‘DE FYSIEKE KLEDINGWINKEL OVER VIJF JAAR’ LISELOTTE VAN ESSEN STUDENTNR: 500653684 AMSTERDAM FASHION INSTITUTE
VOORWOORD Deze scriptie is geschreven ter afronding van de bacheloropleiding Fashion & Management aan het Amsterdam Fashion Institute te Amsterdam. Het laatste semester van deze studie bestaat uit het doen van een onderzoek, in mijn geval naar de toekomst van de fysieke kledingwinkel. De keuze van mijn onderwerp is voortgekomen uit mijn interesse inzake de veranderingen in de retail. Ik werk zelf bijna zes jaar in een jeanswinkel en merk dat er veel verandert op het gebied van consumentengedrag, online winkelen en de vernieuwende technologieën. Zelf ben ik erg benieuwd hoe de fysieke kledingwinkel eruit gaat zien in de toekomst en heb dit kunnen vertalen naar deze scriptie. De hoofdvraag luidt dan ook: ‘Hoe ziet de fysieke kledingwinkel eruit over vijf jaar?’ Door middel van vier deelvragen heb ik deze vraag zo goed mogelijk proberen te beantwoorden. Ik kan de toekomst niet voorspellen, maar op basis van de resultaten en bevindingen van bestaande onderzoeken, eigen onderzoek en interviews heb ik wel een type kledingwinkel kunnen schetsen dat over vijf jaar nog kan bestaan en inspeelt op de trends en ontwikkelingen. Graag wil ik een aantal mensen bedanken die mij hebben ondersteund bij het schrijven mijn scriptie. Allereerst wil ik Prof. Dr. Hein Daanen bedanken voor zijn tips, tijd en begeleiding als mijn afstudeercoach. Daarnaast ook Anne Moes, Fred Goudswaard, Seppe Meinders, Gert-‐Jan Slijkhuis en Arjan Fidder die voor mij tijd hebben vrijgemaakt om hun kennis en visies met mij te delen. En tenslotte alle mensen die mij hebben ondersteund tijdens het werken aan mijn scriptie. Veel leesplezier! Liselotte van Essen Amsterdam, 21-‐05-‐15
2
SAMENVATTING Er zijn drie belangrijke trends die een grote rol spelen in de veranderingen op het gebied van consumentengedrag en de retail, namelijk de economischie, maatschappelijke en technologische trends. Stuk voor stuk zorgen zij ervoor dat de retail verandert en dat winkelen in de toekomst een totaal andere inhoud zal krijgen. In deze scriptie heb ik de toekomst van de fysieke kledingwinkel over vijf jaar onderzocht en beantwoord daarmee de volgende hoofdvraag: ‘Hoe ziet de fysieke winkel eruit over vijf jaar?’ Met behulp van een aantal deelvragen zal op deze vraag een antwoord worden gegeven. Het doel van dit onderzoek is om retailers met een eigen fysieke kledingwinkel inzicht te geven wat er allemaal gaat veranderen de komende vijf jaar en wat zij kunnen doen om daarop in te spelen. Het veranderende consumentengedrag zorgt ervoor dat de doorverkoop in modewinkels achterblijft. Om deze reden zullen veel fysieke kledingwinkels alsnog hun deuren gaan sluiten. De fysieke kledingwinkel, die wel blijft bestaan, gaat mee met de trends en ontwikkelingen en speelt daarmee in op het veranderende consumentengedrag. Het consumentengedrag verandert heel snel en het is daarom belangrijk voor de retailers van de fysieke kledingwinkel om aan hun winkel een toegevoegde waarde te creëren voor de consument zodat de aantrekkingskracht naar de fysieke winkels gewaarborgd blijft. Door het veranderende consumentengedrag, de economische crisis en de opkomst van webwinkels is het van belang dat de fysieke kledingwinkel inspeelt op de eisen en wensen van de klant. De samenleving digitaliseert, maar uit onderzoek is gebleken dat de consument nog steeds behoefte heeft aan een fysieke kledingwinkel. Het nieuwe type kledingwinkel zal meegaan met deze digitalisering en naast de fysieke kledingwinkel ook een webshop en een applicatie ontwikkelen. Hierdoor is de consument altijd verbonden met de winkel en kan te allen tijde de collectie bekijken, virtueel passen en het artikel bestellen. De voorraad van de fysieke kledingwinkel, maar ook die van de leverancier, kan worden gecheckt. Op deze manier wordt het assortiment en keuze voor de consument vergroot en daardoor zullen ook de verkopen toenemen. Deze applicatie maakt een profiel aan van de consument en door middel van beacons wordt deze informatie gedeeld met de winkelier. Zo kan er optimaal worden ingespeeld op alle wensen en behoeften van de klant. De toekomst is niet te voorspellen, maar op basis van de resultaten en bevindingen van het onderzoek en de gesprekken is er een type kledingwinkel geschetst dat over vijf jaar nog kan bestaan. Deze speelt in op de economische, maatschappelijk en technologische trends maar heeft, zoals elk businessmodel, ook zijn sterke en zwakke punten.
3
INHOUDSOPGAVE Voorwoord Samenvatting
1. Introductie 1.1 Aanleiding en relevantie van het onderwerp 1.2 Doelstelling 1.3 Onderzoeksvraag en deelvragen 1.4 Methodologie 1.5 Opzet van het rapport 1.6 Afbakening
2 3
6 6 6 7 8 8
2. Welke ontwikkelingen van de komende vijf jaar hebben invloed op de fysieke kledingwinkel? 2.1 Inleiding 9 2.2 Welke grote ontwikkelingen hebben er plaatsgevonden? 9 2.3 Wat kunnen we de komende vijf jaar verwachten? 11 2.4 Conclusie 13 3. Hoe beïnvloedt het veranderend consumentengedrag de fysieke kledingwinkel? 3.1 Inleiding 14 3.2 Hoe verandert het consumentengedrag? 14 3.3 Hoe blijft de consument gemotiveerd om de fysieke kledingwinkel te bezoeken in plaats van online te kopen? 15 3.4 Welke waarden als retailer zullen veranderen? 16 3.5 Conclusie 17 4. Hoe worden de ontwikkelingen gecombineerd met een fysieke kledingwinkel? 4.1 Inleiding 19 4.2 Welke nieuwe technologieën zijn er? 19 4.3 Welke technologieën worden gebruikt in het nieuwe type kleding winkel? 21 4.4 Hoe ziet het nieuwe type kledingwinkel eruit? 23 4.5 Conclusie 24 5. Wat zijn de kansen en beperkingen van het nieuwe type kledingwinkel over vijf jaar? 5.1 Inleiding 26 5.2 SWOT 26 5.3 conclusie 28
4
6. Eindconclusie 6.1 Inleiding 6.2 Beantwoording deelvragen 6.3 Beantwoording hoofdvraag 6.4 Eindconclusie 7. Literatuurlijst 8. Verklaring lijst 9. Bijlage 9.1 Interview Arjan Fidder 9.2 Interview Seppe Meinders 9.3 Interview Gert-‐Jan Slijkhuis
29 29 30 30
32
35
37 40 43
5
1. INTRODUCTIE 1.1 Aanleiding en relevantie van het onderwerp Mijn onderwerp is voortgekomen uit mijn interesse inzake de veranderingen rondom en in de fysieke winkel. Ik werk zelf in een jeanswinkel en merk dat er veel verandert op het gebied van consumentengedrag. Dit komt met name door de economische crisis maar ook de opkomst van webwinkels en de vernieuwende technologieën spelen hierbij een grote rol. Vanaf 2008 werd de economische crisis ook voelbaar voor Nederland. De huizenmarkt liep vast en bedrijven kwamen in liquiditeitsproblemen. Dit was erg merkbaar in de Nederlandse portemonnee. De koopkracht daalde aanzienlijk en dit had veel impact op de retail. Momenteel klimmen we uit de crisis. Uit de jongste ramingen van het Centraal Planbureau (CPB) blijkt dat de economische groei dit jaar sneller gaat en uitkomt op 1,7 procent. Volgend jaar groeit de economie 1,8 procent (CPB, 2015). Niet alleen door de economische crisis maar ook door veranderend consumentengedrag, nieuwe technologieën en door digitalisering staat de fysieke winkel steeds meer onder druk. Veel winkels verdwijnen en er ontstaat steeds meer leegstand. Consumenten shoppen in toenemende mate online. Toch geeft de consument wel aan belang te hebben bij een fysieke winkel. Maar bestaan er überhaupt nog winkels over vijf jaar? Hoe ziet zo’n winkel eruit en wat moet je als winkelier doen om je bedrijf te laten voortbestaan? In mijn scriptie onderzoek ik hoe de fysieke winkel eruit ziet over vijf jaar. Ik wil een inzicht geven wat er allemaal gaat veranderen de komende vijf jaar en wat retailers met een eigen fysieke kledingwinkel kunnen doen om daarop in te spelen. 1.2 Doelstelling De doelstelling van dit onderzoek is inzicht geven in de toekomst van de fysieke winkel over vijf jaar. ‘Hoe ziet de ideale winkel er over vijf jaar uit?’ Wat gaat er veranderen en hoe speel je als retailer in op deze veranderingen. Dit onderzoek is interessant voor retailers met een eigen fysieke kledingwinkel. 1.3 Onderzoeksvraag en deelvragen Aan de hand van de hiervoor genoemde doelstelling is de volgende hoofdvraag geformuleerd: ‘Hoe ziet de fysieke kledingwinkel eruit over vijf jaar?’ Om deze hoofdvraag zo duidelijk en realistisch mogelijk te beantwoorden worden de volgende deelvragen gesteld:
6
-‐ ‘Welke ontwikkelingen van de komende vijf jaar hebben invloed op de fysieke kledingwinkel?’ Welke grote ontwikkelingen hebben er plaatsgevonden? Wat waren hiervan de effecten op de retail? Wat kunnen we verwachten van de komende vijf jaar? -‐ ‘Hoe beïnvloedt het veranderend consumentengedrag de fysieke winkel?’ Hoe verandert het consumentengedrag? Hoe blijft de consument gemotiveerd om de fysieke kledingwinkel te bezoeken in plaats van online te kopen? Welke waarden als retailer zullen er veranderen? -‐ ‘Hoe worden de ontwikkelingen gecombineerd met een fysieke winkel?’ Welke technologieën worden gebruikt in het type kledingwinkel? Hoe ziet dit nieuwe type kledingwinkel eruit? -‐ ‘Wat zijn de kansen en beperkingen van dit nieuwe type kledingwinkel over vijf jaar?’ 1.4 Methodologie Om de deelvragen en daarmee ook de hoofdvraag te beantwoorden wordt er gebruik gemaakt van triangulatie. Dit houdt in dat kwalitatieve en kwantitatieve dataverzamelingsmethoden worden gecombineerd in één onderzoeksopzet. Dit verhoogt de betrouwbaarheid van onderzoeksresultaten. Door middel van kwalitatief en kwantitatief onderzoek worden de deelvragen zo realistisch en duidelijk mogelijk beantwoord. Kwalitatief en kwantitatief onderzoek Kwalitatief onderzoek wordt gebruikt voor het verkrijgen van inzichten. De vraag die gesteld wordt bij een kwalitatief onderzoek is erg breed. Dit heeft te maken met de uitkomsten, deze kunnen alle kanten op en zijn minder goed te voorspellen. Hiervoor ga ik diverse bestaande onderzoeksrapporten, artikelen, boeken, publicaties lezen en de reeds gevonden resultaten uit eerdere literatuurstudies gebruiken. Bij kwantitatief onderzoek is er meer voorkennis dan bij kwalitatief onderzoek. Nadat er genoeg data uit de kwalitatieve onderzoeken zijn verzameld kan er kwantitatief onderzoek gedaan worden. Dit zijn gesprekken en interviews met experts, mensen uit het veld en de consument. Hiervoor heb ik drie diepte interviews gevoerd die zijn uitgewerkt in de bijlage. Deze interviews zijn gevoerd met Arjan Fidder, eigenaar van een fysieke kledingwinkel, Seppe Meinders, directeur van Fasha en Gert-‐Jan Slijkhuis eigenaar van Access Gear en al
7
jarenlang online werkzaam. Ik heb voor hun gekozen omdat zij allemaal ondernemers zijn in de modebranche. Zij communiceren allemaal via een ander kanaal met de consument en hebben zo hun eigen ideeen en inzichten over de fysieke kledingwinkel over vijf jaar. De interviews staan uitgeschreven in de bijlage. 1.5 Opzet Door onderzoek te doen naar zowel de ontwikkelingen in de retail als ook naar het veranderend consumentengedrag, wordt er een beeld van een nieuw type kledingwinkel geschetst over vijf jaar. Vervolgens worden de kansen en bedreigingen van dit type kledingwinkel onderzocht. Het onderzoek zal vanuit een beschrijvende onderzoeksvraag worden geschreven. Door de deelvragen zowel kwantitatief als kwalitatief te onderzoeken verwacht ik een zo realistisch en duidelijk mogelijk antwoord te kunnen waarborgen. 1.6 Afbakening Dit onderzoek richt zich alleen op de fysieke kledingwinkels in Nederland over een tijdsbestek van vijf jaar. Winkels uit andere sectoren en landen worden buiten beschouwing gelaten.
8
2. WELKE ONTWIKKELINGEN VAN DE KOMENDE VIJF JAAR HEBBEN INVLOED OP DE FYSIEKE KLEDINGWINKEL? 2.1 Inleiding De Nederlandse retail verandert in een razend tempo, dat is een feit. Verschillende factoren van de afgelopen jaren hebben een grote impact gehad op de kledingindustrie. Tot 2020 zal er nog veel meer gaan veranderen en wie als zelfstandige winkelier daar niet in meegaat, wordt genoodzaakt zijn of haar winkel te sluiten. Veel verschillende factoren hebben invloed gehad op de afnemende koopkracht in de fysieke kledingwinkel. De economische crisis, de toename in het online winkelen en de groei van internationaal opererende fast fashionketens zijn hier grote oorzaken van. Deze veranderingen hebben niet alleen een grote invloed op de fysieke kledingwinkels maar ook op de gehele Nederlandse economie en samenleving. Het is daarom van belang om deze veranderingen in kaart te brengen en te kijken hoe we kunnen zorgen voor een beter winkelklimaat voor de consumenten en de winkeliers. De belangrijkste ontwikkelingen die impact hebben op de fysieke kledingwinkel en op de veranderingen voor de fysieke kledingwinkel over vijf jaar worden behandeld. 2.2 Welke grote ontwikkelingen hebben er plaatsgevonden? Voornamelijk de economische crisis, die langer duurde dan iedereen verwachtte, zorgt voor een afname in koopkracht en veel leegstand. 2013 was het jaar waarin de crisis al vijf jaar duurde -‐ vijf jaar sinds de grote banken omvielen, vijf jaar sinds de huizenprijzen hun piek bereikten en daarna steeds maar weer bleven zakken (Kampen, 2013). De consument hield in 2013 nog steeds de hand op de knip. Ruim acht op de tien Nederlanders zegt te bezuinigen op kleding, gemiddeld 53 euro per maand (NUgeld, 2013). De crisis heeft de koopkracht van de consument doen dalen. Volgens Gfk zorgt het huidige gedrag van consumenten ervoor dat de doorverkoop in modewinkels achterblijft en dat steeds meer zelfstandige winkeliers hun winkels moeten sluiten. Veel kledingwinkels gingen failliet en dit aantal faillissementen neemt alleen maar toe. Het aantal leegstaande winkelpanden tussen 2009 en 2010 steeg met 9%, in 2014 liep dit op met 10%. Van de 220.000 winkelpanden in Nederland staan er op dit moment 13.259 leeg (5,96%). Het aantal leegstaande panden is daarmee in twee jaar tijd met 20% gestegen (Zandbergen, 2015). Figuur 1., laat de economische prognose van Detailhandel zien (Detailhandel, 2014). Deze crisis is net als de vorige crisis vooral merkbaar in de detailhandel. De lonen groeien nauwelijks, maar de prijzen blijven stijgen. Volgens de prognose van 2014 zal de economische groei iets toenemen en ook wordt er een groei verwacht in de omzet van de detailhandel. Maar vooralsnog staat dit cijfer helaas nog in de min. De lonen blijven gelijk en het percentage werklozen gaat zelfs verder omhoog. Verwacht wordt dat de koopkracht
9
in 2014 zal toenemen met 1% in vergelijking met 2013. Deze cijfers laten zien dat de fysieke kledingwinkels hun uiterste best moeten gaan doen om te blijven bestaan. Figuur 1. De economische prognose van Detailhandel. (Detailhandel, 2014) Dankzij stabilisering van de koopkracht in 2014 loopt de krimp in omzet naar verwachting terug. Toch is nog wel sprake van een daling in omzet. Het herstel van economie en koopkracht is nog te zwak om de consumentenbestedingen te laten groeien (ING Economisch Bureau, 2013). Wel zien we een grote toename in kledingaankopen online. De consument koopt steeds meer online in plaats van in een fysieke kledingwinkel (Wobma, 2013). Kleding wordt al lang niet meer door alleen de fysieke kledingwinkel aangeboden maar ook via het internet. Merken kunnen hierdoor hun klant direct bereiken zonder tussenkomst van een retailer. Het aanbod voor de klant wordt zo alleen maar groter omdat er steeds meer aanbieders zijn. In de eerste helft van 2013 lag de omzet die de Nederlandse modehandelaars via het internet realiseerden 15 procent hoger dan in dezelfde periode van 2012. Van alle modekopers plaatst nu al 29,7% bestellingen online, zo blijkt uit cijfers van GfK. In juni 2013 lag het aantal online kopers ook 30% hoger dan twaalf maanden daarvoor (Schouten, 2013). Volgens Gert-‐Jan Slijkhuis, eigenaar van Access Gear, zijn de online aankopen de afgelopen tien jaar gigantische gegroeid. Veel mensen zijn zich daar niet eens bewust van omdat heel veel verkopen niet worden geregistreerd bij GFK maar wel worden gedaan. Zo’n vijftien jaar geleden geloofde hij nog niet zo in het online winkelen maar na de groei te hebben gemerkt bij Bol.com en het consumentengedrag van tegenwoordig geeft hij aan dat het online winkelen juist een hele grote rol speelt die alleen nog maar blijft groeien. Naast de groeiende online aankopen bieden nu ook steeds meer goedkopere fast fashionketens zich aan. Fast fashion ketens zijn gigantische modeketens met een enorme hoeveelheid, goedkope kleding en snel wisselende collecties. Consumenten willen graag winkelen bij fast fashionketens die lage prijzen kunnen garanderen. Veel retailers kunnen hier niet in meegaan en verliezen daarom hun klanten. Het is aan de retailers om daar
10
voldoende op in te kunnen spelen door goede afspraken te maken en veel contact te houden met hun leveranciers. 2.3 Wat kunnen we verwachten van de komende vijf jaar? Deze veranderende retailstructuur heeft veel negatieve effecten gehad op de fysieke kledingwinkel. Toch zijn daar ook kansen voor de toekomst, maar wat kunnen we verwachten? De veranderingen in de komende vijf jaar zijn moeilijk te voorspellen maar er kan wel een scenario geschetst worden aan de hand van de veranderingen van de afgelopen vijf jaar, de verwachtingen en alle nieuwe ontwikkelingen en technologieën. Voorlopig zal de modebranche nog te maken hebben met stagnatie of zelfs vermindering van de fysieke kledingwinkels. De online besteding aan kleding groeit wel. Daarom zal online altijd naast de fysieke winkel moeten blijven bestaan. Slechts 12 procent van de respondenten denkt in 2020 fashion alleen nog maar online te kopen. De rest van de consumenten gaat nog graag een dagje shoppen (Wolters, 2014). Op korte termijn valt geen serieuze groei van de totale detailsomzet te verwachten (HBD, 2013). Het wordt een strijd om de klant omdat kleding via steeds meer kanalen zal worden afgezet. Het winkellandschap zal blijven veranderen, winkels die niet meegaan met deze veranderende retailstructuur zullen het niet overleven. Voornamelijk multibrandwinkels zullen gaan verdwijnen. De artikelen van deze winkels worden via veel verschillende kanalen aangeboden en de fysieke winkels kunnen de snelheid van de leveringen niet bijhouden. Volgens Seppe Meinders, directeur van Fashion Evolution, zal 50% van de mensen werkzaam in deze branche over vijf jaar werkloos zijn. Naar verwachting zal de winkelleegstand nog blijven toenemen. Belangrijk is dat er creatief wordt omgegaan met de invulling van deze leegstand. Bijvoorbeeld met het nieuwe type kledingwinkel, pop-‐up stores van webwinkels, showrooms of afhaalpunten. Om zo de leegstand van panden en winkels te beperken. Waar winkels verdwijnen komen er ook weer nieuwe spelers voor terug. Een illustrerend citaat: ‘Als in een bos de grote bomen worden gekapt, kunnen de zon en de regen weer op de grond komen, waardoor weer nieuw leven ontstaat. Planten, struiken en zaadjes groeien weer tot een nieuw geheel en een nieuwe natuurlijke schoonheid. Zonder de grote bomen te kappen was dit nooit gebeurd. Een wijze biologische les voor de retailer’ (Molenaar, 2011). De stijgende lijn in het online winkelen zal zich voortzetten. Het winkelen in 2020 zal niet meer zijn wat we gewend zijn. Fysieke kledingwinkels moeten het online winkelen gaan integreren om zo het veranderende consumentengedrag bij te benen. Maar niet alleen het
11
online winkelen zal impact hebben op de winkelgebieden. Ook de digitalisering van de samenleving. Deze digitalisering betreft een groot aantal technologische ontwikkelingen zoals de opkomst van mobiel internet, big data, contactloos betalen, het gebruik van sensoren in winkels, nieuwe pashokjes en nieuwe productiemethoden, zoals 3D-‐printing. De retailbranche zal zich gaan ontwikkelen van een single naar omni-‐channelmarkt. Deze ontwikkelingen bieden de mogelijkheid om veel persoonsgerichter te functioneren. Het fysieke winkelen gaat veranderen waarbij het online en offline steeds meer met elkaar wordt geintegreerd. Dit vereist een sterke gebiedsgerichte samenwerking waarbij winkelgebieden als een totaalproduct worden beheerd, ontwikkeld en vermarkt. De consument wil een ‘dagje uit’ en meer dan alleen maar fysieke kledingwinkels, bijvoorbeeld in de vorm van speciaalzaken en horecagelegenheden. Daarnaast is het ook belangrijk dat er wordt samengewerkt tussen verschillende partijen zoals de gemeenten, winkeliers, financiers, leveranciers en consument. Tegenwoordig streven deze partijen voornamelijk hun eigen belangen na. Eigenaren met een fysieke kledingwinkel hebben te maken met een hoge lokale regeldruk. Het gaat dan onder andere om flexibiliteit en ruimte in bestemmingsplannen, venstertijden, de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en allerlei regels voor vergunningen (geluid, milieu, reclame, monumentenstatus, afwijking bestemmingsplan, en dergelijke) (Detailhandel, Actieplan, 2014). Ook de lokale lasten zijn hoog en stijgen elk jaar. Ondernemers hebben de indruk dat ze teveel betalen voor de gemeentelijke dienstverlening die daar tegenover staat. Daarnaast gaan de lokale belastingen gepaard met erg veel regeldruk en zijn de huurkosten erg hoog. Meer en beter overleg en samenwerking tussen huurders en eigenaren zou dit kunnen verhelpen. Ook de openingstijden van de winkels zijn te beperkt. In verschillende dorpen en steden zijn alle winkels op zondag gesloten terwijl dan juist alle mensen vrij zijn. Ook het doorvoeren van koopavonden verschilt erg per dorp of stad. De consument is altijd druk. Als de openingstijden van de fysieke kledingwinkels gaan veranderen kunnen fysieke kledingwinkels open zijn op de momenten dat de consument vrij is. Door goede afspraken te maken met de leveranciers kan de winkelier meer voorraad en assortiment bieden aan de consument. Meer keuze leidt tot meer aankopen. Samenwerking met de consument kan ervoor zorgen dat de fysieke kledingwinkel meer inzicht krijgt in de wensen en behoeften van de consument en daar optimaal op inspelen: co-‐creatie. Seppe Meinders, directeur van Fasha, gelooft heilig in de nieuwe software die hij aan het ontwikkelen is. Big data, weten waar de consument behoefte aan heeft en daar op inspelen. Niet via een webshop of een fysieke winkel maar met een verzamelsite. Op basis van techniek zal volgens Meinders, 50% van de mensen die nu werkzaam is in de modebranche over vijf jaar werkloos zijn.
12
2.4 Conclusie Veel retailers moeten toch hun deuren gaan sluiten, de fysieke kledingwinkels die wel blijven bestaan zullen grote veranderingen doormaken. De fysieke kledingwinkel die blijft bestaan is meegegaan met de trends en ontwikkelingen en speelt daarmee in op het veranderende consumentengedrag. Het aantal consumenten dat online winkelt blijft groeien. Maar de consument wenst nog wel naar een fysieke kledingwinkel te gaan. De fysieke kledingwinkel is genoodzaakt om naast de winkel ook een webshop bij te houden om zo de consument meer te kunnen bieden dan alleen de fysieke kledingwinkel. Ook zal de fysieke kledingwinkel moeten gaan digitaliseren om zo de technologische ontwikkelingen bij te houden. De omzet in de detailhandel zal op korte termijn nog geen grote groei doormaken, maar het zal ook niet gaan dalen. Doordat kleding via steeds meer kanalen wordt aangeboden aan de consument zal het winkellandschap gaan veranderen. Veel fysieke kledingwinkels zullen alsnog gaan verdwijnen. Maar door creatief om te gaan met de leegstand wordt het aantal leegstaande panden en winkels beperkt. Ook is het belangrijk dat er wordt samengewerkt tussen verschillende partijen zoals de gemeenten, winkeliers, financiers, leveranciers en consument. Tegenwoordig streven al deze partijen voornamelijk hun eigen belangen na. Als deze partijen meer gaan samenwerken, dan kan dat alleen maar positief uitpakken voor de winkelgebieden en daarmee de detailhandel. De consument neemt de macht over en het is belangrijk als retailer om daarin mee te gaan om zo de consument niet te verliezen.
13
3. HOE BEÏNVLOEDT HET VERANDEREND CONSUMENTENGEDRAG DE FYSIEKE WINKEL? 3.1 Inleiding Consumentengedrag is de beschrijving van hoe mensen kopen, wat ze kopen, waar ze kopen, wanneer ze kopen en waarom ze kopen. Het is daarmee een onderdeel van marketing met duidelijke kruisverbanden met psychologie, sociologie, antropologie en economie. Het doel van de studie naar consumentengedrag is het besluitvormingsproces rond aankopen van zowel individuen als groepen te begrijpen. Daarbij wordt geprobeerd de invloed van familie, vrienden, referentiegroepen en de maatschappij in het algemeen op de koper, in kaart te brengen (Kenniscentrum). De nieuwe consument wil gemak, service en altijd bereikbaar zijn. Hij of zij leeft anders en stelt andere eisen. Passen winkels daar nog wel bij? Winkels met beperkte openingstijden, beperkt assortiment en beperkt bereik? Het nieuwe koopgedrag van klanten gaat leiden tot een aanpassing in de retail. De uitdaging voor de winkels: je klanten motiveren om bij jou te kopen (Molenaar, 2011). 3.2 Hoe verandert het consumentengedrag? Instanties zoals Forrester Research, IAB, GfK, Thuiswinkel.org, eMarketer en Nielsen publiceren regelmatig cijfers over de online bestedingen en het online consumentengedrag. Zo publiceert Thuiswinkel.org periodiek een Thuiswinkel Markt Monitor. Hieruit bleek dat 11 miljoen Nederlanders in 2013 online een aankoop hebben gedaan. Waar we in 2012 nog rond de 9 miljard euro online hebben besteed, was dit in 2013 al 10,6 miljard. In 2014 is het online kopen opnieuw toegenomen en komt het bedrag op ruim 11 miljard euro aan online aankopen (Consumentengedrag en Cijfers). Er is dus een duidelijke groei in online aankopen te zien. Kleding wordt via steeds meer kanalen aangeboden aan de consument. Hierdoor is het nu zelfs mogelijk dat een bedrijf/merk zijn product direct aan de consument verkoopt zonder een tussenschakel als een fysieke kledingwinkel. De keuze en bereikbaarheid voor de consument wordt hierdoor groter. De consument van tegenwoordig kan op elk moment van de dag en bijna overal online een aankoop doen. Ze zijn niet meer gebonden aan openingstijden. Volgens Cmotions is de algemene trend dat consumenten verschillende kanalen gebruiken om zich te oriënteren, om advies in te winnen, om te kopen en om na de koop service te krijgen (Cmotions, 2015). Er wordt door de consument steeds meer gebruik gemaakt van deze cross-‐media; het oriënteren en informeren via verschillende kanalen om vervolgens de prijs te vergelijken en te kopen via andere kanalen. De consument weet steeds meer en verwacht daarom ook meer. De consument wil lage prijzen, een goede kwaliteit en een snelle afhandeling. Ook is er een duidelijke afname van winkeltrouw (merktrouw) te zien (Korte, 2012). De consument is steeds minder gebonden
14
aan een bepaald soort winkel of merk en zou het product in principe overal kunnen aanschaffen. De consument is nu kritischer dan ooit. Consument focussen zich niet meer alleen op de fysieke winkel of alleen op een webshop. Zij oriënteren zich online, maar gaan ook graag een fysieke winkel binnen voor meer informatie en advies. Na de economische crisis is de consument een stuk prijsbewuster geworden en heeft hierdoor geleerd om online en offline tegen elkaar uit te spelen. Een combinatie van online en offline is voor de ondernemer daardoor onvermijdbaar. Cross channel marketing is momenteel de belangrijkste trend om de consument zowel online als offline te kunnen bedienen. Ook Arjan Fidder, eigenaar van Blue DNA, een fysieke kledingwinkel, merkt dit erg. De consument weet veel meer over het product en heeft vaak al voorgekeken op het internet. Daarnaast is het lastig om altijd te kunnen voldoen aan die verwachtingen. De consument ziet een gehele collectie van een bepaald merk online maar vind vervolgens in de winkel maar een klein deel daarvan. Hij merkt dat de consument tegenwoordig heel gericht naar een bepaald artikel op zoek is en dat er tegenwoordig ook vaak maar 1 of enkele artikelen worden gekocht. Voorheen ging het verkopen veel makkelijker en kochten klanten vaak hele setjes en nog allerlei artikelen erbij. Het komt door de economische crisis, de nieuwe technologieën en de steeds sneller groeiende fast fashionketens waardoor de consument is veranderd. De consument van nu is veel kritischer en prijsbewuster, wil goede service, kwaliteit, snelheid en altijd en overal bediend kunnen worden. De consument neemt de macht over. Voorheen bedacht de retailer alles zelf en de consument ging daarin mee. Sinds de consument veel zelfstandiger en kritischer is geworden, verschuift deze macht. De consument bepaalt en de retailers moeten ervoor zorgen dat ze dit kunnen aanbieden want anders raken zij de consument kwijt. Om als retailer in te spelen op deze veeleisende consument moet er gewerkt gaan worden met co-‐ creatie. Co-‐creatie is het ontwikkelen van diensten of producten in samenwerking met de consument. Dit is de manier om de consument tevreden te houden en betrokken te laten blijven bij je fysieke kledingwinkel. 3.3 Hoe blijft de consument gemotiveerd om de fysieke kledingwinkel te bezoeken in plaats van online te kopen? Ondanks de voordelen van een webshop -‐ het gemak, het niet gebonden zijn aan openingstijden en het eenvoudig prijsvergelijken via internet -‐ zijn er ook voordelen aan de fysieke kledingwinkel toe te kennen. Momenteel is het grootste voordeel van een fysieke kledingwinkel dat de consument de kleding kan passen en meteen kan meenemen. Daarnaast kan de fysieke kledingwinkel zich ook onderscheiden van online winkelen door middel van de beleving in de winkel. In een fysieke winkel kunnen alle menselijke zintuigen
15
worden geprikkeld. Dit is bij een webshop niet het geval. Bij een webshop gaan de menselijke zintuigen niet verder dan zien en eventueel horen. In een fysieke winkel kan de consument zowel horen, proeven, zien, ruiken en voelen kortom: beleven (Halma, 2013). Naast het prikkelen van de zintuigen is ook het persoonlijk advies en hulp van ervaren winkelmedewerkers, interactie en het vertrouwen, een voordeel. Wat belangrijk is voor de fysieke kledingwinkel is de belevingsmarketing, ook wel experience marketing genoemd. Hierbij wordt een beleving gecreëerd om de consumenten het product op een emotioneel niveau te laten ervaren en een relatie te creëren. Dit is belangrijk want emotie doet kopen. Hier wordt door de retailer met een fysieke winkel al veel op ingespeeld maar door dit te combineren met digitalisering kan de fysieke kledingwinkel zich gaan onderscheiden. Dit door opkomst van mobiel internet, big data, het gebruik van sensoren in winkels, nieuwe pashokjes en nieuwe productiemethoden, zoals 3d-‐printing. Door deze technologische ontwikkelingen kunnen fysieke kledingwinkels veel persoonsgerichter werken en hierdoor zullen zij hun consumenten (blijven) aantrekken. Deze nieuwe technologieën worden behandeld in hoofdstuk 4.2: ‘Welke nieuwe technologieën zijn er?’ 3.4 Welke waarden als retailer zullen er veranderen? De fysieke kledingwinkel zal mee moeten gaan met alle trends, de technologieën en zal vooral ook moeten inspelen op de behoeften en wensen van de consument. De consument is tegenwoordig niet meer gebonden aan een fysieke kledingwinkel of een webshop maar gaat puur voor het product. Om hierin mee te gaan zullen de waarden van de fysieke kledingwinkel gaan veranderen. De focus van retailing verschuift. Het klassieke businessmodel kent 4 pijlers (Sorensen, 2009): 1. de marges van de handel, zoals bonussen; 2. de interest op cash, nu verkopen later betalen; 3. het onroerend goed; 4. de marge op transacties. Deze klassieke pijlers nemen snel af in waarde en daardoor moet er gezocht worden naar nieuwe waarden voor de winstmogelijkheden. Ook de verkoopcriteria veranderen snel door de wijziging in het koopgedrag. Voorheen bestond de verkoopcriteria uit (Molenaar, 2011): - de locatie; - het assortiment; - de aanwezigheid van producten; - de informatie in de winkel; - de uitstraling; - het verkopend personeel;
16
Deze verkoopcriteria waren altijd erg belangrijk om consumenten aan te trekken. Tegenwoordig is de consument veel individueler en kritischer geworden en daarom is het inspelen op het nieuwe koopgedrag de belangrijkste voorwaarde geworden. De consument heeft tegenwoordig veel keuze. Als zij ervoor kiest om naar een winkel te gaan dan is dit een bewuste keuze. De consument verwacht in een winkel kennis van zaken, betrouwbaarheid en service. Daarnaast kunnen de producten worden gezien, gepast en meteen worden meegenomen. De uitstraling en de beleving van de fysieke kledingwinkel moet voldoen aan de verwachtingen van de consument. Hier kan op worden ingespeeld door middel van inspiratie, beleving, inrichting, muziek en contact met de consument. Het is belangrijk dat de fysieke kledingwinkel voldoet aan een goed assortiment, een beleving/ imago, goed personeel en verrassingen. Daarnaast is het vindbaar zijn van de winkel op internet cruciaal, denkt Jan Meerman. “De consument gaat steeds meer zelf bepalen wie hij toelaat in zijn wereld. Ondernemers moeten dus zorgen dat ze in contact blijven met hun klanten. De producten vinden hun weg wel naar hun kopers.” (Meerman, 2010). De fysieke kledingwinkel heeft kansen in deze nieuwe wereld, maar moet daarvoor wel constant blijven inspelen op het nieuwe koopgedrag, blijven inspelen op alle wensen en behoeften van de consument, meegaan met de digitalisering en transparantie bieden. Co-‐ creatie is hiervoor de oplossing. Co-‐creatie is een goede manier om die veeleisende consument bij je winkel te betrekken en tevreden te stellen. Uit onderzoek van Dan Ariely en Michael Norton is gebleken dat consumenten meer waarde hechten aan producten die ze zelf (gedeeltelijk) hebben gecreëerd. Ze zijn er tevredener over en leggen er meer geld voor op tafel (Norton, Mochon, & Ariely). Eén van de beste voorbeelden van wat co-‐creatie oplevert komt nog steeds van Modcloth. Deze Amerikaanse kledingretailer stelt een deel van het assortiment samen met zijn doelgroep. Klanten krijgen de kans om te stemmen op hun favoriete ontwerpen en alleen de populairste ontwerpen worden in productie genomen. De cijfers? De artikelen uit het ge-‐co-‐creëerde assortiment worden twee keer zo vaak verkocht als artikelen uit het ‘normale’ assortiment (Marian, 2015). 3.5 Conclusie De consument en daarbij het winkellandschap verandert. De drie trends -‐ de economische, maatschappelijke en technologische -‐ zorgen voor deze veranderingen. De economische crisis, de nieuwe technologieën en de steeds sneller groeiende fast fashionketens zijn een aantal van deze oorzaken waardoor het consumentgedrag is veranderd. De consument van nu is veel individueler, kritischer en prijsbewuster. Ze stellen meer eisen en krijgen de macht. Als fysieke kledingwinkel moet hier op worden ingespeeld om te voorkomen dat men de consument kwijtraakt. Door de beleving in de winkel aan te passen, mee te gaan
17
met de technologieën en in te spelen op wat de klant verlangt en graag wil kan de fysieke kledingwinkel ervoor zorgen dat de consument geprikkeld blijft om de winkel te bezoeken. Het is belangrijk om zowel offline als online de consument te benaderen en zo altijd bereikbaar te zijn. Om volledig te kunnen inspelen op alle wensen en behoeften van consumenten is het belangrijk om met hen te communiceren. Door middel van co-‐creatie kan je de consument betrekken bij je winkel en tegelijkertijd ook tevreden houden.
18
4. HOE WORDEN DE ONTWIKKELINGEN MET EEN FYSIEKE KLEDINGWINKEL GECOMBINEERD? 4.1 Inleiding Een belangrijke nieuwe waarde van het nieuwe type kledingwinkel is het offline met online combineren. Elke fysieke kledingwinkel moet tegenwoordig ook vindbaar zijn op het internet wil het blijven bestaan. Maar ook als webshop is het een grote verrijking om een fysieke winkel te hebben. Daarnaast is het van belang dat de fysieke kledingwinkel zich gaat onderscheiden door middel van digitalisering om zo in te spelen op de technologische ontwikkelingen. De trends en de technologieën ontwikkelen zich snel en de consument gaat daarin mee. Om als fysieke kledingwinkel de consument niet kwijt te raken is het van belang dat deze ontwikkelingen op de voet worden gevolgd. 4.2 Welke nieuwe technologieën zijn er? Onder de eerder genoemde digitalisering valt de opkomst van mobiel internet, big data, contactloos betalen, het gebruik van sensoren in winkels, vernieuwende software en nieuwe productiemethoden, zoals 3D-‐printing. Door deze technologische ontwikkelingen kunnen fysieke kledingwinkels veel persoonsgerichter te werk gaan en hierdoor zullen zij hun consumenten (blijven) aantrekken. Het gebruik van mobiele data is tegenwoordig niet meer weg te denken uit onze samenleving. Bijna iedereen maakt er gebruik van. Dit zorgt ervoor dat we zelfs als we niet thuis, op het werk of op school zijn toch via een 3G of 4G-‐netwerk op internet kunnen. Het afgelopen jaar is de hoeveelheid data die consumenten mobiel gebruiken verdubbeld. Dat blijkt uit de cijfers voor de telecommarkt over het derde kwartaal van 2014 die de Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft gepubliceerd. Ten opzichte van twee jaar geleden is het gebruik van mobiele data zelfs verdriedubbeld (BTG, 2015). Dit betekent dat we altijd en overal online kunnen zijn. Als elke fysieke kledingwinkel naast de fysieke winkel een webshop bijhoudt kan de consument dus altijd en overal informatie opdoen, zich oriënteren, prijsvergelijken en ook online de aankopen doen. Winkelen kan nu dus altijd en overal. De consument is niet meer gebonden aan de openingstijden van fysieke kledingwinkels. Dit maakt het ook mogelijk om zowel in als buiten de fysieke winkel contactloos te betalen. Ook wel mobiel betalen. Hierbij houdt de consument kort de betaalpas of mobiele telefoon boven de betaalautomaat. Het geld wordt nu net zoals met pinnen automatisch afgeschreven en overgemaakt. Het contactloos betalen gaat gemakkelijk en snel. En zorgt voor nog minder handelingen tot een aankoop. Door middel van sensoren in de winkels, bijvoorbeeld beacons, kunnen gegevens (Big data) worden verzameld van het winkelend publiek. Hierdoor krijg je als winkelier een beter beeld van de consument en kun je persoonsgerichter te werk gaan. Een beacon is een klein apparaat dat in een fysieke kledingwinkel kan worden geplaatst. Een beacon kan door middel van bluetooth-‐technologie signalen opvangen van en verzenden naar mobiele telefoons die zich in de buurt van en binnen de winkels bevinden. Zo worden klanten met
19
een mobiele telefoon gevolgd en benaderd, mits zij hiervoor toestemming hebben gegeven. Linda Bustos noemt op basis van het rapport ‘The emergence of Beacon’ van Forrester vijf redenen om gebruik te maken van beacons in de retail (Magazine, 2014): 1. Snelle service aan de klant 2. In-‐store navigatie 3. Klant-‐analyse 4. Betalen 5. Kanaaloverstijgende conversie-‐attributie en advertentie Een meerendeel van de consument zal het als zeer prettig ervaren om zowel digitaal als persoonlijk benaderd te worden. Door gebruik van beacons krijgt de winkelier veel informatie over consumenten en kunnen zij persoonsgerichter geholpen worden. Zij krijgen goede en persoonlijke service. Bovendien voelen zij zich speciaal, omdat er tijd en moeite in hen wordt gestoken. Het deel van de consument wat het niet prettig vind is de wat oudere generatie die moet wennen aan de nieuwe technologie. Een groot deel van de consument is opgegroeid met deze technologie en zal het niet ‘eng’ vinden om gevolgd en benaderd te worden door deze technologie. Naast de pashokjes in de fysieke kledingwinkels bestaan er nu ook mode-‐avatars die er voor zorgen dat je geen enkel pashokje meer in hoeft. Een mode-‐avatar is een virtuele 3D-‐ presentatie van jezelf met je exacte maten. De helft van alle online bestellingen gaat retour om maatgerelateerde redenen. Door middel van deze nieuwe mode-‐avatar kan dit aantal worden teruggedrongen en kun je op voorhand zien hoe het kledingstuk zal staan op jouw lichaam. Het slagen van deze virtuele paskamer hangt op drie kwesties. Ten eerste moet de avatar de maten zo goed mogelijk benaderen. Ten tweede moeten de exacte maten van de kleding bekend zijn en tot slot moeten ze de eigenschappen van de stof weten om zo een juiste simulatie van de werkelijkheid weer te geven (Stelling, 2015). Tegenwoordig worden mode-‐avatars voornamelijk gebruikt door kledingontwerpers, maar zij bieden ook zeker een toekomst voor de consument. Fashion Evolution heeft als onderzoek een winkel ontwikkelt met alleen maar digitale schermen. Door data-‐analyse kan er passend maat-‐ en prijsadvies worden gegeven en kan de consument op digitale schermen aankopen doen. Hierop kon de consument swipend in de lucht het scherm bedienen, kleding uitzoeken en virtueel passen. Het was nog niet volledig goed uitgewerkt en een groot deel van de consument vond het wat onwennig maar als de software zich beter ontwikkelt is het ook een optie voor de toekomstige kledingwinkel. Naast de voorgaande benoemde digitale ontwikkelingen zijn er ook ontwikkelingen op het gebied van productie. Zoals de nieuwe productie-‐methode; 3D printing. 3D printen is een vorm van Additive Manufacturing productietechniek (ook wel Rapid Prototyping of Rapid
20
Manufacturing genoemd) die een digitaal bestand om kan zetten naar een tastbaar object. Het object wordt laagje voor laagje opgebouwd door de 3D printer. Verschillende modeontwerpers hebben gebruikgemaakt van het 3D printing en hebben al mooie creaties laten zien op de catwalk, bijvoorbeeld Iris van Herpen. 3D-‐printing wordt vooralsnog alleen gebruikt door designers. Het is nog niet mogelijk om echt zachte stoffen/materialen te creëren die geschikt zijn voor de consument, maar dat zal niet lang meer op zich laten wachten. 4.3 Welke technologieën worden er gebruikt in het nieuwe type kledingwinkel? Het nieuwe type kledingwinkel over vijf jaar kan moeilijk worden voorspeld. Wel kan er een voorbeeld type kledingwinkel worden geschetst. Aan de hand van de afgelopen ontwikkelingen en de ontwikkelingen die worden verwacht in combinatie met de nieuwe technologieën wordt er een nieuw type kledingwinkel geschetst. Niet alle nieuwe technologieën zullen toegepast worden in dit type kledingwinkel, maar wel een combinatie van een aantal met een passende onderbouwing. Er is niet maar één type kledingwinkel de juiste voor de toekomst. Er zijn meerdere mogelijkheden en scenario’s mogelijk. Bij het beschrijven van dit type kledingwinkel wordt er rekening gehouden met het gedane onderzoek, eigen onderzoek en de interviews die zijn gehouden met verschillende personen uit het veld. Hieronder volgen de punten waar dit nieuwe type kledingwinkel in ieder geval aan voldoet. Digitalisering in de fysieke kledingwinkel. Het nieuwe type kledingwinkel behoudt naast de fysieke kledingwinkel ook een webshop bij en een applicatie voor op de mobiel, zodat de consument ten allen tijde en overal de collectie kan zien, informatie kan opzoeken, de voorraad kan checken, het product ook kan bestellen en het contactloos kan betalen. Op deze applicatie kan de consument een profiel aanmaken waarop te zien is wat ze allemaal heeft gekocht, bekeken heeft en wat ze leuk vindt. Bij binnenkomst van de winkel wordt dit profiel gedetecteerd door beacons en zichtbaar voor de winkelier. De winkelier kan via deze applicatie en beacons informatie verzenden en ontvangen naar en van de consument. De winkelier krijgt op deze manier inzicht in de interesses en behoeften van de consument, kan daar perfect op inspelen en een zo goed en passend mogelijk advies geven. Daarnaast is het ook mogelijk dat de consument vooraf een digitaal winkelwagentje vult zodat de winkelier deze op voorhand al kan klaarleggen. Bij binnenkomst van de winkel kan de consument meteen gaan passen en als zij tevreden is kan ze via dezelfde applicatie gemakkelijk met een klik afrekenen. ClientAssist biedt al een dergelijke software met deze mogelijkheden. Door middel van een applicatie in combinatie met beacons kan er veel informatie verzameld worden over de consument, op deze manier kan er persoonsgerichter ingespeeld worden op hun behoeften en kunnen ze sneller en beter geholpen worden. Hiermee biedt de winkel service, snelheid en gemak aan de consument.
21
Ook is het van groot belang dat de pashokjes in de fysieke kledingwinkel consumentvriendelijk zijn. Het passen en beleven is een groot voordeel van de winkel ten opzichte van een webshop. Het is daarom van belang dat deze ruimte de consument positief beinvloedt op haar aankoop. Pashokjes zijn een belangrijk onderdeel van een fysieke kledingwinkel. Doordat de consument de kleding in een fysieke kledingwinkel kan passen is dit een belangrijke waarde waarmee de fysieke kledingwinkel zich kan onderscheiden van een webshop. Het is daarom belangrijk dat de pashokjes voldoen aan de eisen en wensen van de consument. Bij veel mensen roept de paskamer irritaties op. Zij vinden paskamers vooral een gedoe. In plaats van dat passen een positieve belevenis is wordt het een stressding. De consument moet het leuk vinden om te passen en het als iets positiefs ervaren. Uit onderzoek van Van Leeuwen is gebleken dat veel consumenten de paskamer vooral associëren met negatieve gevoelens. Hierbij zijn de meest voorkomende associaties: klein/krap, spiegels, vies/stof/smerig, slecht licht, heet/warm, wachten, onhandig/gedoe, gordijn, privé/privacy, te weinig haakjes en druk. De associatie die de consument zou willen hebben met paskamers staat hier lijnrecht tegenover: ruimte, goede hygiëne, goed licht, de aanwezigheid van spiegels, genoeg haakjes, comfortabel, privacy, praktisch/handig, rust en een koele temperatuur. Naast voorgaande elementen blijken ook opdringerige medewerkers een bron van ergernis. Deze hebben in de ogen van de consument meer een logistieke en serviceverlenende rol dan een adviserende; de klant wil voornamelijk zélf de controle over de rol van de medewerkster tijdens het paskamerbezoek (Leeuwen, 2014). Ook zullen er iPads in de pashokjes hangen waarop de voorraad te zien is van het gepaste artikel. Welke maten er beschikbaar zijn en in welke kleuren. Mocht er een artikel niet op voorraad zijn in de fysieke winkel, kan er gekeken worden naar de voorraad van de leveranciers. Als het artikel daar wel aanwezig is kan het artikel via de winkel besteld worden bij de leverancier. Dit vergt goede afspraken tussen de leverancier en de winkel maar vergroot de kans op aankopen en zorgt ervoor dat de consument meer assortiment heeft om uit te kiezen en te kopen. Daarnaast wordt het straks ook mogelijk om virtueel te passen op het internet met mode-‐ avatars. Door middel van mode-‐avatars kan er digitaal een avatar gemaakt worden gebaseerd op het lichaam van de consument. Als alle exacte waarden van het lichaam, het kledingstuk en de stof bekend zijn kan er een simulatie van de werkelijkheid worden gegeven. Zo kan de kleding zowel in de winkel als op de webshop ‘gepast’ worden. Maar voor het echte beleven en voelen van de kleding zal de consument nog steeds de fysieke kledingwinkel moeten bezoeken. Door middel van het prikkelen van de zintuigen kan de consument in de fysieke kledingwinkel worden beinvloed inzake haar koopgedrag. Het is daarom belangrijk om de consument positief te beinvloeden om zo de winkelervaring aangenaam te maken en de consument sneller aan te zetten tot kopen. Dit betreft natuurlijk de gehele winkelbeleving. Visuele factoren beïnvloeden het koopgedrag van de consumenten. Meer dan de
22
consument zelf beseft. "Door visuele beelden raak je geïnspireerd, het zet je aan om dingen te kopen", zegt Niraj Shah, de CEO van Wayfair. Taak aan de winkelier om daar flink op in te spelen. Daarnaast zijn verlichting, muziek en geur ook belangrijke factoren die de consument kunnen beïnvloeden. Zorg dat de juiste muziek wordt gedraaid; niet te hard, niet te zacht en passend bij de winkel. Een aangename geur in de winkel laat mensen langer blijven en het geeft hen een prettig gevoel bij het winkelen. Welke muziek en geur juist is hangt af van het type kledingwinkel. Bepaal de waarden van de winkel en zoek daar passende beelden, muziek en geur bij uit. De vijf stappen naar de beste beleving van de fysieke kledingwinkel (Halma, 2013): 1. Bepaal wat de waarden zijn van de winkel en wat je wilt overbrengen aan de consument. 2. Ken de consument. Wat doet ze? Wat wil ze? En waarom? 3. Zorg voor een goede geur. Reuk is het krachtigste zintuig van de mens. Dit is een sterk marketinginstrument om de consument positief te stimuleren 4. Passende muziek, muziek in winkel heeft invloed op de verkoop van producten. 5. Speel in op je eigen beleving als fysieke winkel en zorg dat het bij het concept past. Wat steeds duidelijker wordt is dat de consument bepaalt. Over vijf jaar is de macht volledig verschoven van de retailer naar de consument. De consument bepaalt en de retailer moet voldoen aan die wensen en behoeften om zo de consument niet kwijt te raken. Door middel van co-‐creatie kan er ingespeeld worden op wat de consument graag wilt en verlangt. Met co-‐creatie gaan de retailer en de consument samenwerken om zo de consument te betrekken bij de winkel en haar tegelijkertijd tevreden te houden. 4.4 Hoe ziet dit nieuwe type kledingwinkel over vijf jaar eruit? Het nieuwe type kledingwinkel zal niet veel veranderen qua winkeloppervlakte. Veel van de voorraad zal aanwezig zijn in de fysieke kledingwinkel zodat de consument het artikel kan zien, voelen en passen. Dit kan bestaan uit een matenboog van XS/S t/m XL/XXL met verschillend per artikel een aantal dubbel van de meest gangbare en verkochte maten. De winkel ziet er verzorgd uit, de kleding wordt mooi gepresenteerd en er wordt gebruikgemaakt van de juiste verlichting, geur en muziek. Er wordt gebruikgemaakt van veel visuele factoren en er staat vriendelijk en sociaal personeel met kennis van de collectie in de winkel. De inrichting van de winkel verschilt per kledingwinkel en is afhankelijk van wat past bij de doelgroep. Ten eerste de etalage; dit is het visitekaartje van de fysieke kledingwinkel. Bij het zien van de etalage kiest de consument ervoor om naar binnen te gaan of niet. De collecties in de etalage wisselen vaak af zodat de consument geprikkeld en nieuwsgierig blijft. Vervolgens de indeling van de winkel; de ingang is open en nodigt de consument uit om binnen te lopen. Vanuit de ingang is zoveel mogelijk van de winkel zichtbaar. Vaak loopt de
23
consument meteen rechtsom dus het gangpad loopt ook rechtsom. De looppaden zijn breed genoeg en er is genoeg bewegingsruimte. Er wordt veel gebruikgemaakt van visuele (bewegende) beelden en aankleding plus accessoires. De inrichting is overzichtelijk en past bij het concept van de winkel en de doelgroep. De collectie kan gesorteerd worden op merk, kleur of assortiment. Zolang alles maar overzichtelijk is en er netjes en verzorgd bij hangt. Het gebruik van verschillende presentaties is belangrijk; hangen, liggend, anders gevouwen. Zorg voor variatie maar hou het ruimtelijk. Zolang er een ongedwongen sfeer hangt in de winkel zal de consument langer blijven hangen. De pashokjes zijn ruim, hygiënisch en voorzien van een spiegel, een krukje, meerdere haakjes. In de winkel staan een paar iPads. Op deze iPads is een applicatie geinstalleerd waarmee de voorraad gecheckt kan worden van de winkel en van de leverancier. Mocht een artikel niet voorradig zijn in de fysieke kledingwinkel dan kan het virtueel op de iPad gepast worden op een mode-‐avatar en vervolgens besteld worden bij de leverancier. Indien nodig kunnen er meerdere artikelen in andere kleuren of maten, mits deze op voorraad zijn, worden besteld. Op een aantal plekken in de winkel zijn beacons geplaatst waardoor de winkelier informatie kan zenden naar en ontvangen van de consument via een applicatie. De informatie die verzonden kan worden naar de consument betreft algemene informatie, acties, reclames en (persoonsgebonden) kortingen. De informatie die zij ontvangen zijn de interesses en clicks van de consumenten, reeds gekochte artikelen of artikelen geplaatst in het digitale winkelmandje. Zo kan de winkelier de consument leren kennen en optimaal inspelen op alle wensen en behoeften. Via deze applicatie is het ook mogelijk om makkelijk en snel de aankoop te betalen. Tenslotte de kassa’s. De aankopen die niet via de applicatie, contactloos, betaald worden, kunnen worden afgerekend bij de kassa. Het plaatsen van de kassa is belangrijk. Deze moet zichtbaar zijn voor de consument. Maar ook de winkelier moet vanachter de kassa overzicht hebben over de gehele winkel en vooral de in/uitgang in de gaten kunnen houden. De kassa staat op een meubel dat past bij de rest van het interieur en is goed zichtbaar voor de consument. Het is geplaatst aan het einde van de ‘loop’ door de winkel. 4.5 Conclusie De samenleving digitaliseert. De technologie blijft zich steeds verder en sneller ontwikkelen en het gaat sneller dan gedacht. Toch heeft de consument nog steeds behoefte aan een fysieke kledingwinkel voor de komende vijf jaar. Om staande te blijven als fysieke kledingwinkel is het van belang om mee te gaan met de digitalisering en niet achter te blijven. De consument komt dagelijks in aanraking met alle technologische ontwikkelingen en haar verwachtingen zijn steeds hoger gespannen. De technologische ontwikkelingen voor zijn is onmogelijk en op lange termijn zal de techniek en digitalisering nog veel meer gaan overnemen. Maar voor de komende vijf jaar kan de fysieke kledingwinkel wel meegaan in deze trends en het online met offline gaan combineren.
24
Tegenwoordig is het al onmisbaar om een webshop bij te houden naast de fysieke kledingwinkel. Bovendien straks ook een applicatie, hierdoor is de consument altijd verbonden met de winkel en kan te allen tijden de collectie bekijken, de voorraad checken, informatie opzoeken en eventueel het artikel bestellen. Op deze applicatie kan de consument een profiel aanmaken en kan er informatie gedeeld worden tussen winkelier en consument. De winkelier krijgt inzicht in de interesses en behoeften van de consument en kan er optimaal op inspelen. Door middel van beacons, geplaatst in de winkel, wordt deze informatie verzameld en verstuurd van en naar de consument. Dit is een extra manier van het benaderen van de consument en dat gebeurt ook wanneer de winkel gesloten is. Door deze dataverzameling maar ook door co-‐creatie komt de winkelier te weten wat de consument precies wil en verwacht en kan daar op inspelen. De beleving en inrichting van de winkel past bij het concept, maar ook bij de doelgroep. Dat maakt het uitnodigend voor de consument om te komen winkelen.
25
5. WAT ZIJN DE KANSEN EN BEPERKINGEN VAN DIT NIEUWE TYPE KLEDINGWINKEL? 5.1 Inleiding Het type fysieke kledingwinkel dat hiervoor is geschetst, is een mogelijkheid gebaseerd op reeds gedaan onderzoek, gesprekken en interviews. Het is een fysieke kledingwinkel die over vijf jaar kan blijven bestaan ondanks alle economische, maatschappelijke en technologische trends. Het speelt in op deze veranderingen en behoudt zo haar bestaansrecht. Maar ook dit type kledingwinkel heeft zijn sterke en zwakke punten. Door middel van een SWOT-‐analyse heb ik deze geanalyseerd. SWOT staat voor Strengths, Weaknesses, Opportunities en Threats. Oftewel sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen. Een SWOT-‐analyse geeft alle sterke en zwakke punten weer van dit type kledingwinkel, maar daarnaast ook de kansen en bedreigingen. 5.2 SWOT-‐analyse De sterke en zwakke punten betreffen de kenmerken van de organisatie of het product ten opzichte van de concurrentie. De kansen en bedreigingen betreffen ontwikkelingen, gebeurtenissen en invloeden in de markt, waar de organisatie of het product mee te maken heeft (Carrieretijger). Bij elk categorie worden er drie elementen genoemd die daarop betrekking hebben. Sterkten •
•
•
Altijd open/bereikbaar voor de consument. Door naast de fysieke kledingwinkel ook een webshop en een applicatie bij te houden kan de consument te allen tijde de collectie zien, virtueel passen en kopen. Transparantie. Door middel van dataverzameling en het delen van gegevens biedt de fysieke kledingwinkel transparantie. Alle informatie is open en zichtbaar voor de consument. Grote voorraad/assortiment. Door samenwerking met de leveranciers kunnen artikelen, die in de fysieke kledingwinkel niet meer op voorraad zijn, bij de leveranciers worden besteld.
26
Zwakten •
•
•
Afhankelijk van leveranciers. Er moeten goede afspraken gemaakt worden met de leveranciers over de betalingen, verzendingen en winstverdeling. Hoge kosten. Het inrichten van de fysieke kledingwinkel met de technologische ontwikkelingen kost geld. Wordt er genoeg verkocht om deze kosten eruit te halen? Generatie-‐switch. Niet elke doelgroep zal openstaan voor deze offline/online integratie. De wat oudere generatie die gewend is te winkelen in een fysieke kledingwinkel, moet wennen aan de technologische trends. Wie daar niet aan mee wil doen valt in een gat.
Kansen •
•
•
Consument houdt behoefte aan een fysieke kledingwinkel. Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat de consument nog steeds behoefte heeft aan een ‘dagje uit’, dus aan fysieke winkels. Co-‐creatie. Door samen te werken met de consument blijft de fysieke kledingwinkel op de hoogte van al haar wensen en behoeften en is het makkelijker om daar op in te spelen. Aantrekken van nieuwe klanten. Via het internet kunnen er nieuwe klanten worden aangetrokken.
Bedreigingen •
•
•
Fysieke kledingwinkel kan de technologische trends niet bijhouden. De trends ontwikkelen zich snel en dit zal in de toekomst alleen nog maar sneller gaan. Hoelang houdt dit nieuwe type kledingwinkel stand voordat nog meer trends de overhand nemen? Jonge generatie groeit op met digitalisering. De jongste generatie groeit nu op met online winkelen, digitalisering en de technologische trends. Zij ervaren fysieke kledingwinkels op een andere manier en hebben er in de toekomst wellicht minder behoefte aan. Stijgende online aankopen. De hoeveelheid online aankopen blijft stijgen en met het virtuele passen en de komst van een software als Fashion Evolution zal dit percentage alleen maar verder toenemen.
27
Sterkten -‐ Altijd open/bereikbaar voor de consument -‐ Transparantie -‐ Grote voorraad Kansen -‐ Behoeften van de consument -‐ Co-‐creatie -‐ Nieuwe klanten
Zwakten -‐ Afhankelijk van leveranciers -‐ Hoge kosten -‐ Generatie switch Bedreigingen -‐ Technologische trends -‐ Jonge generatie -‐ Stijgende online aankopen
5.3 Conclusie Het nieuwe type kledingwinkel heeft veel sterke punten. Het is altijd open en bereikbaar voor de consument, het gaat mee met de technologische trends, het is transparant en er worden veel gegevens gedeeld tussen winkelier en consument. Er wordt ingespeeld op alle wensen en behoeften van de consument. Daarnaast is het assortiment groter doordat er ook gebruik kan worden gemaakt van de voorraad van de leveranciers. Hierdoor krijgt de consument meer keuze en wordt de kans op aankopen vergroot. Maar daar tegenover staan ook de kosten die het met zich mee brengt. En of er genoeg wordt verkocht om die kosten eruit te halen. Ook zal de consument moeten gaan wennen aan het nieuwe type kledingwinkel en blijft de grootste concurrentie toch wel de webshops. Als de fysieke kledingwinkel zich gaat aanpassen aan de sterkten en gaat inspelen op de kansen dan zal deze over vijf jaar nog bestaansrecht hebben. Voor de toekomst zal de fysieke kledingwinkel zich moeten blijven aanpassen en vernieuwen om alle trends bij te houden. Voor de komende vijf jaar is dit te overzien met dit nieuwe type kledingwinkel. Maar hoe het zal gaan op lange termijn is lastig te voorspellen.
28
6. EINDCONCLUSIE 6.1 Inleiding Het doel van de eindconclusie is het beantwoorden van de onderzoeksvragen en vervolgens de hoofdvraag. De onderzoeksvragen gingen over de trends en ontwikkelingen die hebben plaatstgevonden en over de verwachte trends en ontwikkelingen over vijf jaar. Het veranderende consumentengedrag en hoe dat de fysieke kledingwinkel beinvloedt. En hoe offline met online gecombineerd kan worden tot het nieuwe type kledingwinkel en wat daarvan de sterkten en zwakten zijn. 6.2 Beantwoording deelvragen ‘Welke ontwikkelingen gaan er plaatsvinden de komende vijf jaar?’ Naar verwachting zal de winkelleegstand nog blijven toenemen en blijft het online aankopen groeien. Toch blijft er behoefte aan fysieke kledingwinkels. Het wordt een strijd om de consument doordat het product via zoveel verschillende kanalen wordt aangeboden. Ook de technologische trends ontwikkelen zich verder. Dit betreft het verzamelen van veel data-‐gegevens, het virtueel passen, een applicatie en nieuwe productie-‐methoden zoals 3D-‐printing. Daarnaast gaan meerdere partijen zoals de winkeliers, gemeenten en leveranciers samenwerken. In plaats van alleen eigen belangen na te streven gaan zij samenwerken voor de toekomst van de retail. De consument neemt de macht over. Om in te spelen op de wensen en behoeften van de klant wordt er gewerkt met co-‐creatie. ‘Hoe beïnvloedt het veranderend consumentengedrag de fysieke kledingwinkel?’ Het consumentengedrag is veel veranderd. De macht verschuift van de retailer naar de consument. De consument is kritisch, weet veel meer en wordt via steeds meer kanalen bediend. De consument wil gemak, service en bereikbaarheid en de fysieke kledingwinkel moet daar op inspelen om zo de consument niet kwijt te raken. De consument maakt steeds meer gebruik van cross-‐media en stelt hogere eisen. Door middel van co-‐creatie kan de winkelier de consument leren kennen en inspelen op haar behoeften. Om mee te gaan met de trends en ontwikkelingen moeten de fysieke kledingwinkels gaan digitaliseren. ‘Hoe kan het online winkelen geïntegreerd worden in een fysieke kledingwinkel?’ De fysieke kledingwinkel wordt gedigitaliseerd. Het offline wordt met online gecombineerd. Door naast de fysieke winkel ook een webshop en een applicatie te ontwikkelen is de winkel te allen tijde bereikbaar voor de consument. Door middel van beacons kunnen er gegevens gedeeld worden tussen winkelier en consument. De winkelier krijgt via de applicatie inzicht in het profiel van de consument en kan zo sneller en beter inspelen op haar wensen en behoeften. De applicatie biedt service en snelheid. De consument heeft de mogelijkheid tot virtueel passen en kan het artikel ook op elk gewenst moment bestellen en betalen. Via deze applicatie kan de voorraad van zowel de fysieke
29
kledingwinkel als de voorraad van de leveranciers gecheckt en besteld worden. Dit vergroot de keuze en het assortiment voor de consument en levert meer aankopen op. ‘Wat zijn de kansen en beperkingen van het nieuwe type kledingwinkel?’ De kansen van dit nieuwe type kledingwinkel is dat het meegaat met de technologische trends en zo altijd open en bereikbaar is voor de consument. Het is transparant en er wordt ingespeeld op de wensen en behoeften van de consument. Daarnaast is het assortiment groter doordat er ook gebruik kan worden gemaakt van de voorraad van de leveranciers. Onder de beperkingen vallen de kosten die het met zich meebrengt en dat de consument zal moeten wennen aan het nieuwe type kledingwinkel. Daarbij komt dat de grootste concurrent de online webshops blijft en dat de technologie zich steeds sneller verder ontwikkelt. 6.3 Beantwoording hoofdvraag ‘Hoe ziet de fysieke kledingwinkel eruit over vijf jaar?’ Deze fysieke kledingwinkel over vijf jaar onderhoudt naast een webshop ook een applicatie. Op deze applicatie krijgt de consument een profiel waarop te zien is wat de consument heeft gekocht, leuk vindt en/of in haar winkelmandje heeft geplaatst. Door middel van beacons, geplaatst in de fysieke kledingwinkel, worden er gegevens verzonden van en naar de consument. Hierdoor is de winkel transparant. De consument krijgt veel te weten over de winkel en kan veel informatie zelf opzoeken, maar de winkelier ontvangt ook de gegevens van de consument. Zo kan er optimaal worden ingespeeld op alle wensen en behoeften van de consument en kan er persoonsgerichter advies gegeven worden. Via dezelfde applicatie is het mogelijk voor de winkelier en consument om de voorraad van zowel de fysieke kledingwinkel als van de leverancier te checken. Ze kan het artikel virtueel passen en bestellen. Dit vergroot de voorraad en de kans op aankopen en verkleint het aantal geretourneerde stuks doordat het artikel al op voorhand gepast kan worden. De winkelinrichting past zich aan aan het concept maar ook aan de doelgroep. Door middel van winkelbeleving worden alle zintuigen van de consument geprikkeld en zorgt ervoor dat ze zich prettig en op haar gemakt voelt. De pashokjes in de fysieke kledingwinkel voldoen geheel aan de wensen van de consument. Tevens kan er virtueel gepast worden. Winkelen moet leuk blijven en door het online met offline met elkaar te combineren wordt er ingespeeld op de trends en ontwikkelingen en blijft de consument geprikkeld worden. 6.4 Eindconclusie Veel fysieke kledingwinkels zullen de komende vijf jaar toch hun deuren moeten gaan sluiten. De leegstand zal nog toenemen en het winkellandschap gaat veranderen. De online verkopen zullen blijven toenemen. De spelers die blijven bestaan hebben een grote voorraad en de middelen om mee te gaan in de technologische trends en ontwikkelingen. Zij bedienen de consument via meerdere kanalen en zorgen ervoor dat ze constant inspelen op alle trends, ontwikkelingen en het veranderende consumentengedrag. Het
30
type kledingwinkel dat geschetst is, is een type kledingwinkel dat over vijf jaar kan blijven bestaan. Maar alsnog valt de toekomst niet te voorspellen en blijft het gebaseerd op resultaten en antwoorden van reeds gedane onderzoeken en interviews.
31
7. LITERATUURLIJST Publicaties Detailhandel. (2014). Actieplan. Opgehaald van http://www.detailhandel.nl/images/pdf/DH_%7C_actieplan.pdf CBS. (2013, 07 1). Steeds meer mensen kopen online. Opgehaald van CBS: http://www.cbs.nl/nl-‐NL/menu/themas/vrije-‐tijd-‐ cultuur/publicaties/artikelen/archief/2013/2013-‐3850-‐wm.htm Consumentengedrag en Cijfers. (sd). Opgehaald van Handboekonlineconversie: http://www.handboekonlineconversie.nl/media/LOSSE_H2_REDACTIE_1905_NIEUWEHOC _redactie__nobleeds_.pdf CPB. (2015). Nederland snel uit de crisis. Opgehaald van Telegraaf: http://www.telegraaf.nl/dft/nieuws_dft/23763890/__Nederland_snel_uit_de_crisis__.htm l Halma, A. (2013). Werk aan de winkel. Opgehaald van Frankwatching: http://www.frankwatching.com/wp-‐content/uploads/gravity_forms/4-‐ 210751d6893a319070a2060a87d67913/2013/01/Werk-‐aan-‐de-‐winkel-‐5-‐stappen.pdf Hogeschool, s.-‐H. A. (2014, 09 18). Minormarcom. Opgehaald van https://minormarcom.wordpress.com/2014/09/18/emotie-‐doet-‐kopen-‐zorg-‐voor-‐ beleving-‐in-‐uw-‐winkel/ ING Economisch Bureau. (2013). Detailhandel kwartaalbericht. Opgehaald van https://www.ing.nl/media/EBZ_hoop_op_verbetering_in_detailhandel_tcm162-‐32796.pdf Kampen, A. v. (2013, Dec 24). Vijf jaar crisis: was 2013 het jaar van ons economisch keerpunt? Opgeroepen op 2013, van NRC: http://www.nrc.nl/2013/2013/12/24/vijf-‐jaar-‐ na-‐de-‐crisis-‐was-‐2013-‐het-‐jaar-‐van-‐ons-‐economisch-‐keerpunt/#) Magazine, T. (2014, mei 7). Wat kunnen beacons betekenen voor retailers? PWC. (2015, februari). Total retail 2015. Opgehaald van PWC's Annual: http://www.pwc.com/gx/en/retail-‐consumer/retail-‐consumer-‐publications/global-‐multi-‐ channel-‐consumer-‐survey/assets/pdf/total-‐retail-‐2015.pdf Sorensen, H. (2009). Inside the mind of the shopper. Pearson Education New Jersey. Stelling, T. (2015). Nooit meer een pashokje in. Boeken Korte, M. H. (2012). Onderneem! Noordhoff Uitgevers bv. Leeuwen, N. v. (2014). Paskamers. onderzoeksrapport. Molenaar, C. (2011). Het einde van winkels? Academic Service. Norton, M. I., Mochon, D., & Ariely, D. The IKEA effect: When labor leads to love. (J. o. Psychology, Red.) Shopping2020. Shopping Tomorrow, Bent u klaar voor de consument van 2020? Thuiswinkel.org.
32
Websites Brady, R. P. (2014, oktober 16). Retail heeft weer toekomst. Opgehaald van Retaildenkers: http://www.retaildenkers.nl/blogs/retail-‐heeft-‐weer-‐toekomst/ BTG. (2015). Nederland ziet verdubbeling mobiel dataverbruik. Opgehaald van http://btg.org/2015/02/16/nederland-‐ziet-‐verdubbeling-‐mobiel-‐dataverbruik/ Carrieretijger. (sd). carrieretijger. Opgehaald van Swot-‐Analyse: http://www.carrieretijger.nl/functioneren/commerciele-‐vaardigheden/swot-‐analyse Cmotions. (2015). CRM in Retail. Opgehaald van Cmotions: http://www.cmotions.nl/crm-‐ in-‐retail Detailhandel. (2014). Opgehaald van http://detailhandel.info/index.cfm/retail/ HBD. (2013). Feiten en Cijfers. Opgehaald van HBD: http://www.hbd.nl/pages/4/Feiten-‐en-‐ Cijfers.html Heijningen, M. v. (2014, oktober 27). Hoe ziet de toekomst van retail eruit. Opgehaald van Blogs.Sap: http://blogs.sap.nl/hoe-‐ziet-‐de-‐toekomst-‐van-‐retail-‐eruit/ Kenniscentrum. (sd). Consumentengedrag. Opgehaald van Brand Management: http://www.brand-‐management.nl/kenniscentrum/wiki/consumentengedrag/ Marian. (2015). waarom-‐co-‐creatie-‐leidt-‐tot-‐klanttevredenheid. Opgehaald van Kooplust: http://www.kooplust.com/waarom-‐co-‐creatie-‐leidt-‐tot-‐klanttevredenheid/ Marketingtribune. (2014, september 26). Hypsos onderzoekt met experts toekomst van retail. Opgehaald van Marketingtribune: http://www.marketingtribune.nl/food-‐en-‐ retail/nieuws/2014/09/hypsos-‐onderzoekt-‐met-‐experts-‐toekomst-‐van-‐retail/index.xml Meerman, J. (2010). RETAIL2020, Sombere toekomst visie maar ook kansen. Opgehaald van Fashion United: http://www.fashionunited.nl/Nieuws/Leads/Retail_2020%3A_Sombere_toekomstvisie_ma ar_ook_kansen_2010112331603/ NUgeld. (2013, juli 15). NUgeld. Opgeroepen op 2013, van NU.nl: http://www.nu.nl/nugeld-‐overig/3534701/nederlander-‐bezuinigt-‐kleding.html Numrush. (2014, juni 30). De toekomst van retail: 9 inzichten rond de digitale shopper. Opgehaald van Numrush: http://numrush.nl/2014/06/30/de-‐toekomst-‐van-‐retail-‐9-‐ inzichten-‐rond-‐de-‐digitale-‐shopper Retailers, O. (2013). Toekomst e-‐commerce volgens experts. Opgehaald van Online-‐retailer: http://www.online-‐retailer.nl/marketing/toekomst-‐e-‐commerce-‐volgens-‐experts/ Schouten, B. (2013). ONLINE OMZET MODE GROEIT 15 PROCENT. Opgehaald van GFK: http://www.gfk.com/nl/news-‐and-‐events/News/Paginas/Online-‐omzet-‐mode-‐groeit-‐15-‐ procent.aspx Veltenaar, R. (sd). De toekomst van winkels retail. Opgehaald van ruudveltenaar: http://www.ruudveltenaar.nl/de-‐toekomst-‐van-‐winkels-‐retail/ Verheij, J. (2015, April 9). Onmichannel. Opgehaald van Frankwatching: http://www.frankwatching.com/archive/tag/omnichannel/ Wobma, G. S. (2013). Opgehaald van CBS: http://www.cbs.nl/nl-‐NL/menu/themas/vrije-‐ tijd-‐cultuur/publicaties/artikelen/archief/2013/2013-‐3850-‐wm.htm Wolters, M. (2014). Shoppen in 2020. Opgehaald van GFK: http://www.marketingfacts.nl/berichten/efashion14-‐over-‐online-‐shoppen-‐in-‐2020
33
Zandbergen, G. (2015). Opgehaald van Locatus: http://www.locatus.com/nederland/nieuws-‐en-‐informatie/nieuws-‐en-‐ pers/leegstandscijfers Interviews (in bijlage) Arjan Fidder Gert-‐Jan Slijkhuis Seppe Meinders
34
8. VERKLARING LIJST Beacons Beacons zijn kleine apparaatjes die in een winkel geplaatst kunnen worden. Een beacon verzendt en ontvangt door middel van bluetooth-‐technologie gegevens van en naar smartphones die zich in de buurt van de fysieke winkel bevinden. Big data Grote hoeveelheid van verzamelde informatie die gebruikt kan worden voor marketingdoeleinden. Co-‐creatie Samen creëren. Samenwerking tussen winkelier en consument om zo te kunnen inspelen op de wensen en behoeften van de consument en de consument te betrekken bij de winkel. Cross channel De consument maakt gebruik van meerdere kanalen. Kijkt voor op internet maar koopt in de fysieke kledingwinkel of andersom. Fast fashionketens Fast fashionketens hebben een snel en goedkoop productieproces dat leidt tot snel opvolgende collecties met goedkope kleding. Hiermee kan er direct worden ingespeeld op de trends van het moment. Voorbeelden: ZARA, H&M. Mono brand Een organisatie voor één groot, bekend en sterk merk dat meerdere producten in zijn assortiment heeft. Multi brands Een organisatie met meerdere merken voor verschillende merkartikelen Multi channel markt De consument kan kiezen uit verkoopkanalen. En richt zich enkel en alleen op dat kanaal. Het voorkijken, de aankoop, de betaling en eventuele vragen of klachten worden allemaal bij hetzelfde kanaal gedaan. Omni channel markt De consument maakt gebruik van meerdere kanalen maar binnen één aankoop. Met één beleving en een uiteindelijke verkoopbron. Segmenteren
35
Een onderdeel van een totaal. Segmenteren van de markt is het opdelen van een markt in specifieke segmenten. Een segment is een groep (potentiële) afnemers of winkels die overeenkomen op een aantal kenmerken (Bron: intermarketing). Kledingwinkels zijn gesegmenteerd op basis van prijsklasse; laag, midden en hoog-‐segment. Single channel markt De consument koopt maar op één manier bij de aanbieder, bijvoorbeeld de fysieke kledingwinkel. Speciaalzaken Een organisatie dat maar één bepaald soort product verkoopt. Winkeltrouw (merktrouw) Een voorkeur en verbinding tussen de consument en een winkel of merk. De consument is trouw aan de winkel of het merk en koopt dus geen artikelen bij een andere winkel of merk.
36
9. BIJLAGE 9.1 Interview Arjan Fidder Arjan Fidder is 35 jaar oud en eigenaar van de fysieke kledingwinkel BlueDNA in Epe, te segmenteren in het middensegment. Naast zijn fysieke winkel heeft hij ook een online webshop. Hoe lang werk jij al in een fysieke kleding winkel? 13,5. 6 jaar verkoopmedewerker, 6 jaar filiaalmanager en sinds 1,5 jaar eigen baas. Wat is jou opgevallen aan het consumentengedrag van de afgelopen 5 jaar? Klant is heel artikelgericht. De klant weet meer, is voor geïnformeerd mede door het internet. Ze weten wat ze willen en als we het niet hebben dan kopen ze het artikel gerust ergens anders. Deze klant is lastiger te beïnvloeden. Vaste klanten blijven komen, zij hebben een gunfactor voor ons en zijn meer winkeltrouw. Jaren terug voor de crisis (2008) is niet te vergelijken met nu. Toen kocht iedereen gewoon wat ze mooi vonden, er werden meer completere aankopen (setjes) gekocht. Tegenwoordig vaak maar 1 of 2 artikelen. Hoe speel jij in op deze nieuwe wensen en behoefte van je klant? Social media, webshop. Via meerdere kanalen zichtbaar zijn voor de klant. Service verlening bepaalde artikelen bestellen voor de klant. Zo behoud je wel de klant maar het is niet altijd mogelijk qua collecties of door samenwerking met de leverancier. Hoe communiceer jij met je klant? Social media, webshop, nieuwsbrief via de mail en vooral fysiek in de winkel. Mond tot mond reclame. Sinds wanneer heb jij naast de fysieke winkel ook een webshop en wat was hiervoor de reden? Na 9 maanden, omdat ik heel erg geloof in het totaal plaatje; fysieke winkel/webshop/social media. Het is een must. Op den duur moet je zichtbaar en te koop zijn via internet. Kopen jouw klanten zowel in de fysieke winkel als online bij jou? Type klant uit de omgeving kijkt voor via internet/Facebook en koopt in de winkel. Aankopen via de webshop zijn heel artikelgericht, een onbekende klant van verder weg die de webshop heeft gevonden via internet/zoekmachine. Hoe is de omzetverdeling offline/online?
37
Momenteel 95% fysiek en 5% online. Nog net begonnen met de webshop. Dit zou verhoogt kunnen worden door samenwerking met een partij als Miinto om meer vindbaarheid te creëren. Hoe denk jij dat er gewinkeld gaat worden over 5 jaar? (fysieke winkels/ online) Internetverkopen zullen blijven toenemen. Mensen houden behoefte aan fysieke winkels voor een dagje winkelen en om het product te beleven. Misschien een verschuiving in koopdagen/avonden. Openingstijden veranderen, klant is ‘altijd druk’. Winkel gaat veranderen, meer beleving, koffiehoekje, gaaf interieur. Koopgedrag wordt een dagje uit. Wij verkopen een product wat zich verleent om zich te voelen en passen en beleven. Hoe zie jij de consument over 5 jaar? Meer gericht op internet maar winkelen wordt meer op visite gaan. Even gezellig een drankje doen en wat kopen. Consument is druk; openingstijden veranderen. De consument gaat steeds meer bepalen hoe het gaat gebeuren. Wat zijn de sterke punten van BlueDNA? Service, beleving, sfeer, persoonlijke benadering, presentatie. Het product zo mooi en netjes mogelijk presenteren. We hebben een mooi product waar ook een prijskaartje aan hangt en presentatie is daarbij erg belangrijk. We proberen iedereen zo goed mogelijk service te bieden. Keuze van personeel, klanten komen langs voor het personeel. Wat zijn de zwakke punten van BlueDNA? Wisselvalligheid in de prestaties (lees; omzet). Als starter nog geen ‘vet op de botten’ waardoor die wisselvalligheid er ook voor zorgt dat het moeilijk is om de snelheid van leveringen bij te houden. Het voorraad niveau is niet altijd optimaal hierdoor en veroorzaakt soms ‘nee verkoop’. Omgeving; rondom onze locatie wordt flink gebouwd. Dit duurt ongeveer een jaar (zomer ’15 is dit klaar). Vanaf dat moment zitten wij qua plek zeer goed en zal dit een impuls kunnen geven aan het geloop in de winkel. Waar zie jij kansen voor Blue DNA in de toekomst? (5 jaar) Zoals eerder genoemd; de omgeving, vanaf de zomer is dit een toplocatie, het zal een boost gaan geven aan de winkel. De consument zal de winkel steeds meer gaan zien/vinden omdat er steeds meer reden is om in deze omgeving te zijn. Als wij constanter kunnen gaan presteren zal dat ervoor zorgen dat de klaarstaande leveringen op tijd zullen binnen komen waardoor je winkel ten alle tijden up to date is. Dat merkt de consument en dat trekt ook weer aan. Zo hou je je vast klant continue. Zo blijft de winkel uitnodigend om binnen te komen en het houdt de klant hebberig.
38
Betere vindbaar en zichtbaarheid op het internet, niet via een zoekmachine maar naast onze eigen webshop een samenwerking aangaan met bijvoorbeeld een Miinto. Het totaalbeeld van de winkel, een koffiecorner, gezelligheid eventuele uitbreiding van het aanbod. Bijvoorbeeld naast de kleding gaaf interieur, design, artwork. Waar zie jij kansen voor de toekomst voor de gehele branche? (fysieke kledingwinkels) Winkelen voor de klant als personal shopper. Klant geeft zijn voorkeuren en smaak aan, aan de hand daarvan maken we 3 sets die kosteloos worden opgestuurd naar de klant. Klant hoeft niet naar de winkel, zelfde service, klant kan zelf passen en kiezen en eventueel kosteloos retourneren. Wat weet jij over de opkomende technologieën en hoe zie jij dit vertaald worden in een fysieke kledingwinkel? Ik lees er veel over maar ik zie het hier nog niet snel toegepast worden, hier als in een dorp als Epe, wel veel eerder in de grote steden zoals Amsterdam.
39
9.2 Interview Seppe Meinders Seppe Meider is de directeur van Fashion Evolution in Hengelo. Ik werd ontvangen door Seppe Meinders en Kaj, bezig met zijn afstuderen en werkzaam bij Fashion Evolution. Fahion Evolution is het software ontwikkelingsbedrijf. Fasha.nl en fashionvergelijker.nl zijn concepten hiervan. Wat is Fasha precies? Hoe werkt het business model van Fasha? (Hoe wordt er geld verdiend?) Fasha is een concept van Fashion Evolution en is een verzamelsite met meerdere merken. Het is een concept voor de online fashion markt gebaseerd op maatvoering, stijl en prijs. Het analyseert de consument, de producten en trends. Een ander concept van Fashion Evolution is Fashion vergelijker deze is alleen gebaseerd op de prijs en heeft een groter aanbod. Met Fashion Evolution wordt er geld verdiend per click en per sale. Ze krijgen commissie daarop van de shops. Per click wordt pas betaald bij een minimaal aantal bezoekers. De shops zijn het verdienmodel. Er wordt indirect en direct geld verdiend, het verschil zit tussen een aankoop of een verwijzing via Fashion Evolution. Momenteel benaderen shops Fashion Evolution. Verschil met Miinto? Fashion network, werkt met fysieke winkels. Fysieke winkels hebben veel kosten. Maar dit kan ook averechts werken omdat je de consument uit je winkel haalt en ze laat kopen via Miinto, je verdiend dan zelf minder op je verkochte product. Locals United is ook een vergelijkbare site als Miinto. Is Fashion Evolution alleen online te vinden of heeft het ook een fysieke winkel? We hebben geen fysieke winkel. Fashion Evolution werkt op basis van software. De software die wij bieden springt in op een enorm assortiment en dat past niet in een fysieke winkel. De huidige retail kan geen move maken naar online. Door middel van deze software is het mogelijk om digitaal maatadvies en prijsadvies te geven aan de consument. Alles draait om data analyse. Veel data analyse om alle problemen op te lossen. Met anderhalf jaar kan dit worden gerealiseerd en zal Fashion Evolution een match kunnen maken tussen de consument en een artikel. Er wordt geen gebruik gemaakt van een mode-‐avatar maar alleen maar data analyse. Een mode avatar is meer fun, de consument zal dat een paar keer gaan gebruiken maar dat wordt niet vertrouwd maar zal misschien op langer termijn wel een rol kunnen gaan spelen. Hoe communiceren jullie met jullie klanten? Fashion Evolution: marketingcampagne, wordt grootst gelanceerd. Prijsvergelijker: via radio, social media en reclame.
40
Hoe spelen jullie in op de wensen en behoefte van de klant om het product te beleven, voelen en te passen? Die behoefte van de consument is er wel, maar het aanbod in winkels verdwijnt. Dus er komt een online profiel. Met maat-‐ en prijsadvies. Hiervoor hoeft de consument de deur niet meer uit. Hoe denkt u dat er gewinkeld gaat worden over 5 jaar? Veel online. Fysieke multibrand winkels gaan verdwijnen. Monobrand en specialistische winkels kunnen wel blijven bestaan. Monobrand kunnen het online doorvoeren in offline. Grote brands werken het door in offline strategie. Zij zijn in staat om die techniek te brengen in de winkelvloer. Ook outlet stores zullen blijven bestaan omdat daar alle brands bij elkaar te vinden zijn. Multibrands winkels gaan het niet redden. De producten worden op veel meer kanalen aangeboden en die winkels kunnen de snelheid van de leveringen niet bijhouden. Techniek gaat de retail niet redden. Winkellandschap gaat verdwijnen. 50% van de mensen werkzaam in de retail werkt over 5 jaar niet meer. Het gaat sneller dan iedereen denkt. Welke technologieën gaan de winkels vervangen? Het productie proces veranderd. Collecties worden 3d en digitaal gepast, besteld en gemaakt. MASS production. Software is de oplossing voor alles. De technologie gaat de winkelmedewerkers vervangen. De software wordt zo doorontwikkeld dat die precies kan in spelen op de consument met juiste maat-‐ en prijsadvies. Hoe zie jij de consument over 5 jaar? Alles digitaal. Power to the people. Co-‐creatie is niet mogelijk, alleen concepten met enorm assortiment kan dat doen. Kleine winkels kunnen dat niet doen. De grote zullen overblijven, de kleinere winkels gaan verdwijnen. Bepaalde mensen hebben behoefte aan advies maar de generatie die ‘fashion’ draagt is opgegroeid met internet. En zal dus ook sneller die stap kunnen maken van een fysieke kledingwinkel naar online. Alles verschuift naar online en de tussenschakel van een fysieke winkel valt weg. Wat zijn de sterke punten van Fashion Evolution? Duidelijke visie over de toekomst en daarop ontwikkelen. Down to earth oplossingen. De juiste artikelen voor de laagtse prijs vindbaar op het internet.
41
Wat zijn de zwakke punten van FashionEvolution? Te weinig ontwikkelbudget. Last van de wet van de afremmende voorsprong. Lange termijn visie die niet te toetsen is op de markt. Te ambitieus met te weinig budget Waar zie jij kansen voor de toekomst voor Fashion Evolution? Big data, weten waar de consument behoefte aan heeft en dat verkopen. Geen webshop, geen winkel maar een verzamelsite. Waar zie jij kansen voor de toekomst van fysieke kledingwinkels? Niet. Alleen voor de specialisten en monobrands. Gezellige centra met goede traffic houdt ruimte voor leuke winkels maar dorpen zullen verdwijnen. Een winkelstraat zoals de Kalverstraat zal blijven bestaan. Op basis van techniek zal 50% niet meer werkzaam zijn in de fashion branche. Fashion trends gaan te snel. Alles gaat straks digitaal. Geen catwalkshows meer maar digitale shows. Wat was de conclusie van jullie winkelonderzoek Fasha? Interne test. Pop-‐up store test en marketing stunt voor Fasha. Andere handelingen, consument was dat niet gewend. Ze vonden het leuk om te komen kijken maar het niet operationeel te krijgen. Wel voor de toekomst als er verder in is doorontwikkeld = meer marketingwaarde dan sales.
42
9. 3 Interview Gert-‐Jan Slijkhuis Gert-‐Jan Slijkhuis is zelfstandig ondernemer en eigenaar van Axxess Gear en Travelin Outdoor. Gevestigd in Emst maar verkoopt alleen online en op beurzen, paar retail kanalen. Focus ligt op online verkoop. Wat is het verdienmodel van Axxess Gear? Zoveel mogelijk schakels uitschakelen, zo veel mogelijk rechtstreeks bij de consument leveren. Tegen de traditie in rechtstreeks aan de consument leveren. Hierdoor kunnen we een veel betere prijs leveren aan de consument. Communiceren met print; De Libelle, Magriet, NRC, AD, Telegraaf, Linda. Via de desktop verkopen we de producten daardoor is de conversie hoog. Luxere dag dealers. Via welke kanalen wordt het verkocht? Online, daar ligt de focus op. Beurzen meer voor de branding, naamsbekendheid (2% van de omzet) Een aantal fysieke winkels (10% van de omzet) Hoe lang verkoop jij al via het internet? Vanaf 1999, begonnen met de webshop van de ANWB. Heb jij de afgelopen 5 a 10 jaar een groei in het online aankopen gemerkt? Ja de groei is gigantisch gegroeid. Niemand weet wat online gebeurd. Er wordt ook heel veel verkocht wat niet wordt geregistreerd bij GFK. Laatste 10 jaar is het echt gigantische gegroeid. 15 jaar geleden geloofde ik er nog niet zo in. Vooral bij Bol.com gemerkt hoe veel het ging groeien. Hoe wordt er gecommuniceerd met de consument? Via print, via dagdealers, via beurzen. Geen social media omdat momenteel we via dagdealers en via print een groter bereik heb. We communiceren niet direct met de consument. Social media moet helemaal goed zijn, niet te veel of niet te weinig. Daar moet echt iemand op zitten. Hoe speel jij in op de wensen en behoefte van de consument? Door op beurzen te luisteren naar de consument. Directe support aflevering. Schakelen op maatvoering. De retouren terugdringen door juiste maatvoering Waarom geen eigen fysieke winkel? Momenteel te klein voor een eigen fysieke winkel. Maar we zijn wel te koop in fysieke winkels Makro. Als ik meer fysieke winkels heb moet ik de voorraad gaan verdelen. Conversie via internet is veel groter. Online heb ik een veel groter bereik, geen gepruts in de winkel over maten.
43
Hoe denk jij dat er wordt gewinkeld over 5 jaar? (fysieke winkels tegenover online) Veel multi brandstores. Dat het gehele assortiment van een merk in een winkel ligt. De mogelijkheid om alles te bestellen wat een merk te bieden heeft. De onderkant van de markt koopt in de winkel; Action achtige winkel. Middensegment valt weg. Bijenkorf kan blijven bestaan maar die heeft ook Brandstores. Bovenkant van de markt valt weg. Hoe zie jij de consument over 5 jaar? De consument gaat bepalen maar wordt gevoed door de leverancier. De klant wil keuze hebben maar ook gestuurd worden. Als leverancier moet je meer bieden om te verkopen. Longtail wordt belangrijk, de breedte van het assortiment. Consument moet het gevoel krijgen dat ze zelf bepalen maar retailer houdt het zelf ook in de hand. Wat zijn de sterke punten van Axxess Gear? Lage prijzen garanderen, zelf produceren. Scheiding in fabricage proces. Ik geloof in Europese productie, korte leadtime, ik laat produceren buiten de pieken van de retail om. Logistiek is te veel leading in retail, wij hebben dat niet. Altijd een voordeel leveren aan de consument. De consument wil altijd korting/voordeel en wij bieden dat het hele jaar door. Wat zijn de zwakke punten van Axxess Gear? Momenteel een te smal assortiment. De voorraad is een gevaarlijk punt. Ik geloof in touchpoints maar ik wil niet in een traditioneel verkooppunt liggen. De longtail is nu nog niet lang genoeg. Waar zie jij kansen voor de toekomst voor Axxess Gear? De consument zelf schoenen laten ontwerpen. Ze kunnen kiezen uit verschillende kleuren, kwaliteiten leer, zool, stiksel, binnenkant, veters. Omdat ik zelf alles laat produceren is dit mogelijk. Mogelijkheden zijn eindeloos. Longtail en touchpoints. Het merk wordt nu echt de markt in gepusht dus zo snel mogelijk doorschakelen met zo min mogelijk kosten. Maatvoering online, eigen voet opmeten en de juiste maat bestellen. Waar zie jij kansen voor de toekomst voor de gehele branche? Normaal retail bestaat niet meer. Actions blijven bestaan en ik geloof in brandstores. Ik geloof in brandstores in de toekomst, in buitenland is het al veel te zien bijv. In Tokyio, Daar zie je geen V&D of dat soort winkels, alleen maar brandstores bij elkaar. Winkels in dorpen hebben geen bestaansrecht meer. Er komen straks brand store centra. Wat weet jij over de technologische trends en hoe zie jij die vertaald in een fysieke kledingwinkel over 5 jaar? Software gaat een groot deel van de retail overnemen. Techniek in productieprocessen, geen eigen fabriek gaan beginnen maar wel in het productieproces. 3D-‐printen, lasersnijden. Technologie gaat snel vooruit maar is ook duurder.
44
Consument is teleurgesteld in winkels.. Vooraf kijken ze online en daar ziet de consument een enorm assortiment en in de winkel ligt maar een klein deel. Supermarkt is een grote concurrent, daar is veel traffic. Engeland en Belgie is er een wet op de uitverkoop. Daardoor zijn ernog leuke winkels. Hier gaan grote slechte winkels al vroeg in de uitverkoop en de goede kleine winkels gaan hier dan in mee en dan verschuift de uitverkoop en dat verpest de markt. De klant is hierdoor verpest en wil altijd voordeel. Locatus. Brengt heel retail in kaart. Degene die voorraad heeft en een korte leadtime is de grootste speler.
45