0,5, kan men nog deze berekeningsmethode gebruiken. Fig. 23 geeft de doorbuiging, berekend met vergelijking ( 8 ) in procenten van de doorbuiging, berekend volgens de methode, dieontwikkeld is in deze paragraaf. De fout, dieontstaat doordat determen van T/t van hogere orde verwaarloosd zijn, kan voor 0,5 < f/ t < 0,8 in rekening worden gebracht door voor „m” de factor „0,9 m ” in de plaats te stellen. Zo vindt men: fi = 0,9 m f . .................................. . (23) Cxmax = ffx + 0,9 m f f x b ............................ Oy max — 0,9 m 0yb ...............................
(24) (25)
Deze formules gelden dus alleen voor ingeklemde platen, w aar 0,5 f/t
30 2-5
1
ingeklemde randen
2
scharnierende randen
^
^
X
2.0
IS § c &CC
V 10
0.5
02
.
0.4
0.6
0.8
f.0
1.2
1.4
1.6
Vi Fig. 26.
Fig. 23. REDUCTIE VAN DE FACTOR „ m ” BIJ GROTERE DOORBUIGING f t/tt volgens vergelijking (8) als percentage van f/t volgens de vereenvoudigde theorie
§ 9.
K nik spa nn in g v a n p la ten o n d e r w o r p en aan een c o m b i n atie v a n w a te rd r u k en knik
L e v y [9 ] heeft bewezen, dat éen gebogen plaat niet nood zakelijkerwijs behoeft te knikken in dezelfde richting waarin hij is doorgebogen. Het is duidelijk, dat een in zijn vlak op druk belaste plaat neiging heeft zich te vervormen op de wijze aangegeven in fig. 24a, terwijl een plaat onderworpen aan waterdruk alleen dit doet als getekend in fig. 24b.
evenwicht van spanningen in de plaat, die neiging vertonen de knikgrens te verhogen. Dit is ook waar als deze membraan spanningen door de waterdruk zijn ontstaan. L evy [9 ] heeft deze invloed op de knikgrens kunnen be rekenen. Als ffc de knikgrens is van de plaat onder gecombi neerde belasting en cr00 de knikgrens is van de alleen in zijn vlak belaste plaat, dan is de verhouding ac/aco weergegeven in fig. 26. Men ziet, dat het verschil tussen crc en <seo groot kan worden wanneer de doorbuiging groot wordt. Maar in scheepsconstructies blijft fi/t in het algemeen kleiner dan 0, 8, zelfs meestal onder 0,5, en men moet er dus rekening mede houden, dat met een toename van de knikgrens nauwelijks gerekend kan worden. § 10. Enige conclusies
FIG: CL
F I6
■J Fig. 24.
KNIKVORMEN
Indien men zo’n verstijfd geheel van het type 24b onder werpt aan een extra drukbelasting in het vlak van de plaat, zal de doorbuiging zich in het begin niet wijzigen. Op het ogenblik dat deze krachten de knikgrens naderen, kan het profiel van de doorsnede veranderen en overgaan van vorm 24b in 24a en de knikdruk zal toenemen vanwege de aan wezigheid van de waterdruk. Dezelfde redenering geldt voor platen voorzien van langsversterkingen, waar de verhouding a groot is (zie fig. 25). In de buurt van de knikgrens verandert het profiel in een aantal halve golflengten, afhankelijk van «. W ij zien dus dat het profiel, dat weerstand biedt tegen knikken, van vorm verandert, maar de knikgrens zelf ver andert ook. De membraanspanningen vormen nu een ander
Fl G\C
FI6 :d
-1-1TTTTTTTTTTTT *ffff ÏÏT Fig. 25.
1.
Men kan platen, die niet zijn in geklemd en aan waterdruk alleen zijn onderworpen, berekenen met de gegevens van de plaattheorie van Timoshenko ( § 4 ) .
2.
Men kan de spanningen, doorbuiging, enz. van platen, die zijn ingeklemd en alleen zijn onderworpen aan waterdruk, bepalen met behulp van de diagrammen van Schade ( § 5 ) .
3. In gevallen waar de doorbuiging te groot wordt in ver houding tot plaatdikte ({t )) kan worden opgemerkt, dat men waakzaam moet zijn wanneer bij niet-ingeklemde platen f/t groter wordt dan 0,5 (§ 6 ). 4. Men kan platen, die niet zijn ingeklemd en onderworpen aan een combinatie van drukbelasting in het vlak en waterdruk, berekenen door deze berekening af te leiden van geval 1 van deze paragraaf en de doorbuiging te ver menigvuldigen met een factor m (§ 7). 5. Men kan de spanningen, de doorbuiging, enz. van inge klemde platen, die onderworpen zijn aan een combinatie van drukbelasting in het vlak en de waterdruk, berekenen door de spanningen, de doorbuiging, enz. van geval 2 te vermenigvuldigen met een factor m (§ 8 ). 6. Men kan zelfs een oplossing vinden voor geval 5, wanneer de doorbuiging groter wordt dan die, gegeven door de formule voor f x/t < 0 ,5 ( § 8 ). 7. Voor de berekening van de bodembeplating van een schip, die belast wordt beneden de knikgrens, kunnen de randen als ingeklemd beschouwd worden. De plaat neemt de vorm aan van een enkele golf. 8.
KNIKVORMEN
Voor de berekening van de knikgrens kan men de water druk verwaarlozen. De plaatranden moeten in dat geval als opgelegd worden beschouwd ( § 9 ) .
GEBRUIKTE SYMBOLEN a b f f* i i k k
plaatlengte plaatbreedte doorbuiging = w max doorbuiging door gecombineerde belasting traagheidsstraal weerstand tegen buiging per lengte-eenheid plaatcoëfficiënt coëfficiënt voor het berekenen der platen alleen on derworpen aan w aterdruk volgens S ch a d e m vermenigvuldigingsfactor voor de berekening van platen op waterdruk en kn ik belast waterdruk per oppervlakte-eenheid P s stijlafstand plaatdikte t u verplaatsing volgens de X-as verplaatsing volgens de Y-as V verplaatsing volgens de Z-as w coördinaat evenwijdig aan de rand a X coördinaat evenwijdig aan de rand b y z coördinaat evenwijdig aan de dikterichting t T E-t . t 3 D buigstijfheid van de plaat y„ .y 6 J K 12 (1 — o - ) E el asticiteitsmodulus F oppervlak van de doorsnede G glij dingsmodulus traagheidsmoment J M buigend moment per lengte-eenheid P druk per eenheid van oppervlak Qx, Qy dwarskrachten per lengte-eenheid T potentiële energie y vervormingsarbeid van de plaat a verhouding a/b verhouding b/a ß e specifieke rek si, e2 specifieke rek respectievelijk in de X -en de Y -richtin g 6C waarde van e,, waarbij kn ik in de plaat optreedt
u P P a
ffx, <7y
CTy Op
Txy
contractieverhouding (coëfficiënt van Poisson) veldverhouding kromtestraal spanning (algem een) knikspanning spanning langs de niet belaste rand spanning resp. in de X - en in de Y -richting vloeigrens proportionaliteitsgrens schuifspanning in de plaat
B ib liograp h ie: 1. F. Fietzker: „Festigkeit der Schiffe”, Berlin, 19 1 1 . 2. B. de Saint Venant: „Theorie de l’élasticité des corps solides” , Paris, 1883. 3. S. Timoshenko: "Theory o f plates and shells”, § 29, Me. G raw -H ill, New Y ork, 1940. 4. F. Bleich: "Buckling Strength o f Metal Structures” , Me. G raw -H ill, New Y ork, 1952. Î. H. A . Schade: "Design curves fo r cross-stiffened plating under uniform bending load” . Trans, of the Soc. o f Naval A rchitects et Mar. Engineers, New Y ork, 19 4 1. 6. H. A . Schade: "Bending theory o f Ship bottom structure”. Trans, o f the Soc. Naval A rchitects et Mar. Engineers, New Y ork, 193 8. 7. FI. A . Schade: "The orthogonally stiffened plate under uniform lateral load”. Journal o f Applied Mechanics, 19 4 0. 8. F. Bleich et L. B. Ramsey: "A design manual on the buckling strength o f metal structures”. Techn. Research Bulletin, no. 2-2. Soc. o f Naval A rchitects et Mar. Engineers, New Y ork, September 1 9 1 1. 9. S. Levy: "Bending o f rectangular plates w ith large deflections”. N .A.C .A . Tech., note 844 et N .A .C .A . Tech., report 737, Washington, 1942. 10.
K. Marg tier re et E. T re ff fz: „Ueber die Tragfähigkeit eines längsbelasteten Plattenstreifens nach TJeberschreiten der Beullast”. Zeitschrift fü r angewandte Mathematik und Mechanik, 1937.
11. FI. E. Jaeger: „Considérations sur la conception des constructions soudées sur les navires”. Nouveautés techniques maritimes, Paris, 19 12 . 12.
S. Timoshenko: "Theory o f elastic stability” . Me. G raw-H ill, New Y ork, 1936.
13. G. FI. Bryan: “ On the stability o f a plane plate under thrusts in its own plane w ith application on the buckling of the sides of a ship”. Proceedings o f the London Mathematical Society, 1891.
VEREENIGING VAN TECHNICI OP SCHEEPVAARTGEBIED N O T U L E N van de Algemene V erg ad erin g van de afdeling „R otterd am " op D onderdag 7 O ctober 1954, des avonds 8 uur in de club zaal, 5e verdieping van het G roothandelsgebouw , Stationsplein 45, R otterdam . Aanwezig volgens het presentieboek: 6 Bestuursleden, 126 Gewone leden, 3 Buitengewone leden, 19 Donateurs en 44 Introducé’s.
Agenda: 1. Opening. 2 . Notulen der Algemene Vergadering d.d. 20 Mei 1954 (Zie „Schip en W erf” d.d. 4 Jun i 19 54, No. 1 2 , pag. 343/344.)
3. Herdenking overleden leden. 4. Balansen en Verlies en Winstrekeningen over het tijdvak 11 Mei 1940 — 31 December 1952 en in aansluiting daarop, het Rapport van de Kascommissie. 5. VOORDRACHT MET LICHTBEELDEN door Ir C. Scherpenhuijsen, Hoofd van de A fdeling Motoren van de Nederlandsche Dok- en Scheepsbouw Mij (v.o.f.) te Amsterdam. Onderwerp: „SLIJTAGE VAN CYLINDERS EN ZUIGER VEREN VAN VERBRANDINGSMOTOREN” 6 . Rondvraag.
7. Sluiting.
Voorzitter voor het Huishoudelijk gedeelte der vergadering, Ir K. van der Pols; Voorzitter voor het verdere gedeelte der vergadering, Ir P. van Overbeek. De voorzitter opent de vergadering, heet allen hartelijk welkom en spreekt er zijn voldoening over uit, dat zo velen aan de oproep voor deze eerste vergadering in dit seizoen, hebben gevolg gegeven. In het bijzonder wordt welkom geheten Ir C. Scherpenhuijsen die een lezing zal houden over „'Slijtage van cylinders en zuigerveren van verbrandingsmotoren”. Vervolgens komt punt 2 der agenda in behandeling, nl. „Notulen der Algemene Vergadering d.d. 20 Mei 19 54” . Daar zij, zoals de agenda aangeeft, in Schip en W erf zijn gepubliceerd, heeft ieder van de inhoud kennis kunnen nemen en worden zij niet voorgelezen. Daar niemand op- of aanmerkingen heeft, worden zij goedgekeurd en ge tekend, onder dankzegging aan de secretaris voor het juiste verslag. Bij punt 3 der agenda doet de voorzitter mededeling, dat na de laatst gehouden Algemene Vergadering, de volgende leden zijn over leden, nl.: J . Romein, plotseling overleden o p -9 Juli 1954 aan boord van het m.s. Friesland in de haven van Kopenhagen in de leeftijd van 51 jaar, in leven Hoofdwerktuigkundige bij de Scheepvaart en Steenkolen Mij N .V. te Rotterdam. ƒ. J. van W oer kom, overleden op 2 Augustus 1954 te Apeldoorn in de leeftijd van 68 jaar, in leven scheepsbouwkundig en w erktuig kundig expert.
A. de Groot, overleden op 18 Augustus 1954 te Rotterdam in de VERLIES- EN WINSTREKENING DER AFDELING „ROTTERDAM” OVER 1952 leeftijd van 62 jaar, Donateur van de Vereeniging van Technici op Contributies ..................... / 24.136,25 Afschr. Inventaris ........ f 2.190,00 Scheepvaartgebied. Salarissen .........................
18.254,29 1.905,54 1.995,07 12.000,00 270,49
S. Jongeling, overleden op 26 Augustus 1954 te Haarlem in de leef Sociale lasten ................. tijd van 48 jaar, in leven Kapitein van Spliethoff Bevrachtingskan- Huur kantoor ................. Huur clubzaal ................. toor te Amsterdam. Kosten clubzaal ............... V. Roelofs, overleden op 6 September 1954 te Rotterdam in de leeftijd van 76 jaar, in leven Oud-Chef Technische Dienst van Hudig en Veder te Rotterdam. E. H. Vinke, overleden te Rotterdam in de leeftijd van 78 jaar, leven oudste firmant en oprichter van Vinke & Co te Rotterdam.
Op verzoek van de voorzitter verheffen de aanwezigen zich van hun zetels en worden de overledenen in plechtige stilte herdacht. Dan volgt punt 4 der agenda. De voorzitter merkt op, dat de Balansen en Verlies- en Winstrekeningen over het tijdvak 11 Mei 1940 — 31 December 1950 in het Jaarboek 1951 zijn gepubliceerd. De balansen en Verlies- en Winstrekeningen over 1951 en 1952 werden nog niet gepubliceerd en hij verzoekt de secretaris deze voor te lezen.
Representatie- en reis kosten ........................... Lezingen en excursies . . . Kantoorbehoeften en drukwerk ..................... in Porti .................................. Telefoon en Telegraaf . . . Bank- en Incassokosten . . Onderhoud en bediening Verzekeringen ................. Abonn., contributies en donaties......................... Attenties ......................... Accountant ..................... Provisie donatie ............... Diversen. ........................... Exploitatieoverschot........
3.576,47 623,66 1.683,45 1.202,12 645,78 6,13 1.161,71 77,95
Donaties ............................ Extra bijdragen ............... Jaarboek ............................ Tijdschr. portefeuille . . . . Interest .............................. Winst koersverschil Grootbockinschrijving ......... Bijzondere baten ............. Aandeel algemene kosten afdeling Amsterdam . .
A fschr. Inventaris ................ ƒ Koersverlies inschr. Grootboek 1946 ........... »
1.985,60
2.100,00 13.028,59 Sociale lasten ................. >> 1.297,66 1.916,20 Huur kantoor .................. » 3.500,00 Huur clubzaal ................. Kosten clubzaal ............... 452,74 Representatieen reis 2.030,56 kosten .......................... » Jaardiner .......................... »» 2.268,73 Opening clubzaal Stroom2.089,98 berg ............................... » 135,00 Huur clubzaal elders . . . 387,25 Lezingen en excursies . . . JJ Kantoorbehoeften, en drukwerk ...................... >> 1.572,36 Porti ................................. )> 869,57 521,70 Telefoon en Telegraaf . . λ Bank- en Incassokosten . > > 14,50 Onderhoud en bediening 382,53 Verzekeringen ................. JJ 77,8 5 Abonn., contributies en 299,56 donaties ........................ Attenties .......................... »> 1.068,75 Accountant ........................ 55 1.255,00 230,29 Diversen ............................. > J Exploitatieoverschot . . . . ÏJ 16.994,60
Contributies ...................... ƒ 21.850,76 Donaties ............................ „ 4.585,00 Extra bijdragen ............... „ 18.639,84 „ 405,00 720,00 Rente Grootboek 1946 . . Deposito-rente ............... 44,96 Jaarboek 1951 ................. „ 6.058,05 Aandeel algemene kosten Afdeling Amsterdam . . „ 2.175,41
„
1,00
,, 15.975,08 „ 20.880,00
98.559,71
1.200,00 2 50,00
,,
1.995,93
ƒ 75.089,17
Inschr. Grootboek 1946 . N.V. Mij tot financiering v.h. Nat. Herstel . . . . Afd. Amsterdam ............. N.V. W yt & Zonen . . . .
f 107.012.89
8.400,00 1,00 39.858,07 22.080,00 1.512,00 8.827,42 20.963,09 9.349,27 92,00 912,50 975,00 65,00 120,00 93,40 1.414,89 15.645,65 399,24
Jaarboek 19 52 (n.t.b.) . . Jaarboek 19 51 (n.t.b.) . . Contributies (vooruit
15.704,65 91,90
1.310,00 Donaties (vooruit on tv.) 850,00 Tijdschr. portefeuille (te 138,02 betalen) ........................ „ Loonbelasting (n.t.b.) ï> 372,60 Onkosten (n.t.b.) ........... „ 2.234,62 2.993,85
ƒ 130.708,53 ACCOUNTANTSKANTOOR (w.g.) MORET & DE JONG
ƒ 54.479,02
Kapitaal ........................ Loonbelasting (n.t.b.) . Onkosten (n.t.b.) . . . . Contributies (vooruit ontvangen) ............... Jaarboek 1951 .............
. ƒ 80.957,63 . „ 236,74 . „ 828,99 . „ 1.255,00 . „ 15.281,35
1.512,00 ,, 6.871,49 „ „ 18.888,96 470,86 ,, 3 56,25 ,, „ 2.389,59 571,00 „ 120,00 „ „ 6.166,99 ,, 14.145,00 ,, 211,49
/
ƒ Aandelen N.V. Technische Scheepvaartclub ........ N.V. Technische Scheep-
ƒ 130.708,53
BALANS DER AFDELING „ROTTERDAM” PER 31 DECEMBER 1951 ƒ 10.000,00
,,
BALANS DER AFDELING „ROTTERDAM” PER 31 DECEMBER 1952
Jaarboek 1951 ................. Contributie (n.t.o.) ........ Donatie (n.t.o.) ............. Tijdschr. portef. (n.t.o.) Interest (n.t.o.) ............. Diversen (n.t.o.) ............. Bank ................................ Postgiro ........................... Kas ....................................
ƒ 54.479,02
Inventaris ........................ Aandelen N.V. Technische Scheepvaartclub ......... N.V. Tcchn. Scheepvaart club ............................... Inschr. Grootboek 1946 . N.V. Mij tot financiering v.h. Nat. Herstel . . . . A fd. Amsterdam ............. N.V. W y t & Zonen . . . . Debiteuren ........................ Contributies (n.t.o.) . . . . Jaarboek 1951 (n.t.o.) . . Tijdschr. portef. (n.t.o.) Lopende rente .................. Bank ................................... P o stg iro ............................... Kas .....................................
,,
404,62 698,70 966,10 1.482,50 6,60 25.937,99
f 75.089,17 VERLIES- EN WINSTREKENING DER AFDELING „ROTTERDAM’ OVER 1951
16.685,00 „ 21.965,03 5.904,74 „ 2.212,94 ,, 739,28
ƒ 98.559,71
ACCOUNTANTSKANTOOR (w.g.) MORET & DE JONG
In aansluiting op het uitbrengen van deze bescheiden merkt de voorzitter op, dat op 20 Maart 1953 een commissie werd benoemd, bestaande uit de Heren A. Th. B. van Hoften, M. J. Kiviet en J. Stigter ter controle van de boeken en bescheiden over genoemd tijd vak. Na voorlezing van dit rapport, worden alle bescheiden door de vergadering zonder enige op- of aanmerking goedgekeurd. De voorzitter brengt de commissie hartelijk dank voor het werk in deze verricht en verzoekt de Heer Kiviet, die ter vergadering aan wezig is, deze dank over te brengen aan de Heren van Hoften en Stigter. Daar de tegenwoordigheid van de voorzitter elders wordt vereist, draagt hij het voorzitterschap voor het verdere gedeelte van de ver gadering over aan Ir P. van Overbeek (vice-voorzitter). De Heer Van Overbeek geeft het woord aan de spreker Ir Scherpenhuijsen, tot het houden van zijn voordracht, waarvan een verslag met tekeningen en foto’s in „Schip en W erf” zal worden gepubliceerd. Van de gelegenheid tot het stellen van vragen wordt gebruik ge maakt door de Heren Ir P. van Overbeek, J. A. Everards, Ir E. Vossnack, J. H. van Cappellen, D. v. d. Pligt, Ir E. v. d. Laan, C. Bakker en Ir W. van Ekeren. Aan het einde dankt de voorzitter de spreker voor zijn zeer belang rijke voordracht (ik mag wel zeggen, aldus spreker, voor het geven van college) en spreekt de hoop uit, dat hij de vereniging over dit onderwerp, ook in de toekomst, steeds nader zal willen voorlichten. Ook de Heren die aan de discussie hebben deelgenomen, brengt de voorzitter dank. Als bij „rondvraag” niets meer aan de orde is, sluit de voorzitter de vergadering onder dankzegging aan de aanwezigen voor hun op komst en betoonde belangstelling.
VEREENIGING TOT STEUN VAN HET NEDERLANDSCH SCHEEPSBOUWKUNDIG PROEFSTATION Op 23 September 1954 hield bovenge noemde vereniging haar jaarvergadering te Paterswolde in het clubhuis van de Ver eniging „W atersport”, aldaar. Nadat de jaarstukken waren goedgekeurd en een bestuursverkiezing was gehouden, ga£ prof. dr ir W. P. A. van Lammeren, op verzoek van één der bestuursleden, een uiteenzetting over de werkwijze en de a.s. uitbreiding van het Nederlandsch Scheeps bouwkundig Proefstation te Wageningen. In verband met de mededelingen van prof. Van Lammeren gaf de heer N agtzaam een overzicht van de financiële structuur van het N.S.P. en daar hierin enige mededelin gen gelijkluidend zijn aan de mededelingen van prof. Van Lammeren, geven w ij hier onder woordelijk weer w at door de heer Nagtzaam werd uitgebracht. Toen de Stichting het Nederlandsch Scheepsbouwkundig Proefstation tot stand kwam, werd 50 % van het benodigde ka pitaal voor het bouwen van een sleeptank bijeengebracht door vier rederijen, t.w . de Stoomvaart Mij „Nederland” ; de Kon. R otterdamsche Lloyd; de Kon. Paketvaart M ij, die ieder een ton verschaften en De Ned. Ind. Tankstoomboot Mij, die ƒ 50.000,— fourneerde. De andere helft van het kapitaal werd door de Staat betaald. In totaal dus ƒ 700.000,—. Om een basis te vinden voor de exploi tatie van het nieuwe proefstation, verbon den een groot aantal rederijen, werven en machinefabrieken zich als garanten, om jaarlijks een eventueel tekort op de exploi tatierekening aan te vullen, w aarbij ook weer de Staat een bedrag toezegde, gelijk aan de som van de op deze w ijze door particulieren bijeengebrachte gelden. Het zal U wellicht interesseren, dat in de jaren 1932 tot en met 1946 in totaal 13 maal een beroep moest worden gedaan op deze garantiegevers en dat een kleine 4 ton door hen voor dit doel werd betaald. De eerste uitbreiding van het Proefsta tion kwam tot stand toen de Cavitatietank voor het onderzoek van scheepsschroeven — juist vóór de oorlog — werd gebouwd. H et hiervoor benodigde kapitaal van on geveer ƒ 250.000,— werd voor een deel bijeengebracht door de reders en scheeps bouwers, voor een ander deel door de Staat en gedeeltelijk zelfs met eigen middelen. Ook in de aanloopperiode van de in gebruikstelling van de Cavitatietunnel ver strekten dezelfde geldgevers gedurende 10 jaar een vaste bijdrage om de exploitatie van dit nieuwe instrument mogelijk te maken.
De verlenging van de sleeptank van 160 tot 252 meter, welke in 19 51 tot stand kwam, vergde een bedrag van ƒ 848.000,— . Het was de Kon. Marine, die ons door het beschikbaarstellen a fonds perdu van een bedrag van ƒ 400.000,— in staat stelde
deze noodzakelijke uitbreiding tot stand te brengen. De resterende ƒ 448.000,— dek ten w ij door het aangaan van een geld lening met de regering op annuïteitenbasis. Dit brengt voor het N.S.P. een jaarlijkse last op de begroting van ongeveer ƒ 28.000,— .
Een uitbreiding van onze kantoren en tekenkamers, welke ook in 1951 tot stand kwam, financierden w ij voor ƒ 1 00 . 0 0 0 ,— u it eigen middelen.
ruim
De g o lf tank Deze zomer zijn de plannen tot werke lijkheid gerijpt over te gaan tot het stich ten van een golftank. De bouwkosten hiervan zullen omstreeks ƒ 1.600.000,— bedragen. H et stemt to t grote voldoening te mo gen constateren, dat w ij zoveel begrip heb ben gevonden voor dit voortreffelijke plan, dat de financiering hiervan in grote trek ken verzekerd m ag geacht worden. H et is nl. zó, dat: Economische Zaken ƒ 4 ton verstrekt, de Scheepsbouwers ƒ 4 ton, de Reders ƒ 4 ton, terw ijl het N.S.P. uit de middelen die werden opzij gelegd in de afgelopen gunstige jaren eveneens ƒ 4 ton zal investeren.
De nieuw e Cavitatietunnel Prof. Van Lammeren heeft nog een wens op zijn programma staan en dat is de aanschaf van een kleine cavitatietunnel, waarin zijn nieuwe vinding zal worden toegepast, welke het mogelijk maakt om in de tunnel scheepsschroeven te onderzoe ken in een variabel stromingsveld. De aanschaf van dit instrument zal om streeks ƒ 150.000,— vergen. A l deze uitbreidingen en nieuwe aan schaffingen werden aangepast en zijn voort gekomen u it de wensen van de practijk. H et is daarom verheugend, dat w ij tot dusverre steeds respons hebben gevonden op onze vragen om financiële bijstand. Dit is het bewijs, dat de practische Reder en Scheepsbouwer in het algemeen het grote n ut van de onderzoekingen aan de vorm en voortstuwingsmiddelen van schepen in het N.S.P. aanwezig achten.
Fonds v o o r W.O. H et wetenschappelijk onderzoek met alle bovengenoemde hulpmiddelen zou niet mo gelijk zijn, indien w ij niet konden beschik ken over een fonds, w aaruit de kosten, aan dit onderzoek verbonden, kunnen wor den bestreden. W ij hébben jarenlang gewerkt met een fonds, dat jaarlijks door de samenwerking van Reders, Scheepsbouwers, Machinefabrie ken, Cebosine en Regering (T .N .O .), ƒ 1 1 0 . 0 0 0 ,— bijeenbracht. Bij het in w erking komen van de nieu we golftank en met het oog op hei: om vangrijke wetenschappelijke programma,
dat is uitgezet, achten w ij de financiële basis voor dit fonds te smal. W ij hebben daarom een beroep gedaan of zullen een beroep doen op alle instanties, die aan het Fonds voor W .O. bijdroegen. W ij zijn er inmiddels in geslaagd om ook voor dit vraagstuk belangstelling te wekken. Toezeggingen tot vergroting van de tot dusverre toegezegde bedragen kw a men inmiddels bij ons binnen. Een grote stimulans hierbij was, dat ook de Vereni ging Tot Steun ons een jaarlijks bedrag van ƒ 5000,— heeft toegewezen. D it is te belangrijker, omdat T.N.O. heeft toe gezegd, dat voor iedere gulden, welke wij van particulieren voor dit doel bijeenbren gen, de Regering hieraan een gulden zal toevoegen. Het is nl. nodig dat de in komsten van het Fonds W .O .'een jaarlijks bedrag van ƒ 22 5.000,— zullen aanwijzen. Ik herhaal, dat het N.S.P. uiterm ate dankbaar is voor alle belangstelling en . fi nanciële steun, welke tot dusverre bij her haling werd gegeven. W ij zelf zijn de me ning toegedaan, en U zult ons dit niet ten kwade duiden, dat w ij de gelden tot dusvenre n u ttig en vooral ook in U w belang hebben aangewend. De Vereniging Tot Steun is één van de organisaties, die ons, door het vormen van een garantiefonds voor het aanvullen van eventuele exploitatie-tekorten, mede in staat stelt het wetenschappelijk w erk in W ageningen betrekkelijk zonder financiële zor gen te verrichten. Ik zou een beroep willen doen op de Gro ningse Reders en Scheepsbouwers, om in de eerste plaats zoveel mogelijk te trachten Corporatie-leden en gewone leden van de Vereniging Tot Steun te werven en in de tweede plaats zou ik de Groningers, die toch zeker in de afgelopen jaren niet ge schroomd hebben met hun problemen naar W ageningen te komen, w illen vragen om ernstig te overwegen ons hun directe fi nanciële steun te geven bij het streven naar het verkrijgen van de beste technische ap paratuur. In welke vorm dit zou kunnen geschie den en voor welk speciaal onderdeel zouden w ij gaarne met U w illen overleggen. De bedoeling van deze uiteenzetting is ons U er van te overtuigen, dat naast de grote medewerking,' welke w ij in de lande on dervinden bij het uitvoeren van onze u it breidingsplannen, w ij speciaal de medewer king van de Groninger Reders en Scheeps bouwers op hoge prijs zouden stellen. Na afloop der vergadering verenigde men zich aan een Groningse koffiem aaltijd, aan geboden door de Scheepswerf „W aterhui zen”, J. Pattje, waarna men zich naar die w erf begaf voor het bij wonen van een dwarsscheepse tew aterlating van een motorkustvaartuig van pl.m. 900 ton. Al met al een leerzame en vruchtbare dag en wij nemen deze gelegenheid gaarne te baat om de directie van de w erf dank te brengen voor de gastvrijheid waarmede zij ons ont ving.
O V E R D R A C H T „ B O V E N R I J N ” EN „ V E C H T ” y i o t o r b o t e n m e t „ S c h o t t e lr o e r p r o p e l le r ” Op 14 September 1954 werden door de Schottel w erft te Oberspay am Rhein de motorboten Y e c h t en B o v e n r ijn , na een geslaagde proefvaart op de R ijn, overgedragen aan resp. de Douane te Lobith en de Rijksw aterstaat te N ijm egen. Beide vaartuigen zijn voorzien van een zgn. „Schottelroerpropeller”, een gecombineerd voortstuwings- en besturingsorgaan, dat door de genoemde w erf werd ontw ikkeld. De eerste boten van dit type werden gebouwd voor de Duitse politie te water, waar zij in de afgelopen jaren uitstekend voldeden en o.m. onder de moeilijkste omstandigheden bij de W atersnoodramp van 1953 aan onze kust n u ttig w erk deden. De Schottelwerft bouwt thans deze boten in serie. De ge heel gelaste stalen vaartuigen zijn volgens moderne inzichten ontworpen en hebben voortreffelijke manoeuvreereigenschappen, waartoe de karakteristieke grote breedte ongetw ijfeld bijdraagt. Daartoe is het m ogelijk de verrassende wendbaar heid, die door de Schottelroerpropeller aan de boten gegeven wordt, ten volle te benutten. De voornaamste bijzonderheden zijn: Lengte 11,25 m eter; breedte 3,60 m eter; diepgang max. ca. 1,00 meter en vrijboord 0,90 meter. De voortstuwing geschiedt door een 6-cylinder MercedesBenz dieselmotor, type O.M. 315, met een vermogen van 120 pk bij 1800 omw./min., met aangeflenste frictie-koppeling (geen omkeerkoppeling) en electrische Bosch startinrichting, welke tevens dient voor verlichtingsdoeleinden. Er is een ge sloten koelwatercircuit, waarbij het koelwater door de kiel geleid wordt. De tem peratuurregeling geschiedt door een thermostaat. Bij de proefvaart, welke werd gehouden ten overstaan van de heer M. M. Merens, inspecteur voor de Scheepvaart bij de Rijksvaartuigendienst, werd met beide boten een snelheid be reikt van ruim 2 5 km/uur. H et is interessant te weten, dat met vaartuigen van hetzelfde type, uitgerust met dezelfde Mercedes-Benz motor,- echter met oplading door uitlaatgas turbine, met een vermogen van 150 pk bij 1800 omw./min. een snelheid werd bereikt van ca. 31 km per uur. H et motorvermogen wordt over de frictiekoppeling direct overgebracht op de Schottelroerpropeller, in feite een buiten boord aandrijving, die een complete schroef- en roerinstallatie in zich verenigt en die tevens de functie van een omkeer- en vertragingsoverbrenging vervult. Het aggregaat w ordt aan DE SCHOTTELROERPROPELLER
MOTORBOOT VECHT
de boot elastisch in rubberlagers opgehangen; boven door een dwarsas en onder door een klem, die ook de naar alle kanten werkende schroef druk opneemt. N a het openen van de klem is het opklappen van het schroef gedeelte uit het water moge lijk . Door het geruisloos werkende precisiedrijfwerk en in het bijzonder door de elastische ophanging is de geluidsoverbrenging aanm erkelijk geringer dan bij een vast inge bouwde schroefaandrijving. De transmissie bestaat u it twee gedeelten. De eerste, be staande u it een dubbele conische overbrenging, brengt met een vertraging van 1,6 : 1 het motorvermogen over op -de 3-bladige schroef, die een doorsnede van ca. 0,70 meter heeft. A lle lagers zijn rollagers, tandwielen van hoogwaardig staal m et boogvertanding, smering door oliebad en circulatie door schroefpomp. Het, tweede gedeelte van de transmissie brengt de beweging van het stuurw iel via een axiometerleiding over en doet het
schroef gedeelte draaien om de verticale hartlijn over 3 60°. Hierdoor wordt bij draaiende schroef een m axim aal bereik bare bestuurbaarheid van de boot verkregen. Draaien om eigen as en volkomen zekere achteruitvaart is zonder meer moge lijk. De bovenstaande afbeeldingen tonen de schroef in drie standen van vooruit tot achteruit. Bij stilstaande schroef ge schiedt de besturing door het kleine roer, waardoor de boot, indien zij wordt gesleept of in uitloop, als een normaal vaar tuig bestuurbaar is. Daar de schroef volkomen gebalanceerd is, zijn er geen reactiekrachten op het stuurwiel en geschiedt de besturing zeer licht. Ook hierdoor is het m ogelijk zonder keerkoppeling te varen, daar in enkele seconden de positie van de schroef over 180° gedraaid kan worden, waarmede men de
vaarrichting van volle kracht vooruit op volle kracht achter uit kan brengen. Op het instrumentenbord geeft een indica teur de vaarrichting aan, waardoor stuurfouten worden ver meden. Ook tijdens de proefvaart bleken de uitstekende manoeuvreereigenschappen van de boten duidelijk, waardoor deze uiterst geschikt zijn voor patrouille en controlediensten en de volle tevredenheid van de toekomstige gebruikers opwekten. Voor de Rijksw aterstaat werd de B o v e n r ijn overgenomen door de heer ir Koopman en voor de Douane de V ech t door de heren Timmer, inspecteur, en Jarigsm a, verificateur van de Invoerrechten- en Accijnzen te Lobith, terw ijl de heer Koomen aanwezig was voor Unitrans N.V. té Den H aag, de ver tegenwoordigster van de w erf in ons land.
M O T O R T A N K S C H IP ,,V E R O N A 7"
Op 15 September 1954 werd door Götaverken, Göteborg, Zweden, het motortankschip Verona aan de eigena ren, Skibs A/S Eidsiva, Skibs Smaatank en Skibs A/S Vaarheim, Oslo, overge dragen. De voornaamste bijzonderheden zijn:
Lengte over alles 5 50/-0"; breedte op spanten 66'-0"; holte 39 -3^; diepgang 30,-2,/; lading d.w. 17.420 ton. De voortstuwing geschiedt door een 9 -cyl., enkelwerkende 2 -tact Götaver ken dieselmotor, cyl.-diam . 680 mm,
slag 1500 mm, die bij 112 omw./min. een vermogen van 67 50 rpk ontw ik kelt, waarbij het geladen schip een vaart van 14bh m ijl verkrijgt. Het schip is gebouwd onder hoogste klasse van Det Norske Veritas.
DRIJVENDE BOKKEN „KIZILIRMAK” EN „YESILIRMAK” Door het Ministerie van Openbare Werken van de Turkse Republiek werd in 1952 aan de N.V. Nederlandse Kraanbouw Mij te Utrecht de bouw toevertrouwd van twee stuks stoomgedreven drijvende bokken. Deze schepen hebben de volgende hoofdafmetingen: Lengte til 34,00 m; breèdte op sp. 13,00 m; holte in de zij 2,75 m. Het hijs vermogen bedraagt 60 ton bij een sprei van 18,00 m uit vóór kant ponton. De maximum hijshoogte bedraagt ca. 30,00 meter en bij een sprei van 18,00 meter nog 19,00 meter. Boven het 60-tons takel is nog een. hulptakel van 10 ton aangebracht. De bokken zijn hoofdzakelijk bestemd voor diensten in de havens van de Zwarte Zee. Ook zullen zij, indien nodig, bui tengaats moeten kunnen opereren, welk feit verklaart, dat de pontonafmetingen t.o.v. de hefcapaciteit aan de rui me kant zijn. Accommodatie is aanwezig voor een bemanning van 4 man, verdeeld over een tweetal hutten. In deze hutten, zo wel als in kombuis, wasplaats en dou cheruimte, bevindt zich waterleiding voor zoet- en zeewater, naar wens met stoom verwarmd. Een Turkse W .C. maakt de accom modatie verder volledig. De schepen zijn door een aantal langs- en dwarsschotten verdeeld in 17 compartimenten, alle aangesloten op een lensleiding.
„KIZILIRMAK”, GEREED VOOR ZEETRANSPORT
De ketel heeft een V.O. van ruim 70 m 2 en wordt met kolen gestookt. In het ketelruim zijn voorts aanwezig een condensor en de benodigde pom pen, alsmede een lichtaggregaat. De gehele constructie van schip, bo venbouw enz. is electrisch gelast. Het casco voor een groot deel in sectiebouw en met Union Melt apparatuur. De lieren, de gecombineerde anker-
„YESILIRMAK”
verhaallier voor de hoofdlier met 11 ton trekkracht aan de trommel, de hulplier, de strijklier en de achter anker-verhaallier zijn alle samengesteld uit losse cylinders, gebout tegen een gelast frame. De cylinder-diameters van de hoofd lier en de strijklier bedragen 22 5 0 X 300 slag. De ankerlieren en de hulplier hebben afmetingen van 175 0 X 250 slag. De omkering geschiedt door middel van een throttle, welke tevens als een z.g. „stoomcontroller” voor snelheidsregeling van de lieren wordt gebruikt. De bokken zijn zodanig ingericht, dat het achterover strijken van poten en van schoorportaal, nodig voor toch ten over volle zee, geheel op eigen kracht kan gebeuren. Ook voor het oprichten is geen enkele hulp van buiten-af noodzakelijk. De schepen ontvingen de klasse van Lloyd’s A l . dh „crane pontoon”. Het casco, de lieren, de bovenbouw als poten, blokken, de afwerking enz. werden geheel door de N.V. Neder landse Kraanbouw Mij, Merwedekanaal, Utrecht, in haar fabriek uitgevoerd. Ook de dwarsscheepse tewaterlating vond van haar terrein plaats. De firma Straatman te Dordrecht bouwde de ketel en verzorgde de aan leg van pompen, condensor enz. en de nodige pijpleidingen. De staaldraden kwamen van de Ver enigde Touwfabrieken, ankers en ket tingen werden door de firma W. Pot
geleverd. Eén en ander met Lloyd’s certificaten. Bijgaande foto’s tonen de schepen in opgerichte en in gestreken toestand, klaar voor zeetransport. H et transport van beide schepen ge schiedt in één sleep door de O cea an van L. Smit & Co’s Internationale Sleep dienst. De namen van de schepen hebben be trekking op de twee grootste rivieren in Anatolië. Door dezelfde opdrachtgevers werd bij de N .Y. Nederlandse Kr aanbouw
Mij nog besteld een derde drijvende bok, met een hefvermogen van 65 ton, welke in hoofdtrekken met de beide genoemde schepen overeenkomt. Voorts werd door de Denizcilik Bankasi T.A .O . Istanbul, een sem i-rijksinstelling, aan haar opgedragen de levering van twee drijvende 10-tons stoombaggerkranen en een 20 -tons drijvende diesel-electrische draaikraan met vlucht- en last-compensatie, ter ver krijgin g van kleine pontonafmetingen. Deze drie projecten worden ook ge heel door de N.K.M. verzorgd. Slechts
de casco’s worden in T urkije, hoewel naar haar ontwerpen, zelf uitgevoerd met het oog op de relatief hoge sleepkosten voor deze betrekkelijk kleine pontons. Ondanks de huidige financiële moei lijkheden is Turkije toch te beschou wen als een land, dat aan de Neder landse industrie een redelijk afzetgebied kan geven. Het is daarom verheugend, dat van het drijvende m ateriaal ginds zoveel van Nederlands fabrikaat (baggermateriaal, drijvende hefwerktuigen, ferryboten en passagiersschepen) valt te zien.
D R I JV E N D D R O O G D O K V A N G Ö T A V E R K E N , GÖTEBORG
In „Schip en W erf” no. 12 van 4 Juni 1954, pag. 341, gaven wij een be schrijving van het nieuwe grote 28.000 tons drijvende droogdok van Götaverken A/B, Göteborg. Op 23 September 11. werd dit moder ne droogdok ingewijd met het dokken van de K u n g s h o h n , het vlaggeschip van de Svenska Am erika Linien, welke plechtigheid werd verricht door de m i nister van Handel, John Ericsson, w aar bij ca. 300 genodigden tegenwoordig waren. Dit nieuwe dok is het grootste in Scandinavië en het vijfde in afm eting in Europa. H et is b.v. in staat een tan ker van 45.000 ton d.w. te dokken.
H et hefvermogen van het dok is 28.000 gewichtston, doch zelfs een tan ker van genoemde afm eting komt lang niet aan d it gewicht. De inwendige breedte van 30,5 meter (100 ft) slechts, stelt grenzen, welke niet ku n nen worden overschreden. Op het manoeuvreerdek bevindt zich de centrale bedieningsruimte, van waar u it de dokmeester alle handelingen kan verrichten. Van hier u it kan hij de 20 zware pompen, elk met een ca paciteit van 1100 m 3 (39.000 cub. ft) w ater per uur, in en uit bedrijf stel len. D it betekent 18.400 liter (600 cub. f t) per pomp per m inuut of voor
alle pompen 6000 liter (210 cub. ft) per seconde. Een groot aanwijstableau geeft een geconcentreerd beeld van de hoogte van het waterniveau in alle afzonder lijke tanks. In de bedieningsruimte be vinden zich ook gevoelige trim - en krengingsaanwijzers, terw ijl deze ruim te eveneens is uitgerust met instrum en ten voor het hydraulisch en optisch meten van mogelijke doorbuiging van het dok gedurende het lichten van een schip. Met behulp hiervan kan de dok meester ogenblikkelijk de doorbuiging te niet doen door doelmatige verdeling van de watermassa’s in de verschillende tanks.
Op het manoeuvreerdek vindt men ook grote electrische omvormers, zodat de in het dok zijnde schepen, die over het algemeen met gelijkstroom zijn toe gerust, tijdens het dokken de benodigde stroom kunnen ontvangen. In één der zijkasten van het dok be vindt zich een uiterst modern geoutil leerde lasinstallatie en verder enkele kleinere werkplaatsen en sanitaire af
delingen voor de scheepsbemanningen en het dokpersoneel. De buitengewoon machtige pompen en andere inrichtingen in het nieuwe dok maken het mogelijk schepen in zeer korte tijd in en uit te dokken en ten einde het werken in het dok zo ratio neel en zo snel mogelijk te maken, werd een beweegbaar systeem van stel lingen ontworpen, teneinde in staat te
zijn zonder vertraging verschillende gedeelten van de huidbeplating van het schip te bereiken voor survey en herstelwerkzaamheden. Al met al betekent dit nieuwe dok een belangrijke aanwinst voor Götaverken, waardoor zij thans in staat is de bij haar in opdracht zijnde tankers zelf te dokken.
TEW ATERLATING TURBINETANKSCHIP „KALYDON” Op Dinsdag 12 October 1954 werd van de werf van De Rotterdamsche Droogdok Mij te Rotterdam het turbinetankschap K a ly d o n , in aanbouw voor de N.V. Petroleum Mij ,,La Co rona” te ’s-Gravenhage, onder zeer grote belangstelling met goed gevolg te water gelaten. De doopplechtigheid werd verricht door mevrouw J. M. van Walsum-Quispel, echtgenote van mr G. E. van Walsum, burgemeester van Rotterdam. Na de tewaterlating heeft de heer ir K. v. d. Pols, één der directeuren van de R.D.M., in het kantoorgebouw de talrijke genodigden, onder wie ook de burgemeester van Rotterdam, verwel komd. Hij dankte de doopster voor haar medewerking aan deze tewaterla ting en bood haar als herinnering aan deze plechtigheid het fraaie bijltje aan, waarmede de laatste beletselen werden weggenomen, benevens een fraai zilve ren rookgarnituur. Hij memoreerde verder, dat de K a ly d o n het tweede is van ’n serie van vier schepen, die de Kon. Shell Groep bij de R.D.M. heeft besteld en hij drukte daarbij de hoop uit, dat de aangename relaties tussen de werf en de Kon. Shell Groep bestendigd zouden blijven. Na hem nam de heer ir H. Bloemgarten, directeur van de N.V. De Ba taafse Petroleum Mij het woord. In zijn toespraak wees hij op de belangrijke rol die Rotterdam als overslaghaven voor aardolieproducten vervult en bracht een „waarschuwing” in herinne ring, die in 1862 de toenmalige burge meester van Rotterdam, J. F. Floffman, uitvaardigde, waaruit blijkt, dat de au toriteiten zeer huiverig tegenover deze destijds als „gevaarlijk goedje” aange merkte aardolieproducten stonden. Hij bood aan de tegenwoordige burgemees ter van Rotterdam een copie aan van de genoemde in 1862 uitgevaardigde waarschuwing, waarin o.a. de samen werking werd aanbevolen tussen de overheid en degenen die zich met het aardoliebedrijf bezighouden. Deze samenwerking, aldus de heer Bloemgarten, is zeer vruchtbaar ge weest en heeft geleid tot de vestiging
van wat thans de grootste raffinaderij in Europa kan worden genoemd, dank zij de gezonde commerciële opvattin gen, waarvoor Rotterdam bekend staat. In verband hiermede vestigde spre ker de aandacht op de overeenkomst die werd afgesloten tussen een vrije tankerreder en een regering van één van de staten in het Nabije Oosten (spreker doelt hier vanzelfsprekend op de reder Aristoteles Onassis, die een overeenkomst sloot met de regering van Saoedië-Aribië aangaande het transport van uit dit land afkomstige olie). Hier wordt een volledig mono polie geschapen, waarmede de vrije con currentie geweld wordt aangedaan. Het is in het verleden wel bewezen, dat het nimmer tot voordeel van de gemeenschap is en evenmin mag wor den verwacht, dat de betrokken olieexporterende staat op de duur daarme de zal zijn gebaat. Het is daarom alles zins begrijpelijk, dat de andere reders zich met felheid keren tegen degene, die het initiatief tot zulk een monopo lie heeft genomen. Spreker verklaarde met nadruk, dat hij zijn stem voegde bij de storm van protest, die over de gehele wereld is opgegaan tegen deze handelwijze en waartegen ook de Nederlandsche Reedersvereeniging enkele maanden geleden uitdrukkelijk stelling heeft genomen. In zijn dankwoord namens zijn echt genote noemde de burgemeester, mr G. E. van Walsum, de vestiging van de Bataafse Petroleum Mij te Pernis één van de belangrijkste pijlers van het havenverkeer en de welvaart van Rot terdam. De K a lyd o n maakt deel uit van een groot aantal hier te lande voor de Kon. Shell Groep in aanbouw of in bestelling zijnde 18.000 tons tankschepen, waar van er vier door de R.D.M. worden gebouwd. Het ligt in de bedoeling het laatste van deze vier schepen in 1956 af te leveren. De voornaamste bijzonderheden van de K a ly d o n zijn: Lengte over alles 55 5'-9"; lengte tussen de loodlijnen 530'-0"; breedte op span ten 69'-}''; holte tot bovendek 39'-0";
diepgang (gem. zomer vrij boord) 29'1014"; draagvermogen ca. 18.000 ton a 1016 kg; bruto tonnage ca. 12.200 reg. ton a 2,83 m :!. Het schip wordt gebouwd onder Lloyd’s Register klasse + 100 A 1 „Carrying Petroleum in Bulk”. Tot de voortstuwingsinrichting be horen twee Foster-Wheeler type waterpijpketels, door de R.D.M. vervaardigd, die stoom onder een druk van 3 5 kg per cm2 en een temperatuur van 425° C leveren voor de hoofdturbines, hulpwerktuigen, enz. De hoofdturbine-groep, eveneens vervaardigd door de R.D.M., volgens een ontwerp van Parsons-Marine En gineering and Turbine Research and Development Association, bestaat uit een hoge druk- en een lage druk-turbine, elk voorzien van een afzonder lijk gedeelte voor achteruitdraaien. Het normale vermogen van 7500 apk zal door middel van een dubbele tandwiel overbrenging op de schroef overge bracht worden, die daardoor 100 om wentelingen per minuut zal maken, en aan het schip een snelheid zal geven van 14,5 Eng. zeemijlen of 27 km per uur. De hulpwerktuigen zullen gedeelte lijk door stoom en gedeeltelijk electrisch gedreven worden. Voor de levering van de nodige electrische energie zullen twee door stoomturbines gedre ven 5 50 kW generatoren de draaistroom van 60 perioden ontwikkelen met een spanning van 450 Volt. Voor de ver lichting van het schip zal een spanning van 115 Volt beschikbaar zijn. Een 200 kW generator, gedreven door een dieselmotor, zal voor een be perkte levering van stroom zorgen in gevallen dat geen stoom beschikbaar is. Het verwerken van de lading zal ge schieden door verticale centrifugaal pompen, elk met een capaciteit van 400 ton per uur, die in een afzonderlijke, aan de machinekamer grenzende hoofdpompkamer zullen worden opgesteld. De stoomturbines, die deze pompen drijven, zullen met de tandwielover brengingen in de machinekamer-ruimte geplaatst worden. Twee verticale stoom-
duplex-nazuigpompen zullen eveneens in de hoofdpompkamer worden opge steld. H et systeem van het ladingleidingnet is volgens het patent van de K oninklij ke/Shell Groep, waardoor verschillende soorten vloeibare lading tegelijkertijd in- o£ uitgepompt kunnen worden. De indeling en inrichting van het schip zijn als volgt. Door twee langsen tw aalf dwarsschotten is het voor de lading bestemde gedeelte verdeeld in 3 3 tanks, gelegen tussen twee kofferdammen. De vóór-kofferdam scheidt de lading van de vóór-dieptank en het daarboven gelegen laadruim voor droge lading, de achter-kofferdam, w aarin de hierboven genoemde ladingspompen zullen worden opgesteld, scheidt de la ding van de in het achterschip gelegen machinekamer. De ruimte onder de bak wordt inge richt als bergplaats. De opbouw m id scheeps, waarvan het onderste gedeelte als bergruimte zal dienen, w ordt inge richt als verblijf voor de met de n a v i-" gatie en de civiele dienst belaste be manning. De opbouw achteruit wordt ingericht tot verblijf van w erk tu ig kundigen, matrozen, olielieden, enz. Ten gerieve van het verkeer naar bak, brug en kampanje, is daartussen een loopbrug aangebracht, die tevens dient tot ophanging en bescherming van electrische leidingen en verschil lende pijpleidingen. Achter de brug, ter plaatse van de aansluitingen der scheepsladingleidingen op de walleidingen, zijn twee laadpalen opgesteld, elk voorzien van een
PERSONALIA F. J . C. Vos t Slechts weinige dagen, nadat wij in „Schip en W erf” no. 20 van 24 Septem ber 11. melding maakten van het 2 5-jarig bestaan van de Machinefabriek Vos & Zo nen te Sliedrecht, waarbij een foto van de oprichter, de heer F. J. C. Vos, werd opgenomen, bereikte ons het droevige be richt, dat deze stoere werker op 9 October jl. is overleden. Voor de fabriek betekent dit een ge voelig verlies, en in diverse kringen zal het verscheiden van de heer Vos zeker worden gevoeld. 7 5 -ja r ig b estaan v an J . L. H . Sm its & Co’s O ndernem ingen In „Schip, en W erf” no. 21 van 8 October jl., pag. 5 51, maakten wij melding van het 75-jarig bestaan van J. L. H. Smits & Co’s Ondernemingen. De aangekondigde i'eceptie in het Americain Hotel te A m sterdam, welke in verband met de opera tie van de heer F. Fr. W uthrich moest worden uitgesteld, zal thans worden ge houden op Donderdag 4 November a.s., des namiddags van 3-5 uur, eveneens in het Americain Hotel te Amsterdam.
1- en een 5-tons laadboom voor het ophangen van de ladingslangen. Ter bediening van de laadbomen zijn twee stoomlieren op het hoofddek geplaatst. Op het achterschip zullen twee laadpalen worden geplaatst, elk met een 1-tons laadboom voor transport van proviand en bootmansgoed. Op de bak is het stoomankerspil op gesteld. Op het achterschip bevinden zich twee stoomspillen voor het ver halen. De stuurmachine is van het electrisch-hydraulische type, met vier ram men en twee onafhankelijk van elkaar werkende electrisch gedreven pompstellen, die door middel van een telemotor van de commandobrug af bediend worden. De nautische dienst aan boord zal de beschikking hebben over een gyrokompasinstallatie, die ingericht is voor het automatisch sturen, een radarinstallatie, een echolood en een moderne ra dio zend- en ontvanginstallatie, ook voor telefonie. A lle leden van de bemanning zullen de beschikking krijgen over een ruime gerieflijk ingerichte éénpersoonshut, de gezagvoerder, chef-werktuigkundige, le officier en 2 e w erktuigkundige bo vendien over een afzonderlijke slaaphut en badkamer. In de midscheeps is een ruime hut bestemd als kantoor, die bo vendien als studieruim te voor de stuur mansleerlingen gebruikt kan worden. In het achterdekhuis wordt ten ge rieve van de scheepsgezellen een smaak volle recreatieruim te ingericht. Achter de machinekamer bevinden zich een
grote koel- en vrieskamer voor het be waren van proviand. Op het achter schip is ruimte voor 4 eetzalen, w aar van die voor de officieren met 2 5 zit plaatsen de grootste is. Op het achter schip zullen de laatstgenoemden ook de beschikking krijgen over een fraai be timmerde rooksalon. Ten dienste van de bemanning zal er gelegenheid zijn tot zwemmen in een in het koelkastdek, achter de schoor steen, ingelaten betegeld zwembad.
N IEU W E U IT G A V E N
In de bibliotheek van het Instituut voor Scheepvaart en Luchtvaart zijn de v o l g e n d e n i e u w e b o ek en opgenomen. „De Japanse Scheepsbouw”, door de Voorlichtingsdienst van het Ministerie van Economische Zaken (14 bld z.). „H et argonarc-lasprocédé”, door ir W . Gerritsen (32 bldz. en ill.). „H et goed geleide bedrijf”, 19 54, door Ec. drs B. van der Meer (379 b lad z.). „Die Drahtseile. Ihre Konstruktion, Elerstellung und Bewerkung”, 4e ver beterde druk, 19 53, door H. Altpeter (155 bldz., illustraties en tabellen). „Technisches 'Portugiesisch Woorden boek”, 195 3, door M atte-M üller (207 bldz.). „Ocean Transportation”, 19 54, door C. E. Mc. Dowell en H. M. Gibbs (470 bldz. en ill.). „Rules and regulations for tank Ves sels”, 1954. Voorschriften' van de U.S. Coast Guard (100 bldz.).
NIEUWSBERICHTEN J u b ile a Ter gelegenheid van het jubileum van de N.V. Hollandsche Constructie W erk plaatsen en van de N .V. Nederlandsche Electrolasch Mij te Leiden, van welke ge beurtenis wij in ons vorig nummer van „Schip en W erf” reeds melding maakten, hebben deze gezamenlijke vennootschappen een rijk geïllustreerd gedenkschrift het licht doen zien, waarin een groot aantal fraaie fotoreproducties getuigt van het veelzijdig gebied waarop men zich be weegt. Op V rijdag 15 October jl. hield de di rectie, bestaande uit de heren ing. A. Prinsen en ir E. F. E. Bongaerts, een bij zonder druk bezochte receptie. Zeer velen, uit alle kringen van het bedrijfsleven, kw a men de directie complimenteren en het grote aantal fraaie geschenken en de zeer vele bloemstukken legden wel getuigenis af van het medeleven met deze bloeiende ondernemingen. T odd S h ip y ard s C o rp o ratio n , N e w Y o rk , U .S.A . Met ingang van 1 October 1954 is Todd-Johnson D ry Docks Inc., New Or-
leans, La., opgenomen in Todd Shipyards Corporation. Sedert dien is Todd-Johnson de New Orleans Division van Todd Ship yards Corporation geworden. C u rsu s lastech n isch v e ra n tw o o rd co n stru eren De Nederlandse Vereniging voor Las techniek zal in het aanstaande wintersei zoen wederom een cursus „Lastechnisch Verantwoord Construeren” organiseren, ditmaal te U trecht in de Gemeentelijke School voor Scheepswerktuigkundigen aan de Jutphaasweg 3a. Deze cursus is in de eei'ste plaats be doeld voor constructeurs en tekenaars; daarnaast kunnen mede deelnemen zij, die leiding geven in een metaal- en lasbedrijf, zomede studerenden. H et maximum aantal deelnemers is gesteld op 60. De cursus omvat 16 lessen op Maandag avond van 20.00-21.30 uur gedurende de maanden November, December 19 54 en Januari, Februari 195 5. Docenten zullen zijn de heren ir W . P. Kerkhof (B.P.M. Den H aag) en G. Zoethout (Philips N .V .), die resp. zullen behandelen lasconstructies en hun berekening en de lastech niek als zodanig.
Aanm elding is uitsluitend mogelijk door sto rtin g c.q. overschrijving van het cursus geld ad ƒ 2 5,— op postrekening no. 16.22.03 van de penningmeester der Ne derlandse Vereniging voor Lastechniek te ’s-Gravenhage.
T ew aterlatingen Op 2 October jl. is met goed gevolg te w ater gelaten de onderlosser B.B. 1 4 1 , bouwno. 166 van N.V. Scheepswerf „V oorw aarts” v.h. E. J. Hylkem a te Hoogezand. A fm etingen zijn: Lengte 46,00 meter; breedte 8,10 meter; holte 3,40 meter. Deze onderlosser' is bestemd voor N.V. Aannemersbedrijf v.h. firm a T. den Breejen van den Bout. De onderlosser B.B. 14 1 wordt gebouwd onder klasse van Bureau Veritas. Op 2 October jl. is met goed gevolg te w ater gelaten een motorschip (naam nog n iet bekend), bouwno. 141, van Scheepswerven firm a Gebr. Barkmeyer te V ierverlaten, bestemd voor Penataran Angkatan Laut. Rep. Indonesia. A fm etingen zijn: Lengte 21,85 meter; breedte 5,70 meter; holte 2,80 meter. In d it schip wordt geïnstalleerd een 4ta ct enkelwerkende M .A.N.-motor van het type G 8 V 42, met een vermogen van 500 pk bij 370 omw./min. Het motorschip wordt gebouwd onder klasse van Bureau Veritas. Op 6 October jl. is met goed gevolg te w ater gelaten de motorsleepboot Ham 4 1 9 , bouwno. 5 51, van de Scheepswerf J. Bijlholt te Foxhol, bestemd voor de Hollandsche Aanneming Maatschappij N.V. A fm etingen zijn: Lengte 19,76 meter; breedte 5,10 meter; holte 2,2 5 meter. In dit schip wordt geïnstalleerd een 2 tact enkelwerkende Bolnes-motor van het type 7 L, met een vermogen van 3 50 pk bij 43 0 t/min. De motorsleepboot Ham 4 1 9 wordt ge bouwd onder klasse van Bureau Veritas.
Proeftochten Op 8 October jl. heeft met goed ge volg proefgevaren de motorsleepboot Bcro, bouwno. 261 van N.V. Scheepsbouw Unie te Groningen, bestemd voor Governo Geral de Angola. A fm etingen zijn: Lengte 20,13 meter; breedte 5,60 meter; holte 2,80 meter. In d it schip is geïnstalleerd een 4-tact enkelwerkende M.A.N.-motor van het type G 8 V 42, met een vermogen van 480 pk bij 3 60 omw./min. De motorsleepboot Bero is gebouwd on der klasse van Bureau Veritas. Op 2 8 September 19 54 werd door de Arnhemsche Scheepsbouw Mij N.V. te A rnhem , na een goed geslaagde proeftocht op het Noordzeekanaal, de sleepboot Jobanna C. Goedkoop aan de eigenaren, de N .V . Reederij v.h. Gebr. Goedkoop te Am sterdam , overgedragen. Op deze proeftocht werd een snelheid bereikt van 12 knopen. Bij de trekproef aan de paal werd een trekkracht van 9200 k g gemeten. In „Schip en W erf” no. 19 van 10 Sep tember 11., pag. 505, gaven wij ter gele genheid van de tew aterlating op 2 5 A u gustus 1954, een uitvoerige beschrijving van deze sleepboot, waarnaar wij wel mo gen verwijzen.
Op 5 October 1954 werd door de Rolandw erft G.m.b.H., te Bremen-Hemeldingen, het motorschip Baltic Clipper aan de eigenaren, United Baltic Corporation Ltd., Londen, overgedragen. De voornaamste bijzonderheden zijn: Lengte over alles 86,50 m ; lengte tussen de loodlijnen 78,00 m ; breedte op spanten 11,60 m ; holte tot shelterdek 4,62 m; holte tot hoofddek 7,14 m ; diepgang (ge laden) ca. 4,5 8 m ; deadweight (Eng. ton) 1500 tons. De voortstuwing geschiedt door twee motoren van elk 1000 pk, die tezamen op een enkele schroef werken, waarbij het geladen schip een vaart van 15 m ijl verkrij gt. De luikhoofden zijn afgedekt met MacGregor stalen luiken.
4-tact, 300 apk bij 600 omw./min., met hydraulische Brcvo omkeerkoppeling, re ductie 2 : 1 . Het hulpaggregaat is een V ictor dieselmotor met aangekoppelde dy namo, compressor en algemene dienstpomp. H et schip is voorzien van electrische in stallatie en centrale verwarming. De havensleepboot Mastgat, waarvan de afmetingen zijn: 17,00 X 4,05 X 2,10 m. De voortstuwing geschiedt door een 6 -cylinder, 4-tact Caterpillar scheepsdieselmotor, type D 320, 150 apk bij 1360 omw./ min., met aangebouwde keerkoppeling Snow & Nabstedt, reductie 4,4 : 1. Het hulpaggregaat is een Victor dieselmotor met dynamo en compressor. Ook dit schip heeft een electrische installatie en centrale verwarming.
Op Donderdag 7 October jl. werd door de N.V. W erf De Noord te Alblasserdam tijdens de officiële proeftocht het motorvrachtschip lvinghoe Beacon aan de eige naren, The Crawford Shipping Company Ltd., Londen (dochteronderneming van Phs. van Ommeren N .V. te R otterdam ), overgedragen. H et schip is een vrachtschip, bestemd voor de wilde vaart en van een type, waar mede de w erf De Noord veel succes heeft geboekt, en dat bij een groot n u ttig laad vermogen een geringe bruto tonnage be zit, verkregen door een verhoogde bak en achterdek. Het is gebouwd onder klasse van Lloyd’s Register -f- 100 A 1 en is van het open shelterdektype. De voornaamste bijzonderheden zijn: Lengte over alles 459'0"; lengte tussen de loo'dlijnen 4 2 5'-0"; breedte op spanten 60' - 0 "; holte tot shelterdek 36'-6"; holte tot hoofddek 27 '-6 "; diepgang (geladen) 24'9 1/2 "; draagvermogen 9720 ton; bruto ton nage ca. 5986,93 r .t .; netto tonnage ca. 3 076,5 8 r.t.; ruiminhoud (grain) 628.769 cub./ft; ruiminhoud (bale) 576.874 cub./ft. De voortstuwing geschiedt door een 4cylinder, enkelwerkende 2 -tact W-F/Doxford dieselmotor, diameter cylinders 600 mm, gecombineerde slag 23 20 mm, die bij 112 omw./min. een vermogen ontw ikkelt van 3 3 50 rpk, waarbij het geladen schip een vaart van ca. 1 2 % m ijl verkrijgt. De drie hulpaggregaten zijn van het fa brikaat Ruston & Hornsby en zijn gekop peld aan A llan dynamo’s van 163 kW. Het schip is verder uitgerust met 6 laad bomen van 3-5 ton, zes idem van 5 ton en één van 10 ton, welke worden bediend door 12 electrische lieren. De stuurmachine is van het electrischhydraulische type en de ankermachine en verhaallier zijn eveneens electrisch. De machinekamer en alle ruimen worden mechanisch geventileerd, terw ijl een C O brandblusinstallatie voor alle laadruimen aanwezig is.
Op 14 October jl. heeft met goed gevolg proefgevaren het m.s. S teady, bouwno. 198 van N.V. Scheepsbouw en Reparatiebedrijf Gebr. Sander te D elfzijl, bestemd voor de heer K. Koster te Kampen. Afmetingen zijn: Lengte 43,22 m ; breed te 7,65 m; holte 3,10 m. In dit schip is geïnstalleerd een 4-tact enkelwerkende Brons-motor van het type 4 ED, met een vermogen van 240 pk bij 320 omw./min. Het m.s. Steady is gebouwd onder klas se van Bureau Veritas.
In September 19 54 werd door de N.V. Scheepswerven v.h. H. H. Bodewes te M illingen een tweetal sleepboten aan de Nederlandsche Stoomsleepdienst v.h. van P. Smit Jr te Rotterdam over gedragen en wel: De havensleepboot Ierland, waarvan de afmetingen zijn: 22,40 X 5,40 X 2,45 m. De voortstuwing geschiedt door een Stork-Ricardo dieselmotor, type R 208,
Op de Eems heeft de goed geslaagde proefvaart plaats gevonden van het nieuwe m otorkustvaartuig Oranjepolder, dat bij de N.V. Scheepswerf W aterhuizen J. Pattje te Waterhuizen (Gr.) werd gebouwd voor rekening van Cornelder’s Scheepvaart Mij N.V. te Rotterdam. De Oranjepolder (bouwno. 219) is van het shelterdecktype, meet 1000 ton dw (499,9 b.r.t.) en heeft de volgende afme tingen: Lengte o.a. 70,2 5 m; lengte t. 11. 63,25 m, breedte op de spanten 9,90 m en holte 3,70/5,85 m. De beladen diepgang is 3,67 m. De voortstuwing geschiedt door een 1100 pk Werkspoor motor, waarmede het schip tijdens de proefvaart een snelheid behaalde van pl.m. 13 m ijl. In de machinekamer zijn tevens twee Kromhout hulpmo toren van 60 pk, met een 40 kW dynamo en één Kromhout hulpmotor van 3 0 pk, met een 20 kW dynamo opgesteld. De uitrusting bestaat uit twee onge staagde masten met vier laadbomen, met een hijsvermogen van 5 ton en één laad boom met een hijsvermogen van 10 ton, electrische ankerlier, electrische kaapstand, electrisch-hydraulische stuurmachine, electrische lichtinstallatie van 110 Volt, centrale verwarming, radiotelefonie, echoloodinstallatie, peilinrichting, spiegelkompas, een koelruim van 100 m3, enz. Het schip heeft de opbouw midscheeps. De bouw geschiedde onder klasse Lloyd’s met certificaat Scheepvaart Inspectie voor de onbeperkte vaart ( 1 0 0 A I). Op 29 October a.s. zal het motorschip Beninkmt, gebouwd bij de W erf Jan Smit
Czn N.V. te Alblasserdam voor rekening van de Vereenigde Nederlandsche Scheep vaart Mij te ’s-Gravenhage, zijn technische proeftocht op de Noordzee maken, terwijl op 3 0 October d.a.v. het schip zijn offi ciële proeftocht zal maken.
TIJD SC H R IFTE N -R E V U E In deze rubriek wordt de inhoud beschreven van enige der talrijke binnen- en buitenlandse tijdschriften, op welke het Nationaal Technisch Instituut voor Scheepvaart en Luchtvaart is geabonneerd ten behoeve van zijn Inlichtingen dienst, Uitleenbibliotheek en Leeszalen te Rotterdam en Amsterdam. Van belangrijke artikelen en beschouwingen wordt in deze rubriek een kort uittreksel opgenomen, waarmede tevens een beeld wordt gegeven van de w ijze waarop dergelijk publicaties worden verwerkt in de kaartzendingen, welke het Bureau „Tijdschriften U ittreksel” maandelijks aan de daarop geabonneerden doet toekomen. Verzoeken om nadere inlichtingen over dit kaartsysteem dienen te worden gericht tot de directie van het Instituut, Burgemeester s’Jacobplein 10, Rotterdam (tel. 28580).
„The Syren and Sh ip p in g” van 4 Augustus 1954 geeft onder andere het tweede deel van een artikel over ,,S hallow W a f e r and H y d r o m o t o r ” (bldz. 275). H et blad geeft onder andere in zijn nummer van 8 September het derde deel van een geïllustreerd vervolgartikel over „ H y d r o s t a ti c M achines” (bldz. 473 en 491). In „Shipping W o rld ” van 4 Augustus trekt o.a. de aandacht „T h e S hipping o f Latex”, een onderwerp waarover weinig gepubliceerd wordt (bldz. 125 en 126 - schrijver P. C. Secretan). Ter sprake komt de methode van opslaan, laden en lossen, terw ijl ook de eigenschappen van latex worden behandeld. Het artikel is geïllustreerd met 3 foto’s en 1 tekening. Hetzelfde nummer behandelt ,,A P ortab le S oot B lo w e r ” (The A irncsco Air Steam Percussion L an ce); verder „ A lu m in iu m B o a tb u ild in g in N o r w a y ” door Arne Brine B.Sc. (ontw ikkeling sedert de oorlog), welk artikel wordt gevolgd door een „I d e n t if ic a t i o n o f A lu m in iu m Alloys”, in hoofdzaak bestaande uit tabellen betreffende aanduidin gen, namen en eigenschappen, terw ijl daarop aansluit een korte be schouwing over „Material f o r S h ip b u ild in g P la te” , die de voordelen behandelt van een standaard-aluminiumplaat voor de scheepsbouw. Het belangrijkste artikel in „Die K ugellagerzeitschrift” nr. 1 van 1954 (4 Aug. in het bezit v. h. Instituut gekomen) is wel „ R i c h t linien f ü r Drehzahl g r e n z e n d er 'Wälzlager” , Na een uitvoerige in leiding worden behandeld de lagcruitvoering, koeling, smering, radiale lagers (waarbij groef kogellagers, instelbare kogellagers, instelbare rollenlagers en kegelrollenlagers ter sprake komen). Daarna volgen axiale kogellagers en axiale zclfrichtende rollenlagers. Hetzelfde nummer behandelt ook nog „L ager in M a ch in en zur K o h l e g e w i n n u n g ” en „L ager in n e u e n M a sch in en zur O b e r f l ä c h e n b ea rb eitu n g v o n le g ie r te n B löck en u n d K n ü p p e ln ” . „G. E. C. Journal” van Ju li 1954 brengt onder meer het tweede deel van „A M odern T herm al P a tte rn R ela y f o r M o to r P r o t e c t i o n ” schrijver H. S. Lewis B.Sc., A.M.I.E.E.; verder „Standardisation o f L ift C o n tro l S ystem s ” (W . A. Dixie, chief engineer) exa ten slotte „Variation o f th e P hysical P ro p erties o f Glass w ith T im e in th e T ra n sfo rm a tio n R a n g e ” door R. W. Douglass B.Sc., F. Inst. P. Het Julinummer van „The Dock & H arbour A uthority” geeft onder de gemeenschappelijke titel „ P ort P la n n in g and O p e r a tio n ” een serie lezingverslagen van de I.C.H .C.A.-Conferentie te Napels, nl. „ T h e C ivil E ngineer’s P ro b le m s” (F. A. Greaves,. M.I.C.E. en P. R. Robinson C.B.E., M.I.C.E. - bldz. 67-71, enige tek.) verder „Ideal P ort A dm inistration” (B. N agorski), „Ship Installations C o n t r i b u t i n g to th e I m p r o v e m e n t o f C a rgo H a n d lin g ” (P. L. B ain), „ M o d ern Q u a y Installations in P orts”, „ T h e S t e v e d o r e ’s P oin t o f V iew ” (G. Sirtaine), „U.S. F ort O rganisation and its E f f e c t o n C a rgo H a n d lin g ” (F. W. Herring, chief Planning Division, Port of New Y ork A u th o rity), „ T h e D isch a rge o f Bananas in t h e P ort o f L on d en ” (F. H . Brow n), „ T h e W in gloa d er” in R e d u c i n g C a rgo H a n d lin g D ela ys” (Cdr. O. D. Colvin M.Sc. en J. A. Tetchko B .S.), en ten slotte „M aritim e T ran sport b y C ontainers” (verschillende landen komen daarbij ter sprake; schrijver A. V incenti). (Gehele serie: bldz. 67-84, tot 17 fig.) / „The Metropolitan-Vickers Gazette” van September 1954 brengt o.a. het eerste deel van een uitvoerige beschouwing over „ P ow d er M e ta llu r g y ” (bldz. 372-3 83, 6 fig .; schrijver T. Raine B. Met. Ph. D., A .R .I.C .).
„The Shipbuilder and Marine Engine B uilder” van September vangt aan met een verkorte bewerking van het bekende artikel door prof. ir.H . E. Jaeger „A N o te o n L arge T r a w le r s ” (5 fig .), geeft vervolgens een korte beschrijving van „ T h e S i n g le - S c r e w S team ship Ballarat” (vrachtboot van 12.790 ton, 1 foto), een vrij uitvoerige beschrijving van „ T h e S in g le -S c r e w S team ship C ic e r o ” (vracht- en
passagiei:sschip, 2520 ton dw, 9 foto’s en enkele ta b .); verder een korte beschrijving met plantekening en foto’s van de d.s. motorveerboot Itu (voor W est A frik a), een beschrijving met plantekening en 1 foto van de e.s. m otortrawler F airtry en ten slotte nog een artikeltje over „E lem inatin g C a r g o -P u m p Leakage”. H et op 28 Augustus in bezit van het Instituut gekomen A ugustus nummer van „Noordelijke Scheepsbouw” bespreekt in het kort het „ D rijv en d Dok” (F. v. D ijk) en geeft het zesde vervolg van „ D avits” („Een en ander over de toepassing”, door M. C. Le G eu), terw ijl tevens een korte publicatie is opgenomen van de hoofdinspecteur voor de scheepsmeting inzake de „ I n te rp r eta tie v a n S ch ee p s m e t i n g s v o o r s c h r i f t e n ”. H et Septembernummer van „MTZ” („Motortechnische Zeit schrift” ) vangt aan met een uitvoerig verslag betreffende „ U n te r s u c h u n g e n an ein er V e n tilste u er u n g ” door dr ing. H. J. Brosinsky. Flet artikel heeft speciaal betrekking op de trillingen, welke optreden bij de regelstangen en klepveren van het mechanisme en daardoor de levensduur van deze constructiedelen nadelig beïnvloeden. Betrouw bare gegevens over deze trillingen worden voorlopig slechts door proe ven verkregen en hiervoor zijn eenvoudige methoden ontwikkeld, waarbij het zichtbaar maken der trillingen een grote rol speelt. Zodoende werd het mogelijk tot algemeen geldige gezichtspunten voor de constructie te komen (bldz. 25 5-277, 27 fig., 1 tab., 19 lit.). Direct daarna volgt in hetzelfde tijdschrift een publicatie over „Das B ren n h ä rten v o n Z y lin d e r la u fb iic h se n aus S c h le u d e r g u s s ” (dipl. ing. Heribert Steiger); ' verder een artikel over „ 'W irtsch a ftlich e F e r t i g u n g eines U rn ock cn s ” (dr G. Gerke, bldz. 277-279, 5 fig .) en een bericht over een „20O-PS-Gastu r b in e f ü r N o t s t r o m a g g r e g a t e ” (6 fig .).
„Hansa” van 4 September 1954 brengt een artikel over „ L eich t m e t a ll u n d K u n s t s t o f f e a u f d e r U nited States” (Bericht Nr. 10 des Arbeitsausschusses Leichtmetall und Sonderwerkstoffe der Schiffbau technischen Gesellschaft). Onmiddellijk daarna volgt een korte be schrijving van „Die s e lb s t t ä t ig e F eu erm eld ea n la ge a u f d e m SS U n ited S ta tes” (dr ing. Schubert) en „ L e ic h t m e ta lla m v e n d u n g a u f d e r U nited S tates” (dipl. ing. E. Viei'haus). De beide laatste artikeltjes zijn feite lijk uitvoerige uittreksels van oorspronkelijke artikelen u it Engelse bladen. Hetzelfde nummer brengt o.a. ook een studie over „S eeverk eh rs r e c h t u n d R a d a r a n w e n d u n g ” (bldz. 1601-1605, door dr F. W . Ma rienfeld) en een korte publicatie over „ M in e n g efa h r in N o rd - u n d O stsee”. ' H et Augustusnummer van „Strom und See” (6 September in bezit van het Instituut gekomen) geeft in dit aan de „Internationale Rheinschiffahrtstage” gewijde nummer o.a. een korte beschouwing over „Das R h e i n s c h i f f v o n H e u t e ” (Bldz. 351 en 3 52, Dr A. R yn iker). Direct daarna wordt een „ Q u e r s c h n it t d u r c h d e n S c h if fs d i ese lm o to r en b a u ” gegeven, waarin de belangrijkste dieselmotoren ter sprake komen.
„Kunststoffe” geeft in zijn Septembernummer een artikel over „ A b n a h m e p r ü fu n g e n in d e r K u n s t s t o f fi n d u s t r ie ” door H. Mertz, verder „Das S p a n h olz -F orm teil” door E. J. R itter en „ S t a h lt e c h n o l o g i s c h e F ragen b eim K a ltein sen k en v o n P re ss w e rk z e u ge n f ü r K u n s t s t o f f e ” (Ing. G. Folke). H et Septembernummer van de „Automobile Engineer” publi ceert het eerste deel van „P o p p et Valve, Guides and Seats” (Bldz. 349-3 56, 6 fig .), brengt een overzicht van „ G a u g in g and T est E q u ip m e n t” (Nieuwe instrumenten voor w erkplaatsgebruik), verder een artikel over „ I n v e s t m e n t C a stin gs” (bldz. 367-373, 17 foto’s) en over „ L u b rica tin g O il T e s t ” benevens een beschrijving van „ T h e B eier Gear” (Bldz. 38 3-3 87, 6 fig .).