“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning” Sander Franse
Bachelor Opdracht Operationele Research
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning” Sander Franse1 Juli 2007
Begeleider van het Academisch Medisch Centrum (AMC):
Sylvia Elkhuizen2
Inhoudelijk begeleider van de Universiteit van Amsterdam (UvA):
Nico van Dijk 3
Proces begeleider van de Universiteit van Amsterdam (UvA):
Jan Hontelez4
1
Sander Franse, Kromme Mijdrechtstraat 96, 1079 LD Amsterdam. Tel: 06-45094359. E-mail:
[email protected] 2 Sylvia Elkhuizen, stafadviseur patiëntenlogistiek, Team Innovatie en Procesmanagement AMC. kamer D01-329, Meibergdreef 9, Postbus 22660, 1100 DD Amsterdam. Tel: 020-5666715. E-mail:
[email protected] 3 Prof. dr. Nico.M. van Dijk, Hoogleraar en Directeur ORM UvA-FEE, Roetersstraat 11, kamer E3.37, 1018 WB Amsterdam. Tel: 020 5254215. E-mail:
[email protected] 4 Jan A.M. Hontelez, UvA-FEE, Roetersstraat 11, kamer E3.38, 1018 WB Amsterdam. Tel: 020 5254216. E-mail:
[email protected]
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
Management Samenvatting Op verpleegafdelingen van het AMC wordt er uitsluitend in 8-uur diensten gewerkt. Wat zijn de effecten voor de inzet van verpleegkundige capaciteit, en de werkdruk van verpleegkundigen, wanneer ook diensten korten dan 8 uur kunnen worden ingeroosterd? De effecten van korte diensten voor verpleegkundigen zijn onderzocht: • op basis van Lineair Programmeer (LP) modellering. • met behulp van gegevens van de verpleegafdeling F6N, interne geneeskunde. Naar aanleiding van deze studie wordt geconcludeerd dat het toestaan van diensten korter dan 8-uur leidt tot: • Betere aansluiting werkdruk en verpleegkundige capaciteit. • Mogelijke reductie van verpleegkund ige capaciteit van 1%. (˜ 0,2 fte per jaar) • De mogelijkheid tot meer flexibiliteit, bijvoorbeeld voor deeltijdwerken. De efficiëntie van korte diensten is afhankelijk van een aantal factoren: • Patronen in de werkdruk . Korte diensten zijn efficiënter op afdelingen waarbij er een duidelijk patroon is in de werkdruk van een dienst. Bijvoorbeeld wanneer het drukker is in de ochtend, omdat dossiers moeten worden ingelezen en er veel opnames zijn. • Ratio. Afdelingen met een lage verpleegkundigen per bezette bedden ratio (bv. 1op-4 i.p.v. 1-op-5), zijn gevoeliger voor een toename patiënten, dan afdelingen met een hoge ratio. Korte diensten zullen meer efficiëntie opleveren bij verpleegafdelingen met een lagere verpleegkundigen per bezette bedden ratio. • Kans op onderbezetting. Als momenten van tijdelijke onderbezetting sterk moet worden vermeden, zullen korte diensten efficiënt zijn om pieken op te vangen. Er hoeft geen hele extra dienst worden geroosterd. Concreet: • Wanneer korte diensten kunnen worden ingeroosterd voor de afdeling F6N zal daar ongeveer 3 maal per week gebruik van worden gemaakt. • Deze worden meestal vanaf het begin van een (dag of avond) dienst ingepland, voor 4 uur. • Korte diensten worden of tijdens de donderdag en vrijdag dagdienst ingepland om extra werkdruk op te vangen. Of, in een drukkere week waar er op donderdag en vrijdag een volle dienst extra nodig is, worden korte diensten ingezet op dinsdag en woensdag dagdienst, waar een halve dienst voldoende is. • De zaterdag dagdienst lijkt ook zeer geschikt voor het plannen van een korte dienst. • Voor de avonddienst lijkt met name vrijdag geschikt om een korte dienst in te roosteren. Abstract: • Lineair Programmeren (LP) heeft de mogelijkheid om naar aanleiding van verschillende criteria, snel een optimale inzet van verpleegkundigen te bepalen. • Momenteel is LP voornamelijk toegepast voor de strategische planning. i
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
Inhoudsopgave
Management Samenvatting ------------------------------------------------------------i 1. Inleiding ------------------------------------------------------------------------------- 1 1.1 Capaciteitsplanning van Verpleegkundigen 1.2 Vraagstelling 1.3 Methodologie 1.4 Structuur van dit Rapport
1 1 1 2
2. ‘Probleem’ Analyse ----------------------------------------------------------------- 3 2.1 Ongelijke Werkdruk Binnen 8-uur Diensten. 2.2 Een Fictief Voorbeeld
3 7
3. Het Model ----------------------------------------------------------------------------10 3.1 Optimaliseringfunctie en Randvoorwaarden 3.2 Het Wiskundige Model 3.3 Validatie 4.1 De Hypothese 4.2 Standaard Werkdruk-Vuistregel 4.3 De Effecten van Korte Diensten 4.3.1 Status Quo 4.3.2 Een 4-uur Dagdienst 4.3.3 Meer Korte Diensten Mogelijk
4.4 Werkelijke Week Realisatie 4.5 Scenario’s 4.5.1 Werkdruk Door Opnames en Ontslagen 4.5.2 Variantie: 95% Percentiel
Appendix 1: Interview Senior Verpleegkundige F6N Appendix 2: Interview Hoofdverpleegkundige F6Z Appendix 3: MPL-MODEL
10 12 14 16 16 18 18 21 22 25 27 28 32 40 43 45
ii
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
1. Inleiding In dit rapport wordt onderzocht of het toestaan van diensten die korter zijn dan 8 uur kan leiden tot een betere afstemming tussen de werkdruk en de verpleegkundige capaciteit. Dit is onderzocht op een verpleegafdeling van Interne Geneeskunde van het Academisch Medisch Centrum (AMC).
1.1 Capaciteitsplanning van Verpleegkundigen In het AMC wordt op diverse gebieden onderzoek gedaan naar ‘capaciteitsplanning’. Belangrijkste aandachtsgebieden zijn momenteel de poliklinieken, de centraaldiagnostische afdelingen en de verpleegafdelingen. Op dit moment wordt bij de capaciteitsplanning voor verpleegafdelingen uitgegaan van de bestaande dienstenstructuur: een vroege dienst van 7:30 tot 16:00 uur, een late dienst van 15:30 tot 23:30 uur en een nachtdienst van 23:00 tot 8:00 uur. De werkdag op een verpleegafdeling kent echter een aantal piekmomenten. Door verzorging van patiënten, opnamen van patiënten en visite lopen, is de ochtend vaak erg druk, terwijl na de lunch een wat lagere bezetting voldoende zou kunnen zijn. Mogelijk geeft het roosteren met kortere diensten, bijvoorbeeld van 4 of 6 uur, betere aansluiting van verpleegkundige capaciteit aan de drukte op een afdeling.
1.2 Vraagstelling Kan de inzet van deeldiensten leiden tot het gebruik van de verpleegkundige capaciteit met minder over- en onderbezetting?
1.3 Methodologie De vraagstelling in dit rapport wordt beantwoorden door middel van (wiskundige) modelering. Er is een lineair programmeringmodel gemaakt, wat met behulp van computer software wordt opgelost. Het AMC heeft gegevens verstrekt over het aantal bezette bedden van een verpleegafdeling in 2005 en 2006. Deze data laat per uur zien hoeveel patiënten er op een specifieke verpleegafdeling liggen. Deze gegevens worden gebruikt om te onderzoeken wat de verschillen zijn tussen een model waarbij verpleegkundigen allen in de standaard 8-uur diensten worden ingezet en een model waarbij ook 4, 5 en 6-uur diensten worden toegestaan.
1
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
Het aantal aanwezige patiënten op een afdeling is niet evenredig met de werkruk van de verpleegkundigen. Twintig patiënten om 4.00 ’s nachts vragen om minder verpleging dan twintig patiënten om 9.00 ’s ochtends. Om meer inzicht te krijgen in de factoren die bijdragen aan de werkdruk op een verpleegafdeling, zijn er twee interviews gehouden. Eén met een Senior Verpleegkundigen van de afdeling F6N en één met een Hoofdverpleegkundige op de afdeling F6Z. Zie respectievelijk appendix 1 en 2 voor uitwerkingen van deze interviews.
1.4 Structuur van dit Rapport • • • •
In hoofdstuk 2 wordt het probleem, de hypothese, uitgewerkt. Deze wordt verduidelijkt met behulp van fictief voorbeeld. In hoofdstuk 3 wordt bepaald wat er geoptimaliseerd gaat worden ten einde de hypothese te testen. En de benodigde randvoorwaarden worden geformuleerd. Dit wordt tevens uitgedrukt in een wiskundig model. In hoofdstuk 4 worden analyses uitgevoerd voor de verpleegafdeling F6N van het AMC. Hoofdstuk 5 komt met aanbevelingen en conclusies voor het AMC.
2
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
2. ‘Probleem’ Analyse In dit hoofdstuk zal een analyse worden gegeven van de vraagstelling. De vraag die in dit rapport wordt gesteld betreft de effecten van het toelaten van diensten voor verpleegkundigen korter dan 8 uur. In paragraaf 2.1 worden oorzaken geïdentificeerd die bijdragen aan een eventuele ongelijke werkdruk tijdens een 8-uur dienst. In paragraaf 2.2, wordt de aanpak van deze studie verduidelijkt aan de hand van een fictief voorbeeld. Dit onderzoek is grotendeels gebaseerd op gegevens van de verpleegafdeling F6 Noord. F6 Noord, ook wel afgekort tot F6N, is een verpleegafdeling van de Interne Geneeskunde van het Academisch Medisch Centrum (AMC). F6N heeft 28 bedden. Deze afdeling is als casestudy gebruikt voor dit onderzoek.
2.1 Ongelijke Werkdruk Binnen 8-uur Diensten. In het AMC, kent men een vaste dienstenstructuur bestaande uit drie diensten. Een vroege dienst van 7:30 tot 16:00 uur, ook wel dagdienst genoemd, een late dienst van 15:30 tot 23:30 uur, ook wel avonddienst genoemd en een nachtdienst van 23:00 tot 8:00 uur. Het aantal verpleegkundigen per dienst wordt ingepland naar aanleiding van de verwachte werkdruk. Werkdruk betekend, in dit rapport, het aantal verpleegkundigen dat nodig is tijdens 1 uur om goed in de verwachte zorg te voorzien. Veelal wordt de werkdruk bepaald door een vuistregel. Namelijk het aantal aanwezig patiënten gedeeld door 4, 6, 8, respectievelijk voor de dag, avond en nachtdienst. Ter illustratie, als er tijdens de dagdienst gemiddeld 22 patiënten op een verpleegafdeling liggen leidt dit tot een werkdruk van 5½. Dus tot een inzet van 5 of 6 verpleegkundigen. Deeltijd Werken De volgende twee alinea’s vertellen op welke wijzen op dit moment in deeltijd gewerkt kan worden. Daarna zullen de facetten van ongelijke werkdruk aan bod komen. Als op dit moment een verpleegkundige wordt ingeroosterd op een dag, dan is dat altijd voor een dienst van 8 uur. Als een verpleegkundige deeltijd werkt betekent dit dat hij of zij minder dan 5 diensten per week draait, waarbij elke dienst volledig meegedraaid wordt. Het is momenteel dus niet mogelijk om (als deeltijd werknemer) een halve dienst te werken.
3
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
Ongelijke werkdruk Hieronder wordt uiteengezet hoe en waarom de 8-uur 5 diensten van verpleegkundigen niet altijd goed aansluiten bij de hoeveelheid werk/zorg die er verleend moet worden. Piekmomenten Gedurende één dienst zijn er dus altijd evenveel verpleegkundigen aanwezig. Alleen blijkt de werkdruk niet gelijk te zijn tijdens een dienst. Voor de dagdienst wordt gesteld dat er tijdens de eerste paar uren een duidelijke piek in drukte waarneembaar is, terwijl na de lunch het vaak iets rustiger is. Deze waarneming kan tot twee conclusies leiden, of de werkdruk zou meer gespreid moeten worden of het aantal aanwezige verpleegkundigen per moment van de dag moet meer worden afgestemd op de werkdruk. Werkdruk De werkdruk wordt bepaald door een breed scala van activiteiten. Voor de aanpak die gekozen wordt in deze studie is het van belang om inzicht te krijgen wat de werkdruk van de verpleegkundigen bepaald. Uit een interview met een Senior Verpleegkundige van de afdeling F6 Noord op het AMC zijn de volgende activiteiten naar voren gekomen als bepalend voor de werkdruk van verpleegkundigen: -
Controle van patiënten en het toe dienen van medicatie Visite lopen (met de artsen) Verslechtering van patiënten - Het in ‘Shock’ raken van patiënten Geplande opnames van patiënten - Acute opnames van patiënten Ontslaan van patiënten Bezoekuren
Dit is een subjectieve classificatie van activiteiten, uit appendix 3 zal blijken dat ook andere classificaties mogelijk zijn. Bijvoorbeeld door administratie werk als aparte activiteit te beschouwen, terwijl dat in de bovenstaande opsomming indirect is meegenomen bij een activiteit als ‘ontslagen’. Toch zal blijken dat dit wel een nuttige classificatie is, aangezien het mogelijk is gebleken om specifiek de duur van elke activiteit te bepalen6 .
5
8-uur diensten is eigenlijk niet geheel juist. Tijdens de dag en avond dienst zijn verpleegkundigen 8½ aanwezig. Dat is inclusief een ½ uur pauze, waarbij de verpleegkundigen, in het algemeen, van de afdeling af kunnen. Dit ½ uur wordt niet betaald, dus ze werken inderdaad 8 uur. In de nacht echter, zijn verpleegkundigen 9 uur aanwezig, maar kunnen ze (door de lagere bezetting) niet tijdens de pauze van de afdeling af. Daarom wordt er ’s nachts wel 9 uur uitbetaald. Om niet met een overlap van uren te werken heb ik de diensten versimpeld tot drie 8-uur diensten. 6 Dit is momenteel gedaan door er expliciet naar te vragen tijdens een interview. Een objectievere, doch tijdverslindende methode is het observeren en bijhouden van het aantal minuten dat een verpleegkundige met een activiteit bezig is.
4
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
Sommige activiteiten zijn vrij strikt gebonden aan specifieke uren op de dag, zoals bezoekuren en controles (aan het begin va een dienst). In mindere mate het lopen van visite. Dit gebeurt in de ochtend tussen 9.30 en 11.30 uur, met de kans op vertraging. Ook wordt er gemiddeld één uur na een opname visite gelopen bij de patiënt. Andere activiteiten zijn wel verspreid over de gehele dag, zoals opnames en ontslagen. Het feit dat opnames en ontslagen niet plaats vinden op een specifiek tijdstip van de dag maakt deze activiteit niet direct onverwacht, zo zal blijken uit de volgende sectie. Opnames en Ontslagen op F6 Noord Het verwachte aantal opnames en ontslagen is een van de factoren die meegenomen wordt in de analyse. Het is een oorzaak voor de werkdruk van verpleegkundigen en er is goede kwantitatieve data beschikbaar voor deze afdeling. Als in dit rapport wordt gesproken over opnames, dan kan dit zowel een patiënt zijn die net het ziekenhuis binnenkomt of een patiënt die is doorverwezen overgeplaatst vanuit een andere afdeling. In beide gevallen wordt de patiënt ‘nieuw’ opgenomen op een specifieke afdeling. Ontslagen zijn patiënten die naar huis kunnen of patiënten die worden overgeplaatst naar een andere afdeling. In het geval van de afd eling F6 Noord is er sprake van relatief veel ongeplande opnames [Zie interview in appendix 1]. Gegevens van 2005 en 2006 geven wel een redelijk gelijk beeld weer over piekmomenten met betrekking tot opnames en ontslagen. Zo valt uit figuur 1 en 2 (op de volgende pagina) af te lezen dat gemiddeld per uur er om 12 uur de meeste patiënten worden ontslagen. Dit heeft te maken met het feit dat patiënten meestal worden ontslagen na de visite van de arts en de visite vindt tussen 9.30 en 11.00 ergens anders staat 11:30 uur plaats. Opnames vinden veel verspreider plaats, maar piekmomenten zijn om 10.00 ’s ochtends en in de namiddag.
5
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
Opname en ontslag: verdeling over de dag 1.00
F6NO - 2005
opnamen en overnamen ontslagen en overplaatsingen
0.90
gemiste opnamen en ontslagen: 8%
0.80 0.70 0.60 0.50 0.40 0.30 0.20 0.10 0:00
2:00
4:00
6:00
8:00
10:00
12:00 14:00
16:00
18:00
20:00 22:00
Grafiek 1: Gemiddeld aantal opnames en ontslagen per uur in 2005
Opname en ontslag: verdeling over de dag
F6NO - 2006 1.00
opnamen en overnamen ontslagen en overplaatsingen
0.90
gemiste opnamen en ontslagen: 6%
0.80 0.70 0.60 0.50 0.40 0.30 0.20 0.10 0:00
2:00
4:00
6:00
8:00
10:00
12:00 14:00
16:00
18:00
20:00 22:00
Grafiek 2: Gemiddeld aantal opnames en ontslagen per uur in 2006
6
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
2.2 Een Fictief Voorbeeld In deze paragraaf zal de vraagstelling worden geïllustreerd en verduidelijkt met behulp van een fictief voorbeeld. In figuur 1 is een fictieve werkdruk voor de dagdienst van een willekeurige dag uitgezet. Er is een oplopende drukte in de ochtend waar te nemen die duurt tot ongeveer 11.00 uur. Daarna neemt de werkdruk af, ‘omdat’ er pauze gehouden wordt. Na de pauze is de werkdruk even wat hoger door vertraagde visites van artsen, waar de verpleegkundige bij moeten zijn en tevens doordat rond dit tijdstip de meeste patiënten worden ‘ontslagen’ 7 . De werkdruk geeft aan hoeveel verpleegkundigen dat uur aanwezig moeten zijn om binnen een bepaalde servicegraad vrijwel direct de verlangde zorg te bieden. (De werkdruk is uitgedrukt op de verticale as.)
Figuur 1: Werkdruk: aantal benodigde verpleegkundige per uur
Figuur 2: Werkdruk: inzet 5 maal een 8 uur dienst
In figuur 2 is de situatie geschetst dat er 5 verpleegkundige n allemaal een 8 uur dienst draaien. De groen gestippelde stukken geven daarbij de overbezetting aan. De groene vakjes bij elkaar opgeteld laten een overbezetting zien van 12 uur. Stel nu dat er 4 verpleegkundige 8 uur zouden werken. Dit wordt geïllustreerd in figuur 3, waarbij de rood gestreepte vlakken onderbezetting betekent. In de onderstaande figuur zijn er 5¼ uur overbezetting en 1¼ uur onderbezetting. Aangezien onderbezetting als veel problematischer wordt gezien dan overbezetting is er voor gekozen een wegingsfactor toe te kennen aan de onderbezetting. Hier is gekozen om onderbezetting 7
Ontslaan betekent dat een patiënt vertrekt van een afdeling. Dit betekent dat de patiënt naar huis gaat, naar een andere afdeling of is overleden.
7
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
een factor 3 zwaarder te wegen. De factor 3 is enigszins willekeurig gekozen en de gevoeligheid van deze parameter wordt later onderzocht. De groene vlakjes plus drie maal de rode vlakjes geeft (5¼ +3*1¼ =) 9 uur gewogen over- en onderbezetting Voor het minimaliseren van de gewogen over- en onderbezetting, zou het tweede voorbeeld dus geprefereerd worden boven het eerste, aangezien de gewogen overen onderbezetting is gedaald van 12 naar 9 uur. Figuur 3: Werkdruk: inzet 4 maal een 8 uur dienst
Korte Diensten Wat zijn nu de effecten van het toestaan van 4 uur diensten? In de volgende voorbeelden zullen alleen 4 uur diensten worden toegestaan. En dus geen 5 of 6 uur. Hieronder zijn twee voorbeelden gegeven waarbij gebruik wordt gemaakt van korte diensten, van 4 uur. Korte diensten moeten de piek in werkdruk opvangen. In figuur 4 zijn er drie diensten van 8 uur en twee van 4 uur. Alle diensten starten om 8.00 uur. De verpleegkundige capaciteit sluit nu beter aan bij de werkdruk. Namelijk, overbezetting (4¾ uur) plus drie maal onderbezetting (2¼ uur) geeft 7 uur gewogen over- en onderbezetting. Desondanks is er het eerste uur, meer dan één verpleegkundigen overbezetting, terwijl het uur na de korte diensten er nog een kleine onderbezetting is. Als nu één 4- uur dienst om 9.00 uur begint, zoals in figuur 5, is er een nog betere afstemming tussen de werkdruk en
Figuur 4: Werkdruk: inzet 3 maal een 8 uur dienst en 2 maal een 4 uur dienst. Alle diensten starten om 8 uur
Figuur 5: Werkdruk: inzet 3 maal een 8 uur dienst en 2 maal een 4 uur dienst; start 8 uur en 9 uur
8
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
de verpleegkundige capaciteit. Namelijk, overbezetting (4¼ uur) plus drie maal onderbezetting (¾ uur) geeft 5 uur gewogen over- en onderbezetting. Zie tabel 1 voor een samenvatting. In deze situatie zou men het beste drie verpleegkundigen 8 uur kunnen laten werken en twee 4 uur. Waarbij 1 van de 2 korte diensten om 9.00 uur start. Zie figuur 5.
Diensten combinaties
Onderbezetting (uren)
Overbezetting (uren)
Gewogen overen onderbezetting
5 x 8 uur
0
12
12
4 x 8 uur
1¼
5¼
9
2
2
8
¾
4¾
7
¼
4¼
5
3 x 8 uur 1 x 4 uur 3 x 8 uur 2 x 4 uur (start 8.00u)
3 x 8 uur 2 x 4 uur (start 8.00u & 9.00u )
Tabel 1 Gewogen over en onderbezetting van het fictieve voorbeeld
Conclusies Uit het fictieve voorbeeld blijkt dat het toestaan van 4-uur diensten zorgt dat de inzet van personeel beter aansluit bij de werkdruk. Vier verpleegkundigen 8 uur inzetten (tabel 1, regel 3) heeft een gelijke inzet qua FTE als twee verpleegkundigen 4 uur laten werken en drie 8 uur (tabel 1, laatste regel), maar in de tweede situatie is zowel sprake van minder onderbezetting als minder overbezetting.
9
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
3. Het Model Het onderzoek waaruit dit rapport is voortgevloeid is gebaseerd op een Lineair Programmeringmodel. In deze eerste paragraaf van dit hoofdstuk wordt in woorden uitgelegd wat er tijdens deze studie is geoptimaliseerd en onder welke voorwaarden. In de tweede paragraaf is dit vertaald in een wiskundig model waarmee de optimalisaties in dit rapport zijn uitgevoerd.
3.1 Optimaliseringfunctie en Randvoorwaarden Optimaliseringfunctie Het is niet altijd evident wat in een situatie precies geoptimaliseerd dient te worden. In de situatie van het inroosteren van verpleegkundigen zouden verschillende functies kunnen worden geoptimaliseerd (gegeven de randvoorwaarden), bijvoorbeeld: • • • • •
minimaliseren van de kosten minimaliseren van het aantal verpleegkundigen minimaliseren van het aantal ingezette werkuren minimaliseren van de maximale overbezetting minimaliseren van de maximale onderbezetting
Ook zou kunnen worden overwogen om meervoudige-doelen (Multi-objective) aan te houden, hetgeen een combinatie is van meer dan 1 objectief, maar in het belang van de overzichtelijkheid van het model zal daar niet voor gekozen worden. Het doel dat hier aanvankelijk aange houden zal worden is het minimaliseren van overen onderbezetting van verpleegkundigen. Hiervoor is gekozen omdat deze studie wil onderzoeken in hoeverre kortere diensten zorgen voor een betere aansluiting tussen de werkdruk en de verpleegkundige capaciteit. De inzet van verpleegkundigen wordt per week geoptimaliseerd 8 . Bij planning op tactisch niveau, wordt in dit rapport wel aandacht besteed aan week patronen. Dus verschillen in drukte en activiteiten binnen een week worden meegenomen in het model. In het weekend of de avond ligt de werkdruk lager dan op een vrijdag of in de ochtend. Daarentegen worden verschillen tussen weken – bijvoorbeeld door vakanties - niet in acht genomen, omdat deze niet direct relevant zijn met betrekking tot de vraag of er wel of niet tijdelijke diensten dienen te worden ingeroosterd. (Operationele planning is gelijk 8
Aangezien de verpleegkundige capaciteitsplanning van dinsdag, niet afhankelijk is van die van maandag (op het niveau van tactische planning), zou ook elke dag van de week apart geoptimaliseerd kunnen worden. Dit zou tot gelijke uitkomsten leiden.
10
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
aan de uiteindelijke roostering van verpleegkundigen. Dit gebeurt in cyclus van meerdere weken, enigszins afhankelijk per afdeling.)
Randvoorwaarden Het minimaliseren van de over- en onderbezetting gebeurt onder een aantal randvoorwaarden. De volgende 5 randvoorwaarden komen overeen met de wiskundige formulering aan het einde van dit hoofdstuk, pagina 13. Deze voorwaarden zijn onder te verdelen in twee groepen. De eerste twee randvoorwaarden ((1) & (2)) geven aan hoe onder en gewogen overbezetting wordt bepaald. De overige randvoorwaarden ((3), (4) en (5)) zijn extra vastgesteld door het AMC. De over en onderbezetting worden bepaald per dag per uur. Om de overbezetting te bepalen wordt het aantal benodigde verpleegkundigen, afgetrokken van het aantal aanwezige verpleegkundigen (1). Door het toestaan van verschillende soorten diensten, kunnen op één uur meerdere verpleegkundigen uit verschillende diensten werkzaam zijn. Daarom moet voor uur k, alle werkzame verpleegkundigen uit de verschillende diensten worden opgeteld. Als aanwezige verpleegkundigen minus werkdruk uitkomt op een positieve waarde, dan is dat de overbezetting. Een negatieve waarde levert nul uur overbezetting op. (Er ontstaan dus geen negatieve waarden) Om de gewogen onderbezetting te bepalen wordt het aantal aanwezige verpleegkundigen afgetrokken van de werkdruk (2). Dit is omgekeerd van het bovenstaande. In dit geval geeft een positieve waarde het aantal uur onderbezetting. Een negatief getal betekent weer nul uur onderbezetting. Tevens wordt in deze voorwaarde de onderbezetting gewogen door een vermenigvuldiging met een wegingsfactor. Hierdoor wordt onderbezetting zwaarder meegewogen dan overbezetting. Standaard is de wegingsfactor gesteld op 3. Ofwel, één uur onderbezetting weegt 3 maal zwaarder dan één uur overbezetting. De waarde 3 is subjectief gekozen. De gevoeligheid van de wegingsfactor zal worden geanalyseerd. Op elk uur van de dag moeten er minimaal 2 verpleegkundigen aanwezig zijn (3). Ook hier moet rekening worden gehouden dat om één uur er verpleegkundigen werkzaam kunnen zijn van verschillende diensten. Maximaal 1 verpleegkundige onderbezetting. Dat er soms onderbezetting is, is aanvaardbaar. Maar meer dan één hele verpleegkundige tekort op één moment is te veel. Randvoorwaarden (4) stelt dat er maximaal op een moment 1 verpleegkundige onderbezetting mag zijn. Maximaal 5% van de tijd onderbezetting. Zoals gezegd is onderbezetting van verpleegkundigen toegestaan, maar in beperkte maten. Aanvankelijk zal in de analyse er van worden uitgegaan dat het aantal gemiddeld aantal uren onderbezetting, maximaal 5% mag bedragen van het aantal uren in de week. Dus maximaal 24*7*0,05 = 8,4 uur onderbezetting (5)9 . 9
Later zal blijken dat deze aannamen niet geheel conform de werkelijke maximaal 5% onderbezetting per jaar grens is. Want als er niet meer naar de gemiddelde bedbezetting wordt gekeken, maar de werkelijke bedbezetting, dan is er veel meer spreiding in het aantal aanwezige patiënten. Inroosteren op de gemiddelde
11
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
3.2 Het Wiskundige Model Notatie Indices: I = verzameling van dagen (i = 1, 2, …, 7)
{maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag, zondag} J = verzameling van diensten (j = 1, 2, 3) In de initiële situatie is er sprake van drie verschillende diensten {dag, avond, nacht}. Later zullen er dus meer soorten – kortere – diensten worden toegelaten. K = verzameling van uren (k = 0,1,2,…., 22, 23) Parameters: bik = bedden, voor alle i∈ I en alle k ∈ K. Matrix met het gemiddelde aantal bezette bedden per uur k. (Dit zijn gegevens voor één week, die zijn berekend uit de bedbezetting gegevens van één jaar. Dus de gemiddelde waarde zijn verkregen uit 52 waarnemingen.)
γ jk
1 = 0
, voor
j = 1; k = 0,1,...,7
, voor
j = 2; k = 8,9,...,15
, voor
j = 3; k = 16,17,...,23
, elders
r1 , voor k = 0,1,...,7 vk = r2 , voor k = 8,9,...,15 r , voor k = 16,17,...,23 3 wik
=
0/1-matrix: Geeft waarde 1 als dienst j actief is op uur k. Elders waarde 0 (Dit is de situatie met een dag, avond en nacht dienst en zonder korte diensten)
bik vk
Ratio voor het verpleegkundige.
aantal
patiënten
per
Aantal benodigde verpleegkundigen per uur, voor alle i ∈ I en alle k ∈ K.
f
=
wegingsfactor
De waarde die deze parameter heeft geeft aan hoeveel maal zwaarder onderbezetting word gewogen ten opzichten van onderbezetting bij de berekening van de gewogen over- en onderbezetting.
bedbezetting betekent dat er 50% van de tijd sprake is van onderbezetting. Voor de effecten van de analyse maakt het echter weinig verschil, wel voor de precieze grootte van de uitkomsten. In paragraaf 4.4.2 zal nog een alternatieve wijze worden geboden om een maximale onderbezetting van 5% mee te nemen in de methodiek van dit rapport.
12
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
De beslisvariabele: X ij
Aantal ingeplande verpleegkundigen, voor alle i∈ I en alle j ∈ J .
=
Overigen variabelen: Overbezetting per uur, uitgedrukt in verpleegkundigen. Voor alle i∈ I en alle k ∈ K. GOn ik = Gewogen onderbezetting per uur, uitgedrukt in verpleegkundigen. Voor alle i ∈ I en alle k ∈ K. Ovik =
Optimaliseringfunctie en Rand voorwaarden Hieronder worden de optimaliseringfunctie en de randvoorwaarden wiskundig gedefinieerd. Zie paragraaf 2.2.2 voor een discussie omtrent de te kiezen optimaliseringfunctie en randvoorwaarden. a t o
= = =
Minimaal aantal verpleegkundigen dat op een uur aanwezig moet zijn. Maximaal aantal verpleegkundigen dat op een uur te kort mag zijn. Maximale totale onderbezetting per week in uren.
De optimaliseringfunctie minimaliseert de over- en onderbezetting van verpleegkundigen.
∑ ∑
Minimaliseer
7
23
i =1
k= 0
( Ovik + GOnik )
Gegeven (1)
Ovik =
∑γ
+
Overbezetting, voor alle i ∈ I en alle k ∈ K.
X ij − wik T
kj
j
(2)
GOnik = f * wik − ∑ γ kj X ij
+ T
j
(3)
∑γ
X ij ≥ a
Minimuum aantal verpleegkundigen dat per uur aanwezig is, voor alle i∈ I en alle k ∈ K.
∑ γ kj X ij − wik ≥ − t
Maximale onderbezetting voor elk uur van de dag, voor alle i∈ I en alle k ∈ K.
kj
j
(4)
Onderbezetting vermenigvuldigd met de wegingsfactor, voor alle i ∈ I en alle k ∈ K.
T
j
(5)
∑ ∑ w − ∑γ ik
i
k
+ kj
X ij
T
≤o
Maximale totale onderbezetting in 1 week.
j
13
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
3.3 Validatie Ter validatie van het wiskundige model zal in deze paragraaf het fictieve voorbeeld worden geoptimaliseerd met behulpp van de bovenstaande doelfunctie en rand voorwaarden. • • •
•
•
• • • •
•
In het fictieve voorbeeld is er maar 1 dag: I = 1. De verzameling K bestaat uit 8 uren. k: 8 tot en met 15 De verzameling J bestaat uit 3 diensten: o j = 1, voor een 8-uur dienst o j = 2, voor een 4-uur dienst die start om 8.00 uur. o j = 3, voor een 4-uur dienst die start om 9.00 uur. w1k is bepaald (zonder aparte berekening van het aantal bezette bedden gedeeld door een ratio) en ziet er voor de 8 waardes van k respectievelijk er als volgt uit: 3¾, 4¼, 5, 2¾, 3½, 2¾, 2¾, 3¼. 1,1,1,1,1,1,1,1, γ jk = 1,1,1,1,0,0,0,0, De notatie is waarschijnlijk niet standaard, maar hiermee 0,1,1,1,1,0,0,0 duid ik aan dat dienst j = 1, actief is op alle uren k (eerste rij). Dienst j = 3 is alleen actie op het 2, 3, 4 en 5de uur. Ofwel van 9.00 uur tot 13.00 uur (derde rij). De wegeingsfactor f is gekozen op waarde 3. a = 2. Minimaal aantal verpleegkundigen dat op een uur aanwezig moet zijn. Vastgesteld door het AMC. t = 1. Maximaal aantal verpleegkundige n dat op een uur te kort mag zijn. o = 8,4. Maximale totale onderbezetting per week in uren. Het AMC heeft bepaald dat een maximum van 5% onderbezetting toelaatbaar is. 5% van het aantal uren in de week (0,05*7*24) is 8,4. Tot slot de beslisvariabele X ij . Dit is uiteindelijk de uitkomst van de optimalisatie. In paragraaf 2.2 is geconcludeert dat de optimale situatie de volgende beslisvariabele hanteerd: o X1,1 = 3 o
X1,2 = 1
o
X13 = 1
In dit simpele model bestaan randvoorwaarde (1) al uit 8 verschillende voorwaardes, namelijk voor i = 1 en k = 8 t/m 15. Om deze validatie overzichtelijk te houden zullen de randvoorwaarden alleen voor k = 8 uur worden uitgeschreven. +
(1)
Ov1,8 = (1*3 + 1*1 + 0*1) − 3
3 1 = 4 4
14
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
+
(2)
3 GOn1,8 = 3 * 3 − (1*3 + 1*1 + 0*1) = 0 4
(3)
(1*3 + 1*1 + 0*1) ≥ 2
(4)
3 (1*3 + 1*1 + 0*1) − 3 ≥ −1 4
(5)
∑ ∑ w − ∑γ ik
i
k
+ kj
X ij
T
≤ 8,4
j
Deze laatste voorwaarde geldt niet voor specifiek 1 uur. Eigelijk geldt deze voorwaarde alleen voor een hele week, waar het fictieve voorbeeld niet over gaat. Als we toch deze voorwaarde uitrekenen worden er met name nullen gesommeerd, want allen om 15.00 uur is er onderbezetting. Dan ontstaat er een positieve waarde van ¼. Dat is de enige onderbezetting en dus binnen de grensen van deze randvoorwaarde. Note: de ¼ overbezetting zoals die voortvloeid uit randvoorwaarde (1), is ook waar te nemen in figuur 5, pagina 8. Het eerste groene blokje. De doelfunctie, als over alle 8 de uren van het fictieve voorbeeld – figuur vijf – wordt geminimaliseerd, geeft de volgende waarden:
∑ ∑ 1
15
i =1
k =8
(Ovik + GOn ik ) = ((¼+¾+0+2¼+½+¼+¼+0)+(0+0+0+0+0+0+0+¾)) = 5
Dit is ‘dezelfde’ 5 zoals we hem zijn tegen gekomen in de laatste rij van tabel 1.
15
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
4. Case: Korte Diensten voor de Verpleegafdeling Interne Geneeskunde In dit hoofdstuk wordt onderzocht of het inplannen van korte diensten er toe leidt dat de verpleegkundige capaciteit beter aansluit bij de werkdruk. Deze hypothese wordt verder toegelicht in paragraaf 4.1. In paragraaf 4.2 wordt een eerste data-analyse gedaan aan de hand van de standaard werkdruk bepaling. In paragraaf 4.3 worden de capaciteitsplanningen vergeleken tussen de huidige situatie, het toestaan van 1 soort 4- uurdienst in de ochtend, en het toestaan van meerdere korte diensten. In paragraaf 4.4 wordt onderzocht wat het effect is als opnames en ontslagen de werkdruk beïnvloeden. En wat de effecten zijn als de variantie van de bedbezetting worden meegenomen. Met die variantie zal de methodiek van dit rapport ook worden toegepast op een model, waarbij maximaal 5% in een jaar er sprake is van onderbezetting.
4.1 De Hypothese Deze studie wordt uitgevoerd met gegevens van F6 Noord, een verpleegafdeling op de Interne Geneeskunde van het AMC. De werkuren van de verpleegkundigen zijn iets versimpeld tot 3 diensten van precies 8 uur. De nachtdienst (00.00-8.00), de dagdienst (8.00-16.00) en de avo nd dienst (16.00-00.00). De hypothese voor deze afdeling betreft de aanname dat het aan het begin van een dienst, met name de dagdienst, het drukker is voor verpleegkundigen dan later in dezelfde dienst. Er zal dus getest worden in hoeverre 4-uur diensten bijdragen aan een betere capaciteitsplanning van verpleegkundigen gegeven de werkdruk.
4.2 Standaard Werkdruk-Vuistregel De werkdruk van verpleegkundigen kan op vele manieren worden bepaald. In deze paragraaf zal de werkdruk worden bepaald via een veelgebruikte vuistregel/ratio. Deze vuistregel bepaalt de werkdruk door het aantal bezette bedden te delen door een vast getal dat dienst-afhankelijk is. Deze ratio geeft aan per hoeveel bezette bedden er een (extra) verpleegkundige nodig is. Verpleegkundige n per bezette bedden ratio: Nacht 1-op-8 Dag 1-op-4 Avond 1-op-6
16
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
Data-analyse In de onderstaande grafiek is het gemiddelde aantal bezette bedden per dag per uur af te lezen. Ter voorbeeld, in 2006 lagen er zaterdagnacht om 4.00 uur op de afdeling F6N gemiddeld 20 patiënten. F6NO - 2006 22
21
Bezette bedden
maandag dinsdag 20
woensdag donderdag vrijdag zaterdag
19
zondag
18
17
16 0:00
2:00
4:00
6:00
8:00
10:00
12:00
14:00
16:00
18:00
20:00
22:00
Grafiek 3: Aantal bezette bedden per uur. F6N, 2006
Aanvankelijk zal de werkdruk dus worden bepaald met behulp van de bovengenoemde vuistregel. Zaterdagnacht om 4 uur waren er in 2006 dus gemiddeld 20/8 = 2,5 verpleegkundige nodig. Als er gesproken wordt over de werkdruk van een afdeling van 2,5 dan wordt daarmee bedoeld dat er 2,5 verpleegkundigen nodig zijn om de verpleegkundige taken uit te voeren. Grafiek 4 is een omzetting van het aantal bezette bedden in grafiek 3, naar werkdruk. Uit grafiek 4, op de volgende pagina, kunnen op voorhand al verschillende observatie worden gemaakt. •
•
Fluctuaties Als de werkdruk wordt bepaald door de gemiddelde bedbezetting, zien we dat de fluctuaties lang niet zo weerbarstig zijn als grafiek 3 op het eerste gezicht doet verwachten. Voor vrijdag en zaterdag is te zien dat er aan het einde van de dagdienst gemiddeld 2 patiënten minder aanwezig zijn ten opzichte van een piek in het begin van de dagdienst. Dit betekent dat gemiddeld genomen er een halve verpleegkundige minder nodig is om in de verpleging te voorzien. Opnamen en Ontslagen In paragraaf 4.5.1, zal de werkdruk specifieker worden bekeken door het aantal opnames en ontslagen per uur mee te nemen tijdens de analyse. In het huidige geval maakt het aantal opnames en ontslagen amper uit voor de werkdruk van de
17
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
verpleegkundigen. Immers, het gemiddeld aantal bezette bedden is gelijk wanneer er geen mutaties van patiënten zijn en wanneer er 3 ontslagen en 3 opnames in één uur zijn geweest. 6.00
5.00
4.00
maandag
Werkdruk
dinsdag woensdag donderdag 3.00
vrijdag zaterdag zondag
2.00
1.00
0.00 0:00
2:00
4:00
6:00
8:00
10:00
12:00
14:00
16:00
18:00
20:00
22:00
Grafiek 4: Gemiddelde werkdruk per uur. F6N, 2006
4.3 De Effecten van Korte Diensten In deze paragraaf wordt met behulp van het mathematische model, zoals geformuleerd in hoofdstuk 3, een optimalisatie uitgevoerd 10 .
4.3.1 Status Quo Om het ‘optimale’ aantal verpleegkundigen te bepalen wordt het gewogen aantal uren over- en onderbezetting geminimaliseerd. Onderbezetting wordt drie keer zwaarder meegewogen dan overbezetting. In de onderstaande tabel zien we het aantal verpleegkundigen per dienst. Daarachter staat het aantal uren aan overbezetting en onderbezetting per dag. Er kan op een dag over en onderbezetting zijn. Zo wordt er van uit gegaan dat er op de meeste uren enige overbezetting is, maar op ‘piekmomenten’ kan onderbezetting ontstaan. In de laatste 10
Hiervoor is gebruik gemaakt van het software pakket MPL Modeling Systems, release 4.11. Maximal Software, Inc. Zie appendix 3 voor het model dat is geïmplementeerd.
18
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
kolom staat het gewogen aantal uren onderbezetting. Dit is gelijk aan drie maal de een na laatste kolom. Belangrijk is de waarde rechts onderin de tabel, want dat geeft de totale gewogen onder- en overbezetting aan. Deze waarde is geminimaliseerd. Tabel 2 Aantal verpleegkundigen per dienst volgens het optimalisatie model. F6N, 2006
Dag\Dienst
Nacht
Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag
3 3 3 3 3 3 3
Dag
5 5 5 5 6 5 5
Avond
4 4 4 4 4 3 3 Totaal
# Verpleeg uren overbezetting
10,06 8,84 9,09 9,38 15,42 6,37 7,78 66,9
# Verpleeg uren onderbezetting
Gewogen onderbezetting
0,13 0,83 1 1,68 0,13 1,47 5,2 82,6
0,38 2,48 3 5,03 0,40 4,40 15,7
Observaties Het eerst wat opvalt, is de extra inzet van een verpleegkundige tijdens de vrijdag dagdienst. In grafiek 4 is te zien dat de hoogste lijn, ook de vrijdag representeert. Tevens is de extra drukte ook bevestigd door een verpleegkundige van de betreffende afdeling. Een extra verpleegkundige zorgt ervoor dat grootte onderbezetting is ondervangen. Zelfs zo dat er gemiddeld nu geen spraken is van onderbezetting, en wel relatief veel overbezetting. De uitkomsten in tabel 2 geven ook aan dat er in het weekend tijdens de avonddienst 3 in plaats van 4 verpleegkundigen nodig zijn. Deze capaciteitsplanning kan met name op de donderdag en zondag wat onderbezetting genereren.
Gevoeligheidsanalyse van de Wegingsfactor Bij de bovenstaande analyse is uitgegaan van een wegingsfactor; f = 3 . Wat gebeurt er als onderbezetting minder zwaar wordt aangepakt? Bij zowel f = 1 als f = 2 , zien we dat er tijdens de vrijdag avonddienst 3 in plaats van 4 verpleegkundigen worden ingezet. Tevens zou verwacht kunnen worden dat vrijdag ook 5 in plaats van 6 verpleegkundigen worden ingezet, aangezien de gemiddelde onderbezetting kleiner is dan de gemiddelde overbezetting. (De werkdruk vraagt om de aanwezigheid van 5.25 verpleegkundigen.) Maar doordat bijna elke dag in de week te maken heeft met enige onderbezetting wordt vergelijking 5 (pag. 13) bindend en wordt er geen onderbezetting meer toegestaan. Aangezien vrijdag dan het meeste onderbezetting kent, worden daar 6 verpleegkundigen ingezet. Bij f = 4 , worden er ook op donderdag tijdens de dagdienst 6 verpleegkundigen ingezet. Bij f = 5 , komt er zondag tijdens de avond dienst iemand bij. Bij f = 7 , wordt er ook woensdag tijdens de dagdienst een extra verpleegkundige ingezet.
19
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
Vergelijking met 2005 Tabel 2 geeft een capaciteitsplanning naar aanleiding van de bedbezetting data van 2006. Zijn de resultaten gelijk als we de data van 2005 gebruiken? Grafiek 5 laat een soortgelijk patroon van bedbezetting zien als in 2006. Het belangrijkste verschil tussen beide jaren is het gemiddelde aantal bezette bedden. In 2005 waren er gemiddeld 18,4 patiënten op de afdeling en in 2006 was dat gemiddeld 19,8.
F6NO - 2005 22
21
maandag dinsdag
20
woensdag donderdag vrijdag 19
zaterdag zondag
18
17
16
Grafiek 5 Aantal bezette bedden per uur. F6N, 2005
De capaciteitsplanning van verpleegkundigen voor de afdeling F6N levert voor 2005 wel degelijk een andere uitkomst dan voor 2006. In de onderstaande tabel is vetgedrukt aangegeven welke waardes anders zijn dan de capaciteitsplanning van 2006. Tabel 3 Aantal verpleegkundigen per dienst volgens het optimalisatie model. F6N, 2005
Dag\Dienst
Nacht
Dag
Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag
3 3 3 3 3 3 2
5 5 5 5 5 5 5
Avond 3 3 3 3 3 3 3 Totaal
# Verpleeg uren overbezetting
# Verpleeg uren onderbezetting
Gewogen onderbezetting
7,88 6,96 7,06 6,51 6,30 12,94 5,32 53,0
0,90 0,57 0,28 0,41 0,24 1,40 3,80 64,4
2,7 1,7 0,85 1,23 0,73 4,21 11,41
20
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
Observaties • • • •
Door een lager gemiddeld aantal bedden, blijkt bij optimalisatie van de data uit 2005 er geen zesde verpleegkundige noodzakelijk tijdens de dagdienst van vrijdag. Voor de data van 2006 waren er op alle week dagen tijdens de avond dienst net 4 verpleegkundigen ingepland. Door een iets lager gemiddelde aantal patiënten in 2005 blijkt 3 verpleegkundigen steeds voldoende. Naar aanleiding van de data van 2005 zou er wel gekozen worden voor 2 in plaats van 3 verpleegkundigen tijdens de zondag nachtdienst. Dat de doelfunctie waarde - 64,4 – lager is in 2005, betekend dat het aantal aanwezige verpleegkundigen beter bij de werkdruk aansluit. (Dit kan dus ook betekenen dat de werkdruk ‘hoger’ is omdat er veel minder overbezetting is. In dit geval was in 2005 zowel de over als de onderbezetting lager dan in 2006)
Conclusies • • •
Sommige diensten zijn gemiddeld net iets drukker dan anderen, maar dit leidt niet altijd tot de inzet van meer verpleegkundigen, omdat de verschillen niet heel groot zijn. Zowel de gegevens van 2005 en 2006 geven aan dat vrijdag en donderdag als eerst aanspraak maken voor de planning van een extra verpleegkundigen. De zaterdagavonddienst is duidelijk rustiger dan de overige avonddiensten. Op vrijdagavond is de werkdruk aanvankelijk gelijk aan die overige weekdagen, maar daalt het aantal bezette bedden sterk, waardoor soms een verpleegkundige minder ook voldoende zou zijn. Het omgekeerde patroon wordt herkend op de zondagavonden, waar juist het aantal bedbezettingen duidelijk toeneemt. Wat kan leiden tot de inzet van een extra verpleegkundigen.
4.3.2 Een 4-uur Dagdienst In de volgende sectie wordt één 4-uur dienst toegestaan, namelijk die start om 8.00 uur en eindigt om 12.00. In tabel 4, op de volgende pagina, staat de nieuwe capaciteitsplanning naar aanleiding van de data van 2006.
Conclusies: •
Het toestaan van een 4- uurdienst die start om 8.00 ’s ochtends leidt tot één verandering. Vrijdag worden, net zoals op alle andere dagen, vijf 8- uurdiensten gepland, plus één 4-uurdienst.
•
Op jaarbasis is dit een vermindering van
4*52
= 0.14 FTE. Het effect is een 1503 verlaging van de overbezetting met 3.2 uur. Daartegenover staat een verhoging van de onderbezetting van 0.8 uur.
21
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
Tabel 4: Aantal verpleegkundigen per dienst volgens het optimalisatie mode, met één 4-uur dienst. F6N, 2006
Dag\Dienst
Nacht 00.008.00
Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag
3 3 3 3 3 3 3
Dag 8.0016.00
5 5 5 5 5 5 5
4uur dag 8.0012.00
0 0 0 0 1 0 0
Avond 16.000.00
# Verpleeg uren overbezetting
# Verpleeg uren onderbezettin g
Gewogen onderbezettin g
4 4 4 4 4 3 3 Totaal
10,06 8,84 9,09 9,38 12,24 6,37 7,78 63,8
0,13 0,83 1 1,68 0,83 0,13 1,47 6,05 81,9
0,38 2,48 3 5,03 2,48 0,40 4,40 18,2
Vergelijking met 2005 Wanneer de data van 2005 was gebruikt, wordt er in vergelijking met tabel 3, één 8 uur dienst minder ingezet op zaterdag en daarvoor in de plaats een 4 uurdienst. De overbezetting neemt 3,4 uur af en de onderbezetting 0,6 uur toe.
Conclusies • •
De mogelijkheid om 4-uurdiensten in te plannen leidt tot een kleine verbetering in de efficiëntie. Korte diensten leidt niet elke dag tot een betere planning. Voor 2006 zou een 4-uurdienst op vrijdag dagdienst leiden tot een betere aansluiting van de werkdruk en de verpleegkundige capaciteit. In 2005, tijdens de dagdienst op zaterdag, leidt het vervangen van een 8-uur dienst voor een 4-uur dienst tot iets verhoogde efficiëntie.
4.3.3 Meer Korte Diensten Mogelijk Het toestaan van kortere diensten kan leiden tot een meer efficiënte planning van verpleegkundigen. In tegenstelling tot de vorige paragraaf zullen hier meer soorten korte diensten worden toegestaan, namelijk: • • • • •
4-uur dienst: 8.00 - 12.00 uur 4-uur dienst: 9.00 - 13.00 uur 5-uur dienst: 8.00 - 13.00 uur 6-uur dienst: 8.00 - 14.00 uur 4-uur dienst: 16.00-20.00 uur
22
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
In de onderstaande tabel staan de het aantal geplande verpleegkundigen per dienst. Dikgedrukt zijn de verschillen ten opzichte van tabel 4, waar slechts één 4-uurdienst was toegestaan. Tabel 5: Aantal verpleegkundigen per dienst volgens het optimalisatie mode, met meerdere korte diensten. F6N, 2006 Dag\Dienst
Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag
Nacht 00.008.00
Dag 8.0016.00
4uur dag 8.0012.00
4uur dag 9.0013.00
4uu dag 10.0014.00
5uur dag 8.0013.00
6uur dag 8.0014.00
Avond 16.000.00
3 3 3 3 3 3 3
5 5 5 5 5 5 5
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 1 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 1 0 0
0 0 0 0 0 0 0
4 4 4 4 3 3 3
4uur avond 16.0020.00
# Verpleeg uren overbezet ting
# Verpleeg uren onderbeze tting
Gewogen onderbeze tting
10,06 8,84 9,09 12,23 9,88 6,37 7,78 64,2
0,13 0,83 1 0,53 1,46 0,13 1,47 5,53 80,84
0,38 2,48 3 1,57 4,38 0,40 4,40 16,6
0 0 0 0 1 0 0 Totaal
Observaties Wat zijn de verschillen ten opzichte van het toestaan van slechts 1 soort korte dienst, zoals in paragraaf 4.3.2 gebeurde. • Op vrijdag wordt een 5- uur dienst gepland in plaats van een 4- uur dienst. • Op donderdag wordt een 4- uurdienst extra gepland. Uit tabel 4 kunnen we aflezen dat donderdag relatief veel onderbezetting kende; 1,68 uur. Een extra ingezette verpleegkundige kon verwacht worden. Een 4-uurdenst die start om 8.00 uur weet de onderbezetting niet goed te ondervangen. Een 4-uur dienst die start om 9.00 uur sluit beter aan bij de toenemende aantal patiënten op donderdagmiddag. • Op vrijdag, voor het weekend, worden er relatief veel patiënten ontslagen en zie je een daling in het aantal bezette bedden. (Zie figuur 3.) Daardoor zie je dat er op vrijdag één 8-uurdienst in de avond wordt ingewisseld voor een 4-uur dienst. • Op vrijdag worden minder verpleegkundigen ingezet en op donderdag juist meer. De winst zit met name in de beter aansluiting van de werkdruk en het aantal aanwezige verpleegkundigen. De winst in FTE is gering:
3*52
1503
= 0.1
Gevoeligheidsanalyse van de Wegingsfactor • •
Als voor de wegingsfactor f de waarde 1 of 2 wordt genomen wordt er op vrijdag een 4- uur dienst gepland die start om 9.00 uur, in plaats van een 5-uur dienst. Als de wegingsfactor 4 bedraagt, wordt de 5-uur dienst van vrijdag juist een 6uurdienst. Tevens ziet de avondplanning op vrijdag er dan gelijk uit als de overige weekdagen, met 4 geplande verpleegkundigen. En er komt een 4-uurdienst extra bij op woensdag, die start om 8.00.
23
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
• •
Als de wegingsfactor 5 bedraagt, wordt de 4- uur dienst van donderdag ook een zes uur dienst. En worden er ook op zondag avond 4 verpleegkundigen gepland. Als de wegingsfactor 6 bedraagt, wordt er op dinsdag een extra 4- uurdienst gepland, die start om 9.00 uur. En vrijdag krijgt 6 verpleegkundigen voor de gehele dagdienst, zonder korte diensten.
Rustige Zaterdagmiddag? Zowel grafiek 3 als grafiek 5 laten een duidelijke daling zie n van het aantal bezette bedden op zaterdag tussen 10.00 uur en 13.00. Dit leidt voor 2006 alleen niet tot een korte dienst aan het begin van de dagdienst op zaterdag. Dit komt omdat het aan het begin van de dagdienst op zaterdag de verpleegkundigen precies aansluiten bij de werkdruk. Het wordt weliswaar rustiger na het middag uur, maar niet voldoende om met een verpleegkundige minder te kunnen werken. Uit de data van 2005 komt wel naar voren dat er een korte dienst kan worden ingezet op zaterdag, namelijk een 5- uur dienst van 8.00 tot 13.00.
Gevoeligheidsanalyse van de ratio Tot nu toe is uitgegaan van een verpleegkundigen per bezette bedden ratio van 4-6-8, maar soms wordt er ook gebruikt gemaakt van een hoger ratio. Stel nu dat de verpleegkundigen per bezette bedden ratio wordt aangepast tot: Nacht Dag Avond
1-op-10 1-op-5 1-op-7
Wat is het effect van de ratio’s op het inroosteren van korte diensten? Bij de wegingsfactor van f = 3 , blijken minder korte diensten meer te worden geroosterd. Alleen één 4-uur dienst op vrijdag, startend om 9-uur. Bij f = 4 wordt dit een 5-uur dienst. Tevens krijgt donderdag dan ook een 4-uur dienst bij die om 9.00 uur start. Concluderend, voor verpleegafdelingen waar de ratio ho ger ligt, dus 1-op-5 in plaats van 1-op-4, is er minder efficiëntie te behalen met het inroosteren van korte diensten. Omgekeerd zou er dus gekeken kunnen worden wat de effecten van korte diensten kunnen zijn om afdelingen met een lagere ratio, zoals de medium-care. Als hier duidelijke patronen zijn in de werkdruk, lijkt er duidelijke efficiëntie te behalen.
Conclusie • • •
Bij het toestaan van meerdere diensten in 2006, is het voor de donderdag dagdienst efficiënt om een extra verpleegkundige te laten werken van 9.00 uur tot 13.00 uur. Met name als onderbezetting zwaarder wordt gestraft, is het ook efficiënt op woensdag en in iets minder mate dinsdag een 4-uurdienst te plannen, die respectievelijk op 8.00 uur en 9.00 start. Waar het op vrijdagavond soms efficiënt is om een 4-uurdienst te plannen in plaats van een vierde verpleegkundigen, zal er op zondagavond nooit gebruik worden gemaakt van een 4- uurdienst. (Behalve, misschien, als er ook 4-uurdiensten waren die starten om 20.00) 24
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
• •
Zaterdag lijkt een logische dag voor een korte dagdienst. Gemiddeld blijkt het in 2006 net niet praktisch. Bij een iets lagere gemiddeld aantal patiënten zoals in 2005, wordt er op zaterdag wel gebruikt gemaakt van een 4-uur dienst. Korte diensten zijn vaak minder efficiënt bij een hoge verpleegkundigen per bezette bedden ratio.
Opbrengsten in FTE Leveren korte diensten ook ‘winst’ op in het aantal FTE? Ofwel, hoeven er minder verpleegkundigen (uitgedrukt in uren) worden ingezet? Dit is afhankelijk van de verschillende gevoeligheidsana lyses. Als we tabel 5 vergelijken met tabel 2, zien we dat korte diensten op vrijdag leidt tot de inzet van minder verpleegkundigen, terwijl er op donderdag juist een dienst bijkomt. Per week worden er uiteindelijk 3 verpleegkundigenuren minder ingezet dan wanneer korte diensten niet mogelijk zijn. Dat zijn 156 uren in een jaar. Eén FTE is 1503 uren11 . Ofwel, in deze case zou er een besparing zijn van 156 = 0,10 FTE. 1503
De besparing in het aantal FTE is gering. Per jaar en afdeling kan het ietsje hoger zijn, maar de meerwaarde van korte diensten zit meer in de betere aansluiting van de werkdruk en het aantal verpleegkundigen.
4.4 Werkelijke Week Realisatie In dit paragraaf wordt gekeken hoe de planning er uit ziet als er uitgegaan wordt van een werkelijke week in plaats van een gemiddelde week. In een gemiddelde week zijn extremen vaak afgeplat. Voor deze realisatie van werkelijke weken in 2006, zijn twee opeenvolgende weken genomen. De eerste start op maandag 15 mei en de tweede op maandag 21 mei. Beide weken zijn iets drukker dan gemiddeld. En waar de eerste week vrij weinig fluctuaties kent in bedbezetting, zijn deze in de tweede week aanzienlijk.
In grafiek 6 en grafiek 7 is de werkdruk van de twee opeenvolgende weken gegeven.
11
Hierbij wordt rekening gehouden met vakantie, compensatieverlof, ziekteverzuim, en scholing.
25
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
7,00
7,00
6,00
6,00
5,00
maandag
5,00
maandag dinsdag
dinsdag 4,00
woensdag
4,00
woensdag
donderdag vrijdag
3,00
donderdag vrijdag
3,00
zaterdag
zaterdag
22 :00
20 :00
18 :00
16 :00
14 :00
12 :00
10 :00
8:0 0
6:0 0
4:0 0
0:0 0
22 :00
20 :00
18 :00
16 :00
14 :00
12 :00
10 :00
8:0 0
6:0 0
0,00 4:0 0
0,00 2:0 0
1,00
0:0 0
1,00
Grafiek 7: Werkdruk, in de week van maandag 15 mei 2006
zondag
2,00
2:0 0
zondag
2,00
Grafiek 6 Werkdruk, in de week van maandag 21 mei 2006
Tabel 6: Aantal verpleegkundigen per dienst op F6N voor de week van 15 mei 2006, volgens het optimalisatie mode. Dag\Dienst
Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag
Nacht 00.008.00
Dag 8.0016.00
4uur dag 8.0012.00
4uur dag 9.0013.00
4uu dag 10.0014.00
5uur dag 8.0013.00
6uur dag 8.0014.00
Avond 16.000.00
3 3 3 3 3 3 3
6 6 6 6 6 5 6
0 0 0 0 0 1 0
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
4 4 4 4 4 4 4
4uur avond 16.0020.00
0 0 0 0 0 0 0 Totaal
# Verpleeg uren overbezet ting
# Verpleeg uren onderbeze tting
Gewogen onderbeze tting
8,17 6,83 5,96 6,59 7,08 8,79 7,13 50,54
0,25 0,25 51,29
0,75 0,75
Observatie De werkdruk is ietsje hoger dan gemiddeld. Aangezien de werkdruk de meeste dagen niet specifiek in het begin van een dienst is waar te nemen, worden er tijdens de dagdienst – behalve op zaterdag – zes 8- uur diensten ingeroosterd. Door deze extra diensten ten opzichten van de gemiddelde planning, door een lichte stijging in de werkdruk, is er vrijwel geen sprake meer van onderbezetting in deze week. Dit was dus wel het geval geweest als de ‘gemiddelde’ planning was aangehouden zoals in het vorige paragraaf. (In dat geval zou er 1-op-4,5 en één enkel moment 1-op-5 moeten worden gelopen. In plaats van de gestelde 1-op-4) Tot slot zien we dat de zaterdag dagdienst wel gebruikt maakt van een 4-uur dienst en daar precies een piek opvangt. Zie bruine lijn in grafiek 6.
26
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
Tabel 7: Aantal verpleegkundigen per dienst op F6N voor de week van 21 mei 2006, volgens het optimalisatie mode. Dag\Dienst
Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag
Nacht 00.008.00
Dag 8.0016.00
4uur dag 8.0012.00
4uur dag 9.0013.00
4uu dag 10.0014.00
5uur dag 8.0013.00
6uur dag 8.0014.00
Avond 16.000.00
3 3 2 3 3 3 2
6 5 5 5 6 4 5
0 1 0 0 0 1 0
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 1 0
4 3 3 3 4 3 3
4uur avond 16.0020.00
0 0 1 0 0 0 0 Totaal
# Verpleeg uren overbezet ting
# Verpleeg uren onderbeze tting
Gewogen onderbeze tting
1,5 2,59 4,75 9,5 9,00 6,83 5,25 39,42
0,25 1,92 0,67 1,17 4,00 51,42
0,75 5,75 2,00 3,50 12,00
Observaties Dit was een grillige week, en hierdoor ontstaat ook een wisselend rooster per dag. Het meest opvallend is het inroosteren van twee korte diensten op zaterdag. Tijdens de dagdienst daalt de werkdruk van 5½ naar 4, in 5 uur tijd. Er zijn dus 9 patiënten ontslagen van de afdeling. Waar de verpleegafdeling in het begin van de zaterdag dagdienst 6 verpleegkundigen nodig heeft, zijn (volgens dit model) de laatste twee uur 4 verpleegkundigen nodig.
Conclusie • • •
•
Korte diensten leiden tot een betere inzet van verpleegkundigen, maar de beste inzet van de korte diensten is per week verschillend. Waar de analyse over het gemiddelde een korte dienst op vrijdag voorspelde, komt deze (toevallig) in deze twee weken niet naar voren. Wel zou in beide weken een korte dienst tijdens de zaterdagdienst worden ingezet. Dit werd juist niet verspeld door het model, naar aanleiding van de gemiddelde data van 2006. (Echter dit was weer wel verwacht naar aanleiding van de data-analyse. Gemiddeld laat zaterdagmiddag immers een sterke daling in bedbezetting zien) Gemiddeld genomen kunnen korte diensten tot verhoogde efficiëntie leiden. Hoe dit vervolgens, eventueel op weekbasis, het best geïmplementeerd kan worden zou nog verder onderzocht moeten worden.
4.5 Scenario’s In deze paragraaf worden twee varianten op de bovenstaande analyses uitgevoerd. Te n eerste, in § 4.5.1, wordt er onderzocht of de benodigde tijd nodig voor opnames en ontslagen van patiënten, bepalend kan zijn voor het plannen van korte diensten. Ten
27
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
tweede, in § 4.5.2, wordt onderzocht wat de effecten zijn van het meenemen van de variantie van de bedbezettingen om te bepalen dat er niet meer dan 5% onderbezetting is.
4.5.1 Werkdruk Door Opnames en Ontslagen Een van de scenario’s die bekeken zal worden heeft betrekking op de invloed van opnames en ontslagen van patiënten. In een interview met een Senior Verpleegkundige van de afdeling F6 Noord kwam naar voren dan opnames en ontslagen een belangrijke factor zijn voor de werkdruk van de verpleegkundigen.
Data-analyse In grafiek 6 en 7 zijn respectievelijk het gemiddelde aantal opnames en het gemiddelde aantal ontslagen per uur gegeven. Ter voorbeeld, op donderdag om 10.00 uur komt er gemiddeld 0,85 patiënt binnen.
1.00
Gemiddeld aantal per dag
0.80
Opnamen Maandag Opnamen Dinsdag 0.60
Opnamen Woensdag Opnamen Donderdag Opnamen Vrijdag Opnamen Zaterdag Opnamen Zondag
0.40
0.20
0.00 0:00
2:00
4:00
6:00
8:00
10:00
12:00
14:00
16:00
18:00
20:00
22:00
Tijd
Grafiek 8: Gemiddeld aantal opnames per uur per dag
De verpleegafdeling F6 Noord kent een redelijk veel ongeplande opnames die ook de gehele nacht door plaatsvinden. De opnames op vrijdag en donderdag ochtend springen er duidelijk uit.
28
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
1.00
Gemiddeld aantal per dag
0.80
Ontslagen Maandag Ontslagen Dinsdag Ontslagen Woensdag Ontslagen Donderdag Ontslagen Vrijdag
0.60
Ontslagen Zaterdag Ontslagen Zondag 0.40
0.20
0.00 0:00
2:00
4:00
6:00
8:00
10:00
12:00
14:00
16:00
18:00
20:00
22:00
Tijd
Grafiek 9: Gemiddeld aantal ontslagen per uur per dag
De ontslagen bij verpleegafdeling F6N, vinden meestal plaats na het lopen van de visite. Visite lopen start rond 9.30 uur. Een piek van het aantal ontslagen is er meestal rond het middag uur. Vooral woensdag en zaterdag kennen gemiddeld veel ontslagen rond het middag uur. Op zaterdag is dit enigszins te verklaren. Er wordt dan alleen visite gelopen bij nieuwe patiënten en patiënten die verslechteren (zie appendix 1). Voor de overige patiënten kan ontslag of overplaatsing vroeg opgang gezet worden. Hierdoor zie je dat op zaterdag 11.00 het gemiddeld aantal ontslagen duidelijk hoger is dan op de overige dagen 12 . Daarnaast worden er zaterdag middag vaak patiënten doorverwezen, ofwel ontslagen op F6N, voor ablatie 13 .
Werkdruk door opnames en ontslagen Om de werkdruk door het aantal opnames en ontslagen per uur te bepalen, moet een aantal stappen genomen worden. Uit de data sheet met alle bedbezettingen kunnen de gemiddelde opnames en ontslagen worden bepaald 14 . Er is voor gekozen om de tijd die gemiddeld nodig is voor een verpleegkundige om een opname of ontslag van een patiënt 12
De Senior Verpleegkundige van F6N heeft uitgelegd dat patiënten in het weekend vaak sneller ontslagen zijn, omdat afspraken en dergelijke al doordeweeks geregeld waren. [Persoonlijke communicatie] 13 Radiofrequente katheterablatie (RFCA) ofwel "Ablatie" is een behandeling waarmee verschillende oorzaken van ritmestoornissen kunnen worden behandeld. 14 In dit geval leidt een opname en een ontslag in één en hetzelfde uur niet tot een mutatie in het aantal bezette bedden en wordt daardoor ook niet meegenomen in de calculatie van het aantal ontslagen en opnames. Dit levert in 2006 voor F6N een onderschatting op van 6%.
29
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
inclusief administratief werk, te realiseren hoger in te schatten dan aangegeven door de Senior Verpleegkundige van afdeling F6N. Dit is gedaan om een effect voor de capaciteitsplanning te forceren. Het bepalen van een soort bovengrens. Mocht straks blijken opnames en ontslagen bijna geen effect hebben, dan kan aangenomen worden dat dit in de werkelijkheid, waar er waarschijnlijk nog minder tijd wordt besteed aan opnames en ontslagen, ook een gering effect heeft. Tabel 8: opname en ontslagtijden
De gemiddelde tijd die een verpleegkundige nodig heeft voor de opname of ontslag van een nieuwe patiënt. Opnametijd 60 minuten Ontslagtijd 25 minuten Omdat opname en ontslagen in het komende model extra werkdruk genereren, moet dit gemiddeld ook in mindering worden gebracht van de standaard werkdruk bepaling. Als de hierboven aangenomen tijden voor opnamen en ontslag worden vermenigvuldigd met het gemiddelde aantal opnames en ontslagen dan levert dat de volgende werkdruk: Tabel 9: Tijdsbesteding aan opname en ontslagen van nieuwe patiënten
Dienst Nacht Dag Avond
Werkuren 0,736 uur 2,028 uur 1,572 uur
Percentage van totale werkdruk 3,7% 10,2% 7,9%
Om de werkdruk te bepalen met in acht neming van de opnames en ontslagen van patiënten dienen een aantal nieuwe variabele te worden gedefinieerd. wd ik perck
= =
optijd
=
ontijd
=
opik onik
= =
Werkdruk per uur per dag. Percentage van de totale tijdbesteding van verpleegkundigen die wordt gebruikt voor opnames en ontslage n van patiënten. Tijd die een verpleegkundige gemiddeld nodig heeft voor de opname van een patiënt. Tijd die een verpleegkundige gemiddeld nodig heeft voor het ontslag van een patiënt. Gemiddeld aantal opnames per dag per uur. Gemiddeld aantal ontslagen per dag per uur.
De werkdruk wordt vervolgens als volgt bepaald: wd ik = wik *(1 − perck ) + optijd * opik + ontijd * onik
30
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
Concluderend, leidt dit aangepaste model niet tot andere resultaten dan in paragraaf 4.3. (Zodoende zijn de resultaten hier niet in een aparte tabel gegeven. De uitkomsten zijn gelijk aan die in tabel 7). Dus na de aanpassing van de werkdruk, rekening houdend met opnames en ontslagen, ontstaat precies dezelfde capaciteitsplanning als wanneer de werkdruk wordt bepaald door middel van de standaard vuist regel, zoals in hoofdstuk 4. Het onafhankelijk meenemen van ontslagtijd en opname tijd in de bepaling van de werkdruk, leidt (in eerste instantie) niet tot een andere capaciteitsplanning.
Medicatie In het bovenstaande gedeelte is de gemiddelde standaard werkdruk enigszins verlaagd en daarvoor in de plaats is extra werkdruk gekomen voor de opnames en ontslagen van patiënten. Hierdoor wordt er geen specifieke aandacht geschonken aan specifieke activiteiten aan het begin van een dienst zoals het inlezen van dossiers, rondbrengen van medicatie en het uitvoeren van controles. Stel dat deze activiteiten om 8.00 en 9.00 respectievelijk 1 en ½ verpleegkundige extra kosten ten opzichte van andere uren in de dagdienst. In de avond kunnen deze activiteiten iets meer gespreid worden, dus kost het tussen 16.00 en 19.00 uur drie maal een ½ verpleegkundige extra. (Deze extra werkdruk is gecompenseerd door het verlagen van de opname en ontslagtijd) Als deze waardes worden meegenomen samen met de opnames en ontslagen krijgen we de volgende capaciteitsplanning. Tabel 10: Aantal verpleegkundigen per dienst met specifieke aandacht voor opnames, ontslagen en het toedienen van medicatie. F6N, 2006 Dag\Dienst
Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag
Nacht 00.008.00
Dag 8.0016.00
4uur dag 8.0012.00
4uur dag 9.0013.00
4uu dag 10.0014.00
5uur dag 8.0013.00
6uur dag 8.0014.00
Avond 16.000.00
3 3 3 3 3 3 3
5 5 5 5 5 5 5
0 0 1 1 1 0 0
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 1 0
0 0 0 0 0 0 0
3 4 3 3 3 3 3
4uur avond 16.0020.00
1 0 1 1 1 1 1 Totaal
# Verpleeg uren overbezet ting
# Verpleeg uren onderbeze tting
Gewogen onderbeze tting
7,11 8,46 8,88 7,30 6,73 8,43 11,65 58,56
1,54 0,86 0,85 0,92 1,06 1,21 0,68 7,12 79,93
4,62 2,57 2,55 2,77 3,17 3,64 2,04 21,36
Observati es •
•
De extra werkdruk die is toegevoegd voor controle en het toedienen van medicatie leidt sne l tot de invoering va n korte diensten. Met name voor de avonddiensten geldt dat deze aan het begin ook nog extra werkdruk kennen door de vele opnames en ontslagen. De uitzonderlijke situatie van de dinsdagavond kan veroorzaakt zijn door een toevallig hoog gemiddeld aantal opnames op dinsdag rond 23.00. Als de data van
31
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
•
2005 wordt gebruikt heeft ook dinsdag 3 verpleegkundigen voor 8-uur en 1 voor 4uur. De 4-uurdiensten beginnen nu logischerwijs altijd om 8.00 aangezien er dat uur extra werkdruk is gecreëerd door medicatie en verzorging.
Conclusie •
•
Het patroon van opnames en ontslagen meenemen in het bepalen van de werkdruk leidt niet tot een andere capaciteitsplanning dan in hoofdstuk 4. Ondanks dat was aangegeven dat opnames en ontslagen van patiënten kon leiden tot verhoogde werkdruk, heeft dit gemiddeld geen significante invloed. Donderdag en vrijdag ochtend kennen alleen een relatief hoog aantal opnames. Maar uit de analyses van hoofdstuk 4 kwam al dat deze dagen als eerste in aanmerking komen voor een 4uurdienst. De tijd die nodig is voor opnames en ontslagen van patiënten, samen wat de extra werkzaamheden die samenvallen met het begin van een dienst (inlezen dossiers, medicatie rondbrengen) suggereert wel het plannen van 4-uurdiensten aan het begin van de dag- en avonddienst.
Kans op onderbezetting Wat in dit model niet is meegenomen is de kans op onderbezetting. Dat opnames en ontslagen gemiddeld weinig invloed hebben betekent niet dat hun kansverdeling er niet toe kan leiden dat er regelmatig meer dan 1 verpleegkundige tekort is. Ter illustratie, de kans dat er drie patiënten opgenomen moeten worden in één en hetzelfde uur is groter om 10 uur dan om 23 uur. Anderzijds, de verschillen lijken niet zeer groot. De opnames zijn enigszins verdeeld over de dag. Bij ontslagen is wel een spitse verdeling, maar daar zou geconcludeerd kunnen worden dat bij zeer hoge werkdruk, een ontslag ook vertraagd kan worden zodat het een uur later plaats vindt 15 .
4.5.2 Variantie: 95% Percentiel Tot nu toe is er in dit rapport nog maar weinig rekening gehouden met de stochastisiteit van de werkdruk. Als de weerdruk wordt bepaald door de vuistregel zoals in hoofdstuk 4, dan zat tot nu toe de stochastisiteit in de variantie van het aantal bezette bedden. In deze paragraaf zal expliciet de kans worden meegenomen dat er maximaal 5% onderbezetting is in een heel jaar. Dit wordt anders gedaan dan tot nu toe in dit rapport door rekening te houden met de variantie van de gemiddelde bedbezetting. In de tabel op de volgende pagina is de variantie van het aantal bezette bedden per dag en per uur te zien.
15
Dit geldt wel als een patiënt naar huis kan, maar niet als een patiënt met spoed moet worden overgeplaatst.
32
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
Tabel 11: Variantie op de bedbezetting, per dag per uur. F6N, 2006 Gemiddeld
3.45 3.46
3.45
3.45 3.46
3.45
3.44 3.43
3.44
3.44 3.54
3.57
3.55 3.55
3.52
3.44 3.42
3.39
3.45 3.47
3.48
3.44 3.43
3.40
maandag
3.62 3.67
3.62
3.67 3.71
3.66
3.65 3.65
3.67
3.65 3.67
3.55
3.49 3.31
3.31
3.06 2.98
2.99
3.00 2.96
2.96
3.00 3.07
3.14
dinsdag
3.17 3.14
3.14
3.14 3.20
3.21
3.20 3.16
3.12
3.11 3.01
3.14
3.07 3.09
3.07
3.11 3.21
3.24
3.25 3.37
3.40
3.25 3.24
3.11
woensdag
3.19 3.16
3.16
3.15 3.14
3.15
3.13 3.15
3.11
3.08 3.23
3.24
3.21 3.24
3.32
3.19 3.18
3.20
3.34 3.35
3.47
3.45 3.37
3.36
donderdag
3.37 3.36
3.32
3.30 3.32
3.28
3.28 3.21
3.22
3.21 3.45
3.56
3.70 3.84
3.63
3.35 3.33
3.04
3.09 3.09
3.12
3.13 3.12
3.08
vrijdag
3.07 3.14
3.08
3.11 3.04
3.05
3.01 3.10
3.09
3.03 3.16
3.10
2.99 3.12
3.23
3.28 3.32
3.23
3.65 3.72
3.73
3.79 3.76
3.71
zaterdag
3.80 3.80
3.81
3.78 3.80
3.79
3.74 3.71
3.69
3.78 3.77
3.84
3.72 3.69
3.61
3.60 3.60
3.62
3.57 3.52
3.49
3.38 3.46
3.50
zondag
3.65 3.65
3.72
3.71 3.71
3.74
3.77 3.74
3.74
3.73 3.71
3.68
3.70 3.69
3.72
3.87 3.83
3.90
3.87 3.89
3.86
3.80 3.71
3.63
De varianties variëren niet veel per dag of per uur. Dit is niet onverwacht, aangezien er een hoge correlatie is tussen de bedbezettingen op verschillende uren. Gemiddeld meer patiënten om 20.00 uur, betekent waarschijnlijk ook gemiddeld meer patiënten om 23.00 uur. Ook dagen zijn sterk gecorreleerd. Ter voorbeeld, een lage bedbeze tting op 24 juni betekent waarschijnlijk ook een lage bedbezetting op 25 juni. Gezien de beperkte variatie in variantie wordt er voor het volgende model gebruik gemaakt van de gemiddelde variantie. Deze is:
σ = 3,479 In het AMC wordt gesteld dat er in maximaal 5% van de gevallen sprake mag zijn van onderbezetting. Deze regel wordt in dit model anders opgenomen dan voorheen. Aannemend dat het aantal bezette bedden normaal verdeeld 16 is, wordt er een 95% interval worden bepaald. De werkdruk wordt vervolgens bepaald met behulp van de bovengrens van dit interval. De 5% kans op onderbezetting heeft alleen betrekking op de rechter staart van de normaal verdeling. Want dat zijn de kansen dat er veel meer patiënten op de afdeling liggen dan gemiddeld, wat kan leiden tot onderbezetting. Dat betekent dat de functie van de normaalverdeling worden moet geïntegreerd van min oneindig tot x. (x is dan de bovengrens van het 95% percentiel)
1 σ 2π
x
∫
e
−
( u −µ ) 2 2σ 2
∂u
−∞
De gemiddelde bedbezetting is:
µ = 19,38 Gemiddelde en variantie invullen in de normaalfunctie en gelijkstellen aan 0,95:
16
Echt normaal verdeeld is het aantal bezette bedden niet, met name doordat er maar 28 bedden op de verpleegafdeling F6N zijn.
33
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
x
1 3.479 2π
∫e
−
(u −19,83) 2 2*3.4792
∂u = 0.95
−∞
Dit geeft als oplossing:
x = 25,55 Dit betekent dat, als de werkdruk wordt bepaald naar aanleid ing van gemiddeld 25,55 bezette bedden, er in 95% van de tijd voldoende verpleegkundigen aanwezig zullen zijn. Bij het Team Innovatie en Procesmanagement van het AMC wordt het 95% percentiel bepaald door historische bedbezettingsgegevens. De data van 2006 geeft aan dat in 3,8% van de tijd 26 of meer patiënten op de afdeling la gen. En in 8,1% van de gevallen 25 of meer patiënten. Dus een bovengrens van 25,55 voor de 95% percentiel lijkt voor het jaar 2006 zeer aannemelijk 17 .
Bezette Bedden
Aantal keer (gemeten per uur) in 1 jaar
1200 1000 800 600
Bezette Bedden
95%
400 200 0 1
3
5
7
9
11 13 15 17 19 aantal patienten
21 23 25 27 29
22,29
µ = 19,83
x = 25,55
Figuur 4: 95% percentiel van de bedbezetting. F6N, 2006.
In de bovenstaande figuur is de gemiddelde, µ, bedbezetting weergegeven. Aangezien in hoofdstuk 4 onderbezetting zwaarder werd bestraft dan overbezetting, was de 17
Het AMC bepaalt het 95% percentiel voor de 3 diensten en maakt een onderscheid tussen week dagen en weekend dagen. De AMC methode om de 95% percentiel te bepalen uit historische gegevens zou ook per uur per dag kunnen worden uitgevoerd, maar is enigszins bewerkelijk. Afgaand op 2006, blijkt het bepalen van het 95% percentiel via de normaal-verdeling een goede schatting te geven. Aangezien de variantie in bedbezetting vrijwel gelijk is op elk uur van de dag en elke week, zijn alle gemiddelde bedbezettingen met d zelfde waardes opgehoogd ten opzichten van de gemiddelde bedbezetting.
34
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
uiteindelijke inzet van verpleegkundigen wel hoger dan het gemiddelde; namelijk 22,29. Maar zoals te zien zou dit nog steeds tot een regelmatige onderbezetting leiden. Pas bij een inzet van de verpleegkundigen op gemiddeld 25,55 patiënten is er normaal gesproken minder dan 5% van de tijd onderbezetting. Om de analyse uit te voeren wordt hetzelfde model als in paragraaf 4.3.3 (p. 22) gebruikt, maar zonder voorwaarde 5 (zie pag. 13). Dat was de alternatieve voorwaarde om de onderbezetting onder de 95% te houden. De belangrijkste verandering is de ophoging van alle ‘bed-data’. Bij alle waardes is (25,55 – 19,83 =) 5,72 ‘bedden’ opgeteld om een gemiddelde van 25,55 te bereiken. De werkdruk ziet er dan als volgt uit. 8,00
7,00
6,00 Werkdruk mbt 95% percentiel
maandag dinsdag
5,00
woensdag donderdag
4,00
vrijdag zaterdag
3,00
zondag 2,00
1,00
0,00 0:00
2:00
4:00
6:00
8:00
10:00
12:00
14:00
16:00
18:00
20:00
22:00
Uur
Grafiek 10: Werkdruk na ophoging, om 95% zeker te zijn dat er geen onderbezetting is.
De wegingsfactor is op waarde 1 geplaatst. Over- en onderbezetting heeft immers een andere functie gekregen. Er is nu in principe bijna altijd overbezetting. De verpleegkundige capaciteit moet zo precies mogelijk bij de werkdruk aansluiten. Hieronder staat het aantal benodigde verpleegkundigen, wanneer wordt gepland naar aanleiding van het 95% percentiel. (De verpleegkundigen per bezette bedden ratio is hier nog 4-6-8, zoals geïntroduceerd op pagina 16)
35
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
Tabel 12: Aantal verpleegkundigen per na opgehoogde werkdruk om aan de 95% percentiel te voldoen. F6N, 2006 Dag\Dienst
Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag
Nacht 00.008.00
Dag 8.0016.00
4uur dag 8.0012.00
4uur dag 9.0013.00
4uu dag 10.0014.00
5uur dag 8.0013.00
6uur dag 8.0014.00
Avond 16.000.00
3 3 3 3 3 3 3
6 6 6 7 7 6 6
0 0 1 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
0 1 0 0 0 0 0
4 4 4 4 4 4 4
4uur avond 16.0020.00
0 0 0 0 0 0 0 Totaal
# Verpleeg uren overbezett ing
# Verpleeg uren onderbez etting
6,81 2,62 5,42 1,30 5,99 2,90 3,93 2,28 3,66 0,65 3,21 0,01 2,48 9,75 31,5 41,25
Observatie •
• • • •
In de eerdere analyse was er met 3 verpleegkundigen tijdens de nachtdienst altijd overbezetting. Het verhogen van de werkdruk om de kans tot onderbezetting te verkleinen leidt niet tot de inzet van extra verpleegkundigen tijdens de nachtdiensten. Hetzelfde geldt voor de avonddienst. 4 verpleegkundigen in de avonddienst is voldoende om ook bijna altijd de drukke avonden op te vangen. Daarentegen is de dagd ienst gevoeliger voor drukke dagen. Om de kans op onderbezetting te verkleinen wordt nu tijdens elke dagdienst minimaal 1 verpleegkundige meer ingezet dan in de eerdere analyse. We zien nu dat korte diensten worden toegepast op dinsdag en woensdag. Ook is het aantal uren onderbezetting veel groter dan de uren overbezetting. Onderbezetting heeft in deze context wel een andere betekenis aangezien het om onderbezetting ten opzichte van het 95% percentiel gaat. Ofwel, een hogere onderbezetting betekent dat we met een iets meer dan 5% kans op onderbezetting te maken hebben.
In de bovenstaande situatie is er uitgegaan van een 95% percentiel om de kans op onderbezetting rond de 5% te houden. Dit is een gangbare methode op het aantal benodigde verpleegkundigen te bepalen. We zien dat het aantal verpleegkundigen tijdens de dagdienst duidelijk toeneemt volgens deze methode. Tabel 10 geeft hogere waardes voor het aantal verpleegkundigen dan tabel 8. Het aantal uren over bezetting zou bij de planning van tabel 10 dan ook veel hoger zijn, dan tabel 8. (De overbezetting uren in de tabellen zijn niet vergelijkbaar, aangezien in tabel de overbezetting ten opzichten van het 95% percentiel wordt bekeken en niet het gemiddelde.)
36
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
Worden er ook zoveel meer verpleegkundigen ingezet op F6N? Het blijkt dat deze afdeling ook wel 1-op-5 loopt in plaats van 1-op-4. Hieronder zal nog gekeken worden wat de gevoeligheid is van de verpleegkundigen per bezette bedden ratio.
Gevoeligheidsanalyse van de ratio Op de verpleegafdeling F6N blijkt vaak de verpleegkundigen per bezette bedden ratio als volgt te worden toegepast: Nacht 1-op-10 Dag 1-op-5 Avond 1-op-7 Dit heeft invloed op het aantal benodigde verpleegkundigen. Deze zijn lager. Uit het model komt dan naar voren dat de inzet weer gelijk is zoals aan het begin van dit rapport, in tabel 2. • 3 verpleegkundigen op de nachtdienst • 5 verpleegkundigen op de dagdienst • 4 verpleegkundigen op de avonddienst
Observatie •
•
Bij het toestaan van korte diensten worden deze niet gebruikt. Doordat er 1-op-5 wordt gelopen in plaats van 1-op-4, is een verschil in werkdruk door bijvoorbeeld het ontslag van twee patiënten, relatief kleiner. Mutaties in de bedbezettingen zorgen dus voor minder effect in de werkdruk, waardoor ook minder snel korte diensten effectief worden. Bij de avond en de nachtdienst verandert weinig. Althans bij 1-op-5 ontstaat er overbezetting van verpleegkundigen, maar niet zo veel dat de afdeling met een verpleegkundige minder zou kunnen.
Conclusie • • • •
De methodiek van dit rapport om de efficiëntie van korte diensten te bestuderen werkt ook wanneer wordt gewerkt met een 95% percentiel (d.w.z. Kans op onderbezetting maximaal 5%). Het toestaan van korte diensten leidt tot één 8-uur dienst minder op dinsdag en woensdag. Daarvoor in de plaats komt respectievelijk een 6-uur dienst en een 4-uur dienst. Korte diensten zijn effectiever op afdelingen waar een lage verpleegkundigen per bezette bedden ratio is. Dus 1-op-4 in plaats van 1-op5, of zelf lager. Reductie van 6-verpleegkundigen uren per week, ofwel 0,2 FTE. (Voor 2006 werd er voor de afdeling F6N tussen de 18,0 en 23,4 benodigde FTE geraamd, afhankelijk of dit werd berekend naar aanleiding van de gemiddelde bedbezetting of het 95% percentiel. Een reductie van 0,2 FTE is ongeveer gelijk aan een reductie van 1%.)
37
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
5. Conclusie en Aanbevelingen voor het AMC Naar aanleiding van de verpleegafdeling F6N van het AMC kunnen de volgende conclusies worden getrokken, met betrekking tot het inroosteren van korte diensten voor verpleegkundigen:
(1) Betere aansluiting werkdruk en verpleegkundige capaciteit Korte diensten zorgen ervoor dat op drukke momenten er verpleegkundigen extra aanwezig kan zijn en er op rustigere momenten geen overbezetting is.
(2)
1% minder verpleegkundige capaciteit nodig Omdat verpleegkundige capaciteit gerichter ingezet kan worden op – verwachte – piekuren, kan er enige overbezetting in verpleegkundige capaciteit worden bespaard.
(3)
Flexibele diensten mogelijk Korte diensten maken het ook mogelijk voor een verpleegkundige om soms een halve dag te werken. Of eerder te beginnen of klaar te zijn met werken.
Het inroosteren van korte diensten zal niet voor elke verpleegafdeling evenveel winst opleveren in de reductie van over- en onderbezetting. Daarbij spelen de volgende factoren een rol:
(1)
Werkdruk Patroon Korte diensten zijn voornamelijk inzetbaar bij afdelingen waar de werkdruk niet gedurende de hele dienst gelijk is. Doordat speciale activiteiten op één bepaald moment van de dag moet worden gedaan, bijvoorbeeld opnames of medicatie prepareren. Dit kan per verpleegafdeling verschillen.
(2)
Wegingsfactor Hoe kritisch is onderbezetting, ofwel een moment dat de aanwezige verpleegkundigen een stapje extra moeten zetten? Als dit zeer kritisch is, zullen er op verwachte piekmomenten in werkdruk eerder extra korte diensten worden ingezet. Met het gevolg dat dit tevens tot extra overbezetting leidt.
(3)
Verpleegkundigen-ratio Afdelingen met een lage verpleegkundigen per bezette bedden ratio (bv. 1-op4 i.p.v. 1-op-5), zijn gevoeliger voor een toename van 2 patiënten, dan afdelingen met een hoge ratio. Korte diensten zullen meer efficiëntie opleveren bij verpleegafdelingen met een lagere verpleegkundigen per bezette bedden ratio.
38
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
Vervolgonderzoek Afdelingen en Realisatie • •
•
Korte diensten zullen niet voor elke afdeling even veel opbrengsten genereren. Voor verschillende (soort) ziekenhuisafdelingen moet worden onderzocht wanneer de opbrengsten significant zijn. Wanneer het mogelijk is om LP- modellering toe te passen op realisatie niveau, zullen de effecten van korte diensten waarschijnlijk groter zijn. In dat geval moet er 1 dag of 1 week vooruitgekeken worden in het bepalen van de verwachte werkdruk (in plaats van 1 jaar zoals gedaan in dit rapport). Met behulp van LP- modellering kan werkdruk worden gekwantificeerd. En kan over- en onderbezetting worden vergeleken tussen verschillende scenario’s, afdelingen en jaren. Ook voor verder en uitgebreider onderzoek blijft LPmodellering een aan te bevelen methodiek.
Korte Diensten: •
Variantie: 95% Percentiel. Om de effecten van korte diensten te bestuderen is aanvankelijk gewerkt met gemiddelde bedbezettingen. Waar dit een goed eerste beeld heeft gegeven over mogelijke verbeteringen in de efficiëntie, zal uiteindelijk gewerkt moeten worden met de kans op onderbezetting. Een integratie van de aanpak in paragraaf 4.4 en 4.5.2 lijkt veelbelovende. De inzet van verpleegkundigen moet op jaarbasis, maximaal 5% van de gevallen onderbezetting toestaan. Als dit wordt geoptimaliseerd naar aanleiding van werkelijke weken, in plaats van gemiddelde zullen er waarschijnlijk veel meer korte diensten worden toegestaan, zoals op de zaterdag dagdienst. (Opmerking: de rekentijd voor de optimalisatie kan wel problematischer worden. Tip: aangezien de planningen van de verschillende dagen in de week onafhankelijk worden beschouwd, kan er per dag apart worden geoptimaliseerd)
Werkdruk: •
•
Correlatie van de weken In dit rapport is tevens een eerste poging gedaan de werkdruk te operationaliseren. Ofwel, specifieker uit te drukken dan alleen als ratio van het aantal bezette bedden. Wanneer wordt gekeken naar een operationeel model van de capaciteitsplanning van verpleegkundigen zou gekeken moeten worden naar de correlatie tussen de verschillende weken. Als het in week 12 rustig is op de afdeling, kan er een duidelijke schatting worden gemaakt over de verwachte drukte in week 13. Zorgcategorieën In de twee interviews met senior verpleegkundigen, wordt aangegeven dat de zorgcategorieën van de patiënten zeer bepalend aanvoelen voor de werkdruk op een afdeling. Wanneer er (opname & ontslag) gegevens zijn met betrekking tot de zorgcategorieën van patiënten, zou gekeken kunnen worden of deze patiënten bijvoorbeeld vaker op een bepaald moment van de dag opgenomen worden. Ook zou er nagedacht kunnen worden over het poolen van patiënten met een hoge zorgcategorie. 39
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
Appendix 1: Interview Senior Verpleegkundige F6N 27-02-2007 10.55-11.50 Amsterdam, AMC, F6N, Werkkamer hoofdverpleegkundigen.
Interview met: Ronald Visser Senior Verpleegkundige
[email protected] tel. 62062 Uitgevoerd door: Sander Franse
[email protected] Tel. 06-45094359
Het doel van dit interview was het achterhalen van de activiteiten en uren die zorgen voor extra werkdruk voor verpleegkundigen. Ten eerste is er een algemeen beeld van de werkdruk en activiteiten van de afdeling F6N geschetst. Dag dienst (=ochtend) 7.30-8.00 Overdracht 8.00-9.30 Inlezen patiëntendossiers Het rondbrengen van pillen etc Het uitvoeren van controles 9.30-10.30/11.30 Visite 10.30-11.00 Pauze 11.30-15.30 evt. vertraagde visite Het maken van (nieuwe) afspraken voor patiënten 15.30-16.00 Overdracht Avonddienst 15.30-16.00 16.00-19.00 15.00-20.00 23.00-23.30
Overdracht ‘controles en medicatie’ Bezoekuren Overdracht
Nachtdienst
40
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
23.00-23.30 23.30-7.00
7.00-7.30
Overdracht Het begin van de dienst kent iets extra werk door de activiteiten ‘controles en medicatie’, maar de rest van de avond kent een gelijkmatige drukte Overdracht
De afdeling F6N heeft 28 bedden.
Oorzaken werkdruk Een belangrijke uitkomst van het gesprek was het feit dat werkdruk van de verpleegkundigen op de afdeling F6N met neme word bepaald door de zorgcategorie van de aanwezige patiënten. Daarnaast werd de werkdruk ook bepaald door - controles en pillen - visite lopen - verslechtering van patiënten o ‘shock’ - opnames o vele acute opnames - ontslagen - bezoekuren De overdrachtperiode werd niet beschouwd als tijd met extra werkdruk. Voeding wordt in principe niet verzorgd door de verpleegkundigen
Activiteiten in minuten Het aantal minuten achter een activiteit, zijn het gemiddelde aantal minuten die 1 verpleegkundige aan deze activiteit/1 patiënt besteedt. Opname Overname Ontslag Overplaatsing Visite Bezoek Controles Medicatie (pillen) * visite na opname
30-35 min*. (beperkte variatie) 30-35 min. (kan 15 min zijn, kan 1,5 uur zijn) 15 min. 15 min. 4-5 min. 1-2 min. 10-15 min. 15-20 min. 5 min (Na een opname wordt er ook nog een visite –met de artsgelopen. Dit gebeurt meestal een uur na de opname)
Voor de zorgcategorie patiënten is bepaald hoeveel patiënten één verpleegkundige onder zijn of haar hoede kan nemen
41
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
Zorgcategorie 4 3 2 1
# patiënten per verpleegkundige 1 4-5 Minder dan gemiddeld Bijna geen verpleging noodzakelijk
Met name voor zorgcategorie 2 patiënten werd gesteld dat de extra werkdruk voornamelijk ontstond tijdens de visite en het verzorgen van de pillen en controles. Ofwel, activiteiten in het begin van een dienst. Patiënten per verpleegkundige: Late dienst: max. 7 op 1 Nacht: max 9 op 1
Patronen door de week • • •
Vrijdag aan het eind van de dag zijn er vaak meer ontslagen om patiënten voor het weekend weer thuis te krijgen. Zaterdag en Zondag is het iets rustiger met name door de afwezigheid van ‘standaard visites18 ’. (1 verpleegkundige minder) Zaterdag rond 11.00-12.00 worden gemiddeld vaker patiënten ontslagen. Dit komt omdat de dagdienst dan eerder op de ochtend nieuwe afspraken voor de patiënt heeft gemaakt waardoor deze vroeg in de middag kan worden ontslagen of overgeplaatst (meestal voor ablatie)
Concluderend, werd er gesteld dat de zorgcategorie van een patiënt en de opnames van nieuwe patiënten voor de meeste werkdruk van de verpleegkundigen zorgt. Het begin van een dienst is wel ietsje drukker, maar pieken in de werkdruk worden met name verzorgt door de twee eerder genoemde oorzaken.
Tot slot, op F6 Noord komen met namen acute patiënten binnen. Hierdoor is het moeilijk anticiperen op een mogelijke drukte. F6 Zuid daarentegen heeft voornamelijk geplande opnames. Dit kan betekenen dat bij F6N er wel een duidelijker piek moment op de dag is waarbij vele (drukke) activiteiten samenkomen.
18
Visites worden dan alleen gelopen voor nieuw opgenomen patienten en patienten die verslechteren.
42
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
Appendix 2: Interview Hoofdverpleegkundige F6Z 07-06-2007 13.10-13.35 uur Amsterdam, AMC, F6Zu, Werkkamer verpleegkundigen.
Interview met: Suzanne Heijmenberg Hoofd verpleegkundige
[email protected] tel. 66090 Uitgevoerd door: Sander Franse
[email protected] Tel. 06-45094359
Het doel van dit interview was het achterhalen van de activiteiten en uren die zorgen voor extra werkdruk voor verpleegkundigen. Tevens een indruk krijgen tussen het verschil tussen F6N en F6Z, met betrekking tot de werkdruk.
Specifieke ‘eigenschappen’ F6Z • • •
Een ‘Shortstay’-afdeling. Hierdoor heeft F6Z met veel dagopnames te maken. Stamceltransplantatie: verpleegkundigen lopen dan 1-op-1 Fase 1 studies: verpleegkundigen lopen dan 1-op-1
Medicatie: Iedereen op de afdeling F6Z krijgt medicatie. Tijdens de dagdienst wordt er 1-op-4 gelopen. ’s Ochtends is een verpleegkundige gemiddelde 45 minuten bezig om de medicatie van 4 patiënten voor te bereiden. Dus tussen het begin van de dagdienst (8:00) en het begin van de visite (9:30) neemt het voorbereiden van de medicatie 50% van de activiteiten in beslag.
Werkdruk in de ochtend? Ondanks de voorbereiding voor medicatie en infusen in de ochtend, wordt er geen verhoogde werkdruk waargenomen aan het begin van de (dag)dienst. Mede omdat veel patiënten op deze afdeling de gehele dag door medicatie nodig hebben. En omdat op 43
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
specifieke momenten nieuw infuus moet worden aangebracht, bijvoorbeeld bij chemokuren.
Visite De visite wordt tussen 9:30 uur en 11:30 uur gelopen. Een verpleegkundige is daar gemiddeld 30 minuten per 4 patiënten mee bezig.
Opnames en Ontslagen 1 verpleegkundige is gemiddeld 1 uur en 45 minuten bezig voor de opname van een patiënt. 1 verpleegkundige is gemiddeld 30 minuten bezig voor het ontslag van een patiënt.
Zorgzwaarte Net zoals bij F6N, wordt in dit interview aangegeven dat de zorgzwaarte van een patiënt zeer bepalend is voor de werkdruk van de verpleegkundigen.
Patroon door de week • • • •
Maandag is vaak iets drukker, omdat activiteiten dan weer moeten opstarten. Woensdags duurt het visite lopen langer. Er worden dan specifieke afspraken gemaakt. Vrijdag is het drukker, aangezien er wordt geprobeerd de patiënten nog voor het weekend te kunnen ontslaan. Het weekend kent geen opnames en kortere visites, waardoor het rustiger is.
Overdracht Korte diensten zullen tot een extra overdracht leiden. De ‘vroeg’ vertrekkende verpleegkundige moet zijn/haar patiënten overdragen. Er wordt verwacht dat de verpleegkundige met deze extra overdracht 15 minuten bezig is.
44
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
Appendix 3: MPL-MODEL TITLE Mixdiensten; INDEX uur dienst dag
:= (0..23); := (nacht, ochtend, avond); := (ma, di, wo, do, vr, za, zo);
{# uren in een dag} {soorten diensten} {dagen in de week}
DATA bedden[dag, uur] a[dienst, uur] verpleeg[uur] werk[dag, uur] {werdruk bepaling} straf M
:= DATAFILE("beddenF6N2006.dat"); {# bezette bedden} := DATAFILE("StatusQuo"); {Geeft aan welke uren een dienst wel en niet 'werkt'} := (8,8,8,8,8,8,8,8,4,4,4,4,4,4,4,4,6,6,6,6,6,6,6,6); {vuist-regel Werkdruk} := bedden[dag, uur]/verpleeg[uur]; := -3;
{straf voor onderbezetting tov overbezetting} {grootgetal}
:= 100;
VAR GO[dag, uur];
{Gewogen aantal uren over en onderbezetting}
Overbezetting[dag,uur]; Onderbezetting[dag,uur]; Overbezettingperdag[dag]; Onderbezettingperdag[dag]; GewOnderbezettingperdag[dag]; y[dag, uur]; CheckTotaal; TotaalOverbezetting; TotaalOnderbezetting; TotaalGewOnderbezetting; Totaalwerk[dag, uur]; INTEGER VARIABLES X[dag, dienst];
{0/1 variabele}
{# in te zetten verpleegkundigen (Beslis variabele)}
MODEL MIN SUM(dag, uur:GO[dag, uur]) SUBJECT TO GewogenOnderBezetting[dag, uur]: straf * (SUM(dienst: (a[dienst, uur] * X[dag, dienst])) - werk[dag, uur]) <= GO[dag, uur]; Werktotaal[dag, uur]: werk[dag, uur] = Totaalwerk[dag, uur]; GewogenOverBezetting[dag, uur]: SUM(dienst: (a[dienst, uur] * X[dag, dienst])) - werk[dag, uur] <= GO[dag, uur];
45
“De effecten van 4 tot 6 uur durende diensten van verpleegkundigen voor de capaciteitsplanning”
OverEnOnderBezetting[dag,uur]: SUM(dienst: (a[dienst, uur] * X[dag, dienst])) - werk[dag, uur] = Overbezetting[dag, uur] - Onderbezetting[dag, uur]; OverOFOnderbezetting1[dag, uur]: Overbezetting[dag, uur] <= M * (1-y[dag, uur]); OverOFOnderbezetting2[dag, uur]: Onderbezetting[dag, uur] <= M * y[dag, uur]; OnderbezettingPerDag[dag]: SUM(uur: Onderbezetting[dag, uur]) = Onderbezettingperdag[dag]; OverbezettingPerDag[dag, dienst]: SUM(uur: Overbezetting[dag, uur]) = Overbezettingperdag[dag]; GewogenOnderbezettingPerDag[dag]: Onderbezettingperdag[dag] * -straf = GewOnderbezettingperdag[dag]; Check: SUM(dag: Overbezettingperdag[dag] + GewOnderbezettingperdag[dag]) = CheckTotaal; SUM(dag: Overbezettingperdag[dag]) = TotaalOverbezetting; Sum(dag: Onderbezettingperdag[dag]) = TotaalOnderbezetting; SUM(dag: GewOnderbezettingperdag[dag]) = TotaalGewOnderbezetting; MinimaalAantalVerpleegkundigen[dag, uur]: SUM(dienst: (a[dienst,uur] * X[dag, dienst])) >= 2; MaximaalOnderbezettingPerUur[dag, uur]: Onderbezetting[dag, uur] <= 1; MaximaalOnderbezettingPerWeek: Sum(dag:Onderbezettingperdag[dag]) <= 8.4;
BINARY y[dag, uur];
46