De fundatie Petrus Mertens te Haacht*
(vervolg) J. Cools
DE ONDERWUZERS
1. Anthonius Loots Of na de dood van Petrus Mertens onmiddellijk school gehouden werd is niet zeker. Op Roost lag een klein garnizoen en regelmatig trokken legerbenden door het dorp. Palissaden verdedigden het kerkhof en bij onraad hielden de dorpsbewoners zich schuil in de kerk. In 1592 werd Julianus de Havrech pastoor in Haacht. Hij was 32 jaar oud. De landdeken die in zijn verslagen het persoonlijk leven van de pastoor en de wijze waarop hij zijn ambt uitoefende beoordeelde, opteerde in 1598 dat de Havrech een man met voortreffelijke hoedanigheden was, geleerd en vroom. Eveneens vernemen we dat Anthonius Loots, kapelaan-schoolmeester, de school bestuurde en de kinderen leerde lezen, schrijven en zingen. Loots overleed in de abdij van Park in 1610 1 .
2. Florentinus de Hu In 1600 werd het onderwijs toevertrouwd aan Florentinus de Hu. We kennen zijn herkomst niet. Hij was getrouwd met Lucia Peeters. Drie kinderen werden te Haacht geboren 1. Florentinus, 0 23.5.1602. 2. Ludovicus, 0 26.9.1604. 3. Agnes, 0 15.7.1607. Ongeveer 40 kinderen bezochten regelmatig de school. Na 9 jaar degelijk onderricht begon de Hu te drinken. Eveneens liet zijn gedrag te wensen over. In 1611 overleed zijn beschermheer de Havrech. Tijdens zijn bezoek werd de Hu door de landdeken streng vermaand, doch de Hu bleef drinken, verwaarloosde het oriderwijs en werd afgezet2 •
3. Jan de Wint In 1614, onmiddellijk na het heengaan van de Hu, benoemde het schoolbeheer Jan de Wint tot onderwijzer. De landdeken uitte zijn tevredenheid over het met vrucht (cum fructu... , cum laude) verstrekte onderricht door de Wint. De Wint was getrouwd met de ons evenmin bekende Maria Fabius.
• 1 2
6
Zie HOGT, 6 (1991), p. 197-206. "Ludimagister dominus Anthonius Loots, presbyter (sacellanus). Inveni 40 pueros" (dekenaal visitatieverslag). "Ludimagister Florent. de Hu. Omnes de vita et moribus ipsius conqueruntur quod adductus est potitionibus...Aperit scholam cum parvo fructu nam frequens est in tabernis" (dekenaal visitatieverslag).
Twee kinderen werden te Haacht geboren : 1. Guilielmus, 0 9.2.1616. 2. Aleidis, 013.9.1618. In die jaren was Joannes de Wit (Witte) koster. De pastoor, Reinerus Assels, oordeelde dat de Wit te oud werd en vroeg aan zijn naarstige onderwijzer het kostersambt waar te nemen. Einde 1619 of begin 1620 verliet Jan de Wint Haacht. We weten niet waarom.
4. Johannes Hamael Het kerkbestuur benoemde Johannes Hamael tot onderwijzer en de abt van Park stelde Simon Schaelenborch tot koster aan. Op 29 augustus 1626 trouwde de jonge koster te Haacht met Joanna Loesens (in de tabellen ook Loosen, Dooien en Loon). Zij verwekten vijf kinderen : 1. Suzanna, 3.6.1627. 2. Anna, 0 20.5.1629. 3. Margareta, 0 25.7.1630. 4. Egidius, 013.4.1633. 5. Catharina, 0 16.4.1635. 0
Over de activiteiten van Johannes Hamael weten we weinig. Zijn vrouw heette Anna Meeus. Twee kinderen werden te Haacht geboren : 1. Petrus, 8.12.1625. 2. Catharina, 29.6.1633. 0
0
In deze periode vertoefde de begaafde organist Gielis Sterck te Haacht : hij wordt expliciet in het document "Ordonnantie ende konditie van den schoelmeester a 1643" (zie vorige aflevering) vermeld. Zijn verblijf te Haacht kan dus niet geloochend worden. In 1636 leerde hij te Mechelen de Haachtse orgelbouwer Hans Goltfus kennen, die gedurende 98 dagen bij hem kost en inwoon genoot3. Ook Petrus Wets was bevriend met Gielis Sterck. In die jaren stond Haacht bijzonder sterk onder de invloed van Mechelen. Zelfs Sneyers, pastoor in Haacht, was afkomstig uit Mechelen. Van die unieke samenloop van omstandigheden heeft de Haachtse koraalschool natuurlijk gretig geprofiteerd. O
Van beroep was Gielis Sterck "lakenmaker", doch daarnaast was hij de uitstekende organist van de Mechelse Sint-Romboutskathedraal. We vonden de volgende vermeldingen:
"A "A "A "A
O O
O O
1616 betaelt Gielis Sterck tot subsidie van een jaer huyshure als lakenmaeker... ". 1617 betaelt Gielis Sterck van gebeyaert te hebben op St. Rombouts thoren... ". 1627 betaelt Gielis Sterck voirt leeren van de musique aen de jonghere ... ". 1645 betaelt Gielis Sterck organist van St. Rombouts kercke...4 ". Waarom Gielis Sterck te Haacht vertoefd heeft kunnen we niet verklaren.
3
4
Dr. VAN DOORSLAER, De orgels in St.-Romboutskerk, 1924, p. 22 : "Den XXI Juny 1636 betaelt aen den organist Sterck voordat hy gelogeerf en den kost gegheven hadde aen den orgelmaecker met :zynen knecht ende huysvrouwe . . . II gl. XV st. •. Bedoeld is
Hans Goltfus, zijn vrouw Catharina Grieten& en Jan Dekens, zijn knecht. Daar Catharina Grieten& en de knecht, Jan Dekens, steeds Hans Goltfus vergezelden, zou na de dood van Hans Goltfus, de weduwe Catharina Grietens met de knecht Jan Dekens trouwen, en voortaan was de knecht, Meester Jan Dekens, orgelmsker. In 1636 was Catharina 21 jaar oud. Dr. VAN DOORSLAER, Notes sur lesjubés et les maîrrises de Malines, 1906, p. 80-81.
7
5. Petrus Wets Alvorens Petrus Wets in 1637 te Haacht belandde was hij 9 jaar "notaris ende erfcoster, schoelmeester geweest van Wesenbeeck, Oppeulen ende St. Peeters Woluwe", zoals duidelijk op zijn grafsteen te lezen stond. De beweegredenen die Wets hebben aangespoord om zich te Haacht te vestigen, blijfven een vraagteken : zijn huwelijk, Gielis Sterck, Hans GoltfusS ? In 1632 werkte Hans Goltfus te Steen okkerzeel, waar Abraham Grietens pastoor was. Zijn zuster, Catharina, zou met Hans Goltfus trouwen. Gielis Sterck was eveneens een kundig orgelbouwer, zodat het eerste contact met Goltfus uit die jaren kan dateren. In 1982 hebben we Wets belicht als de promotor van de parochiale heropstanding6. Heden behandelen we hem als de man die aan de Haachtse koraalschool een nieuwe structuur heeft bezorgd. Wets begon zijn loopbaan te Haacht als koster, organist en schoolmeester. Als koster verving hij de jonge Petrus Smets, maar Wets werd door de abt van Park verplicht het kosterschap terug af te staan aan Petrus Smets. Wets wijdde zich vervolgens met hart en ziel aan de materiële en geestelijke heropbouw van de parochie. Het aanmatigend optreden van Savoet, die zelfs in de school kwam wonen, verplichtte Wets in 1642 het verloren testament van Petrus Mertens op te zoeken. Onmiddellijk na het ontdekken van het testament werd een nieuw schoolreglement opgesteld. Op 2 februari 1643 werd Wets eindelijk definitief tot onderwijzer aangesteld. Wets heeft te Haacht allerlei posten bekleed en gecumuleerd, inventarissen opgesteld en rekeningen in orde gebracht. Hij was fier over zijn prestaties, streefde naar eer, doch rijk is hij niet geworden, integendeel. Zijn programma luidde : 1) de bouw van een nieuwe school en van een stenen woning voor de onderwijzer; 2) de beursgenietende koralen te verplichten in de school te wonen om behoorlijk de kerkplechtigheden te kunnen opluisteren.
Zes jaar 'later In 1649 prijkten splinternieuw achter de kerk de nieuwe school en woning. De landdeken kwam kijken, doorsnuffelde papieren en registers en constateerde dat elkeen zijn paasplicht had vervuld en dat het dorp geen ketters of bijzitten telde. Vervolgens toonde hij aan Wets een akte uit het jaar 1639 waarop in het Latijn genoteerd stond : "Dijficultates circa redditum 600 Florensium ad onus ecclesie" ("Er zijn problemen i.v.m. een rente van 600 gulden ten laste van de kerk"). Wets, rentmeester "der kerke" en "notarius publicus" herkende zijn eigen geschrift en las "Op 6 augustus 1639 hadden Imbertus de Paepe, pastoor, Gielis Wouters, kerkmeester, en Peeter Wets, kerkmeester, 600 gulden ontleend aan de schatrijke en zeer christelijke Spanjaard Christoffel de Medina de Montoya, heer van Hollaken, "tot opbouwinge van de choor van de kercke van Haecht". Die som diende voor 1652 terugbetaald aan de erfgenamen van de Medina. S 6
8
De geraadpleegde archieven laten niet toe nauwkeuria te bepalen ofWelll zich in 1636 of 1637 te Haacht gevestigd heeft. I. COOLS en A. VAN AERSCHOT, 750jaar Sint-Remigiusparochie Haachl, Haacht, 1982, p. 47-48.
Na lezing van de akte verklaarde Wets dat hij enkele tijd geleden die 600 gulden aan de landdeken had overhandigd. Na het vertrek van de landdeken nam Wets zijn voorzorgen, ep op 6 december 1649 werd een rapport opgesteld waarin meier, schepenen, H.-Geest- en kerkmeesters plechtig verklaarden dat Petrus Wets "seer loffelyck syne devoiren in alles had gedaen ende doen bouwen twee triumphantelycke choren... "7. Al de kerk- en H.-Geestmeesters uit de jaren 1639-1649 ondertekenden het getuigschrift Gielis Wauters, kerkmeester in 1639, Adriaen Docx, Dierick Gobbens, Gielis Vloebergh, molenaar, Aert Dockx, Jan Van Beethoven, H.-Geestmeester in 1639, Peeter Van Langendonck, Jan Van Hove, Peeter Van Haecht, Jan Deboven, Adriaen Van Adorp, zoon van Christiaen, Lambrecht Van Beethoven, gehuwd met Catharina Van Adorp, Peeter Van Lanckriet, Bertel Mertens, Hendrick Van Langendonck, Rombaut Janssens, Peeter Rasschaerts, Jan Van Adorp en Adriaen Van Wesebeeck. Wie Haacht uit die jaren kent zal onmiddellijk constateren dat de namen van enkele notabelen (?) ontbreken : Grietens, Goltfus, koster Peeter Smets en pastoor Egidius Sneyers. Over de 600 gulden hebben we niets meer vernomen !
De koralen Dr. Van Doorslaer schreef in 1906 : "la maîtrise schola cantorum (koraalschool) de l'église Saint-Rombaut fut des plus importantes aux XVe et XVIe siècle". Het was te Mechelen dat Petrus Mertens zijn vorming had gekregen. Zangertjes waren er bijna in elk dorp : te Wespelaar, te Werchter, te Rotselaar en te Wezemaal, maar alleen Haacht bezat een gefundeerde en gedoteerde koraalschool. De zangscholen zijn in de kerkgeschiedenis zeer oud. De koralen moesten in de school wonen, genoten kost en inwoon, gratis onderwijs en een nogal verreikende muzikale opleiding. Sedert de dood van Petrus Mertens had de school hoogten en laagten gekend. We noteerden allerlei oorzaken : drinkende onderwijzers, oorlogen, epidemieën, onbegrip van de ouders, enz. De ouders, meestal kleine boeren, aanvaardden gretig de 32 gulden, maar hielden hun kinderen thuis. Zij wilden niet dat hun zoontje in een zangschool zou worden opgevoed. In het testament van Petrus Mertens\Stond zwart op wit " ...ten behoeve van de jongere scholieren die inde schole sullen moeten wonen onder die subjectie van den schoelmeester". In twee rapporten onderstreepte Wets zijn standpunt.
Rapport 1: "... dat volgens sekere statuyten ende ordonantien die noeijt ende sijn geobserveert geweest dan wel het beset ende incompsten altyt bij d' auders syn geproffiteert geweest, waervan de kinders koewachters ende schaepherders waeren ende henne costen tot hennen geseiden dinste met dese fondatie aen hun auders betaelde die de goederen der fondatie bij hueringhen als andersints besaten, alsoo datte binaer daerinne vermeestert waeren ende alle bescheeden soo de fondatie als andersints was te niet gedaen, behoudens een autentique coppeye daer ick achter geraeckt ben in een secker comptoir van den Raede van Brabant tot Brussel, alwaer eertijts een proces was gesustineert ende blijven hanghen, dwelck ick naer veel ende langhe soeckene hebbe gevonden ...".
1
Het hoogkoor en het zijkoor ter ere van de H. Quirinus.
9
Rapport 2: "... dat de jongens die inde schole tot den dinst Gots saude moeten vast woonen achtervolgens seckere statuyten ende ordonnantien die moeilijck ende sijn geobserveert geweest . . . dat die proffiteerders nu koralen sijn van de prochie ende moeten dagelijckx met het roode tabbaert den goddellijcke dinst der kercke subjeckt sijn ende oock buijten huysen ende tgebiedt van henne auders inde schole woonen... ". Van nu af woonden tot aan de Franse Overheersing meestal vier koralen in de school. De vooroordelen tegen de koraalschool verdwenen en weldra hadden de meeste nazaten van de familie Mertens-Van Puddeghem een zoontje koraalkandidaat. Uit die jaren dateren zeer veel stambomen. Alleen begaafde knapen met een mooie stem werden aanvaard. Het was de onderwijzer die de selectie deed. De meesten bleven één, twee of drie jaar koraal. De zangertjes uit een beter leefmilieu bleven zes jaar koraal en werden organist, koster of onderwijzer. Om onderwijzer te worden moest men geen groot licht zijn, evenmin om koster te worden. Hoe aan de afgestudeerde koralen het orgelspel en de Gregoriaanse zang werden aangeleerd staat niet in de geraadpleegde archieven. We weten dat in de 17de eeuw de familie Goltfus twee orgels bezat. Het is dus niet uitgesloten dat andere families te Haacht over een orgel beschikten. De meeste knappe koralen kwamen uit de betere families : Palmaerts, de Pauw, Bauweleers, Coremans, Bols, Van Langendonck, Smets èn Van Adorp. Zij werden broeder, priester, pater, organist, zangmeester, koster, notaris, schoolmeester, meier, enz. Velen deden een goed huwelijk en we constateren dat het vaak de afstammelingen van die begaafde "koewachters en schaepherders" zijn die zich heden bijzonder voor genealogie interesseren.
1655 Ongeveer zes jaar lang gebeurde er niets. Pastoor Sneyers deed elke dag zijn mis of zat te vissen in de vijvers van de pastorie, Wets gaf les of zong en Peter Smets, de koster, luidde 's morgens, 's middags en 's avonds het Angelus, tot op zekere dag de koster oordeelde dat zijn spruitje Laureys Smets in de koraalschool diende te worden opgenomen. Wets weigerde de kleine Laureys te aanvaarden omdat het "manneke" waarschijnlijk geen stem had, en zette in zijn plaats zijn zoon, de werkelijk begaafde Rumoldus Wets. Het is de homerische haat tussen koster en organist-schoolmeester die we nu gaan behandelen. Tussen 3 mei 1654 en 16 mei 1655 verliet koraal Augustijn Palmaerts de koraalschool. Het parochiebestuur had beslist dat telkens wanneer een koraalplaats vrij kwam de ouders door een "kerkgebod"8 zouden worden verwittigd "opdat de bekwaemste zouden verkozen worden". Peter Smets steigerde en kreeg van het kerkbestuur de volmacht om - op eigen kosten - voor de Raad van Brabant tegen Petrus Wets een proces in te spannen. De Haachtse notaris Grotaerts nam akte van de beschuldiging en Peter Smets diende klacht in tegen Petrus Wets. Toen het proces startte ondervroeg de rechter de volgende getuigen :
8
10
Een openbare afkondiging of bekendmaking van iets in of voor de kerk.
1) "Hendrick Grootaerts9 , meyer, jonckman, residerende den meesten tijdt tot Loven...oft niet waerachtigh is dat Rombaut Wets, des impetrants sone (de zoon van de aangeklaagde), nu ontrent de twee jaeren, inde kercke van Haecht heeft helpen doen ende singen alle kerckelijke diensten, verclaert dat t' sedert hij attestant in sijne voorscreven officie is geweest, wesende nu gepasseert ontrent de vier jaeren, hij diversche keeren den voorschreven Rombaut, beneffens andere scholieren (koorknapen), inde voornoemde kercke heeft sien singen ten teyde van den dienst aldaer, soo voor als naer het afgaen van Augustijn Palmaerts, lesten chorael ... ". 2) "Guilliam Peeters ..., kerck ende dorpsmeester geweest, oudt ontrent 40 jaeren ... (verklaart) .... Romuldus Wets heeft altijdt wel ende te prijzen den kerckelyken dienst beneffens andere, zonder berispinge ... gedaen ... ". 3) "Jan van Beethoven, soo meester als knecht, vier jaer H.Geestmeester ende oock dorpsmeester. Eodem die is gecompareert Jan van Beethoven, aut sesenveertigh jaeren ... Op den derden artikel verclaert, dat tot het ontfaengen van eenen nieuwen corael altijdt geschiet een kerckgebodt ten eynde de naeste ende bequaemste vrienden (bloedverwanten) hun souden comen presenteren tot het bedienen van dien, tot welcke bequaemigheijt altijdt is gevolght geweest het jugement van den schoolmeester aldaer, verclaerende op den vierden artikel dat de schoolmeester altijdt heeft gegeven sijn advies, ende namentlijck als sijne attestante sone 10 als corael wilde ontfangen des geleden Kersmisse vijf jaeren, verclaerende mede dat den schoolmeester tot het voorschreven verkies altijdt moet geven sijn goetduncken om alsoo den bequaemsten te kiezen, dan dat hij attestant verstaet dat imant nu anders compt pretenderen; op den vijfden artieckel segt ende verklaert dat Rombaut Wets dagelijks nu geleden ontrent de twee en twintigh maenden t' sedert het afgaen van Augustijn Palmaerts11 , lesten chorael, den kerckelijcken dienst vroegh ende spade (laat) beneffens sijnen compagnon, des attestants sone, wel ende te prijzen heeft gedaen 12 , gevende voor redenen vant'gene voorschreve begrepen te wesen bij het testament van den fondateur ... ". 4) "Peeter Grietens, m1 schepenen ende te voren geweest kerckmeester ende dorpsmeester ... oudt 53 jaeren ... verclaert datter dry a vier choralen syn ontfangen geweest die den impetrant hadde gepresenteert als bequaernste, sonder dat daer tusschen den heere pastoor oft imant anders eenige ruzie om was oft heeft geweest, dan nu dat hij attestant t' selve verstaet te sijn ten regarde van het ontfangen van Rombaut Wets ... ". 5) "Gielis Luijtens, meester brouwer ende pachter woonende tegen over de kercke ... gewesene sergeantrnajor op de riviere den Demer (sic) tot Haecht... verclaert dat Rombaut Wets t' sedert het afgaen van Augustijn Palmaerts, lesten chorael, seer goddellijck ende prijselijck heeft gesonghen ende gedaen den kerckelijcken dienst tot Haecht ... ".
9
Henricus Grotaerts huwde op 13 mei 1659 Ie Haacht met Maria Goltfus, de oudste dochter van Hans Goltfus, de orgelbouwer. Het echtpaar verwekte tien kinderen. Meester Hendrik Grotaerts, notaris Ie Haacht en opvolger van Petrus Wels, was tevens "meyer van Haecht ende greffier van den leenhove des hertochsdomme van Aerschot". Hij vertoefde vaak Ie Leuven. De fameuze Abraham Frederik Goltfus was zijn schoonbroer.
lO Bedoeld is Hendrik Van Beethoven, later koster en notaris te Putte bij Mechelen.
1 1 Augustijn Palmaerts, geboren Ie Haacht op 9 april 1 636, zoon van Jan en Joanna Ingelborchs. Jan Palmaerta was de zoon van Jan, die op 1 5 juli 1 595 met Gertrudis Vercalsteren trouwde. Zij was de zuster van Gielis Vercalsteren, gehuwd met Jenneken Van Beethoven, dochter van Pauwel Van Beethoven. Jan Palmaerts, man van Joanna Inghelborchs, waa Broederschapmeesler, in 1 639 en schepen in 1 640. 12 Hendrik: Van Beethoven, 0 26.1 0.164 1 ; Rumoldus Wets, 0 1 7.7.1644. Men mag zonder dralen voorhouden dat Augustijn Palmaerts, Hendrik Van Beethoven en Rumoldus Wels elkaar zeer goed kenden. Rumoldus Wels was een zeer knap element en werd onderwijzer-organist Ie Aarschot. Hij werd een groot figuur uit de ge&ehiedenis van Aarschot.
11
6) "Denys Stroobants ... drij jaeren kerclcmeester ende oock dorpmeester ... verclaert ... dat den impetrant, soo verre sijne kennisse gedraeght, altijt heeft voorgestelt den bekwaemsten naer sijn jugement om te wesen chorael ...". De verklaringen ten gunste van Peter Smets bezitten we niet. Opmerkelijk is het getuigenis van Jan Van Beethoven, kleinzoon van de tot de brandstapel veroordeelde heks Josine Van Vlasselaer 13 . Zijn zoon was sedert 1650 koraal. Zijn vader getuigde dus met kennis van zaken. Daar het proces te Brussel bleef hangen, wendde Peter Smets zich tot het bisdom, waar de landdeken en vervolgens de vicaris-generaal het dossiertje in de onderste lade legden ... Pas na de dood van Petrus Wets in 1666 dacht men schuchter aan verzoening. Twee jaar later, in 1668, werd een orgelpunt gezet achter een proces dat in 1655 aanving. Op 7 april 1668 verschenen te Haacht voor notaris Grotaerts meester Rombout Wets, onderwijzer en organist te Aarschot, vergezeld van zijn zuster Magdalena Wets, kinderen van wijlen Petrus Wets, en in naam van hun moeder Margareta Docx enerzijds, en Peter Smets, schepen en koster, vergezeld van zijn vrouw Gasparina Bollen, anderzijds. Zij verklaarden dat enkele jaren terug een proces had plaats gehad tussen Petrus Wets en Peter Smets voor de officialiteit te Mechelen nopens een koraalbeurs, waarbij Petrus Wets veroordeeld was de proceskosten te betalen. De veroordeelde was echter in beroep gegaan, en tot op heden had de aartsdiaken van het bisdom zijn vonnis nog niet geveld. Rombout en Magdalena verklaarden dat zij bereid waren van het beroep af te zien en stelden voor aan Petrus Smets en Gasparina Bollen een financiële vergoeding van 90 gulden te betalen, op voorwaarde echter dat de tegenpartij eveneens de klacht introk. Petrus Smets en Gasparina Bollen aanvaardden het voorstel. De verzoening had een diepe achtergrond. Rombout Wets was te Aarschot een notabel man, en vader Smets had twee zonen die regulier kanunnik waren in de Parkabdij. Mensen met een rijp verstand zijn steeds vergevensgezind, idioten zijn het nooit.
6. Mattheus Spiro Hoe die man te Haacht is beland is een geheim. Het was ongetwijfeld een vieze klepper. Vanaf 1673 kloeg de landdeken over zijn gedrag, zijn onzindelijkheid, zijn ongehoorzaamheid en zijn zonderlinge manier van leven. Over de nieuwe organist Norbertus Van Adorp was de landdeken tevreden. De landdeken vermaande Spiro tweemaal ernstig, zonder gevolg, en Spiro werd in 1676/1677 afgezet. Bijna onmiddellijk werd de organist Norbertus Van Adorp tot schoolmeester benoemdl4.
7. Norbertus Van Adorp Norbertus Van Adorp behoorde tot een zeer oude Haachtse familie, een eenvoudig boerengeslacht, dat hoofdzakelijk van vader op zoon nabij "den dries ten Eiken" had gewoond. Men was te Haacht, vooral op St.-Adriaan, rap met weinig tevreden. Het moet een stille familie geweest zijn, geacht omdat ze eenvoudig was, maar te braaf om iets te worden.
13 Zie A. DE WACHTER, Beethoven en Josyne van Vlasselaer, in: HOGT, 3 (1988), p. 165-168. 14 "Custos Petrus Smeu. Ludimagistcr quidam Mattheus Spiro, de cujus moribus ... Ludimagistcr Mattheus Spiro, qui perscverat in inobocdientia et modo suo frauduloso vivendi ... scandaloso vivendi ... etc." (dekenaal visitatieverslag).
12
Norbertus Van Adorp was een bekwaam orgelspeler, maar als schoolmeester stond hij beneden de middelmaat. De schepenbank was zelfs van mening dat hij niet de nodige bekwaamheid bezat..
Genealogische schets Van Adorp : Nicolaua Van Adorp x Anna Peeten Tak B : Joannes x Maria Fierens Jan kan ook zoon zijn van Jan Van Adorp
Tak A : Willem x Lyllheth Mertena
Catharina Van Adorp x 31.1.1601 Lambrecht Van Beethoven
1
Christiaen Van Adorp x 12.7.1605 Maria-Catharina Bauweleen
Jan °16.3.1610 x 1.8.1636 Martina Lauwen
Adrianus 09.10.1611 Tak A sterft uit.
Norbertus Van Adorp 0 30.9.1652 x 23.12.1677 Elisabeth Docx
1
1
Elisabeth Docx overleed op 23 oktober 1677;
"sepulla est in cemiterio Elisabeth Dox, submersa in put". Norbertus Van Adorp overleed op 23 december 1741 "viduus Elisabethe Dox et Marie Goris".
Voor de pastoor primeerde rechtgelovigheid en een rudimentaire kennis, voor de schepenbank bekwaamheid en pedagogische geschiktheid IS. In 1684 kwam de landdeken naar Haacht en sprak met veel lof over de koraalschool. Twintig jaar lang keken pastoor en schepenbank door de vingers. De meier, Abraham-Fredericus Goltfus, was een ontwikkeld man. Het onderricht van meester Van Adorp deed hem pijn. In 1696 werd Norbertus Van Adorp, toen 44 jaar oud en vader van een talrijke kroost, op aandringen van de schepenbank verplicht zijn plaats af te staan aan Adriaan Poplimont. Net zoals Cincinnatus trok hij terug naar zijn ploeg. Hij overleed op 23 december 1741, ongeveer 89 jaar oud.
8. Adrianus Poplimont Op 1 juli 1696 werd Adrianus Poplimont (Poplemont) schoolmeester. Hij dankte zijn benoeming aan de schepenbank. De voorwaarden luidden : "Hij sal gehouden zijn te leeren ende instrueren de arme kinderen van desen dorpe die den heere pastoor, kerck- ende H.Geestmeesters hem sullen toezenden, waervoor hij sal profiteren hondert guldens van den d01pe telcken jaers aen hem door den borghmeester te betaelen ..., (verder) de vergunning van vrijdom van het houden van soldaeten .. . (eveneens zal hij genieten) van haer bunderen lants ... (ten slotte) van ieder kindt telcker maendt sal hij profiteren ses stuyvers, waer voren hij de selve sal moeten instrueren in lesen, schrijven, Fransche taele, cheijferen leggen ende andersints . . . oock sal hem geconfereert worden de orgel binnen onse kercke met de proffijt". We weten weinig over Adrianus Poplimont. Hij was getrouwd met Margareta de Smet, een meisje uit Perk. Twee kinderen werden te Haacht geboren 1) Anna-Margareta, 0 3.8.1697. Zij trouwde op 28.8.1719 met Henricus Van Adorp. 2) Barbara, 0 29.6.1699 (susceperunt, Gielielmus de Smet et Barbara van den Briel, peter en meter). IS "Organista Norbertus van Adorp bene fecit ... Norbertus van Adorp organista et ludimagister ... Norbertus van Adorp organista et ludimagister qui etiam est receptor" (dekenaal visitatieverslag).
13
Adrianus Poplimont overleed in 1701. Op 12 mei 1703 hertrouwde zijn weduwe Margareta de Smet met Jan Van Adorp (" ... contraxerunt matrimonium Joannes Van Adorp et Margareta de Smedt ... coram Norbeno Van Adorp et Guilielmo de Smedt, testibus"'). Zij verwekten vijf kinderen. Margareta de Smedt overleed op 25 januari 1729. Alvorens de volgende onderwijzer te behandelen dient een parenthese ingelast. In het dekenaal visitatieverslag van 1701 lezen we :
"Custos (koster) Joannes van Hove", aangesteld door de abt van Park en de pastoor van Haacht. "Ludimagister et organista est N. Pomeriau, qui diligenter adimplet munus suum" (schoolmeester en organist is N. Pomeriau, die zijn ambt behoorlijk vervult). 1709 : "Custos Joannes van Hove ... N. Pomeriau est ludimagister et organista ". Over een Pomeriau als onderwijzer en orgelspeler te Haacht rept het Haachts kerkarchief nochtans met geen letter. Al de geraadpleegde documenten bewijzen unaniem dat na Poplimont, Guilliam de Smedt onderwijzer werd. Dr. Van Doorslaer bezat een afschrift van een authentiek document uit het Haachtse kerkarchief waarin te lezen stond : 1. Peter Mertens, stichter (+ 5 juli 1593) 2. Meester Gielis Sterck 3. Petrus Wets (+ 1666), rentmeester en schoolmeester genoemd op 9.2.1639 4. Norbertus vanAdorp ( 0 1651- +1741), van 1676 tot 1696 5. Adrianus Poplemont (+1701), van 1696 tot 16.7.1701 6. Juliam Desmeth (+1736), van 10.3.1701 tot 3.11.1735 7. Remigius Bauweleers, zone Franciscus, van 7.9.1735 tot (+) 1775 8. Franciscus Bauweleers, zone Egidius, van 4.10.1775 tot 1807 9. P.J. van Dessel, 1811. De lijst werd opgemaakt na 1811 en is onvolledig, doch volledig betrouwbaar.
9. Guilliam De Smedt, organist, schoolmeester en schepen Na de dood van Adrianus Poplimont werd Guilliam De Smedt, geboren te Perk, broer van Margareta De "Smeth" en schoonbroer van 1) Adrianus Poplimont en 2) Jan Van Adorp, tot onderwijzer aangesteld. Op 23 december 1702 trouwde hij met Maria Grauwen, die op 28 november 1703 overleed (" Sepulta est Maria Grauwen, u.xor Guilielmi de Smedt, ludimagistri nostri, in ecclesia, munita sacramentis ecclesie "). Vijf maanden later hertrouwde Guilliam De Smedt met Maria Bauweleers, waaruit acht kinderen. Zij waren de schoonouders van Egidius Bauweleers, koster te Wakkerzeel, en de grootouders van Franciscus Bauweleers, de laatste onderwijzer van de fundatie (zie hierna). Op het archief van het Aartsbisdom berust een schrijven van meier Abraham Fredericus Goltfus dat ons toelaat Haacht vanuit een andere hoek te bekijken. Abraham schreef : "... dat hij op den voorscr. tijde veele ende menighvuldieghe abuse ende excessen heeft ontmoet in aenzien der rekeninghe ende gouverneringhe der kercke, H.Geest, fondatie der schole ende fondatie van het beneficie, goederen aldaer gefondeert door wylen die vrouw Anna van Croij, hertoginne vanAerschot...".
14
"Nu wat aengaet de fondatie der schole, (die) heeft jaerlijcx oock (een) innecomen (van) ettelijcke honderde guldens, ende volgens de intentie van den fondateur, wylen Petrus Mertens, het soude moeten syn eenen experten ende exempleren schoelmeester die de jonckheyt in alles soude moeten onderrichten ... maer het korps van Haecht ende de bloedverwantelycke schepenen hebben aengesteld Guilliam de Smet voor een jaer, hopende dat hy zich zou perfectioneren, maer er komt niets van. Nu wordt aengesteldt F. Bauweleers, eerste uyt dese schoele comende, synen swaeger... "16. "De Smet begeeft zich daegelycx inde brandewyn huysen ende houdt zich met alles bezig, behalve met de schoei. De orgel laet hij door een onbekwaemen bespelen, daer hij weinig aengeeft, ende om de choraelen den zang te leeren trekt hij 64 gulden, maer hij leert den zang niet aen... ". Waarschijnlijk heeft of had Goltfus gelijk. De Smedt bleef onderwijzer en werd zelfs schepen van Haacht. Hij overleed in 1735.
10. Remigius Bauweleers Door Maria Bauweleers te huwen had Guilliam de Smedt Remigius Bauweleers toegang verschaft tot de koraalschool. Zo begon de periode Bauweleers, die zou eindigen in 1807.
Genealogisch ovenicht: Jan Bauweleers x (14.1.1672) Magda Peeters Maria x Guilliam de Smedt, onderwijz.er
Frans x Gasparina van Langendonck
1
Catharina O 29 .1.1710 x Egidius Bauwe\eers, koster Ie Wakkeneel 1
FRANCIS BAUWELEERS,
REMIGIUS BAUWELEERS,
onderwijzer
laatste onderwijzer
x Maria Cath. Meeus
De schepenbank was een samenraapsel van bloedverwante families die als hond en kat het dorp bestuurden. Na het schandaal Spiro, het jarenlang zwakke onderricht van Norbertus Van Adorp en de drankzucht en de nonchalance van Guilliam De Smedt, eiste meier Grietens, gesteund door de dorpsheer, de hertog van Arenberg, meer inspraak bij het aanstellen of het benoemen van de onderwijzer. Zij waren van mening dat Remigius Bauweleers onbevoegd was. Verschillende Haachtenaren begonnen een lijn te trekken tussen een goed onderricht en een goed gezongen Tantum ergo met veel wierook 17. Meier Grietens zocht steun bij de zeer oude Norbertus Van Adorp, en die verklaarde op 12 december 1735 : "...Mr. Norbertus Van Adorp, (gewezen) schoelmeester ... oudt ontrent de 84 jaeren ... inde jaeren sestienhondert ses, seven oft acht en seventich, den preciesen dagh ende tijdt aen hem alsnu vergeten, is gecosen ende aengestelt geworden als schoeimeester van het voerscr.
16 Het kerkarchiefverzwijgt deze onregelmatigheden.
17 In de streek stuurden meer en meer verschillende gegoede families hun zoon naar de universiteit. 15
Haecht. Dat in het aenstellen van hem hebben gestempt ende overgestaen (in tegenwoordigheül van ... ) den pastoir, meyer, schepenen, kerck ... H.Geest- ... ende Broedermeesters van Ha'echt ... dewelcke samenderhand de patente van hem ... hebben geconcipieert (opgesteld) ende onderteeckent
"
Op basis van dit getuigenis lieten "den hertoge van Arenbergh ende Sr. Peeter Grietens, synen meyer" aan pastoor Paulus Bertonville weten dat zij de benoeming of aanstelling van Remigius Bauweleers niet aanvaardden. Pastoor Paulus Bertonville, baccalaureus in de theologie, sedert 1733 pastoor in Haacht, beantwoordde in naam van het kerkbestuur het veto van de meier : "Remigius Bauweleers is de schoolmeester van de Fondatie, niet van de gemeente Haacht of van de parochie Haacht ... ende men heeft ... noch gesien datter binnen Haecht sijn geweest twee schoolmeesters, eenen van de fondazie ende eenen van de gemeynte door de regeerders aengestelt ende gesalarieert uyt de gemeynte casse" " (hier wordt gezinspeeld op het geval Van Adorp-Poplimont). "De fondatie competeert den pastoor, de kerckmeesters, de Broederschapmeesters ende de H.Geestmeesters", zoals duidelijk in het testament van Petrus Mertens gestipuleerd staat, "ende volgens welcke ordonnantien op 16 juni 1642 (sic) Petrus Wets is aengestelt" . Het is waar dat in het verleden bij het benoemen of afzetten van een onderwijzer de schepenbank werd geraadpleegd, "als wel dat ontrent den jaere 1677 om seckere reden den alsdan wesende schoelmeester der fondatie tot Haecht om syne quaede conduite is afgestelt ... door pastoor, meyer ende weth (schepenbank; bedoeld is het geval Spiro)." Eveneens is het waar dat in 1696 de gemeente niet tevreden was "van de leerlinge" van de kinderen toevertrouwd aan "den schoolmeester Norbertus Van Adorp" en dat door de gemeente Adrianus Poplimont werd aangesteld "ende hy uyt de gemeynte casse werd betaelt... ". De documentatie waarover we beschikken is onvolledig omdat reeds in het begin van onze eeuw verschillende archiefstukken verdwenen, en omdat we af en toe gebruik maken van aantekeningen die Dr. Van Doorslaer ons een halve eeuw geleden heeft overhandigd, maar waarvan de originele stukken niet meer in het fundatiedossier berusten. Bertonville had gelijk en Remigius Bauweleers, alhoewel geen feniks, bleef onderwijzen tot aan zijn dood op 18 april 1775. Remigius Bauweleers, geboren op 31 juli 1712 (" ... baptizatus est ... quem susceperunt R. D. Joannes Huenaerts (de kapelaan) nomine R. D. Remigii van La.ngendonck" (een broer van de moeder), trouwde tweemaal : 1) met Maria-Anna Bierts, die op 18 maart 1762 overleed, 2) op 7 september 1762, nog geen zes maanden later, te Leuven in het Minderbroedersklooster, met de veel jongere Elisabeth Van den Putte ("7 septembris anni 1700 sexagesimi secundi Lovanii in conventu Fratrum Minorum inierunt matrimonium cum dispensatione in duabus proclamationibus Remigius Bauweleers et Elisabeth van den Putte"). Remigius Bauweleers was 50 jaar oud en verwekte bij zijn jonge geliefde twee kinderen : 1) Petrus Frans, 0 17.12.1764. 2) Maria Theresia, 0 9.8.1767. Petrus Frans was 13 jaar oud toen zijn vader stierf. Hij kreeg van zijn moeder en zijn stiefvader (eenmaal weduwe hertrouwde Elisabeth met Michel Grietens) een uitstekende opvoeding, trok na zijn humaniora (?) naar de Alma Mater en werd geneesheer. Zijn zoon Theodoor werd advokaat 18 • 18 In de opgang van de familie Bauweleers hebben de Perkse familie De Smedt en de Herenthoutse familie Van den Putte een determinerende rol gespeeld.
16
11. Franciscus Bauweleers Enkele weken na de dood van Remigius Bauweleers kwam de landdeken naar Haacht. Hij noteerde: "Custos est Petrus Bauweleers, idem est receptor fabrice, mense S. Spiritus et fundationis scholae ... Organista est Joannes Bauweleers, .filius prefati custodis, qui bene pulsat organum Ludimagister est Franciscus Bauweleers ex Wackeneel, est satis diligens in officio suo ... ". Petrus Bauweleers was koster en penningmeester van de kerkfabriek, de Armentafel en de koraalschool. Joannes Bauweleers, zijn zoon, was een bekwaam organist. Franciscus Bauweleers, uit Wakkerzeel, was schoolmeester en oefende tamelijk vlijtig (toegewijd, stipt) zijn ambt uit.
Genealogische schets : Thomas Bauweleers x Barbara Appelmans Frans x
1) Catharina Derboven 2) Anna Van Wesenbeeck
Ex 2) Jan x Magda Peeters (cf. supra)
Frans. ( 028.8.1650) x Magda Van Adorp Jan ( 016.2.1678) x Maria Bruyndonck Peeter ( 017.4.1722) x Barbara De Pauw
1 Petrus ( 29.3.1760), priester 0
Koster
I Jan ( 017.12.1763) x Joanna Grietens
organist, vervolgens koster.
De "patente van organist" werd op 21 september 1784 aan Joannes Bauweleers toegekend. Hij was toen ongeveer 21 jaar oud en had reeds "langen tijdt" het orgel bespeeld "Wij onderschreve pastoor, meyer ende schepenen der heerlyckheid van Haecht, maeken cond ende kennelijk aen een ieder dat alsoo het organistschap in de kercke onser parochie vaceerde van over sekeren tijd, ende bij ondervinding kennende de capacitijt ende probitijdt van Sr. Joannes Bauweleers, sone van den coster Petrus Bauweleers, als hebbende dit ampt nu langen tijdt met eere geexerceert ende bedient, soo is dat wij het voorscreve organistschap in de kercke deser parochie mits desen verclaeren te jonnen ende te confereren aen den voomoemden Joannes Bauweleers, sone Petri... Vaste gagie ... 42 guldens in geit, 24 halsteren core boven de casuelen (extra inkomsten), te weten van de kercke 21 guldens ende 12 halsteren coren, ende van de parochie de vruchten van het Peperbemdeken ende 10 guldens in geit ... Actum 21.9.1784". In 1775 bezocht de landdeken Haacht. In zijn rapport gaf hij een korte beschrijving van de koraalschool : "Est in hac ecclesia laudabilis fundatio pro quatuor choralibus, facta per Magistrum Petrum Mertens, hujus ecclesie olim custodem et ludimagistrum ... hi chorales ministrant in omnibus officiis divinis, toga et superpellecio induti... Ludimagister habet ex eadem fundatione domum proprium ... habebat olim 60jlorinos, sed nunc ... anni 1775 habet 32jlorenos, cum onere docendi illis litteras et cantum, habebat ex mense . .. 28 jlorenos pro pauperibus docendis . . . suae presentiae et tenetur singulis diebus dominicis et festivis etsi in Missa solemni, vesperis et laudibus
17
"1 9
De landdeken noteerde eveneens "Pro amortizatione bonorum hujus fundationis soluta est anno 1753 notabilis summa. " (voor de amortisatie van de goederen van deze stichting is in 1753 een aanzienlijke som betaald), met als gevolg dat de inkomsten fel verminderd waren. We komen er verder op terug20. In 1811 werd de school door de Franse bezetter openbaar verkocht : "une maison Mtie en bricques couvertes d'ardoises, nommée la clergerie (onderwijs, school) d'Haecht, louée à la veuve François Bauweleers pour 18frs". De weduwe Maria Catharina Meeus verklaarde "que la maison a de toustems servie de maison de chans et école et dont Ie fondateur se nomme Pierre Mertens". Na de dood van Francis Bauweleers ontstond het privé-onderwijs, en onder koning Willem I het officieel onderwijs. Francis Bauweleers was de laatste uit zijn stam met enige betekenis21 . Het amortiseren van de schoolgoederen In zijn rapport noteerde de landdeken dat voorheen de onderwijzer 60 gulden trok, maar nu in 1775 slechts 32, omdat in 1753 het fundatiebeheer een flinke som had moeten betalen om de schoolgoederen te amortiseren. Het fundatiedossier bevat een akte met betrekking tot die betaling "Acte d'amortissement des biens de l'école du village de Haeght. Bruxelles Ze 18/évrier 1756". In de akte staat o.a. : "Op 't vertoogh gedaen aen Syne Koninklijke Hoogheyt door die regeerders der fondatie door Petrus Martinus Mertens gedaen tot onderhoudinge van eene schole in den dorpe van Haeght om te mogen blijven in de bezittinge ende genietinge der goederen aen de voorscr. fondatie toebehoorende die onderworpen syn aen het Edict van den 15 september 1753 raeckende de ongeoorloofde aquisitien en doodehanden ... ". Het gemeentebestuur verklaarde dat de school 9 bunder en 3 dagmaat bezat en dat de waarde van geheel het bezit, schoolhuis inbegrepen, 4555 gulden beliep. De inkomsten dienden "pour un nombre d'écoliers qui sont instruits et nourris du revenu de la meme fondation ... que l'école se trouve dans un état florissant", en verder luidde de verklaring dat aan elke koraal 32 gulden worden toegekend, ". . . que les parens du fondateur ont Ze droit de préférence ... qu'ils n'en peuvent jouir qu'a l'tlge de sept ans et doivent quiter lorsqui'ils ont atteint celui de treize ans ". Het besluit van het betoog luidde : "Ainsi cette fondation se reduit principalement a avoir fixement une école dans Ie village ou les enfans puissent apprendre à lire et à écrire et etre instruits du catéchisme... ". De eigenlijke akte bedraagt vier à vijf bladzijden, doch telt verder geen enkel nieuw gegeven22. Stambomen In de geraadpleegde archieven hebben we talrijke genealogische schetsen gevonden, waarvan we de bijzonderste in bijlage zullen publiceren. We beperken ons heden tot een specimen dat de Haachtse familie Van Beethoven aanbelangt.
19 Het ia een feit dat voorheen al de godsdienstplechtigheden met decorum plaats grepen. Er stonden minder bloemen op het lcerlchof maar er was meer zaligheid in de kerlc. 20 Het bedrag van die "notabilis summa" hebben we niet gevonden.
21 De Haachtae Bauweleera uit de 19de eeuw waren eenvoudige mensen. We noteerden te Haacht nog andere Bauweleers en eveneens in de omliggende dorpen, waarover men weinig weet. 12 Wie het onderwerp nader wil bestuderen zal op het Algemeen Rijksarchief te Brussel de nodige documentatie vinden.
18
Genealogie van wijlen Petrus Mertens, fondateur der schole ende coralen binnen Haecht.
2de graad Jacobus Mertens, vaderlycken oom van Mr. P. Mertens (Jacobus Mertens is de broer van Jan Mertens, gehuwd met Elisabeth Van Putteghem. Zij zijn de ouders van Petrus Mertens, de stichter van de koraalschool). 3de graad Jacobus Mertens heeft gegenereert een dochter met name Elisabeth Mertens, die es getrauwt met Willem Van Adorp, en hebben samen verweekt twee kinderen. 4de graad Christiaen ende Catrina van Adorp, welcke voorsijde Catrina is getrauwt met Lambrecht Van Beethoven, ende hebben achtergelaten te weten : Lambrecht Van Beethoven, geboren te Kampenhout, is de zoon van Josyne Van Vlesselaer, de heks die te Brussel in 1595 op de brandstapel stierf. In een bijdrage over de familie Van Beethoven zullen we dit huwelijk grondig behandelen. 5de graad Jan, Arenhaut ende Joanna Van Beethoven, ende Jan van Beethoven is getraut met Anna Bosmans, ende hebben achtergelaten drij kinderen te weten : 6de graad Hendrick, Catrina ende Maria van Beethoven, wederom is getrauwt Maria van Beethoven met Peeter de Pauw, ende hebben voortgebracht vijf kinderen te weten : 7de graad Jan de Pau den jongen, Magdalena, Joanna, Elisabet ende Peeter de Pauw, welcke voornoemde Joanna is getraudt geweest met Jan van Schaerlecken, ende hebben voortgebracht : 8ste graad Cornelis Schaerlaecken, weesende pretendent der voorschreve gefundeerde borse23 . Cornelis van Schaerlaecken werd te Haacht geboren op 5 januari 1707 ("1707 ... 5 januarii baptizatus est Cornelius, filius Joannis van Scaarlaken et Joanne de Pauw, co,ijugum, quem susceperunt Cornelius de Pauw et Magdalena de Pauw"). Denkelijk werd hij koraal, want we vinden zijn naam op de lijst van de kandidaten voor "de collatie van de borse".
(vervolgt)
23 Brussel, Algemeen Rijksarchief, Kerkelijke archieven van Brabant: Kerkarchiefvan Haacht, dossier koraalschool.
19