koeling
profITair: 90% minder energieverbruik bekabeling
De gevolgen van de cloud voor uw bekabeling praktijk
ProRail (ver)bouwt 13 computerruimtes
dcw april 2012 | in samenwerking met:
advancing information transport systems
DEELNAME IS GRATIS! REGISTREER U NU
www.datacenterworks.nl/congres
In samenwerking met BICSI
DatacenterWorks Voorjaarscongres 2012
De impact van de cloud op het datacenter
advancing information transport systems
Kennispartner
Datum: 24 mei 2012 Locatie: RDM Campus – Rotterdam Heijplaatstraat 23, 3089 JB Rotterdam
De opkomst van Cloud Computing heeft een ongekende impact op de manier waarop bedrijven en overheidsorganisaties hun informatievoorziening aanpakken en organiseren. Het belang van het datacenter groeit hierdoor enorm. De klant stelt steeds hogere eisen aan beschikbaarheid, kosten en flexibiliteit.
Maar wat zijn die gevolgen nu precies? Dat thema staat centraal op het Voorjaarscongres 2012 dat DatacenterWorks in samenwerking met BICSI en onder andere Rittal, AssetGen, DataContainer en Newave organiseert. Belangrijke onderwerpen die ter sprake komen zijn onder andere:
centers-in-een-container versus op maat gebouwde datacenters • en monitoring van de technische infrastructuur
Dat heeft grote gevolgen voor de technische infrastructuur van het datacenter.
• standaardisatie van computerruimtes • de voor- en nadelen van data-
Met sprekers van onder andere: TüV IT, Rittal, AssetGen, BICSI en DataContainer
Dagvoorzitters: • Robbert Hoeffnagel, hoofdredacteur DatacenterWorks • Joop Ierschot, voorzitter BICSI Benelux
Attentie BICSI-leden: BICSI Credits Inside! Het DatacenterWorks Voorjaarscongres 2012 wordt georganiseerd in samenwerking met BICSI. Deelname aan de conferentie geeft recht op BICSI CECs (Continuing Education Credits) die gebruikt kunnen worden om aan de blijvende vormingsvoorwaarden voor BICSI-certificeringen te voldoen.
In samenwerking met onder andere: Rittal | AssetGen | DataContainer | Newave
dcw colofon DATAC E NTE RWO R KS is hét vakblad over de technische infrastructuur van datacenters.
Leuke tijden!
jaargang 5, maart 2012, nummer 2
We leven in mooie tijden. Zeker voor wie interesse heeft in technologische ontwikkelingen. Aan de ene kant zien we een almaar aanzwellende discussie over het energieverbruik van datacenters, terwijl aan de andere kant nieuwe technologie ons te hulp lijkt te schieten.
datacenterworks verschijnt tienmaal per jaar. toezending geschiedt op abonnementbasis en controlled circulation. H O O F D R E DACTE U R / U ITG E V E R
E I N D R E DACTE U R MA R JA N VA N H O O R N P O STA D R E S R E DACTI E
maredijk 17, 2316 vr leiden TE L E F O O N 071 - 521 49 98
E - M A I L A DM I N I STRATI E @fenceworks.nl A DV E RTE NTI E - E XP LO ITATI E
bureau voor marketing media hans potharst Commercieel Directeur TE L E F O O N +31 (6) 17 44 38 16 E M A I L
[email protected] TE L E F O O N +31 (0) 71 5 21 49 98 www.bvmm.nl I N D IT N U M M E R B I J D R AG E N VA N
jeroen aijtink, michiel van blommestein, lex coors, peter gloudemans, frank de kruijf, valerie maguire, teus molenaar, erik de ruijter, hans vandam, jan wiersma VO R M G E V I N G laura willemsen
In de allereerste editie van DatacenterWorks publiceerden wij al een artikel over nieuwe mogelijkheden die geboden worden door waterkoeling. In de chip wel te verstaan. Dat idee is natuurlijk zo gek nog niet. De processor van menig server, storage-apparaat of netwerk-switch is veelal dé bron van warmte in een computerruimte. Dan kunnen we natuurlijk allerlei slimme methoden bedenken om die eenmaal vrij gekomen warmte af te voeren, maar we kunnen het probleem beter bij de bron aanpakken. In die processoren dus. Een Ierse universiteit boorde gangetjes door de chipbehuizing en liet daar koud water doorheen stromen. Een zeer directe manier van koelen. Dat artikel las toen echter nog wel een beetje als sciencefiction. Maar inmiddels komen er wel technieken op de markt die meer en meer die kant op gaan. Dell bijvoorbeeld is hier hard mee bezig. En hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld HP. Beide aanbieders gebruiken forse aantallen sensoren om bij de bronnen van warmteproductie te kunnen meten en komen tevens met software die vervolgens met die meetgegevens aan de slag gaat en zorgt voor wat zij dan noemen: microkoeling of pinpoint cooling. De huidige koelmethoden zijn effectief, maar tegelijkertijd ook zeer indirect. Door het combineren van de R&D-kwaliteiten van de IT-industrie met de expertise van de datacenterindustrie zou het koelingsprobleem van datacenters wel eens snel onder controle kunnen zijn. Het wachten is nu alleen nog even op de netwerkfabrikanten.Want als er één bron van warmte is in een computerruimte, dan zijn het de switches en dergelijke wel.
grafisch ontwerp
Robbert Hoeffnagel
DRUK
PS Het is overigens zeker niet alleen de ICT-industrie die leuke dingen doet op koelingsgebied. Lees in deze editie van DatacenterWorks vooral ook de artikelen over profITair van profITbox en de midlife upgrades van Western. Zeer de moeite waard!
Drukkerij Profeeling kopij kan worden ingezonden in overleg met de redactie. geplaatste artikelen vertegenwoordigen niet noodzakelijk de mening van de redactie. de redactie noch de uitgever aanvaarden enige aansprakelijkheid voor de inhoud van
artikelen van derden, ingezonden mededelingen, advertenties en de juistheid van genoemde data en prijzen.
fotokopie en overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk op welke wijze dan ook, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en onder vermelding van: ‘overgenomen uit datacenterworks, vakblad over de
technische infrastructuur van datacenters’, met vermelding van de jaargang en het nummer. datacenterworks is een uitgave van fenceworks bv
dcw april | redactioneel
robbert hoeffnagel TE L E F O O N +31 (6) 51 28 20 40 E - M A I L
[email protected]
3
6
10
dcw april | inhoud
18
4
6 midlife upgrade voor airco’s De afdeling service en onderhoud van Western heeft een technische upgrade ontwikkeld voor airconditioners in computerruimten. Het gaat hier vooral om bestaande koudwatergekoelde units in downflowuitvoering die nog in een uitstekende technische conditie verkeren. In veel gevallen moet het ventilatiedeel op basis van draaiuren worden gereviseerd. De upgrade gaat niet uit van revisie, maar van vervanging van het ventilatiedeel door een enkelaanzuigende centrifugaal ventilator, direct aangedreven door een EC-motor. De aansturing wordt gedaan door een nieuw te plaatsen microprocessorregelaar met 0 tot 10 V aansturing. 10 creatief boekouden voor lagere pue In de datacenterbranche is energie-efficiëntie dagelijkse kost. Om energie-efficiëntie te kunnen meten en vergelijken wordt die weergegeven in PUE. Datacenters ambiëren een hoge mate van energie-effiëntie en de overheid stelt er eisen aan. Alleen gebruiken beide verschillende maatstaven om de PUE te berekenen. Hoe creatief wordt hiermee omgegaan en welke manieren gebruiken datacenters om hun PUE kunstmatig laag te houden?
14
‘slim meten & regelen levert kostenbesparing tot 90% op’ Bij het koelen van computerruimtes is nog veel winst te behalen. Dan zullen we echter wel bereid moeten zijn ‘out of the box’ te denken, stelt Arthur Singendonk, directeur van profITbox. “Wie slim meet en regelt, kan kostenbesparingen tot 90 procent behalen zonder dat hiervoor nieuwe airconditioningapparatuur hoeft te worden aangeschaft.” 18 prorail (ver)bouwt dertien nieuwe computerruimtes ProRail werkt hard aan het continu verbeteren van de railinfrastructuur van ons land – een van de drukst bereden netwerken ter wereld. “Onderdeel van die verdere kwaliteitsverhoging is het vervangen van de computerruimtes van de dertien verkeersleidingsposten verspreid over Nederland”, vertelt projectleider Dick Vriend. Het project is uitgevoerd door All IT Rooms en KPN. Hiernaast zijn diverse andere externe partijen belangrijk geweest bij het ontwerp en migratie van ICT-systemen, waaronder Loxia en Railcom.
34
24 hp met efficiënte servers en eenvoudig beheer op weg naar ‘extreem datacenter’ Moonshot,Voyager, Odessey – met deze projecten, waarvan de namen sterk aan de NASA doen denken, wil HP komen tot het datacenter van de toekomst. De nabije toekomst wel te verstaan. Met intrigerende beloftes als “2400 servers in één rack” en “90 procent minder energieverbruik” zet HP zijn betoog kracht bij. Niet alleen maakt HP zich sterk met geavanceerde hardware, ook voor beheersoftware is een belangrijke rol weggelegd. HP is klaar voor een markt waarin cloudcomputing de toon zet. 34
eerste paal voor de brievenbus van itb-kwadraat “Elke spijker weet ik straks te zitten en kan ook uitleggen waarom die daar nodig is”, zegt Niels Hensen, eigenaar van het nieuw te bouwen datacenter van ITB-Kwadraat. Na een lang en grondig ontwerpproces is recentelijk de eerste paal geslagen op de Ecofactorij in Apeldoorn. “Met het hoge ambitieniveau op gebied van energie-efficiëntie en continuïteit, en daarmee een hoog innovatief gehalte, voelt het alsof je er tijdens het ontwerpen soms helemaal alleen voor staat.”
36
dcw en verder 14 22 26 28 32 36
profitair: 90 procent minder energieverbruik zonder aanschaf nieuwe airco’s schäfer it-systems grijpt cebit 2012 aan voor introductie nieuwe producten de cloud en de gevolgen voor uw bekabeling fieldview houdt in dcim rekening met dagelijkse praktijk hosters r22 mag straks niet meer; de gevolgen voor uw koelinstallatie subsidies voor duurzame datacenters
cover-foto De foto op de cover van deze editie van DatacenterWorks is beschikbaar gesteld door F5 Networks. Deze security-specialist heeft onlangs een nieuwe reeks firewalls gelanceerd die speciaal bedoeld zijn voor gebruik in datacenters.
dcw april | inhoud
30
30
5
Voor close-control airconditioners
upgrade
de afdeling service en onderhoud van western heeft een technische upgrade ontwikkeld voor airconditioners in computerruimten. het gaat hier vooral om bestaande koudwatergekoelde units in downflowuitvoering die nog in een uitstekende technische conditie verkeren. in veel gevallen moet het ventilatiedeel op basis van draaiuren worden gereviseerd. de upgrade gaat niet uit van revisie, maar van vervanging van het ventilatiedeel door een enkelaanzuigende centrifugaal ventilator, direct aangedreven door een ec-motor. de aansturing wordt gedaan
Voor airconditioners in computerruimten heeft de afdeling service en onderhoud van Western een technische upgrade ontwikkeld. Vooral bij koudwatergekoelde units in downflowuitvoering moet het ventilatiedeel, dat bestaat uit centrifugaal ventilatoren aangedreven door een motor met een V-snaar, op basis van draaiuren vaak worden gereviseerd. Door deze technische upgrade, vervanging van het ventilatiedeel, wordt het elektrisch opgenomen vermogen van de unit tot circa 40 % gereduceerd. Tevens vervallen de vervuiling van Vsnaarslijtage en uitval van de unit door V-snaarbreuk. Het luchtpatroon door de koelbatterij wordt gelijkmatiger wat resulteert in meer netto koelvermogen. De technische upgrade wordt on-site uitgevoerd zonder vervuiling van de computerruimte. De meerprijs voor deze upgrade ten opzichte van normale revisie is in 2,5 jaar terugverdient.
uitvoering
De betreffende close-control unit wordt afgeschakeld en elektrotechnisch (tijdelijk) afgekoppeld. Hierna worden de volgende componenten verwijdert uit de unit:
s E LEKTRISCHE OF WARMWATERNAVERWARMER INdien vochtregeling niet meer gewenst of noodzakelijk is, kunnen deze componenten worden verwijderd). Dit geeft een vermindering van de interne luchtweerstand; s STOOMBEVOCHTIGERSECTIE INDIEN VOCHTREGEling niet meer gewenst of noodzakelijk is). Dit vermindert ongewenste vervuiling in de unit en dus ook in de computerruimte; s BESTAANDE REGELING +AN NIET MEER WORDEN toegepast in de nieuwe situatie in verband met het modulerend aansturen van de ventilator(en) en communicatie met een GBS; s BESTAANDE BEDIENINGSDISPLAY s BESTAANDE VENTILATORSET DIE BESTAAT UIT ÏÏN of meer centrifugaal ventilatoren inclusief V-snaaroverbrenging en elektromotor. Vervolgens wordt de vloerplaat van de unit aangepast aan de afmetingen van de nieuwe ventilatoren. Aanpassing van de vloerplaat betekent in de meeste gevallen dat de gaten in de vloerplaat worden vergroot. Omdat deze upgrade wordt uitgevoerd in een draaiende computerruimte moet speciale aandacht worden gegeven aan de methode om het metaal te ver-
wijderen. Western heeft hiervoor een procedure ontwikkeld waardoor geen vervuiling in de ruimte komt. Om een optimale luchthoeveelheid te genereren bij een minimale weerstand is een speciaal concept ontwikkeld voor de ventilator. De toegepaste ventilatoren met EC-motoren worden gemonteerd in een plenumbak. Deze ple-
energiegebruik omlaag
Met de Midlife Upgrade van close-control units biedt Western Airconditioning een mogelijkheid om in computerruimten en datacenters het energiegebruik van koelapparatuur te verlagen, waarbij de investering binnen een acceptabele termijn wordt terugverdient. Het bedrijf is voor wat betreft energiebesparing ook op andere fronten actief. Zo biedt het een range koudwatermachines Zeta, Tetris en Kappa, waarbij naast de basisversie kan worden gekozen voor een A- of en A+-versie met een verbeterd rendement. Deze koelmachines kunnen ook worden uitgevoerd met vrije koeling. Daarnaast biedt Western een programma VRVsystemen met 3-pijpsconfiguratie met warmteterugwinning.
dcw april | koeling
tekst: anton dijksma, western
door een nieuw te plaatsen microprocessorregelaar met 0 tot 10 v aansturing.
7
dcw april | koeling
'VOORAL BIJ KOUDWATERGEKOELDE UNITS IN DOWNFLOWUITVOERING MOET HET VENTILATIEDEEL OP BASIS VAN DRAAIUREN VAAK WORDEN GEREVISEERD.'
8
numbak is zodanig geconstrueerd dat afhankelijk van de beschikbare, vrije ruimte onder de close control unit, de ventilator zo diep mogelijk in de unit wordt gemonteerd. In verband met CE-markering wordt op zowel de aanvoerzijde als de uitblaaszijde een afscherming geplaatst, zodat geen lichamelijk contact kan worden gemaakt met draaiende delen. De plenumbak is voorzien van handgrepen voor een eenvoudige installatie, maar tevens voor een makkelijke bereikbaarheid bij service en onderhoud. De plenumbak word afgewerkt met een zwarte poedercoating voor een strak esthetisch uiterlijk en duurzaamheid tijdens de bedrijfsperiode. De oude regelaar wordt vervolgens vervangen voor een nieuw type. In dit geval wordt gekozen voor een microprocessorregelaar van het type PCO waarmee alle benodigde componenten kunnen worden aangestuurd. Ook de inputs kunnen worden geïntegreerd zodat alle waarden afleesbaar zijn via de display van de microprocessorregelaar. De software is door Western ontwikkeld en kan worden aangepast afhankelijk van de projectsituatie en de eisen en wensen van de gebruiker. De nieuwe display wordt gemonteerd op de deur van de close-control unit, eventueel voorzien van een
afgewerkte adapterplaat. De koudwaterbatterij (warmtewisselaar) en de 2- of 3-wegklep worden ongemoeid gelaten en aangesloten op de microprocessorregelaar. Afhankelijk van de aansturing wordt de software in de microprocessorregeling aangepast. Ten slotte wordt de unit weer aangesloten en inbedrijfgesteld. Alle functies worden getest en de settings worden ingeregeld afhankelijk van de wensen en eisen van de klant.Van deze gegevens wordt een rapportage gemaakt waarbij de nieuwe luchthoeveelheid wordt gemeten en genoteerd, maar tevens het opgenomen vermogen. De hele procdure, van afschakkeling tot start mpdificatie, duurt ongeveer 7 uur. Dit is ook het uitgangspunt van de midlife upgrade SUSA (‘s ochtends uit, ‘s avonds aan). Zo is het mogelijk (bij voldoende back-up in de ruimte) zonder noodkoeling de midlife upgrade uit te voeren.
energiebesparing
Het verschil tussen een centrifugaal ventilator met V-snaaraandrijving en een elektromotor en een radiaal ventilator met direct drive ECmotor is eenvoudig te verklaren. Naast het wegvallen van de V-snaaroverbrenging (met
vervuiling in de computerruimte, duidelijke mechanische stress op lagers en de kans op uitval door V-snaarbreuk) is ook de constructie van de ventilator en de motor sterk verbeterd. Tevens zorgt de EC-motor (borstelloze elektromotor) voor een forse afname van het energiegebruik. Door de EC-ventilator aan te sturen vanuit de microprocessorregelaar met een 0 -10 Vdc signaal kan de luchthoeveelheid volledig worden ingeregeld op de gewenste waarde. Bij een gelijkblijvende luchthoeveelheid (voor en na de modificatie) wordt een reductie van het opgenomen vermogen gerealiseerd van circa 40 %. Omdat elke kW-besparing van het opgenomen vermogen zo’n 960 per jaar oplevert kan eenvoudig de terugverdientijd worden vastgesteld. Bij een close-control unit met een nominaal koelvermogen van 80 kW en een luchthoeveelheid van 20.000 m³/h wordt de investering van de midlife upgrade in het derde jaar terugverdient.
nieuwe mogelijkheden
De nieuwe configuratie biedt echter nog meer voordelen en/of mogelijkheden. Doordat de microprocessorregelaar de luchthoeveelheid meet, kan eenvoudig een variatie van de lucht-
hoeveelheid worden geprogrammeerd op basis van het temperatuursetpoint en differentie. Met andere woorden; indien het setpoint wordt bereikt (ruimtebelasting in de computerruimte is afnemend) kan het voltage naar de EC-ventilator worden verlaagd. Dit geeft een gecontroleerde verlaging van de luchthoeveelheid, maar tevens een significante afname van het opgenomen vermogen. Met de volgende deellastuitgangspunten in de computerruimte; 55 % vollast, 20 % onder vollast, 15 % deellast en 10 % nullast wordt het opgenomen vermogen van de EC-ventilator nog eens met 50 % gereduceerd. Deze vraaggestuurde regeling van de luchthoeveelheid kan op basis van de setpoint- en differentieregeling, maar kan ook worden geregeld op basis van drukopbouw onder de computervloer. Met de nieuwe configuratie is het tevens mogelijk de close-control units te koppelen aan een gebouwbeheersysteem. Hiervoor biedt Western de volgende communicatiekaarten: s 23 KAART SERIÑLE COMMUNICATIE VOLGENS
Modbus-protocol. s & 44 KAART SERIÑLE COMMUNICATIE VOLGENS LonWorks-protocol. s P#/ WEBKAART VOOR COMMUNICATIE VIA EEN ethernetnetwerk met de protocollen SNMP, http en Bacnet over IP. s 23 KAART SERIÑLE COMMUNICATIE VOOR aansluiting op een modem met eventueel sms-diensten. s P#/ NETKAART 23 SERIÑLE COMMUNICAtie volgens Bacnet-protocol.
subsidie
Vanuit de overheid wordt op diverse energiebesparende oplossingen en toepassingen subsidie verleent. De uitvoerder is het Agentschap. nl dat elk jaar een energielijst uitbrengt met nieuwe mogelijkheden en subsidievormen. De midlife upgrade komt in aanmerking voor twee subsidieregelingen: 310000[W] Technische voorzieningen voor energiebesparing in of bij bestaande bedrijfsgebouwen en 210301 Debietregeling ventilator.
'BIJ EEN GELIJKBLIJVENDE LUCHTHOEVEELHEID VOOR EN NA MODIFICATIE WORDT EEN REDUCTIE VAN HET OPGENOMEN VERMOGEN GEREALISEERD VAN CIRCA 40 %'
advertentie
Oog voor techniek De computerruimte is een knooppunt van techniek. All IT Rooms ziet techniek nooit als doel maar wel als belangrijk middel. All IT Rooms volgt de technische ontwikkelingen voor u op de voet. Wij zijn vernieuwend maar zorgen er ook voor dat in uw computerruimte alleen bewezen technieken worden gebruikt. All IT Rooms werkt alleen met de beste fabrikanten die wereldwijd actief zijn. Onze partners moeten voldoen aan hoge kwaliteitseisen. Omdat wij merkonafhankelijk zijn kunnen wij u altijd een optimaal resultaat bieden.
ONTDEK DE PASSIE VAN ALL IT ROOMS ALL IT Rooms B.V. | Lange Kleiweg 50B | 2288 GK Rijswijk | T +31(070)31 98 999 | E
[email protected] | www.allitrooms.com WWW.ALLITROOMS.COM
in de datacenterbranche is energie-efficiëntie dagelijkse kost. om energie-efficiëntie te kunnen meten en vergelijken wordt die weergegeven in pue. datacenters ambiëren een hoge mate van energie-effiëntie en de overheid stelt er eisen aan. alleen gebruiken beide verschillende maatstaven om de pue te berekenen. hoe creatief wordt hiermee omgegaan en welke manieren gebruiken datacenters om hun pue kunstmatig laag te houden?
10
voor lagere PUE Datacenters hebben verschillende redenen om een hoge mate van energie-efficiëntie te ambiëren. Ten eerste is het energiegebruik de hooste kostenpost in een datacenter en een lager energiegebruik vertaalt zich in lagere kosten en prijzen. Zuiniger omgaan met energie is dus kosten verlagend en maakt het mogelijk betere competitieve prijzen te bieden. Ten tweede is minder energiegebruik onderdeel van MVO (maatschappelijk verantwoord ondernemen) en een lagere PUE is goed voor het imago. Ten slotte worden vanuit de overheid eisen gesteld aan de energie-efficiëntie.
meer dan een trend alleen
MVO is een ‘hot item’ in Nederland. Meer bedrijven realiseren zich dat duurzaam ondernemen belangrijk is. Niet alleen om de kosten te reduceren, maar ook omdat het verwacht wordt vanuit de maatschappij en de overheid. Gezien het feit dat de datacenterbranche de luchtvaartsector dreigt in te halen qua CO2uitstoot, geldt dit vooral voor datacenters.
De klanten van een datacenter hangen zelf de apparatuur in de racks en dus kan alleen winst worden behaald op de eigen apparatuur, zoals verlichting en koeling, waarvan koeling het grootste deel van de energie gebruikt. Een datacenter heeft namelijk geen invloed op het stroomverbruik van de servers, maar wel op zijn eigen apparatuur. Hoe efficiënter wordt omgegaan met de eigen apparatuur des te lager de PUE is. Ook is het mogelijk de energie te hergebruiken, de warmte van de servers kan bijvoorbeeld worden gebruikt om het kantoor te verwarmen of omgezet worden in nieuwe energie. Om de CO2-uitstoot compleet te neutraliseren kan een datacentereigenaar kiezen voor inkoop van groene stroom.
pue en de overheid
De overheid verwacht van bedrijven dat ze bijdragen aan duurzaam ondernemen. MVO kan niet langer worden gezien als een ‘unique selling point’; bedrijven moet actief deelnemen. Datacenters in Nederland kunnen nu al hun goede wil tonen door
tekst: oscar persoon van the datacenter group
dcw april | energiemanagement
Overheid stelt eisen aan duurzaamheid
11
dcw april | energiemanagement rubriek?
De lage PUE die wordt gecommuniceerd, geldt alleen voor klanten wiens apparatuur in de nieuwe zaal zijn opgesteld. Het datacenter als geheel haalt bij lange na niet de beloofde efficiëntie
keuze van meetpunt
EEN LAGERE PUE IS GOED VOOR HET IMAGO.
dcw april | energiemanagement
vrijwillig te participeren aan het convenant MJA (Meer Jaren Afspraak). Het doel hierbij is het jaarlijks energiegebruik met 2 % te reduceren en in 2020 een verbetering van 30 % ten opzichte van 2005 gerealiseerd te hebben. De gemeente Amsterdam, het middelpunt van datacenters in Nederland, heeft nieuwe richtlijnen gegeven waaraan de datacenters moeten voldoen voor 2016. Deze richtlijnen probeert ze tevens landelijk in te voeren. De Dienst Milieu en Bouwtoezicht (DMB) van Amsterdam werkt vanuit bouwen en milieu aan een duurzame stad. Deze dienst bepaalt de regelgeving en let er consequent op of bedrijven die nakomen. Vanaf 2016 moet elk bestaand datacenter een PUE halen van maximaal 1.4 en nieuwbouw datacenters moeten zo worden ingericht dat een PUE van 1.3 wordt behaald. Wordt dit niet bereikt, dan volgt een kostbaar onderzoek dat kan leiden tot een dwangsom. Genoeg redenen om creatief om te gaan met het berekenen van de PUE.
12
creatief pue-boekhouden
Op basis hiervan zou je verwachten dat er creatief wordt omgegaan met het berekenen van PUE. Maar hoe zou dit PUEboekhouden in zijn werk gaan? Er zijn grofweg vier manieren geïdentificeerd om creatief om te gaan met de PUE en waarop sommige datacenters proberen een wat gunstiger beeld van de werkelijkheid neer te zetten.
per zaal of totaal
Bij het uitbreiden of vernieuwen van een datazaal wordt vaak gebruikgemaakt van nieuwe technieken in de vorm van buitenluchtkoeling. Hierdoor is de airconditioning bij koud weer niet nodig. Deze nieuwe of vernieuwde zaal zal een efficiënter stroomverbruik hebben dan de bestaande. In de communicatie naar buiten toe zal alleen het PUE-gebruik van de nieuwe zaal worden gecommuniceerd in plaats van het gehele datacenter. Afhankelijk waar er ruimte is, kan de apparatuur van een klant in de oude, niet efficiënte zaal of de nieuwe worden geplaatst.Voor de klant bestaat er geen enkel voordeel om in de oude zaal te staan, omdat er nog gebruikgemaakt wordt van conventionele koeling.
Er zijn twee verschillende plekken waar kan worden gemeten om uiteindelijk de PUE te berekenen. Zo kan de energie die de zaal inkomt, worden gemeten. Dus nadat die door de ups heen en over koperbanen is gegaan. Of de hoeveelheid energie die bij de energiemaatschappij wordt afgenomen. Een keuze tussen deze twee meetpunten maakt wel degelijk verschil. Er treedt namelijk energieverlies op als de energie door de ups en over de koperbanen wordt geleid door het omzetten van energie. Een ups met een hoger rendement kan het verschil maken; de best ups’en zitten op 97 %, oftewel 1.000 W bij de ups naar binnen betekent 970 W eruit. Maar er zijn ook minder efficiënte ups’en met een efficientie van 90 %, en dat is een aanzienlijk verschil. Door de hoeveelheid energie te meten die de zaal opgaat, wordt dit verlies omzeild.
faciliteiten ook
Een datacenter verbruikt behalve voor de datazaal ook energie voor de faciliteiten die het datacenter draaiend houden, zoals het kantoor en de 24/7 bemande receptie. Een datacenter kan besluiten deze faciliteiten niet mee te nemen in de berekening van de PUE, waardoor de energie-efficiëntie beter uitvalt. Dan hoeft er niet te worden gelet of de verlichting en verwarming aanstaan, terwijl die wel degelijk stroom verbruiken. Alle energie, ook die wordt gebruikt om het datacenter te runnen, moet worden meegenomen in de berekening.
theoretisch of werkelijk
Bij de bouw van een datacenter of een nieuwe datazaal kan op basis van de ontworpen inrichting aan een koelinstallaties een theoretische PUE worden afgegeven. Bij deze theoretische PUE wordt veelal uitgegaan van schattingen en de optimale situatie, zoals het aantal geplaatste racks, inrichting van blindplates en hoe vaak de deur open- en dichtgaat. Dit zijn allemaal zaken die de luchtstroom en daarmee de efficiëntie van de energie beïnvloeden. Het is goed mogelijk dat de theoretische PUE niet overeenkomt met de werkelijke waarden als het datacenter operationeel is. Na de opening van het datacenter of datazaal wordt er vervolgens niet meer gemeten en blijft de theoretische, optimale situatie genoemd.
eue beter dan pue?
Er bestaat ook nog veel onduidelijkheid over EUE (energy usage effectiveness). Waar PUE gaat over een momentopname, is EUE de definitie die je geeft aan een PUE die is berekend over een periode van tijd.Voor veel koelsystemen is het harder werken in een hete zomer en dat betekent meer energiegebruik. Dan ligt het voor de hand de PUE in de zomer niet te noemen, maar eerder de PUE die wordt berekend op de koudste dag van december. Een EUE die is berekend over een jaar, zou in die zin
de oplossing zijn omdat die het beste vergelijkingsgetal oplevert. Tijdens alle seizoenen wordt gemeten en dan heb je een gemiddelde die meer zegt over de echte efficiëntie. Vaak is er discussie over het hergebruik van energie of zelf opgewekte energie, en dat daardoor de PUE daalt. En een eenduidige lijn is ver te zoeken. Het lijkt alleen maar zo dat de PUE zou dalen door zelf energie op te wekken of te hergebruiken. Het datacenter gebruikt namelijk nog steeds dezelfde hoeveelheid energie. De efficiëntie van het datacenter verandert niet doordat er een windmolen op het dak staat. De energie is dan wel groener, maar niet efficiënter. Het heeft op de PUE-waarde geen invloed.
andere gevaren
Zoals eerder aangegeven heeft energie-efficiëntie een hoge prioriteit in datacenters. Er is dus een groot belang bij innovatieve koelsystemen om de PUE omlaag te krijgen. Echter, soms worden innovatieve koelsystemen zonder al te veel te testen ingezet. Zo kun je snel een betere PUE publiceren, maar door deze werkwijze wordt de klant een proefkonijn. Veel datacenters maken nu ook (deels) gebruik van de alom geprezen buitenluchtkoeling om een hogere efficiëntie te behalen. Een initiatief waar over de gevolgen niet altijd wordt nagedacht, als het concept niet goed is uitgewerkt. De stof die directe buitenlucht met zich meebrengt, en de vaak slechte filtering zorgen
voor een groot risico en kunnen de levensduur van de servers verkorten.
transparante efficiëntie
Datacenters zouden zowel hun EUE-waarden per maand moeten publiceren als de EUE over het gehele jaar. Hierdoor wordt een duidelijk beeld gegeven over de resultaten en krijgen klanten niet een te rooskleurig beeld voorgesteld door alleen de laagste waarden te presenteren. Een convenant waarin datacenters gezamenlijk vaststellen hoe de efficiëntie moet worden berekend, kan het creatieve boekhouden met de PUE voorkomen en kunnen eindgebruikers de energie-efficiëntie van datacenters eerlijk en transparant vergelijken.
GROENE ENERGIE HEEFT GEEN INVLOED OP DE PUE.
advertentie
Betrouwbare en voorspelbare noodstroomoplossingen hoeven niet complex te zijn. Active Power UPS-systemen en continue vermogensoplossingen bieden een energierendement van 98% en een maximale bescherming van uw bedrijfsprocessen tijdens een spanningsverstoring of netuitval. De continuïteit van uw
Noodstroomoplossingen | UPS-systemen
PowerHouse Continue Noodstroomoplossingen
s 3CHAALBARE STANDAARDCONlGURATIES s (OOGRENDEMENTARCHITECTUUR s -ODULAIRE ENOF MOBIELE totaaloplossing
onderneming is hierdoor gegarandeerd.
Services
In Nederland vertrouwen o.a. Terremark en de Radbout Universiteit
s $ESIGN ENGINEERING s 0ROJECTMANAGEMENT EN IMPLEMENTATIE s #OMPLETE LIFECYCLE MANAGEMENT
Nijmegen al op de beproefde en bewezen technologie van Active Power. Neem contact met ons op en ontdek hoe efficiënt,
UPS-Systemen
s #LEAN3OURCE VLIEGWIEL 503 s K6! SYSTEMEN s ,EVERT HET VERMOGEN OM KORTE onderbrekingen en de tijd tussen netuitval en opstart van een generator te overbruggen s 0ARALLEL MOGELIJKHEID VOOR MULTI megawattoplossingen s %ENVOUDIGE REDUNDANTIE
Meer weten? Kijk voor meer informatie op www.activepower.com of neem contact met ons op +31 23 822 21 43;
[email protected]
betrouwbaar en groen uw noodstroomvoorziening kan zijn met Active Power.
©®TM
2011 Active Power, Inc. All rights reserved.
bij het koelen van computerruimtes is nog veel winst te behalen. dan zullen we echter wel bereid moeten zijn ‘out of the box’ te denken, stelt arthur singendonk, directeur van profitbox. “wie slim meet en regelt, kan kostenbesparingen tot 90 procent behalen zonder dat hiervoor nieuwe airconditioningapparatuur hoeft te worden aangeschaft.”
profITbox lanceert duurzame profITair-koelaanpak:
‘ levert kostenbesparing tot 90% op’
dcw april | koeling
profitair-koelaanpak ontwikkeld samen met perf-it
14
De profITair-aanpak van profITbox is ontwikkeld in samenwerking met de ontwikkelaar van Datacenter Control & Monitoring (DCMS) software Perf-IT uit Sliedrecht. Het biedt een duurzame koelmethode voor zowel nieuwe als bestaande computerruimtes en datacenters. De methode kan gebruik maken van nieuwe of bestaande airconditioners, voor kleine en grote computerruimtes en functioneert ook bij relatief hoge buitenluchttemperaturen. De profITair-koelaanpak levert een kostenbesparing tot 90 procent op
geïntegreerd mollier-diagram
Een van de eerste dingen die Singendonk – die voorheen werkzaam was in de koelwereld – opviel, is dat de koelinstallatie in veel bestaande en nieuwe computerruimtes verre van optimaal functioneert. “Een optimale regeling van een koelinstallatie vereist dat je precies weet hoeveel warmte moet wordt afgevoerd. In de praktijk zien wij echter dat in veel computerruimte wordt gewerkt met aannames, zonder dat feitelijk wordt vastgesteld hoeveel lucht nu precies over de IT-apparatuur geblazen dient te worden. Daarom hebben wij besloten om wél de daadwerkelijke warmteproductie te meten. Bovendien hebben we meer intelligentie in het meetsysteem gestopt.” Uitgangspunt hierbij is het Mollier-diagram (figuur 1). “Ashrae stelt dat de temperatuur in een computerruimte tussen 18 en 27 graden Celsius moet liggen. Voor de relatieve luchtvochtigheid (RV) stelt men als limieten 20 en 80 procent.. Het is dus niet voldoende om simpelweg op temperatuur te regelen, er zal ook naar de luchtvochtigheid en de snelheid van de serverventilatoren moeten worden gekeken. Wij hebben in samenwerking met Perf-IT een oplossing ontwikkeld – het profITairkoelsysteem - dat met al deze aspecten rekening houdt.”
praktijkvoorbeelden
Kern van profITair is een softwareprogramma dat continu meet hoeveel lucht er over de geplaatste IT-apparatuur dient te worden gevoerd. Daarbij wordt gewerkt op basis van de genoemde Ashrae-waarden. Hierna zal de regelsoftware automatisch de meest energiezuinige strategie kiezen. Als de Ahsrae-limieten veranderen, dan kan de gebruiker dit zelf eenvoudig aanpassen.Twee voorbeelden laten zien hoe dit in zijn werk gaat.
tekst: auteur?
Het bedrijf van Singendonk – profITbox – levert kant-en-klare computerruimtes tot een maximum van circa 100 vierkante meter. “We leveren vijf modellen die volledig uitontwikkeld zijn. Daar was nogal wat engineering voor nodig en tijdens dit ontwikkelwerk hebben we veel kennis opgebouwd met het optimaliseren van een computerruimte.”
Links, figuur 1: Mollier-diagram met hierin aangegeven de door Ashrae gehanteerde grenswaarden voor temperatuur en luchtvochtigheid.
Onder, figuur 2. Aantal uren per jaar dat de temperatuur boven een bepaalde waarde uitstijgt (links) en de gemiddelde temperatuur in Nederland over de afgelopen zeven jaar (rechts).
- Situatie 2: In dit geval is de temperatuur 23 graden Celsius en ligt de relatieve luchtvochtigheid op 90 procent. Een traditionele koeling zal nu de compressoren starten en gaan ontvochtigen. Zowel de temperatuur als de vochtigheid zal hierdoor dalen. De profITair-regeling kiest er nu echter voor om de temperatuur te laten stijgen naar 25 graden Celsius. De relatieve vochtigheid zal hierdoor dalen tot net onder 80 procent. “De absolute vochtigheid en temperatuur zijn voor de IT-apparatuur in een computerruimte veelal niet relevant, mits deze maar binnen de grenzen van de fabrikant blijven”, licht Singendonk toe. “Ashrae legt de lat hoger. Wél van belang is de snelheid waarmee de temperatuur veranderd. Dat mag niet te snel gaan. Daarom bewaakt de profITairregeling deze snelheidverandering (delta-Temperatuur/delta-tijd) , zodat de door de fabrikant gegarandeerde levensduur gehandhaafd blijft.”
directe vrije luchtkoeling
Dat klinkt interessant, maar hoe zit deze aanpak nu precies in elkaar? “Er bestaan grofweg drie methoden om de warmte af te voeren die in een computerruimte wordt geproduceerd”, legt Singendonk uit. “Dat is allereerst traditionele koeling, waarbij gewerkt wordt met lucht- of watergekoelde koelmachines of directe-expansiesystemen. De warmte wordt dan afgevoerd via een koudemiddel of water. Denk aan een luchtgekoelde vloeistofkoelmachine met binnen opgestelde koudwaterunits of een koeltoren en een watergekoelde vloeistofkoelmachine met koudwater-units of een directe-expansieunit met buiten opgestelde condensors. Alle benodigde koeling wordt bij dit soort opstellingen verzorgd door compressiekoeling. Er wordt dus geen vorm van vrije koeling toegepast.” Een tweede gangbare koelmethode is indirecte vrije koeling. Indien de (buiten)condities het toelaten, wordt bij deze aanpak getracht de compressiekoeling te verminderen of in het geheel niet te gebruiken. Door gebruik te maken van droge koelers, extra warmtewisselaars, adiabatische koeling, grondwaterkoeling en dergelijke kan energie worden bespaard. Singendonk: “Ten slotte kennen we directe vrijeluchtkoeling. Indien de buitencondities het toestaan, wordt de computerruimte in dat geval gekoeld met een mix van binnen- en buitenlucht.Voor de periode van het jaar dat dit niet mogelijk is, zijn verschillende oplossingen denkbaar, bijvoorbeeld extra dauwpunt- of adiabatische koeling of aanvullende traditionele koeling.”
dcw april | koeling
- Situatie 1: In de computerruimte worden de volgende waarden gemeten: temperatuur (T) is 26 graden Celsius en de relatieve vochtigheid (RV) is 15 procent. Een traditionele koeling zal dit corrigeren door te bevochtigen. Bij gebruik van het profITair-systeem zal de software eerst kijken naar de buitentemperatuur. Is het buiten kouder dan 22 graden Celsius, dan zal de software de temperatuur in de computerruimte verlagen naar 22 graden Celsius. De relatieve vochtigheid stijgt hierdoor naar net boven 20 procent (zie figuur 1). In tegenstelling tot een traditionele koelinstallatie kost dit nu geen extra energie en behoeven dus ook geen onnodige kosten te worden gemaakt.
15
snel terug te verdienen
“Bij directe vrije luchtkoeling is de mogelijke energiebesparing aanzienlijk groter dan bij indirecte vrije koeling. Dat komt door de overdrachtsverliezen die optreden bij indirecte vrije koeling. Met directe vrijeluchtkoeling kan met een veel hogere buitentemperatuur al volledig vrij gekoeld worden. Belangrijk hierbij is dus het aantal dagen en uren waarbij we vrijeluchtkoeling kunnen toepassen.“ In figuur 2 is te zien dat gemiddeld 650 uur per jaar sprake is van een temperatuur die hoger ligt dan 23 graden Celsius en ongeveer 250 uur waarbij sprake is van 26 graden Celsius of meer. “Dat is een paar graden verschil, maar het betekent wel dat bijna 400 uur meer beschikbaar is voor vrijeluchtkoeling. Dit betekent dat de investering die nodig is bij directe vrijeluchtkoeling snel kan worden terugverdiend. Dat heeft alles te maken met de complexere installatie die nodig is bij indirecte vrijeluchtkoeling. Denk aan de pomp, de droge koeler, de extra warmtewisselaars - allemaal componenten die bij directe vrijeluchtkoeling achterwege kunnen blijven.”
energie efficiency ratio
Hoe komen we nu tot een berekening van de bespaarde energie? “Daar kunnen we de EER ofwel Energie Efficiency Ratio voor gebruiken. Dit is de verhouding tussen de koelcapaciteit in kW en de hoeveelheid toegevoerde elektrische energie. Let hierbij op dat het gaat om de totale benodigde energie van alle componenten die nodig zijn om de koelcapaciteit op te wekken: compressoren, ventilatoren, pompen, noem maar op.” In figuur 3 is weergegeven wat de invloed is van het soort koelinstallatie op de jaarlijkse energiekosten voor het koelen van een computerruimte met 100 kW koelbelasting. Die kosten variëren dus van circa 35.000 euro per jaar bij directe expansie (DX) tot 3500 euro per jaar bij vrijeluchtkoeling op basis van de profITair-aanpak.
voordeel bij renovatie
Bij het toepassen van een koelsysteem op basis van directe vrijeluchtkoeling wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van buitenlucht. Voor de uren dat dit niet mogelijk is, zal toch het gewenste koelvermogen beschikbaar moeten zijn. Er zal dus altijd een extra koelsysteem nodig zijn. Deze installatie kan echter tevens dienen voor business continuitydoeleinden voor het geval de buitenlucht door bijvoorbeeld een brand Benodigd
Prijs
Energiekosten
vermogen
elektrisch
kWh/h
per jaar
(kW)
vermogen
(euro)
dcw april | koeling
Te koelen
16
Koelprincipe
EER
(kW) 100
DX
3
33,3
€ 0,12
€ 35.540,00
100
Koelmachine + indirecte
4
25
€ 0,12
€ 26.280,00
6
16,7
€ 0,12
€ 17.520,00
8
12,5
€ 0,12
€ 13.140,00
30
3,3
€ 0,12
€ 3.504,00
vrije koeling 100
Koelmachine + geoptimaliseerde indirecte vrije koeling
100
Geoptimaliseerde indirecte vrije koeling
100
Vrijeluchtkoeling op basis van profITair
Figuur 3. De invloed van het soort koelinstallatie op de jaarlijkse energiekosten voor het koelen van een computerruimte met in totaal 100 kW koelbelasting.
de kenmerken van de profitairaanpak zijn: - geïntegreerd Mollier-diagram - softwarematige economische optimalisatie van de vrijeluchtkoeling - dashboard voor continu inzicht in temperatuur en luchtvochtigheid - continue regeling van ventilatortoerental - geïntegreerde werkklimaat (comfort) regeling - uit te breiden tot een volwaardige oplossing voor Datacenter Control & Monitoring - volautomatische regeling die temperatuur en luchtvochtigheid zolang mogelijk binnen Ashrae-grenswaarden houdt - fail-safe-strategie - automatische calamiteitenregeling om bij gevaar over te schakelen op traditionele backup-koeling (business continuity) - verwarmdelucht balansregeling - volledige historie van alle temperatuur- en luchtvochtigheidswaarden
in de omgeving van de computerruimte niet geschikt is voor gebruik. Singendonk: “Bij nieuwbouw betekent dit dat een extra adiabatische, dauwpunt- of compressorkoeling geplaatst moet worden. In het geval van een bestaande computerruimte - waar dus al een koelinstallatie aanwezig is - is dit uiteraard niet nodig en kan het bedrijf dus maximaal profiteren van de energiebesparing en de daarmee gepaard gaande lagere kosten. Dat maakt de profITair-aanpak in onze ogen ook zo interessant voor bestaande computerruimtes.”
tot 90 procent besparing
Daarmee is de cirkel zo goed als rond, vertelt Singendonk. “Vrijeluchtkoeling is op zich natuurlijk geen ‘rocket science’, maar zoals gezegd wordt bij dit soort installaties vaak erg traditioneel gedacht. De profITair-aanpak die wij toepassen, meet continu de condities in de computerruimte. Daarbij nemen we als uitgangspunt de hoeveelheid lucht die de opgestelde IT-apparatuur nodig heeft. Wij leveren dus niet een vaste hoeveelheid lucht, maar precies de hoeveelheid lucht die nodig is om de condities in de computerruimte binnen de eerder genoemde Ashrae-waarden te houden.” Daar zit dan ook de grote winst, meent Singendonk. “Aangezien het opgenomen vermogen van een ventilator evenredig is met de derde macht van het toerental - en daarmee dus de luchtproductie – scheelt dit aanzienlijk in de jaarlijkse kosten voor ventilatorenergie. Een koeloplossing met een luchtopbrengst van 24.000 kubieke meter per uur verbruikt 5,1 kW aan ventilatorenergie. Jaarlijkse kosten: 5361 euro. En dat is dus alleen maar voor de ventilator. Bij het halveren van het luchtvolumedalen de kosten zeer sterk tot nog maar 670 euro. Dat is een besparing van bijna 4700 euro.”
NOW YOU CAN RELAX.
ROSENBERGER OSI CABLING COMPETENCE. Cable systems are the backbone of a data center. With Rosenberger OSI you get efficient, customized cabling solutions from a single source, including consultancy, installation, maintenance and documentation. Plus comprehensive know-how and high-quality components. All of this ensures that you have a secure infrastructure and smooth operation.
www.rosenberger-osi.de
18
dcw april | praktijk
Project uitgevoerd door All IT Rooms en KPN
prorail werkt hard aan het continu verbeteren van de railinfrastructuur van ons land – een van de drukst bereden netwerken ter wereld. “onderdeel van die verdere kwaliteitsverhoging is het vervangen van de computerruimtes van de dertien verkeersleidingsposten verspreid over nederland”, vertelt projectleider dick vriend. het project is uitgevoerd door all it rooms en kpn. hiernaast zijn diverse andere externe partijen belangrijk geweest bij het ontwerp en
“ProRail beheert een van de drukst bereden spoorwegnetwerken ter wereld. Het is dan ook logisch dat we continu investeren om de kwaliteit en de betrouwbaarheid van het netwerk verder te vergroten. Dat geldt dus ook voor de computerruimtes voor de dertien verkeerleidingsposten die ProRail verspreid over het hele land heeft ingericht”, zegt Dick Vriend tijdens een bezoek aan een van deze computerruimtes in Voorburg. “In deze computerruimten staan de treinbesturingssystemen opgesteld voor de hele regio ofwel het zogeheten dekkingsgebied van de verkeersleidingspost. Wordt een systeem in deze ruimte verstoord, dan heeft dit direct impact op de treinbesturing in deze regio.”
functioneel aanbesteden
Vriend is medio 2009 aan het project begonnen. De voorbereiding bestond uit het opstellen van een aantal projectdocumenten zoals het plan van aanpak en de business case. “Dat heeft in november van dat jaar geleid tot een eerste pilotproject in Eindhoven die is uitgevoerd door All IT Rooms. De uiteindelijke
bouw van alle ruimtes hebben we via een Europese aanbesteding gegund aan twee aanbieders: All IT Rooms en KPN (destijds nog Getronics). Bij een Europese aanbesteding wordt een aantal fases doorlopen. Het gaat om financiële betrouwbaarheid (eerste selectiefase), betrouwbaarheid en aantoonbare ervaring met het bouwen en verbouwen van computerruimtes (tweede fase), waarna in de derde fase deze twee partijen zijn geselecteerd. Met hen hebben wij een raamovereenkomst gesloten voor de levering van de dertien ruimtes.”
‘ALLE DERTIEN COMPUTERRUIMTES ZIJN DUS FUNCTIONEEL GELIJK, MAAR DE INRICHTING MET SPECIFIEKE PRODUCTEN WIJKT HIER EN DAAR AF’
dcw april | praktijk
tekst: robbert hoeffnagel
migratie van ict-systemen, waaronder loxia en railcom.
19
dcw april | praktijk
‘PRORAIL BEHEERT EEN VAN DE DRUKST BEREDEN SPOORWEGNETWERKEN TER WERELD’
20
De computerruimtes zijn – zoals dat heet – functioneel aanbesteed. “Wij hebben dus niet tot ver achter de komma voorgeschreven hoe iedere ruimte er uit diende te zien en welke producten en fabrikanten gebruikt dienden te worden.Toch hebben we een aantal zaken wel zelf in de hand willen houden. Dat heeft met name te maken met de beheerbaarheid van de ruimtes. We hebben daarom bijvoorbeeld voorgeschreven dat overal hetzelfde soort racks (fabricaat, type en dergelijke), vloertegels en roostertegels dienen te worden toegepast. Verder hebben we vastgelegd dat we willen werken met een cold cube met glazen panelen en automatische schuifdeuren. Ook hebben we stambekabeling met het Compose cassettesysteem voorgeschreven en is een merk verhoogde vloer vastgelegd (Alteco). Bij die vloer wilden wij bovendien dat het mogelijk was de vloer gedeeltelijk te verhogen, zodat aan de rand nieuwe racks konden worden geplaatst, zodat we voor een soepele migratie konden zorgen of zodat we in de bestaande ruimte via een schuifplan de migratie konden uitvoeren.”
technische specs
De koellast in de ruimtes ligt op circa 15 kW, maar in het ontwerp diende rekening te worden gehouden met een groei naar 30 kW.Vriend licht toe: “Met name de chiller in de verkeersleidingspostdiende alvast voorbereid te zijn op het aansluiten van andere technische ruimten. De nieuwe koeling is gebaseerd op downflow, N+1 redundantie met twee gescheiden koelsystemen, twee chillers (50 kW, free air cooling) met twee aparte leidingtracees en twee CRAC’s (30kW).”
vier fasen
De vernieuwing van de computerruimtes van de dertien verkeerleidingsposten van ProRail is opgesplitst in vier fasen: 1. Ontwerp van de ruimte: hoe groot is de ruimte, hoe past de nieuwe straat, waar komen de CRAC’s, brandblusflessen, BMC en dergelijke. 2. Bouwkundige aanpassingen: oude inrichting verwijderen, ruimte 60 minuten brandwerend maken, voorbereiden spanning onder nieuwe verhoogde vloer, nieuwe databekabeling en stambekabeling boven in (brede) draadgoten. 3. Migratie van ICT-systemen naar de nieuwe kasten, bouwen van de nieuwe verhoogde vloer. Verhoogde vloer bouwen in drie tot vijf (soms acht) verschillende stappen. 4. Afronden, met name bouwkundige aspecten en certificering waaronder LPCB-installatie, brandblusinstallatie, databekabeling, EMC-maatregelen, inspectie en dergelijke.
Dick Vriend (ProR~ail), Ronald Kok (All IT Rooms) en André Teuling (KPN).
migratie van ict
De bestaande ruimtes die omgebouwd dienden te worden, zijn over het algemeen goed gevuld. “Het gaat om computerruimtes die in grootte variëren van 40 tot 100 vierkante meter. Bovendien waren lang niet alle ruimte even efficiënt te gebruiken. Dat stelde extra eisen aan het ontwerp. Interessant bij dit soort trajecten is bovendien dat het vaak om oude ruimtes gaat, waarbij niet altijd direct te achterhalen is wie beslissingen over – bijvoorbeeld – het verwijderen van een wand of het maken van doorvoeren naar een andere ruimte mag nemen en van wie specifieke datakabels zijn die door de ruimte lopen. Het is mijn ervaring dat het bij dit soort projecten daarom verstandig is om hier in de planning voldoende rekening te houden. Hetzelfde geldt voor de vergunningen die vaak nodig zijn. Ga op tijd aan de slag met bijvoorbeeld een vergunning als je een chiller op een dak wilt plaatsen. Die procedures hebben hun tijd nodig en hou er ook rekening mee dat het in voorkomende gevallen kan gebeuren dat die vergunning niet wordt afgegeven. Dan moet er in de planning dus voldoende ruimte zijn om een alternatief uit te werken.”
“Alle dertien computerruimtes zijn dus functioneel gelijk, maar de inrichting met specifieke producten wijkt hier en daar af ”, stelt Ronald Kok, directeur van All IT Rooms. “De voeding naar de ICT-systemen loopt altijd via twee verschillende paden met twee verschillende UPS’en. Het belangrijkste cluster wordt aangesloten via drie onafhankelijke paden. De nieuwe voeding is voorbereid op 32A. Pe rack wordt op het niveau van de PDU het stroomverbruik gemonitored.” “In iedere computerruimte zijn zes racks een op een overgezet op de nieuwe verhoogde vloer. De rest van de ICT-systemen zijn overgezet in nieuwe racks - ook op de nieuwe verhoogde vloer”, licht André Teuling, project manager van KPN toe. “De migratie naar de nieuwe situatie diende tijdens de operatie te gebeuren. De feitelijke migratie moest in treinluwe perioden gebeuren. In de meeste regio’s rijden er echter ook in de nacht treinen. Daarom moesten we werken in krap begrensde tijdvakken: tussen 02:00 en 05:00 uur. Hierna komt de treinenloop weer op gang en moest alles weer normaal functioneren. Dat bleek soms best een uitdaging, maar dat maakt het ook wel weer interessant natuurlijk.”
‘GA OP TIJD AAN DE SLAG MET VERGUNNINGEN’
dcw april | praktijk
Ook wilde ProRail een automatisch werkende gasblusinstallatie toepassen. “Op dit punt hebben we gekozen voor een Novec 1230 als blusgas. De reden is dat we soms met zeer kleine ruimtes moesten werken en we dus slechts een minimale ruimte voor de flessen wilden inruimen. Ook is dit type minimaal belastend voor het milieu en niet schadelijk voor mensen.”
21
Einde van R22 komt in zicht
Hoe goed is uw koelinstallatie (nog)? stel, uw koelinstallatie met koudemiddel r22 is inmiddels op middelbare leeftijd, functioneert nog best goed, maar in uw achterhoofd speelt de gedachte ‘hoe zal het zijn over een aantal jaren, welke kosten komen op mij af en zie ik niets over het hoofd’. temeer omdat r22
dcw april | opinie
Het is belangrijk om te beseffen dat het bijvullen met koudemiddel R22 met ingang van 1 januari 2015 wettelijk niet meer is toegestaan. Dit is vastgelegd in de EU-verordening 2037/2000 ‘Uitfasering CFK en HCFK koudemiddelen’. Mocht uw koelinstallatie na deze datum lek raken, dan kunt u kiezen uit een aantal mogelijkheden:
22
1. De installatie vullen met een alternatief koudemiddel. 2. De installatie ombouwen (retrofitten) naar een nieuw koudemiddel. 3. Kiezen voor een nieuwe installatie. Om een goede keuze te maken ten aanzien van deze drie mogelijkheden is het belangrijk om vast te stellen wat de technische staat is van de installatie. Dat kan bijvoorbeeld via een midlife check-up van uw installatie. Hierbij controleren wij de installatie op een twintig-
tal punten inclusief de (verplichte) F-gassen lekdichtheidscontrole. U ontvangt hiervan een rapportage, met eventueel een advies ten aanzien van reparatie of vervanging. Ook is het goed om te kijken naar de economische levensduur van de koelinstallatie. Mocht de installatie aan het einde van deze levensduur zijn gekomen, dan is het verstandig om te kiezen voor een nieuwe installatie. Natuurlijk dient ook het energieverbruik meegenomen te worden in de keuze. U kunt er vanuit gaan dat de huidige generatie koelinstallaties beduidend energiezuiniger is dan installaties van 12 tot 15 jaar geleden. Nieuwe koudemiddelen, nieuwe compressortechnieken en ook sterk verbeterde regeltechniek hebben geleid tot rendementsverbeteringen van 20 tot 30 procent. Een nieuwe koelinstallatie zal dus een aanmerkelijk lager energieverbruik hebben.
Dit zijn bij een lek in uw huidige installatie de keuzes: - De installatie vullen met een alternatief koudemiddel. In dit geval wordt de koudemiddelvulling R22 (of het nog aanwezige restant) verwijdert uit de installatie en wordt een zogenaamde ‘drop-in’ toegepast. Er zijn een aantal dropin koudemiddelen voorhanden: R422D, R417A en R422A. Al deze koudemiddelen hebben het voordeel dat ze kunnen worden toegepast zonder uitwisselen van componenten of olie. Het betreft hier dus een eenvoudige goedkope oplossing. Er dient echter wel vermeld te worden dat aanwezige O-ringen en pakkingen in het systeem mogelijk kunnen worden aangetast. Om deze reden is deze optie niet raadzaam voor grotere installaties. - De installatie ombouwen (retrofitten) naar een nieuw koudemiddel. In dit geval wordt de ge-
hele installatie aangepast naar een nieuw koudemiddel, bijvoorbeeld R407C. Een retrofit betekent meestal dat ook componenten uit het systeem vervangen moeten worden; compressor, expansieventiel, kijkglas, filterdroger en olie. Het betreft hier dus een relatief dure oplossing die alleen raadzaam is indien de installatie niet is afgeschreven (economisch/technisch). Ook moet rekening gehouden worden met een afname van capaciteit afhankelijk van het type installatie, de bedrijfscondities en het nieuwe type koudemiddel. - Kiezen voor een nieuwe installatie. In dit geval wordt de gehele installatie vervangen door een nieuwe. Het betreft hier een duurdere oplossing maar door het verbetert rendement van de nieuwe installatie kan aanmerkelijk bespaart worden op de operationele kosten.
tekst: anton dijksma, western airconditioning
binnenkort niet meer is toegestaan.
Connectivity of the Cloud TelecityGroup is Europa’s toonaangevende provider van premium netwerkonafhankelijke datacenters. We zijn gespecialiseerd in het ontwerpen, bouwen en beheren van robuuste, veilige omgevingen met hoge connectiviteit waar bedrijven hun bedrijfskritische web- en internet infrastructuren kunnen vestigen. Onze datacenters bevinden zich op de belangrijkste Europese connectiviteitsknooppunten. Een TelecityGroup datacenter is een dynamisch ‘digital ecosystem’ met directe toegang tot talrijke telecomoperators en contentdistributienetwerken, de grootste breedbandnetwerken, Europese internet exchanges en cloud hubs, waar het faciliteren van opslag, delen en distribueren van data, content, applications en media mogelijk is.
Schrijf u nu in voor het:
DatacenterWorks Voorjaarscongres 2012
programma
De opkomst van Cloud Computing heeft een ongekende impact op de manier waarop bedrijven en overheidsorganisatie hun informatievoorziening aanpakken en organiseren. Het belang van het datacenter groeit hierdoor enorm. De klant stelt steeds hogere eisen aan beschikbaarheid, kosten en flexibiliteit. Dat heeft grote gevolgen voor de technische infrastructuur van het datacenter.
In samenwerking met BICSI, DHPA, EuroCloud NL en IT Room Infra
maar wat zijn die gevolgen nu precies?
Dat thema staat centraal op het Voorjaarscongres 2012 dat DatacenterWorks in samenwerking met kennispartners BICSI, DHPA, EurocloudNL en IT Room Infra en sponsoren AssetGen, DataContainer, Deloitte, Emerson Network Power, Newave, PonPower, profITbox, Schãfer IT-Systems, Schneider Electric en Wagner organiseert. Belangrijke onderwerpen die ter sprake komen zijn onder andere: - standaardisatie van computerruimtes om optimaal in te spelen op de cloud - de voor- en nadelen van datacenters-in-eencontainer versus op maat gebouwde datacenters - monitoring van de technische infrastructuur
dagvoorzitters:
Robbert Hoeffnagel hoofdredacteur DatacenterWorks Joop Ierschot voorzitter BICSI Benelux
met sprekers van onder andere:
TüV IT, EuroCloud NL, Dutch Hosting Provider Association (DHPA), Active Power, All IT Rooms, AssetGen, BICSI, Deloitte, IT Room Infra, Newave, Schãfer IT-Systems en Schneider Electric Tijdens het congres vinden tevens twee Live Talkshows plaats!
De impact van de cloud op het datacenter
Datum: 24 mei 2012 Locatie: RDM Campus – Rotterdam Heijplaatstraat 23, 3089 JB Rotterdam
bicsi credits inside!
Het DatacenterWorks Voorjaarscongres 2012 wordt georganiseerd in samenwerking met BICSI. Deelname aan de conferentie geeft recht op BICSI CECs (Continuing Education Credits) die gebruikt kunnen worden om aan de blijvende vormingsvoorwaarden voor BICSI-certificeringen te voldoen.
attentie bicsi-leden:
met ondersteuning van onder andere: Active Power All IT Rooms AssetGen DataContainer Deloitte Emerson Network Power Newave PonPower profITbox Schãfer IT-Systems Schneider Electric Wagner
deelname is
GRATIS! REGISTREER U NU
www.datacenterworks.nl/congres
Datacenters, cloud computing en bekabeling
De gevolgen van Servervirtualisatie is een belangrijke trend om de efficiëntie van datacenters te verbeteren, maar het kan leiden tot problemen in de ondersteunende connectiviteitsinfrastructuur. Het toenemende dataverkeer en de waarborging van de bedrijfscontinuiteit – vooral in de cloud – zet conventionele netwerkarchitecturen onder druk.Er worden nieuwe eisen gesteld aan het netwerk op het niveau van bekabelingsinfrastructuur en dat betekent een radicale verandering in het ontwerp van datacenters. Aan de basis van deze ontwikkelingen ligt de invoering van innovatieve, dynamische intelligentie, die niet alleen een antwoord geeft op de technische uitdagingen, maar ook een reductie betekent voor de investerings- en exploitatieuitgaven.
het netwerk, waardoor er een knelpunt in de cruciale corelayer ontstaat. Dit knelpunt zal de prestaties van het netwerk negatief beïnvloeden en tot opstoppingen in de corelayer met ineffectieve routing en een slechte latency tot gevolg.
wijzigingen in dataverkeer
26
De eisen die eigenlijk alleen aan de corelayer worden gesteld, kunnen frequentere upgrades en software-updates nodig maken. Deze zijn duur, tijdrovend en beïnvloeden de doorvoer. De veiligheid kan in het gedrang komen als de 'domme' laag op het accessniveau gevoelig voor inbreuk wordt. De kwaliteit van de dienstverlening kan ook een probleem vormen, omdat het netwerk moeite heeft prioriteiten te stellen aan het verkeer en er een behoefte is aan toewijzing van bandbreedte op applicatiebasis.
dynamisch-intelligente infrastructuur
Maar nieuwe applicaties (cloud computing en mobiele apps) veroorzaken een verschuiving in het dataverkeer door de grotere interactie tussen servers – 80 % van het verkeer stroomt nu van ‘oost’ naar ‘west’ over
Met deze belangrijke uitdagingen worden datacenterbeheerders tegenwoordig geconfronteerd. Nieuwe innovaties in het ontwerp van datacenters en infrastructuur helpen hen die uitdagingen het hoofd te bieden door de inzet van dynamisch-intelligente netwerkinfrastructuren. Om tegemoet te komen aan het toenemende dataverkeer moet het netwerk worden geconvergeerd. Neem één laag weg en aggregeer een groot deel van de intelligentie van de aggregation layer naar de accesslayer. Door intelligentie te plaatsen in de accesslayer worden de aggregation en corelayers gevrijwaard om de noodzakelijke beslissingen
tekst: harry forbes, chief technology officer, nexans
dcw april | bekabeling
Een conventioneel bedrijfsnetwerk bestaat normaal gesproken uit een structuur met drie lagen. Vanaf de server naar ‘boven’ toe zijn dit: een ‘domme’ accesslayer, een policy-based connectivity aggregation layer en een highspeed routing corelayer. 80 % van de verkeersstromen loopt via het netwerk van ‘noord’ naar ‘zuid’, en slechts 20 % van ‘oost’ naar ‘west’.
door de opkomst van cloud computing en de groeiende trend van snelle ethernetcommunicatie zullen infrastructuurbeheerders van datacenters uiterst zorgvuldig hun netwerkarchitectuur onder de loep moeten nemen. in de competitieve zakelijke omgeving van vandaag moet snel, efficiënt, kosteneffectief en toekomstbestendig worden omgegaan met de connectiviteitsinfrastructuur.
belangrijke overwegingen
Datacenterbeheerders moeten een aantal belangrijke overwegingen op gebied van netwerkbekabeling in acht nemen om een dynamisch-intelligente infrastructuur te realiseren. Een groeiend aantal virtuele machines per server zal de datasnelheden op de servers aan de rand van het netwerk voorbij de 10G, tot wel 40G, versnellen. Dat is veel meer dan eerder is voorspeld. In termen van bekabelingsinfrastructuur voor het nieuwe datacenterontwerp is minimaal een standaard van CAT6A-
koper aan de rand van het netwerk nodig, en OM3 of OM4 MPO fiber-uplinks voor 40G/100G. Het 'intelligente' core-to-edgenetwerk biedt een eenvoudiger beheer en de mogelijkheid om cross-connect in het datacenter tussen server en netwerkswitch te elimineren. De groei van het aantal servers per rek betekent dat de koelcapaciteit van de geforceerde lucht in het datacenter wordt overschreden. In dit geval elimineren nieuwe koelsystemen de noodzaak van een verhoogde vloer. De bekabeling wordt in hoge rekken geïnstalleerd in een mooi, ingesloten ontwerp. De bekablingsinfrastructuur ondergaat een paradigmaverschuiving om daarmee plaats te bieden aan nieuwe koelsystemen en servergroei, nu de trend naar cloud computing en mobiele toepassingen gestaag toeneemt.
nieuw tijdperk
Een dynamische-intelligent core-to-edge netwerk is een zelflerend, zelfconfigurerend en zelfreparerend systeem dat de mogelijkheid biedt eenvoudig op te schalen in termen van omvang en datadoorvoer. Dit is datacenterbeheer voor een nieuw tijdperk in gegevensgebruik. Het bekabelingssysteem wordt een virtuele systeembus die enerzijds moet worden aangepast aan de toekomstige snelheids- en doorvoerverwachtingen, maar anderzijds ook compatibel moet blijven met oudere apparatuur. Het is belangrijker dan ooit voor netwerkbeheerders om snel en efficiënt een goedkope, voldoende bandbreedte leverende infrastructuur te kunnen implementeren. Alleen zo kunnen datacenters concurrerend blijven in de hedendaagse, uitdagende omgeving en een gestaag groeiende interesse in de cloud en het gebruik van mobiele toepassingen.
dcw april | bekabeling
te nemen. Het verkeer vindt de kortste en eenvoudigste route om van A naar B te gaan en de netwerkinfrastructuur kan zichzelf nu in stand houden. Wat eerder nog een uitdaging was door een conventionele infrastructuur is nu eenvoudig opgelost. Op deze manier bevinden de besluitvorming, de dynamische configuratie en de routing zich nu aan de rand (edge) van het netwerk. Dit verbetert de doorstroming en verlaagt de behoefte aan regelmatige upgrades in de core layer. De beveiliging wordt ook verplaatst naar de robuustere netwerkrand. Een belangrijk voordeel van deze dynamisch-intelligente infrastructuur is dat het een dynamische toewijzing van bandbreedte mogelijk maakt. Het netwerk kan nu per applicatie bandbreedte toewijzen en deze bandbreedte bij intensief gebruik, bijvoorbeeld bij cad, vergroten en een hogere I/O-doorvoer op gevirtualiseerde servers mogelijk maken.
27
Lanceert ook ‘virtualization aware’ UPS
Power management software van Eaton nu open source in de it-sector is het de afgelopen jaren een goede gewoonte geworden om bepaalde software ‘open source’ te maken. slaat die trend nu ook over naar de datacenterindustrie? eaton gelooft kennelijk in dit model en heeft daarom zijn power management software als open source
28
Energiebeheer in een datacenter is een subtiel samenspel tussen installaties in de technische infrastructuur en de ICT-apparatuur die hier gebruik van maakt. Steeds vaker zien we managementprogrammatuur die in staat is een brug tussen beide lagen te slaan. Dit betekent echter wel dat de aanbieders van beheersoftware voor ICT-systemen en die van de technische infrastructuur een goede kennis van elkaars mogelijkheden en beperkingen moeten hebben.
integratie
Dat maakt de bekendmaking van Eaton’s Distributed Power Qualitydivisie dat het zijn software voor power management als open source beschikbaar stelt juist zo interessant. Softwareontwikkelaars kunnen deze programmatuur nu downloaden en geheel of gedeeltelijk in de eigen energiemanagementoplossingen opnemen. Dit soort softwareontwikkelaars kunnen bijvoorbeeld ontwikkelaars van besturingssystemen als Linux zijn. Hierdoor zou energiemanagement een integraal onderdeel van veel serversoftware kunnen worden. Het kan echter ook gaan om DCIM (datacenter infrastructure management) aanbieders die op deze manier de functionaliteit van hun eigen product snel en gemakkelijk willen uitbreiden. Een derde groep bestaat uit aanbieders van beheersoftware als IBM (Tivoli), Hewlett Packard
(OpenView) of CA Technologies (Unicenter). Ook concurrenten van Eaton kunnen natuurlijk interesse hebben.
ups en virtualisatie
Ook interessant is de aankondiging van Eaton dat het een zogeheten ‘virtualization aware’ UPS heeft gelanceerd. Deze noodstroomoplossing is in staat te communiceren met een reeks van virtualisatieplatformen. Die communicatie kan bijvoorbeeld betrekking hebben op berichten die aangeven dat een bepaalde server wat stroomverbruik aan zijn top zit of dat een server uit voedingsoverwegingen afgeschakeld moet worden. Deze 5PX UPS kan ‘praten’ met VMware vCenter Server, Microsoft SCVMM, Red Hat KVM en Citrix en Xen Server.
tekst: hans vandam is journalist
dcw april | management
vrijgegeven.
Ook op uw bureau?
Cloud Works
Mail uw gegevens naar
[email protected] en ontvang het magazine CloudWorks gratis!* *Indien uw functie en werkkring relevant zijn. Vergeet deze niet te vermelden.
Efficiëntere servers en eenvoudiger beheer
HP op weg naar een ‘extreem datacenter’ moonshot, voyager, odessey – met deze projecten, waarvan de namen sterk aan de nasa doen denken, wil hp komen tot het datacenter van de toekomst. de nabije toekomst wel te verstaan. met intrigerende beloftes als ‘2400 servers in één rack’ en ‘90 procent minder energieverbruik’ zet hp zijn betoog kracht bij. niet alleen maakt hp zich sterk met geavanceerde hardware, ook voor beheersoftware is een belangrijke rol weggelegd. hp wil klaar zijn voor een markt
30
Hoewel HP regelmatig in het nieuws is met andere divisies, verloochent het concern zijn afkomst als hardwareleverancier zeker niet. Meer dan 300 miljoen dollar werd de afgelopen tijd geïnvesteerd in de ontwikkeling van nog compactere servers met vele malen betere prestaties en aanzienlijk minder energieverbruik. De achtste generatie ProLiant servers, de Gen8, is daarvan een exponent. Maar HP wil meer. De markt van het traditionele enterprise datacenters is aan het krimpen ten faveure van de commerciële, shared en hosting datacenters. Dat stelt volkomen andere eisen aan de hardware en het beheer daarvan.
OP DIE MANIER KUNNEN WE 2400 SERVERS IN ÉÉN RACK PLAATSEN
scale-up en scale-out
“Ons project Moonshot moet leiden tot een ‘extreem datacenter’. Extreem in die zin, dat het ten opzichte van het traditionele datacenter 94 procent minder ruimte nodig heeft, 63 procent lagere kosten met zich meebrengt en 89 procent minder energie verbruikt”, begint Gino D’Ippolito, Business Unit & Sales Manager van HP. “Dat bereik je door bijvoorbeeld vier servers met ARM-processoren op één kaart te zetten. Zo kunnen er 2400 servers in één rack. Natuurlijk, de huidige standaard kantoor applicaties werken hier nog niet op. Er wordt op dit moment hard gewerkt om deze techniek geschikt te maken voor andere processoren.” Deze ontwikkeling brengt volgens hem andere dimensies naar het datacenter: niet langer hoeft dat tienduizend vierkante meter te beslaan, maar is het mogelijk alles samen te brengen in één lokaal. Met plezierige gevolgen voor het beheer en de capaciteit aan koeling en power.
Kenmerkend voor de servers in project Moonshot is dat ze zijn geoptimaliseerd voor één taak. D’Ippolito verwacht dat ze vooral ingezet gaan worden voor grootschalige scaleout applicatiehosting en bijvoorbeeld Hadoop-omgevingen di bedoeld zijn voor de bekende trend rond big data. Project Moonshot is één project om de serverindustrie te doen transformeren, een ander project heet Voyager en is bedoeld om de economische omstandigheden in het datacenter te veranderen. Het eerste resultaat daarvan is HP’s Gen8 servers. De Gen8 – intern aangeduid als Project Voyager - bevat 1600 sensoren die aangeven wat de conditie is van de server. 3DSeo of Sensors is een nieuwe technologie die aangeeft waar en hoe er gekoeld moet worden, daarnaast zijn er nieuwe hulpmiddelen om bijvoorbeeld de installatie van servers op afstand. De Gen8 is helemaal op maat ontwikkeld voor het datacenter in de cloud.Voorheen draaide bij het ontwikkelen van servers alles
tekst: hans lamboo is journalist
dcw april | markt
waarin cloud computing de toon zet en waarin ‘groen’ een hoofdrol speelt.
om meer processorkracht, meer geheugen en betere harddisks. “Dat is ‘old school’, dat heeft HP helemaal overboord gegooid.We kijken alleen maar naar wat klanten nodig hebben in een cloudomgeving”, aldus D’Ippolito. “Voyager met de ProLiant Gen8 maakt het beheer aanmerkelijk eenvoudiger en efficiënter, en is bij uitstek geschikt voor een mixed load, meer voor scale-out toepassingen.” Project Odessey richt zich op het herdefiniëren van zware, bedrijfskritieke serversystemen. “Op dit moment hebben dergelijke systemen het imago erg duur te zijn. Bovendien zitten er vele risicofactoren in. HP vervangt de specifieke componenten door standaardcomponenten die dezelfde zekerheden bieden. De ProLiant 980 biedt daar al een voorproefje van, met acht Intel-processoren en faciliteiten die de input en output controleren. Een standaardserver met een standaardprijs, maar met de power van een bedrijfskritiek systeem en qua geheugen een echt monster. Project Odessey is op maat gemaakt voor bedrijfskritische scale-up systemen.”
beheerproblematiek
D’Ippolito is ervan overtuigd dat HP tijdig en goed de omschakeling heeft gemaakt en het aanbod speciaal te richten op hosts, providers en shared data centers. IDC schat de wereldwijde adoptie van cloudcomputing bij het MKB op meer dan 50 procent, een voorteken van een grote verschuiving in markt en omzet van het datacenter on-premise naar off-premise. “Scale-up datacenters zijn nu nog relatief
klein” zegt D’Ippolito. “Ik schat het aantal service providers in Nederland op 1700. Een stuk of 80 daarvan kun je het predicaat ‘groot’ geven. Die laatste groep krijgt steeds meer te maken met beheerproblematiek. Ze begonnen ooit met dedicated hosting van websites, nu draaien er steeds vaker bedrijfskritieke applicaties in het datacenter. Dat brengt andere problematiek met zich mee op het gebied van beheer, zoals de inzet van virtuele machines. Je ziet bij veel datacenters de transitie van dedicated hosting naar virtuele hosting. De klanten vragen daar ook om; zeker de klanten in het topsegment hebben al hun servers al gevirtualiseerd. Ze willen dat best outsourcen, maar dan wel naar een partij die met virtualisatie op hetzelfde niveau opereert.” HP realiseert zich dat ze zeker ook op het gebied van beheer een rol kunnen spelen. De racks zijn voorzien van sensoren, zodat de ITassets gemakkelijk te traceren zijn. Op de tweede plaats wordt het energieverbruik van dat rack gemeten, en als derde het verbruik per cpu. “Breng die gegevens bij elkaar op een dashboard en je krijgt wat HP 3D Seo of Sensors noemt. De informatie die daar uitkomt is van groot belang. In een traditioneel datacenter koelt men meestal gewoon – zeg maar - alles, 3D maakt pinpoint koeling mogelijk. In een traditioneel datacenter staat op alle apparatuur power. HP biedt tools voor ‘power capping’ mogelijk maken. Staat een rack of server stil, dan kan de power elders worden gebruikt. Je springt dus veel efficiënter om met energie.” Automatic Energy Optimation, zo noemt HP
het efficiënt gebruik maken van koeling en power. De nieuwe generatie servers stelt andere eisen aan de koeling, stelt D’Ippolito. “Het is in de nabije toekomst onvoldoende om traditionele koeling te gebruiken. Er zal steeds meer intelligentie aan koelingproducten moeten worden toegevoegd, die helpt bij de inrichting van koelstraten en en het dirigeren van koelcapaciteit naar de plek waar dat op dat moment nodig is. De doelstelling van Project Voyager is om nieuwe dimensies en nieuwe parameters te verkrijgen voor de optimale inrichting en gebruik van datacenters. Met het uiteindelijke doel een groot commercieel datacenter te kunnen managen als een kerncentrale, alles vanachter één dashboard. Dat is wat een extreem datacenter nodig heeft.”
dcw april | markt
DE 3D SEO-TECHNOLOGIE MAAKT ZEER NAUWKEURIG GERICHTE KOELING IN EEN RACK MOGELIJK
31
Virtuele wildgroei in datacenters bedwingen
bedrijven dringen met servervirtualisatie het energieverbruik van datacenters sterk terug. tegelijkertijd brengt virtualisatie nieuwe beheeruitdagingen met zich mee, bijvoorbeeld de afstemming tussen virtuele en fysieke componenten. emerson network power komt aan deze uitdaging tegemoet met aperture suite 650, een beheeroplossing voor datacenterinfrastructuren. deze omvat tools waarmee datacenter managers kunnen omgaan met de virtuele wildgroei in datacenters.
tekst: hans vandam is journalist
Servervirtualisatie stelt nieuwe eisen
IT-Infrastructuur van XS tot XXL.
KASTSYSTEMEN KASTSYSTEMEN
STROOMVERDELING STROOMVERDELING
KLIMATISERING KLIMATISERING
Aperture Suite 650 bestaat uit software voor datacenterplanning, -beheer en -prestatieoptimalisatie. De virtuele beheermogelijkheden van deze oplossing bieden inzicht in de relatie tussen virtuele en fysieke componenten. Organisaties leiden hiermee de explosieve groei van virtualisatie in goede banen, terwijl ze goed kunnen omgaan met de toegenomen datacentercomplexiteit.
uitbreiding
De nieuwe oplossing van Emerson Network Power vormt een uitbreiding op het bestaande Aperture-portfolio, dat bestaat uit Capacity Manager, Configuration Manager, Infrastructure Process Manager, Integration Manager en Integrated Resource Manager. Aperture Suite 650 integreert Capacity Manager met virtuele beheersystemen, zoals VMware en Microsoft Virtual Machine Manager. Dit stelt bedrijven in staat om virtuele processen en fysieke hosts op elkaar af te stemmen. Zo voorkomen ze een overbelasting van de infrastructuur en brengen ze onderbenutte resources in kaart. Datacentermedewerkers die verantwoordelijk zijn voor routinematig onderhoud of apparatuurveranderingen hebben inzicht in de relatie tussen de fysieke en virtuele laag. Dit inzicht vormt de basis voor het terugdringen van het risico op ongeplande downtime en een betere planning. Een andere mogelijkheid van Aperture Suite is om specifieke resources in een datacenter toe te kennen aan specifieke afdelingen, projectgroepen of functies. Hierdoor is capaciteit voor bedrijfskritische diensten
IT-INFRASTRUCTUUR IT-INFRASTRUCTUUR
gegarandeerd en is deze capaciteit intern te verrekenen. Een nieuw dashboard biedt een intuïtieve snapshot van personeel, stroom, koeling en ruimte, waarmee een snelle analyse is te maken van de datacenterprestaties. Geintegreerde dashboard-widgets zijn te configureren voor nieuwe databronnen en opnieuw te gebruiken voor andere, KPI’s. Aperture Suite 650 maakt onderdeel uit van het Trellis-platform van Emerson Network Power. Dit platform voor realtime infrastructuuroptimalisatie ondersteunt het beheer van de IT- en faciliteiteninfrastructuur van datacenters.Trellis zorgt voor maximale transparantie, waarmee de basis wordt gelegd voor optimale datacenterprestaties.
SOFTWARE SOFTWARE & & SERVICE SERVICE www.rittal.nl
Nieuwbouw voor ITB-Kwadraat
voor ‘De Brievenbus’ “elke spijker weet ik straks te zitten en kan ook uitleggen waarom die daar nodig is”, zegt niels hensen, eigenaar van het nieuw te bouwen datacenter van itb-kwadraat. na een lang en grondig ontwerpproces is recentelijk de eerste paal geslagen op de ecofactorij in apeldoorn. “met het hoge ambitieniveau op gebied van energie-efficiëntie en continuïteit, en daarmee een hoog innovatief gehalte, voelt het alsof je er tijdens het ontwerpen soms helemaal alleen
dcw april | praktijk
Uitgangspunt bij het ontwerp van het nieuwe datcenter van ITB Kwadraat was te komen tot een energie-efficiënt datacenter. Specificaties in het ontwerp van temperatuur, vochtigheid en het verloop vallen binnen de Ashrea normen (TC 9.9 2011 recommended). “We hebben de lat hoog gelegd en energie-efficiënt gedefinieerd als een maximale PUE waarde van 1,15”, zegt Niels Hensen eigenaar van het datacenter.
34
‘WE HEBBEN EEN GOEDE BALANS TUSSEN DE HOOGSTE BESCHIKBAARHEID EN EEN ZEER EFFICIËNTE STROOM VOORZIENING.’
de brievenbus
Bij de invulling van het ontwerp werd eerst gedacht aan ‘fresh air’-koeling. Energie-efficiënt, maar ook met veel nadelen voor een commercieel datacenter. Belangrijke nadelen zijn onder andere contaminatie en de huishouding van luchtvochtigheid. Daarom is als koelsysteem gekozen voor een recirculerend binnenklimaat met een lucht-luchtkruiskoeling, ondersteund met adiabatische koeling. “Voordeel van dit specifiek voor datacenters ontwikkeld koelsysteem is dat er geen compressorkoeling noodzakelijk is, in tegenstelling tot bijvoorbeeld ‘fresh air’-systemen. Volledig adiabatisch koelen zonder compressoren op deze schaal is in Europa nog niet eerder toegepast.” De basis van het koelsysteem bestaat uit een lucht-luchtwarmtewisselaar: relatief koude buitenlucht kruist met de warme binnenlucht bij zeer lage luchtsnelheden (circa 2 m/s). De lage luchtsnelheden zorgen enerzijds voor besparing op het energiegebruik van de ventilatoren. Anderzijds levert het een bouwkundige
implicatie op, er zijn zeer omvangrijke luchtkanalen nodig om de koelcapaciteit te realiseren. Bij volledigbedrijf (2,7 MW IT last) is er een luchtverplaatsing van 800.000 m3/h. De luchtbehandelingskasten (LBK’s) hebben eveneens de forse afmetingen van ongeveer 4 x 3 x 6 m en zijn direct boven de datazalen geplaatst. Er zijn bij een N+1-opstelling tot maar liefst zes LBK’s per zaal nodig om aan de koelvraag te kunnen voldoen. “De afmetingen van de luchtbehandelingskasten en de enorme luchtkanalen hebben het gebouw de karakteristieke vorm met een grote gleuf in de zijgevelgegeven. Het gebouw heeft van de welstandscommissie de bijnaam ‘de Brievenbus’ gekregen”, memoreert Hensen.
milieukeur datacenters
Adiabatische koeling is gebaseerd op het natuurkundig principe dat bij de overgang van vloeistof naar gas warmte aan de omgeving wordt onttrokken. Praktisch betekent dit dat er in de LBK in de buitenluchtstroom water onder hoge druk wordt verneveld. De tempera-
tekst: sander terhorst, consultant
voor staat.”
privaat stroomnet
“De stroomvoorziening is cruciaal. Enerzijds voor de levering van continuïteit, maar anderzijds ook een belangrijke bijdrage in de milieubeleving. De keuze voor de Ecofactorij in Apeldoorn is niet toevallig en biedt enkele speciale mogelijkheden”, zegt Hensen.
‘VOLLEDIG ADIABATISCH KOELEN ZONDER COMPRESSOREN OP DEZE SCHAAL IS IN EUROPA NOG NIET EERDER TOEGEPAST.’
uitgangspunt gekozen voor een stroomdistributie op Tier-IV niveau. Daarom zijn er gescheiden midspanningsruimten, volledig bouwkundig gescheiden A/B-feed tot op zaal, gescheiden ups-straten en dubbel uitgevoerde dieselaggregaten (ook A/B gescheiden). Intrinsiek zou dit tot inefficiëntie kunnen leiden, omdat beide ups-straten in een dergelijk ontwerp in normaal bedrijf maar maximaal 45 % mogen worden belast. De oplossing is gevonden door het stand-by zetten van de ‘onbenutte’ 55 %. Met de huidige ups-technieken is deze stand-by capaciteit zonodig binnen 2 ms online te brengen, niet merkbaar voor de ITlast. “Daarmee hebben wij een goede balans tussen de hoogste beschikbaarheid en een zeer efficiënte stroomvoorziening.”
harde feiten
De Ecofactorij is een bedrijventerrein dat beschikt over een privaat stroomnet. De op de Ecofactorij gevestigde bedrijven voeren samen het netbeheer uit met een eigen netbeheerder, waarbij duurzaamheid en milieu belangrijke aandachtspunten zijn. Lokaal opgewekte energie kan direct lokaal worden benut met minimale transportverliezen. Zo is sprake van een windmolenpark en mogelijk nog enkele andere duurzame energie-opwekkers. “De stroomvoorziening is naast de koeling een belangrijke factor voor de (in)efficiëntie van een datacenter. Ook hierbij hebben we tijdens de ontwerpfase grondig onderzocht welke optimalisaties er te bereiken zijn”, vertelt Hensen. Door het hoogwaardige ambitieniveau is als
“Het gezegde ‘meten is weten’ hebben we goed in de oren geknoopt. Als je niet weet wat er gebeurt, kun je er ook niet op sturen.” Van het gehele 1.500 m2 grote datacenter worden ruim 23.000 datapunten bijgehouden en geanalyseerd. Stroomverbruik en de kwaliteit van de geleverde stroom is voor de klant online in te zien. Maar ook is de daadwerkelijk behaalde PUE-waarde af te lezen. “De praktijk zal leren of we dan de niet ondenkbare PUE-waarde van 1.08 halen.” En Hensen vervolgt: “Een ontwerpproces dat is begonnen met een hoge mate van ‘to boldly go where no one has gone before’ is nu afgerond en in de realisatiefase gekomen. Eind 2012 gaan we operationeel met ons innovatieve en daadwerkelijk energie-efficiënte datacenter. Geen marketingpraat, maar harde feiten.”
dcw april | praktijk
tuur zal afnemen en daarmee kan het hele jaar in de koelbehoefte worden voorzien. Door milieubelastende koelmiddelen te elimineren in de gehele luchtbehandelingsinstallatie wordt voldaan aan de bovenwettelijke eisen van ‘Milieukeur Datacenters, onderdeel Klimaatbeheering’, binnenkort door de Stichting Milieukeur te publiceren. Het ontwerp van ITB Kwadraat loopt hiermee voorop in deze nieuwste milieucertificering. Regenwater is geschikt voor het adiabatische proces en is beschikbaar via ondergrondse waterbassins. De hemelwaterafvoeren van het dak zijn hierop aangesloten. Indien noodzakelijk kan deze wateropslag nog worden aangevuld met leiding- en/of bronwater. Met de keuze voor adiabatische koeling is de watervoorziening en distributie ervan kritisch geworden voor de continuïteit van het datacenter. Daarom wordt het proceswater met een dubbel gevoede ringleiding gedistribueerd. Samen met de waterbassins is daarmee de beschikbaarheid van water voor het koelproces geborgd. “De kosten van de watervoorziening vallen mee. De buisdiameter van het distributienet is klein door het beperkte verbruik. Bovendien eist de gemeente Apeldoorn dat de gebruikers van de Ecofactorij een regenwaterberging op eigen terrein verzorgen. Voor ons dus behalve verplicht ook nog nuttig.”
35
duurzaamheid is niet langer een ideaal. je kunt er ook geld mee verdienen. datacenters die investeren in duurzaamheid en efficiëntie, hebben daar financieel baat bij. ze besparen op stijgende energiekosten. daarnaast heeft de overheid ook in deze barre tijden budget voor bedrijven die investeren in (producten en processen voor) energiezuinige datacenters.
Overheid biedt Voor elke kilowatt die de servers in een datacenter verbruiken, is vaak nog eens een halve of een hele kilowatt nodig voor ventilatie en koeling. De gemiddelde prijs voor elektriciteit is de afgelopen vijftien jaar met ongeveer 250 procent gestegen. Er is alle reden om aan te nemen dat die stijging doorzet. Bovendien worden overheden en eindgebruikers kritischer over het energiegebruik van datacenters en de kosten die dat met zich meebrengt. In aanbestedingen worden duurzaamheid en MVO regelmatig als criteria genoemd. Bijvoorbeeld in de vorm van een CO2-prestatieladder of een Milieukeur. Kortom, reden genoeg om na te denken over duurzamere datacenters. Daar zijn wel investeringen voor nodig. Gelukkig draagt de overheid een steentje bij.
extra aftrekposten
dcw april | praktijk
Met de EIA en de MIA (Energie- en Milieu-InvesteringsAftrek) kunnen bedrijven duurzame investeringen voor 41,5 procent aftrekken van
36
de vennootschapsbelasting (Vpb). Denk bijvoorbeeld aan investeringen in warmtepompen, hoogrendements-UPS‘en, ec-ventilatoren, warmteen koudeopslag of verlichtingsschakelingen met aanwezigheidsdetectie. Afhankelijk van de investering ligt het voordeel voor de ondernemer rond 14% van het investeringsbedrag. De EIA is in 2012 opnieuw opengesteld. Dit blijft een belangrijke en laagdrempelige regeling, al zien we wel een verscherping. Een ingrijpende wijziging is het schrappen van de EIA voor energiezuinige koeling voor nieuwbouw of uitbreiding van datacenters. De gedachte hierachter is dat energiezuinige koeling (vrije koeling) inmiddels gangbaar is. De overheid vindt het niet langer noodzakelijk om dit te subsidiëren. In renovatieprojecten is vrije koeling nog wel subsidiabel. De MIA subsidie is vooral interessant voor grotere projecten. Aangezien een aanvraag vaak (kostbare) certificering vereist, is een flinke investeringsomvang noodzakelijk om de meerkosten tegen de subsidiebaten op te laten wegen. Bij een subsidieaanvraag voor een BREEAM-gecertificeerd project mogen de totale projectkosten meegenomen worden en dan loopt de subsidie snel op. Het subsidiepercentage varieert hier tussen 5 en 20 procent. De bonus: een duurzaamheidscertificaat is een goed middel in externe profilering.
innovatiesubsidies
Bedrijven die zelf aan product- of procesontwikkeling doen, komen in aanmerking voor innovatiesubsidies. De bekendste innovatiesubsidies zijn de WBSO, RDA en innovatiebox. Deze subsidies vormen samen een drie-eenheid. De WBSO geeft een aftrekpost op de loonbelasting van R&D-personeel. De RDA creëert een extra aftrekpost van 40 procent voor R&D-kosten zoals materiaal en werk van externen. De innovatiebox verlaagt de winst belast uit eigen R&D van 25 procent naar een tarief van 5 procent. Ook datacenters kunnen voor deze regeling in aanmerking komen.
tekst: wouter schilpzand msc. en ir cees westzaan zijn adviseurs bij hezelburcht
Subsidies voor duurzame datacenters
Een voorbeeld. Een datacenter ontwikkelt zelfstandig software om op poortniveau het dataverkeer en energiegebruik in kaart te brengen en te sturen. Hiervoor kan het bedrijf via de WBSO een vergoeding aanvragen van 12 euro netto per uur ontwikkelwerk. De investeringen in bijvoorbeeld testservers of nieuwe software kan het bedrijf voor 40% aftrekken van de Vpb. De extra winst die het bedrijf maakt dankzij deze besparingen, kan vervolgens in de innovatiebox worden belast tegen het gunstige tarief van 5 procent Vpb in plaats van 25 procent.
meer weten?
Wilt u meer weten over de subsidiemogelijkheden voor uw organisatie? www.hezelburcht.nl/nl/markten/mkb/datacenters.aspx www.agentschapnl.nl/onderwerp/ict-energie www.ictoffice.nl/?id=10706 www.dgbc.nl/mediaroom/actueel/wordt_u_project_het_ eerste_breeam-nl_gecertificeerde_datacenter
advertentie
DFC² : het geld komt u aanwaaien!
Meer computervermogen op een kleiner oppervlak zorgt voor een stijging van de vraag naar energie-efficiënte airconditioners voor computerruimten. DFC², het ‘Directe Vrije Koeling’ concept van Stulz met innovatieve wegklapbare warmtewisselaar, is de meest milieuvriendelijke en energiezuinige koeloplossing die wordt toegepast in de CyberAir airconditioners. Ook bij een hoge buitentemperatuur kan dankzij de intelligente DFC² besturing de computerruimte met buitenlucht vrij gekoeld worden. Behaal een enorme energiebesparing in uw computerruimte met DFC² ! STULZ Groep BV Weverij 7-9 1185ZE AMSTELVEEN Tel.: +31(20) 545 1111 WWW.STULZ.NL
V R ICO N DI T I ON®- H2O COOLING SOLUTIONS
Modulair koelen met water 24 kW koelcapaciteit Intelligent regelmechanisme Flexibele oplossing: closed, open of hybride loop Hot swappable ventilatoren en control box Remote monitoring
À ę À Ù ä ó Õ Ù Ï ğ Ę ī À ę œ óęãğʑĘóęĐÙĒĶȮÏğĘɜōōōȮĘóęĐÙĒĶȮÏğĘ
column
activiteiten
Nog niet eens zo lang geleden heb ik bezoek gehad van Jan van den Boom, managing director van TE Connectivity én bestuurslid van de branche Industriële Elektronica en Harm Wijsman, branchemanager Industriële Elektronica binnen FHI. Nieuwe leden krijgen zo’n bezoek. Voor mij is het FHI niet nieuw maar desondanks staan de puntjes weer op de i. IT Room Infra is één van de tien clusters binnen de branche Industriele Elektronica. De missie is het creëren van business voor de leden. De steekwoorden in de visie zijn gezamenlijke belangenbehartiging en het versterken van bestaande netwerken. Om het netwerk te versterken organiseert FHI op 20 juni de algemene ledenvergadering met barbecue voor de branche Industriële Elektronica, de algemene golfdag op 30 augustus en de algemene workshops van en voor alle technologie branches. Op 24 mei kunnen we wederom ons netwerk versterken. IT Room Infra is uitgenodigd een stand te bemannen op het DatacenterWorks Voorjaarscongres 2012 met deelname van BICSI, DHPA, EuroCloud NL en…IT Room Infra. Het thema van deze dag is: De impact van de cloud op het datacenter. Het IT Room Infra cluster heeft daarnaast haar “eigen” netwerkevents. Bij het uitkomen van dit nummer is de eerste deelnemers bijeenkomst voor het event geweest samen met de 15 minuten kennis sessies met dit keer Agentschap NL. Vergeet niet om 6 juni in de agenda vrij te houden voor de netwerkborrel in Rotterdam en 6 november voor het IT Room Infra event! Wilt u reageren?
[email protected] Arthur Singendonk Voorzitter stuurgroep IT Room Infra
nieuwe leden
SCHÄFER IT-Systems - Wieger Westra www.schaefer-it-systems.de Schäfer IT-Systems produceert en levert standaard en tailer-made oplossingen voor Network, Server en Data Center toepassingen. Schleifenbauer - Ron Kuperus www.schleifenbauer.eu Schleifenbauer Products is een Nederlandse fabrikant van intelligente energiemeters voor datacentra.
contactgegevens it room infra:
FHI, federatie van technologiebranches, Eline Hazeleger (
[email protected]), T: (033) 465 75 07, www.itroominfra.nl
Netwerkborrel voor leden Tweede deelnemersoverleg IT Room Infra event Ledenbijeenkomst bij Terremark Sprekersoverleg + presentatietraining voor leden IT Room Infra Event – De Kuip
haalt u het maximale uit linkedin?
Wereldwijd zijn er volgens LinkedIn op dit moment meer dan 150 miljoen gebruikers, hiervan wonen er volgens SocialBakers 3.135.000 in Nederland. Hiermee heeft Nederland de hoogste penetratie LinkedIn gebruikers ter wereld. Drie van de vier gebruikers gebruikt LinkedIn voor zakelijke doeleinden. Op de hoogte blijven van trends en zakelijk nieuws worden hierbij als de belangrijkste doeleinden genoemd. Ook over computerruimtes en datacenters is op LinkedIn veel informatie te vinden. De makkelijkste manier om toegang te krijgen tot deze informatie is om aan te sluiten bij groepen die zich richten op dit thema. Door aan te sluiten bij een groep heeft u toegang tot de nieuwsartikelen en wordt u als lid van de groep via email op de hoogte gehouden van nieuws binnen de groep (u kunt zelf aangeven hoe vaak u een nieuws alert wilt ontvangen). Grote wereldwijde groepen gericht op ontwikkelingen binnen datacenters en computerruimtes zijn “DataCenter2Link” en “DataCenter Dynamics Global Discussion” met respectievelijk 5.300 en 7.500 leden. Bij beide groepen komen de meeste leden uit de omgeving van New York City (zo´n 5%). IT Room Infra is in oktober 2009 een groep gestart voor de Nederlandse markt van datacenters en computerruimtes. Door bezoekers van het IT Room Infra event te wijzen op het bestaan van deze groep, is de groep in twee jaar tijd snel gegroeid. Momenteel telt de groep 650 leden (18% komt uit omgeving Amsterdam), dit aantal is 9% van de grootste wereldwijde groep, een enorm aantal voor alleen Nederland. Wel een belangrijk verschil is dat de leden van de wereldwijde groepen actiever zijn dan de leden van de IT Room Infra groep. Met actiever wordt bedoeld het aantal actieve discussies en het aantal reacties op deze discussies. Met IT Room Infra is er een platform waarmee een groot gedeelte van de Nederlandse markt (zowel gebruikers als leveranciers) bereikt kan worden. Maak van deze mogelijkheid gebruik! Heeft u vacatures, persberichten, heeft u een vraag of wilt u in de discussie met de Nederlandse markt voor computerruimtes en datacenters? Meld u aan voor de IT Room Infra LinkedIn groep en SHARE! FHI, Harm Wijsman (
[email protected])
dcw maart | it room infra
Netwerken
1 juni 1 juni 21 september 26 oktober 6 november
39
Switch Datacenters en Custom Connect gaan samenwerking aan
Google verlaagt zijn PUE naar 1.14
Het high-density carrier neutraal datacenter in Amsterdam Zuid Oost Switch Datacenters kondigt aan een samenwerking aan te gaan met Custom Connect. Custom Connect is een wereldwijde carrier-neutrale reseller van high-performance netwerken. De samenwerking is gericht op het gezamenlijk aanbieden van uitgebreide netwerk neutrale connectiviteitsopties met een focus op ‘low-latency’. Door de samenwerking aan te gaan willen Switch Datacenters en Custom Connect voldoen aan de snel groeiende vraag naar datacentercapaciteit en -connectiviteit in Amsterdam. Volgens statistieken van het onderzoeksbureau CB Richard Ellis was Amsterdam in 2011 goed voor een aandeel van 30 procent van de totale groei in datacenter capaciteit in de grote Europese steden. Met een toename van meer dan 10.000 vierkante meter aan datacenter ruimte heeft Amsterdam steden als Londen, Parijs, Frankfurt en Madrid vorig jaar achter zich gelaten.
Google maakt in een blogpost bekend de Power Usage Effectiveness (PUE) van zijn datacenterinfrastructuur in 2011 ten opzichte van 2010 te hebben verlaagd. De gemiddelde PUE lag in 2011 op 1.14, terwijl deze in 2010 nog op 1.16 lag. Het bedrijf zou vooral energie hebben kunnen besparen door beschikbare vrije passive koeling in te zetten voor de koeling van servers. Google claimt op dit moment drie datacenters volledig via passieve koel-
methoden te koelen. Actieve koelmethoden zouden in de datacenters dus niet gebruikt worden. Google meet de PUE van zijn datacenters sinds 2008. In dit jaar behaalde de datacenters van Google een PUE van 1.21. De PUE van 1.14 in 2011 is dus een flinke verbetering ten opzichte van 2008.
advertentie REINIGEN, RECONDITIONEREN EN CONSERVEREN VAN KLIMAATTECHNISCHE INSTALLATIES
CONDENSORCOATING Duurzaam elastisch Wering vuilaangroei Goed geleidend Alu-membraam Titaandioxide Zeer goede hechting en bescherming Watergedragen GROEN!
Kijk voor meer informatie op: WWW.CONPRO.NL Bunsenstraat 90 | 3316 GC Dordrecht | T 078 - 621 38 51
KNMI neemt vernieuwd datacenter in gebruik Het KNMI kondigt aan vandaag zijn vernieuwde datacenter met een nieuwe supercomputer officieel in gebruik te nemen. Door de vernieuwing heeft de organisatie aanzienlijk meer rekenkracht tot zijn beschikking De nieuwe supercomputer wordt ingezet voor het verzamelen en opslaan van data en het maken van weer- en klimaatmodellen. De BullX B500 is veertig keer sneller dan het oude computersysteem. Weersverwachtingen en klimaatmodellen moeten hierdoor sneller, nauwkeuriger en complexer berekend kunnen worden.
4.752 cores
De supercomputer van Bull heeft 4.752 cores, beschikt over een werkgeheugen van 9,5 terabyte en heeft een maximale verwerkingsnelheid van 58,2 teraflop. Het KNMI stelt hiermee over één van de krachtigste en snelste supercomputers van Nederland te beschikken.
De BullX B500 wordt gekoeld met behulp van water.Voor de afvoer van warmte heeft het KNMI gekozen voor een combinatie van warmte- en koudeopslag in de ondergrond en vrije koeling op het dak van het KNMI. In de winter zorgt het luchtkoelingsysteem op het dak voor koeling van het computercentrum en koelt het tevens grondwater af, dat vervolgens ondergronds wordt opgeslagen. In de zomer wordt dit grondwater gebruikt voor koeling van het computercentrum en wordt het opgewarmde grondwater ondergronds opgeslagen.
opening
Het duurzame datacenter wordt geopend door secretaris-generaal Siebe Riedstra van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Het datacenter beschikt over de BullX B500, die het ruim vijf jaar oude systeem vervangt. Het oude systeem had niet langer voldoende rekencapaciteit om aan de eisen van het KNMI te voldoen.
‘Legacy systemen voldoen niet op tijd aan wettelijke eisen’ aan de eisen aan het eind van dat jaar zullen oplopen tot tientallen miljoenen dollars. Het onderzoek heeft betrekking op de impact van de voorziene regelgeving voor de financiële sector op de vereisten voor de ICT-infrastructuur van Europese banken en verzekeraars. Voor het onderzoek zijn interviews gevoerd met Europese professionals uit de sector. Geen vertrouwen 40 van de res-
pondenten geeft aan geen vertrouwen te hebben in de mogelijkheden om hun complete ICT-infrastructuur te laten voldoen aan de verwachte regelgeving. Dertig procent geeft aan externe data centers nodig te hebben om te kunnen voldoen aan compliance en veiligheidseisen en tegelijk de operationele risicokapitaalbuffers te kunnen verminderen. Het onderzoek bevat daarnaast
een review van ruim 4.000 pagina’s aan regelgeving, zoals opgelegd door de G20 tijdens de naschokken van de financiële crisis. Het gaat hierbij onder andere om de implementatie van nieuwe kapitaaleisen en hervormingen die een significante invloed zullen hebben op systemen, controle-, rapportage- en registratievereisten van bedrijven.
Markt voor datacenterdiensten verschilt per locatie in de wereld De populariteit van datacenterdiensten is overal ter wereld hoog. De structuur, dynamiek en volwassenheid van de markten verschilt echter per gebied. Dit blijkt uit onderzoek van onderzoeksbureau Gartner. De verschuiving van de interesse naar geindustrialiseerde diensten als infrastructure utility services,
cloud computing Infrastructure as a Service (IaaS) en Platform as a Service (PaaS) is wereldwijd zichtbaar. Europese bedrijven gaven in 2011 38 miljard dollar uit aan datacenter outsourcing (DCO), terwijl de markt voor webhosting encolocatie 8,6 miljard dollar waard waren. Van alle publieke clouddiensten wereldwijd wordt 22,9 procent vanuit
Europa gebruikt. De Amerikaanse markt voor DCO was in 2011 met 33 miljard dollar iets minder waard dan de Europese markt. Webhosting en colocatie zijn in de Verenigde Staten met 23 miljard dollar aanzienlijk meer waard. Het gebruik van publieke clouddiensten is met maar liefst 60% van alle wereldwijde diensten in de Verenigde Staten erg
populair. De markt voor datacenterdiensten was in Azië in 2011 10 miljard dollar waard. Webhosting en colocatie waren goed voor 2,5 miljard dollar. De penetratie van de publieke clouddiensten lag in Japan op 9,8 procent en in de rest van Azië op 3 procent.
dcw maart | nieuws
Interxion kondigt de resultaten van een onafhankelijk onderzoek en whitepaper door de financiële denktank TWG. Uit het onderzoek blijkt dat 71% van de respondenten verwacht het upgraden van legacy systemen om zich te conformeren aan de doelstellingen niet afgerond te hebben op de vereiste implementatiedatum in 2015. Maar liefst 90% verwacht daarnaast dat boetes voor het niet voldoen
41
Rittal lanceert nieuwe oplossingen tijdens Cebit rittal presenteerde tijdens de cebit 2012 in hannover een aantal nieuwe producten. het gaat onder andere om een it-rack en de modulsafe level b veiligheidsbehuizingen. Het nieuwe rack is modulair en biedt gereduceerde complexiteit en montagevriendelijke plug & play-techniek voor meer efficiëntie bij bestelling en montage en daardoor voor lagere kosten. Met het nieuwe racksysteem van Rittal wil de IT-wereld eenvoudiger maken. Wanneer gebruikers tot nu toe kozen voor een nieuw rack voor het installeren van een netwerk of servers kostte dat in de planningsfase vaak veel tijd. De vele typen, toebehoren en combinatiemogelijkheden maakten het selecteren en bestellen moeilijker. De montage na levering van alle componenten was moeilijk en tijdrovend. Ook klantspecifieke, voorgemonteerde systemen direct af-fabrikant leidden tot langere levertijden en extra kosten. Met het nieuwe racksysteem besparen ondernemingen nu tijd en kosten, stelt Rittal. “Onze klanten hebben flexibiliteit nodig, want het rack moet zich kunnen aanpassen aan de eisen van de snelle IT-business”, aldus André Hiddink, product manager IT bij Rittal. “Een afname van de complexiteit was de maatstaf voor een gestandaardiseerd modulesysteem. Maar het was niet de enige doelstelling, want het nieuwe IT-Rack blinkt ook uit op de gebieden kwaliteit en veiligheid.” Rittal lanceerde tijdens Cebit 2012 een nieuw IT-rack.
zonder gereedschap
De basisuitrusting van de nieuwe IT-Racks omvat onder andere een flexibel 19-inch montageniveau, gedeelde zijwanden met snelsluiting en geoptimaliseerde kabelinvoer met borstelstrips. De gebruiker hoeft niet zich niet langer bezig te houden met de gecompliceerde selectie van inbouwcomponenten. Snelmontagetechniek zorgt voor meer efficiëntie bij de individuele uitbouw van het interieur. Eén persoon kan toebehoren zoals bodems en glijrails zonder gereedschap in minder dan enkele minuten monteren. Er is ook veel aandacht besteed aan het verstellen van 19-inch niveaus. De afstand tussen de montageniveaus kan zonder gereedschap worden vastgezet en ook de maten 21, 23 en 24 inch zijn mogelijk. Het rack kan – ook tijdens bedrijf –eenvoudig worden uitgebreid met een RFIDstrook voor het automatisch inventariseren van alle ingebouwde componenten, zoals servers en switches. De belastbaarheid bedraagt in totaal 1.500 kg op het 19-inch niveau.
toegankelijkheid
De gebruiker kan bij de rackdeuren kiezen tussen geperforeerde en dichte deuren. De geperforeerde deuren zijn met een vrij beluchtingsvlak van 85 procent geschikt voor toepassing in ruimte- en rijklimatisering. Alle deuren hebben 180 graden-scharnieren en zijn daarmee optimaal toegankelijk. Ook de standaard gedeelde achterdeur resulteert in optimale benutting van de ruimte. Het rack is bovendien voldoende dicht, zodat het ook geschikt is voor rack-klimatisering.
dcw april | nieuws
Naast de bekende sokkel van plaatstaal is het rack ook verkrijgbaar met het nieuwe sokkelsysteem Flex-Block, dat zonder gereedschap kan worden gemonteerd en een eigen benutting van de sokkelruimte mogelijk maakt. Dankzij de systeembouwdoos is een uitbreiding in de sokkel met toebehoren zoals kabelbevestigingsrails en wielen eveneens zonder gereedschap mogelijk.
42
modulsafe level b
Met de nieuwe Modulsafe Level B breidt Rittal zijn assortiment ITveiligheidsbehuizingen uit. Het nieuwe systeem biedt een basisbescherming tegen fysieke dreigingen als vuur, water, toegang door onbevoegden, stof en rookgassen. De beveiliging tegen inbraak en brand is getest volgens de nieuwste normen.Voor de eerste keer is het racksysteem TS 8 standaard onderdeel van de veiligheidssafe. De safe weegt minder dan 500 kilo en kan snel en gemakkelijk worden gemonteerd. Door de safe naar wens uit te breiden met elementen voor stroomverdeling, klimatisering, monitoring en brandmeld- en blustechniek wordt de Modulsafe Level B een voordelige en compacte computerruimte. Door zijn modulaire opbouw is ook installatie op moeilijk toegankelijke locaties mogelijk.
De Modulsafe is aan een onafhankelijke systeemtest onderworpen die de beveiliging tegen brand, inbraak, water, stof en rook bevestigt, stelt Rittal. De safe is een zelfvoorzienend, systeemgetest veiligheidssysteem en maakt dure aanpassingen van bestaande gebouwenstructuren overbodig.
geïntegreerd ts 8-rack
Omdat de Modulsafe Level B standaard al is uitgerust met het TS 8-serverrack van Rittal kan zijn werking nauwkeurig op de individuele toepassing worden afgestemd. Gebruikers profiteren daardoor van een gestandaardiseerd systeemplatform en een omvangrijk toebehorenprogramma. De Modulsafe is compatibel met het nieuwe IT-rack en de compacte PDU-stroomverdelingssystemen die Rittal ook op de Cebit presenteerde. Al naar de wensen van de gebruiker kan de safe met diverse koelsystemen worden uitgerust. In de safe kunnen behalve systemen met koudemiddelen ook lucht/water-warmtewisselaars (‘Liquid Cooling Packages’) worden gebruikt. Dankzij de compacte constructie en de hoge mate van prefabricage kan de Modulsafe Level B in korte tijd worden gemonteerd. Dit is vooral van belang wanneer er binnen ondernemingen sprake is van ambitieuze tijdschema’s. Door de Modulsafe Level B uit te rusten met het nieuwe IT-rack neemt de flexibiliteit nog meer toe, omdat de opbouw van het interieur dan zelfs in de fabriek kan plaatsvinden. Ook een nieuw kabelinvoersysteem, dat eenvoudig kan worden afgesloten en het naderhand invoeren van kabels vergemakkelijkt, draagt bij aan de flexibiliteit.
De Multimaster-Technologie Modulaire UPS oplossingen
10 – 20 kW Module met geïntegreerde Decentrale Parallel Architectuur
Met de nieuwe Modulsafe Level B breidt Rittal zijn assortiment IT-veiligheidsbehuizingen uit.
Voordelen s 3CHAALBAAR TOT K7 PER RACK s &LEXIBELE