De herfst komt er alweer aan… De scholen zijn weer begonnen in het hele land, de dagen worden alweer korter. Maar in de herfst zijn er nog vaak prachtige zonnige dagen waarop je er heerlijk op uit kunt met de kinderen. Maar zelfs als het regent kun je met de kinderen leuke activiteiten doen. Bijvoorbeeld door te werken met een thema. Regen kan bijvoorbeeld zo’n thema zijn waaraan je allerlei verschillende activiteiten kunt koppelen, zoals: een beweegactiviteit, knutselactiviteit, boekjes en liedjes over regen, enz.
Werken met het thema Regen
Water heeft altijd een grote aantrekkingskracht op kinderen. Het is daarom leuk om in de herfst of het najaar verschillende activiteiten te doen rond het thema regen. De activiteiten die hier staan zijn ideeën. Natuurlijk kun je zelf nog veel meer bedenken en toevoegen. Bedenk daarbij dat kinderen veel minder ‘last hebben’ van slecht weer dan volwassenen. Een regenbuitje vinden ze interessant. En als kinderen laarsjes en een regenjas aan hebben, kun je ook buiten hele leuke dingen doen…, zoals: - Lekker stampen in de plassen, over plassen heen springen, er tussendoor slalommen. Geef de kinderen daarbij verschillende beweegopdrachten. - Onder de paraplu staan en luisteren naar de regen, verschillende paraplu’s uitdelen (groot en klein) waar passen de meeste kinderen onder? - Kijken naar de regendruppels op de ramen, welke druppel gaat het snelst? - Wat doet regen met zand. Hoe voelt droog zand en hoe voelt nat zand? Waar kun je beter taartjes mee bakken? - Bruggen bouwen over het water, dijkjes en dammen aanleggen. - Water meenemen naar een andere plek met verschillende materialen (lepel, emmer, zeef, schep, enz.) Wat gaat het snelst? Wat is het handigst? - Maak een thematafel over regen. Hiervoor kun je samen met de kinderen allerlei spullen bedenken die te maken hebben met de regen; paraplu, laarsjes, regenjas, boekjes die gaan over de regen. Ook knutselwerkjes kunnen hier een plek krijgen. Zet een ‘weerkalender’ op de thematafel. (bv. een fotolijstje waarop je elke dag een ander weerelement hangt: een wolk, een regenwolk, de zon, de wind.) Je kijkt iedere dag samen wat voor weer het is en past de ‘kalender’ hier op aan. Je kunt ook zelf een weerkalender maken. In de module Interactievaardigheden vind je hiervan een voorbeeld en worden nog meer tips gegeven voor activiteiten rond het thema regen.
Nieuwsbrief Inspiratie september 2012
Gastouderacademie
Tips voor activiteiten in de herfst (of een ander jaargetijde) Baby’s 0-6 maanden - Jonge baby’s vinden het vaak heerlijk om op je arm heen en weer te wiegen of om gekriebeld te worden. Zing er een herfstliedje bij. - Een gekleurd rammelkoord of mobile boven de wieg of box. Ook een stevige spiegel geeft kinderen genoeg om te ontdekken. Voor hoger in de lucht (om naar te kijken en luisteren, niet om naar te grijpen) kun je zelf een mobile maken van draadjes met herfstmaterialen als dennenappels en mooie gekleurde bladeren, gekleurde repen stof of glinsterend papier. Zorg dat de onderdelen niet los kunnen raken en bij het kind kunnen vallen. - Rammelaars of ander speelgoed met geluid. Deze kun je ook zelf maken van (goed afsluitbare!) bakjes of flesjes met pitten, knopen of paperclips. - Zing of maak geluiden met je stem en help kinderen meeklappen. 6-12 maanden - Speel kiekeboe, verstop je achter een tijdschrift of krant en kom steeds op een andere plek weer tevoorschijn. Je kunt dit ook met een knuffel spelen. - Laat kinderen op hun buik op een kleed liggen en leg speelgoed net buiten het bereik van het kind. Kinderen zullen proberen te rollen, grijpen en zich op te drukken. Laat kinderen als het gelukt is lekker spelen met het voorwerp. - Kinderen die al een beetje zelf zitten, vinden het leuk om op schoot te zitten. Vooral als je met je benen beweegt en af en toe je benen wijd doet, terwijl je het kind goed vasthoudt. - In de periode van tien tot twaalf maanden gaan kinderen kruipen en sommige al voorzichtig staan. Van een grote kartonnen doos kun je een kruiptunnel maken. Ook een parcours door de kamer afleggen met jou of een ander kindje vinden ‘kruipers’ vaak leuk. - Duploblokken, plaatjesboeken van stevig karton, stapeltorens, een stevige spiegel, bal.
Dreumesen - Torens bouwen van blokken, dozen of schoongespoelde sap pakken. - Het vol en weer leegmaken van dozen of manden. Laat kinderen zelf een doos vullen met blokken, knuffels of proppen krantenpapier. Een eigen tas is voor kinderen ook leuk. - Buiten spelen met een pan of emmer water en keukengerei (lepels, zeef, spons). - Wandelen. Buiten of binnen met speelgoed om te duwen of trekken zoals een wandelwagen met een pop erin, een speelgoedhond of trek auto. - Vingerverven, krijten met waskrijt, met een bal rollen, houten puzzels, samen lezen over de herfst. Peuters In huis - knutselen met papier, lijm, vingerverf, of verschillende herfstmaterialen. - hindernisbaan van kussen, kleden en stoelen. - plaatjes zoeken in tijdschriften. Je kunt plaatjes zoeken die passen bij een liedje of rijmpje over de herfst. Je kunt de knipsels op papier of in een schrift plakken. - Geluiden maken met jampotjes, glazen sap flessen of bierflesjes. Vul de flesjes en/of potjes met water. Door in de flesjes een verschillende hoeveelheid water te doen, klinken ze allemaal anders. Tik er met eetstokjes of een houten lepel tegenaan. - Met de bal spelen: rollen, gooien, of in een tunnel/doos/wasmand leren mikken.
Nieuwsbrief Inspiratie september 2012
Gastouderacademie
-
-
-
Van steen naar steen springen. Zet een route uit van placemats, kranten of stapstenen. Naast deze ‘stenen’ is het water. Wie komt er droog naar de overkant? Kinderen vanaf deze leeftijd vinden het prachtig om zich te verstoppen of ergens een eigen plekje te maken. Een zelfgebouwde tent van een oud laken over de stoelen en de tafel heen doet het goed. Of een grote kartonnen doos. Verkleedkleren, oude kleding, schoenen, mutsen en petten etc.
Buiten - bladeren, kastanjes, takken en bloemen verzamelen. Van de verzamelde ‘buit’ kun je een schilderij maken door er om heen te verven. Ook kun je de grote bladeren gebruiken om een papieren hoed mooier te maken. - In de zandbak. Helemaal feest is het als kinderen met zand en water (=modder!!) mogen spelen. - Een plant kweken in de tuin of in een pot. - Hinkelen. Voor peuters vanaf 3½ jaar. Teken op de stoep vakken, bijvoorbeeld 1 t/m 5. Gooi een steentje of stokje op de vakken en spring of huppel ernaar toe. - Fietsje met zijwieltjes, een step of tractor.
Kleuters In huis - Doen alsof. Met verkleedkleren, etenswaren om winkeltje te spelen, een dokterskoffer, oude kleding, schoenen, keukenmateriaal etc. - Constructiespeelgoed zoals een bouwdoos om huizen of wagens te bouwen. - Gezelschapsspellen als kwartet, lotto, memory, domino - Vlechtmateriaal, borduren, kralen - Verfdoos met grote penselen en platte kwasten. Ook met vingerverf kunnen kleuters lekker knutselen. Maak bijvoorbeeld een afdruk van de hand of voet of stempel met mooi gevormde herfstbladeren. - Sprookjesboeken - Plaatjes zoeken in tijdschriften. Kleuters die veel met letters en woorden bezig zijn vinden het soms leuk om de letters uit te knippen. Je kunt kinderen plaatjes laten zoeken die bij elkaar horen. Bijvoorbeeld dieren of kleuren of die beginnen met dezelfde letter. Je kunt de knipsels op papier of in een schrift plakken. - Een hut bouwen van lakens, kussens of dozen. - Bowlen met lege plastic flessen en een bal - Tuinkers kweken in een diep bord of een bak. Leg hier een laag watten in en maak deze nat met een gietertje. Strooi de tuinkerszaadjes bovenop de watten. Zet het bord op een koele plek in huis, niet in de zon! Zorg dat de watten goed nat blijven. Wanneer de tuinkers hoog gegroeid is kun je het afknippen en opeten, bijvoorbeeld op een broodje met kaas en tomaat. - Tik, tik waar komt het geluid vandaan? Verstop ergens in de kamer een wekker. Blinddoek het kind en laat hem of haar op zoek gaan naar de wekker. Zorg ervoor dat er geen breekbare spullen in de buurt liggen of spullen waaraan kinderen zich kunnen stoten. Je kunt dit spel ook buiten op een veld doen met een eierwekker die je op één of twee minuten zet. Buiten - Tennisracket met bal eraan (bevestigd met elastiek) - Zaklopen met jutezakken. Zoek een plek met een zachte ondergrond, bijvoorbeeld gras en laat kinderen lekker raar lopen of springen. Een parcours of wedstrijdje maakt het voor oudere kinderen extra uitdagend. - Zelf een plant kweken in de tuin of in een pot. In een minikas van een plastic bak met een doorzichtige deksel (bijvoorbeeld van de Chinees) groeien zaadjes heel snel.
Nieuwsbrief Inspiratie september 2012
Gastouderacademie
-
Hindernisbaan met (tuin)kussen, stapstenen, plank, etc. Balspelen: rollen, schoppen en gooien.
Basisschoolkinderen
Binnen - Tafelvoetbal, sjoelbak, kegelen, darts, autobaan, radiografisch bestuurbaar speelgoed, elektrische trein. - Microscoop, kompas, (technische) bouwdozen, herbarium, modelbouw, zaklantaarn, vergrootglas. - Dobbelsteenspellen, spellen met letters en cijfers, vraag- en antwoordspellen, elektronische spellen, puzzels, goocheldozen. - Poppenhuis, tienerpoppen, gereedschap, poppenkastpoppen. - Naaimachine, weven, spinnen, gipsmallen, mozaïek, bouwplaten, verven op textiel, hout en glas. - Koken en bakken. Laat kinderen zelf een recept uitzoeken bijvoorbeeld op internet of in een kookboek. Buiten - Water naar de zee dragen. Zoek een plek waar kinderen de ruimte hebben om te rennen, bijvoorbeeld een veld of plein. Voor dit spel heb je minimaal twee kinderen nodig. Zet twee bakken of emmers met water aan de ene kant van het speelveld en twee lege aan de andere kant. Doe in de emmers met water een spons (of plastic beker). De opdracht is om zo snel mogelijk het water uit de volle emmer naar de overkant te brengen. Wie de emmer aan de overkant het eerste vol heeft, heeft gewonnen. - Een moestuin maken. Voor een moestuin heb je geen groot stuk land nodig. Een stukje grond in de tuin is genoeg om tomaten, sla of pompoen te kweken. Ook in een plantenbak kun je tomaten en pompoenen kweken. Laat kinderen zelf informatie zoeken en een plan bedenken waar de planten kunnen staan en hoe de planten verzorgd moeten worden. - Hinkelen extra. Teken met krijt een lange hinkelbaan van twintig vakken. Spreek af welke ‘actie’ bij welke kleur hoort. Bijvoorbeeld: geel=kikkersprong, rood=rondje draaien, groen=zo hoog mogelijk in de lucht springen. Als je bij het laatste vak bent aangekomen (en daarbij hoort natuurlijk de moeilijkste actie!), is de volgende aan de beurt. - Flesjesvoetbal. Speel dit spel met minimaal drie personen. Ga door elkaar staan op een veldje of op straat. Iedere speler zet zijn fles met water stevig op de grond. Het doel is om met de bal de fles van een ander te raken en hier zoveel mogelijk water uit te laten lopen. Als je fles wordt omgetrapt, zet je hem zo snel mogelijk weer rechtop. Je bent af als je fles leeg is.
Nieuwsbrief Inspiratie september 2012
Gastouderacademie
-
Blaas een ballon op en maak hem met een touwtje aan je enkel vast. Na het startsein probeer je de ballon van de ander kapot te trappen. Wie als laatste overblijft met een hele ballon is de winnaar.
In de module ‘Natuur (in de) BSO’ staan leuke ideeën voor activiteiten met kinderen in de herfst. De tips zijn ook leuk voor kleuters en oudere basisschoolkinderen.
Nieuwsbrief Inspiratie september 2012
Gastouderacademie