ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE
PERSBERICHT 31 juli 2007
De honden en katten van de Belgen
Highlights • • • • • • • •
Ons land telde in 2004 1.064.000 honden en 1.954.000 katten; In vergelijking met 2000 bleef het aantal honden gelijk en steeg het aantal katten; Een gezin op vijf bezit minstens één hond, een op vier minstens één kat; Kinderloze gezinnen hebben meer honden en katten; Hoe armer, hoe meer honden en katten; De Belgen besteedden in 2004 liefst 757 miljoen euro aan huisdieren; We kochten in 2004 voor 179 miljoen euro aan hondenvoeding en voor 183 miljoen euro aan kattenvoeding; Walen geven meer uit aan honden- en kattenvoer.
Dubbel zoveel katten als honden In 2004 telde ons land 836.000 gezinnen met minstens één hond en 1.067.000 gezinnen met minstens één kat. Een gezin op vijf bezit minstens één hond en een op vier minstens één kat. Er zijn meer gezinnen die een kat houden dan gezinnen die er een hond op nahouden. Er zijn ook meer gezinnen met veel katten dan er gezinnen zijn met veel honden. Dat maakt dat er, in 2004, in het totaal 1.064.000 honden en 1.954.000 katten waren in ons land (zie Tabel 1). Ons land telt dus ongeveer dubbel zoveel katten als honden. Het reële aantal honden en katten ligt nog hoger want de viervoeters die in dierenasielen, dierenpensions en dierenwinkels verblijven zijn niet meegerekend. Alleen al wat dierenasielen betreft, ging het (in 2006) om 37.636 honden en 35.828 katten. Die aantallen kennen trouwens een stijgende tendens (zie Tabel 2). Daarnaast is er ook nog
1
een onbekend aantal zwerfhonden en zwerfkatten. In elk van de drie gewesten zijn er meer katten dan honden. Wallonië en het Brussels Hoofdstedelijk gewest tellen 13 honden per 100 inwoners, Vlaanderen 8. Het Brussels Hoofdstedelijk gewest telt 23 katten per 100 inwoners, Wallonië 21 en Vlaanderen 17. Uit een vergelijking van de cijfers van 2004 met die van 2000 blijkt dat het aantal honden in ons land ongeveer gelijk gebleven is maar dat het aantal katten steeg. Het profiel van de honden- en kattenbezitter Interessant is dat men via het Huishoudbudgetonderzoek het bezit van honden en katten kan koppelen aan een aantal socio-economische variabelen. Uit deze koppeling blijkt dat het bezit van deze huisdieren niet alleen beïnvloed wordt door de plaats waar men woont maar ook door factoren als het aantal kinderen, de hoogte van het inkomen, de arbeidspositie en de leeftijd. In kinderloze gezinnen ligt het aantal honden en katten (respectievelijk 14 en 24 per 100 inwoners) beduidend boven dat in een doorsnee gezin (respectievelijk 11 en 19 per 100 inwoners). Er bestaat eveneens een samenhang tussen de hoogte van het inkomen en het bezit van een hond of een kat. Hoe armer een gezin is, hoe meer honden het bezit. Hetzelfde geldt voor katten. Het gemiddelde voor gans België bedraagt 11 honden en 19 katten per 100 inwoners, maar in het eerste kwartiel (d.w.z. het kwart gezinnen met de laagste inkomens) zijn er 19 honden en 36 katten per 100 inwoners, in het tweede kwartiel 13 honden en 22 katten per 100 inwoners, in het derde kwartiel 9 honden en 19 katten per 100 inwoners, terwijl het vierde kwartiel (het kwart rijkste gezinnen) nog maar 7 honden en 11 katten per 100 inwoners telt. Ook tussen het aantal actieven in het gezin en het bezit van een viervoeter is er een verband. Hoe meer actieven, hoe kleiner de kans dat er een hond of een kat onder tafel ligt. Gezinnen waar niemand actief is tellen per 100 inwoners gemiddeld 16 honden en 31 katten, gezinnen met één actieve tellen 12 honden en 21 katten per 100 inwoners en gezinnen met twee of meer actieven tellen nog slechts 7 honden en 13 katten per 100 inwoners. Tenslotte is er ook een verband tussen leeftijd en het bezit van een hond of kat. Veertigers zijn vaker in het bezit van een hond of van een kat, en vijftigers bezitten vaker een kat. Huisdieren, een miljardenbusiness We kunnen dankzij het Huishoudbudgetonderzoek ook berekenen hoeveel gezinnen jaarlijks uitgeven aan goederen en diensten die te maken hebben met huisdieren (zie Tabel 3). In het totaal besteedden de Belgen in 2004 liefst 757 miljoen euro - of bijna 31 miljard oude Belgische franken! - aan huisdieren. Brusselse gezinnen besteedden 83 miljoen euro (11,0 procent van het totaal), gezinnen uit het Vlaams Gewest 384 miljoen euro (50,7 procent) en Waalse gezinnen 290 miljoen euro (38,3 procent). De grootste uitgavenpost is kattenvoeding. In 2004 gaven de Belgen daaraan 183 miljoen euro uit. Hondenvoeding is met 179 miljoen euro de tweede grootste uitgavenpost. 136 miljoen euro ging naar de dierenarts, 87 miljoen euro werd uitgegeven aan artikelen voor huisdieren, zoals hondenhokken, manden, aquaria en leibanden en 77 miljoen euro aan dierenpensions en dierenverzorging. Er werd tevens voor een bedrag van 22 miljoen euro aan honden en voor 12 miljoen euro aan andere huisdieren gekocht.
2
Brusselaars en Vlamingen geven gemiddeld meer uit aan de aankoop van honden en ze geven eveneens meer uit aan dierenpensions en de verzorging van dieren. Brusselaars en Walen geven relatief het meeste uit aan dierenartsen. In het zuiden van het land worden tevens grotere sommen besteed aan de aankoop van honden- en kattenvoer. Ook Vlamingen geven relatief veel uit aan voeding voor katten.
3
Bijlagen Tabel 1. Aantal honden en katten in België en de gewesten (2004) België
Brussel
Vlaanderen
Wallonië
Aantal honden
1.064.335
129.566
507.696
427.073
Aantal katten
1.954.032
228.632
1.021.795
703.605
Percentage huishoudens met minstens één hond
20,5%
22,5%
17,7%
24,9%
Percentage huishoudens met minstens één kat
26,2%
27,3%
23,9%
29,9%
Aantal honden per 100 inwoners
10,16
12,79
8,38
12,54
Aantal katten per 100 inwoners
18,65
22,57
16,86
20,66
Verhouding aantal katten op aantal honden
1,84
1,76
2,01
1,65
Honden per huishouden met hond
1,27
1,31
1,24
1,30
Katten per huishouden met kat
1,83
1,90
1,85
1,78
Aantal huishoudens met minstens één hond
835.799
98.885
408.353
328.560
Aantal huishoudens met minstens één kat
1.067.390
120.436
551.692
395.263
Bron (verplichte vermelding): FOD Economie - Algemene Directie Statistiek (Huishoudbudgetonderzoek) en Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (Gezondheidsenquête).
Tabel 2. Evolutie van het aantal honden en katten in Belgische dierenasielen (2002-2005) 2002 Honden Katten
36.480 26.788
2003 36.645 26.986
2004 38.586 33.967
2005 39.176 35.995
2006 37.636 35.828
Bron (verplichte vermelding): FOD Volksgezondheid, Dienst "Dierenwelzijn en CITES".
4
Tabel 3. Uitgaven van de huishoudens in verband met huisdieren: totaalcijfers en cijfers per gezin en per persoon (2004) België Totale jaarlijkse uitgaven in verband met huisdieren (in miljoen euro) (a)
Brussel
Vlaanderen
Wallonië
757,00
83,22
384,00
289,78
Aankoop van honden
21,95
2,96
13,26
5,73
Aankoop van andere huisdieren
12,40
6,55
3,43
2,43
Hondenvoeding
179,39
13,62
85,50
80,26
Kattenvoeding
183,11
20,16
83,58
79,37
Voedsel voor andere huisdieren
61,48
1,38
45,38
14,72
Artikelen voor huisdieren (o.m. hondenhokken, manden, aquaria en leibanden...)
86,58
12,02
42,95
31,62
135,59
14,81
63,47
57,30
76,50
11,72
46,45
18,34
Dierenarts Pension en verzorging van dieren
België Gemiddelde jaarlijkse uitgaven aan huisdieren, per huishouden (in euro)
Brussel
Vlaanderen
Wallonië
186,06
188,96
166,37
219,53
Aankoop van honden
5,40
6,73
5,74
4,34
Aankoop van andere huisdieren
3,05
14,87
1,48
1,84
Hondenvoeding
44,09
30,93
37,04
60,80
Kattenvoeding
45,00
45,77
36,21
60,13
Voedsel voor andere huisdieren
15,11
3,14
19,66
11,15
Artikelen voor huisdieren (o.m. hondenhokken, manden, aquaria en leibanden...)
21,28
27,28
18,61
23,95
Dierenarts
33,33
33,63
27,50
43,41
Pension en verzorging van dieren
18,80
26,60
20,12
13,89
Gemiddelde jaarlijkse uitgaven aan huisdieren, per persoon (in euro)
75,12
87,28
66,25
87,08
Aankoop van honden
2,18
3,11
2,29
1,72
Aankoop van andere huisdieren
1,23
6,87
0,59
0,73
Hondenvoeding
17,80
14,29
14,75
24,12
Kattenvoeding
18,17
21,14
14,42
23,85
Voedsel voor andere huisdieren
6,10
1,45
7,83
4,42
Artikelen voor huisdieren (o.m. hondenhokken, manden, aquaria en leibanden...)
8,59
12,60
7,41
9,50
13,45
15,53
10,95
17,22
8,01
5,51
Dierenarts
Pension en verzorging van dieren 7,59 12,29 (a) Totale uitgaven van de Belgische bevolking in 2004. Bron (verplichte vermelding): FOD Economie - Algemene Directie Statistiek (Huishoudbudgetonderzoek).
5
Methodologie De cijfers over het aantal honden en katten zijn gebaseerd op de Huishoudbudgetonderzoeken van de Directie Statistiek van de FOD Economie. Die worden al vanaf 1854 in ons land georganiseerd, met tussenpozen van 7 tot 8 jaar. Sinds de enquête van 1995-1996 gaan ze jaarlijks door. De Huishoudbudgetonderzoeken (ook Gezinsbudgetenquêtes genoemd) leveren een schat aan informatie op over de inkomsten en uitgaven van de Belgische gezinnen. Elke maand worden door iets meer dan 300 huishoudens inkomsten en uitgaven opgetekend. Het aantal huishoudens dat in de loop van een jaar wordt opgevolgd bedraagt ruim 3.700. Vanaf 2000 werd ook gevraagd aan de huishoudens of ze een hond en/of een kat bezitten. De cijfers in dit artikel zijn gebaseerd op de antwoorden op die vraag. Bijkomende inlichtingen Voor meer inlichtingen kan u terecht bij de Dienst communicatie (tel 02/548.65.76). Bronvermelding FOD Economie – Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie.
6