20 maart 2015
Versie 0.3
Page |1
De zonen van God en Noach's nageslacht. Genesis 6 Het huwelijk der zonen Gods 1 Toen de mensen zich op de aarde begonnen te vermenigvuldigen en hun dochters geboren werden, 2 zagen de zonen Gods, dat de dochters der mensen schoon waren, en zij namen zich daaruit vrouwen, wie zij maar verkozen. 3 En de HERE zeide: Mijn Geest zal niet altoos in de mens blijven, nu zij zich misgaan hebben; hij is vlees; zijn dagen zullen honderd twintig jaar zijn. 4 De reuzen waren in die dagen op de aarde, en ook daarna, toen de zonen Gods tot de dochters der mensen kwamen, en zij hun (kinderen) baarden; dit zijn de geweldigen uit de voortijd, mannen van naam. Dit is de eerste tekst waar we mee beginnen. Dit thema behandeld hoe de duivel door de geschiedenis heen God's schepsel, de mens probeert te veranderen in een soort van goddelijke maar aards wezen. De vier hoofdstukken 1.3.1 De verspreiding der volkeren. 1.3.2 Stedeling of boer? 1.3.3 De genen 1.3.4 De wetenschap
Judas spreekt over ingeslopen dwaalleraars als van “dwalende sterren, voor wie de donkerheid der duisternis in eeuwigheid bewaard wordt” (Jd 4, 13). Hij vergelijkt dezen met de afvallige engelen die vóór de vloed op aarde kwamen en zondigden (vers 6). 1.3.1 De verspreiding der volkeren. 1.3.1.1 De zondvloed 1.3.1.2 Noach en zijn zonen 1.3.1.3 De volkenlijst 1.3.1.4 Stamboom 1.3.1.5 Jafets, cham en sem hun nakomelingen 1.3.1.6 Defenitie van het begrip stammen 1.3.1.7 De taal die met Jafet meekwam 1.3.1.8 De toren van Babel, de talen.
1.3.1.1 De zondvloed (1656 jaar na de schepping) Genesis 6 5 Toen de HERE zag, dat de boosheid des mensen groot was op de aarde en al wat de overleggingen van zijn hart voortbrachten te allen tijde slechts boos was, 6 berouwde het de HERE, dat Hij de mens op de aarde gemaakt had, en het smartte Hem in zijn hart. 7 En de
20 maart 2015
Versie 0.3
Page |2
HERE zeide: Ik zal de mensen, die Ik geschapen heb, van de aardbodem uitroeien, de mensen zowel als het vee en het kruipend gedierte en het gevogelte des hemels, want het berouwt Mij, dat Ik hen gemaakt heb. 8 Maar Noach vond genade in de ogen des HEREN.
9 Dit is de geschiedenis van Noach. Noach was onder zijn tijdgenoten een rechtvaardig en onberispelijk man; Noach wandelde met God. 10 En Noach verwekte drie zonen: Sem, Cham en Jafet. 11 De aarde nu was verdorven voor Gods aangezicht, en de aarde was vol geweldenarij. 12 En God zag de aarde aan, en zie, zij was verdorven, want al wat leeft had zijn weg op de aarde verdorven.
13 Toen zeide God tot Noach: Het einde van al wat leeft is door Mij besloten, want door hun schuld is de aarde vol geweldenarij, en zie, Ik ga hen met de aarde verdelgen. 14 Maak u een ark van goferhout; met vakken zult gij de ark maken en haar van binnen en van buiten met pek bestrijken. 15 En zó zult gij haar maken: driehonderd el zal de lengte der ark zijn, vijftig el haar breedte en dertig el haar hoogte. 16 Gij zult aan de ark een lichtopening maken, en een el van boven af zult gij die afwerken, en de ingang der ark zult gij in haar zijkant aanbrengen; met een onderste, een tweede en een derde verdieping zult gij haar maken. 17 Want zie, Ik ga een watervloed over de aarde brengen om al wat leeft, waarin een levensgeest is, van onder de hemel te verdelgen; alles wat op de aarde is, zal omkomen. 18 Maar met u zal Ik mijn verbond oprichten, en gij zult in de ark gaan, gij en uw zonen en uw vrouw en de vrouwen uwer zonen met u. 19 En van al wat leeft, van alle vlees, van alles zult gij één paar in de ark brengen om het met u in het leven te behouden; mannetje en wijfje zullen zij zijn. 20 Van het gevogelte naar zijn aard en van het vee naar zijn aard, van al het kruipend gedierte van de aardbodem naar zijn aard, van alles zal één paar tot u komen om het in het leven te behouden. 21 En gij, neem u van alle voedsel, dat gegeten wordt, en verzamel het bij u, opdat het voor u en voor hen tot spijze zij. 22 En Noach deed het; geheel zoals God het hem geboden had, deed hij.
Genesis 7 1 En de HERE zeide tot Noach: Ga in de ark, gij en geheel uw huis, want u heb Ik in dit geslacht voor mijn aangezicht rechtvaardig bevonden. 2 Van alle reine dieren zult gij zeven paar nemen, het mannetje en zijn wijfje, maar van de dieren, die niet rein zijn, één paar, het mannetje en zijn wijfje; 3 ook van het gevogelte des hemels zeven paar, mannetjes en wijfjes, om het geslacht in het leven te behouden op de gehele aarde. 4 Want over nog zeven dagen zal Ik het op de aarde veertig dagen en veertig nachten doen regenen, en Ik zal alles wat bestaat, hetgeen Ik gemaakt heb, van de aardbodem verdelgen. 5 En Noach deed naar alles wat de HERE hem geboden had. 6 En Noach was zeshonderd jaar oud, toen de watervloed over de aarde kwam. 7 En Noach ging met zijn zonen en zijn vrouw en de vrouwen zijner zonen met hem, in de ark vanwege de wateren van de vloed. 8 Van de reine dieren en van de dieren, die niet rein waren, van het gevogelte en (van) alles wat op de
20 maart 2015
Versie 0.3
Page |3
aarde kruipt, 9 kwamen er twee aan twee tot Noach in de ark, mannetje en wijfje, zoals God Noach geboden had.
10 Na zeven dagen kwamen de wateren van de vloed over de aarde. 11 In Noachs zeshonderdste levensjaar, in de tweede maand, op de zeventiende dag der maand, op die dag braken alle kolken der grote waterdiepten open en werden de sluizen des hemels geopend. 12 En de slagregen was veertig dagen en veertig nachten over de aarde. 13 Op diezelfde dag gingen Noach en Sem, Cham en Jafet, Noachs zonen, en de vrouw van Noach en de drie vrouwen zijner zonen met hem in de ark, 14 zij en al het wild gedierte naar zijn aard en al het vee naar zijn aard en al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt, naar zijn aard en al het gevogelte naar zijn aard, alle vogels van allerlei gevederte; 15 zij kwamen dan tot Noach in de ark twee aan twee, van al wat leeft, waarin een levensgeest is. 16 En die kwamen, kwamen als mannetjes en wijfjes van al wat leeft, zoals God hem geboden had; en de HERE sloot de deur achter hem. 17 En de vloed was veertig dagen over de aarde en de wateren wiesen en hieven de ark op, zodat zij oprees boven de aarde. 18 Toen de wateren zeer toenamen en sterk wiesen boven de aarde, dreef de ark op de wateren. 19 En de wateren namen geweldig sterk toe over de aarde, en alle hoge bergen onder de ganse hemel werden overdekt. 20 Vijftien el daarboven stegen de wateren, en de bergen werden overdekt. 21 En al wat leeft, dat zich op de aarde roert, het gevogelte, het vee en het wild gedierte en alle wemelend gedierte, dat op de aarde wemelt, benevens alle mensen, kwamen om. 22 Alles, in welks neus de adem van de levensgeest was, alles wat op het droge was, stierf. 23 Zo verdelgde Hij alles wat bestond, wat op de aardbodem was, mensen zowel als vee en kruipend gedierte en het gevogelte des hemels, zodat zij verdelgd werden van de aarde; Noach alleen bleef over en wat met hem in de ark was. 24 En de wateren hadden de overhand over de aarde, honderd vijftig dagen lang.
Genesis 8 1 Toen gedacht God Noach en al het wild gedierte en al het vee, dat met hem in de ark was, en God deed een wind over de aarde strijken, zodat de wateren daalden. 2 De kolken der waterdiepte en de sluizen des hemels werden toegesloten en de regen uit de hemel hield op, 3 en de wateren vloeiden gestadig van de aarde weg. Aldus namen de wateren na verloop van honderd vijftig dagen af. 4 En in de zevende maand, op de zeventiende dag der maand, bleef de ark vastzitten op het gebergte van Ararat. 5 En de wateren namen tot de tiende maand gestadig af; in de tiende maand, op de eerste der maand, werden de toppen der bergen zichtbaar.
6 Na verloop van veertig dagen opende Noach het venster, dat hij in de ark gemaakt had, 7 en hij liet een raaf uit, en deze vloog heen en weer, totdat de wateren van de aarde waren opgedroogd. 8 Daarna liet hij een duif uit om te zien, of de wateren afgenomen waren van de aardbodem. 9 Doch de duif vond geen rustplaats voor het hol van haar voet en keerde tot hem in de ark terug, omdat op de gehele aarde water was, en hij stak zijn hand uit, greep
20 maart 2015
Versie 0.3
Page |4
haar en bracht haar tot zich in de ark. 10 Toen wachtte hij nog zeven dagen en hij liet de duif weer uit de ark; 11 tegen de avond kwam de duif bij hem, en zie, een vers olijfblad was in haar snavel. Hieraan bemerkte Noach, dat de wateren afgenomen waren van de aarde. 12 Voorts wachtte hij nog zeven dagen en hij liet de duif uit, en zij keerde niet weer tot hem terug. 13 In het zeshonderd en eerste jaar, in de eerste (maand), op de eerste der maand, waren de wateren opgedroogd van de aarde; daarop verwijderde Noach het luik van de ark, en hij zag uit, en zie, de aardbodem droogde op. 14 In de tweede maand, op de zevenentwintigste dag der maand, was de aarde droog.
15 En God sprak tot Noach: 16 Ga uit de ark, gij en uw vrouw en uw zonen en de vrouwen uwer zonen met u; 17 doe al het gedierte dat met u is, van al wat leeft: het gevogelte, het vee en al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt, met u uitgaan, opdat zij wemelen op de aarde, en vruchtbaar zijn en talrijk worden op de aarde. 18 Toen ging Noach uit, en zijn zonen en zijn vrouw en de vrouwen zijner zonen met hem. 19 Al het wild gedierte, al het kruipend gedierte en al het gevogelte, alles wat zich op de aarde roert, naar hun geslachten, ging uit de ark. 20 En Noach bouwde een altaar voor de HERE, en hij nam van al het reine vee en van al het reine gevogelte en bracht brandoffers op het altaar. 21 Toen de HERE de liefelijke reuk rook, zeide de HERE bij Zichzelf: Ik zal de aardbodem niet weer vervloeken om de mens, omdat het voortbrengsel van des mensen hart boos is van zijn jeugd aan, en Ik zal al wat leeft niet weer slaan, zoals Ik gedaan heb. 22 Voortaan zullen, zolang de aarde bestaat, zaaiing en oogst, koude en hitte, zomer en winter, dag en nacht, niet ophouden.
Genesis 9 1 En God zegende Noach en zijn zonen en zeide tot hen: Weest vruchtbaar, wordt talrijk en vervult de aarde. 2 En de vrees en de schrik voor u zij over al het gedierte der aarde en over al het gevogelte des hemels, al wat zich op de aardbodem roert en alle vissen der zee; in uw hand zijn zij gegeven. 3 Alles wat zich roert, wat leeft, zal u tot spijze zijn; Ik heb het u alles gegeven evenals het groene kruid. 4 Alleen vlees met zijn ziel, zijn bloed, zult gij niet eten. 5 En waarlijk, Ik zal uw eigen bloed eisen; van al het gedierte zal Ik het eisen en van de mensen onderling zal Ik het leven des mensen eisen. 6 Wie des mensen bloed vergiet, diens bloed zal door de mens vergoten worden, want naar het beeld Gods heeft Hij de mens gemaakt. 7 En gij, weest vruchtbaar en wordt talrijk, wemelt op de aarde, ja, wordt talrijk daarop.
Gods verbond met Noach
8 En God zeide tot Noach en tot zijn zonen met hem: 9 Zie, Ik richt mijn verbond op met u en met uw nageslacht, 10 en met alle levende wezens die bij u zijn: het gevogelte, het vee en het wild gedierte der aarde bij u, allen, die uit de ark gegaan zijn, alle gedierte der aarde. 11 Ik dan richt mijn verbond met u op, dat voortaan niets dat leeft, meer door de wateren van de zondvloed zal worden uitgeroeid, en dat er geen zondvloed meer wezen zal, om de aarde te verderven. 12 En God zeide: Dit is het teken van het verbond, dat Ik geef tussen Mij en u en
20 maart 2015
Versie 0.3
Page |5
alle levende wezens, die bij u zijn, voor alle volgende geslachten: 13 mijn boog stel Ik in de wolken, opdat die tot een teken zij van het verbond tussen Mij en de aarde. 14 Wanneer Ik dan wolken over de aarde breng en de boog in de wolken verschijnt, 15 zal Ik mijn verbond gedenken, dat tussen Mij en u en alle levende wezens van alle vlees bestaat, zodat de wateren niet weer tot een vloed zullen worden om al wat leeft te verderven. 16 Als de boog in de wolken is, dan zal Ik hem zien, zodat Ik mijn eeuwig verbond gedenk tussen God en alle levende wezens van alle vlees, dat op aarde is. 17 En God zeide tot Noach: Dit is het teken van het verbond, dat Ik heb opgericht tussen Mij en al wat op de aarde leeft.
1.3.1.2 Noach en zijn zonen
18 De zonen van Noach, die uit de ark gegaan waren, waren Sem, Cham en Jafet; Cham was de vader van Kanaän. 19 Deze drie waren de zonen van Noach, en uit dezen is de gehele aarde bevolkt.
20 En Noach werd een landman en plantte een wijngaard. 21 Toen hij van de wijn gedronken had, werd hij dronken en hij ontblootte zich in zijn tent. 22 Toen zag Cham, de vader van Kanaän, zijns vaders naaktheid en hij vertelde het aan zijn beide broeders buiten. 23 Daarop namen Sem en Jafet een mantel, legden die op hun beider schouders, liepen achterwaarts en bedekten huns vaders naaktheid, terwijl hun aangezicht afgewend was, zodat zij huns vaders naaktheid niet zagen. 24 Toen Noach uit zijn roes ontwaakte en vernam, wat zijn jongste zoon hem aangedaan had, 25 zeide hij: Vervloekt zij Kanaän, een knecht der knechten zij hij voor zijn broeders. 26 Voorts zeide hij: Geprezen zij de HERE, de God van Sem, maar Kanaän zij hem tot knecht. 27 God breide Jafet uit, en hij wone in de tenten van Sem, en Kanaän zij hem tot knecht.
28 En Noach leefde na de vloed driehonderd vijftig jaar; 29 zo waren al de dagen van Noach negenhonderd vijftig jaar; en hij stierf.
1.3.1.3 De volkenlijst Genesis 10 1 Dit zijn de nakomelingen der zonen van Noach: Sem, Cham en Jafet; hun werden namelijk zonen geboren na de vloed.
2 De zonen van Jafet waren Gomer, Magog, Madai, Jawan, Tubal, Mesek en Tiras. 3 En de zonen van Gomer waren Askenaz, Rifat en Togarma. 4 En de zonen van Jawan waren Elisa, Tarsis, de Kittiërs en de Dodanieten. 5 Naar dezen zijn de kustlanden der volken in hun landen verdeeld, elk naar zijn taal, naar hun geslachten, onder hun volken.
20 maart 2015
Versie 0.3
Page |6
6 En de zonen van Cham waren Kus, Misraïm, Put en Kanaän. 7 En de zonen van Kus: Seba, Chawila, Sabta, Rama en Sabteka; en de zonen van Rama waren Seba en Dedan. 8 En Kus verwekte Nimrod; deze was de eerste machthebber op de aarde; 9 hij was een geweldig jager voor het aangezicht des HEREN; daarom zegt men: Een geweldig jager voor het aangezicht des HEREN als Nimrod. 10 En het begin van zijn koninkrijk was Babel, Erek, Akkad en Kalne, in het land Sinear. 11 Uit dat land trok hij naar Assur en hij bouwde Nineve, Rechobot-Ir, Kalach 12 en Resen tussen Nineve en Kalach; dat is de grote stad. 13 En Misraïm verwekte de Ludieten, de Anamieten, de Lehabieten, de Naftuchieten, 14 de Patrusieten, de Kasluchieten, uit wie de Filistijnen zijn voortgekomen, en de Kaftorieten. 15 En Kanaän verwekte Sidon, zijn eerstgeborene, en Chet 16 en de Jebusiet, de Amoriet, de Girgasiet, 17 de Chiwwiet, de Arkiet, de Siniet, 18 de Arwadiet, de Semariet en de Hamatiet; en daarna verspreidden zich de geslachten van de Kanaäniet. 19 En de grens van de Kanaäniet was van Sidon in de richting van Gerar tot Gaza, in de richting van Sodom, Gomorra, Adma en Seboïm tot Lesa. 20 Dit waren de zonen van Cham naar hun geslachten, naar hun talen, in hun landen, in hun volken.
21 En aan Sem, de vader van alle zonen van Eber, de oudere broeder van Jafet, werden eveneens (zonen) geboren. 22 De zonen van Sem waren Elam, Assur, Arpaksad, Lud en Aram. 23 En de zonen van Aram waren: Us, Chul, Geter en Mas. 24 En Arpaksad verwekte Selach, en Selach verwekte Eber. 25 En aan Eber werden twee zonen geboren; de naam van de ene was Peleg, want in zijn dagen werd de aarde verdeeld, en de naam van zijn broeder was Joktan. 26 En Joktan verwekte Almodad, Selef, Chasarmawet, Jerach, 27 Hadoram, Uzal, Dikla, 28 Obal, Abimaël, Seba, 29 Ofir, Chawila en Jobab; deze allen waren de zonen van Joktan. 30 En hun woonplaats strekte zich uit van Mesa in de richting van Sefar, het gebergte in het Oosten. 31 Dit waren de zonen van Sem naar hun geslachten, naar hun talen, in hun landen, naar hun volken.
32 Dit zijn de geslachten der zonen van Noach naar hun afstammingen, in hun volken. En van dezen verdeelden zich de volken op de aarde na de vloed.
20 maart 2015
1.3.1.4 Stamboom
Versie 0.3
Page |7
20 maart 2015
Versie 0.3
Page |8
1.3.1.5.1 Jafets nakomelingen of Jafetieten Zijn zonen waren Gomer, Magog, Tiras, Javan, Mesech, Tubal, en Madai. Javan, waarvan onder andere de Ioniërs met o.a. de Grieken zouden afstammen. Tarsis, een zoon van Javan, wiens nageslacht zich verspreid zou hebben richting Klein-Azië en Spanje. De Middellandse Zee heette ooit de Tarsische zee en in de 9e eeuw v.Chr. werd Zuid-Spanje al in sommige archeologische vondsten Tarsis genoemd met de hoofdstad Tarshish, in het Grieks Tartessos genaamd). Tubal, wiens nageslacht richting het huidige Rusland getrokken zou zijn, voor het eerst genoemd door Tiglat-Pileser I, Koning van Assyrië, 1100 v.Chr.; hij noemt hen de 'Tabali'. Flavius Josephus beschreef hen als de Thobelieten, die volgens hem in Kaukakisch Iberië, het huidige Georgië leefden. Ze verleenden hun stamnaam zowel aan de rivier de Tobol als aan de befaamde stad ‘Tobolsk’, die tegenwoordig nog steeds zo heten. Mesech, die ook richting Rusland getrokken zou zijn. De Assyriërs noemden hen in één adem met de afstammelingen van Tubal, namelijk 'Tabal en Musku'. Herodotus schreef over de 'Tiberanoi en Moschoi', Tiglath-Pileser schreef in 1100 v.Chr. over de 'Muska-a-ia'. Hiervan zou de stad Moskou zijn naam danken, evenals de naam van Rusland tot 1700: Moskovië. Magog, voorvader van de Scythen, Slaven, Kelten en Hongaren.
20 maart 2015
Versie 0.3
Page |9
Askenaz was volgens de volkerenlijst en Genesis 10:3 een van de drie zonen van Gomer, en kleinzoon van Jafet. Naast Genesis komt Askenaz ook voor in 1 Kronieken 1: 6 en in het Joodse boek der Jubileeën. Volgens orthodoxe uitleggers zou hij zich met zijn nageslacht in het huidige Armenië hebben gevestigd, in latere tijden zouden verschillende stammen richting Noordwest-Europa zijn getrokken. In Assyrische inscripties uit de 7e eeuw v. Chr. wordt melding gemaakt van een opstand van de 'Askuza' en de 'Mannai', dit staat tevens in Jeremia 51. De Assyriërs doelden in hun inscripties met de 'Askuza' op de Scythen, een volk dat leefde in Centraal-Azië. Op deze manier wordt Askenaz door verschillende mensen genoemd als voorvader van onder andere de Scythen. Askenaz zou niet alleen een voorvader van de Scythen zijn, maar ook van een groot gedeelte van de huidige Noordwest Europese bevolking. Tot op de dag van vandaag is Askenaz de Hebreeuwse benaming voor Duitsland, in de Ierse taal duidt 'Sacsana' op heel Engeland. De Saksen beriepen zich erop af te stammen van hun mythologische voorvader Aschanes (Askanius), in de Noordse mythologie is Ask de eerste mens. Al deze benamingen kunnen mogelijk herleid worden naar de Askenaz uit de Bijbel.
De Scythen, worden gezien als sprekers van het Indo-Europees taal.
De Indo-Scythen waren Sakische stammen die in de 1e eeuw v.Chr. vanuit Centraal-Azië het Indisch subcontinent binnenvielen en tot de 4e eeuw AD een belangrijke rol in de geschiedenis van Zuid-Azië speelden. De Saken maakten deel uit van de algemene Scythische cultuur, en worden daarom ook als "Scythen" aangeduid.
20 maart 2015
Versie 0.3
P a g e | 10
Tussen de 1e eeuw v.Chr. en 1e eeuw n.Chr. werd een groot gebied in het noordwesten van Zuid-Azië geregeerd door waarschijnlijk boeddhistische Indo-Scythische koningen. De eerste van deze koningen was Maues (rond 85 v.Chr.). De Indo-Scythische heersers kwamen in de plaats van Indo-Griekse heersers, die op hun beurt een eeuw eerder het noordwesten van India hadden veroverd. Onder Azes I veroverden de Indo-Scythen een groot deel van het noorden van India. Desondanks was waarschijnlijk geen sprake van een centralistisch geregeerd rijk, maar een losse confederatie van stammen en leiders. Het Indo-Scythische rijk werd aan het einde van de 1e eeuw AD opgevolgd door twee nieuwe groepen invallers, de Indo-Parthen en Kushana. Een lokale dynastie van oorspronkelijk Indo-Scythische heersers, de westelijke satrapen, bleef tot het einde van de 4e eeuw het gebied rond Gujarat, Saurashtra, Malwa en grote delen van het huidige Rajasthan en Madhya Pradesh regeren. De naam ISHKUSA is het Assyrische woord voor SCYTEN, een volk dat ook voorkomt in de annalen van Esarheddon: “Ik verspreidde het volk van de Mannai, onhandelbare barbaren, en ik versloeg met het zwaard de legers van Ishpaki, het verbond met de Scythen vermocht hen niet te redden”. (DD Luckenbill: Ancient Records of Assyria and Babylonia II 517). In de Perzische en Elamitische versies wordt Scythië Sakka genoemd en het Babylonisch is het weer opeens Gimira. Hoewel beide teksten meer dan anderhalve eeuw na Esarheddon gedateerd zijn leveren ze toch weer een duidelijk bewijs van het feit dat de Perzen wisten dat het volk dat zij Sakka noemden door de Assyrische schrijvers in de Babylonische taal Gimira genoemd werden. We kunnen ons geen betere autoriteit wensen voor de identificatie van deze twee namen. Volgende op de ineenstorting van de Assyrische macht kwamen de Scythen steeds meer onder druk van de Meden en zij begonnen naar Rusland te trekken. De tijd van hun aankomst ten noorden van de Kaukasus kan worden vastgesteld aan de hand van verschijning van hun graf-heuvels tussen Kaukasus en Don in het begin van de zesde eeuw voor Christus.
20 maart 2015
Versie 0.3
P a g e | 11
Gomer, de voorvader van o.a. de Gomaren, de Galaten en de inwoners van Wales (hun taal werd oorspronkelijk ook Gomeraeg genoemd). Madai, voorvader van o.a. de Meden van Iran, de Ariërs en andere volkeren in het huidige India.
1.3.1.5.2 Cham zijn nakomelingen
Noachs kleinzoon Kanaän De Jebusieten zijn afstammelingen van Noachs kleinzoon Kanaän (Gen. 10 :16) en vormden de oorspronkelijke bevolking van Jeruzalem, toen Jebus geheten (Joz. 15 :63; 18 :28, Richt. 1 :21; 19 :11, 2 Sam. 5 :6 v.) en van het omringende bergland (Num. 13 :29, Joz. 11 :3). In het Oude Testament worden zij 41 maal genoemd. De naam 'Jebusiet' Jebus was de derde zoon van Kanaän. Van hem stammen de Jebusieten af. De naam 'Jebusiet' betekent dan ook 'nakomeling van Jebus'. Maar omdat Jebus de vroege, vóórIsraëlietische naam van Jeruzalem was en de Jebusieten daar en daaromtrent woonden, kan de naam Jebusiet ook betekenen, 'inwoner van Jebus'. Ge 10:15 En Kanaän gewon Sidon, zijn eerstgeborene, en Heth, Ge 10:16 En den Jebusiet, en den Amoriet, en den Girgasiet, Ge 10:17 En den Hivviet, en den Arkiet, en den Siniet, Ge 10:18 En den Arvadiet, en den Tsemariet, en den Hamathiet; en daarna zijn de huisgezinnen der Kanaanieten verspreid. Ge 10:19 En de landpale der Kanaanieten was van Sidon, daar gij gaat naar Gerar tot Gaza toe; daar gij gaat naar Sodom en Gomorra, en Adama, en Zoboim, tot Lasa toe. (SV) De Jebusieten waren één van de Kanaänietische (van Noachs kleinzoon Kanaän) volkstammen (Hethieten, Jebusieten, Amorieten, Girgasieten, Hevieten) in het land Kanaän. De twaalf verspieders die Kanaän hadden verkend, noemden in hun relaas de woonplaats van de Jebusieten woonden: Nu 13:29 In het Zuiderland woont Amalek, in het bergland [wonen] de Hethieten, de Jebusieten en de Amorieten, aan de zee en aan de oever van de Jordaan wonen de Kanaänieten. (HSV)
20 maart 2015
Versie 0.3
P a g e | 12
Kaart: De Jebusieten woonden in en rond Jebus, het latere Jeruzalem David veroverde Jebus en maakte het de hoofdstad van zijn rijk. Jebus werd later Jeruzalem genoemd. (Salem was een oude stad tegen de zuid kant van Jebus in het koningsdal. mede naam gever)
20 maart 2015
Versie 0.3
P a g e | 13
De naam en de plaats De naam Jeruzalem komen we voor het eerst tegen bij Koning David. In 2 Samuël 5 lezen we dat Koning David de stad Jeruzalem veroverde op de Jebusieten en deze maakte tot het regeringscentrum van het twaalfstammenrijk Israël. Maar de stad heeft al veel oudere papieren. - In Genesis 14 lezen we dat Abraham, na een imposante overwinning op de koningen van het Oosten, bij zijn terugkeer in het land Kanaän Melchisedek ontmoet, de koning van Salem, bij het dal Sawe, het koningsdal. Algemeen wordt aangenomen dat met Salem Jeruzalem wordt bedoeld en dat het koningsdal het Kidrondal is bij Jeruzalem. - In Genesis 22 lezen we dat God aan Abraham vraagt om zijn zoon Isaak te offeren op een van de bergen van het land Moria, die God hem zelf zal aanwijzen. Abraham vertrekt van Hebron naar het noorden en op de derde dag ziet hij de plaats (=Ha Makom). Dat het hier om de Tempelberg gaat, zien we helder weergegeven in de volgende tekst. - 2 Kronieken 3 vertelt ons dat Salomo de Tempel bouwt op de berg Moria, waar de Heer aan zijn vader David verschenen is, op de plaats (= Ha Makom) die David daarvoor had bestemd, op de dorsvloer van de Jebusiet Ornan. De plaats waar Abraham zijn zoon Isaak offerde, de plaats waar David zijn zoenoffer bracht, waarna een plaag stopte, en de plaats waar de Tempel wordt gebouwd, worden daarmee met elkaar geïdentificeerd.
1.3.1.5.3 Sem zijn nakomelingen Genesis 10 21 En aan Sem, de vader van alle zonen van Eber, de oudere broeder van Jafet, werden eveneens (zonen) geboren. 22 De zonen van Sem waren Elam, Assur, Arpaksad, Lud en Aram. 23 En de zonen van Aram waren: Us, Chul, Geter en Mas. 24 En Arpaksad verwekte Selach, en Selach verwekte Eber. 25 En aan Eber werden twee zonen geboren; de naam van de ene was Peleg, want in zijn dagen werd de aarde verdeeld, en de naam van zijn broeder was Joktan. 26 En Joktan verwekte Almodad, Selef, Chasarmawet, Jerach, 27 Hadoram, Uzal, Dikla, 28 Obal, Abimaël, Seba, 29 Ofir, Chawila en Jobab; deze allen waren de zonen van Joktan. 30 En hun woonplaats strekte zich uit van Mesa in de richting van Sefar, het gebergte in het Oosten. 31 Dit waren de zonen van Sem naar hun geslachten, naar hun talen, in hun landen, naar hun volken.
1.3.1.6 Defenitie van het begrip stammen Moderne historici zijn het nog niet eens over stammen uit de (Late) Oudheid, er bestaat twijfel of er überhaupt wel over duidelijke stammen kan worden gesproken. Historici beargumenteren dat in principe iedereen lid kon worden van een stam, en dat de stammen eigenlijk niets meer dan uitvindingen van Romeinse schrijvers zijn. Romeinse schrijvers gaven vaak een naam aan bewoners van een bepaald gebied, zoals de 'Goten', terwijl men eigenlijk niet wist of er wel enige verwantschap tussen deze bewoners bestond. In later tijden kon iedereen die dat wilde zich aansluiten bij een stam of er zelfs een vormen. Dit was het geval bij de Visigoten onder Alaric, deze stam bestond waarschijnlijk uit een groep 'originele' Goten met daarbij aangesloten groepen andere Germanen en ook vele Romeinen die hun kans op buit roken. Ook de Franken, een andere 'stam', trokken vele Romeinen aan om
20 maart 2015
Versie 0.3
P a g e | 14
Frank te worden door het 'uitvinden' van een gemeenschappelijke geschiedenis met de Romeinen. 1.3.1.7 De taal die met Jafet meekwam. De Indo-Europese talen, soms ook wel Indo-Germaanse talen genoemd vormen een taalfamilie van meer dan 400[1] verwante talen. Indo-Europese talen worden over vrijwel de hele wereld gesproken, maar vinden veelal hun oorsprong in Europa en Zuidelijk Azië. Op grond van de overeenkomsten tussen deze talen is een hypothetische vooroudertaal (prototaal) geconstrueerd, het Proto-Indo-Europees, vaak afgekort tot PIE. Indo-Europese talen dienen te worden onderscheiden van Europese talen. De grootste subgroepen binnen de Indo-Europese taalfamilie op basis van het aantal moedertaalsprekers zijn:
Germaanse talen, zoals Engels, Duits, Zweeds en Nederlands Indo-Iraanse talen, zoals Hindi, Bengaals, Marathi, Punjabi, Urdu en Perzisch Romaanse talen, zoals Spaans, Frans, Italiaans en Roemeens Slavische talen, zoals Russisch, Servisch, Kroatisch, Oekraïens en Pools
Ook Albanees, Armeens, Latijn en Grieks zijn Indo-Europese talen. De volgende taalkundige die de overeenkomsten tussen de Indo-Europese talen opmerkte was de Nederlander Marcus Zuerius Boxhorn. Hij construeerde echter zijn eigen proto-taal, die hij het Scythisch noemde. Boxhorn plaatste onder meer het Nederlands, Duits, Grieks, Latijn, Farsi (Parsi) en later ook de Keltische, Slavische en Baltische talen in dezelfde taalgroep. In de jaren '60 van de 18e eeuw deed Gaston Cœurdoux een uitgebreid onderzoek naar de overeenkomsten in de vervoeging van werkwoorden tussen het Sanskriet, Latijn en Grieks. Twintig jaar later vergeleek William Jones de vier oudste talen die in die tijd bekend waren (Latijn, Grieks, Farsi en Sanskriet) opnieuw, waarna Thomas Young in 1813 voor het eerst de term "Indo-Europees" gebruikte[3]. Deze term is sindsdien de standaardbenaming geworden. Alleen in Duitsland wordt iets vaker de term "Indo-Germaans" gebruikt[4]
1.3. 1.8 De toren van Babel, de talen.
1.3.3 Genesis 6:3 3 En de HERE zeide: Mijn Geest zal niet altoos in de mens blijven, nu zij zich misgaan hebben; hij is vlees; zijn dagen zullen honderd twintig jaar zijn.
bloedstamcellen De bloedstamcellen van de oudste vrouw uit de Nederlandse geschiedenis waren zo goed als uitgeput bij haar dood, zo blijkt uit nieuw wetenschappelijk onderzoek.
20 maart 2015
Versie 0.3
P a g e | 15
Toen de 115-jarige Hendrikje van Andel-Schipper in 2005 overleed, waren de witte bloedcellen in haar lichaam nog slechts afkomstig van twee bloedstamcellen. Onderzoekers van de Vrije Universiteit komen tot die bevinding in het wetenschappelijk tijdschrift Genome Research. De ontdekking suggereert dat de meeste van haar bloedstamcellen al waren afgestorven en dat er een limiet zit aan de menselijke levensduur. Mutaties De wetenschappers onderzochten witte bloedcellen uit het lichaam van Van Andel-Schipper, die haar lichaam na haar dood ter beschikking stelde aan de wetenschap. Bloedcellen worden normaal gesproken geproduceerd door ongeveer 1300 stamcellen, die zich voortdurend delen. Hoe vaker stamcellen zich delen, hoe groter de kans op mutaties. De wetenschappers troffen dan ook ruim vierhonderd mutaties aan in de witte bloedcellen van de vrouw.
Uit deze mutaties kon uiteindelijk worden afgeleid dat het perifeer bloed (bloed dat vrij in de bloedbaan circuleert) van Van Andel-Schippers afkomstig was van nog slechts twee werkzame bloedstamcellen. Limiet Veruit de meeste bloedstamcellen in het lichaam van de vrouw functoneerden al niet meer. Hoofdonderzoekster Henne Holstege vraagt zich daarom af of er een grens zit aan de levensduur van stamcellen. "En zit er daardoor misschien ook een limiet aan de maximale levensduur?", aldus Holstege op nieuwssite New Scientist. "Of kunnen we dit in de toekomst oplossen door de voorraad bloedstamcellen aan te vullen met stamcellen, die we eerder in het leven bewaren?" Uit het onderzoek blijkt verder dat de telomeren van de bloedcellen van Van Andel-Schipper extreem kort waren. Ook dit wijst op uitputting van de bloedstamcellen. Telomeren zijn de uiteinden van chromosomen, die vermoedelijk bepalen hoe vaak een cel zich kan delen.
1.3.4 De wetenschap
1.3.4.1 De wetenschap 1.3.4.2 Huidskleur. (idee in het boek van henoch staat waar veel wetenschap vandaan kwam) Vanuit Psalm 139:16 kan worden herleid dat met ‘het boek’ bedoeld wordt de DNA van de mens, geschreven door God. 16 Uw ogen hebben mijn
Versie 0.3
20 maart 2015
P a g e | 16
ongevormde klomp gezien; en al deze dingen waren in Uw boek geschreven, de dagen als zij geformeerd zouden worden, toen nog geen van die was. Ds. Mike vergelijkt de menselijke cel met daarin de nucleus (waarin zich de 23 chromosomen zich bevinden, waarin ons DNA staat geschreven) met de tabernakel met daarin het Heilige der Heiligen, waarin God woonde met de Ark als zijn woonplaats.
Psalmen 139:16 De Nieuwe Bijbelvertaling 16 Uw ogen zagen mijn vormeloos begin, alles werd in uw boekrol opgetekend, aan de dagen van mijn bestaan ontbrak er niet één.
Statenvertaling (Jongbloededitie) 16 Uw ogen hebben mijn ongevormden klomp gezien; en al deze dingen waren in Uw boek geschreven, de dagen als zij geformeerd zouden worden, toen nog geen van die was.
NBG-vertaling 1951 16 uw ogen zagen mijn vormeloos begin; in uw boek waren zij alle opgeschreven, de dagen, die geformeerd zouden worden, toen nog geen daarvan bestond.
1.3.4.2 Huidskleur.
HET FYSIEKE UITERLIJK VAN DE ISRAËLIETEN UIT DE OUDHEID DE HEBREEËRS & DE ZONEN VAN CHAM
En de zonen van Cham waren , Kus & Misraïm & Put & Kanaän. "Genesis 10:6" Jarenlang, hebben geleerden, theologen en archeologen gedebatteerd over het antwoord op de vraag, "Hoe zagen de Israëlieten in de oudheid er fysiek uit? Hoewel de geschriften en andere geschiedkundige documenten, heel wat bewijs hebben achtergelaten waarin het uiterlijk van de Israëlieten bevestigd wordt, is veel van deze informatie nog onbekend bij veel mensen . Het tegenwoordig populaire denkbeeld onder Christenen, geleerden en theologen, is dat de mensen die bekend staan als "Ashkenazi Joden" de directe nakomelingen zijn van de Israëlieten uit de oudheid. Maar kan dit zonder twijfel worden bewezen? Het antwoord hierop is NEE. De geschriften zullen hierbij gebruikt worden als onze hoofdbron, gesteund door de geschiedenis en archeologie die samen bewijzen dat deze Joden niet de fysieke nakomelingen zijn van de Israëlitische natie uit de oudheid. Daarnaast openbaren deze
20 maart 2015
Versie 0.3
P a g e | 17
bronnen wie de werkelijke afstammelingen van deze natie zijn. Het antwoord kan voor sommigen schokkend zijn. Israël wordt meer dan 2500 keer vermeld in de geschriften. De geschriften bevatten de volledige geschiedenis van de Hebreeërs. In feite heeft geen ander volk op aarde zo’n uitgebreid geregistreerde geschiedenis, zelfs niet de Egyptenaren uit de oudheid. De geschriften bevatten alles wat wij moeten weten over de Hebreeërs uit de oudheid. Laten we deze feiten en informatie onderzoeken die tot op de dag van vandaag onbekend of verborgen blijft voor veel "bijbel" lezers. ISRAËL IN HET LAND VAN EGYPTE De geschiedenis van de Israëlitische natie begon in Egypte, het land van Cham. De Israëlieten kwamen met 70 man Egypte binnen , (met inbegrip van Jozef, zijn vrouw en twee zonen die reeds in Egypte waren), en verlieten het land met een aantal van meer dan twee miljoen. De Israëlieten uit de oudheid hebben 430 jaar doorgebracht in Egypte. In de eerste helft van die periode genoten zij van de goede gunst van de Egyptenaren, maar in het resterende deel van die jaren werden zij tot slaaf gemaakt en werden zij verschrikkelijk mishandeld door hen. Een van de feiten die de geschriften ons geven over Israel (Ysrayl), heeft betrekking op hun fysieke uiterlijk. Op verschillende plaatsen in de geschriften wordt vermeld dat het uiterlijk van de Israëlieten overeenkwam met het uiterlijk van de zonen van Cham (Khawm). Cham was een van Noach’s drie zonen, Sem en Jafet waren de andere twee. Noach’s nakomelingen hebben de aarde herbevolkt na de grote vloed. De nakomelingen van Cham kunnen worden herleid naar de volken van Afrika. Cham (Khawm) betekent in het hebreeuws : ZWART, HEET en GEBRAND. Cham had vier zonen,
1. 1. Kus (Ethiopiërs / Kushieten & Nubiërs), 2. Misraïm (Egyptenaren / Khemet),, 3. PUT (Historisch Somalië) 4. KANAÄN ((Kanaänieten, de oorspronkelijke inwoners van het land Israël) Genesis 10:619. Alle vier zonen van Cham, hebben zich in en rond het Afrikaans continent gevestigd, en ook in het Midden-Oosten. . Cham’s zonen zijn de mensen van het Afrikaanse continent: de Egyptenaren uit de oudheid, de Ethiopiërs, Somaliërs, Kanaänieten enz., enz.
Versie 0.3
20 maart 2015
P a g e | 18
De Israëlieten zijn nakomelingen van Noach’s zoon Sem, via Abraham die de vader van de Hebreeuws-Israëlitische natie is. Abraham is de vader van Isaak, Isaak is de vader van Jakob, Jakob had twaalf zonen en deze zonen zijn de voorouders van de Israëlitische natie. De twaalf stammen van Israël zijn als volgt: RUBEN
DAN
SIMEON
GAD
LEVI
ASER
JUDA
NAFTALI
ZEBULON
JOZEF
ISSAKAR
BENJAMIN
Elk van Jakob’s zonen werd een stam die met elkaar de grotere natie van Israël vormden. VOORBEELD: Nakomelingen van Ruben stonden bekend als de stam van Ruben. Nakomelingen van Juda werden de stam van Juda genoemd enzovoorts. De Israëlische natie zijn afstammelingen van Jakob wiens naam is veranderd naar Israël door de Allerhoogste (Gen 32:28). We zullen beginnen met het verhaal van Jakob’s tweede jongste zoon Jozef en zijn tijd in Egypte. Jozef was één van de twaalf zonen van Jakob (Yaaqob in het hebreeuws). Jakob verwekte Jozef op hoge leeftijd en hij was duidelijk zijn favoriete zoon. Hierdoor werden de broers van Jozef jaloers op hem.
Uiteindelijk resulteerde hun jaloersheid erin, dat Jozef door Arabische handelaren als slaaf aan de Egyptenaren werd verkocht. Na verloop van tijd werd Jozef onderkoning van Egypte en was tweede in gezag aan de farao. Er was een hongersnood in Kanaän, waar Jakob en zijn zonen leefden. (De farao had een droom die Jozef interpreteerde. Zijn droom ging over de aanstaande hongersnood en bood Egypte een kans om voorbereidingen te treffen en voedsel op te slaan). Jakob stuurde tien van zijn zonen naar Egypte om brood te kopen. Eenmaal aangekomen in Egypte, werden zij naar Jozef
20 maart 2015
Versie 0.3
P a g e | 19
gebracht. Jozef herkende zijn broers, maar zij herkenden hem niet. (Genesis 42:1-8). Aangezien de Egyptenaren uit de oudheid zwarte mensen waren, , moest Jozef ook zwart zijn. Als Jozef en de Hebreeërs zouden lijken op Donny Osmond (Hij speelde Jozef in een toneelstuk), dan zouden zijn broers hem gemakkelijk tussen de "zwarte" Egyptenaren herkend hebben. Maar Jozef zijn eigen broers dachten dat hij een Egyptenaar was. De Egyptenaren waren in de tijd van Jozef inderdaad "zwarte", mensen zoals we ze vandaag de dag kennen. Dit is een feit dat door velen wordt gesteund. Gerald Massey, de Engelse schrijver en de auteur van het boek, Egypt the Light of the World (Egypte het Licht van de Wereld), schreef: "De waardigheid is zo oud dat de kenmerken van de Farao klaarblijkelijk tot de tijd behoorden toen Egyptenaren niets anders dan het voorkomen van de neger hadden”." (p 251) De heer Richard Francis Burton, een 19de eeuwse Engelse ontdekkingsreiziger, schrijver en taalkundige schreef in 1883 aan Gerald Massey, "U bent vrij juist over de „AFRIKAANSE“ oorsprong van de Egyptenaren. Ik heb 100 menselijke schedels om het te bewijzen." De wetenschapper, R.T. Prittchett, stelt in zijn boek ‘de Natuurlijke geschiedenis van de Mens, "„in het geheel genomen en in veel van hun voorkomen en in fysieke bijzonderheden waren de Egyptenaren een "AFRIKAANS" ras (p 124-125). De oude Griekse historicus Herodotus, die Egypte in de 5de eeuw V.C. bezocht, zag de Egyptenaren met zijn eigen ogen en beschreef hen zwart getint met wollig haar. De antropoloog Graaf Constatin De Volney (1727-1820), sprak over het ras van de Egyptenaren die farao’s voortbrachten. Hij toonde later hulde aan de ontdekking van Herodotus toen hij zei:
De Egyptenaren uit de oudheid waren echte zwarten van het zelfde type als de inheems geboren Afrikanen. Door dit feit, kunnen wij zien hoe hun bloed door de verscheidene eeuwen heen met dat van de Romeinen en de Grieken werd gemengd, en aan intensiteit heeft verloren ten opzichte van zijn originele kleur. Terwijl de afdruk van de originele vorm is behouden . Wij kunnen zelfs verklaren als algemeen principe dat het gezicht dat (verwijzend naar de Sfinx) een soort monument is, in staat om te getuigen en licht te schijnen op historisch bewijsmateriaal van de oorsprong van de Egyptenaren. " Het feit dat de Egyptenaren uit de oudheid zwart van kleur waren veroorzaakte dat Volney de volgende verklaring aflegde: "Wat een onderwerp voor overdenking, bedenk enkel dat het ras
20 maart 2015
Versie 0.3
P a g e | 20
van zwarte mensen vandaag onze slaven en voorwerp van onze minachting is, het eigenlijke ras is waaraan wij onze kunsten, wetenschap en zelfs het gebruik van onze spraak verschuldigd zijn"
De verklaringen van de mensen uit die tijd, de geschriften en vele egyptologen, in combinatie met archeologie bevestigen dat de Egyptenaren tijdens de oudheid "ZWARTE" MENSEN waren. Dit is belangrijk om te weten, omdat we gaandeweg zullen zien dat in de geschriften wordt uitgelegd dat de Hebreeërs van toen qua uiterlijk leken op de Egyptenaren. Vervolgens, wordt er in Genesis hoofdstuk 50 verzen 7-11, omschreven dat de Hebreeërs leken op de Egyptenaren. Nadat Jakob in het land Egypte stierf, reisden de Hebreeërs en Egyptenaren af naar het land Kanaän om hem te begraven (Hij vroeg zijn zoon om hem in het land Kanaän bij zijn voorvaderen te begraven.(Genesis 49:29-30) In de verzen 7-8 wordt er verteld dat alle oudsten van het huis van de farao en alle oudsten van het land Egypte samen met de Hebreeërs (behalve hun kinderen, schapen en runderen) vertrokken om Jakob te begraven. VERS 9 zegt , "Ook trokken met hem zowel wagens als ruiters, zodat de stoet geweldig groot was." • VERS 11 omschrijft dat de Kanaänieten de begrafenis optocht zagen en zeiden "DIT IS EEN ZWARE ROUW VAN DE EGYPTENAREN". Maar bedenk dat dit een gemengde massa was van Hebreeërs en Egyptenaren die een HEBREEËR zouden begraven, en dat de Kanaänieten beide volken als Egyptenaren identificeerden. WAAROM? Omdat, de Kanaänieten een groot gevolg van zwarte mensen zagen die allemaal leken op (zwarte) Egyptenaren. Het is meer dan logisch dat de Hebreeërs het luidruchtigst rouwden in de "begrafenisstoet" voor onze vader Jakob, en dit is wat de Kanaänieten zagen. Toen zij de zware rouw voor Jakob de Hebreeër omschreven, zagen zij Israëlieten het hardst rouwen en zij dachten dat deze Hebreeërs Egyptenaren waren. Als de Hebreeërs een ras van witte mensen zouden zijn, zoals men ons heeft doen geloven, dan zouden de Kanaänieten, die bekend waren met zowel de Hebreeërs en de Egyptenaren , hebben gezegd dat "DIT EEN ZWARE ROUW VAN DE EGYPTENAREN EN DE HEBREEËRS IS. " Witte Hebreeërs zouden zonder twijfel als een verschil van dag en nacht
20 maart 2015
Versie 0.3
P a g e | 21
tussen de zwarte Egyptenaren herkend kunnen worden. De Kanaänieten hebben het verschil tussen de Hebreeërs en de Egyptenaren niet opgemerkt. In de geschriften staat verder geschreven dat de Kanaänieten de plaats waar zij dit grote rouwen om een Hebreeër zagen, de naam “Abel-Misraïm” hebben gegeven. Dit betekent de weide van Egypte/Misraïm of het rouwen van de Egyptenaren. Laten we nu kijken naar het grootste en bekendste verhaal over het verblijf van de Israëlieten in het land Egypte. Dit zou het verhaal van Mozes zijn. Vele jaren na de dood van Jozef en zijn generatie, groeide de hebreeuwse bevolking enorm. Hierdoor werden zij niet meer als vriendelijke buren beschouwd, maar de Egyptenaren zagen ze nu als een bedreiging en als vijand. De Egyptenaren maakten de Hebreeërs tot slaven. Wegens de bevolkingstoename van de Hebreeërs, beslisten de Egyptenaren dat zij aan hen hun eigen vorm van geboortebeperking zouden opleggen. De farao zond een bevel uit dat alle Hebreeuwse jongens bij geboorte moesten worden gedood. Exodus 1:22 “Toen gebood Farao aan zijn gehele volk: Werpt alle jongens die geboren worden, in de Nijl, maar alle meisjes moogt gij laten leven.” Dit leidt ons rechtstreeks naar het verhaal van Mozes. Mozes was een geboren Hebreeuwse Israëliet van de stam van Levi (exodus 2:1-3). Hij bracht 40 jaar in het huis van Farao (Handelingen 7:23) and was raised as the Pharaoh's Grandson
Exodus 2:10 En toen het kind groot geworden was, bracht zij het naar de dochter van Farao; en hij werd door haar als zoon aangenomen, en zij noemde hem Mozes, want, zei zij : ik heb hem uit het water getrokken. Veel geleerden zeggen dat de Farao die op de troon van Egypte zat tijdens de geboorte van Mozes, Farao Seti 1e was. Hij was de vader van Rameses de 2e , ook wel bekend als Rameses de Grote. George Rawlinson, een Engelse auteur schreef een boek getiteld “History of ancient Egypt”(De geschiedenis van oud Egypte). Op pagina 252, geeft hij een beschrijving van Seti 1e . Hij verklaart: "HET GEZICHT VAN SETI WAS GRONDIG AFRIKAANS. HIJ HAD EEN STORMACHTIG GEZICHT MET EEN GEDRUKTE VLAKKE NEUS, DIKKE LIPPEN EN EEN ZWARE KIN." Mozes moet de zelfde fysieke kenmerken hebben gehad omdat, hij in het huis van de Farao, als kleinzoon van de Farao werd grootgebracht, toen de Farao opdracht gaf om alle Hebreeuwse jongens te laten doden bij de geboorte. Als de Israëlieten witte mensen waren, kon Mozes de Hebreeër onmogelijk 40 jaar (in het geheim) in het huis van de Farao onder de zwarte Egyptenaren verblijven, en niet worden opgemerkt.
Versie 0.3
20 maart 2015
P a g e | 22
Hoe kon de Farao anders over zijn volk regeren als hij zelf het bevel heeft gegeven om alle Hebreeuwse jongens bij geboorte te doden, en ondertussen er zelf één in huis te hebben die genoot van alle rechten en privileges van zijn eigen familie? Mozes overleefde 40 jaar in het huis van de Farao, omdat hij een zwarte man was, net zoals de Egyptenaren waren. Dit is opmerkelijk, de Farao keek dus in de ogen van Mozes als baby en dacht dat het zijn bloedeigen kleinzoon was. Hij keek in de ogen van Mozes als tiener en dacht nog dat het zijn bloedeigen kleinzoon was. Hij keek in de ogen van Mozes als jonge man in zijn twintiger en dertiger jaren en dacht nog steeds dat het zijn vlees en bloed was. Toen Mozes tenslotte een man van 40 was hij nog steeds in de veronderstelling dat het zijn bloedeigen kleinzoon was. Het is opmerkelijk dat de broers van Jozef en de Kanaänieten de Hebreeërs en de Egyptenaren niet van elkaar konden onderscheiden. De Farao kon dit ook niet, want anders zou Mozes direct om het leven gebracht worden. Tempel tekening van Farao Seti 1e 1306 V.C. – 1290 V.C.
Dit is een afbeelding van Farao Seti 1e , afkomstig uit een tempel in Egypte. Dit is de Farao die geleerden identificeren als degene die in de tijd van Mozes zijn geboorte op de troon in Egypte zat. Men denkt dat Seti 1e de "pleeggrootvader" van Mozes was.
DE WAARHEID VERSUS DE LEUGEN
Een andere afbeelding van Farao Seti 1e afkomstig van een oude Egyptische tempel.
Deze afbeelding aan de rechterzijde is de Hollywood verfilming over de Hebreeërs en de Egyptenaren uit de oudheid genaamd the ten commandments (de tien geboden). Deze
20 maart 2015
Versie 0.3
P a g e | 23
afbeelding zou Seti 1e moeten voorstellen.
De geschriften vertellen ons dat Mozes een Egyptenaar doodde, nadat hij hem een Hebreeër zag mishandelen. Zo moest Mozes met vrees voor zijn leven Egypte uitvluchten, omdat de Farao alles te weten was gekomen en hem probeerde te doden (Exodus 2:12-15). De Farao probeerde Mozes om het leven te brengen, omdat hij erachter gekomen was, dat Mozes niet zijn bloedeigen kleinzoon was. Mozes is gevlucht naar het land Midjan (gevestigd in Saudi-Arabië) waar hij zeven dochters van de priester van Midjan te hulp schoot, nadat hij een aantal vervelende herders had weggejaagd. De dochters keerden terug naar het huis van hun vader Reüel en vertelden hem wat er was voorgevallen. Exodus 2:16-19 16 De priester van Midjan nu had zeven dochters ; zij kwamen juist water putten en vulden de drinkbakken om de kudde van haar vader te drenken. 17 Er kwamen echter herders, die haar verjoegen, maar Mozes stond op en kwam haar te hulp en drenkte haar kudde. 18 Toen zij bij hun vader Reüel gekomen waren, zeide deze: Waarom zijt gij vandaag zo spoedig terug? 19 Zij antwoordden, een Egyptenaar heeft ons geholpen tegen de herders en bovendien volop voor ons geput en de kudde gedrenkt.
Zoals je ziet zeiden ze niet dat een Hebreeër in Egyptische kleding hun geholpen heeft. Ze beschreven Mozes als een zwarte man afstammeling van Cham (Egyptisch).
ZIJ ANTWOORDDEN: EEN EGYPTENAAR HEEFT ONS GEHOLPEN Dit is een standbeeld van de jonge Koning Tut. Dit standbeeld werd tijdens een archeologische uitgraving in 1922 samen met vele andere schatten in zijn graftombe gevonden. Geleerden zeggen dat Koning Tut een paar jaar vóór de exodus van de Israëlieten op de Egyptische troon zat.
Dit is een foto van het
nieuw gereconstrueerde gezicht van
20 maart 2015
Versie 0.3
P a g e | 24
Koning Tut. Deze afbeelding is afkomstig van de website discovery.com, het kwam voor in een documentaire genaamd "the assassination of King Tut". Het beeld werd samengesteld op basis van het skelet van de Koning met behulp van forensische wetenschap en het gebruik van geavanceerde computerprogramma’s . Koning Tut en de Egyptenaren uit de Bijbelse tijden waren een zwart volk mensen. Laat de afbeeldingen het verhaal vertellen. De waarheid begint naar boven te komen. Prijs Yah.
Dit is ook een onlangs gereconstrueerd beeld van de Oude Egyptische Koningin Nefertiti. Zij is één van de meest bekende Koninginnen van Egypte. Dit beeld werd ook gereconstrueerd op basis van haar skelet. Dezelfde methode die gebruikt is om het beeld van Koning Tut te reconstrueren is ook gebruikt voor de afbeelding van Koningin Nefertiti. Deze afbeelding is afkomstig van een artikel in de krant genaamd “USA today”. Het is ook te vinden op de website van discovery.com. Zoals je kan zien was Nefertiti een zwarte vrouw. Ze lijkt erg op de hedendaagse "zwarte vrouw". ZIJ ANTWOORDDEN: EEN EGYPTENAAR HEEFT ONS GEHOLPEN Deze afbeeldingen zijn van Iman het super model. Zij komt uit Oost Afrika en is een Somalische. Deze afbeeldingen komen uit de videoclip van het nummer "remember the time" van Michael Jackson. Haar gelaatstrekken en huidteint is exact hetzelfde als dat van de Egyptenaren uit de oudheid. De Oude Egyptenaren & de HEBREEËRS uit die tijd waren net zoals Iman afkomstig van Noordoostelijk Afrika. Zij heeft hierboven dezelfde uiterlijk als het beeld van Nefertit. Bedenk dat de Somaliërs bloedbroeders van de Egyptenaren zijn, zij zijn allebei afstammelingen van Noah's zoon Cham. Mijn reden voor het tonen van deze afbeeldingen is, dat sommige mensen een punt willen maken door te beweren dat zwarte mensen op het Afrikaans continent een zeer donkere huid en brede neuzen hebben. Terwijl er natuurlijk een grote diversiteit bestaat van gelaatstrekken van de zwarte bevolking op het Afrikaanse continent. Deze zuster is ook geboren in Afrika en zij lijkt op een Oude Egyptenaar. De Oude Egyptenaren waren net als de Hebreeërs een zwart volk.
Meer bewijs dat Mozes "zwart" was kan gevonden worden in Exodus 4:6-7, In deze passage toont Yah / YWHW (De naam van de schepper in het Hebreeuws) wonderen aan Mozes , zodat hij aan de Israëlieten kon bewijzen wie hem naar hen gestuurd heeft. Yah zei tegen Mozes om zijn hand in zijn boezem te steken, en Mozes deed dit. Toen hij zijn hand weer uit
20 maart 2015
Versie 0.3
P a g e | 25
zijn boezem haalde was het melaats, (wit) als sneeuw. Exodus 4:6 Wederom zeide de HERE tot hem: steek uw hand in uw boezem. En hij stak zijn hand in zijn boezem en toen hij ze eruit trok, zie, zijn hand was melaats, sneeuwwit. In vers 7 zegt Yah tegen Mozes om zijn hand opnieuw in zijn boezem te zetten en het veranderde weer zoals de rest van zijn lichaam was. Dit betekent dat de rest van zijn lichaam een andere kleur dan wit moest zijn of het tegengestelde van wit, dat zwart is. 7 Daarop zeide Hij: steek uw hand opnieuw in uw boezem. En hij stak zijn hand opnieuw in zijn boezem en toen hij ze eruit trok, zie, zij was weer geworden als zijn overige vlees. Als Mozes al wit zou zijn, wat zou er dan zo verwonderlijk zijn geweest om zijn hand wit te maken? Maar, aangezien Mozes en de rest van de Hebreeërs zwarte mensen waren, moet dit een zeer krachtig teken geweest zijn, om zijn hand een tegengestelde kleur als de rest van zijn lichaam te geven. Yah gaat verder in vers 8 waarin hij zegt dat als zij (de Israëlieten) het eerste teken niet geloven (de staf van Mozes veranderen in een slang) dan zullen zij het tweede teken geloven, dat inhield dat zijn hand wit gemaakt zou worden. Yah verklaart hier hoe krachtig het tweede teken is, het zal de koppige Israëlieten doen geloven. Exodus 4: 8 Indien zij u niet geloven en geen acht geven op wat het eerste teken te zeggen heeft, dan zullen zij geloven wat het tweede teken te zeggen heeft. HOLLYWOOD VERSIE N VAN MOZES EN DE FARAO RAMESES II
Uitgaande van wat de geschiedenis ons geleerd heeft over het fysieke uiterlijk van de Hebreeërs, is het duidelijk dat de Hollywood- afbeelding van Mozes op z’n minst onnauwkeurig is en hoogstens als racistisch onjuiste voorstelling kan worden bekeken.
20 maart 2015
Versie 0.3
P a g e | 26
Volgens de geschriften, de geschiedenis en de archeologie leek en kon Mozes niet lijken op Charleston Heston.
Volgens de geschriften is de rechterafbeelding een meer accurate afbeelding van het mogelijke uiterlijk van de Hebreeuwse Profeet Mozes.
In het boek Numeri, hoofdstuk 12 vers 1 spraken de broer en zus van Mozes zich tegen hem uit vanwege zijn huwelijk met een Ethiopische vrouw. (Niet omdat zij zwart was , maar omdat ze van een andere cultuur/natie was , lees ook handelingen 10:28). Hierdoor ontstak Yah’s toorn. In Num 12:10 wordt gezegd dat Mirjam melaats als sneeuw geworden was. Als Mirjam, die in eerste instantie een Hebreeuwse was, en origine wit zou zijn, wat is dan de straf om een wit persoon wit te maken? Yah’s toorn was opgewekt en hij uitte zijn toorn door Mirjam zo wit als sneeuw te maken door haar melaatsheid te geven. Als ze al wit bij geboorte zou zijn, waarom is ze dan niet pikzwart gemaakt? Mirjam was een zwarte vrouw en Yah toonde zijn ontevredenheid over haar, door haar huidskleur te veranderen van zwart naar wit. Dit teken was zo krachtig dat dit haar broer Aäron schokte. Numbers 12:9 Daarom ontbrandde de toorn des HEREN tegen hen en Hij ging heen. 10 Toen nu de wolk van boven de tent geweken was, zie, Mirjam was melaats als sneeuw; toen Aäron zich tot Mirjam omwendde, ziedaar een melaatse!(wit). 11 Toen zeide Aäron tot Mozes: Ach mijn heer, reken ons toch de zonde niet toe die wij in onze dwaasheid begaan hebben. 12 Laat haar toch niet zijn als een doodgeborene, wiens vlees reeds half vergaan is, wanneer hij uit de schoot zijner moeder komt. Mirjam leek niet op deze jonge vrouwen
20 maart 2015
Versie 0.3
P a g e | 27
Uitgaande van de geschriften, de geschiedenis en archeologie, zouden we kunnen opmaken dat de onderstaande afbeeldingen een meer accurate omschrijving zijn van de Hebreeuwse Israëliet Mirjam.
Het is een vaststaand feit dat in de bijbel melaatsheid altijd in de context staat met het wit worden van de huid of in relatie staat met specifieke misdragingen.
Leviticus 13:2 zegt: "Wanneer iemand op de huid van zijn lichaam een zwelling of uitslag of lichte plek heeft, welke op de huid van zijn lichaam tot de plaag der melaatsheid zou kunnen worden, dan zal hij tot de priester Aäron of een van zijn zonen, de priesters, gebracht worden". Vers 4: Indien het echter een WITTE plek op de huid van zijn lichaam is, en het niet blijkt, dat die dieper dan de huid zit, en het haar niet wit geworden is, dan zal de priester de aangetaste zeven dagen opsluiten. Vers 6: En de priester zal hem op de zevende dag voor de tweede maal bezien; wanneer dan blijkt, dat de aangetaste plek is verdoft en zich over de huid niet heeft uitgebreid, dan zal de priester hem rein verklaren. Het is uitslag; dan zal hij zijn klederen wassen en rein zijn.". In het 2de en 4de vers wordt een heldere of witte plek in de huid vermeld. Een lichte plek betekent een plek die lichter is dan de regelmatige donkere bruine/zwarte huid. Een verdofte plek betekent dat de witte plek donkerder is geworden. Mozes zei in het zesde vers: "En de priester zal hem op de zevende dag voor de tweede maal bezien; wanneer dan blijkt, dat de
20 maart 2015
Versie 0.3
P a g e | 28
aangetaste plek is verdoft en zich over de huid niet heeft uitgebreid, dan zal de priester hem rein verklaren..." Dit komt doordat de huid donkerder is geworden dan zijn originele huidskleur. Een zwarte man of vrouw met deze plekken is gedeeltelijk melaats. Maar, wanneer de plaag van melaatsheid zijn/haar gehele lichaam bedekt heeft, wordt de melaatse rein verklaard. Hij is dan compleet van kleur veranderd en zier eruit als een albino. De mensen die deze vorm van melaatsheid hadden in de geschriften ZOUDEN als albino’s geclassificeerd kunnen worden. Deze albino’s zijn de enige witte Hebreeërs die in de oudheid hebben bestaan, ze waren in de minderheid. Als de Israëlieten een wit gekleurd volk zouden zijn in de oude tijden, wat is dan de reden dat de geschriften alleen spreken over het naar WIT VERANDEREN of het WIT worden MET MELAATSHEID (met betrekking tot hun huidskleur). 2 Koningen 5:27 Daarom zal de melaatsheid van Naäman u en uw nakomelingen aankleven, voor altoos. Toen ging hij van hem weg, melaats als sneeuw.
VITILIGO Dit zijn een aantal afbeeldingen van twee mensen die lijden aan een aandoening genaamd vitiligo, deze aandoening komt enigszins overeen met de hierboven omschreven Bijbelse melaatsheid. De bovenste afbeelding is van een wit persoon die lijdt aan vitiligo. Iemand met een witte huidskleur die deze aandoening heeft, zou witte plekken kunnen zien nadat ze kleurtje hebben gekregen door het zonnen of de zonnebank, in andere gevallen kunnen deze witte plekken onopgemerkt blijven.
Deze afbeelding is dat van een donkergekleurd persoon met vitiligo. De witte plekken kunnen op zijn zwarte huid worden opgemerkt, zodra ze verschijnen. Zie je hoe "WIT" de handen van de donkergekleurde persoon zijn, vergeleken met originele huidskleur die nog te zien is. De handen van de donkere persoon zijn zo wit als sneeuw. Dit is "waarschijnlijk" hoe Mozes zijn handen eruit zagen, nadat hij ze uit zijn boezem haalde. De zanger, Michael Jackson zegt dat dit dezelfde aandoening is die zijn huid heeft veranderd van donkerbruin naar wit.
"Zwarte" MAN wordt "WIT". Dit is een afbeelding van een zwarte man die een pil nam tegen
20 maart 2015
Versie 0.3
P a g e | 29
zijn leveraandoening, waardoor de pil zijn huid gedeeltelijk van zwart naar wit veranderd heeft. Ondanks dat zijn huid grotendeels wit geworden is, kan je nog steeds de donkere plekken zien. Stel je voor hoe ingrijpend dit is, dit is hoe de mensen die aan de “Bijbelse”melaatsheid leden er ongeveer uit zagen. Deze afbeelding is afkomstig van een artikel de internetlinks pagina op deze site. De naam van het artikel is "Liver Pill turns black man white". Hier is een opmerkelijke quote uit het artikel: " In het geboorteland van de heer M.Kahsay, wordt hij gemeden als melaatse, aangezien de witte kleur als een teken van de ziekte wordt beschouwd.". Hij wordt beschouwd als een lepralijder of een persoon met melaatsheid in zijn geboorteland Eritrea, omdat zijn huid wit is geworden.
In Handelingen 21:37-38 verklaart dat Paulus (Shaul in het Hebreeuws) de apostel een kazerne werd binnengedragen door een gezaghebber. En Paulus sprak de gezaghebber aan in het Grieks. De gezaghebber was verbaasd dat Paulus Grieks kon spreken en in vers 38 vroeg hij aan Paulus "of hij dan niet de EGYPTENAAR was?" Paulus antwoordde (in vers 39) "dat hij deel uitmaakt van de (Hebreeuwse) Israëlieten." 37 En toen Paulus de kazerne zou worden binnengedragen, zeide hij tot de overste: Mag ik u iets zeggen? En hij zeide: Kent gij dan Grieks? 38 Zijt gij dan niet de Egyptenaar, die dezer dagen oproer maakte en de vierduizend bandieten deed uittrekken naar de woestijn? 39 Maar Paulus zeide: ik ben een jood (Hebreeër) uit Tarsus, burger van een welbekende stad in Cicillië; ik vraag u verlof om tot het volk te mogen spreken. Doordat de gezaghebber Paulus (de Hebreeër) verwarde met een zwarte Egyptenaar, moet Paulus wel op een Egyptenaar geleken hebben. De geschriften vertellen ons ook dat de Israëlieten op hun leken. Paulus moest de gezaghebber mededelen dat hij een Israëliet was. We zien nogmaals vanuit de geschriften dat het moeilijk was om een Hebreeër van een Egyptenaar te onderscheiden.
Zijt gij dan niet de Egyptenaar?
20 maart 2015
Versie 0.3
P a g e | 30
Paulus werd aangezien voor iemand die hierop leek. <-----------------------
In het boek van Matteüs 2:13 vertelde een engel van Yah, Jozef in een droom om op te staan en zijn kind Yahshuah, en zijn moeder Maria (Miriam) mee te nemen en te VLUCHTEN NAAR EGYPTE. Hem was verteld daar te blijven, totdat hij anders hoorde, omdat Herodes het kind zocht om het om te brengen. 13 Toen zij weggetrokken waren, zie een engel de Heren verschijnt Jozef in de droom en zegt: Sta op, neem het kind en zijn moeder en vlucht naar Egypte, en blijf aldaar, totdat ik het u zeg; want Herodes zal alles in het werk stellen om het kind om te brengen. 14 Hij stond op en hij nam in de nacht het kind en zijn moeder, en week uit naar Egypte: Jozef, Maria en Yahshua werd gezegd te vluchten naar Egypte, maar niet voor millitaire bescherming. Dit was, omdat Egypte gedurende deze tijd een Romeinse provincie was onder controle van de Romeinen. Ze vluchtten naar Egypte, omdat Egypte op dat moment nog een land met "zwarte" inwoners was, het grootste gedeelte van de bevolking waren zwarte Egyptenaren. Jozef, Maria en Yahshuah zouden in Egypte lijken op iedere andere familie en daardoor niet opvallen. Bedenk dat ze Egypte in zijn gevlucht om zich te verstoppen voor Herodus die Yahshuah probeerde om te brengen. Als Yahshuah en de rest van zouden lijken op deze de "Christus van de het heel moeilijk voor ze verbergen en onopgemerkt
de Hebreeërs afbeeldingen van Christenen", zou worden om zich te te blijven in Egypte. (tussen de zwarte Egyptenaren) Opmerking: Van het bovenstaande feit over Yahshuah die verborgen zat in Egypte, werd van getuigd door een Bijbelse geleerde (Dr. Mark Goodrace) in een door de BBC geproduceerd programma in 2001. Het programma heette 'THE COMPLETE JESUS'. Dr. Mark Goodrace (afgebeeld) zegt dat het moeilijk zou zijn voor
20 maart 2015
Versie 0.3
P a g e | 31
Yahshuah om zich te verbergen tussen de Egyptenaren, als hij niet op de Egyptenaren leek. Hij probeerde het punt te maken dat Yahshuah geen man met een witte huidskleur kon zijn. Hij erkende in het programma dat Yahshuah een donkere / donkergekleurde man was. DIT IS ZIJN EXACTE QUOTE UIT HET PROGRAMMA GENAAMD THE COMPLETE JESUS “Het is zeer onwaarschijnlijk dat Jesus zich zou kunnen VERBERGEN in Egypte als hij een afwijkende huidskleur had dan van de bevolking van Egypte.” Hij vermeldde ook dat de Israëlieten van de eerste tot de derde eeuw hun haar in Afro’s droegen en korte zwarte baarden. Dit is alleen de top van de ijsberg, de waarheid komt uiteindelijk boven water. Nu weer terug naar onze les. Herodes werd door de Romeinen op de troon van de Israëlieten geplaatst. Egypte viel onder de Romeinse heerschappij. De enige taak van Herodes was om bij de Romeinse ambtenaren te informeren naar pasgeboren Hebreeuwse jongens. Aangezien de Hebreeërs en de Egyptenaren erg op elkaar leken, moet het moeilijk zijn geweest zijn om een "zwart" Hebreeuws gezin tussen het volk van de Egyptenaren uit de oudheid te onderscheiden.
Zoals werd vermeld, waren de oude Egyptenaren de nakomelingen van Noah's zoon, Khawm, (Cham in het Nederlands) Khawm betekent zwart, heet en gebrand. De oude Egyptenaren noemden hun land en zichzelf Khemet, wat in hun taal "LAND VAN ZWARTEN." betekent. Het woord Khemet is niets anders dan een variatie op het woord Khawm in de taal van Oud Egypte. In Psalmen 78:51 wordt Egypte ook "De tent van Cham (Khawm)." genoemd. "...HIJ SLOEG ALLE EERSTGEBORENEN IN EGYPTE, ; DE EERSTELINGEN VAN HUN KRACHT IN DE TENTEN VAN CHAM (Khawm)." Psalmen 105:23 & 27 -- 23 "TOEN ISRAËL NAAR EGYPTE GEKOMEN WAS, EN JAKOB ALS VREEMDELING; VERTOEFDE IN HET LAND VAN CHAM (Khawm)."
20 maart 2015
Versie 0.3
P a g e | 32
Verse 27 "ZIJ DEDEN ONDER HEN ZIJN AANGEKONDIGDE TEKENEN EN WONDEREN IN HET LAND VAN CHAM(Khawm)." In de geschriften wordt Egypte ook het land van Cham (Khawm) genoemd, en één van de betekenissen van Khawm is “zwart”. De geschriften noemen Egypte "het land van de zwarten" wat de betekenis is van Khemet. Egypte wordt het land van Cham genoemd, omdat de Egyptenaren afstammelingen waren van Noach’s zoon Cham. Dit is waarschijnlijk de reden, waarom zij zichzelf Khemet noemden. De geschriften ondersteunen het feit dat de Egyptenaren zwarte mensen waren.
De twee afbeeldingen hierboven zijn Farao Mentuhotep II (op de linkerafbeelding) en zijn dochter Prinses Aushead. De afbeelding van Aushead is afkomstig uit haar vaders graftombe, het Standbeeld van Farao Mentuhotep II werd daar ook gevonden. Zo zagen de Egyptenaren er in de Oudheid uit.
In het boek van Amos hoofdstuk 9 zien we dat de Israëlieten vergeleken worden met Ham’s eerste zoon Kus (Ethiopiërs). Vers 7 zegt "ZIJT GIJ VOOR MIJ NIET GELIJK AAN DE KINDEREN DER ETHIOPIËRS, O KINDEREN ISRAËLS?"... In dit vers worden de Ethiopiërs gelijkgesteld aan de Israëlieten door de Allerhoogste. Van de Ethiopiërs is het bekend dat zij zwarte mensen zijn, en de Allerhoogste noemt de Israëlieten zijn kinderen. Zou het dan niet onlogisch zijn als witte mensen, KINDEREN VAN DE ETHIOPIËRS worden genoemd? Het grootste deel van de Joden zoals we die vandaag kennen zijn wit van kleur. Als de Israëlieten uit de oudheid een witgekleurd volk waren, zou het dan niet logischer zijn om ze te vergelijken met een andere witgekleurde natie. Dit vers zegt niet, "ZIJT GIJ VOOR MIJ NIET GELIJK AAN DE KINDEREN DER ROMEINEN/ GRIEKEN/ ANDERE VOLKEREN, O KINDEREN ISRAËLS?" De Israëlieten worden hier duidelijk vergeleken met een zwart volk. Er is hier een eenvoudige reden voor, en dat is dat de Israëlieten een zwart volk waren en dat de meerderheid dat nog steeds is. Dit vers valt ook samen met Handelingen 8:26-36. Toen de engel van Yah tegen de apostel Filippus sprak en zei dat hij op moest staan en in zuidelijke richting moest vertrekken.
20 maart 2015
Versie 0.3
P a g e | 33
"Sta op en ga tegen de middag de weg op, die van Jeruzalem afdaalt naar Gaza.(zuiden)" Vers 27: "...En hij stond op en ging. En zie een Ethiopiër, een kamerling, een rijksgenote van Kandake, de koningin der Ethiopiërs, haar opperschatbewaarder, was naar Jeruzalem gegaan om daar te AANBIDDEN." In vers 29 zegt de geest tegen Filippus OM ZICH TE VOEGEN BIJ DE WAGEN VAN DEZE ETHIOPIËR. Vers 30 vertelt ons dat Filippus hem de GESCHRIFTEN hoorde lezen (Hebreeuwse geschriften) over Yahshuah, (Onterecht ook Jezus genoemd) die hij niet begreep. In de verzen 34-36, legt Filippus de betekenis van het geschrift uit en predikte hem Yahshuah, En in vers 38, doopt Filippus hem. Laten we deze verzen nader bekijken. Ten eerste kwam deze "Ethiopiër " naar Jeruzalem om te aanbidden.. Alleen in die dagen kwamen de Hebreeërs naar Jeruzalem om te aanbidden, omdat dit de plek was waar de tempel van Yah stond. Dit maakte Jeruzalem de spirituele thuisbasis van alle Hebreeërs. (2 Kronieken 6:6 & 7:16) De Hebreeërs bleven naar Jeruzalem komen om te aanbidden, tot de tijd van de Romeinse verwoesting in het jaar 70. Veel Hebreeërs waren zelfs nog aan het aanbidden in de tempel toen de Romeinen de muren van Jeruzalem afbraken om het in bezit te nemen. Ten tweede had deze Ethiopiër Hebreeuwse geschriften in zijn bezit. In die tijd werden de geschriften nog als heilig beschouwd, en was in het bezit van de Hebreeërs. Niet iedereen had zomaar toegang tot de geschriften, zoals we dat tegenwoordig hebben. De Hebreeërs waren hoofdzakelijk de bezitters van de geschriften in die dagen. Ten derde werd de Ethiopiër gedoopt door Filippus. Al deze feiten bewijzen dat deze Ethiopiër een Hebreeër was, aangaande wat Petrus zegt in Handelingen 10:28. "weet, hoe het een Jood (Hebreeër) verboden is zich TE VOEGEN BIJ OF TE GAAN TOT EEN NIET-JOOD." Als de Hebreeërs dachten dat het verboden was om zich te voegen bij iemand van een ander volk, waarom zou Filippus zich dan toch voegen bij deze Ethiopiër als hij inderdaad van een ander volk was? Filippus ging niet eens in discussie met de geest, toen hem verteld werd zich te voegen bij de Ethiopiër om hem te onderwijzen. De reden hiervoor is: De Ethiopiër was een Hebreeër die in Ethiopië leefde. Wat hem een Ethiopische Hebreeër maakte.
20 maart 2015
Versie 0.3
P a g e | 34
Zoals eerder beweerd, is het een bekend feit dat de Ethiopiërs een zwart volk zijn. De naam Ethiopiër komt van het Griekse woord Aethiops dat gebrand gezicht betekent. Dit was een benaming die de Oude Grieken gaven aan de mensen die zuidelijk van Egypte woonden. Omdat zij dichter bij de evenaar leefden dan de Egyptenaren was hun huidskleur iets donkerder dan dat van de Egyptenaren. Deze Hebreeër werd geen Ethiopiër genoemd, omdat hij in Ethiopië woonde, maar omdat hij ook leek op een zwarte Ethiopiër. Tot op de dag van vandaag, zijn er veel donkergekleurde Hebreeërs die leven in Ethiopië of er in het verleden hebben geleefd. Tegenwoordig staan ze ook wel bekend als de "Falasha" of Beta Yisrael. Tot nu toe hebben we gezien dat de Israëlieten in de geschriften qua uiterlijk met geen enkele witgekleurd volk worden vergeleken. Dit is belangrijk om te weten, omdat veel van de mensen die tegenwoordig Joden worden genoemd, witgekleurd zijn en afkomstig zijn uit Europa. Deze witgekleurde Joden vormen de meerderheid van de Joden in Israël en in de wereld. Dit is geen racistische of "anti-semitische" opmerking. Dit is slechts de waarheid volgens de geschriften.
Beta Yisrael - Het huis van Israël De stam van Dan
20 maart 2015
Versie 0.3
P a g e | 35
Hierboven staan afbeeldingen van de Falasha (Ethiopische Hebreeërs) die in Ethiopië leefden. Falasha betekent "immigrant", “, in de taal van de inheemse inwoners (Agau) van Ethiopië. Het betekent ook "vreemdeling " in het Aramees. Deze naam wordt beschouwd als een racistisch scheldwoord door de Ethiopische Hebreeërs. Zij noemen zichzelf Bèta Yisrael wat Huis van Ysrayl of Israël betekent, en tot voor kort hebben zij als gemeenschap in Ethiopië geleefd. In feite leefden zij in de afgelopen 3.000 jaar daar. Dit is waarschijnlijk waar die Hebreeuwse Ethiopiër die Philip onderwees vandaan kwam. Bèta Ysrayl zegt ook dat zij behoren tot de stam van Dan. U kunt meer over Bèta Ysrayl lezen op de "HEBREEUWISME VAN AFRIKA pagina". Voor meer aanwijzigen over de huidskleur van de Israëlieten uit de oudheid kunnen we Handelingen 13:1 nalezen. "Nu waren er te Antiochië, in de gemeente aldaar, profeten en leraars, namelijk: Barnabas, Simeon, genaamd Niger, Lucius van Cyrene, Manaën, de zoogbroeder van Herodes, de viervorst en Saulus.(Paulus)". Het woord Niger is een Latijns woord dat ZWARTE betekent, en Cyrene is een stad in Libië, dat in Noord-Afrika ligt. Historici en de geleerden zijn het erover eens dat de stad van Cyrene een zwart gebied was. Het was in "bijbelse" tijden dus een stad dat bevolkt werd door “zwarte” mensen. Cyrene is ook de plaats waar Simeon, de man die Yahshuah hielp het kruis te dragen vandaan van (Mat. 27:32, Mark. 15:21 en Lucas 23:26). Velen erkennen dat Simon (de kruisdrager) een "zwarte" man was. Deze man die Niger genoemd werd, werd niet zo genoemd, omdat hij daar de enige zwarte was. Hij werd zwart genoemd omdat zijn huidskleur waarschijnlijk donkerder was dan van de rest van de profeten en leraren. Dit is ook zo in de "Zwarte" gemeenschap. Iemand met een donkerdere huidskleur dan de rest, krijgt vaak een bijnaam die naar zijn donkerdere huidskleur verwijst. Als iemand bijvoorbeeld Mike heet, zouden we hem zwarte Mike kunnen noemen, al zijn we allemaal donker van kleur. Hij krijgt zo een goedbedoelde bijnaam binnen de groep of gemeenschap die hem het beste omschrijft. Dit is de reden, waarom Simeon, Niger of zwarte werd genoemd. De geschriften bevestigen in handelingen 13:1 dat zwarte mensen profeten en leraren waren in de gemeente van Antiochië. Maar, we moeten wel bedenken dat de Hebreeërs in deze periode niet omgingen met andere mensen buiten hun volk, maar alleen met de Israëlieten die zijn verstrooid. Dit staat geschreven in Handelingen 11:19. "Zij dan, die verstrooid werden door de verdrukking, welke in verband met Stefanus plaats vond, trokken verder tot Fenicië, Cyprus en Antiochië toe, ZONDER TOT IEMAND HET WOORD TE SPREKEN DAN ALLEEN TOT DE JODEN.(HEBREEËRS)". Dit was nog voordat de geestelijke onderwijzing van de apostelen aan de andere volkeren was begonnen. Wat zouden de "zwarte" mannen daar te zoeken hebben als de Hebreeërs een wit volk zouden zijn? Het ligt voor de hand dat zij Hebreeërs waren, net als Paulus die ook met hen daar in de gemeente te Antiochië aanwezig was. Herinner jezelf nog toen
20 maart 2015
Versie 0.3
P a g e | 36
Paulus werd aangezien voor een "zwarte" Egyptenaar. Niger en Lucius waren profeten en leraren, en zoals de geschriften ons laten zien, waren al de profeten en leraren Hebreeërs. Nu zal ik verwijzen naar een aantal geschiedkundige bronnen die in overeenstemming zijn met de geschriften over het uiterlijk van de Hebreeërs. Een Romeinse historicus genaamd Tacitus die in het jaar 90 leefde zei "velen beweren dat de Hebreeërs een RAS VAN ETHIOPISCHE OORSPRONG zijn." De Hebreeërs worden hier nogmaals vergeleken met één van Cham’s zwartgekleurde afstammelingen. De historicus en geleerde, J.A. Rogers becommentarieerde, "Dat de Romeinen aannamen dat ze Ethiopiërs waren, is een duidelijke indicatie van hun huidskleur, omdat het bekend is dat de Ethiopiërs een donkergekleurd volk zijn.". Tacticus heeft de Hebreeërs ook omschreven als Egyptenaren, die Egypte verlieten na een ziekte-uitbraak.. Je kan het volledige commentaar van Tacticus lezen op de Cornelius Tacticus pagina op deze website. De Romeinse keizer Justinianus de Grote, die heerste van 527 – 564, heeft 500 jaar na de tijd van Yahshuah, een munt gegraveerd met de afbeelding van Yahshuah erop met wollig/kroezend haar en "ZWARTE" gelaatstrekken. Aan de andere kant van de munt is er een afbeelding te zien van Justinianus met steil haar. De Cambridge Encyclopedie heeft een specifieke vermelding over de afbeelding op de munt.. "Wat het feit ook is, deze munt met de afbeelding van Justinianus met steil haar aan de keerzijde, betekent zonder twijfel dat "Jesus" een zwarte man was." Dit is een afbeelding van die munt. ------------------------------------> Laten we nu naar de geschriften terugkeren op zoek naar meer informatie dat bewijst dat de Hebreeërs een zwart volk waren. In Klaagliederen 5:10 staat: "ONZE HUID IS ZWART GEWORDEN GELIJK EEN OVEN, VANWEGE DES GEWELDIGEN BRAND DES HONGERS." Toen de Joden tijdens de tweede wereldoorlog in de concentratiekampen zaten, leden en stierven veel mensen door hongersnood. Filmmateriaal van deze situatie in de kampen toont dat hun huid spierwit was, omdat zij ook een wit volk zijn. Maar afbeeldingen van stervende mensen in Afrika, tonen dat de huid van de mensen die aan hongernood lijden veel donkerder kleurt dan hun originele huidskleur was. Wanneer zwarte of bruine mensen een lange periode niet eten of ernstig ziek worden, worden zij donkerder. Wanneer een wit persoon of lichtgekleurd persoon ziek wordt of niet
20 maart 2015
Versie 0.3
P a g e | 37
eet, verbleken zij. In dit vers van Klaagliederen omschreef de profeet Jeremia een 'zwart' volk. JODEN IN HONGERSNOOD TIJDENS DE 2E WERELDOORLOG
ZOALS JE KAN ZIEN IS HUN HUID NIET ZO “ZWART”ALS EEN OVEN, MAAR JUIST BLEEK. ISRAËLITISCHE HAARDRACHTEN Op verschillende plaatsen in de geschriften wordt vermeld dat de Israëlieten hun haar droegen in lokken. Lokken die ook door sommigen dread locks genoemd, ontstaan wanneer het haar hecht en verder groeit. De Rastafari’s onder Jamaicanen dragen hun haar ook in lange lokken. Numeri 6:5 Al de dagen der gelofte van zijn Nazireerschap zal het scheermes over zijn hoofd niet gaan; totdat die dagen vervuld zullen zijn, die hij zich den HEERE zal afgezonderd hebben, zal hij heilig zijn, latende de LOKKEN van het haar zijns hoofds groeien.
20 maart 2015
Versie 0.3
P a g e | 38
Richtern 16:13 Delila zeide tot Simson: Tot nu toe hebt gij mij bedrogen en mij leugens verteld. Zeg mij, waarmee gij gebonden kunt worden. Toen zeide hij tot haar: Als gij zeven HAARVLECHTEN van mijn hoofd met de schering van een weefgetouw samenweeft. 19 Daarmee liet zij hem op zijn knieën inslapen, riep iemand en liet de zeven vlechten(LOKKEN) van zijn hoofd afscheren. Zo begon ze hem in bedwang te krijgen, want zijn kracht week van hem. Ons kroeshaar is in zijn natuurlijke staat als het wol van een lam. Als een "zwart" persoon zijn haar niet knipt of vlecht, zal het uiteindelijk samenbinden (locken) (Daarom worden het"LOCKS" genoemd). Wanneer ons haar natuurlijk lockt, vormt het grote lokken over het gehele hoofd. Dikwijls zul je uiteindelijk maar zeven of acht lokken hebben, net zoals Simson had. Simson heeft zijn haar nooit geknipt, hij liet het "onaangeroerd" groeien en het groeide in lokken, net zoals de Jamaicanen met hun haar doen. Als Simson de Israëliet een wit persoon was met "een Europese haartextuur" dan zou zijn haar gewoon lang groeien, maar niet samenbinden. De geschriften geven aan dat hij zeven lokken had, het is heel zeldzaam dat een wit persoon op natuurlijke wijze locks krijgt. De geschriften laten ons zien dan Samson de Israëliet een "zwarte" man was. DE WAARHEID VERSUS DE LEUGEN
20 maart 2015
Versie 0.3
P a g e | 39
De geschriften vertellen dat Simson zeven lokken Deze afbeelding is één van de op zijn hoofd had. leugens uit Hollywood. Het is afkomstig van een film genaamd Simson zou op de afbeelding hierboven geleken SAMSON kunnen hebben. Deze Jamaicaanse Israëliet heeft Velen geloven dat deze man een goed natuurlijke lokken, zoals je kan zien heeft hij lijkende weergave van Simson. ongeveer zeven tot negen lokken. Hij heeft een Volgens de waarheid kan dit niet zo lange baard dat precies hetzelfde als dat van zijn. Als je naar zijn haar kijkt kunnen Simson geweest moet zijn. Deze broeder heeft zijn baard en zijn zeven lokken niet een goede lichamelijke conditie, net als Simson teruggevonden worden. Simson zou zou hebben. Volgens wat er in de geschriften geen scheermes over zijn hoofd halen, staat, is de afbeelding van deze Jamaicaan een met inbegrip van zijn gezicht. goed lijkende weergave van de Hebreeuwse Israëliet Simson.
Hooglied / van Salomo
20 maart 2015
Versie 0.3
P a g e | 40
5:2 Ik sliep, maar mijn hart was wakker. Hoor, mijn geliefde klopt aan. ,,Doe mij open, mijn zuster, mijn liefste, mijn duive, mijn volmaakte, want mijn hoofd is vol dauw, want mijn LOKKEN zijn vol druppels van de nacht. 11 Zijn hoofd is fijn goud, gelouterd goud, zijn LOKKEN zijn golvend, ravezwart. Al de bovenstaande informatie ondersteunt het feit dat de Israëlieten uit de oudheid een zwart volk waren. Nu maken we nog één stapje om te bewijzen dat zij inderdaad een zwart volk waren vanaf het begin van hun geschiedenis, beginnend met Abraham. Abraham is de vader van het Herbreeuws Israëlitische volk. Hij was de eerste die Hebreeër genoemd werd. (Genesis 14:13). Hij kwam uit Ur van de Chaldeeën,(Genesis 11:31) wat in het tegenwoordige Irak ligt. Godfrey Higgins, een betrouwbare Engelse antiquair zegt "dat de Chaldeeën van origine zwarten waren". Professor Rudolph Windsor is het hiermee totaal eens, wat hij zegt in zijn noemenswaardig boek, FROM BABYLON TO TIMBUKTU. Hij schrijft, "Chaldeeën en de mensen uit die regio waren gitzwart van kleur" De grondslag van het woord Ur dat ORR is, betekent vuuroven. De gemiddelde temperatuur in die regio is 50 graden Celsius. Dit is de regio waar de Oud Sumerische beschaving begon. De Sumerieërs noemen zichzelf "Saggig", dat "zwarthoofdigen" betekent, omdat zij hun hoofden kaalschoren. De Chaldeën waren hun verwanten (neven). Abraham’s vader Terah, was een verwant van Nimrod. Hij was een handelaar die afgodsbeelden in de stad van Ur verkocht. Het is een algemeen bekend feit dat Nimrod de zoon van Kus was. Kus is de voorouder van de Nubiërs/ de Ethiopiërs, en zij zijn een zwart volk. Dit betekent dus dat Nimrod ook zwart moest zijn. Abraham kwam uit dit deel van de wereld, dat in zijn dagen volop bevolkt werd door zwarte mensen. Dit is niet verassend, omdat in die regio de gemiddelde temperatuur 48 graden Celsius was. Dit betekent dat de mensen in dat deel van de wereld grote hoeveelheden melanine in hun huid hadden, waardoor zij erg donker van kleur waren.
Dr. Charles S. Finch III, M.D. zegt in zijn boek Echoes of the Old Darkland, op de pagina’s 5 & 32, "We kennen het lot van de albino’s in heel Afrika dat hun onbeschermde huid (liche huid) onderhevig is aan grote, misvormende kankers die hun snel fataal worden. "Melanine", de substantie die de huid zijn bruine of zwarte kleur geeft, door uiltraviolette straling te absorberen en de geproduceerde ionen te verspreiden, beschermt de huid tegen kanker". Dus als Abraham uit dit deel van de wereld kwam, moet hij een zeer donkere huidskleur hebben gehad.
20 maart 2015
Versie 0.3
P a g e | 41
Noot: Ik heb recentelijk een onthulling van het bovenstaande meegekregen. Ik heb een 24 jaar oude kennis in het Amerikaans leger zitten. Hij heeft recentelijk nog gevochten in de oorlog tegen Irak, en was vlakbij de locatie waar Abraham vandaan moest zijn gekomen. Ik heb hem gesproken toen hij terugkeerde van zijn missie en hij vertelde me hoe het land eruit zag. Het eerste waar hij het over had was de hitte, hij zegt dat het gemiddeld 50 graden Celsius daar is. Hij zei ook dat sommigen van de soldaten zo ernstig verbrand waren, dat ze nauwelijks konden lopen. Hij vertelde ook dat ze soms een speciale uitrusting droegen. Wat mij verstomd deed staan, was toen hij zei "DE INWONERS VAN DAT GEDEELTE VAN HET LAND WAREN ZO ZWART DAT ZE OP ONS (O.A. AFRO-AMERIKANEN) LEKEN.". Hij vertelde verder dat hij "DACHT DAT ZE DAT OOK WAREN (Afro Amerikanen)." De mensen van de Iraakse stad Basra zijn zwart en lijken op o.a. "Afro-Amerikanen.". SEM’S ANDERE ZWARTE ZONEN UIT DE REGIO VAN UR. Hieronder staan afbeeldingen van EELAMITISCHE SOLDATEN, GENOMEN IN EEN TEMPEL IN BABYLON. ELAM LAG IN DEZELFDE REGIO ALS UR. DEZE ELAMIETEN ZIJN OOK AFSTAMMELINGEN VAN SEM, ZOALS JE ZIET WAREN OOK ZIJ ZWART. GENESIS 10:22 De zonen van Sem waren Elam, and Assur, Arpaksad, Lud, en Aram.
Het is noodzakelijk dat we de Israëlieten en hun uiterlijk volledig identificeren, omdat er al zo veel is geschreven over dit volk, en dat er eigenlijk zo weinig over ze bekend is. Ik heb zojuist een bepaald onderwerp belicht over de Israëlieten uit de Bijbel. En dat is dat zij EEN ZWART VOLK WAREN, maar dit feit alleen identificeert niet volledig wie de werkelijke kinderen van Israël zijn. Er zijn miljoenen zwarte mensen, en vele "zwarte" natie’s waarvan de Hebreeërs slechts één van al de zwartgekleurde volken zijn. (Noot: Wanneer ik gebruik maak van de term zwarte mensen refereer ik naar diegenen die bekend staan als "Afrikanen" en "zwarte" mensen wiens huid de meeste pigmentatie van het
20 maart 2015
Versie 0.3
P a g e | 42
menselijk ras hebben. Hun huidskleur varieert van lichtbruin tot aan de donkerste kleur bruin met inbegrip van enkelen die bekend staan als Indiërs.). Sommige mensen zullen beargumenteren dat "als de originele Hebreeërs "zwart" van kleur waren, ze dat niet zijn gebleven, omdat de Hebreeërs gemixt zijn met veel verschillende volken". Dat is ook waar, de Hebreeërs hebben met anderen gemixt vanwege de vele gevangenschappen die ze hebben ondergaan. Maar dat veranderde de raciale eigenschappen van de Israëlieten niet. Omdat de Hebreeërs een zwart volk waren hebben hun genen de dominante eigenschappen overgedragen. Zwart haar + donkgerkleurde ogen + donkere huid = Dominante eigenschappen Licht haar + lichtgekleurde ogen + lichte huid = Recessieve eigenschappen Het recessieve kan voortkomen uit het dominante, maar het dominante kan niet voortkomen uit het recessieve. Anders gezegd een wit persoon kan uit een donker persoon voortkomen, maar een donker persoon kan niet voortkomen uit een wit persoon. Dit is een wetenschappelijk feit, dus als de Hebreeërs mixen met mensen met een lichtere huid, zouden de nakomelingen een iets lichtere huid hebben dan de Hebreeuwse ouder. Als ze gemixt hebben met mensen met dezelfde huidskleur of een donkerdere huidskleur, zouden hun nakomelingen dus blijven lijken op Hebreeuwse Israëlieten. Dit is de reden waarom de Egyptenaren het bevel uitstuurden om alle hebreeuwse jongens bij geboorte te laten doden waarbij de meisjes mochten blijven leven. Omdat wanneer de Egyptische mannen de Hebreeuwse vrouwen zwanger maakten, waren hun nakomelingen nog steeds donker van kleur en bezaten nog steeds de fysieke karakteristieken van de Egyptenaren. Zoals eerder vermeld, waren er geen fysieke verschillen tussen de Hebreeërs en de Egyptenaren. De nazaten van de slaven hebben 400 jaar lang gemixt met verschillende rassen o.a. in de landen waar zij te werk gesteld werden. Wij staan nog steeds bekend als zwarte mensen. We hebben gemixt met verschillende Europese, Indiaanse en Spaanse raciale groepen en ons ras is hierbij onveranderd gebleven. Een van de redenen hiervoor is dat onze genen de dominante eigenschappen dragen. Als je kijkt naar de kinderen van gemixte ouders, waarvan de één wit is en de ander zwart. Het kind dat hieruit voortkomt, heeft vaak veel uiterlijk eigenschappen van de zwarte ouder dan van de witte ouder. De haarstructuur , huidskleur en andere gezichtskenmerken van de kinderen, zullen meer lijken op dat van de "Zwarte" ouder. Soms is het zelfs onmogelijk om te zien of een persoon een mix is tussen zwart en wit, omdat het kind dan eruitziet alsof het uit twee zwarte ouders voortkomt. Een goed voorbeeld is de bekende golfer, TIGER WOODS. Hij is een mix tussen een zwart persoon en een Aziatische(Thais) persoon. De actrice HALLE BERRY, komt ook uit een zwart en een wit persoon. Desondanks lijken ze niet anders dan andere "zwarte" personen die je op straat zou zien lopen. En zo was het ook met de Israëlieten van toen.
20 maart 2015
Versie 0.3
P a g e | 43
Noot: De Israëlieten mixten niet TE VEEL vanwege hun geestelijke overtuiging, waarvan wordt gesproken in het verhaal van Mozes in Numeri 12 en ook over Petrus in Handelingen 10. Zoals eerder vermeld, wordt er zelfs in het nieuwe testament bewezen dat de Israëlieten een zwart volk waren. Het nieuwe testament is verschenen na de verschillende gevangenschappen die de Israëlieten hebben ondergaan en vóór hun laatste grote gevangenschap. De geschriften laten in het nieuwe én oude testament zonder twijfel zien dat de Israëlieten een zwart volk waren. Maar nogmaals, het feit dat de Israëlieten een "zwart" volk waren, indentificeert het nog steeds niet wie het vandaag de dag zijn. Hiervoor moeten wij terugkeren naar de geschriften voor meer informatie.
Een ander hoofdstuk
Gelukkig is er in de loop der eeuwen een heel “roddel circuit” opgebouwd waarin over alles wat los en vast zit word gespeculeerd, inclusief de meest interessante (en onzinnige) zaken.. Daarom een overzicht van wat verschillende bronnen als de naam van “Mevrouw Noach” opgeven : Volgens het apocriefe boek “Jubileeën” hete :
20 maart 2015
Versie 0.3
P a g e | 44
Noach’s vrouw Emzara Japheth’s vrouw Adataneses Sem en zijn vrouw Sedeqetelebab Ham en zijn vrouw Ne'elatama'uk or Na'eltama'uk Dan is er nog een Midrasj (Joods commentaar op de Thora), de “Genesis Rabah 23:4” die zegt dat Noach’s vrouw Naamah hete. Dan is er ook nog een Arabisch geschrift, de Kitab al-Magall (in goed Nederlands, het boek der rollen) die stelt dat Noach’s vrouw Haikal hete en dat zij de dochter was van Mashamos, zoon van Enoch En dat Sem’s vrouw Leah hete, de dochter van Nasih "...hij bouwde een stad voor zichzelf en noemde die naar de naam van zijn vrouw Ne'elatama'uk..." (Jubileeën 7:13-16).
De Saksen waren een Germaans volk uit het Noorden van Europa, een regio van het huidige Duitsland en het oostelijk deel van het huidige Nederland. Vanaf de 5e eeuw stak een deel van de Saksen de Noordzee over en viel Brittannië binnen, samen met de Angelen, Friezen en de Juten. Ze vestigden zich vooral in het zuiden van Engeland, waar de namen van graafschappen als Essex, Middlesex, Sussex en Wessex nog altijd aan herinneren. In het Iers duidt Sasana (of Sacsana) op heel Engeland. De achtergebleven Saksen in Duitsland hielden nog lang vast aan hun oorspronkelijke religie, maar werden door de Franken onder leiding van Karel de Grote tijdens de Saksenoorlogen met geweld bekeerd tot het christendom en ingelijfd bij het Frankische Rijk. Een belangrijk leider van de Saksen was in die tijd Widukind. In de Middeleeuwen was het Stamhertogdom Saksen een belangrijk onderdeel van het Heilige Roomse Rijk. In het huidige Duitsland verwijzen nog altijd de namen van deelstaten Nedersaksen, Saksen-Anhalt en Saksen naar de Saksen.
In Genesis 11 lezen we 1 De gehele aarde nu was één van taal en één van spraak. 2 Toen zij oostwaarts trokken, vonden zij een vlakte in het land Sinear, waar zij zich vestigden. 3 En zij zeiden tot elkander: Welaan, laten wij tichelen maken en die goed bakken. En de tichel diende hun tot steen en het asfalt diende hun tot leem. 4 Ook zeiden zij: Welaan, laten wij ons een stad bouwen met een toren, waarvan de top tot de hemel reikt, en laten wij ons een naam maken, opdat wij niet over de gehele aarde verstrooid worden. 5 Toen daalde de HERE neder om de stad en de toren, die de mensenkinderen bouwden, te
20 maart 2015
Versie 0.3
P a g e | 45
bezien, 6 en de HERE zeide: Zie, het is één volk en zij allen hebben één taal. Dit is het begin van hun streven; nu zal niets van wat zij denken te doen voor hen onuitvoerbaar zijn. 7 Welaan, laat Ons nederdalen en daar hun taal verwarren, zodat zij elkanders taal niet verstaan. 8 Zo verstrooide de HERE hen vandaar over de gehele aarde, en zij staakten de bouw van de stad. 9 Daarom noemt men haar Babel, omdat de HERE daar de taal der gehele aarde verward heeft en de HERE hen vandaar over de gehele aarde verstrooid heeft.
Filename: 1-3 De zonen van God en Noachs nageslacht Directory: D:\themas\thema-het-plan-van-de-vijand2-0 Template: C:\Users\pjb\AppData\Roaming\Microsoft\Templates\Normal.dotm Title: Subject: Author: pjb Keywords: Comments: Creation Date: 26-4-2014 15:00:00 Change Number: 45 Last Saved On: 27-11-2014 19:14:00 Last Saved By: pjb Total Editing Time: 226 Minutes Last Printed On: 20-3-2015 15:14:00 As of Last Complete Printing Number of Pages: 45 Number of Words: 15.605 (approx.) Number of Characters: 85.831 (approx.)