PostNL Port betaald PAYS-BAS
DE HOEKSTEEN 74 De Steen die de bouwers verworpen hadden, is tot een hoeksteen geworden ( Psalm 118:22 )
* Uitverkiezing * De overigen van haar nageslacht * De grootste tiran van het universum
ADRES ONTVANGER
REDACTIE - COLOFON - INHOUD
2 COLOFON
REDACTIE
De uitgave van dit blad is mogelijk gemaakt door vrijwillige bijdragen.
Toen A.T. Jones zijn studies uitbracht over de scheiding tussen godsdienst en de staat (zie artikel De drie Engelenboodschap) was er een beweging op gang in Amerika om de zondag tot nationale rustdag in de wet op te nemen. De Bijbelse argumenten die hij zo duidelijk naar voren bracht tegen deze beweging hebben nog niets van hun kracht of zeggenschap verloren. In 2014 kunnen wij nog steeds lering trekken uit zijn onderricht, want hier in Europa werd op 20 juni 2011 in Brussel een Europese Alliantie ter bescherming van de zondag opgericht. Met dit initiatief willen Europese vakbonden (waaronder FNV Bondgenoten), kerken, gezinsverenigingen en kerkelijke organisaties, onder wie de Commissie van Europese Bisschoppenconferenties en de Raad van Europese Kerken ertoe bijdragen dat de zondag als gemeenschappelijke rustdag in de hele Europese Unie wordt beschermd. Het Woord van God zal ook nu een licht op ons pad zijn en een lamp in de duisternis. Marian Pel / Wim Wiggers
Mocht deze uitgave bij u aanslaan, dan is het mogelijk een bijdrage te leveren door een bedrag te storten op: Stichting de Bazuin te Sion ABN AMRO IBAN NL26ABNA 059 1860 724 Dan is er uitbreiding van dit blad mogelijk zodat ook anderen kennis kunnen nemen van Gods boodschap Namens de redactie. Marian Pel / Wim Wiggers ---------------Wilt u dit blad blijven ontvangen stuur dan uw adres naar:
DE HOEKSTEEN. p/a Marian Pel Struikenlaan 34 4631 AN Hoogerheide ----------------------------BIJBELSCHOOL APELDOORN.
De Hoeksteen Een tijdschrift waarin de grondbeginselen van de adventsboodschap uitgebreid aan de orde komen, die door de Hoeksteen - Christus- aan zijn boodschappers, ter verkondiging en waarschuwing aan een ten ondergaande wereld, zijn gegeven. Ook het in het licht stellen van de adventsboodschap in deze tijd en in deze wereld, zal de bruikbaarheid van deze oude boodschap steeds urgenter maken. De medewerk(st)ers van de redactie van dit tijdschrift hebben één doel voor ogen, namelijk: in deze sombere, door oorlog, geweld, en door nog veel meer ellende geteisterde wereld zonder toekomst, een ieder de warme blijdschap te laten ervaren van deze boodschap, dat er wél een toekomst is en dat de Here spoedig komt! Dit tijdschrift wordt uitgegeven door leken binnen de zevendedags-adventgemeenschap, die zending bedrijven, boeken drukken en uitgeven.
INHOUD
Kom ook naar de Bijbelschool in Apeldoorn, elke vierde zondag in de maand. De nog volgende data voor 2014 zijn:
► Uitverkiezing
3
► De Derde Engelboodschap - deel 18 A.T.Jones
7
LET OP:
► De overigen van haar nageslacht
13
► De geschiedenis van de hervorming - deel 27
15
► De grootste tiran van het universum
18
► Kinderverhaal... Bidden voor een tasje
20
22 juni, 24 aug, 28 sep. Adres: Serviceflat Walterbosch Mercuriuslaan 35 7314 KR Apeldoorn
UITVERKIEZING Het negende hoofdstuk van de brief aan de Romeinen is een hoofdstuk van de Bijbel dat moeilijk is om te begrijpen. In dat hoofdstuk lezen wij: “Jakob heb Ik liefgehad maar Ezau heb Ik gehaat.” Vers 13. God zegt tot Mozes: “Over wie Ik Mij ontferm, zal Ik mij ontfermen, en jegens wie Ik barmhartig ben, zal Ik barmhartig zijn.” “Het hangt dus niet daarvan af, of iemand wil, dan wel of iemand loopt, maar van God Die zich ontfermt … Hij ontfermt zich dus over wie Hij wil en Hij verhardt wie Hij wil.” Vers 14-18. Er schijnt een volslagen willekeur te zijn. God doet maar wat, schijnt het devies te zijn, Hij kiest en wij moeten daarom maar afwachten wat er met ons gebeurt. In Nederland werd op de synode van Dordrecht deze leer samengevat in de Dordtse leerregels. Dat soort willekeur is afschuwelijk. Wat bedoelde de apostel Paulus toen hij deze woorden gebruikte. Dat willen wij nu onderzoeken. In het eerste hoofdstuk van de Dordtse leerregels gaat het om de verkiezing en verwerping van de zondaar. Iemand die de vier evangeliën leest kan niet tot de slotconclusie komen dat de Heiland der wereld iemand zal verwerpen. Het enige dat wij daar lezen is dat de Christus van het Nieuwe Testament iemand niet verwerpen kan. Als iemand verworpen was, dan had Jezus hém niet verworpen, integendeel die ziel had Christus verworpen. Dit komt heel duidelijk tot uitdrukking in de woorden die het komende oordeel aankondigden: “En indien iemand naar Mijn woorden hoort, maar ze niet bewaart, Ik oordeel hem niet, want Ik ben niet gekomen om de wereld te oordelen, doch om de wereld te behouden. Wie Mij verwerpt en Mijn woorden niet aanneemt, heeft een, die hem oordeelt, het woord, dat Ik gesproken heb, dat zal hem oordelen ten jongsten dage.” Johannes 12: 47-48.
3
De Brief aan de Romeinen en de Uitverkiezing Romeinen 9 gaat over de uitverkiezing. De woorden die hier staan moeten in samenhang met de brief worden gelezen. Hoofdstuk 1 t/m 11 vormen het leerstellige gedeelte en hoofdstuk 12 t/m 16 is het meer praktische deel van de brief. Van het leerstellige gedeelte geeft de apostel ons in één pennenstreek een samenvatting: “Want God heeft hen allen onder ongehoorzaamheid besloten, om Zich over allen te ontfermen.” Romeinen 11: 32. In Galaten 3: 22 zegt hij dat nog eens: “Neen, de Schrift heeft alles besloten onder de zonde, opdat ten gevolge van het geloof in Jezus Christus de belofte het deel zou worden van hen, die geloven.” Over wie spreekt de apostel eigenlijk? Ik citeer nog een keer: “Want God heeft hen allen onder ongehoorzaamheid besloten, om Zich over allen te ontfermen.” Om te weten of iemand ontferming van God ten deel zal vallen moet duidelijk worden of hij een gevangene is. De woorden “onder ongehoorzaamheid besloten” betekenen dat hij in de gevangenis zit. De gevangenis der ongehoorzaamheid. Wat zegt de Romeinenbrief?
4
UITVERKIEZING
In het eerste hoofdstuk lezen wij dat in de wereld van het heidendom totale ongehoorzaamheid is. In het tweede hoofdstuk wordt duidelijk dat de wereld van het Jodendom onder de totale ongehoorzaamheid besloten is. In het derde hoofdstuk wordt gezegd dat de ongehoorzaamheid universeel is. Wij zien dat de zonde universeel is. Wat is de betekenis hiervan? Heel de wereld is besloten onder de ongehoorzaamheid, God ontfermt zich over allen. Dat is de betekenis van deze teksten. Dat is het onderwerp in het vijfde hoofdstuk: Ontferming.
ven en als koningen heersen door de Ene, Jezus Christus.” vers 17. • De dood heerst als koning door de ene. • Leven en als koningen heersen door Jezus Christus.
“Daarom, gelijk door één mens de zonde de wereld is binnengekomen en door de zonde de dood, zo is ook de dood tot alle mensen doorgegaan, omdat allen gezondigd hebben; want reeds vóór de wet was er zonde in de wereld. Maar zonde wordt niet toegerekend als er geen wet is. Toch heeft de dood als koning geheerst van Adam tot Mozes, ook over hen, die niet gezondigd hadden, op een gelijke wijze als Adam overtrad, die een beeld is van de komende. Maar het is met de genadegave niet zoals met de overtreding; want, indien door de overtreding van die ene zeer velen gestorven zijn, veel meer is de genade Gods en de gave, bestaande in de genade van de Ene mens, Jezus Christus, voor zeer velen overvloedig geworden.” Romeinen 5: 12-15. • Zeer zijn velen gestorven. • De genade van de Ene mens Jezus Christus is voor zeer velen overvloedig geworden.
“Want, gelijk door de ongehoorzaamheid van één mens zeer velen zondaren geworden zijn, zo zullen ook door de gehoorzaamheid van één zeer velen rechtvaardigen worden.” Vers 19 • Door de ongehoorzaamheid van één zijn zeer velen zondaar geworden. • Door de gehoorzaamheid van één zullen zeer velen rechtvaardigen worden.
“En het is met het geschenk niet zoals door het zondigen van één; want het oordeel leidde van één overtreding tot veroordeling, maar de genadegave van vele overtredingen tot rechtvaardiging.” Vers 16. • Van een overtreding tot veroordeling. • De genade van vele overtredingen tot rechtvaardiging. “Want, indien door de overtreding van de ene, de dood als koning is gaan heersen door die ene, veel meer zullen zij die de overvloed van genade en van de gave van gerechtigheid ontvangen, le-
“Derhalve, gelijk het door één daad van overtreding voor alle mensen tot veroordeling gekomen is. Zo komt het ook door één daad van gerechtigheid voor alle mensen tot rechtvaardiging ten leven.” Vers 18. • Eén daad van overtreding. • Eén daad van gerechtigheid.
Hoofdstuk 5 kan als volgt samengevat worden: “Want God heeft hen allen onder ongehoorzaamheid besloten, om Zich over hen allen te ontfermen.” Romeinen 11: 32. De hoofdstukken 1 t/m 4 kunnen ook zo samengevat worden. Romeinen 9 “Maar dit niet alleen; daar is ook Rebekka, bevrucht van één man, onze vader Izak, want toen de kinderen nog niet geboren waren, en goed noch kwaad hadden gedaan – opdat het verkiezend voornemen Gods zou blijven, niet opgrond van werken, maar op grond daarvan dat Hij riep; werd tot haar (Rebekka) gezegd: De oudste zal de jongste dienstbaar zijn, gelijk geschreven staat: Jacob heb Ik liefgehad, maar Ezau heb Ik gehaat.” Romeinen 9: 10-12 “Ezau heb Ik gehaat.” Maleachi 1: 3. “En de HERE zeide tot haar: Twee volken zijn in uw schoot, en twee natiën zullen zich scheiden uit uw lichaam; de ene natie zal sterker zijn dan de andere, en de oudste zal de jongste dienstbaar wezen.” Genesis 25: 23. “De oudste zal de jongste dienstbaar zijn.” Is dat
UITVERKIEZING voorkennis of voorbestemming? Dit is duidelijk voorkennis. “Jacob heb Ik liefgehad en Ezau heb Ik gehaat.” Dat was na honderden jaren. Terugkijkend begint de geschiedenis van Ezau met het verkopen van het eerstgeboorterecht. In dit eerstgeboorterecht was de Christus. Wat Ezau deed was het verkopen van de Messias.” ( Zie Genesis 25: 19-34.) “Wat zullen wij dan zeggen? Zou er onrechtvaardigheid zijn bij God? Volstrekt niet! Want Hij zegt tot Mozes: Over wie Ik Mij ontferm, zal Ik Mij ontfermen, en jegens wie Ik barmhartig ben, zal Ik barmhartig zijn.” Romeinen 9: 14. “Want God heeft hen allen onder ongehoorzaamheid besloten om zich over allen te ontfermen.” Romeinen 11: 32. God is niet onrechtvaardig. Paulus citeert God: “Over wie Ik Mij ontferm zal Ik Mij ontfermen.” En zo werd op de berg Sinaï, nadat Israël het gouden kalf gemaakt had, Israël ontferming en barmhartigheid aangeboden. Zo was er dus geen onrechtvaardigheid van Gods kant. In plaats daarvan barmhartigheid en ontferming. Het gevaar bestaat daarin dat wij Gods barmhartigheid en ontferming verkeerd beoordelen. “Het hangt dus niet daarvan af, of iemand wil, dan wel of iemand loopt, maar van God Die Zich ontfermt. Want het Schriftwoord zegt tot Farao: Daartoe heb Ik u doen opstaan, opdat Ik in u Mijn kracht zou tonen en Mijn Naam verbreid zou worden over de gehele aarde.” Hij ontfermt Zich dus over wie Hij wil en Hij verhardt wie Hij wil.” Romeinen 9: 16-18. Dit lijkt dus weer absolute willekeur. Maar is dat ook zo? De Farao van Egypte valt ook onder degenen waarover God Zich ontfermde. Het doel waartoe de Farao werd geroepen was: “Daartoe heb Ik u doen opstaan, opdat Ik in u Mijn kracht zou tonen en Mijn Naam verbreid
5
zou worden over de gehele aarde.” Dat is precies wat ook geschreven wordt over de apostel Paulus. “Ga, want deze is Mij een uitverkoren werktuig om Mijn Naam te brengen voor de heidenen, en koningen en de kinderen Israëls.” Handelingen 9: 15. Toen de Farao niet wilde luisteren veranderde het plan niet, maar de manier waarop het doel bereikt werd was totaal anders. Farao had dus net als Paulus de naam van God kunnen verheerlijken. Let wel dat God zegt: “Opdat Ik in u Mijn kracht zou tonen.” “Hij ontfermt Zich dus over wie Hij wil en Hij verhardt wie Hij wil.” Romeinen 9: 18. Dat lijkt opnieuw volslagen willekeur. Hij ontfermt Zich over wie Hij wil. Hij ontfermt Zich dus over iedereen, maar er zijn mensen die niet willen. Mozes kwam vele keren bij de Farao. Maar de Farao weigerde pertinent om naar God te luisteren en werd op die manier verhard. Als de aangebode genade wordt geweigerd dan is er geen erbarmen meer. Iedereen een Kandidaat voor de Hemel “Dit is goed en aangenaam voor God, onze Heiland, die wil dat alle mensen behouden worden en tot erkentenis der waarheid komen. Maar er is één God en ook één Middelaar tussen God en mensen, de Mens Jezus Christus, die Zich gegeven heeft tot een losprijs voor allen; en daarvan wordt getuigd te juister tijd.” 1 Timotheüs 2: 3-6. “Ja, hierom getroosten wij ons moeite en grote inspanning, omdat wij onze hoop gevestigd hebben op de levende God, Die een Heiland is voor alle mensen, inzonderheid voor de gelovigen.” 1 Timotheüs 4: 10. “Want de liefde van Christus dringt ons, daar wij tot het inzicht gekomen zijn, dat één voor allen gestorven is. Dus zijn zij allen gestorven. En voor allen is Hij ge-
UITVERKIEZING
6
storven, opdat zij, die leven, niet meer voor zichzelf zouden leven, maar voor Hem, die voor hen gestorven is en opgewekt.” 2 Korintiërs 5: 14-15. “Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe”. Johannes 3: 16. Uitverkiezing “De uitverkorenen naar de voorkennis van God, de Vader in heiliging door de Geest, tot gehoorzaamheid en besprenging met het bloed van Jezus Christus; genade en vrede worde u vermenigvuldigd.” 1 Petrus 1: 2. “Beijvert u daarom des te meer, broeders, om uw roeping en verkiezing te bevestigen; want als u dit doet, zult gij nimmer struikelen.” 2 Petrus 1: 10. Verkiezing is dus iets wat bevestigd moet worden. Beijvert u daarom des te meer, zegt de apostel. “Zij zijn naar het evangelie vijanden om uwentwil, naar de verkiezing zijn zij geliefden om der vaderen wil. Want de genadegaven en de roe-
vervolg van het kinderverhaal van pagina 21 Buiten liepen ze weer door het park: geen zwarte tas. Carly barstte in tranen uit. Ze wist zeker dat niemand zo’n mooie tas zou teruggeven! Hij was kwijt…. voor altijd! Thuis zakte ze op de bank neer en huilde weer. “Lieverd,” zei oma, “denk je dat Jezus weet waar je tas is? Laten we samen bidden om te vragen of Hij je wil helpen hem weer te vinden.” Oma knielde neer naast de bank. “Kom, bid met me.” Eerst bad oma en daarna Carly: “Lieve Jezus, alstublieft, helpt u mij mijn tas en portemonnee te vinden. Het spijt me zo dat ik het verloren heb, u weet hoeveel ik van mijn tas houd. Als iemand hem vindt, wilt u hem dan helpen eerlijk te zijn en de tas bij mij terug te brengen?” Zodra ze haar gebed had geëindigd ging de deurbel.
ping Gods zijn onberouwelijk. Want evenals gij eertijds aan God ongehoorzaam waart, maar nu ontferming hebt gevonden door hun ongehoorzaamheid, zo zijn ook dezen nu ongehoorzaam geworden, opdat door de u betoonde ontferming ook zij thans ontferming zouden vinden. Want God heeft hen allen onder ongehoorzaamheid besloten, om Zich over allen te ontfermen.” Romeinen 11: 28-32. De uitverkiezing tot het eeuwige leven is even universeel als de zonde. Door de zondeval is ieder mens gevallen. Christus heeft door de genadegave, die op Golgotha werkelijkheid werd, ieder mens gemaakt tot een uitverkorene. Maar ieder mens heeft daarin zelf verantwoording. Het woord verkiezing heeft dezelfde inhoud als Johannes 3: 16: Want alzo lief heeft God de wereld dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, zodat nu ieder mens uitverkoren is. Ons werk is dat wij die verkiezing bevestigen door het geloof. Uitverkiezing is een woord dat tot de woordenschat van de liefde hoort. Wim Wiggers.
Oma ging snel naar de voordeur en deed hem open. Er stond een lange man voor de deur met een trainingspak aan en een petje op. In zijn handen hield hij Carly’s zwarte tas! “Ik vond deze tas in het park en in de portemonnee zat een briefje met daarop dit adres.” “Oh, dank u wel, dank u wel,” riep Carly blij en verrast. “God heeft u zeker gebruikt om mijn gebed te verhoren!” Nadat de man weer weg was, knielden oma en Carly weer neer bij de bank en dankten God voor de eerlijke man die de tas had teruggebracht. Dat beantwoorde gebed sterkte het geloof van Carly. Zo leerde ze niet alleen zuiniger te zijn op haar spullen, maar ook dat ze met Jezus over alles kon praten: zelfs over een zwart tasje met leren handvaten!
DE DERDE ENGELBOODSCHAP A.T.Jones Wij hebben de vorige keer gekeken naar de tot standkoming en het werk van het beest en van zijn beeld in de Verenigde Staten. (Openbaring 13: 11-17). Beide, het beest (het pausdom) en zijn beeld (het afvallige Protestantisme), streven naar de allerhoogste macht, de macht van de staat, om die te gebruiken bij het opleggen van het merkteken van het beest. Onze boodschap daar tegen is: “Als iemand het beest en zijn beeld aanbidt, en het merkteken op zijn voorhoofd of op zijn hand ontvangt, dan zal hij ook drinken van de wijn van de toorn van God.” Maar het is niet voldoende dat wij de mensen vertellen dat de weg die deze anderen volgen verkeerd is, wij moeten hen ook laten zien waarom dat zo is. Het is niet voldoende dat wij het hun vertellen, tenzij wij het hen ook vanuit de Schrift kunnen laten inzien. Daarom gaat deze studie over de vraag waarom dat alles verkeerd is. Wij beginnen bij Filippenzen 3: 20: “Ons burgerschap is echter in de hemelen, waaruit wij ook de Zaligmaker verwachten, namelijk de Heere Jezus Christus.” Dit is wat de Here zegt over iedere christen. Het burgerschap van iedere christen is in de hemel. Welnu, als ons burgerschap in de hemel is, wat heeft een burger van de hemel, of van de hemelse regering, dan te maken met de politieke en regeringszaken van enig aardse regering of koninkrijk? Sterker nog, wat heeft een burger van welke regering dan ook te maken met de politieke zaken of het bestuur van enige andere regering? Er zijn christenen die beweren burgers te zijn van het hemelse koninkrijk. Zij belijden dat hun burgerschap volgens de Schriften in de hemel is, maar zij betrekken zichzelf voortdurend in de politieke bewegingen van de aardse regeringen. Zij zeggen dat ze een burgerschap in de hemel hebben en toch manipuleren zij de zaken van het koninkrijk van deze wereld! Zij belijden burgers te zijn van het koninkrijk van God, maar toch willen zij de zaken van de regeringen van
7
A.T.Jones - deel 18 mensen regelen. Maar dat is iets wat rechtens nooit gedaan kan worden. Als een burger van Groot Brittannië naar de Verenigde Staten zou verhuizen en zijn burgerschap in de regering van Groot Brittannië zou behouden, en deel zou nemen, of zou pogen deel te nemen aan de politieke zaken van deze regering, dan zou iedere burger van de Verenigde Staten aanstoot nemen aan zijn handelen in dat opzicht. Het doet er niet toe met welke partij hij zich zou verbinden, zij zouden het niet toestaan, zij zouden het hem verbieden. Zij zouden zeggen: Het gaat u niets aan, u hoort hier niet bij, u bent een burger van een andere regering. Als de wetten in dit land u niet aanstaan, heeft u daar niets mee te maken. Het politieke systeem van dit land bevalt ons, en als het u niet bevalt, laat het dan met rust of verander uw burgerschap van de regering waartoe u nu behoort en breng uw burgerschap hier en dan kunt u meepraten over de wetten en hoe ze gemaakt of veranderd moeten worden. U weet dat het zo is. U weet dat dit de manier is waarop een burger uit een ander land behandeld zou worden door alle burgers in dit land als hij zich in de politieke zaken van dit land zou willen mengen. Daarmee wordt hem niet het recht ont-
8
DE DERDE ENGELBOODSCHAP
zegd om in dit land te wonen -dat mag hij- maar allen ontzeggen hem het recht, en zelfs zijn burgerschap in een ander land ontzegt hem het recht, om ook maar iets van doen te hebben met het burgerschap van dit land, of met de politieke zaken van dit land. Omdat het burgerschap van de christen in de hemel is verbiedt hem dat feit, juist dat beginsel, om deel te nemen in welke politieke zaak dan ook van welke andere regering, ook al zou het de regering van de Verenigde Staten zijn. Zo is het, en het ligt juist in het beginsel van het burgerschap zelf. We lezen 2 Korinthe 5: 20: “Wij zijn dan gezanten namens Christus, alsof God Zelf door ons smeekt. Namens Christus smeken wij: laat u met God verzoenen.” Dit gaat niet alleen over de ingezegende predikanten, want allen die de genade van God ontvangen moeten dat dienstwerk doen. Er staat geschreven: “Laat ieder de anderen dienen met de genadegave zoals hij die ontvangen heeft, als goede beheerders van de veelsoortige genade van God.” 1 Petrus 4: 10. Wij zijn dus gezanten namens Christus. Een gezant, een ambassadeur, is iemand die als vertegenwoordiger van die regering wordt gezonden naar een ander land. Welnu, het beginsel van het gezantschap verbiedt hem alle inmenging met de politieke belangen van de regering waar hij naar toe is gezonden. Als de Britse ambassadeur in de Verenigde Staten, of de Franse of van welk ander land dan ook, een mening zou geven, of deel zou nemen in enige politieke zaak van dit land, zou zijn staatshoofd onmiddellijk worden ingelicht dat hij hier niet langer een gewenst persoon is. Er zou verzocht worden hem te ontslaan uit zijn positie als ambassadeur in dit land. Dit is in het verleden meermalen gebeurd. “Wij zijn gezanten van Christus.” Er zijn kerkleiders die het beest en zijn beeld oprichten. Zij be-
weren ambassadeurs van Christus te zijn, maar zij geven niet alleen hun meningen, zij leggen ook wetten op. Zij manipuleren politieke campagnes, zij vormen en beïnvloeden de politieke loop van de regeringen onder de naties en volken waarheen zij zijn gezonden. Zo schenden zij het eerste, het laatste en elk beginsel met betrekking tot gezantschap. Er worden dus in deze twee Bijbelteksten twee duidelijke redenen gegeven. Hetzelfde beginsel wordt op twee manieren uitgedrukt, die allebei laten zien dat de weg van deze belijdende burgers van het hemelse koninkrijk, deze belijdende ambassadeurs van Christus, absoluut verkeerd is. Onze verkondiging van de boodschap en de waarschuwing tegen de aanbidding van het beest en zijn beeld moet er een van beginsel zijn en niet alleen in theorie of van beleid. Tenzij onze verkondiging ertegen op het beginsel is gegrond, en trouw blijft aan het beginsel, zal onze verkondiging niets uitrichten. Als wij er alleen de theorie op na houden dat het verkeerd is en ons ertegen verklaren zelfs met de woorden uit de Bijbel, en in de praktijk zelf het beginsel geweld aandoen, dan zal onze verkondiging niets uitwerken. Onze verbinding hiermee moet dus met het beginsel zijn, en wel in beginsel en in trouw aan dat beginsel, en dat vanuit het hart – niet alleen in theorie, of slechts een instemmen ermee. De beginselen van Jezus Christus spreken tot het hart. Zij nemen bezit van het hart en hebben alleen waarde als zij bezit hebben van het hart. Als zij geen bezit hebben van het hart, zal iemand die deze beginselen belijdt ze in zijn handelen geweld aandoen, ook al is hij een Zevendedags-Adventist. “Ons burgerschap is in de hemel”, en van alle mensen is ons “burgerschap in de hemel”, waarvandaan wij onze Heiland, de Here Jezus Christus, verwachten. In Johannes 18: 36 lezen we: “Jezus antwoordde: Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld. Als
DE DERDE ENGELBOODSCHAP Mijn Koninkrijk van deze wereld was, zouden Mijn dienaars gestreden hebben, opdat Ik niet aan de Joden overgeleverd zou worden, maar nu is Mijn Koninkrijk niet van hier.” Als Zijn koninkrijk van deze wereld zou zijn, voor welk koninkrijk zouden Zijn dienaars dan strijden? Voor het koninkrijk van deze wereld. Voor welk koninkrijk zouden zij werken? Voor het koninkrijk van deze wereld. Iemand die dus strijdt voor een koninkrijk van deze wereld, voor het oppergezag en de macht in het koninkrijk van deze wereld en werkt voor een plek in een koninkrijk van deze wereld, verloochent zijn verbinding met het koninkrijk van Jezus Christus, want Zijn koninkrijk is niet van deze wereld. Maar dat is wat de mensen doen die leiding geven in de beweging om godsdienst en staat te verbinden. Zij streven ernaar om de koninkrijken van deze wereld in bezit te nemen en te heersen over de regeringen van deze wereld. Zij willen werkelijk strijden voor de regeringen van deze wereld en werken om zichzelf in posities te plaatsen in verbinding met de regeringen van deze wereld. Daarom roepen zij zo hard als ze kunnen dat ze van deze wereld zijn en helemaal niet van het koninkrijk van Christus. Nog een andere Bijbeltekst hierover vinden we in Lukas 22: 24-26: “Er ontstond ook onenigheid onder hen over wie van hen geacht werd de belangrijkste te zijn.” Er was onenigheid over wie van hen de belangrijkste zou zijn in het koninkrijk waarvan zij verwachtten dat het op aarde zou komen. Het koninkrijk waarvan zij verwachtten dat Christus op zou richten en waarvan zij dachten dat het een koninkrijk van deze wereld zou zijn waarin zij een plaats zouden krijgen. Er was onenigheid onder hen over wie de belangrijkste zou zijn en wie de hoogste positie zou krijgen in dat koninkrijk. Het was zeker een verkeerde gedachte met betrekking tot het koninkrijk, maar de les die Hij hun leerde hierover is op alle soortgelijke gevallen van toepassing. “En Hij zei tegen hen: De koningen van de volken heersen over hen, en wie macht over hen hebben, worden weldoeners genoemd.” Weldoeners, mensen die goed doen, dat is wat die kerkleiders beweren te zijn. Mensen die goed doen voor het land en het volk, die beweren te
9
werken voor het heil van de steden, de staten en de naties. Zij willen weldoeners genoemd worden. “ Bij u echter moet dat zo niet zijn.” Zo wat? Zij oefenen heerschappij en gezag over hen uit. “Maar bij u moet dat niet zo zijn.” Waar? Bij u. U zult geen heerschappij en gezag over elkaar uitoefenen in de gemeente, in de plaats waar u thuishoort. Hoe kunt u dan heerschappij en gezag uitoefenen over mensen op een plaats waar u helemaal niet thuishoort? Nog een tekst in verband met de woorden “Mijn koninkrijk is niet van deze wereld”: “Daarbij danken wij de Vader, Die ons bekwaam heeft gemaakt om deel te hebben aan de erfenis van de heiligen in het licht. Hij heeft ons getrokken uit de macht van de duisternis en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde.” Kolossenzen 1: 12, 13. Wat we hier willen bestuderen is de tegenstelling tussen licht en duisternis. “Getrokken uit de macht van de duisternis.” Dat is niet slechts de macht die duisternis zelf op ons uitoefent, maar de gedachte is, getrokken uit de heerschappij, uit de regering van duisternis. Hij heeft ons getrokken uit het rechtsgebied van de macht van de duisternis en heeft ons “overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde.” We lezen verder in Efeze 5: 8: “Want u was voorheen duisternis.” Wanneer? Toen wij onderworpen waren aan de heersers van de duisternis van deze wereld, toen wij in zonde waren. “Want u was voorheen duisternis, maar nu bent u licht in de Heere; wandel als kinderen van het licht.” Regeringen, naties en politieke organisaties zijn alleen maar van deze wereld, zij behoren alleen deze wereld toe. En de wereld is onder de heerschappij van de duisternis. “Want zie, de duisternis zal de aarde bedekken en donkere wolken de volken.” Zijn de regeringen en overheden van het koninkrijk van God of van deze wereld? Zij behoren alleen tot deze wereld. Dat is de kant van duisternis. Maar wie uit de duisternis is overgezet, getrokken uit die duisternis en overgezet in het koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde, is van een andere wereld. Hij hoort bij een andere wereld,
10
DE DERDE ENGELBOODSCHAP
hij is verbonden met een andere wereld en die wereld is werkelijk de hemelse wereld. De stad waar hij thuishoort is de hemelse stad. Daar is zijn burgerschap – in de heerschappij van de wereld van licht. We lezen het hele stukje in Efeze 5: “Want u was voorheen duisternis, maar nu bent u licht in de Heere; wandel als kinderen van het licht want de vrucht van de Geest bestaat in alle goedheid en rechtvaardigheid en waarheid – en beproef wat de Heere welbehaaglijk is. En neem niet deel aan de onvruchtbare werken van de duisternis, maar ontmasker ze veeleer.” Vers 8-11. Hoeveel van de wereld zal onder de heerschappij van het beest en zijn beeld vallen? Heel de wereld. Wat is onze boodschap? “Als iemand het beest en zijn beeld aanbidt.” Dat is onze boodschap aan de wereld. Deze boodschap moet oproepen om “niet deel te nemen aan de onvruchtbare werken van de duisternis, maar ze veeleer te ontmaskeren.” Zal deze boodschap een vermaning zijn voor iedereen die bezig is met het werk van het beest en zijn beeld? Jazeker. Het werk van het beest en zijn beeld is dus in strijd met het beginsel van burgerschap in het koninkrijk van God, of van enig ander koninkrijk; in strijd met het beginsel van gezantschap, van Jezus Christus of van elk ander gezantschap; in strijd met het beginsel dat Jezus Christus vaststelde voor Zijn discipelen wat betreft het streven naar een plaats en gezag; in strijd met het beginsel van God dat Zijn heerschappij scheidt van alle heerschappijen op deze aarde – dat scheidt tussen licht en duisternis. Het is gewoon een poging om licht en duisternis met elkaar te vermengen en het is altijd en alleen maar duisternis, want het heeft te maken met de geest van duisternis die ernaar streeft om de heerschappij van het licht te vermengen met de heerschappij van de duisternis. Er zijn nog een paar teksten die we zullen lezen. “Ik heb hun Uw woord gegeven, en de wereld heeft hen gehaat.” Johannes 17: 14. En op een andere plaats: “Als u van de wereld zou zijn, zou de wereld het hare liefhebben, maar omdat u
niet van de wereld bent, maar Ik u uit de wereld heb uitverkoren, daarom haat de wereld u. Herinner u het woord dat Ik u gezegd heb: Een slaaf is niet meer dan zijn heer.” Johannes 15: 19, 20. En nu vers 18: “Als de wereld u haat, weet dat zij Mij eerder dan u gehaat heeft.” Christus zegt ook: “De wereld kan u niet haten, maar Mij haat zij, omdat Ik van haar getuig dat haar werken slecht zijn.” Johannes 7: 7. Wanneer het beest en zijn beeld de wereld beheersen en er een volk is dat ertegen getuigt, zeggende dat zijn werken slecht zijn, wat zal er dan gebeuren? Dat volk zal gehaat worden. Maar als iemand niet tegen de wereld getuigt dat haar werken slecht zijn, zal de wereld hem dan haten? Nee, de wereld zal allen die van haar zijn liefhebben. Laten we verder lezen in Johannes 17: 14: “En de wereld heeft hen gehaat, omdat zij niet van de wereld zijn, zoals Ik niet van de wereld ben.” Dit is de standaard, dit is de maat van genegenheid die onze relatie tot de wereld toetst. Dat is Jezus Christus. “Zij zijn niet van de wereld, zoals Ik niet van de wereld ben.” “Ik bid niet dat U hen uit de wereld wegneemt, maar dat U hen bewaart voor de boze. Zij zijn niet van de wereld, zoals Ik niet van de wereld ben.” Het beest en zijn beeld zijn van de wereld. Als de godsdienstige leiders van de waarheid zijn, de waarheid van Christus, dan zijn ze niet meer van de wereld en dan zullen ze zich niet meer bemoeien met de zaken van deze wereld. Zij zullen dan niet langer trachten de politieke zaken te beheersen, net zo min als Jezus Christus dat zelf in de wereld deed. Hij raakte het nooit aan. Waren er in Zijn tijd geen kwade dingen die rechtgezet moesten worden? Het kwaad in het bestuur van de stad? Het kwaad in de koloniale regering? Het kwaad in de keizerlijke regering? Waarom ging Hij niet aan de slag om Jeruzalem en Rome te redden door politieke handelingen? Omdat Hij niet van deze wereld was. Maar als godsdienstige leiders zich hiermee bezig houden laten zij zien dat ze niet van Christus zijn, noch van de waarheid van Christus, maar van deze wereld. En hoewel ze van deze wereld zijn, belijden ze toch de
DE DERDE ENGELBOODSCHAP naam van het christendom en proberen ze het christendom in de vorm en het patroon van deze wereld te gieten. Dat is de antichrist. Laten we een tekst lezen waar we een duidelijke uitspraak vinden over dit onderwerp. “En iemand uit de menigte zei tegen Hem: Meester, zeg tegen mijn broer dat hij de erfenis met mij moet delen.” Lukas 12: 13. Hier was een man wiens ouders waren gestorven en een erfenis hadden achtergelaten. Het schijnt dat zijn broer niet eerlijk had gehandeld tegenover hem en hij doet een beroep op Jezus om met zijn broer te spreken en ervoor te zorgen dat hij juist zou handelen in deze zaak. In principe vroeg hij Jezus om de positie van een rechter of een scheidsrechter in te nemen in zaken van deze wereld, met betrekking tot dingen die te maken hebben met de regering van deze wereld. Hij vroeg Hem een oordeel in deze zaak uit te spreken en te beslissen wat goed was en overeenkomstige instructies te geven. Deze zaak bevat het hele beginsel dat we nu behandelen. “Maar Hij zei tegen hem: Mens, wie heeft Mij tot rechter of verdeler van een erfenis over u aangesteld? En Hij zei tegen hen:” – niet alleen tegen hem -, want Christus wilde alle anderen ook deze les onderwijzen. “Kijk uit en wees op uw hoede voor de hebzucht. Immers, al heeft iemand overvloed, zijn leven behoort niet tot zijn bezit. En Hij zei tot hen een gelijkenis en sprak: Het land van een rijke man had veel opgebracht. En hij overlegde bij zichzelf en zei: Wat zal ik doen? Want ik heb geen ruimte om mijn vruchten op te slaan. En hij zei: Dit zal ik doen: ik zal mijn schuren afbreken en grotere bouwen en ik zal daarin al mijn koren en al mijn goederen opslaan. En ik zal tegen mijn ziel zeggen: Ziel, u hebt veel goederen liggen voor veel jaren. Neem rust, eet, drink en wees vrolijk. Maar God zei tegen hem: Dwaas! In deze nacht zal men uw ziel van u opeisen; en wat u gereedgemaakt hebt, voor wie zal het zijn? Zo is het met hem die voor zichzelf schatten verzamelt en niet rijk is in God.” vers 14-21.
11
We willen nu nog over de toepassing van een ander punt over het gezantschap nadenken. Ambassadeurs worden van het ene naar het andere land gestuurd. Hij wordt zoals we hebben geleerd daar niet naar toegestuurd om te manipuleren, zich te mengen in, of ook maar iets van doen te hebben met de zaken van de regering of van het volk van die regering met betrekking tot die regering. Hij wordt naar dat land gestuurd, naar die regering, om de zaken van zijn eigen regering te behartigen zoals die zich voor kunnen doen in die regering, of in dat land. Daarom is hij daar. Er zijn onderdanen uit Groot-Brittannië in de Verenigde Staten en er zijn in dit land belangen die te maken hebben met Groot-Brittannië in verband met haar onderdanen hier. Zij stuurt haar ambassadeurs hiernaar toe, een persoonlijke nationale vertegenwoordiger om de zaken te behartigen van Groot-Brittannië en zijn onderdanen zoals die zich kunnen voordoen op het grondgebied van deze regering. En alleen op deze dingen moet hij zijn aandacht richten en er zijn tijd aan geven – aan de zaken van zijn eigen land, zoals die zich kunnen voordoen in het land waar hij is. Zo werd Jezus Christus als een ambassadeur van God naar deze wereld gezonden. Hij was in het land Judea, onder de regering, de heerschappij en in het rechtsgebied van Rome. Er werd Hem gevraagd om zaken te behandelen die met dat andere land te maken hadden. Maar in plaats van toe te geven aan de uitnodiging, hield Hij Zich nauwgezet aan de zaken die te maken hadden met Zijn eigen land. Zij vroegen Hem op te treden als een scheidsrechter in dingen die helemaal behoorden bij de regering in wiens gebied Hij was en waar ook die man was. Maar Hij was daar niet om die zaken te behandelen. Hij was daar om de zaken te behandelen van Gods koninkrijk, van het koninkrijk dat Hem had gezonden. En in plaats van
12
DE DERDE ENGELBOODSCHAP
die grens te overschrijden en Zich te bemoeien met zaken die onder de rechtsbevoegdheid van deze wereld vielen, was Hij trouw aan het koninkrijk waartoe Hij behoorde, en aan de koning die Hij vertegenwoordigde. En dus hield Hij Zich nauwkeurig aan en richtte Zijn aandacht getrouw op de zaken van de regering van Gods koninkrijk, zoals zij zich voordeden in dat koninkrijk van deze wereld. God heeft mensen in deze wereld. Hij heeft belangen in deze wereld. Zijn volk heeft belangen in deze wereld. Dat is waar. Daarom is het ook juist dat God ambassadeurs heeft in deze wereld, maar zij zijn hier om de belangen te behartigen van Gods koninkrijk en van Gods volk zoals de zaken van Gods koninkrijk zich voordoen in de loop van de dingen in deze wereld en helemaal niet met welke zaak dan ook van de koninkrijken van deze wereld. En de ambassadeur van Jezus Christus die deze grens overschrijdt geeft zijn eigen regering op, verbreekt zijn trouw aan zijn eigen Koning en valt het gebied van een andere regering onwettig binnen. Daarom is het kwaad hierin zo groot, daarom werd dit beest in de eerste plaats gemaakt en daarom maakt de schending van deze beginselen het beeld van het beest in de tweede plaats. Wanneer we alleen naar de teksten kijken die we nu hebben bestudeerd, en naar de beginselen die erin liggen, en als deze beginselen voor de gemeente nauwkeurig zouden zijn opgevolgd, zoals Jezus Christus dat deed in deze wereld, zou er dan, of kon er dan ooit een pausdom zijn geweest? Zou er zoiets als een beest geweest kunnen zijn? Zou er dan ooit zoiets al een beeld van het beest geweest kunnen zijn? Nee, dat is duidelijk. Daarom, als de schending van die beginselen het beest in de eerste plaats maakte, kan de schending van die beginselen in de tweede plaats onmogelijk iets anders doen dan het beeld van het beest maken. Het was niet omdat de mensen, de belijdende christenen in het Romeinse Rijk, slechter waren dan alle andere belijdende christenen die er ooit waren, waardoor het pausdom tot stand kwam. Dat was het niet. Het was de schending van de beste beginselen die ooit in de wereld kwamen en dat maakte het
slechtste dat ooit in de wereld was. En toen God de wereld opnieuw naar Zichzelf riep door de beginselen van het christendom, door het werk van de Hervorming, en nogmaals de beginselen van het christendom plaatste tegenover het beest, maakte dat het protestantisme tot wat het was. En wanneer nu belijdende protestanten deze beginselen schenden, brengt het precies dezelfde schade aan het volmaakte beeld van het origineel dat werd gemaakt door de schending van de beginselen in de eerste plaats. Dan zal het voor heel de wereld door deze twee gebeurtenissen gedemonstreerd worden dat de schending van de beginselen in de verzen die we hebben gelezen, niets anders kan doen dan de wereld vervloeken met de pauselijke beestachtige geest. Wat moet er dus het meest vermeden worden door iedereen die de naam van Christus noemt? Dat is het schenden van die beginselen. En wat betreft de Zevendedags Adventisten, die moeten zich voor eeuwig verbinden aan de beginselen en ze vasthouden, want als de Zevendedags Adventisten die beginselen schenden, zal het het werk van het pausdom hetzelfde doen als bij de protestanten en de katholieken. “Ik bid voor hen.” Johannes 17: 9. Dat zijn Zijn discipelen waarvan Hij tegen de Vader zei die U mij uit de wereld gegeven hebt”. “Ik bid voor hen, Ik bid niet voor de wereld.” Kan dan iemand wiens genegenheden en aandacht gericht is op de wereld en die bezig is te werken voor de zaken van deze wereld baat hebben door dat gebed? Nee. “Ik bid voor hen, Ik bid niet voor de wereld, maar voor hen die U Mij gegeven hebt, want zij zijn van U.” Gegeven uit de wereld, genomen uit de wereld, aan Mij gegeven. Ik bid voor hen, zij zijn niet van de wereld, zoals Ik ook niet van de wereld ben. Iedere persoon die baat wil hebben bij dat gebed moet van de wereld zijn gescheiden en van de dingen van deze wereld en de zaken van deze wereld, net zo zeker en net zo volledig als Jezus Christus Zelf. “Zij zijn niet van de wereld, zoals Ik niet van de wereld ben.”
DE OVERIGEN VAN HAAR NAGESLACHT
13
“ En de draak werd boos op de vrouw, en ging heen om oorlog te voeren tegen de overigen van haar nageslacht, die de geboden van God in acht nemen en het getuigenis van Jezus Christus hebben.” Openbaring 12: 17. “En een derde engel volgde hen, die met een luide stem zei: Als iemand het beest en zijn beeld aanbidt, en het merkteken op zijn voorhoofd of op zijn hand ontvangt, dan zal hij ook drinken van de wijn van de toorn van God, die onvermengd is ingeschonken in de drinkbeker van Zijn toorn, en gepijnigd worden in vuur en zwavel voor het oog van de heilige engelen en van het Lam… Hier zien we de volharding van de heiligen. Hier komen openbaar die de geboden van God en het geloof in Jezus in acht nemen.” Openbaring 14: 9, 10, 12. Als de beweging van de ‘drie-engelenboodschap’ niet tot stand is gekomen door het speciale werk van God, dan is zij een grote misleiding, wat velen als aanstootgevend feit beschouwen. Als wij tevreden zijn met de bewering dat deze beweging één van de velen is, uit de grote familie van kerken die alle op gelijke wijze door de Here erkend zijn als de Zijne, en die Zijn werk doen, dan zou de ergernis van het kruis ophouden. Dan zouden wij stilzwijgend onze plaats in kunnen nemen als één van de minder belangrijke leden van die grote familie van kerken, en de andere leden zouden niet vijandig zijn tegenover ons, maar zouden ons met een zekere mate van respect bejegenen. Maar als wij beweren, zoals wij zeer zeker doen, dat dit een bijzondere beweging is, door de God des hemels geroepen om vergeten waarheden uit te dragen, en een volk voor te bereiden voor de komst van Christus, een boodschap te verkondigen die veroordeling brengt en het misnoegen van God veroorzaakt voor diegenen die de waarheid verwerpen, dan wekt dat de toorn van de draak op. Wij beweren dat dit werk van groot belang is en dat God dit werk op een bijzondere wijze erkent.
Evenals het werk van Noach, die de mensen in zijn tijd waarschuwde voor de komende zondvloed. Evenals Mozes, die een bijzonder volk uitleidde uit de goddeloze invloeden, en uit de slavernij naar een plaats waar zij God konden aanbidden en Gods naam op aarde in herinnering konden houden. Evenals Johannes de Doper, die de weg voor de eerste komst van Christus voorbereidde. Ja, zoals Christus en de apostelen die een stroom van licht in deze donkere wereld brachten. Als dat niet zo is dan zijn wij heel erg misleid. Neem van onze beweging dit vitale punt weg en de beweging zou haar hele geestkracht verliezen en zou al gauw een van de meest oninteressante bewegingen worden die er ooit zijn geweest. Onze vijanden weten dat en worden dus uitgedaagd doordat wij met zo’n enorme taaiheid vasthouden aan ons geloof. Maar voor ons is het eenvoudig een kwestie van leven of dood. Is God op een bijzondere manier tegenwoordig in deze beweging? Elke ware gelovige beantwoordt deze vraag bevestigend. Onze predikanten die deze waarheid diep voelen zijn degenen die succes hebben. Als zij hieraan beginnen te twijfelen, of dit niet geloven, dan zijn zij ontdaan van hun kracht op dezelfde manier als Simson, toen hij ontdaan was van zijn haarlokken die
14
DE OVERIGEN VAN HAAR NAGESLACHT
het teken waren van Gods gunst. Zijn kracht zat niet in zijn haar, maar in het feit dat hij zijn haar liet groeien, daarom werd hem bovennatuurlijke kracht verleend. Zo ligt onze kracht niet eenvoudigweg in het feit dat wij geloven, maar daarin dat God Zijn zegen schenkt aan hen die in hun harten datgene aanvaarden wat Hij heeft gegeven als het laatste bijzondere werk in het verlossingsplan. Hoe vaak hebben wij niet gezien dat dit punt waar is? Er zijn hier en daar mensen geweest die een enorme kracht waren in het werk en hun arbeid werd met succes bekroond. Maar dan kwamen de moeilijkheden, zij verloren hun vertrouwen en gleden in zwakheid weg. Op deze regel waren geen uitzonderingen. Geloof in dit speciale werk van God geeft ons het vermogen het goede te doen. Geen mens die met de feiten bekend is kan dit loochenen. Het maakt een groot verschil of wij geloven dat Zevendedags Adventisten een paar waarheden hebben, genoeg om een mens te redden als hij zou gaan sterven – door middel van dezelfde waarheden die andere kerken om ons heen verkondigen – óf dat wij geloven dat dit een beweging is die de Here eeuwen van te voren voorzegd heeft, dat op een bepaalde tijd zou komen om een volk voor te bereiden op de tweede komst van Christus. Het eerste geloven is in werkelijkheid een loochening van het tweede en al diegenen die dat leren zijn valse leraren. De Bijbel leert dat er in de laatste dagen een speciale verkondiging plaats zal vinden en dat allen die deze boodschap verwerpen zullen “drinken van de wijn van de toorn van God, die onvermengd is ingeschonken in de drinkbeker van Zijn toorn.” (onvermengd met genade). Deze verkondiging brengt een reformatie tot stand met betrekking tot de geboden, want sommige geboden worden niet gehouden. Als de beweging waarnaar verwezen wordt, niet een identificatie van ons is, dan verwijzen wij ten onrechte naar onszelf en dan moet er in de toekomst nog zo’n beweging komen, waarin deze waarheden verkondigd worden. Dan is de tijd in Gods voorzienigheid nog niet gekomen om deze boodschap te verkondigen en dan zijn de laatste dagen nog niet aangebroken. Als dit inderdaad zo is dan
verkondigen wij een boodschap die inderdaad afschuwelijk vals is. Misschien accepteren sommigen deze gevolgtrekking en gaan dus over tot onze tegenstanders. Maar geen enkele ware gelovige in dit werk kan ook maar één moment zo’n gedachte overwegen. Nee! Wij geloven met ons gehele hart dat dit Gods werk is in de laatste dagen. Als wij dus aanvaarden dat deze beweging een vervulling is van de profetie, en dus een werk van de laatste dagen, dan moet zij verbonden zijn met speciale middelen waardoor licht wordt geschonken van God om haar te leiden. Dat is in het verleden het geval geweest met elke speciale beweging die door God in het leven werd geroepen. Dat was zo in de tijd van Noach en van Mozes, bij de terugkeer uit de Babylonische gevangenschap, bij Johannes de Doper en bij de speciale verkondiging van het evangelie door de apostelen. Deze bewegingen kwamen buiten het gewone plan van de verlossing, of beter gezegd, buiten de normale gang van zaken, en zijn tot stand gekomen om een speciaal doel te bereiken. Bovendien werden ze voorzegd in de profetie. Zal het werk van voorbereiding voor het einde van de genadetijd een zaak zijn die van minder belang is dan de verlossing van een tijdelijke dood door de zondvloed? Is het van minder belang dan een verandering van woonplaats van Egypte naar Palestina? Of het kortstondige werk van Johannes de Doper? Is er een gebeurtenis die belangrijker is dan de wederkomst van Christus, de volkomen vernietiging van de goddelozen, de verlossing van deze ene verloren, opstandige wereld, en het binden van de aartsvijand die de wereld heeft vervuld met ellende? Het einde van de genadetijd voor de mensheid is de meest indrukwekkende gebeurtenis van de wereldgeschiedenis. Als God in het verleden speciaal licht heeft geschonken aan ‘bewegingen’ met een bijzonder karakter, ‘bewegingen’ die van veel geringer belang waren dan deze, zouden wij dan niet stellig mogen aannemen dat Hij dit met deze beweging zeer zeker zal doen? Wij hebben een vast vertrouwen dat Hij dat ook gedaan heeft.
15 DE GESCHIEDENIS VAN DE HERVORMING Een overzicht uit “DE KERKHERVORMING” door Dr. J.H.Merle dÁubigné - deel 27 -
Een nieuw individu stond op het punt om op het toneel te verschijnen. God wilde Luther tegenover de machtigste keizer stellen die het christendom sinds de dagen van Karel de Grote had gekend. Hij koos daarvoor een jeugdige vorst die nog vele jaren zou regeren. Een vorst die heerste over een groot deel van de Oude Wereld en ook over de Nieuwe wereld, zodat men kon zeggen dat de zon over zijn rijk nooit onderging. Tegenover hem stelde Hij de nederige monnik, de voorloper van de Hervorming. Dit moest de wereld een belangrijke les leren naar het schijnt. Als er een vorst tot de troon was geroepen die gunstig gezind was ten opzichte van de Hervorming, dan zou men kunnen zeggen dat het succes van de waarheid afhing van de menselijke kracht. En als er een zwakke keizer op de troon zou zitten die vijandig stond tegenover de nieuwe leerstellingen, zou men kunnen zeggen dat de overwinning van de Hervorming te danken was aan zijn zwakheid. Maar God koos de trotse overwinnaar van Pavia. De hele wereld was er getuige van hoe hij met zijn zwaard koningen op hun knieën bracht, maar dat zwaard moest buigen voor de zoon van een arme mijnwerker. De keurvorst van Trier stelde voor om Frederik van Saksen, de vriend van Luther, te benoemen tot keizer. Maar hij weigerde die eer en daarom moest iemand anders worden gekozen. Karel,
de koning van Spanje, een jongeman van negentien jaar, zou de lege plaats innemen die door de dood van Maximiliaan was ontstaan. Luther schreef een brief aan Karel toen hij nog in Madrid was. Hij smeekte de jonge koning om zich te ontfermen over de zaak van de Hervorming en de eeuwige Waarheid van God te verdedigen. Karel gaf hem geen antwoord. Terwijl Luther op een antwoord van de nieuwe vorst wachtte, scheen er een storm om hem heen te ontstaan. Het fanatisme ontbrandde in Duitsland. Hochstraten had enige stellingen uit de werken van Luther verzameld. Op zijn verzoek hadden de universiteiten van Leuven en Keulen daarop deze werken veroordeeld. De universiteit van Erfurt stond op het punt dit voorbeeld te volgen, maar een nadrukkelijke brief geschreven aan de professors van Erfurt deden hen zwijgen. Maar de veroordeling die in Keulen en Leuven was uitgesproken, was voldoende om de gemoederen in beweging te brengen. Sommige priesters zeiden openlijk dat wie Luther zou doden, daarmee niet zou zondigen! Niet lang daarna stond Luther voor het klooster toen een vreemdeling hem aansprak. “Waarom reist u alleen?” vroeg de man. “Ik ben in Gods hand,” antwoordde Luther, “Hij is mijn sterkte en mijn schild. Wat zouden mensen mij kunnen doen?” Hierop werd
16
De geschiedenis van de hervorming
de vreemdeling bleek en sloeg geschrokken op de vlucht. Hij had een pistool onder zijn mantel verborgen. Een gezant van de paus pleitte bij de keurvorst om Luther te stenigen en hem geen schuilplaats te geven. Hoe kon Rome Luther overwinnen? De vertegenwoordiger van Frederik van Saksen in Rome schaamde zich over de bescherming die zijn meester aan een ketterse monnik gaf. Hij schreef de keurvorst dat niemand in Rome naar hem wilde luisteren, vanwege de bescherming die hij Luther bood. Hij dacht dat hij de keurvorst bang kon maken en hem zover zou kunnen brengen dat hij zijn handen van Luther af zou trekken. Maar Rome vergiste zich als ze dacht dat ze Frederik bang kon maken. Hij schreef naar Rome: “Duitsland heeft een groot aantal geleerde mannen goed onderwezen in alle taal en wetenschap. De leken zelf beginnen verstandig te worden en de Heilige Schriften lief te hebben. Als daarom de redelijke voorstellen van dr. Luther worden afgeslagen, is het zeer te vrezen dat de vrede nooit meer hersteld kan worden. De leer van Luther heeft in vele harten diep wortel geschoten. Indien u, in plaats van deze leer te weerleggen door het getuigenis van de Schrift, tracht hem te verpletteren door banbliksems van het kerkelijke gezag, zullen grote ergernissen ontstaan, en vreselijke en verderfelijke onlusten opgewekt worden.” Frederik stelde het grootste vertrouwen in Luther en liet hem de brieven van zijn gezanten uit Rome lezen. De hervormer was geraakt door het lezen van die brieven. Hij zag onmiddellijk door welke gevaren hij omringd was. Maar in plaats van hem angst aan te jagen, wekten zij in hem het verlangen op om de strijd tot het einde toe te strijden. Hij gaf de voorkeur aan de christelijke strijd boven de rust van de afzondering. Hij schreef: “Ik heb mijn partij gekozen, ik veracht de woede van Rome en haar gunsten, geen verzoening, geen gemeenschap meer met haar! Zij mag mij veroordelen en mijn boeken verbranden, ik zal op mijn beurt de pauselijke wetten, dat broeinest van alle ketterij, veroordelen en in het openbaar verbranden. De gematigdheid die ik tot dusver getoond heb is vruchteloos geweest
en ik laat die nu varen.” Zijn vrienden waren echter niet zo vol goede moed. Terwijl Rome het zwaard smeedde waarmee hij moest worden getroffen, deed God in Duitsland heldhaftige mannen doen opstaan. Vele edele en grote mannen stonden gereed om Luther koste wat kost te verdedigen. Een machtige ridder uit Frankenland stuurde een boodschap naar Luther dat als de hulp van de keurvorst of van anderen zou ontbreken, hij naar hem toe kon komen. Hij had meer dan honderd mannen die Luther tegen elk gevaar zouden kunnen beschermen. Maar Luther antwoordde: “Ik zal op niemand bouwen dan op Jezus Christus.” Zijn hulp was de Here en de Here zou hem niet teleurstellen. Zelfs Erasmus verdedigde hem. De gedachte dat al deze grote mannen hem te hulp schoten maakte hem nog vrijer en meer vastbesloten om voor de waarheid te staan. In deze tijd publiceerde Luther zijn preek over “Goede Werken”. Dit is een van de werken waarin de hervormer het meest nadrukkelijk de leer ontwikkelt van rechtvaardiging door het geloof. “Het eerste, edelste, voortreffelijkste van alle werken,” zegt hij, “is het geloof van Jezus Christus. Uit dit werk moeten alle andere werken voortkomen. Zij zijn slechts de leenheren van geloof en ontlenen hun waarde alleen daaraan. Als iemand in zijn hart de zekerheid heeft dat hetgeen hij gedaan heeft wèl aangenaam is voor God, is het werk goed, al was het slechts het oprapen van een strohalm, maar als hij deze zekerheid niet heeft, is het werk niet goed, al zou hij ook de doden opwekken. Een heiden, een Jood, een Turk, een zondaar kan al die andere werken verrichten, maar vast te vertrouwen op God en de zekerheid te hebben bij onszelf dat Hij ons heeft aangenomen, dat kan alleen een christen doen, die sterk is door de genade.” Maar er bestond nog een ander kwaad in de kerk, behalve dat een stelsel van verdienstelijke werken in de plaats werd gesteld van de waarheid van genade en vergiffenis. Er had zich een trotse macht verheven temidden van de herders van de kudde van Christus. Luther maakte zich gereed om dit aanmatigende gezag aan te tas-
De geschiedenis van de hervorming ten. Op 23 juni 1520 publiceerde hij zijn werk getiteld: “Aan zijne keizerlijke majesteit en aan de christelijke adel van het Duitse volk over de hervorming van het Christendom.” Hierin riep hij de machtige mannen van het land op om op God te vertrouwen, anders zouden zij net als degenen die hen waren voorgegaan, onder de voet worden gelopen door de paus. Hij vertelde hen dat Rome drie muren had opgericht waardoor zij haar macht beschermde en elke hervorming verhinderde. De eerste was dat geestelijk gezag boven wereldlijk gezag verheven was. Hierdoor kon zij over vorsten heersen! Het tweede was dat wanneer de Schriften werden gebruikt om haar dwalingen aan te tonen, zij eenvoudig zei dat niemand behalve de paus bevoegd is om de Schriften te verklaren. Ten derde beweerde ze dat alleen de paus een concilie bij elkaar kon roepen. (Een algemene vergadering van kerken om te beslissen over waarheid). Luther begint de aanval met de waarheid dat er geen priesterkaste in het christendom bestaat. Hij schrijft: “Men heeft beweerd dat de paus, de bisschoppen, de priesters en allen die in de kloosters wonen een geestelijke of kerkelijke stand vormen, en dat de vorsten, de edelen, de burgers en de boeren een wereldlijke of lekenstand vormen. Dat is fraai verzonnen. Niemand hoeft daar bezorgd over te zijn. Alle christenen behoren tot de geestelijke stand en er is geen ander verschil tussen hen dan dat wat ontstaat door de posities die zij bekleden. Wij hebben allen één doop, één geloof en dit maakt de geestelijke mens. De zalving, de wijding, de ordening door een bisschop of de paus mag iemand tot een schijnheilige maken, maar nooit tot een geestelijk mens. Wij zijn allen in de doop tot priesters gewijd, zoals Petrus zegt: “Gij zijt een koninklijk priesterschap.” Luther hield vol dat de wereldlijke macht was ingesteld om de bozen te straffen en de goeden te beschermen. Aan deze macht moet iedereen, dus ook de paus, de bisschop, de priester of de monnik zich onderwerpen. Paulus zegt tot iedereen: “Ieder mens (dus ook de paus) moet zich onderwerpen aan de overheden, die boven hem staan. Want er is geen overheid dan door God
17
en die er zijn, zijn door God gesteld. Wie zich dus tegen de overheid verzet, wederstaat de instelling Gods, en wie dit doen, zullen een oordeel over zich brengen.” Nadat Luther twee “muren” heeft neergehaald, toont hij al de verdorvenheden van Rome. Hij begint bij de paus en zegt dat het een gruwelijke zaak is dat de man die zich stedehouder van Christus noemt, een pracht en praal tentoonspreidt die door geen keizer kan worden geëvenaard. Dit is niet naar het voorbeeld van de nederige Jezus die geen plaats had om het hoofd neer te leggen. De paus noemt zichzelf de vorst van deze wereld, maar Jezus zei dat Zijn koninkrijk niet van deze wereld was! Dan toont hij aan dat Rome er naar streeft om rijkdommen te vergaren en dat vele landen verwoest zijn door haar hebzucht. De verontwaardiging van Luther wordt opgewekt en hij roept uit: “Wat! Zullen wij Duitsers zulke berovingen en zulke afpersingen van de paus dulden?” Hij gaat verder met het openbaren van alle verdorvenheden die in de kerk werden gevonden vanaf de paus tot de eenvoudige priester. Alles werd blootgelegd. Hij pleitte ervoor dat het huwelijk zou worden toegestaan aan iedere priester die dat wilde. Er werden in korte tijd vierduizend afdrukken verkocht van het “Aan de Duitse Adel”, een getal dat in die tijd ongeëvenaard was. De verbazing was algemeen. Dit geschrift baarde vooral veel opzien onder het volk. De kracht, het leven, de helderheid en de moed die daarin naar voren kwamen, maakten het werkelijk populair. Het volk besefte dat de man die daarin tot hen sprak hen ook liefhad. De aanmatigingen van Rome werden voor iedereen duidelijk. Niemand in Wittenberg twijfelde er nog aan dat de paus de antichrist was. Zelfs aan het hof van de keurvorst, waar men zo voorzichtig en angstvallig was, werd de stap van Luther niet afgekeurd. Men wachtte rustig af wat er zou gebeuren.
18
DE GROOTSTE TIRAN VAN HET UNIVERSUM
In de Bijbel wordt God voorgesteld als een God van liefde. In het Nieuwe Testament lezen we in de evangeliën over het leven van Jezus. Wij lezen over Zijn kindertijd en hoe Hij opgroeide naar volwassenheid. “En Jezus nam toe in wijsheid en grootte en genade bij God en de mensen.” Hij nam niet alleen toe in genade bij God en de mensen als kind, maar evenzo als volwassen man. Overal waar Hij kwam werd Hij welkom geheten door de armen, de zieken en de zwakken. Niemand kan zich onttrekken aan de liefdevolle woorden en daden van Jezus. “Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn Eniggeboren Zoon gegeven heeft opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.” Joh.3: 16. Jezus heeft er een aantal keren op gewezen dat de Vader al Zijn werken deed. Jezus legt het volgende getuigenis af: “Maar Ik heb een getuigenis, gewichtiger dan dat van Johannes; want de werken, die Mij de Vader gegeven heeft, om te volbrengen, juist die werken, die Ik doe, getuigen van Mij, dat de Vader Mij gezonden heeft.” Joh.5: 36, 37. Wat de Vader deed, deed ook de Zoon. Zij deden beiden hetzelfde. De Vader raakte de zieken aan zodat zij genazen. Het was de Vader van wiens lippen de genade en barmhartige woorden kwamen. Jezus zei: “Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien.” Joh.14: 9. “Gelooft gij niet, dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden die Ik tot u spreek, spreek Ik niet uit Mijzelf, maar de Vader die in Mij blijft, Die doet de werken. Geloof Mij dat Ik in de Vader ben, en de Vader in Mij is of anders gelooft om de werken zelf.” Joh.14: 10-12.
In de brieven van de apostelen lezen wij dat God wil dat iedereen zalig wordt. Er zijn wel voorwaarden, dat zijn berouw en geloof. Berouw over het overtreden van Gods wet. En geloof dat Jezus voor mij en voor ons allen gestorven is. In een geweldige actie hebben de eerste apostelen dit goede nieuws over de hele wereld gepredikt. Op één na zijn alle apostelen als martelaar gestorven. Maar zij baden voor degenen die hen op de brandstapel brachten of hen op een andere manier van het leven beroofden. Dit is de liefde die in het Nieuwe Testament naar voren wordt gebracht. Plato en andere Griekse wijsgeren kwamen de gemeente binnen. Maar met de wijsgeren kwamen afschuwelijke leerstellingen in de kerk. Deze andere leerstellingen beroofden God van Zijn lieflijke karakter. Een van die leerstellingen gaat over het oordeel en de straf. Die straf is volgens deze valse leraren een vuur dat eeuwig brandt maar niet verteert. De zielen van de gestorvenen die niet zalig worden ondergaan dat vuur en dat blijft doorgaan tot in eeuwigheid. Een luttel aantal jaren in ongehoorzaamheid wordt bestraft met een oneindige tijdsduur in lijden. Dat zegt iets over de hemelse rechtbank, dat zegt iets over de hemelse Rechter. Dat maakt God tot de grootste tiran van het universum. U moet zich eens even voorstellen, wat dat betekent. Stel, je leest in de kranten over je vader en moeder. zij worden beschuldigd van zware kindermishandeling. Je laat het er niet bij zitten en je gaat erachteraan. Door speurwerk kom je er achter dat het allemaal op een misverstand berust. Nadat dat vastgesteld is komt er een rectificatie en hun naam wordt
DE GROOTSTE TIRAN VAN HET UNIVERSUM gezuiverd. Maar wie verdedigt de hemelse Vader en Zijn Zoon. De beschuldiging is dat voor een korte tijdsspanne de wetten van het koninkrijk zijn overtreden en dat de straf zonder einde is en de gehele eeuwigheid duurt. Er is werkelijk niemand die dat kan begrijpen. Waar is het rechtsgevoel van de christenheid. “Zou God geen recht doen”, roept Abraham uit: “De Rechter van de hele aarde.” Genesis 18: 25. Abraham begreep ook precies waar het om ging. Er zou vuur uit de hemel komen om Sodom en Gomorra te verdelgen en te vernietigen. Vuur uit de hemel, dat is net zoiets als de bliksem, en de bliksem verdelgt alles wat op zijn pad komt. Abraham wist hoe God zou straffen, namelijk met een verterend vuur. Maar er zijn mensen die de liefdevolle Heiland bekleden met het kleed van de misdadiger. Het kleed van de tiran. Het is niet te geloven dat de vrienden van de Heiland zoiets konden doen. En het is nog steeds overal te lezen en te horen. Jonathan Edwards vertelt ons bijvoorbeeld, dat als wij zalig worden onze vreugde verhoogd zal worden door het lijden van de verloren mensen. Een van zijn uitspraken is: “Zondaren in de handen van een toornende God.” Maar de waarheid is precies het tegenovergestelde. Het Nieuwe Testament laat God zien in de handen van toornende mensen. Jezus sterft in de handen van toornende mensen. In Jesaja wordt ons verteld wie in het altoos brandende vuur woont: “De zondaars in Sion vrezen, beving grijpt de godvergetenen aan. Wie onzer kan verkeren bij een verterend vuur; wie onzer kan verkeren bij een eeuwige gloed? Hij, die in gerechtigheid wandelt en oprecht spreekt;
19
… Jesaja 33: 1415. Het eeuwige vuur is dus voor de verlosten, niet voor degenen die verloren gaan. Ik bezocht eens een orthodoxe kerk. Bij de hoofdingang was een enorm schilderij van zielen die in de hel waren. Toen ik de tijd nam om al die iconen eens goed te bekijken, zag ik dat alle gezichten kwaadaardig waren. Wat doet zo’n leerstelling in de kerk? De leer van de eeuwige pijn en de onsterfelijkheid van de ziel horen bij elkaar. Wij moeten de Bijbelse leer van de natuur van de mens nauwkeurig bestuderen. E.G. White zegt het zo: “De dienaren van de algemeen erkende kerken kunnen het spiritualisme niet met succes weerstaan. Zij hebben niets waarmee ze hun kudden tegen zijn verderfelijke invloeden kunnen beschermen. Veel van de kwade gevolgen van het spiritualisme zullen neerkomen op de hoofden van de predikanten in deze tijd, want zij hebben de waarheid onder hun voeten vertrapt, en daarvoor in de plaats hebben ze de voorkeur gegeven aan fabels. De prediking van Satan tot Eva over de onsterfelijkheid van de ziel – “Gijlieden zult de dood niet sterven” - hebben ze van de kansel herhaald; en de mensen namen dit aan als zuivere Bijbelse waarheid. Het is het fundament van het spiritualisme.” Het Woord van God leert nergens, dat de ziel van de mens onsterfelijk is. Onsterfelijkheid is een kenmerkende eigenschap van God alleen. 1 Timotheus 6: 16: “Die alleen onsterfelijkheid heeft en een ontoegankelijk licht bewoont; Dewelke geen mens gezien heeft noch zien kan. Welke zij eer en eeuwige kracht. Amen.” Als Gods Woord goed wordt begrepen en toegepast, is het een beveiliging tegen spiritualis-
20
DE GROOTSTE TIRAN VAN HET UNIVERSUM
me. Een eeuwig brandende hel, van de kansel verkondigd en de mensen voorgehouden, doet onrecht aan het goedertieren karakter van God. Dat wijst Hem aan als de tiran in het universum. Dit alom verspreide dogma heeft duizenden mensen tot universalisme, tot ongeloof en tot atheïsme geleid. Het Woord van God is duidelijk. Het is een rechte keten van waarheid, en zal als een anker zijn voor hen die het willen aannemen, zelfs als ze hun geliefkoosde fabels moeten opgeven. Het zal hen bewaren voor de vreselijke misleidingen van deze gevaarlijke tijden. Satan heeft de geesten van de predikanten van verschillende kerken ertoe gebracht dat ze zich vastbijten in hun populaire dwalingen, zoals hij de Joden in hun verblindheid ertoe gebracht heeft zich vast te houden aan hun offers en Christus te kruisigen. De verwerping van licht en waarheid maakt de mensen tot slaven, onderworpen aan Satans misleiding. Hoe groter het licht is dat zij verwerpen, des te groter zal de macht van de mislei-
KINDERVERHAAL... BIDDEN Carly bestudeerde de muurkalender naast de keukendeur. “Mam!” Ze draaide een rondje, haar ogen glinsterden vol verwachting. “Vandaag is het 1 juni! Oma Esther komt!” “Ja, dat is zo. We gaan haar vanavond ophalen van het vliegveld.” Carly’s moeder lachte om haar dochter, die uitbundig op en neer sprong. “Oh, riep Carly, ik moet mijn kamer opruimen voordat ze komt. Ik wil niet dat ze ziet dat mijn kamer rommelig is.” En weg was ze. Carly hield van de bezoekjes van oma Esther. Ze keek er naar uit samen wandelingen te maken, verkleedpartijtjes te houden en oma Esther te helpen bij het maken van nieuwe kleertjes voor haar poppen. Het meest van alles hield ze van de rustige momenten met oma Esther, als ze Carly verhalen vertelde over ‘de goede oude tijd’ – de tijd waarin je op de treeplanken van auto’s kon staan, toen melk in glazen flessen zat en kinderen hinkelden en touwtje sprongen. Maar haar favoriete verhalen gingen over verhoorde gebeden. Oma Esther hield van bidden. Ze praatte met God
ding en duisternis zijn, die over hen zal komen. “Mij werd getoond dat Gods waarachtig volk het zout der aarde en het licht der wereld is. God eist van hen een voortdurend opwassen in de kennis van de waarheid, en in de weg van heiligmaking. Dan zullen zij aanvoelen wanneer Satan zich aandient en in de kracht van Jezus zullen ze hem weerstaan. Satan zal legioenen van zijn engelen te hulp roepen om de groei van een enkele ziel tegen te staan en deze, indien mogelijk, uit de handen van Christus te rukken.” 1 Schatk. 121-122. Wij zouden nooit aanvaarden dat onze vaders en moeders onschuldig zouden worden veroordeeld. Waarom zouden we toestaan dat de Vader en de Zoon veroordeeld worden? God is rechtvaardig en genadig, zelfs voor zondaren. Wim Wiggers
VOOR EEN TASJE over van alles. Carly vond het jammer dat ze haar tijd met oma Esther moest delen met haar neefjes die in een ander deel van het land woonden. Het hele jaar door ging oma Esther bij iedereen op bezoek. Deze zomer was het Carly’s beurt! Die avond kwam oma Esther aan op het vliegveld. Carly zag haar in de aankomsthal en wilde naar haar toe rennen, maar dat ging nog niet, er zat nog veiligheidsglas tussen. Toen oma Esther door de schuifdeuren liep, rende Carly meteen op haar af en omhelsde haar. Oma gaf haar een grote knuffel. “O, Carly, ik heb je zo gemist!” “Ik heb u ook gemist, oma.” Carly pakte haar oma’s grote zwarte tas. Oma ging nooit weg zonder haar eigengemaakte zwarte tas met leren handvaten. Ooit zou Carly ook zo’n tas hebben! “Oma, ik draag uw tas wel voor u.” “Hij is behoorlijk zwaar liefje. Denk je dat het lukt?”, vroeg oma.
KINDERVERHAAL...
BIDDEN VOOR EEN TASJE
“Ik zal hem voor u dragen”, zei papa nadat ook hij oma een dikke kus en knuffel had gegeven. “Nee, ik wil hem dragen”, zei Carly, zeker van haar zaak. Ze hees de leren handvaten over haar schouder en grinnikte. “Zie je wel? Ik kan hem echt wel dragen, hij is niet zo zwaar.” “Let er op dat je hem niet verliest hè?”, waarschuwde papa. “Doe ik niet, dat beloof ik.” Carly gaf oma een geruststellende glimlach. Tegen de tijd dat ze de auto op het parkeerterrein hadden gevonden, was Carly blij dat ze de zwarte tas kon afgeven. Hij was behoorlijk zwaar geworden aan haar schouder. Carly ging dicht tegen haar oma aanzitten op de terugreis naar huis en luisterde hoe de grote mensen het laatste nieuws uitwisselden van de andere familieleden. Die nacht, toen Carly naar bed ging, zei ze: “Weet u, oma? Als ik groot ben, wil ik een zwarte tas, precies zoals die van u!” Oma lachte. “Waarom wachten tot je groot bent? Morgen zal ik er een voor je maken – in jouw maat natuurlijk! Wat vind je daarvan?” “Echt? Dat zou geweldig zijn!”. Tevreden en blij ging Carly naar bed. De volgende dag meteen na het ontbijt, kwam oma haar belofte na. Eerst zocht ze door de stoffen die ze had meegenomen voor de kleertjes van de poppen, totdat ze een grote lap zwarte stof vond. Ze knipte de stof in twee vierkanten en naaide ze aan elkaar. Oma vond ook nog andere stof, zwarte nylon, en maakte hiervan de voering van de tas. “Wat gebruiken we voor de handvaten?”vroeg Carly toen de tas vorm begon te krijgen. “Geen probleem.” Oma hield een leren koord omhoog. “Toevallig heb ik nog een stuk over van toen ik mijn tas maakte.” De tas was perfect en precies de goede maat voor Carly. Ze was gek op haar nieuwe tas. Het was zo leuk om allerlei spulletjes in de tas te doen. Zelfs haar portemonnee paste erin! “Weet u oma, zei Carly, deze tas houd ik voor altijd!”
21
Op een morgen, aan het eind van de zomer, zei oma dat ze wat borduurdraad te kort kwam. “Carly, wil jij met mij naar de winkel lopen? Misschien kunnen we dan gelijk wat winkelen.” “Dat is geweldig, oma!” Carly ruimde de ontbijtboel op zo snel als ze kon en rende toen naar boven om haar tanden te poetsen en haar mooie zwarte tas te pakken. Al snel waren ze samen op weg met hun tassen wiebelend aan hun armen. Eenmaal in de winkel kreeg Carly van oma wat geld om wat leuks te kopen. Ze deed het in haar portemonnee, in haar zwarte tas. Na lang zoeken en twijfelen bij de speelgoedafdeling koos Carly een mooi boek met plaatjes. Bij de kassa gaf ze de kassamedewerker geld uit haar portemonnee. “Ik hoop dat je er veel plezier van hebt”, zei hij. Enthousiast pakte ze de papieren tas met het boek aan en samen met oma liep ze de winkel uit. Onderweg naar huis liepen ze door het park, waar ze even op de schommel zaten, de eendjes voerden en een ijsje kochten bij de ijscoman. Thuisgekomen liet ze het mooie boek gelijk aan haar moeder zien. Die bekeek het boek, zag de lege papieren tas en vroeg toen: “Waar is je portemonnee Carly? Heb je die alweer boven gelegd?”. “Nee, die zit in mijn zwarte tas”. Op dat moment besefte Carly dat ze niet meer wist waar ze de tas gelaten had. Ze begon te huilen. Samen met oma ging ze door het huis om de zwarte tas met portemonnee te zoeken. Ze vonden niets. “Misschien heb je hem ergens laten vallen buiten. Kom, we lopen gewoon onze wandeling nog een keer.” Op weg terug naar de winkel zochten oma en Carly samen naar Carly’s tas. Maar weer niets. In de winkel rende Carly door heel de speelgoedafdeling: geen tas en geen portemonnee. Oma vroeg aan de baas van de winkel of iemand een zwarte tas had gezien, precies zoals zij had, maar dan kleiner. “Nee mevrouw, ik ben bang van niet,” zei hij. “Maar als u uw telefoonnummer achterlaat kunnen we u bellen als we hem vinden.” Vervolg kinderverhaal op pagina... 6
22
Boeken van de Bazuin te Sion Te bestellen via www.bazuintesion.nl
De Zondagswet, A.T.Jones De Zondagswet, J.Marcussen De zondag komt, G.Edward Reid. De geschiedenis van de sabbat, J.N.Andrews Een Sabbatreis van Genesis naar Openb.I.A.Wijngaarde Idem, bij tien of meer
€ € € € € €
5,30 0,90 8,30 9,90 3,60 2,40
Gedachten over Daniël, compilatie geschriften E.G.White Gedachten over de Openbaring - E.G.White Daniël en de Openbaring, A de Ligne Daniël, Uriah Smith (leergebonden) Het Heiligdom in de Hemel en het Hart ( 355 pagina’s ) De twee Babylons, A.Hislop (leergebonden)
€ 4,40 € 7,30 € 11,20 € 9,90 € 15,00 € 9,90
Het pad naar de troon van God, S.Peck Het gefundeerde geloof van de gemeente, pioniers Christus onze Hogepriester, A.T.Jones
€ 7,90 € 5,30 € 4,40
Organisatie of Organisme, 50 jaar discussie binnen Z.D.A. Omega 2, Lewis Walton De kerkhervorming, Maarten Luther, 4 delen, J.H.dÁubigné De kerkhervorming, J.Calvijn, 5 delen, J.H.dÁubigné
€ 6,50 € 7,80 € 38,80 € 66,00
Christus en de Wet, E.J.Waggoner Christus en Zijn Gerechtigheid, E.J.Waggoner Het geloof leeft, A.T.Jones, E.J.Waggoner Bijbellezingen voor het huisgezin Gods Eeuwig Voornemen(bijbellessen + antwoorden) Misvattingen over de eindtijd Het kleine mysterie en de schepping, Dennis Crews Over Schepping en Evolutie, Dwight K.Nelson Zin en onzin over dood en opstanding, Martino Tomasi Een reis in het bovennatuurlijke, R.J.Morneau Pas op voor Engelen, R.J.Morneau
€ 4,40 € 3,10 € 5,30 € 19,10 € 14,40 € 7,80 € 5,50 € 4,50 € 3,60 € 3,80 € 6,50
Van Rock en Roll tot Rots der eeuwen, Brian S. Neumann Littekens kun je niet wegwassen, Mozes Valk Het laatste geschenk van een moeder, Charles A.Tayler De Waarheid Telt, Walter J.Veith
€ 3,60 € 4,90 € 3,90 € 14,50
Altijd dichtbij Ongelooflijke antwoorden op gebed, R.J.Morneau Meer Ongelooflijke antwoorden op gebed, R.J.Morneau Gebedsgenezing, E.W. Farnsworth Vertrouwen door je verdriet heen, Silke Divaa Elijah, Zijn machtig gebedsleven, A.De Ligne
€ € € € € €
Een nieuwe start, V.W.Foster Weimar kookboek - Natuurlijk koken - Nieuwe uitgaven Bijbelvertalingen: Zit daar ... zoveel verschil in? W.J. Veith
€ 7,50 € 5,00 € 3,00
4,10 3,90 3,90 4,00 5,50 4,40
STICHTING DE BAZUIN TE SION Postbus 30 2957 ZG Nieuw-Lekkerland tel. 0184-681616 ABN AMRO IBAN NL26ABNA 059 1860 724 Email
[email protected] Web: www.bazuintesion.nl .... en dezen onderscheidden zich gunstig... daar zij het woord met alle bereidwilligheid aannamen en dagelijks de Schriften nagingen, of deze dingen zo waren. Hand. 17: 11
AFZENDER MARIAN en BEN PEL STRUIKENLAAN 34 4631 AN HOOGERHEIDE
Brochures van de Bazuin te Sion
23
Te bestellen via www.bazuintesion.nl Alternatieve geneeswijze en spiritisme Trouwen of samenwonen Geen tijd om feest te vieren, M.Grosboll Kinderen aan het avondmaal Oecumenisch netwerk De Joden en Israël Het begin van het einde, M.L.Andreassen Romeinen 7, W.Wiggers Het Heiligdom in de hemel en het hart ( 32 pagina’s ) Bijbeluitleg De tekst van het Nieuwe Testament, Dr.J.van Bruggen Hoe bestudeer ik de Bijbel Noach - De zondvloed als voorbeeld voor onze tijd Jezus Christus binnen de godheid Volmaaktheid in het licht van het oordeel en de 2de komst De uitstorting van de Heilige Geest De toegerekende gerechtigheid e/d 3de engelboodschap De boodschap van 1888 De Strijd achter de schermen Het oordeel over de goddelozen Als een mens sterft, wat dan Het hiernamaals, hoe zit dat? Hoe zit dat eigenlijk met de zondag? Als nieuw geboren ( volwassendoop) Waarom heeft God het kwaad toegelaten? Kerk en Staat Nog twee maanden te leven De ware achtergrond van Kerstmis Kinderboeken Huisje aan de waterkant Oma vertelt De zwarte boer Toe vertel eens wat Obed de herdersjongen Helpende handen Verhalen van kleine Ellen en de boodschap (Kinderboekje) Het heiligdom voor kinderen (lessen en werkjes)
€ € € € € € €
3,30 3,30 2,60 1,40 3,30 3,30 5,00
€ € € € € € € € € € €
3,30 6,50 3,30 3,30 3,30 1,50 3,30 3,30 3,30 5,00 5,00
€ € € € € € € € € €
0,60 0,90 0,90 0,90 0,90 0,90 3,10 3,30 2,40 0,90
€ € € € € € € €
1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 2,60 3,60 7,60
Engelse boeken
Touched, Feeling our Infirmities, Wim Wiggers The Sanctuary in Heaven and in the Heart, Wim Wiggers / Marian Pel God’s Eternal Purpose Jesus has a message for you today Perfection, Pioneers Europe and the papacy Prijzen zijn inclusief verzend- en/of handelingskosten.
€ 7,60 € 11,10 € 12,20 € 8,70 € 5,30 € 6,50
24
Boeken van de Ellen White Stichting te bestellen via www.egwhitestichting.nl
Conflictserie bestaande uit: Patriarchen en Profeten, Profeten en Koningen, De Wens der Eeuwen, Van Jeruzalem tot Rome, De Grote Strijd, leergebonden Patriarchen en Profeten, leergebonden Profeten en Koningen, leergebonden De Wens der Eeuwen, leergebonden De Wens der Eeuwen, pocket Van Jeruzalem tot Rome, leergebonden De Grote Strijd, leergebonden Het Grote Conflict geïllustreerd Geest, Karakter en Persoonlijkheid
€ 66,00 € 16,00 € 16,00 € 16,00 € 4,60 € 16,00 € 16,00 € 5,10 € 22,50
Lessen uit het Leven van Alledag € 9,90 De Nieuwe Wereldorde..?(bij 10 of meer, €0,75 p/st) € 0,90 De weg naar Christus, (nieuwe uitgave) € 2,10 Het lijden van Christus € 1,40 De Daad bij het Woord € 6,50 Karaktervorming € 4,80 Hoe leid ik mijn kind (gebonden harde kaft) € 17,40 Brieven aan jonge mensen € 6,30 Boodschappen voor jonge mensen € 10,00 Het Bijbels Gezin € 13,80 Schatkamer der Getuigenissen deel 1,2,3 per deel € 10,90 Getuigenissen voor de gemeente, deel 5 € 17,40 Getuigenissen voor de gemeente, deel 9 € 13,30 Eerste geschriften € 10,90 Bijbelkommentaar deel 7A € 21,10 De Geest der Profetie € 4,80 De boodschapster des Heren € 5,00 Schetsen uit het leven van Ellen G. White (harde kaft) € 13,80 De Weg tot Gezondheid (pocket) € 6,70 De Weg tot Gezondheid (leergebonden) € 9,90 Adviezen over dieet en voeding € 12,70 Het geloof waardoor ik leef (Bijbels dagboek) Maranatha (leergebonden, Bijbels dagboek) Christus weerspiegelen, (leergebonden, Bijbels dagboek) Het Geheiligde leven, Ellen G. White De 8 zuilen van de gezondheid
De ELLEN G.WHITE Stichting. Postbus 30 2957 ZG Nieuw-Lekkerland tel: 0184 - 681616 ABN AMRO IBAN NL31ABNA 053 3416 000 E-mail
[email protected] www.egwhitestichting.nl
.... Zalig hij, die voorleest, en zij, die horen de woorden der profetie, en bewaren, hetgeen daarin geschreven staat, want de tijd is nabij. Openbaring 1:3
€ 14,00 € 10,50 € 13,80 € 5,50 € 1,40
Engelse boeken The Great Controversy, Ellen G. White ( harde kaft ) Steps to Christ, Ellen G. White
€ 7,40 € 2,10
De Grote Strijd ( Op CD ) Eerste Geschriften ( Op CD ) Schreden naar Christus ( Op CD - MP3 )
€ 15,00 € 15,00 € 15,00
Prijzen zijn inclusief verzend- en/of handelingskosten.
AFZENDER MARIAN en BEN PEL STRUIKENLAAN 34 4631 AN HOOGERHEIDE