acconHavm
Ruimte voo r ondernemen.
adviseurs en accountants
ACCON •AVM JURIDISCH ADVIES B V KVK NUMMER 09114594
ZONNEDAUW 11 POSTBUS 623 9200 AP DRACHTEN TEL. 0512 - 51 61 35 FAX 0512 - 52 57 06 WWW ACCONAVM NL
Provincie Friesland t.a.v. Afdeling Stêd en Piatteiän t a v. de heer G. Wijnsma Postbus 20120 8900 HM LEEUWARDEN
DATUM 4 augustus 2015 KENMERK -15-3036130 BijLAGE(N) Aanvraagformulier met bijbehorende bijlagen BEHANDELD DOOR J.T.L. (Johan) Ros
[email protected] BETREFT Aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning H. en G. Bijisma Boerestreek 6, 9247 CC Ureterp Geachte heer Wijnsma,
PROVINSJE FRYSUAN
Dcc. nr.: Class, nr. Ingek.:
- 5 AUG 2015
Afdeiina. Beh. door:
Afd. Hoofd
AWB . . wtken
voor kennisg . aangenomen/tel. afgedaan
De heer en mevrouw Bijisma uit Ureterp zullen graag in aanmerking komen voor een vergunning op basis van de Natuurbeschermingswet 1998. Het bedrijf van H. en G. Bijisma ligt in de nabijheid van de volgende Natura 2000gebieden; Aide Feanen, Van Oordt's Mersken, Wijnjeterper Schar, Bakkeveense Duinen, Fochteloërveen, Norgerholt, Drents-Friese Wold & Leggelderveld, Drentsche Aa-gebied. Om die reden vragen de heer en mevrouw Bijisma voor deze gebieden een vergunning aan. U treft als bijlage de vergunningaanvraag en de daarbij behorende bijlagen in vijfvoud aan. De heer en mevrouw Bijisma zullen na afgifte van de vergunning binnen twee jaar de uitbreiding naar 111 melkkoeien (Al.100) en 87 stuks jongvee (A3.100) reaiiseren. Het feitelijk gebruik kan aangetoond worden met het aanwezige vee per 31-12-2014, zoals blijkt uit de rundveestaat. Bij het feitelijk gebruik op 31-12-2014 is er sprake van een hogere veebezetting dan de toen geldende milieuvergunning. Bij de berekening zijn we daarom uitgegaan van de vee aantalen uit de milieuvergunning. 97 melkkoeien (Al.100) en 60 stuks jongvee (A3.100). Wij stellen het zeer op prijs indien u de aanvraag in behandeling kunt nemen en de vergunning zo spoedig mogelijk zal kunnen verlenen.
Tot accon«avm adviseurs en accountants behoren de navolgende vennootschappen accon^avm groep b v , acc onjavm accountants b.v , acconaavm belastingadvies b v . accontavm agro bednjfsadvies b v . accon*avm branche advies b.v , acccn«avm vcrporate finance b.v., acconiavm juridisch advies b v . acconiavm subsidie advies b v , accon»avm rentmeesters b v , accon»avm werkgeversse rvice b v Op onze dienstverlening en/of andere rechtshandelingen zijn steeds de algemene voorwaarden van accon-avm van toepassing, waann een beperking van aansprakelijkheid is opgenomen Deze algemene voorwaarden zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel onder nummer 09171813 en zullen op eerste verzoek kosteloos aan u worden toegezonden Tevens kunt u de algemene voorwaarden via onze website www acconavm nl raadplegen Bezoek ook onze website voor meer informatie over onze dienstverlening, onze mensen en onze ambities.
pagina 2/2 Itanmefk
-15-3036130
Mocht u vragen hebben, aarzelt u dan niet om contact op te nemen met de heer J.T.L. Ros van onze organisatie. Hij is bereikbaar onder telefoonnummer: 0512-516135. Met belangstelling wachten wij op uw nadere berichten. Met vriendelijke groet, acconnavm juridisch advies b.v. Namens deze:
mw. mr. A. Tymersma Senior Juridisch adviseur
Aanvraag vergunning ' --a
^ T
-••-••-
••,•;•
-Si
-Hfc >
•_*
CA^S^JÉfiSr :•
Dit aanvraagformulier is nodig om een Natuurbeschermingswet (Nb-wet) vergunning aan te vragen. Dat moet als het gaat het om een activiteit (plan of handeling) die een negatief effect kan hebben op (één van) de beschermde natuurgebieden in Fryslên.
,. ^ •.
'vriawr.-<:zaea&:» 11, i, 11. iMa^a(Jigpil||lipB
Let op! Gebruik bij het invuiien van dit formuiier de beschikbare gebiedsinformatie. U vindt de gebiedsinformatie (ook) op www.fryslan.nl/nb-wet. Verstrek alie gegevens in de Friese of Nederlandse taal. Ais u het formulier invult en het antwoord past niet op het formuiier, dan kunt u het antwoord op de betreffende vraag als bijlage meesturen. Geef duidelijk aan dat de bijlage bij de aanvraag hoort: voorzie de bijlage van de naam van de aanvrager, de naam van het gebied, de naam van de activiteit en het nummer van de betreffende vraag. Lever het aanvraagformulier en de bijlagen, behalve tekeningen en kaarten, in A4-formaat aan. Lever de (uitgeprinte) aanvraag en alle bijbehorende stukken in 5-voud aan. Wanneer sprake is van toetsing aan meerdere Natura 2000-gebieden, dient per additioneel gebied 1 exemplaar te worden aangeleverd. Mogelijk is het ministerie van Economische Zaken bevoegd om over uw aanvraag te beslissen. Als dit zo is, dan stuurt de provincie uw aanvraag door en krijgt u daarover bericht. Dit formulier is via de website www.frysian.nl/nb-wet beschikbaar en in te vullen als PDF-bestand. (met behulp van de Tab-toets kan van het ene tekstveld naar het andere worden gesprongen).
Heeft u vragen bij het Invullen? Als u hulp nodig heeft bij het invuiien of een nadere toelichting wenst, kunt u contact opnemen met de provincie Fryslän. Dat kan via telefoonnummer: 058-292 89 95, via e-mail
[email protected] of via de website www.fryslan.nl/nb-wet.
Concept Wij verzoeken u om uw aanvraag eerst in concept in te dienen. Als uw activiteit een agrarische activiteit is en het enige te beoordelen aspect de depositie van stikstof is, dan is vooroverleg niet noodzakelijk als uw aanvraag aan de in de link van bijlage 5 opgenomen indieningsvereisten voldoet.
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
'-er-:a
-J».--
Algemene gegevens
1.1
Aanvrager of gemachtigde Organisatie Naam
: AcconAVM O dhr.
® mevr.
A. Tymersma
Straat
: Zonnedauw
Postcode en plaats
: 9202 PE D rachten
Telefoonnummer
; 0512516135
huisnr. 11
Faxnummer E-mailadres
1.2
:
[email protected]
Gebruiker Organisatie
: H. en G. Bijlsma
Naam
(i) dhr. O Ttevr.
H. Bijlsma
Straat
: Boerestreek
Postcode en plaats
: 9247 CC Urctcrp
Telefoonnummer
; 0650541066
huisnr. 6
Faxnummer E-mailadres
1.3
:
[email protected]
Locatie activiteit Straat
Boerestreek
Postcode en plaats
9247 CC Ureterp
huisnr. 6
Omschrijving locatie*
Kadastrale gegevens
: Sectie E nummer 1420
Ligging in gemeente
: Ureterp
Voeg als bijlage een topografische kaarte bij. Zie 4.1.
* Indien locatie niet is gekoppeld aan een huisadres.
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
1.4
Natuurgebied(en) waarop project/handeling effect heeft* Naam
1.5
: zie bijlage 3 Aerius Calculator : Berekening voor vergunningsaanvraag
Korte omschrijving hoofdlijnen van de activiteit. Het bedrijf kan 11 1 melkkoeien en 87 huisvesten en zal 11 1 melkk oeien en 87 gaan houden.
Voeg als bijlage een situatietekening bij. Zie 4.2.
1.6
1.7
Welke Nb-wetvergunning vraagt u aan? r~l
Nieuwe activiteit, waarvoor niet eerder een Nb-wetvergunning is verleend. Ga door naar vraag 1.9.
[/]
Bestaande activiteit, waarvoor niet eerder een Nb-wetvergunning is verleend. Ga door naar vraag 1.9.
I I
Bestaande activiteit, waarvoor eerder een Nb-wetvergunning is verleend.
Gegevens laatst verleende Nb-wetvergunning Naam activiteit Datum vergunning Nummer vergunning Voeg een afschrift bij van eerder verleende vergunningen. Zie 4.3.
• Maak hiervoor gebruik van de beschikbare gebiedsinformatie. Bijvoorbeeld via: www.fryslan.nl/nb-wet.
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
1.8
Wat is er veranderd ten opzichte van de laatst verleende vergunning?
1.9
Gaat het om een vergunning met bepaalde of onbepaalde tijd?
1.10
r~l
Bepaalde tijd, van
[/]
Onbepaalde tijd
tot
Welke andere vergunningen vraagt u aan? Bijvoorbeeld: bouwvergunning, aaniegvergunning, milieuvergunning, vergunning in gevolge de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo), ontheffing Flora- en faunawet, etc.
Soort vergunning
Datum aanvraag
Aanvragen/aangevraagd bij (instantie en afdeling)
1. nvt 2. 3. 4. 5. 6.
Voeg zo mogelijk een afschrift toe van (een aanvraag om) andere vereiste vergunningen voor de voorgenomen activiteit. Zie 4.4
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
-sar*
.'• V • ^'-
w-,-r" •'•.;,5r*tatoh-s^^ ^-^•'•* - •* -6' vi-v.: > •,' f- :
Beschrijving van de activiteit
2.1
Geef een gedetailleerde beschrijving van uw activiteit. Voor de beoordeling van uw aanvraag Is het nodig om de effecten van uw activiteit op het betreffende natuurgebied inzichtelijk te maken. Wij vragen u daarom een gedetailleerde beschrijving te geven van de voorgenomen activiteit. Benoem daarbij de aspecten van de activiteit die effect kunnen hebben op het gebied (habitattypen) en aanwezige relevante soorten.Maak bij de beschrijving, indien relevant, onderscheid in de fase die nodig is voor het ontwikkelen en voorbereiden van de 'activiteit' (de aanlegfase) en de fase waarin de 'activiteit' wordt gebruikt of uitgevoerd (gebruiksfase).Besteed in ieder geval aandacht aan de volgende onderwerpen, indien ze van toepassing zijn:
a)
Heeft de activiteit effect op de omvang (ruimtebeslag) van het natuurgebied?
b) Wordt het gebied door de activiteit verdeeld in meerdere (losse) gebieden (versnippering)? c)
Heeft de activiteit effect op de kwaliteit en/ of kwantiteit van het grondwater, zoalswijzigingen in grondwaterstanden of veranderingen in de stroming van het water?
d) Heeft de activiteit effect op de kwaliteit en/ of kwantiteit van het oppervlaktewater, bijv. verlaging van het waterpeil? e)
Wordt het gebied door de activiteit verstoord als gevolg van verkeersbewegingen? Bijv. door parkeren, (toename van) recreatiedruk, wegafsluitingen, omleidingen, etc.
f)
Wordt er bij de activiteit gebruik gemaakt van machines of andere apparatuur, zoals bulldozers, kranen, vrachtwagens, etc.?
g) Welke werktijden of uitvoeringstijden horen bij de activiteit? Zijn deze werktijden bijv. dagelijks en/ of seizoensgebonden? h) Is er sprake van geluidsbelasting in het gebied door de activiteit? i)
Heeft de activiteit invloed op huidige verlichting en duisternis in het gebied? Bijv. door het plaatsen van lichtmasten.
j)
Is het (bedrijfsmatig) houden van dieren onderdeel van de activiteit? Zo ja, welk effect heeft dit op het gebied? U kunt denken aan verzuring of verontreiniging.
k)
Is er sprake van ontgronding, egalisering of andere ingrepen in de bodem?
I)
Ontstaan er trillingen in de bodem door de uitvoering van uw activiteit?
m) Hoe past u het uiterlijk en/ of de fysieke omvang van de activiteit in het landschap? n) Betrek bij de beschrijving van de mogelijke effecten de gevoeligheid van habitattypen en soorten voor storingsfactoren, zoals deze in 2.2. zijn beschreven.
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
.r,-.
^ .:x '
.....
,- :-'•
,ÉÊÊÊ "'
Sißi''
'«•C .- i •'ifS-;ï •
Beschrijving activiteit: N.V.T.
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
2.2
Welke habitattypen en diersoorten worden mogelijk verstoord? Geef in onderstaande tabel aan op welke soorten natuur (zoals Vochtige Heiden of Blauwgraslanden) en aanwezige diersoorten in het gebied (zie gebiedsinformatie) de voorgenomen activiteit mogelijk een verstorend effect heeft. U kunt de tabel invullen met behulp van informatie op de website www.synblosys.alterra.nl/natura2000/effectenindicator.aspx Deze site geeft per natuurgebied (Natura-2000 gebieden) informatie over de effecten waarvoor aanwezige habitattypen en soorten gevoelig zijn én in welke mate.
Storende factoren
—01 > £
O»
Habitattypen
a Q.
O
CT C
'CT 'c
CT
ï
c
2 >O
•S0) >
c
•g
'D O
\D
Diersoorten
G
=
Gevoelig voor deze storende factor
ZG
=
Zeer gevoelig voor deze storende factor
NG
=
Niet gevoelig voor deze storende factor
?
=
Niet voldoende informatie om hierover een uitspraak te doen
NVT =
Deze storende factor is op deze natuurwaarde niet van toepassing
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
2.3
Van welke stapeling van negatieve effecten is er sprake? Het is mogelijk dat er in een gebied meer activiteiten zijn of worden uitgevoerd. Dit kan de (negatieve) efferten op het gebied versterken omdat ze zich opstapeien(cumulatie). Geef aan of én in welke mate er sprake is van een stapeling van negatieve effecten op de habitattypen en op de aanwezige relevante soorten. Bij de beoordeling van uw aanvraag wordt (alleen) uitgegaan van voorgenomen of reeds uitgevoerde activiteiten in of nabij het betreffende gebied waarover een formeel besluit genomen is. Voor informatie hierover kunt u vaak terecht bij de gemeente.
n.v.t.
2.4
Middels welke maatregelen kunt u de verstoringen beperken? Welke maatregelen kunt u binnen de uitvoering van uw activiteit ondernemen omeventuele schade en/of verstoring te beperken (mitigatie)? Geef aan op welke wijze deze maatregelen de negatieve effecten op het gebied (habitattypen) en/ of aanwezige relevante soorten verminderen. Maak bij de beschrijving onderscheid in de fase die nodig is voor het ontwikke len en voorbereiden van de 'activiteit' (de aanlegfase) en de fase waarin de 'activiteit' wordt gebruikt of uitgevoerd (gebruiksfase). Let op! Maatregelen kunnen door u zelf meegenomen worden binnen de opzet van uw activiteit en/of opgelegd worden via de voorwaarden die verbonden zijn aan de verleende vergunning. Voorbeelden van mitigerende maatregelen; • het tijdsschema (timing en duur) van de uitvoering. Bijvoorbeeld geen werkzaamheden tijdens het voortplantingsseizoen van een bepaalde soort; • de wijze van uitvoering (in termen van werkzaamheden) en het gebruikte materieel. Bijvoorbeeld het gebruik van een bepaald type baggermachine op eenovereengekomen afstand van de oever; • alternatieve bouwtechnieken. Bijvoorbeeld boren in plaats van heien, • afscherming van geluid, licht en andere verstoringsbronnen. • afbakening van delen van het gebied die in geen geval mogen worden betreden
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
n.v.t.
Let op! Indien uit de aanvraag blijkt dat de activiteit negatieve effecten kan hebben op het gebied (aangewezen habitats) en/of aanwezige relevante soorten, dan dient u deze effecten te kwantificeren in een verstoring- en verslechteringstoets. Indien sprake is van (mogelijke) signi ficante gevolgen van de activiteit, dan dient een Passende Beoordeling opgesteld te worden. Heeft u voor het indienen van uw aanvraag vragen over het uitvoeren van een verstoringverslechteringtoets / Passende Beoordeling, dan adviseren wij u om tijdig zelf contact op te nemen met de Provincie Fryslên.
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
De aanvrager verklaart: 3.1
alle gegevens naar waarheid te hebben verstrekt.
3.2
bekend te zijn met het feit dat bij wijziging in de omstandigheden die van belang zijnvoor de beoordeling van de vergunningaanvraag, dit zo spoedig mogelijk door te geven aan de provincie Fryslan onder vermelding van het nummer waaronder de aanvraag in behandeling is;
3.3
dat de aanvrager alle gewenste inlichtingen met betrekking tot de voor de beoordelingen controle benodigde gegevens ter stond en naar waarheid zal verstrekken aan demet behandeling en controle van de aanvraag en vergunning belaste ambtenaren;
3.4
ermee bekend te zijn, dat de vergunning meteen wordt ingetrokken indien hij/zij één of meer uit zijn/haar vergunning voortvloeiende verplichtingen niet nakomt, dan wel in het kader van de aanvraag van deze vergunning onjuiste gegevens heeft verstrekt; voortsdat de vergunning kan worden gewijzigd of ingetrokken als de omstandigheden zodanig zijn gewijzigd dat deze niet verleend zou zijn op het tijdstip waarop de vergunning is verleend;
Ondertekening Ondergetekende, de aanvrager of degene die bevoegd is namens de aanvrager te handelen via machtiging, verklaart deze aanvraag en de daarbij behorende bijlage(n) naar waarheid te hebben opgesteld. Plaats:
Drachten
Datum:
04-08-2015
Naam ondertekenaar:
mw, mr. A. Tymersma
Functie / hoedanigheid ondertekenaar:
Senior juridisch adviseur
Machtiging (bijvoegen indiende aanvraag niet door de aanvrager zelf is ondertekend):
Handtekening :
Zie bijlage 2
-h
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
1.
Voeg een topografische kaart toe waarop de ligging van de door u voorgenomen activi teit in de ruimere omgeving is aangegeven. Deze kaart moet voldoen aan de volgende aspecten; a. minimaal schaal 1:25.000; b. schaal en noordpijl aangeven op kaart; c. locatie activiteit arceren of duidelijk omlijnen; d. afstand van de gevraagde activiteit tot de rand van het gebied(en). (Indien deactiviteit buiten het natuurgebied valt)
2.
Voeg een situatietekening toe. Besteed daarbij tenminste aandacht aan de volgende aspecten: a. schaal 1:1000 (zo mogelijk); b. schaal en noordpijl aangeven op tekening; c. locatie activiteit arceren of duidelijk omlijnen.
3.
Voeg zo mogelijk een afschrift toe van eerder verleende Nb-wet vergunningen voor de voorgenomen activiteit, indien sprake is van een bestaande activiteit.
4.
Voeg zo mogelijk een afschrift toe van (een aanvraag om) andere vereiste vergunningen voor de voorgenomen activiteit.
5.
Voeg, indien van toepassing, een afschrift toe van het Milieu-effectrapport / de Strategische milieubeoordeling of Passende Beoordeling / voortoets.
6.
Voeg eventueel een verklaring van geen bezwaar van een gebiedsbeheerder toe omtrent de voorgenomen activiteit.
Checklist bij het aanvraagformulier Heeft u ... •
alle vragen in de aanvraag beantwoord? Aanvraagformulieren die niet voiiedig zijn ingevuld, worden niet in behandeiinggenomen.
•
de bijgevoegde tekeningen voorzien van een duidelijke legenda met verklaring van alle nummers, tekens en afkortingen?
•
op alle bijlagen aangegeven dat ze behoren bij de aanvraag?
•
het aanvraagformulier en de bijlagen, behalve tekeningen, in A4 formaat aangeleverd? de (uitgeprinte) aanvraag en alle daarbij behorende stukken in 5-voud of meer? Wanneer sprake is van toetsing aan meerdere Natura 2000-gebieden, dient per additioneel gebied 1 extra exemplaar te worden aangeleverd.
•
het aanvraagformulier gericht aan: Het college van Gedeputeerde Staten van Fryslên, afdeling Stêd en Plattelan, Postbus 20120, 8900 HM Leeuwarden (het bezoekadres van de provincie is Tweebaksmarkt 52 in Leeuwarden).
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
. 4to
.rtiiii i sm
Vereisten aanvraag Nb-wetvergunning veehouderijen
Kijk voor een actueel overzicht van de vereisten op (klik op de link): http://www.fryslan.nl/2111/natuurbeschermingswetvergunning-en-ammoniakdeposltie.
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
Index Vergunningsaanvraag Natuurbeschermingswet 1998
Bijlage 1 Effectenindicatoren Bijlage 2 Machtiging Bijlage 3 Aerius Calculator: Berekening voor vergunningaanvraag Bijlage 4 Onderbouwing feitelijk gebruik dieraantallen Bijlage 5 Vigerende milieu melding Bijlage 6 Technische tekening gewenste situatie
Bijlage 1 Effectenindicatoren
Effectenindicator Van Oordt's Mersken > Natura 2000-gebieden > Habrtattvpen ^ Effectenindicator > Routeplanner beschermde natuur
Overzicht effecten op soor ten en/of hebitattvpen. De selectie i$ uitgevoerd op gebied 'Va n Oordt's Mers ken" en activite it 'Grondgebonden lan dbouw'. > " ""»njg
rueKopdfacrt
fl
li O ä O. 2
8 3
i
Ifii
li,f lUti lïillgiifl jlËllililg
Storingsfactor Vochtige heiden *Heischrale graslanden Blauwgraslanden Grote modderkruiper
1 2 3 4 7 8 13 16 17 19 ••••••
•••
••
•••
•••
••••••
•••
••
•••••••
Kleine modderkruiper Brandgans (niet-broedvogel)
•
Kemphaan (niet-broedvogel) Kemphaan (niet-broedvogel) Kolgans (niet-broedvogel)
•••••••••• •
Paapje (broedvogei) Smient (niet-brocdvogel)
B zeer gevoelig B gevoelig B met gevoelig n.v.t. onbekend
••••••
• B
B
BBBBBBBB
Effectenindicator Wijnjeterper Schar Home > Natura 2000
Bijlage
Effectenindicator Overzicht effecten op soorten en/of habitattvpen. De selectie is uitgevoerd op gebied 'Wijnjeterper Schar' en activiteit 'Grondgebonden landbouw' > Terug naar zoekopdracht
< r»
It
fi
1
Cl c
1
tl
yi
5"
«O
•O a 8 5 -.O
& 8O O 2 2
» » TD TD 'S
I^
0
c_ c_ a fp
O. fV
s R 3-
Storingsfactor Vochtige heiden
^ ? 5
O
=• - <
a a
3"
= 5' 3 ?
IP
n
13 § I j j 1 I s1 ° f I 3
lO'
3' O
5
lO
5 I» 5'
iQ
3
lO
1 2 3 4 7 8 13 16 17 19 ••••••
•••
BBBBBB
BBB
Droge heiden *Heischrale graslanden
El
•••
Blauwgraslanden
BBBBBB
BBB
Pioniervegetaties met snavelbiezen
BBBBBB
BBB
B zeer gevoelig • gevoelig B niet gevoelig n.v.t. onbekend
•
Effectenindicator Drents-Friese Wold & Leggelderveld Mams / Natura 2CII3G
Effectenindicator
Overzicht effecten op soorten e n/of habitattypen. De selectie is uitge voerd op gebied 'Drents-Friese Wold & Leggelderveld' en activite it 'Grondgebonden landbouw' > Terug naar zoekopdracht
si
II z z
ë
s
II
S S < S = S
Storingsfactor Stuifzandheiden met struikhei Binnenlandse kraaiheibegroeiingen Zandverstuivingen Zeer zwakgcbuffcrde vennen Zwakgebufferde vennen Zure vennen Beken en nvieren met waterplanten Vochbae heiden Droge heiden Jeneverbesstruwelen "Heischrale graslanden •'Actieve hoogv enen Pioniervegetaties met snavelbiezen Oude eikenbossen Drijvende waterweegbree Kamsalamander Boomleeuwerik (broedvogel) Dodaars (broedvogel) Dodaars (niet-broedvogel) Draaihals (broedvogel) Grauwe Klauwier (broedvogel) Paapje (broedvogel) Roodborsttapuit (broedvogel) Tapuit (broedvogel) Wespcndief (b roedvogel) Zwarte Specht (broedvogel)
zeer gevoelig gevoelig niet gevoelig n.vt. onbekend
t*
3
3
iS I ^ A 2.
ii ïlh^;; ¥
as
iS
11
4:ioo 3
1 2
3 4
7
^ 3 ^
O
?
I»
3 13 16 17 19
Effectenindicator Bakkeveense Duinen Home > Natura 2000
Effectenindicator Overzicht effecten op soorten en/of habitattypen. De selectie is uitgevoerd op gebied 'Bakkeveense Duinen' en activiteit 'Grondgebonden landbouw' > Terug naar zoekopdracht
(33 fïl
li
3 ^ D
'êE s3
3
O
^Q. ngE
& 8O O
8 3 -T
O
-O
EE »-r
(t -5"
ü^
5' 5 Storingsfactor Stuifzandheiden met struikhei Binnenlandse kraaiheibegroeiingen Zandverstuivingen Zure vennen Vochtige heiden zeer gevoelig gevoelig niet gevoelig n.v.t. onbekend
^
1? 5 « 5. ^
i-f
i 1 2
ïi
1 2 3 4
iO
r!>
Q-
ó
•O 3' •O
ES« < E ^ » 5 S ff Q. 10
I» 3
'£>
7 8 13 16 17 19
Effectenindicator Fochteioërveen Home > Natura 2000
Effectenindicator Overzicht effecten op s oorten en/of habitattypen. De s electie is uitgevoerd op gebied 'Fochteioërveen' en activiteit'Grondgebonden landbouw', > Terug naar zoel-opdracht
W it»
^ C
yi
3 S 3 3
ê lo
» S-
O
O
'S
TD
I?- ™ 5 ff I a Q. S
S TJ ™ ™
5
/I
Cl
^ It -= S 5- R5- 'ê3 Storingsfactor Zure vennen Vochtige heiden Droge heiden •Actieve hoogvenen Herstellende hoogvenen Geoorde fuut (broedvogel) Geoorde fuut (niet-broedvogel) Kleine Zw aan (niet-broedvogel) Kolgans (niet-broedvogel) Paapje (broedvogel) Porseleinhoen (broedvogel) Roodborsttapuit (broedvogel) Slobeend (niet-broedvogel) Toendrarietgans (niet-broedvogel) Wilde Zwaan (niet-broedvooel) Wintertaling (niet-broedvogel) zeer gevoelig gevoelig niet gevoelig n.v.t. onbekend
lO
>-•
12 3
rT
Ï 1s IS .ll II Iff 3
«O ff
7 8 13 16 17 19
Effectenindicator Drentsche Aa gebied Home > Matura 2000
' prooedore > Natüra 2000-gebieden > Habit attypen > Effec tenindicator > Route planner beschermde natuur
Effectenmclicator Oversicht effecten op soorten en/of hebitattypen. selaiÄe is uitgevoerd op g ebied 'Drentsche Aa-gebied' en activiteit 'Grondgebonden landbouw' > 'P®''"«
coekopdrachr dï
!4
1
3 S
II
tl
8 5
oil •O
O
I
Ig H
O
O H ^ ^
& •& <
i 4 i I
3I ia S Iy ï i
I5 3 15- ^5--I3 I t t !I 3' 5 3 !e 3 •yt
Storingsfactor
\0
^
^
1 2 3 4
IC}
7
CL>0
3C
8 13 16 17 X9
Stuifzandheiden met struikhei
••••••
•••
Binnenlandse kraaiheibegroeiingen
VBHHVH
HBS
Zure vennen
BBIBBH
BBB
Beken en rivieren met waterplanten
BBBBBB
BBB
Vochtige heiden
BBBBBB
BBB
Droge heiden
BBBBBB
BBB
Jcneverbesstruwelen
BBBBBB
BBB
*Heischrale graslanden
BBBBBB
BBB
Qlauwgraslanden
BBBBBB
•••
Zandverstuivingen
•••
Ruigten en zomen
BBBBBB
BBB
•Actieve hoogvenen
BBBBBB
BBB
Overgangs- en trilvenen
BBBBBB
BBB
Pioniervegetaties met snavelbiezen
BBBBBB
BBB
Beuken-eikenbossen mot hulst
BBBBBB
BBB
Eiken-haagbeukenbossen
BBBBBB
BBB
Oude eik enbossen
BBBBBB
BBB
BBBBBB
BBB
•Hoogveenbossen Grote modderkruiper Kamsalamander Kleine m odderkruiper
BBBBBBBBBB BBBBBB
BB
BBBBBBBBBB
Rivierdonderpad
BBBBBBB
BB
Rivierprik
BBBBBBB
BB
B zeer gevoelig fl gevoelig B met gevoelig
Effectenindicator Norgerholt
tan*
Effectenindicator j'iri rfi» t-« .aW W« i>
-yo «octm ««.'«»hiWeeree* 06 4tBi«4 «to^jarhcaf •« ««ti.itM JrofxlQab^odan
i
I
tl
i £ S5
1 UI hl
I,
j!H
ii] 1 fsI
I >*.9*N
I
Effectenindicator Aide Feanen • Natura 2000-gebiaden • na bitattvpen
Overzicht effecten op soorten en/of habitattypen De selectie is uitgevoerd op gebied Aide Feanen' en activiteit 'Grondgebonden landbouw'-
> Effactenindicator ' Routeplanner beschermde natuur
* te'ijg naa' roe^oodracn'
?
li
II s ?
I 3
I if II ? I § Ii i lliflIlHi liiiliiir stonngsfactor
1 2
3
4
7
8 13 16 17 19
Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden
••••••
•••
Vochtige heiden
••••••
•••
Blauwgraslanden
••••••
•••
Overgangs- en trilvenen
••••••
•••
*Galigaanmoerassen
••••••
•••
*Hoogveenbossen
••••••
•••
^Noordse woelmuis
••••
•
••
Bittervoom Grote modderkruiper
••
Kleine modderkruiper
IHHBHHISHH
•••••••
Meervleermuis Rivierdonderpad
••
Aalscholver (broedvogel) Aalscholver (niet-broedvogel) Brandgans (met-broedvogel)
•
••••••Ml
Grauwe Gans (niet-broedvogei)
•
••••••
•
Grutto (niet-broedvogel)
•
••••••
•
Bruine Kiekendief (broedvogel)
Kemphaan (niet-broedvogel)
••••••€•••
Kemphaan (met-broedvogel)
••••••••••
Kolgans (met-broedvogel)
B
Krakeend (met-broedvogel)
B
BBBBBBBB
Kuifeend (met-broedvogel)
B
BBBBBB
Nonnetje (met-broedvogel)
B
BBBBBBBB
Porseieinhoen (broedvogel)
BBBBBBBBflfl
Purperreiger (broedvogel)
•
BBBBBBBBB
Rietzanger (broedvogel)
BBBBBBBB
Roerdomp (broedvogel)
BBBBBBBBB
Roerdomp (met-broedvogel)
BBBBBBBBB
B
Slobeend (met-broedvogel)
B
BBBBBB
Smient (met-broedvogel)
B
BBBBBBBB
Snor (broedvogel)
B
BBBBBBBB
B
Tafeleend (met-broedvogel)
B
BBBBBB
B
Wintertaling (met-broedvogel)
B
BBBBBB
B
Zwarte Stern (broedvogel)
BBBBBBBBB
Zwarte Stern (met-broedvogel)
BBBBBBBBB
B
zeer gevoelig
B
gevoelig
B
BflBBBB fl
met gevoelig nvt. onbekend
Bijlage 2 Machtiging
MACHTIGING
Ondergetekende(n):
5bnr\o\
De Maatschap / VOF • gevestigd te ^ -U' aan met KvK nummer
DD.C?CJ„.„
voor deze: de vennoten wonende te aan of , wonende te
De heer / mevrouw aan Verklaart bij deze te machtigen:
jie-hffêr / mevrouw werkzaam bij Accon AVM , gevestigd te Lpaiiwardun aan de SI-A:maatraat 4 / Drachten aan Zonnedauw 11 / Sfwek aan Sifiiiiiei J/k 1 9 / Vccndcmi ddirTrarti»portweg-a-/-Uitbuizeii aan4ndu5tricwog 16-A en deel uitmakende van de projectgroep Natuurbeschermingswetvergunningen en PAS in de Accon AVM re gio's Friesland Noord en Friesland Zuid, Drenthe en Groningen met het recht van substitutie door een ander e medewerker van Accon AVM, tot het indienen van de aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning bij de Provincie Friesland / Oveftrsïfl / urenche / Groningen TH^ord Hollarrd en/of bet doen van een melding als bedoeld in de PAS en het verrichten van alle overige handelingen betreffende deze aanvraag en/of melding.
Ondertekend te Handtekening(en):
WF/sk/0103.br.58
op
201 5
Bijlage 3 Aerius Calculator: Berekening voor vergunningaanvraag
AERIUS »CALCULATOR Dit document bevat resultaten van een stikstofdepositieberekening met AERIUS Calculator. U dient dit document te gebruiken ter onderbouwing van een vergunningaanvraag in het kader van de Natuurbeschermingswet iggS. De resultaten geven de stikstofeffecten van deze activiteit weer voor haar omgeving. Tot de omgeving behoren zowel Natura 2000gebieden als beschermde natuurmonumenten. Calculator maakt enkel voor de PAS-gebieden inzichtelijk welke stikstofgevoelige habitattypen er voor komen en op welke hiervan een effect is. Op basis hiervan is aangegeven voor hoeveel hectares ontwikkelingsruimte benodigd is. De berekening op basis van stikstofemissies gaat uit van de componenten ammoniak (NHs) en stikstofoxide (NOx), of één van beide. Hiermee is de depositie van de activiteit berekend en uitgewerkt. Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator.
Berekening Situatie i • Kenmerken Emissie • Depositie natuurgebieden Depositie habitattypen
Verdere toelichting over deze PDF kunt u vinden in een bijbehorende leeswijzer. Deze leeswijzer en overige documentatie is te raadplegen via: www.aerius.nl. zELWsQkW/K (04 augustus 2015) pagina 04
Berekening voor vergunningaanvraag
AERIUS IICALCULATOR COntäCt
Activiteit
Totale emissie
Depositie Hoogste projectverschil (mol/ha/j)
Rechtspersoon
Locatie
H. en G. Bijisma
Boerestreekö Ureterp
Omschri|vlng
AERIUS kenmerk
Vergunning Bijisma
2ELW3QkW7K
•atjr" De.-sionmg
'eKeriaa.'
04 augustus 2015,13:04
2015
situanei
Sit-jatie 2
Verschil
1.525,00 kg/j
1.825.80 kg/j
300,80 kg/j
ihacuurgeb'ec:
Proi/incie
Wijnjeterper Schar
Friesland
Situatie '
Situatie 2
Versch:
0,53
0,63
+ 0,10
Toelichting
vergunning Bijisma
SereterTg/oor vergunningaanvraag
Sltuatiei Situatie 2
2ELW3QkW7K (oa augustus 2015) uagra i/'a
Berekening voor vergunningaanvraag Locatie Uieterp ajn de v/aart
L8K}yft
r
/
$
'1
UMkuanm
Lreterpi Oerterp
i
i
V'
ri :r. .fi i
i« Atii.ewei
J'
SeaU^*-
/
c.
500 m
äe'eKef'^g'r:o^ (ergunpingaa.ivrjag
Situatie 1 Situatie 2
2ELW3QkW7K (04 augustus 2015) :ag'-a5ra
Berekening voor vergunningaanvraag Emissie Situatie i
Maam
LlgbOXStal
LocatieiX.Y)
208294,567819
Warrptemhoüd
6,0 m 0,0 mw
MH,
1.371,00 kg/j
üitstoothoogts
Dier
yH
Ornschri)ving
Ai.ioo
overige huisvestingssystemen (Rundvee; melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar) (Overig)
97 NH3
13,000
1.261,00 kg/j
A 3.100
overige huisvestingssystemen (Rundvee; vrouwelijk jongvee tot 2 jaar) (Overig)
25 NH3
4,400
110,00 kg/j
Emissiefactor rkg/dier'i)
Emissie
4.400
61,60 kg/j
LJ
3e^3<ening iQor /ergünn.Pgaarx/'aag
Aantal Stof dieren
RAV code
Naam
jongvecstal
cacatie(X,v)
20827I, 56782!
Uititoothoogte
4»0
Warmteinhojd
0,0 mw
NH3
61,60 kg/j
Dier
RAV code
Om5C^riiving
yy
A 3.100
overige huisvestingssystemen (Rundvee; vrouwelijk jongvee tot 2 jaar) (Overig)
Situatie 1 Situatie 2
Emissiefaaor i'kg/dier/i;
Aantal Stof dieren
14
NH3
2ELW3QkW7K (04 augustus 2015)
Berekening voor vergunningaanvraag
•Maam
kaiverstal
locate (X,Y)
208283,567849
oitstoocnoogte
2,0 m
WarmteinhouO
0,0 PDW
92,40 kg/j
Dier
RAV code
A 3.100
Aantal Stof dieren
Omschrijving
overige huisvestingssystemen
Emissiefactor i'kg/dier/j)
Emissie
4,400
92,40 kg/j
21 NH3
(Rundvee: vrouwelijk jongvee tot 2 jaar) (Overig)
Emissie Situatie 2
//'
Die-
RAV code
^
A 1.100
iMaarm
Ligboxstal
cocatlefX.Y)
208294,567819
ijitstoothoogte
6,0 m
Warmteinhoija
0,0 mw
:MH3
1.539,80 kg/j
Omschrijving
overige huisvestingssystemen
Aantal Stof dieren
111 NH3
Emissiéfactor ikg/dier,';}
13,000
1.443,00 kg/j
4,400
96,80 kg/j
(Rundvee; melk- en kalfkoelen ouder dan 2 jaar) (Overig)
A 3.100
overige huisvestingssystemen (Rundvee; vrouwelijk jongvee tot 2 jaar)
22
NH3
(Overig)
äereksningvoc
Situatiei
zELW^QkWrK (04 augustus 2015)
yergunmngaarvraag
Situatiea
lagi-a 5/'a
Berekening voor vergunningaanvraag
Locatie (X.Y)
jongveestal 208271, 567821
Uitstoothcogte
£j,,0 ITl
Warmteinnoud
0,0 OIW
NHJ
83,60 kg/j
Naam
Dier
RAVcode
Omschrijving
A 3.100
overige huisvestingssystemen (Rundvee; vrouwelijk jongvee tot 2 jaar) (Overig)
Aantal Stof dieren
—ƒ
Emissiefactor (kg/dier/j)
Emissie
4,400
83,60 kg/j
Emissiefactor (kg/dier/j)
Emissie
4,400
114,40 kg/j
19 NH3
Naam
kalverstal
Locatie :x,Y)
208283,567849
Uitstoothoogte
2,0 m
Warmteinhoud
O,O ITIW
NH5
114,40 kg/j
Dier
RAV code
Omschrijving
^
A 3.100
overige huisvestingssystemen (Rundvee; vrouwelijk jongvee tot 2 jaar) (Overig)
Aantal Stof dieren
Naam
26 NH3
strohokken 208277, 567850
'jitstoothoogre
4iO m
A/armteinhojd
0,0 HIW
88,00 kg/j
Dier
Berske^ir^g /oer •/ergunningaanvraag
Situatie i Situatie 2
RAV code
Omschrijving
A 3.100
overige huisvestingssystemen (Rundvee; vrouwelijk jongvee tot 2 jaar) (Overig)
Aantal Stof dieren
20 NH3
Emissiefactor (kg/dier'j;
4,400
88,00 kg/j
2ELW3QkW7K (04 augustus 2015) -Idgina S.M
Berekening voor vergunningaanvraag Depositie
-oogste D^Disctversc^*!! V'imetarDer ocnaf
Hoogste proieccverscnti oer "aC'jLrgeD'ec!
Habitatncntnip vogeiricfitlijr SescPerrr natjurmonurr-ent ^aDitatncPClrr. vsgeincbtii]" -aoicatr'chtiiin. Bescner"' "a-j.jrgeoied /ogeirichthiP, BescPerm ^at.argeoied -ac'tacrxhtiiip. '/ogeipcpthip, Besc-erpia Pdti-'-rgsOred
3e'?kepi"g yergunningaarwaag
Situatie 1
aELWjOkWrK (04 augustus 2015)
Situatie 2
aagiiia '.''d
Berekening voor vergunningaanvraag Depositie PASgebieden
Hoogste proiectverschil (mol/ha/|) Situatie I
Situatie 2
Verschil
Overschrijding KDW
Ontwikkelingsruimte beschikbaar
Fochteloërveen
0,12
0,12
0,00
Bakkeveense Duinen
0,45
0,54
+ 0,09
O
Drentsche Aa-gebied
0,04
0,04
0,00
O
Van Oordt's Mersken
0,08
0.08
0,00
O
Norgerholt
0,07
0,07
0,00
O
Wijnjeterper Schar
0,53
0,63
+ 0,10
O
Drents-Friese Wold & Leggelderveld
0,06
0,06
0,00
O
Aide Feanen
0,05
0,05
0,00
O
Q Seen overschrnding ^ /i,el ouerscnrnding O Cntwikkelingsruimte beschikbaar*
O Seen ont-Aikkeiingsruimce beschikbaar ^ viaer oan 50% van ontw'kkelingsruirrre uitgegeven m •.e"minste één hectare *
Sereven ng voc' /ei'gjnningaanvraag
3i| beoordeling van een vergunningaanvraag n net oder van de Mb-wet A/orot vastgesteld of er /o idoende antwikkelingsruimte besct-ikoaar s en bf da' -.ignicante verslechmrini; jitgesio'er kan -.vo.den.
Situatie 1
2ELWgOI<W7K (04 augustus 2015)
Situatie 2
bag rai a
Berekening voor vergunningaanvraag Depositie per Fochteloërveen habitattype NatujrgeDied
Hoogste projecp/erschil (mol/ha/j) Situatie I
Situatie 2
Verschil
Overschrijding
Ontwikkelingsruimte beschikbaar
H7i2oah Herstellende hoogvenen, actief hoogveen
0,12
0,12
0.00
O
Hgggg-.z^ Habitattype onbekend/onzeker KDW op basis meest kritische aangewezen type(H7noA, H7i20)
0,05
0,05
0,00
O
H2320 Binnenlandse kraaiheibegroeiingen
0,04
0,04
0,00
H4030 Droge heiden
0,09
0,09
0,00
O
ZGH7i2oah Herstellende hoogvenen, actief hoogveen
0,09
0,09
0,00
O
H7noA Actieve hoogvenen (hoogveenlandschap)
0,05
0,05
0,00
Bakkeveense Duinen i\i3Eü„r3eoied
Hoogste proiectverschil (mol/ha/ij Situatie 1
SereKeningvooi" •/e rgu nn in ga a nv raag
Situatie 2
Verschi
Overschrij- Ontwikding KDW kelingsruimte beschikbaar
H2330 Zandverstuivingen
0,40
0,47
+ 0,08
H3160 Zure vennen
0,34
0,41
+ 0,07
O
ZGH2310 Stuifzandheiden met struikhei
0,28
0,34
+0,06
O
H2310 Stuifzandheiden met struikhei
0,45
0,54
+ 0,09
O
H4010A Vochtige heiden (hogere zandgronden)
0,35
0,41
+ 0,07
O
H2320 Binnenlandse kraaiheibegroeiingen
0,45
0,54
+0,09
Situatie i Situatie 2
2ELW3QkW7K (04 augustus 2015) :i5gipa -}/M
Berekening voor vergunningaanvraag Drentsche Aa-gebied '^latuurgebied
Hoogste proiectverschil (mol/ha/j) Situatie 1
Situatie a
Verschil
Overschnjding i
Ontwikkelingsruimte beschikbaar
HgiEoC Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen)
0,04
0,04
0,00
O
HgiDo Hoogveenbossen
0,04
0.04
0,00
O
Hgigo Oude eikenbossen
0,04
0,04
0,00
O
H4030 Droge heiden
0,04
0,04
0,00
O
H401OA Vochtige heiden (hogere zandgronden)
0,05
0,05
0,00
O
H2310 Stuifzandheiden met struikhei
0,04
0,04
0,00
O
O
Van Oordt's Mersken Vacjurgeöied
Hoogste oro)ectverschil (mol/ha/i) Situatie 1
Situatie a
Verschil
Overschnj- Ontwikding KDW kelingsruimte beschikbaar
H40IOA Vochtige heiden (hogere zandgronden)
o,og
o,og
0,00
H6410 Blauwgraslanden
0,08
0,08
0,00
O
H6230vka Heischrale graslanden, vochtig kalkarm
0,11
o,n
0,00
O
Norgerholt .u-ge-^ed
Hoogste oroiectverschii fmot/ha/ij Situatie I
Hgi20 Beuken-eikenbossen met hulst
3er®k2n:pg jocr
Situatiei
^erguromgaanvraag
Situatie 2
0,07
Situatie 2
0,07
Verschil
Overschr'jding KDW
Ontwikkelingsruimte beschikbaar
0,00
aELV^sQkW/K (04 augustus 2015)
Berekening voor vergunningaanvraag
Wijnjeterper Schar Hoogste pro,ectversch,i (mol/ha/,) S,tuat,e,
Matd'jrgeb'ed
Situaoea
0,46
°'55
0.47
0-56
O O
zandgronden) H4030 Droge heiden
0,53
0,63
+ 0,10
+ 0,09 H6230vka
Heischrale graslanden, vochtig
0-45
Ontwik-
Versch.l
H6410 Blauw/graslanden H4onoA Vochtige heiden (hogere
Oversctini' KOW
O O
'53
kalkarm ,56
H,t5oPioniervegetatiesmetsnavelbiezen
+ 0'09
o,47
zELWsQkWzk (04 augustus zois) -agma ^i."a Situatie 1 .ergunr-gaarvaag
Situatie a
Berekening voor vergunningaanvraag Drents-Friese Wold & Leggeiderveid Natuurgebied
Hoogste projectverschil (mol/ha/j) Situatie 1
Situatie a
Verschil
Overschrijding KDW
Ontwikkelingsruimte beschikbaar
H2330 Zandverstuivingen
0,04
0,04
0,00
H7150 Pioniervegetaties met snavelbiezen
0,05
0,05
0,00
O
H623ovka Heischrale graslanden, vochtig kalkarm
0,06
0,06
0,00
O
H3I6O Zure vennen
0,05
0,05
0,00
O
Hgigo Oude eikenbossen
0,05
0,05
0,00
O
H3130 Zwakgebufferde vennen
0,05
0,05
0,00
O
H4030 Droge heiden
0,05
0,05
0,00
O
H2320 Binnenlandse kraaiheibegroeiingen
0,06
0,06
0,00
O
H4010A Vochtige heiden (hogere zandgronden)
0,06
0,06
0,00
O
H/noB Actieve hoogvenen (heideveentjes)
0,05
0.05
0,00
O
H5130 Jeneverbesstruwelen
0,06
0,06
0,00
O
H2310 Stuifzandheiden met struikhei
0,06
0,06
0,00
O
rBe'ï'ren ng joQr
Situatie 1
ue'gLnn.ngaanvaag
Situatiea
2ELW3QkW7K (oq augustus 2015)
Berekening voor vergunningaanvraag Aide Feanen Natuurgabied
Hoogste projeco/erschil (mol/ha/j) Situatie 1
Situatie 2
Verschil
Overschrij- Ontwikding KDW kelingsruimte beschikbaar
O
HgiDo Hoogveenbossen
0,05
0,05
0,00
H6410 Blauwgraslanden
0,05
0,05
0,00
O
H714OB Overgangs- en trilvenen
0,05
0,05
0,00
O
0,04
0,04
0,00
(veenmosrietianden)
H315obaz Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden, buiten afgesloten zeearmen
O
O
Geen overschrijding G/e' overscnniüing
ö Oncwikkeüngsruimte beschikbaar* Q Geen ontwikkeiingsruimte beschikbaar ^ Meer dan 5o% van ontwikkelingsruimte uitgegeven in tenminste één hectare *
ge'-ekeningvoor vergunningaanvraag
3ij beoordeling van een vergunningaanvraag 'n het kader van de Vb-wet wordt vastgesteld of er voldoende ontwikkeiingsruimte beschikbaar 15 en of dat signicante lersis ohtering jitgesloten kan worden.
Situatie 1
zELWgQkW/K (04 augustus 2015)
Situatie 2
.-agma 15/14
Berekening voor vergunningaanvraag Disclaimer
R0kGnb3SiS
Hoewei verstrekte gegevens kunnen dienen ter onderbouwing van een vergunningaanvraag, kunnen er geenrechten aan worden verleend. De eigenaar van AERIUS aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de inhoud van de door de gebruiker aangeboden informatie. Bovenstaande gegevens zijn enkel bruikbaar tot er een nieuwe versie van AERIUS beschikbaar is. AERIUS is een geregistreerd handelsmerk in de Benelux. Alle rechtendie niet expliciet worden verleend, zijn voorbehouden.
Oeze berekening is tot stand gekomen op basis van: AERIUS
versie zot4_20i 5073i_ca27di77oe
Database
versie 2014,2015o630_ob497od93e
Meer informatie over de gebruikte data, zie www.aerius.nl/methodiek
3ereKeP'ngvoc-
Situatie 1
2ELW3QkW7K (04 augustus 2015)
yergunn'ngaarvraag
Situatie2
:3g:-a ca
Bijlage 4 Onderbouwing feitelijk gebruik dieraantallen
SAMENSTELLINGSVERKLARING VAN DE ACCOUNTANT Aan: H en G. Bijlsma De Opgave aantal aanwezige dieren per 31-12-2014 van H.en G. Bijlsma is door ons samengesteld op basis van de van u gekregen informatie. Uw gegevens zijn; KvK-nummer: 63442132 Naam van het Bedrijf / relatie: H.en G. Bijlsma Adres: Boerestreek 6 Postcode en woonplaats: 9247 CC Ureterp Deze samenstellingsopdracht is door ons uitgevoerd volgens Nederlands recht, waaronder de voor accountants geldende Standaard 4410, "Samenstellingsopdrachten". Op grond van deze standaard wordt van ons verwacht dat wij u ondersteunen bij het opstellen en presenteren van de Opgave aantal aanwezige dieren per 31-12-2014. Wij hebben daarbij onze deskundigheid op het gebied van administratieve verwerking en financiële verslaggeving toegepast. Bij een samenstellingsopdracht bent u er verantwoordelijk voor dat de informatie klopt en dat u ons alle relevante informatie aanlevert. Wij hebben onze werkzaamheden, in overeenstemming met de daarvoor geldende regelgeving, dan ook uitgevoerd vanuit de veronderstelling dat u aan deze verantwoordelijkheid heeft voldaan. Als slotstuk van onze werkzaamheden hebben wij door het lezen van de Opgave Aantal aanwezige dieren per 31-12-2014 globaal nagegaan dat het beeld van de opgave overeenkwam met onze kennis van H.en G, Bijlsma De opgave is gebaseerd op een uitdraai uit management systeem. Op basis van de door ons samengestelde Opgave aantal aanwezige dieren per 31-12-2014 blijkt dat H.en G. Bijlsma, naar alle waarschijnlijkheid op 31-12-2014 de volgende aantallen dieren op het bedrijf werden gehouden. •
99 stuks melkvee
•
70 stuks jongvee
Bij het uitvoeren van deze opdracht hebben wij ons gehouden aan de voor ons geldende relevante ethische voorschriften in de Verordening Gedrags- en Beroepsregels Accountants (VGBA). U en andere gebruikers van deze Opgave Aantal aanwezige dieren per 31-12-2014 mogen er dan ook vanuit gaan dat wij de opdracht professioneel, vakbekwaam en zorgvuldig, integer en objectief hebben uitgevoerd en dat wij vertrouwelijk omgaan met de door u verstrekte gegevens. Beperking in gebruik en verspreidingskring De Opgave aantal aanwezige dieren per 31-12-2014 is opgesteld voor de provincie Friesland met als doel H.en G. Bijlsma in staat te stellen te voldoen aan vereisten zoals die gelden in Programmatische aanpak stikstof (PAS). Hierdoor is de opgaaf ter bepaling van het aantal aanwezige dieren per 31-12-2014 niet geschikt voor andere doeleinden. Onze samenstellingsverklaring is derhalve uitsluitend bestemd H.en G. Bijlsma en provincie Friesland voor de bepaling van het aantal aanwezige dieren per 31-12-2014 bij H.en G. Bijlsma en dient niet te worden verspreid aan of te worden gebruikt door anderen. Accon avp^ccountants BA/.
V
J. Keunij AccoL/itarit-Administratiéconsulent
Inschrijfnummer NBA:
o
Administratieve aantallen Periode: 31-12-2014 t/m 31-12-2014
Co'^nrij
maandag 13 juli 2015
Bedrijf 53659: H. BIjIsma
Begin
Geboren Aankopen
Van andere groep
Naar Sterfte andere incl. groep Verkopen doodgeb.
Pag: 1
Bnde
Melkvee Zonder diemr. Vaarskalveren
34
35
Pinken
30
30
2
1
98
99
168
169
Jongvee > 2 jr Melkkoeien '
Vleesvee
Zonder diemr. Vaarskalveren Pinken Jongvee > 2 jr Vleeskoeien
Stieren Zonder diemr. Stierkalveren Stieren > 1 jr Stieren > 2 jr Totaal
Aantal doodgeb. kalveren Gem. aantal stuks jongvee
66
Gem. aantal stuks jong vleesvee
Gem. aantal melkkoeien
99
Gem. aantal stuks vleesvee
Aantal stuks jongvee /10 mk
6,7 Gem. aantal stieren
Afgeronde aantallen Melkkoeien
99
Jongvee + O'ong) vleesvee
66
Bijlage 5 Vigerende milieu melding
'.Vfpf
Is.' • •
•
GEMEENTE OPSTERLAND
postadres: postbus 10 000 9244 zp beetsterzwaag
Aan; mts. C. de Vries en H. Bijlsma
bezoekadres: hoofdstraat 82, beetsterzwaag telefoon: 0512-386222 fax: 0512-381875
Uw kenmerk:
Boerestreek 6 9247 CC URETERP
Uw brief van:
Onderwerp: toezending vergunning Wet milieubeheer (art. 3.41 Awb).
Ons kenmerk:
Behandeld door:
tel.nr.:
bijlagen:
02-03
A.K. Canninga
386311
div.
Beetsterzwaag, 6 mei 2002. Verzonden op: ^
ro r-l
Geachte leden van de maatschap, Over uw aanvraag om een vergunning op grond van de Wet milieubeheer voor het bedrijf gelegen aan de Boerestreek 6 te Ureterp hebben wij een definitief besluit genomen. De gevraagde vergunning doen wij u hierbij toekomen. Een afschrift van de openbare bekendmaking van de vergunning is bijgevoegd. Tegen ons besluit tot verlening van deze vergunning kunt u vanaf 10 mei 2002 gedurende zes weken beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA 's-Gravenhage. In de bijlage kunt u lezen hoe u dit kunt doen. De vergunning wordt van kracht met ingang van de eerste dag na het einde van de bedoelde termijn van zes weken. Maar wanneer een verzoek om een voorlopige voorziening is ingediend, wordt de vergunning niet van kracht voordat op dat verzoek is beslist. Meer informatie kunt u krijgen bij de heer M. van der Meulen, medewerker afdeling Pubiiekszaken, telefoonnummer: 0512 - 386 366. Hoogachtend, burgemeester en wethouders, namen? hen, I _ ^ ^ mevrouw A.K. Canninga, medewerker afdeling Pubiiekszaken.
GEMEENTE OPSTERLAND BEKENDMAKING-WET MILIEUBEHEER Over de aanvraag van een vergunning op grond van de Wet milieubeheer voor de meikrundveehouderij aan de Boerestreek 6 te Ureterp, waarvan de veranderingen on der andere betreffen het vergroten van de bestaande ligboxenstai en het vergroten van de drijfmestopslagcapaciteit, hebben burgemeester en wethouders een definitief besluit genomen. Zij hebben de vergunning verleend. Ten opzichte van het eerdere ontwerp-besluit zijn hierin geen veranderingen aangebracht. Het besluit en de bijbehorende stukken liggen vanaf 10 mei 2002 tot 21 juni 2002 voor iedereen ter inzage in het gemeentehuis (afdeling Publiekszake n) te Beetsterzwaag van 08.30 uur tot 12.30 uur en daarbuiten volgens afspraak (tel. 0512-386 316). Beroep tegen het t)esluit kunnen indienen: - degenen die tjedenkingen hebben ingebracht tegen het ontwerp-tjesluit; - adviseurs, die advies hebben gegeven over het ontwerp-besluit; - belanghebbenden die in eerdere instantie geen bedenkingen konden inbrengen. Hoe gaat u In beroep Tot 21 juni 2002 kunt u in beroep gaan bij de Afdeling bestuuursrech tspraak van de Raad van State (artikel 20.1 en 20.7 Wet milieubeheer). Is uw beroepschrift niet voor deze datum bij de Raad van State, dan is uw mogelijkheid om in beroep te gaan in principe voorbij. Dit betekent dat uw beroep dan niet iri behandeling wordt genomen. In het beroepschrift moet u opnemen (artikel 6:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht): - uw naam en adres, - de datum, waarop u het beroepschrift verstuurt, - het besluit waartegen u in beroep gaat (stuur een kopie daarvan mee), - de redenen waarom u in beroep gaat, - uw handtekening. Uw beroepschrift stuurt u naar: Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak, Postbus 20019 2500 EZ DEN HAA.G Beslissing op uw beroepschrift De beslissing op uw beroepschrift kunt u binnen 12 maanden na afloop van de iseroepstermijn verwachten (artikel 20.1, tweede lid Wet milieutieheer). Tijdelijke regeling vragen aan de Raad van State Ook als u in beroep bent gegaan mag het besluit worden uitgevoerd. Het kan zijn dat dit onherstelbare gevolgen voor u heeft. U kunt dan de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak vragen om een 'voorlopige voorziening'. Dit is een speciale regeling voor de periode dat het beroepschrift nog in behandeling is (artikel 8:81 Algemene wet bestuursrecht en art. 20.3 Wet milieubeheer). Een voorlopige voorziening is dus een tijdelijke regeling van het geschil en wordt vaak een schorsing genoemd. Uw verzoek om voorlopige voorziening stuurt u, met een kopie van uw beroepschrift, naar: de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, postbus 20019, 2500 EZ DEN HAAG. Deze bekendmaking wordt: a. op 9 mei 2002 geplaatst, in De Woudkiank; b. aangebracht op het publicatiebord van het gemeentehuis; c. met een begeleidend schrijven toegezonden aan: 1. de vergunningaanvra(a)g(3t)er; 2. de Regionale inspecteur Milieuhygiëne, postbus 30020, 9700 R^yl Groningen; 3. de omwonenden.
BEROEPSPROCEDURE (MILIEUVERGUNNING)
Bijlage
In beroep gaan Binnen zes weken na bekendmaking kunt u in beroep gaan bij de Raad van State (artikel 20.1 en 20.7 Wet milieubeheer). Is uw beroepschrift niet binnen deze zes weken bij de Raad van State, dan is uw mogelijkheid om in beroep te gaan in principe voorbij. Dit betekent dat uw beroep dan niet in behandeling wordt genomen. In het beroepschrift moet worden opgenomen (artikel 6:5 eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht): - uw naam en adres, - de datum, waarop u het beroepschrift verstuurt, - het besluit waartegen u in beroep gaat (stuur een kopie daao/an mee), - de redenen waarom u in beroep gaat, - uw handtekening. w beroepschrift stuurt u naar: Naad van State, Afdeling bestuursrechtspraak, Postbus 20019 2500 EA Den Haag Beslissing op uw beroepschrift De beslissing op uw beroepschrift kunt u binnen 12 maanden na afloop van de beroepstermijn ver>/'/achten (artikel 20.1, 2e lid Wet milieubeheer). Tijdelijke regeling vragen aan de Raad van State Ook als u in beroep bent gegaan mag het besluit worden uitgevoerd. Het kan zijn dat dit onherstelbare gevolgen voor u heeft. U kunt dan de voorzitter vragen om een 'voorlopige voorziening'. Dit is een speciale regeling voor de periode dat het beroepschrift nog in behandeling is (artikel 8:81 Algemene wet bestuursrecht en art. 20.3 Wet milieubeheer). Een voorlopige voorziening is dus een tijdelijke regeling van het geschil en wordt vaak een schorsing genoemd. Uw verzoek om voorlopige voorziening stuurt u, met een kopie van uw beroepschrift, naar: De voorzitter van de Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak. Adres: zie hiervoor. te Raad van State brengt u griffierechten in .rekening (particulieren € 136,13 en organisaties € 272,27). Voor het in ehandeling nemen van een verzoek om 'voorlopige voorziening', wordt eenzelfde bedrag in rekening gebracht. Verdere informatie - Naast u kunnen nog de volgende personen of organisaties in beroep gaan: - Degenen d'e bedenkinger' hebben ingebracht tegen het ontwero-besluit; - Adviseurs, die advies hebben gegeven over het ontwerp; - Degenen die bedenkingen hebben tegen wijzigingen van het ontwerp; - Beianghebbenden die in eerdere instantie geen bedenkingen konden inbrengen. - Voor verdere informatie kunt u bellen met of de heer P. Stevens van de afdeling Facilitaire Zaken, - tel.; 0512 386232 of met de Raad van State tel.: 070 3624871. - Bij het informatiepunt in de hal van het gemeentehuis is de folder 'bezwaar en beroep tegen een beslissing van de overheid' gratis verkrijgbaar.
GEMEENTE OPSTERLAND posïactres. postbus 10 000 9244 zp beetsterzwaag
Asn. MtS. C. ds VriSS SD H. BijlSiT13
Soerestreek 6
bezoeKadrss: hoofdstraat 82. beetsterzwaag telefoon: 0512-386222 fax: 0512-381875
Uw kenmerk:
9247 CC Ureterp
Uw brief van:
Onderwerp; vergunning Wet milieubeheer
Ons kenmerk: 02-03
Behandeld door: M. van der Meulen
Tel.nr.: 0512-386 366
Bijlagen; div.
Beetsterzwaag, 6 mei 2002. Verzonden: ^
•"6 piCi t-hii Geachte leden van de maatschap, Op 1 februari 2002 is bij ons een aanvraag ingekomen van mts. C. de Vries en H. Bijlsma, Boerestreek 6 te Ureterp voor een nieuv/e, de gehele inrichting omvattende vergunning (revisievergunning) ingevolge artikel 8.4 lid 1 van de Wet milieubeheer voor een melkrundveehouderij. Deze aanvraag is onder nummer 02-03 ingeschreven. De aanvraag De navolgende bescheiden maken deel uit van de aanvraag: - aanvraagformulier d.d. 1 februari 2002; - overzichtstekening van de inrichting d.d. 1 februari 2002. Deze bescheiden voldoen aan het gestelde in hoofdstuk 5 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer en leveren derhalve voldoende informatie op voor een goede beoordeling van de aanvraag. Het bedrijf is een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer (artikel 1.1). De inrichting valt onder categorie 1.1b, 5.1, 7.1a, 8.1a, van Bijlage i behorende bij het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer. De inrichting is gelegen aan Boerestreek 8 te Ureterp, kadastraal bekend als gemeente Ureterp, sectie E, nummers 1419 en 1420. De inrichting betreft een melkrundveehouderij. De aanvraag houdt verband met een verandering van de inrichting. De aangevraagde verandering betreft het vergroten van de bestaande ligboxenstal en de drijfrnestopslagcapaciteit. De aanvraag betreft geen toename van het aantal dieren. De inrichting is gelegen buiten de bebouwde kom van Ureterp, De directe omgeving wordt gekenmerkt door een enkele burgerwoning met een enkele of meerdere agrarische bebouwingen. De dichtstbijzijnde woning van derden is gelegen op circa 25 meter afstand van de inrichting.
Vigerende vergunning(-en) Voor de inrichting is op 24 oktober 1991 een oprichtingsvergunning ingevolge de Wet milieubeheer verleend. In tabel 2 is een overzicht gegeven van het totaal aantal vergunde dieren. Naast bovengenoemde vergunning is op 17 december 1993 voor de opslag van drijfmest in een foiiebassin een melding gedaan op grond van het Besluit mestbassins milieubeheer.
Tabel 2. Vigerende vergunning Diersoort Melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar Vrouwelijk jongvee tot ca. 2 jaar Totaal
Aantal dieren 97 60 157
Op de inrichting zijn geen algemene maatregelen van bestuur (AMvB) op grond van de artikelen 8.40 dan wel 8.44 van de Wet milieubeheer van toepassing. V/ij hebben de aanvraag getoetst aan de criteria die zijn gesteld in artikel 8.8 van de Wet milieubeheer. Deze criteria en de uitkomsten van de toetsing zijn onderstaand vermeld. Gemeentelijk en provinciaal beleid De aanvraag met de bijgevoegde gegevens is getoetst aan het provinciale en gemeentelijke milieubeleid. Er zijn geen strijdigheden met het vigerende milieubeleid geconstateerd. Milieukwaliteitseisen Bij het beoordelen van de aanvraag en bij het opstellen van de voorschriften is rekening gehouden met het gestelde in hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer inzake milieukwaliteitseisen. De inrichting is niet gelegen in een grondwaterbeschermingsgebied, een stiltegebied of een andersoortig gebied waan/oor bij AMvB milieukwaliteitseisen zijn gesteld. In de omgeving van de inrichting zijn gee n ontwikkelingen te ver/vachten die van belang zijn met het oog op de bescherming van het milieu. Mogelijke gevolgen voor het milieu Het in werking hebben van deze inrichting kan met name de volgende belasting meebrengen voor het milieu: 1. de inrichting kan stankhinder veroorzaken als gevolg van het houden van dieren en de opslag van mest; 2 de inrichting kan verzuring veroorzaken van bossen, natuurterreinen en landschapselementen, als gevolg van de depositie van verzurende stoffen afkomstig uit de onderhavige inrichting; 3. de inrichting kan bodemverontreiniging veroorzaken door de opslag van vaste mest en dieselolie; 4. de inrichting kan geluidhinder veroorzaken als gevolg van in de inrichting aanwezige toestellen en installaties, alsmede door in de inrichting verrichte werkzaamheden; De vermelde milieubelastende aspecten beoordelen wij aan de hand van de opgesomde wettelijke criteria als volgt: Aanvragen om vergunningen voor inrichtingen waarin op bedrijfsmatige wijze dieren worden gehouden, worden in dit verband specifiek getoetst op ammoniakbeiasting en de van de inrichting te duchten stankhinder. ad. 1 Bij de beoordeling van stankhinder wordt onderscheid gemaakt in stankbelasting van de afzonderlijke veehouderij en de stankbelasting die door de gezamenlijks veehouderijen rond een stankgevoelig
object wordt veroorzaakt. Het laatste is alleen van toepassing op intensieve veehouderijen. Op grond van vaste jurisprudentie (AbRvS 7 mei 1998, nr. DOS.97.0614, 21 april 1998, nr. EOS.97.0115) moet voor de indeling van de omgeving in categorieën aansluiting worden gezocht bij de brochure Veehouderij en Hinderwet van 1985 ('de Brochure'). Voor wat betreft het karakter van de om.geving van de inrichting moet worden uitgegaan van de in voornoemde Brochure genoemde categorie. Het betreft een enkele burgenwoning met een enkele of meerdere agrarische bebouwingen {=omgevingscategorie III). Voor wat betreft de beoordeling van de van de inrichting te duchten stankhinder is aangesloten bij de Richtlijn "Veehouderij en Stankhinder 1996" ('de richtlijn'). De stankhinder die van de inrichting is te duchten, is getoetst aan de minimaal gewenste afstanden, zoals die is bepaald aan de hand van de Richtlijn veehouderij en stankhinder en de Brochure Veehouderij en Hinderwet. De dichtstbijzijnde gelegen woning van derden (= Boerestreek 4), ook wel stankgevoeiig object genoemd, is gelegen op een afstand van ca. S5 meter ten opzichte van het emissiepunt van de onderhavige inrichting. In tabel 3 is een overzicht gegeven van zowel de werkelijke afstand als de minimale afstand die ingevolge de Brochure moet worden aangehouden tussen de buitenzijde van een stankgevoeiig object (=woning van derden) uit de omgevingscategorie lil en het dichtst bij dit object gelegen emissiepunt van de onderhavige inrichting. Tabel 3, Afstanden tussen stankgevoeiig object en het dichtst bijgelegen emissiepunt Minimale afstand 50 meter Werkelijke afstand 35 meter Vergelijking van deze afstanden toont aan dat niet voldaan wordt aan de afstandsnormen van de Richtlijn veehouderij en stankhinder. Gelet op het feit dat er t.o.v. de bestaande vergunning geen uitbreiding van het aantal dieren binnen de inrichting plaatsvindt, hoeft deze ah/vijking van de afstandsnorm, vergunningverlening niet in de weg te staan. Verder is er ter voorkoming van stankhinder naar de directe omgeving toe nog een extra voorschrift in de milieuvergunning opgenomen. Dit voorschrift luidt als volgt: "Ramen en deuren van stallen moeten gesloten worden gehouden, voor zover ze geen functie hebben voor luchtinlaat of het doorlaten van personen, dieren, vaste mest of goederen". ad. 2 Op 1 januari 2002 is de 'Interimwet ammoniak en veehouderij' komen te vervallen. Het ammoniakreductieplan dat zijn rechtskracht ontleend aan deze wet is hiermee OOK komen te ven/allen. De Wet ammoniak en veehouderij is hiervoor in de plaats gekomen. Op 29 januari 2002 is deze wet door de Eerste Kamer goedgekeurd. De wet is momenteel nog niet van kracht. In de Wet ammoniak en veehouderij is aangegeven dat bij elke oprichting of verandering van een agrarisch bedrijf getoetst dient te worden of een tot het agrarisch bedrijf behorend dierenverblijf geheel of gedeeltelijk is gelegen in een kwetsbaar gebied, dan wel in een zone van 250 meter rond een zodanig gebied. Als kwetsbar e gebieden worden momenteel die gebieden bedoeld die krachtens artikel 1 lid 2 van de voormalige Interimwet ammoniak en veehouderij waren aangemerkt. Indien een tot het agrarisch bedrijf behorend dierenverblijf geheel of gedeeltelijk is gelegen in een kwetsbaar gebied, dan wel in ee n zone van 250 meter rond een zodanig gebied, dan geldt er een beperkende werking van deze wet voor de gehele inrichting. Indien een tot het agrarisch bedrijf behorend dierenverblijf geheel of gedeeltelijk is gelegen buiten een zone van 250 meter rond een kwetsbaar gebied, dan geldt er geen beperkende werking van deze wet voor de gehele inrichting. De inrichting gelegen aan Boerestreek 6 te Ureterp is gelegen op 1.300 meter afstand tot een
kwetsbaar gebied. Gelet op het feit dat de inrichting buiten de zone van 250 meter rond een kwetsbaar gebied ligt, geldt er geen beperkende werking van deze wet voor de gehele inrichting en hoeft de vergunning derhalve niet te worden geweigerd. ad. 3 In de inrichting wordt drijfmest in de mestdichte opslagruimte opgeslagen. De opslag van vaste mest vindt plaats op een mestdichte plaat, die is voorzien van een opstaande rand of een gelijkwaardige voorziening. De opslag van dieselolie vindt plaats in een bovengrondse tank met een inhoud van 3 m®. De bovengrondse tank staat inpandig opgesteld in een vloeistofdichte lekbak. De opslag van brandbare vloeistoffen en oliën (w.o. afgewerkte olie) in emballage vindt plaats boven een vloeistofdichte lekbak, dan wel op een vloeistofdichte vloer. Ten aanzien van de bescherming van de bodem zijn in hoofdstuk 5 'Bodem' voorschriften opgenomen. ad. 4 De beoordeling heeft plaatsgevonden op basis van de geluidsgrenswaarden die zijn opgenomen in de "Handreiking Industrielawaai en vergunningverlening" van 1998. Aangezien nog geen gemeentelijk beleid hieromtrent is vastgesteld is aansluiting gezocht bij hoofdstuk 4 van deze handreiking. In dit hoofdstuk is de systematiek van de Circulaire Industrielawaai van 1 september 1979 (herdruk 1982) gehanteerd. De omgeving van de inrichting kan als volgt worden omschreven. De inrichting is gelegen buiten de bebouwde kom van Ureterp. De directe omgeving wordt gekenmerkt door een enkele burgerwoning met een enkele of meerdere agrarische bebouwingen. Aan de noordkant van de inrichting bevindt zich een doorgaande weg. De dichtstbijzijnde woning van derden is gelegen op circa 25 meter afstand van de inrichting. Gelet op bovenstaande komt de omgeving qua geluid overeen met een 'rustige woonwijk met weinig verkeer' waarvoor een richtwaarde gehanteerd dient te worden van 45 dB(A) etmaalwaarde voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr.LT). Ten aanzien van piekgeluiden geeft paragraaf 3.2 van de Handreiking aan dat gestreefd moet worden naar het voorkomen van maximale geluidsniveaus (LAmax) van meer dan 10 dB boven het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT) over de betreffende periode. Als aan die waarden wordt voldaan, is in ieder geval sprake van een acceptabele situatie. In die gevallen waarin niet aan deze waarden kan worden voldaan, kunnen hogere maximale geluidsniveaus worden vergund. De optredende maximale geluidsniveaus treden op als gevolg van de tractoren (bv. stationair draaien). De afstand van de dichtstbijzijnde woning van derden t.o.v. de in richting bedraagt ca. 25 meter. Gelet hierop kan naar alle waarschijnlijkheid niet worden voldaan aan het toetsingskader betreffende de maximale geluidsniveaus (=55 dB(A) dagperiode, 50 dB(A) avondperiode, 45 dB(A) nachtperiode). Daarom ywordt voor respectievelijk de dag-, avo nd- en nachtperiode de piekniveaus 55 dB(A), 30 dB(A) en 55 dB(A) vergund. Verder zijn ten behoeve van de bescherming van derden tegen eventuele geluidsoverlast afkomstig van de inrichting in hoofdstuk 8 'Geluid en trillingen' algemene voorschriften opgenomen.
Beschikking De procedure is uitgev/oerd overeenkomstig hoofdstuk 13 van de Wet milieubeheer en Afdeling 3,5 van de Algemene wet bestuursrecht. De aanvraag voor een bouwvergunning moet nog worden ingediend. De coördinatiebepalingen krachtens de Woningwet en de Wet milieubeheer worden in acht genomen. Deze inrichting loost geen bedrijfsafvaiwater waarvoor een Wet verontreiniging oppervlaktewater (Wvo) vergunning nodig is. De coördinatieregeiing volgens de artikelen 8.28 t/m 8.34 en hoofdstuk 14 van de Wet milieubeheer is niet van toepassing. Naar aanleiding van de bekendmaking van de ontwerpvergunning zijn geen bedenkingen of andere reacties binnengekomen. Wij komen tot de slotsom, dat door de inrichting mogelijk te veroorzaken gevolgen v oor het milieu zodanig zijn, dat de gevraagde vergunning kan worden verleend in de gewenste omvang. Daarnaast zijn wij van mening, dat, ter bescherming van het milieu, aan deze v ergunning de nodige voorschriften moeten worden verbonden. Deze voorschriften hebben ten doel, gelet op artikel 8.11 van de Wet milieubeheer, nadelige gevolgen van de inrichting op het milieu te voorkomen dan wel de grootst mogelijke bescherming tegen die gevolgen te bieden als voorkomen niet (geheel) mogelijk is. Verder zijn er geen toekomstige onh/vikkelingen te verwac hten met betrekking tot de inrichting en het gebied waarin de inrichting is gelegen.
Hoogachtend, burgemeester en wethouders, namens hen.
M. van der Meulen, medewerker afdeling Publiekszaken.
Bijlage behorende bij het besluit d.d. 6 mei 2002 van burgemeester en wethouders van de gemeente Opsterland. VOORSCHRIFTEN MILIEUVERGUNNING behorende bij de inrichting
-..r: /V
Meikrundveehouderij C. dè VWes en W. S(/tema
.
"Ier-; • 3-,
^
-
:
l'l]
Boerestreek 6 9247 CC Ureterp
P.:,;
INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMEEN 1.1 Gedragsvoorschriften 1.2 Elektrische installatie 2 AFVALSTOFFEN 2.1 Behandeling van afvalstoffen 2.2 Opslag van afvalstoffen 3 AFVALWATER 3.1 Algemeen 4 SPECIFIEKE AGFtARISCHE VOORSCHRIFTEN 4.1 Algemeen 4.2 Behandeling en bewaring van drijfmest 4.3 Behandeling en bewaring vasts mest 4.4. Bewaren en transporleren van kunstmest 4.5 Opslag van veevoeder in een silo 4.6 Kullvoer / natte bijproducten 4.7 Koelinstallatie van de melktank 4.8 Kadaverplaats 4.9 Schrobwater stallen 4.10 De opslag van bestrijdingsmiddelen 5 BODEM 5.1 Algemeen 5.2 Onderzoeken 6 REPA,RA TIE- OF ONDERHOUDSWERKPLAA TS 7 BRANDVEILIGHEID 7.1 Blusmiddelen algemeen 8 GELUID EN TRILLINGEN 8.1 Geluidnormen in de buitenlucht 9 LUCHT. 9.1 Algemeen 10 BOVENGRONDSE TANKS Bijlage I
2 2 2 2 2 2 3 3 3 3 3 3 4 4 4 4 4 5 5 5 5 5 5 6 6 6 6 6 6 7
Begrippen
1/11
3 3.1
AFVALWATER Algemeen
3.1.1 Bedrijfsafvalwater mag slechts in een openbaar riool worden gebracht, indien door de samensteiling, eigenschappen of hoeveelheid ervan; de doelmatige werking niet wordt belemmerd van een openbaar riool, een door een bestuursorgaan beheerd zuiveringstechnisch werk of de bij dit openbaar riool of zuiveringstechnische werk behorende apparatuur, de verwerking niet wordt belemmerd van slib, verwijderd uit een openbaar riool of een door een bestuursorgaan beheerd zuiveringstechnisch werk, en de nadelige gevolgen voor de kwaliteit van het oppervlaktewater zoveel mogelijk worden beperkt. 3.1.2 Bedrijfsafvalwater waarvan in enig steekmonster: de concentratie aan sulfaat bepaald volgens NEN 6487 hoger is dan 300 mg/I of de zuurgraad bepaald volgens NEN 6411 en uitgedrukt in pH-eenheden hoger is dan 10 of lager is dan 6,5 of de temperatuur hoger is dan 30 °C, mag niet op het openbaar riool worden geloosd. 4 4.1
SPECIFIEKE AGRARISCHE VOORSCHRIFTEN Algemeen
4.1.1 in de inrichting mogen ten hoogste de volgende aantallen dieren aanwezig zijn: -97 stuks melkkoeien; -60 stuks jongvee. 4.1.2 Op het terrein van de inrichting mag geen mest worden verbrand. 4.1.3 Ramen en deuren van stallen moeten gesloten worden gehouden, voor zover ze geen functie hebben voor luchtinlaat of het doorlaten van personen, dieren, vaste mest of goederen. 4.2
Behandeling en bewaring van driifmest
421 Dunne mest en gier moet worden afgevoerd naar een hiertoe bestemde, vloeistofdichte opslagruimte (gierkelder, mengmestput, drijfmestput, mestbassin of opvangput). Leidingen voor het transport van dunne mest en gier moeten vloeistofdicht zijn. 4.3
Behandeling en bewaring vaste mest
4.3.1 Vaste mest, compost en organisch afval moet zijn opgeslagen op een mestdichte mestplaat, die is voorzien van een opstaande rand of een gelijkwaardige voorziening.
3/11
4.9
Schrobwater stallen
4.9.1 Schrobwater afkomstig van het schoonspuiten van stallen moet worden afgevoerd naar de mestput. 4.10 De opslag van bestrijdingsmiddelen 4.10.1 Het bewaren van bestrijdingsmiddelen moet voldoen aan de artikelen 8 tot en met 12 van het Bestrijdingsmiddelenbesluit. 5 5.1
BODEM Algemeen
5.1.1 Het is verboden vloeistoffen definitief op of in de bodem te brengen. TOELICHTING: Oppervlaktewater, hemelwater of drinkwater zijn hiervan uitgezonderd, indien daaraan geen verontreinigende stoffen zijn toegevoegd, de concentratie verontreinigende stoffen niet door een bewerking van het water is toegenomen en indien daaraan geen warmte is toegevoegd.
5.1.2 De gedeelten van de inrichting waar ten gevolge van de bedrijfsvoering voor het milieu schadelijke (v!oei)stoffen op of in de bodem kunnen komen, moeten zijn voorzien van een vloer die bestand is tegen die (v!oei)stoffen. De vloer moet zodanig zijn uitgevoerd dat (vloei)stoffen of verontreinigd hemelwater niet in de bodem of het oppervlaktewater kunnen geraken. 5.2
Onderzoeken
5.2.1 Bij beëindiging van de bedrijfsactiviteiten waarbij potentieel bodembedreigende activiteiten hebben plaatsgevonden, moet ter vaststelling van de effectiviteit van bodembeschermende voorzieningen en de invloed van de inrichting op de kwaliteit van de bodem (grond- en grondwater) binnen 2 maanden na beëindiging een eindsituatie-onderzoek worden uitgevoerd. Het eindsituatieonderzoek moet ten minste voldoen aan NEN 5740. 6
REPARATIE- OF ONDERHOUDSWERKPLAATS
6.1 Indien in de werkplaats werkzaamheden met brandbare vloeistoffen worden verricht of laswerkzaamheden, moet deze werkplaats voldoende zijn geventileerd en moeten de vrijkomende dampen zodanig naar buiten worden afgevoerd dat van de uittredende dampen geen hinder wordt ondervonden buiten de inrichting. 6.2 Gedurende de tijd dat de in bovengenoemd voorschrift bedoelde werkzaamheden met brandbare vloeistoffen worden uitgevoerd, mag niet worden gerookt en mag geen open vuur aanwezig zijn. 6.3 Onder een voor het aftappen van brandbare vloeistoffen of oliën gereedstaand vat moet een doelmatige lekbak zijn aangebracht.
5/11
10 BOVENGRONDSE TANKS Toepassinqsqebied 10.1.1 De opslag van gasolle, lichte stookolie, smeerolie in bovengrondse tanks moet voldoen aan de voorschriften gesteld in de CPR 9-6. Enkele relevante voorschriften gesteld in de CPR 96 zijn in dit hoofdstuk genoemd. Constructievoorschriften 10.2.1 De stijfheid en sterkte van een tank moeten voldoende zijn om schadelijke vervorming als gevolg van overdruk bij vulling of overvulling te voorkomen terwijl de dichtheid onder alle omstandigheden moet zijn verzekerd. 10.2.2 De ondersteunende constructie van een tank moet uit onbrandbaar materiaal bestaan. Op plaatsen waar kans op verzakking bestaat, moet een doelmatige fundering zijn aangebracht. 10.2.3 Een buiten opgestelde tank moet ten minste 3 m van een gebouw of een bewaarplaats van brandgevaarlijke stoffen zijn verwijderd, tenzij de wand van het gebouw of de bewaarplaats een brandwerendheid bezit van ten minste 60 minuten. De afstand tussen een tank en de erfscheiding moet ten minste 3 m bedragen. 10.2.4 Een tank moet zijn voorzien van een ontluchtingsleiding met een inwendige middellijn van ten minste 30 mm; de ontluchtingsleiding moet buiten uitmonden en tegen inregenen zijn beschermd. 10.2.5 Indien een niveau-aanwijzing of peilinrichting is aangebracht, moet deze zodanig zijn ingericht dat het uitstromen van vloeistof uit de tank, ook door verkeerde werking of door breuk, onmogelijk is. 10.2.6 Indien een niveau-aanwijzing of peilinrichting is aangebracht, moet deze zodanig zijn ingericht dat het uitstromen van vloeistof uit de tank, ook door verkeerde werking of door breuk, onmogelijk is. 10.2.7 In eika aansluiting op een tank beneden het hoogste vioeistofniveau en In de toevoerleiding naar het verbruikstoeste! moet zo dicht mogelijk bij de tankwand een metalen afsluiter zijn geplaatst. Deze moet zodanig zijn uitgevoerd dat duidelijk is te zien of de afsluiter is geopend, dan wel gesloten. 10.2.8 Het uitwendige van een tank en de leidingen moet afdoende tegen corrosie zijn beschermd.
10.2.9 Leidingen moeten bovengronds zijn gelegd. 10.2.10 Een tank moet zijn omgeven door een vloeistofdichte omwalling of muur. De omwalling of
7/11
BIJU\GE 1: BEGRIPPEN AFGEWERKTE OLIE: smeer- en systeemolie die, hetzij door vermenging met andere stoffen, hetzij op andere wijze onbruikbaar is geworden voor het doel waarvoor zij oorspronkelijk was bestemd, tenzij: a. zich in die olie een gehalte aan polychloorbifenylen van meer dan 0,5 mg/kg per congeneer 28, 52, 101, 118, 138, 153 of 180 bevindt, of b. zich in die olie een gehalte aan organische halogeenverbindingen, berekend als chloor, bevindt van meer dan 1000 mg/kg, of c. het vlampunt van die olie lager is dan 55°C, of d. die olie die na het gebruik waarvoor zij oorspronkelijk was bestemd, vermengd is met andere stoffen dan uitsluitend - al dan niet met water of sediment verontreinigde lichte of zware stookolie, gasolie of dieselolie. AFVALSTOFFEN: alle stoffen, preparaten of andere produkten, waarvan de houder zich - met hetoog op de verwijdering daarvan - ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen. Daarbij wordt onder stoffen en preparaten datgene verstaan wat daaronder in de zin van de Wet milieugevaarlijke stoffen wordt verstaan. BEDRIJFSAFVALWATER: Afvalwater dat niet afkomstig is uit particuliere huishoudens. EiNDSiTUATlE-GNDERZOEK: Onderzoek naar de kwaliteit van de bodem. Hierbij wordt het grondwater gecontroleerd op de eventuele toename van de bij het nulsituatieonderzoek of het laatste herhalingsonderzoek onderzochte stoffen, een en ander door het nemen van grondwatermonsters in de relevant gebleken peilbuizen. EMBALLAGE: verpakkingsmateriaal, zoals glazen en kunststof flessen, blikken en kunststof cans, metalen en kunststof vaten of fiberdrums, papieren en kunststof zakken, houten kisten en big-bags met uitzondering van intermediate buikcontainers (IBC's). GELUIDNIVEAU IN dB(A): het niveau van het ter plaatse optredende geluid, uitgedrukt in dB(A), overeenkomstig de door de Internationale Elektrotechnische Commissie (lEC) ter zake opgestelde regels, zoals neergelegd in de lEC-publicatie no. 651. GEVEL: een bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak. INRICHTING: elke door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht. KI-VLOEISTOFFEN: brandbare vloeistoffen waarvan het vlampunt lager is dan 21"C, bepaald volgens NEN-EN 57, en die bij 37.8°C een dampspanning hebben van ten minste 35 kPa en ten hoogste 100 kPa, bepaald volgens NEN-EN 12, of verfproducten waarvan het vlampunt lager is dan 21°C, bepaald volgens NEN-EN 57 (volgens het Besluit Verpakking en Aanduiding van Milieugevaarlijke Stoffen zijn de verpakkingen voorzien van het opschrift "licht ontvlambaar"). K2-VL0EIST0FFEN:
9/11
overheidspublicaties zoals Al-bladen en CPR-richtlijnen bij; SDU Service, afdeling Verkoop Postbus 20014 2500 EA DEN HAAG telefoon (070) 378 98 80 telefax (070) 378 97 83 DIN. DIN-ISO, NEN, NEN-EN, NEN-ISO, NVN-normen en NPR-richtlijnen bij: Nederlands Normalisatie Instituut (NNI), afdeling Verkoop Postbus 5059 2600 GB DELF T telefoon (015) 269 03 91 telefax (015) 269 02 71 Voor informatie over het NNI zie ook internet: . BRL-richtlijnen bij: KIWA NV Postbus 70 2280 AB RIJSWIJK telefoon (070) 414 44 00 telefax (070) 414 44 20 Voor informatie over KIWA N.V zie ook internet: .
11/11
(h
HUS&HIEM
welstandsadvisering en monumentenzorg
B en W van de gemeente : Opsterland Uw nummer; 269 /02 d.d.: 06-05-2002 Adr.bouwpl. : Boerestreek 6 te URETERP Betreft bouwaanvraag van : BIJLSMA H/BIJL3MA-DE VRIES C dossiernummer datum kosten behandeld door conclusie
W0204027-1 13-05-2002 € 196,00 J.van den Bout VOLDOET
GEMEENTE OPSTERLAND f. Inaekomen
Geacht College,
Mo. Afd.
1 5 MEI Z002
IVIet deze brief read@i7\\rt(i[]Dg. i^isidviesaanvraag Op grond van de ingediende gegevens is de commissie van oordeel dat het plan voldoet aan redelijke eisen van welstand. Een exemplaar van de plangegevens, voorzien van een advie sstempel, is al in uw bezit. Nar tens de commissie,
Ir. J.A.F A. Timmermans, directeu .
J. W. Fnsostraat 1, 8933 BN Leeuwarden Adm. tel. (058) 2337930, 2337931, 233 79 32. Betalingen: N.V. Bank voor Nederlandse Gemeenten, nr. 2850.22.350. ir J.A.F.A. Timmermans 233 7933: .r. A.R.J. Bremer 233 79 34; J. van den Bout 2337935: mevr. H Bruynzeel 2337936: P Klimstra 233 7937: ir Joh. de Vries 233 7' ir. T D. Bril! 2337939: Ir, G. Boschloo 2337940: ir. M. J. Pothof, monumenten-architect 2337941: P. Ytsma 2337945; Ir. A.J. Hogenelst 233 79 46: fax 233 7944 E-mall-adres: [email protected]
Bijlage behorende bij het besluit d.d gemeente Opsterland.
van burgemeester en wethouders van de
CONCEPT-VOORSCHRIFTEN MILIEUVERGUNNING behorende bij de inrichting Melkrundveehouderij Mts. C. de Vries en H. Bijlsma Boerestreek 6 9247 CC Ureterp INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMEEN 1.1 Gedragsvoorschriften 1.2 Elektrische installatie 2 AFVALSTOFFEN 2.1 Behandeling van afvalstoffen 2.2 Opslag van afvalstoffen 3 AFVALWATER 3.1 Algemeen 4 SPECIFIEKE AGRARISCHE VOORSCHRIFTEN 4.1 Algemeen 4.2 Behandeling en bewaring van drijfmest 4.3 Behandeling en bewaring vaste mest 4.4. Bewaren en transporleren van kunstmest 4.5 Opslag van veevoeder in een silo 4.6 Kuilvoer / natte bijproducten 4.7 Koelinstallatie van de melktank 4.8 Kadaverplaats 4.9 Schrobwater stallen 4.10 De opslag van bestrijdingsmiddelen 5 BODEM 5.1 Algemeen 5.2 Onderzoeken 6 REPARATIE- OF ONDERHOUDSWERKPLAATS 7 BRANDVEILIGHEID 7.1 Blusmiddelen algemeen 8 GELUID EN TRILLINGEN 8.1 Geluidnormen in de buitenlucht 9 LUCHT. 9.1 Algemeen 10 BOVENGRONDSE TANKS Bijlage I
2 2 2 2 2 2 3 3 3 3 3 3 4 4 4 4 4 5 5 5 5 5 5 6 6 6 6 6 6 7
Begrippen
1/11
3 3.1
AFVALWATER Algemeen
3.1.1 Bedrijfsafvalwater mag slechts in een openbaar riool worden gebracht, indien door de samenstelling, eigenschappen of hoeveelheid ervan; de doelmatige werking niet wordt belemmerd van een openbaar riool, een door een bestuursorgaan beheerd zuiveringstechnisch werk of de bij dit openbaar riool of zuiveringstechnische werk behorende apparatuur, de verwerking niet wordt belemmerd van slib, verwijderd uit een openbaar riool of een door een bestuursorgaan beheerd zuiveringstechnisch werk, en de nadelige gevolgen voor de kwaliteit van het oppervlaktewater zoveel mogelijk worden beperkt. 3.1.2 Bedrijfsafvalwater waarvan in enig steekmonster: de concentratie aan sulfaat bepaald volgens NEN 6487 hoger is dan 300 mg/I of de zuurgraad bepaald volgens NEN 6411 en uitgedrukt in pH-eenheden hoger is dan 10 of lager is dan 6,5 of de temperatuur hoger is dan 30 °C. mag niet op het openbaar riool worden geloosd. 4 4.1
SPECIFIEKE AGRARISCHE VOORSCHRIFTEN Algemeen
4.1.1 In de inrichting mogen ten hoogste de volgende aantallen dieren aanwezig zijn: -97 stuks melkkoeien; -60 stuks jongvee. 4.1.2 Op het terrein van de inrichting mag geen mest worden verbrand. 4.1.3 Ramen en deuren van stallen moeten gesloten worden gehouden, voor zover ze geen functie hebben voor luchtinlaat of het doorlaten van personen, dieren, vaste mest of goederen. 4.2
Behandeling en bewaring van driifmest
4.2.1 Dunne mest en gier moet worden afgevoerd naar een hiertoe bestemde, vloeistofdichte opslagruimte (gierkelder, mengmestput, drijfmestput, mestbassin of opvangput). Leidingen voor het transport van dunne mest en gier moeten vloeistofdicht zijn. 4.3
Behandeling en bewaring vaste mest
4.3.1 Vaste mest, compost en organisch afval moet zijn opgeslagen op een mestdichte mestplaat, die is voorzien van een opstaande rand of een gelijkwaardige voorziening.
3/11
f 4.9
Schrobwater stallen
4.9.1 Schrobwater afkomstig van het schoonspuiten van stallen moet worden afgevoerd naar de mestput. 4.10 De opslag van bestriidinqsmiddelen 4.10.1 Het bewaren van bestrijdingsmiddelen moet voldoen aan de artikelen 8 tot en met 12 van het Bestrijdingsmiddelenbesluit. 5 5.1
BODEM Algemeen
5.1.1 Het is verboden vloeistoffen definitief op of in de bodem te brengen. TOELICHTING: Oppen/laktewater, hemelwater of drinkwater zijn hier/an uitgezonderd, indien daaraan geen verontreinigende stoffen zijn toegevoegd, de concentratie verontreinigende stoffen niet door een bewerking van het water is toegenomen en indien daaraan geen warmte is toegevoegd.
5.1.2 De gedeelten van de inrichting waar ten gevolge van de bedrijfsvoering voor het milieu schadelijke (vioei)stoffen op of in de bodem kunnen komen, moeten zijn voorzien van een vloer die bestand is tegen die (vloei)stoffen. De vloer moet zodanig zijn uitgevoerd dat (vloei)stoffen of verontreinigd hemelwater niet in de bodem of het oppervlaktewater kunnen geraken. 5.2
Onderzoeken
5.2.1 Bij beëindiging van de bedrijfsactiviteiten waarbij potentieel bodembedreigende activiteiten hebben plaatsgevonden, moet ter vaststelling van de effectiviteit van bodembeschermende voorzieningen en de invloed van de inrichting op de kwaliteit van de bodem (grond- en grondwater) binnen 2 maanden na beëindiging een eindsituatie-onderzoek worden uitgevoerd. Het eindsituatieonderzoek moet ten minste voldoen aan NEN 5740. 6
REPARATIE- OF ONDERHOUDSWERKPLAATS
6.1 Indien in de werkplaats werKzaamneden met brandbare vloeistoffen worden verricht of laswerkzaamheden, moet deze werkplaats voldoende zijn geventileerd en moeten de vrijkomende dampen zodanig naar buiten worden afgevoerd dat van de uittredende dampen geen hinder wordt ondervonden buiten de inrichting. 6.2 Gedurende de tijd dat de in bovengenoemd voorschrift bedoelde werkzaamheden met brandbare vloeistoffen worden uitgevoerd, mag niet worden gerookt en mag geen open vuur aanwezig zijn. 6.3 Onder een voor het aftappen van brandbare vloeistoffen of oliën gereedstaand vat moet een doelmatige lekbak zijn aangebracht.
5/11
10 BOVENGRONDSE TANKS Toepassingsgebied 10.1.1 De opslag van gasolie, lichte stookolie, smeerolie in bovengrondse tanks moet voldoen aan de voorschriften gesteld in de CPR 9-6. Enkele relevante voorschriften gesteld in de CPR 96 zijn in dit hoofdstuk genoemd. Constructievoorschriften 10.2.1 De stijfheid en sterkte van een tank moeten voldoende zijn om schadelijke vervorming als gevolg van overdruk bij vulling of overvulling te voorkomen terwijl de dichtheid onder alle omstandigheden moet zijn verzekerd. 10.2.2 De ondersteunende constructie van een tank moet uit onbrandbaar materiaal bestaan. Op plaatsen waar kans op verzakking bestaat, moet een doelmatige fundering zijn aangebracht. 10.2.3 Een buiten opgestelde tank moet ten minste 3 m van een gebouw of een bewaarplaats van brandgevaarlijke stoffen zijn verwijderd, tenzij de wand van het gebouw of de bewaarplaats een brandwerendheid bezit van ten minste 60 minuten. De afstand tussen een tank en de erfscheiding moet ten minste 3 m bedragen. 10.2.4 Een tank moet zijn voorzien van een ontluchtingsleiding met een inwendige middellijn van ten minste 30 mm; de ontluchtingsleiding moet buiten uitmonden en tegen inregenen zijn beschermd. 10.2.5 Indien een niveau-aanwijzing of peilinrichting is aangebracht, moet deze zodanig zijn ingericht dat het uitstromen van vloeistof uit de tank, ook door verkeerde werking of door breuk, onmogelijk is. 10.2.6 Indien een niveau-aanwijzing of peilinrichting is aangebracht, moet deze zodanig zijn ingericht dat het uitstromen van vloeistof uit de tank, ook door verkeerde werking of door breuk, onmogelijk is. 10.2.7 In elke aansluiting op een tank beneden het hoogste vloeistofniveau en in de toevoerleiding naar het verbruikstoestel moet zo dicht mogelijk bij de tankwand een metalen afsluiter zijn geplaatst. Deze moet zodanig zijn uitgevoerd dat duidelijk is te zien of de afsluiter is geopend, dan we! gesloten. 10.2.8 Het uitwendige van een tank en de leidingen moet afdoende tegen corrosie zijn beschermd.
10.2.9
Leidingen moeten bovengronds zijn gelegd.
10.2.10 Een tank moet zijn omgeven door een vloeistofdichte omwalling of muur. De omwalling of
7/11
BIJLAGE 1; BEGRIPPEN AFGEWERKTE OLIE: smeer- en systeemolie die, hetzij door vermenging met andere stoffen, hetzij op andere wijze onbruikbaar is geworden voor het doel waarvoor zij oorspronkelijk was bestemd, tenzij: a. zich in die olie een gehalte aan polychloorbifenylen van meer dan 0,5 mg/kg per congeneer 28, 52, 101, 118, 138, 153 of 180 bevindt, of b. zich in die olie een gehalte aan organische halogeenverbindingen, berekend als chloor, bevindt van meer dan 1000 mg/kg, of c. het vlampunt van die olie lager is dan SS'C, of d. die olie die na het gebruik waarvoor zij oorspronkelijk was bestemd, vermengd is met andere stoffen dan uitsluitend - al dan nietmet water of sediment verontreinigde lichte of zware stookolie, gasolie of dieselolie. AFVALSTOFFEN: alle stoffen, preparaten of andere produkten, waarvan de houder zich - met het oog op de verwijdering daarvan - ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen. Daarbij wordt onder stoffen en preparaten datgene verstaan wat daaronder in de zin van de Wet milieugevaarlijke stoffen wordt verstaan. BEDRIJFSAFVALWATER: Afvalwater dat niet afkomstig is uit particuliere huishoudens. EINDSITUATIE-ONDERZOEK: Onderzoek naar de kwaliteit van de bodem. Hierbij wordt het grondwater gecontroleerd op de eventuele toename van de bij het nulsituatieonderzoek of het laatste herhalingsonderzoek onderzochte stoffen, een en ander door het nemen van grondwatermonsters in de relevant gebleken peilbuizen. EMBALLAGE: verpakkingsmateriaal, zoals glazen en kunststof flessen, blikken en kunststof cans, metalen en kunststof vaten of fiberdrums, papieren en kunststof zakken, houten kisten en big-bags met uitzondering van intermediate buikcontainers (IBC's). GELUIDNIVEAU IN dB(A): het niveau van het ter plaatse optredende geluid, uitgedrukt in dB(A), overeenkomstig de door de Internationale Elektrotechnische Commissie (lEC) ter zake opgestelde regels, zoals neergelegd in de lEC-publicatie no. 651. GEVEL: een bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak. INRICHTING: elke door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht. KI-VLOEISTOFFEN: brandbare vloeistoffen waarvan het vlampunt lager is dan 21°C, bepaald volgens NEN-EN 57, en die bij 37,8°C een dampspanning hebben van ten minste 35 kPa en ten hoogste 100 kPa, bepaald volgens NEN-EN 12, of verfproducten waarvan het vlampunt lager is dan 21°C, bepaald volgens NEN-EN 57 (volgens het Besluit Verpakking en Aanduiding van Milieugevaarlijke Stoffen zijn de verpakkingen voorzien van het opschrift "licht ontvlambaar"). K2-VL0EIST0FFEN:
9/11
overheidspublicaties zoals Ai-bladen en CPR-richtlijnen bij: SDU Service, afdeling Verkoop Postbus 20014 2500 EA DEN HAAG telefoon (070) 378 98 80 telefax (070) 378 97 83 DIN, DIN-ISO, NEN, NEN-EN, NEN-ISO, NVN-normen en NPR-richtlijnen bij: Nederlands Normalisatie Instituut (NNI), afdeling Verkoop Postbus 5059 2600 GB DELFT
telefoon (015) 269 03 91 telefax (015) 269 02 71
Voor informatie over het NNI zie ook internet: .
BRL-richtlijnen bij: KIWA NV Postbus 70 2280 AB RIJSWIJK telefoon (070) 414 44 00 telefax (070) 414 44 20 Voor informatie over KIWA N.V zie ook internet: .
11/11
GEMEENTE OPSTERLAND ONTWERPBESLUIT - WET IWILIEUBEHEER. Ter inzage ligt voor iedereen het ontwerp-besluit voor - een revisievergunning voor de meikrundveehouderij aan de Boerestreek 6 te Ureterp. De veranderingen betreffen het vergroten van de bestaande ligboxenstal en het vergroten van de drijfmestopslagcapaciteit. Het aantal dieren zal niet toenemen. Inhoudende:
Het voornemen is de gevraagde vergunning te verlenen. Voorschriften moeten de nadelige gevolgen voor het milieu tot een minimum te beperken of voorkomen.
Wanneer Waar
Van 5 april 2002 tot 3 mei 2002. Gemeentehuis (Afdeling Publiekszaken te Beetsterzwaag, Hoofdstraat 82. Op we rkdagen van 8. 30 uur tot 12. 30 uur en buite ndien volg ens afspraak (tel. 0512-386 311).
Tijdstip:
Indienen bedenkingen tegen het ontwerp-besluit: Wie: Schriftelijk: Hoorzitting: Privacy-bescherming:
ledereen. Gedurende vier weken tot 3 mei 2002 bij burgemeester en wethouders van Op sterland (p ostadres: postbus 10 .000, 9244 ZP Beetsterzwaag) Op verzoek. In de periode tussen 5 april 2002 en 3 mei 2002. Daarin kan een ieder van gedachten wisselen en mondelinge bezwaren inbrengen. Bij een schriftelijke bedenking kunt u verzoeken dat uw persooniijke gegevens niet bekend worden gemaakt.
Deze bekendmaking is: a. op 4 april 2002 geplaatst in De Woudklank; b. aangebracht op het pubiicatiebord van het gemeentehuis: c. met een begeleidend schrijven toegezonden aan: 1. de aanvrager; 2. omwonenden; 3. de Regionale milieuinspectie. Noord, Postbus 30020, 9700 RM Groningen.
GEMEENTE OPSTERLAND VM postadres: postbus 10 000 9244 2p Deetsterzwaag
Aan: mts. C. de Vries en H. Bijisma
bezoekadres, hoofdstraat 82, beelsterzwaag telefoon: 0512-386222 fax: 0512-381875
Uw Kenmerk;
Boerestreek 6 9247 CC URETERP
Uw brief van:
Ons keninerk:
Behandeld door:
tel.nr.:
02-03
A.K. Canninga
386311
Onderwerp: bewijs van ontvangst (art. 3.17, lid 2, Awb)
bijlagen:
Beetsterzwaag, 4 februari 2002. Verzonden op;
- <• f££. 2002
Geachte leden van de maatschap, Op 1 februari 2002 ontvingen wij uw aanvraag voor een vergunning op grond van de Wet milieubeheer vooi iiet bedrijf gelegen aan de Boerestreek 6 te Ureterp. Deze vergunningaanvraag is in behandeling bij de heer M. van der Meulen. Bij de behandeling van uw aanvraag moet een aantal stappen worden gevolgd. Van elke stap zullen wij u op de hoogte stellen. De procedure zal in totaal tenminste vier maanden in beslag nemen. Meer informatie kunt u krijgen bij de heer M. van der Meulen, me dewerker afdeling Publiekszaken, telefoonnummer 0512-386 366. Hoogachtend, burgemeester en wethouders, namejis hen, Tevrouw A.K. Canninga, medewer.ker afdeling Publiekszaken.
/
GEMEENTE 0PSTERL4ND
t
postadres: postbus 10 000 9244 2p beetsterzwaag
^
• _ 1
iehcr. fiQCtlr
Aanf de heer H. Bijlsma — Boerestreek 6
bezoekadres: hooi'dsfraat 82. beetsterzwaag telefoon: 0512-386222 fax: 0512-381875
Uw kenmerk:
\
9247 CC Ureterp -
Uw blief van:
Ons kenmerk:
Onderwerp: Vooroverleg aanvraag Wm-vergunning
Behandeld door:
Tsl.nr.:
M. v.d. M eulen
0512-386 366
..
Bijlagen:
Beetsterzwaag, 11 januari 2002. Verzonden op:
ilT JA.N
".O
Geachte heer Bijlsma, Op vrijdag 11 januari 2002 heeft onze medewerker de heer M. van der Meuien, namens de gemeente Opsterland, uw bedrijf, gelegen aan Boerestreek 6 te Ureterp bezocht voor vooroverleg over de nieuwe milieuvergunning. In verband met de uitbreiding van de bestaande ligboxenstal en de mestopslagcapaciteit zal er een nieuwe milieuvergunning voor uw inrichting moeten worden aangevraagd. Daarnaast is de huidige milieuvergunning van d.d. 24 oktober 1991 niet meer toereikend. Gelet hierop gaat het om een revisievergunning overeenkomstig artikel 8.4 Wet Milieubeheer. In dit vooroverleg is het aanvraagformulier Wm-vergunning kort besproken. Het aanvraagformulier Wm-vergunning en de overzichtstekening van de gehele inrichting zal in viervoud bij ons moeten worden aangeleverd. Met u is afgesproKsn dat op vrijdag 8 februari a.s. het aanvraag formulier Wm-vergunning en de overzichtstekening in concept wordt besproken. Mocht u naar aanleiding van deze brief vragen of opmerkingen hebben, kunt u contact opnemen met de heer M. van der Meulen van de afdeling Publiekszaken op telefoonnummer 0512-386366. Hoogachtend, burgemeester en wethouders, namens hen, ,\
^J\
de heer M. van der Meulen, medewerker afdeling Publiekszaken.
A
GEMEENTE OPSTERLAND
postadres: postbus 10 000 9244 zp beetsterzwaag
Aan; mts. C. de Vries en H. Bijlsma
bezoekadres: hoofdstraat 82, beetsterzwaag telefoon: 0512-386222 fax: 0512-381875
Uw kenmerk;
Boerestreek 6 9247 CC URETERP
Uw brief van:
Ons kenmerk:
Behandeld door:
tel.nr.:
02-03
A.K. Canninga
386311 div.
Onderwerp: ontwerp-besluit Wet milieubeheer (art. 3.19, lid 1, Awb).
bijlagen:
Beetsterzwaag, 2 april 2002 Verzonden op:
Geachte leden van de maatschap, Wij hebben een ontwerp-besluit vastgesteld op uw aanvraag van een vergunning op grond van de Wet milieubeheer voor het bedrijf gelegen aan de Boerestreek 6 te Ureterp. Dit ontwerp-besluit zullen wij binnenkort publiceren in de gemeentelijke voorlichtingsrubriek van De Woudklank. De tekst van de bekendmaking is te uwer informatie bijgevoegd. Tegen ons ontwerp-besluit kunt u vanaf 5 april 2002 tot 3 mei 2002 bij ons bedenkingen inbrengen, dooreen brief te sturen aan b en w van Opsterland, t.a.v. de afdeling Publiekszaken, Postbus 10.000, 9244 ZP Beetsterzwaag. Na afloop van de termijn van ter-inza ge-ligging van ons ontwerp-besluit zullen wij zo spoedig mogelijk een definitief besluit over uw aanvraag nemen. Meer informatie kunt u krijgen bij de heer M. van der Meulen, medewerker afdeling Publiekszaken, telefoonnummer: 0512 - 386 366. Hoogachtend, burgemeester en wethouders, namens,hen, mevrouw A.K. Canninga, j medewerker afdeling Publiekszaken.
GEMEENTE OPSTERLAND
postadres: postbus 10 000 9244 zp bsetsterzwaag bezoekadres, hoofdstraat 32, bsetsierzwaag telefoon: 05 12-38Q222 fax: 0512-381875
Uw kenmerk:
Aan: H.Bijlsma en C.Bijlsma-De Vries Boerestreek 6 9247 CC URETERP
Uw brief van:
Ons kenmerk:
Behandeld door:
tel.nr.:
2002269
M. Donker
386287
Ondenwerp: advies welstand.
bijlagen:
Beetsterzwaag, 17 mei 2002 Verzonden op: -5-.
Geachte heer/mevrouw, "HQs & Hiem welstandsadvisering en monumentenzorg" heeft een advies uitgebracht over uw schetsplan. Het gaat over het door u ingediende plan voor de uitbreiding van de veestalling op het adres Boerestreek 6 Ureterp. Wij verzoeken u het plan: - verder uit te werken (fundering, riolering, begane grondvloer, kapplan en diverse details). Gaarne ontvangen wij van u de navolgende stukken: - bouwaanvraagformuiieren in 2-voud; - bouwregistratieformulieren in 2-voud; - plantekening in 3-voud; - bestektekening in 3-voud; - sonderingen in 2-voud: - sterktsberekeningen in 2-voud (beton-, staal- en houtconstructies); Na aanoassing c.a. uitwerking nemen wij uw plan verder in behandeling. Als u vragen heeft over de aanvraag kunt u contact opnemen met de heer ^yI. Donker, medewerker bouw- en woningtoezicht, telefoon 0512-386287. Het gemeentehuis is geopend van 9.00 tot 12.30 uur. Hoogachtend. burgemeester en wethouders, namens hen,
JT-J'
M. Donker. medewerker afdeling Publiekszaken.
GEMEENTE OPSTERLAND I3 . [-^«(AC :r O
'1 O u postadres: postbus 10 000 9244 zp beetsterzwaag bezoekadres: hoofdstraat 82, beetsterzwaag telefoon: 0512-386222 fax: 0512-381875
Uw kenmerk:
Aan; H.Bijlsma en C.BijlsmaDe Vries Boerestreek 6 9247 CC URETERP
Uw brief van:
Ons kenmerk;
Behandeld door:
tel.nr.:
2002259
M. Donker
386287
Onden/verp: aanvraag bouwvergunning.
bijlagen;
Beetsterz^/vaag, 14 augustus 2002 Verzonden op: «r-O.
Geachte heer/mevrouw, Wij hebben uw aanvraag om bouwvergunning op 13 augustus 2002 onh/angen. Het gaat om de uitbreiding van de veestalling op het adres Boerestreek S üreterp. Wij verzoeken u om ook zo spoedig mogelijk de gevraagde sonderingen in 2-voud bij ons in te dienen. Na onti/angst van deze sonderingen zullen wij de ingediende sterkteberekeningen zo spoedig mogelijk laten controleren door Ingenieursbureao Oranjewoud te Heerenveen. Na goedkeuring van de ingediende berekeningen zullen wij de bouw/ergunning verlenen. Als u vragen heeft over de aanvraag kunt u contact opnemen met de heer M. Donker, medewerker bouw- en woningtoezicht, telefoon 0512-386287. Het gemeentehuis is geopend van 9 00 tot 12.30 uur. Hoogachtend, burgemeester en wethouders, namens hen,
M. Donker, medewerker afdeling Publiekszaken.
Gemeente Opsterland Kadastrale kaart
Kadastraal adres:
Kadastrale pameenleURTOO sectie Enummar 1410 .
Gegevens perceel: Oppervlakte: 1.235
Koopjaar O Koopsom Fl: O Koopsom Euro: O
! '
BeboiiV'ing: onbeboutx/d met bebouwd Cultuur erf en tuin
Adres:
'
Bo^sfreek 6 9247Cr. Ureterp
Zakelijk recht:
Eigendom (1/1) H. Bijisma(M) Geboortedatum: 31-07-72 Boeresireek 6 9247CC Ureterp
»
.LC- , I' il;
! ; •> •
I
i i
i • I V
t I !
ü!
I!
I ;
I
n !
A
N Unaiftedatum: 7-1-2002 Schaal 1:1000
Copyright (c) pemeente Opsterland Aan dit document mogen geen rechten worden ontleend.
Cemtt PiMc Srrtor SnMMx
Aan; Mts. C. de Vries en H. Bijlsma Boerestreek 6 9247 CC Ureterp
Uw kenmerk:
Uw brief van;
Ons kenmerk:
Behandeld door:
Tel.nr.:
02-03
M. van der Meuten
0512-386 366
Onderwerp: ontwerp-vergunning Wet milieubeheer
Bijlagen:
Beetsterzwaag,
Geachte leden van de maatschap, Op 1 februari 2002 is bij ons een aanvraag ingekomen van Mts. C. de Vries en H. Bijlsma, Boerestreek 5 te Ureterp voor een nieuwe, de gehele inrichting omvattende vergunning (revisievergunning) ingevolge artikel 8.4 lid 1 van de Wet milieubeheer voor een melkrundveehouderij. Deze aanvraag is onder nummer 02-03 ingeschreven. De aanvraag De navolgende bescheiden maken deel uit van de aanvraag: - aanvraagformulier d.d. 1 februari 2002 ; - overzichtstekening van de inrichting d.d. 1 februari 2002. Deze bescheiden voldoen aan het gestelde in hoofdstuk 5 van het Inrichtingen- en vergunningenbesiuit milieubeheer en leveren derhalve voldoende informatie op voor een goede beoordeling van de aanvraag. Het bedrijf is een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer (artikel 1.1). De inrichting valt onder categorie 1.1b, 5.1, 7.1a, 8.1a, van Bijlage I behorende bij het Inrichtingen- en vergunningenbesiuit milieubeheer. De inrichting is gelegen aan Boerestreek 6 te Ureterp, kadastraal bekend als gemeente Ureterp, sectie E, numme'"? tdig en 1420 De inrichting betreft een melkrundveehouderij. De aanvraag houdt verband met een verandering van de inrichting. De aangevraagde verandering betreft het vergroten van de bestaande ligboxenstal en de drijfmestopslagcapaciteit. De aanvraag betreft geen toename van het aantal dieren. De inrichting is gelegen buiten de bebouwde kom van Ureterp. De directe omgeving wordt gekenmerkt door een enkele burgerwoning met een enkele of meerdere agrarische bebouwingen. De dichtstbijzijnde woning van derden is gelegen op circa 25 meter afstand van de inrichting.
object wordt veroorzaakt. Het laatste is alleen van toepassing op intensieve veehouderijen. Op grond van vaste jurisprudentie (AbRvS 7 mei 1998, nr. 003.97,0614, 21 april 1998, nr. E03.97.0115) moet voor de indeling van de omgeving in categorieën aansluiting worden gezocht bij de brochure Veehouderij en Hinderwet van 1985 ('de Brochure'). Voor wat betreft het karakter van de omgeving van de inrichting moet worden uitgegaan van de in voornoemde Brochure genoemde categorie. Het betreft een enkele burgerwoning met een enkele of meerders agrarische bebouwingen (=omgevingscategorie III). Voor wat betreft de beoordeling van de van de inrichting te duchten stankhinder is aangesloten bij de Richtlijn 'Veehouderij en Stankhinder 1996 " ('de richtlijn'). De stankhinder die van de inrichting is te duchten, is getoetst aan de minimaal gewenste afstanden, zoals die is bepaald aan de hand van de Richtlijn veehouderij en stankhinder en de Brochure Veehouderij en Hinderwet. De dichtstbijzijnde gelegen woning van derden (= Boerestreek 4), ook wel stankgevoelig object genoemd, is gelegen op een afstand van ca. 35 meter ten opzichte van het emissiepunt van de onderhavige inrichting. In tabel 3 is een overzicht gegeven van zowel de werkelijke afstand als de minimale afstand die ingevolge de Brochure moet worden aangehouden tussen de buitenzijde van een stankgevoelig object (=woning van derden) uit de omgevingscategorie III en het dichtst bij dit object gelegen emissiepunt van de onderhavige inrichting. Tabel 3. Afstanden tussen stankgevoelig object en het dichtst bijgelegen emissiepunt Minimale afstand 50 meter Werkelijke afstand 35 meter Vergelijking van deze afstanden toont aan dat niet voldaan wordt aan de afstandsnormen van de Richtlijn veehouderij en stankhinder. Gelet op het feit dat er t.o.v. de bestaande vergunning geen uitbreiding van het aantal dieren binnen de inrichting plaatsvindt, hoeft deze afwijking van de afstandsnorm, vergunningverlening niet in de weg te staan. Verder is er ter voorkoming van stankhinder naar de directe omgeving toe nog een extra voorschrift in de milieuvergunning opgenomen. Dit voorschrift luidt als volgt; "Ramen en deuren van stallen moeten gesloten worden gehouden, voor zover ze geen functie hebben voor luchtinlaat of het doorlaten van personen, dieren, vaste mest of goederen". ad. 2 Op 1 januari 2002 is de 'Interimwet ammoniak en veehouderij' komen te vervallen. Het ammoniakreductieplan dat zijn rechtskracht ontleend aan deze wet is hiermee ook Komen te vervallen. De Wet ammoniak en veehouderij is hiervoor in de plaats gekomen. Op 29 januari 2002 is deze wet door de Eerste Kamer goedgekeurd. De wet is momenteel nog niet van kracht. In de Wet ammoniak en veehouderij is aangegeven dat bij elke oprichting of verandering van een agrarisch bedrijf getoetst dient te worden of een tot het agrarisch bedrijf behorend dierenverblijf geheel of gedeeltelijk is gelegen in een kwetsbaar gebied, dan wel in een zone van 250 meter rond een zodanig gebied. Als lo/vetsbare gebieden worden momenteel die gebieden bedoeld die krachtens artikel 1 lid 2 van de voormalige Interimwet ammoniak en veehouderij waren aangemerkt. Indien een tot het agrarisch bedrijf behorend dierenverblijf geheel of gedeeltelijk is gelegen in een kwetsbaar gebied, dan wel in een zone van 250 meter rond een zodanig gebied, dan geldt er een beperkende werking van deze wet voor de gehele inrichting. Indien een tot het agrarisch bedrijf behorend dierenverblijf geheel of gedeeltelijk is gelegen buiten een zone van 250 meter rond een kwetsbaar gebied, dan geldt er geen beperkende werking van deze wet voor de gehele inrichting. De inrichting gelegen aan Boerestreek 6 te Ureterp is gelegen op 1.300 meter afstand tot een
Beschikking De procedure is uitgevoerd overeenkomstig hoofdstuk 13 van de Wet milieubeheer en Afdeling 3.5 van de Algemene wet bestuursrecht. De aanvraag vooreen bouwvergunning moet nog worden ingediend. De coördinatiebepalingen krachtens de Woningwet en de Wet milieubeheer worden in acht genomen. Deze inrichting loost geen bedrijfsafvalwater waarvoor een Wet verontreiniging oppervlaktewater (Wvo) vergunning nodig is. De coördinatieregeling volgens de artikelen 8.28 t/m 8.34 en hoofdstuk 14 van de Wet milieubeheer is niet van toepassing. Wij komen tot de slotsom, dat door de inrichting mogelijk te veroorzaken gevolgen voor het milieu zodanig zijn, dat de gevraagde vergunning kan worden verieend in de gewenste omvang. Daamaast zijn wij van mening, dat, ter bescherming van het milieu, aan deze vergunning de nodige voorschriften moeten worden verbonden. Deze voorschriften hebben ten doel, gelet op artikel 8.11 van de Wet milieubeheer, nadelige gevolgen van de inrichting op het milieu te voorkomen dan wel de grootst mogelijke t)escherming tegen die gevolgen te bieden als voorkomen niet (geheel) mogelijk is. Verder zijn er geen toekomstige ontwikkelingen te verwachten met betrekking tot de inrichting en het gebied waarin de inrichting is gelegen. Hoogachtend, burgemeester en wethouders, namens hen.
M. van der Meulen, medewerker afdeling Pubiiekszaken.
WET MILIEUBEHEER aanvraag vergunning AGRARISCHE SECTOR Aan burgemeester en wethouders van de gemeente
Datum
& \ " 02,
Gegevens aanvrager
H i S;^ knna l^oefe^r&2l^ v
Naam aanvrager (rechtspersoon)
Adres Postcode en woonplaats
n?: O -XöiSS'o
Telefoon
Telefax
De aanvrager verzoekt om een vergunning; n voor het oprichten/het in werking hebben van de inrichting (art. 8.1.a en c) • voor het veranderen van de inrichting of de werking daarvan te veranderen (art. 8.1.b) ^ voor de gehele inrichting in verband met het veranderen van de inrichting of de werking daarvan te veranderen (art. 8.4. lid 1) D voor een onderdeel van de Inrichting In verband met het veranderen van dat onderdeel van de inrichting of de wer king daarvan (art. 8.4. lid 1) • van tijdelijke aard voor een periode van
jaar (maximaal 5 jaar)
Gegevens inrichting Handelsnaam
npi T'N
{/'HCS dc C
yna H
Aard van de inrichting
ßogr Pijlree L
Adres inrichting
Urehrp
Postcode en plaats
H A kkfyia
Contactpersoon
es-f^ iQ/s6^o
Telefoon Kaciastrais ligging
gemeente nummer(s)
med^ewjrkiGijsr a'oelirg
HT" 34292 VI 'S) samsom alphen a/d rijn
él
jü'ieKonarven,
h>fp
. Telefa x
a.
=- -C,2_.-LÓ3..
39Ct!9
Inrichting 1.1
Algemene gegevens
Beschrijf in het kort: - wat op het bedrijf zal gaan gebeuren/veranderen; - welke stallen worden opgericht/veranderen; - waarom de oprichting en/of veranderingen moeten plaatsvinden; - voor zover van toepassing: de emissie-arme systemen (kort, bijv. door het noemen van het type stal); - voor zover van toepassing: intrekking vergunningsrechten elders (bij uitbreiding van het aantal dieren) of wordt met een melding art. 8.19 Wm volstaan; - eventueel andere activiteiten;
Uèrkn.c
üxto ch \vQ ba W 'g.bfl €?rn dcxL er o(>
A\erpn
1.2
geen
(Yitt ± ^ i JTL ijo cle 'ü-rul
tjTL ipr^ictiO^ ucjr> Kefc
plrwhs .
Werktijden
-Werkdagen
- Werktijden
(bijv. zo t/m za)
•?.u L>.ar pcrAüo^
(bijv. 07.00 uur t/m 19.00 uur)
2.1
Situatie conform verleende vergunnlng(en) Ammoniak (Uav)
Huisvestingssysteem Stal nr. 1
Houder!]'/ Hoktype 2
Code
DIercategorie 3
Aantal dieren 4
Aantal dierplaatsen 5
kg NHs per dier 6
totaal kg NH3
7
Stank (mve) Richtlijn V&S dieren per mve 8
CTielUtoe (en Qj sbif
Totaal NHj bedrijf
Totaal mve bedrijf
totaal mve 9
11
Geldende vergunningsrechten Ammoniak (Uav)
Huisvestingssys'ceem Stal nr. 1
Houderij/ Hoktype 2
Code
Diercategorie 3
Aantal dieren 4
nnelt\tce len
Aantal dlerplaatsen 5
kg NH3 per dier 6
totaal kg NHa 7
Stank (mve) Richtlijn V&S dieren per mve 8
totaal mve 9
QT.-
"Y^TICA UO
!
1
lotaal NH3 bedrijf
lotaal mve bedrijf
2.3
De aangevraagde situatie Huisvestingssysteem
Stal nr. 1
Houderij/ Hoktype 2
Code
Ammoniak (Uav)
Stank (mve) Richtlijn V&3 dieren per mve
totaal mve
8
9
Dlercategorie
Aantal dieren
Aantal dlerplaatsen
kg NHa per dier
3
4
5
6
(ïvlUlce O
totaal kg NH3 7
-
Totaal NH3 bedrijf
Totaal mve bedrijf
grondstoffen en producten
3.1
Mineralen boekhouding
IX Mineralen boekhouding is aanwezig (Wet Minas).
3.2
Drukhouders Flessen/Tanks
Aantal
Soort
Totale waterinhoud
acetyleen propaan zuurstof
SI n.v.t. 3.3
Milieugevaarlijke stoffen
Soort opslag
Soort
Boven/onder gronds
brandstof:
mohpr O fe ho)diol ieU g>[Te
_ya
ionüf^n boufn
Hoeveelheid/ max. opslag
^^ .(ï)s 6o Lif^r
reinigingsmiddelen:
bestrijdingsmiddelen:
jci^ tne.
diergeneesmiddelen;
.
Vieic
%
Wlg>{ne V)
overig:
• n.v.t
a:%db^ rt\(mre
W\oer k\g\f g&n
2.0 Liter
Opmerking
jfT^h g'tikök nvi leCvWtt XD^Llekiak
3.4
Koeling
Soort koeling
Inhoud kg
Koelmedium
rnczlk Woel im
'
j
• n.v.t.
3.5
Andere stoffen of producten Max. opslag hoeveelheid (ton of m')
Soort product
S ton
Kunstmest
Wijze van opslag en plaats
c.1 n
Brijvoeder
Mengvoeder
Mals/gras
— —\ •
9 • s ^"on
Sf In
éno
eaf lo bel-Dn p1 Qxah "i-" «—
i\ fji \
\o
Bijproduct
Drijfmest
cpirkr
Vaste mest
• n.v.t.
izco rn^ r^ocj rr^
zs"
mest plaat
3,S
Maatregelen gericlit op het beperken of voorkomen van afvalstoffen
3,7
Water ge(ver)bruik
Soort water leidingwater
m3/jr 70
m^/jr 20
+
m^/jr 20
Globaal gebruiksdoeH
ß
.
andfirs;, nl
P E
grondwater
andfir??, nl
oppervlaktewater
anrlflrs, nl
anrlprs nl
•
anrifirs, nl.
Totaal
m3/|r
'
m3/ir
m3/jr.
1 U kunt onderstaande letters eveneens overnemen In de tabel (onderstaande is niet uitputtend behandeld): A. B. C. D. E. F G. H. I. J. K.
Percolatiewater en perssap uit de opslag van veehouders; Spoelwater van de melkapparatuur; Reinigingswater melkstal en -put; Drinkwater dieren; Schrobwater reiniging stallen, uitloopruimten en laadruimten; Schrobwater reiniging stallen e.a. varkenshouderij; Schrobwater reiniging stallen e.a. pluimveehouderij; Condenswater kassen; Uitlekwater substraatmatten; Brijn van omgekeerde osmose; Terugspoelwater ontijzeringsinstallaties;
n.v.t.
L. Spoelwater champignonteelt; M. Koelwater champignonteelt; M, Reinigingswater glasopstanden (uitwendig/inwendig); O. Spuiwater uit substraatteelten, inclusief witloftrek; P. Drainwater uit substraatteelten; Q. Koelwater grondkoeling; R. Percolatiewater en perssap uit opslag organisch afval; S. Restanten dompelbaden bloembollenteelt; T Spoelwater uitwendige reiniging voertuigen en spuitapparatuur reiniging op erf; ü. Spoelwater van inwendige reiniging spuitapparatuur op perceel.
Energie 4.1
Energie-onderzoek
• Bedrijfsenergieplan is toegevoegd D Genomen c.q. te nemen maatregelen
4.2
Opgesteld vermogen Bevindt zich in
^ eiektro-motorisch vermogen
7 p
^ verbrandingsmotoren vermogen G vorkheftrucks
n10
kW
1*^0
IrW IfW
aantal
ö diesel
kW
• LRG.
kW
• accu's
kW
• n.v.t.
4.3
Verwarmingsinstallaties
Soort
Hoogte rookgas afvoerkanaal (m) (boven maaiveld)
Nominale belasting onderwaarde
e.V. aa rdgas
kW
m
e.V. a ardgas
kW
m
direct gasgestookte heater-
kW
m
e.V. huisbrandolie
kW
m
stoomketel
kW
m
elektrische verwarming
kW
m
n.v.t.
4.4
Energieverbruik
Gebouwen
20C3ß
20
aardgas
ni\ t
aardgas olie
hcno
1
kWh 11 i
1
20
20
20
electrlcltelt
kWh m3
m3
olie Processen
fjna
kWh-
electrlcltelt
20Ol
ItWh
kWh
m3
rn3
I
1
U\A/1-»
1
n n.v.t. 4.5
Maatregelen gericht op een zuinig ge(ver)bruik van energie
• energiezuinige verlichting G verbeterd rendement centrale verwarmingsketel hoog rendement centrale verwarmingsketel (HR-ketel) • warmtewisselaar G thermische Isolatie G warmte-kracht-koppeling (WKK)
»
()gr>rU^>.elgr
G n.v.t.
£3
5.1
Akoestisch rapport
• Akoestisch rapport is toegevoegd
5.2
Omschrijving (belangrijkste) geiuld-Arillingsbronnen binnen de inricbtlng
Geluid-Ztriliingsbron
Aantal
Aantal uren in bedrijf tussen:
Bronvermogen Lw (dB(A))
19.00 en 23.00 uur
07.00 en 19.00 uur
23.00 een 07.00 uur
± Ltcjir
tractor kraan vrachtauto
'!a hp
c
ventilator
-2-
-p.Lcfjr
UfiT
5.3
Verkeersbewegingen van en naar de Inrichting Aantal aan- en afvoer bewegingen tussen:
Maximaal aantal per; Dag Personenauto's Bestelauto's Vrachtauto's
Week
1 é,
Maand
1-
07.00 en 19.00 uur
1
19.00 en 23.00 uur
23.00 een 07.00 uur
• n.v.t.
5.4
Voorzieningen ter beperking geluidVtriJilngshinder
U speciale compressorruimte dempers omkasEing • sluisdeuren • geluidswalZ-mutjr
• n.v.t.
SÉ
Afvalstoffen 6.1
Afvalstoffen-onderzoek
• Rapport afvalstoffen-onderzoek Is toegevoegd
6.2
Bedrijfsafvalstoffen Afvoerfrequentle
Afvalstoffen
Hoeveelheid per jaar (kg, ton of stuks)
Wijze van opslag
Max. opslag
Inzamelaar/ vsnyverker
asbest dierlijk c.q. slachtafval
dx
kadavers g.f.t. glas hout kantine-ah/al isolatiemateriaal metaal papier
?. rr?»
landbouwplastic overig
_
erlxgnd
Like
ax peCfnc jOl
<30i
tYi( k(
• n.v.t.
6.3
Gevaarlijke afvalstoffen
Soort af\/al
afgewerkte olie oliehoudend afval olie/water/slibmengsel accu's ontvetter verfrssten restant bestrijdings middelen overig
Hoeveelheid per jaar (kg, ton of stuks)
Ah/oerfrequentie
'
O'
^öi\\er
Wijze van opslag
Max. opslag
Inzamelaar-/ verwerker
•
Opmerkingen
etWA liV7rjnnc?U:sr
• n.v.t.
1
6.4
Lozing van bedrijfsafvalwater
3 gemeentelijk riool
È gecombineerd riooi/vrijverval D vuilwaterriool D schoonwaterriooi • druk en/of persriolering • overig
Afvalstof
Handeling waarbij afvalwater vrijkomt'
Hoeveelheid (liter of kg/jaar)
CßcA Lodder \
9CO n n?
tl
At r;^lnc£a cDP V jp ^ WV ttoot y
4
1
•'
U kunt tsn aanzien van de handeling c.q. afvalwaterstroom eveneens de letters uit het onderschrift van vraag 3.7 gebruiken.
6,4.2
Waarop wordt het ah/alwater geloosd.
Afvalwaterstroom'
Oppervl, water
Openb. riool
m'/jr
m^/jr
Bodem aparte opvang mV]r
Bodem mestkelder m^/jr
Anders nl.
Totaal
m^/jr
mV]r
a) bedrijfsafvalwater van huishoudelijks aard^
J
h
f\^
b) regenwater^
Meting en/of bemonst^
nD n
-
Totaal 1
U kunt ten aanzien van de afvalwaterstroom eveneens de letters uit het onderschrift van vraag 3.7 gebruiken.
2 3 4
50 liter per werkdag per In het bedrijf werkzame persoon totale oppervlak van daken en terreinen vermenigvuldigen met 0,8 (In Nederland Is de gemiddelde neerslag 0,8 m^ per m' per jaar) Indien debietmeting en/of bemonstering van het afvalwater plaatsvindt wilt u dat dan In de laatste kolom aangeven
m
5.4.3
Maatregelen ter beperkina van de afvalwaterstroom.
hergebruik
OQ^rwoeV
i
ooorAu dviAw
J
• buffering • anders, nl. D n.v.t.
6.4.4 Aantal uren waarop als regel per etmaal bedrijfsafvalwater wordt geloosd. (XI o verdag
tussen 07.00 - 19.00 uur
uren
•
. uren
Hoe vaak en gedurende welk tijdsbestek doen zich situaties voor waarin de gemiddelde afvoerdebieten van het bedrijfsafvalwater in ruime mate worden overschreden (m.u.v. het hemelwater)?
Waardoor worden deze pieken veroorzaak t?
6.4.5
Zuiveringstechnische en controievoorzieningen.
Voorziening
Capaciteit
Type
bezinkputjten) vetafscheider(s) olie-afscheider(s) 7ujveringsinstallatie(s) septictank(s) controlevoorziening
• Analyseresultaten afvalwater bijgevoegd.
Kl\
V
\
-r 1
Soort afvalwater
7.1
Bodemonderzoek
• Rapport bodemonderzoek is toegevoegd
7.2
Bodembeschermende maatregelen
lekbak Éf vloeistofdichte vloer welke bestand is tegen de gebruikte stoffen • •
• n.v.t.
8.1
Metingen en registratie van milieubelasting
D waterverbruik • grondstoffenverbruik O afvalstoffen 3?! energieverbruik SlJ keuringen/inspecties, o.a. brandstoftanks • bedrijfsafvaiwater •
• n.v.t.
8.2
Brandveiligheid
^ brandblusmiddelen aanwezig brandblusmiddelen tijdig gekeurd • omschrijving van de aan te brengen brandveiligheidsinstallatie toegevoegd (b.v, brandmeld-installatie, sprinkler-installatie) IZI noodplan aanwezig •
• •
• n.v.t.
8.3
Overige vergunningen en/of meldingen die van toepassing zijn Aangevraagd
Soort vergunning/ melding
Neen
Datum verleende vergunning/melding
H Bouwvergunning ö Vergunning ingevolge Wet verontreiniging oppervlakte wateren (Wvo)
•
• Sloopvergunning
•
^ Oprichtingsvergunning Wm (art. 8.1.a en cWm)
•
• Veranderingsvergunning Wm (art. 8.1..5 Wm)
•
• Een nieuwe, de gehele inrichting omvattende vergunning Wm (art. 8.4 lid 1)
•
n Een vergunning omvattend een onderdeel van de inrichting (art. 8.4 lid 1)
•
SI Melding art. 8.40 Wm Besluit milieubeheer
)
•
• Melding ait. 8.19 Wm
•
•
•
-io
8.4
Nadere gegevens en/of opmerkingen
8.5
Toekomstige ontwikkelingen
niet binnen afzienbare tijd te verwachten.
8.5
Omgeving
in de direkte omgeving van het bedrijf is/zijn gelegen;
op een afstand van:
ö Bebouwde kom
. meters
• Ziekenhuis, sanatorium, internaat etc.
. meters
O Bungalowpark, camping etc.
. meters
Q Zwembad, speeltuin
. meters
IZJ Meerdere burgerwoningen in lintbebouwing
. meters
Meerdere verspreid liggende burgen/voningen Een enkele burgerwoning in het buitengebied
•7
f
. m eters meters
D Agrarische bedrijfswoningen van derden
meters
[X] Voor verzuring gevoelig gebied
meters
O Binnen een grondwaterbeschermingszone
meters
CJ Binnen een milieubeschermingsgebied
meters
C Eén of meer anders veehouderijen
meters
G Overige
meters meters meters meters
m
Bijlagen is plattegrondtekeningien), aantal verschillende tekeningen: —df. • tekening van het aanzicht en dwarsdoorsnede van de inrichting D productbladen CU keuringsrapport
• energie-onderzoek/bedrijfsenergieplan D berekening geuremissie en ammoniakemissie/depositie CU akoestisch rapport • rapport bodemonderzoek CU afvalstoffen-onderzoek CU kopie aanvraag bouwvergunning incl. bewijs van ontvangst (in enkelvoud bijvoegen) CU kopie aanvraag vergunning ingevolge de W.V.O. (in enkelvoud bijvoegen) • beschrijving emissie-arme stalsystemen
Ureiagrp
QI
(datum)
Naam
(plaats)
rnT.<;
handtekening aanvrager/gemachtigde
N.B. Alle aantekeningen en bijlagen dienen in vijfvoud door de aanvrager ondertekend en geda teerd te worden. In te vullen door de gemeente: Categorie (NMP)
SBI-code
(Hoofdaktiviteit) (Nevenaktiviteit)
Behoort bij het besluit van burgemeester sn wethouders van de gemeente
d.d.
De secretaris.
no.
Bijlag ' ® teken,„g