Verslag
Notulist
Informerende sessie Raadzaal 19.30-21.15 uur P.I.G. van Grol mw. N. Smit MKW secretariaatsservices
Vergaderdatum
18 november 2008
Soort vergadering Voorzitter Commissiegriffier
Raadsleden: M. Aydoðdu (VVD)*, A. Bos (GroenLinks), mw. M. Bos (lijst El Majdoubi)*, J.W. Dunselman (CDA)*, Z. Güvenç (Lijst Güvenç), P. Harkema (OOZ’81), A.J.M. van Heijningen (CDA), E.A. Koning (VVD), J.J. Kooter (CDA), mw. F.C. Ligteringen (GroenLinks), R.J. Mauer (D66), B.H.G. Rosier (CDA), H. Sahmi (PvdA), H.H. Schouten (OOZ’81), E. Spijker (PvdA), B. Stamkot (GroenLinks)*, mw. E.M. Zijlstra (OOZ‘81) Wethouders: A. Baâdoud, D.W. Looman, mw. mr. M. Postma (later) Tevens aanwezig: H. Baas (Ambtenaar), mw. El Khattabi (ambtenaar), mw. T. Rombout (inspreker), R. Ververs (Waternet)
Aanwezig
Afwezig
*buitengewoon commissielid 5
1. Opening/mededelingen De voorzitter opent de vergadering.
10
Mededelingen Mevrouw Postma komt later. Mevrouw Teuling en griffier mevrouw Terlien zijn ziek. 2. Kaderrichtlijn water en Sloterplas (incl. presentatie door de heer R. Ververs van Waternet)
15
20
25
30
De voorzitter: We krijgen eerst een presentatie van 10 minuten van de heer Ververs van Waternet. Vervolgens neemt de wethouder het woord. De heer Ververs (Waternet): De ecologische kwaliteit van de Sloterplas is slecht. De blauwalg groei, die we daar jaarlijks aantreffen, is daar een voorbeeld van. We hebben de afgelopen tijd gekeken wat hiervoor de redenen zijn en wat we daarmee moeten gaan doen de komende tijd. Voor het totale ecologische systeem – om dus een goed watersysteem te zijn – is de onderwatervegetatie in de Sloterplas niet voldoende. Er stroomt veel voedselrijk water de plas in vanuit allerlei bronnen en de visstand, die er in de huidige situatie is, zorgt onder andere voor troebel water, maar beperkt ook de ontwikkeling van de vegetatie. In afstemming met de stadsdelen en de centrale stad hebben wij gekeken naar wat er nodig is voor de Sloterplas om in een goede ecologische toestand te komen. Het eerste doel is 2015 en dat moeten we gaan halen. We hebben gekozen voor een drietrapsstrategie, aangezien het een dusdanig complex probleem is, dat het niet in een keer goed is op te lossen. De eerste stap daarin is te zorgen dat niet al het voedselrijk water van de verschillende bronnen de Sloterplas instroomt.
Verslag 18 november 2008 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Pagina 2 van 14
35
40
45
50
55
60
65
70
En ook onderdeel van die eerste stap is dat er een onderzoek moet komen naar de visstand en welke invloed de visstand heeft op de totale ecologische situatie. Op dit moment is het zo dat alle regen van de omringende polders en de Zwarteplas en van het hele stedelijke gebied via de Sloterplas wordt afgevoerd naar het gemaal van de Akersluis en het gemaal aan de Burgemeester Eliasstraat. Dit betekent dat elke druppel water die valt in het gebied, ongeveer zeven jaar in de Sloterplas blijft hangen. Zeven jaar is genoeg om tot allerlei ongewenste groei te komen. Wat wij gaan voorstellen is dat er een aantal stuwen worden geplaatst, zodat de regen, die in elk deel van het gebied valt, uiteindelijk niet via de Sloterplas gaat, maar direct naar de verschillende gemalen worden afgevoerd. Alleen bij zeer extreme regenbuien, dus wanneer we de berging van de Sloterplas echt nodig hebben, dan zullen de stuwen gaan overstromen en kan het water daarin worden opgeborgen. De tweede stap is afhankelijk van het onderzoek naar de visstand en mogelijk visstandbeheer. En de derde stap is dat er een meer natuurvriendelijke inrichting van de Sloterplas wordt gerealiseerd. We hebben ook afstemming gehad met de stuurgroep Sloterplas en die hebben, om het gebruik van de Sloterplas te verbeteren in de komende tijd, een stuk opgesteld en dat noemen ze de Interventie voor de Sloterplas. Hierin is een aantal maatregelen opgenomen om het gebruik van de plas te verbeteren. Daar zijn we ook op ingespeeld en we hebben geconcludeerd dat een goede waterkwaliteit voor deze acties ook echt een randvoorwaarde is en dat niet meer op gespannen voet staan, zodat de verschillende maatregelen elkaar kunnen versterken. Omdat we met pleziervaart en kano’s en andere recreatievaart toch ook meer richting Sloterplas willen, hebben we voorgesteld om in plaats van vaste stuwen, om het water uit de Sloterplas te weren, beweegbare stuwen te maken. Deze moeten door de recreanten en de pleziervaart zelf worden bediend. Op het moment dat ze er door willen varen gaat het omlaag en vervolgens na een tijdje weer omhoog, zodat er niet te veel uitwisseling van de poldersloten met de Sloterplas zal zijn. Hierdoor zal het voedselrijke water minder in de Sloterplas komen. Verder zijn er allerlei ruimtelijke ontwikkelingen gaande, waarbij rekening is gehouden dat het totaal begroeibaar areaal van de Sloterplas – dat is de bodem tot waar het licht kan doordringen – ongeveer 10% moet worden voor een goed systeem. Als we dit integreren in de ontwerpen voor de ontwikkelingen rondom de Sloterplas, onder andere in Osdorp, maar ook in andere stadsdelen, dan is dat goed te integreren en is ook meteen voldaan aan de eisen vanuit de Kaderrichtlijn water voor ruimtelijke plannen. Begin volgend jaar gaat het totale maatregelenpakket voor de Kaderrichtlijn water in het zogenaamde stroomgebiedbeheersplan landelijk in de inspraak en verschillende onderliggende besluiten die onder andere door de stadsdelen zijn genomen, worden hierin ook meegenomen. Mevrouw Bos (Lijst El Majdoubi) vraagt hoe het komt dat men er pas zo laat achterkomt dat er blauwalg in de Sloterplas is. Iedere sportduiker zal zeggen dat op zo’n 30 meter een grote laag soep ligt en dat ’s zomers de hele Sloterplas een grote erwtensoeplaag is. Twintig jaar geleden heb ik dat zelf met eigen ogen gezien, ik heb daar gedoken en je ziet die laag omhoog komen, dus ik begrijp niet waarom men daar pas nu achterkomt.
75
De heer Ververs (Waternet): We komen er niet nu pas achter, maar nu maken we plannen om de problemen terug te dringen.
80
Mevrouw Rombout (inspreker), bestuurslid Vrienden van de Sloterplas: U heeft indertijd een lezing gehouden voor ons en toen heeft u ons ook verteld dat niet alleen de visstand het water slecht maakt, maar ook dat er riolen van tuinhuisjes op het water worden afgevoerd. Daar zie ik helemaal niets van terug en ik wil weten hoe dit zit in het pakket.
85
De heer Ververs (Waternet): In de Eendrachtspolder is een aantal volkstuincomplexen, dat via het gemaal afwatert en wat ook in Sloterplas terechtkomt. Dat is een bijdrage van ongeveer 5% aan de totale voedingsstoffen. Dit is een traject, dat ook wordt aangepakt, daarom heeft het bestuur van AGV een aanpak voorgesteld.
Verslag 18 november 2008 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Pagina 3 van 14
Het lost de problematiek niet in zijn geheel op, dus dat is niet het enige waarop we ons moeten focussen, maar het voedselrijke water van vele verschillende bronnen en ook met name vanuit het feit dat er veel oppervlakte op afwatert, dus we volgen hierin verschillende trajecten. De volkstuincomplexen moeten ook worden aangesloten. 90
95
100
105
110
115
120
125
130
135
140
Mevrouw Rombout (inspreker): Maar u gaat dus weer onderzoek doen? Ik heb begrepen dat u toen ook onderzoek heeft gedaan naar de visstand. De heer Ververs (Waternet): Wij hebben toen geconcludeerd dat het onderzoek dat er toen was niet voldoende uitsluitsel gaf om direct over te gaan tot visstandbeheer. Komend jaar gaan we een nieuwe monitoring doen, speciaal daarop gericht om uitsluitsel te krijgen. We hebben toen ook gehoord van de onderzoekers dat de methodieken die werden gebruikt niet voldoende geschikt waren. Volgende jaar gaan dit doen met methodieken die hiervoor wel geschikt zijn. Het is een hele specifieke materie. De heer Harkema (OOZ’81): De tuinhuisjes in de Eendrachtspolder zijn niet de enige. Er zijn er meer in het landelijke gebied, zoals bij het dorp Sloten en die lozen niet rechtstreeks op het oppervlaktewater, maar dat gaat via septic-tanks. Bent u voornemens een oplossing te bieden voor die mensen? Eigenlijk zouden ze zelf een nieuw persgemaal moeten aanleggen, maar er zijn geen financiële middelen. Gaat Waternet hieraan een financiële bijdrage leveren, zoals men in het verleden heeft gedaan? De hele discussie over blauwalgen is gestart doordat er vergunningen zijn verleend in de Nieuwe Meer over het opwarmen omdat ze het als koelwater willen gaan gebruiken. Is dit ook het geval bij de Sloterplas. Zijn hier ook bedrijven die het water gebruiken als koeling en zijn er plannen om bijvoorbeeld voor de vernieuwing van het centrumgebied hiervoor ook koelwater uit te trekken? De heer Ververs (Waternet): De bijdrage van volkstuincomplexen aan de totale problematiek van de Sloterplas is ongeveer 5%. Het bestuur van AGV heeft gezamenlijk met de gemeente Amsterdam besloten daar een aanpak voor te volgen. Ik ken zelf de details niet en kan hierop dan ook geen afdoend antwoord geven. In de Nieuwe Meer is de problematiek ook groot en enigszins vergelijkbaar. Bij mijn weten zijn er op dit moment geen bedrijven die door middel van koud water energie uit de Sloterplas halen en wij zullen ook zeer terughoudend zijn om dit toe te staan. In de Ouderkerkerplas loopt nu een traject met Nuon, waarbij wij zeer terughoudend zijn en zeer strenge eisen stellen omdat het heel moeilijk is te voorspellen wat uiteindelijk de effecten hiervan zijn. De heer Kooter (CDA): U kiest in het stuk over isoleren voor een lang traject om aan de voorwaarden te voldoen (2015). Het is iedereen bekend dat grachten zowat dagelijks worden ververst. Met een snelheid die voor de Sloterplas een veel sneller traject zou zijn als die verbinding er zou zijn. Ik zoek hierin toch een oplossing, dat er water in de buurt moet zijn. Landelijk wordt er gesproken over waterbekkens, tijdelijke opslag, en dan zou je zeggen, verlaag het water zodanig in de Sloterplas dat het een spaarbekken wordt, waardoor de verversing wordt versneld. Elk water dat beter is zou eigenlijk via de Sloterplas moeten. Stil water moet worden voorkomen, want dan krijg je misschien weer andere problemen. Is hiervoor een snellere methode? De heer Ververs (Waternet): U stelt dat elk schoner water dat in de Sloterplas komt een verbetering oplevert, maar dat is niet zo. Het water dat in de polder stroomt is qua concentraties aan stoffen niet heel erg hoog. Het is juist de lange verblijftijd; door de diepte van de Sloterplas en het grote oppervlakte duurt het heel lang voordat een druppel naar het gemaal gaat. Er is veel tijd om biologisch tot expressie te komen en dit leidt tot blauwalg, maar ook tot andere ongewenste soorten. Het doorspoelen van de Sloterplas is vanwege dit grote volume ook niet mogelijk. Juist een diepe plas heeft in de zomermaanden een zelfreinigende werking en daar anticiperen we op.
Verslag 18 november 2008 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Pagina 4 van 14
De heer Kooter (CDA): Wat verwacht u van het nadere onderzoek van het visstandbeheer?
145
150
De heer Ververs (Waternet): We verwachten dat de visstand op dit moment beperkend is voor het totale ecologische systeem, met name doordat er heel veel grote vissen zijn en weinig jonge aanwas. Uit de monitoring in 2006 is, door de gebruikte methodiek, niet gebleken dat dit uitsluitsel bood en daarom gaan we in 2009 gezamenlijk met de Amsterdamse Hengelsportvereniging hiernaar onderzoek doen. De heer Kooter (CDA): Wat is het effect van milieuvriendelijke oevers? Leveren deze een bijdrage aan de verbetering van de Sloterplas?
155
De heer Ververs (Waternet): De oevers van de gehele Sloterplas in combinatie met de wegzinkput voor nutriënten (voedingsstoffen) draagt bij aan de robuustheid van de Sloterplas zodat het een zelfvoorzienend systeem kan zijn, met goede waterkwaliteit.
160
De heer Güvenç (Lijst Güvenç): Ik wil graag weten of dit een tijdelijke maatregel is. Hoe lang heeft het water nodig voor het gezuiverd is en is het duurzaam? We proberen de plas te isoleren, maar er zijn ook voornemens om daar een nieuwe gracht aan te leggen. Is dat niet in strijd met elkaar?
165
170
175
180
185
190
195
De heer Ververs (Waternet): Het is geen tijdelijke maatregel. Het watersysteem, zoals het nu is - verschillende polders die afwateren via de Sloterbinnenpolder en op verschillende plekken de Sloterplas instroomt - is een situatie die een aantal jaren duurt voordat het verbetert. Als je het dan weer gaat opheffen, dan gaat het geleidelijk weer slechter. Zelfs als al het water veel schoner wordt, dan nog heeft Sloterplas een open verbinding en is het geen tijdelijke maatregel. Portefeuillehouder Looman: De bedoeling van het centrumplan is om het robuust te maken en het centrum af te bakenen. Dit willen we doen met een gracht, dit geeft ook oevers, reuring en levendigheid. Wat betreft de afsluiting, die dan zou moeten plaatsvinden, zou het op dezelfde manier moeten gaan als bij de andere ingangen van de plas en dit betekent dat je het zou moeten kunnen gebruiken voor recreatievaart. Dus wij zien geen belemmeringen voor een nieuwe gracht in het kader van de Kaderrichtlijn water. De heer Stamkot (GroenLinks): Er is ook een vraag naar de meerdere bronnen en we hebben hiervan een voorbeeld gekregen, maar ik wil graag alle bronnen op een rijtje en ik zou het op prijs stellen als dit tot de mogelijkheden behoort. Ook met het oog op toekomstige discussies, zoals de Tuinen van West. De verandering door de isolering beoogt kwaliteitsverbetering en dat is prima. De vraag is ecologisch gezien waar de minpunten uit bestaan, gaan er planten of dieren verdwijnen? De derde vraag betreft het peil. Ik neem aan dat door de stuwen het peil van de Sloterplas ook hoger kan worden en zelfs de mogelijkheid heeft tot spaarbekken. Hoeveel bedraagt de fluctuatie? Verder wordt er ook een relatie gelegd met Rijndelta, betekent dit dat de Sloterplas voor opvang moet zorgen? De heer Ververs (Waternet): Ten aanzien van de bronnen kan ik er een aantal opnoemen, 1830 ha aan landelijk, stedelijk gebied afwatert via de Sloterplas en dat is eigenlijk de grootste bron. Hieraan zitten verschillende grondgebruiken, zoals sportvelden en het stedelijk gebied. De overige bronnen kunnen via de heer Baas ter inzage worden gegeven, aangezien ik ze niet paraat hebt. Ten aanzien van de tweede vraag is het zo dat wij met deze aanpak de totale verbetering, ecologische kwaliteit, van de Sloterplas voorstaan. We zitten inderdaad in het stroomgebied van de Rijn en het is met name een bestuurlijke benadering dat we in €pa vanuit stroomgebiedbenaderingen werken. Nederland heeft hierop aangedrongen omdat wij de afvoerput zijn van €pa, maar het is niet zo dat we in de Sloterplas water van bijvoorbeeld de Rijn gaan opvangen.
Verslag 18 november 2008 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Pagina 5 van 14
Het peil in de Sloterplas blijft gehandhaafd en in de sloten eromheen zal het ook zo worden gehandhaafd. Dus het gaat niet meer fluctueren dan dat het nu doet.
200
205
210
215
220
225
De heer Spijker (PvdA): Mag ik constateren dat ongeveer 95% hemelwater uit Amsterdam-West komt, dat wordt geloosd op de Sloterplas? Was de waterkwaliteit van de Sloterplas beter toen er in Amsterdam-West nog rioolzuivering stond? Als het hemelwater een van de belangrijkste oorzaken is, dan zou je dit eerst kunnen filteren voordat het in de Sloterplas komt. In hoeverre is de diepte een oorzaak van het probleem dat we hebben en is het in alle gevallen noodzakelijk dat de Sloterplas zo diep moet blijven? De heer Ververs (Waternet): Het hemelwater in Amsterdam-West wordt gescheiden opgevangen van het afvalwater; er is dus een gescheiden rioolstelsel. In Amsterdam-West wordt op ongeveer 200 plekken in de sloten geloosd. Enerzijds is het zo dat het lastig is om 200 plekken te voorzien van een zuiverende voorziening. Anderzijds is de concentratie van hemelwater niet dusdanig hoog dat een zuiverende voorziening een groot effect heeft. Met name de verblijftijd in de Sloterplas vormt het probleem en niet de concentratie van voedingsstoffen. Veel volume aan hemelwater met een bepaalde concentratie levert uiteindelijk een grote belasting voor de Sloterplas. De diepte is juist een goede kwaliteit van de plas, omdat in de zomer een bovenste laag ontstaat, die warmer is dan de onderste laag en op dat moment niet mengen. De nutriënten zakken weg naar de bodem en zijn ’s zomers niet beschikbaar voor algengroei. Het minder diep maken van de Sloterplas is derhalve geen goed idee, want die diepte is een robuustheid voor de Sloterplas. De heer Spijker (PvdA): Een van de oorzaken van het blijven hangen van de stoffen is het enorme volume. Daaruit zou je kunnen opmaken dat als het minder diep is, dan kan het ook zeer snel doorstromen. Ik begrijp niet dat u het aan de ene kant als oorzaak aangeeft, maar aan de andere kant als oplossing van het probleem. De heer Ververs (Waternet): Je kunt de Sloterplas ondieper maken, dan moet er heel veel materiaal in, maar het is eenvoudiger om de Sloterplas te isoleren. De heer Spijker (PvdA): Maar geeft u nu antwoord op mijn vraag. Als de plas ondieper zou zijn, zou dan de waterkwaliteit heel snel herstellen?
230
De heer Ververs (Waternet): Nee. De heer Göçmenoðlu (PvdA): Kunnen de rondvaartboten ook door de beweegbare sluizen?
235
De heer Ververs (Waternet): Als de diepte van de sloten geschikt is, kan dat inderdaad, want de sluizen vallen tot op de bodem.
240
Mevrouw Rombout (inspreker): U schrijft in uw presentatie dat de interventies van de stuurgroep gebruikt zijn om het gebruik van de Sloterplas te verbeteren. U zegt dat vegetatie en zachte oevers middelen zijn om de Sloterplas te verbeteren. In bijlage 2 staan de interventies en dat zijn onder meer ruimtelijke ontwikkelingen – hotels, horeca –, wat kunnen die bijdragen aan de kwaliteit van de Sloterplas.
245
250
De heer Ververs (Waternet): Ik heb het op de sheet geschreven om aan te geven dat we in samenhang met andere plannen, op de mogelijke wensen ten aanzien van de Sloterplas, hebben geacteerd. Gekeken is of een en ander elkaar uitsluit en we hebben geconcludeerd, zonder hiervoor al hele duidelijke plannen voor te hebben, dat het elkaar niet uit hoeft te sluiten, zolang we dit goed vanuit de verschillende aspecten bekijken. Mevrouw Rombout (inspreker): U schrijft verbeteren. Wat verbeteren hotels en horeca aan de kwaliteit van de Sloterplas?
Verslag 18 november 2008 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Pagina 6 van 14
De heer Ververs (Waternet): Ik zeg niet dat een hotel aan de Sloterplas de waterkwaliteit verbetert, maar dat het elkaar niet hoeft uit te sluiten.
255
260
265
Mevrouw Rombout (inspreker): Bij de ruimtelijke ontwikkeling spreekt u over 10% begroeibaar areaal en dat dit heel goed kan worden geïntegreerd in de ontwerpen. Hoe bedoelt u dit? Portefeuillehouder Baâdoud: Er zijn dertien interventies Stuurgroep Sloterplas en die hebben ook te maken met de presentatie, zoals de sluizen. Verder zijn er interventies die te maken hebben met zaken rondom de Sloterplas en niet direct met het water. Een hotel aan de oever betekent nog niet dat dit de waterkwaliteit zal beschadigen. Door de stuurgroep is ook gezegd dat er een gezamenlijke visie, dus met de andere stadsdelen en de centrale stad, moet worden gemaakt en dat dezelfde uitgangspunten moeten worden gehanteerd. Het is juist positief dat wij als stadsdelen en centrale stad hierin samen optrekken om deze parel van West goed te ontwikkelen. Mevrouw Rombout (inspreker): In de presentatie schrijft u dat u ruimtelijke ontwikkeling kunt integreren in de ontwerpen. Hoe wordt waterkwaliteit geïntegreerd in het ontwerp?
270
275
280
De heer Ververs (Waternet): Hiermee wordt bedoeld dat we ernaar streven om naar 10% begroeibaar areaal van de Sloterplas te komen. Op dit moment is al een gedeelte begroeibaar. Als we dus voor de plannen van Geuzenveld, Osdorp en Slotervaart het ontbrekende areaal kunnen invoegen in de ontwerpen, dan werken we met elkaar aan een goede Sloterplas. Portefeuillehouder Looman: Naar aanleiding van mijn antwoord over het graven van de extra gracht wil ik toevoegen dat we hiermee nog een deel van de plas kunnen verontdiepen. Dat is nuttig voor de areaaluitbreiding. Tegelijkertijd hebben we in onze visie gezet dat we langs de Lelylaan ook natuurvriendelijke oevers willen maken met rietbegroeiing. Het draagt bij aan de wens die in de Kaderrichtlijn water wordt gevraagd. Het hoeft elkaar ook niet te bijten, het versterkt elkaar zelfs. De voorzitter bedankt de heer Ververs voor de presentatie en de beantwoording van de vragen en gaat over naar de politieke vragenronde.
285 Politieke vragen
290
295
300
305
De heer Koning (VVD): In zijn algemeenheid wil hij van de wethouder horen hoe de verantwoordelijkheden liggen met betrekking tot de waterkwaliteit in relatie tot de diverse betrokken partijen. Met betrekking tot het kostenplaatje dat is voorgesteld, wil hij weten in hoeverre Osdorp verplicht is om deze kosten voor haar rekening te nemen? Zou men de Sloterplas niet kunnen zien als iets grootstedelijks, waardoor de kosten nog meer verdund kunnen worden? De heer Mauer (D66): Er wordt in het verhaal van AGV aangegeven dat het maken van een integraal plan – met alle stadsdelen – voor de Sloterplas wenselijk zou zijn. Hij wil weten of dit er ook komt. Elk stadsdeel heeft een deel van de oever met een eigen karakter. Bij punt 3 van het besluit wordt gezegd dat het stadsdeel Osdorp rekening moet houden met 10% van het totale oppervlak. Is die 10% natuurvriendelijke oevers voldoende om te passen in het maatregelenpakket van de Kaderrichtlijn water of zou er een hoger percentage moeten komen? Er wordt een aantal kortetermijnmaatregelen voorgesteld en dat is prima. Welke maatregelen worden er op een later termijn door het stadsdeel voorgesteld en wat is het vrijblijvende karakter van dit verhaal? Wat zijn de sancties als we niet aan de Kaderrichtlijnen voldoen? Met betrekking tot de financiering voor de inrichting van natuurvriendelijke oevers staat er in het besluit dat er een raming is van € 1,6 miljoen.
Verslag 18 november 2008 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Pagina 7 van 14
310
Als wij 10% moeten inrichten, dan ga ik ervan uit dat Osdorp € 160.000 moet bijdragen. Verder vraag ik mij af wat de status van de dertien interventies van de stuurgroep Sloterplas is? Ik ken ze niet en ook de stuurgroep niet. Wie heeft de stuurgroep ingesteld en wat is de status van de dertien interventies? Ten slotte wil ik opmerken dat wij enigszins achterlopen voor wat betreft de besluitvorming van de eerste fase en ik wil weten of het mogelijk is om vanavond over de punten in de besluiten te beslissen? En volgens mij committeren wij ons hiermee niet aan de dertien interventiepunten.
315
De heer Göçmenoðlu (PvdA): Bij ons zijn de dertien interventiepunten onbekend en ook wij zijn benieuwd naar de status hiervan. Als voorbeeld noem ik punt 2, de realisering van een cultuurboot De Flint. Hier hebben we een tijd geleden wel iets over gehoord, maar nu komt het terug als interventiepunt.
320
De heer Spijker (PvdA): Een jaar geleden hoorden we dat een extra voordeel van de gracht het bevorderen van de doorstroming van de Sloterplas was. Mag ik begrijpen uit het betoog dat dit argument nu van tafel is? Zeker ook in het licht van het ondieper maken van de zuidwestkant wil ik hierop toch wel een inhoudelijk antwoord.
325
De heer Stamkot (GroenLinks): Op pagina 2 van het stuk staat de afspraak dat de gemeente als trekker zal fungeren en het bestuurlijke financiële draagvlak organiseert en tevens een beroep kan doen op subsidies. Wij willen hierover graag nadere uitleg en ook weten wat het aandeel van het stadsdeel hierin is.
330
335
340
345
350
355
De heer Güvenç (Lijst Güvenç): Wat is de reden dat dit besluit door drie stadsdelen, maar ook nog afzonderlijk door de gemeenteraad, wordt genomen? De heer Harkema (OOZ’81): We worden gevraagd om € 50.000 vrij te maken voor het bevaarbaar houden van... De andere kosten krijgen we nog, zoals voor de automatische stuwen. U bent voornemens de gracht te bouwen en toch neemt u geen besluit hiervoor ook € 50.000 vrij te maken. Mag ik de conclusie trekken dat u toch niet van plan bent om de gracht door te trekken? Destijds is gesteld dat de gracht noodzakelijk was om de doorstroming te bevorderen, want anders zou men te maken krijgen met dood water en krijgt men stankoverlast. Met een stuw sluit je het ook af en ik wil hierover graag nadere uitleg. Heeft er destijds ook een discussie plaatsgevonden over het rondje Sloterplas. Hele pleidooien om met de kano door het hele landelijke gebied te kunnen, dus ook richting Halfweg. Nu lees ik bij de kano-overdrachtplaatsen dat hier een p.m.-post staat en ik wil weten waarom deze niet is ingevuld. Tenslotte is er ook een p.m.-post opgenomen voor natuurvriendelijke oevers. Ik had toch liever een totaalbeeld gezien van wat er mogelijk kan worden verwacht met dit besluit. De heer Kooter (CDA): We zitten midden in de verkiezing van het waterschap. De zorg ligt volgens mij voor 100% bij het waterschap ten aanzien van de waterkwaliteit. Wij kunnen naar het waterschap de stelling innemen dat deze het kwalitatief goed moet maken. Als gemeente moeten we die stelling overeind houden en wij zouden alleen mee moeten denken. Mevrouw Bos (Lijst El Majdoubi): Mijn zorg gaat uit naar een afsluitbare te graven gracht en de bijbehorende kosten die hieraan zijn verbonden. Zou er met de stadsdelen en de Amsterdamse watersportvereniging kunnen worden afgesproken dat er bijvoorbeeld niet meer op karpers wordt gevist. Daarnaast wordt veel voedsel in het water gegooid om ’s nachts te kunnen vissen, zou dit niet kunnen worden verboden? De heer Spijker (PvdA): Er wordt 95% hemelwater geloosd vanuit Amsterdam-West op de diverse toevoerkanalen en sloten naar de Sloterplas.
Verslag 18 november 2008 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Pagina 8 van 14
360
365
370
375
Wij zouden graag zien dat de stelling “de vervuiler betaalt” en pak ook de oorzaak van de vervuiling aan, in de afwegingen worden meegenomen. Portefeuillehouder Looman: Wat betreft de verantwoordelijkheden is duidelijk dat deze op vele vlakken liggen: bij het stadsdeel, de gemeente, de provincie, het rijk en de waterschappen. Het Hoogheemraadschap is de trekker in de vorm van het waternet. Het is ons grondgebied, dus wij hebben ook een deelverantwoordelijkheid. Als u naar de verhoudingen in de begroting kijkt, dan is onze bijdrage in de kosten heel beperkt. De stuw, die we willen bekostigen, ligt aan de noordkant van het Osdorpplein. We willen het bevaarbaar houden, want het levert een belangrijke bijdrage aan de recreatie in Osdorp. Voor wat betreft de vraag of wij niet achterlopen wil ik opmerken dat er op 19 november 2008 door de gemeenteraad van de centrale stad een besluit wordt genomen over deze maatregelen. Wij hebben het DB-besluit vooruitgestuurd onder voorbehoud van de goedkeuring van de raad. Dus wat dat betreft zijn we wat later dan gepland, maar ook de centrale stad was wat later. Dit heeft te maken met de vraag of men nu al geld kon reserveren voor 2011 en hoe dit moet worden ingericht. In de huidige besluitvorming is dit goed opgelost. De heer Harkema (OOZ’81): Waar kunnen we in de voordracht vinden dat u dit gedaan heeft?
380
385
Portefeuillehouder Looman: Dat vertel ik u nu, het staat niet op deze manier in de voordracht. De heer Harkema (OOZ’81): U bent wel verplicht de raad volledig op de hoogte te brengen. Ik neem aan dat dit niet gisteravond is gebeurd, dus had u het in de voordracht kunnen verwerken. Portefeuillehouder Looman: Mijn collega zal zo verder ingaan op de financiën. Verder is gezegd dat de gemeenteraad en de drie stadsdelen hierover zouden beslissen; dat is niet waar. Er zijn meer stadsdelen betrokken bij de Kaderrichtlijn water.
390
395
400
405
410
De heer Güvenç (Lijst Güvenç): U zegt dat dit besluit morgen wordt genomen in de gemeenteraad. Wat is dan nog onze bijdrage? Portefeuillehouder Looman: Er staan vier punten die wij gaan uitvoeren, die voor ons van belang zijn. Wij willen dat de stadsdeelraad hiermee akkoord gaat en dat is een voorwaarde voor het besluit dat de gemeenteraad moet nemen. Begin 2009 gaat het een stapje hoger, dan wordt het Amsterdamse besluit meegenomen. We gaan ervan uit dat het een redelijk plan is en we hopen ook dat de raad akkoord gaat. Ten aanzien van de doorstroming als argument voor de gracht, is er nu een nieuw inzicht vanuit de waterdeskundigen die juist zeggen dat we het niet moeten doen. Of dit gevolgen heeft voor de waterkwaliteit laat ik graag beantwoorden door de heer Baas. Misschien kan hij ook iets zeggen over de oorzaak van de vervuiling. De heer Spijker (PvdA): Dat is ook de reden van mijn aanvullende vraag. Er worden nu allerlei oplossingen in het leven geroepen, die niet de oorzaken maar de gevolgen aanpakken. Oorzaak is dat er steeds meer voedselrijk hemelwater op de grachten wordt geloosd. Op het moment dat je dat constateert en stelt dat je op 200 punten eerst het water moet filteren voordat het wordt geloosd, dan heb je de oorzaak te pakken. Dan heb je ook een andere invalshoek dan door nu te zeggen: we gaan isoleren en gewoon door met het vervuilen van het stelsel. Portefeuillehouder Looman: Volgens mij heeft de heer Ververs daar zojuist antwoord op gegeven, maar in uw ogen niet.
Verslag 18 november 2008 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Pagina 9 van 14
415
420
425
430
435
440
445
450
De heer Spijker (PvdA): Die afweging wordt totaal niet duidelijk gemaakt in het stuk. Portefeuillehouder Baâdoud: Ten aanzien van het grootstedelijke zijn er twee dingen. We hebben 1,5 jaar geleden gezien dat wij als drie stadsdelen allemaal onafhankelijk van elkaar bezig zijn met de Sloterplas. Wij als Osdorp waren ook bezig met een visie voor de oever van de Sloterplas, evenals de andere stadsdelen. Er is toen gezegd dat het beter was om hierin gezamenlijk met elkaar op te trekken. Ten aanzien van de instelling van de stuurgroep kan ik u mededelen dat hierover een mededeling is gedaan. Afgevaardigden van de drie stadsdelen hebben hierin zitting, evenals de portefeuillehouders van Ruimtelijke Ordening, Milieu, Kunst, Cultuur en Sport van de centrale stad. Samenwerken aan een gezamenlijk plan, maar toch los van elkaar. De dertien interventies van de stuurgroep lopen niet parallel met de Kaderrichtlijn water. Tijdens een discussie is ook gezegd dat de interventies van de stuurgroep niet ten nadele mogen komen van de waterkwaliteit van de Sloterplas. Ten aanzien van het noemen van bedragen is het uitgangspunt dat wij geen bedragen gaan noemen, als we weten dat er nog subsidies kunnen worden aangevraagd of andere potjes zijn om deze acties uit te voeren. De subsidieaanvraag wordt gezamenlijk opgetrokken. Er wordt nu een voorstel gedaan voor de stuwdam van € 50.000. Ten aanzien van het opnemen van een bedrag voor het graven van de gracht kan ik zeggen dat er een regieplan is vastgesteld. We gaan nog geen bedragen opvoeren als niet bekend is of het totale plan, inclusief gracht, wordt uitgevoerd. De p.m.-posten zijn waarschijnlijk ook middelen die vanuit andere potjes moeten komen en die daar ook gedekt gaan worden. Vanuit Osdorp kunnen we niet alle p.m.-posten invullen. Het is een gemeenschappelijk probleem, maar ook het rijk en de provincie zijn erbij betrokken. Ten aanzien van de status van de dertien interventies kan ik melden dat er een programmamanager is aangesteld, die de interventies aan het uitvoeren is. Dit is recent, over twee dagen is er weer een stuurgroep, maar er is nog geen concreet plan van een interventie, dat nu wordt uitgevoerd. Wel wordt er in Osdorp gekeken naar sport- en spelmogelijkheden rondom de Sloterplas. Als er meer concrete plannen zijn, dan wordt de raad hierover geïnformeerd. De verantwoordelijkheid van de waterkwaliteit ligt bij het waterschap. Dat is ook de reden dat wij niet alles naar ons willen toetrekken. Maar nogmaals, het is een gezamenlijke opdracht en het is voor ons allemaal belangrijk om goed vis- en zwemwater te hebben. Zijn er verder nog vragen die ambtelijk kunnen worden beantwoord? De heer Kooter (CDA): De vraag blijft wat de zorg is die wij moeten leveren? Ik blijf erbij dat de zorg voor de kwaliteit van het water bij het waterschap ligt en dat moet u meenemen. Portefeuillehouder Baâdoud: Dat doen we ook. Wethouder Van Poelgeest weet ook heel goed naar de hogere overheden over te brengen waar de verantwoordelijkheden liggen voor de kwaliteit van het water.
455
460
De heer Baas (ambtenaar): Ik wil eerst ingaan op de vraag over de relatie tussen de grachten en de Sloterplas. Ik kan niet ingaan op de geschiedenis van de te graven gracht, omdat ik hiervan niet op de hoogte ben. Maar in het algemeen kan men zeggen dat het grachtwater een betere kwaliteit heeft dan de Sloterplas. Het probleem is dat het water zo lang in de Sloterplas blijft en daardoor hebben de voedingstoffen een groot vervuilend effect en leiden tot bijvoorbeeld blauwalg. De heer Spijker (PvdA): Uw collega-deskundige heeft zojuist gezegd dat de diepte juist een enorme kwaliteit is.
465
De heer Baas (ambtenaar): Dat is in de zomer het geval, dan is de bovenste laag gescheiden van de vervuilde laag, waardoor de waterkwaliteit boven zuiverend werkt. Maar nogmaals, het is niet echt schoon, want je krijgt die blauwalg. Het is een werking, die wel werkt, maar niet genoeg.
Verslag 18 november 2008 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Pagina 10 van 14
470
475
480
485
490
495
De heer Spijker (PvdA): Ik heb twintig jaar op de bodem van de Sloterplas gedoken en weet enigszins hoe het is met de huishouding daar. De onderste 20 meter is dood, want daar verzamelt zich al het vuil. Dit gaat nooit meer naar boven en het water is onvoldoende in beweging. Ik hoor hier echter een heel ander verhaal, namelijk dat de diepte van de Sloterplas een kwaliteit is. U zegt bovendien net dat de grachten beter zijn, waarschijnlijk vanwege de ondiepte. Deze verhalen zijn wat mij betreft niet te rijmen. Zolang die toevoer van zeer voedselrijk hemelwater maar blijft doorstromen en je houdt het bij de Sloterplas tegen, dan is de volgende redenatie dat de grachten steeds vuiler worden. Wordt het niet tijd om bij de bron de zaken aan te pakken? De heer Baas (ambtenaar): In het kader van de Kaderrichtlijn water zijn er maatregelen nodig om sommige effecten te bestrijden (onkruidbestrijdingsmiddelen, hondenpoep). In principe zijn de grote hoeveelheden wegspoeling nog niet eens het grote probleem, maar meer dat het accumuleert in de Sloterplas. De zuurstofloze onderste waterlaag is een opvang, maar dat doet niet genoeg en hieraan valt niets te doen. De heer Spijker (PvdA): Ik heb het idee dat de centrale stad over dit basisprobleem heen walst en dus alleen maar de gevolgen wil aanpakken. De voorzitter: Ik wil een ordevoorstel doen. Het is een informerend gedeelte. Het voorstel van de heer Mauer om het door te tillen naar besluitvorming zal vanavond niet lukken, zo te horen. De heer Mauer (D66): De wethouder heeft uitgelegd dat er al een signaal is vanuit Osdorp en de andere stadsdelen naar de centrale stad, dus denk ik dat besluitvorming vanavond ook niet nodig is. De heer Harkema (OOZ’81) wil de vragen beantwoord zien en stelt voor de sessie te verschuiven naar over veertien dagen.
500
505
De voorzitter: We gaan door tot 20.50 uur. Als u dan zegt, we zijn voldoende geïnformeerd, dan hebben we nog tien minuten voor de nota Rentebeleid. Als we dan niet klaar zijn gaan we over twee of vier weken verder. Portefeuillehouder Looman: Ik wil hiertegen bezwaar maken, want ik heb net uitgelegd dat we al achterlopen met de besluitvorming. Het is niet passend om dit veel langer te laten duren. Portefeuillehouder Baâdoud: Wij willen de vragen ook schriftelijk beantwoorden, zodat wij u de antwoorden op tijd geven.
510
De voorzitter: We gaan tot 20.50 uur door en de rest van de vragen zullen schriftelijk worden beantwoord. Over twee weken gaan we naar het meningsvormende gedeelte. Tweede ronde
515
520
De heer Harkema (OOZ’81): Ten aanzien van de hydraulische interventie, die zakt naar de bodem van de Sloterplas, wil ik weten wat voor schade dit heeft. Op een gegeven moment komt dit weer naar boven en dat moet worden gezuiverd. Is dit niet kostenverhogend? Verder willen wij weten of het de wethouder bekend is dat de centrale stad de Sloterplas wil gebruiken als een koudeopslag. Vandaar dat zij er baat bij heeft om de Sloterplas af te sluiten, waardoor je stilstaand water zou kunnen hebben. Er is een IBA-rapport ten aanzien van de koudeopslag, waarin staat dat op het moment dat er koudeopslag gaat plaatsvinden, dat dan de energiebesparing door de stadsverwarming teniet wordt gedaan.
Verslag 18 november 2008 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Pagina 11 van 14
525
530
535
Ik vind het vreemd dat een GroenLinkswethouder hiervoor toestemming zou geven of kan ik van u vernemen dat dit absoluut niet doorgaat? De heer Mauer (D66): Ik vind het prima als de vragen schriftelijk worden beantwoord. Voor de natuurvriendelijke oevers staat een bedrag geraamd van € 1,6 miljoen. Er staat p.m., maar er staat niet bij wie dit gaat betalen. Ik ga er ook vanuit dat er een subsidiebijdrage komt. Kunt u aangeven welke subsidiemogelijkheden er al zijn bekeken en wat de dekking is voor zowel de € 160.000 als € 50.000? Verder heb ik een vraag gesteld over het verplichtend karakter van een aantal van die maatregelen en eventueel het vrijblijvende karakter en wat de sancties zijn als we het eventueel niet doen. Verder ten aanzien van de relatie die nu wordt gelegd met de interventies heb ik dit stuk als op een zichzelf staand stuk gezien. In de besluitvorming wordt geen relatie gelegd met de interventies, maar in de bijlage wel. Als ik hierover besluit, besluit ik dan impliciet over de interventies? Ik wil niet te horen krijgen dat als ik hier ja tegen zeg, ik tegen bijlage 2 ja heb gezegd, want de maatregelen die we nemen zijn in het kader van de maatregelen Sloterplas.
540
Portefeuillehouder Baâdoud: De schade van de stuwdammen is niet bekend bij mij. Met betrekking tot de koudeopslag hebben wij gezegd dat wij in principe niet willen gaan afsluiten, want het moet bevaarbaar blijven. Ook in de interventies staat dat er meer recreatief gevaren zou moeten worden.
545
De heer Harkema (OOZ’81): Ik wil alleen weten van u of de Sloterplas ook als koudeopslag wordt gebruikt.
550
555
Portefeuillehouder Baâdoud: Ik laat de heer Baas hierop antwoord geven. Voor de € 50.000 hebben wij tussen 2009 en 2015 de mogelijkheid dekking te vinden. Een voorstel komt nog. Duidelijk is dat er een dekking moet worden gezocht. Over de verdeling van de € 1,6 miljoen wordt onderhandeld. Het is niet zo dat Osdorp automatisch 10% voor haar rekening neemt, omdat zij ook 10% van de oevers beheert. Ten aanzien van de interventies moet ik toevoegen dat de stuurgroep Sloterplas naast de portefeuillehouders van de stadsdelen en de centrale stad ook nog bestaat uit vertegenwoordigers van de cooperaties Stadsgenoten en Vaarbest. Het is belangrijk dat iedereen zich verantwoordelijk gaat voelen voor de Sloterplas. Tenslotte wil ik benadrukken dat de interventies losstaan van de Kaderrichtlijn water.
565
De heer Baas (ambtenaar): Er zijn studies gedaan naar koudeopslag, maar deze zijn nog niet ingediend. Vooralsnog is het antwoord geweest van de heer Ververs dat hij hierin nogal terughoudend is vanuit het waterkwaliteitoogpunt. Het kan negatief zijn, maar alle plannen moeten rekening houden met de Kaderrichtlijn water en de hierin gestelde doelstelling, namelijk het verbeteren van de waterkwaliteit. Dat is uiteindelijk een politieke afweging die moet worden gemaakt.
570
De heer Harkema (OOZ’81): U zegt politiek, maar volgens mij moet Waternet hiervoor een vergunning geven. U beluisterend bent u blijkbaar niet voornemens hiervoor een vergunning af te geven. Verder voor wat betreft de giftige stoffen wil ik weten of dit ook gevaar kan opleveren als er een flinke stroming is en het naar boven komt drijven.
560
De heer Baas (ambtenaar): Dat betreft voornamelijk organische slipdeeltjes, die geen gevaar opleveren voor de volksgezondheid. Omdat het zo diep ligt, is het geïsoleerd en gebeurt er ook niets mee. 575
De voorzitter: Nadere vragen kunnen schriftelijk worden ingediend. Ik stel voor om dit informerende deel af te sluiten. Over twee weken, op 2 december, hebben we het meningsvormende gedeelte.
Verslag 18 november 2008 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Pagina 12 van 14
580
3. Nota Rentebeleid De voorzitter: We hebben daar weinig tijd voor, maar met uw medewerking hoop ik toch op tijd klaar te zijn. Zijn er nog dringende vragen over dit onderwerp?
585
590
595
600
605
De heer Göçmenoðlu (PvdA): Ik heb een viertal vragen. Osdorp hanteert geen eigen methodiek voor de rentevaststelling, maar volgt de centrale stad. Is de voorgelegde nota Rentebeleid afwijkend van datgene dat in de centrale stad wordt vastgesteld? Zo nee, waarom wordt dit niet overgenomen? Verder staat er een aantal maatregelen en mijn vraag is of na het nemen van deze maatregelen het nog nodig is om de egalisatiereserverente nog in te stellen? Er worden veel maatregelen genomen om de risico’s beter af te dekken en om het beter in kaart te brengen wordt voorgesteld het rente-egalisatiefonds in het leven te roepen. Is dat nog nodig? Op pagina 8 staat dat nog wordt onderzocht of de hoogte van de algemene reserve nog op peil is met betrekking tot de rente en de vraag is wanneer de raad hiervan de uitkomst kan verwachten. De heer Mauer (D66): Op pagina 2 wordt gesproken over het maximaliseren van de renteopbrengst. Het lijkt mij beter te spreken over optimaliseren in plaats van maximaliseren, gezien wat er nu in de wereld gaande is. Wat mij betreft gaat het niet om zo veel mogelijk rente binnen te kregen, maar op een beheerste manier bij betrouwbare partners. Op pagina 6 wordt gesproken over het eigen vermogen van het stadsdeel, dat een totaal van reserves en voorzieningen omvangt. Volgens mij zijn reserves eigen vermogen en voorzieningen vreemd vermogen. Verder staat er op pagina 6 dat er op dit moment geen beleid wordt gevoerd ten aanzien van het toerekenen van rente. Wat is de consequentie tot nu toe geweest van het geen beleid uitvoeren op de financiële huishouding van het stadsdeel?
615
De heer Koning (VVD): Ten aanzien van de algemene reserve ben ik ook benieuwd naar wat het minimum peil moet zijn. Verder staat er ook iets over het toerekenen van de rente over het minimum deel en dat zou dan worden toegevoegd aan de exploitatie. Het deel boven het minimumbedrag zou naar de reserve gaan. Wat is hier de achterliggende gedachte van om die splitsing te maken, waarom wordt er niet voor gekozen om de volledige rente van de algemene reserve naar de exploitatie te laten vloeien? Op pagina 8 bij algemene reserve staat een zin: “Hiermee wordt de noodzaak om het minimumbedrag van de reserve in stand te houden versterkt.” Ik wil weten wie er nu door deze zin beschermd moet worden? Wat zit er achter deze zin?
620
De heer Harkema (OOZ’81): Op pagina 6, onderaan, lees ik dat we ten aanzien van de berekende rentelasten moeten aansluiten en dat er geen rentekosten worden berekend over het eigen vermogen. En dan staat er: “Dit zou echter wel verstandig zijn.” Doen we het dus wel of niet? Als het verstandig zou zijn, moeten we het doen.
610
625
630
De heer Sahmi (PvdA): Wat is het verschil tussen het huidige beleid en het beleid dat we moeten vaststellen? Hoe gaan we het minimaliseren van de opbrengsten en de kosten realiseren? Mevrouw Bos (Lijst El Majdoubi): Hoe actueel is dit stuk? Is dit van voor of na de kredietcrisis en in hoeverre is geld dat is geïnvesteerd echt safe? Hoe safe is het geld op het moment en hoe goed wordt daarop gepast? Portefeuillehouder Baâdoud: We wijken niet af van de centrale stad. Bij de behandeling van de evaluatie reserves en voorzieningen waren er discussies over het wel of niet toerekenen van rente en ook over het stadsdeelhuis, waarvoor in 2007 een reserve is ingesteld. Wij hebben gemeend om voor iedereen helder te hebben hoe om te gaan met de rente en daarom willen we dit ook vaststellen in de nota Rentebeleid. Ten aanzien van de egalisatiereserve moeten de fluctuaties van de rente worden opgevangen.
Verslag 18 november 2008 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Pagina 13 van 14
635
Wij willen alle risico’s goed dekken en om deze rentefluctuaties goed te kunnen opvangen wordt het voorstel gedaan om een egalisatiereserve in te stellen. De heer Göçmenoðlu (PvdA): Er is een pakket maatregelen dat bijdraagt om het renterisico te minimaliseren. Wij zien niet direct de noodzaak hiervoor een reserve in te stellen.
640
645
650
Portefeuillehouder Baâdoud: In 2007 was er een rentetoerekening van 3,25%, in 2008 van 3,5%. Als u het heeft over een stabiele begroting vaststellen, dan is het belangrijk dat die fluctuaties worden opgevangen. Dit doen we door middel van de egalisatiereserve. De stand van zaken van het onderzoek naar de algemene reserve komt terug bij de Jaarrekening 2008. Bij de vraag over wie beschermt wie is het belangrijkste dat we duidelijk helder hebben wat de lijnen zijn en hoe daarmee om te gaan. We wijken niet af van de centrale stad. Het is belangrijk dat wij hierover ook een standpunt innemen en u besluit hoe om te gaan met de rentetoerekeningen voor de reserves en voorzieningen. In navolging op de vraag of we er verstandig aan doen of niet, staan op pagina 7 drie elementen aangegeven. Mevrouw El Khattabi (ambtenaar): We geven hier aan dat het verstandig zou zijn, maar dat is nog niet het beleid dat we op dit moment uitvoeren. We zijn zeer verstandig, maar we kunnen in de toekomst steeds verstandiger worden natuurlijk.
655
660
665
De heer Harkema (OOZ’81): Als je nu al constateert dat het verstandiger zou zijn om het te doen, wat weerhoudt ons dan daarom? Mevrouw El Khattabi (ambtenaar): Voordat ik antwoord geef op die vraag wil ik voorop stellen dat we naar u zijn toegekomen met de nota Rentebeleid omdat we helderheid willen verschaffen over de aspecten rondom rente. Dit zijn misschien al punten die al enigszins worden toegepast, maar nooit zo helder op papier zijn gezet, zodat we dit in de praktijk als zodanig ook gaan naleven. De heer Harkema (OOZ’81): Dus enerzijds zegt u dat we het eigenlijk al doen, dus we zijn voor een deel al verstandig. Mevrouw El Khattabi (ambtenaar): Voor een deel zijn we verstandig, maar in de toekomst kunnen we er nog verstandiger mee omgaan.
670
675
680
685
Portefeuillehouder Baâdoud: Het is belangrijk dat de transparantie en ook het verhaal van de heer Koning over wie beschermt wie, en de afspraken, helder op papier staan. We weten dat we verstandig omgaan met het beleid dat we met elkaar vaststellen en die drie punten staan er ook om met elkaar tot besluitvorming te komen. Dit beleid heeft niets met de financiële crisis te maken, het was al in gang gezet. Het heeft te maken met de evaluatie van het onderzoek reserves en voorzieningen. Het geld is veilig, wij hebben geen geld in IJsland of waar dan ook zitten. De maximale rente is natuurlijk beheersbaar, maar als stadsdeel probeer je bij instellingen en banken om je geld weg te zetten, waarbij we niet gaan voor maximale rente met daarbij behorende risico’s. De heer Mauer (D66): Zijn voorzieningen vreemd of eigen vermogen? Ik ging ervan uit dat het vreemd vermogen was, zodat je hieraan ook geen rente hoeft toe te voegen. Verder wilde ik nog weten wat de consequenties zijn geweest van het niet volgens beleid uitvoeren? Tussen de regels heeft u al gezegd wel volgens beleid uit te voeren. Betekent dit dat er al rente is toegevoegd aan bepaalde bestanddelen van de begroting? Portefeuillehouder Baâdoud: Nee, het enige dat u ook als raad heeft besloten is bij de reserve voor het stadsdeelhuis.
Verslag 18 november 2008 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Pagina 14 van 14
690
695
Dit is het enige waarin rente is toegerekend op basis van afspraken die u hier heeft vastgesteld. Juist om die verwarring te voorkomen is het belangrijk dit ook zo vast te stellen. De heer Koning (VVD): Er wordt een splitsing gemaakt tussen het rentebestanddeel naar de exploitatie over het minimumbedrag en dan over het meerdere boven het minimumbedrag niet. Waarom die splitsing? Er staat in het stuk wel iets over noodzaak om het minimum stuk in stand te houden, want dat bevordert om het in stand te houden. Wie moet er nu voor wie worden beschermd? Waarom de splitsing? Het minimumbedrag algemene reserve is er om ongedekte, onvoorziene risico’s te dekken. Als wij straks de rente in de exploitatie gaan verwerken, dan hol je door de inflatie ook dat minimumbedrag uit en daar hoor ik graag iets meer over.
700
De heer Sahmi (PvdA): Wanneer wordt het rentepercentage bekendgemaakt? Die informatie komt van de centrale stad, wordt dit bekendgemaakt voordat wij de begroting vaststellen of daarna? Het gaat hierbij over de rente over kort geld. Verder wil ik weten wat de rente is over lang geld, leningen en wat de ontwikkeling hiervan is.
705
Portefeuillehouder Baâdoud: Ik wil de vragen van de heer Koning en de heer Sahmi schriftelijk beantwoorden. Als de rentepercentages bekend zijn van de centrale stad, worden deze ook direct meegenomen met de begroting.
710
De heer Sahmi (PvdA): Bent u het met mij eens dat we dan geen reserve nodig hebben? Portefeuillehouder Baâdoud: Voor de egalisatiereserve bedoelt u, die we nu willen instellen?
715
De voorzitter: Dat is weer een mening en over twee weken mag u alle meningen geven die u wilt. Ik wil het hierbij laten. De vragen worden schriftelijk beantwoord. 4. Sluiting
720
De voorzitter sluit dit deel van de vergadering.