Een lijfrenteverzekering 1. Wat voor lijfrenteverzekering heb ik nu? U hebt nu een verzekering waarmee u lijfrentekapitaal opbouwt. U betaalt premie, of een koopsom, of eventueel een extra storting. De verzekering stelt u in de toekomst, op de einddatum van de verzekering, een kapitaal ter beschikking. Het kan een verzekering zijn met een gegarandeerde uitkering, of op basis van beleggingen, of een combinatie van beiden. Het kapitaal op de einddatum kan niet ineens aan uzelf worden uitbetaald. Met dat kapitaal koopt u een lijfrente aan voor u zelf. De belastingwet geeft aan uit welke soorten lijfrente u kunt kiezen. 2. Wat wordt bedoeld met ‘een lijfrente aankopen’ ? Het lijfrentekapitaal dat u opbouwt met de verzekering die u nu heeft mag u niet in één keer ontvangen. U gebruikt dat kapitaal om een nieuwe verzekering mee te sluiten. Die nieuwe verzekering is een direct ingaande lijfrente. Dat is een verzekering die, bijvoorbeeld per maand of per jaar, een gelijkblijvend bedrag aan u uitkeert. Het kapitaal wordt dus de koopsom voor die nieuwe verzekering. Daarom noemen we dit ‘het aankopen van een lijfrente’.
Verschillende soorten lijfrentes 3. Welke soorten lijfrentes zijn er? Er zijn vier lijfrentevormen: de tijdelijke oudedagslijfrente, de (levenslange) oudedagslijfrente, de nabestaandenlijfrente en de overbruggingslijfrente. De laatste is wettelijk vervallen in 2006 maar mag nog worden aangekocht op basis van overgangsrecht met een lijfrenteverzekering van vóór 1 januari 2006. Wilt u meer informatie over uw lijfrenteverzekering kijk dan op www.asr.nl. De nabestaandenlijfrente kan alleen maar ingaan bij een overlijden. 4. Wat is een levenslange oudedagslijfrente? De levenslange lijfrente mag ingaan op een tijdstip naar keuze dat uiterlijk ligt in het jaar, waarin u de verhoogde AOW‐leeftijd bereikt vermeerderd met vijf jaar. Anders dan voor de tijdelijke oudedagslijfrente geldt mag deze lijfrente dus ook eerder ingaan dan bij het bereiken van uw AOW –leeftijd. 5. Wat is een tijdelijke oudedagslijfrente? Een tijdelijke oudedagslijfrente is een lijfrente die pas mag ingaan in het jaar dat u de (verhoogde) AOW‐leeftijd bereikt, een minimale duur heeft van vijf jaar met een maximum van € 20.953 per jaar. Eerder (tot 1 januari 2014) mocht de tijdelijke oudedagslijfrente ingaan in het jaar waarin u 65 jaar wordt. De leeftijd van 65 jaar was gesteld op de AOW‐leeftijd zoals die in het verleden voor iedereen gold. In de belastingwet is de vroegst toegestane ingangsdatum nu dus aangepast aan de verhoogde AOW‐leeftijd. De ingangsdatum ligt uiterlijk in het jaar waarin u de verhoogde AOW‐leeftijd bereikt vermeerderd met vijf jaar. Voor de tijdelijke oudedaglijfrente geldt per 1 januari 2014 een overgangsregeling:
Waarde opgebouwd tot en met 31 december 2013: Deze waarde mag u blijven gebruiken vanaf het jaar waarin u 65 jaar wordt. Waarde opgebouwd na 31 december 2013: Deze waarde kunt u pas gebruiken vanaf het jaar waarin u uw (verhoogde) AOW‐leeftijd bereikt (bijvoorbeeld 67 jaar). Geen premiebetaling na 31 december 2013: Hebt u na 31 december 2013 geen premie of koopsom meer betaald? Dan mag u de hele waarde op de einddatum na 31 december 2013 ook blijven gebruiken in het jaar dat u 65 wordt. 6.
7.
8.
9.
Wat is een overbruggingslijfrente? Een overbruggingslijfrente is een lijfrente die ingaat op een vrij te kiezen moment, maar eindigt op één van de volgende drie momenten (naar uw eigen keuze): • In het jaar dat u 65 jaar wordt, of • In het jaar dat uw levenslang pensioen ingaat, of • In het jaar dat u uw (verhoogde) AOW‐leeftijd bereikt. De overbruggingslijfrente mag niet hoger zijn dan € 63.288 per jaar. Kan ik nog een overbruggingslijfrente aankopen? Dat kan als uw verzekering onder het overgangsrecht valt. Uw verzekering moet dan gesloten zijn vóór 1 januari 2006. Wat is een nabestaandenlijfrente? Dat is een lijfrente die alleen in kan gaan bij overlijden. Als de verzekering waarmee u kapitaal opbouwt uitkeert in verband met overlijden, moet de nabestaande een lijfrente aankopen. De nabestaande is de begunstigde op de verzekering bij overlijden. De verzekering kan dan niet meer gebruikt worden voor een oudedagsvoorziening van de verzekerde. De belastingwet geeft de regels aan waar de lijfrente aan moet voldoen die de nabestaande moet aankopen. Welke regels gelden voor de nabestaandenlijfrente? Er zijn regels die het minimum aantal jaren dat de lijfrente moet uitkeren aangeven. Dit hangt mede af van de relatie van de nabestaande tot de overledene. Voor de fiscaal partner van de overledene geldt alleen dat de nabestaandenlijfrente tenminste een aantal jaren uitkeert. Langer mag altijd. Het aantal jaren dat de verzekering ten minste moet uitkeren hangt af van de leeftijd. Hoe hoger de leeftijd van de partner, hoe korter de uitkering mag zijn. Voor een kind van de overledene dat ouder is dan 30 mag de uitkering alleen levenslang zijn. Ook voor enkele andere nabestaanden (onder andere broer, zus van de overledene) geldt dit. Bij een leeftijd onder de dertig moet de uitkering uiterlijk eindigen bij het bereiken van de leeftijd van dertig jaar.
10. Mag ik verschillende soorten lijfrente combineren? Ja. Het is bijvoorbeeld mogelijk om een overbruggingslijfrente en een tijdelijke oudedagslijfrente te combineren. Of een tijdelijke oudedagslijfrente met een levenslange lijfrente. Een lijfrente op het leven van twee verzekerde personen is eveneens een combinatie van twee soorten lijfrente. Dan is namelijk altijd sprake van een combinatie met een nabestaandenlijfrente: Tijdelijke oudedagslijfrente met nabestaandenlijfrente
Levenslange oudedagslijfrente met nabestaandenlijfrente Overbruggingslijfrente met nabestaandenlijfrente
11. Hoe zie ik dat mijn verzekering een voortzetting is van een oorspronkelijke verzekering? Kijkt u hiervoor op uw polis. Hierop zal een aantekening staan dat uw huidige polis een voortzetting is van een oude polis. Afhankelijk van de ingangsdatum van uw oude polis geldt voor uw verzekering wel of niet het overgangsrecht dat geldt voor de overbruggingslijfrente. Ligt de ingangsdatum van uw oude verzekering vóór 1 januari 2006, dan geldt voor uw huidige verzekering het overgangsrecht. Ligt de ingangsdatum van uw oude verzekering op of na 1 januari 2006, dan geldt voor uw huidige verzekering het overgangsrecht niet. 12. Moet ik de soort lijfrente nu al kiezen? Nee, dat hoeft pas op de einddatum van uw verzekering.
Het overgangsrecht voor de tijdelijke oudedagslijfrente 13. Wat is de waarde van mijn verzekering per 31‐12‐2013? Dit kunt u bij uw verzekeringsadviseur of bij ons opvragen. Maar wij raden u aan om de waarde op uw laatste jaaroverzicht te gebruiken voor een indicatie van de waarde. Of uw waarde ook genoeg is voor het eerder aankopen van een tijdelijke oudedagslijfrente en/of dat het aankopen hiervan straks voor u ook de beste keuze is, verwijzen wij u naar uw verzekeringsadviseur. Hij kan u advies geven. 14. Kunt u mij adviseren of ik het beste wel of niet kan stoppen met premie betalen? Doordat uw persoonlijke situatie niet bij a.s.r. bekend is, kunnen wij niet beoordelen wat voor u de beste keuze is en mogen wij u niet adviseren. Vanuit onze zorgplicht en onze zorgvuldigheid raden wij u aan om contact op te nemen met uw verzekeringsadviseur. 15. Kunt u mij adviseren of ik het beste wel of niet gebruik kan maken van de overgangsregeling? Doordat uw persoonlijke situatie niet bij a.s.r. bekend is, kunnen wij niet beoordelen wat voor u de beste keuze is en mogen wij u niet adviseren. Vanuit onze zorgplicht en onze zorgvuldigheid raden wij u aan om contact op te nemen met uw verzekeringsadviseur. 16. Kan ik mijn betaalde premie in 2014 nog terugkrijgen? Als u gebruik wilt maken van de overgangsregeling en u wilt in verband hiermee de betaalde premies in 2014 ongedaan maken, lees dan verder. Wij raden u aan om eerst te kijken of u de in 2014 betaalde premie nog kan terughalen (storneren). Voor elke incasso hebt u een periode van 56 dagen om de premie door uw bank terug te laten draaien.
Hebt u premie in 2014 betaald en u kunt zelf deze premie niet meer via uw bank terughalen? Dan zullen wij tot 1 juni 2014 meewerken aan het terugbetalen van reeds door ons geïnvesteerde premies. Wij raden u aan om bij keuze voor de overgangsregeling het verzoek om te stoppen met premiebetaling zo spoedig mogelijk in te sturen.
Gegevens aan Belastingdienst 17. Waarom geeft a.s.r. mijn gegevens aan de Belastingdienst door? Verzekeringsmaatschappijen en andere financiële instellingen hebben (al vele jaren) een wettelijke plicht tot het doorgeven van gegevens aan de Belastingdienst. De wet geeft zelf aan voor welke gegevens dit geldt.
Premie niet in aftrek gebracht 18. Ik heb mijn premies nooit van mijn inkomen afgetrokken. Wat nu? U kunt alsnog verzoeken de voor u aftrekbare premie in aftrek te brengen. Dit kan tot 5 jaar na het einde van de definitief geworden aanslag. Voor oudere jaren geldt dat de betaalde maar niet in aftrek gebrachte premie via toepassing van de saldomethode onbelast kan blijven. Zie ook de vragen en antwoorden over het onderwerp saldomethode 19. Hoe werkt de saldomethode? Het uitgangspunt bij een lijfrenteverzekering is dat de premies (of koopsom) aftrekbaar zijn, de uitkeringen zijn dan belast. Als u een premie wel betaald heeft maar niet in aftrek heeft kunnen brengen (ook niet achteraf, zie vraag 18) hoeft u over het bedrag van die premie geen belasting te betalen. Dit geldt voor premies betaald vanaf 1 januari 2010 voor maximaal € 2.269 per jaar. Voor oudere jaren geldt dit onbeperkt. U moet wel aan de Belastingdienst aantonen dat u de premies betaald hebt maar niet in aftrek hebt gebracht. Als de belastingdienst dat heeft vastgesteld dan wordt u dat met een saldoverklaring bevestigd. Als u zelf niet kunt aantonen dat u geen premieaftrek hebt genoten kunt u de Belastingdienst verzoeken dit na te gaan. Houdt u dan wel rekening met eventuele beperkingen die de Belastingdienst stelt. Voor jaren gelegen vóór het jaar 2001 kan de Belastingdienst u niet van dienst zijn.
Jaar‐ en reserveringsruimte 20. Wat is jaarruimte? Lijfrenteaftrek is alleen mogelijk bij een pensioentekort. Een pensioentekort kan slechts blijken uit een jaarruimteberekening. Jaarruimte geeft dus aan voor welk bedrag u recht hebt op lijfrenteaftrek, uiteraard alleen voor zover u ook daadwerkelijk premie hebt betaald. Meer informatie over jaarruimte vindt u op de website van de Belastingdienst (www.belastingdienst.nl). U kunt de jaarruimte berekenen met de ‘Rekenhulp lijfrentepremie’, eveneens te vinden op de site van de Belastingdienst, of te vinden in de aangifte.
21. Wat is reserveringsruimte? De reserveringsruimte kunt u gebruiken om niet benutte jaarruimte uit een eerder verstreken jaar te gebruiken voor een premie die u dit (afgelopen) jaar betaalde. Dit kan tot maximaal 7 jaar terug. Er gelden enkele voorwaarden en beperkingen. Zo moet u in ieder geval inkomen hebben gehad in het belastingjaar voorafgaand aan het belastingjaar waar u een premie in aftrek wil brengen op basis van reserveringsruimte.
Het vooringevulde bedrag 22. Hoe is het vooraf ingevulde bedrag vastgesteld? Het vooringevulde bedrag is het door u aan a.s.r. als lijfrentepremie betaalde bedrag in het kalenderjaar 2013. Dit is met grote zorgvuldigheid vastgesteld. 23. Wat is een lijfrentepremie? Een lijfrentepremie is een premie die aftrekbaar is als ‘uitgaven inkomensvoorzieningen’, onder ‘uitgaven voor lijfrente’ (als u voldoende jaarruimte heeft). Ook een extra betaling of een betaalde koopsom geldt als premie. 24. Waar staat het vooraf ingevulde bedrag in mijn aangifte? Dit vindt u terug in de rubriek ‘uitgaven voor inkomensvoorzieningen’, ‘premies voor lijfrenten’ (box 1). 25. Ik heb wel betaald, maar ik zie geen bedrag in mijn aangifte. Hoe kan dat? Dit kan liggen aan de beperkingen die de Belastingdienst stelt, of er kan een andere oorzaak zijn. De beperkingen en uitsluitingen bij het voorinvullen zijn als volgt: Geen bedragen boven € 4.999. Geen bedragen onder € 12. Als u ouder bent dan 65 jaar (bij aanvang van het jaar van aangifte). Als u jonger bent dan 16 jaar (bij aanvang van het jaar volgend op het jaar van aangifte). Als u ondernemer bent (anders dan als directeur van uw eigen B.V. waar u in loondienst bent). 26. Ik heb meer betaald dan is vooringevuld. Hoe kan dat? De premie voor uw verzekering kan fiscaal uit verschillende onderdelen bestaan. Hebt u bijvoorbeeld een arbeidsongeschiktheidsuitkering (of arbeidsongeschiktheidsrente) meeverzekerd, dan is het daarmee samenhangende deel van de premie niet vooringevuld. Die premie is voor u afzonderlijk aftrekbaar (zie ook volgende vraag). Het kan ook zijn dat uw polis voor de verzekerde dekking bij overlijden niet als lijfrenteverzekering geldt. Dan hebt u voor een deel van de premie geen recht op aftrek. U kunt dit op uw polisblad terugvinden.
Ondernemer
27. Ik ben ondernemer, wordt mijn premie ook vooringevuld? Nee, de Belastingdienst sluit het voorinvullen voorlopig nog uit als u winst uit uw onderneming geniet. 28. Ik heb stakingswinst omgezet in lijfrente, wat gebeurt daarmee? U kunt zelf de omzetting in de aangifte aangeven. Dit wordt niet vooringevuld. 29. Ik heb mijn oudedagsreserve omgezet in lijfrente, wat gebeurt daarmee? U kunt de omzetting zelf in de aangifte aangeven. Dit wordt niet vooringevuld.
Arbeidsongeschiktheidsdekking meeverzekerd 30. Ik betaal ook premie voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering / arbeidsongeschiktheidsrente. Is die ook aftrekbaar? De premie voor een op dezelfde polis meeverzekerde arbeidsongeschiktheidsverzekering (of arbeidsongeschiktheidsrente) is afzonderlijk aftrekbaar. Dit is eveneens de rubriek ‘uitgaven inkomensvoorzieningen’ bij ‘premies voor arbeidsongeschiktheidsverzekeringen e.d.’ (dit volgt direct op het onderdeel ‘uitgaven voor lijfrenten’). Voor deze aftrek geldt de jaarruimte niet (er hoeft geen pensioentekort te zijn). Uiteraard hebt u ook recht op deze aftrek als u dit via een aparte polis verzekerd heeft, dus anders dan bijverzekerd op de lijfrentepolis. 31. Mijn gegevens zijn niet goed ingevuld. Wat moet ik doen? Het vooringevulde bedrag is met de grootste zorgvuldigheid samengesteld. Als u vermoedt dat het vooringevulde bedrag desondanks niet juist is, kunt u dit nagaan door de betalingen die u in 2013 hebt gedaan aan a.s.r. voor deze polis bij elkaar op te tellen. Vervolgens kunt u op uw polis nagaan of voor u wel de volledige premie aftrekbaar is. Een andere oorzaak kan zijn dat u de premie via de verzekeringsadviseur betaalt of dat u de verzekering als onderdeel van een pakket heeft gesloten. Een oorzaak kan ook zijn dat u een arbeidsongeschiktheidsuitkering heeft meeverzekerd op dezelfde polis. Of dat uw burgerservicenummer (BSN) of sofinummer bij ons niet (goed) bekend is.