De gemeente als huisgezin over eenheid en diversiteit
Syllabus Landelijke toerustingsdag ambtsdragers 14 juni 2014
Georganiseerd door
INHOUDSOPGAVE
Pag. inleiding Samenvatting inleiding Bezorgd of bezield
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
3 4
Workshop informatie Geestelijke vaders en moeders Zoveel hoofden, zoveel zinnen Zo zijn onze manieren Zoals het klokje thuis tikt Nestverlaters Gastvrij voor elkaar en anderen. Ik zie wat jij ook ziet Twist aan tafel Hoor je wat ik zeg? Onbeperkt welkom Veelkleurig vieren
6 8 10 15 16 17 19 22 27 29 31
Overige informatie Trainers en coaches Toerusting 2.0 Meldpuntmisbruik
35 41
De gemeente als huisgezin Syllabus toerustingsdag 14 juni 2014
pagina 2
INLEIDING ‘Laten we dus, in de tijd die ons nog rest, voor iedereen het goede doen, vooral voor onze geloofsgenoten.’ PAULUS
Er zit beweging in deze woorden van Paulus uit Galaten 6 : 10. Hij concentreert zich op de kern: het goede doen. In deze woorden van Paulus ervaar ik een aandrang om daar vooral niet mee te wachten. Het is alsof hij zelf ook ziet dat er geen tijd te verliezen is. In de tijd die ons nog rest: dat is in het hier en nu. Het goede doe je dus vandaag. Deze oproep van Paulus en zijn concentratie op de kern staat in het licht van het interbellum tussen Christus’ hemelvaart en zijn wederkomst. Daar bereiden we ons op voor, zoals een familie druk in de weer kan zijn met de voorbereidingen van een bruiloft. Wat kan dat een gedoe geven: stress over pakken en jurken, bepalen wie de daggasten zijn en wie niet, spanningen omdat gebrouilleerde familieleden elkaar tegen komen, sketches en toespraken die moeten worden voorbereid….. Als je niet uitkijkt, raak je elkaar onderweg ergens kwijt. Paulus roept ons op om tussen gisteren en morgen het goede te doen. Aan iedereen, maar vooral ook voor onze geloofsgenoten. We doen ons buiten niet mooier voor dan we zijn. En we sluiten ons niet op in onze huiskamers. Het goede is niet alleen voor onze geloofsgenoten. Het goede doen we voor iedereen. Het goede doen. Agathos, staat er in het Grieks. Het goede, dat is: excellent, onderscheidend, eerzaam, zegenrijk, het maakt mensen blij. Het goede doen. Het klinkt eenvoudig en moeilijk tegelijk. Het is duidelijk: we hebben Gods Geest en elkaar nodig om het goede te kunnen doen. De missie van Toerusting 2.0 is om de werkers in de kerk toe te rusten, op te bouwen en ondersteunen in het leiden van de gemeente van Christus. We hopen en bidden dat deze toerustingsdag daaraan een bijdrage heeft geleverd. In deze syllabus leest u hoe u wat in de verschillende workshop is besproken of gedaan. Wilt u meer informatie, heeft u vragen of wilt u een vervolg? Neem dan contact met ons op via onderstaande mogelijkheden. www.tussengisterenenmorgen.nl
[email protected] 030 – 303 1430 (bij voorkeur op dinsdag of woensdag) Met vriendelijke groet, Klaas Quist Coördinator Toerusting 2.0
De gemeente als huisgezin Syllabus toerustingsdag 14 juni 2014
pagina 3
SAMENVATTING INLEIDING: BEZORGD OF BEZIELD Wat voor kerk willen we zijn? Het is een mooi plaatje: de gemeente als gezin. Rond de tafel. Vader en moeder, kinderen, een warme plek. Klopt het ook met de werkelijkheid? Lukt het ons om zo te zijn als kerk? En wat dan als het plaatje zelf ook realistischer wordt dan een romantisch beeld? Slaande deuren, pubers en nestverlaters. Waar staan we als gemeente? Hoe staan we ervoor? Veel gesprekken gaan momenteel over diversiteit. Over tekort aan ambtsdragers. Over moeheid, over kerkelijke krimp. Afhakende jeugd. Secularisatie, veranderingen. Houden we mensen wel vast? Ik zie een bezorgde kerk voor me. Dat is wat me bezighoudt. Als Jezus zegt: ‘wees niet bezorgd, je hemelse Vader weet wat je nodig hebt. Zoek eerst het koninkrijk en de rest zal je gegeven worden…’ - dan gaat dat niet alleen over ons persoonlijk, maar past het ook naadloos op veel situaties in de kerk. Wat is er aan de hand met de kerk? Die vraag is makkelijker te stellen dan zo te beantwoorden. Maar het is wel zinvol om een paar beelden op te roepen en opnieuw de vraag onder ogen te gaan zien: wat voor kerk wil je zijn? Maken we daar nog keuzes in, of laten we de praktijk z’n gang gaan en kijken we toe? Niet wetend waar te beginnen? Hoe kom je terug bij de kern van kerk-zijn zoals Jezus ooit het begin toonzette. Een bezielde kerk waar vitaliteit vanuit gaat. Eerste beeld als spiegel: de oppaskerk. Het plaatje van opa en oma die oppassen. Vandaag mag alles, een ijsje zit er ook nog bij. Of de avond oppas. Huiswerk maken en de kids op bed. Fluitje van een cent. Niks gemerkt van dat kussengevecht boven. Voorbijgangers zijn geen opvoeders meestal. Toch praten we vaak zo over predikanten en niet minder over ouderlingen en diakenen. Wat is de impact hiervan? We regelen de hoognodige dingen, we ‘faciliteren’, we hebben elkaar tenslotte ook niet uitgezocht… Maar we doen ons best. Intussen blijven we voorbijgangers, en dat betekent dat we geen echte familie vormen. Tweede beeld: de zorgkerk. We zijn vooral bezorgde ouders geworden. En de kinderen zijn haast consumenten geworden: mondiger dan ooit en met duidelijke wensen. We vullen zo goed mogelijk de vacatures en meer dan vroeger hebben we beleidsplannen en we proberen de boel bij elkaar te houden. Leiderschap wordt vooral iets van verzorgen. Er valt ook genoeg te zorgen en veel dingen kunnen nog beter. De consument betaalt z’n kerkelijke bijdrage. In hoeverre zijn we een zorgkerk geworden en wat doet dat met onze manier van kerk zijn? Derde beeld: de thuiskerk. Hiermee kun je beter weergeven waar het wel om zou moeten gaan. Gaat het eerste beeld sterk over de leiders in de kerk, het tweede zegt ook vooral veel over onze manier van kerk zijn. De thuiskerk: thuiskomen bij God en bij elkaar. Een thuis bieden aan anderen. De samenleving om ons heen die behoefte heeft aan huizen waar liefde woont. Een thuis is meer dan een huis. Dat heeft alles te maken met waar we het nu over hebben: bezieling. De gemeente als gezin - als Gods gezin dan wel graag. Gods familie. Wil de kerk weer aan kracht winnen, aan relevantie, aan betekenis naar binnen én naar buiten toe, dan zal het op z’n minst over bezieling moeten gaan. Wat is bezieling? Dit kun je in beeld brengen met drie cirkels en waar die met elkaar overlappen, daar is bezieling.
De gemeente als huisgezin Syllabus toerustingsdag 14 juni 2014
pagina 4
Elke cirkel is uit te werken. En op elke cirkel komen we onszelf tegen. Het is drie keer iets wat je niet
komt aanwaaien. Persoonlijk niet als christen. Samen niet als kerk. We hebben hier fors op ingeleverd, noem het de slijtageslag van het postmodernisme. Bedenk wel: bezieling brengt altijd verandering. Omdat bezieling samenhangt met genade, met Gods aanwezigheid. Vanuit deze drie gebieden zijn ontdekkende vragen te stellen: hoeveel tijd neem ik voor stilte met God? Wat was het laatste dat diep binnen kwam bij bijbellezen? Wie ben ik als kind van God als ik kijk naar hoe ik m’n week doorkom? Wie ben ik als leider in de gemeente? Wie zijn we als kerkenraad, wie zijn wij als gemeente? Hoe ziet die identiteit eruit? Hoe ziet samen luisteren eruit, horen we Gods stem nog spreken door alle andere stemmen heen? Doen we de dingen die we moeten doen als je zo vanuit bezieling kijkt naar je agenda op de kerkenraad? Verantwoordelijkheid nemen: durven we ergens te staan (identiteit) en dan ook gaan. Zoekt eerst het koninkrijk en de rest zul je ontvangen. Jezus’ woorden. Als er één was die bezield was en is, dan Jezus. Doordrongen van wie hij was (identiteit), en continu in verbinding met zijn Vader (spiritualiteit): nachtenlang de stilte met God in. En dan volledig gaan. Bereid zijn leven te geven voor zijn missie (verantwoordelijkheid). Hoe ziet dat spoor van Jezus eruit als we hem volgen hierin? Het is mogelijk in Jezus’ naam: een bezielde kerk. Het gaat nog veel kosten, maar ook nog veel meer opleveren. Gods Familie midden in deze samenleving. Opnieuw samen luisteren naar de Stem in de stilte. Opnieuw beseffen wie je bent samen en waar het werkelijk om gaat. En dan durven gaan, risico’s durven nemen: in Jezus’ naam. Luister. Ga samen aan tafel. Sta op en wees de verandering waarin je gelooft. Remmelt Meijer De gemeente als huisgezin Syllabus toerustingsdag 14 juni 2014
pagina 5
WORKSHOP 1: GEESTELIJKE VADERS EN MOEDERS Over geestelijk leiderschap in de kerk In de workshop heb ik geprobeerd rond het thema leiderschap een aantal elementen naar voren te laten komen. In de praktijk wordt dit vaak afgestemd op de situatie van de plaatselijke kerkenraad. Voor hier beperk ik me tot een paar kernelementen uit de workshop. Kerk in 2014 Momenteel zijn er veel vragen rond twee thema’s: discipelschap en leiderschap. Wie zinvol wil praten over leiderschap in de kerk, doet er goed aan bij discipelschap te beginnen. Daar ligt de basis vanuit het Nieuwe Testament voor de kerk. Tegelijk komt de vraag op: wat maakt dat deze onderwerpen zo ‘in’ zijn? Op dit punt is het goed met elkaar te kijken naar ontwikkelingen waar we mee te maken hebben. In het kort: 1. Ontwikkeling van homogeniteit naar diversiteit. 2. Ontwikkeling van collectief naar individueel. 3. Instituten en grote verhalen boeten in, het persoonlijke verhaal wordt belangrijker. De kerk staat kort gezegd in een andere context dan een paar decennia terug. Ontwikkelingen gaan snel en intussen wordt de kerk een minderheid. Dat biedt een uitdaging: terug naar de basis van waaruit de kerk ooit ook begonnen is in de eerste eeuw. Het zijn elementen die mede verklaren waarom er opnieuw vraag is naar zowel discipelschap als leiderschap. We zijn daarbij voorbij consumentisme en individualisme en tegelijk is er verlangen naar richting: waar gaan we heen? Leiders en leerlingen Discipelschap gaat over leerling zijn van Jezus. Wat wil dat zeggen? In ieder geval is het niet meer consumptief. Ook is er ruimte om te leren. Het vraagt een lerende houding. Als je naar je gemeente kijkt: wat zie je dan? Is er een cultuur van discipelschap, een lerende cultuur? Of hebben we ‘leren’ vooral gekoppeld aan kennis? Bij Jezus was leren verbonden met samen op trekken, met het leven, met wijsheid. Navolging: leven in het spoor van Jezus en meer op hem gaan lijken. Mensen hebben die jou volgen - dat vraagt dat jijzelf eerst zelf volgt: Jezus. Discipelschap is een ander woord voor een gezin vormen. Een familie die met elkaar optrekt. Zoals Jezus met zijn leerlingen. Leerlingen zijn geen consumenten, ze nemen deel, krijgen ruimte voor hun leerproces, maar ook vorming, richting. Opvoeding: worden kinderen ook volwassen en zelf weer in staat om kinderen op te voeden? Daar ligt een geweldige kans voor je manier van gemeente zijn. De gemeente als thuis, als grote familie. Het biedt een ingang om te kijken naar pastoraat, de rol van ambtsdragers en de eigen rol van gemeenteleden.
De gemeente als huisgezin Syllabus toerustingsdag 14 juni 2014
pagina 6
Dat biedt de basis voor leiderschap: geestelijke vaders en moeders zijn. Paulus noemt zichzelf in 1 Korintiërs 4,14-16 de geestelijke vader van deze gemeente. Zij zijn de kinderen die hij vermaant. Hij zei niets over ‘ik ben maar een voorbijganger’. Opvoeden gaat verder dan voeden. Dit gaat over vormen, over voorgaan. Onze tijd heeft behoefte aan voorbeelden. Mensen die zelf het laten zien. Als ambtsdrager is dat de eerste vraag: ben ik een voorbeeld voor anderen? En in wie investeer jij dan concreet? Je bent als kerkenraad veel meer dan een bestuur die de zaken wat regelt. Hoe geef je geestelijk leiding? Een vader en moeder bewaken behalve de sfeer, ook het gesprek in het gezin: gaat het waarover het moet gaan? Voed je op tot volwassenheid? Remmelt Meijer Is theoloog en coach. Hij was eerder bijna 10 jaar predikant, waarvan de laatste jaren gemeentestichter in Amsterdam. Hij is werkzaam als zelfstandig coach (Confido) in Amsterdam en daarnaast ook werkzaam voor Nederland Zoekt… Hij maakt als coach ook deel uit van Toerusting 2.0.
De gemeente als huisgezin Syllabus toerustingsdag 14 juni 2014
pagina 7
WORKSHOP 2: ZOVEEL HOOFDEN ZOVEEL ZINNEN In deze workshop zijn we vooral aan het werk met elkaar en hebben we praktisch ervaren hoe je met verschillen kunt omgaan. De inhoud van deze workshop komt aan de orde in de workshop Change in Church die bij voldoende aanmelding in het najaar van 2014 georganiseerd wordt. Geloof Gedreven door het geloof en de wens om de gemeente van de Heer te bouwen, initieert u regelmatig veranderingen in de kerk. Wat zou u dan graag willen dat zo’n verandering slaagt en bijdraagt aan de gemeenteopbouw. Helaas is de praktijk soms weerbarstig. De praktijk De meeste mensen besteden bij veranderingsprocessen aandacht aan visie, doelen en beleid. Dat is al een uitdaging. Teleurstellend is vaak dat niet alle ideeën goed worden ontvangen. Draagvlak creëren is dan vaak het toverwoord. Wij staan een andere benadering voor. Leer meer in de workshop. Boven en onder de waterlijn De visie en het beleid zijn de zichtbare kant van de verandering. Wij gaan in op de onzichtbare kant: dat wat onder de waterlijn zit. We geven weerstand en onbegrepen gedrag een functie. De dag ’s Ochtends maakt u kennis met de fases in een veranderingsproces. We werken de fases uit in een praktijksituatie. Verlies, onzekerheid en creativiteit krijgen een eigen plek. ’s Middags leren we kijken we naar de keerzijde van veranderingen. Met oefeningen en een praktijkcasus gaat u aan de slag en ervaart u uw rol in het veranderingsproces. Wat levert het u op? -
Inzicht in menselijk handelen en denken Mildheid met mensen in het veranderingsproces Handvatten om een verandering goed door te voeren Ervaring met uw eigen impact op een verandering Zin om te beginnen
Voor wie? -
Leiders, predikanten, kerkelijk werkers en kerkenraadsleden Het verdient aanbeveling om met zijn tweeën te komen.
De gemeente als huisgezin Syllabus toerustingsdag 14 juni 2014
pagina 8
Praktisch -
Deelname geeft NGK predikanten PE punten (vrije ruimte) Datum: nader vast te stellen in oktober 2014 Aanmelden via:
[email protected] Minimaal 10, maximaal 20 deelnemers De prijs is €185,= per persoon voor 1 dag, vooraf te voldoen. De tweede persoon van één gemeente krijgt €25,= korting. Inclusief koffie, thee en een eenvoudige lunch. Bij te weinig aanmeldingen gaat de workshop niet door. Dit is één week van tevoren bekend. U krijgt dan uw geld terug. Bij verhindering kunt u uw plaats overdragen aan een ander. Locatie: omgeving Utrecht. U krijgt hier nader bericht over.
Wie zijn wij -
Ton de Gans en Marieke Jellema van PastoRaad © PastoRaad is een initiatief voor coaching en begeleiding van predikanten en kerkenraden: www.PastoRaad.nl Voor meer informatie kunt u contact met ons opnemen: Ton: 06 – 22 98 28 82 Marieke : 06 – 51 17 67 18
De gemeente als huisgezin Syllabus toerustingsdag 14 juni 2014
pagina 9
WORKSHOP 3: ZO ZIJN ONZE MANIEREN Zo zijn onze manieren - geschreven of ongeschreven. Manieren - ze zijn er, altijd en overal. In elke gemeenschap. Zelfs de kleinste. Dus ook in de kerk. En ze zijn op zijn minst handig. Het woord ‘manieren’ komt trouwens ook van het Latijnse woord voor hand (manus). Om zo te zeggen: manieren maken de werkelijkheid han(d)teerbaar. Manieren, afspraken, we kunnen er niet zonder. Want - om maar iets te noemen - het zal duidelijk moeten zijn waar en wanneer de kerkdienst wordt gehouden. Of: wie in de dienst de leiding heeft. En op welke manier leiders (ambtsdragers) worden gekozen en benoemd. Enzovoorts, enzovoorts.
Praktisch - principieel Veel manieren/afspraken - zoals bv. aanvangstijden van kerkdiensten - zijn praktisch van aard. Er lijken nauwelijks principes aan ten grondslag te liggen. Want of je een zondagmorgendienst nu om 9.30 uur of om 10.30 uur laat aanvangen, wat maakt het uit? Of zit er toch nog een principieel kantje aan? Bv. of je al dan niet rekening moet houden met de op zaterdagavond stappende jeugd die niet al te vroeg uit bed zijn te krijgen? Misschien kun je met enige moeite altijd wel een min of meer principiële kant aan een afspraak (hoe praktisch dan ook) ontdekken ... Hoe dan ook: aan bepaalde afspraken/manieren liggen heel duidelijk principes ten grondslag. Dat zijn de afspraken betreffende de rechten en plichten in de kerk. Die raken de bevoegdheden van de leden van de gemeente. Om iets te noemen: wie is bevoegd om het Woord en/of de sacramenten te bedienen? Of: wie komen in aanmerking om ambtsdrager te worden? En hoe wordt je dat dan? Enzovoorts. Neem nu maar de ‘manier’ die in AKS art. 15 is vastgelegd: “De ambtsdragers vormen gezamenlijk de kerkenraad. Deze is belast met de leiding en verzorging van de gemeente.” Aan dit artikel liggen principiële keuzes ten grondslag. Hierin is namelijk het gereformeerde antwoord op de vraag hoe Christus zijn kerk regeert, verwoord: door de gezamenlijke ambtsdragers, dat wil zeggen: de dienaren-herders-predikanten, de opzieners-ouderlingen en de diakenen.
Dit antwoord noemen we ook wel het presbyteriale(-synodale) antwoord. De plaatselijke leiding komt toe aan het presbyterium, de raad van presbyters, de ouderlingen of oudsten. Waartoe in de regel ook de predikant(en) en de diakenen gerekend worden. Dat wil zeggen: Christus maakt voor het regeren van zijn Kerk gebruik van het plaatselijke college van ambtsdragers.
Kerkrechtstelsels Naast dit gereformeerde antwoord zijn echter ook andere antwoorden te bedenken. Bijv. het RoomsKatholieke episcopale(-hiërarchische) antwoord. Of - andere kant van het kerkrechterlijke spectrum het congregationele(-independente) antwoord. Dat laatste antwoord vinden we bij de zogenaamde vrije kerken. Kenmerk van het RK-antwoord is vooral dit dat daar de ene bisschop (dat komt van het Griekse ‘episkopos’ en betekent ‘opziener’) de beslissende macht heeft. (En te midden van alle bisschoppen is dat dan weer de ‘primus inter pares’, de bisschop van Rome, de paus.) Tegenover de collegiale regering (door het presbyterium, de kerkenraad) in de gereformeerde kerken staat de eenhoofdige leiding door de door de paus benoemde bisschop. Kenmerk van het vrij-kerkelijke antwoord is dat daar de beslissende macht noch bij de enkele bisschop ligt noch bij de gezamenlijke ambtsdragers, maar bij de congregatio, de gemeente. De (gedoopte) leden van de gemeente gezamenlijk beslissen. Er is geen instantie tussen Christus en zijn gemeente. En voor zover er oudsten zijn aan wie de dagelijkse leiding van de gemeente is opgedragen, zijn zij niet meer (maar ook niet minder) dan functies van de gemeente. Er is geen ambt tegenover de gemeente, door welke de Heer zijn kerk regeert, er zijn ‘slechts’ functionarissen van de gemeente. Zij voeren uit wat de gemeenteleden met elkaar beslissen. Onze kerken kennen dus een presbyteriale regering. En dat lijkt me te passen bij de schaarse NTische gegevens inzake de kerkregering. Ik denk met name aan het gegeven dat de apostelen in elke gemeente oudsten aanstelden om de gemeente te leiden (Hand. 14, 23). En wat de congregatio, de gemeente, betreft: het is eigenlijk best wel opvallend dat het AKS het hele fenomeen van een gemeentevergadering met bevoegdheden zelfs nergens noemt. En dat is eigenlijk best wel jammer! Dat wil overigens niet zeggen dat de gemeente als stemhebbend orgaan helemaal niet in beeld komt. Zeker wel, maar dan wel meer impliciet dan expliciet. In bv. art. 12 als er staat “voor dit oordeel namelijk om een ambtsdrager langer dan de afgesproken termijn te laten dienen - wordt de instemming van de gemeente gevraagd.” Iets dergelijks horen we ook in art. 28 over de voortgaande tucht: “De kerkenraad past dit laatste redmiddel slechts toe nadat mededeling is gedaan aan de gemeente met het oog op haar instemming.” Zie ook art. 29, 30.2 en 30.3. De gemeente speelt dus wel een rol in de leiding van de gemeente, maar echt royaal is dat niet verwoord in het AKS. Dat is wellicht voor uitbreiding vatbaar.
Syllabus Landelijke toerustingsdag ambtsdragers, 14 juni 2014
pagina 11
AKS-AGS Elke organisatie - dus ook een kerkelijke - is er bij gebaat als een en ander duidelijk is vastgelegd. Voor een deel gaat het om afspraken die voor alle kerken in een kerkverband gelden. Ze raken wat we gemeenschappelijk hebben. Waardoor we herkenbaar zijn voor elkaar. Maar ook voor wie van buiten komt. “O ja, dat doen ze daar zo ...” Deze afspraken (manieren) hebben we vastgelegd in het Akkoord voor Kerkelijk Samenleven (AKS) en de daarbij behorende regelingen en handreikingen. Zie het jaarlijkse informatieboekje (pag. 233 evv in het Informatieboekje 2014 en - voor met name de regelingen en handreikingen http://kerkrecht.ngk.nl/?page_id=4). Andere afspraken/manieren zullen per gemeente verschillen. Bijv. inzake de frequentie van de Avondmaalsviering. Art. 21 van het AKS bepaalt voor alle kerken dat deze ten minste eens per drie maanden zal plaatsvinden in een openbare samenkomst van de gemeente. Plaatselijk moet dan vervolgens worden afgesproken of het bij deze ‘eens per drie maanden’ blijft, of dat de vieringen vaker zullen plaatsvinden. En verder: alleen in de eerste dienst of ook in de tweede dienst? En op welke wijze de viering zal plaatsvinden: aan tafels, in een kring, lopend? Of misschien de ene keer zus en de andere keer zo? Iets degelijks kan ook gezegd worden ten aanzien van de verkiezing en benoeming van ambtsdragers. In art. 4 AKS staan wel enkele landelijke bepalingen, maar die vragen vervolgens om nadere plaatselijke inkleuring. Overbodig - lijkt mij - om uit te leggen dat voor ieder ‘gezinslid’ duidelijk moet zijn wat hierin de manieren zijn. Het is nuttig om naast een landelijk AKS ook een plaatselijk akkoord te hebben: een Akkoord voor Gemeentelijk Samenleven (AGS). Een document dus waarin de plaatselijke (lange termijn-)besluiten, reglementen, procedures worden opgenomen. Een dergelijke plaatselijk AGS zou in principe voor alle gemeenteleden, maar zeker voor de leidinggevenden (o.a. ambtsdragers), te raadplegen moeten zijn. Zo streef je naar enige consistentie in het gemeentelijke leven en voorkom je ook een beetje dat je als gemeente heen en weer wordt geslingerd door kerkenraden in wisselende samenstellingen. In een dergelijk AGS kun je bv. vastleggen wie de gemeente in rechte kan vertegenwoordigen. Handig als je bv. de weg naar een notaris of een bankinstelling moet afleggen. Bovendien: voor nieuwe leden kan zo snel duidelijk worden wat ter plaatse zoal de manieren zijn. Mensen zullen zich daardoor eerder thuis voelen in de gemeente dan wanneer ze telkens (actief) maar moeten vragen of (passief) afwachten hoe in deze of gene gemeente de manieren zijn. Hoewel: veel wordt natuurlijk ook vaak wel opgenomen in het plaatselijk informatieboekje. Hoe dan ook: het gaat erom dat de ‘manieren’ duidelijk en voor iedereen die er mee te maken heeft, inzichtelijk zijn.
Syllabus Landelijke toerustingsdag ambtsdragers, 14 juni 2014
pagina 12
Regels ter bescherming Manieren, regelingen, regels - zoals boven al gesteld: ze maken het leven han(d)teerbaar. Je weet wat je mag en kunt verwachten. Het haalt voor een goed deel de willekeur uit de werkelijkheid. Ze voorkomen al te grote verrassingen. Want we mogen dan misschien af en toe van verrassingen houden, maar het moet wel incidenteel blijven. Een mens heeft als het erop aankomt toch een grote behoefte aan regelmaat. Stel je ook voor dat je in het verkeer niet uit kunt gaan van de regel dat iedereen in het verkeer zoveel mogelijk rechts rijdt, zoals in ons land het geval is. Niemand zal willen dat je als je je ‘s morgens in het verkeer voegt, eerst moet uitzoeken of er nu rechts of links gereden wordt. Of - nog minder - dat de één rechts rijdt omdat die daar nu eenmaal zin in heeft en de ander links omdat hem dat vandaag beter uitkomt. Dat is vragen om ongelukken. Weet u wie daar de dupe van worden? De kwetsbaren en de zwakken! De olifant die redt het wel in de jungle, maar dat kwetsbare reekalfje haalt het waarschijnlijk niet. Om van de nog kwetsbaarderen maar te zwijgen. Daarmee zijn we - denk ik - bij de essentie van het recht aangekomen. De essentie is nl. dat het recht (manieren, regelingen, etc.) ter bescherming van de kwetsbaren is. Of misschien beter: iedere mens (maar het kan ook op de dieren- en plantenwereld worden toegepast) in zijn kwetsbaarheid beschermt. Het recht gaat in tegen de wet van jungle, dat wil zeggen de wereld waarin het recht van de sterkste, rijkste, knapste, machtigste, mooiste geldt. Waar de minder sterke - en de niet zo rijke, knappe, machtige, mooie - de strijd verliezen en het loodje leggen. Het recht is er ter bescherming van de mens in zijn kwetsbaarheid, en vroeg of laat zijn we dat allemaal. Daarom is het veelal ook zo dat het vooral de sterken etc. zijn die als eerste protesteren tegen teveel regelgeving. Zij redden zich namelijk wel zonder de beschermende regels. Of denken zich wel te redden. Maar deze ‘sterken’ miskennen veelal dat de minder sterken etc. juist beschermende regels nodig hebben. Om zo te zeggen: niet iedereen kan en durft een trap zonder trapleuning te beklimmen. En vroeg of laat … De psalm van het recht is natuurlijk Psalm 72: “Geef, o God, uw wetten aan de koning, / uw gerechtigheid aan de koningszoon”. Dat betekent dat de koning die Gods wetten en zijn gerechtigheid toepast in zijn regering over het volk de bevrijder is voor wie arm is en om hulp roept, wie zwak is en geen helper heeft. Dat hij zich ontfermt over weerlozen en armen (vers 12 en 13). Laat ik ten slotte een paar AKS-artikelen noemen waarin het beschermende een rol speelt. Art. 3 over de wettige roeping en bevestiging van ambtsdragers. Een regel die de gemeente beschermt tegen het zich zomaar opdringen van mensen met een grote mond. Art. 5 over de voorbereiding op het ambt van predikant. Deze regel behoedt de kwetsbare gemeente tegen (al te veel) ondeskundigheid, onbekwaamheid en domheid op de kansel.
Syllabus Landelijke toerustingsdag ambtsdragers, 14 juni 2014
pagina 13
Art. 17 over de ondertekening van de Formulieren van Enigheid door ambtsdragers. Een regel die bedoelt te voorkomen dat er een leer afwijkend van de belijdenis wordt gepredikt. Art. 30 over de tucht over een ambtsdrager. Daarin vinden we allerlei bepalingen die voorkomen dat een (kwetsbare) ambtsdrager - bv. een predikant - al te gemakkelijk door een kerkenraad aan de kant gezet wordt. Art. 35 over het beroep op een meerdere vergadering. Daarmee krijgt ieder (kwetsbaar) gemeentelid (en ook dus elke ambtsdrager) de mogelijkheid om bescherming te zoeken bij het kerkverband als de plaatselijke kerkenraad die niet (meer) biedt. Genoeg om duidelijk te laten worden (hoop ik) dat wij met elkaar manieren (regelingen) hebben afgesproken om elkaar en de gemeente van Christus te beschermen. Duidelijke manieren raken het wel-wezen van de kerk van Christus. Misschien kun je zelfs wel zeggen dat ze het wezen van de kerk raken. Want de kerk is bij uitstek de plek waar arme en kwetsbare mensen schuilen bij de Heer van de kerk. Ds. Kor Muller en Mr. Joan Janssens-Boer Commissie Kerkrecht en Beroepszaken Kor Muller
[email protected] 0527 – 264 530
Joan Janssens-Boer
[email protected]
Syllabus Landelijke toerustingsdag ambtsdragers, 14 juni 2014
pagina 14
WORKSHOP 4: ZOALS HET KLOKJE THUIS TIKT WORKSHOP 5: NESTVERLATERS Het Nederlands Gereformeerd Jeugdwerk wil leiders inspireren jongeren te verbinden met Christus. Leven delen We zijn dankbaar voor de leiders die keer op keer weer klaar staan voor hun jongeren en met ze op pad zijn om samen te zoeken naar God en de verbinding met Jezus. We ontdekken dat het in de omgang met jongeren gaat over het delen, het delen van jouw leven met Jezus en het delen van jouw leven met de jongeren. Dit brengt ons op een interessant artikel waar we het intro hier met jullie delen: ‘Unless you poor out yourself in someone else, you’ll die.’ Een uitspraak van iemand die ik recent ontmoette bij een internationaal gesprek over het thema ‘je leven delen’ en de kerk. Wat mij betreft de basis voor het jeugdwerk van de toekomst. Vervolgens popt het thema ‘leven delen’ in de afgelopen week op verschillende plekken als paddenstoelen uit de grond. In een visionair gesprek met het bestuur van de jongerenorganisatie waar ik werk, en bijvoorbeeld op een werkconferentie bij de Evangelische Alliantie rondom jeugd- en kinderwerk. Het broeit… en het thema boeit. “Tenzij je niet bereid bent jezelf aan iemand toe te wijden – jezelf in iemand uit te gieten – zul je doodgaan.” Wat een geweldige manier om ‘je leven delen’ te omschrijven. Jezelf in iemand uitgieten. Maar… ook een dramatische manier om dat te doen. Als je dat niet doet, dan zul je doodgaan. Lees dit artikel verder op onze website: www.ngkjeugdwerk.nl, auteur André Maliepaard. ‘Leven delen’ of het nu gaat om 18plussers in je gemeente of ouders die je wil betrekken bij het jeugdwerk, het is een thema wat we niet uit de weg kunnen gaan. Ruimte voor 18+jongeren In de workshop over 18+ jongeren hebben we een beeld geschetst van de wereld waarin de jongeren leven. Die staat soms haaks op de ‘wereld’ van de kerk. Een belangrijk punt hierin is dat voor veel jongeren Jezus volgen een optie is geworden en niet de enige optie is. Dit vraagt van ons o.a. een reflectie op onszelf en onze relatie met Jezus. En daarnaast is het goed ons af te vragen of we niet teveel bezig zijn met de vormen en activiteiten van het jeugdwerk dan met de vraag wie centraal staat in ons jeugdwerk. Er zijn 18+ jongeren die afhaken omdat ze in een andere plaats gaan wonen, anderen omdat ze naar een andere kerk gaan en ook zullen er zijn die afhaken omdat het hen niet meer boeit. In de workshop hebben we naar aanleiding van een aantal speerpunten een risicoanalyse gemaakt en zo gekeken op welke punten we als eerste in kunnen steken om met deze jongeren te zijn. Eén van die speerpunten die besproken is, is ruimte: Jongeren zitten in een turbulente periode van hun leven, zelfontplooiing, waardering, acceptatie zijn fundamentele behoeften. Ik geloof dat het belangrijk is dat we jongeren ruimte geven om zich zelf te ontwikkelen, en hun te waarderen en te accepteren. Syllabus Landelijke toerustingsdag ambtsdragers, 14 juni 2014
pagina 15
Ruimte om zichzelf te zijn in de gemeente, en fouten te maken, dat we ze dan niet afwijzen maar accepteren en weer optillen. Ben je benieuwd wat dat betekent voor het jeugdwerk in jouw kerk? Mail of bel ons gerust voor een afspraak. Invloed van ouders In de workshop ‘zoals het klokje thuis tikt...’ over de rol van het gezin, hebben we met elkaar nagedacht over het je ouders bij je jeugdwerk kunt betrekken. Ouders hebben de meeste invloed op belangrijke levenskeuzes van jongeren. Ook hierin speelt ‘leven delen’ een rol. Geloofsopvoeding thuis vindt op veel manieren plaats, maar de meest ingrijpende is dit als ouders het geloof zelf voorleven en dit delen met hun kinderen. Toch is geloofsopvoeding een vaak lastige taak voor ouders en onderschatten zij soms nog hun rol hierin. Soms lijkt het alsof de jeugdleider meer invloed heeft. Een ook al zijn die ook van grote waarde, ouders zijn hierin de belangrijkste schakel. Investeren in je jeugdwerk betekent daarom ook investeren in ouders. Een vraag waar je volgens ons als kerk over na moet denken is: hoe kunnen wij ouders ondersteunen bij de geloofsopvoeding? NGJ kan jullie helpen bij het zoeken naar antwoorden op deze vraag. Meer weten? Bezoek onze website www.ngkjeugdwerk.nl of mail of bel voor een afspraak. Karen Scheele:
[email protected] / 06 – 2670 4114* Helma van de Beek:
[email protected] / 06 – 1941 7816* (*telefonisch bereikbaar op woensdag)
Syllabus Landelijke toerustingsdag ambtsdragers, 14 juni 2014
pagina 16
WORKSHOP 6: GASTVRIJ VOOR ELKAAR EN ANDEREN We waren op vakantie in Frankrijk rond het begin van mei. 1 mei – een nationale feestdag – viel dat jaar op vrijdag, dat betekende voor veel Fransen een lang weekend. Op onze camping stonden vijftig stacaravans en er waren er tien bezet. Heerlijk rustig. Maar dat weekend zou anders zijn. Er kwam een vriendengroep van 110 mensen. Ze kenden elkaar al 35 jaar. Het klonk als een overval. En zo begon het ook. Donderdagavond, om tien uur ‘s avonds stopte een auto bij de stacaravan naast ons. Het was donker en wij wilden slapen. Maar de nieuwe bewoners stapten luid pratend uit. Omhelsden andere nieuwe buren. Kinderen renden al gillend om de auto en hun huis heen. En niet even... De volgende dag werd de kleine camping overspoeld door de Franse vriendengroep, mensen van een jaar of veertig maximaal vijftig. Waar kenden die mensen elkaar al zo lang van? Overal stonden ze te praten, te lachen, liepen rond met wijn, zongen. Om een uur of vier begonnen mensen met stoelen en tafeltjes te slepen. Op een lege plek kwamen alle tafels te staan en vormden een lange tafel. Wij dachten: “Dit wordt vannacht erg luidruchtig en dan nog twee nachten... Lekker, hoor, honderd halfdronken Fransen om je heen.” Opeens zag ik iemand met eten lopen. Een ander droeg een wit shirtje met een Davidsster. Een keppeltje bij weer een ander. Vrijdagavond... Sabbat. Ze waren niet allemaal orthodox. Niet alle mannen hadden een keppeltje op of zo’n wit shirt. Maar toch, daar zaten ze – meer dan honderd mensen, mannen en vrouwen, kinderen, tieners en kleine kinderen, samen aan een tafel, vierden ze een symbool wat enorm sterk was. Die avond was het vroeg rustig op de camping. De andere avonden ook. En ik dacht beschaamd: wat een vooroordelen had ik. En: hebben wij niet ook zo’n feest, maar krachtiger? Maar ik dacht vooral: wat een krachtig symbool hebben deze mensen: samen sabbat vieren. Ook al was een deel van hen waarschijnlijk niet meer gelovig. Samen vieren. Niet al 35 jaar maar al 35 eeuwen vieren zij hun feest. Tegelijkertijd voelde ik me buitengesloten: zij vierden samen. Ik had wel mee willen eten. Maar, ze zochten geen contact. Hebben wij ook niet zo’n feest? En zou ons feest niet uitnodigender, gastvrijer nog uitbundiger, nog krachtiger moeten zijn? Jezus is gekomen om Joden en Grieken te bevrijden. Jezus is ons Paaslam. Hij is gestorven om Joden en Fransen en Nederlanders te bevrijden, te verzoenen met God en elkaar , jong en oud. Hebben wij ook niet zo’n feest? Maar vieren wij het ook echt? En is het werkelijk uitnodigend? Gods gastvrijheid voor ons is het hart van het evangelie. En onze gastvrijheid naar elkaar en anderen volgt daaruit. Dat ervaren vormgeven is een van de grote uitdagingen voor de gemeente.
Syllabus Landelijke toerustingsdag ambtsdragers, 14 juni 2014
pagina 17
Meer lezen: Chester - Met Jezus aan tafel (zie Opbouw 2013, nummer 17) Paas, Wierda, Roest - Eten met Jezus (zie Opbouw 2013, nummer 17) Keller - Vrijgevige God Wright - Bijbelse missie (zie Opbouw 2012, nummer 5) Robert Warren - Handboek Gezonde Gemeente; biedt praktische handvatten om met de gemeente aan de slag te gaan als het gaat om bezinningsprocessen. Meer doen: Kerk 20.21, een initiatief van GKV en NGK om te komen tot een volwassen missionaire groep binnen een bestaande gemeente.
Ds. Pieter Kleingeld Missionair Consulent
[email protected] 06 – 4287 3860
Syllabus Landelijke toerustingsdag ambtsdragers, 14 juni 2014
pagina 18
WORKSHOP 7: IK ZIE WAT JIJ OOK ZIET Hoe wij de wereld zien, wordt beïnvloed door onze waarneming. De wordt duidelijk met onderstaande plaatjes1. Wat ziet u?
Uit deze twee afbeeldingen blijkt dat de betekenis die wij aan onze waarneming geven, niet volledig kan zijn (linkerafbeelding) of gewoon onjuist (rechter afbeelding). In deze workshop trekken we deze lijn door naar de manier waarop wij met elkaar omgaan. In ons spreken, luisteren en handelen laten wij iets van onszelf zien. Door goed te kijken wordt het beeld dat wij vormen meer compleet. Dit verrijkt de relatie en verbetert de samenwerking. Uzelf begrijpen In het begin van de 20e eeuw, deed de Amerikaanse psycholoog William Moulton Marston, onderzoek naar het gedrag van normale mensen. In tegenstelling tot veel van zijn tijdgenoten (oa. Freud en Jung) was hij niet geïnteresseerd in het ontstaan en verloop van ziektes of geestelijke storingen. Hij wilde weten hoe normale mensen zich voelen en gedragen. Marston ontwikkelde een model op grond van twee waarnemingen: 1. omgeving 2. persoon Voor Marston is de omgeving alles buiten de individuele persoon. De omgeving gaat dus over andere mensen, gebeurtenissen, omstandigheden, het weer, etc. Hoe wij ons voelen en gedragen wordt dus beïnvloed door ons waarneming van de omgeving en de waarneming van onszelf daarin. 1
In het linker afbeelding zijn twee vrouwen te zien. In de rechter afbeelding hebben de vlakken A en B in werkelijkheid dezelfde kleur. (zie Wikipedia: Dambord van Adelson)
Syllabus Landelijke toerustingsdag ambtsdragers, 14 juni 2014
pagina 19
Met talloze voorbeelden kan worden duidelijk gemaakt hoe ons gevoel en ons gedrag daardoor wordt beïnvloed. Stel dat u voor alleen thuis bent en een vreemd geluid hoort. Uw gevoel en gedrag is anders wanneer u denkt dat er een inbreker voor de deur staat dan weer u tuinstoelen hoort omvallen door de harde wind. In de woorden van Marston: 1. Uw waarneming van de omgeving kan inspannend of ontspannend zijn. Dat wil zeggen, u ziet dat de omgeving gunstig is of juist niet. 2. De waarneming van uzelf in deze omgeving verschilt. U vindt dat u instaat bent om dingen te veranderen of juist goed te houden. Dan stelt u zich zelfverzekerd op. Twijfelt u aan uw vermogens dan gedraagt u zich meer terughoudend. Marston verbindt hier de volgende vier gedragstypen aan. Dominant (D) Invloedrijk (I) Stabiel (S) Consciëntieus (C) Meestal beperkt het gedragsprofiel van iemand zich overigens niet tot één segment. Combinaties van twee of drie gedragstypen zijn mogelijk. Iemand anders begrijpen Ons gedrag wordt beïnvloed door de waarneming van onze omgeving en de plaats die wij onszelf daarin geven. Het leren kennen van uzelf, kan u helpen om met anderen om te gaan. Ik ben uniek
Anderen zijn anders
Onbegrip
Begrip
Wantrouwen
Vertrouwen
Afwijzing
Acceptatie
Conflict
Syllabus Landelijke toerustingsdag ambtsdragers, 14 juni 2014
Aanvulling
pagina 20
Elkaar begrijpen
D KENMERK
Actief en besluitvaardig
I Spraakzaam en open De omgeving vormen: mensen laten samenwerken om resultaten te boeken. Geaccepteerd worden
S Betrouwbaar en coöperatief Samen met anderen resultaten bereiken
C Gedisciplineerd en zorgzaam Samen met anderen mogelijke consequenties van activiteiten doordenken.
DOEL
De omgeving vormen; resultaat boeken
BASISBEHOEFTE
Onafhankelijkheid
MOTIVATIE
Zich met anderen meten; prestaties tonen, respect afdwingen; succesvol zijn
Plezier hebben; gevoelens van anderen begrijpen; in beweging blijven
BASISANGST
Controle verliezen
Afgewezen worden
Beslist; snel; energiek; zelfbewust
Vol ideeën; enthousiast; gevoelig; gul
HOE ANDEREN HEN ZIEN
Overheersend; overrompelend; te veeleisend; arrogant
Van de hak op de tak; theatraal; niet bij feiten blijven; manipulerend
Onderworpen; onflexibel; onzelfstandig; laat zich uitbuiten
MOGELIJKHEDEN VOOR PERSOONLIJKE ONTWIKKELIG
Leer luisteren; verklaar motieven; meer openheid en warmte tonen
Minder impulsief; meer doelgericht; langzamer; minder spreken
Minder gevoelig voor uitingen van anderen; tempo opvoeren; leer nee zeggen
Beheersend
Aanvallend
Niet vasthouden
Aandacht richten op ‘het belang’ i.p.v. het correcte; sneller antwoorden; kijk naar voren Uitwijkend
Bevelend
Kletsen
Harmoniseren
Twijfelen
To the point en soms onvolledig
Memo’s met smiles Spreekt graag; luistert naar de emotionele toon in de stem
Duidelijk en kort;
Zeer precies en zonder fouten
Probeert te begrijpen; zoekt mogelijkheden om te helpen
Zeer aarzelend; grondig; wil bewijzen
HOE ZIJ ZICHZELF ZIEN
ONDER DRUK OVERDRIJVEN VAN STERKTES MANIER VAN SCHRIJVEN MANIER VAN LUISTEREN
Hoort niet alles; houdt niet van uitleg
Zekerheid hebben Oprechte gevoelens uiten; belangrijk gevonden worden; eisen aan anderen rechtvaardigen Alleen op jezelf terug geworpen worden Loyaal; berekenbaar; betrouwbaar; geduldig
Alles correct doen Anderen eerlijk behandelen; wereld verbeteren; fouten elimineren; Bekritiseerd worden Precies; systematisch; beheerst; analytisch Pedant; onflexibel; afstandelijk; remmend
Klaas Quist
Syllabus Toerustingsdag 14 juni 2014
pagina 21 van 42
WORKSHOP 8: TWIST AAN TAFEL Verschillen in een kerkenraad, commissie, team of huiskring kunnen soms zomaar uitlopen op een conflict. Niets doen is dan geen optie, maar wat is wijs? Wanneer ben jij aan zet en hoe ga je er dan op een constructieve en Bijbelse manier mee om? In deze workshop gaan we daarmee aan de slag. Je leert hoe je onvrede en verschillen op een constructieve manier bespreekbaar maakt. Ook kijken we naar de verschillende aspecten van communicatie en manieren van reageren. En mooi om te ontdekken dat deze vaardigheden ook heel waardevol zijn in de communicatie van elke dag.
Of u nu eet of drinkt of iets anders doet, doe alles ter ere van God (1 Cor. 10: 31) Leef zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, in vrede met alle mensen (Rom. 12: 18).
Een conflict vormt zowel een gevaar als een kans. In het Chinees zijn deze twee woorden gebundeld in 1 woord. Gevaar komt voort uit het latijnse woord voor conflict, confligere, dat betekent 'tesamen treffen'. Het beeld van iemand die een ander treft maakt het gevaar duidelijk. Kans komt voort uit de werkelijkheid, waaruit blijkt dat groei vaak het resultaat is van een conflict. De belangrijkste veranderingen in ons vinden plaats door moeilijke momenten. Een positieve uitwerking is echter niet vanzelfsprekend. Conflicten kunnen in de praktijk ook veel kapotmaken.
Situaties waarbij ingrijpen in een conflict nodig is
wanneer vergaderingen 'spannend worden' en mensen niet meer in staat zijn om hun meningen of ideeën behoorlijk naar voren te brengen. wanneer mensen niet meer (goed) naar de ander kunnen luisteren, maar nog slechts gericht zijn op hun eigen gezichtspunten en posities. wanneer mensen de kerk verlaten. wanneer mensen elkaar de schuld gaan geven, er angst is en mensen zich terug trekken.
Situaties waarin een conflict een heilzame uitwerking kan hebben
.. ..
Typen conflicten
Conflicten binnen een persoon Conflicten in de relatiesfeer - meer te maken met verschillen tussen mensen Conflicten over feiten, middelen, doelen, methoden en waarden Feiten: de specifieke omstandigheden Doelen: wat je beoogt na te streven Methoden: de manier/strategie waarop het doel te bereiken Waarden: persoonlijke opvatting die bepalen hoe je tegen de feiten aankijkt, welke doelen je na wilt streven en welke methoden je kiest
Syllabus Toerustingsdag 14 juni 2014
pagina 22 van 42
Enkele voorbeelden van conflicten uit de Bijbel -
Lucas 9: 46-48; Handelingen 6: 1-7; 15: 1-34; 15: 35-41 * hoe werden deze conflicten opgelost? * wat kunnen wij hiervan leren? * wat zegt de Bijbel over vergeving en verzoening?
Vijf reacties op een conflict
forceren
exploreren
Belang v.d. zaak Nadruk eigen standpunten compromis
vermijden
aanpassen
Belang v.d. relatie Nadruk standpunten ander
Aanpassen Oog voor de belangen van anderen lijkt het motief bij deze houding, maar het kan net zo goed zijn dat angst de meest bepalende faktor is. Angst voor afwijzing, vrees om er niet meer ‘bij te horen’. In zulke gevallen doet de persoon om wie het gaat zichzelf te kort; hij of zij schuift eigen behoeftes en verlangens opzij onder het motto: dan krijg ik geen problemen en moeten ze me wel aardig vinden. Maar soms barst, vaak na jaren, de bom en de aanpasser kan dan veranderen in een agressor. Vermijden Hier is weinig of geen zorg voor de belangen van anderen, maar evenmin voor de eigen behoeften. Het motto is ‘Ik hou niet van ruzie’. De vermijder ‘vergeet’ wat er gezegd is, waar het over ging. Hij wil voorkomen dat de aandacht op hem gericht wordt, dat hij een uitspraak zou moeten doen. Hij durft geen beslissingen te nemen en vergeet daarbij ook zichzelf.
Syllabus Toerustingsdag 14 juni 2014
pagina 23 van 42
Forceren Winnen of ten onder gaan is het motto van de forceerder. Het in stand houden van een goede relatie is ondergeschikt. Het is ‘jij of ik’. Degene om wie het gaat aarzelt niet om machtsmiddelen te gebruiken, hij manipuleert en appelleert aan schuldgevoelens. De forceerder voelt zich sterk en autonoom; zijn optreden is in ieder geval duidelijk. Exploreren Bij een open confrontatie bestaat de wil om voor eigen belangen op te komen, maar ook die van een ander onder ogen te zien en te laten meewegen. Het is een open confrontatie met de mogelijkheid van winst voor beide partijen. ‘Ieder het zijne’ is het motto hier. Er is geloof in de mogelijkheid van samenwerking. Deze stijl werpt vruchten af als beide partijen de wil tot samenwerking hebben. Compromis Een compromis is gericht op het bereiken van een oplossing die aan beiden tegemoet komt. Ieder moet hiervoor iets opgeven. Je let zowel op je eigen belang als ook op die van de andere partij. Deze benadering heeft meestal te maken met onderhandelingen, waarbij ieder iets opgeeft om iets anders binnen te halen. Je bent bereid water bij de wijn te doen, mits de ander dat ook doet. Er moet dan echter wel wat te verdelen zijn, waarbij het scheppen van een evenwicht belangrijker is dan de kwaliteit van de beslissing.
Standpunten en belangen Fricties/verwijdering Standpunt A <---------> Standpunt B _____________________________________ Belang A
Belang B
gesprek
Syllabus Toerustingsdag 14 juni 2014
pagina 24 van 42
Verschil in perspectief.....
Laat je OMA thuis
Denk aan ANNA
Praktische handreiking (zie: www.vredestichters.nl) Tips om het conflicten te voorkomen of op een goede manier bespreekbaar te maken. -
-
-
-
-
-
Vertel uw verhaal in de ik-vorm Door het verhaal ‘bij uzelf te houden’ voorkomt u dat mensen zich direct aangevallen voelen. Het is uw verhaal, uw visie, uw ervaring en als u dat ook zo brengt, kunt u discussie daarover voorkomen. Praat daarom steeds in de ‘ik-vorm’. Bijvoorbeeld: ‘Ik heb het idee dat het niet zo lekker loopt met de communicatie in onze groep, want ik ervaar regelmatig een bepaalde spanning…’ Uit geen kritiek op mensen, maar op hun gedrag Probeer opmerkingen als ‘U doet altijd…’ of ‘U bent altijd zo…’ te vermijden. Daarmee voorkomt u dat het gesprek wordt afgeleid van de kwestie naar de persoon. Het gaat immers niet over personen, maar over inhoudelijke kwesties. Als u iets wilt zeggen over het gedrag van een ander persoon, is het goed deze boodschap over te brengen als een ik-boodschap. Daarmee voorkomt u verwijten. Bijvoorbeeld: ‘Ik vind het niet fijn dat je zo tegen mij praat, omdat ik daardoor het idee krijg dat je mij als een kind behandelt. Probeer u te verplaatsen in de ander Verplaats u in de ander door uzelf af te vragen: ‘Waarom reageert hij zoals hij reageert?’ of ‘Hoe zou ik me voelen in zijn positie/ situatie?’ Stel eventueel vragen aan deze persoon om er achter te komen. Bovendien geeft u daarmee het signaal dat u betrokken bent op de ander en hem niet zomaar in een ‘hokje’ plaatst. Houd rekening met onderlinge verschillen. Ieder kerkenraadslid heeft een verschillende achtergrond. Ieder komt uit een eigen gezin, plaats, provincie en ieder heeft een verschillende kerkelijke achtergrond. Bedenk dus dat niet iedereen op dezelfde manier met dingen omgaat of tegen dingen aankijkt. Probeer zoveel mogelijk te overleggen. Bij meningsverschillen hoeft niet iedereen het altijd met elkaar eens te worden, om wel tot een gezamenlijke overeenstemming te komen. Het is vaak mogelijk om te zoeken naar een middenweg. Om te komen tot overeenstemming moet iedere mening goed worden gehoord. Daarna moet er een voorstel komen, waarin iedereen zich min of meer kan vinden en waarmee het belang van de gemeente zoveel mogelijk wordt gediend. Soms moet u knopen doorhakken en een besluit nemen, terwijl niet heel de groep op hetzelfde standpunt staat. Zoek een middenweg tussen ‘toegeven’ en ‘voet bij stuk houden’ Het is niet goed om teveel toe te geven, omdat u dan niet uw eigen standpunten serieus neemt. Bovendien is het ook niet goed om altijd voet bij stuk te houden, omdat u dan te
Syllabus Toerustingsdag 14 juni 2014
pagina 25 van 42
-
-
-
weinig ruimte geeft aan het standpunt van de ander. Probeer dus een gezonde middenweg te zoeken, waarbij u uzelf én de ander serieus neemt. Geef feedback mét voorstel(len) ter verbetering Als u kritiek geeft op een standpunt, op de werkwijze, op de manier van aanpak, op het gedrag van een ander, vergezel deze dan ALTIJD met ideeën hoe het anders kan. Kritiek zonder aanbevelingen of alternatieven komt over als een aanval. Kritiek mét alternatieven zet aan tot gesprek. Bijvoorbeeld: ‘Ik vind deze zin niet goed geformuleerd. Ik zou het als volgt doen… Geef ruimte aan uw emoties, mits u ze benoemt Wanneer u boos (of verdrietig, geprikkeld, geïrriteerd, e.d.) wordt tijdens een vergadering om iets wat gebeurt of wordt gezegd, mag u dit best uiten. Maar, daarbij moet u wel opmerken waarom u boos wordt, zodat andere mensen het kunnen plaatsen. Als u boos wordt, zonder het te zeggen of uit te leggen, is de kans groot dat er onbegrip ontstaat of dat uw boosheid verkeerd wordt geïnterpreteerd. Bijvoorbeeld: ‘Ik word heel boos van het feit dat we elkaar niet laten uitspreken. Dat vind ik heel respectloos'. Schakel tijdig een (neutrale) deskundige derde in
Mediation Mediation houdt in dat je met behulp van een mediator in gesprek gaat met diegene(n) met wie je een conflict hebt met als doel om het geschil op te lossen. In de praktijk blijkt dat met 2 tot 4 gesprekken de meeste situaties ook zijn opgelost. De mediator leidt deze gesprekken. Daarbij kiest hij geen partij en zorgt ervoor dat alle betrokkenen gelijkwaardig aan bod komen. De gesprekken zijn vrijwillig en vertrouwelijk. Aan het einde van de mediation worden de afspraken schriftelijk vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst. Vanaf dat moment zijn de afspraken bindend. Steeds vaker worden persoonlijke en zakelijke kwesties door mediation opgelost. Hoewel een mediator doorgaans pas wordt ingeschakeld wanneer er sprake is van een conflict, hoeft het niet altijd al zover te zijn gekomen. Ook wanneer een samenwerking of een relatie niet lekker loopt, kan mediation uitkomst bieden. Mediation is aanzienlijk goedkoper dan een rechtszaak en biedt veel voordelen boven het aangaan van de juridische strijd. In dat geval kies je beiden een eigen advocaat, waar vervolgens na een lang en kostbaar proces een rechter uitspraak doet. Die uitspraak is onvoorspelbaar, waarbij je dus nog maar af moet wachten in hoeverre er werkelijk tegemoet gekomen wordt aan jouw belangen. De praktijk laat bovendien zien dat wanneer de uitspraak er is, het conflict vaak nog aanwezig blijft, omdat één van beide partijen net iets meer gelijk gekregen heeft dan de ander. Bij conflictbemiddeling door mediation bewandel je een andere weg om tot een oplossing te komen. Je hebt daar zelf invloed op en je zult merken dat die veel meer recht doet aan het behoud van de onderlinge relatie. Dat biedt ruimte voor vergeving en verzoening en sluit beter aan bij de Bijbelse principes die je bijvoorbeeld terugvindt in Matt. 18: 15-17 en Fil 4: 1-3. Mediation bespaart je de strijd! Peter van Genderen Genderen Mediation & Coaching
verbonden aan het Netwerk Vredestichters www.vredestichters.nl
Mathaakveld 18 3993 SR Houten M: 06 22043903 E:
[email protected] W: www.genderenmediation.nl
voor wie meer verdieping wil: Zie http://www.healthy-churches.nl diverse seminars/workshops in september
Syllabus Toerustingsdag 14 juni 2014
pagina 26 van 42
WORKSHOP 9: HOOR JE WAT IK ZEG? We zijn elkaar gegeven in de gemeente. Maar we zijn verschillend en daarmee is elkaar verstaan niet vanzelfsprekend. In de workshop worden verschillende elementen toegelicht en geoefend uit Motiverende gespreksvoering, een hulpverleningsmethode die mensen helpt om veranderingen te realiseren. Essentieel voor motiverende gespreksvoering is een empathische stijl. De houding van de hulpverlener moet accepterend zijn en hij moet uitgaan van de overtuiging dat ambivalentie normaal is. Vanuit deze accepterende houding helpt hij de cliënt om zijn ambivalentie te overwinnen en te veranderen. In onze workshop ligt de focus bij het uitdrukken van empathie door middel van reflectief luisteren. Het is een basisvaardigheid die je steeds verder kunt ontwikkelen en die van waarde is in elk gesprek dat gevoerd wordt, kort en terloops, pastoraal of een gesprek waarin iets wat lastig is besproken moet worden. We behandelen eerst verschillende manieren van reageren die het tegenovergestelde effect hebben. Er zijn nogal wat reacties die als effect kunnen hebben dat je niet meer precies te horen krijgt wat iemand nu werkelijk wilde zeggen. Ze blokkeren de gedachtegang van je gesprekspartner in plaats van deze te bevorderen. Daarmee komt wat in de ander leeft niet goed aan bod en dat is jammer als je daar nu juist voor komt. Bepaalde gedachten blijven dan onder de oppervlakte en worden niet gehoord. Hieronder staan twaalf niet luisterende soorten reacties die de voortgang belemmeren of blokkeren:
opdrachten geven, sturen of commanderen waarschuwen of dreigen adviseren, aanwijzingen geven of oplossingen aandragen overtuigen door middel van logica, discussie of door te beleren mensen vertellen wat ze moeten doen, moraliseren het met iemand oneens zijn, oordelen, bekritiseren of beschuldigen het met iemand eens zijn, goedkeuren of prijzen te schande maken, belachelijk maken of etiketteren interpreteren of analyseren geruststellen, sympathiseren of troosten ondervragen of allerlei vragen stellen uit de weg gaan, afleiden, grappen maken of van onderwerp veranderen
Syllabus Toerustingsdag 14 juni 2014
pagina 27 van 42
Een manier van luisteren die wel dicht bij de ander blijft en hem helpt bij het verwoorden van wat in hem leeft is reflectief luisteren. Bij reflectief luisteren heeft de luisteraar niet alleen oor voor de feitelijke informatie die de gesprekspartner geeft (de inhoud van zijn woorden), maar ook voor datgene wat mogelijk wordt bedoeld maar niet wordt uitgesproken. Een reflectief luisterende reactie is in feite raden wat de gesprekspartner bedoelt in de vorm van een uitspraak. Een uitspraak zal minder weerstand oproepen dan een vraag die een antwoord oproept. Een reflectief luisterende uitspraak getuigt van meer begrip. Een deskundige reflectie herhaalt niet wat een ander heeft gezegd, maar beweegt zich net iets verder. Voor wie meer wil weten over deze manier van luisteren en gesprekken voeren en dan met name in kerkelijke context is het boek ‘Anderen tevoorschijn luisteren’ van Bert Bakker heel geschikt. Marijke Chaudron
Syllabus Toerustingsdag 14 juni 2014
pagina 28 van 42
WORKSHOP 10: ONBEPERKT WELKOM Meer dan 14% van alle Nederlanders heeft een beperking in horen, zien, bewegen of verstandelijke vermogens. Hoe zorg je ervoor dat ze hun talenten als volwaardige leden van het lichaam van Christus kunnen inzetten, ondanks hun beperking? Hoe welkom is de kerk voor mensen met een handicap? Gaan mensen in een rolstoel gemakkelijk mee naar de kerk, of haken ze af, bijvoorbeeld omdat alle ‘rolstoelers’ op een rijtje moeten zitten?
Verdiep je in iemands handicap
Realiseer je dat een handicap niet altijd een beperking inhoudt. ‘Beperkt’ ben je wanneer de maatschappij/kerk zo is ingericht dat je als gehandicapte wordt belemmerd in je functioneren. De ene lichamelijke beperking is de andere niet. Bovendien verschillen mensen met een handicap onderling erg van elkaar. Bijvoorbeeld in de manier waarop zij tegen hun handicap of beperking aankijken. Wees terughoudend met goed bedoelde adviezen. Als niet-gehandicapte is het immers gemakkelijk praten. Houdt in je achterhoofd bij de gesprekken die je voert: • iemands zwakte (handicap) kan ook een kracht worden in zijn leven, en • elk mens heeft gaven.
Realiseer je wat de impact is van een beperking
Een handicap hebben of krijgen betekent veel voor mensen en hun omgeving. Verdriet, verwerking, een zoektocht naar betekenis en naar je (nieuwe) eigen rol. Dat is kost tijd. Een handicap of chronische ziekte hebben brengt financiële problemen met zich mee. Minder of niet kunnen werken (zelf of als mantelzorger), hogere kosten voor dagelijkse dingen, bijkomende ziektekosten, bezuinigingen op uitkeringen. Steeds meer mensen met een beperking leven op of beneden minimuminkomen en hebben grote kans op schulden. In Nederland is veel mogelijk qua zorg. Er zijn veel instanties die gehandicapten kunnen helpen. Maar je moet zelf de eerste stap zetten, je aanmelden, vertellen wat er aan de hand is. Wat als alles je teveel is? Wat als je je handen al vol hebt om het hoofd boven water te houden: je al veel tijd kwijt bent aan artsen, therapieën en de broodnodige rustmomenten…
Zoek hen op en leer hen kennen
Als diaken heb je een mooie taak. Je mag naast mensen staan en mensen leren kennen. Ontdekken wie ze zijn, wat ze nodig hebben om te kunnen leven en om christen te kunnen zijn én wat ze te bieden hebben aan anderen. Het belangrijkste is dan contact leggen. Even aankloppen als je toch in de buurt bent. Een kopje koffie komen drinken. Mensen bij je thuis uitnodigen. Vraag hoe de ander iets wil hebben, vul dat niet zelf in. Het kan zijn dat mensen helemaal niet weten wat ze nodig hebben. Of ze weten het wel, maar zijn moe van het steeds maar om hulp vragen. Pas als je deze mensen echt leert kennen zal je ontdekken waarmee ze het moeilijk hebben. Wees voorzichtig met het aanbieden van geld. Vaak hebben mensen meer aan praktische hulp. Jouw financiële hulp kan betekenen dat bepaalde uitkeringen of voorzieningen worden stopgezet.
Syllabus Toerustingsdag 14 juni 2014
pagina 29 van 42
Investeer in talenten
Misschien is de kerk wel een van de weinige plekken waar we geloven dat iedereen gaven heeft. Dat ook van de mens met een handicap iets verwacht mag worden. In Christus’ gemeente mag er wederkerigheid zijn. Mensen helpen elkaar, het is nooit eenrichtingsverkeer. Mensen met een beperking hebben misschien hulp nodig, maar ze hebben anderen ook veel te bieden. Voor jou als diakenen ligt daar de uitdagende taak om hen daarbij te helpen. Als diaken mag je ontdekken, vragen stellen en vertrouwen op God die iedereen een taak gegeven heeft die bij hem past.
Bron: Bovenstaande is een uittreksel van ‘H18 Hulp aan mensen met een beperking’ uit het Handboek voor diakenen. Dit handboek is de nieuwste in de serie Werken in de kerk. Het biedt diakenen een schat aan praktische informatie over een breed aantal relevante onderwerpen. Voor €17,90 kun je het handboek bestellen via www.diaconaalsteunpunt.nl/winkel. Je betaalt dan geen verzendkosten. Derk Jan Poel Diaconaal steunpunt
telefoon (038) 427 04 80 mail
[email protected] website www.diaconaalsteunpunt.nl twitter @diaconaal facebook www.facebook.com/diaconaalsteunpunt Op de hoogte blijven? Kijk op www.diaconaalsteunpunt.nl/op-de-hoogte-blijven
Syllabus Toerustingsdag 14 juni 2014
pagina 30 van 42
WORKSHOP 11: VEELKLEURIG VIEREN De zondagse eredienst vervult een belangrijke rol in het gemeenteleven. Hier komt iedereen samen voor ontmoeting met God, zijn Woord, elkaar. De manier waarop de dienst wordt ingevuld is voor veel gemeenteleden van invloed op hun gevoel van erbij horen. Hoe kunnen we omgaan met de soms uiteenlopende wensen rond de liturgie op een zodanige wijze dat iedereen zich hierin nog steeds herkent en zich thuis kan voelen?
De workshop Herken je dit? Geregeld horen we van gemeenteleden dat ze iets in een dienst erg mooi, aansprekend of prettig hebben gevonden. En dat ze zoiets best vaker zouden willen. Maar voor anderen waren diezelfde zaken dan soms juist een reden om aan te geven dat zoiets voor hen niet hoefde en het eerder afleidend dan opbouwend werkte. En dat ze het liever niet terug zien. Dit zijn allemaal legitieme vragen, gevoelens en reacties, en ze laten zien hoe veelkleurig we als lokale gemeenschap zijn. En dat is méér dan alleen een kwestie van smaak, achtergrond, traditie of persoonlijke voorkeur. Mensen zijn verschillend, ook in hun spirituele belevingen. Het wordt steeds duidelijker dat het belangrijk en nodig is iedereen zoveel mogelijk op een bij de persoon passende wijze aan te spreken. Maar net zo duidelijk is dat het niet eenvoudig (en zelfs onmogelijk) is alle “spirituele talen” in één enkele dienst een goede plek te geven. Wellicht is het een te hoog gegrepen doel om iedereen zich in de diensten te laten thuis voelen en herkennen. Is dat eigenlijk wel mogelijk? Eén ding is zeker, vanzelf gaat het niet. In deze workshop zoeken we naar een aantal handvatten in liturgie en muziek waarmee we kunnen werken aan vieren in veelkleurigheid. We zullen eerst stilstaan bij wat de eredienst eigenlijk is, waarom we samenkomen en wat er in de diensten gebeurt. En in hoeverre dat “maakbaar” is. Vervolgens zullen we inzoomen op elementen als inhoud, structuur en stijl. Vooral dat laatste is in hoge mate bepalend voor de “belevingswaarde” van de dienst. Van hieruit zullen we kijken naar wie er samenkomen, en welke achtergronden en spirituele belevingen we daarbij zouden kunnen onderscheiden. Tot slot zullen we mogelijkheden bespreken hoe diverse stijlelementen bewust ingezet kunnen worden op een bij diverse belevingen passende wijze. We doen dit aan de hand van een typologie van 4 typen diensten. Op de volgende pagina’s een beknopte toelichting op de thematiek waarop we in de workshop nader zullen ingaan. Een van de meest bepalende elementen is het gebruik van muziek in de diensten. In het laatste deel van de workshop zullen we daar ook aandacht aan besteden. Wat is de bijbelse kijk op muziek, welke effect heeft muziek en samenzang in onze diensten? Welke ontwikkelingen zien we in het gebruik van muziek in onze diensten en wat moeten we daarmee? Hoe balanceer je tussen het behoud van het goede en de gewenste vernieuwing? En hoe kom je tot een evenwichtige en kwalitatief goede muziekpraktijk in je gemeente, en wie heb je daarbij nodig?
Syllabus Toerustingsdag 14 juni 2014
pagina 31 van 42
Opbouw van de dienst: inhoud, structuur en stijl We kunnen onderscheid maken naar inhoud, structuur en stijl:
De inhoud is wat ons bindt: het bijbelse evangelie van Christus Jezus, gekruisigd en opgestaan. We horen bij elkaar omdat we bij Christus horen; andere zaken zijn daaraan ondergeschikt. Structuur (wat gebeurt op welk moment) geeft rust en herkenbaarheid, brengt orde en creëert duidelijkheid; voorkomt afleiding en maakt daarmee ruimte voor het wezenlijke in de dienst. Stijl is de wijze waarop de inhoud en de structuur in een concrete dienst invulling krijgen. o Stijl is in hoge mate aanpasbaar aan cultuur en context; o Stijl kent een grote mate van vrijheid; o Dé christelijke cultuur bestaat niet; vormen die we gebruiken zijn in belangrijke mate bepaald door historie, traditie en cultuur en (mogen) daarom aan vernieuwing en verandering onderhevig (zijn). Structuur:
Als een van de mogelijk structuren voor de diensten wordt in de literatuur o.a. een 4-voudig patroon genoemd, dat historisch al oude papieren heeft en ook in onze diensten herkenbaar is. 1. Samenkomen (verzamelde individuen worden tot een aanbiddende gemeenschap). Dat klinkt triviaal, maar is cruciaal voor het goede verdere verloop van een dienst. 2. Dienst van het woord (de aanbiddende gemeenschap luistert naar de Heer). 3. Dankzegging, eucharistie, avondmaal (de aanbiddende gemeenschap ontmoet en antwoordt de Heer). 4. Zending en zegen (De aanbiddende gemeenschap wordt ontbonden om met de zegen van de Heer de taak in de wereld te verrichten) Hieronder een schematische weergave van het verloop van een dienst in de tijd door deze 4 fasen, en de corresponderende opbouw van de aandacht.
Syllabus Toerustingsdag 14 juni 2014
pagina 32 van 42
Stijl: Hier gaat het om de specifieke invulling van een dienst in vorm, taal en lied. Dat is veel lastiger terrein: daar botsen voorkeuren en culturen, traditie en vernieuwing, smaken en belevingen, en komt onze diversiteit als mensen ten volle aan het licht. En daar kunnen we ons onder elkaar soms heel druk over maken. En dat vertroebelt wel eens de onderlinge verhoudingen. Mensen spreken verschillende spirituele talen, en om in de samenkomsten geïnspireerd te worden moet je in voldoende mate aangesproken worden in een taal die bij je past. Spirituele beleving in de dienst Waar de een zijn geloof uit in enthousiasme en expressie, uit de ander het juist in eerbied en ingetogenheid. Waar de een zich voor God ontvankelijk weet door het ervaren van schoonheid en zintuiglijke waarneming, weet de ander zich juist ontvankelijk door zich in eenvoud en zonder onnodige afleiding open te stellen voor de Geest. Waar het bij de een juist in eerste aanleg uit hemof haarzelf komt om tot God te naderen, wordt het bij anderen juist door wat er om hen heen gebeurt mogelijk dat God tot hen nadert. Dit verschil in “innen en uiten” enerzijds en “subject- en objectoriëntatie” anderzijds kunnen we in een eenvoudig model weergeven. Hierdoor krijgen we zicht op verschillende wijzen van omgaan met beleving.
Deze 4 accenten van omgaan met gevoel kunnen we vertalen naar verschillende liturgische accenten:
Syllabus Toerustingsdag 14 juni 2014
pagina 33 van 42
Antoine Houben 06 51 34 09 25
[email protected]
Syllabus Toerustingsdag 14 juni 2014
pagina 34 van 42
NETWERK TRAINERS & COACHES TOERUSTING 2.0 Om de plaatselijke kerken en predikanten van dienst te kunnen zijn, heeft Toerusting 2.0 een netwerk van trainers en coaches. Wij stellen ons kort voor. U kunt contact opnemen met ons via de coördinator. (zie contactgegevens in de inleiding) Hanneke den Boer-Bolhuis Ik ben enthousiast over de kerk! Het is een onderdeel van Gods Koninkrijk. Als kerkgemeenschap hebben we veel te bieden aan elkaar en aan mensen buiten de kerk. Zo zijn we bijvoorbeeld een plaats waar God te vinden is en waar liefde heerst. Predikanten en gemeenteleden zetten zich met hart en ziel in voor de gemeente. Mooi werk om te mogen doen. Maar ik zie ook dat het ze soms moeite en pijn kost en dat het in gemeenten niet altijd gaat zoals het is bedoeld. Graag zet ik de gaven die ik heb gekregen en datgene wat ik heb geleerd, in om deze mensen te bemoedigen en toe te rusten. Daarmee wil ik mijn steentje bijdragen aan de kerken. Ik ben supervisor en coach (geregistreerd bij de L.V.S.C.). en ben opgeleid als kerkelijk werker en maatschappelijk werker. Als coach heb ik mij de laatste jaren verdiept in omgaan met stress. Naast individueel begeleiden van mensen heb ik er plezier in met groepen te werken. Trainingen ontwerpen die aansluiten bij de specifieke behoefte van een groep vind ik een leuke uitdaging. Sinds 2008 ben ik een van de toerusters van de Toerusting 2.0. Ik heb onder andere predikanten gecoacht, kerkenraden begeleid en trainingen gegeven aan kerkenraden en pastoraal werkers. Hanneke woont en werkt vanuit Houten. Arine Brouwer-Holwerda Mensen boeien mij. Al die verschillende mensen. Geschapen naar Gods beeld. Door Hem bedoeld om te Leven. Ik zie en ervaar ook dat het leven wordt doorkruist, bedreigd en gebroken. In het spanningsveld tussen “overleven” en echt leven, wil ik graag een tijdje met mensen optrekken, zodat zij kunnen ontdekken hoe ze tot hun recht kunnen komen op de plek en in de omstandigheden waar zij zich bevinden. Als trainer en coach werk ik nu zo’n 14 jaar met groepen en individuen en sinds 2003 zet ik als medewerker Toerusting 2.0 mijn gaven en ervaring ook in voor werkers in de kerken. De plek bij uitstek om te leren wat dat is: Leven. De trainingen gaan bij voorbeeld over het voeren van pastorale gesprekken, het omgaan met verschillen in de gemeente, het helpen focussen op wat prioriteit heeft, etc. In de coaching en intervisie staat de persoonlijke groei meer centraal. Het is voor mij belangrijk om steeds te blijven leren. Daarom werk ik graag samen met collega’s, participeer ik verschillende leer- en intervisiegroepen, heb ik in 2012 mijn internationale registratie bij de ICF gehaald en volg ik momenteel een 4-jarige opleiding bij Het Spectrum in Hattem. Arine woont en werkt vanuit Geldrop.
Syllabus Toerustingsdag 14 juni 2014
pagina 35 van 42
Alex Boshuizen Sinds 1990 werk ik als predikant, tot november 2012 was dat steeds full-time. Sinds 1 november 2012 ben ik in deeltijd gaan werken in de Nederlands Gereformeerde Kerk van Heemstede. Supervisie en coaching is voor mij een uitdagend extra naast het predikantswerk, vooral door de andere context en andere focus. Door de deeltijd aanstelling die nu heb krijg ik de gelegenheid om dit uitdagende extra meer uit te werken. Ik hoop zo het goede van twee werelden te combineren. Ik ben aangesteld als supervisor bij de predikantenopleiding van de Nederlands Gereformeerde Kerken. Daarnaast geef ik supervisie en coaching aan allerlei mensen in allerlei levenssituaties. Alex woont en werkt vanuit Voorhout.
Marijke Chaudron Als kerkelijke gemeenschap zijn we elkaar gegeven om Christus na te volgen en liefde te oefenen; voor elkaar, God en de wereld. Soms loopt dat spaak. In zo’n geval kan ik helpen helder te krijgen waar het wringt en wat er moet veranderen om de situatie te verbeteren. Samen met predikant of kerkelijk werker onderzoek ik wat hij (of zij) graag veranderen wil, hoe daaraan gewerkt kan worden, wat het betekent dat iemand hierin vastloopt. Ook de context waarin iemand werkt en leeft komt aan de orde. Zorgvuldig en zonder oordeel luisteren vind ik belangrijk. Daarbij werk ik vanuit de notie dat aanvaarding de sleutel is tot verandering. Iets over mijn achtergrond; ik ben arbeids- en organisatiepsycholoog en heb gewerkt als personeelsadviseur in een grote organisatie. Tegenwoordig ben ik als zelfstandig coach en mediator werkzaam. Daarnaast coördineer ik het gebedspastoraat in de NGK van Oegstgeest en ben ik getrouwd en moeder van drie tieners. Marijke woont en werkt vanuit Oegstgeest.
Syllabus Toerustingsdag 14 juni 2014
pagina 36 van 42
Bas Gravendeel De kerk: lang zal zij leven! De kerk als ontmoetingsplaats. Met mensen en met God zelf. De kerk is de plaats waar mensen zich veilig moeten kunnen voelen. Dat geldt voor iedereen: de gemeenteleden, de ambtsdragers, de oud-ambtsdragers, de kerkelijk werker, de predikant. Soms wringt er wat. Soms te erg. Dan kan het behulpzaam zijn een klankbord te hebben. Iemand die zonder oordeel luistert en vraagt. Luisteren naar wat gezegd wordt en wat tussen de regels door bedoeld wordt. Iedereen met zijn eigen verhaal en achtergrond tot zijn/haar recht laten komen. Soms is er iemand van buiten nodig om plannen te spiegelen, structuur te maken en communicatie op gang te brengen. Ook dan is luisteren cruciaal. Uiteindelijk met als doel met elkaar weer een stukje te groeien in geloof en gemeenschap met elkaar. Na bijna twintig jaar als leidinggevende in het bedrijfsleven te hebben gewerkt ben ik in 2006 als zelfstandige aan de slag gegaan. Dat bevalt goed. Met de bagage van een coach en een mediator opleiding op zak heb ik een stap naar professioneel coach gemaakt. Daarin is zonder oordeel en secuur luisteren naar wat de ander zegt heel belangrijk. Daarna komt pas de actie. Altijd gericht op verder kunnen en weer verder gaan met elkaar in de gemeenschap van Christus. De kerk: lang zal zij leven tot eer van God! Bas woont en werkt vanuit Schiedam.
Marieke Jellema De wens om te veranderen kan voortkomen uit de wil om jezelf te ontwikkelen, dan wel ingegeven zijn door een moeilijke situatie. Coaching is in mijn praktijk gericht op gedragsverandering. Met name uw gedrag is zichtbaar voor de gemeente en uw thuisomgeving: gedrag van de voorbeeldfiguur, de professional en de mens. In een coachtraject gaan concrete veranderingen hand in hand met veranderingen in denken, een beter zelfbeeld, een reflectie op de eigen schaduwkanten en de acceptatie van jezelf. Geloof en coaching raken hier aan dezelfde paradox: acceptatie van wie je bent en wat zich aandient en de wil of behoefte om iets te veranderen. En daarin zoeken we naar uw mogelijkheden. Zeven jaar geleden namen mijn collega en ik het initiatief tot PastoRaad: een samenwerking voor begeleiding van predikanten en werkers in de kerk. Wat is er veel gebeurd in de afgelopen tijd en wat fijn dat coaching nu breed toegankelijk is in de kerk. Zelf word ik bemoedigd door predikanten en werkers in de kerk die weer nieuwe perspectieven zien, mogelijkheden in handen hebben gekregen en hun weg in vertrouwen verder gaan. Als Master Practitioner in coaching ben ik aangesloten de NOBCO en blijf ik actief om mezelf te vernieuwen en te ontwikkelen. Marieke woont en werkt vanuit Apeldoorn.
Syllabus Toerustingsdag 14 juni 2014
pagina 37 van 42
Wilma Koopman Ieder mens is een prachtig en uniek schepsel van God, de Vader. Dus ook een ieder die een functie mag vervullen in een kerkelijke gemeente. Functioneren in een kerkelijke gemeente kan mooi, vruchtbaar en opbouwend zijn. Ook kan daar de pijn van gebrokenheid aanwezig zijn. Daarbij mogen we om hulp en steun vragen. Wat er in de Bijbel staat over ‘Vele gaven, één Geest’ inspireert mij om steun en begeleiding te bieden aan mensen en in situaties waar onvoldoende sprake is van ontwikkeling en opbouw. Graag begeleid ik predikanten en anderen die werkzaam zijn in een kerkelijke functie door middel van persoonlijke coaching. Zowel voor vraagstukken gerelateerd aan het functioneren (persoonlijke ontwikkeling of loopbaanontwikkeling) als met betrekking tot specifieke situaties. Daarnaast bied ik ook conflictbegeleiding en gespreksleiding. Ik ben werkzaam als zelfstandig geregistreerd coach, geregistreerd mediator en adviseur. Voordat ik koos voor het zelfstandig ondernemerschap ben ik jarenlang werkzaam geweest in leidinggevende functies in het bedrijfsleven. Inmiddels heb ik mensen in verschillende (kerkelijke) functies begeleid. Daarnaast ben ik actief als (huis)kringleider van de kerkelijke – missionaire – gemeente waarvan ik lid ben. Ook ben ik bestuurslid van een protestants christelijke basisschool en buurtbemiddelaar in de plaatselijke gemeente. Ik ben getrouwd en moeder van twee kinderen. Wilma woont en werkt vanuit Mijdrecht.
Remmelt Meijer Wat mij motiveert zijn in het kort vooral twee dingen. Het eerste is mijn geloof dat God groter is. Groter dan onze problemen en onze kaders. En het tweede de overtuiging: het kan anders. Uit dat laatste spreekt verlangen dat altijd weer opvlamt en er zit ook iets in van ‘geen genoegen nemen’ met de status quo. Ik vind het belangrijk samen terug te gaan naar de diepere overtuigingen, de wortels van geloven en liefhebben. Genade is voor mij een essentieel punt om opnieuw vanuit te denken en van daaruit naar nieuwe wegen te zoeken. Kerk zijn in deze tijd is mijn passie: aansluitend bij de cultuur waarin we leven en tegelijk anders en met een relevante boodschap. Dat vraagt moed om keuzes te maken en verantwoordelijkheid te nemen, juist om dienend te zijn aan de Heer van de Kerk: Jezus. Ik ben sinds 2009 zelfstandig coach, aangesloten bij de NOBCO. Daarnaast ben ik adviseur voor Nederland Zoekt, dat kerken een leergemeenschap aanbiedt voor missionaire kerkvormen en groeien in discipelschap. Van 1998-2007 was ik predikant en pionier voor gemeentestichting in de vrijgemaakt gereformeerde kerken. Ik ben momenteel in Amsterdam opnieuw betrokken bij missionaire gemeenschapsvorming. Mijn hart ligt bij procesbegeleiding die raakt aan visie, geestelijke leiderschapsontwikkeling en eigentijds vitaal kerk-zijn. Remmelt woont in Diemen en werkt vanuit Amsterdam.
Syllabus Toerustingsdag 14 juni 2014
pagina 38 van 42
Carolien Pape Kerkelijk werkers in de breedte zijn harde werkers vanuit een passie voor de gemeente en voor God. Wat is het dan belangrijk om geregeld een tijd van reflectie te nemen over je persoonlijke ontwikkeling, geloof, professionaliteit, samenwerking, keuzes, grenzen en behoeftes . Als coach/ supervisor en christen ben ik gemotiveerd om daarbij te ondersteunen omdat mensen en Gods gemeente mij aan het hart gaan en omdat ik zie dat een burn-out, motivatieverlies en conflicten het pijnlijke gevolg kunnen zijn wanneer je niet op tijd op de rem gaat staan . Ik ben een professioneel supervisor en coach met een jarenlange begeleidings- en bemiddelingservaring in kerken, onderwijs en bestuur/politiek, zowel in individuele trajecten als in groepen/ teams. Mijn stijl is te typeren als concreet, ervaringsgericht, doelgericht, nuchter en met humor. Carolien woont en werkt vanuit IJsselstein.
Klaas Quist De kerk, dat is voor mij de gemeenschap van mensen die elkaar ontmoeten omdat ze samen God zoeken. De kerk, dat is de plaats waar we samen leren wat genade is, in de ontmoeting met de levende God en elkaar. Ik heb mijn broeders en zusters nodig om te leren rechtvaardig te leven en vol ijver om het goede te doen, in afwachting van de verschijning van onze Here Jezus. In de kerk kies je elkaar niet uit, je wordt aan elkaar gegeven. En dat gaat soms heel goed, maar helaas lang niet altijd. We verliezen elkaar soms, met alle pijn en gevolgen. Als er geen beleid is, gaat het volk ten onder, zegt de Spreukendichter. Deze waarheid is ook op de kerk van toepassing. In de zoektocht die hier vaak mee gepaard gaat, trek ik graag mee op als procesbegeleider voor de kerkenraad. Klaas woont en werkt vanuit Tollebeek.
Syllabus Toerustingsdag 14 juni 2014
pagina 39 van 42
Gert-Jan van der Vegt Wanneer u denkt er zelf niet uit te komen help ik u graag de kloof te overbruggen waardoor u zelfstandig verder kunt. Ik werk het liefst met groepen. Ik help u te beseffen wat het is dat uw kerk zo bijzonder maakt. Voor uzelf, ambtsdragers, gemeenteleden en de maatschappij. En dat vertaal ik naar concrete stappen die ervoor zorgen dat processen en vooral communicatie in uw kerk nog beter verlopen. Ik beloof u bewustzijn, goed naar elkaar kunnen luisteren en samenhangend resultaat. De reden dat ik dit doe is omdat ik van mensen houd. Als navolger van Christus, de grote Overbrugger en middelaar. God heeft me talent gegeven om goed te doorgronden waar conflicten in organisaties liggen, te analyseren en op te lossen. Het gaat in organisaties, dus ook in kerken, altijd om mensen. Mensen door God bijeengeroepen in kerken als leden van eenzelfde lichaam, waar ik ook deel van mag uitmaken. Uiteindelijk dus omdat God van mij houdt. Gert-Jan woont en werkt vanuit Deventer.
Syllabus Toerustingsdag 14 juni 2014
pagina 40 van 42
MELDPUNT MISBRUIK De kerk, een veilig huis De kerk dient een veilige plaats te zijn waar mensen elkaar liefhebben, respect hebben voor God en elkaar. Veiligheid is vanzelfsprekend voor een gemeenschap die de Bijbel als missiedocument heeft. Seksueel misbruik past niet in dit beeld. Praten over seksueel misbruik kan dan ook op weerstand rekenen. Maar als je wilt spreken over de kerk als een veilig huis, zal je ook maatregelen moeten nemen om die veiligheid zoveel mogelijk te waarborgen. Wie is verantwoordelijk? Werken in de kerk kan risico met zich meebrengen als je niet goed voorbereid aan de slag gaat. Eén van de ‘spelregels’ in de kerk is dat de kerkenraad verantwoordelijk is voor de veiligheid van de gemeente. Een andere regel is dat de kerkelijke functionaris te allen tijde verantwoordelijk is voor het zuiver houden van de relatie. Dit zijn grote verantwoordelijkheden die vragen om actie van de kerkenraad en een beleidsmatige aanpak. Want, mannen, vrouwen, meisjes en jongens maar ook de kerkelijke functionarissen zelf hebben recht op veiligheid in de kerk. Enkele cijfers Cijfers van het Ministerie van Justitie zijn schokkend: Bijna 40 % van de vrouwen hebben voor hun 16e jaar één of meerder negatieve seksuele ervaringen. Voor jongens is dat 3 – 9 %. Het gebeurt veelal binnen het gezin, op school, in het buurthuis, binnen de sport- of jeugdclub, tijdens het uitgaan of op straat. De gemiddelde leeftijd bij aanvang van langdurig misbruik: 10 jaar bij vrouwen en 11 jaar bij mannen. Doe een veiligheidscheck Hoe veilig is uw kerk? Aan de hand van enkele ijkpunten kunt u zelf uw conclusie trekken:
Staat het onderwerp regelmatig (minimaal 1 x per jaar) op uw agenda? Hebt u een gedragscode voor ambtsdragers, catecheten, jeugdwerkers en andere kerkelijke functionarissen en spreekt u hier regelmatig over door met elkaar? Hebt u in kaart gebracht waar en wanneer uw gemeente risico’s loopt? Is er in uw gemeente een interne vertrouwenspersoon aangesteld? Beschikt u over een zorgvuldig aanstellingsbeleid? Is het Meldpunt Misbruik en de vertrouwenspersoon voldoende bekend in uw gemeente? Beschikt u over de klachtenregeling en het protocol voor situaties van misbruik?
Wat kunt u van het Meldpunt Misbruik verwachten?
Hulp aan slachtoffers van seksueel misbruik in kerkelijke relaties: eerste opvang, en, indien gewenst, begeleiding naar de klachtencommissie. Begeleiding van slachtoffer en gemeente rondom melding of klacht. Advies aan kerken rondom situaties van misbruik, zoals begeleiding bij het protocol, hulp bij het inschakelen van een gemeentebegeleider. Voorlichting en advies gericht op preventie. Voorlichtingsmateriaal zoals website, artikelen, folders, flyers, posters. Scholing en begeleiding van Interne Vertrouwenspersonen. Ondersteuning bij implementatie van het stappenplan Veilig Jeugdwerk.
Syllabus Toerustingsdag 14 juni 2014
pagina 41 van 42
Een veilige kerk Een veilige kerk begint met bewustwording en openheid. Het lijkt ingewikkeld om open te zijn over seksueel misbruik. Het bekend worden van misbruik heeft veel (maatschappelijke) impact. Toch is openheid een voorwaarde om recht te kunnen doen aan zowel slachtoffers als daders. Het Meldpunt zet zich in om het onderwerp seksueel misbruik bespreekbaar te maken, zowel in die situaties waarbij misbruik heeft plaatsgevonden als op het gebied van preventie. Wij zijn u graag van dienst.
www.meldpuntmisbruik.nl Telefoon: Email:
06 – 810 801 17
[email protected]
Syllabus Toerustingsdag 14 juni 2014
pagina 42 van 42