De Effectiviteit van het Daltononderwijs Patrick Sins & Symen van der Zee Pedagogiek & Onderwijs, Saxion Hogescholen, Postbus 501, 7400 AM Deventer { p.h.m.sins, s.vanderzee}@saxion.nl Aanleiding en probleemstelling Met bijna vierhonderd scholen maakt het daltononderwijs substantieel deel uit van het Nederlandse basisonderwijs: ongeveer vijf procent van het totaal aantal basisscholen is een erkende daltonschool. Het kenmerkende doel van daltononderwijs is het onderwijs efficiënter in te richten door onder meer de kerndoelen met betrekking tot de leerinhoud van het onderwijs af te stemmen op de behoeften, interesses en kenmerken van leerlingen (Parkhurst, 1922; Van der Ploeg, 2010; Imelman & Meijer, 1986). Twee organisatorische hervormingen zouden de efficiëntie doorslaggevend moeten verhogen: vrijheid en socialiteit.
Vrijheid houdt in dat leerlingen de gelegenheid krijgen het schoolwerk zelf te organiseren en ongestoord op eigen tempo te doen en socialiteit betekent dat leerlingen ongedwongen met elkaar mogen werken, communiceren en leren. Gezien de oorsprong en huidige omvang en populariteit van het daltononderwijs is het opmerkelijk dat er nog zo weinig onderzoek naar de effectiviteit van dit type onderwijs is gedaan. Doel van deze studie is het onderzoeken van de effectiviteit van het daltononderwijs ten opzichte van het reguliere basisonderwijs. Methode Op basis van een grootschalig Cohort-Onderzoek naar de Onderwijs-Loopbanen van leerlingen in het basisen voortgezet onderwijs (COOL 5-18) en gegevens van de Onderwijsinspectie betreffende schoolkwaliteit, is met behulp van multilevel-analyse (MLA) nagegaan in hoeverre daltononderwijs effectief is. De prestaties van leerlingen in de groepen 2, 5 en 8 op daltonscholen worden vergeleken met de prestaties van leerlingen op reguliere basisscholen. Er wordt gekeken naar de prestaties van leerlingen ten aanzien van rekenen en taal. Als achtergrondvariabelen zijn geslacht, etniciteit en opleidingsniveau van de ouders opgenomen in de analyses. Voor groep 2 werd een multivariate MLA uitgevoerd met scores voor ordenen en taal als afhankelijke variabelen. Voor groep 5 werd een univariate MLA uitgevoerd met rekenscore als afhankelijke variabele en een multivariate MLA met scores voor technisch lezen en woordenschat als afhankelijke variabelen. Voor groep 8 werd een multivariate MLA uitgevoerd met reken-, technisch lezen-, woordenschat-, en Cito toets scores als afhankelijke variabelen. Elk model heeft twee niveaus: leerling en school. Voor elke analyse, vergeleken we vier modellen. Het eerste model bevatte de dummy variabele voor schooltype (dalton versus regulier) en de afhankelijke variabele(n). Het tweede model voegde hier de controle variabele geslacht aan toe en het derde model opleidingsniveau van ouders. Tenslotte omvatte het vierde model de hiervoor genoemde variabelen met als toevoeging de afkomst van ouders. Resultaten De resultaten van de MLA laten zien groep 2 laten zien dat leerlingen op daltonscholen significant beter presteren op de gebieden ordenen en taal dan leerlingen in het reguliere onderwijs, ook nadat is gecontroleerd voor achtergrondkenmerken (zie Appendix A-D). Voor groepen 5 en 8 geldt dat leerlingen op daltonscholen significant slechter scoren op rekentoetsen. Verder scoren meisjes in groep 5 en in groep 8 significant lager in vergelijking met jongens op rekentoetsen. Leerlingen van autochtone ouders scoren significant hoger voor: (a) ordenen en taal in groep 2, (b) rekenen in groep 5 en (c) woordenschat in groepen 5 en 8. Ten slotte scoren kinderen van ouders met een HBO/ WO opleiding consistent significant hoger op alle maten in alle groepen, behalve voor wat betreft technisch lezen in groep 8.
Conclusie Op grond van de resultaten kan worden geconcludeerd dat leerlingen op daltonscholen beter scoren op taal en ordenen in groep 2, maar dat groepen 5 en 8 achter lijken te blijven voor wat betreft scores op rekentoetsen. Omzichtigheid is echter geboden bij de interpretatie van de bevindingen. Het is bijvoorbeeld onduidelijk wat precies de verschillen zijn tussen dalton- en reguliere scholen met betrekking tot hoe het onderwijs is vormgegeven. Bijgevolg is dat het onduidelijk is waardoor leerlingen op daltonscholen in groep 2 beter presteren op taal en ordenen en de prestaties in de groepen 5 en 8 voor rekenen achterblijven. Daar komt bij dat het daltononderwijs bijna principieel open is. Het daltononderwijs is niet gebonden aan specifieke regels, organisatievormen of didactiek (Van der Ploeg, 2010). Iedere daltonschool geeft naar eigen inzicht vorm en invulling aan het daltonconcept en veelal omarmen scholen naast dalton ook nog een ander pedagogischdidactisch concept (Berends, Polhuys, & Heijenga, 2011). Er dient dan ook meer nader onderzoek plaats te vinden naar de precieze verschillen tussen dalton- en reguliere scholen wat betreft de onderwijsinrichting en de wijze waarop dit zich verhoudt tot de prestaties van de leerlingen op scholen.
Referenties Berends, R, Polhuys, L., & Heijenga, S. (2011). Dalton werkt! Deventer: Open Boek. Imelman, J.D. & Meijer, W.A.J. (1986). De nieuwe school, gisteren en vandaag. Amsterdam-Brussel: Elsevier. Parkhurst, H. (1922). Education on the daltonplan. New-York: E.P. Dutton & Company. Van der Ploeg, P. (2010). De identiteit van het daltononderwijs. Saxion Dalton University Press.
Appendix A Resultaten multivariate MLA groep 2 op ordenen en taal (n = 1653) Model 1 Ordenen Intercept
Model 2 Taal
Model 3 Taal
Ordenen
Model 4
Taal
Ordenen
Taal
55.366
70.619
55.609
69.945
51.363
66.316
54.235
66.631
4.204
4.358
4.252
4.326
3.154
3.407
2.302
1.976
-0.519
1.412
-0.429
1.500
-0.478
1.392
MBO
5.401
4.682
4.633
3.146
HBO/ WO
7.843
6.604
7.108
5.092
3.573
6.122
Conditie (referentie = regulier) Geslacht ( referentie = jongen) Opleidingsniveau ouders (referentie = LBO)
Ordenen
Afkomst ouders ( referentie = allochtoon)
Variantie School Leerling fit Verbetering ten opzichte van vorig model
p-waarde
32.464
24.106
32.116
23.677
21.963
16.724
18.754
9.985
148.777
76.086
148.902
76.042
149.635
76.257
149.257
75.625
18140.795
18131.918
18089.677
18026.133
24.073
8.877
42.241
63.544
df = 2
df = 2
df = 4
df = 2
< .001
< .05
< .001
< .001
Appendix B Resultaten univariate MLA groep 5 op rekenen (n = 560)
Model 1
Model 2
Rekenen
Rekenen
Model 3
Model 4
Rekenen
Rekenen
Intercept
70.518
73.372
68.574
64.721
Conditie (referentie = regulier)
0.0418
0.117
-2.245
-3.901
-5.448
-6.027
-6.071
Geslacht ( referentie = jongen) Opleidingsniveau ouders (referentie = LBO)
MBO HBO/ WO
5.530
4.649
11.168
10.375
Afkomst ouders ( referentie = allochtoon)
6.484
Variantie School Leerling fit Verbetering ten opzichte van vorig model
p-waarde
19.616
17.624
9.865
4.564
219.873
213.062
201.728
201.870
4634.411
4615.678
4578.181
4571.150
0.001
18.733
37.497
7.031
df = 1
df = 1
df = 2
df = 1
p = .97
< .001
< .001
< .05
Appendix C Resultaten multivariate MLA groep 5 op woordenschat en technisch lezen (n = 1672) Model 1
Model 2
Model 4
Technisch
Woordenschat
Technisch
Woordenschat
Technisch
Woordenschat
Technisch
88.314
59.515
88.762
58.221
86.127
56.698
83.870
58.147
1.974
-0.348
1.980
-0.364
0.944
-1.369
-0.051
-0.938
-0.846
2.472
-0.788
2.439
-0.569
2.322
MBO
3.227
1.345
2.354
1.988
HBO/
5.363
4.597
4.633
5.146
4.019
-2.428
Intercept Conditie (referentie = regulier) Geslacht (referentie = jongen) Opleidingsniveau ouders
Model 3
Woordenschat
(referentie = LBO) WO Afkomst ouders ( referentie = allochtoon)
Variantie School
51.044
95.794
50.965
94.752
43.269
87.970
41.902
88.997
Leerling
31.642
247.894
31.500
247.238
33.829
248.579
33.090
246.706
fit Verbetering ten opzichte van
13208.360
13200.583
13157.541
13129.454
9.877
7.777
43.042
27.997
df =2
df = 2
df = 4
df= 2
< .05
< .05
< .001
< .001
vorig model
p-waarde
Appendix D Resultaten multivariate MLA groep 8 op woordenschat, technisch lezen, rekenen en Cito toets (n = 3092) Model 1
Model 2
Woordenschat
Technisch
Rekenen
CITO
Intercept
113.967
87.747
116.034
Conditie
3.262
1.120
-0.382
Model 3
Woordenschat
Technisch
Rekenen
CITO
533.539
113.367
86.603
117.414
1.953
3.195
1.041
1.090
2.106
Model 4
Woordenschat
Technisch
Rekenen
CITO
Woordenschat
Technisch
533.616
108.213
85.273
112.148
Rekenen
CITO
526.638
103.954
84.473
113.288
525.547
-0.318
1.997
1.408
0.417
-1.989
-0.033
-0.229
0.216
-2.442
-0.654
-2.610
-0.128
1.140
2.155
-2.553
-0.002
1.174
2.182
-2.535
0.028
MBO
3.933
0.481
4.839
6.434
3.205
0.363
4.487
5.918
HBO/
8.635
2.590
8.055
11.016
7.934
2.471
7.700
10.477
5.542
0.727
1.761
2.463
(referentie = regulier) Geslacht ( referentie = jongen) Opleidingsniveau ouders (referentie = LBO) WO Afkomst ouders ( referentie = allochtoon)
Variantie School Leerling fit Verbetering
28.537
35.811
8.899
6.861
28.571
35.687
8.726
6.891
28.042
37.395
7.690
2.163
28.549
38.935
7.135
1.768
132.728
246.241
98.353
102.447
132.588
245.089
88.127
101.880
124.515
243.573
81.063
89.388
122.295
243.176
81.028
89.049
23113.709
23072.724
22942.091
22923.089
8.502
40.985
130.633
22.002
ten opzichte van vorig model
p-waarde
df = 4
df = 4
df = 8
df = 4
p = .07
< .001
< .001
< .001