Suriname in 1975 leidde weer tot een immigratietoename. Eind 1976 leefde ongeveer eenderde van de Surinaamse bevolking in Nederland. In 1979 en 1980 volgde nog een massale immigratie vanwege de ‘toescheidingsovereenkomst inzake nationaliteiten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname’. In de jaren tachtig nam de omvang van de immigratie toe door de komst van asielzoekers en illegalen, afkomstig uit de conflictgebieden in de toenmalige Sovjet-Unie en Joegoslavië, Irak, Iran, Somalië, Sri Lanka en Afghanistan. Dit leidde tot een grote etnische en culturele diversiteit onder de immigranten.201 Hoewel ongedocumenteerde arbeiders niet meer officieel werden toegelaten, werden ze gedoogd in de jaren tachtig. De immigratie vanuit de Nederlandse Antillen en Aruba groeide nadat beide economieën in de jaren negentig waren verzwakt. In het begin van de 21e eeuw kende Nederland een vestigingsoverschot, door de instroom van voornamelijk arbeidsmigranten en asielzoekers. Na de periode van economische bloei ontstond er in Nederland een vertrekoverschot. De immigratie daalde tot 2006 en de emigratie steeg tot 2007. Deze trend stond haaks op de cijfers in andere Europese landen. Het RIVM wijst de teruggelopen werkgelegenheid, een daling in het aantal asielzoekers, de verminderde immigratie vanuit Turkije en Marokko, de verharding van het politieke en sociale klimaat, een negatieve beeldvorming rond allochtonen en de onvrede over het algemene leefklimaat, aan als oorzaken voor het emigratieoverschot. Sinds 2008 is Nederland weer een immigratieland. Het aantal immigranten kent met 143.000 personen het hoogste cijfer sinds 1899, het jaar waarin de bevolkingsstatistieken voor het eerst actief worden bijgehouden. De toenemende immigratie komt steeds meer door een toename van het aantal arbeidsmigranten uit nieuwe EU-landen als Polen, Roemenie en Bulgarije en Azië. Arbeidsmigratie heeft gezinsmigratie recentelijk verdrongen als het belangrijkste immigratiemotief. In 2007 was dit zelfs 40%.202 De immigranten uit de nieuwe EU-landen en Azië zijn echter over het algemeen niet islamitisch. 68
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
§ 3.1.2 Eerdere berichtgeving over de islamisering van Nederland Er is reeds eerder bericht over de islamisering van Nederland. In de inleiding wordt al melding gemaakt van het boek van Fortuyn, Tegen de islamisering van onze cultuur (1997). Hierin beschrijft Fortuyn een botsing tussen het cultuurrelativisme van de Nederlanders en de fundamentalistische cultuur van de moslims. In het boek worden drie grote verschillen beschreven tussen enerzijds het joods-christelijke humanisme en anderzijds de islamitische cultuur: de scheiding tussen kerk en staat, de omgang tussen de seksen en de verhouding tussen ouders en hun kinderen.203 In hetzelfde jaar dat Lewis (2004) stelde: “Europe will be Islamic by the end of the 21st century”, haalde de toenmalige EU-commissaris en voormalige VVD-politicus, Frits Bolkestein, deze quote aan in een toespraak op de Universiteit van Leiden. Hij wilde hiermee waarschuwen dat een Turkse uitbreiding van de EU zou kunnen leiden tot een geïslamiseerd Europa, waarin de Europeanen een minderheid zouden vormen (Carr 2006: 5). Bolkestein sprak in 1991 al over een tegenstelling tussen ‘de islam en democratie’, die de strijd tussen ‘oost en west’ zou opvolgen.204 De Brit Murray (2006) stelde dat Nederland al langzaam islamiseert. Hij verbaasde zich echter over de heersende stilte vanuit de politiek en de bevolking tegen dit verschijnsel. Hij noemde Nederland zelfs ‘een kanarie in de [Europese] mijn’, met haar hoge moslimpercentage en verharde samenleving. Murray heeft alle hoop verloren in een land waar een islamcriticus als Wilders voor het gerecht wordt gedaagd.205 In 2007 vond de toenmalige PvdA-minister van Wonen, Wijken en Integratie, Ella Vogelaar, dat men in Nederland tegenwoordig kan spreken van een ‘joodschristelijke én islamitische cultuur’.206 In april 2007 bracht Syp Wynia, journalist en columnist van het weekblad Elsevier, een artikel uit, getiteld “Integratie: Op de knieën voor de islam”. Hij stelde dat de oorzaak van de Nederlandse islamisering niet te wijten is aan het aanwezige aantal moslims, maar aan de politieke knieval voor de islamistische druk. Wynia wijt de slechte integratie van moslims aan de meegaande, individualistische en schuldgevoelige cultuur in Nederland, die wordt overruled door de masculiene en collectieve islamcultuur. Tevens wordt beweerd dat hoe duidelijker de groeiende groep islamitische kiezers haar voorkeur uitspreekt voor linkse politieke partijen, des te meer Nederland aan de islamistische eisen tegemoet zal komen. Wynia stelt verder dat ‘gewone’ moslims niet worden gesteund in hun strijd tegen de groeiende invloed van fundamentalisten. Het vermeende proces van islamisering heeft een inbreuk op de samenleving en het binnenlandse en buitenlandse beleid tot gevolg. Het artikel noemt een aantal voorbeelden in de Nederlandse geschiedenis, waarin de ‘angst en slappe ruggengraat’ van politieke leiders wordt getoond: op 14 september 2001 durfden veel scholen geen drie minuten stilte te houden, ter nagedachtenis aan 9/11, omdat ze bang waren voor ‘onbeheersbare reacties’ van islamitische leerlingen. Op 5 69
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
december 2002 verschoof 25% van de basisscholen in de Randstad de viering van Sinterklaas, omdat het samenviel met het islamitische Suikerfeest. Na de moord op Van Gogh op 2 november 2004, is de film Submission van Van Gogh en Hirsi Ali om veiligheidsredenen nergens meer vertoond. In juni 2006 schrapte de Universiteit van Utrecht (UU) in de afscheidsrede van hoogleraar theologie Pieter van der Horst enkele ‘islamofobe’ passages, omdat islamitische studenten zich beledigd zouden kunnen voelen door de rede over islamitisch antisemitisme in het Midden-Oosten. Op 30 juni van dezelfde maand zegt de toenmalige Minister van Justitie, Piet Hein Donner (CDA), dat “het mogelijk moet zijn dat moslimgroeperingen langs democratische weg aan de macht komen […] als tweederde van de Nederlanders morgen de sharia wil invoeren, dan moet die mogelijkheid toch bestaan?”. Op 17 januari 2007 laat de veroordeelde terrorist Samir Azzouz van de Hofstadgroep, de eveneens veroordeelde vrouw Soumaya Sahla van de speciale terroristenvleugel in Vught overplaatsen naar Rotterdam, omdat Azzouz de aanwezigheid van mannen aldaar tegenstrijdig vindt met zijn geloof. Wynia benadrukt dat vooral de angst, naïviteit en het gebrek aan moraliteit tot de islamisering van Nederland zal leiden: “Nederland islamiseert vooral zichzelf”.207 Het bevreemdt tolk en schrijfster Nahed Selim, tevens moslima, in haar artikel “Islamisering is allang binnengeslopen” (2008), dat er in Nederland nog steeds een taboe heerst om openlijk over de islamisering van de samenleving te discussiëren. Selim stelt dat de islam langzaam alle aspecten van het dagelijkse leven zal domineren, wat zal resulteren in de islamisering van het denkproces en waar islamitische waarden de overhand zullen krijgen boven andere waardesystemen. Ze doelt hier onder meer op de bestraffing van, of geweldpleging tegen islamcritici. Selim ziet de islamisering niet als een getalsmatige kwestie, of iets wat alleen na een militaire verovering tot stand kan komen. Zo is Turkije een overwegend islamitisch land, maar wordt de islam beperkt door de macht van het seculier-georiënteerde leger. Ze stelt dat in elk land waar een totale islamisering heeft plaatsgevonden er meer onrust, chaos en zowel culturele als materiele conflicten zijn ontstaan tussen diverse bevolkingsgroepen. Ze noemt hierbij Pakistan, Iran, Soedan en Somalië als voorbeelden.208 Note: de bovenstaande auteurs en artikelen kunnen ook onder optie één worden beschreven, maar zijn hier geplaatst omdat ze specifiek ingaan op de Nederlandse situatie. Vervolg van het onderzoek De eerdere berichtgeving over de islamisering van Nederland is echter niet onderbouwd aan de hand van een dergelijk onderzoek. In het vervolg van het onderzoek worden de persoonlijke visies uit het theoretische kader verder buiten beschouwing gelaten en wordt ingegaan op de vraag of Nederland daadwerkelijk islamiseert, volgens de voorwaarden uit de Eurabië-theorie. Hierbij wordt gebruik gemaakt van feiten, data, schattingen en wetenschappelijke rapportages die 70
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
deze kenmerken ondersteunen of juist onderuithalen. Er wordt ook veelvuldig gebruik gemaakt van feiten uit krantenartikelen, die het onderzoek up-to-date te houden en vanwege het feit dat er vooralsnog te weinig wetenschappelijke literatuur voorhanden is.
§ 3.2
Onderzoeksvraag 1: is het christendom in verval?
§ 3.2.1 Inleiding Eén van de belangrijkste kenmerken van de islamisering van Europa is, volgens zowel Ferguson (2004), Ratzinger (2004) en Pipes (2007, 2008), het verval van het christendom (zie paragraaf 2.2.2). Ze stellen dat Europa door het morele verval, als gevolg van de ontkerkelijking, eenvoudig ten prooi kan vallen aan de religieusvurige moslims. Ondervindt Nederland ook een afname van het aantal kerkelijken en een toename van het atheïsme? De mate van kerkbezoek, het vruchtbaarheidscijfer onder kerkelijken en de oorzaken van ontkerkelijking vormen belangrijke aspecten binnen dit onderzoek.
§ 3.2.2 Afname van het aantal kerkelijken en het kerkbezoek In het CBS-rapport “Religie aan het begin van de 21e eeuw” (2009b: 7, 45) wordt het beeld van de Nederlandse ontkerkelijking bevestigd. Van alle volwassenen in Nederland beschouwt 56% van de autochtonen zichzelf als ‘kerkelijk’, ofwel ruim negen miljoen mensen. Hiervan bedroeg in 2005/2006 het aantal rooms-katholieken 29%, het aantal protestanten negentien procent en het percentage moslims en ‘andere religies’ beiden vijf procent. Dit betekent dat 42% van de Nederlanders niet religieus was. De christelijke religiositeit onder Nederlanders is de laatste jaren dan ook sterk gedaald. In de periode 1997-2008 daalde het kerkbezoek, de zogenaamde kerksheid, onder de rooms-katholieken (-3%), de Nederlands hervormden (-5%) en de gereformeerden (3%). Alleen protestanten gingen vaker naar de kerk (+3%) in de periode 2004-2008. Daarbij is de frequentie van het kerkbezoek in de periode 1997-2008 ook gedaaldXXXVI (zie bijlage).209 Volgens onderzoekers J. Becker en J. de Wit van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) is het percentage gelovigen dat nooit meer een kerk bezocht, gestegen van zestien procent in 1980 tot 24% in 1999. Dit stellen ze in “Secularisatie in de jaren negentig. Kerklidmaatschap, veranderingen in opvattingen en een prognose” (2000: 13-14). Tevens steeg het percentage gelovigen dat slechts XXXVI Van de Protestanten bezoekt bijna eenderde elke week de kerk. CBS. Weinig Nederlanders gaan regelmatig naar kerk of moskee (2008). www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/vrije-tijd-cultuur/publicaties/artikelen/archief/2008/2008-2476-wm.htm, geraadpleegd op 19 mei 2010. Gereformeerden kerken het meest (48% gaat minimaal eens per week naar de kerk) en katholieken het minst (8%). CBS Statline. Maatschappelijke participatie; sociale contacten, kerkelijke gezindte (2009). http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=60027ned&D1=91-101&D2=0-2&D3=a&VW=T, geraadpleegd op 22 april 2010.
71
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
eenmaal per jaar naar de kerk gaat, in dezelfde periode van 34% naar 46%. Het CBS beschrijft een daling in kerksheid in de periode van 1971-2008, van 37% tot negentien procentXXXVII (zie bijlage). Het CBS vreest dat de afgenomen kerkelijkheid verband houdt met een verlies van sociale saamhorigheid binnen de (geloofs)gemeenschap (CBS 2009: 7, 11, 43-44) Het aantal Nederlandse ingezetenen zonder christelijke gezindte (atheïsten, andere religies), groeide met vier procent over de periode 1997-2008. Waar Nederland in 1860 nog volstrekt christelijk was (60% protestanten, 40% rooms-katholieken), steeg het percentage ontkerkelijkten in 1899 tot twee procent, in 1930 tot veertien procent, in 1960 tot achttien procent, tot zelfs 42% in 2008. De sterke mate van ontkerkelijking werd ingezet in de jaren zestig, toen de ontzuiling zich inzette en de samenleving individualiseerde. Sinds 1989 vormen de nietkerkelijken de grootste groep. Secularisatie heeft in Nederland geleid tot de grootste formele ontkerkelijking ter wereld (CBS 2009b: 7). Becker en De Wit (2000: 13-14) schatten het aantal niet-kerkelijken nog veel hoger in, op 63% in 1999. Dat betekent dat slechts 37% zich tot een kerkgenootschap rekende. Volgens hen stijgt de buitenkerkelijkheid nog meer, omdat het fenomeen onder de jongere generaties sneller stijgt dan onder de ouderen. Het vruchtbaarheidscijfer onder gelovigen, is in grote mate van belang voor het voortbestaan van het christendom.
§ 3.2.3 Vruchtbaarheidscijfer Volgens het CBS (2009b: 31-33) is het kerkelijke milieu van invloed op het aantal kinderen. Gemiddeld gezien neemt het aantal kinderen onder christenen af (gerekend naar de geboorteperiode van de vrouw): 2, 02 kinderen per vrouw in de periode 1945-1954, 1,92 kinderen in 1955-1964 en 1,78 kinderen in 1965-1974 (zie bijlage). Vrouwen uit een niet-kerkelijk milieu hebben nog slechts in vijftien procent van de gezinnen drie of meer kinderen. Dit ligt voor gereformeerde vrouwen aanzienlijk hoger, hoewel het ook onder deze jongere generatie afneemt. Bewuste kinderloosheid komt weinig voor in religieuze families. Naar verwachting zal dit kindertal gelijk blijven op het landelijke geboorteniveau (zie volgende paragraaf).
XXXVII
De grootste daling van het aantal christenen valt binnen het katholicisme, onder de 55-64 jarigen en onder hoger opgeleiden. Maar vooral de categorie tot 44 jaar binnen het Rooms-katholicisme, bij de Nederlands Hervormde en Protestanten tonen een lagere religiositeit dan de categorie 45-plussers. Dit geldt alleen niet voor de Gereformeerden. Tevens gaan vooral de 55-plussers minstens één keer per week naar de kerk, terwijl de categorie tot 54 jaar zelden of nooit een kerk bezoekt (CBS 2009: 7, 11, 43-44)
72
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
§ 3.2.4 Mogelijke oorzaken van de ontkerkelijking De Volkskrant wijt de dalende religiositeit aan een verminderde behoefte van christenen, om via een instituut uiting te geven aan het geloof.210 Het CBS (2009b: 10) noemt een verband met de emancipatie van vrouwen, vergrijzing, een hogere welvaart, hogere opleidingen en de komst van de televisie. Volgens dr. A.H. Veerman, predikant van de Protestantse gemeente in ‘t Harde, zijn de misbruikaffaires rondom de rooms-katholieke kerk schadelijk voor alle christelijke kerken, omdat sommige gelovigen geen onderscheid maken tussen de diverse stromingen.211 Het NRC Handelsblad spreekt van een toename met 550 opzeggingen van het rooms-katholieke lidmaatschap in drie weken.212 Het verval van het christendom wordt nog het beste geïllustreerd door het voorstel van het Christelijk Nationaal Vakverbond (CNV) in 2006, om Tweede Paasdag of Pinksteren om te ruilen voor het islamitische Suikerfeest of Offerfeest. Door protesten uit de achterban is dit plan vervolgens ingetrokken.213
§ 3.2.5 Conclusie: de bewering komt wel overeen met de feiten Het Nederlandse christendom is in verval, zo blijkt uit cijfers van het CBS en het SCP. Nederland kent zelfs de grootste ontkerkelijking ter wereld. Dit wordt geconcludeerd na het dalende percentage gelovigen (behalve onder de Gerefomeerden), het dalende kerkbezoek en de groei van het aantal atheïsten: van twee procent in 1899 naar 42% in 2008. Het dalende vruchtbaarheidscijfer onder gelovigen, van 2,02 naar 1,78 in dertig jaar, kan impliceren dat het aantal christenen alsmaar verder zal afnemen. De bewering van de Eurabië-auteurs komt derhalve overeen met de Nederlandse situatie. Desondanks is dit kenmerk niet direct in verband te brengen met een mogelijke islamisering. Volgens de theorie moet het worden gezien als een voorwaarde, omdat door de ontkerkelijking ook de sociale saamhorigheid afneemt en de religieusfanatiekere moslims hun waarden kunnen opdringen. Of de Nederlandse moslims daadwerkelijk religieuzer zijn dan christenen, wordt beschreven in paragraaf 3.4.
§ 3.3 Onderzoeksvraag 2: neemt de autochtone bevolking in getale af? § 3.3.1 Inleiding In paragraaf 2.2.3 staat de bewering van Ferguson (2004) beschreven, waarin hij stelt dat de Europese bevolking in absolute aantallen sterk afneemt, onder meer door vergrijzing en de emigratie van autochtone Europeanen.214 Volgens Pipes (2007, 2008) is het vruchtbaarheidscijfer (hierna TFR, Total Fertility Rate) onder autochtone Europeanen zeer laag, met een gemiddelde van 1,4 kinderen per vrouw. Het gemiddelde ligt ver onder het vervangingsniveau van 2,1, dat nodig 73
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
is om de bestaande generatie op hetzelfde niveau te houden.215 Is er in Nederland ook sprake van een demografische neergang onder de autochtone bevolking? Deze vraag wordt beantwoord aan de hand van data over de bevolkingsgroei, de leeftijdsopbouw, de TFR en het Nederlandse migratiesaldo. Van elk aspect wordt zowel de huidige situatie, als de prognose beschreven. Nederland is een van de dichtstbevolkte landen ter wereld met 338 mensen per vierkante kilometer, zo schatte de Verenigde Naties in 2000.216 Volgens het CBS telde Nederland 1 januari 2010 16.577.612 inwoners.217 Dit aantal wordt als volgt opgesplitst: 218 Diagram 1: opbouw van de Nederlandse bevolking, naar herkomst (1 januari 2010)
Totale Nederlandse bevolking 16.577.612
Autochtonen 13.215.458
Allochtonen 3.362.154
Westerse allochtonen 1.502.839
Niet-westerse allochtonen 1.859.315
§ 3.3.2 Bevolkingsgroei Volgens de CBS Integratiekaart 2006 (7-8) is de totale groei van de Nederlandse bevolking van 2001 tot 2005 afgenomen, tot onder de 4%. In 2000 bedroeg de bevolkingsgroei nog 123.000 personen. In 2006 was dit teruggelopen tot slechts 26.000 personen. De daling werd onder meer veroorzaakt door een afnemende natuurlijke groei, maar ook door een dalend migratiesaldo en een daling in de niet-westerse immigratie van de eerste generatie allochtonen sinds 2002. Volgens het CBS (9-10) is de afname in bevolkingsgroei veel groter geweest voor niet-westerse allochtonen (van 5.3 naar 1.2%) dan voor de autochtonen (van 0.2 naar 0%). De autochtone bevolkingsgroei bedroeg 4.000 personen. Hieruit blijkt dat het autochtone aandeel van de bevolkingsgroei ongeveer vijftien procent bedraagt (4.000 van de totale bevolkingsgroei van 26.000). Vanaf 2006 is de bevolkingsgroei weer toegenomen. Deze toename is echter vooral toe te schrijven aan een hoger migratisaldo. Volgens de “Bevolkingsprognose 2009-2016: omslag naar lagere groei” (2010: 14-15) van Coen van Duin en Han Nicolaas van het CBS, hing deze toename ook samen met uitbreidingen van de E.U. en de toenemende vraag naar arbeidskrachten. In 2009 zijn de effecten van de economische crisis zichtbaar geworden, via een dalende arbeidsimmigratie uit E.U.-lidstaten en een daling van het aantal geboorten. Toch steeg de bevolkingsgroei in 2009 met 92.000 personen volgens het CBS (2010: 4), het hoogste 74
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
percentage sinds 2002. Dit werd vooral veroorzaakt door een stijging van het aantal asielmigranten. De natuurlijke bevolkingsaanwas bedroeg slechts 55%. Uitgegaan van het autochtone aandeel van vijftien procent van de totale bevolkingsgroei, bedroeg de autochtone bevolkingsgroei in 2009 ongeveer 14.000 personen. Van Duin en Nicolaas (2010: 14, 19-20) verwachten dat de jaarlijkse bevolkingsgroei in 2015 tot 40.000-45.000 personen zal dalen. De oorzaken zijn vooral een afnemende arbeidsmigratie en een dalende natuurlijke bevolkingaanwas. Volgens Van Duin en Nicolaas zal de bevolkingsomvang in 2016 tussen de 16,7 en 17 miljoen bedragen. Basha Poelman en Van Duin van het CBS schatten in “Bevolkingsprognose 20092060” (2010: 6-9) dat de Nederlandse bevolking tot het jaar 2038 zal blijven groeien, totdat de maximale omvang van 17,5 miljoen wordt bereikt. Vervolgens zal de omvang dalen tot 17,3 miljoen in 2060, mede vanwege de stijgende sterftecijfers. De natuurlijke aanwas zal slechts tot 2031 positief blijven.
§ 3.3.3 Leeftijdsopbouw De leeftijdsopbouw van de bevolking is vooral van belang voor de toekomstige verwachtingen van het aantal autochtonen. Volgens het CBS telde Nederland ruim 13,2 miljoen autochtonen per 1 januari 2010. Het gemiddelde aandeel autochtonen was 82%, het gemiddelde onder zowel westerse als niet-westerse allochtonen was negen procent (zie bijlage). Naarmate de leeftijd groeit, neemt het aandeel autochtonen toe. Nederland vergrijst. Het percentage autochtonen is meer dan 80% in de leeftijdscategorie 45-plus. De categorie 80-plus kent zelfs meer dan 90% autochtonen. In de categorieën tot 45 jaar, is het percentage autochtonen gemiddeld 76%. In de categorie 2530 jaar is het percentage met 71% het laagst. Het percentage niet-westerse allochtonen is tegelijkertijd hoog in de categorie 0-35 jaar (zie volgende paragraaf). Tussen 2000-2007 steeg het aantal 65-plussers met 0.9% tot 14.5%, zo becijferen Van Duin en Nicolaas (2010: 19). Tegelijkertijd is het sterftecijfer gedaald, gezien de afnemende sterfterisico’s, vooruitgang in de zorg en een verbeterde leefstijl. In de periode 2008-2009 is de levensverwachting van mannen met 0,26 jaar gestegen en van vrouwen met 0,11 jaar. De trend van vergrijzing wordt ook geïllustreerd door de druk op de jonge werkende bevolking (20-64 jarigen). De ‘groene druk’ bestaat uit jongeren (-20 jaar), de ‘grijze druk’ uit ouderen (+65 jaar). De groene druk is sinds de jaren 1960 sterk afgenomen, terwijl de grijze druk vanaf de jaren 1990 sterker toeneemt (CBS 2009: 6). Het CBS verwacht dat vanaf 2011, wanneer de ‘babyboomgeneratie’ (uit 1945-1955) tot de 65-plussers zal behoren, de grijze druk sneller toeneemt. Van Duin en Nicolaas verwachten dat het aantal inwoners onder de 40 jaar met een kwart miljoen zal dalen; de 65-pluscategorie zal tegelijkertijd met 0,6 miljoen stijgen. In 2040 wordt verwacht dat er op elke tien 20-64 jarigen, vijf 75
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
65-plussers zijn. De toename wordt vooral veroorzaakt door een enorme stijging van het aantal 80-plussers in 2050 (1,3-1,6 miljoen). Het aantal 65-plussers zal van 2,5 miljoen in 2009 naar 4,5 miljoen stijgen in 2040 en 4,2 miljoen in 2060, waardoor het percentage 65-plussers in 2060 mogelijk 24% van de bevolking zal uitmaken (zie bijlage). De potentiële beroepsbevolking (20-64 jaar) zal van 10,1 naar 9,2 miljoen krimpen in 2060, ofwel een percentage van 54,3%. De grijze druk kan van 25% in 2009, oplopen tot 44% in 2060. De groene druk zal rond de 39% blijven (Poelman en Van Duin 2010: 4, 8; Van Duin en Nicolaas 2010: 20). Beiden onderzoeken hebben in hun toekomstprognoses echter geen onderscheid gemaakt tussen de autochtone en allochtone bevolking.
§ 3.3.4 Vruchtbaarheidscijfer Zoals vermeld in de vorige paragraaf, neemt de TFR onder christenen af. Deze daling geldt ook voor de overige Nederlandse vrouwen. Van Duin en Nicolaas (2010: 17-18) hebben berekend dat het aantal levendgeborenen in de periode 2000-2007, jaarlijks met 4.000 kinderen is gedaald. Dit wordt veroorzaakt doordat het aantal vrouwen rond de 30 jaar is teruggelopen (hun vruchtbare periode). In 2008 werd deze tendens doorbroken. De totale TFR steeg van 1,72 in 2007 naar 1,77 in 2008. Het RIVM berekende de stijging op 3.000.219 Deze stijging hangt samen met de economische conjunctuur: een daling van de koopbereidheid correleert één tot twee jaar later met een dalend vruchtbaarheidscijfer, zo hebben Van Duin en Nicolaas onderzocht. Hoewel de TFR laag is, is het kindertal wel gestegen ten opzichte van de TFR van 1,5 in 1995. Toch becijfert het RIVM dat het aantal geboorten lager ligt dan in de jaren zestig. De gemiddelde TFR lag toen boven de drie kinderen en minder vrouwen kregen meer kinderen. Van Selm berekende de gemiddelde TFR in 1970 nog op 2,6.220 Het RIVM wijt de vruchtbaarheidsdaling aan een hogere opleiding voor vrouwen. Naar verwachting blijft twintig procent van de huidige generatie vrouwen kinderloos.221 Volgens het CBS (2010: 4) is de TFR juist omhoog gegaan, doordat het aantal vrouwen in de vruchtbare leeftijd is gedaald. Gezien de bovenstaande gemiddeldes is de TFR met 0,8-0,9 gedaald ten opzichte van 1970. Volgens het CBS (2006: 7-10) houdt de hogere vruchtbaarheid van niet-westerse allochtone vrouwen, de Nederlandse bevolking enigszins op peil, waar anders elke nieuwe generatie nog kleiner zou zijn dan de vorige. Het gemiddelde geboortecijfer van Turkse en Marokkaanse vrouwen stabiliseert zich echter langzaam naar het niveau van de autochtone vrouwen. Turkse en Marokkaanse dertigers hebben zelfs gemiddeld minder kinderen dan autochtonen (zie volgende paragraaf). Op het gebied van vruchtbaarheid bezette Nederland in 2007 de achtste plaats in Europa. Waar het gaat om de gemiddelde leeftijd waarop vrouwen hun eerste kind krijgen, stond Nederland in 2005 op de tweede plaats met 29,8 76
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
jaar, na Groot-Brittannië
XXXVIII
(CBS 2009: 9). Dit is een verhoging van 5,1 jaar ten opzichte van
1970.222 Het RIVM verwacht dat Nederland rond 2012 een geboortedip tegemoet gaat, met slechts 177.000 geboortes, ondanks de geboortestijging in 2008. Hierna wordt weer een stijging verwacht. Deze fluctuatie wordt veroorzaakt door de hoeveelheid vrouwen in hun vruchtbare leeftijd en het economische klimaat. Het gemiddelde TFR zal naar verwachting op 1,75 blijven steken.223 Van Duin en Nicolaas (2010: 18) delen deze verwachting. Beiden denken dat het aantal geboorten tot 2016 jaarlijks onder de 180.000 zal blijven. Kortom, het aantal geboorten zal dalen, terwijl de TFR stijgt: minder vrouwen krijgen gemiddeld iets meer kinderen.
§ 3.3.5 Immigratie en emigratie De afnemende bevolkingsgroei tot 2006 is vooral veroorzaakt door de sterk toenemende emigratie sinds 2001, resulterend in een vertrekoverschot van 2003 tot 2007. Sinds 2006 is de emigratie weer sterk afgenomen. De oorzaak van de scherpe daling is onduidelijk, maar Van Duin en Nicolaas (2010: 14-15, 17; CBS 2010: 4) denken aan de economische onzekerheid en de verslechterde huizenmarkt. Volgens het CBS (2010: 4) kende Nederland in 2008 weer een forse toename van het aantal immigranten (+26.700), ten opzichte van 2007. Dit proces heeft zich doorgezet in 2009. Het aantal autochtonen dat in de periode 2000-2008 is geëmigreerd, is echter onveranderd hoog gebleven, met 230.962 personen. Dit betekent een jaarlijks gemiddeld emigratieoverschot van 25.663 personen224 (zie bijlage).XXXIX Volgens Poelman en Van Duin (2010: 7) zal de immigratiegroei niet doorzetten. Tot 2060 worden jaarlijks 130.000 immigranten verwacht. Tegelijkertijd wordt het aantal emigranten jaarlijks op 110.000 geschat tot 2060. Een eenvoudige extrapolatie van de Nederlandse gemiddelden (immigratie 22.593, emigratie 48.256 en migratiesaldo -25.663) uit de tabel in de bijlage, leert dat Nederland in de periode tot 2060 een vertrekoverschot kán hebben van 1.283.150 autochtonen. Schattingen berusten echter veelal op onvoorziene factoren als het economische klimaat, het milieu en politieke en sociaaleconomische ontwikkelingen.
XXXVIII
Ierland stond in 2007 bovenaan met een gemiddelde van 2,1 en Italië onderaan met 1,4, zo blijkt uit de cijfers van het statistiekbureau Eurostat. Het EU-gemiddelde lag op 1.6. Het EU-gemiddelde lag voor de leeftijd waarop vrouwen kinderen krijgen op 28 jaar in 2005 (CBS 2009: 9). XXXIX Volgens Harry van Dalen en Kène Henkens, beiden werkzaam bij het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI), zijn het vooral jongeren (-30 jaar) en alleenstaanden die emigreren, alsmede Nederlanders met een bovengemiddeld inkomen. Van hen kiest 69% een Europese bestemming, zoals België en Duitsland, waardoor er in sommige gevallen ook sprake kan zijn van grensmigratie. Beiden stellen dat vooral de bevolkingsdichtheid, de mentaliteit van de bevolking en criminaliteit van invloed zijn. Bron: Harry van Dalen en Kène Henkens, Me Judice. Ik vertrek, maar waarom? De emigratie van Nederlanders (2008). www.mejudice.nl/artikel/99/ik-vertrek-maar-waarom-de-emigratie-van-nederlanders. Volgens demograaf Jan Latten van het CBS, kunnen de mindere economie, de lagere huizenprijzen in het buitenland en het gebrek aan ruimte ook als oorzaken worden gezien. Bron: Annette Posthumus, Radio Nederland Wereldomroep (WNR). Meer Nederlanders emigreren. Emigratiecijfers CBS bereiken recordhoogte. http://static.rnw.nl/migratie/www.wereldexpat.nl/nl/vertrek/Algemeen/emigrcbs060301-redirected, geraadpleegd op 3 juni 2010.
77
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
§ 3.3.6 Conclusie: de bewering komt wel overeen met de feiten Nederland vergrijst in een rap tempo. Uit bovenstaande data blijkt dat het aantal 65-plussers van 15% in 2009 naar 24% in 2060 zal stijgen, terwijl het bevolkingsaantal nagenoeg gelijk zal blijven. Door de grijze druk zijn meer arbeidsmigranten nodig, om de welvaartstaat op het huidige peil te houden. De verwachte bevolkingsprognose zal ongeveer 17,3 miljoen mensen bedragen in 2060. Tel daarbij op de verwachting dat het afgenomen gemiddelde van de TFR stabiel zal blijven op 1,75 tot 2060, het relatief grote aandeel jongeren onder de allochtone bevolking tot 35 jaar en de huidige emigratiecijfers onder autochtonen, waaruit blijkt dat jaarlijks ruim 25.000 Nederlanders meer emigreren, dan immigreren. Hieruit kan vervolgens niets anders geconcludeerd worden, dan dat de bewering van de Eurabië-auteurs bevestigd kan worden voor de Nederlandse situatie: zowel het aantal, als het percentage autochtonen in Nederland neemt inderdaad langzaam af. Ook dit kenmerk houdt geen direct verband met de islamisering van Nederland, maar wel met het groeiende aandeel (niet-westerse) allochtonen, die een andere cultuur met zich meebrengen.
§ 3.4 Onderzoeksvraag 3: Is er sprake van een extreme toename van het aantal moslims? § 3.4.1 Inleiding In paragraaf 2.2.3 zijn enkele schattingen beschreven van diverse Eurabië-auteurs over het aantal moslims in Europa. Caldwell (2009) schat het aantal op zeventien miljoen, Pryce-Jones (2004) en Sookhdeo (2005) beweren dat Europa reeds twintig miljoen moslims telt. De prognoses lopen uiteen van 22-37% moslims onder de Europese bevolking in 2025 (Laqueur 2007), tot zelfs meer dan 50% in 2053 in Frankrijk (Roy 2003). Hirsi Ali stelde in 2006: “In 2030 leeft in Europa een veelvoud van het huidige aantal moslims […]. Op enig moment zal de meerderheid van de Europeanen bestaan uit moslims
[…]”.225
Hoe
verhoudt
Nederland
zich
tot
deze
Europese
aantallen
en
toekomstverwachtingen? Op deze vraag wordt antwoord gegeven aan de hand van cijfers van onder meer het CBS en Joop de Beer van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI). De cijfers zijn berekend op basis van het migratiesaldo van niet-westerse allochtonen, hun TFR, de mate van geloofsafval, het aantal bekeringen onder de autochtone bevolking en het percentage niet-moslims in Nederland. De cijfers uit paragraaf 1.3 bieden ook uiteenlopende schattingen over het aantal moslims in Nederland. Hieronder volgt een overzicht van de zes binnen- en buitenlandse bronnen:
78
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
Tabel 3: Schattingen over het absolute aantal en relatieve percentage moslims in Nederland
Nederland
Buijs en Rath (cijfers over 2002)
EuroIslam.infoXL (2004)
695.600 (4.4%)
850.000 (5.8%)
Justin Vaisse (Brookings Institution, 2008) 950.000 (6%)
National Intelligence Council (V.S., 2008) 1.000.000 (5.9%)
FORUM (2008)XLI
CIA World Factbook (juli 2009)226
969.528 (5.8%)
969.528 (5.8%)
Het percentage moslims in Nederland wordt op basis van deze data vastgesteld tussen de 950.000 en één miljoen, in de periode 2008-2009. In absolute aantallen neemt Nederland in Europa de vijfde plaats in, na Frankrijk, Duitsland, Groot-Brittannië en Spanje. Relatief gezien heeft Nederland alleen Cyprus, Bulgarije en Frankrijk voor zich.
§ 3.4.2 Moslims in Nederland: huidige aantallen en percentages In 1879 maakte Nederland voor het eerst kennis met moslims uit Nederlands-Indië, toen nog ‘Mohamedanen’ genoemd. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen de meeste moslims uit Turkije, Marokko en Suriname (CBS 2009b: 16). Vanaf 1981 maakt het CBS schattingen over het aantal moslims in NederlandXLII. De huidige berekeningen zijn gebaseerd op concrete waarnemingen uit enquêtes van het Permanent Onderzoek Leefsituatie (POLS), waarin iedereen kan aangeven welke religie men aanhangt. De CBS-onderzoekers Marieke van Herten en Ferdy Otten (2007: 52) schatten het aantal moslims in 2006 op 857.000, ofwel 5.2% van de Nederlandse bevolking. De Beer (2007: 1) onderschrijft dit percentage. FORUM, het Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling, (2008: 11) schat het percentage moslims in Nederland iets hoger in, op 5.8%. Om het aantal moslims anno nu te berekenen, wordt het percentage moslims onder nietwesterse allochtonen gekoppeld aan de huidige CBS-cijfers over de omvang van het aantal nietwesterse allochtonen. In paragraaf 3.3.1 is vermeld dat Nederland per mei 2010 1.872.562 nietwesterse allochtonen telde, merendeels uit de grootste herkomstlanden Turkije (384.164), Marokko (349.270), Suriname (342.016) en de Antillen (130.000).227 De Beer (2007: 2) ging er in 2007 vanuit dat 47% van de niet-westerse allochtonen moslim is; het CBS (2009b: 39) ging er in
XL
Euro-Islam.info is een netwerk van onderzoekers en wetenschappers die onderzoek doen naar de ervaringen van moslimminderheden in het Westen en ze maken een empirische analyse naar de impact van post-9/11veiligheidsstrategieën op de moslimgemeenschappen in een trans-Atlantisch perspectief. Het netwerk is gelinkt aan Harvard. XLI Om de absolute aantallen te berekenen zijn de percentages van FORUM gebruikt, in combinatie met de bevolkingsaantallen van CIA World Factbook (2009). De absolute aantallen kunnen dus iets hoger uitvallen. XLII Tot 1994 werd het aantal moslims geschat door middel van een ‘doormuteersysteem’, aan de hand van buitenlandse immigratie en schattingen van de jaarlijkse natuurlijke bevolkingsaanwas. Vanaf 1995 kwamen cijfers beschikbaar van de Gemeentelijke Basisadministratie over het aantal allochtonen per herkomstgroep. Het CBS schatte in het vervolg het aantal moslims op basis van de som van de allochtonen per herkomstgroep, wat werd bepaald aan de hand van het aantal moslims in het thuisland. Volgens deze berekeningen steeg het aantal moslims van 625.000 in 1995 naar 944.000 in 2004. Deze grote toename werd veroorzaakt door een hogere TFR onder niet-westerse allochtonen en gezinsmigratie. Echter veel niet-westerse allochtonen (Iraniërs, Joegoslaven en Somaliërs) zijn naar Nederland gevlucht uit angst vóór de islam. Het percentage moslims in het thuisland is derhalve niet representatief voor Nederland (Van Herten en Otten 2007: 48-52).
79
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
2009 vanuit dat dit percentage was gedaald tot 45%. Wanneer men de 45% van het CBS hanteert en uitgaat van 1.872.562 niet-westerse allochtonen, dan kan het aantal moslims per mei 2010 op 880.104 worden geschat, ofwel 5.3%.228 Volgens het CBS (2009b: 38) komen de meeste moslims uit Marokko (296.000) en Turkije (285.000). Ongeveer 94% van de moslims heeft een nietwesterse afkomst.XLIII Volgens De Beer tellen niet-westerse allochtonen, als bijvoorbeeld Chinezen echter weinig moslims en kunnen westerse allochtonen uit Indonesië daarentegen ook moslim zijn. Volgens De Beer is het percentage moslims onder Turkse en Marokkaanse allochtonen een stuk hoger, ongeveer 90%; bij Surinamers slechts tien procent (zie bijlage). FORUM schat het percentage moslims onder Turkse en Marokkaanse allochtonen op respectievelijk 95% en 96%, op basis van cijfers van het CBS 229 (zie bijlage). De hoge schattingen van het aantal moslims worden door twee onderzoekers van het SCP, Karen Phalet en Ed ter Wal (2004: 5-7), in twijfel getrokken. Ze zetten hun vraagtekens bij de religieuze zelftoewijzing van POLS, omdat er volgens hen sprake is van subjectiviteit en contextgevoeligheid.
Aangezien
moslimgemeenschappen
geen
formele
ledenlijsten
en
bestuursorganen bijhouden, is de scheidslijn tussen moslims en (niet-westerse) allochtonen lastig. Iedereen is moslim vanaf de geboorte en geloofsafval wordt niet officieel erkend. Er moet volgens Phalet en Ter Wal derhalve onderscheid gemaakt worden tussen ‘echte moslims’ die religieuze regels naleven, ‘geografische moslims’ vanwege hun herkomstland, ‘culturele moslims’ die niet praktiserend zijn, maar zich wel verbonden voelen met de islam als cultureel erfgoed en ‘sociologische moslims’ die de islam als etnische identiteit of politieke zaak zien, los van religieuze regels en culturele tradities. Dit sluit aan op de mening van Arabist Hans Jansen (2005: 70-72). Hij denkt dat het geloofsafval veel groter is dan aangenomen, maar dat weinig mensen hier openlijk voor uit durven te komen, omdat uittreding uit de islam een misdaad is. Jansen schat het aantal ‘echte moslims’ op 300.000, ofwel 1.8% van de Nederlandse bevolking. Dit heeft hij berekend aan de hand van het aantal moskeeënXLIV. Volgens Jansen heeft het vasthouden aan het hoge aantal moslims door het CBS een imponerende uitwerking op buitenstaanders.XLV XLIII
Naast de Turkse en Marokkaanse moslims, zijn de tien grootste groepen moslims in Nederland afkomstig uit (in volgorde van hoog naar laag): Suriname, Afghanistan, Irak, Somalië, Pakistan, Iran, Nederland, Egypte, Indonesië en Tunesië. Bron: CBS. Ruim 850 duizend islamieten in Nederland (2007). www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/vrije-tijdcultuur/publicaties/artikelen/archief/2007/2007-2278-wm.htm, geraadpleegd op 7 juni 2010. Het aantal moslims onder westerse allochtonen ligt rond de 30-35 duizend (CBS 2009b: 38). XLIV De rijksoverheid houdt sinds 1988 geen cijfers meer bij van het aantal kerken of moskeeën. Volgens Guusje ter Horst, voormalig Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), past deze registratie niet bij de vrijheid van godsdienst en de scheiding tussen kerk en staat. Gelovigen zijn vrij om gebedshuizen in te richten, conform de wettelijk eisen. Bron: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Rijksoverheid houdt geen cijfers bij van aantal moskeeën in Nederland (2007). www.bzk.nl/actueel/nieuws--en/108312/rijksoverheid-houdt, geraadpleegd op 7 juni 2010. XLV Jansen (2005: 70-72) stelde het aantal geregistreerde moskeeën in 2004/2005 op 500. Volgens de socioloog en islamexpert Stefano Allievi (2009: 29), had Nederland in 2009 432 moskeeën. Uitgegaan van 500 moskeeën, gelooft Jansen niet dat er gemiddeld 1.760 moslims één moskee bezoeken. Jansen pleit voor het simpelweg tellen van het aantal leden per moskee en bijbehorende islamitische organisatie(s), zoals gebruikelijk is bij katholieken en protestanten.
80
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
§ 3.4.3 Prognose van het aantal moslims Na het aantal moslims anno nu, moet worden gekeken naar de toekomstige verwachtingen. De Eurabië-auteurs baseren zich vooral op voorspellingen, omdat de huidige aantallen geen angst inboezemen. De Beer (2007: 2) schetst een drietal scenario’s voor het jaar 2050. Hiervan acht hij de eerste optie het meest plausibel (zie bijlage): 1. Het aandeel moslims onder westerse en niet-westerse allochtonen blijft gelijk: acht procent, ofwel 1.339.000 moslims (eventueel lager door geloofsafval). 2. Een sterke groei van het aantal allochtonen (door geboorte en immigratie): 11.5%, ofwel 2.122.000 moslims. 3. Het meest extreme scenario houdt in dat alle toekomstige allochtonen uit Afrika en Azië komen én islamitisch zijn (kans hierop is minder dan vijf procent): 24.4%, ofwel 4.491.000 moslims. Hieruit blijkt dat zelfs in het meest extreme scenario van De Beer, het aantal moslims in 2050 géén meerderheid zal vormen, maar maximaal 26%. In 2009 heeft het NIDI de groei zelfs bijgesteld naar 7.6% in 2050, ofwel 1.339.000 moslims, 432.000 meer dan in 2009 (FORUM 2010: 9). Aan de hand van CBS-cijfers over het verwachte aantal niet-westerse allochtonen in de periode tot 2050230 en de eerder gehanteerde 45%-regel, kunnen de prognoses tot 2050 worden berekend. Tabel 4: verwachting van het aantal niet-westerse allochtonen, gekoppeld aan het aantal moslims (CBS Statline, 2010). Periode Aantal nietwesterse allochtonen
2020
2030
2040
2050
2.163.636 2.482.933 2.754.884 2.978.585
Percentage moslims onder 973.636 niet-westerse allochtonen (45%)
1.117.320 1.239.698 1.340.363
Gehele 17.013.802 17.380.484 17.473.888 17.342.986 bevolkingsomvang Percentage moslims van gehele bevolking
5.7%
6.4%
7.1%
7.7%
Uitgegaan van het feit dat de 45%-regel moslims onder niet-westerse allochtonen tot 2050 intact blijft, zal het aantal moslims de grens van één miljoen pas ruim na 2020 overschrijden. Naar 81
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
verwachting blijft het percentage moslims tot 2050 onder de acht procent. Deze cijfers zijn voorzichtiger dan de prognoses van De Beer. Dit verwachte percentage moslims is onder meer afhankelijk van factoren als immigratie en emigratie en de TFR. De eerste generatie moslims groeit immers door immigratie, de tweede door geboorte. Het CBS verwacht dat de moslimimmigratie de komende decennia minder zal toenemen dan voorheen, gezien de huidige economische crisis en de toenemende vraag naar arbeidsmigratie uit Oost-Europa en China, landen met een beperkt percentage moslims, om de vergrijzing in Nederland op te vangen. Volgens De Beer (2007: 2-5) daalt het aantal huwelijksmigranten voor Turken en Marokkanen ook en zal het aantal asielzoekers verder afnemen, door een strenger toelatingsbeleid. Tegelijkertijd neemt de emigratieXLVI onder de eerste generatie niet-westerse allochtonen juist toe sinds de 21e eeuw. Veel Eurabië-auteurs vrezen tevens de hoge vruchtbaarheidscijfers onder niet-westerse allochtonen en moslims. De Beer stelt dat de tweede generatie in de periode 1996-2006 is toegenomen van 410.000 naar 700.000, een jaarlijkse groei van 29.000XLVII.231 De Beer (2007: 2-5) verwacht echter dat de TFR onder niet-westerse allochtonen zal afnemen tot twee kinderen in 2050. Hierdoor worden de komende generaties niet groter dan de voorgaande.232 Onderzoekster Mary Mederios Kent van het Amerikaanse Population Reference Bureau (PRB), deelt deze verwachting. Ze concludeert dat de vruchtbaarheidskloof tussen moslims en niet-moslims vermindert naarmate moslimmigranten langer in Europa wonen en ze zich aanpassen aan de TFR onder autochtonen. De TFR verschilt per herkomstland (zie bijlage voor cijfers van de CIA).233 De TFR voor Marokkaanse vrouwen in Nederland is gedaald van 4,9 in 1990 naar 2,9 in 2005; voor Turkse vrouwen van 3,2 naar 1,9.234 De Beer schat beiden iets hoger in: Marokkaanse vrouwen op 3,1 en Turkse op 2,1. De gemiddelde TFR ligt op 2,25 voor niet-westerse allochtonen, dat vooralsnog hoger ligt dan voor autochtone vrouwen (1,75). Terwijl de bevolkingsgroei van niet-westerse allochtonen afneemt, stijgt het relatieve percentage in Nederland nog steeds: van 7.6% in 1996 naar 10.5% in 2006 (CBS 2006: 7-10) en naar verwachting tot 17.1% in 2050.235 Een belangrijk misverstand, dat de islam verplicht tot grote families, wordt door de dalende TFR in Iran (1,7) tenietgedaan. Wel trouwen moslims vroeger en krijgen ze vaak kinderen vlak na hun emigratie.236 De algemene TFR in Noord-Afrika en het XLVI
Moslims die Nederland verlaten geven als één van de redenen op dat de negatieve beeldvorming en discriminatie jegens de islam en moslims toeneemt. Ongeveer 43% van de moslims ouder dan 35 jaar, ziet geen toekomst in Nederland wanneer Wilders in de regering zou komen. Martijn de Koning, Closer. Turkse en Marokkaanse Nederlanders blijven (2009). http://religionresearch.org/martijn/2009/06/30/turkse-en-marokkaanse-nederlanders-blijven/, geraadpleegd op 7 juni 2010. XLVII In 2008 werden 185.000 kinderen geboren, waarvan één op de zes van niet-westerse komaf was. De grootste groep werd gevormd door Marokkaanse kinderen, met ongeveer 8.000 geboortes. Uit een vergelijking voor de vier grootse niet-westerse herkomstgroepen tussen 1945-1949 en 1965-1969 blijkt dat het kindertal onder Marokkaanse vrouwen in deze periode gehalveerd is. Voor Turkse en Surinaamse vrouwen is het kindertal met ruim één gedaald. Alleen voor Antilliaanse vrouwen was het verschil miniem. Echter, de eerste generatie vrouwen uit Turkije en Marokko hebben een hoger kindertal in Nederland, dan in het land van herkomst. Nicolaas en Wobma, CBS. Niet-westerse vrouwen steeds later moeder (2010). www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/bevolking/publicaties/artikelen/archief/2010/2010-3019-wm.htm, geraadpleegd op 8 juni 2010.
82
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
Midden-Oosten is ook gedaald: van zeven kinderen in 1960 tot drie in 2006.237 Volgens De Beer (2007: 4) en het CBS (2009b: 37) zijn niet-westerse allochtonen in Nederland gemiddeld jonger, wat het verschil in TFR met autochtone vrouwen voor een belangrijk deel verklaartXLVIII. Volgens het CBS is bijna 38% van de moslims jonger dan achttien jaar, tegen 22% op landelijk niveau. Slechts 11.000 moslims zijn 65 jaar of ouder. Vooral de gemiddelde leeftijd van de tweede generatie uit Suriname (17,1 jaar) Turkije (13,7) en Marokko (12,1) is laag. Het gemiddelde voor alle niet-westerse allochtonen ligt met bijna veertien jaar nog lager. Dit betekent dat een afnemend vruchtbaarheidscijfer, niet persé een afname van het aantal geboorten impliceert. Meer vrouwen kunnen gemiddeld minder kinderen krijgen, maar over het geheel kan het aantal moslims hierdoor wel toenemen. De mate van geloofsafval en het aantal bekeringen onder niet-moslims zijn ook van belang voor de prognoses. Het CBS heeft onderzocht dat de religiositeit onder moslims in Nederland sterk is gedaald. Waar in 1998 en 1999 nog gemiddeld 47% van de moslims wekelijks naar de moskee ging, was dit in 2004-2008 afgezwakt tot 35%XLIX (zie bijlage).L De Beer (2007: 4) verwacht meer geloofsafval in de periode tot 2050.LI Terwijl het geloofsafval naar verwachting toe zal nemen, besluiten niet-moslims juist om moslim te wordenLII. Het aantal autochtone moslims wordt door zowel het CBS als Hans van Stralen, theoloog aan de UU en VU en Jacques Jansen, hoogleraar in de cultuur- en godsdienstpsychologie, geschat op 13.000 personen. Hierbij wordt
XLVIII Moslims in Nederland zijn gemiddeld een stuk jonger dan de hele Nederlandse bevolking en alle gelovigen in Nederland: 25 jaar tegen respectievelijk 38 en 40 jaar. De autochtone Nederlanders zijn aanzienlijk meer vergrijsd dan alle niet-westerse herkomstgroepen afzonderlijk (Leeuw en Kromhout 2006: 7-8). Hoewel niet-westerse allochtonen relatief jong zijn, groeit het aantal 65-plussers in deze categorie tot 2050, van 70.000 naar 250.000, ofwel 18%. In 2009 was bijna 4% niet-westerse allochtonen 65 jaar of ouder. Bij autochtonen is dat ruim 16%. De niet-westerse bevolking is dan net zo sterk vergrijsd als de autochtonen in 2009. Het percentage Turken, Marokkanen en Surinamers groeien minder snel, maar ze vergrijzen ook sterk. Bron: CBS. Aantal allochtone 65-plussers groeit snel (2009). www.cbs.nl/nlNL/menu/themas/dossiers/vergrijzing/publicaties/artikelen/archief/2009/2009-2810-wm.htm, geraadpleegd op 25 juni 2010. XLIX In vergelijking: het percentage katholieken dat een kerk of religieuze bijeenkomst bezocht is met 8% gedaald in dezelfde periode. Van de Turkse moslims gaat 34% wekelijks naar een godsdienstige bijeenkomst en 53% (vrijwel) nooit. Onder Marokkanen ligt dit percentage op respectievelijk 34% en 57%. Samengevoegd gaan 231.502 Turkse en Marokkaanse moslims wekelijks naar een gebedsbijeenkomst, tegen 384.099 moslims die (vrijwel) nooit gaan. Bron: CBS Statline. Integratie; sociaal-culturele integratie van vier allochtone groepen, 2006 (2009). http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=80270ned&D1=35-36,38-41&D2=0-3&D3=0-2,6-7&VW=T & Bevolking; generatie, geslacht, leeftijd en herkomstgroepering, 1 januari (2010). http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=37325&D1=a&D2=0&D3=0&D4=0&D5=04,137,152,215,232&D6=0,4,9,(l-1)-l&HDR=G2,G1,G3,T&STB=G4,G5&VW=T, geraadpleegd op 22 april 2010. L CBS. Minder vaak naar kerk of moskee (2009). www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/vrije-tijdcultuur/publicaties/artikelen/archief/2009/2009-2853-wm1.htm, geraadpleegd op 7 juni 2010. LI De Beer (2007: 4) denkt dat immigranten zich aan zullen passen aan de dominante samenleving; het SCP denkt dat het hogere opleidingsniveau en een betaalde baan ervoor zullen zorgen dat de islam meer een private aangelegenheid zal worden en het CBS verklaart het geloofsafval door de individualisering van het geloof, onvrede met het moskeebestuur en louter Arabisch sprekende imams. Bron: Volkskrant. Kerk- en moskeebezoek is de laatste tien jaar fors gedaald (2009). www.volkskrant.nl/archief_gratis/article1269037.ece/Kerk-_en_moskeebezoek_is_laatste_tien_jaar_fors_gedaald. Volgens Rita Verdonk, de huidige partijleidster van Trots op Nederland (TON) en het SCP duidt dit fenomeen op een onomkeerbaar secularisatieproces binnen de islam. Bron: ‘Moslim ontkerkelijkt’ SCP: Invloed islam op allochtoon daalt (2004). www.trouw.nl/krantenarchief/2004/07/23/2215596/_Moslim_ontkerkelijkt__SCP__Invloed_islam_op_allochtoon_daalt.html , geraadpleegd op 24 juni 2010. LII Bekende Nederlandse bekeerlingen zijn imam Abdul-Jabber van der Ven, journalist en politiek activist Ernst Douwes Dekker, auteur Abdulwahid van Bommel en de vermeende terrorist Jason Walters.
83
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
de kanttekening geplaatst dat deze groep grotendeels wordt bevolkt door de ‘derde generatie allochtonen’, die officieel als autochtoon worden meegerekend. FORUM (2008: 11-12) schat het aantal Nederlandse bekeerlingen derhalve op 6.000. Moslimorganisaties schatten dat jaarlijks vijftig tot honderd(en) mensen zich tot de islam bekerenLIII.
§ 3.4.4 Diversiteit De Beer (2007: 5) en socioloog Karin Prins, in haar proefschrift, “Van ’gastarbeider’ tot ’Nederlander’: Adaptatie van Marokkanen en Turken in Nederland” (1996: 5), stellen beiden dat moslims geen invloedrijke machtsfactor zullen vormen. Ze baseren zich op de verwachte prognoses en het feit dat de Nederlandse moslims geen monolithisch blok vormen. Er is weinig contact tussen bijvoorbeeld Turkse en Surinaamse moslims en er zijn politieke verschillen.238 Frank Bovenkerk (2006: 88), cultureel antropoloog en hoogleraar Criminologie, onderstreept de heterogeniteit onder moslims. Hij wijt dit aan de verschillende herkomstlanden en talen en het feit dat ze daarom niet dezelfde moskee bezoeken. Volgens hem wordt de autochtone Leitkultur dan ook nergens in Europa serieus bedreigd. Volgens FORUM (2008: 13), is de meerderheid van de Turkse, Marokkaanse en Surinaamse moslims soennitisch. De Turkse, Surinaamse en Pakistaanse moslims tellen een groot percentage alevieten. Onder Marokkaanse jongeren groeit de aanhang van de politieke islam, het salafisme. Het aantal moskeeën in Nederland is onderverdeeld in 245 Turkse, 150 Marokkaanse, 33 Surinaamse en 25 voor de overige herkomstgroepen (FORUM 2008: 15).
§ 3.4.5 Conclusie: de bewering komt niet overeen met de feiten Nederland telt, Europees gezien, relatief veel moslims. Ruim één op de twintig inwoners acht zichzelf moslim. In absolute aantallen telt Nederland minstens 850.000 moslims. De prognoses over het toekomstige aantal moslims, hangt af van het toekomstige aantal niet-westerse allochtonen, hun samenstelling en TFR, de mate van geloofsafval en herislamisering onder de tweede generatie en bekeringen onder niet-moslims. De verwachtingen zijn dat de immigratie uit islamitische landen zal dalen, dat de religiositeit onder niet-westerse allochtonen afneemt en dat de TFR onder niet-westerse allochtonen langzaam naar het niveau van autochtone vrouwen daalt. Uit berekeningen van het CBS en De Beer blijkt dat het percentage moslims in 2050 tussen 7.7LIII Egbert Harmsen (2008: 23-27), auteur en Midden-Oostenspecialist, ziet enkele gemeenschappelijke oorzaken aan het bekeerlingengedrag onder autochtonen: ze zoeken een identiteit, willen bij een grotere moslimgemeenschap horen, hebben positieve islamervaringen met een moslimpartner of -vrienden en vinden zingeving in het morele en etnische systeem van de islam. Volgens de cultureel antropologe Vanessa Vroon-Najem, heeft de negatieve beeldvorming over de islam ook geleid tot meer verdieping in de islam. Rob Pietersen, Trouw. Vallen voor praktische religie (2009). www.trouw.nl/religiefilosofie/nieuws/article2012176.ece/_Vallen_voor_praktische_religie_.html, geraadpleegd op 8 juni 2010.
84
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
11.5%, ofwel 1.340.000-2.122.000 zal liggen. De angst voor een moslimmeerderheid in 2050 is derhalve ongegrond, zelfs in het meest extreme scenario. Het groeiende aantal niet-westerse allochtonen zal volgens De Beer (2007: 4-5) ongetwijfeld tot spanningen leiden, omdat ze vooral geconcentreerd zijn in de grote steden. Maar voor De Beer blijft Eurabië dan ook een utopie.239 Met deze conclusie is derhalve een belangrijke pijler onder de Eurabië-theorie ontkracht.
§ 3.5 Onderzoeksvraag 4: wordt het nationale erfgoed actief verdedigd tegen de islamistische druk, door zowel de politieke elite als de bevolking? § 3.5.1 Inleiding Diverse Eurabië-auteurs in paragraaf 2.2.4 beweren dat het Europese erfgoed niet langer wordt verdedigd en dat er weinig weerstand bestaat tegen het toenemende proces van islamisering. Zo schrijft Pipes (2007, 2008) dat de gebrekkige weerstand ten koste gaat van de historische Europese cultuur van vrijheden en welvaart, wat vervolgens zal leiden tot het verloren gaan van de nationale identiteit. Volgens Ratzinger (2004) houden Europeanen niet langer van hun eigen waarden. Hanscom (2006) en Steyn (2009b) wijten dit aan de welvaartstaat, die het overlevingsinstinct van de burger zou hebben weggenomen. Volgens Fallaci vindt de islamisering vooral op mentaal en cultureel vlak plaats, zoals de beperking van de vrijheid van meningsuiting en het criminaliseren van godsdienstlastering door een groeiende islamistische druk. Aan de hand van de weerstand in de politiek en bevolking wordt antwoord gegeven op de onderzoeksvraag. Er wordt ook gekeken naar de beperkingen van de burgerrechten en -vrijheden.
§ 3.5.2 De Nederlandse nationaliteit en het nationale erfgoed In Nederland bestaat enige discussie rondom de vraag wat de nationale identiteit daadwerkelijk inhoudt. Fortuyn noemde reeds in zijn boek, Tegen de islamisering van onze cultuur (1997), het cultuurrelativisme van Nederlanders. Hij vond de kennis van de vaderlandse geschiedenis beperkt en stelde dat Nederlanders, door de vergevorderde individualisering, zich niet bewust waren van hun culturele identiteit en verworvenheden, zoals de scheiding tussen kerk en staat, democratische vrijheden en mensenrechten. Fortuyn vreesde dat de Nederlandse joodschristelijke en humanistische cultuur in de multiculturele samenleving ten onder zou gaan, ten koste van de islamitische cultuur.240 Han Entzinger, hoogleraar Migratie- en Integratiestudies, vindt dat de Nederlandse identiteit niet puur door godsdienstige factoren is geschapen, maar ook door de verlichting en mensenrechten- en emancipatiebewegingen.241 Volgens Phillip Everts, hoofddocent IB aan de Universiteit van Leiden (2008: 65), vindt 75% van de Nederlanders dat Nederland een eigen cultuur heeft en denkt 64% dat deze cultuur verloren zal gaan door de 85
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
massa-immigratie (27%), de invloed van de EU (18%) en een falende integratie (16%). Liefst 51% is negatief over de islamitische invloed in verband met de Nederlandse cultuur. Uit de cijfers komt naar voren dat Nederlanders zich wel degelijk bewust zijn van hun identiteit en de fragiliteit ervan. Zorgt de overheid voor voldoende bescherming van de Nederlandse identiteit en het nationale erfgoed?
§ 3.5.3 De weerstand van de overheid Donner stelde in 2006: “Als tweederde van alle Nederlanders morgen de sharia zou willen invoeren, dan moet die mogelijkheid toch bestaan?” Hiermee wilde hij een islamitische zuil met open armen verwelkomen en een islamitische politieke partij in de Tweede Kamer toestaan. Harde kritiek viel hem ten deel.242 Dit voorbeeld past in de visie van de Eurabië-auteurs, die menen dat het Europese erfgoed niet voldoende wordt verdedigd, maar dat de overheid tegemoetkomt aan islamistische wensen. Er zijn echter ook voorbeelden te noemen waarin het erfgoed wel wordt verdedigd. Demissionair minister van Buitenlandse Zaken Maxime Verhagen, wilde in 2006 de kabinetsplannen voor een Huis voor de culturele dialoog, ter verspreiding van de rijkdom van Arabische culturen en tradities in Nederland, blokkeren en vervangen door een Museum voor nationale geschiedenis, om de eigen nationale identiteit te benadrukken.243 Frits Bolkestein, VVDprominent, stelde in 2009 dat ‘godsdiensten ongelijk zijn’ en dat hij de vrijheid van onderwijs niet wilde toekennen aan islamitische scholen.244 De Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) onderschrijft deze stelling, omdat ze vinden dat het afbreuk doet aan de historische identiteit van Nederland.245 Na de terroristische aanslag op Van Gogh246, reageerden de Nederlandse politici vol afschuw. Cohen en Bos zagen de moord als een inbreuk op het vrije woord en de vrije samenleving.247 De toenmalige minister van Vreemdelingenzaken en Integratie, Rita Verdonk, was stelliger: “Dit pikken we niet”.248 De toenmalige ministers van Justitie, Piet Hein Donner (CDA), en Johan Remkes (VVD) van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en VVDfractievoorzitter Jozias van Aartsen noemden zelfs expliciet het radicaalislamistische karakter van de moordaanslag.LIV Balkenende kreeg na de moord op Van Gogh echter het verwijt dat hij geen bezoek had gebracht aan de familie van het slachtoffer, maar naar een Suikerfeest en een
LIV NRC. Brief duidt op religieus motief moord (2005) www.nrc.nl/dossiers/moslimterreur/aanslagen_bedreigingen/ de_moord_op_theo_van_gogh/article1629320.ece/Brief_duidt_op_religieus_motief_moord & Jozias van Aartsen: “We moeten precies zijn. Aanslagen als die van gisteren worden niet gepleegd door een cultuur, religie of sociale groep. Ze worden gepleegd door radicale moslimstrijders met een fundamentalistische uitleg van de koran, niet sporend met de uitleg van de overgrote meerderheid van de moslims. Deze strijders willen alles vernietigen waarvoor wij staan.” Bron: Jozias van Aartsen, NRC. Dit is iets nieuws: moslimterreur (2005) www.nrc.nl/dossiers/moslimterreur/ aanslagen_bedreigingen/de_moord_op_theo_van_gogh/article1629324.ece/Dit_is_iets_nieuws_moslimterreur, geraadpleegd op 21 juni 2010.
86
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
afgebrande islamitische school was gegaan.249 De overheid legde na de moord de nadruk op ‘burgerschap en binding’.LV In Utrecht, Nijmegen en Maassluis is de lokale overheid wél gezwicht voor de islamistische
druk,
door
het
toestaan
van
gescheiden
inburgeringslessen,
aparte
sportgelegenheden en een gescheiden moskeeloket.250 In het gemeentehuis in Huizen, zijn in 2008 schilderijen van halfblote vrouwen verwijderd, nadat enkele moslims zich hierover hadden beklaagd.251 In Den Haag was er zelfs sprake van gescheiden zwemuren voor mannen en vrouwen.252 Balkenende was in 2008 niet blij met de aankondiging van de film Fitna en uitte vooraf publiekelijk zijn zorgen over eventuele imagoschade.253 Jansen betitelde dit als ‘capitulatie voor de islamitische druk’. 254 Het niet actief registreren van het aantal moslims door de overheid, wordt door Laqueur (2005) (in paragraaf 2.2.4) ook als slap gezien, omdat het de daadwerkelijke situatie verbloemt.
§ 3.5.4 Beperking van de burgerrechten en -vrijheden Onder toenemende islamistische druk, perkt de overheid de Europese vrijheden van secularisme, godsdienstvrijheid en seksegelijkheid in, zo stelt Hirsi Ali (2006). Ze vindt het goedpraten van radicale uitingen en het ontkennen van een totalitaire ideologie door sommige politici verwerpelijk. Ze trekt zelfs een parallel met het nazisme en fascisme.LVI Volgens Paul Schnabel, directeur van het SCP, groeit het gevoel dat de vrijheid van meningsuitingLVII wordt bedreigd sinds de moord op Fortuyn en Van Gogh en de dreigementen tegen Wilders. In Nederland woedt al enkele jaren de discussie of de uitlatingen van Wilders, die de koran een ‘fascistisch boek’ heeft genoemd en zijn film Fitna, strafbaar zijn.255 In 2008 besloot het Openbaar Ministerie (OM) echter om Wilders niet te vervolgen wegens haatzaaien en discriminatie van moslims, omdat hij zijn uitspraken deed in de context van het maatschappelijke debatLVIII.256 Een
LV
Balkenende en Verdonk organiseerden na de moord discussiebijeenkomsten met politieke, religieuze en sociale organisaties om radicalisering te verminderen en participatie te vergroten van Marokkaanse Nederlanders. Chavi Keeney Nana, Migration Policy Institute. With Strict Policies in Place, Dutch Discourse on Integration Becomes More Inclusive (2007).www.migrationinformation.org/Feature/display.cfm?id=596, geraadpleegd op 28 april 2010. LVI Ayaan Hirsi Ali: “In de geschiedenis zijn tal van moment aan te wijzen waarop de nazi’s en de fascisten nog gestopt hadden kunnen worden. Dat is niet gebeurd, omdat de politieke leiders geen conflicten wilden en bleven inschikken en toegeven.” Ayaan Hirsi Ali weblog. Confrontatie, geen verzoening (2006). http://ayaanhirsiali.weblog.nl/ayaanhirsiali/2006/04/ayaan_confronta.html, geraadpleegd op 8 april 2010. LVII Volgens het VN-verdrag behelst de vrijheid van meningsuiting ‘de vrijheid inlichtingen en denkbeelden van welke aard ook te vergaren, te ontvangen en door te geven, ongeacht grenzen en ongeacht de vorm. Het recht garandeert dat burgers zonder vrees voor vervolging hun mening tot uitdrukking kunnen brengen – in gesprekken en gedrukte tekst, in tekeningen en liedjes, op radio, televisie en internet. Amnesty International. Vrijheid van meningsuiting. www.amnesty.nl/encyclopedie_lemma/1361, geraadpleegd op 22 juni 2010. LVIII Volgens het OM beledigt Fitna de aanhangers van de islam niet en roept Wilders niet op tot haat of geweld tegen moslims. Kritiek op een godsdienst valt niet onder het discriminatieverbod. Wilders staat medio 2010 alsnog terecht voor groepsbelediging, het zaaien van haat en het aanzetten tot discriminatie voor zijn vergelijking tussen de koran en Mein Kampf. Bron: NRC. Proces tegen Wilders aangehouden (2010).
87
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
raamposter met de leus ‘Stop het gezwel dat Islam heet’, is in maart 2009 ook niet strafbaar geacht door de Hoge Raad. Dat het beledigen van een godsdienst niet langer strafbaar isLIX, is het resultaat van een discussie in de Tweede Kamer in 2008, om het verbod op godslastering (artikel 147) te schrappen, ten faveure van de vrijheid van meningsuiting. Tegelijkertijd is de antidiscriminatiebepaling (artikel 137c) verruimd, waardoor het beledigen van (geloofs)groepenLX en levensovertuigingen toch strafbaar blijft.257 Thomas Mertens, hoogleraar rechtsfilosofie en mensenrechten, stelt wel dat de vrijheid van meningsuiting soms wordt misbruikt om een bepaalde bevolkingsgroep in diskrediet te brengen. Hij doelt hiermee op de cartoons van Gregorius Nekschot, de cartoonist die in mei 2008 werd gearresteerd op verdenking van haatzaaien en discriminatie jegens moslims.258 Volgens Mertens gelden de vrijheid van meningsuiting en expressie alleen voor zover zij verenigbaar zijn met de rechten en vrijheden van anderen.259 Uit onderzoek van het Nederlandse marktonderzoeksbureau, TNS NIPO, uit 2006 blijkt dat 58% van de Nederlanders vindt dat cartoons die spotten met een geloof of personen kwetsen, uitingsvormen van de vrijheid van meningsuiting zijn.260 De meerderheid van de bevolking toont hiermee weerstand tegen het beperken van de vrijheid van meningsuiting en expressie.
§ 3.5.5 De weerstand van de bevolking Wanneer de overheid het erfgoed niet verdedigt, moeten de burgers zelf weerstand bieden. Burgers die kwesties waarnemen waarin de overheid slap optreedt tegen de islamistische druk, kennen steeds minder morele autoriteit toe aan de overheid, zo stelt Berlinski (2006). Ze stelt dat een sterke morele autoriteit nodig is om islamisering tegen te gaan.261 De publieke weerstand kan zowel vreedzaam als gewelddadig verlopen. In paragraaf 2.2.4 en 2.4.4 (optie twee) menen Hanscom (2006) en Hirsi Ali (2006), dat de publieke weerstand tegen een vermeende islamisering mede wordt vormgegeven door een groei van de electorale aanhang van rechtse politieke partijen. In Nederland is de aanhang voor rechtse partijen sterk gegroeid bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2010, ten opzichte van 2006: zowel de VVD (+9, nu 31 zetels), als de PVV (+15, nu 24 zetels) wonnen een forse zeteltoename.262 Beide partijen staan een strenger www.nrc.nl/binnenland/proceswilders/article2474842.ece/Proces_tegen_Wilders_aangehouden, geraadpleegd op 22 juni 2010. LIX Hoge Raad: om een groep strafbaar te kunnen beledigen wegens een godsdienst moet de groep ‘collectief’ getroffen worden in dat wat voor die groep kenmerkend is, namelijk hun godsdienst. Men beledigt hen juist omdat zij van dat geloof zijn. Felle kritiek op opvattingen die in die groep leven of op het gedrag van hen, die tot de groep behoren, is niet strafbaar. Bron: NRC. Hoge Raad: harde kritiek op islam mag (2009). www.nrc.nl/binnenland/article2176072. ece/Hoge_Raad_harde_kritiek_op_islam_mag, geraadpleegd op 22 juni 2010. LX Beledigen op grond van ras, geloofsovertuiging, seksuele voorkeur of handicap is strafbaar. Bron: Trouw. Rechter moet oordelen of justitie met Nekschot in de fout is gegaan (2009). www.trouw.nl/achtergrond/Dossiers/article1753007.ece, geraadpleegd op 22 juni 2010.
88
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
immigratiebeleid voor en willen religieuze activiteiten tegengaan, die tegenstrijdig zijn aan de democratische rechtsorde. De VVD wil niet toegeven aan orthodox-islamitische druk en de PVV wil een stop op de immigratie uit moslimlanden en de bouw van moskeeën (meer informatie in paragraaf 3.10). Allievi (2009: 29-30, 86-87, 92, 95-97) heeft het Nederlandse politieke klimaat zien veranderen sinds het succes van de LPF en de PVV. Uitingen van islamofobie263 (zie voor meer informatie paragraaf 3.6), waaronder beledigingen, anti-islamitische leuzen en het afschilderen van de islam als barbaars, irrationeel en gewelddadig, volgden op scherpe overheidsreacties na 9/11 en de moord op Van Gogh. Ook op internet groeit de weerstand, via websites als uitkijk.net, hetvrijevolk.com en nieuwreligieuspeil.net en extreemrechtse websites als stormfront.org. Deze websites monitoren actualiteiten waarbij de Nederlandse cultuur en identiteit in het gedrang komt, door de ‘oprukkende islam’. Er zijn tevens enkele protestacties geweest. Voorpost Nederland verstoorde onlangs een bijeenkomst in debatcentrum De Balie in Amsterdam, waar werd gekeken of de shariarechtspraak in Nederland wenselijk is.264 In Leerdam werd in 2009 door wijkbewoners geprotesteerd tegen de komst van een Turkse moskee.265 De reeds opgeheven Nederlandse tak van Stop Islamisation of Europe (SIOE) organiseerde in 2008 een heuse anti-islamdemonstratie in Amsterdam266, tegen de beknotting van de vrijheid van meningsuiting en voor een stop op de bouw van moskeeën.267 De groeiende weerstand tegen de inbreuk op bestaande vrijheden, blijkt ook uit onderzoek van TNS NIPO uit 2006. Na de moord op Van Gogh bleek dat van de ondervraagden, 40% positief en elf procent negatief stond tegenover de film Submission 1, van Van Gogh en Hirsi Ali, waarin de positie van de vrouw binnen de islam wordt getoond. Een ruime meerderheid (88%) vond het vertonen van een eventueel vervolg, Submission 2, over de positie van homoseksualiteit binnen de islam, bij de vrijheid van meningsuiting horen. Als reactie op Submission 2 verwachtte 56% van de ondervraagden een islamitische boycot op Nederlandse producten en 73% verwachtte islamitische woede. Toch werd dit niet als belemmering gezien voor het vertonen van de film.268 In paragraaf 2.4.7 stellen Peters (2006) en Khaled (2009) dat de Europeanen op illegitieme wijze in opstand zullen komen tegen de groeiende moslimaanwezigheid. In november 2004, de maand waarin Van Gogh werd vermoord, vonden er 106 serieuze geweldsincidenten plaats tegen islamitische symbolen. In 47 gevallen waren moskeeën het doelwit. In de jaren 2001, 2002, 2003 en 2005 waren er jaarlijks respectievelijk 190, 68, 59 en 70 incidenten tegen moslims.269 De Monitor Racisme & Extremisme toont aan dat er sinds 1 januari 2009 acht incidenten hebben plaatsgevonden, waarbij moskeeën het doelwit zijn geworden van vernielingen en
89
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
bekladdingen.270 Zo werd onlangs op 1 juni de Bait Al Rahmaanmoskee in Ridderkerk met verf beklad.271 De bevolking biedt echter niet alleen weerstand tegen de islamistische druk. Ook op maatschappelijk gebied wordt gezwicht: het Algemeen Dagblad verwijderde onlangs een spotprent over de profeet Mohammed van de Zweed Lars Vilks, nadat er veel onvriendelijke reacties van moslims waren binnengekomen.272 In februari werd de boekpresentatie van Islamofobie? Een nuchter antwoord (2010) van Frans Groenendijk in het Haagse World Forum afgelast, omdat de directeur van het Forum de veiligheid van de bezoekers niet kon garanderen273 en in Almere werden bouwvakkers gesommeerd om lange broeken te dragen door omwonende moslims, omdat ze zich stoorden aan hun te korte broeken.274 TNS NIPO heeft onlangs ook onderzoek gedaan naar de Nederlandse houding ten opzichte van een minaretverbod, in reactie op het Zwitserse minaretverbod. In Nederland is slechts 14% voor een verbod, tegen 79% in Zwitserland. De islamitische gebedsoproep wordt wel minder gewaardeerd dan de christelijke kerkgang, 58% tegen 89%.275 Jacques van Doorn, socioloog en columnist, maakt een treffende vergelijking in het debat over het beledigen van geloofsovertuigingen. Waar voorstanders van het argument noemen dat ‘christenen en christelijke waarden ook belachelijk worden gemaakt, dus waarover beklagen moslims zich?’, vindt hij het prijzenswaardig dat moslim nog wél waarde hechten aan hun eer en erfgoed, terwijl bij christenen de gemakzuchtige lankmoedigheid overheerst.276
§ 3.5.6 Conclusie: de bewering kan onvoldoende beoordeeld worden Op de vraag of het Nederlandse erfgoed actief wordt verdedigd tegen de islamistische druk kan, op basis van de gevonden informatie, een tweeledig antwoord worden gegeven. Er zijn voorbeelden genoemd waarbij Bolkestein, Verhagen en de SGP actief opkomen voor de Nederlandse identiteit. Maar er zijn ook voorbeelden waarbij de Nederlandse cultuur terzijde wordt geschoven, om vervolgens toe te geven aan de islamistische druk, zoals de uitspraak van Donner of de gescheiden inburgeringsvoorzieningen in Utrecht aantonen. De bevolking komt ook steeds meer op voor de verworven vrijheden, gezien de zetelwinst van de PVV, het beschermen van de vrijheid van meningsuiting en de verwerpelijke gewelddadige uitingen tegen moslims of islamitische gebouwen. De groeiende weerstand tegen de islam en moslims, past binnen optie twee van het theoretische kader. Er vindt zowel weerstand plaats op geweldloze, als op gewelddadige wijze. Maar er zijn ook voorbeelden genoemd die het tegendeel bewijzen. De vrijspraak van Wilders door het OM, toont wel aan dat de vrijheid van meningsuiting belangrijker is dan de 90
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
gevoelens van moslims, of de druk van islamisten. De vrijheid van meningsuiting is wel eenzijdig, volgens socioloog Paul Schnabel, omdat het gaat om ‘ónze vrijheid van meningsuiting’ die wordt bedreigd door de eisen van sommige islamisten.277 De bewering dat de welvaartstaat (ook wel verzorgingsstaatLXI genoemd), ten grondslag ligt aan de gebrekkige weerstand onder de bevolking, kan onvoldoende worden onderbouwdLXII, maar is gezien de voorbeelden niet houdbaar voor de Nederlandse situatie. Wanneer de publieke weerstand alsmaar toeneemt, zal de politiek zich uiteindelijk ook weerbaarder opstellen.
§ 3.6 Onderzoeksvraag 5: is er sprake van parallelle samenlevingen, waarin moslims gescheiden leven? § 3.6.1 Inleiding In paragraaf 2.3.5 wordt Murray (2010) beschreven, die stelt dat moslims in Europa hun vrijheden en rechten misbruiken om parallelle samenlevingen te creëren. Volgens Bawer (2006) is dit, omdat moslims de westerse samenleving verwerpen. Tibi (2006) stelt dat vertegenwoordigers van islamitische gemeenschappen de integratie bewust tegenwerken en Steyn (2006) stelt dat parallelle samenlevingen ontstaan, doordat de nationale identiteiten vervlakken en immigranten hierdoor niet kunnen assimileren. Volgens Caldwell (2009) vallen moslimimmigranten vervolgens terug op hun islamitische identiteit, met als resultaat de creatie van gemeenschappen met eigen waarden en gebruiken. Waar de autochtonen wél samenleven met moslims, leven beide groepen toch naast elkaar en niet mét elkaar, zo beweert White (2007). Laqueur (2007) stelt dat andere immigrantengroepen, zoals joodse of Indiase immigranten, wel integreren in hun nieuwe gastlanden, doelend op hun niet-islamitische karakter. Deze paragraaf richt zich voor Nederland op een aantal factoren: het overheidsbeleid inzake immigratie en integratie, er wordt een verband onderzocht tussen de geringe contacten tussen autochtonen en niet-westerse allochtonen, de bevolkingsopbouw in steden, het bestaan van no-go-areas voor de politie en autochtonen, gescheiden openbare voorzieningen en de invloed van islamitische landen en groeperingen op de moslimdiaspora’s.
LXI
In een verzorgingsstaat garandeert de overheid iedereen een bestaansminimum via uitkeringen en subsidies, mits er voldoende financiële middelen aanwezig zijn. Inkomsten worden gegenereerd door belastingen en sociale premies. Bron: Economische begrippen. Verzorgingsstaat. www.economische-begrippen.nl/index.php?sectie=begrippen&naam=Verzor gingsstaat, geraadpleegd op 23 juni 2010. LXII Veel Angelsaksische kritiek concentreert zich wel op de groeiende afhankelijkheid van de overheid, gebrekkige verantwoordelijkheid om voor zichzelf te zorgen en de overvloed aan tijd die tot geweld en misdaad leidt (Tresignie e.a.2002: 5-6).
91
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
§ 3.6.2 Het Nederlandse beleid omtrent immigratie en integratie Volgens Van Selm (2005) was het Nederlandse immigratiebeleid de laatste jaren vooral gericht op de belangen van immigranten. Het immigratiebeleid wordt echter steeds strenger voor niet-EU ingezetenen.LXIII Waar voorheen de focus lag op het behoud van de eigen cultuur, multiculturalisme, ligt sinds 1990 de focus meer op integratie: een volledige en gelijke participatie, respect voor etnische en culturele verschillen en non-discriminatie. Het controversiële artikel van Paul Scheffer, “Het multiculturele drama” (2000), zorgde voor kritiek op het multiculturele beleid en vormde de basis voor publieke debatten. De LPF riep op tot een immigratiestop en de moord op Van Gogh versterkte de wens voor een betere integratie, omdat de moord werd gezien als een specifiek integratieprobleem van Marokkaanse jongeren.278 Volgens Philip Muus, een sociaal geograaf met betrekking tot internationale migratie, heeft het beleid om integratie te bewerkstelligen via multiculturalisme ertoe geleid, dat niet alle immigrantengroepen zijn geïntegreerd: het beschermen van de etnische cultuur heeft niet geleid tot het overnemen van de Nederlandse cultuur. Dit beweert hij in The Netherlands: A Pragmatic Approach to Economic Needs and Humanitarian Considerations (2004: 270-288). De laatste jaren is er steeds meer aandacht voor de sociaal-culturele aspecten van integratie: de mate waarin allochtonen zich Nederlander voelen en de mate waarin ze contacten onderhouden en de eigen opvattingen delen met autochtonen. Etnische minderheden verschillen in de mate waarin ze zichzelf identificeren als ‘lid’ van de Nederlandse samenleving. Volgens FORUM (2008: 16) identificeert slechts 12% van de Turken zichzelf als onderdeel van de Nederlandse samenleving en 58% als onderdeel van de eigen etnische groep. Voor Marokkanen is dit respectievelijk 14% en 46%. De geringe identificatie geldt vooral voor de oudere generatie Turken en Marokkanen. Toch identificeert ook een grote minderheid van de tweede generatie zich meer met de ‘eigen’ groep: 36% van de Turken en 33% van de Marokkanen. Surinamers (39% en 20%) en Antillianen (33% en 35%) zijn meer geneigd zichzelf als ‘Nederlands’ te beschouwen, mede door de vroegere koloniale banden. Van de tweede generatie identificeert elf procent van de Surinamers en negen procent van de Antillianen zichzelf meer met de eigen groep.
LXIII
De overheid wil strengere eisen stellen aan familiehereniging, waaronder een verblijfsruimte en een inkomen van 120% boven het minimumloon. De laatste decennia zijn ook De Wet Arbeid Vreemdelingen (WAV, 1994), waarin alleen niet-EU arbeiders mogen worden gehaald als er geen Nederlander of EU-arbeider gevonden kan worden. De Koppelingswet 1998 bepaalt dat alleen buitenlanders met een verblijfsvergunning in aanmerking komen voor sociale zekerheid. De Vreemdelingenwet 2000/2001 heeft gezorgd voor strengere en snellere asielprocedures. Enkele recente beleidsmaatregelen zijn: het Basisexamen Inburgering in het Buitenland (2006) waardoor alle toekomstige immigranten een taal- en sociale oriëntatiecursus moeten volbrengen; de Naturalisatieceremonie (2006) wordt georganiseerd voor immigranten die succesvol een inburgeringsexamen hebben afgelegd, om zo een gevoel van trots te creëren wegens het behalen van het Nederlandse burgerschap en het Nederlandse Inburgeringsexamen (2007) omvat een inburgeringsexamen voor nieuwe en reeds aanwezige immigranten, om zo een permanente verblijfsvergunning te verkrijgen. Bron: Joanne van Selm, Migration Policy Institute. The Netherlands: Death of a Filmmaker Shakes a Nation (2005). www.migrationinformation.org/Feature/display.cfm?id=341, geraadpleegd op 29 april 2010.
92
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
§ 3.6.3 Sociale contacten met autochtonen Volgens Prins (1996: 4) ontstaan parallelle samenlevingen deels door het immigratiebeleid van de overheid. Immigranten dienen zich via een adaptatieproces (idealiter) een plaats binnen de nieuwe samenleving te verwerven. Volgens haar is het van belang in hoeverre een immigrant de eigen cultuur behoudt en in contact komt met autochtone Nederlanders. Prins onderscheidt vier adaptatievormen, onderverdeeld in ‘contact met leden van de dominante groep’ en ‘behoud van de eigen cultuur’: 1. Assimilatie: wel contact, zonder behoud 2. integratie: wel contact, met behoud 3. separatie (segregatie): weinig contact, met behoud en 4. marginalisatie: noch contact, noch behoud. Het ontstaan van parallelle samenlevingen wordt volgens Prins in de hand gewerkt door de derde optie. Ze beweert dat marginalisatie vooral plaatsvindt bij jongeren die zich niet met de eigen cultuur, noch met de Nederlandse cultuur identificeren, zoals bijvoorbeeld kleine groepen Antilliaanse en Marokkaanse jongeren van de tweede generatie. De mate van integratie óf segregatie kan worden aangetoond door de omvang van contacten tussen autochtonen en allochtonen. Volgens onderzoeker E. Uiters (2006: 49) van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC), zijn vrijetijdscontacten, huwelijkspatronen en de etnische samenstelling van buurten, scholen en bedrijven belangrijke kenmerken. Volgens de sociologen van het SCP, Jaco Dagevos en Mérove Gijsberts (2009: 229-234), is er een verschil in vrijetijdscontacten tussen autochtonen en enerzijds Turkse en Marokkaanse migranten en anderzijds Surinaamse en Antilliaanse migranten. Een kwart van de Turken en Marokkanen hebben in hun vrije tijd vaak contact met Nederlanders; voor Surinamers en Antillianen is dit tussen de 45-55%. Het percentage Marokkanen dat nooit contact heeft met Nederlanders is tussen 1994-2006 sterk gedaald, tot 30%; bij de Turken is dit echter met ruim zeven procent gestegen, tot 35%. Bij Surinamers en Antillianen lag dit percentage tussen de twaalf en achttien procent. De tweede generatie Turken en Marokkanen heeft over het algemeen meer contact met Nederlanders, dan de eerste generatie, maar ook de tweede generatie focust zich steeds meer op de eigen groep. Turken, gevolgd door Marokkanen, zijn het sterkst op de eigen groep gericht. Turken spreken van de genoemde groepen tevens het minst vaak de Nederlandse taal met hun kinderen. Dagevos en Gijsberts stellen terecht, dat in de periode 1994-2006 een afname in interetnisch contact is gebleken, ondanks de verbeterde sociaaleconomische positie en een betere 93
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
taalbeheersing. De woonconcentratie van etnische groepen heeft de statistische kans op contact met autochtonen verkleind. Ook heeft het verharde maatschappelijke klimaat hierin een rol gespeeld (Dagevos 2009: 249-250). Volgens FORUM (2008: 16, 20) kiest de eerste generatie Turken en Marokkanen, op huwelijksgebied vooral partners uit het herkomstland; de tweede generatie kiest vaker een Nederlandse partner (tien procent). Toch kiest nog steeds 80% een huwelijkspartner uit dezelfde etnische groep. Entzinger denkt dat de grotere mate van contact met de samenleving, ten grondslag ligt aan de groeiende kloof met de samenleving.279 Volgens het CBS (2009b: 117) kan religie de geringe contacten met de autochtone bevolking verklaren, omdat vrijwel alle Turken als Marokkanen zichzelf rekenen tot de islam. Dit kan plaatsvinden wanneer de religieuze opvattingen van immigranten, bijvoorbeeld over de rol van de islam en de bouw van moskeeënLXIV, conflicteren met de dominante samenleving. Over het algemeen geldt dat actieve gelovigen, mensen die regelmatig een gebedsbijeenkomst bezoeken, in hun vrije tijd vaker gericht zijn op de eigen religieuze groep en een sterkere verbondenheid voelen met het herkomstland, dan de minder of niet-actieve gelovigenLXV. Het aantal Turkse moslims dat zich meer met het herkomstland identificeert dan met Nederland, is 64% tegen 7%. Voor Marokkaanse moslims is dit 51% tegen 11%. Voor Surinaamse en Antilliaanse gelovigen zijn de verschillen tussen actieve en niet-actieve gelovigen kleiner (CBS 2009b: 119-120, zie bijlage bij paragraaf 3.4). Deze cijfers kunnen ook impliceren dat actieve moslims minder snel aansluiting vinden bij de dominante samenleving en zich daarom meer op de eigen groep richten. Uit onderzoek van FORUM en het Verwey-Jonker Instituut is naar voren gekomen dat veel Nederlandse moslimjongeren moeilijk om kunnen gaan met het felle islamdebat. Ze hebben het gevoel te moeten kiezen tussen assimilatie, of een terugkeer naar het herkomstland. Dit kan leiden tot isolement of radicalisering.280 Volgens het CBS (2009b: 121-122) hebben gelovige Turken en Marokkanen ook meer moeite met de Nederlandse taal (spreken, lezen en schrijven), dan de niet-gelovige Turken en Marokkanen, hoewel de verschillen klein zijn. Het CBS wijt dit echter niet aan de islam, maar aan de vaak lagere opleiding en oudere leeftijd onder moslims. Toch gaan volgens Dagevos (2009: 249-250) steeds minder Turken naar de moskee en hebben ze modernere opvattingen over bijvoorbeeld de rol van vrouwen, wat een verband tussen de islam en (bewuste) parallelle samenlevingen deels weer ontkracht. De tweede generatie Marokkanen onderhoudt minder contact met autochtonen én gaat even vaak naar de moskee als de eerste generatie (Dagevos 2009: 249-250). LXIV
Volgens Allievi (2009: 29-30) is de aversie tegen de bouw van nieuwe moskeeën gegroeid sinds 9/11 en de moord op Van Gogh, de bedreigingen jegens Hirsi Ali en de opkomst van eerst de LPF en later de PVV. LXV Dit geldt ook voor autochtone gelovigen. Deels omdat actieve gelovigen onder de autochtone bevolking in de minder stedelijke gebieden wonen en zodoende al minder met allochtonen in aanraking komen (CBS 2009b: 120).
94
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
§ 3.6.4 De geografische concentratie van moslims Zoals Uiters (2006: 49) reeds heeft genoemd, is de etnische samenstelling van een buurt van belang voor de onderlinge contacten. Het immigratiebeleid heeft echter geleid tot stadswijken die vooral bevolkt worden door immigranten, waardoor de statistische kans op contacten tussen autochtonen enerzijds en de vier grootse migrantengroepen anderzijds is verminderd. Volgens het CBS (2009b: 39) woont bijna 80% van de moslims in grote stedenLXVI. Rotterdam telt het hoogste percentage moslims (11%), gevolgd door Amsterdam, Alblasserdam en Den Haag (tien procent). In Schiedam, Doesburg, Gorinchem, Leerdam, Ridderkerk en Gouda wonen minimaal zeven procent moslims (CBS 2009b: 130-131). Dagevos (2009: 8-11) stelt dat ruim tweederde van de niet-westerse immigranten in het westelijke deel van Nederland woont, waarvan gemiddeld 39% in de vier grote steden, tegen 9% autochtonen. De spreiding van bevolkingsgroepen kan worden gemeten aan de hand van ruimtelijke concentratie en segregatieLXVII. De hoge concentratie van migranten houdt in dat diverse bevolkingsgroepen ruimtelijk gesegregeerd wonen. Tussen 1998-2008 is het aantal gemeenten met meer dan 10% niet-westerse immigranten verdubbeld naar dertien procent. In 2008 telden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Almere meer dan 25% niet-westerse immigranten. Tevens zijn er in Nederland vijftig postcodegebieden (met meer dan 3.000 woningen), waar niet-westerse allochtonen de meerderheid vormen, een verdubbeling ten opzichte van 1998. Er waren 43 gemeenten en postcodegebieden met een percentage van 50-75% niet-westerse immigranten en zeven postcodegebieden met meer dan 75%. In de vier grote steden, bestaat in minder dan 10% van de postcodegebieden de bevolking uit 0-5% niet-westerse immigranten. In deze steden zijn ‘witte wijken’ nauwelijks meer te vinden. De ‘segregatie-index’ toont aan dat voor de periode 1998-2008, de segregatie voor Amsterdam is gestegen en voor Rotterdam is gedaald. De Rotterdamse daling komt door grotere concentraties van niet-westerse immigranten en hun verspreiding over meerdere wijken, waar voorheen weinig immigranten woonden. Den Haag is de meest gesegregeerde stad. De afnemende segregatie in
LXVI
De populairste jongensnaam in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht is een verbastering van de islamitische profeet Mohamed (of Mohammed, Muhammed), zoals blijkt uit gegevens van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). In Den Haag staan de namen op plek één, twee en vijf in 2008; in Amsterdam de plaatsen één en vier; in Utrecht op één, in Rotterdam vormen alleen de samenvoegingen van de naam de nummer één. Ondanks de hoge noteringen in de grote steden, komt de naam Mohamed niet voor in de landelijke top twintig. Maar als de vier meest voorkomende variaties (+Mohammad) worden samengevoegd, dan wordt plek zestien genoteerd. Bron: Jeroen Langelaar, Elsevier. Mohamed veruit populairste babynaam in grote steden (2009). www.elsevier.nl/web/Nieuws/Nederland/243248/Mohamed-veruit-populairste-babynaam-in-grote-steden.htm & Sociale Verzekeringsbank (SVB) Jongensnamen 2009 (2010). www.svb.nl/Images/jongensnamen_2009.pdf, geraadpleegd op 27 april 2010. LXVII Ruimtelijke concentratie wordt gedefinieerd als: de mate van groepering op een bepaalde plaats van personen met gelijke kenmerken, als sociaaleconomische status, inkomen of etniciteit. Ruimtelijke segregatie is een niet-gelijkmatige verdeling over de stedelijke ruimte van groepen met gemeenschappelijke kenmerken. Migranten zijn niet evenredig verdeeld over de wijken in een stad. Een hogere concentratie van migranten leidt niet automatisch tot een grotere mate van segregatie (Dagevos 2009: 8).
95
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
grote steden kan deels worden verklaard door de ‘witte vlucht’LXVIII van autochtonen, die minder vaak in migrantenbuurten willen wonen. Het beperkte aandeel huizenkopers onder Turken en Marokkanen, hun slechtere sociaaleconomische positie, de hogere werkloosheidLXIX en de behoefte aan een woonomgeving met eigen culturele voorzieningen, zijn andere verklaringen voor de sterke stedelijke concentratie. Volgens het CBS daalt de betrokkenheid met de buurt en de mate van vrijwilligerswerk, wanneer een gemeente een hoge concentratie moslims teltLXX. Volgens het CBS houdt de sociale samenhang immers verband met religie (CBS 2009b: 133, 139140). De ruimtelijke concentratie en afnemende segregatie hebben in Nederland vooralsnog slechts in beperkte mate geleid tot no-go-areas, zoals de Franse banlieues of de Brusselse wijk Kuregem. Daar zijn agenten doelwit van beschietingen, vinden er regelmatig (straat)overvallen plaats, is er veel illegale drugs- en wapenhandel en durft de autochtone bevolking amper de wijk meer in.281 Enkele Nederlandse wijken zijn in het verleden wel aangemerkt als no-go-area, waaronder het August Allebéplein in Amsterdam in 1999, omdat de politie de veiligheid niet kon garanderen, gezien de vele bedreigingen, vechtpartijen, berovingen en overvallen door Marokkaanse jongeren.282 In 2007 werd nogmaals gesproken over het August Allebéplein (Amsterdam-Slotervaart) en het Haagse Transvaalkwartier, toen cameraploegen hier het slachtoffer werden van bedreigingen en geweld door Marokkaanse jongeren. GroenLinkskamerlid Tofik Dibi stelde dat ‘de media’, samen met de politie, symbool staat voor de vermeende onderdrukker, door de voortdurende negatieve aandacht over de Marokkaanse bevolkingsgroep.283 In hetzelfde jaar maakte weekblad Elsevier melding van intimidatie en geweld van hangjongeren jegens diverse winkelleveranciers in de Amsterdamse Transvaalbuurt, waarop de leveranciers besloten om de winkels niet langer te bevoorraden.284 Recente overvallen door Marokkaanse hangjongeren in het Utrechtse Veenendaal, heeft de lokale burgemeester doen besluiten om ook daar enkele gebieden aan te wijzen als no-go-area. Hij raadde de bewoners aan om deze gebieden ‘s avonds te vermijden.285 Om meer toekomstige no-go-areas tegen te gaan, zijn 40 zogenaamde Vogelaar-wijken aangemerkt, die kampen met sociale, economische en veiligheidsproblemen en derhalve extra aandacht en geld nodig hebben.286 LXVIII
Zoals in de Utrechtse wijken Kanaleneiland en Overvecht. Bron: Wouter de Heus, de Volkskrant. Weggevlucht uit Kanaleneiland, maar van de regen in de drup (2007). www.volkskrant.nl/archief_gratis/article595154.ece/Weggevlucht_uit_Kanaleneiland,_maar_van_de_regen_in_de_drup, geraadpleegd op 27 juni 2010. LXIX Door de economische crisis is gemiddeld 11% van de niet-westerse allochtonen werkloos. Voor jongeren is dit zelfs 20.5%. Opmerkelijk is wel dat de tweede generatie allochtonen, vaak met een Nederlandse opleiding en betere taalbeheersing, vaker werkloos zijn dan de eerste generatie. LXIX Volgens FORUM (2008: 25) is 26% van de 15-24 jarige Marokkanen werkloos, twintig procent van de Turken, 27% van de Surinamers, tegen negen procent van de autochtonen. FORUM draagt een lagere opleiding en gebrekkige taalbeheersing, aan als oorzaken en niet etniciteit. LXX De politicoloog Robert Putnam noemde het fenomeen van afnemende solidariteit, als gevolg van een veranderende bevolkingssamenstelling, hunkering down in zijn artikel ‘E Pluribus Unum’ (2007). Hij noemt dit ‘schildpadgedrag’ (Dagevos 2009: 13-15, 18).
96
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
§ 3.6.5 De Nederlandse opinie over moslims Parallelle samenlevingen worden niet alleen gecreëerd door de afzijdigheid van niet-westerse allochtonen en moslims, maar ook door de beeldvorming van autochtonen over deze bevolkingsgroepen. Uit onderzoek van het CBS blijkt dat autochtone bewoners in overwegend allochtone buurten (+50% niet-westerse allochtonen), minder tevreden zijn met de bevolkingssamenstelling (44%), dan in autochtone buurten (-5% niet-westerse allochtonen).287 Ondanks het beperkte percentage moslims in Nederland, is de zichtbaarheid toegenomen via islamitische kledij, de bouw van prominente moskeeën en de participatie in het publieke debat. Dit stelt Prins (1996: 1-3). Volgens de Zwitserse journalist René Vautravers hebben Nederlanders sinds 9/11 en de Tweede Kamerverkiezing van de LPF, een negatiever beeld gekregen over moslims. Dit beweert hij in “Muslims in the Netherlands. Majority Favors Separation of Religion and Politics” (2004).288 Volgens Karen Phalet, professor Interculturele Studies en Jessika ter Wal, sociaalpolitiek wetenschapper van het SCP (2004: 8-9), is de anti-islam houding niet nieuw, maar merkbaar sinds halverwege de jaren negentig. Volgens hen moet ‘islamofobie’ worden gezien tegen de achtergrond van algemene vooroordelen tegen etnische minderheden. Een cruciale factor blijkt de sociaaleconomische status van de bevolking: bij een slechte economie en lage sociale status is men meer geneigd tot vooroordelen tegen immigranten. Uit de documentaire Islamofobie: Loos Alarm (2008) blijkt dat de ‘islam’ of ‘moslims’ door de (geïnterviewde) Nederlanders als ‘agressief’, ‘tegenstrijdig aan het christendom’ en ‘niet overeenkomstig met de Nederlandse samenleving’ worden gezien. Dit beeld is gevoed door terroristische aanslagen en door uitspraken van politici en intolerante imams. In de documentaire komen ook drie professoren aan het woord, prof. Cees Hamelink, prof. Herman Beck en prof. Dick DouwesLXXI. Zij stellen dat de negatieve mediatendens heeft bijgedragen aan de tendentieuze beeldvorming. Beck stelt: “Er wordt geen gebruik gemaakt van de goede bronnen. Mohammed Rabbae wordt niet gezien als prototype van een moslim. Dat ‘past’ niet in het beeld dat er van moslims wordt geschapen.” 289 Volgens de professoren hebben de Israëlische strijd met de Arabische moslims, de Iraanse revolutie in 1979, de fatwa over Salman Rushdie, de rellen met Pakistaanse en Indische jongeren in Britse steden, 9/11, de moord op Van Gogh, de beperking van de vrijheid van meningsuiting en het onvoldoende berichten over zelfkritische moslims bijgedragen aan de negatieve beeldvorming.290 TNS NIPO heeft in juni 2004 onderzoek gedaan naar het Nederlandse beeld over moslims. De algemene conclusie was dat Nederlanders ‘een latente angst voor moslims hebben’LXXII. Van LXXI
Professor Cees Hamelink, hoogleraar Communicatie aan de Universiteit van Amsterdam; professor Herman Beck, islamoloog aan de Universiteit van Tilburg en professor Dick Douwes, historicus en Arabist aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. LXXII De Beer (2007: 4) vergelijkt de angst voor een moslimmeerderheid met de angst voor een katholieke meerderheid, die in 1912 door de Duitse statisticus en econoom Julius Wolf werd gevoed. Hij voorspelde een katholieke meerderheid in
97
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
de ondervraagden had 67% nauwelijks contact met moslims en was slechts achttien procent met hen bevriend, stelde het merendeel alle allochtonen gelijk aan moslims sinds 9/11 en voelt zestien procent zich bedreigd door de fysieke aanwezigheid van allochtone c.q. moslimjongeren, door de terroristische dreiging en de angst om te leven volgens de sharia. Van de ondervraagde Nederlanders die zichzelf veel kennis over de islam toedichtte was 36% negatief en 28% positief.291 Volgens het CBS wilde 39% van de autochtonen in 2006 zelfs de komst van moslims stopzetten.292 De vraag blijft of de anti-islam houding voortkomt uit algemene vooroordelen jegens immigranten. Meer contact met moslims of meer kennis over de islam leidt immers niet automatisch tot positieve connotaties. Waar voorheen voornamelijk jongeren en lager opgeleiden een negatieve beeldvorming hadden, zijn de vooroordelen verbreed naar ouderen en hoger opgeleiden. Vooral de toenemende invloed van de islam en de slechte integratie speelden hierin een grote rol.293 Ondanks de groeiende afkeer tegen moslims, zijn grootschalige incidenten vooralsnog bespaard gebleven en zijn de incidenten ‘beperkt’ tot vandalisme aan islamitische gebedsgebouwen.294
§ 3.6.6 Islamistische invloed op het ontstaan van parallelle samenlevingen Volgens Tibi (2006) werken islamisten en vertegenwoordigers van de herkomstlanden, de integratie van Europese moslims tegen. Dit verklaart de uitspraken van de Turkse premier Recep Tayyip Erdogan, die in 2008 in Duitsland stelde dat Turken in Europa zich niet teveel moeten aanpassen aan de heersende cultuur en dat “assimilatie een misdaad tegen de menselijkheid is”.295 In Nederland verbood de, in orthodoxe kring zeer invloedrijke, Libanees-Syrische imam Jneid Fawaz in 2008 zijn volgelingen om zich aan te passen aan Nederlandse gewoonten en gebruiken: “Wie een volk imiteert, behoort tot hen”.296 Ahmed Marcouch, PvdA-politicus, deed ook een opmerkelijk voorstel. Hij stelde voor om buiten de ring van Amsterdam, een ‘stad op zich’ te creëren, Nieuw West, waarin een moslimgemeenschap zichzelf kan ontplooien en zich kan toeleggen op de integratie van immigranten.297 Marcouch pleitte in 2008 ook al voor de invoering van islamitisch onderwijs, het toestaan van het dragen van een boerka op openbare basisscholen298 en godsdienstvrijheid voor orthodoxe moslims.299 Volgens FORUM (2008: 22) telde Nederland in 2008 40 islamitische basisscholen en twee middelbare scholen. Tegenstanders van deze islamitische scholen stellen dat het de integratie van kinderen tegenwerkt en separatie Nederland en Zwitserland door hun hoge geboortecijfers, ten koste van de protestanten. De dominicaan C.F. Pauwels (1949): “Het is niet uitgesloten dat het Nederlandse volk over enige tientallen jaren in meerderheid katholiek zal zijn. Protestanten vragen zich nu al af, wat hun dan te wachten staat.” Professor K.H. Miskotte van de Hervormde Kerk zag slechts twee opties als de ‘intolerante katholieken’ een meerderheid zouden vormen: het land ontvluchten óf het land verdedigen. In 2009 vormden katholieken slechts 29% van de Nederlandse bevolking.
98
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
bevordert. Volgens prof. Kees Schuyt van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), kunnen islamitische scholen wel degelijk leiden tot emancipatie en integratie.300 Dit wordt ontkracht door de voormalige leerkrachten Fenny Brinkman en Hennie Metsemakers, die beiden op een islamitische school in Amsterdam werkzaam waren. Volgens hen werd het zingen van kerstliederen verboden, heersten er sterke antiwesterse en anti-joodse sentimenten, werd er geen ruimte geboden aan andere culturen en religies en moest worden verteld dat het christendom afgeschaft zou worden.301 Op twintig procent van de vmbo-scholen is geschiedenisles over de Holocaust zelfs onmogelijk, omdat veel islamitische jongeren hier moeite mee hebben. 302
§ 3.6.7 Conclusie: de bewering komt wel overeen met de feiten Er zijn wel degelijk parallelle samenlevingen in Nederland. De cijfers tonen aan dat de moslimbevolking voor bijna 80% in de grote steden woont. Een meerderheid van de nietwesterse allochtonen woont in het westelijke deel van Nederland. Vooral actief gelovige moslims zijn in hun sociale contacten meer gericht op de eigen groep en identificeren zich meer met de eigen etnische (geloofs)gemeenschap, dan niet- of nominaal gelovigen. Turken zijn over het algemeen ook meer gericht op de eigen groep. De verschillen zijn voor Turken en Marokkanen groter dan voor Surinamers en Antillianen. Dit verklaart het CBS (2009b: 126-127) doordat de islam vaker botst met de christelijke hoofdstroom in Nederland, of omdat Surinamers en de Antillianen meer geseculariseerd zijn en van oudsher een band hebben met Nederland. Aan de andere kant denken autochtonen steeds negatiever over niet-westerse allochtonen en in het bijzonder de islam, wat de onderlinge contacten niet bevordert. Er is tevens sprake geweest van een ‘witte vlucht’ uit de grote steden. Er bestaan dan ook weinig vrijetijdscontacten tussen autochtonen en Turkse en Marokkaanse moslims. In de parallelle samenlevingen is vooralsnog slechts in enkele gevallen ook sprake van no-go-areas. De verwachting is dat de parallelle samenlevingen zich zullen versterken, zeker gezien de groeiende focus op de eigen groep onder de tweede generatie Turken en Marokkanen.
§ 3.7
Onderzoeksvraag 6: is er sprake van rechtspraak volgens de sharia?
§ 3.7.1 Inleiding Binnen de ontstane parallelle samenlevingen in Europa bestaat de vrees, onder auteurs als Fallaci (2005), dat de geldende Europese wetgeving zal worden genegeerd en door de groeiende islamitische gemeenschap wordt vervangen door de sharia.303 Volgens Pipes (2009) zal in dergelijke gemeenschappen de shariarechtspraak heersen en zullen polygamie, eerwraak, 99
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
verplichte islamitische kledij, beperking van kritiek op de islam, veranderde straatnamen en het omvormen van kerken en synagogen tot moskeeën, hun intrede doen.304 Bawer (2006) en Laqueur beweren dat liefst 40% van de Britse moslims de sharia wil invoeren305 en Landen (2009) beweert dat ongeveer 30.000 Franse moslims meer dan één vrouw hebben. Polygamie is verboden in Europa, maar onder de sharia niet. Volgens hem wordt polygamie ook in Nederland getolereerd.306 Dit onderzoek bekijkt of er in Nederland sprake is van sharia(rechtspraak), polygamie en eerwraak.
§ 3.7.2 Sharia in Nederland Volgens de “Factsheet Sharia jurisprudention” van FORUM, zijn de islamitische rechtsregels uit de sharia gebaseerd op de koran. De sharia heeft weinig aandacht voor grondwettelijke en publieke wetgeving en naar strafrecht wordt alleen gerefereerd bij een beperkt aantal misdaden. Er bestaat ruimte voor interpretaties voor de jurisprudentie (figh)LXXIII. De klassieke sharia schrijft behalve wettelijke regels, ook morele, ethische en sociale standaarden voor, waaronder kledingcodes en scheiding der sexen. In deze hoedanigheid is de sharia nooit volledig geïntroduceerd in westerse landen.307 Prof.mr.dr. Fokko Oldenhuis van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) beargumenteert in “Zelfstandige sharia-rechtbank past niet in Nederlands rechtssysteem” (2009) dat de sharia een houvast vormt voor veel moslims, over hoe te leven in overeenstemming met religieus getinte regels. Oldenhuis vindt dat veel westerlingen ten onrechte huiverig zijn voor de sharia.308 In paragraaf 3.5.3 staat de quote van Donner over de invoering van de sharia beschreven. De huidige minister van Justitie, Ernst Hirsch Ballin accepteert echter geen islamitische wetgeving: “Er kan in Nederland geen sprake zijn van een parallelle rechtsstructuur die de werking van de Nederlandse rechtsorde ondermijnt”. In Groot-Brittannië is er wel sprake van shariarechtspraak. Het land telt reeds 85 shariarechtbankenLXXIV, waarna Hirsch Ballin onderzoek heeft laten doen naar eventuele shariarechtbanken in Nederland. Hem was ook ten gehore gekomen dat er in Nederland imams en moskeeën zijn, die familiaire en financiële kwesties
LXXIII
De sharia kan tegengesteld zijn aan de universele mensenrechten, zoals het verschil in status tussen man en vrouw en tussen moslim en niet-moslim. Daarnaast zijn de straffen onevenredig met de westerse wetgeving. Zo wordt gebruik gemaakt van steniging, amputatie en kruisiging FORUM, Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling. Factsheet sharia jurisdiction. www.forum.nl/LinkClick.aspx?fileticket=XPlzITKvCRs%3D&tabid=272, geraadpleegd op 1 juni 2010. LXXIV In 2009 werd bekend dat er in Groot-Brittannië minstens 85 shariarechtbanken zijn, in plaats van de vijf officiële en door de overheid erkende rechtbanken. Dit heeft de Britse denktank CIVITAS onderzocht. De vijf erkende shariarechtbanken in Groot-Brittannië zijn alleen rechtsgeldig, als alle betrokken partijen hiermee instemmen. Een groeiend aantal Britse nietmoslims wendt zich ook tot de omstreden rechtbanken. De verwachting is dat het aantal rechtbanken snel verdriedubbelt. Bron: Elsevier, Groot-Brittannië heeft 85 shariarechtbanken (2009). www.elsevier.nl/web/10239915/Nieuws/Buitenland/Groot-Brittanni-heeft-85-shariarechtbanken.htm & Fiona Hamilton, Times Online. Non-Muslims turning to Sharia courts to resolve civil disputes (2009). http://business.timesonline.co.uk/tol/business/law/article6721158.ece, geraadpleegd op 26 april 2010.
100
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
oplossen op basis van regels uit de koran.309 Er zijn onderzoeken die constateren dat er geen islamitische rechtspraak bestaat in Nederland, maar er zijn ook onderzoeken die dit weerspreken. Een onderzoek van de RUG uit april 2010 heeft aangetoond dat er geen aanwijzingen zijn voor de aanwezigheid van shariarechtbanken of tribunalen in Nederland. Er vindt echter wel op kleine schaal bemiddeling en advies van imams of islamdeskundigen plaats, op basis van de sharia, over hoe moslims het beste kunnen leven volgens de islamitische regels, in relatie tot de regels van de Nederlandse samenleving. Het merendeel van de ondervraagde moslims ziet de sharia als een religieus en niet zo zeer als een juridisch hulpstuk.310 Dit wordt geïllustreerd door cijfers van FORUM, waarin wordt gesteld dat van de Nederlandse Turken en Marokkanen, respectievelijk 95% en 82% negatief staan tegenover de introductie van islamitische jurisprudentie. FORUM onderschrijft de bevindingen van de RUG. Ook trouwen sommige moslims alleen vanuit de moskee, zonder een burgerlijke bekrachtiging. Deze huwelijken worden door de Nederlandse wet echter niet erkend, maar ook niet verboden.311 Maurits Berger, hoogleraar ‘islam in het Westen’ aan de Leidse Universiteit, concludeert in “Er is hier helemaal geen sharia-rechtbank” (2009) ook dat Nederland geen shariarechtbanken kent. Berger beweert dat veel West-Europese landen twee rechtssystemen kennen: rechtbanken die uitspraken doen over de geldende wet en geschillencommissies op basis van vrijwilligheid, zoals religieuze rechtbanken voor katholieken en joden. Deze geschillencommissies vormen een alternatief voor de gewone rechtbank en hebben hun eigen (religieuze) regels. Volgens Berger moet het voor moslims dan ook mogelijk worden om dergelijke geschillencommissies op te richten, zolang elke tegenstrijdigheid aan de Nederlandse wetgeving wordt overruled door de Nederlandse rechtspraak.312 In een uitzending van Netwerk, getiteld “Illegale shariarechtbanken in Nederland?” (2009), weerspreekt de conservatieve en radicale imam Fawaz Jneid van de As Soennah moskee in Den Haag, ook het bestaan van shariarechtbanken. Hij wil echter dat Nederland het bestaan van shariarechtbanken toelaat, omdat streng fundamentalistische moslims de Nederlandse wet niet respecteren.313 De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) constateerde in 2009 ook een streven onder islamisten om tot shariarechtspraak te komen.314 Volgens de AIVD (2007: 66) kan dit streven bijvoorbeeld inhouden dat men tracht om de shariarechtspraak voor moslims wel te laten gelden op het gebied van het personen- en familierecht. In dezelfde uitzending van Netwerk stelt het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) dat er in sommige moskeeën wél recht wordt gesproken volgens de sharia. Zo worden huwelijken gesloten, scheidingen uitgesproken en erfenissen verdeelt.315 Gelovigen willen immers een uitspraak van de imam die religieus onderbouwd en verantwoord is. De rechtbanken zijn echter gesloten voor niet-moslims en kunnen derhalve tot verschillende wettelijke standaarden voor 101
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
moslims en niet-moslims leiden.316 In “De sharia wordt in Nederland al volop toegepast” (2009), beweert Selim ook dat de shariarechtspraak al veelvuldig wordt toegepast in Nederland. Ze noemt de voorbeelden van het CMO, maar ziet polygamie als het duidelijkste voorbeeld. Officieel is polygamie verboden in Nederland, maar het wordt wél door gemeenten geregistreerd, waardoor parallelle rechtssystemen zijn ontstaan: één met een verbod op polygamie voor nietmoslims en één met een tolerantie van polygamie voor moslims. Selim vindt dat het toestaan van een tegenstrijdig rechtssysteem de integratie niet bevordert en derhalve ten faveure werkt van de fundamentalistische moslims. Selim ontkent de katholieke en joodse religieuze regels die Berger noemt niet, maar ze stelt wel dat moslims veel extremer zijn in hun opvattingen over afvalligen, homoseksuelen en vrouwenrechten. Volgens Selim is de stem van een vrouw niet gelijk aan de stem van een man.317 De AIVD onderschrijft het gebrek aan seksegelijkheid.318 Selim stelt dat er legitieme rechtsgronden bestaan voor het sluiten van shariarechtbanken. Het arrest van het Europese Hof in Straatsburg (13-02-2003), stelt dat shariarechtspraak in strijd is met de basisprincipes van democratie.319 In het artikel “Shariarechtbank in hartje Amsterdam” (2010) wordt melding gemaakt van de eerste shariarechtbank in Nederland, die op 8 juni jongstleden georganiseerd werd door het debatcentrum De Balie. ‘Bevoegde shariarechters’ velden toen een oordeel over zaken, die door de bezoekers werden aangedragen. Het doel was om na te gaan of ‘shariarechtbanken iets slechts zijn of een plek verdienen naast het bestaande rechtsstelsel’.320 Zoals Selim al noemde, kan de status van de sharia worden onderzocht via polygame huwelijken en scheidingen onder moslims.
§ 3.7.3 Polygamie en scheidingen Het trouwen met meer dan één persoon is strafbaar volgens het Nederlandse Burgerlijk Wetboek. Volgens Hirsch Ballin wonen er in Nederland zeker 1.374 mensen die met minimaal twee partners tegelijk zijn getrouwd. De minister baseert deze cijfers op data van de gemeentelijke basisadministratie (GBA). Er wordt echter niet specifiek melding gemaakt van de achtergrond of religie van deze mensen (CBS 2009: 11). In “Nederland strenger voor polygame huwelijken” (2010) uit de Volkskrant, stelt Hirsch Ballin dat hij polygamie wil verbieden voor mensen die in Nederland komen wonen, omdat het kan duiden op onvrije partnerkeuze en huwelijksdwang. De reeds bestaande polygame huwelijken worden nog wel erkend.321 Volgens een artikel van Radio Nederland Wereldomroep (RNW) en Shaikh Amer, docent sharia aan de Islamitische Universiteit in Rotterdam kunnen mannen mondeling, schriftelijk en digitaal een echtscheiding (talaq) regelen. Volgens de sharia zijn getuigen of een schriftelijke verklaring niet nodig; er is alleen een bevestiging van de imam nodig om juridische en financiële consequenties te regelen.322 Volgens 102
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
Hirsch Ballin heeft de sharia geen bindende kracht in Nederland.323 Ter voorkoming van een parallelle wetgeving heeft de RUG Hirsch Ballin geadviseerd om islamitische ‘informele huwelijken’ te monitoren, de straf op huwelijksdwang te verhogen en de informatievoorziening over de Nederlandse rechtsorde te verbeteren.324 Het kabinet wil daarnaast de huwbare leeftijd verhogen naar achttien jaar en huwelijksbeletsel wegens verwantschap uitbreiden naar huwelijken tussen familieleden in de derde en vierde graad.325 Naast polygamie, noemt Pipes in de inleiding ook eerwraak als een verschijnsel van de sharia.
§ 3.7.4 Eerwraak/eergerelateerd geweld Volgens de internationale non-gouvernementele organisatie, Amnesty International, wordt eerwraakLXXV vaak gerechtvaardigd door een beroep op de sharia. De organisatie stelt dat Nederland jaarlijks twintig gevallen van eerwraak kent.326 Het Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement (COT: 2005: 23), beweert echter dat eergerelateerd geweld voornamelijk culturele wortels heeft en geen specifieke islamitische achtergrond. Volgens het CBS komt eergerelateerd geweld voornamelijk voor in landen rondom de Middellandse Zee, waar de (familie)eer voorop staat binnen traditionele patriarchale gemeenschappen, als Marokko, Turkije, het Midden-Oosten (Afghanistan, Irak, Iran), Azië (Pakistan) en Somalië. Volgens TransAct (2003: 1), een landelijke organisatie die zich bezighoudt met de bestrijding van seksueel geweld, komt het fenomeen ook in Griekenland en Zuid-Amerika voor. Maar door de emigratie naar West-Europa doet het geweld zich ook in Nederland voor. Volgens het COT (2005: 23) neemt de verscheidenheid aan herkomstlanden niet weg, dat het fenomeen zich in Nederland vooral voordoet in islamitische kringen. Het is wél een misverstand dat het steeds gaat om streng islamitische gezinnen. Volgens het Turkije Instituut vallen de daders van eerwraak vooral onder de eerste generatie immigranten.327 Betrouwbare cijfers over het aantal gevallen van eergerelateerd geweld ontbreken in Nederland, omdat ze niet als zodanig worden geregistreerd.LXXVI LXXV
Eerwraak, ook wel eergerelateerd geweld genoemd, wordt door het Ministerie van Justitie gedefinieerd als: ‘elke vorm van geestelijk of lichamelijk geweld, gepleegd vanuit een collectieve mentaliteit in reactie op een (dreiging van) schending van de eer van een man of vrouw en daarmee van zijn of haar familie waarvan de buitenwereld op de hoogte is of dreigt te raken’. Het verschil met ‘normaal’ geweld in de huiselijke kring, is de focus op het expliciete eermotief en meerdere medeplichtigen door de collectieve context. Bron: Ministerie van Justitie. Eergerelateerd geweld. www.justitie.nl/onderwerpen/criminaliteit/eergelateerd_geweld/. De speciaal opgerichte website voor eerwraak, www.eerwraak.info, definieert het verschil tussen eerwraak en eergerelateerd geweld als volgt: eergerelateerd geweld omvat alle vormen van geweld, waar eerwraak zich vooral richt op schending van de kuisheid en seksuele eer van vrouwen waardoor het aanzien van de familie wordt aangetast. Bron: Eerwraak.info. Definitie. www.eerwraak.info/feiten/definitie, geraadpleegd op 5 mei 2010. LXXVI Het CBS schaart het geweld in de categorie ‘Overige moorden in de familiesfeer’, exclusief moord op kinderen of (ex-) partners (CBS 2004). TransAct (2003: 3, 7) stelt dat er onduidelijkheid bestaat of vormen van huiselijk geweld of (poging tot) doodslag en moord wel kunnen worden aangemerkt als eerwraak, of als bijvoorbeeld een crime passionel. Volgens het artikel “Verdonk: cijfers eerwraak ‘zorgwekkend’” (2005) in de Elsevier, waren er tussen oktober 2004 en maart 2005 79 zaken waarin eerwraak een rol speelde, waarvan er in 26 zaken sprake was van geweld en in 30 zaken mensen met geweld werden bedreigd. Het heeft elf maal tot een dodelijke afloop geleid. Van de 79 zaken speelde 43% zich in Turkse families af.
103
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
§ 3.7.5 Conclusie: de bewering komt niet overeen met de feiten Geconcludeerd kan worden dat er binnen Nederland vooralsnog geen rechtspraak plaatsvindt op basis van de sharia. Er zijn wel beperkte mogelijkheden om private geschillen te beslechten via religieuze veroordelingen. Deze mogen van Hirsch Ballin echter niet tegenstrijdig zijn aan de Nederlandse wet, om een parallel rechtssysteem te voorkomen. Hij heeft dan ook actief onderzoek laten doen naar de mate van shariarechtspraak en er zijn maatregelen getroffen om polygamie te beperken. In Nederland staan 1.374 polygame huwelijken geregistreerd, maar die zijn niet allen toe te schrijven aan moslims.328 In Nederland is de situatie anno 2010 niet vergelijkbaar met de situatie in Groot-Brittannië, waar veel moslims zich alleen nog maar richten tot shariarechtbanken. In Nederland groeit wel de belangstelling onder islamisten en moslims voor religieuze geschillencommissies, hoewel het overgrote deel van de Turken en Marokkanen negatief tegenover de sharia staan. Daarentegen reizen er wel steeds meer Nederlandse moslims naar één van de shariarechtbanken in Groot-Brittannië. Dit wordt beschreven in een artikel van Het Nederlands Dagblad, “Islamitisch recht steeds gewoner voor Britten” (2008).329 De kans ontstaat hierdoor dat er in de nabije toekomst shariarechtbanken worden opgericht. Zeker niet gezien de recente poging in De Balie, om te onderzoeken of de shariarechtbanken een plek moeten krijgen binnen het Nederlandse rechtsstelsel.
§ 3.8 Onderzoeksvraag 7: is er recentelijk sprake geweest van etnische rellen en lag hier een islamitische component aan ten grondslag? § 3.8.1 Inleiding Diverse Eurabië-auteurs gaan in op de Franse rellen in 2005. Steyn (2005) omschreef de rellen als een ‘vroege schermutseling in de oorlog voor Eurabië’, Phillips (2005) sprak van een ‘Franse intifada’ en Caldwell (2009) stelde dat de rellen islamitisch gemotiveerd waren, of op zijn minst vanuit de gedachte van ‘Team Islam’ waren gepleegd (zie paragraaf 2.2.7). Ook Nederland kent een historie van grootschalige rellen met een diversiteit aan oorzaken, waaronder voetbalrellen330, krakersrellen331, rellen met Molukse minderheden332 en de recente strandrellen in Hoek van Holland in 2009333. De Eurabië-auteurs refereren echter aan rellen waarbij de Arabischislamitische etniciteit van de relschoppers een grote rol heeft gespeeld. Is er in Nederland sprake geweest van grootschalige rellen met een islamitisch karakter? Dit wordt onderzocht door het karakter van recente etnische incidenten te ontleden en na te gaan of er een verband is met de islam. Daarnaast worden de criminaliteitscijfers onder niet-westerse allochtonen beschreven.
Bron: Elsevier, Verdonk: cijfers eerwraak ‘zorgwekkend’ (2005). www.elsevier.nl/web/Nieuws/Nederland/34690/VerdonkCijfers-eerwraak-zorgwekkend.htm
104
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
§ 3.8.2 Recente etnische rellen in Nederland? Nederland heeft de afgelopen decennia veel immigratie gekend. Volgens Otto Adang, lector Openbare Orde aan de Politieacademie, ontkomt vrijwel geen enkele immigratiesamenleving aan etnische
spanningen.
Dit
kan
leiden
tot
gewelddadigheden
tussen
verschillende
bevolkingsgroepen of confrontaties met de politie. Op basis van de studie van de Politieacademie “Zijn wij anders? Waarom Nederland geen grootschalige etnische rellen heeft” (Adang et.al. 2010) kan worden geconcludeerd, dat etnische rellenLXXVII of collectieve geweldsuitbarstingen, zoals in Frankrijk en Groot-Brittannië (Oldham 2001334 en Birmingham 2005335), vooralsnog achterwege zijn gebleven in Nederland. Nederland heeft wel incidenten met een etnische component gekend, maar deze hebben zich niet over een groter geografisch gebied verspreid of dagenlange etnische rellen tot gevolg gehad.336 Volgens de studie waren er tot de jaren negentig een aantal gewelddadige incidenten jegens immigranten en moslims. Sindsdien verzetten immigranten zichzelf ook steeds meer. Zo raakten Marokkaans-Nederlandse jongeren in gevecht met autochtone Lonsdale-jongeren in Aalsmeer in 2002 en raakten Somalische en Antilliaanse jongeren met elkaar slaags in Tilburg in 2003 (Adang e.a. 2010: 81-88). Adang (et.al. 2010: 20) beschrijft in de studie vijf recente etnische incidenten, aangevuld met het recente incident in Culemborg die door Adang afzonderlijk wordt behandeld. In Purmerend (2005) vindt een steekpartij plaats waarbij een Somalische jongen wordt neergestoken door een autochtone ‘Lonsdale-jongere’; kort na de Franse rellen in 2005 steken tientallen Marokkanen in het Rotterdamse Vreewijk auto’s in brand; in de Indische buurt in Amsterdam (2006) wordt een Marokkaan doodgestoken door een Surinamer, waarna een groep van 150 Marokkanen een klopjacht beginnen naar de dader; een Marokkaan steekt in een politiebureau in Amsterdam-Slotervaart (2006) twee agenten neer, waarop één van hen de belager doodschiet. Vervolgens breken er ongeregeldheden uit. Het politiebureau op het August Allebéplein wordt bekogeld en auto’s worden in brand gestoken; na een aantal bedreigingen jegens buschauffeurs door Marokkanen, rijden er kortstondig geen bussen meer door de Goudse wijk Oosterwei (2008). Rondom de jaarwisseling 2009-2010, is de Culemborgse wijk Terweijde het toneel van dagenlange spanningen tussen leden van de Marokkaanse en Molukse gemeenschap, nadat enkele Marokkaanse jongeren inrijden op een Moluks gezin en een Moluks meisje bedreigen nadat ze aangifte tegen hen heeft gedaan.337 Adang kenmerkt de ongeregeldheden in Culemborg niet als ‘rassenrellen’ tussen twee etnische gemeenschappen, maar als een ruzie tussen een aantal personen. De genoemde incidenten hebben allemaal niet tot LXXVII Etnische rellen: ‘een reeks van gebeurtenissen van openbaar en collectief geweld met een min of meer spontaan karakter en waarvan de samenstelling van de groep der deelnemers en hun beweegredenen wijzen op etnische of “raciale” oorzaken van hun gewelddadigheid’ (Adang e.a. 2010: 12).
105
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
grootschalige rellen geleid. De studie schrijft dit onder meer toe aan de gebiedsgebonden werkwijze van de politie, de relatief gunstige omstandigheden, zoals een goed sociaal stelsel, een geringe gettovorming, een beperkte aanhang voor extreemrechts en een politieaanpak van preventie en repressie.338 Bij de bovengenoemde etnische incidenten waren veelal Marokkaanse jongeren betrokken, maar de vraag voor dit onderzoek is of deze jongeren gemotiveerd werden door islamitische redenen.
§ 3.8.3 Is er een verband tussen de islam en de etnische incidenten? Regelmatig worden problemen van Marokkaanse jongeren geassocieerd met de islam. Wilders ziet een direct verband tussen de islamitische cultuur en het criminele gedrag van Marokkaanse probleemjongeren, die hij straatterroristen noemt, omdat hij hun gedrag voort ziet vloeien uit hun religie en cultuur.339 De internationale informatie- en opsporingsdienst van de politie (IPOL), concludeert dat criminele veelplegers in Nederland steeds vaker Turkse en Marokkaanse Nederlanders zijn.340 Maar deze cijfers kunnen de bewering van Wilders echter niet bevestigen. In geen van de genoemde incidenten speelt de islam een rol. Tijdens de rellen in Slotervaart riep de lokale imam de jongeren zelfs op om rustig te blijven.341 Wilders’ bewering wordt ook ontkracht doordat de andere grote islamitische gemeenschap, de Turken, amper genoemd wordt in recente incidenten met een etnische component. Het COT vindt etniciteit zelfs geen specifiek kenmerk van ordeverstoring. Onderzoekers van FORUM vinden dat etniciteit wel een rol speelt bij conflicten tussen bevolkingsgroepen en met de politie (Adang 2010: 13-14). Er liggen derhalve ook andere oorzaken ten grondslag aan de gewelddadige uitingen van vooral Marokkaanse jongeren, waaronder de gebrekkige sociale controle en sociaaleconomische omstandigheden.342 Volgens Adang (et.al. 2010: 33-44, 88, 91) worden grootschalige rellen veroorzaakt door segregatie op sociaaleconomisch gebied en uitsluiting van onderwijs, de arbeidsmarkt of het uitgaansleven, werkloosheid, culturele misverstanden en politieke onverschilligheid over de achterstandswijken en het onvoldoende nastreven van adequate politieoptredens. Internationale conflicten kunnen ook leiden tot spanningen, zoals de situatie op de Molukken of het conflict in het Midden-Oosten, waar veel Marokkanen zich identificeren met de Palestijnen. Mohammed Mohandis, PvdA-gemeenteraadslid in Gouda, hekelt “het islamiseren van de Marokkanen en het Marokkaniseren van de islam.”343 Toch zijn er gewelddadige incidenten geweest rondom het Suikerfeest. In Nederland gaan islamitische jongeren traditiegetrouw naar de bioscoop om het einde van de ramadan, de islamitische vastenmaand, te vieren. Vooral de bioscopen in Amsterdam (De Munt) en Rotterdam (Schouwburgplein) kampen jaarlijks met overlast, intimidatie en vernielingen.344 Deze incidenten staan echter niet in verhouding tot de 106
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
Franse rellen of problemen rondom de ramadan in Brussel, zoals Landen (2009) heeft omschreven (zie paragraaf 2.2.6). Volgens Frank Bovenkerk, cultureel antropoloog en voormalig hoogleraar Criminologie, komt dit door een gebrek aan etnische sociale protesten. Hij stelt echter dat ‘rassenrellen’ lijken te ontstaan “via het tussenstation van allochtone criminaliteit” en “een directe reactie zijn op inadequaat optreden van de politie” (Adang e.a. 2010: 91). Om te beoordelen of Nederland zich in de toekomst moet opmaken voor etnische rellen met een islamitische component, kan derhalve deels door de mate van criminaliteit worden onderzocht.
§ 3.8.4 Criminaliteitscijfers onder niet-westerse allochtonen Volgens Adang (et.al. 2010: 33) heeft de tweede generatie immigranten in alle immigratielanden een relatief groot aandeel in de criminaliteit. Wilders’ uitspraken over een verband tussen de criminele overlast van de tweede en derde generatie Marokkaanse jongeren en de islam, worden vooral gedaan op basis van een aantal gewelddadige incidenten in kleine en middelgrote steden als Veenendaal, Leidschendam, Zaltbommel, Oosterhout, Roermond en Wateringen. Myriam Vandenbroucke, onderzoekster aan het Verwey-Jonker Instituut voor sociaal-maatschappelijk onderzoek, concludeert in het rapport “Gemeentelijk beleid voor Marokkaans-Nederlandse jongeren” (et.al. 2008: 8), dat hoe meer Marokkaanse jongeren in een gemeente wonen, hoe meer criminaliteit er binnen deze groep voorkomt. Cijfers van het CBS tonen aan dat er in 2007 216.750 verdachten van misdrijven waren. Hiervan was 63% van autochtone herkomst (137.170) en 37% van allochtone herkomst. Van de tweede groep was 75% van niet-westerse afkomst (59.980). In absolute aantallen vormden de Marokkanen de grootste groep niet-westerse verdachten met 14.380. Wat opvalt, is dat van de tweede generatie Marokkanen één op de tien bekendstaat als verdachte, tegen een gemiddeld percentage van 3.2% in dezelfde categorie bij allochtonen (zie bijlage bij paragraaf 3.8).345 Bovenkerk stelt dat van de Marokkaanse jongeren in Rotterdam tussen de 18-24 jaar, bijna 55% in aanraking komt met politie op verdenking van een delict. Ter vergelijking voor Rotterdam: Antillianen en Surinamers 40%, Turken: 36% en autochtonen: 18.4%.346 Roel Jennissen (2009: 34), van het WODC, stelt in een onderzoek naar leeftijdsspecifieke criminaliteitscijfers onder Antilliaanse en Marokkaanse Nederlanders, dat het aantal geregistreerde daders onder Marokkaanse jongeren (15-20 jaar) gemiddeld boven de 130 per 1.000 inwoners ligt, tegen een gemiddelde van 30 per 1.000 autochtonen. Uit een ander onderzoek van het WODC, door onderzoekster Martine Blom (et.al. 2005: 29), blijkt ook de hoge vertegenwoordiging van vooral Marokkaanse en Antilliaanse Nederlanders, die zich schuldig maken aan vernieling en verstoring van de openbare orde. Uit een studie voor het Tijdschrift van Criminologie blijkt dat 54% van de jongeren tussen twaalf en 22 jaar van Marokkaanse afkomst, 107
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
minimaal één keer met de politie in aanraking komt. Eenderde van hen komt vijf keer of vaker met de politie in aanraking. Ongeveer 20% van de Nederlandse jongeren komt minimaal één keer met de politie in aanraking.347 Bovenkerk ziet een relatie tussen misdaad en etnische of culturele problemen, maar hij beschouwt het niet als hoofdoorzaak. Volgens Bovenkerk zijn een lage sociaaleconomische positie en een gebrekkige sociale controle noodzakelijke voorwaarden voor criminaliteit. Dit verklaart volgens hem waarom de Turkse migrantengemeenschap relatief lage misdaadcijfers kent. Martijn de Koning, onderzoeker aan de VU, deelt deze mening.348 Bovenkerk vraagt zich af wanneer misdaad kan worden verklaard vanuit herkomst en wanneer uit straatcultuur.349
§ 3.8.5 Conclusie: de bewering komt niet overeen met de feiten Op de vraag of Nederland etnische rellen met een islamitische component heeft meegemaakt, moet ontkennend worden geantwoord. Nederland is vooralsnog gespaard gebleven van grootschalige en meerdaagse rellen, zoals in Frankrijk en Groot-Brittannië. De incidenten, waarbij voornamelijk Marokkaanse Nederlanders betrokken zijn geweest, hebben geen specifiek verband aangetoond met een etnische of islamitische oorzaak. Bij de genoemde etnische incidenten gaan vooral persoonlijke conflicten vooraf, zoals het conflict in Culemborg. De enige, aan de islam gerelateerde gewelddadige incidenten, vinden jaarlijks plaats rondom het Suikerfeest, maar lijken voort te komen uit baldadig gedrag en niet vanuit een islamitische agenda. De koppeling, die Bovenkerk maakt tussen rassenrellen, als gevolg van allochtone criminaliteit en inadequaat politieoptreden moet wel zorgen baren, gezien de hoge vertegenwoordiging van niet-westerse allochtonen (voornamelijk Marokkaanse jongeren) in de criminaliteitscijfers. Deze structurele factoren, in combinatie met een directe aanleiding (een trigger), zoals het overlijden van een arrestant door excessief politiegeweld, kan de situatie alsnog doen ontvlammen. De grote zetelwinst van de PVV zal de aandacht nog meer focussen op de negatieve aspecten van de (moslim)immigratie, waarbij het ‘wij-zij’ denken zal worden versterkt en de kans op escalatie langs religieuze lijnen kan gaan groeien (Adang e.a. 2010: 14-15, 17, 91). De rol van een selfulfilling prophecy wordt ook versterkt door het aanduiden van criminaliteit en rellen als ‘religieus gemotiveerd’350. Of zoals de Telegraaf deed, het expliciet benoemen van ‘rassenrellen’ tijdens de persoonlijke conflicten Culemborg. 351
108
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
§ 3.9 Onderzoeksvraag 8: In hoeverre hebben radicale islamisten en extremisten invloed op de islamitische diaspora? § 3.9.1 Inleiding ‘De radicalisering van moslims vormt een probleem voor Europa’, zo staat beschreven door diverse Eurabië-auteurs in paragraaf 2.2.7. Phillips (2009) stelt dat ‘gewone’ moslims radicaliseren door de groeiende invloed van religieuze activiteiten binnen de islamitische gemeenschappen. Ze noemt als voorbeeld het toenemende aanzien van Bin Laden, die gewelddadigheden tegen het Westen rechtvaardigt. Volgens Ye’or (2008) is de jihadistische dreiging een belangrijk pressiemiddel. Doordat de overheden teveel tegemoet komen aan de islamistische druk en hen alle vrijheden toekennen, neemt hun invloed op de moslimgemeenschap toe. Pryce-Jones (2004) denkt dat het huidige islamisme zich baseert op een transnationale moslimgemeenschap. In paragraaf 2.2.7 worden de islamistische organisaties MB en HuT genoemd. Roy noemt in paragraaf 2.5.3 tevens Tablighi Jamaat en Millî Görüş. Zijn deze vier islamistische organisaties ook in Nederland actief? In dit onderzoek wordt dit onderzocht in relatie tot hun invloed op de Nederlandse moslimdiaspora, gevolgd door radicalisering onder moslims en tenslotte terroristische acties van ‘homegrown’ terroristen.
§ 3.9.2 De aanwezigheid en de mate van invloed van islamistische organisaties Het islamitische radicalisme en terrorisme zijn relatief nieuwe verschijnselen in Nederland. Het grote publiek maakte hiermee kennis door de moord op Van Gogh op 2 november 2004. De dader was de geradicaliseerde Marokkaanse moslim Mohammed Bouyeri. Vervolgens werden onder meer Hirsi Ali en Wilders veelvuldig bedreigd door radicale moslims. Dit stelt hoogleraar Veiligheid en Recht, E. Muller, in Terrorisme: studies over terrorisme en terrorismebestrijding (et.al. 2008: 243). Volgens de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) gaan er twee processen aan terrorisme vooraf: een radicaliserings- en rekruteringsproces. Er zijn radicaliseringsprocessen die géén directe bedreiging vormen voor de democratische rechtsorde, zoals de op da’wa (prediking en missiewerk) gerichte groeperingen. Zij streven een langetermijnstrategie na van structurele beïnvloeding vanuit fundamentalistische, intolerante, polariserende en antiwesterse opvattingen. Deze groepen roepen op tot afzijdigheid van de dominante samenleving, wat kan leiden tot parallelle samenlevingsstructuren.352 De AIVD (2009: 19-21) maakt onderscheid tussen niet-gewelddadige bewegingen, die de da’wa verspreiden en extremistische bewegingen die het jihadisme nastreven. Eerst worden hier vier niet-gewelddadige bewegingen genoemd: de MB, Tablighi Jamaat, HuT en Millî Görüş.
109
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
De
Egyptische
MBLXXVIII
is
een
politiekislamitische
beweging
die,
via
een
maatschappelijke massabeweging, een herislamisering van de moslimdiaspora nastreeft, volgens een (ultra)orthodoxe leer. De MB breidt zijn invloed uit door middel van de oprichting van moskeeën353 en het organiseren van conferentiesLXXIX. Daarnaast wordt gebouwd aan een actief netwerk in de politiek, bij de overheid en binnen het maatschappelijke middenveld. De politieke participatie onderscheidt de MB van andere ultraorthodoxe organisaties. Ze streven openlijk een ‘moslimvriendelijk’ klimaat na. De AIVD verdenkt hen echter van façadepolitiek en vreest dat de orthodoxe leer op den duur zal botsen met de democratische rechtsorde. De MB is erop gericht om de legitieme woordvoerder van de moslimgemeenschap te worden en een grotere rol van de orthodoxe islam in het Westen te bewerkstelligen. Deze beweringen staan haaks op de opinie van Roy in paragraaf 2.3.5, die stelt dat de MB zich richt op de integratie van moslims. Het kader van de MB bestaat vooral uit eerste generatie moslimmigranten, omdat de tweede generatie zich in mindere mate bereidt voelt tot politieke participatie. Van 28 tot 30 mei is er een conferentie gehouden in Amsterdam, over de toekomst van de islam in Nederland en het verbeteren van de beeldvorming. Eén van de deelnemende organisaties was gelieerd aan het MB, onder leiding van de radicale sjeik Yusuf al-QaradawiLXXX.354 Het Indiase Tablighi JamaatLXXXI is een klassieke ultraorthodoxe missiebeweging, die moslims opnieuw kennis wil laten maken met de islam. Theologisch gezien komt de visie overeen met het salafisme. De beweging opereert vooral in de anonimiteit en wordt dan ook niet gezien als een bedreiging voor de rechtsorde. Er wordt wel sterk geageerd tegen integratie, democratie, secularisme en zelfbeschikkingsrecht voor vrouwen. Een geradicaliseerde exponent van de Tablighi is de Britse terrorist Richard Reid, ook wel bekend als de shoebomber. In Nederland richt
LXXVIII
Het Moslimbroederschap (MB) is opgericht in 1928 in Egypte, door Hassan al-Banna. Het oorspronkelijke doel was het doen herleven van de islamitische identiteit in de Arabische wereld. De beweging is tegen de westerse culturele en ideologische hegemonie. De MB hanteerde tot de jaren zestig geweld, maar heeft zich vervolgens ontwikkelt als nietgewelddadig. Het draagvlak onder de bevolking wordt gecreëerd door het bieden van sociale voorzieningen. Sinds de jaren zestig verblijft de MB ook in Europa, wat onder meer duidelijk is geworden door hun belangrijke provocatieve rol in de rel rondom de Deense Mohammed-cartoons (AIVD 2007: 49-50). De huidige leider is de radicale Yusuf al-Qaradawi die een streng orthodoxe leer nastreeft. Bron: Marlou Visser, Elsevier. Ophef in kamer over moslimcongres in Amsterdam (2010). www.elsevier.nl/web/Nieuws/Nederland/263560/Ophef-in-Kamer-over-moslimcongres-in-Amsterdam.htm, geraadpleegd op 3 juli 2010. LXXIX Eén van de meest invloedrijke moslims is de Marokkaan Yahia Bouyoufa, die verdacht wordt van betrokkenheid bij het Europese netwerk van de MB. Bouyoufa is voorzitter van de Federatie Islamitische Organisaties Nederland (FION), de Landelijke Moslim Organisatie (LMO), de Raad van Marokkaanse Moskeeën Nederland (RMMN) en de liefdadigheidsinstellingen Europe Trust Nederland en Maroc Relief. Bron: Janny Groen en Annieke Kranenberg, de Volkskrant. Bouyafa met argusogen bekeken (2009). www.volkskrant.nl/binnenland/article1329605.ece/Bouyafa_met_argusogen_bekeken, geraadpleegd op 4 juli 2010. LXXX Yusuf al-Qaradawi keurt zelfmoordaanslagen goed en onderhoudt contacten met de terreurorganisaties Hamas en Hezbollah. Al-Qaradawi wil Europa ‘overmeesteren’ door prediking. Bron: Marlou Visser, Elsevier. Ophef in kamer over moslimcongres in Amsterdam (2010). www.elsevier.nl/web/Nieuws/Nederland/263560/Ophef-in-Kamer-overmoslimcongres-in-Amsterdam.htm, geraadpleegd op 3 juli 2010. LXXXI Tablighi Jamaat., opgericht in de jaren twintig in India. Het betekent: beweging van de boodschap AIVD (2007: 53).
110
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
de beweging zich vooral op de Marokkaanse en Pakistaanse moslims en is men actief in diverse moskeeën (AIVD 2007: 53-54). De Palestijnse HuTLXXXII is ideologisch beïnvloed door het Saoedische wahabisme. HuT herbergt veel geradicaliseerde Moslimbroeders. Volgens de AIVD (2007: 54-56) kenmerkt HuT zich door een sterk antisecularisme, antizionisme en een afkeer van andersdenkenden. Hun doel is het omverwerpen van de democratie en het vestigen van een islamitisch kalifaat op basis van de sharia, eventueel met geweld. Volgens de AIVD probeert HuT zoveel mogelijk leden op strategische posities in de samenleving te plaatsen, om zo de islamisering te versnellen. Ze focussen zich daarom vooral op de hoger opgeleide moslims van de tweede en derde generatie (voornamelijk Turken, alsook bekeerlingen). De aanhang groeit, maar blijft getalsmatig gering. Er wordt actief werk gemaakt van het werven van nieuwe leden, onder andere door het organiseren van conferenties, het beheren van websites (expliciet.nl). In 2007 verspreidde HuT pamfletten, waarin werd opgeroepen om de koran te verdedigen tegen degenen die haar lasteren.355 De aanleiding was het uitzenden van Fitna. De islamitische studentenvereniging van de UvA, wilde HuT in 2009 een platform bieden om hun visie te ventileren over de Gaza-oorlog. De lezing werd echter afgelast, omdat mannen en vrouwen gescheiden moesten zitten.356 HuT gaf voorafgaand aan de Tweede Kamerverkiezingen 2010 tevens een negatief stemadvies af aan moslims (zie de volgende paragraaf). De Regionale Inlichtingendienst (RID) stelde in 2008 dat de Turkse koepelorganisatie voor moskeeën, Millî Görüş, in Nederland banden heeft met financiers van terrorisme en extremisme, binnen de MB. Millî Görüş is jarenlang nauw betrokken geweest bij de nooit gerealiseerde Westermoskee in Amsterdam.357 De gemeente Amsterdam steunde Millî Görüş jarenlang, omdat zij een gematigde en op integratie gerichte islam predikte, tot de meer radicale Europese tak zich ermee ging bemoeien.358 De AIVD heeft in 2007 echter niet geconstateerd dat Millî Görüş bewust betrokken was bij ernstige radicalisering.359 Volgens de AIVD hebben de bovengenoemde vier bewegingen vooralsnog een beperkt bereik, maar wordt actief werk gemaakt van uitbreiding van de invloedssfeer. Behalve Millî Görüş, achten deze bewegingen de islam in essentie onverenigbaar met democratie en zijn ze anti-integratief. In Nederland is de weerstand tegen het politieke islamisme relatief hoog, maar bestaat er wel een toenemende invloed van het salafisme, een ultraorthodoxe stroming binnen het soennisme. De fundamenten van het salafisme zijn ook tegenstrijdig aan de rechtsstaat. Het salafisme streeft een zuivere islam na, zoals ten tijde van de profeet Mohammed en de eerste vier kaliefen (NCTb 2008: 3). De toenemende invloed van het salafisme is te wijten aan het hoge aantal salafitische predikers en moskeeën en hun hoge LXXXII
Hizb ut-Tahrir, opgericht in 1952 in Palestina en betekent: ‘Partij van de Bevrijding’. In Europa bevindt het hoofdkantoor zich in Londen (AIVD 2007: 54).
111
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
organisatiegraad (AIVD 2007: 247-253). Volgens de AIVD is een deel van de moslimjongeren ontvankelijk voor een strikte toepassing van de islamitische wetgeving en de afkeer van de Nederlandse samenleving. Toch stagneert de groei. De NCTb (2008: 3-7) onderscheidt drie verklaringen voor de opkomst van het salafisme in de jaren negentig: ze spelen in op de (vermeende) onrechtvaardigheid jegens moslims, er wordt een alternatieve identiteit geboden in de moderne westerse samenleving en bindt moslims door groepswaarden. De NCTb onderscheidt drie concurrerende facties binnen het salafisme: de apolitieke, politieke (nietgewelddadig) en jihadistische salafisten (gewelddadig). Er zijn vier niet-gewelddadige salafistische centra in Nederland: -
Stichting El-Tawheed in Amsterdam en de daaraan gelieerde El-Tawheed-moskee.
-
Stichting Al-Waqf al-Islami in Eindhoven en de daaraan verbonden Al-Fourkaan-moskee.
-
Stichting As-Soennah in Den Haag en de daaraan gelieerde As-Soennah-moskee.
-
Islamitische Stichting voor Opvoeding en Overdracht van Kennis (ISOOK) in Tilburg.
Volgens de NCTb zijn de centra opgericht met (in)directe bemoeienis vanuit Saoedi-Arabië. De leiding van de Al Waqf en Al-Fourkaanmoskee zijn loyaal aan het Saoedische koningshuis en zijn apolitiek. De overige drie vertegenwoordigen de politieke tak. De vier centra richten zich op de verspreiding van da’wa, via een sterke organisatie en een islamitisch maatschappelijk middenveld. In 2002 verscheen het eerste mediabericht over antiwesterse en anti-integratieve uitspraken en werden reguliere bezoekers van de Al-Fourkanmoskee gearresteerd op verdenking van betrokkenheid bij terrorisme. Fawaz Jneid van de Haagse As-Soennah moskee staat als radicaal bekend. Enkele weken voor de moord op Van Gogh had hij hem ongeneeslijke ziekten toegewenst360; desondanks keurde hij de moord af.361 De ideologische beïnvloeding van deze centra is sinds 2005 sterk toegenomen, maar externe druk heeft geleid tot gematigde uitspraken in het openbaar. De politieke salafisten bedienen zich volgens de AIVD dan ook van façadepolitiek. Nederland krijgt regelmatig radicale predikers op bezoek, zoals de omstreden Pakistaanse moslimleider Mohammed Noorani Siddiqui in de Amsterdamse Taibah moskee in 2006, die in 1998 had opgeroepen om Amerikanen en hun bondgenoten te doden en in 2006 de felle cartoonprotesten in Pakistan organiseerde.362 De eveneens omstreden Amerikaan Khalid Yasin bezocht de Islamitische Universiteit Rotterdam (IUR) in 2009. Hij wordt ervan beschuldigd om moslims te verbieden bevriend te zijn met ongelovigen.363 Sinds de moord op Van Gogh komt radicalisering en rekrutering steeds vaker voor binnen salafistische kringen.
112
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
§ 3.9.3 Radicalisme Volgens FORUM (2010: 24) is er sinds de jaren negentig sprake van radicalisering in Nederland, voornamelijk door inmenging en (financiële) ondersteuning van moskeeën en islamitische organisaties vanuit Arabische staten. Zo hebben deze organisaties radicale predikers gestuurd om onverdraagzaamheid binnen de moslimgemeenschap te verspreiden. Rond 1997 vonden jihadistische immigranten aansluiting bij moslimgemeenschappen. Ze kwamen vervolgens in aanraking met de tweede en derde generatie salafistische Marokkanen. Waar het eerste jihadistische netwerk in 1999 was gericht op het ondersteunen van de internationale jihad, is er sinds 2002 sprake van de opkomst van lokale jihadistische netwerkenLXXXIII, die ook in Nederland een gewelddadige jihad willen voeren om een islamitische staat op te richten. Deze autonome netwerken opereren met beperkte buitenlandse inmenging. Volgens Muller (et.al. 2008: 80, 83) is de jihadistische Hofstadgroep, opgericht in 2002 en gebaseerd op de neo-takfir-ideologieLXXXIV, hier een duidelijk voorbeeld van. Marokkaanse, Somalische en Arabische moslimjongeren in Nederland, afkomstig uit stadswijken met veel criminaliteit, zijn het meest vatbaar voor (autonome) radicalisering. Volgens Muller et.al. liggen de oorzaken vooral in het politiekmaatschappelijke klimaat, hun sociaaleconomische positie en interetnische spanningen. De AIVD (2006: 27) en Muller (et.al. 2008: 78) stellen dat de aanslagen in Europa, de Nederlandse inbreng in de missies in Afghanistan en IrakLXXXV en de steun aan Israël hebben meegespeeld in het radicaliseringsproces. Volgens Muller (et.al. 2008: 83) vindt er steeds vaker zelfradicalisering plaats via zelfinterpretatie van religieuze teksten op internet, die gekoppeld aan de vaak gebrekkige kennis van de islam en de Arabische taal, kan leiden tot een simpele ideologie die het gebruik van geweld tegen andersdenkenden in het Westen rechtvaardigt. Vooral radicaliserende moslimvrouwen spelen een belangrijke rol bij het vertalen en verspreiden van materiaal op internet en het bekeren van andere vrouwen tot het jihadisme (AIVD 2006: 27). Volgens de NCTb is de slagkracht van de jihadisten sinds 2006 afgenomen, door een gebrek aan leiderschap, operationele capaciteiten, actief overheidsoptreden en de opkomst van (a)politieke salafistische alternatieven (AIVD 2006: 20-21, 32-34; FORUM 2010: 24). Volgens de AIVD (2007: 247-253) is vervolgens het ‘islamitisch neoradicalisme’ ontstaan, met een nieuwe generatie radicale LXXXIII
Twee Marokkaanse moslims werden in 2002 geronseld voor de jihad in Kasjmir, door een Noord-Afrikaans netwerk rondom de Al Fourkaanmoskee in Eindhoven. In 2005 werden drie moslims ervan verdacht te zijn afgereisd naar de Kaukasus voor de jihad, na ronseling door de As-Soennah moskee in Den Haag (Muller et.al. 2008: 78). LXXXIV Deze neo-takfir ideologie (Takfir Wal Hijra) ziet de gewelddadige jihad als een plicht voor alle moslims (Muller et.al. 2008: 83). LXXXV Mohammed Bouyeri, de moordenaar van Van Gogh, hekelde de Nederlandse steun aan de V.S. en Israël, in zijn ogen ‘de vijanden van de islam’. Maar ook het restrictieve Nederlandse migratiebeleid en de maatregelen tegen van terrorisme verdachte personen speelden een belangrijke rol. Samir Azzouz, ook lid van de Hofstadgroep, legitimeerde de hele Nederlandse bevolking als doelwit, omdat zij via democratische weg de regering hadden gekozen die steun bood aan de Amerikaanse inval in Irak. Het schetsen van een ‘oorlogssituatie’ in Nederland, wordt gedaan vanuit het oogpunt dat het gebruiken van geweld gelegitimeerd kan worden uit ‘zelfverdediging’ (Muller et.al. 2008: 84-85).
113
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
predikers, die zich verzetten tegen het gebruik van geweld in het Westen, maar wel de democratie afwijst. Ze willen de islamitische invloed op ‘sluipende’ wijze verspreiden, vergelijkbaar met het politieke salafisme (AIVD 2007: 247-253). Volgens de AIVD waren er in 2007 ongeveer vijftien van deze fundamentalistische predikers, die tijdens lezingen telkens rond de honderd moslims toespraken. Van de 475 moskeeën, waren er naar schatting 30 bevolkt met radicale predikers. Het aantal moslims dat vatbaar zou zijn voor radicalisering, werd op 25.000-30.000 geschat, waarvan 5.000 een gevaar voor de samenleving zouden kunnen vormen. Volgens Muller (2008: 90-92) telde Nederland in 2008 nog tussen de tien en twintig losse jihadistische netwerken, voornamelijk autonome netwerken. Volgens de AIVD groeit de weerstand tegen radicalisme binnen de moslimgemeenschap, zoals duidelijk is geworden door het uitblijven van grootschalige incidenten rondom Fitna. Het aandeel transnationale netwerken is beperkt, hoewel er wel invloed bestaat vanuit Noord-Afrika, Pakistan en Bosnië (Muller 2008: 92). De
AIVD
heeft
in
2006
de
mate
van
radicalisering
binnen
de
diverse
moslimgemeenschappen onderzocht. Een klein gedeelte binnen de Turkse gemeenschap neigt naar een (ultra)orthodoxe islam met sterk intolerante en anti-integratieve aspecten. Ze willen de sharia invoeren en keuren geweld tegen niet-moslims goed. De AIVD spreekt van een groeiende subcultuur onder Marokkaanse jongeren van de tweede en derde generatie, die gebruik maken van orthodoxe en extremistische symbolen, vooral op het internet. Ze bieden een voedingsbodem voor jihadistische netwerken. Opvallend is dat de Palestijnse en Libanese gemeenschappen niet radicaliseren door Israëlische acties of de verkiezing van Hamas. De Afghaanse, Irakese, Tsjetsjeense, Iraanse en Pakistaanse gemeenschappen zijn ook rustig. De Somalische gemeenschap is daarentegen geïsoleerd en kent een gebrekkige sociaaleconomische integratie (AIVD 2006: 32-34, 43-50). Deze conclusie komt wél overeen met de bevindingen van Roy. Zoals beschreven in paragraaf 2.3.5, stelt hij dat de meeste geradicaliseerde moslims niet afkomstig zijn uit conflictgebieden als Afghanistan of Irak, maar dat vooral Marokkaanse en Somalische moslims radicaliseren.
§ 3.9.4 Homegrown terrorisme Het dreigingsniveau voor Nederland is volgens de NCTb (2010: 2) momenteel beperkt (niveau twee), terwijl het jarenlang op substantieel (niveau drie) heeft gestaan. Een kans op een terroristische aanslag is kleiner geworden, maar niet uitgesloten. De NCTb baseert het dreigingsniveau op de jihadistische perceptie van het islamdebat en de Nederlandse rol als bondgenoot van de V.S. en Israël. Volgens terrorisme-expert Bob de Graaff en sociaalpsychologe Karolien Buurman (2008: 64), worden terroristische aanslagen door jihadisten gepleegd. 114
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
Homegrown terrorisme is Nederland, op terroristische handelingen van de Hofstadgroep na, vooralsnog bespaard gebleven. Lidewijde Ongering, de voormalige plaatsvervangend Coördinator Terrorismebestrijding, noemt de aanslag van Bouyeri op Van Gogh als voorbeeld (2007: 2-3). Bouyeri maakte deel uit van het lokale netwerk, samen met onder meer de Marokkaan Samir Azzouz, die bouwtekeningen had van het Binnenhof en de Schipholtunnel en de Nederlandse bekeerling Jason Walters.364 Op 1 januari 2008 werden drie terreurverdachten gearresteerd, die verdacht werden van een aanslag in Rotterdam.365 Door het Europese samenwerkingsverband van politiediensten, Europol, werden in 2006 zes islamistische verdachten opgepakt, tegen vier in 2007 en vier in 2008LXXXVI. Europol concludeert dat er zich in Nederland tussen 2006 en 2008 geen enkele mislukte, verijdelde of succesvolle aanslag heeft voorgedaan (Europol 2009: 13, 15, 20, 48). De AIVD (2009: 13) stelt dan ook terecht dat lokale netwerken ernstig verzwakt zijn. De dreiging van homegrown terrorisme is derhalve afgenomen. Dat de Nederlandse aanpak van ‘homegrown’ terrorisme vooralsnog vruchten afwerpt, wordt duidelijk door het recente verzoek van de Amerikaanse regering om gebruik te maken van de Nederlandse ervaring. Vooral de samenwerking tussen de landelijke veiligheidsdiensten en de lokale autoriteiten spreekt de Amerikanen aan.366
§ 3.9.5 Conclusie: de bewering komt wel overeen met de feiten Zoals blijkt uit de bovenstaande informatie, hebben radicale islamisten en extremisten (hier jihadisten genoemd) wel degelijk voet aan de grond gekregen binnen de Nederlandse moslimgemeenschappen. Volgens de AIVD hebben de vier genoemde islamistische bewegingen vooralsnog een beperkt bereik, maar proberen ze actief hun invloed uit te breiden. De AIVD is hierover verontrust, omdat de bewegingen in toenemende mate onverenigbaar met de democratie en anti-integratief zijn. Millî Görüş uitgezonderd. Hoewel de weerstand tegen het politieke en radicaal-jihadistische islamisme relatief hoog is onder moslims in Nederland en de terrorismedreiging is afgenomen, is er wel meer invloed van het ultraorthodoxe salafisme. Desondanks stagneert ook deze groei. De AIVD typeert deze ontwikkeling als ‘islamitisch neoradicalisme’, waarin het geweld publiekelijk wordt afgezworen door islamisten en salafisten en de islam op een sluipende wijze wordt uitgebreid, ten koste van de democratische rechtsstaat. Desondanks heeft de AIVD het vermoeden dat achter de gematigde toon, weldegelijk radicalisme schuilgaat (façadepolitiek). De Turkse, Marokkaanse en Somalische moslimgemeenschap verdienen daarom toch extra aandacht van de veiligheidsdiensten. De invloed van nietLXXXVI
Ter vergelijking: in 2007 werden er in Nederland één separatist, één linkse extremist en tien rechtsextremistische verdachten gearresteerd. Europees gezien worden er in Nederland relatief weinig islamistische verdachten opgepakt. In 2008 werden in Frankrijk 78 en in Spanje 61 verdachten opgepakt. (Europol 2009: 13).
115
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
gewelddadige islamisten en salafisten kan in de toekomst weer groeien, vooral door de toenemende polarisatie binnen de samenleving tussen moslims en niet-moslims, waardoor moslimjongeren ontvankelijker kunnen worden voor radicaal-islamistische boodschappen. De zojuist genoemde weerstand tegen radicalisering en jihadisme en de afgenomen terreurdreiging, kan tevens duiden op een duidelijkere polarisatie tussen gematigde en radicale moslims, precies zoals de derde optie binnen het theoretische kader beschrijft. Dit moet er uiteindelijk toe leiden dat Nederland de kant kiest van de gematigde moslims en een platform zal bieden voor de liberale, verlichte islam.
§ 3.10 Onderzoeksvraag 9: Is er sprake van een samenwerkingsverband tussen linkse politieke partijen en islamisten? § 3.10.1
Inleiding
Bawer (2006) stelt in paragraaf 2.2.9 dat linkse politieke partijen in Europa samenwerken met islamisten. Berlinski (2006) beweert dat deze partijen in moslims trouwe bondgenoten zien en volgens Lewis (2009) is deze samenwerking gestoeld op een gedeelde haat tegen de V.S. Ye’or (2008) beweert dat Europese landen dan ook bewust de immigratie bevorderen vanuit islamitische landen. Ferguson (2004) ziet in deze samenwerking ook de reden van de opkomst van rechtse anti-immigratiepartijen. In hoeverre zijn dit hekenbare ontwikkelingen voor Nederland? Deze paragraaf biedt inzicht in de vraag of er een samenwerking bestaat tussen de Nederlandse linkse politieke partijen en islamisten, aan de hand van de verkiezingsprogramma’s van alle politieke partijen voor de Tweede Kamerverkiezingen in 2010, uitspraken van politieke leiders (in debatten) en de stemvoorkeur onder moslims.
§ 3.10.2
‘Linkse’ en ‘rechtse’ politieke partijen en hun standpunten
De indeling van ‘linkse’ en ‘rechtse’ partijen is een bekende manier om politieke partijen op een overzichtelijke wijze te positioneren, aan de hand van ingewikkelde standpunten. Volgens de politicologen van de Vrije Universiteit (VU), P. Pennings en J.E. Keman (1994: 125) is een ‘linksrechts’ verdeling zinvol, omdat partijen zich vaak verschillend opstellen en de afstanden tussen de partijstandpunten dermate groot zijn. Beiden dichten linkse partijen de volgende kenmerken toe (1994: 120-121): een positieve houding ten aanzien van democratie en nationalisatie, sociaal rechtvaardig, opkomend voor de belangen van de werkende bevolking en het nastreven van vrede, zonder inzet van het leger of een wapenwedloop. Rechtse partijen worden door hen gedefinieerd met: een positieve houding ten aanzien van efficiënt bestuur en selectieve economische overheidsprikkels, economische vrijheid, het stimuleren van de markteconomie, het 116
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
inperken van de verzorgingsstaat, ordehandhaving en een positieve houding ten aanzien van het leger en bewapening. André Krouwel, politicoloog aan de VU, heeft een overzicht gemaakt van de huidige situatie in de Nederlandse politiek, aan de hand van een ‘links-rechts as’ (economische onderwerpen) en een ‘progressieve-conservatieve as’ (niet-economische onderwerpen). Volgens Krouwel is hét verschil in 2010, ten opzichte van de verkiezingen in 2006, dat het centrum minder partijen bevat. Het CDA en de VVD zijn naar rechts opgeschoven, de PvdA naar links. Deze verschuivingen komen door veranderde standpunten over
de economie en
overheidsfinanciën. Op de verticale as zijn de politieke partijen nader tot elkaar gekomen367: Illustratie 1: politiek spectrum Nederland, 2010
André Krouwel, Trouw. Polarisatie grote partijen in vier jaar toegenomen, 28 april 2010.
De verdeling van Krouwel is niet zonder controverse. Zo merkt hij de PVV niet aan als een rechtse partij, maar als middenpartij vanwege hun economische standpunten. Aan de hand van dit overzicht wordt in deze paragraaf gekeken naar de standpunten van de politieke partijen met betrekking tot integratie, het asiel- en immigratiebeleid en de islam. Zowel voor ‘links’ als voor ‘rechts’ worden de drie onderwerpen behandeld (zie bijlage voor een overzicht van de verkiezingsstandpunten). Van de linkse partijen wil de PvdA vasthouden aan een beleid van multiculturalisme, met behoud van dubbele nationaliteiten. Alle linkse partijen willen segregatie tegengaan. De CU acht het assimileren van immigranten zelfs onwenselijk. De overheid moet een actieve rol spelen bij het integratieproces. Bij de rechts(midden)partijen verschilt de visie van D66 van de overige partijen. D66 wil niet krampachtig vasthouden aan de Nederlandse gebruiken en tradities en wil geen dwang opleggen aan integratie en inburgering. De overige rechtse partijen willen dat immigranten de geldende cultuur respecteren en de Nederlandse taal beheersen. Deze partijen 117
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
willen ook dat de immigrant zelf verantwoordelijk wordt gehouden voor het inburgeringsproces en geen overheidssubsidies ontvangt. De PVV wil het multiculturalisme afschaffen en assimilatie aan de geldende cultuur verplichten. De SP, PvdA en GroenLinks willen de regels voor gezinshereniging en huwelijksmigratie versoepelen, terwijl de CU een stop wil op grootschalige immigratie van economische gelukszoekers. Bij de rechtse partijen staan de standpunten van D66 haaks op de andere partijen. Zij willen een generaal pardon voor asielzoekers van voor 2001, iets waar de VVD en PVV faliekant tegen zijn. D66 wil ook de arbeidsmigratie binnen de EU stimuleren, terwijl de PVV Bulgaren en Roemenen wil weren. Het CDA en de VVD willen strengere eisen voor gezinshereniging en huwelijksmigratie en willen kansarme immigratie beperken, ten bate van kansrijke immigratie. Ook willen de VVD, PVV en Trots Op Nederland (TON) strengere eisen aan de opvang van asielzoekers. Behalve D66 willen de rechtse partijen ook de mogelijkheden verruimen om (criminele) vreemdelingen weg te sturen. Aangezien de linkse partijen geen expliciet standpunten hebben over ‘de islam’ of ‘moslims’, is gekeken naar hun standpunten over ‘religie’. De SP en PvdA willen geen mensen op basis van hun geloof uitsluiten. GroenLinks wil de positie van vrouwen binnen een religie verbeteren en geloofsafval mogelijk maken. Alleen de CU vindt als linkse partij gezichtsbedekkende kleding onwenselijk en wil een discussie over de rol van islam in relatie tot de Nederlandse identiteit. De Partij voor de Dieren (PvdD) kent godsdienstvrijheid toe, zolang het mens en dier niet schaadt. De rechtse partijen willen een verbod op gezichtsbedekkende kleding bij openbare gezagsdragers, behalve D66. De VVD wil religieuze activiteiten tegengaan, die tegenstrijdig zijn aan de democratische rechtsorde, salafistische moskeeën sluiten, geen buitenlandse imams meer toelaten en niet toegeven aan de orthodox-islamitische druk. De PVV en SGP willen daarnaast respectievelijk een stop en terughoudendheid bij de bouw van moskeeën en minaretten.LXXXVII Omdat de verkiezingsprogramma’s en -standpunten van de linkse partijen onvoldoende ingaan op de islam, is het ook van belang om enkele uitspraken van fractievoorzitters en lijsttrekkers weer te geven.
§ 3.10.3
Uitspraken van politici
Omdat de vraag luidt of de linkse politieke partijen samenwerken met islamisten, volgen hieronder ook enkele uitspraken van de PvdA, GroenLinks, de SP, de CU en de PvdD over de LXXXVII
SP. “Een beter Nederland voor minder geld” (2010: 13-14) & PvdA.“Iedereen telt mee. De kracht van Nederland” (2010: 60-63) & GroenLinks.“Klaar voor de toekomst” (2010: 35) en Standpunten: Vrijheid en Veiligheid (2010). http://standpunten.groenlinks.nl/standpunten, PvdD. Verkiezingsprogramma Tweede Kamer 2010 (2010). www.partijvoordedieren.nl/departij/partijprogrammas/p/verkiezingsprogramma2010, Christen Unie. Standpunten op thema: samenleving (2010). www.christenunie.nl/nl/standpuntentotaal?faq_node_id[48060]=218 & D66. “Anders, Ja” (2010: 20, 81-82, 86-87) & CDA. Standpunten alfabetisch gerangschikt (2010). www.cda.nl/Waar_staan_we_voor/Standpunten.aspx, geraadpleegd op 10 juni 2010 & VVD. “Orde op zaken” (2010: 41-44) & PVV.“De agenda van hoop en optimisme” (2010: 13-15, 33-35) & SGP.“Daad bij het woord. De SGP stáát ervoor” (2010: 5-6, 30-31) en TON. Standpunten (2010). www.trotsopnederland.com/index.php?pageID=40, geraadpleegd op 10 juni 2010 geraadpleegd op 11 juni 2010.
118
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
islam. D66 wordt hierin ook meegenomen, gezien de progressieve opvattingen over de islam in hun verkiezingsprogramma. Over het algemeen bestaat het beeld dat linkse partijen niet kritisch zijn ten opzichte van islamitische uitingen. Toch nemen zij wel degelijk uitgesproken standpunten in. Wouter Bos, voormalig partijleider van de PvdA, wil dat de PvdA zich hard maakt voor een liberale islam, door liberale moslims een platform te bieden.LXXXVIII Boris van der Ham, partijlid van D66, staat ook een liberale, vrijzinnige en verlichte islam voor om hiermee vrouwenrechten, homoseksualiteit en afvalligheid bespreekbaar te maken. Hij wil dat de overheid een voorname rol speelt om de uitgangspunten van de rechtsstaat te benadrukken.368 Femke Halsema van GroenLinks uit kritiek op orthodox-islamitische overtuigingen. Ze ageert vooral tegen de dwang die vrouwen ertoe aanzet om een hoofddoek te dragen369 en tegen een eventuele invoering van de sharia. Ze wil de geletterdheid en ontwikkeling onder moslims verbeteren, zodat de conservatieve invloeden binnen de islam worden tegengegaan.370 André Rouvoet van de CU vindt dat orthodoxe moslims wel een volledige godsdienstvrijheid moeten krijgen, zolang ze zich conformeren aan de grondwet en er geen islamitisch recht zal gelden. Hij wil de islam dan ook inpassen in de Nederlandse rechtstaat.371 Jan Marijnissen, voormalig partijleider van de SP, stelde na de moord op Van Gogh ook dat de aanwezige moslims, evenals imams, zich moeten conformeren aan de geldende grondwet. Hiermee wilde hij de integratie, emancipatie en participatie van moslims bevorderen.372 Marianne Thieme van de PvdD, ageert vooral tegen het onverdoofd slachten van dieren, wat binnen de islam gebruikelijk is.373 Uit deze uitspraken blijkt dat de linkse politieke partijen en D66, niet dezelfde standpunten delen als islamisten, die immers geen liberale islam voorstaan en geen moderne standpunten over vrouwenrechten delen. Dat er geen samenwerking is met islamisten wordt ook duidelijk aan de hand van een filmpje op de website van HuT (zie www.hizb-ut-tahrir.nl/verkiezingen2010/). In het filmpje heeft HuT enkele uitspraken verzameld van Nederlandse politici, die zich volgens hen negatief hebben uitgelaten over de islam. HuT heeft moslims opgeroepen om niet te gaan stemmen tijdens de Tweede Kamerverkiezingen 2010. HuT respecteert de democratie niet en hekelt de anti-islamistische uitspraken. HuT hekelt ook de Nederlandse samenwerking met de V.S. en een tweestatenoplossing voor het Israël-Palestina conflict.LXXXIX De Raad van
LXXXVIII
Volgens Farish Noor, een liberale moslim uit Maleisië, is Bos hiermee de tweede partijleider, na Wilders, die een moreel standpunt inneemt over de islam. Waar Wilders de islam verwerpt, schaart Bos zich achter de progressieve moslimminderheid. Bos verwijt de ‘witte mannelijke columnisten’ ervan de liberale moslims geen kans te geven, doordat ze alles plaatsen binnen de fundamentele islam. Kustaw Bessems, De Pers. PvdA steunt liberale moslims (2007). www.depers.nl/binnenland/98444/pvda-steunt-liberaleislam.html, geraadpleegd op: 20 juni 2010. LXXXIX Enkele verzamelde uitspraken gaan over het bestrijden van de politieke islam (Marijnissen), het benadrukken van de vrijheid van meningsuiting voor cartoonisten en opiniemakers (Mark Rutte, VVD), het tegengaan van de invloed van de islam (SGP) en vrouwen die geen werk kunnen vinden door hun boerka, hoeven geen uitkering aan te vragen (Job Cohen, PvdA). Hizb ut-Tahrir. Kritiek op Democratie (2010). www.hizb-ut-tahrir.nl/verkiezingen2010/
119
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
Marokkaanse Moskeeën reageerde door te stellen dat de Nederlandse moslims wél moesten gaan stemmen.374 Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen 2010 was er ook al een stemadvies. Op zijn persoonlijke website, Al Yaqeen, gaf imam Fawaz Jneid een stemadvies tégen rechtse politieke partijen, omdat die een beeld scheppen dat moslims een gevaar voor de samenleving vormen. Jneid adviseerde een stem op een islamitische kandidaat, of op partijen die moslims niet vijandig gezind waren.375
§ 3.10.4
Stemvoorkeur van moslims en niet-westerse allochtonen
Het CBS-rapport, “Religie aan het begin van de 21e eeuw” (2009: 89, 92-98), toont aan dat religie een directe invloed heeft op de keuze voor een politieke partij. Bij de opkomst van de Tweede Kamerverkiezingen in 2006, lag het percentage stemmers voor gelovigen met 82% tegen 78% iets hoger dan voor niet-gelovigen. Met 89% vormden Nederlands hervormden en gereformeerden de hoogste opkomst. Aan moslims wordt een beduidend lagere politieke opkomst toegekend. Het Nationaal Kiezers Onderzoek (NKO) 2006, berekende dat de PvdA 40% van de stemmen kreeg uit de categorie ‘Andere kerk’. Dit kán volgens het CBS samenvallen met het hoge moslimaandeel in deze categorie. Uit onderzoek van de politicologen Jean Tillie en Anne Blanksma en sociaalpsycholoog Anja van Heelsum van het IMES, blijkt dat tijdens de gemeenteraadsverkiezingen in 2006 80% van de allochtone kiezers op de PvdA heeft gestemd in Amsterdam, Arnhem, Rotterdam en Breda. De overige stemmen gingen naar GroenLinks (7%) en de SP (5%).376 Allochtone kiezers bepalen hun stem echter niet op etnische grondslag. Slechts 38% van de Turken stemden op een Turkse kandidaat, tegen 36% van de Marokkaanse kiezers, 19% van de Surinaamse en 2% van de Antilliaanse. Ideologie en strategische motieven blijken de belangrijkste argumenten voor een partijkeuze.377 FORUM onderschrijft in “Opkomst- en stemgedrag van Nieuwe Nederlanders. Gemeenteraadsverkiezingen 2010” (2010: 11-13) de linkse politieke voorkeur onder Nieuwe Nederlanders. De PvdA geniet de grootste voorkeur (41%), gevolgd door GroenLinks (9%), de SP en D66 (7%). Verder kregen de Nederlandse Moslimpartij (NMP, opgericht in 2007) 4%, het CDA 4%, VVD 2% en CU 1% van de stemmen. Uitgesplitst naar etniciteit ontvangt de PvdA de meeste stemmen van Marokkaanse kiezers, GroenLinks van Surinamers en kiezen sommige Antilliaanse kiezers het CDA en de CU. De NMP trekt veel stemmers onder Turken en Marokkanen. Volgens FORUM is de vanzelfsprekendheid waarmee Nieuwe Nederlanders op de PvdA stemmen tanende. De keuze voor GroenLinks en de SP blijft stabiel; die voor D66 neemt index.php?option=com_content&view=article&id=14:kritiek-opdemocratie&catid=2:intellectueel&Itemid=3, op 10 juni 2010.
120
geraadpleegd
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
toe. Om de Turkse en Arabische kiezers toch aan te blijven spreken, heeft de PvdA in Rotterdam tijdens de recente gemeenteraadsverkiezingen verkiezingsposters in beide talen verspreid. Eenzelfde acties kwamen voor bij GroenLinks, D66 en het CDA. Om de islamitische kiezers te bereiken, hebben de PvdA (Rotterdam, Delfshaven) 378 en D66 (Deventer) zelfs bijeenkomsten in moskeeën georganiseerd.379 Doordat de PvdA zich nadrukkelijk mengt in geloofszaken, is de aanhang onder moslims tanende. Dit menen drie PvdA-gemeenteraadsleden. Volgens Mohammed Mohandis, Fouad el Haji en Mostapha el Madkouri voelen gematigde moslims zich meer thuis bij D66. In hun ogen biedt de PvdA geen ruimte voor seculiere moslims, vanwege de te inschikkelijke houding jegens strenggelovigen, zoals het gemeenteloket in een Utrechtse moskee. Mohandis vindt het actief ondersteunen van een liberale islam geen goed idee. El Madkouri sluit zich daarbij aan: “De PvdA lijkt een oordeel te geven over wat de beste islamvorm is. Daar moet je het helemaal niet over hebben.”380 Vooralsnog krijgen de linkse partijen geen concurrentie in de strijd om islamitische stemmen vanuit islamitische hoek. De opkomst van moslimpartijen groeit gestaag. De NMPXC deed niet mee aan de Tweede Kamerverkiezingen 2010, wegens onvoldoende voorbereidingstijd en financiële middelen. Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen werd meegedaan in zeven gemeenten, maar werd geen enkele zetel behaald.381 Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen in Den Haag deden zelfs drie moslimpartijen mee, naast de NMP ook de Islam Democraten en de Blanco Partij.382 Van Heelsum acht het onwaarschijnlijk dat een moslimpartij landelijke successen zal boeken in de toekomst. Uit een enquête onder Turkse en Marokkaanse Nederlanders is gebleken dat slechts een klein percentage zal stemmen op een partij die zich specifiek richt op immigranten of moslims.383
§ 3.10.5
Conclusie: de bewering komt niet overeen met de feiten
Aan de hand van de voorgaande informatie, kan worden geconcludeerd dat er geen samenwerkingsverband bestaat tussen linkse politieke partijen en islamisten. Er is zelfs sprake van tegenstrijdigheid. In hun verkiezingsprogramma’s en uitspraken zijn linkse partijen over het algemeen terughoudender over de islam, met uitzondering van de CU. Rouvoet keurt gezichtsbedekkende kleding af en wil een discussie over de rol van de islam binnen de Nederlandse identiteit. Daarbij heeft Rouvoet godsdienstvrijheid hoog in het vaandel, waardoor hij orthodoxie toestaat, mits het binnen de Nederlandse rechtsorde plaatst. De PvdA en D66 XC
Enkele doelen van de NMP zijn: het bieden van een tegengeluid aan de aanvallen op de islam en moslims en creëren van een positief beeld; een brug bouwen tussen moslims en niet-moslims en een verbod op het dragen van boerka’s terugdraaien. Bron: Eren Güvercin, Qantara. Interview with Henny Kreeft (2009). www.qantara.de/webcom/show_article.php/_c-476/_nr1214/i.html, geraadpleegd op 20 juni 2010.
121
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
willen een liberale, verlichte islam bewerkstelligen, GroenLinks legt de nadruk op een feministische islam, door het verbeteren van de vrouwelijke positie en de SP wil religieuze privileges afschaffen om de integratie te bevorderen. Deze opvattingen passen binnen het kader van optie drie in het theoretische kader: de strijd tussen gematigde en radicale moslims. Dit betekent dat ze positief gestemd zijn over (een hervormde) islam en níet samenwerken met de islamisten. Het negatieve stemadvies van HuT sluit hierbij aan. De rechtse partijen, met uitzondering van D66, zijn explicieter in hun opvattingen over de islam en willen islamitische uitingen beperken. Ze streven een verbod op gezichtsbedekkende kleding na. De PVV en SGP pleiten voor minder moskeebouw en de VVD wil geen buitenlandse imams meer toelaten. De opvattingen van de rechtse partijen passen binnen optie twee: de groeiende weerstand tegen islamitische uitingen. Gelet op het bovenstaande onderzoek, is een onderverdeling in ‘progressieve-conservatieve’ partijen volgens het overzicht van Krouwel zinvoller, dan een ‘linksrechts’ verdeling. Het meenemen van de progressieve middenpartij D66 zorgt voor een betere onderbouwing van de conclusie. Een dergelijke onderverdeling sluit ook beter aan bij de stemvoorkeur van moslims en niet-westerse allochtonen: gematigde moslims kiezen vaker voor D66. Dit zou kunnen betekenen dat de Nederlandse moslims een progressieve en vrijzinnige islam voorstaan en dat progressieve partijen hen moeten helpen in de strijd tegen orthodoxe opvattingen. De stemvoorkeur onder moslims voor linkse partijen, kan echter ook verklaard worden vanuit sociaaleconomisch oogpunt, omdat moslims zich vaker bevinden in de zogenaamde arbeidersklasse met veel werkloosheid en lage inkomens. De recente verkiezingswinst384 voor de VVD en PVV zal de islamitische en niet-westerse kiezer, naar verwachting, nog sterker de progressieve kant opduwen.
§ 3.11 Onderzoeksvraag 10: Zijn de relaties van Nederland met de V.S. en Israël verslechterd door de islamitische aanwezigheid? § 3.11.1
Inleiding
Veel Eurabië-auteurs, waaronder Spencer (2004) en Berlinski (2007), vrezen dat de relatie met de V.S. en Israël in het gedrang komt, wanneer Europa geïslamiseerd raakt (zie paragraaf 2.2.9). Volgens Berlinski (2006) staat ook de alliantie met Israël onder druk. Steyn (2009) wijt de veranderingen aan de instroom van moslimmigranten. Deze paragraaf doet onderzoek naar de Nederlandse betrekkingen met de V.S. en Israël op politiek, economisch en militair gebied en op basis van de publieke opinie.
122
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
§ 3.11.2
Nederland en de Verenigde Staten
Nederland onderhoudt met de V.S. één van haar langst ononderbroken diplomatieke betrekkingen. In 2009 werd de vierhonderdjarige vriendschap gevierd (NY400). Tussen beide landen worden intensieve contacten onderhouden over de internationale rechtsorde, het economische verkeer, terrorismebestrijding en de bescherming van de mensenrechten. Nederland kent ook betrekkingen met de V.S. in NAVO-verband en via de E.U.385 Verhagen betitelde de samenwerking met de V.S. in 2009 als dé hoeksteen van het Nederlandse buitenlandbeleid. Beide landen delen gemeenschappelijke waarden, zoals het nastreven van democratie, tolerantie en vrijheid, die volgens Verhagen tot uiting zijn gekomen in de gecoördineerde wederopbouw van Afghanistan.386 De nieuwe Amerikaanse aanpak in Afghanistan richt zich steeds meer op het aanpakken van maatschappelijke problemen en het versterken van de capaciteiten van de politieen veiligheidsdiensten. Dit sluit aan bij de Nederlandse 3D-benadering: Diplomacy, Development en Defence.387 Volgens Verhagen is er echter geen sprake van een vanzelfsprekende Nederlandse loyaliteit jegens de V.S. Verhagen wil samenwerken “[…] niet vanuit een reflex, maar vanuit reflectie: omdat dat goed is voor ons land en voor de wereld.”388 Nederland heeft belang bij een leidende rol van de V.S., omdat de opkomende BRIC-machten op het wereldtoneel (Brazilië, Rusland, India en China), niet de Nederlandse opvattingen delen over de westerse grondbeginselen van vrijheid, democratie en mensenrechten. Nederland wil tevens samen met de V.S. tot oplossingen komen in Israël, Bosnië, Afghanistan en de Kaukasus. Ondanks de innige samenwerking, uit Nederland ook kritiek op de V.S., zoals op het vasthouden van terrorismeverdachten in Guantanamo Bay.389 Nederland onderhoudt afzonderlijk ook economische verdragen met de V.S., buiten de verdragen tussen de E.U. en de V.S.
XCI
. In de jaren negentig werden het Verdrag ter voorkoming van dubbele
belasting op het inkomen en het vermogen (1992) en het Verdrag inzake administratieve bijstand bij informatieuitwisseling op het gebied van opties en termijncontracten (1993) ondertekend.390 Nederland stond in 2008 op de 22e plaats wat betreft de export naar de V.S, van onder meer chemische producten. Andersom is de V.S. de vierde grootste exporteur van goederen naar Nederland, voornamelijk van elektrische apparaten en lucht- en ruimtevaarttechniek. Nederland is daarnaast de vierde investeerder in de Amerikaanse economie, vooral in chemie, telecommunicatie en elektronica. Op het gebied van financiële en verzekeringsdiensten is Nederland zelfs de grootse buitenlandse investeerder. Andersom is de V.S. de belangrijkste buitenlandse investeerder in Nederland. XCI
Verdragen EU-V.S.: het bevorderen van vrede, stabiliteit, democratie in de wereld; nauwere samenwerking op het gebied van migratie, milieu, volksgezondheid, politie en justitie; het intensiveren van de onderlinge handelsbetrekkingen, onder meer via bilaterale samenwerkingsprogramma’s als het ‘Transatlantic Economic Partnership’ en de ‘Transatlantic Information Exchange Service’ ter bevordering van contacten tussen Europese en Amerikaanse bedrijven, kenniscentra en maatschappelijke organisaties. Ministerie van Economische Zaken. Verenigde Staten: verdragen (2009). www.evd.nl/zoeken/showbouwsteen.asp?bstnum= 6810&location, geraadpleegd op 13 juni 2010.
123
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
Nederland vormt de Amerikaanse poort naar Europa door de strategische locatie, geschoolde arbeiders en goede infrastructuur.391 Uit cijfers van het CBS blijkt dat de import vanuit de V.S. tussen 1996-2009, is gestegen met twaalf miljard. De export naar de V.S. is in dezelfde periode met 8,7 miljard gestegen.392 De militaire steun aan de V.S. toont ook de goede onderlinge betrekkingen aan. Nederland heeft (vredes)troepen geleverd aan de anti-Iraakse en door de V.S. geleide coalitie van de Verenigde Naties (V.N.) tijdens de Eerste Golfoorlog in 1990-1991. Tussen 1993-2003 werd militaire steun geleverd aan landen in het voormalige Joegoslavië. In Afghanistan levert Nederland vanaf 2001 militaire ondersteuning aan de V.N.-coalitie Operation Enduring Freedom tegen het terrorisme. Vanaf 2002 participeert Nederland ook mee in de International Security Assistance Force (ISAF), voor het handhaven van de veiligheid en de wederopbouw. Tevens was Nederland één van de weinige landen die vanaf 2003 deelnam aan de coalitie van de V.S. en Groot-Brittannië in Irak, op zoek naar massavernietigingswapens.393 Volgens cultuurhistoricus Thomas von der Dunk (2010: 191-192) laat de steun aan de inval van Irak zien, dat Nederland de V.S. altijd heeft gesteund op militair gebied. Zelfs op basis van valse voorwendselen, zo concludeerde onlangs de Commissie-Davids. Hieruit blijkt dat er op politiek, economisch en militair gebied sprake is van een innige samenwerking tussen Nederland en de V.S. De publieke opinie is echter een stuk kritischer. Het Amerikaanse imago in Nederland is in het eerste decennia van de 21e eeuw drastisch verslechterd, zo stelt politicoloog en socioloog Philip Everts (2008: 202). Hij wijt dit vooral aan het beleid van de voormalige president George W. Bush jr. en het wantrouwen met betrekking tot de Amerikaanse bedoelingen in Irak, maar niet aan een algeheel anti-Amerikanisme. Volgens Everts (2008: 214-215) is liefst 67% van de Nederlandse ondervraagden van mening dat de wereld onveiliger is geworden door het beleid van Bush. Een onderzoek van het German Marshall Fund uit 2004 toonde aan, dat liefst 59% van de Nederlanders vond dat het Amerikaanse buitenlandbeleid heeft bijgedragen aan 9/11. Bij het bezoek van Bush aan de Amerikaanse begraafplaats in het Limburgse Margraten op 7 mei 2005, werd door duizenden mensen geprotesteerd tegen zijn buitenlandbeleid.394 In 2005 was 51% van de Nederlanders van mening dat er nooit Amerikaanse troepen naar Irak hadden mogen worden gestuurd, waardoor de Nederlandse steun voor verdere militaire samenwerking is afgenomen. Frans Verhagen, voormalig V.S.-correspondent voor de VARA, ziet ook geen toenemend anti-Amerikanisme. Het bevreemd hem dat de Nederlandse opinie zich focust op het idee dat de V.S. alleen oliebelangen najagen. De historicus en voormalig politicus Arend Jan Boekestijn, ziet de wrok voortkomen door de afnemende internationale rol van Nederland.395 Het onderzoek van het German Marshall Fund concludeerde dat in 2004 nog 32% voorstander was van een hechtere samenwerking met 124
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
de V.S., tegen 16% in 2006, voornamelijk omdat 69% vond dat de V.S. te snel geweld gebruikt (Everts 2008: 210). Deze trend wordt aangevuld met een onderzoek van TNS NIPO uit 2005. Hieruit is gebleken, dat van de ondervraagde Nederlanders, 62% het goed vindt dat de V.S. voorop gaat in de strijd tegen terrorisme, maar 71% vindt dat de V.S. de terreurdreiging overschat uit eigenbelang. De V.S. wordt door 40% als bondgenoot gezien, terwijl 68% vindt dat de Nederlandse overheid als een ‘schoothondje’ achter de V.S. aanloopt (Everts 2008: 217). De Fransman Bernard-Henri-Lévy, filosoof en één van de beroemdste anti-Amerikanisten, stelt dat het abortusverbod, de gebrekkige wederopbouw van New Orleans, Guantanamo Bay en het Abu Ghraib-schandaal de V.S. veel imagoschade hebben opgeleverd.396
§ 3.11.3
Nederland en Israël
Volgens het Ministerie van Buitenlandse Zaken onderhoudt Nederland ook goede bilaterale relaties met Israël. Er is regelmatig contact op regerings-, parlementair- en ambtelijk niveau. Zo blijft Nederland een voorstander van een vredesakkoord op de Israëlische grenzen van 1967397 en een levensvatbare staat voor de Palestijnen.398 Verhagen pleit voor een tweestatenoplossing, omdat anders het joodse karakter verdwijnt, ten koste van de Palestijnse meerderheid.399 Hij uit wel kritiek op het nederzettingenbeleid van Israël en heeft aangedrongen om de grenzen naar Gaza weer open te stellen voor humanitaire hulp.400 Verhagen betitelt daarnaast (een nucleair) Iran als een gevaar voor het voortbestaan van Israël. Hij veroordeelt dan ook het ontkennen van de Israëlische staat, door de Iraanse president Mahmoud Ahmadinejad. Het hekelt Verhagen dat de kritiek op het beleid van Israël steeds negatiever wordt en het antisemitisme in Nederland toeneemt.401 Professor binnen de IB, Fred Grünfeld, (2008: 680-683) biedt een overzicht van de zestigjarige relatie tussen Nederland en Israël. Hierin stelt hij dat het Nederlandse beleid anno nu niet minder pro-Israël is dan sinds de oprichting in 1948. Grünfeld rangschikt vijf constante doelstellingen in het Nederlandse beleid, ten aanzien van Israël (op volgorde): 1) veilige en erkende grenzen voor de Joodse staat Israël, 2) een levensvatbare Palestijnse staat, 3) daadwerkelijke steun en diplomatieke terughoudendheid, 4) het vermijden van de Nederlandse kwetsbaarheid vermijden via een EU-rol en 5) het niet doorkruisen van Amerikaans beleid. Zo mag bijvoorbeeld de oprichting van een Palestijnse staat niet ten koste gaan van de veiligheid van Israël; derhalve steunt Nederland Hamas niet, maar de meer gematigde PLO/Fatah wel. Een heikel punt blijft het recht op terugkeer van de Palestijnse vluchtelingen, omdat ze het
125
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
voortbestaan van Israël op demografische wijze kunnen bedreigen.XCII Nederland geeft de voorkeur aan een gezamenlijk beleid met de V.S. en laat de Europese opstelling over het IsraëlPalestina conflict los. Nederland tracht zich echter niet teveel van haar Europese partners te onderscheiden, om haar kwetsbaarheid sinds het olieboycot (in 1973, na de Yom Kippoer oorlog) te verkleinen. Volgens Grünfeld (2008: 683) is het opmerkelijk dat Israël tussen 1948-1973 steun kreeg van de PvdA, maar vanaf 1973 van de VVD, CDA en CU. De demissionaire regeringscoalitie van het CDA, PvdA en de CU was dan ook verdeeld over de steun aan Israël. De linkse partijen PvdA, GroenLinks en de SP
XCIII
veroordelen gewelddadige acties van Israël vaker dan rechtse partijen,
zoals duidelijk werd bij het dodelijke incident (31/05/2010) op het Turkse hulpgoederenschip voor de Gazastrook, de Gaza Freedom Flotilla. Verhagen keurde de Israëlische actie niet goed, maar wilde eerst een onderzoek402 afwachten, alvorens de actie te veroordelen.403 Op 2 juni 2010 stemde Nederland echter tegen een V.N.-resolutie, samen met de V.S. en Italië, om een onafhankelijk internationaal onderzoek te doen naar eventuele Israëlische schendingen van het internationale recht én het opheffen van de blokkade rondom de Gazastrook.404 Bij de Israëlische inval in de Gazastrook in 2009 stelde Verhagen dat Israël het humanitaire oorlogsrecht had gerespecteerd. Daarbij typeerde hij de aanvallen van Hamas wel als ‘oorlogsmisdaden en terreur’, terwijl de PvdA stelde dat zowel Israël als Hamas buitensporig geweld hebben gebruikt.405 Binnen het CDA is de koers van Verhagen omstreden. Zes Nederlandse oud-bewindslieden406 betogen dat Europa de relatie met Israël niet moet verdiepen, zolang ze zich niet houden aan een tweestatenoplossing. Ze stellen dat het Nederlandse beleid tegenstrijdig is met het Europese beleid, dat een stop op de vrijblijvendheid van het Israëlische beleid betreffende de Palestijnen voorstaat. In het verleden heeft Nederland wel vaker een daadkrachtiger beleid jegens Israël geblokkeerd, zo stellen de oud-ministers. Ze willen dat Nederland zich harder opstelt over de uitbreiding van de joodse nederzettingen in Oost-Jeruzalem, omdat het schade toebrengt aan het XCII
Nederland onderhoudt goede betrekkingen met de Palestijnse Gebieden. De contacten zijn echter sinds 2006 verbroken na de verkiezing van Hamas, omdat zij weigerden te voldoen aan het afzweren van geweld, erkenning van Israël en de aanvaarding van de eerder gesloten akkoorden. Nederland helpt de Palestijnen bij de (economische) wederopbouw door het versterken van de Palestijnse Autoriteit, het leveren van humanitaire hulp, versterking van de veiligheidssector, goed bestuur en rule of law en bevordering van de mensenrechten en democratie. Bron: Ministerie van Buitenlandse Zaken. Palestijnse Gebieden (jaartal ontbreekt). www.minbuza.nl/dsresource?type=pdf&objectid=buzabeheer:47325&versionid=&subobjectname, geraadpleegd op 20 juni 2010. XCIII Standpunt PvdA: stop bouw van illegale nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem. Ook stop van aanvallen op Israël door radicalen uit de Gazastrook. Openstellen van de grenzen tussen Israël en Gaza t.b.v. economische verbetering. Israëlische verantwoordingen over Gaza-oorlog. (http://nu.pvda.nl/standpunten/internationaal/MiddenOosten.html). Standpunt SP: uitvoeren van VN-resoluties m.b.t. Israël (terugtrekking uit bezet gebied en terugkeer van Palestijnse vluchtelingen); stopzetten van elke militaire samenwerking met Israël. (www.sp.nl/dossiers/israel/) & GroenLinks: oprichting van Palestijnse staat en stop op bouw van nederzettingen, de afscheidingsmuur, afsluiting van Gazastrook, wegblokkades en ondermijnen van Palestijnse Autoriteit. Oproep aan Hamas om alleen vreedzame middelen te hanteren. GroenLinks wil een dialoog met Hamas (http://standpunten.groenlinks.nl/israel-en-palestina), geraadpleegd op 6 mei 2010.
126
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
vredesproces.407 Volgens PvdA-kamerlid Martijn van Dam schaadt Verhagen zelfs het internationale recht als hij geen afstand doet van het Israëlische beleid van nieuwe nederzettingen.408 De PvdA wil Israël dan ook economische sancties opleggen, aangezien 40% van de Israëlische export naar de E.U. gaat, als ze doorgaan met de bouw van nederzettingen en geen verantwoording afleggen over de Gaza-oorlog. Verhagen wil geen sancties opleggen, maar de betrekkingen zelfs intensiveren. Het CDA en de CU staan dan ook positief tegenover het verlenen van handelsvoordelen aan Israël.409 Na België is Nederland de grootste Europese exportpartner van Israël en de grootste wanneer de export van diamanten buiten beschouwing wordt gelaten.410 Uit cijfers van het CBS blijkt dat de import vanuit Israël tussen 1996-2009 is gestegen met 0,7 miljard. De export naar Israël is in dezelfde periode met 0,5 miljard gestegen.411 Israël importeert vooral chemicaliën en machines uit Nederland. De export bestaat uit diamanten en hightech-producten.412 Ook op militair gebied heeft Nederland meerdere malen steun verleend aan Israël, zo stelt Grünfeld (2008: 681). Zoals tijdens de Sinai-Oorlog en de Suez-crisis (1956), de Zesdaagse (1967) Yom Kippoer (1973) en Desert Storm (1991). Mark Akkerman, van de Campagne tegen Wapenhandel uit 2007, heeft de wapenhandel tussen Nederland en Israël onderzocht en hieruit blijkt dat Nederland een belangrijk doorvoerland is voor Amerikaanse wapens aan IsraëlXCIV. Nederland controleert immers geen wapenleveranties van bondgenoten. Zelf levert Nederland geen wapens aan Israël en is er sinds 2002 een stop op directe militaire export, omdat Nederland niet wil bijdragen aan de mensenrechtenschendingen en de oplopende spanningen in de regio. Er vindt wél export plaats van dual use goederen, als nachtzichtapparatuur en de levering van chemicaliën, alsmede onderdelen voor F-16’s en Apache helikopters via de V.S. Nederland importeert ook wapens uít Israël (Akkerman 2007: 5-6). Ook hier blijkt dat de betrekkingen tussen Nederland en Israël goed zijn op politiek, economisch en militair gebied. Het Israëlische imago is sinds de oprichting in 1948 altijd hevig bediscussieerd. Volgens Grünfeld (2008: 681) is de publieke opinie van Nederlanders over het algemeen meer proIsraëlisch dan in andere Europese landen. Volgens Grünfeld komt dit deels door de christelijke verbondenheid met het Bijbelse land. Volgens politicoloog Alfred Pijpers, van Instituut Clingendael, steunt Nederland Israël reeds sinds de oprichting. Door het eensgezinde pro-Israëlische standpunt waren er lange tijd geen organisaties die opkwamen voor de Palestijnse belangen.XCV Eind jaren 1970, begin jaren 1980 komt er meer kritiek op Israël, mede door de Libanon-Oorlog (1982) waarin Israël werd beschuldigd van de slachting in de Palestijnse vluchtelingenkampen XCIV
In 2005 en 2006 werden ruim 160 miljoen slaghoedjes, 17 miljoen stuks munitie en tienduizenden patronen, rookgranaten en ontstekers uit de Verenigde Staten via Schiphol aan het Israëlische leger geleverd. Zelfs tijdens de Libanonoorlog in 2006 (Akkerman 2007: 5). XCV Pas eind jaren 1960 werd het Palestina Komitee opgericht. Hierna volgden weer nieuwe pro-Israëlische organisaties als het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI, 1974), Christenen voor Israël (1980). In 2001 werd een Ander Joods Geluid opgericht (Grünfeld 2008: 681).
127
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
Sabra en Shatila. Volgens Michael Mulder, van het christelijke Centrum voor Israël Studies (CIS), veranderde dat de status van underdog naar agressor. Dit beeld werd versterkt door de Tweede Intifada in 2000. Volgens Pijpers heeft de ontzuiling, de ontkerkelijking en de veranderde bevolkingssamenstelling tevens bijgedragen aan de verminderde steun voor Israël. Zo steunen de aanwezige moslimgemeenschappen de Palestijnse zaak, vanwege hun verbondenheid met de Arabische wereld. Dit is duidelijk te zien bij diverse demonstraties, waar demonstranten regelmatig een einde van de Israëlische bezetting eisen. Even zo vaak worden er ook opruiende leuzen geuit en worden leiders van de terroristische groeperingen Hamas en Hezbollah vereerd.413 Hoewel veel Nederlanders achter Israël blijven staan, vindt Pijpers het zorgelijk dat steeds vaker wordt getwijfeld aan het Israëlische bestaansrecht.414 De Israëlische inval in de Gazastrook eind december 2008, leidde in Nederland tot massale protesten en pro-Palestijnse demonstraties, zoals in Rotterdam en Utrecht.415 In 2009 waren er acht gewelddadige manifestaties in Nederland (Porat en Stauber 2009: 46)XCVI. De laatste demonstratie was op 31 mei 2010 in Den Haag, na de Israëlische blokkade van de Gaza Freedom Flotilla. De demonstratie was georganiseerd door het Palestina Komitee en de Internationale Socialisten.416 De veranderende publieke opinie over Israël is ook zichtbaar in de groei van het aantal antisemitische incidenten tegen de joodse bevolking, dat door het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) wordt geregistreerd. Het CIDI ziet een toename van het aantal antisemitische incidenten, wanneer Israël grote militaire operaties of gewelddadige acties onderneemt in de Palestijnse gebieden of tegen omringende landen. Zo lag het aantal antisemitische incidenten met 261 in 2006 vele malen hoger dan in 2005 (159 incidenten), 2007 (104) en 2008 (108).XCVII Het CIDI wijt deze stijging aan de Libanon-oorlog met Hezbollah. Het aantal incidenten steeg ook gigantisch na de Israëlische inval in de Gazastrook, Cast Lead, om de Hamas-terreur te stoppen (27/12/2008-23/01/2009), toen er in één maand 98 meldingen binnenkwamen (Friedmann 2009: 11). Tariq Ramadan onderschrijft in “Muslims and AntiSemitism” (2005) deze bevindingen. De Tweede Intifada heeft volgens hem tot een verergering geleidt.417 Waar het daderprofiel in de 20e eeuw vooral afkomstig was uit de extreemrechtse hoek, hebben Noord-Afrikaanse daders tegenwoordig een groot aandeel in het aantal antisemitische uitingen volgens het CIDI: 41% (2002), 43,5% (2003), 45% (2004), 38% (2005) en 33,3% (2006). Dina Porat en Roni Stauber (2009: 5), twee Israëlische professoren van het Stephen Roth Insitute, onderschrijven ook een toename van het aantal Noord-Afrikaanse daders. Het CIDI stelt dat hun XCVI
Vergeleken met omringende landen is dit relatief laag: in Groot-Brittannië ligt het aantal zelfs op 374, in Frankrijk op 195 en in België op 28. Bron: Algemeen Dagblad. ME in actie bij grimmige anti- Israëldemonstratie (2010) www.ad.nl/ad/nl/1012/Binnenland/article/detail/487120/2010/05/31/ME-in-actie-bij-grimmige-anti-Israeldemonstratie.d.html, geraadpleegd 20 juni 2010. XCVII Het CIDI telt uitingen puur gericht tegen (het buitenlandbeleid van) de staat Israël niet mee in het overzicht.
128
Hoofdstuk 3 – De huidige stand van zaken en een toekomstprognose voor Nederland
acties voortvloeien uit een afkeer tegen Israëlische acties, waarna ze hun frustraties projecteren op de joodse gemeenschap, in de vorm van geweld, intimidatie, vandalisme en uitingen op het internet.418 Een youtube-filmpje illustreert de haat tegen de joodse gemeenschap.419 Ook worden Israëlische acties onterecht gelijkgesteld aan de Holocaust.420 Het Meldpunt Discriminatie Internet (MDI) en de politie maken ook melding van een explosieve groei van antisemitisme op internetXCVIII (MDI jaarverslag 2009: 7).
§ 3.11.4
Conclusie: de bewering komt niet overeen met de feiten
Hoewel de Eurabië-auteurs vrezen dat Europa langzaam verandert in een tegenstander van de V.S. en Israël, gaat deze bewering op politiek niveau absoluut niet op voor Nederland. Nederland kan gezien worden als één van de trouwste bondgenoten van beide landen, getuige de expliciete en niet-aflatende politieke en militaire steun in conflicten waarbij de V.S. en Israël betrokken zijn. Opvallend zijn wel de verschillen tussen de politieke partijen, als het gaat om de houding jegens Israël. De VVD, CDA en CU staan minder kritisch tegenover het Israëlische buitenlandbeleid, dan de PvdA, GroenLinks en de SP. De toekomstige relatie met Israël en de Palestijnen zal eventueel afhangen van de komende regeringscoalitie. De vraag rijst wat zwaarder zal wegen: strategische of ideologische belangen? De relatie met de V.S. is hiervan minder afhankelijk, hoewel Everts (2008: 218) stelt dat rechtse partijen eerder geneigd zijn Amerika te steunen, dan het linkse kiesdeel. De aanwezigheid van een grote moslimgemeenschap en protestacties, hebben dan ook vooralsnog weinig invloed gehad op de Nederlandse betrekkingen met de V.S. en Israël. Het verslechterde publieke imago van beide landen, door het buitenlandbeleid van Bush en de bouw van Israëlische nederzettingen in bezet gebied, is wel deels toe te schrijven aan de immigrantengemeenschappen, vooral waar het Israël betreft. Zo is er een toename van het aantal antisemitische uitingen van Noord-Afrikaanse daders, als reactie op de Israëlische acties tegen Palestijnen of omringende landen. De vraag blijft of de daders in Nederland zichzelf identificeren met de Palestijnen als slachtoffers, of dat de haat dieper ligt en toe te schrijven is aan de gedeelde islamitische identiteit.
XCVIII
Het aantal incidenten dat werd geregistreerd was hoog in verhouding tot andere uitingen van discriminatie, terwijl het aantal joden in Nederland beperkt blijft tot 40.000 personen. Het aantal door de politie geregistreerde incidenten wegens ‘joods zijn’ (‘of er zo uitzien)’ kwam uit op 141 in 2008. Ter vergelijking: 116 incidenten in 2008 wegens ‘moslim zijn’ (‘of er zo uitzien’). Bij het MDI kwamen 252 strafbaar geachte antisemitische uitingen binnen. Tijdens Cast Lead verdubbelde het aantal uitingen van antisemitisme op het internet ook enorm, naar bijna 400. Hiervan was liefst 75% strafbaar. Vooral sites als Hyves, Youtube en Marokko.nl en interactieve weblogs zijn belangrijke vindplaatsen van antisemitische uitingen (MDI Jaarverslag 2009: 7-8).
129
Hoofdstuk 4 – Conclusie en discussie
HOOFDSTUK 4
CONCLUSIE EN DISCUSSIE
Islamiseert Nederland? Aan de hand van een tiental vaak genoemde kenmerken van de zogenaamde Eurabië-theorie, is hierop antwoord gegeven in deze masterscriptie. De theorie is afgeleid van het boek van Bat Ye’or, Eurabia: The Euro-Arab Axis, dat in de inleiding is behandeld. Wilders was één van de eersten die de term Eurabië in Nederland introduceerde en tevens een aantal kenmerken van de visie van Ye’or overnam. Beiden hebben het bijvoorbeeld vaak over ‘de gebrekkige weerstand van de politieke elite, tegen de toenemende islamisering van Nederland’. Gesteld kan worden dat Wilders zich zou kunnen vinden in veel kenmerken van de Eurabiëtheorie. Volgens Carr (2006: 9-11) wordt de theorie wel vaker door rechtsconservatieve partijen gebruikt om de immigratie uit islamitische landen te beperken. Optie twee van het theoretisch kader heeft de Europese weerstand tegen de groeiende islamitische aanwezigheid beschreven en in optie drie is ingegaan op de interne hervormingen binnen de islam. Na bestudering van de drie verschillende opties in het theoretische kader én het uitgebreide onderzoek naar de Nederlandse situatie, kan antwoord worden gegeven op de hoofdvraag. Deze luidde als volgt:
Is er sprake van een proces van islamisering van de Nederlandse samenleving, volgens de internationale theoretische kenmerken van ‘Eurabië’, of zetten de feiten alternatieve interpretaties kracht bij? In dit onderzoek is de definitie van islamisering van DeWeese (1994: 51) gehanteerd: ‘een tweeledig proces, waarbij enerzijds islamitische patronen en normen worden opgelegd aan een nieuwe omgeving en anderzijds islamitische patronen ‘eigen worden gemaakt’ door integratie en assimilatie in de dominante samenleving. Het is een proces waarbij de waarden, normen en wetten van de dominante samenleving worden vervangen door de islamitische cultuur, religie en wetgeving’. Feit blijft dat de islam steeds zichtbaarder wordt in het straatbeeld, vooral door de woonconcentratie in de vier grote steden, hun opvallende kledij, winkels en moskeeën. Hieruit kunnen niet-moslims de onterechte conclusie trekken dat de islamitische aanwezigheid in Nederland enorm is en dat moslims de ambitie hebben om Nederland langzaam te islamiseren en hun opvattingen willen opleggen aan andersdenkenden en -gelovigen. De hoofdvraag is beantwoord door de tien belangrijkste kenmerken van de Eurabiëtheorie te identificeren en te vertalen naar de Nederlandse situatie. De tien kenmerken houden echter niet allemaal direct verband met een eventuele islamisering van Nederland, maar worden door de Eurabië-auteurs min of meer gezien als dé tien essentiële voorwaarden, die het proces
Hoofdstuk 4 – Conclusie en discussie
van islamisering bevorderen. Uit onderzoek naar de Nederlandse situatie zijn een aantal interessante bevindingen naar voren gekomen: Tabel 5: bevindingen en overeenkomsten met de Eurabië-theorie van het onderzoek naar de Nederlandse situatie Onderzoeksvraag
Bevindingen
1: Is het christendom in verval?
In de periode 1997-2008 is het percentage kerkelijken bij de katholieken, de hervormden en de gereformeerden gedaald. Alleen bij de protestanten was er een groei zichtbaar. Tegelijkertijd steeg het aantal atheïsten met 4%, tot 42%. Ook het gemiddelde aantal kinderen onder gelovigen is gedaald. In Nederland is er sprake van een afname in de natuurlijke bevolkingsaanwas, een stijging van de emigratie en een vergrijzing van de autochtone bevolking. De bevolkingsomvang zal in de toekomst wel stijgen, maar het percentage autochtonen zal afnemen in verhouding met het percentage allochtonen. Het aantal moslims per mei 2010 lag volgens Nederlandse bronnen tussen de 857.000 en 880.000, ofwel 5.2-5.3%. De toekomstverwachtingen over het aantal moslims lopen uiteen van 7.7%, ofwel 1.340.000 (CBS), tot 11.5%, ofwel 2.122.000 (De Beer). In beide gevallen zullen moslims tot 2050 geen meerderheid vormen. De islam vormt tevens géén islamitisch blok. De politieke weerstand verschilt per politieke partij verschilt. De PVV en SGP verzetten zich openlijk tegen de islamistische druk. De PvdA en D66 streven een liberale islam na. Op lokaal niveau wordt bijvoorbeeld wel toegegeven aan gescheiden inburgeringsvoorzieningen. Onder de bevolking is de weerstand groot, wat blijkt uit de verkiezingswinst van de rechtse partijen, antiislamitische websites en vernielingen van moskeeën. Vooral de vrijheid van meningsuiting wordt actief verdedigd. Maar er zijn ook voorbeelden waarin de weerstand minimaal is, zoals de verwijdering van een spotprent door het Algemeen Dagblad. Er is sprake van een grote moslimconcentratie in het westelijke deel van Nederland, vooral in de vier grote steden. Tegelijkertijd trekken autochtonen weg uit deze buurten, waardoor de ruimtelijke concentratie van niet-westerse allochtonen en moslims in bepaalde gebieden groeit. Mede hierdoor, is er bijvoorbeeld sprake van weinig vrijetijdscontact tussen autochtonen en Turkse en Marokkaanse moslims, die zich vooral richten op de eigen etnische (geloofs)gemeenschap. Binnen Nederland bestaat er vooralsnog geen shariarechtspraak en zal in de nabije toekomst niet worden getolereerd, wanneer de rechtspraak tegenstrijdig is aan de grondwet. Wel bestaat er meer belangstelling voor islamitische geschillencommissies. Ook wordt polygamie strenger aangepakt. Nederland heeft geen etnische rellen à la Frankrijk of Groot-Brittannië meegemaakt. Wél zijn er een aantal etnische incidenten geweest, waarbij vooral Marokkaanse jongeren betrokken waren. Ook op het
2: Is er een demografische neergang onder de autochtone bevolking? 3: Is er sprake van een extreme toename van het aantal moslims?
4: Wordt het Nederlandse erfgoed actief verdedigd tegen de islamistische druk, door zowel de politieke elite als de bevolking?
5: Is er sprake van parallelle samenlevingen?
6: Is er sprake van rechtspraak volgens de sharia?
7: Is er recentelijk sprake geweest van etnische rellen en lag
131
Bewering correct volgens Eurabië theorie? Ja
Ja
Nee
Deze bewering kan onvoldoende beoordeeld worden.
Ja
Nee
Nee
Hoofdstuk 4 – Conclusie en discussie hier een islamitische component aan ten grondslag? 8: In hoeverre hebben radicale islamisten en extremisten invloed op de islamitische diaspora?
9: Is er sprake van een samenwerkingsverband tussen linkse politieke partijen en islamisten?
10: Zijn de relaties van Nederland met de V.S. en Israël verslechterd onder islamitische druk?
gebied van criminaliteit springen de cijfers onder niet-westerse allochtonen in het oog. Hier is echter geen direct verband met de islam. Radicale islamisten en extremisten (jihadisten) oefenen wel degelijk invloed uit op de Nederlandse moslimdiaspora. Hoewel de invloed vooralsnog beperkt is, wordt actief gewerkt aan uitbreiding van de invloedssfeer. De weerstand binnen de moslimgemeenschap tegen radicalisering en jihadisme is relatief hoog. Er is wel veel steun voor het salafisme. De steun voor islamistische en salafistische bewegingen kan groeien, door de toenemende polarisatie binnen de samenleving. Er is absoluut geen sprake van een samenwerkingsverband tussen linkse politieke partijen en islamisten. De linkse partijen staan bijna allen een hervormde, liberale islam voor. Een invloedrijke islamistische organisatie verwerpt de democratie en heeft moslims opgeroepen om zelfs helemaal niet te gaan stemmen. Wel komen de visies van progressieve partijen overeen met de visies van gematigde moslims. Hierdoor kan de stemvoorkeur van moslims worden verklaard, alsmede vanuit hun sociaaleconomische agenda. De Nederlandse overheid onderhoudt al decennialang sterke banden met de V.S. en Israël. De publieke opinie is de laatste jaren wel verslechterd, mede door de Amerikaanse inval in Irak en het Israëlische conflict met de Palestijnen. Er is dan ook een toename van antiAmerikaanse en antisemitische sentimenten merkbaar, mede onder invloed van de veranderende bevolkingssamenstelling. De houding jegens beide landen hangt ook van de samenstelling van het kabinet af. Zo is links harder in hun veroordelingen van Israëlische acties.
Ja
Nee
Nee
Uit de bovenstaande bevindingen kan de volgende conclusie worden getrokken: Nederland islamiseert niet volgens de kenmerken van de Eurabië-theorie. De Nederlandse situatie voldoet aan vier van de tien voorwaarden van de Eurabië-theorie. Daarnaast kan één voorwaarde, de verdediging van het Nederlandse erfgoed, onvoldoende beoordeeld worden. De vier voorwaarden die wel gelden voor Nederland zijn bovendien aan interpretatie onderhevig en verschillen in importantie. Is de interpretatie van de Eurabië-auteurs juist? De aanwezigheid van deze voorwaarden is immers niet voldoende om te concluderen of er ook dáádwerkelijk sprake is van islamisering. Zo betekent een afname van het christendom in Nederland niet automatisch het einde van de Nederlandse joods-christelijke cultuur en de introductie van de islamitische sharia. Hetzelfde geldt voor de demografische neergang onder de autochtone bevolking. Dit houdt ook niet direct verband met een toename van het aantal moslims. De Eurabië-auteurs interpreteren dit gegeven echter als volgt: hoe minder autochtone werkende Nederlanders er zijn, des te meer niet-westerse allochtonen moeten er naar Nederland gehaald worden om het economische welvaartsysteem op peil te houden. Dit leidt volgens hen vervolgens tot meer moslimimmigranten en een versnelde islamisering. Op dergelijke interpretaties is logischerwijs veel kritiek. Het bestaan van parallelle samenlevingen kan wel worden gezien als een belangrijke voorwaarde voor het ontstaan van geïslamiseerde gemeenschappen en stadswijken. De vier grote steden kennen allen een grote 132
Hoofdstuk 4 – Conclusie en discussie
moslimbevolking, met eigen winkels, scholen en een veranderd straatbeeld. Als gevolg hiervan zijn veel autochtonen vertrokken en raken moslims steeds verder geïsoleerd van de dominante samenleving. De groeiende invloed van islamisten en extremisten in de ontstane parallelle samenlevingen is hier ook debet aan. De aanhang van het salafisme groeit binnen de parallelle samenlevingen, terwijl geweld en jihadisme publiekelijk vaker wordt afgezworen. Hierdoor is er een tweedeling zichtbaar binnen de moslimgemeenschap, tussen de gematigde moslims en de radicaal-islamistische variant. Hier wordt zo verder op ingegaan. Saideman (2008: 191) stelt echter dat de westerse angst voor de opkomst van het islamitische fundamentalisme en hun vermogen om de identiteit van een staat (of Europa) te domineren, ongegrond is. Hoewel er machtige islamitische bewegingen bestaan, ondervinden deze groepen ook alternatieve identiteiten van stromingen binnen de islam (soennisme versus sjiisme), ras en taal (Arabisch versus niet-Arabisch) en clan of stam (Irak en Somalië). De politieke islam wedijvert ook met andere alternatieve stromingen, waaronder het historische nationalisme en het anti-imperialisme. Aan de laatste twee kenmerken (parallelle samenlevingen en islamistische invloed) moet meer waarde worden toegekend, als voorwaarden voor het islamiseringsproces, dan aan de eerste twee kenmerken (verval van het christendom en demografische neergang onder de autochtone bevolking). De voorwaarden waaraan Nederland níet heeft voldaan, houden wél direct verband met het islamiseringsproces. Zo wordt de toekomstverwachting onder Eurabië-auteurs, dat Europa in de toekomst een moslimmeerderheid bevat, voor de Nederlandse situatie ontkracht tot aan het jaar 2050. De grens van 25% zal zelfs niet worden behaald. De moslimbevolking verdubbelt zich waarschijnlijk wel bijna, tot ongeveer elf procent. De afwezigheid van de shariarechtspraak is een belangrijk gegeven die de conclusie van het rapport onderbouwt. Vooralsnog vindt er geen parallelle rechtspraak plaats. Er moet echter wel extra aandacht worden besteed aan toekomstige ontwikkelingen op dit gebied, aangezien de vraag om shariarechtbanken langzaam toeneemt. De afwezigheid van islamitische rellen, wordt door Adang e.a. (2010) deels verklaard door de gunstige sociaaleconomische omstandigheden. Maar ook hier moet extra aandacht aan worden besteed, gezien de economische crisis, de toenemende werkloosheid onder allochtonen en de groeiende polarisatie in de samenleving tussen moslims en niet-moslims. Het aantal islamofobe opvattingen onder autochtonen groeit gestaag en moslims raken steeds verder geïsoleerd van de samenleving. Islamofobie leidt daarbij tot een verdere bemoeilijking van de integratie van moslimmigranten. Daarnaast is de groeiende criminaliteit onder niet-westerse allochtonen een punt van zorg, omdat dit volgens criminoloog Bovenkerk in de toekomst kan leiden tot etnische 133
Hoofdstuk 4 – Conclusie en discussie
protesten en rellen. De bewering dat linkse politieke partijen samenwerken met islamisten kan worden ontkracht. Hetzelfde geldt voor de samenwerking met progressieve partijen. Veel hervormingsgezinde en liberale opvattingen van partijen als de PvdA, GroenLinks, de SP en D66 staan haaks op de islamistische opvattingen over de conservatieve islamitische tradities. De samenwerking met de V.S. en Israël kan wel op meer publieke kritiek rekenen, maar ook dit wordt niet puur ingegeven door de islamitische aanwezigheid in Nederland. Het is vooral te wijten aan het buitenlandbeleid van beide landen. Wel identificeren vooral Marokkaanse jongeren zich in toenemende mate met de Palestijnse bevolking. De nulhypothese uit het theoretische kader, waarin werd gesteld dat er geen sprake is van islamisering volgens de kenmerken van Eurabië, blijft vooralsnog intact. De angst voor de ruim 850.000 moslims in Nederland is derhalve ongegrond. Desondanks zijn er kenmerken van de Eurabië-theorie die niet zomaar genegeerd kunnen worden. Nederland heeft wel degelijk te kampen met een afname van het christendom, een demografische neergang onder de autochtone bevolking en parallelle samenlevingen, waarin moslims (en andere niet-westerse allochtonen) weinig contact hebben met autochtonen of andere bevolkingsgroepen, buiten de eigen etnische (geloofs)gemeenschap. Ook is er sprake van een gestaag groeiende invloed van islamisten in de gemeenschap. Veel critici van de theorie zullen deze kenmerken onderstrepen. Dit zijn zorgelijke ontwikkelingen. Ook de voorwaarden waaraan tot op heden niet aan is voldaan verdienen extra aandacht. Dit geldt vooral voor de toenemende polarisatie en sociale onrust binnen de samenleving, de sociaaleconomische positie van niet-westerse allochtonen en het groeiende aantal antisemitische incidenten. Desalniettemin blijft het een kwestie van interpretatie om aan de hand van deze vier kenmerken te stellen, dat er daadwerkelijk aan vier voorwaarden van islamisering is voldaan. De vraagtekens die hierbij kunnen worden geplaatst, worden versterkt doordat deze theoretische invalshoek, zoals te lezen in de kritieken, controversiële opvattingen heeft over de islam en de reeds aanwezige moslims. Zo wordt vaak het idee verspreid dat moslims een homogene en invloedrijke groep religieuze fanatiekelingen vormen, terwijl er in werkelijkheid sprake is van een grote mate van heterogeniteit op etnisch, linguïstisch, politiek en religieus gebied. De moslimmeerderheid moet dan ook louter worden gezien als burgers, die de islam als geloof aanhangen en niet uit zijn op de verovering van het Europese continent. Verder onderzoek naar de juistheid en geldigheid van de zogenaamde Eurabië-theorie wordt aanbevolen. Hoe kunnen de kenmerken die niet aan de Eurabië-theorie voldoen, dan worden geïnterpreteerd? Er tekent zich langzaam een groeiende polarisatie af binnen de moslimgemeenschap. Er is immers een toenemende weerstand ontstaan tegen de radicale en jihadistische invloed. Dit 134
Hoofdstuk 4 – Conclusie en discussie
gegeven sluit aan bij de derde optie van het theoretische kader. De toenemende weerstand kan impliceren dat de aanwezige moslims in Nederland een gematigde en verlichte islam voorstaan, óf dat er wordt gekozen voor een niet-gewelddadige uitbreiding (da’wa) van de islam in Nederland. Uit paragraaf 3.10 is ook gebleken dat de progressieve partijen, zoals de PvdA GroenLinks en D66 zich actief willen inzetten om de liberale islam te ondersteunen. Ook de tweede optie komt terug in het onderzoek naar de Nederlandse situatie. De weerstand tegen de islamistische druk kan onvoldoende beoordeeld worden, omdat de gevonden informatie tweeledig is: enerzijds is er sprake van politieke en publieke weerstand tegen de islamistische druk, getuige de zetelwinst van de anti-islamitische PVV en anderzijds zijn er voorbeelden genoemd die het tegendeel bewijzen, zoals het voorbeeld van het Algemeen Dagblad. De toenemende electorale aanhang voor de PVV, vormt een belangrijke graadmeter voor de groeiende weerstand onder de bevolking. Net als de voorlopige vrijspraak van Wilders voor haatzaaien een overwinning heeft opgeleverd voor de vrijheid van meningsuiting. Hierdoor is het uiten van kritiek op de islam niet strafbaar. Daarbij tolereert demissionair minister Hirsch Ballin geen shariarechtspraak die tegenstrijdig is aan de grondwet en zeggen de rechtsconservatieve partijen, ‘de grens te willen sluiten’ voor immigranten uit islamitische landen. Het beleid van multiculturalisme wordt langzaam losgelaten en de focus komt, zeker na de moord op Van Gogh, meer op integratie te liggen. Het aantal islamofobe uitingen en vernielingen van islamitische gebouwen zijn voorbeelden van illegitieme vormen van weerstand. Maar ook hier zijn talloze voorbeelden waarin wordt toegegeven aan de islamistische druk. De vraag is hoe het sociale klimaat zich zal vormen, nadat er bijvoorbeeld een grote terroristische aanslag op Nederlandse bodem zal plaatsvinden, zoals in Madrid of Londen? Doordat er feiten zijn gevonden voor de Nederlandse situatie, die voldoen aan de kenmerken van alledrie de opties, kan niet met zekerheid gesteld worden welk van de drie opties uiteindelijk bewaarheid zal worden in Nederland. Verder onderzoek is nodig om te zien in hoeverre optie twee en drie aansluiten bij de Nederlandse situatie, aangezien dit onderzoek zich puur heeft gericht op de eerste optie. Bij de tweede optie zou verder onderzoek kunnen worden gedaan naar de mate van weerstand onder de Nederlandse politieke elite en bevolking. Neemt de weerstand af of juist toe? Bij de derde optie zou bijvoorbeeld kunnen worden gekeken naar het gegeven of moslims gematigder worden in hun opvattingen, naarmate ze langer in Nederland verblijven. Nemen ze de Nederlandse normen en waarden over of grijpen ze juist terug op hun islamitische identiteit? Verder onderzoek zou zich bijvoorbeeld ook kunnen richten op de vraag hoe men de gematigde moslims kan ondersteunen in het vinden van hun plaats binnen de samenleving, zodat ze minder ontvankelijk 135
Hoofdstuk 4 – Conclusie en discussie
worden voor islamistische invloeden. De overheid zou dan tegelijkertijd verscherpte maatregelen moeten treffen om alle anti-integratieve personen en organisaties te weren uit de samenleving. Daarnaast moet de sociaaleconomische positie van moslims verbeterd worden en afvallige moslims een platform worden geboden, zodat Nederland uiteindelijk een grote stap kan zetten in het creëren van een hervormde islam. Vanuit hetzelfde oogpunt zou er onderzoek moeten worden gedaan naar de externe invloeden uit Turkije en Marokko op de islamitische volksvertegenwoordigers in Nederland. Dit onderzoek zou dan enerzijds kunnen uitwijzen in hoeverre ze de agenda van een islamitisch land vertegenwoordigen en integratie tegenwerken en anderzijds het debat over ‘dubbele paspoorten’ en ‘loyaliteit aan het herkomstland’ van gefundeerde onderbouwingen kunnen voorzien. Enkele slotopmerkingen: -
Verschillende onderzoeksantwoorden lijken afhankelijk te zijn van de nieuw te vormen regeringscoalitie. Het leefklimaat, de verhoudingen met de V.S. en Israël, de mate van weerstand tegen islamistische druk en de politieke houding jegens de islam verschillen per politieke partij. Wanneer de PVV in het kabinet komt, lijkt de kans op etnische sociale protesten en rellen toe te nemen en zullen moslims en andere niet-westerse allochtonen zichzelf nog verder isoleren van de samenleving. Samen met de VVD, staat de PVV ook een immigratiebeleid voor dat is gericht op kennismigratie, waardoor de laaggeschoolde immigratie uit islamitische landen zal afnemen. De PvdA, SP en GroenLinks willen juist de regels voor gezinshereniging en huwelijksmigratie uit islamitische landen versoepelen. Ten overstaan van Israël staat de PvdA weer een hardere lijn voor, in tegenstelling tot de rechtsconservatieve partijen. En, zoals reeds vermeld, streven de PvdA, GroenLinks, de SP en D66 een hervormde islam na, terwijl de PVV en de SGP de islam zoveel mogelijk willen beperken.
-
Opvallend is dat veel Eurabië-auteurs uit Amerika afkomstig zijn. Met hun onheilspellende theorieën over de islamisering van Europa lijken ze de Amerikaanse bevolking te willen waarschuwen, voor de sociale en politieke spanningen die de immigratie uit islamitische landen in Europa teweeg heeft gebracht.
-
Daarnaast speelt de media een steeds grotere rol. Ongefundeerde mediaberichtgeving over de islamitische achtergrond van terroristische aanslagen, het islamiseren van politieke sociale en stedelijke problemen door bijvoorbeeld criminele Marokkaanse jongeren en ongefundeerde onderzoeken over de toename van islamofobie roepen weer reacties op binnen de islamitische gemeenschappen. Deze propagandaoorlog kan leiden tot een 136
Hoofdstuk 4 – Conclusie en discussie
selfulfilling prophecy. Indien de werkloosheid stijgt en daarmee de druk op de verzorgingsstaat wordt vergroot, zullen de vooroordelen en kansen op onderlinge conflicten alsmaar toenemen. -
Het aantal moslims zal niet exceptioneel toenemen tot 2050, maar het aantal niet-westerse allochtonen in Nederland zal in 2050 bijna drie miljoen bedragen, ofwel 17%, zo schat het CBS. Meer immigranten betekent niet automatisch meer moslims. Zo zijn onder Surinamers en Antillianen veel christenen, alsmede onder veel Oost-Europeanen. Chinese immigranten zijn voornamelijk taoïsten of confucianisten, zo beargumenteert De Beer (2007).
-
De dalende bevolkingsomvang, de groeiende vergrijzing en de groeiende polarisatie in Europa leiden ertoe dat het continent in de toekomst een beperkte invloed zal hebben in de internationale betrekkingen.
-
De auteurs van alle drie de opties hebben hetzelfde doel: om hun ideeën van de huidige en toekomstige situatie in Europa dusdanig vorm te geven dat ze de internationale structuur bepalen en als zodanig de identiteit, belangen en buitenlandse politiek van Europese staten zullen beïnvloeden. De Eurabië-auteurs wijzen vooral op de rol van de staten en hun leiders, terwijl de auteurs in de tweede categorie wijzen op de weerstand van de autochtone Europeanen. Categorie drie, waarin wordt gesteld dat de islam zal integreren in Europa, richt zich vooral op de statelijke actoren en gematigde moslims, die een stille revolutie binnen de islam moeten bewerkstelligen.
Het voorspellen van de toekomstige Europese identiteit staat centraal in dit onderzoek. Huntington schreef in “The Clash of Civilizations?” (1993: 44), dat het herdefiniëren van een complete beschavingsidentiteit aan drie voorwaarden moet voldoen: 1. De politieke en economische elite moet de verandering ondersteunen; 2. de bevolking moet meewerken en 3. de dominante groepen in de ontvangende beschaving moeten het nieuwe lid omarmen. Volgens hem zal alleen dán de Europese joods-christelijke identiteit veranderen naar een islamitische identiteit. Voor de Nederlandse situatie kan over het eerste aspect getwist worden, maar aspect twee en drie zullen vooralsnog geen realiteit worden.
137
BEGRIPPENUITLEG XCIX Allochtoon een persoon van wie tenminste één ouder in het buitenland is geboren. De term is de vervanger van de term ‘immigrant’. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de eerste en tweede generatie immigranten Antisemitisme een vijandige opstelling jegens joden op grond van vooroordelen en hen anders behandelen Assimilatie het verlies van alle aan identiteit gerelateerde indicatoren van de bestaande verschillen. Bij dit proces moet een Turkse immigrant volledige in een Europese samenleving opgaan, door zich af te scheiden van alle sporen van culturele, linguïstische en religieuze origine Autochtoon een persoon van wie beide ouders (in dit specifieke geval) in Nederland zijn geboren Ayatollah geestelijk voorman binnen het sjiisme Dar al-Harb huis van de oorlog Dar al-Islam huis van de islam Da’wa niet-moslims door dialoog kennis laten maken met de islam, onder meer door vrijwillige bekering Diaspora wanneer een gemeenschap van migranten sterke banden behoud met het thuisland: eigen taal, nationale gebeurtenissen volgen via de media, familiebanden behouden door uithuwelijking, dubbele nationaliteit behouden, enzovoorts Dhimmitude de inferieure status van christenen en joden onder islamitische heerschappij. Een ‘dhimmi’ is een niet-moslim in een islamitisch land Eerste generatie immigranten personen die in het buitenland zijn geboren en die ook minstens één ouder hebben die afkomstig is uit het buitenland Eergerelateerd geweld elke vorm van geestelijk of lichamelijk geweld, gepleegd vanuit een collectieve mentaliteit in reactie op een (dreiging van) schending van de eer van een man of vrouw en daarmee van zijn of haar familie waarvan de buitenwereld op de hoogte is of dreigt te raken Eerwraak fenomeen waar de geschonden eer van een vrouw of meisje wordt gewraakt, meestal door een familielid. Wraak geschied door een persoon te verstoten, naar het thuisland te sturen of in het uiterste geval te vermoorden. De eerwraak wordt regelmatig in het openbaar uitgevoerd, zodat de hele gemeenschap getuige is Emigratie vertrek uit het thuisland voor ten minste acht maanden, binnen een periode van één jaar Eurabië een samenvoeging van de Europese en Arabische continenten
XCIX
Bronnen: Central Intelligence Agency (CIA). The World Factbook, Definitions and Notes / Oliver Roy in EuroIslam: the jihad Within? (2003) / Gilles Kepel in interview met de Public Broadcasting Service (PBS) / Good Muslim, Bad Muslim (2010) van Tariq Ramadan / Elsevier (2007) / Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) / Centrum Informatie en Documentatie
Israël
(CIDI) /
Nationaal Coordinator Terrorismebestrijding (NCTb) / Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) / Monitor Racisme & Extremisme, Anne Frank Stichting / Rijksoverheid / Online Encyclopedie / Ministerie van Justitie.
Europa met Europa worden de landen bedoeld die de onderzoekers Buijs en Rath (2003) ook hanteren: België, Bulgarije, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, GrootBrittannië, Hongarije, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenie, Spanje, Zweden en Zwitserland, aangevuld met de overige landen die de Europese Unie vormen: Cyprus, Estland, Ierland, Letland, Litouwen, Malta, Slovenië, Slowakije en Tsjechië Fatwa een doodvonnis dat wordt uitgesproken door een islamitische geestelijke Fundamentalisme de terugkeer naar de pure vorm van een religie ‘Gematigde’ moslims moslims die zich distantiëren van woede, geweld en terrorisme gepleegd door islamisten en fundamentalisten. Ook vaak gezien als ‘liberale’ en ‘seculiere’ moslims Hadith geregistreerde mondelinge overleveringen van de profeet Mohammed Halal toegestaan volgens de islam Haram onrein, verboden volgens de islam Imam religieuze leider (ook wel geestelijk verzorger) Immigratie vestiging in het gastland vanuit het buitenland voor een termijn van ten minste vier maanden, binnen een periode van zes maanden Integratie het samensmelten van bevolkingsgroepen in de maatschappij, met behoud van de bestaande verschillen. Volgens dit idee kan iemand tegelijkertijd een Europeaan en een Arabier zijn Islam een religie en cultureel systeem. Letterlijke betekenis: onderwerping. De derde van monotheïstisch Abrahamitische geloven. Ontstaan met de leer van de profeet Mohammed in de zevende eeuw. Moslims geloven dat Mohammed de laatste van alle religieuze profeten is (te beginnen met Abraham) en dat de koran, het islamitische heilige boek, aan hem is geopenbaard door God. Om een gelovige moslim te zijn moet de gelovige aan vijf pilaren van de islam voldoen: getuigenis van geloof (shahada), dagelijks vijf keer bidden (salah), het geven van aalmoezen (zakat), vasten tijdens de Ramadan (sawm) en een pelgrimstocht naar Mekka (Hadj). De twee belangrijkste islamitische stromingen zijn het Soennisme en Sjiisme, die een onderling conflict hebben over de rechtmatige opvolger van Mohammed Islamisering een proces waarbij de waarden, normen en wetten van de bestaande samenleving worden vervangen door de religie, cultuur en wetgeving die is gebaseerd op de islam. In Europa wordt de term door conservatieven veelvuldig gebruikt om de immigratie van moslims te duiden Islamisme een politieke ideologie gebaseerd op een conservatieve interpretatie van de islamitische leer uit de Koran. Islamisten zijn principieel tegen secularisme en willen de sharia als enige wetgeving implementeren. Sommige islamisten willen ook niet-islamitische landen islamiseren om zo een wereldkalifaat te vormen Islamofobie angst voor de islam. In dit rapport voornamelijk gebruikt als: afkeer van de islamitische godsdienst en haat jegens de aanhangers. Er is vooral angst voor een eventuele islamisering 139
Jihad een interne strijd tegen de wereldse verleidingen en een uiterlijke gewapende strijd tegen degene die de islam bedreigen Jihadistisch terrorisme de bereidheid om een bijdrage te leveren aan de gewapende strijd tegen het Westen en andere ‘vijanden van de islam’ Kalifaat een islamitisch rijk van Mohammeds opvolgers, met een kalief als leider Kerkelijkheid het aantal personen dat zich rekent tot een kerk of levensbeschouwelijke groepering Migrant personen met een buitenlandse nationaliteit: die zelf in een ander land geboren zijn of personen met minstens één ouder die elders geboren is Millet het systeem van autonome gemeenschappen binnen een staat Minaret puur architectonische toren op een moskee Mohammed de islamitische profeet waaraan God de koran heeft geopenbaard Moslim iemand die zich overgeeft aan de islamitische leer van God, een aanhanger van de islam Multiculturalisme gebaseerd op een maatschappelijk en politieke ideologie die het bestaan en de volledige deelname bevordert van een aantal verschillende etnische, raciale en godsdienstige groepen binnen de dominante samenleving. Het uitgangspunt is het bestaan van meerdere culturen binnen één samenleving. Niet-westerse allochtoon een allochtoon met als herkomstgroepering een land uit Afrika, Azië, Latijns-Amerika of Turkije. Op grond van hun sociaal-economische en sociaal-culturele positie worden allochtonen uit Indonesië en Japan tot de westerse allochtonen gerekend. Oemma de wereldwijde islamitische gemeenschap Radicalisme het (actief) nastreven en/of ondersteunen van diep ingrijpende veranderingen in de samenleving, die een gevaar kunnen opleveren voor (het voortbestaan van) de democratische rechtsorde (doel), eventueel met het hanteren van ondemocratische methoden (middel), die afbreuk kunnen doen aan het functioneren van de democratische rechtsorde (effect) Ramadan de islamitische vastenmaand waarin alleen tussen zonsondergang en zonsopgang mag worden gegeten, afgesloten met het Suikerfeest Salafisme een ultraorthodoxe stroming binnen de islam. Letterlijk vertaald als ‘vrome oprechte voorouders’. De islam belijden zoals de voorvaderen dat deden. Een terugkeer naar de ‘zuivere’ islam, zoals die was ten tijde van de profeet Mohammed en de vier rechtgeleide kaliefen in de eerste eeuwen na Mohammed, door een strike interpretatie van koran en soenna. Geen sprake van evolutie, materialisme etc. Het is gelijkwaardig aan het fundamentalisme en vooral toegepast op het Arabische Schiereiland. Onderscheid tussen het conservatieve en jihadi salafisme. Moslims moeten een jihad voeren tegen de vijanden van de islam en slechte moslims. Alleen de ‘pure’ islam moet overblijven Sharia het islamitische rechtsstelsel, zoals die bijvoorbeeld in Saoedi-Arabië geldt
140
Sjiisme islamitische stroming. Sjiieten geloven dat Ali, Mohammed’s neef en tevens schoonzoon, de eerste aan God gewijde imam na Mohammed was. Het Sjiisme vertegenwoordigt 10-20% van de moslims wereldwijd. Een meerderheid van de Sjiieten worden gezien als ‘Twaalvers’, omdat ze geloven dat de elf familiale opvolgende imams na Mohammed culmineren in een twaalfde imam (al-Mahdi), die opnieuw zal verschijnen om de rechtvaardigen te verlossen Soenna één van de vier bronnen van het islamitische recht Soennisme islamitische stroming. Soennieten zien daarbij de eerste drie kaliefen na Mohammed als legitieme autoriteiten, met Abu Bakr als eerste kalief. Omvat 75% van de wereldwijde moslimbevolking. Het Soennisme kent vier scholen van islamitische doctrine en wetgeving: Hanafi, Maliki, Shafi’i en Hanbali die de Hadith uniek interpreteren. Deze vier scholen zijn allen legitiem. Terrorisme het uit ideologische motieven dreigen met, voorbereiden of plegen van op mensen gericht ernstig geweld, dan wel daden gericht op het aanrichten van maatschappijontwrichtende zaakschade, met als doel maatschappelijke veranderingen te bewerkstelligen, de bevolking ernstige vrees aan te jagen of politieke besluitvorming te beïnvloeden Tweede generatie immigranten personen die in (dit specifieke geval) Nederland zijn geboren, maar van wie tenminste één ouder in het buitenland is geboren Vruchtbaarheidscijfer het gemiddelde aantal kinderen per vrouw, gedurende haar leven. Een gemiddelde van 2.1 per land/volk is nodig om de huidige generatie volledig te vervangen Wahabisme de officiële staatsgodsdienst van Saoedi-Arabië en een fundamentalistische conservatieve stroming binnen het Soennisme. Osama bin Laden past min of meer binnen deze variant. Westerse allochtoon een allochtoon met als herkomstgroepering een land in Europa (exclusief Turkije), Noord-Amerika en Oceanie, Indonesië of Japan. Op grond van hun sociaaleconomische en sociaal-culturele positie worden allochtonen uit Indonesië en Japan tot de westerse allochtonen gerekend.
141
AFKORTINGENLIJST Alleen herhaalde afkortingen worden hier vermeld. 9/11: AIVD: CBS: CDA: CIDI: CMO: CNV: D66: EAD: ECFR: E.U.: HuT: IMES: IUR: KNIL: LPF: MB: MDI: NCTb: NIDI: NKO: NMP: OM: PLO: POLS: PvdA: PvdD: PVV: RNW: RIVM: RUG: SCP: SGP: SIOE: SP: TFR: TON: UvA: V.N.: VVD: V.S.: VU: WODC: WRR:
11 september 2001, de dag waarop de terroristische aanslagen in de Verenigde Staten plaatsvonden. Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst Centraal Bureau voor de Statistiek Christen Democratisch Appèl Centrum Informatie en Documentatie Israël Contactorgaan Moslims en Overheid Christelijk Nationaal Vakverbond Democraten ’66 Euro-Arabische Dialoog European Council for Fatwa and Research Europese Unie Hizb ut-Tahrir Institute for Migration and Ethnic Studies Islamitische Universiteit in Rotterdam Koninklijk Nederlands-Indisch Leger Lijst Pim Fortuyn Moslimbroederschap Meldpunt Discriminatie Internet Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut Nationaal Kiezers Onderzoek Nederlandse Moslim Partij Openbaar Ministerie Palestine Liberation Organization Permanent Onderzoek Leefsituatie Partij van de Arbeid Partij voor de Dieren Partij voor de Vrijheid Radio Nederland Wereldomroep Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Rijksuniversiteit Groningen Sociaal en Cultureel Planbureau Staatkundig Gereformeerde Partij Stop Islamisation of Europe Socialistische Partij Total Fertility Rate (vruchtbaarheidscijfer) Trots Op Nederland Universiteit van Amsterdam Verenigde Naties Volkspartij voor Vrijheid en Democratie Verenigde Staten Vrije Universiteit Amsterdam Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid 142
BIBLIOGRAFIE Boeken Barnett, M. Social Constructivism (hfd. 9: 162-173) in Baylis, J., Smith, S. & Owens, P. (2008). The Globalization of World Politics. An introduction to international relations. Oxford University Press. 4e druk, 1e druk in 1997. Cobb, S. (1963). Islamic Contributions to Civilization. Washington, DC. Avalon Press. DeWeese, D.A. (1994). Islamization and native religion in the Golden Horde. Baba Tukles and conversion to islam in historical and epic tradition. The Pennsylvania State University Press. Dunne, T., Schmidt, B.C. (2008). Realism (hfd. 5: 91-106) in Baylis, J., Smith, S. & Owens, P. (2008). The Globalization of World Politics. An introduction to international relations. Oxford University Press. 4e druk, 1e druk in 1997. Esposito, J.L. (1999). The Islamic Treath: Myth or Reality? Oxford University Press. Derde druk Everts, P. (2008). De Nederlanders en de wereld. Publieke opinies na de Koude Oorlog. Koninklijke Van Gorcum BV, Assen Fierke, K.M. (hfd. 9: Constructivism: 166-184) in Dunne, T., Kurki, M. & Smith, S. (2007). International Relations Theories. Discipline and Diversity. Oxford University Press Inc., New York. Jansen, H. (2005). ‘HOEVEEL’: 70-76 in: HOE NU VERDER: 42 visies op de toekomst van Nederland na de moord op Theo van Gogh. Utrecht, Spectrum: 70-76. Jansen, H. (2008). Inleiding: 7-13 in Ye’or, B. Eurabië. De geheime banden tussen Europa en de Arabische wereld. Nederlandse vertaling van Wevers, A. en Meulenhoff b.v., J.M. Eerste druk 2007 Ye’or, B. (2008). Eurabië. De geheime banden tussen Europa en de Arabische wereld. Nederlandse vertaling van Wevers, A. en Meulenhoff b.v., J.M. Eerste druk 2007 Kepel, G. (2004). The war for muslim minds. Islam and the West. Library of Congress Cataloging-inPublication Data. Korany, B., Dessouki, A.E.H. (2008). The Foreign Policies of Arab States. The Challenge of Globalization. The American University in Cairo Press. Lewis, B. Europa en de islam (hfd.1: 24-41) in Jansen, H. (2009) Eindstrijd. De finale clash tussen het liberale Westen en een traditionele islam. Uitgeverij van Praag. Muller. E.R., Rosenthal, U. & Wijk, R. de (2008). Terrorisme: studies over terrorisme en terrorismebestrijding. Wolters Kluwer, Deventer. Muus, P. The Netherlands: A Pragmatic Approach to Economic Needs and Humanitarian Considerations (hfd.7: 264-288) in Cornelius, W.A, Tsuda, T, Martin, P.L. & Hollifield, J.F. (2004). Controlling Immigration. A Global Perspective. Stanford University Press, Stanford, Californie. Tweede druk Roy, O. (2004). Globalized Islam. The Search for a new Ummah. New York, Columbia University Press. 143
Roy, O. Islamic Terrorist Radicalisation in Europe (hfd. 4: 52-60) uit Amghar, S., Boubekeur, A. & Emerson, M. (2007). European Islam. Challenges for Public Policy and Society. Brussel, Centre for European Policy Studies. Rubin, B., Colp Rubin, J. (2005). Yasir Arafat. A Political Biography. New York, Oxford University Press, Inc. Saideman, S. Thinking Theoretically about Identity and Foreign Policy (hfd. 8: 168-200) in Telhami, S., Barnett, M. (2002). Identity and Foreign Policy in the Middle East. Cornell University Press. Spencer, R. (2005). The Politically Incorrect Guide to Islam (and the Crusades). Washington DC, Regnery Publishing Inc.
Artikelen Adang, O. Quint, H. & Wal. R, van der (2010). Zijn wij anders? Waarom Nederland geen grootschalige etnische rellen heeft. Reedbusiness/Politieacademie. Lectoraat Openbare Orde & Gevaarbeheersing. Akkerman, M. (2007). Wapenhandel en militaire samenwerking met Israël. Een rapport van de Campagne tegen Wapenhandel. Campagne tegen Wapenhandel, Amsterdam. Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) (2006). Jaarverslag 2006. Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) (2007). Radicale dawa in verandering. De opkomst van islamitisch radicalisme in Nederland. Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZK), brochure: 1-94. Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) (2009). Jaarverslag 2009. Allievi, S. Multiculturalism in Europe. Princeton, 1-14. Allievi, S. (2009). Conflicts over Mosques in Europe. Policy issues and trends. NEF Initiative on Religion and Democracy in Europe. Alliance Publishing Trust, Londen. Bais, K., Talens, C. (2006). Nederland in Afghanistan. Ministerie van Buitenlandse Zaken / Ontwikkelingssamenwerking. Den Haag: 1-27. Becker, J.W., De Wit, J.S.J. (2000). Secularisatie in de jaren negentig. Kerklidmaatschap, veranderingen in opvattingen en een prognose. Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), Den Haag: 192. Beer, J.A.A. de (2007). Nederlandse moslims blijven in de minderheid. Nederlands Interdisciplinair Demografisch Insitituut (NIDI). Demos, Bulletin over Bevolking en Samenleving. Jaargang 23, okt./nov. 2007. Blom, M., Oudhof, J., Bijl, R.V. & Bakker, B.F.M. (2005). Verdacht van criminaliteit. Allochtonen en autochtonen nader bekeken. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC), Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Den Haag. Bovenkerk, F. (2006). Islamofobie. Monitor Racisme & Extremisme, zevende jaargang. Anne Frank Stichting: 86-110. 144
Brassé, P., Huinder, C. (2010). Opkomst- en stemgedrag van Nieuwe Nederlanders. Gemeenteraadsverkiezingen 2010. FORUM, Instituut voor Multiculturele Vraagstukken. Utrecht. Buijs, F.J. , Rath, J. (2003). Muslims in Europe: The state of research. IMISCOE, working paper: 1-48. Carr, M. (2006). You are now entering Eurabia. Sage Publications. Race & Class, 48(1): 1-23 Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC). Integratiekaart 2006. Den Haag. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) (2009a). Bevolkingstrends. Statistisch kwartaalblad over de demografie van Nederland, jaargang 57 – 4e kwartaal 2009: 1-96. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) (2009b). Religie aan het begin van de 21e eeuw. Den Haag/Heerlen: 1-144. D66 (2010). Anders, Ja. Verkiezingsprogramma Tweede Kamer 2010. Dagevos, J. (2009). Ruimtelijke concentratie van niet-westerse immigranten: achtergronden, gevolgen en aangrijpingspunten voor het beleid. Sociaal Cultureel Planbureau (SCP), Den Haag Dagevos, J., Gijsberts, M. (hfd. 8: 226-252, Sociaal-culturele positie) in Gijsberts, M., Dagevos, J. (2009) Jaarrapport Integratie 2009, Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), Den Haag. Dommering, E.J. (2008). De teddybeer Mohammed, gesluierde homo’s en het lawaai van Wilders. Over de stand van de vrijheid van meningsuiting anno 2008. Nederlands Juristenblad, 2008-7: 376-282. Duin, C. van, Nicolaas, H. (2010). Bevolkingsprognose 2009-2016: omslag naar lagere groei. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), 1e kwartaal 2010. Dunk, T. van der (2010). De Afghaanse spagaat van Nederland en Amerika. Internationale Spectator, jaargang 64(4): 191-195. European Union Agency for Fundamental Rights (FRA) (2009). European Union Minorities and Discrimination Survey. Data in Focus Report: Muslims. Europol (2009). TE-SAT 2009. EU Terrorism Situation and Trend Report. European Police Office, Den Haag. FORUM, Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling (2008). Factbook 2008: The position of muslims in the Netherlands: facts and figures. Utrecht. FORUM, Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling (2010). Factbook 2010: De positie van moslims in Nederland. Feiten en cijfers. Utrecht. Friedmann, E. (2009). Monitor antisemitische incidenten in Nederland: 2008. Met een verslag van de Gaza-periode: 27-12-2008 – 23-1-2009. Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI), Den Haag. Gijsberts, M., Lubbers, M. (hfd. 9: 254-288, Wederzijdse beeldvorming) in Gijsberts, M., Dagevos, J. (2009) Jaarrapport Integratie 2009, Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), Den Haag.
145
Graaff, B.G.J. de, Buurman, K.A. (2008). Voorbeeld doet volgen? Rolmodellen van (radicaliserende) moslimjongeren in Nederland. Het Centrum voor Terrorisme en Contraterrorisme van de Campus Den Haag van de Universiteit Leiden. GroenLinks (2010). Klaar voor de toekomst. Verkiezingsprogramma 2010. Grünfeld, F. (2008). Zestig jaar Nederland-Israël. Internationale Spectator, jaargang 62, 12: 680-683. d’Heanens, L., Bink, S. (2006). Islam in the Dutch press: with special attention to the Algemeen Dagblad. Media, Culture & Society © 2006 SAGE Publications. 29(1): 135-149. Harmsen, E. (2008). Nieuwe Moslims in West-Europa. Bekering tot de islam als keuzemogelijkheid in hedendaagse westerse samenlevingen. Religie & Samenleving, jaargang 3 (3): 19-42 Herten, M. van, Otten, F. (2007). Naar een nieuwe schatting van het aantal islamieten in Nederland. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Bevolkingstrends, 3e kwartaal 2007. Huntington, S.P. (1993). The Clash of Civilizations? Foreign Affairs, 72: 3. 22-49. Idris, Sheikh Jaafar (januari 1983). The process of islamization. The Islamic Society of North America, Plainfield, Indiana, 1976., Fourth Printing - January 1983 Jennissen, R.P.W. (2009). Criminaliteit, etniciteit en leeftijd. Over de afwijkende leeftijdsspecifieke criminaliteitscijfers van in Nederland verblijvende Antillianen en Marokkanen. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC). Den Haag. Lewis, B. (1990). The Roots of Muslim Rage. Special Feature, 2001-2002: 17-26 Meldpunt Discriminatie Internet (MDI). Jaarverslag 2009. Stichting Magenta, Amsterdam. Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) (2008). Salafisme in Nederland. Een voorbijgaand fenomeen of een blijvende factor van belang? Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) (2010). Samenvatting Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 2010. Den Haag Ongering, L. (2007). Toespraak over ‘Home-Grown Terrorism and Radicalisation in the Netherlands Experiences, Explanations and Approaches’. U.S. Senate Homeland Security and Governmental Affairs Committee, 27 June 2007. Partij van de Arbeid (PvdA, 2010). Iedereen telt mee. De kracht van Nederland. Verkiezingsprogramma Tweede-Kamer verkiezingen 2010. Partij voor de Vrijheid (PVV, 2010). De agenda van hoop en optimisme. Een tijd om te kiezen: PVV 2010-2015. Pennings, P and J.E. Keman (1994) ‘'Links' en 'rechts' in de Nederlandse Politiek’, in Jaarboek 1993 van het Documentatiecentrum Nederlandse politieke partijen, Groningen 1994. pp. 118-144. Phalet, K., Wal, J. ter. (2004). Moslim in Nederland. Religie en migratie: sociaal-wetenschappelijke databronnen en literatuur. Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Den Haag Poelman, B., Duin, C. van (2010). Bevolkingsprognose 2009-2060. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag/Heerlen. 146
Porat, D. en Stauber, R. (2009). Antisemitism Worldwide 2009. General Analysis (Draft). Lester and Sally Entin Faculty of Humanities. The Stephen Roth Institute for the Study of Contemporary Antisemitism and Racism, Tel Aviv University. Prins, K.S. (1996). Van ’gastarbeider’ tot ’Nederlander’: Adaptatie van Marokkanen en Turken in Nederland. Proefschrift, Rijksuniversiteit Groningen. Pryce-Jones, D. (dec. 2004). The islamization of Europe? Commentary. Vol. 118: 5, 29-33. Shadid, W. (2005). Berichtgeving over moslims en de islam in de westerse media: Beeldvorming, oorzaken en alternatieve strategieën. Tijdschrift voor Communicatiewetenschap, jaargang 33 (4): 330-346 Sobotka, T. (2008). The rising importance of migrants for childbearing in Europe. Demographic Research, vol. 19(9): 225-248. Sociale Verzekeringsbank (SVB) (2009). Jongensnamen 2009. Socialistische Partij (SP, 2010). Een beter Nederland voor minder geld. Verkiezingsprogramma SP 2011-2015. Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP, 2010). Daad bij het woord. De SGP stáát ervoor. Tales from Eurabia -- Tales from Eurabia. Economist , 6/24/2006, Vol. 379, Issue 8483 Torre, E.J. van der, Schaap, L. e.a. (2005). Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement (COT). Ernstig eergerelateerd geweld: Een casusonderzoek. Den Haag. TransAct (2003). Eerwraak in Nederland. Een quickscan van de stand van zaken. In opdracht van de Europese Commissie, project ‘Honour Related Violence in Europe’ (fase I), Utrecht. Tresignie, C., Elchardus, M. & Derks, A. (2002). Project: het draagvlak van de solidariteit. Deelrapport 2: Voor- en nadelen van de verzorgingsstaat. Vrije Universiteit Brussel, Brussel Uiters, E. (2006). Centraal Bureau voor de Statistiek, Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC). Integratiekaart 2006. Den Haag: 49-60. Vaisse, J. (2006). Unrest in France, November 2005: immigration, islam and the challenge of integration. Brookings Institution, presentatie voor congres op 10-12 januari 2006: 1-6 Vaisse J. (2008). Muslims in Europa: A short introduction. Center on the United States and Europe at Brookings: 1-6. VandenBroucke, M. e.a. (2008). Gemeentelijk beleid voor Marokkaans-Nederlandse jongeren. Rapportage over de wenselijkheid van specifiek doelgroepenbeleid. Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD, 2010). Orde op zaken. Verkiezingsprogramma 2010.
147
BIJLAGEN Bijlagen bij paragraaf 3.2 Tabel 6: maatschappelijke participatie; sociale contacten, kerkelijke gezindte (1997-2008) 421 Onderwer Kerkelijke gezindte pen Religie
Kerkbezoek
Geen Rooms- Protestant Nederland Gereforme Overige Een keer Twee tot Een keer per Minder dan Zelden of een keer per nooit kerkelijke katholiek se kerk in s erd kerkelijke per week drie keer maand gezindte Nederland hervormd gezindte of vaker per maand maand Persoonsken Perioden merken
%
Totaal 1997 man en vrouw 1998
39
32
.
14
7
8
14
5
5
11
66
41
31
.
14
7
8
13
5
5
10
67
1999
41
31
.
13
7
8
13
5
5
10
67
2000
41
31
.
13
7
8
12
5
5
10
68
2001
41
30
.
14
7
9
12
5
5
10
68
2002
41
31
.
13
7
9
12
5
5
10
69
2003
42
30
.
13
6
9
12
5
4
9
71
2004
42
30
3
11
6
9
11
4
4
9
72
2005
41
29
5
10
5
10
12
4
4
9
71
2006
42
30
5
9
4
10
11
4
4
9
72
2007
43
28
6
9
4
10
11
4
4
8
73
2008
43
29
6
9
4
10
11
4
4
8
72
Tabel 7: het gemiddelde kindertal onder religieuze vrouwen (CBS 2009b: 32)
148
Bijlagen bij paragraaf 3.3 Tabel 8: leeftijd van de autochtone bevolking en percentage van het geheel, 1 januari 2010 422 Totaal bevolking
Percentage Autochtoon Percentage Totaal niet- Percentage Totaal westerse westerse allochtonen allochtonen
Perioden Leeftijd 2010 *
0 tot 5 jaar
924 220
699 637
76%
158 471
17%
66 112
7%
1 003 314
774 247
77%
164 060
16%
65 007
7%
10 tot 15 jaar
984 751
765 996
78%
155 502
16%
63 253
6%
15 tot 20 jaar
1 015 690
787 399
78%
159 761
16%
68 530
6%
20 tot 25 jaar
1 013 652
752 903
74%
166 188
16%
94 561
10%
25 tot 30 jaar
1 000 183
711 523
71%
179 331
18%
109 329
11%
30 tot 35 jaar
1 000 038
728 413
73%
160 551
16%
111 074
11%
35 tot 40 jaar
1 181 328
899 951
76%
163 223
14%
118 154
10%
40 tot 45 jaar
1 297 054
1 022 513
79%
148 497
11%
126 044
10%
45 tot 50 jaar
1 288 699
1 041 778
81%
128 629
10%
118 292
9%
50 tot 55 jaar
1 177 466
977 405
83%
91 866
8%
108 195
9%
55 tot 60 jaar
1 082 842
910 125
84%
65 116
6%
107 601
10%
60 tot 65 jaar
1 070 006
919 080
86%
45 686
4%
105 240
10%
65 tot 70 jaar
776 012
664 827
86%
33 481
4%
77 704
10%
70 tot 75 jaar
618 614
530 467
85%
21 715
4%
66 432
11%
75 tot 80 jaar
495 853
439 346
89%
10 482
2%
46 025
9%
80 tot 85 jaar
351 290
317 648
91%
4 358
1%
29 284
8%
85 tot 90 jaar
208 776
191 095
91%
1 772
1%
15 909
8%
90 tot 95 jaar
69 864
64 771
93%
470
1%
4 623
6%
95 jaar of ouder
17 960
16 334
91%
156
1%
1 470
8%
16.577.612 13.215.458
Afgerond 82%
5 tot 10 jaar
Totaal
149
1.859.315 Afgerond 9%
1.502.839 Afgerond 9%
Tabel 9: prognose bevolking op 1 januari naar leeftijd en geslacht, 2020-2050 423 Onderwerpen Perioden 2020
2030
2040
2050
Leeftijd 0 tot 5 jaar
906 349
948 109
928 339
914 008
5 tot 10 jaar
898 365
937 273
952 022
918 715
10 tot 15 jaar
928 629
918 060
959 061
941 215
15 tot 20 jaar
1 019 470
919 346
958 022
973 243
20 tot 25 jaar
1 038 411
987 488
979 835 1 021 050
25 tot 30 jaar
1 085 809 1 102 676 1 012 230 1 051 513
30 tot 35 jaar
1 041 730 1 087 282 1 044 599 1 040 062
35 tot 40 jaar
996 751 1 093 387 1 113 234 1 029 177
40 tot 45 jaar
992 814 1 038 057 1 083 530 1 043 905
45 tot 50 jaar
1 156 315
985 503 1 079 943 1 100 249
50 tot 55 jaar
1 253 735
970 465 1 014 370 1 059 221
55 tot 60 jaar
1 229 527 1 109 555
948 529 1 040 197
60 tot 65 jaar
1 106 187 1 181 204
918 177
961 686
65 tot 70 jaar
989 339 1 129 818 1 024 027
880 286
70 tot 75 jaar
934 108
976 348 1 049 056
822 578
75 tot 80 jaar
623 984
808 188
931 605
853 488
80 tot 85 jaar
424 054
663 411
707 833
773 861
85 tot 90 jaar
252 070
341 153
463 391
551 213
90 tot 95 jaar
105 836
140 893
240 763
270 425
30 321
42 268
65 320
96 895
95 jaar of ouder
Tabel 10: het aantal autochtone immi- en emigranten in de periode 2000-2008 424 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 Totaal Gemiddeld
Nederlandse immigranten 23.817 23.150 21.442 19.828 19.447 20.187 23.484 24.984 26.999 203.338 22.593
Nederlandse emigranten 37.414 39.380 43.631 45.946 47.377 53.729 59.305 56.303 51.215 434.300 48.256
Grafiek 1: emigratie uit Nederland, naar herkomst (Van Duin en Nicolaas 2010: 17)
150
Saldo - 13.597 - 16.230 - 25.189 - 26.118 - 27.890 - 33.542 - 35.802 - 31.319 - 24.216 - 230.962 - 25.663
Bijlagen bij paragraaf 3.4 Tabel 11: integratie; sociaal-culturele integratie van vier allochtone groepen, 2006 425 Onderwerpen Verenigingsleven
Religie
Bezoekt Is lid van Rekent zich tot een Bezoekt godsdienstige activiteiten van vereniging godsdienst/religie bijeenkomst verenigingen Minstens Elke (vrijwel) een keer per maand Nooit week Herkomstgroepering Persoonskenmerken % Turken
Marokkanen
Surinamers
Antillianen
Totaal persoonskenmerken
51
38
95
34
12
53
Mannen
53
44
95
51
11
38
Vrouwen
48
31
95
16
14
70
Eerste generatie
48
33
95
35
13
52
Tweede generatie
60
51
93
33
12
55
Totaal persoonskenmerken
46
41
96
34
9
57
Mannen
47
43
96
51
11
38
Vrouwen
44
39
97
16
7
78
Eerste generatie
40
36
97
36
8
57
Tweede generatie
65
58
95
29
14
57
Totaal persoonskenmerken
58
49
70
14
15
71
Mannen
60
52
68
15
13
71
Vrouwen
56
47
73
13
16
71
Eerste generatie
54
45
77
16
15
69
Tweede generatie
66
61
54
9
12
79
Totaal persoonskenmerken
59
49
66
31
13
56
Mannen
62
53
59
27
10
63
Vrouwen
55
45
73
33
16
51
Eerste generatie
55
45
75
32
14
54
Tweede generatie
71
62
36
21
7
73
151
Tabel 12: aantal allochtonen en islamieten in Nederland, 2006 (De Beer 2007: 2)
Tabel 13: aantal moslims in 2050 (De Beer 2007: 4)
152
Tabel 14: TFR per land volgens het CIA (2010) 426 Somalië
6.44
Afghanistan
5.50
Irak
3.76
Indonesië
2.28
Marokko
2.23
Turkije
2.18
VS
2.06
Nederlandse Antillen Suriname
1.97 1.97
Aruba
1.85
Iran
1.70
Nederland
1.66
China
1.54
Germany
1.42
Japan
1.20
Bijlage bij paragraaf 3.6 Tabel 15: identificatie met Nederland (CBS: 119-120)
153
Bijlage bij paragraaf 3.8 Tabel 16: verdachten; herkomst, geslacht, generatie allochtonen en soort misdrijf, 2007 427 Perioden 2007 Verdachten naar soort Totaal verdachten van misdrijven misdrijf Generatie Totale bevolking
1e generatie allochtoon
2e generatie allochtoon
Onderwerpen Aantal Verdachten per Aantal Verdachten per Aantal Verdachten per verdachten 1 000 inwoners verdachten 1 000 inwoners verdachten 1 000 inwoners Geslacht
Herkomstgroepering
Totaal Totaal bevolking mannen en Autochtoon vrouwen Allochtoon
aantal
per 1 inwoners
000 aantal
32
30
43 640
28
35 930
32
19 590
15
7 920
14
11 670
16
59 980
44
35 720
36
24 260
63
850
50
410
36
450
77
14 380
59
6 400
39
7 980
100
7 320
69
5 580
74
1 730
57
830
61
780
61
50
63
Suriname
13 490
48
7 220
39
6 270
64
Turkije
10 590
36
5 250
27
5 340
54
Kaapverdië Marokko Nederlandse en Aruba Somalië
Antillen
12
79 570
000
35 930
Totaal niet-westerse allochtoon
137 170
per 1 inwoners
28
westerse
15
000 aantal
43 640
Totaal allochtoon
216 750
per 1 inwoners
© CBS / KLPD 7-6-2010
154
EINDNOTEN 1
EenVandaag, Youtube. Lijsttrekkersdebat 01-03-2010 deel 5 de islam vormt een bedreiging (2010). www.youtube.com/watch?v=PXimEkYadDY&feature=related, geraadpleegd op 2 maart 2010. 2 Kiesraad. Verkiezingsuitslagen Tweede Kamer 2010 – Nederland (2010). www.verkiezingsuitslagen.nl/ Na1918/Verkiezingsuitslagen.aspx?VerkiezingsTypeId=1, geraadpleegd op 10 juni 2010. 3 NOS verkiezingsdebat, 15 februari 2010. www.youtube.com/watch?v=sYGX2xE0Gt0, geraadpleegd op 17 maart 2010; EenVandaag Verkiezingsdebat Gemeenteraadsverkiezingen 2010, 1 maart 2010. www.youtube.com/watch?v=t80ShDaNxB8, geraadpleegd op 17 maart 2010 & RTL Nieuws, Wat kiest Nederland? Het premiersdebat (2010). www.rtl.nl/components/actueel/rtlnieuws/miMedia/226025/226026.s4m.33486589.Wat_Kiest_Nederland_Het_Premiersdeba t_s1_a13.xml, geraadpleegd op 25 mei 2010. 4 Het Parool. Wetenschap moet Cohen met islam helpen (2009). www.parool.nl/parool/nl/5/ POLITIEK/article/detail/264609/2009/10/15/Wetenschap-moet-Cohen-met-islam-helpen.dhtml, geraadpleegd op 13 juni 2010. 5 Sanne ten Hoove, Raoul du Pré, Volkskrant. Wilders bang voor ‘tsunami van islamisering’ (2006). www.volkskrant.nl/binnenland/article356420.ece/Wilders_bang_voor_tsunami_van_islamisering, geraadpleegd op 26 april 2010. 6 Sanne ten Hoove, Raoul du Pré, Volkskrant. Wilders bang voor ‘tsunami van islamisering’ (2006). www.volkskrant.nl/binnenland/article356420.ece/Wilders_bang_voor_tsunami_van_islamisering, geraadpleegd op 26 april 2010. 7 Robbert de Witt, Elsevier. Wilders wil ‘tsunami van islamisering stoppen’ (2006). www.elsevier.nl/web/Nieuws/Politiek/94692/Wilders-wil-tsunami-van-islamisering-stoppen.htm, geraadpleegd op 17 maart 2010. 8 Kerknieuws. Pastors: islamisering lijkt op oprukkend Nazisme (2006). www.kerknieuws.nl/nieuws.asp?1=1&oId=9952, geraadpleegd op 26 april 2010. 9 Netwerk, Google Video. Pim Fortuyn over islamisering, in televisie-interview van Twee Vandaag (AVRO). http://video.google.com/videoplay?docid=5339354844175136686#, geraadpleegd op 17 maart 2010. 10 Frank Poorthuis en Hans Wansink, Volkskrant. ‘De islam is een achterlijke cultuur’ (2006). www.volkskrant.nl/den_haag/article153195.ece/De_islam_is_een_achterlijke_cultuur, geraadpleegd op 17 maart 2010. 11 Bat Ye’or, Middle East Forum. Eurabia – Europe’s future? (2005) www.meforum.org/696/eurabia-europes-future, geraadpleegd op 31 maart 2010. 12 Geert Wilders, PVV. Speech Geert Wilders (2010). www.pvv.nl/index.php/component/content/article/12spreekteksten/2856-speech-geert-wilders-pvv-presenteert-kandidaten, geraadpleegd op 27 april 2010. 13 Joan Smith, Open Democracy. Tightrope walks and chessboards: an interview with Gilles Kepel (2003). www.opendemocracy.net/conflict-europe_islam/article_1152.jsp, geraadpleegd op 8 april 2010. 14 Televisie-interview met Bernard Lewis, Youtube. The Battle Against the Islamization of Europe (2008). www.youtube.com/watch?v=ZEtERGhH-rE&feature=related, geraadpleegd op 15 maart 2010. 15 Bassam Tibi, Sign and Sight. Europeanisation, not Islamisation (2007). www.signandsight.com/features/1258.html, geraadpleegd op 28 maart 2010. 16 Algemeen Dagblad. Minstens 37 doden bij dubbele aanslag in metro Moskou (2010). www.ad.nl/ad/nl/1000/Nieuws/article/detail/472939/2010/03/29/Minstens-37-doden-bij-dubbele-aanslag-in-metroMoskou.dhtml, geraadpleegd op 30 juni 2010. 17 NOVA, Den Haag Vandaag. Bloedbaden door aanslagen in Madrid (2004). www.novatv.nl/page/detail/nieuws/5950/Bloedbaden+door+aanslagen+in+Madrid, geraadpleegd op 15 maart 2010. 18 EenVandaag. Aanslagen in Londen (2005). www.eenvandaag.nl/buitenland/29642/aanslagen_in_londen, geraadpleegd op 15 maart 2010. 19 Bassam Tibi, Sign and Sight. Europeanisation, not islamisation (2007). www.signandsight.com/features/1258.html, geraadpleegd op 28 maart 2010. 20 Tariq Modood, The Guardian. Muslims In The West (2001). www.guardian.co.uk/world/2001/sep/30/september11.terrorism3, geraadpleegd op 9 april 2010. 21 Daniel Pipes.org. The Islamic Threat: Myth or Reality? Reviewed by Daniel Pipes (1992). www.danielpipes.org/882/theislamic-threat-myth-or-reality, geraadpleegd op 26 maart 2010. 22 BBC News. Muslims in Europe: Country Guide (2005). http://news.bbc.co.uk/2/hi/europe/4385768.stm#netherlands, geraadpleegd op 26 april 2010. 23 Om de absolute aantallen te berekenen zijn de percentages van FORUM gebruikt in combinatie met de bevolkingsaantallen van CIA World Factbook (2009). De absolute aantallen kunnen dus iets hoger uitvallen. 24 Central Intelligence Agency (CIA). The World Factbook (2009). www.cia.gov/library/publications/the-worldfactbook/index.html, geraadpleegd op 13 april 2010. 25 Johann Hari, Dissent Magazine. Islam in the West (2007). www.dissentmagazine.org/article/?article=752, geraadpleegd op 26 maart 2010. 26 Tariq Ramadan, The Christian Science Monitor. Swiss minaret ban: Can Europe learn to trust its Muslim citizens? (2009). www.csmonitor.com/Commentary/Opinion/2009/1201/p09s01-coop.html, geraadpleegd op 8 april 2010. 27 Middle East Forum. Bat Ye’or, Eurabia – Europe’s future? (2005). www.meforum.org/696/eurabia-europes-future, geraadpleegd op 31 maart 2010.
155
28 Geert Wilders, Partij voor de Vrijheid (PVV). Speech Geert Wilders – PVV presenteert kandidaten (2010). www.pvv.nl/index.php/component/content/article/12-spreekteksten/2856-speech-geert-wilders-pvv-presenteert-kandidaten, geraadpleegd op 27 april 2010. 29 Bat Ye’or, Middle East Forum. Eurabia – Europe’s future? (2005). www.meforum.org/696/eurabia-europes-future, geraadpleegd op 31 maart 2010. 30 Daniel Pipes.org, Europe’s stark options (2007). www.danielpipes.org/4323/europes-stark-options, & The New York Times. Niall Ferguson, The way we live now. Eurabia? (2004). www.nytimes.com/2004/04/04/magazine/04WWLN.html?pagewanted=1, geraadpleegd op 1 april 2010. 31 Johann Hari, Dissent Magazine. Islam in the West (2007). www.dissentmagazine.org/article/?article=752, geraadpleegd op 26 maart 2010. 32 Daniel Pipes, Middle East Forum. Europe or Eurabia? (2008). www.meforum.org/pipes/5516/europe-or-eurabia & Daniel Pipes, Europe’s Stark Options (2007). www.meforum.org/pipes/4323/europes-stark-options#_ftn2, geraadpleegd op 31 maart 2010. 33 Niall Ferguson, The New York Times. The way we live now. Eurabia? (2004). www.nytimes.com/2004/04/04/magazine/04WWLN.html?pagewanted=1, geraadpleegd op 1 april 2010. 34 Joseph Ratzinger, Communion and Liberation. If Europe hates itself (2004). www.comunioneliberazione.org/articoli/eng/RatzAvv140504.htm, geraadpleegd op 8 april 2010. 35 John Hawkins, Claire Berlinksi. An Interview With Claire Berlinski, Author Of Menace In Europe (2006). www.berlinski.com/?q=node/87, geraadpleegd op 9 april 2010. 36 Omar Bakri Mohammad is een invloedrijk lid van radicale organisaties van Hizb ut-Tahrir en later Al-Mujahiroun in Groot-Brittannië. 37 Daniel Pipes, Middle East Forum. Europe’s Stark Options (2007). www.meforum.org/pipes/4323/europes-starkoptions#_ftn2, geraadpleegd op 31 maart 2010. 38 Ruth Dudley Edwards, The Daily Mail. Will Britain one day be muslim? (2007). www.dailymail.co.uk/news/article452815/Will-Britain-day-Muslim.html, geraadpleegd op 2 april 2010. 39 Daniel Pipes, Middle East Forum. Europe’s Stark Options (2007). www.meforum.org/pipes/4323/europes-starkoptions#_ftn2 & Daniel Pipes, Middle East Forum. Europe or Eurabia? (2008). www.meforum.org/pipes/5516/europe-oreurabia, geraadpleegd op 31 maart 2010. 40 Niall Ferguson, The New York Times. The way we live now. Eurabia? (2004). www.nytimes.com/2004/04/04/magazine/04WWLN.html?pagewanted=1, geraadpleegd op 1 april 2010. 41 Ruth Dudley Edwards, The Daily Mail. Will Britain one day be muslim? (2007). www.dailymail.co.uk/news/article452815/Will-Britain-day-Muslim.html, geraadpleegd op 2 april 2010. 42 Daniel Pipes, Middle East Forum. Europe’s Stark Options (2007). www.meforum.org/pipes/4323/europes-starkoptions#_ftn2 & Daniel Pipes, Middle East Forum. Europe or Eurabia? (2008). www.meforum.org/pipes/5516/europe-oreurabia, geraadpleegd op 31 maart 2010. 43 Bruce Bawer, 9/11, Five Years Later: A View from Europe (2006). www.brucebawer.com/volkskrant.htm, 8 april 2010. 44 Foxnews, Youtube. Europe: Muslim Immigration and the Rise of 'Eurabia' (2009). www.youtube.com/watch?v=K5X0SVBpt_o, geraadpleegd op 9 april 2010. 45 Patrick Sookhdeo, Barnabasfund. The Islamization of Europe (2005). www.barnabasfund.org/archivenews/text.php?ID_news_items=50, geraadpleegd op 11 april 2010. 46 Bruce Bawer, 9/11, Five Years Later: A View from Europe (2006). www.brucebawer.com/volkskrant.htm, 8 april 2010. 47 Foxnews, Youtube. Europe: Muslim Immigration and the Rise of 'Eurabia' (2009). www.youtube.com/watch?v=K5X0SVBpt_o, geraadpleegd op 9 april 2010. 48 Walter Laqueur, Europa in the 21 st century (2005). www.laqueur.net/index2.php?r=2&rr=1&id=7, geraadpleegd op 9 april 2010. 49 Oliver Roy, The National Interest. EuroIslam: the jihad within? (2003) http://findarticles.com/p/articles/mi_m2751/is_2003_Spring/ai_99377576/?tag=content;col1, geraadpleegd op 18 mei 2010. 50 Patrick Sookhdeo, Barnabasfund. The Islamization of Europe (2005). www.barnabasfund.org/archivenews/text.php?ID_news_items=50, geraadpleegd op 11 april 2010. 51 Robert Spencer, Frontpage Magazine. Fallaci: Warrior in the Cause of Human Freedom (2005). http://97.74.65.51/readArticle.aspx?ARTID=6436, geraadpleegd op 8 april 2010. 52 Daniel Pipes, Middle East Forum. Europe’s Stark Options (2007). www.meforum.org/pipes/4323/europes-starkoptions#_ftn2 & Daniel Pipes, Middle East Forum. Europe or Eurabia? (2008). www.meforum.org/pipes/5516/europe-oreurabia, geraadpleegd op 31 maart 2010. 53 Melanie Phillips Diary. Eurabia on the rampage (2005). www.melaniephillips.com/diary/archives/001474.html. geraadpleegd op 5 april 2010. 54 Walter Laqueur, Europa in the 21 st century (2005). www.laqueur.net/index2.php?r=2&rr=1&id=7, geraadpleegd op 9 april 2010. 55 Douglas Murray, Times Online. We should fear Holland’s silence (2006). www.timesonline.co.uk/tol/news/article735009.ece, geraadpleegd op 29 maart 2010. 56 Marc Leijendekker, NRC Handelsblad. Europe is changing to accomodate Islam, says US author (2009). www.nrc.nl/international/article2353318.ece/Europe_is_changing_to_accomodate_Islam,_says_US_author, geraadpleegd op 8 april 2010. 57 Melanie Phillips, Spectator. Britain capitulates to terror (2009). www.spectator.co.uk/melaniephillips/3344161/britaincapitulates-to-terror.thtml, geraadpleegd op 9 april 2010.
156
58 Joseph Ratzinger, Communion and Liberation. If Europe hates itself (2004). www.comunioneliberazione.org/articoli/eng/RatzAvv140504.htm, geraadpleegd op 8 april 2010. 59 Daniel Pipes, Middle East Forum. Europe’s Stark Options (2007). www.meforum.org/pipes/4323/europes-starkoptions#_ftn2 & Daniel Pipes, Middle East Forum. Europe or Eurabia? (2008). www.meforum.org/pipes/5516/europe-oreurabia, geraadpleegd op 31 maart 2010 60 Daniel Pipes, Middle East Forum. Europe’s Stark Options (2007). www.meforum.org/pipes/4323/europes-starkoptions#_ftn2 & Daniel Pipes, Middle East Forum. Europe or Eurabia? (2008). www.meforum.org/pipes/5516/europe-oreurabia, geraadpleegd op 31 maart 2010 & Cordula Meyer and Caroline Schmidt, Spiegel Online. Interview with German Islam Expert Bassam Tibi. “Europeans Have Stopped Defending Their Values” (2006). www.spiegel.de/international/spiegel/0,1518,440340,00.html, geraadpleegd op 25 maart 2010. 61 Marc Leijendekker, NRC Handelsblad. Europe is changing to accommodate Islam, says US author (2009). www.nrc.nl/international/article2353318.ece/Europe_is_changing_to_accomodate_Islam,_says_US_author, geraadpleegd op 8 april 2010. 62 John Hawkins, Claire Berlinksi. An Interview With Claire Berlinski, Author Of Menace In Europe (2006). www.berlinski.com/?q=node/87, geraadpleegd op 9 april 2010. 63 Cordula Meyer and Caroline Schmidt, Spiegel Online. Interview with German Islam Expert Bassam Tibi. “Europeans Have Stopped Defending Their Values” (2006). www.spiegel.de/international/spiegel/0,1518,440340,00.html, geraadpleegd op 25 maart 2010. 64 Robert Spencer, Frontpage Magazine. Fallaci: Warrior in the Cause of Human Freedom (2005). http://97.74.65.51/readArticle.aspx?ARTID=6436, geraadpleegd op 8 april 2010. 65 Niall Ferguson, The New York Times. The way we live now. Eurabia? (2004). www.nytimes.com/2004/04/04/magazine/04WWLN.html?pagewanted=1 & Barnabasfund. Patrick Sookhdeo, The Islamization of Europe (2005). www.barnabasfund.org/archivenews/text.php?ID_news_items=50, geraadpleegd op 1 en 11 april 2010. 66 Marc Leijendekker, NRC Handelsblad. Europe is changing to accomodate Islam, says US author (2009). www.nrc.nl/international/article2353318.ece/Europe_is_changing_to_accomodate_Islam,_says_US_author, geraadpleegd op 8 april 2010. 67 Aaron Hanscom, Front Page Magazine. The Reality of Eurabia (2006). http://97.74.65.51/readArticle.aspx?ARTID=1262, geraadpleegd op 14 maart 2010. 68 Walter Laqueur, Europe in the 21st century (2005). www.laqueur.net/index2.php?r=2&rr=1&id=7, geraadpleegd op 9 april 2010. 69 Mark Steyn in een televisie-interview, Youtube. The Fall of Europe and the Coming of Eurabia (2009). www.youtube.com/watch?v=lcb2KG9Q5a0&feature=related, geraadpleegd op 15 maart 2010. 70 Daniel Pipes.org. Europe is finished, predicts Mark Steyn (2006). www.danielpipes.org/4121/europe-is-finished-predictsmark-steyn, geraadpleegd op 8 april 2010. 71 Marc Leijendekker, NRC Handelsblad. Europe is changing to accommodate Islam, says US author (2009). www.nrc.nl/international/article2353318.ece/Europe_is_changing_to_accomodate_Islam,_says_US_author, geraadpleegd op 8 april 2010. 72 Ayaan Hirsi Ali, Los Angeles Times. The ostrich and the owl: a bird’s-eye view of Europe (2006). http://articles.latimes.com/2006/oct/22/opinion/op-ali22, geraadpleegd op 8 april 2010. 73 Bruce Bawer, 9/11, Five Years Later: A View from Europe (2006). www.brucebawer.com/volkskrant.htm, 8 april 2010. 74 Melanie Phillips Diary. Why France is burning (2005). www.melaniephillips.com/articles-new/?p=365, geraadpleegd op 5 april 2010. 75 Bruce Thornton in een televisie-interview, Youtube. Muslim immigration and European Security (2008). www.youtube.com/watch?v=7sOIJl7XQRU&feature=related, geraadpleegd op 9 april 2010. 76 Melanie Phillips, Spectator. Britain capitulates to terror (2009). www.spectator.co.uk/melaniephillips/3344161/britaincapitulates-to-terror.thtml, geraadpleegd op 9 april 2010. 77 Walter Laqueur, Europa in the 21 st century (2005). www.laqueur.net/index2.php?r=2&rr=1&id=7, geraadpleegd op 9 april 2010. 78 Aaron Hanscom, Front Page Magazine. The Reality of Eurabia (2006). http://97.74.65.51/readArticle.aspx?ARTID=1262, geraadpleegd op 14 maart 2010. 79 Ayaan Hirsi Ali, Los Angeles Times. The ostrich and the owl: a bird’s-eye view of Europe (2006). http://articles.latimes.com/2006/oct/22/opinion/op-ali22, geraadpleegd op 8 april 2010. 80 Daniel Pipes, Middle East Forum. Europe’s Stark Options (2007). www.meforum.org/pipes/4323/europes-starkoptions#_ftn2 & Daniel Pipes, Middle East Forum. Europe or Eurabia? (2008). www.meforum.org/pipes/5516/europe-oreurabia, geraadpleegd op 31 maart 2010. 81 Christopher Caldwell in een televisie-interview met FOX News, Youtube. Europe, Muslim Immigration and the rise of Eurabia (2009). www.youtube.com/watch?v=K5X0SVBpt_o, geraadpleegd op 15 maart 2010. 82 Aaron Hanscom, Front Page Magazine. Allah’s Socialists (2006). http://97.74.65.51/readArticle.aspx?ARTID=2483, geraadpleegd op 28 maart 2010. 83 Christopher Caldwell in een televisie-interview met FOX News, Youtube. Europe: Muslim Immigration and the Rise of 'Eurabia' (2009). www.youtube.com/watch?v=K5X0SVBpt_o, geraadpleegd op 9 april 2010. 84 Telegraph. Enoch Powell's 'Rivers of Blood' speech (2007). www.telegraph.co.uk/comment/3643826/Enoch-PowellsRivers-of-Blood-speech.html, geraadpleegd op 30 maart 2010. 85 Douglas Murray in televisiedebat IQ2 Debate, Youtube. “Europe is failing its Muslims” (2010). www.youtube.com/watch?v=B4M-whjJs10&feature=related, geraadpleegd op 28 maart 2010.
157
86
Bruce Bawer, 9/11, Five Years Later: A View from Europe (2006). www.brucebawer.com/volkskrant.htm, 8 april 2010. Cordula Meyer and Caroline Schmidt, Spiegel Online. Interview with German Islam Expert Bassam Tibi. "Europeans Have Stopped Defending Their Values" (2006). www.spiegel.de/international/spiegel/0,1518,440340,00.html, geraadpleegd op 25 maart 2010. 88 Patrick Sookhdeo, Barnabasfund. The Islamization of Europe (2005). www.barnabasfund.org/archivenews/text.php?ID_news_items=50, geraadpleegd op 11 april 2010. 89 Mark Steyn in een televisie-interview, Youtube. The Fall of Europe and Coming of Eurabia (2009). www.youtube.com/watch?v=lcb2KG9Q5a0&feature=related, geraadpleegd op 15 maart 2010. 90 Vivian White, BBC One. White Fright (2007). http://news.bbc.co.uk/2/hi/programmes/panorama/6631541.stm, geraadpleegd op 11 april 2010. 91 Walter Laqueur, Europa in the 21 st century (2005). www.laqueur.net/index2.php?r=2&rr=1&id=7, geraadpleegd op 9 april 2010. 92 Bruce Bawer, 9/11, Five Years Later: A View from Europe (2006). www.brucebawer.com/volkskrant.htm, 8 april 2010. 93 Walter Laqueur, Europa in the 21 st century (2005). www.laqueur.net/index2.php?r=2&rr=1&id=7, geraadpleegd op 9 april 2010. 94 Thomas Landen, The Brussels Journal. Eurabian Safari (2009). www.brusselsjournal.com/node/4069, geraadpleegd op 9 april 2010. 95 Marc Leijendekker, NRC Handelsblad. Europe is changing to accomodate Islam, says US author (2009). www.nrc.nl/international/article2353318.ece/Europe_is_changing_to_accomodate_Islam,_says_US_author, geraadpleegd op 8 april 2010. 96 Matt Carr, Institute of Race Relations. Christopher Caldwell dissected (2009). www.irr.org.uk/2009/july/ha000011.html, geraadpleegd op 30 maart 2010. 97 Melanie Phillips Diary. Why France is burning (2005). www.melaniephillips.com/articles-new/?p=365, geraadpleegd op 5 april 2010. 98 Mark Steyn, Telegraph. Early skirmish in the Eurabian civil war (2005). www.telegraph.co.uk/comment/personalview/3620861/Early-skirmish-in-the-Eurabian-civil-war.html, geraadpleegd op 30 maart 2010. 99 Melanie Phillips Diary. ‘Londonistan’ is still the weakest link (2009). www.melaniephillips.com/articles-new/?p=705, geraadpleegd op 5 april 2010. 100 Ruth Dudley Edwards, The Daily Mail. Will Britain will one day be muslim? (2007) www.dailymail.co.uk/news/article452815/Will-Britain-day-Muslim.html, geraadpleegd op 2 april 2010. 101 Caroline Fourest, The Wall Street Journal. The War for Eurabia (2005). http://online.wsj.com/article/0,,SB110729559310242790,00.html, geraadpleegd op 29 maart 2010. 102 Walter Laqueur, Europa in the 21 st century (2005). www.laqueur.net/index2.php?r=2&rr=1&id=7, geraadpleegd op 9 april 2010. 103 Caroline Fourest, The Wall Street Journal. The War for Eurabia (2005). http://online.wsj.com/article/0,,SB110729559310242790,00.html, geraadpleegd op 29 maart 2010. 104 Robert Spencer, Frontpage Magazine. The Rise of Eurabia (2004). http://97.74.65.51/readArticle.aspx?ARTID=13756, geraadpleegd op 1 april 2010. 105 Bruce Bawer, 9/11, Five Years Later: A View from Europa (2006). www.brucebawer.com/volkskrant.htm, 8 april 2010. 106 Mark Spencer, Frontpage Magazine. The Rise of “Eurabia” (2004). http://97.74.65.51/readArticle.aspx?ARTID=13756, geraadpleegd op 1 april 2010. 107 Melanie Phillips Diary. ‘Londonistan’ is still the weakest link (2009). www.melaniephillips.com/articles-new/?p=705, geraadpleegd op 5 april 2010. 108 Walter Laqueur, Europa in the 21st century (2005). www.laqueur.net/index2.php?r=2&rr=1&id=7, geraadpleegd op 9 april 2010. 109 Bruce Bawer, 9/11, Five Years Later: A View from Europa (2006). www.brucebawer.com/volkskrant.htm, 8 april 2010. 110 BBC News. Turkey's charismatic pro-Islamic leader (2002). http://news.bbc.co.uk/2/hi/europe/2270642.stm, geraadpleegd op 20 april 2010. 111 Bruce Thornton in een televisie-interview met FORA.tv, Youtube. Muslim Immigration and European Security (2008). www.youtube.com/watch?v=7sOIJl7XQRU&feature=related, geraadpleegd op 9 april 2010. 112 Sheik Yousuf al-Qaradawhi in televisie-speech op MEMRI TV Project, Youtube. Islam: Muslims will Conquer and Rule Europe! (2007). www.youtube.com/watch?v=2AqvJ_O8Ii8&feature=related, geraadpleegd op 11 april 2010. 113 Youtube. MEMRI TV Project, Al-Qaddafi: Islam taking over Europe - Victory within a Few Decades (2009). www.youtube.com/watch?v=i7ympF_grrA, geraadpleegd op 11 april 2010. 114 Bruce Bawer, 9/11, Five Years Later: A View from Europa (2006). www.brucebawer.com/volkskrant.htm, 8 april 2010. 115 John Hawkins, Claire Berlinksi. An Interview With Claire Berlinski, Author Of Menace In Europe (2006). www.berlinski.com/?q=node/87, geraadpleegd op 9 april 2010. 116 Niall Ferguson, The New York Times. The way we live now. Eurabia? (2004). www.nytimes.com/2004/04/04/magazine/04WWLN.html?pagewanted=1, geraadpleegd op 1 april 2010. 117 Robert Spencer, Frontpage Magazine. The Rise of “Eurabia” (2004). http://97.74.65.51/readArticle.aspx?ARTID=13756, geraadpleegd op 1 april 2010. 118 Mark Steyn, Youtube. The Fall of Europe and Coming of Eurabia (2009). www.youtube.com/watch?v=lcb2KG9Q5a0&feature=related, geraadpleegd op 15 maart 2010. 119 John Hawkins, Claire Berlinksi. An Interview With Claire Berlinski, Author Of Menace In Europe (2006). www.berlinski.com/?q=node/87, geraadpleegd op 9 april 2010. 87
158
120
Robert Spencer, Frontpage Magazine. The Rise of “Eurabia” (2004). http://97.74.65.51/readArticle.aspx?ARTID=13756, Niall Ferguson, The New York Times. The way we live now. Eurabia? (2004). www.nytimes.com/2004/04/04/magazine/04WWLN.html?pagewanted=1 & Mark Steyn in een televisie-interview, Youtube. On America, Europa and Islam (2009). www.youtube.com/watch?v=9-A5vgadGfo&feature=related, geraadpleegd op 1 april 2010. 121 Robert Spencer, Frontpage Magazine. The Rise of “Eurabia” (2004). http://97.74.65.51/readArticle.aspx?ARTID=13756, geraadpleegd op 1 april 2010. 122 John Hawkins, Claire Berlinksi. An Interview With Claire Berlinski, Author Of Menace In Europe (2006). www.berlinski.com/?q=node/87, geraadpleegd op 9 april 2010. 123 John Hawkins, Claire Berlinksi. An Interview With Claire Berlinski, Author Of Menace In Europe (2006). www.berlinski.com/?q=node/87, geraadpleegd op 9 april 2010. 124 Patrick Sookhdeo, Barnabasfund. The Islamization of Europe (2005). www.barnabasfund.org/archivenews/text.php?ID_news_items=50, geraadpleegd op 11 april 2010. 125 Johann Hari, Dissent Magazine. Islam in the West (2007). www.dissentmagazine.org/article/?article=752, geraadpleegd op 26 maart 2010. 126 The Economist. The West and Islam: Tales from Eurabia (2006). www.economist.com/opinion/displayStory.cfm?Story_ID=7086222, geraadpleegd op 14 april 2010. 127 Justin Vaisse, Foreign Policy. Eurabian Follies (2010). www.foreignpolicy.com/articles/2010/01/04/eurabian_follies?page=0,0, geraadpleegd op 12 maart 2010. 128 Central Intelligence Agency (CIA), The World Factbook (2009). www.cia.gov/library/publications/the-worldfactbook/rankorder/2127rank.html?countryName=Tunisia&countryCode=ts®ionCode=af&rank=169#ts, geraadpleegd op 15 mei 2010. 129 Justin Vaisse, Foreign Policy. Eurabian Follies (2010). www.foreignpolicy.com/articles/2010/01/04/eurabian_follies?page=0,0, geraadpleegd op 12 maart 2010. 130 Doug Saunders, The Globe and Mail. The ‘Eurabia’ myth deserves a debunking (2008). www.theglobeandmail.com/news/world/article711186.ece, geraadpleegd op 2 april 2010. 131 Doug Saunders, The Globe and Mail. The ‘Eurabia’ myth deserves a debunking (2008). www.theglobeandmail.com/news/world/article711186.ece, geraadpleegd op 2 april 2010. 132 Saunders: “In Europe, the national populations with the highest cohort fertility rates tend to be the northern and western European ones, where secularization is most advanced.” The Globe and Mail. Doug Saunders, The ‘Eurabia’ myth deserves a debunking (2008). www.theglobeandmail.com/news/world/article711186.ece, geraadpleegd op 2 april 2010. 133 Doug Saunders, The Globe and Mail. The ‘Eurabia’ myth deserves a debunking (2008). www.theglobeandmail.com/news/world/article711186.ece, geraadpleegd op 2 april 2010. 134 Johann Hari, Dissent Magazine. Islam in the West (2007). www.dissentmagazine.org/article/?article=752, geraadpleegd op 26 maart 2010. 135 Volgens The Economist huisvest Duitsland voornamelijk Turkse moslims, Frankrijk Noord-Afrikaanse en GrootBrittannië Zuid-Aziatische. Bron: The Economist. The West and Islam: Tales from Eurabia (2006). www.economist.com/opinion/displayStory.cfm?Story_ID=7086222, geraadpleegd op 14 april 2010. 136 Walter Laqueur, Europa in the 21 st century (2005). www.laqueur.net/index2.php?r=2&rr=1&id=7, geraadpleegd op 9 april 2010. 137 The Economist. The West and Islam: Tales from Eurabia (2006). www.economist.com/opinion/displayStory.cfm?Story_ID=7086222, geraadpleegd op 14 april 2010. 138 The Economist. The West and Islam: Tales from Eurabia (2006). www.economist.com/opinion/displayStory.cfm?Story_ID=7086222, geraadpleegd op 14 april 2010. 139 Justin Vaisse, Foreign Policy. Eurabian Follies (2010). www.foreignpolicy.com/articles/2010/01/04/eurabian_follies?page=0,0, geraadpleegd op 12 maart 2010. 140 Ralph Peters, New York Post. The ‘Eurabia’ myth: Muslims take over Europe? Sorry, there’s no chance (2006). www.nypost.com/p/news/opinion/opedcolumnists/item_2XNALFhqs62vpCrD3HcasJ/0, geraadpleegd op 14 maart 2010. 141 Johann Hari, The Independent. Amid all this panic, we must remember one simple fact - Muslims are not all the same (2006). www.independent.co.uk/opinion/commentators/johann-hari/johann-hari-amid-all-this-panic-we-must-remember-onesimple-fact--muslims-are-not-all-the-same-412756.html, geraadpleegd op 17 maart 2010. 142 Noah Feldman, Council on Foreign Relations. The New Pariahs? (2008). www.cfr.org/publication/16611/new_pariahs.html, geraadpleegd op 8 april 2010. 143 Şener Aktürk in een televisie-interview met The Real News, Youtube. Are Muslims Really Taking Over Europe ? (2010). www.youtube.com/watch?v=oCR6c_IRv9U, geraadpleegd op 17 maart 2010. 144 David Aaronovitch, Times Online. It’s the latest disease: sensible people saying ridiculous things about Islam (2005). www.timesonline.co.uk/tol/comment/columnists/david_aaronovitch/article590235.ece?print=yes, geraadpleegd op 12 april 2010. 145 Daniel Pipes, Middle East Forum. Europe or Eurabia? (2008). www.meforum.org/pipes/5516/europe-or-eurabia, geraadpleegd op 31 maart 2010. 146 Ralph Peters, New York Post. The ‘Eurabia’ myth: Muslims take over Europe? Sorry, there’s no chance (2006). www.nypost.com/p/news/opinion/opedcolumnists/item_2XNALFhqs62vpCrD3HcasJ/0, geraadpleegd op 14 maart 2010 & Today’s Zaman. Şener Aktürk, Mosques, minarets, religious diversity: Europe and the rest (2010). www.todayszaman.com/tz-web/news-199530-mosques-minarets-religious-diversity-europe-and-the-rest-by-senerakturk.html, geraadpleegd op 15 april 2010.
159
147 John L. Esposito, United Nations, Alliance of Civilizations (UNAOC). Muslims in the West: A Culture War? www.unaoc.org/repository/3840Muslims%20and%20the%20West%20A%20Culture%20War,%20J.%20Esposito.doc.pdf, geraadpleegd op 25 maart 2010. 148 Noah Feldman, The New York Times. The Way we live now. The New Pariahs (2008). www.nytimes.com/2008/06/22/magazine/22wwln-lede-t.html, geraadpleegd op 8 april 2010. 149 Noah Feldman, The New York Times. The Way we live now. The New Pariahs (2008). www.nytimes.com/2008/06/22/magazine/22wwln-lede-t.html, geraadpleegd op 8 april 2010. 150 Daniel Pipes, Middle East Forum. Europe or Eurabia? (2008) www.meforum.org/pipes/5516/europe-or-eurabia, geraadpleegd op 31 maart 2010. 151 Justin Vaisse, Foreign Policy. “Eurabian” follies (2010). www.foreignpolicy.com/articles/2010/01/04/eurabian_follies?page=0,2, geraadpleegd op 12 maart 2010. 152 Rod Liddle, Spectator. It’s not just the Swiss — all Europe is ready to revolt (2009). www.spectator.co.uk/spectator/thisweek/5592733/its-not-just-the-swiss-all-europe-is-ready-to-revolt.thtml, geraadpleegd op 12 april 2010. 153 Mail Online. Parents protest at school’s ‘Halal-only’ lunch (2007). www.dailymail.co.uk/news/article-435198/Parentsprotest-schools-Halal-lunch.html, geraadpleegd op 18 mei 2010. 154 Gregory Crouch, The New York Times. A Candid Dutch Film May Be Too Scary for Immigrants (2006). www.nytimes.com/2006/03/16/international/europe/16dutch.html?_r=1, geraadpleegd op 18 mei 2010. 155 Expatica. Berlin school bans languages other than German (2006). www.expatica.com/de/news/local_news/berlin-schoolbans-languages-other-than-german-27009.html, geraadpleegd op 18 mei 2010. 156 Grainne Cunningham, Irish Independent. Muslim citizenship applicants told: 'You can only have one wife' (2004). www.independent.ie/national-news/muslim-citizenship-applicants-told-you-can-only-have-one-wife-168018.html, geraadpleegd op 18 mei 2010. 157 Ralph Peters, New York Post. The ‘Eurabia’ myth: Muslims take over Europe? Sorry, there’s no chance (2006). www.nypost.com/p/news/opinion/opedcolumnists/item_2XNALFhqs62vpCrD3HcasJ/0, geraadpleegd op 14 maart 2010. 158 Amr Khaled in een televisie-interview met Dream 2 TV, Youtube. Europe Will Become Muslim Eurabia Within 20 Years (2009). www.youtube.com/watch?v=WUE8m6FyUNI&feature=related, geraadpleegd op 15 maart 2010. 159 Ayaan Hirsi Ali weblog. Confrontatie, geen verzoening (2006). http://ayaanhirsiali.weblog.nl/ayaanhirsiali/2006/04/ayaan_confronta.html, geraadpleegd op 8 april 2010. 160 Daniel Pipes in een televisie-interview met Peter Robinson, Hoover Institution., Youtube. Eurabia? Islam & the West (2008). www.youtube.com/watch?v=UTdi4amE43g, geraadpleegd op 8 mei 2010. 161 Daniel Pipes, Middle East Forum. Europe or Eurabia? (2008) www.meforum.org/pipes/5516/europe-or-eurabia, geraadpleegd op 31 maart 2010. 162 Tariq Ramadan. Good Muslim, Bad Muslim (2010). www.tariqramadan.com/spip.php?article11022, geraadpleegd op 11 april 2010. 163 Joan Smith, Open democracy. Tightrope walks and chessboards: an interview with Gilles Kepel (2003). www.opendemocracy.net/conflict-europe_islam/article_1152.jsp, geraadpleegd op 8 april 2010. 164 Open Democracy. The war for Muslim minds: an interview with Gilles Kepel www.opendemocracy.net/faith-europe_islam/article_2216.jsp, geraadpleegd op 25 maart 2010. 165 Jessica Stern, Council on Foreign Relations. How Terrorists Hijacked Islam (2001). www.cfr.org/publication/4083/how_terrorists_hijacked_islam.html, geraadpleegd op 8 april 2010. 166 Waleed Aly, The Age. A Muslim house divided (2005). www.theage.com.au/news/opinion/a-muslim-housedivided/2005/07/08/1120704557107.html, geraadpleegd op 9 april 2010. 167 Johann Hari, Dissent Magazine. Islam in the West (2007). www.dissentmagazine.org/article/?article=752, geraadpleegd op 26 maart 2010. 168 Tariq Ramadan. Europe and its Muslims: Building a Common Future (2007). www.tariqramadan.com/spip.php?article1049, geraadpleegd op 11 april 2010. 169 Tariq Ramadan. Islam in Europe (2004). www.tariqramadan.com/Islam-in-Europe.html, geraadpleegd op 23 april 2010. 170 Johann Hari, Dissent Magazine. Islam in the West (2007). www.dissentmagazine.org/article/?article=752, geraadpleegd op 26 maart 2010. 171 Johann Hari, The Independent. Amid all this panic, we must remember one simple fact - Muslims are not all the same (2006). www.independent.co.uk/opinion/commentators/johann-hari/johann-hari-amid-all-this-panic-we-must-remember-onesimple-fact--muslims-are-not-all-the-same-412756.html, geraadpleegd op 17 maart 2010. 172 Tariq Ramadan. Islam in Europe (2004). www.tariqramadan.com/spip.php?article73, geraadpleegd op 11 april 2010. 173 Pew Research Center. Muslims in Europe: Economic Worries Top Concerns About Religious and Cultural Identity (2006). http://pewglobal.org/reports/display.php?ReportID=254, geraadpleegd op 17 mei 2010. 174 Justin Vaisse, Foreign Policy. Eurabian Follies (2010). www.foreignpolicy.com/articles/2010/01/04/eurabian_follies?page=0,2, geraadpleegd op 12 maart 2010. 175 Jessica Stern, Council on Foreign Relations. How Terrorists Hijacked Islam (2001). www.cfr.org/publication/4083/how_terrorists_hijacked_islam.html, geraadpleegd op 8 april 2010. 176 Ayaan Hirsi Ali weblog. Confrontatie, geen verzoening (2006). http://ayaanhirsiali.weblog.nl/ayaanhirsiali/2006/04/ayaan_confronta.html, geraadpleegd op 8 april 2010 & Dissent Magazine. Johann Hari, Islam in the West (2007). www.dissentmagazine.org/article/?article=752, geraadpleegd op 26 maart 2010. 177 Open Democracy. The war for Muslim minds: an interview with Gilles Kepel www.opendemocracy.net/faith-europe_islam/article_2216.jsp, geraadpleegd op 25 maart 2010.
160
178 Caroline Fourest, The Wall Street Journal. The War for Eurabia (2005). http://online.wsj.com/article/0,,SB110729559310242790,00.html, geraadpleegd op 29 maart 2010. 179 Caroline Fourest, The Wall Street Journal. The War for Eurabia (2005). http://online.wsj.com/article/0,,SB110729559310242790,00.html, geraadpleegd op 29 maart 2010. 180 Open Democracy. The war for Muslim minds: an interview with Gilles Kepel www.opendemocracy.net/faith-europe_islam/article_2216.jsp, geraadpleegd op 25 maart 2010. 181 Public Broadcasting Service. Interview Gilles Kepel. www.pbs.org/wgbh/pages/frontline/shows/front/interviews/kepel.html, geraadpleegd op 8 april 2010. 182 Oliver Roy, The National Interest. EuroIslam: the jihad wihtin? (2003). http://findarticles.com/p/articles/mi_m2751/is_2003_Spring/ai_99377576/?tag=content;col1, geraadpleegd op 18 mei 2010. 183 Oliver Roy, The National Interest. EuroIslam: the jihad wihtin? (2003). http://findarticles.com/p/articles/mi_m2751/is_2003_Spring/ai_99377576/?tag=content;col1, geraadpleegd op 18 mei 2010. 184 Oliver Roy, The National Interest. EuroIslam: the jihad wihtin? (2003). http://findarticles.com/p/articles/mi_m2751/is_2003_Spring/ai_99377576/?tag=content;col1, geraadpleegd op 18 mei 2010. 185 Oliver Roy, The National Interest. EuroIslam: the jihad wihtin? (2003). http://findarticles.com/p/articles/mi_m2751/is_2003_Spring/ai_99377576/?tag=content;col1, geraadpleegd op 18 mei 2010. 186 Public Broadcasting Service. Interview Gilles Kepel. www.pbs.org/wgbh/pages/frontline/shows/front/interviews/kepel.html, geraadpleegd op 8 april 2010. 187 Caroline Fourest, The Wall Street Journal. The War for Eurabia (2005). http://online.wsj.com/article/0,,SB110729559310242790,00.html, geraadpleegd op 29 maart 2010. 188 Cordula Meyer and Caroline Schmidt, Spiegel Online, Bassam Tibi. “Europeans Have Stopped Defending Their Values” (2006). www.spiegel.de/international/spiegel/0,1518,440340,00.html, geraadpleegd op 25 maart 2010. 189 Public Broadcasting Service. Interview Gilles Kepel www.pbs.org/wgbh/pages/frontline/shows/front/interviews/kepel.html, geraadpleegd op 8 april 2010. 190 Johann Hari, Dissent Magazine. Islam in the West (2007). www.dissentmagazine.org/article/?article=752, geraadpleegd op 26 maart 2010. 191 Jocelyne Cesari, Woodrow Wilson International Center for Scholars. Euro - Islam: The Dynamics of Effective Integration (2006). www.wilsoncenter.org/index.cfm?topic_id=109941&fuseaction=topics.event_summary&event_id=185188, geraadpleegd op 1 april 2010. 192 Oliver Roy, The National Interest. EuroIslam: the jihad wihtin? (2003). http://findarticles.com/p/articles/mi_m2751/is_2003_Spring/ai_99377576/?tag=content;col1, geraadpleegd op 18 mei 2010. 193 Oliver Roy, The National Interest. EuroIslam: the jihad wihtin? (2003). http://findarticles.com/p/articles/mi_m2751/is_2003_Spring/ai_99377576/?tag=content;col1, geraadpleegd op 18 mei 2010. 194 Johann Hari, Dissent Magazine. Islam in the West (2007). www.dissentmagazine.org/article/?article=752, geraadpleegd op 26 maart 2010. 195 Tariq Ramadan. Islam in Europe (2004). www.tariqramadan.com/spip.php?article73, geraadpleegd op 11 april 2010. 196 Chavi Keeney Nana, Migration Policy Institute. With Strict Policies in Place, Dutch Discourse on Integration Becomes More Inclusive (2007). www.migrationinformation.org/Feature/display.cfm?id=596, geraadpleegd op 29 april 2010. 197 Joanne van Selm, Migration Policy Institute. The Netherlands: Death of a Filmmaker shakes a nation (2005). www.migrationinformation.org/Profiles/display.cfm?ID=341, geraadpleegd op 29 april 2010. 198 Joanne van Selm, Migration Policy Institute. The Netherlands: Death of a Filmmaker shakes a nation (2005). www.migrationinformation.org/Profiles/display.cfm?ID=341, geraadpleegd op 29 april 2010. 199 Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Migratie. Heden, verleden en toekomst (2010). www.nationaalkompas.nl/bevolking/migratie/verleden/, geraadpleegd op 25 mei 2010. 200 Joanne van Selm, Migration Policy Institute. The Netherlands: Death of a Filmmaker shakes a nation (2005). www.migrationinformation.org/Profiles/display.cfm?ID=341, geraadpleegd op 29 april 2010. 201 Joanne van Selm, Migration Policy Institute. The Netherlands: Death of a Filmmaker shakes a nation (2005). www.migrationinformation.org/Profiles/display.cfm?ID=341, geraadpleegd op 29 april 2010. 202 Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Migratie. Heden, verleden en toekomst (2010). www.nationaalkompas.nl/bevolking/migratie/verleden/, geraadpleegd op 25 mei 2010. 203 Pim Fortuyn.com. Tegen de islamisering en voor het behoud van onze cultuur (1997). www.pimfortuyn.com/media/islamisering.pdf, geraadpleegd op 4 juni 2010. 204 Elsevier. http://www.elsevier.nl/web/10174674/Weekblad/Integratie-Op-de-knien-voor-de-islam.htm, geraadpleegd op 19 mei 2010. 205 Douglas Murray, Times Online. We should fear Holland’s silence. Islamists are stifling debate in what was Europe’s freest country, says Douglas Murray (2006). www.timesonline.co.uk/tol/news/article735009.ece, geraadpleegd op 29 maart 2010. 206 Reformatorisch Dagblad. “Maak Masterplan tegen islamisering” (2007). www.refdag.nl/artikel/1315099/Maak+masterplan+tegen+islamisering.html, geraadpleegd op 28 april 2010. 207 Syp Wynia, Elsevier. Integratie: op de knieën voor de islam (2007). www.elsevier.nl/web/10174674/Weekblad/IntegratieOp-de-knien-voor-de-islam.htm, geraadpleegd op 19 mei 2010. 208 Nahed Selim, Trouw. Islamisering is allang binnengeslopen (2008). www.trouw.nl/opinie/letter-engeest/article1803945.ece?part=1, geraadpleegd op 28 april 2010.
161
209 CBS Statline. Maatschappelijke participatie; sociale contacten, kerkelijke gezindte (2009)http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=60027ned&D1=91-101&D2=0-2&D3=a&VW=T, geraadpleegd op 22 april 2010. 210 Janny Groen en Annieke Kranenberg, de Volkskrant. Kerk- en moskeebezoek is laatste tien jaar fors gedaald (2009). www.volkskrant.nl/archief_gratis/article1269037.ece/Kerk_en_moskeebezoek_is_laatste_tien_jaar_fors_gedaald, geraadpleegd op 4 mei 2010. 211 Wim van Egdom, Reformatorisch Dagblad. “Misbruik zaak schadelijk voor alle kerken” (2010). www.refdag.nl/artikel/1467231/Misbruik+zaak+schadelijk+voor+alle+kerken.html, geraadpleegd op 19 mei 2010. 212 NRC Handelsblad. Meer opzeggingen bij kerk door nieuws seksueel misbruik (2010). www.nrc.nl/nieuwsthema/misbruik_kerk/article2511082.ece/Meer_opzeggingen_bij_kerk_door_nieuws_seksueel_misbruik, geraadpleegd op 19 mei 2010 213 Nederlands Dagblad. CNV: lever Paasdag in voor Suikerfeest (2006). www.nd.nl/artikelen/2006/oktober/12/cnv-leverpaasdag-in-voor-suikerfeest, geraadpleegd op 20 mei 2010. 214 The New York Times. Niall Ferguson, The way we live now. Eurabia? (2004). www.nytimes.com/2004/04/04/magazine/04WWLN.html?pagewanted=1, geraadpleegd op 1 april 2010. 215 Middle East Forum. Daniel Pipes, Europe’s Stark Options (2007). www.meforum.org/pipes/4323/europes-starkoptions#_ftn2 & Daniel Pipes, Europe or Eurabia? (2008). www.meforum.org/pipes/5516/europe-or-eurabia, geraadpleegd op 31 maart 2010. 216 Joanne van Selm, Migration Policy Institute. The Netherlands: Death of a Filmmaker shakes a nation (2005). www.migrationinformation.org/Profiles/display.cfm?ID=341, geraadpleegd op 29 april 2010. 217 CBS. Bevolkingsteller (2010). www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/bevolking/cijfers/extra/bevolkingsteller.htm, geraadpleegd op 2 juni 2010. 218 CBS Statline. Bevolking; generatie, geslacht, leeftijd en herkomstgroepering, 1 januari. http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=37325&D1=0&D2=0&D3=101-120&D4=0&D5=0,24&D6=l&HDR=T,G3,G4&STB=G5,G2,G1&VW=T, geraadpleegd op 2 juni 2010. 219 A. Verweij en C. Sanderse, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Geboorte: Geboorte samengevat (2009). www.rivm.nl/vtv/object_document/o2530n21015.html, geraadpleegd op 20 mei 2010. 220 Joanne van Selm, Migration Policy Institute. The Netherlands: Death of a Filmmaker shakes a nation (2005). www.migrationinformation.org/Profiles/display.cfm?ID=341, geraadpleegd op 29 april 2010. 221 A. Verweij en C. Sanderse, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Geboorte: Geboorte samengevat (2009). www.rivm.nl/vtv/object_document/o2530n21015.html, geraadpleegd op 20 mei 2010. 222 A. Verweij en C. Sanderse, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Geboorte: Geboorte samengevat (2009). www.rivm.nl/vtv/object_document/o2530n21015.html, geraadpleegd op 20 mei 2010. 223 A. Verweij en C. Sanderse, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Geboorte: Geboorte samengevat (2009). www.rivm.nl/vtv/object_document/o2530n21015.html, geraadpleegd op 20 mei 2010. 224 CBS Statline. Immi- en emigratie naar geboorteland, leeftijd (31 december 2009) en geslacht . http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=03742&D1=0-4&D2=0&D3=129-132&D4=02,35,43,56,92,149,171,230,238&D5=0&D6=5-13&HDR=T,G4,G5&STB=G1,G3,G2&VW=T, geraadpleegd op 3 juni 2010. 225 Ayaan Hirsi Ali, web-log.nl. Confrontatie, geen verzoening (2006). http://ayaanhirsiali.weblog.nl/ayaanhirsiali/2006/04/ayaan_confronta.html, geraadpleegd op 7 juni 2010. 226 Central Intelligence Agency (CIA). The World Factbook (2010). www.cia.gov/library/publications/the-worldfactbook/index.html, geraadpleegd op 13 april 2010. 227 CBS StatLine. Bevolking; generatie, geslacht, leeftijd en herkomstgroepering, 1 januari (2010). http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=37325&D1=a&D2=0&D3=0&D4=0&D5=1,34,11,46,95,137,215,232&D6=9-14&HDR=G2,G3,G4,T&STB=G1,G5&VW=T, geraadpleegd op 25 juni 2010. 228 CBS StatLine. Bevolking per maand; leeftijd, geslacht, herkomst, generatie (2010). http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM= SLNL&PA=71090ned&D1=0&D2=0&D3=0,107,121-122&D4=a&D5=0&D6=0,12,24,36,47-52&HDR=T,G3,G1&STB =G2,G4,G5&VW=T, geraadpleegd op 24 juni 2010. 229 CBS StatLine. Integratie; sociaal-culturele integratie van vier allochtone groepen, 2006 (2009). http://statline.cbs.nl/StatWeb/ publication/?DM=SLNL&PA=80270ned&D1=35-36,38-41&D2=0-3&D3=0-2,6-7&VW=T, geraadpleegd op 22 april 2010. 230 CBS StatLine. Kerncijfers van de allochtonenprognose, 2008-2050 (2008). http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/ ?DM=SLNL&PA=71877NED&D1=a&D2=0-2,12,22,32,l&HDR=G1&STB=T &VW=T & CBS StatLine. Kerncijfers van de bevolkingsprognose, 2008-2050 (2009) http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL &PA=71867NED&D1=a&D2=0&D3=0-2,7,12,17,22,27,32,37,l&HDR=G1,G2&STB=T&VW=T, geraadpleegd op 24 juni 2010. 231 Janny Groen, Annieke Kranenberg, de Volkskrant. Kerk- en moskeebezoek is de laatste tien jaar fors gedaald (2009). http://www.volks krant.nl/archief_gratis/article1269037.ece/Kerk-_en_moskeebezoek_is_laatste_tien_jaar_fors_gedaald, geraadpleegd op 4 mei 2010. 232 Peter Giesen, de Volkskrant. Echt geen tsunami te bekennen (2007). www.volkskrant.nl/wetenschap/article467773.ece/Echt_geen_tsunami_te_bekennen, geraadpleegd op 8 juni 2010.
162
233
Farzaneh Roudi-Fahimi, Mary Mederios Kent, Population Reference Bureau (PRB). Fertility Declining in the Middle East and North Africa (2008). http://www.prb.org/Articles/2008/menafertilitydecline.aspx?p=1, geraadpleegd op 5 april 2010. 234 Mary Mederios Kent, Population Reference Bureau (PRB). Do Muslims Have More Children Than Other Women in Western Europe? (2008). http://www.prb.org/Articles/2008/muslimsineurope.aspx?p=1, geraadpleegd op 5 april 2010. 235 CBS StatLine. Kerncijfers van de allochtonenprognose 2008-2050 (2008). http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=71877NED&D1=a&D2=02,12,22,32,l&HDR=G1&STB=T&VW=T & CBS StatLine. Kerncijfers van de bevolkingsprognose, 2008-2050 (2009). http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=71867NED&D1=a&D2=0&D3=02,7,12,17,22,27,32,37,l&HDR=G1,G2&STB=T&VW=T, geraadpleegd op 24 juni 2010. 236 Mary Mederios Kent, Population Reference Bureau (PRB). Do Muslims Have More Children Than Other Women in Western Europe? (2008). http://www.prb.org/Articles/2008/muslimsineurope.aspx?p=1, geraadpleegd op 5 april 2010. 237 Mary Mederios Kent, Population Reference Bureau (PRB). Do Muslims Have More Children Than Other Women in Western Europe? (2008). http://www.prb.org/Articles/2008/muslimsineurope.aspx?p=1, geraadpleegd op 5 april 2010. 238 Peter Giesen, de Volkskrant. Echt geen tsunami te bekennen (2007). www.volkskrant.nl/wetenschap/article467773.ece/Echt_geen_tsunami_te_bekennen, geraadpleegd op 8 juni 2010. 239 Peter Giesen, de Volkskrant. Echt geen tsunami te bekennen (2007). www.volkskrant.nl/wetenschap/article467773.ece/Echt_geen_tsunami_te_bekennen, geraadpleegd op 8 juni 2010. 240 Pim Fortuyn. Tegen de islamisering en voor het behoud van onze cultuur (1997). www.pimfortuyn.com/media/islamisering.pdf, geraadpleegd op 21 juni 2010. 241 Jacob Hoekman, Reformatorisch Dagblad. “Marokkaan integreert beter stuk dan Turk” (2008). www.refdag.nl/nieuws/binnenland/marokkaan_integreert_stuk_beter_dan_turk_1_252058, geraadpleegd op 29 juni 2010. 242 Bas Benneker, Elsevier. Donner: Voer sharia in als meerderheid dat wil (2006). www.elsevier.nl/web/Nieuws/Politiek/90899/Donner-Voer-sharia-in-als-meerderheid-dat-wil.htm, geraadpleegd op 26 april 2010. 243 Elsevier. 'Geen islam-museum, wel voor eigen historie' (2006). www.elsevier.nl/web/1079114/Nieuws/Nederland/Geenislam-museum,-wel-voor-eigen-historie.htm, geraadpleegd op 22 juni 2010. 244 Nederlands Dagblad. Bolkestein: moslims geen recht op eigen scholen (2009). www.nd.nl/artikelen/2009/mei/22/bolkestein-moslims-geen-recht-op-eigen-scholen, geraadpleegd op 22 juni 2010. 245 Reformatorisch Dagblad. Overheid kan en mag niet neutraal zijn (2007). www.refdag.nl/opinie/opinie/overheid_ kan_en_mag_niet_neutraal_zijn_1_230403, geraadpleegd op 22 juni 2010. 246 Menno Dolman, docent strafrecht aan de UvA, meent dat de moord op Van Gogh terroristisch van aard is. ‘Terrorismewetgeving beïnvloedde gehele Nederlandse rechtspraak’. www.uva.nl/nieuwsbriefuva-actueel-van-gogh/vangogh.cfm/9FDD3000-1321-B0BE-A465D39520D3D09C. De Rijksoverheid betitelt de moord ook als terrorisme. Terroristische aanslagen. www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/terrorismebestrijding/maatregelen/aanslagen, geraadpleegd op 21 juni 2010. 247 Nu.nl. Politiek reageert geschokt op moord Theo van Gogh (2004). www.nu.nl/algemeen/435110/politiek-reageertgeschokt-op-moord-theo-van-gogh.html, geraadpleegd op 21 juni 2010. 248 NRC. Brief duidt op religieus motief moord (2005), www.nrc.nl/dossiers/moslimterreur/aanslagen_bedreigingen/ de_moord_op_theo_van_gogh/article1629320.ece/Brief_duidt_op_religieus_motief_moord, geraadpleegd op 21 juni 2010. 249 NRC. Familie Van Gogh: geen steun premier (2005) www.nrc.nl/dossiers/moslimterreur/aanslagen_bedreigingen/ de_moord_op_theo_van_gogh/article1630013.ece/Familie_Van_Gogh_geen_steun_premier, geraadpleegd op 21 juni 2010. 250 Charlotte Huisman, de Volkskrant. Utrecht houdt vast aan gescheiden inburgeren (2009). http://www.volkskrant.nl/ binnenland/article1257493.ece/Utrecht_houdt_vast_aan_gescheiden_inburgeren, geraadpleegd op 23 juni 2010 & Robin van der Kloor, Elsevier. Ook Nijmegen blijft gescheiden inburgeren (2009). www.elsevier.nl/web/10241130/Nieuws/Nederland/Ook-Nijmegen-blijft-gescheiden-inburgeren.htm, geraadpleegd op 25 juni 2010. 251 Maartje Willems, Elsevier. Gemeente verwijdert kunst na klachten moslims (2008). http://www.elsevier.nl/web/Nieuws/Cultuur-Televisie/193667/Gemeente-verwijdert-kunst-na-klachten-moslims.htm, geraadpleegd op 22 juni 2010. 252 Algemeen Dagblad. Den Haag stopt met gescheiden zwemmen (2009). www.ad.nl/ad/nl/1040/DenHaag/article/detail/443576/2009/11/11/Den-Haag-stopt-met-gescheiden-zwemmen.dhtml, geraadpleegd op 25 juni 2010. 253 Brenda Peeters, Elsevier. Balkenende: Film wil alleen maar kwetsen (2008). www.elsevier.nl/web/10187338/ Dossiers/Censuur-in-Nederland/Fitna/Balkenende-Film-wil-alleen-maar-kwetsen.htm, geraadpleegd op 22 juni 2010. 254 Syp Wyinia, Elsevier. Angst voor de islam regeert in Den Haag (2008). http://www.elsevier.nl/web/10160236/Artikel/Angst-voor-de-islam-regeert-in-Den-Haag.htm, geraadpleegd op 22 juni 2010. 255 Janny Groen, Annieke Kranenberg, TNS NIPO. 'PVV verwoordt wat velen denken' (2009). www.tnsnipo.com/pages/nieuws-pers-vnipo.asp?file=persvannipo\artikel_volkskrant_pvv_verwoordt_220209.htm, geraadpleegd op 22 juni 2010. 256 Openbaar Ministerie. Wilders niet vervolgd voor ‘Fitna’ en uitlatingen in krant (2008). www.om.nl/ actueel/strafzaken/strafzaak_tegen/@148328/wilders_niet/ & Jan Salden, Nederlands Dagblad. Hof: Wilders beledigde via islam ook moslims (2009). www.nd.nl/artikelen/2009/januari/21/hof-wilders-beledigde-via-islam-ook-moslims, geraadpleegd op 22 juni 2010 257 Luc van Kemenade, Elsevier. Godslastering blijft gewoon strafbaar (2008). www.elsevier.nl/web/10209906/Dossiers/ Censuur-in-Nederland/Godslastering/Godslastering-blijft-gewoon-strafbaar.htm, geraadpleegd op 22 juni 2010.
163
258
Brenda Peeters, Elsevier. Nekschotdebat: Kamer slikt uitleg Hirsch Ballin (2008) www.elsevier.nl/web/10194359/ Dossiers/Censuur-in-Nederland/Nekschot/Nekschotdebat-Kamer-slikt-uitleg-Hirsch-Ballin.htm, geraadpleegd op 22 juni 2010. 259 Thomas Mertens, Trouw. Grens aan de vrijheid van meningsuiting (opinie) (2008). www.trouw.nl/opinie/ podium/article1839584.ece, geraadpleegd op 22 juni 2010. 260 TNS NIPO. Cartoons en persvrijheid, Verdeeldheid over spot drijven met religies (2006). www.tnsnipo.com/pages/nieuws-pers-vnipo.asp?file=persvannipo\rtl_cartoons_persvrijheid06.htm, geraadpleegd op 22 juni 2010. 261 Claire Berlinksi. John Hawkins, An Interview With Claire Berlinski, Author Of Menace In Europe (2006). www.berlinski.com/?q=node/87, geraadpleegd op 9 april 2010. 262 Kiesraad. Uitslag verkiezing leden Tweede Kamer van 9 juni 2010 (2010). www.kiesraad.nl/nl/Actueel/Nieuws berichten/(2047)-Actueel-Nieuwsberichten-2010/Uitslag_verkiezing_leden_Tweede_Kamer_van_9_juni_2010.html 263 Islamofobie volgens de Raad van Europa: ‘De vrees voor of het vooroordeel tegen de islam, moslims en alle zaken die daarop betrekking hebben.’ Bron: Frank Bovenkerk, Anne Frank. Islamofobie. www.annefrank.org/ond_upload/Downloads/Bovenkerk.pdf, geraadpleegd op 23 juni 2010. 264 Jeroen Langelaar, Elsevier. Zitting shariarechtbank in Amsterdam verstoord (2010). www.elsevier.nl/web/ Nieuws/Nederland/267752/Zitting-shariarechtbank-in-Amsterdam-verstoord.htm, geraadpleegd op 23 juni 2010. 265 Radar.nl. Protest tegen komst Leerdamse moskee (2009). www.radar.nl/read/zuid-holland-zuid/protest_tegen_komst_ leerdamse_moskee, geraadpleegd op 23 juni 2010. 266 Youtube. SIOE Nederland in Amsterdam (2008). www.youtube.com/watch?v=fWOf3MKB_DQ, geraadpleegd op 21 juni 2010. 267 NRC. Demonstratie tegen de islamisering van Nederland (2008). www.nrc.nl/binnenland/article1874075.ece/ Demonstratie_tegen_de_islamisering_van_Nederland, geraadpleegd op 21 juni 2010. 268 TNS NIPO. Nederlanders vinden dat Submission II vertoond moet kunnen worden (2006). www.tnsnipo.com/pages/nieuws-pers-vnipo.asp?file=persvannipo\rtl_submission06.htm, geraadpleegd op 21 juni 2010. 269 Frank Bovenkerk, Anne Frank. Islamofobie. www.annefrank.org/ond_upload/Downloads/Bovenkerk.pdf, geraadpleegd op 23 juni 2010. 270 Monitor Racisme & Extremisme. Islamofobie. www.monitorracisme.nl/content.asp?PID=270&LID=1, geraadpleegd op 21 juni 2010. 271 De Pers. Onbekenden bekladden moskee Ridderkerk (2010). www.depers.nl/binnenland/483916/Moskee-Ridderkerkbeklad.html, geraadpleegd op 23 juni 2010. 272 Kustaw Bessems, De Pers. AD verwijdert tekening Mohammed van site (2010). www.depers.nl/binnenland/463780/Tekening-Mohammed-verwijderd.html, geraadpleegd op 22 juni 2010. 273 Kustaw Bessems, De Pers. Presentatie kritisch islamboek geweerd (2010). www.depers.nl/binnenland/439266/Presentatie-kritisch-islamboek-geweerd.html, geraadpleegd op 22 juni 2010. 274 Robin van der Kloor, Elsevier. 'Moslims klagen over korte broek bouwvakkers' (2008). www.elsevier.nl/ web/10193551/Nieuws/Nederland/Moslims-klagen-over-korte-broek-bouwvakkers.htm, geraadpleegd op 22 juni 2010. 275 TNS NIPO. Meerderheid Nederlanders tegen verbod op nieuwe minaretten (2009). www.tns-nipo.com/pages/nieuwspers-vnipo.asp?file=persvannipo\rtl_minaretten_301109.htm, geraadpleegd op 21 juni 2010. 276 J.A.A. van Doorn, Trouw. ’Vrijheid van meningsuiting’ (2007). www.trouw.nl/achtergrond/Dossiers/article 1430853.ece, geraadpleegd op 22 juni 2010. 277 Janny Groen, Annieke Kranenberg, TNS NIPO. 'PVV verwoordt wat velen denken' (2009) www.tnsnipo.com/pages/nieuws-pers-vnipo.asp?file=persvannipo\artikel_volkskrant_pvv_verwoordt_220209.htm, geraadpleegd op 22 juni 2010. 278 Joanne van Selm, Migration Policy Institute. The Netherlands: Death of a Filmmaker Shakes a Nation (2005). www.migrationinformation.org/Profiles/display.cfm?ID=341, geraadpleegd op 29 april 2010. 279 Jacob Hoekman, Reformatorisch Dagblad. „Marokkaan integreert stuk beter dan Turk” (2008). www.refdag.nl/nieuws/ binnenland/marokkaan_integreert_stuk_beter_dan_turk_1_252058, geraadpleegd op 29 juni 2010. 280 Janny Groen, Annieke Kranenberg, De Volkskrant. Jonge moslims worden vromer (2008). www.volkskrant.nl/binnenland/ article1091246.ece/Jonge_moslims_worden_vromer, geraadpleegd op 27 juni 2010. 281 Arnold Karskens, De Pers. Ook de politie durft in Kuregem niet uit te stappen (2010). www.depers.nl/buitenland/427521/War-zone-Brussel.html, geraadpleegd op 2 juni 2010 282 Weert Schenk, De Volkskrant. Plein in Amsterdam-West nu een ‘no go-area’ (1999). www.volkskrant.nl/archief_gratis/article819884.ece/Plein_in_Amsterdam-West_nu_een_no_go-area, geraadpleegd op 2 juni 2010. 283 Marcel van Engelen, De Pers. Laat niet blijken dat je van tv bent (2007). www.depers.nl/binnenland/113545/Slotervaartno-go-area.html, geraadpleegd op 2 juni 2010. 284 Bas Benneker, Elsevier. Bedrijven verklaren probleemwijk tot no-go-area (2007). www.elsevier.nl/web/Nieuws/Nederland/117181/Bedrijven-verklaren-probleemwijk-tot-no-go-area.htm, geraadpleegd op 2 juni 2010. 285 De Telegraaf. Arrestaties voor roofovervallen Veenendaal (2010). www.telegraaf.nl/binnenland/6741874/__Arrestaties_na_overvallen_Veenendaal__.html?p=35,2, geraadpleegd op 2 juni 2010. 286 Jan Kooistra, Elsevier. Rotterdam heeft meeste probleemwijken (2007). www.elsevier.nl/web/10116962/Nieuws/Politiek/Rotterdam-heeft-meeste-probleemwijken.htm, geraadpleegd op 2 juni 2010.
164
287
CBS. Autochtonen minder tevreden over bevolkingssamenstelling in allochtone buurten (2007). www.cbs.nl/nlNL/menu/themas/vrije-tijd-cultuur/publicaties/artikelen/archief/2007/2007-90001-wk.htm, geraadpleegd op 2 juni 2010. 288 René Vautravers, Qantara. Muslims in the Netherlands. Majority Favors Separation of Religion and Politics (2004). www.qantara.de/webcom/show_article.php/_c-478/_nr-160/_p-1/i.html, geraadpleegd op 26 april 2010. 289 Youtube. Documentaire islamofobie Loos Alarm part 1 (2009). www.youtube.com/watch?v=e1Y_D7QMGPA&feature=player_embedded#, geraadpleegd op 28 april 2010. 290 Youtube. Documentaire islamofobie Loos Alarm part 1 (2009). www.youtube.com/watch?v=e1Y_D7QMGPA&feature=player_embedded#, geraadpleegd op 28 april 2010. 291 TNS NIPO. Nederlander ziet moslim niet staan (2004). www.tns-nipo.com/pages/nieuws-persvnipo.asp?file=persvannipo\moslims04.htm, geraadpleegd op 19 mei 2010. 292 CBS StatLine. Politieke kwesties en standpunten, 2006 (2006) http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=71723ned&D1=9,15,18,24&D2=0-2,14-21,2645&HDR=T&STB=G1&VW=T, geraadpleegd op 1 juli 2010. 293 TNS NIPO. Angst voor moslims toegenomen (2005). www.tns-nipo.com/pages/nieuws-persvnipo.asp?file=persvannipo\angst_moslims05.htm, geraadpleegd op 19 mei 2010. 294 U.S. Department of State. The Netherlands, International Religious Freedom Report 2007 (2007). www.state.gov/g/drl/rls/irf/2007/90191.htm, geraadpleegd op 22 juni 2010. 295 Robin van der Kloor, Elsevier. Vogelaar: Toespraak Erdogan is verwarrend (2008). www.elsevier.nl/web/ Nieuws/Politiek/157916/Vogelaar-Toespraak-Erdogan-is-verwarrend.htm, geraadpleegd op 27 juni 2010. 296 Timoteus Waarsenburg, de Telegraaf. Haatimam verwerpt integratie (2008). http://www.telegraaf.nl/binnenland/2713697/__Haatimam_verwerpt_integratie__.html?p=9,1, geraadpleegd op 27 juni 2010. 297 Joost Niemoller, De Pers. ‘Bloeiende moslimgemeenschap’ in Nieuw West, Marcouch wil graag superstadsdeel (2009). www.depers.nl/binnenland/276096/Marcouch-wil-graag-superstadsdeel.html, geraadpleegd op 25 juni 2010. 298 Parool. 'Meer religie op openbare school' (2008). www.parool.nl/parool/nl/1/Home/article/detail/ 16824/2008/06/07/Meer-religie-op-openbare-school.dhtml, geraadpleegd op 25 juni 2010. 299 Claudia van Zanten, Elsevier. Marcouch: Ook orthodoxe moslims moeten ruimte krijgen (2008). www.elsevier.nl/ web/10212965/Nieuws/Politiek/Marcouch-Ook-orthodoxe-moslims-moeten-ruimte-krijgen.htm, geraadpleegd op 25 juni 2010. 300 Trouw. Islamitische school kan juist helpen bij integratie (2006). www.trouw.nl/archief/article1316326.ece/ Islamitische_school_kan_juist_helpen_bij_integratie.html?part=1, geraadpleegd op 27 juni 2010. 301 Jacob Hoekman, Reformatorisch Dagblad. Les over de Holocaust is haram (2009). www.refdag.nl/nieuws/les_ over_de_holocaust_is_haram_1_313452, geraadpleegd op 25 juni 2010. 302 Robert Stiphout, Elsevier. Moslimleerlingen hebben moeite met Holocaust-les (2010). www.elsevier.nl/web/Nieuws/ Nederland/264091/Moslimleerlingen-hebben-moeite-met-Holocaustles.htm, geraadpleegd op 25 juni 2010 & Ton Damen, Parool. 'As Siddieq sluit andere culturen uit' (2009). www.parool.nl/parool/nl/4/AMSTERDAM/article/detail/ 258842/2009/08/15/As-Siddieq-sluit-andere-culturen-uit.dhtml, geraadpleegd op 27 juni 2010. 303 Frontpage Magazine. Robert Spencer, Fallaci: Warrior in the Cause of Human Freedom (2005). http://97.74.65.51/readArticle.aspx?ARTID=6436, geraadpleegd op 8 april 2010. 304 Daniel Pipes, Muslim Autonomous Zones in the West? (2009). www.danielpipes.org/blog/2009/01/muslim-autonomouszones-in-the-west 305 Bruce Bawer, 9/11, Five Years Later: A View from Europe (2006). www.brucebawer.com/volkskrant.htm, 8 april 2010 & Walter Laqueur, Europa in the 21 st century (2005). www.laqueur.net/index2.php?r=2&rr=1&id=7, geraadpleegd op 9 april 2010. 306 The Brussels Journal. Thomas Landen, Eurabian Safari (2009). www.brusselsjournal.com/node/4069, geraadpleegd op 9 april 2010. 307 FORUM, Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling. Factsheet sharia jurisdiction. www.forum.nl/LinkClick.aspx?fileticket=XPlzITKvCRs%3D&tabid=272, geraadpleegd op 1 juni 2010. 308 Prof.mr.dr. Fokko Oldenhuis, Radboud Universiteit Nijmegen. ‘Zelfstandige sharia-rechtbank past niet in Nederlands rechtssysteem’ (2009). www.rug.nl/Corporate/nieuws/opinie/2009/Opinie09_28, geraadpleegd op 26 april 2010. 309 Algemeen Dagblad. Kabinet kijkt of er shariarechtbanken zijn (2009). www.ad.nl/ad/nl/1012/Binnenland/article/detail/410079/2009/07/02/Kabinet-kijkt-of-er-shariarechtbanken-zijn.dhtml, geraadpleegd op 26 april 2010. 310 Prof.mr.dr. Fokko Oldenhuis, Radboud Universiteit Nijmegen. ‘Zelfstandige sharia-rechtbank past niet in Nederlands rechtssysteem’ (2009). www.rug.nl/Corporate/nieuws/opinie/2009/Opinie09_28, geraadpleegd op 26 april 2010 311 FORUM, Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling. Factsheet sharia jurisdiction. www.forum.nl/LinkClick.aspx?fileticket=XPlzITKvCRs%3D&tabid=272, geraadpleegd op 1 juni 2010. 312 Maurits Begers, NRC Handelsblad. Er is hier helemaal geen shariarechtbank (2009). www.nrc.nl/opinie/article2294849.ece/Er_is_in_dit_land_helemaal_geen_shariarechtbank, geraadpleegd op 26 april 2010. 313 Netwerk tv. Illegale shariarechtbanken in Nederland? (2009). www.netwerk.tv/uitzending/2009-06-30/illegaleshariarechtbanken-nederland, geraadpleegd op 26 april 2010. 314 Elsevier. Onderzoek: geen shariarechtbanken in Nederland (2010). www.elsevier.nl/web/Nieuws/Nederland/263818/Onderzoek-geen-shariarechtbanken-in-Nederland.htm, geraadpleegd op 1 juni 2010. 315 FORUM, Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling. Factsheet sharia jurisdiction. www.forum.nl/LinkClick.aspx?fileticket=XPlzITKvCRs%3D&tabid=272, geraadpleegd op 1 juni 2010.
165
316
Netwerk tv. Illegale shariarechtbanken in Nederland? (2009). www.netwerk.tv/uitzending/2009-06-30/illegaleshariarechtbanken-nederland, geraadpleegd op 26 april 2010. 317 Nahed Selim, NRC Handelsblad. De sharia wordt in Nederland al volop toegepast (2009). www.nrc.nl/opinie/article2294850.ece/De_sharia_wordt_in_Nederland_al_volop_toegepast, geraadpleegd op 26 april 2010. 318 Robin van der Kloor, Elsevier. AIVD: Geen shariarechtbanken in Nederland (2009). www.elsevier.nl/web/10240221/Nieuws/Nederland/AIVD-Geen-shariarechtbanken-in-Nederland.htm, geraadpleegd op 26 april 2010. 319 Nahed Selim, NRC Handelsblad. De sharia wordt in Nederland al volop toegepast (2009). www.nrc.nl/opinie/article2294850.ece/De_sharia_wordt_in_Nederland_al_volop_toegepast, geraadpleegd op 26 april 2010. 320 Algemeen Dagblad. Shariarechtbank in hartje Amsterdam (2010). www.ad.nl/ad/nl/1012/Binnenland/article/detail/485837/2010/05/25/Shariarechtbank-in-hartje-Amsterdam.dhtml, geraadpleegd op 1 juni 2010. 321 De Volkskrant. Nederland strenger voor polygame huwelijken (2010). www.volkskrant.nl/binnenland/article1342482.ece/Nederland_strenger_voor_polygame_huwelijken, geraadpleegd op 1 juni 2010. 322 Radio Nederland Wereldomroep (RNW). Moslims ontdekken flitsscheiding per sms (2010). www.rnw.nl/nederlands/article/moslims-ontdekken-flitsscheiding-sms, geraadpleegd op 1 juni 2010. 323 Elsevier. Onderzoek: geen shariarechtbanken in Nederland (2010). www.elsevier.nl/web/Nieuws/Nederland/263818/Onderzoek-geen-shariarechtbanken-in-Nederland.htm, geraadpleegd op 1 juni 2010. 324 Algemeen Dagblad. Geen shariarechtbanken in Nederland (2010). www.ad.nl/ad/nl/1012/Binnenland/article/detail/478778/2010/04/23/Geen-shariarechtbanken-in-Nederland.dhtml, geraadpleegd op 26 april 2010. 325 Elsevier. Onderzoek: geen shariarechtbanken in Nederland (2010). www.elsevier.nl/web/Nieuws/Nederland/263818/Onderzoek-geen-shariarechtbanken-in-Nederland.htm, geraadpleegd op 1 juni 2010. 326 Amnesty International. Eerwraak, eremoord. www.amnesty.nl/encyclopedie_lemma/1091, geraadpleegd op 5 mei 2010. 327 Turkije Instituut. Eerwraak in Nederland. www.turkije-instituut.nl/Eerwraak%20in%20Nederland--103/, geraadpleegd op 5 mei 2010. 328 FORUM, Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling. Factsheet sharia jurisdiction. www.forum.nl/LinkClick.aspx?fileticket=XPlzITKvCRs%3D&tabid=272, geraadpleegd op 1 juni 2010. 329 Nederlands Dagblad. Islamitisch recht steeds gewoner voor Britten (2008). www.nd.nl/artikelen/2008/november/20/islamitisch-recht-steeds-gewoner-voor-britten, geraadpleegd op 26 april 2010. 330 Jurryt van de Vooren, Sportgeschiedenis.nl. Feyenoord en de voetbalrellen van 1974 (2007). www.sportgeschiedenis.nl/2007/01/12/feyenoord-en-de-voetbalrellen-van-1974.aspx, geraadpleegd op 6 juni 2010. 331 VPRO. Nijmegen 1981. Krakersrellen Piersonstraat. http://geschiedenis.vpro.nl/plaats/39632165/, geraadpleegd op 6 juni 2010. 332 De Volkskrant. Betoging van Molukkers loopt uit op hevige rellen (1995). www.volkskrant.nl/archief_gratis/article637800.ece/Betoging_van_Molukkers_loopt_uit_op_hevige_rellen & Youtube. MOLUKKERS rellen als hooligans tijdens vechtpartij met ME & Politie. www.youtube.com/watch?v=HGLQr5nOJyw, geraadpleegd op 6 juni 2010. 333 Persconferentie Openbaar Ministerie, Youtube. Een reconstructie van de strandrellen in Hoek van Holland (2009). www.youtube.com/watch?v=6X2pL0Xyr50, geraadpleegd op 6 juni 2010. 334 Trouw. Rassenrellen verbijsteren Engeland (2001). www.trouw.nl/krantenarchief/2001/05/28/2355555/Rassenrellen_verbijsteren_Engeland.html, geraadpleegd op 20 juni 2010. 335 Elsevier. Dode na rassenrellen in Birmingham (2005). http://www.elsevier.nl/web/1053253/Nieuws/Buitenland/Dode-narassenrellen-in-Birmingham.htm, geraadpleegd op 20 juni 2010. 336 Otto Adang, joop.nl. Waarom Nederland geen geen etnische rellen kent (2010). www.joop.nl/opinies/detail/artikel/waarom_nederland_geen_etnische_rellen_heeft/, geraadpleegd op 20 juni 2010 337 Algemeen Dagblad. Veldslag in wijk Culemborg (2010). www.ad.nl/ad/nl/1039/Utrecht/article/detail/454048/2010/01/02/Veldslag-in-wijk-Culemborg.dhtml, geraadpleegd op 26 april 2010. 338 Politie Academie. Gebiedsgebonden politiewerk voorkomt etnische rellen (2010). www.politieacademie.nl/Actueel/Nieuws/Pages/gebiedsgebondenaanpak.aspx, geraadpleegd op 7 juni 2010. 339 Sanne ten Hoove, Volkskrant. Wilders bang voor ‘tsunami van islamisering’ (2006). www.volkskrant.nl/binnenland/article356420.ece/Wilders_bang_voor_tsunami_van_islamisering, geraadpleegd op 26 april 2010. 340 Nederlands Dagblad. Nieuwe generatie jonge, zeer actieve veelplegers (2009). http://www.nd.nl/artikelen/2009/december/29/nieuwe-generatie-jonge-zeer-actieve-veelplegers, geraadpleegd op 26 april 2010. 341 RTL Nieuws, Youtube. Rellen in Amsterdam West na doodschieten Marokkaan (2007). www.youtube.com/watch?v=t7H6rz3XPwQ & Bas Benneker, Elsevier. Toch vernieligen in Amsterdam-Slotervaart (2007). www.elsevier.nl/web/Nieuws/Nederland/142690/Toch-vernielingen-in-Amsterdam-Slotervaart.htm, geraadpleegd op 6 juni 2010. 342 Jacob Hoekman, Reformatorisch Dagblad. Marokkaanse prinsjes in de goot (2007). www.refdag.nl/artikel/1298690/Marokkaanse+prinsjes+in+de+goot.html, geraadpleegd op 28 april 2010.
166
343 Greco Idema, NieuwWij.nl.“Stop nou eens met de islamisering van Marokkanen” (2010). www.nieuwwij.nl/index.php?messageID=3747&pageID=13, geraadpleegd op 7 juni 2010. 344 Arne Hankel, Elsevier. Ontruimingen bioscopen vanwege einde Ramadan (2009). www.elsevier.nl/web/Nieuws/Nederland/246422/Ontruimingen-bioscopen-vanwege-einde-ramadan.htm & AT5. Beeld: jongeren uit bioscoop De Munt gezet (2009). www.at5.nl/artikelen/23965/60-jongeren-uit-bioscoop-de-muntgezet, beiden geraadpleegd op 26 april 2010. 345 CBS StatLine. Verdacht van criminaliteit, naar etniciteit (2009). http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=80316NED&D1=a&D2=0&D3=0&D4=a&D5=a &D6=a&VW=T 346 Janny Groen en Annieke Kranenberg, de Volkskrant. Veel jonge criminele allochtonen R’dam (2009). www.volkskrant.nl/binnenland/article1208793.ece/Veel_jonge_criminele_allochtonen_Rdam, geraadpleegd op 7 juni 2010. 347 Tijdschrift voor Criminologie. Criminaliteit, migratie en etniciteit (2010). www.criminologie.nl/tvc/TVC_2_2010_Summaries.pdf, geraadpleegd op 5 juli 2010. 348 Jacob Hoekman, Reformatorisch Dagblad. Zoektocht naar zuiverheid (2008). www.refdag.nl/nieuws/binnenland/zoektocht_naar_zuiverheid_1_254027, geraadpleegd op 20 juni 2010 349 Janny Groen en Annieke Kranenberg, de Volkskrant. ‘Misdaad meer dan etnische kwestie’ (2009). www.volkskrant.nl/binnenland/article1208796.ece/Misdaad_meer_dan_etnische_kwestie, geraadpleegd op 7 juni 2010. 350 Otto Adang, joop.nl. Waarom Nederland geen geen etnische rellen kent (2010). www.joop.nl/opinies/detail/artikel/waarom_nederland_geen_etnische_rellen_heeft/, geraadpleegd op 20 juni 2010 351 Johan van den Dongen, De Telegraaf. Marokkanen en Molukkers uit hele land klaar voor veldslag. www.telegraaf.nl/binnenland/5711168/__RASSENRELLEN__.html, geraadpleegd op 20 juni 2010. 352 Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb). Radicalisering en rekrutering. www.nctb.nl/onderwerpen/wat_is_terrorisme/radicalisering_en_recrutering.aspx, geraadpleegd op 6 mei 2010. 353 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Antwoorden op kamervragen over de geldstromen naar een Moskee in Amsterdam-Slotervaart (2009). www.minbzk.nl/actueel/kamerstukken/118068/antwoorden-op_a, geraadpleegd op 4 juli 2010. 354 AT5. ‘Omstreden Moslim Broederschap op conferentie’ (2010). www.at5.nl/artikelen/39378/omstreden-moslimbroederschap-strijkt-neer-in-stad, geraadpleegd op 3 juli 2010. 355 Claudia van Zanten, Elsevier. Politie doet niets tegen islamitisch pamflet (2007). www.elsevier.nl/web/10152121/Nieuws/Nederland/Politie-doet-niets-tegen-islamitisch-pamflet.htm, geraadpleegd op 4 juli 2010. 356 De Telegraaf. Al Furqan boos om afgelasten lezing (2009). www.telegraaf.nl/binnenland/3021448/__Al_Furqan_boos_om_afgelasten_lezing__.html, geraadpleegd op 4 juli 2010. 357 Maartje Willems, Elsevier. ‘Milli Görüs heeft banden met terreurorganisaties’ (2008). www.elsevier.nl/web/10202362/Nieuws/Nederland/Milli-Grs-heeft-banden-met-terreurorganisaties.htm, geraadpleegd op 5 juli 2010. 358 Bart Funnekotter en Sheila Kamerman, NRC Handelsblad. Miljoenenstrop dreigt voor Amsterdam door Westermoskee (2010). www.nrc.nl/binnenland/article2575507.ece/Miljoenenstrop_dreigt_voor_Amsterdam_door_Westermoskee, geraadpleegd op 5 juli 2010. 359 Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD). De Turkse gemeenschap en radicalisering in Nederland (2007). www.jaarverslag.aivd.nl/jaarverslag/aDU1713_De_Turkse_gemeenschap_en_radicalisering_in_Nederland.aspx?intPage=22, geraadpleegd op 5 juli 2010. 360 Jan Eikelboom, NOVA Den Haag Vandaag. Sjeik Fawaz legt haatpreek uit (2006). www.novatv.nl/page/detail/uitzendingen/4721/Sjeik+Fawaz+legt+haatpreek+uit#, geraadpleegd op 4 juli 2010. 361 Jacob Hoekman, Reformatorisch Dagblad. “Doden voor het geloof mag alleen de staat” (2005). www.refdag.nl/nieuws/buitenland/doden_voor_het_geloof_mag_alleen_de_staat_1_139482, geraadpleegd op 4 juli 2010. 362 Claudia van Zanten, Elsevier. Radicale moslimleider predikt ‘liefde en vrede’ (2006). www.elsevier.nl/web/1090659/Nieuws/Nederland/Radicale-moslimleider-predikt-liefde-en-vrede.htm?long=true, geraadpleegd op 5 juli 2010. 363 Janny Groen en Annieke Kranenberg, de Volkskrant. Omstreden imam: ‘Jawel, ik ben een boze zwarte man (2010). www.volkskrant.nl/binnenland/article1137285.ece/Omstreden_imam__Jawel,_ik_ben_een_boze_zwarte_man, geraadpleegd op 4 juli 2010. 364 Elsevier. Van Samir A. tot Marad J. (2005). www.elsevier.nl/web/show/id=429448/langid=43/contentid=49884, geraadpleegd op 5 juli 2010. 365 EenVandaag. ‘Rotterdam ontsnapt aan terreuraanslag’ (2008). www.eenvandaag.nl/binnenland/32864/_rotterdam_ontsnapt_aan_aanslag_, geraadpleegd op 5 juli 2010. 366 Parool. ‘V.S. wil leren van terreuraanpak Nederland’ (2010). www.parool.nl/parool/nl/224/BINNENLAND/article/detail/291821/2010/05/01/V.S.-willen-leren-van-terreuraanpakNederland.dhtml, geraadpleegd op 3 juli 2010. 367 Trouw. Polarisatie grote partijen in vier jaar toegenomen (2010). www.trouw.nl/nieuws/politiek/article3054303.ece/Polarisatie_grote_partijen__in_vier_jaar_toegenomen.html, geraadpleegd op 10 juni 2010. 368 D66. De Grondwet is niet joods-christelijk maar seculier (2007). www.d66.nl/d66nl/item/de_grondwet_is_niet_joods, geraadpleegd op: 20 juni 2010.
167
369
Femke Halsema. Vrijheid van geloof en van hoofddoek (2009). www.femkehalsema.nl/2009/09/12/vrijheid-van-geloof-envan-hoofddoek/, geraadpleegd op 10 juni 2010. 370 Kustaw Bessems, De Pers. ‘Ik raak niet verwoest door verlies’ (2009). www.depers.nl/binnenland/335365/Ik-raak-nietverwoest-door-verlies.html, geraadpleegd op: 20 juni 2010. 371 Trouw. Rouvoet: Minder kerken erger dan meer moskeeën (2008). www.trouw.nl/nieuws/nederland/article1807459.ece, geraadpleegd op: 20 juni 2010. 372 Jan Marijnissen, SP. Over Theo, vrijheid van meningsuiting en extremisme (2004). www.sp.nl/integratie/opinies/632/Over_Theo_ vrijheid_van_meningsuiting_en_extremisme.html, geraadpleegd op 10 juni 2010. 373 Marianne Thieme. Halal dreigt nieuwe norm Nederlands vlees te worden. www.partijvoordedieren.nl/download/halalopinie.pdf, geraadpleegd op 10 juni 2010. 374 RTV Noord-Holland. Moskeeën roepen op te gaan stemmen (2010). www.rtvnh.nl/player.php?stream=ItemTV&item=54169, geraadpleegd op 10 juni 2010. 375 Sheikh Fawaz Jneid, Al-Yaqeen. De gemeenteraadsverkiezingen (2010). www.alyaqeen.com/nieuw/nieuws/nieuws.php?id=1625, geraadpleegd op 10 juni 2010. 376 UvA. IMES onderzoekt stemgedrag allochtonen: 80% kiest PvdA (2006). www.science.uva.nl/actueel/nieuws.cfm/60DE766E-B3BE-472D-89229110020D2564, geraadpleegd op 10 juni 2010. 377 Dirk van Harten, de Volkskrant. Stemgedrag allochtonen niet ‘etnisch’ (2006). www.volkskrant.nl/binnenland/article323187.ece/Stemgedrag_allochtonen_niet_etnisch, geraadpleegd op 10 juni 2010. 378 Sylvain Ephimenco, Trouw. Stemadvies (2010). www.trouw.nl/opinie/columnisten/ephimenco/article2993182.ece/Stemadvies_.html, geraadpleegd op 20 juni 2010 & Marlou Visser, Elsevier. PvdA-lijsttrekker Amsterdam voert campagne in het Turks (2010). www.elsevier.nl/web/Nieuws/Nederland/258520/PvdAlijsttrekker-Amsterdam-voert-campagne-in-het-Turks.htm, geraadpleegd op 20 juni 2010. 379 D66. D66 in discussie met Alexander Pechtold in Deventer op 12 februari (2010). http://d66deventer.nl/news/item/d66_in_discussie_met_alexander_pechtold_in_deventer_op_vrijdag_12_februari/17?mid=, geraadpleegd op 20 juni 2010. 380 Kustaw Bessems, De Pers. Je wordt hier geïslamiseerd waar je bij staat (2009). www.depers.nl/binnenland/322666/Jewordt-hier-geislamiseerd-waar-je-bij-staat.html, geraadpleegd op 20 juni 2010. 381 Henny A.J. Kreeft, NMP. Welkom bij de Nederlandse Moslim Partij (2010). www.nederlandsemoslimpartij.nl/, geraadpleegd op 20 juni 2010 & Nu.nl. Moslimpartijen willen vleugels uitslaan (2010). www.nu.nl/nieuws/2263460/moslimpartijen-willen-vleugels-uitslaan.html, geraadpleegd op 20 juni 2010. 382 Binnenlands Bestuur. Den Haag telt meeste islamitische partijen (2010). www.binnenlandsbestuur.nl/nieuws/2010/01/den-haag-telt-meeste-islamitische-partijen.144995.lynkx, geraadpleegd op 20 juni 2010. 383 Algemeen Dagblad. Moslimpartij maakt weinig kans (2010). www.ad.nl/ad/nl/2504/Verkiezingen/article/detail/488366/2010/06/06/Moslimpartij-maakt-weinig-kans.dhtml, geraadpleegd op 13 juni 2010. 384 Kiesraad. Databank Verkiezingsuitslagen (2010). www.verkiezingsuitslagen.nl/Na1918/Verkiezingsuitslagen.aspx? VerkiezingsTypeId=1, geraadpleegd op 20 juni 2010. 385 Ministerie van Buitenlandse Zaken. Verenigde Staten van Amerika (2009) www.minbuza.nl/dsresource?objectid= buzabeheer:47425&versionid=&subobjectname=, geraadpleegd op 20 juni 2010. 386 Ministerie van Buitenlandse Zaken. Verhagen: samenwerking V.S. hoeksteen buitenlands beleid (2009). www.minbuza.nl/nl/Actueel/Nieuwsberichten/2009/06/Verhagen_samenwerking_V.S._hoeksteen_buitenlands_beleid, geraadpleegd op 13 juni 2010. 387 Ministerie van Buitenlandse Zaken. Verhagen positief over plannen van de V.S. voor Afghanistan (2009). www.minbuza.nl/nl/Actueel/Nieuwsberichten/2009/03/Verhagen_positief_over_plannen_van_de_V.S._voor_Afghanistan, geraadpleegd op 15 juni 2010. 388 Maxime Verhagen, Ministerie van Buitenlandse Zaken. Nederland, Europa en de trans-Atlantische betrekkingen (2010). www.bernardbot.nl/nl/Actueel/Toespraken/2010/01/Nederland_Europa_en_de_trans_Atlantische_betrekkingen, geraadpleegd op 20 juni 2010. 389 Maxime Verhagen, Ministerie van Buitenlandse Zaken. Nederland, Europa en de trans-Atlantische betrekkingen (2010). www.bernardbot.nl/nl/Actueel/Toespraken/2010/01/Nederland_Europa_en_de_trans_Atlantische_betrekkingen, geraadpleegd op 20 juni 2010. 390 Ministerie van Economische Zaken. Verenigde Staten: verdragen (2009). www.evd.nl/zoeken/showbouwsteen.asp?bstnum= 6810&location, geraadpleegd op 13 juni 2010. 391 Ministerie van Buitenlandse Zaken. Verenigde Staten van Amerika (2009?). www.minbuza.nl/dsresource?objectid= buzabeheer:47425&versionid=&subobjectname=, geraadpleegd op 20 juni 2010. & Ministerie van Buitenlandse Zaken. Two Countries, One Spirit, United by Values, History and a Vision for the Future (2009). www.minbuza.nl/dsresource? objectid=buzabeheer:154143&type=org, geraadpleegd op 20 juni 2010. 392 CBS. Internationale handel (2010). www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/internationale-handel/cijfers/extra/2008animatie.htm, geraadpleegd op 20 juni 2010. 393 NIMH. Missieoverzicht (2010). www.nimh.nl/nl/geschiedenis/vredesoperaties/missieoverzicht/index.aspx, geraadpleegd op 20 juni 2010. 394 RISQ. De anti-oorlogsbeweging na 7 mei (2005). www.risq.org/dutch-article448.html, geraadpleegd op 20 juni 2010.
168
395
Universiteit Utrecht. Groeit het anti-Amerikanisme? (jaartal ontbreekt). www.let.uu.nl/~arendjan.boekestijn/personal/homepage/anti-usa.htm, geraadpleegd op 20 juni 2010. 396 Menno de Galan, NRC. ‘Amerika is nu de kop van Jut’ (2006). www.nrcboeken.nl/recensie/%E2%80%98amerika-is-nude-kop-van-jut%E2%80%99, geraadpleegd op 20 juni 2010. 397 Ministerie van Buitenlandse Zaken. Verhagen roept Israël en Palestijnen op tot concessies (2010). www.minbuza.nl/nl/ Actueel/Nieuwsberichten/2010/04/Verhagen_roept_Israël_en_Palestijnen_op_tot_concessies, geraadpleegd op 20 juni 2010. 398 Ministerie van Buitenlandse Zaken. Israël (jaartal ontbreekt). www.minbuza.nl/dsresource?objectid=buzabeheer:47328& versionid=&subobjectname, geraadpleegd op 20 juni 2010. 399 Ministerie van Buitenlandse Zaken. Viering 62 jaar Israël (2010). www.minbuza.nl/nl/Actueel/Toespraken/2010/04/ Viering_62_jaar_Israël, geraadpleegd op 20 juni 2010. 400 Ministerie van Buitenlandsze Zaken. Nederland dringt bij Israël aan op moratorium nederzettingen (2009). www.minbuza.nl/nl/Actueel/Nieuwsberichten/2009/11/Nederland_dringt_bij_Israël_aan_op_moratorium_nederzettingen, geraadpleegd op 20 juni 2010. 401 Ministerie van Buitenlandse Zaken. Viering 62 jaar Israël (2010). www.minbuza.nl/nl/Actueel/Toespraken/2010/04/ Viering_62_jaar_Israël, geraadpleegd op 20 juni 2010. 402 Rijksoverheid. Nederland wil opheldering Israël over geweld Gaza-schepen (2010). www.rijksoverheid.nl/nieuws/2010/ 05/31/nederland-wil-opheldering-israel-over-geweld-gaza-schepen.html, geraadpleegd op 20 juni 2010. 403 Marlou Visser, Elsevier. Verhagen veroordeelt Israël niet na aanval hulpkonvooi (2010) http://www.elsevier.nl/web/Nieuws/ Buitenland/267057/Verhagen-veroordeelt-Israel-niet-na-aanval-hulpkonvooi.htm?rss=true, geraadpleegd op 20 juni 2010. 404 UN News Centre. UN rights body votes to dispatch independent probe into ‘attack’ on Gaza aid convoy (2010). www.un.org/apps/news/story.asp?NewsID=34892&Cr=palestin&Cr1=, geraadpleegd op 20 juni 2010). 405 NRC Handelsblad. Verhagen: Israël houdt zich aan oorlogsrecht (2009) http://www.nrc.nl/binnenland/article2116639.ece/ Verhagen_Israel_houdt_zich_aan_oorlogsrecht, geraadpleegd op 6 mei 2010. 406 De oud-ministers Dries van Agt, Frans Andriessen en Hans van den Broek (CDA), Laurens Jan Brinkhorst en Hans van Mierlo (D66) en Klaas de Vries (PvdA). 407 De Volkskrant. Stel voorwaarden aan Israël! (2009) http://extra.volkskrant.nl/opinie/artikel/show/ id/3488/Stel_voorwaarden_aan_Israel!, geraadpleegd op 5 mei 2010. 408 Trouw. PvdA: Verhagen schaadt volkenrecht inzake Israël (2009). www.trouw.nl/nieuws/nederland/article2791992.ece/ PvdA__Verhagen_schaadt_volkenrecht_inzake_Israel.html, geraadpleegd op 6 mei 2010. 409 Theo Koelé, de Volkskrant. Nieuw wrijfpunt in de coalitie: Israël (2009). www.volkskrant.nl/binnenland/article 1212986.ece/Nieuw_wrijfpunt_in_de_coalitie_Israel, geraadpleegd op 5 mei 2010. 410 NL IVD Internationaal. Israël: buitenlandse handel (2009). www.evd.nl/zoeken/showbouwsteen.asp?bstnum= 2866&location=, geraadpleegd op 20 juni 2010. 411 CBS. Internationale handel. (2010). www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/internationale-handel/cijfers/extra/2008animatie.htm, geraadpleegd op 20 juni 2010. 412 NL IVD Internationaal. Israël: buitenlandse handel (2009). www.evd.nl/zoeken/showbouwsteen.asp?bstnum= 2866&location=, geraadpleegd op 20 juni 2010. 413 Youtube. 090103 pro hamas intifada hezbollah expressions during anti israel demonstration (2009). www.youtube.com/watch?v=PLlHPPO25nM&feature=channel_page, & De Telegraaf. Demonstratie tegen Israël in Amsterdam (2009). www.telegraaf.nl/ binnenland/2916906/__Demonstraties_tegen_Israel__.html?p=13,1, geraadpleegd op 5 mei 2010. 414 Nico de Fijter, Trouw (De Verdieping). Steun voor Israël spreekt niet meer vanzelf (2009). www.trouw.nl/achtergrond/ deverdieping/article2006402.ece/Steun_voor_Israel_spreekt_niet_meer_vanzelf_.html?part=1, geraadpleegd op 5 mei 2010. 415 Claudia van Zanten, Elsevier. Marokkanen, Palestijnen steken vlaggen Israël in brand (2009). www.elsevier.nl/web/ 10219208/Nieuws/Nederland/Marokkanen,-Palestijnen-steken-vlaggen-Isral-in-brand.htm, geraadpleegd op 28 april 2010. 416 Algemeen Dagblad. ME in actie bij grimmige anti- Israëldemonstratie (2010) www.ad.nl/ad/nl/1012/Binnenland/article/detail/487120/2010/05/31/ME-in-actie-bij-grimmige-anti-Israeldemonstratie.d.html, geraadpleegd 20 juni 2010. 417 Tariq Ramadan. Muslims and Anti-Semitism (2005) http://www.tariqramadan.com/spip.php?article347, geraadpleegd op 20 juni 2010. 418 CIDI. Jaaroverzicht 2006 en jan.-mei 2007 (2007). www.cidi.nl/Antisemitisme1/Monitor-incidenten/Jaaroverzicht-2006en-jan-mei-2007.html, geraadpleegd op 27 april 2010. 419 Youtube. Ik wil ze gelijk prikken. (Marokkanen vs. Joden) (2010). www.youtube.com/watch?v=Ac_AXVq3qVk, geraadpleegd op 28 april 2010). 420 CIDI. Jaaroverzicht 2008 en verslag van de Gazaperiode (2009). www.cidi.nl/Antisemitisme1/Monitorincidenten/Jaaroverzicht-20087-en-verslag-van-de-Gazaperiode-27-dec-2008--23-jan-2009.html, geraadpleegd op 28 april 2010. 421 CBS Statline. Maatschappelijke participatie; sociale contacten, kerkelijke gezindte (2009). http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=60027ned&D1=91-101&D2=0-2&D3=a&VW=T, geraadpleegd op 22 april 2010.
169
422
CBS Statline. Bevolking; generatie, geslacht, leeftijd en herkomstgroepering, 1 januari. http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=37325&D1=0&D2=0&D3=101-120&D4=0&D5=0,24&D6=l&HDR=T,G3,G4&STB=G5,G2,G1&VW=T, geraadpleegd op 2 juni 2010. 423 CBS Statline. Prognose bevolking op 1 januari naar leeftijd en geslacht, 2009-2050 (2008). http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=71866NED&D1=a&D2=a&D3=01,11,21,31,l&HD=100324-1229&HDR=T,G2&STB=G1, geraadpleegd op 20 mei 2010. 424 CBS Statline. Immi- en emigratie naar geboorteland, leeftijd (31 december 2009) en geslacht . http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=03742&D1=0-4&D2=0&D3=129-132&D4=02,35,43,56,92,149,171,230,238&D5=0&D6=5-13&HDR=T,G4,G5&STB=G1,G3,G2&VW=T, geraadpleegd op 3 juni 2010. 425 CBS Statine. Integratie; sociaal-culturele integratie van vier allochtone groepen, 2006. http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=80270ned&D1=35-36,38-41&D2=0-3&D3=0-2,6-7&VW=T, geraadpleegd op 22 april 2010. 426 CIA, The World Factbook. Country Comparison. Total Fertility Rate (2010). www.cia.gov/library/publications/theworldfactbook/rankorder/2127rank.html?countryName=Tunisia&countryCode=ts®i onCode=af&rank=169#ts, geraadpleegd op 8 juni 2010. 427 CBS Statline. Verdachten; herkomst, geslacht, generatie allochtonen en soort misdrijf. http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=80317NED&D1=a&D2=0&D3=0-4,39,4243,56,60,65&D4=a&D5=0&D6=l&HDR=G5,G4,G3,T&STB=G1,G2&P=T&VW=T, geraadpleegd op 7 juni 2010.
170