Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl
[email protected] RABO Zwolle 39 73 41 121
De heer H. Koersen Bosjessteeg 3 8271 RK IJSSELMUIDEN
Inlichtingen bij Cootje Jonkman telefoon 038 499 76 75
[email protected]
Zaaknummer Z-HZ_NB-2013-017798
Natuurbeschermingswet: aanvraag vergunning
Datum
10.10.2013 Kenmerk
2013/0346807 Pagina
1
Geachte heer Koersen, U heeft een aanvraag om een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 (verder Nbwet) bij ons ingediend. Deze hebben wij op 18 juli 20131 ontvangen. De aanvraag betreft het in werking hebben van een melkrundveehouderij en het bouwen van een stal aan de Bosjessteeg 3 te IJsselmuiden. In deze brief geven wij onze beslissing weer.
Uw brief
Uw kenmerk
Besluit
Wij verlenen u een vergunning2 voor het in werking hebben van een melkrundveehouderij en het bouwen van een stal aan de Bosjessteeg 3 te IJsselmuiden De motivering hiervoor is in bijlage 1 weergegeven. Het volgende stuk maakt onderdeel van de vergunning uit: de technische situatietekening van de nieuwe situatie d.d. 16 januari 2013, voor het laatst gewijzigd op 30 mei 2013 behorende bij de aanvraag met kenmerk 2013/0266675. De vergunning wordt verleend voor onbepaalde tijd. Wij verbinden aan deze vergunning de volgende voorschriften: 1.
1 2
Bijlagen
Bijlage 1 Datum verzending
Het bedrijf van H. Koersen aan de Bosjessteeg 3 te IJsselmuiden in de gemeente Kampen mag maximaal de hier vermelde depositie veroorzaken met de aangevraagde activiteiten:
EDO-kenmerk 2013/0250901 Op basis van art. 19d
Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning
Grens Vogelrichtlijn- en/of habitattypen in Habitatrichtlijngebied
Coördinaten grens VRgebied en/of habitattypen X
Weerribben Grens van het gebied Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden Vochtige heiden Blauwgraslanden De Wieden Grens van het gebied Kranswierwateren Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden Vochtige heiden Heischrale graslanden Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht Grens van het gebied Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden Stroomdalgraslanden Ruigten en zomen (moerasspirea) Ruigten en zomen (harig wilgenroosje) Olde Maten en Veerslootslanden Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden Blauwgraslanden Ruigten en zomen (moerasspirea) Overgangs- en trilvenen (trilvenen) Uiterwaarden IJssel Grens van het gebied Vochtige alluviale bossen Glanshaver- en vossenstraathooilanden Droge hardhout ooibossen Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden
Datum
10.10.2013 Kenmerk
2013/0346807 Pagina
2 Uw brief
Uw kenmerk
N-Depositie
Y
194 193 194 193
711 023 602 052
528 529 529 529
134 347 967 485
0,1 0,1 0,1 0,1
199 199 200 199 205
593 921 594 223 819
516 519 517 519 521
544 135 937 625 464
0,2 0,2 0,2 0,2 0,1
201 202 203 202 204
579 921 370 690 810
506 507 508 507 507
106 027 449 285 945
0,3 0,2 0,2 0,2 0,2
203 205 204 203
726 204 435 824
513 514 514 513
531 841 023 545
0,2 0,2 0,2 0,2
194 191 194 196 198
078 001 074 928 179
505 508 505 505 504
935 918 942 262 521
3,3 0,4 3,1 1,0 0,5
De depositie, afkomstig van de inrichting is berekend op de volgende aantallen dieren en stalsysteem: stalnr
Diersoort
Aantal
RAVcode
dieren
Emissie-
Emissie in
factor
kg NH3/jr
kg NH3/jr B
Vrouwelijk jongvee Fokstier Melkkoeien
C/D
Vrouwelijk jongvee Melkkoeien
Totaal
23
A3
3,9
1
A7
9,5
9,5
10
A1.100.1
9,5
95,0
60
A3
3,9
234,0
A1.13.1
7,1
116
89,7
823,6 1.251,8
2.
Vergunninghouder dient door middel van een registratie, zoals bedoeld in ‘Regeling identificatie en registratie dieren 2003’ en/of aanvulling dan wel de opvolger van genoemde regeling, op verzoek van de toezichthouder aan te tonen dat de in de bovenstaande voorwaarde genoemde depositie niet worden overschreden als gevolg van toename van de dieraantallen.
3.
De start en de oplevering van de bouwwerkzaamheden moeten een week van te voren worden gemeld bij het Meldpunt van provincie Overijssel
Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning
(tel.nr. 038 425 24 23), onder vermelding van de naam van het betrokken Natura 2000gebied, de naam van de locatie en het kenmerk van de vergunning. Wanneer de houder van de vergunning handelt in strijd met de voorschriften, kan deze vergunning op grond van artikel 43 lid 2 van de Nbwet worden gewijzigd of ingetrokken. Tot slot Heeft u nog vragen naar aanleiding van deze beslissing, dan kunt u bellen met Cootje Jonkman op telefoonnummer 038-499 7675. Afschriften Een afschrift van dit besluit wordt verzonden aan Burgemeester en Wethouders van Kampen en het ministerie van Economische Zaken. Met vriendelijke groet, namens Gedeputeerde Staten van Overijssel, Datum
10.10.2013 Kenmerk
2013/0346807 Pagina
Lars Wuijster, teamleider Vergunningverlening
3 Uw brief
Uw kenmerk
Bijlagen: Bijlage 1
Overwegingen bij het besluit
Niet mee eens? Als u het niet eens bent met dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum van verzending van dit besluit bezwaar maken bij Gedeputeerde Staten van Overijssel. Hoe u dat moet doen kunt u hieronder lezen. Rechtsmiddel Binnen zes weken, ingaand op de dag na de datum van verzending van dit besluit, kan een belanghebbende een bezwaarschrift indienen bij Gedeputeerde Staten van Overijssel, team Juridische Zaken, postbus 10078, 8000 GB Zwolle (telefoon 038 - 499 93 05). Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en bevat in ieder geval: a. de naam en het adres van de indiener; b. de dagtekening; c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht; d. de gronden van het bezwaar. U kunt het bezwaarschrift ook per elektronisch formulier verzenden. Dit formulier kunt u vinden op www.overijssel.nl/loket/bezwaar-klachten Voor de behandeling van een bezwaarschrift bij de provincie Overijssel is geen griffierecht verschuldigd.
Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning
Voor inlichtingen over de bezwaarprocedure kunt u zich wenden tot de provinciaal medewerker die bij het besluit is vermeld. Indien spoed dat vereist is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de Voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak. In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat u een bezwaarschrift heeft ingediend.
Datum
10.10.2013 Kenmerk
2013/0346807 Pagina
4 Uw brief
Uw kenmerk
Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning
Overwegingen bij het besluit
Bijlage 1
Deze vergunning bestaat uit het besluit en de overwegingen. In deze bijlage zijn de overwegingen opgenomen. Het besluit en de overwegingen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De overwegingen zijn als volgt opgebouwd:
Datum
10.10.2013 Kenmerk
2013/0346807 Pagina
5 Uw brief
Uw kenmerk
A
WEERGAVE VAN DE FEITEN
A1
Vergunningaanvraag
A1.1 A1.2 A1.3 A1.4 A1.5
Projectomschrijving Periode Onderliggende documenten Aanvullende gegevens Aanvraag en Natura 2000
A2
Bevoegdheid
A3
Procedure
A3.1 Relevante overige besluiten A3.2 Betrokkenheid andere provincie bij Natura 2000-gebied A4
Vergunningplicht
B
TOETSING
B1
Inhoudelijke beoordeling Stap 1: toets aan artikel 19f Stap 2: toets aan artikel 19e Conclusie toetsing
B2
Zienswijzen
B2.1 Bespreking van ingediende zienswijzen C
SLOTCONCLUSIE
Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning
A
WEERGAVE VAN DE FEITEN
A1
Vergunningaanvraag
A1.1 Projectomschrijving De heer H. Koersen vraagt een vergunning aan voor het in werking hebben van een melkrundveehouderij en het bouwen van een stal (stal D) aan de Bosjessteeg 3 te IJsselmuiden. Stal D wordt uitgevoerd met een roostervloer voorzien van cassettes in de roosterspleten. De uitbreiding zal in 2013 en 2014 plaatsvinden. Een overzicht van het aangevraagde veebestand is in tabel 1 weergegeven. Datum
10.10.2013
Tabel 1: aangevraagde situatie stalnr
Diersoort
Aantal
RAVcode
dieren
Kenmerk
2013/0346807 Pagina
B
Vrouwelijk jongvee Fokstier Melkkoeien
C/D
Vrouwelijk jongvee Melkkoeien
Uw kenmerk
Emissie in
factor
kg NH3/jr
kg NH3/jr
6 Uw brief
Emissie-
23
A3
3,9
1
A7
9,5
9,5
10
A1.100.1
9,5
95,0
60
A3
3,9
234,0
A1.13.1
7,1
116
Totaal
89,7
823,6 1.251,8
A1.2 Periode De vergunning wordt aangevraagd voor onbepaalde tijd. A1.3 Onderliggende documenten Voor de beoordeling van de aanvraag zijn de volgende documenten meegezonden: aanvraagformulier d.d. 17 juli 2013; een toelichting op het project; AAgro-Stacksberekeningen van de vergunde situaties; AAgro-Stacksberekeningen van de gewenste situatie; kaarten met toetspunten voor AAgro-Stacksberekeningen; melding d.d. 12 december 1991 op grond van het Besluit melkrundveehouderijen Hinderwet; tekening van de gewenste situatie. Tevens zijn de volgende (aanvullende) documenten toegestuurd: gewijzigde tekening van de gewenste situatie d.d. 16 januari 2013, voor het laatst gewijzigd op 30 mei 2013. A1.4 Aanvullende gegevens Op 24 juli 2013 zijn aanvullende gegevens gevraagd. Deze gegevens zijn op 30 juli 2013 ontvangen en ingeboekt onder nummer 2013/0266675.
Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning
A1.5 De aanvraag en het Natura 2000-gebied Uw bedrijf heeft invloed op verschillende Natura 2000-gebieden, waarvan het Natura 2000gebied ‘Uiterwaarden IJssel’ het dichtst bij uw bedrijf ligt (ca. 1.100 meter) Er is sprake van externe werking door de aard van het bedrijf en de effecten die kunnen optreden. Voor de beoordeling of een vergunning kan worden afgegeven zijn de (ontwerp)aanwijzingsbesluiten van deze gebieden relevant.
A2
Datum
Bevoegdheid
De betrokken Natura 2000-gebieden ‘Oldematen en Veerslootslanden’, ‘Weerribben’ en ‘Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht’ liggen volledig op het grondgebied van de provincie Overijssel, zodat wij bevoegd zijn om te beslissen op de vergunningaanvraag. Daarnaast veroorzaakt uw bedrijf stikstofdepositie met hoofdzakelijk effecten op die delen van de Natura 2000-gebieden ‘De Wieden’, Uiterwaarden IJssel’, ‘Veluwerandmeren’, ‘Zwarte Meer’ en ‘Ketelmeer en Vossemeer’ die op het grondgebied van provincie Overijssel liggen, zodat wij ook voor deze gebieden bevoegd zijn om te beslissen op de vergunningaanvraag.
10.10.2013 Kenmerk
2013/0346807 Pagina
7 Uw brief
Uw kenmerk
A3
Procedure
De vergunningprocedure is uitgevoerd in overeenstemming met het bepaalde in hoofdstuk VIII van de Nbwet en de hiervoor relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht. A3.1 Relevante overige besluiten Wij wijzen u erop, dat voor de door u te verrichten activiteit, voor zover ons bekend, ook de navolgende op aanvraag te nemen besluiten nodig zijn (artikel 19ka, lid 1, Nbwet): Naam wet en van toepassing zijnde artikel
Bevoegd bestuursorgaan en adres
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht,
Gemeente Kampen, Postbus 5009 8260 GA Kampen
artikel 2.1 Flora- en faunawet, artikel 75
Dienst Regelingen, Team vergunningen en ontheffingen uitvoering, Postbus 19530, 2500 CM Den Haag
Nbwet, artikel 19d
Provincie Gelderland, Postbus 9090 6800 GX Arnhem
Uw activiteit heeft tevens effecten op het Natura 2000-gebied ‘Veluwe’. Voor dit gebied zijn wij niet bevoegd, zodat wij geen oordeel kunnen geven over de vergunningplicht in relatie tot dat gebied. U dient hiervoor contact op te nemen met provincie Gelderland. A3.2 Betrokkenheid andere provincie Uw bedrijf heeft ten aanzien van de stikstofdepositie effecten op gebiedsdelen van de Natura 2000-gebieden ‘Uiterwaarden IJssel’, ‘Veluwerandmeren’, 'Zwarte Meer', ‘Ketelmeer en ‘Vossenmeer’ en ‘De Wieden’ die op het grondgebied van provincie Overijssel liggen, als delen die op het grondgebied van provincies Flevoland en Gelderland liggen. Voor de gebieden ‘Ketelmeer en Vossemeer’, ‘Veluwerandmeren’ en ‘De Wieden’ die in de provincies Gelderland en Flevoland liggen is geen instemming van die provincies noodzakelijk omdat deze gebiedsdelen niet gevoelig zijn voor stikstofdepositie. Ook is er geen instemming nodig van de provincie Flevoland voor het gebied ‘Zwarte Meer’ omdat de achtergronddepositie lager is dan de kritische depositiewaarde van de habitatgebieden op grondgebied van Flevoland.
Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning
Om vergunning te verlenen is voor het gebied ‘Uiterwaarden IJssel’ instemming van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland noodzakelijk. Gedeputeerde Staten van provincie Gelderland hebben ingestemd met ons voornemen om voorliggende vergunning te verlenen.
A4
Vergunningplicht
Op basis van de aanvraag en de daarbij behorende bijlagen en tekeningen hebben we beoordeeld of de aangevraagde bedrijfsveranderingen de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in een Natura 2000-gebied en/of beschermd natuurmonument kunnen verslechteren of een significant verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor een gebied is aangewezen. Wij hebben geconstateerd dat de activiteit negatieve effecten hebben op habitats in Natura 2000-gebieden die gevoelig zijn voor stikstof. De activiteit leidt mogelijk tot een verslechtering van de kwaliteit van de natuurlijke habitats. Datum
10.10.2013 Kenmerk
2013/0346807 Pagina
Er is geen sprake van een project of handeling conform een vastgesteld beheerplan. Verder is er geen sprake van bestaand gebruik, in overeenstemming met art. 1 van de Nbwet. Daarmee is deze activiteit vergunningplichtig in het kader van art. 19d Nbwet. Uit de nadere afweging moet blijken voor het voorliggende project of een vergunning kan worden afgegeven.
8 Uw brief
B
TOETSING
B1
Inhoudelijke beoordeling
Uw kenmerk
Effecten op Natura 2000-gebied De aangevraagde activiteiten hebben een (mogelijke) negatieve invloed op de aanwezige habitattypen en/of soorten in omliggende Natura 2000-gebieden voor wat betreft de factoren verzuring en vermesting. Hieronder wordt uw aanvraag getoetst aan de beoordelingskaders vanuit de Nbwet. Stap 1: Toets aan artikel 19f Rondom uw bedrijf bevinden zich meerdere voor stikstof gevoelige Natura 2000-gebieden. Daarvan ligt het Natura 2000-gebied ‘Uiterwaarden IJssel’ het dichtst bij. De Natura 2000gebieden ‘Ketelmeer en Vossemeer’, ‘Zwarte Meer’ en ‘Veluwerandmeren’ hebben geen stikstofgevoelige leefgebieden of habitattypen. Wij laten daarom ‘Ketelmeer en Vossemeer’, ‘Zwarte Meer’ en ‘Veluwerandmeren’ verder buiten beschouwing. Aangezien uw bedrijf stikstof uitstoot en de achtergronddepositie van stikstof hoger is dan de kritische depositiewaarden van de overige betrokken gebieden zijn significant negatieve effecten op voorhand niet uit te sluiten. In overeenstemming met art. 19f is een passende beoordeling dan aan de orde. Uit jurisprudentie3 blijkt dat er uitzonderingen zijn voor die gevallen, waarbij de stikstofdepositie niet toeneemt ten opzichte van de milieuvergunde situatie op het tijdstip van 3
ABRvS 31 maart 2010, zaaknummer 200903784/1
Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning
aanwijzing4 van een beschermd gebied. In die situatie is een passende beoordeling niet noodzakelijk en kan een vergunning worden verleend. Voor alle Habitatrichtlijngebieden in Overijssel gaat het dan om de datum van 7 december 2004. De aanwijzingen als Vogelrichtlijngebied zijn in Overijssel van eerdere datum. Aangezien het om verschillende data gaat moeten we in de beoordeling die stikstofgevoelige Vogelrichtlijngebieden betrekken waarvan de aanwijzingsdatum verschillen. In overeenstemming met de uitspraak van de Raad van State van 7 september 20115 geldt voor gebieden die voor 10 juni 1994 zijn aangewezen deze datum als toetsingsmoment. Uw bedrijf heeft, naast de invloed op de Habitatrichtlijngebieden ‘Weerribben’, ’Uiterwaarden IJssel’, ‘Olde Maten en Veerslootslanden’, ‘Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht’ en ‘De Wieden´, tevens invloed op de Vogelrichtlijngebieden ’Uiterwaarden IJssel’, ‘Weerribben’, ‘Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht’ en ‘De Wieden´. Het Vogelrichtlijngebied ‘Weerribben’ is op 29 oktober 1986 aangewezen als Vogelrichtlijngebied. De overig genoemde Vogelrichtlijngebieden zijn op 24 maart 2000 door toenmalige ministeries, thans ministerie van EZ, aangewezen als Vogelrichtlijngebieden. Datum
10.10.2013 Kenmerk
2013/0346807 Pagina
9 Uw brief
Gelet op bovengenoemde uitspraak van de Raad van State moeten wij voor het Vogelrichtlijngebied ‘Weerribben’ 10 juni 1994 als toetsingsdatum aanhouden. Op deze datum had u een melding d.d. 12 december 1991 op grond van het Besluit melkrundveehouderijen milieubeheer. Deze melding was ook geldig ten tijde van de aanwijzing van de Vogelrichtlijngebieden ’Uiterwaarden IJssel’, ‘Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht’ en ‘De Wieden´en op de datum van het plaatsen van de Habitatrichtlijngebieden ’Uiterwaarden IJssel’, ‘Weerribben’, ‘Olde Maten en Veerslootslanden’, ‘Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht’ en ‘De Wieden´ op de lijst van communautair belang. In tabel 2 zijn de milieuvergunde aantallen dieren op 10 juni 1994, 24 maart 2000 en 7 december 2004 weergegeven.
Uw kenmerk
Tabel 2: Milieu-vergunde situatie op 10 juni 1994, 24 maart 2000 en 7 december 2004
stalnr
Diersoort
1
Melkkoeien
2
RAVcode
Emissie in kg NH3/jr
A1.100.1
9,5
950,0
40
A3
3,9
156,0
Vrouwelijk jongvee
30
A3
3,9
117,0
1
A7
9,5
9,5
50
B1
0,7
35,0
Schapen
100
Emissiefactor kg NH3/jr
Vrouwelijk jongvee Fokstier 7
Aantal dieren
Totaal
1.267,5
Om te beoordelen of de depositie in de nieuwe situatie op de Vogelrichtlijngebieden ‘Uiterwaarden IJssel’, ‘Weerribben’, ‘Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht’ en ‘De Wieden’ dan wel de Habitatrichtlijngebieden ‘Uiterwaarden IJssel’, ‘Weerribben’, ‘Olde Maten en Veerslootslanden’, ‘Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht’ en ‘De Wieden’ ten opzichte van de aanwijzingsdatum is toegenomen zijn depositieberekeningen van beide situaties uitgevoerd en in tabel 3 weergegeven.
4
Voor speciale beschermingszones in de zin van de Vogelrichtlijn, die zijn aangewezen voor afloop van de omzettingstermijn van de Habitatrichtlijn gelden de bepalingen van artikel 6, tweede, derde en vierde lid, van
5
de Habitatrichtlijn vanaf 10 juni 1994
ABRvS zaaknummer 201003301/1
Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning
In overeenstemming met de vastgestelde beleidsregel6 vindt de beoordeling van de depositieberekeningen plaats na afronding op 1 decimaal. Tabel 3: N-depositie van het bedrijf in mol/ha/jr
Grens Vogelrichtlijn- en/of habitattypen in Habitatrichtlijngebied
Coördinaten grens VR-gebied en/of habitattypen
N-Depositie
X
10 juni
24 maart
7 dec.
nieuwe
1994
2000
2004
situatie
Y
Weerribben Grens van het gebied Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden Vochtige heiden Blauwgraslanden De Wieden Grens van het gebied Kranswierwateren Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden Vochtige heiden Heischrale graslanden Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht Grens van het gebied Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden Stroomdalgraslanden Ruigten en zomen (moerasspirea) Ruigten en zomen (harig wilgenroosje) Olde Maten en Veerslootslanden Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden Blauwgraslanden Ruigten en zomen (moerasspirea) Overgangs- en trilvenen (trilvenen) Uiterwaarden IJssel Grens van het gebied Vochtige alluviale bossen Glanshaver- en vossenstaarthooilanden Droge hardhout ooibossen Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden
Datum
10.10.2013 Kenmerk
2013/0346807 Pagina
10 Uw brief
Uw kenmerk
194 711 193 023
528 134 529 347
194 602 193 052
529 967 529 485
199 593 199 921 200 594
516 544 519 135 517 937
199 223 205 819
519 625 521 464
201 579 202 921
506 106 507 027
203 370 202 690 204 810
0,1 0,1
0,1 0,1
0,1 0,1
0,1 0,1
0,2 0,2
0,2 0,2 0,2
0,2 0,1
0,2 0,1
0,2
0,3 0,2
508 449 507 285 507 945
0,2 0,2 0,2
0,2 0,2 0,2
203 726
513 531
0,2
0,2
205 204 204 435 203 824
514 841 514 023 513 545
0,2 0,2 0,2
0,2 0,2 0,2
194 078 191 001 194 074
505 935 508 918 505 942
0,4 3,1
3,3 0,4 3,1
196 928 198 179
505 262 504 521
1,0 0,5
1,0 0,5
0,2
0,3
3,4
Conclusie stap 1: Uit vorenstaande gegevens blijkt dat de stikstofdepositie in de aangevraagde situatie gelijk of lager is dan ten tijde van de aanwijzing als Vogelrichtlijngebied c.q. de plaatsing van een Habitatrichtlijngebied op de lijst van gebieden van communautair belang. Hierdoor kunnen wij vergunning verlenen zonder de noodzaak van een passende beoordeling.
6
beleidsregel ‘Vergunningverlening Natuurbeschermingswet 1998 voor veehouderijen’, Besluit van 16 juli 2013
Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning
Stap 2: toetsing aan art. 19e Uit de toetsing van uw aangevraagde project blijkt dat er geen sprake is van negatieve gevolgen voor de instandhoudingsdoelstellingen. Wij zien geen aanleiding om de gevraagde vergunning te weigeren. Er zijn geen andere vereisten relevant die weigering zouden rechtvaardigen.
Conclusie toetsing Uit vorenstaande gegevens blijkt dat de stikstofdepositie in de aangevraagde situatie gelijk of lager is dan het niveau ten tijde van plaatsing van de Habitatrichtlijngebieden op de lijst van gebieden van communautair belang en van de aanwijzing van de Vogelrichtlijngebieden. Hierdoor kunnen wij vergunning verlenen zonder de noodzaak van een passende beoordeling. Er zijn geen belemmeringen om de vergunning af te geven op basis van deze toetsing.
Datum
10.10.2013 Kenmerk
2013/0346807 Pagina
11 Uw brief
Uw kenmerk
B2
Zienswijzen
B2.1 Bespreking van ingediende zienswijze Het college van burgemeester en wethouders van Kampen is gedurende een termijn van 8 weken in de gelegenheid gesteld over deze aanvraag hun zienswijze kenbaar te maken7. De gemeente heeft binnen de gestelde termijn geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een zienswijze uit te brengen.
C
Slotconclusie
Uit de beoordeling van de aanvraag van de melkrundveehouderij van H. Koersen aan de Bosjessteeg 3 te IJsselmuiden blijkt dat er geen sprake is van een verslechtering van de kwaliteit van gebieden ten opzichte van de relevante aanwijsdata. Vergunning in het kader van de Nbwet kan, onder voorwaarden, worden verleend.
7
In overeenstemming met art. 44, lid 3 Nbwet