DE MUZIEK ROUTE
WEG VAN MUZIEK
DE EERSTE MUZIKALE KILOMETERS MUZIKALE ROUTEPLANNER 2011
Utrechts Centrum voor de Kunsten SAMENWERKINGS PARTNERS Utrechts Centrum voor de Kunsten
Jazz is. Jazz leeft. Gebeurt. Beweegt. Jazz neemt. Jazz geeft. Jazz weet. Jazz spreekt. Jazz doet. Jazz laat. Jazz komt. Jazz gaat. Uniek. Muziek. Van vlees en bloed. Jazz waagt. Jazz wint. Breekt baan. Jazz bonkt. Jazz staat. Jazz valt. Is overal. Ontroert. Verwarmt. Grijpt bij de keel. Jazz knettert. Knalt. Ontketent. Heerst. Jazz heelt. Jazz zuivert. Lichaam. Geest. Jazz swingt. Jazz vecht. Is waar. Is echt. Geen loze kreet. Geen leeg gebaar. Jazz werkt. Versterkt. Ontwapent. Toont. Jazz laaft. Jazz loont. Is water. Brood. Jazz lacht. Jazz huilt. Jazz in. Jazz uit. Legt bloot. Daagt uit. Jazz kookt. Jazz bruist. Jazz troost. Jazz bijt. Jazz bloedt. Heeft schijt. Is zwart. Is wit. Is rood. Niet grijs. Jazz vloekt. Jazz moet. Verbroedert. Zoekt. Jazz vindt. Jazz wijst. Jazz schokt. Jazz eist. Jazz hoog. Jazz laag. Jazz voor. Jazz na. Jazz rookt. Jazz jaagt. Is eigen baas. Vereent. Verzoent. Begeestert. Woedt. Bevrijdt. Bewijst. Begrijpt. Vervoert. Jazz spreidt. Jazz sluit. Bezielt. Verrijkt. Geeft hoop. Verblijdt. Jazz shittert. Glanst. Jazz flitst. Jazz danst. Verhit. Zweept op. Bemint. Verleidt. Jazz roept. Jazz voelt. Jazz groeit. Jazz bloeit. Jazz blaakt. Jazz blijkt. Betovert. Geilt. Jazz ademt. Zweet. Jazz fluistert. Schreeuwt. Ontmaskert. Snijdt. Jazz glijdt. Jazz sluipt. Jazz slijpt. Jazz spuit. Jazz klinkt. Jazz dwingt. Jazz lonkt. Jazz blinkt. Jazz vraagt. Jazz raakt. Verlost. Verbaast. Viert feest. Verklaart. Is bitter. Zoet. Is hot. Is cool. Jazz ijlt. Vooruit. Voorbij. Ver weg. Dichtbij. Paraat. Bereid. Op weg. Altijd. Jazz was. Jazz is. Jazz blijft. Jazz, van Jules Deelder
VOORWOORD Wanneer ik in het gedicht van Jules Deelder ‘Jazz’ vervang door ‘Muziek’, blijft het waar. De kracht van muziek is onuitputtelijk, maar om dat te ervaren moet je wel op de juiste manier met muziek in aanraking zijn gekomen. Vanaf dat moment kan iedereen op elk moment met muziek alles vertellen wat er nodig is. In de afgelopen jaren is er veel wetenschappelijke onderzoeken gepubliceerd over het nut van muziekeducatie. Mijn ervaring is dat het nogal uitmaakt waarom en op wat voor manier deze muziekeducatie vorm krijgt. Muzikale ontwikkeling en creativiteitsontwikkeling gaan niet per definitie hand in hand, er zijn namelijk heel andere variabelen in het spel. Dit zorgde ervoor dat ik me in de afgelopen jaren sterk heb gemaakt om bij geïnteresseerden, cursisten, leerlingen, workshopdeelnemers, publiek en mezelf het muzikale creatieve vermogen te ontdekken, vertalen en ontwikkelen. Dat bleek over het algemeen veel makkelijker bij kinderen, omdat kinderen een intrinsieke behoefte hebben om spelenderwijs te leren. Wat mij betreft is dat
voor iedereen de beste manier om te leren. In Overvecht werd dit gekoppeld aan het programma de Vreedzame School/Wijk. Een logische koppeling waarbij het ontwikkelen van eigen verantwoordelijkheid bij kinderen centraal staat. Met muzikale creatieve groepswerkvormen ontdekken, maken enleren spelen maakt kinderen flexibel, reflectief en verantwoordelijk. Dat mensen gebaat zijn bij creatief vermogen is inmiddels duidelijk. Dat het bij kinderen veelal wordt afgeleerd werd me eveneens duidelijk, ook al genoten zij muziekonderwijs. Daarom is De MuziekRoute eenproject geworden waarbij kinderen zelf keuzes kunnen maken in de creatieve maakprocessen en daardoor gemotiveerd raken om technische vaardigheden te leren. Een Route met zijpaden, obstakels, zandwegen, carpoolplaatsen, tolwegen en rotondes. Dat was althans de hypothese. Hierna leest u of de bestemming met succes is bereikt. Hanno Tomassen, initiatiefnemer van De MuziekRoute
INHOUDSOPGAVE INLEIDING DE MUZIEKROUTE 2011-2013 BLZ. 11 ACHTERGROND EN CONTEXT KERNBEGRIPPEN METHODISCHE AANPAK DE CIJFERS PARTNERS EN PROJECTORGANISATIE DE MUZIEKROUTE IN DE PRAKTIJK BLZ. 19 ZANGLES INSTRUMENTALE LES SCHOOLENSEMBLES PRESENTATIES SAMENHANG LESSEN, ENSEMBLES EN PRESENTATIES KARAKTERISTIEKEN UITGELICHT BLZ. 29 BALANS TUSSEN ORDE HANDHAVEN EN CREATIVITEIT BETROKKENHEID GROEPSLEERKRACHT SAMENWERKING EN WISSELWERKING DOORWERKING IN DE REGULIERE LES BETROKKENHEID OUDERS INBRENG PROFESSIONELE MUSICI BELANG VAN ROLMODELLEN DESKUNDIGHEIDSBEVORDERING MONITORING EN EVALUATIE BLZ. 41 BELANGRIJKSTE RESULTATEN CONCLUSIE FOCUS VOOR DE TOEKOMST NAWOORD
INLEIDING In de periode 2011-2013 is het project De MuziekRoute uitgevoerd. Bij de uitvoering van het project is op innovatieve wijze gewerkt aan de bevordering van actieve muziekbeoefening bij kinderen in de leeftijd van 4 – 12 jaar. De werkwijze, waarbij het plezier beleven aan het samen muziek maken centraal staat, sluit goed aan op de belevingswereld van de doelgroep. De MuziekRoute is een bijzonder project waarin kinderen leren zelf greep te krijgen op het proces van samen muziek maken. De ambitie reikt dus verder dan het gebruikelijke aanleren van technieken en oefenen van vaardigheden. De gekozen benaderingswijze is in de wereld van de kunsteducatie uitzonderlijk te noemen.
Het tweejarige project is verwezenlijkt door een hecht samenwerkingsverband tussen de volgende partners: drie scholen (Joannes XXIII, De Schakel en OBO locatie-T) die deel uit maken van de Brede School Overvecht (BSO), Rosa Ensemble, Muziek Centrum van de Omroep (MCO), Vredenburg en het Utrechts Centrum voor de Kunsten (UCK). Het project is uitgevoerd in het kader van de regeling Er zit Muziek in Ieder Kind van het Fonds voor Cultuurparticipatie. Gedurende de hele periode is informatie verzameld over de voortgang en de resultaten die zijn geboekt. Het betreft een goed gedocumenteerd project waarover we hier in hoofdlijnen rapporteren.
“DIT IS NU AL DE MOOISTE DAG VAN MIJN LEVEN!” - DE ACHTJARIGE VIOLISTE FATIMA BIJ HET BETREDEN VAN DE ZAAL IN VREDENBURG, OP WEG NAAR HET PODIUM.
9
INLEIDING
DE MUZIEKROUTE 2011-2013 ACHTERGROND EN CONTEXT VAN HET PROJECT De wijk Overvecht in Utrecht In de Wijkmonitor 2009 en 2013 wordt Overvecht, samen met Kanaleneiland, Ondiep en Zuilen-oost, als krachtwijk in Utrecht beschreven. Enkele gegevens : In Overvecht gaat veel aandacht uit naar de grote groep jonge bewoners; de kinderen tot 12 jaar. Buiten de uitbreidingswijken van de stad kent Overvecht de grootste toename van deze groep in de afgelopen vijf jaar. Naar verhouding zijn er veel kinderen van allochtone herkomst. Een ander opvallend verschijnsel is dat veel kinderen jonger dan 12 jaar in Overvecht opgroeien in een gezinssituatie waarbij er sprake is van één ouder. De Jeugdmonitor geeft ook aan dat het welzijn van relatief veel Overvechtse kinderen lager is dan bij leeftijdsgenoten in de rest van de stad. Ze zijn vaak minder goed te spreken over de buurt en hun (psychisch) welbevinden wordt als minder gunstig ervaren. Voor veel kinderen in deze wijk is muziekbeoefening geen vanzelfsprekendheid. Muziekbeoefening krijgen zij veelal niet van huis uit mee en er zijn duidelijk sociaal-maatschappelijk drempels die muziekbeoefening belemmeren.
11
Startsituatie De startsituatie (najaar 2011) op de deelnemende scholen De Schakel, OBO locatie –T en Joannes XXIII kan als volgt worden getypeerd: • Er is naast rekenen en taal aandacht voor de creatieve vakken. • De kinderen komen, al dan niet in samenwerking met het UCK, in heel beperkte mate in contact met kunst en cultuur. • De scholen zien muziek als een mogelijkheid om de ontwikkeling van kinderen te optimaliseren. Er wordt weinig aan muziek gedaan; het betreft vaak een half uurtje per week, zingen en ritmes klappen. Op geen enkele school wordt hierbij gebruikt gemaakt van een bepaalde lesmethode. • Slechts op één school vinden gezamenlijke muziekuitvoeringen plaats. • De plaats die muziek in het curriculum inneemt is door de scholen niet nader omschreven. • De muzieklessen op de drie scholen worden door de groepsleerkracht verzorgd (met uitzondering van de Verlengde Schooldag (VSD). De wijze waarop dit gedaan wordt en het wel of geen verbinding maken met andere onderdelen van het curriculum, zoals taal en drama, is sterk afhankelijk van de betrokken groepsleerkracht. • De groepsleerkracht brengt vele uren per
DE MUZIEKROUTE 2011-2013
week met de kinderen van zijn of haar groep door. Er is sprake van een sterke band tussen groepsleerkracht en kinderen; • Veel kinderen hebben een niet-westerse culturele achtergrond. Bij sommige kinderen is sprake van gedragsproblemen zoals ADHD, PDD-NOS. • De ouders van de kinderen zijn op geen enkele school actief betrokken bij de muzieklessen. Op de scholen van de Brede School Overvecht, waar de drie participerende scholen deel van uit maken, wordt gewerkt met de methode Vreedzame School/Wijk. In De Vreedzame School krijgen leerlingen een stem, mogen ze meedenken over allerlei zaken en krijgen ze verantwoordelijkheden. Bovendien leren ze op een positieve en zorgzame manier met elkaar om te gaanen hoe je conflicten constructief kunt oplossen. Bij het ontstaan van De MuziekRoute is destijds bewust gekozen voor een methodische aanpak die gebaseerd is op de combinatie van Creatief leren en de Vreedzame School/Wijk.
KERNBEGRIPPEN METHODISCHE AANPAK
vaak op basis van improvisatieoefeningen, vormen de basis voor technisch en theoretisch muziekonderwijs. Hierdoor worden techniek en theorie beter verankerd.
rollen toebedeeld afhankelijk van hun ontwikkeling en talent. Wekelijkse reflectie op dit proces door en met de kinderen zorgt voor een snel toenemende verantwoordelijkheid.
Eigenaarschap Wanneer bovenstaande maakprocessen leiden tot een presentatie, zullen de kinderen zich eigenaar hiervan voelen Daarmee neemt de verantwoordelijkheid voor het bereikte toe, evenals de motivatie voor het vervolg. Het voelen van verbondenheid met een rolmodel, instrument en resultaat biedt kwalitatieve verdieping en genereert blijvende verbondenheid met het groepsproces. Op dezelfde manier worden kinderen eigenaar van het creatieve proces. De rol van de muziekdocent is faciliteren. Geïntroduceerde werkvormen kunnen uiteindelijk door groepjes kinderen zelf worden uitgevoerd en zal leiden tot een origineel muzikaal resultaat. Dit uitgangspunt loopt parallel aan de gehanteerde pedagogische aanpak Vreedzame School / Wijk in Overvecht. Ook hierbij worden kinderen verantwoordelijk voor groepsprocessen. Deze werkwijze levert niet alleen een product of presentatie op maar leert de kinderen ook grip te krijgen op het creatieve proces.
Zang als basis Omdat de ontwikkeling van algemene muzikaliteit het beste verloopt wanneer de stem het uitgangspunt is, is gekozen om in groep 3 te beginnen met zang . Ook in de latere fase (tijdens de instrumentale lessen) blijft zang een belangrijke rol spelen. De groepsleerkrachten van groep 1 en 2 zullen ondersteund worden in het geven van zanglessen in de klas. Gebleken is dat op scholen waar veel en kwalitatief goed zangonderwijs wordt gegeven de creativiteit van kinderen toeneemt.
Creatief leren Kinderen willen spelen, maken en verkennen. Dit zijn karaktereigenschappen die moeten worden benut in het muziekonderwijs. Dit houdt in dat er in de lessen ruimte is om te komen tot origineel, door de kinderen geïnitieerd materiaal. Dat gebeurt binnen van tevoren aangegeven artistieke kaders en met passende werkvormen. Deze maakprocessen,
Peereducatie en Informeel leren Tijdens de groepsprocessen zullen kinderen niet alleen van de docenten maar ook van elkaar leren. Ieder kind krijgt de ruimte om creativiteit in te brengen, hetgeen de groep inspireert. In kleinere groepen worden kinderen uitgedaagd om te maken, te kiezen en uit te voeren. De randvoorwaarde is dat ieder individu een inbreng heeft. De kinderen krijgen specifieke
12
DE MUZIEKROUTE 2011-2013
Hierbij wordt in een democratisch hart in klas en school georganiseerd waar leerlingen een stem hebben en mogen meepraten over zaken die hen aangaan. De vervolgmodule Gedrag is in de maak. Zie voor meer informatie www.devreedzameschool.nl.
Vreedzame School De Vreedzame School is een compleet programma voor basisscholen dat zich richt op sociale competentie en democratisch burgerschap. Het beschouwt de klas en de school als een leefgemeenschap, waarin kinderen zich gehoord en gezien voelen, een stem krijgen en waarin kinderen leren om samen beslissingen te nemen en conflicten op te lossen. Kinderen voelen zich verantwoordelijk voor elkaar en voor de gemeenschap en staan open voor de verschillen tussen mensen.
Vreedzame Wijk De Vreedzame Wijk komt voort uit De Vreedzame School. Door de positieve effecten van De Vreedzame School ontstaat er in veel wijken belangstelling om het succes van De Vreedzame School door te trekken naar de wijk: De Vreedzame Wijk. Met deze verbreding wordt een eenduidige pedagogische aanpak ingevoerd in alle organisaties die in de wijk met kinderen in de basisschoolleeftijd werken. Kinderen leven in sommige wijken in teveel van elkaar gescheiden werelden (school, thuis, straat). Door aan te sluiten bij de werkwijze van de scholen (gebruik van dezelfde begrippen, inspelen op de geleerde vaardigheden, dezelfde pedagogische aanpak, dezelfde wijze van omgaan met conflicten, zichtbaarheid van De Vreedzame School-principes) worden de pedagogische milieus ‘aan elkaar geknoopt’. Voor de kinderen wordt op deze manier duidelijk dat overal dezelfde verwachtingen worden gehanteerd en overal dezelfde regels en afspraken gelden.
De kern van De Vreedzame School wordt gevormd door een lessenserie. Tijdens het tweejarige invoeringstraject staat in de teamtrainingen het bijbehorende leerkrachtgedrag centraal. In het eerste jaar wordt de lessenserie ingevoerd en in het tweede jaar de leerlingmediatie. Na de invoering is er een vervolgmodule beschikbaar: De Groepsvergadering.
Combinatie Creatief Leren – Vreedzame School/Wijk Voor beide kernbegrippen geldt dat kinderen moet worden geleerd om verantwoordelijkheid te nemen voor het proces en het resultaat. Daarmee wordt het probleemoplossend vermogen, in een creatieve of andere context, groter.
13
DE MUZIEKROUTE 2011-2013
Partners en projectorganisatie De MuziekRoute is uitgevoerd in samenwerking met drie scholen in Overvecht: De Schakel, OBO locatie-T en Joannes XXIII. Deze scholen maken deel uit van de Brede School Overvecht en hebben zich nadrukkelijk achter het project geschaard.
Met deze vaardigheden zullen kinderen beter in staat zijn zich aan te passen en hun directe leer- en leefomgeving positief te beïnvloeden.
DE CIJFERS In onderstaand schema wordt aan de hand van enkele cijfers een beeld geschetst van De MuziekRoute 2011-2013.
2011/ 2012
2012/2013
3
3
3 en 4
3, 4 en 5
Leerlingen (actieve deelname)
132
200
Zang (groep 3)
65
75
Instrumentaal (groep 4 en groep 4 en 5)
67
125
Lessen onderschools (1 uur per week)
22
34
Schoolensembles (1 uur per week)
3
3
Leerlingen met toestemming om instrument mee naar huis nemen
59
130
Leerlingen in ensembles
37
51
Presentaties (in en buiten de school)
6
7
Kinderen (passief/luisteren)
200
490
Ouders, familie
174
645
Groepsleerkrachten
12
18
Directies scholen
3
3
100
116
Scholen Groepen per school
Bereik via presentaties:
Andere belangstellenden
14
DE MUZIEKROUTE 2011-2013
Binnen het UCK is een projecteam De MuziekRoute samengesteld; bestaande uit de initiatiefnemer van het project, een projectmanager, projectmedewerker, artistiek leider/ dirigent en een medewerker monitoring en evaluatie. De participerende scholen willen het muziekonderwijs voor hun leerlingen naar een substantieel hoger plan tillen. Dat was (en is) een belangrijke reden om aan De Muziek Route mee te doen. Voor alle betrokkenen was vanaf het begin duidelijk dat het uitspreken van deze intentie niet voldoende is. Iedereen was ervan doordrongen dat alleen op basis van gezamenlijke inspanningen het project zou kunnen slagen. Voor de zomervakantie van 2011 is de start van De Muziek Route voorbereid door middel van gesprekken met medewerkers van het projectteam , directeuren en groepsleerkrachten van de drie participerende scholen. Behalve het commitment en de voorbereiding van De Muziek
15
Route in praktische zin, zijn daarbij ook de wederzijdse verwachtingen van het gezamenlijk uit te voeren project nogmaals gecheckt en waar nodig bijgesteld. In een overeenkomst zijn afspraken over de samenwerking voor de gehele projectperiode vastgelegd. Het project is zodoende van start gegaan op basis van een inhoudelijk, organisatorisch en (beperkt) financieel commitment van de scholen enerzijds en de culturele partners (Rosa Ensemble, Vredenburg, MCO en het UCK) anderzijds. Per school is afgesproken wie als contactpersoon voor De Muziek Route fungeert en welke groepsleerkrachten actief aan het project deelnemen. Gemaakte afspraken hebben betrekking op planning (roosteren), logistiek, onderlinge taakverdeling en overleg- en evaluatiemomenten.
“DE PLANNING VAN DE SCHOOL IS ECHT HEEL STRAK; ER IS MAAR HEEL BEPERKT RUIMTE OM TE SCHUIVEN EN DINGEN IN DE PLANNING TE VERANDEREN. EEN JAARPLANNING IS ECHT WENSELIJK – TIJDIG AFSPRAKEN MAKEN IS NOODZAKELIJK.” - DIRECTEUR
Na de voorbereidingsperiode van augustus tot oktober 2011, waarin ook de benodigde instrumenten zijn aangeschaft, hebben de kinderen in de eerste week van november hun eerste instrumentale les gehad.
DE MUZIEKROUTE 2011-2013
DE MUZIEKROUTE IN DE PRAKTIJK De leerlingen van de groepen 3, 4 en 5 hebben actief aan het project deelgenomen. De verschillende onderdelen van De MuziekRoute worden in de volgende paragrafen beschreven.
ZANGLES In het eerste jaar van De MuziekRoute (2011-2012) zijn er op de voornoemde scholen wekelijks zanglessen voor groep 3. Tijdens deze zanglessen wordt gewerkt met thema’s. Deze thema’s worden door de kinderen uitgewerkt vanuit hun eigen belevingswereld. Ze maken teksten en melodieën en verzinnen de aankleding. Dit gebeurt op basis van werkvormen die veelal hun oorsprong hebben in de theatereducatie. Groepsimprovisatie speelt een belangrijke rol. Kinderen reageren direct op door de docent ingebracht startmateriaal en kunnen dit materiaal bewerken, uitbreiden of zelfs vervangen door een alternatief. Iedere les levert aan het einde een tussenproduct op. Met de kinderen wordt wekelijks kort gereflecteerd op ieders rol en inbreng. Daarnaast is er aandacht voor de technische aspecten van zang, maar altijd met gemaakt muzikaal materiaal als uitgangspunt. Alle zanggroepen presenteren zich aan het einde van iedere lesperiode
19
gezamenlijk. Bij deze presentaties wordt voor de deelnemers steeds duidelijk hoe creatieve maakprocessen leiden tot diversiteit
INSTRUMENTALE LES “HET KLINKT GEWOON HEEL MOOI. EN ALS JE HEEL GOED KAN SPELEN KLINKT HET NOG MOOIER.” - JONGE VIOLISTE DOMINIQUE
Alle kinderen in groep 4 van de scholen krijgen instrumentale lessen in groepjes van zeven leerlingen. De instrumentale lessen kennen één thema per lesperiode. De instrumentale lessen beginnen altijd vocaal (melodisch en ritmisch) met startmateriaal van de docent of tussenproducten van de voorgaande lessen. Deze lesstart neemt 15 minuten in beslag, inclusief de input naar aanleiding van gemaakt ‘huiswerk’. Zodra er resultaat is, zal de docent dit vertalen op zijn instrument. Iedere leerling krijgt, al naar gelang zijn niveau op het instrument, een passende partij. Dit levert oefenstof, technisch en muzikaal, vocaal en instrumentaal, op voor de volgende week, met opdrachten als: • Oefen deze week je partij. • Oefen deze week de oefening die daarbij
DE MUZIEKROUTE IN DE PRAKTIJK
hoort. Bijvoorbeeld: lang-kort strijken (strijk), stokbehandeling (slag), houding van handen/armen(tokkel). • Bedenk komende week een variatie op je partij, met je stem. Je mag een extra noot twee keer toevoegen. Vanaf januari 2012 wordt het notenschrift geïntroduceerd in groep 4. Wederom niet als uitgangspunt maar als geheugensteun; kinderen kunnen hun eigen materiaal uit het hoofd spelen. Dit neemt per les niet meer dan 10 minuten in beslag maar kan wel leiden tot aanvullende schriftelijke opdrachten. Bijvoorbeeld, probeer je partij op de notenbalk te zetten, welke noten lukken wel en welke niet? De ervaring leert dat wanneer er met notenschrift wordt begonnen, de creativiteit wordt afgeremd. Kinderen zijn prima in staat om andere dan een vierkwartsmaat of beginnende syncopische patronen te verzinnen in spelvorm. Beginnend notenschrift zit daar duidelijk een stap onder. Het uitgangspunt is; eerst lessen in muziek maken en spelen, daarna lessen in muziek opschrijven. Omdat in de groepsimprovisatie de communicatie al spelend en zingend van belang is, wordt er niet van blad gelezen. Improvisatie wordt geïntroduceerd als ‘tool’ voor de toekomst, zodat ook andermans ideeën gespeeld kunnen worden. De ambitie was om groepjes leerlingen te koppelen aan professionele musici (Rosa Ensemble). Dat is niet gelukt zoals we wilden. Wel zijn de professionele musici zichtbaar geweest en is er samen gemusiceerd. In de toekomst zullen de leden van het Rosa Ensemble een grotere rol krijgen en opeisen. De inbreng van startmateriaal en het samen
20
optrekken in het compositieproces zal beter moeten worden uitgevoerd door alle partners. Rolmodel Bij het functioneren als rolmodel voor de kinderen blijken de volgende aspecten een rol te spelen: • Een duidelijk afgesproken rolverdeling tussen muzikant en muziekvakdocent. Wie doet wat, wanneer en waarom. De muzikant wordt geacht vooraf besproken improvisatiewerkvormen te kunnen hanteren. • Nieuwsgierigheid naar de belevingswereld van de kinderen. • Het serieus nemen van alle muzikale ideeën van de kinderen en daar met de kinderen keuzes in maken en deze beargumenteren. • Maximale inzet (technisch, muzikaal en communicatief). Kinderen voelen feilloos aan wanneer iemand onder het maximaal haalbare presteert. • Vermogen tot reflectie, ook met de kinderen. • Vermogen tot identificatie met kinderen, zodat de kinderen zich kunnen identificeren met de professional. Deze opzet wordt door de scholen ingeroosterd in het reguliere curriculum. Deze benaderingswijze vormt onderdeel van de wekelijkse nabespreking en evaluatie Dat betekent dat gedurende het project de rolverdelingen kunnen worden aangepast en prestaties van docent en musici geëvalueerd. De wekelijkse nabesprekingen vormen daarbij een essentieel onderdeel.
DE MUZIEKROUTE IN DE PRAKTIJK
“HET IS LEUK, KLINKT MOOI EN HET ZIET ER OOK MOOI UIT, EN HET IS OOK VAN HOUT GEMAAKT.” - JONGE CELLIST MOHAMED
SCHOOLENSEMBLES Aansluitend op de onderschoolse lessen kunnen kinderen doorstromen naar het schoolensemble. De repetities van dit ensemble vinden wekelijks (1 uur) op school plaats, aansluitend op de lesdag. Het Rosa Ensemble wil en kan meer inbreng hebben in het creatieve proces. In de toekomst zal er een grotere wisselwerking ontstaan tussen leerlingen, muziekvakdocenten, dirigent en de professionele musici. De samenwerking met het MuziekCentrum van de Omroep liep op niets uit, vooral ook vanwege de niet structurele beschikbaarheid van musici en de onrust omtrent grootschalige bezuinigingen. De conclusie is dat er voor de toekomst meer professionele musici moeten aanhaken met persoonlijk commitment om alle deelnemende kinderen de in potentie vruchtbare wisselwerking te kunnen laten ervaren. Instrumentkeuze en groepsindeling De keuze van de instrumenten is in principe vrij. Kinderen mogen zelf kiezen uit een aanbod dat voor hen fysiek haalbaar is. Dat betekent een mix van slag-, strijk- en blaasinstrumentarium. De voorbereiding op een keuze voor een instrument verloopt via verschillende stappen: 1. Een algemene introductie van de instrumenten door muziekvakdocenten
21
– kinderen proberen elk instrumenten een half uur uit. 2. De leerling kan een voorkeur opgeven. 3. De keuzes worden geïnventariseerd en gecombineerd met de gegevens die per leerling in wekelijkse nabesprekingen van de muziekvakdocenten en groepsleerkrachten naar voren zijn gekomen. 4. In overleg van groepsleerkracht en muziekvakdocenten wordt de keuze bepaald. Daarbij wordt de keuze van de leerling zoveel mogelijk gehonoreerd. Het is nadrukkelijk de bedoeling dat de gemaakte keuze wordt gehandhaafd, zodat een leerling voor een langere periode serieus probeert het instrument te leren bespelen. Bij de keuze van het instrument per kind én de samenstelling van de instrumentgroepjes spelen ook factoren mee die niet zozeer met het individuele kind alswel met de groepsdynamiek in een les te maken hebben. De kennis en ervaringen van de groepsleerkracht met de kinderen, die zij uiteraard beter kennen dan de muziekvakdocent, is daarbij van onschatbare waarde. Een groepsleerkracht kan bijvoorbeeld de inschatting maken of de combinatie van twee specifieke leerlingen contraproductief zal werken (voor de twee leerlingen, maar ook voor de hele groep) en het beter is de twee aan verschillende instrumentengroepen te laten deelnemen.
“IK VIND HET MOOI INSTRUMENT, HET IS EEN BEETJE GOUD EN MAAKT EEN MOOI GELUID.” - TROMPETTIST HASAN
DE MUZIEKROUTE IN DE PRAKTIJK
Deelname schoolensembles Niet iedereen kan zo maar aan het schoolensemble meedoen. In wekelijkse nabesprekingen worden de talenten van de kinderen bekeken. Daarbij wordt aandacht besteed aan motivatie, muzikale ontwikkeling van het kind en het gedrag in het algemeen in de lessen. Kan een kind omgaan met veel prikkels en kan het zich gedragen in overeenstemming met de gemaakte afspraken? Deze verschillende facetten worden betrokken bij de beslissing of een kind wel of niet ‘klaar is’ voor deelname aan het schoolensemble, waarbij motivatie een doorslaggevende rol speelt.
“IK BEN BEGONNEN MET TROMPET. IK HEB GELEERD HOE IK NOTEN MOET SCHRIJVEN, WELKE NOTEN IK MOET SPELEN EN OP WELKE KNOPJES IK MOET DRUKKEN.” -TROMPETTISTE AYSA
Vanaf januari 2012, halverwege het schooljaar, krijgen de leerlingen de kans hun instrument mee naar huis te nemen om te oefenen. Op dat moment zijn de ouders , onder meer via nieuwsbrieven op de hoogte van wat De MuziekRoute is en welke kansen dit project hun kind biedt. Om te onderstrepen dat het geen vrijblijvende aangelegenheid is, wordt een bruikleenovereenkomst voor het instrument met de ouders gesloten. Het belang van het thuis oefenen, de verantwoordelijkheid voor het instrument en het aanvaarden van een eigen risico van € 50 (als het onverhoopt toch misgaat) wordt daarin vastgelegd. Veel kinderen krijgen van hun ouders toestemming het instrument mee naar huis te nemen, maar een aantal ook niet.
22
“IK VIND HET LEUK DAT JE HET MEE NAAR HUIS KAN NEMEN EN HET THUIS KUNT LATEN HOREN. MIJN MOEDER VIND DAT IK GOED CELLO SPEEL EN MAN VADER VINDT HET OOK MOOI. MIJN ZUS VINDT HET OOK MOOI.” - JONGE CELLISTE DOUNIA
ook met projecties gewerkt waardoor de presentaties in visueel opzicht aan kracht wonnen.
“WE GAAN LEUKE LIEDJES (IN VREDENBURG) SPELEN VOOR FAMILIE, OUDERS EN VRIENDEN.” - JONGE SLAGWERKER KAAN
Presentatie in Vredenburg (2012) was fantastisch voor de kinderen; de muziek, het spelen en de rit met de bus! Ook voor de ouders was het fantastisch. (groepsleerkracht..)
“IK HEB MIJN MOEDER NOG NOOIT ZO TROTS GEZIEN.” - VIOLISTE YASMINA
PRESENTATIES In het eerste schooljaar zijn er zes presentaties geweest en in het tweede jaar zeven. Deze presentaties zijn door het MuziekRoute team en de scholen steeds tot in detail voorbereid en door alle betrokkenen volgens een daarvoor opgesteld draaiboek uitgevoerd. De presentaties vervullen een cruciale rol in de benaderingswijze van De MuziekRoute ; de kinderen krijgen de kans te laten horen en zien wat ze na een aantal maanden hebben geleerd. Er wordt door de muziekvakdocenten, dirigenten en groepsleerkrachten naar de presentatiemomenten toegewerkt. Dat draagt enorm bij aan de motivatie van de kinderen hun best te doen en te oefenen, zodat zij tijdens een presentatie kunnen schitteren. Belangrijke, terugkerende kenmerken van een typisch MuziekRoute presentatie zijn: het eigenaarschap, de artistieke inbreng van de kinderen, de muziekdocenten, de dirigenten en de leden van het Rosa Ensemble die als rolmodellen fungeren. Bij de voorbereiding wordt gebruik gemaakt van specifieke werkvormen die gericht zijn op de ontwikkeling van de creativiteit van de kinderen. In het tweede jaar is er tijdens de grote presentaties
DE MUZIEKROUTE IN DE PRAKTIJK
De presentaties zijn te onderscheiden in drie categorieën: • Presentaties op de eigen school. • Presentaties buiten de eigen school en in de eigen wijk (professioneel podium Stefanus, ensembles). • Presentaties buiten de eigen wijk (professioneel podium Vredenburg). Per type presentatie is sprake van een andere bezetting en ander repertoire. Ook de samenstelling van het publiek en de omvang varieert afhankelijk van het soort presentatie. Het publiek bij de presentaties op school bestaat vooral uit medeleerlingen, groepsleerkrachten en andere medewerkers van de scholen, ouders, familieleden van de kinderen en enkele overige belangstellenden. Bij de grote presentaties buiten de eigen school, Vredenburg (juni 2012), Stefanus (mei 2013) en Vredenburg (juni 2013) is het publiek talrijker en is de samenstelling anders namelijk meer belangstellenden van buiten de scholen. Bij het slotconcert droegen de kinderen prachtige kostuums die speciaal in het kader van de Vrede van Utrecht (1713 -2013) werden gemaakt. Ook kon het publiek genieten van bijzondere dansjes die de kinderen hadden geleerd.
23
“ONDER DE INDRUK VAN HET GEDRAG VAN DE KINDEREN TIJDENS HET KERSTCONCERT. IK VIND HET ECHT INDRUKWEKKEND, HOE DE KINDEREN ZICH GEDISCIPLINEERD GEDRAGEN, HOE SERIEUS ZE DE MUZIEK NEMEN EN HOE GECONCENTREERD ZE DAAR ZELF MEE BEZIG ZIJN’ - GROEPSLEERKRACHT
DE MUZIEKROUTE IN DE PRAKTIJK
SAMENHANG TUSSEN LESSEN, ENSEMBLES EN PRESENTATIES In de methodische aanpak van De Muziek Route is de samenhang tussen lessen, vocaal en instrumentaal, doorstroming naar het schoolensemble en het gezamenlijk verzorgen
van presentaties cruciaal. Door de muziekvakdocenten en de dirigenten is vastgesteld dat er een sterke inhoudelijke relatie tussen de ensemble-les en de (voor te bereiden) presentaties is geweest. Ook is er tijdens de uitvoering van het project een sterke wisselwerking geweest tussen de lesinhoud (vocaal en instrumentaal) en het ensemblespel. De communicatie over de lesvoorbereiding en huiswerkbladen tussen de muziekvakdocenten en de dirigent is daarbij van belang. De eerdergenoemde wekelijkse nabesprekingen spelen een belangrijke rol bij het maken van de beoogde inhoudelijke dwarsverbindingen.
“PRESENTATIES ZIJN BELANGRIJK VOOR DE KINDEREN; DAAR WERKEN ZE (LANG) NAARTOE, DAAR ZIJN ZE ZENUWACHTIG VOOR, IS SPANNEND, MOTIVEERT HEN.” GROEPSLEERKRACHT
24
DE MUZIEKROUTE IN DE PRAKTIJK
KARAKTERISTIEKEN UITGELICHT In de benaderingswijze van De Muziek Route nemen enkele onderwerpen een bijzondere plaats in, zoals de betrokkenheid van de groepsleerkracht, de ouderbetrokkenheid en het belang van rolmodellen. Voordat we deze onderwerpen de revue laten passeren, wordt ingegaan op de leeromgeving van kind en groepsleerkracht in algemene zin.
‘DRAAKJES’. VOOR IEMAND DIE DE KINDEREN MAAR EEN UURTJE PER WEEK ZIET IS DAT LASTIG OM MEE OM TE GAAN, EN VOOR DE KINDEREN IS HET OOK MOEILIJK’ VOOR DEZE KINDEREN IS HET MOEILIJK OM ZICH OP BASIS VAN INTRINSIEKE MOTIVATIE GOED TE GEDRAGEN. - GROEPSLEERKRACHT
BALANS TUSSEN ORDE HANDHAVEN EN RUIMTE VOOR CREATIVITEIT In de paragraaf ‘Achtergrond en context’ vermelden wij al dat de aandacht bij dit pilotproject gericht is op een specifieke groep kinderen. De kinderen die aan De Muziek Route hebben deelgenomen zijn kinderen uit de Utrechtse krachtwijk Overvecht, die muziek maken veelal niet van huis uit mee hebben gekregen en meestal een niet-westerse culturele achtergrond hebben. Bij sommigen van hen is sprake van specifieke gedragsproblematiek zoals ADHD, PDD-NOS.
In het tweede jaar van De MuziekRoute is duidelijk een betere balans gevonden tussen het ‘orde handhaven‘ en ‘de flow, snelheid in de les’. Dit heeft zowel met de kinderen als met de groepsleerkrachten en muziekvakdocenten te maken. Er is tijd nodig voor het ontstaan van een situatie waarin sprake is van gewenning; kinderen weten wat er van hen wordt verwacht, hoe er gewerkt wordt, wat de ‘spelregels’ zijn, en zij kennen de muziekvakdocent en de dirigent.
‘ KINDEREN HEBBEN VEEL BELANG BIJ STRUCTUUR. ALS DAT ER NIET IS DAN WORDT HET MOEILIJKER VOOR DE KINDEREN. ALS DIE STRUCTUUR ER NIET IS DAN WORDEN HET WEL
Als een dergelijke leer-leefomgeving is ontstaan, is er minder tijd nodig voor het orde handhaven. Daardoor komt er meer ruimte voor de focus op inhoud en op de groepsdynamiek. Daarnaast hebben de groepsleerkrachten en de muziekvakdocenten in het eerste jaar tijd nodig gehad elkaar beter te leren kennen, voor het zoeken naar de meest adequate omgang met elkaar en voor de af-
29
KARAKTERISTIEKEN UITGELICHT
stemming van relevante zaken. In het tweede jaar is voor iedereen alles veel duidelijker en is er sprake van een gemeenschappelijke werkwijze.
‘MUZIEKLES IS HET DOMEIN VAN DE MUZIEKVAKDOCENT’ - GROEPSLEERKRACHTEN / DIRECTEUREN
BETROKKENHEID GROEPSLEERKRACHT Tijdens de uitvoering van het pilotproject is vooral gewerkt aan het vergroten van betrokkenheid van de groepsleerkracht. Deze betrokkenheid bij de De MuziekRoute lessen kan getypeerd worden als ‘betrokkenheid die nodig is, maar ook niet meer dan dat’. Groepsleerkrachten blijken De MuziekRoute les te zien als ‘de les van de muziekdocent’. Ze gaan regelmatig kijken bij de zang- en instrumentale lessen en de repetities van het schoolensemble. De groepsleerkrachten maken naar eigen zeggen graag een rondje langs de groepjes. Op die manier weten zij wat er speelt. Zij zijn in de lessen volgens eigen zeggen niet echt bezig met het actief stimuleren van de kinderen. De groepsleerkrachten zijn op verschillende wijze betrokken bij de zanglessen of instrumentale lessen; zij doen deels mee, observeren, beïnvloeden door interventies de groepsdynamiek en spreken kinderen soms individueel op hun gedrag aan. Voorbeeld: De groepsleerkracht is aanwezig bij de leerlingen van de groep. Er zitten twee jongetjes in het groepje die erg sterk op elkaar reageren. “Die houd ik in de gaten. Soms is een blik
30
– vanuit mijn werkhoek - al genoeg om één van de twee te corrigeren. Het corrigeren is overigens steeds minder nodig, in vergelijking met het eerste jaar.” Tijdens de lessen is er ook sprake van interactiemomenten tussen de groepsleerkracht en de muziekvakdocent. Ook buiten de muziekles worden de kinderen aangemoedigd. De kinderen kunnen na de MuizekRouteles in de klas even vertellen wat zij in de muziekles hebben gedaan. Daarnaast leveren de groepsleerkrachten een bijdrage op logistiek gebied, dingen die nodig zijn even regelen.
EEN KIND KAN GEVEN. EN, ALS ER ECHT IETS IS DAN VINDEN WE ELKAAR WEL. MAAR IS GEEN SPRAKE VAN ‘SAMEN LESGEVEN, EN MISSCHIEN IS DAT MAAR GOED OOK.” - GROEPSLEERKRACHT
“ER ZIJN WEL KLEINE MOMENTJES WAAROP IK EVEN INFORMATIE OVER
Voor zover er sprake is van wisselwerking tussen groepsleerkracht en muziekvakdocent is dit met name gebaseerd geweest op wederzijdse observatie en gedeeltelijk op actieve interventies. De muziekvakdocent heeft op die manier dingen over het gedrag van leerlingen opgepikt. De groepsleerkracht blijkt zich bewuster te zijn geworden van methodische aspecten die voor muziekles belangrijk zijn. • “Ik heb beter in de gaten wat de kinderen nodig hebben om met muziek iets te kunnen.” • Het inzicht heeft duidelijk postgevat dat het van belang is dat de groepsleerkracht ziet wat de kinderen bij De MuziekRoute doen én het belang daarvan onderstreept (naar kinderen en ouders). • Mijn houding als groepsleerkracht wordt ook beïnvloed en veranderd door de inbreng van professionals van De Muziek Route . Zo leer je bijvoorbeeld van de benaderingswijze en pedagogische aanpak van de dirigent. Het ‘werken met tips en tops , daar groeien kinderen door’. • Gebruik van muziek bij het binnenkomen van de klas, het afsluiten van de les, het ‘losmaken’ en ‘opwarmen’. Groepsleerkrachten hebben bij de docenten van De Muziek Route gezien hoe zij daar in hun lessen gebruik van maken. Er zijn nu veel meer voorbeelden hoe je dat kunt aanpakken.
KARAKTERISTIEKEN UITGELICHT
31
HET MEEDOEN IS ER NIET VAN GEKOMEN. “HEB GEPROBEERD MEE TE DOEN DOOR TROMPET TE SPELEN, MAAR IK KREEG ER GEEN NOOT UIT. DUS DAAR BEN IK MAAR SNEL MEE GESTOPT”. - GROEPSLEERKRACHT
SAMENWERKING EN WISSELWERKING De betrokken groepsleerkrachten en muziekvakdocenten staan allen duidelijk open voor samenwerking. Er is geconstateerd dat het in de praktijk niet eenvoudig is hier vorm aan te geven. Dit heeft vooral te maken met de beschikbare tijd en de momenten waarop de groepsleerkracht en muziekdocent roostertechnisch beschikbaar zijn. Dit is en blijft een lastig punt.
Een deel van onze bevindingen ten aanzien van de wisselwerking tussen de groepsleerkracht en muziekvakdocent komt overeen met het door de Vrije Universiteit uitgevoerde onderzoek ‘Daar zit muziek in ..”. Samen met twee andere muziekprojecten is De MuziekRoute bij dit onderzoek betrokken geweest. Over De MuziekRoute wordt door de onderzoekers onder meer gerapporteerd: • Er is weinig of geen interactie tussen (groeps-) leerkracht en muziekdocent vast te stellen. • De leerkracht is tijdens de muziekles weinig bezig met de eigen professionalisering omdat de leerkracht een meer ondersteunende rol aanneemt. • Als er al sprake is van uitwisseling, dan werden veelal praktische zaken besproken. • Het handhaven van orde tijdens de muziekles lijkt, zeker het eerste jaar, de belangrijkste bezigheid van de leerkracht (en muziekdocent) te zijn. • Op de scholen lijkt er weinig tijd om voor of na de les overleg in te plannen tussen de leerkracht en de muziekdocent.
DOORWERKING IN DE GEWONE LES Er is op verschillende manieren sprake van een verbinding tussen De MuziekRoute en de gewone les die door de groepsleerkracht wordt verzorgd. Het gaat daarbij om verschillende zaken zoals; meer inzicht in een effectieve pedagogisch didactische aanpak, mogelijkheden voor thematische koppeling van de muziekles en andere onderwerpen die in een reguliere les aan bod komen.
KARAKTERISTIEKEN UITGELICHT
Enkele voorbeelden van doorwerking zijn: • De groepsleerkracht gaat bij de lessen van De MuziekRoute kijken of doet gedeeltelijk mee. • Als het even kan mogen kinderen laten horen wat zij bij De MuziekRoute hebben geleerd. • Kinderen blijken geleerde liedjes ook bij een andere gelegenheid, bijvoorbeeld Sinterklaas of Kerst te willen zingen. • Sommige groepsleerkrachten maken in de gewone les veelvuldig gebruik van liedjes die de kinderen bij De MuziekRoute hebben geleerd. • Het komt ook voor dat de groepsleerkracht verbinding maakt met hetgeen de kinderen bij De MuziekRoute hebben geleerd. Zo wordt bijvoorbeeld via het woord viool een relatie met taal gelegd.
“JA, ER IS DUIDELIJKE DOORWERKING, WANT KINDEREN GEBRUIKEN NU WOORDEN DIE ZIJ VOOR DE KOMST VAN DE MUZIEKROUTE LESSEN NIET KENDEN, ZOALS KOFFER OF VENTIEL.”
verbeterd kunnen worden door een meer thematische uitwerking van onderwerpen.
BETROKKENHEID OUDERS Tijdens het uitvoeren van het project zijn de ouders van de deelnemende kinderen op verschillende manieren bij De MuziekRoute betrokken. De benaderingswijze omvat drie stappen: ouders informeren, ouders betrekken en ouders stimuleren hun kind thuis te laten oefenen. Informeren Uiteraard zijn de ouders bij de start en tijdens de uitvoering van het project geïnformeerd over wat De MuziekRoute inhoudt en wat er in de loop van de tijd zou gaan gebeuren. Dat is gedaan via aan de ouders gerichte brieven, nieuwsbrieven en websites van de scholen, de speciaal daarvoor opgezette website De MuziekRoute, affiches in de scholen, gebruik van Youtube en via de oudergesprekken. Het verstrekken van informatie is bij een project als De MuziekRoute , gericht op het stimuleren van actieve muziekbeoefening door kinderen die het samen muziek maken niet van huis uit hebben meegekregen, echter niet genoeg.
concerten en presentaties die op school en in Stefanus en Vredenburg door de kinderen zijn gegeven. Uit vakliteratuur over cultuurparticipatie blijkt dat een positieve houding van de ouders, in dit geval ten aanzien van muziekbeoefening, een gunstig effect heeft op de ontwikkelingsmogelijkheden van het kind. Het maakt veel uit of een kind thuis op zijn lievelingsinstrument mag spelen. Het is gunstiger voor de ontwikkeling van een kind als de ouders of verzorgers een kind stimuleren thuis op een instrument te oefenen. Gedurende het project hebben de kinderen van de instrumentgroepen en ensembles soms huiswerkopdrachten mee naar huis gekregen. Maar wat hebben de kinderen daar thuis mee kunnen doen?
NABILA OEFENT ELKE DAG THUIS. ’S AVONDS SPEELT ZE VIOOL VOOR HAAR ZUSJE ALS ZE NAAR BED GAAT. BOUZIAME KAN HELAAS NIET THUIS OEFENEN. HIJ WOONT OP EEN FLAT EN ZIJN OUDERS VINDEN DAT DE TROMPET TEVEEL HERRIE MAAKT.
Het is van groot belang dat ouders en de groepsleerkracht het belang van muziek onderkennen waardoor muziek maken geen vrijblijvende aangelegenheid is maar een zekere status meekrijgt. Muziek telt! De betrokkenheid van de ouders bij de lessen en repetities van de schoolensembles is beperkt tot zeer beperkt gebleven. De belangstelling voor de concerten en presentaties was aanzienlijk groter. Waardering van ouders voor De MuziekRoute De beperkte ouderbetrokkenheid in kwantitatieve zin blijkt overigens niets te zeggen over de waardering die de ouders voor De MuziekRoute hebben.
“HET IS ECHT EEN HEEL GROOT CONCERT. ZE HEBBEN ER HEEL HARD VOOR GETRAIND EN ZE ZIEN ER OOK HEEL LEUK UIT.” - MOEDER
- UIT GESPREKKEN MET KINDEREN
In oudergesprekken komt ook muziek ter sprake. Sommige ouders geven aan dat zij het leuk vinden dat er nu ook muziekles is.
Om dit soort mogelijkheden goed te benutten is een langdurigere samenwerking nodig. De inhoudelijke samenwerking zou verder
Ouders betrekken en thuis oefenen stimuleren Behalve het verstrekken van informatie zijn de ouders regelmatig uitgenodigd om de wekelijkse repetities van de ensembles bij te wonen en te komen luisteren naar de
Het aspect thuis oefenen als onderdeel van de talentontwikkeling is letterlijk grotendeels aan de waarneming onttrokken; we hebben daar geen duidelijk beeld van gekregen. Toch zijn er op basis van observaties en gesprekken met kinderen, groepsleerkrachten, muziekvakdocenten en de dirigent, aanwijzingen dat een aantal kinderen thuis wel degelijk thuis heeft geoefend en dat dit, zoals verwacht, een positief effect heeft gehad op de muzikale ontwikkeling.
Betrokkenheid van ouders in Overvecht De beperkte ouderbetrokkenheid in relatie tot De MuziekRoute heeft ook te maken met de ouderbetrokkenheid in het algemeen. (Dit wordt ook bevestigd door andere pilotprojecten. Zie ‘Muziek in ieder kind’ IVA mei 2012.) Muziek maken is voor de meeste ouders in deze wijk niet vanzelfsprekend. We moeten ook de ouders in het traject meenemen en hen iets leren over muziek. Bijvoorbeeld door duidelijk te maken dat muziek een onderdeel
32
KARAKTERISTIEKEN UITGELICHT
33
KARAKTERISTIEKEN UITGELICHT
- GROEPSLEERKRACHT
We kunnen constateren dat De Muziek Route in beperkte mate invloed op andere lessen en schoolactiviteiten heeft gehad. Tot nu toe is er sprake van min of meer toevallige koppelingen tussen de lessen van De Muziek Route en de andere lessen. Dat gebeurt te weinig, terwijl bijvoorbeeld het begrijpend lezen goede aanknopingspunten voor de gewenste koppelingen biedt.
van de opvoeding kan zijn en dat hun kind nu op school de kans krijgt daar kennis mee te maken. Misschien blijkt wel dat hun kind hier enorme aanleg voor heeft. De betrokkenheid van ouders bij de school, en ook bij wat er bij De MuziekRoute gebeurt, is per school verschillend. Sommige ouders zijn wel betrokken, andere niet.
“AAN DE OUDERBETROKKENHEID MOETEN WIJ ALS SCHOOL NATUURLIJK WERKEN. MAAR DAT IS IN EEN WIJK ALS OVERVECHT, EEN KRACHTWIJK, EEN LASTIG VERHAAL.” - LOCATIELEIDER
We kunnen concluderen dat wij er te weinig in geslaagd zijn de ouders bij het project te betrekken en te laten participeren. We hebben, zoals gezegd, de ouders wel uitgenodigd te komen luisteren naar concerten, maar we hebben ze geen duidelijke taak gegeven of bijvoorbeeld verteld op welke manier zij hun kind zouden kunnen ondersteunen bij het thuis oefenen. We hebben onze ambitie ten aanzien van de ouderbetrokkenheid niet waargemaakt.
INBRENG PROFESSIONELE MUSICI Met professionele musici worden in dit kader de muziekvakdocenten, de leden van het Rosa Ensemble en de leden van het Muziek Centrum van de Omroep (MCO) bedoeld. Het MCO is intensief bij de voorbereidingen van het project betrokken geweest. Door cultuur- politieke ontwikkelingen zoals bezui-
34
nigingenzijn de leden van het MCO niet in de gelegenheid geweest hun bijdrage aan de uitvoering van het project te leveren. De inbreng van de leden van het Rosa Ensemble in het creatieve proces met de leerlingen is bescheiden te noemen. Het aandragen van muzikaal materiaal is ook beperkt gebleven. Zij hebben wel deelgenomen aan repetities ter voorbereiding op de verschillende presentaties en ze hebben meegespeeld op de verschillende presentatiemomenten zelf. Door hun participatie aan de presentaties kregen deze meer body en hebben zij voor een duidelijke muzikale impuls gezorgd. De projectorganisatie heeft de prioriteit bij andere aspecten van het project gelegd. Het blijkt ondoenlijk te zijn om in zo’n complex project en in relatief korte tijd, alle ambities tegelijkertijd te realiseren. De inbreng van de muziekvakdocenten bij de vocale en instrumentale lessen spreekt voor zich en is zeer groot. Dit wordt door alle betrokkenen, groepsleerkrachten en directeuren bevestigd.
van rolmodellen is tijdens het project, tijdens de les en daarbuiten duidelijk waarneembaar geweest. Dat de muziekvakdocent, de dirigent en anderen door de kinderen en ouders) als rolmodel worden ervaren komt in een meer informele sfeer duidelijk naar voren. De kinderen herkennen, soms maanden na een lesof een concert ‘de meester of juf ’ op het schoolplein of op straat.
ZODRA JE HET SCHOOLPLEIN OPSTAPT BEN JE VOOR EEN KIND EEN ROLMODEL, OF JE DAT WIL OF NIET.” - INITIATIEFNEMER PROJECT, ZELF MUZIEKVAKDOCENT
Een belangrijke constatering is ook dat de groepsleerkrachten de inbreng van de muziekvakdocenten waarderen. Zij bevestigen daarmee de muziekvakdocent als rolmodel. Ook maken zij met hun positieve houding in en buiten de muziekles de kinderen duidelijk dat muziek telt!
“ROSA IS VET GAAF” Voor wat de ensembles betreft is het goed om stil te staan bij de rol van de dirigentassistent, zelf ook muziekvakdocent. Deze inbreng is tijdens de ensembleles heel groot, zoals een van de dirigenten aangeeft “onmisbaar”.
- LEERLINGEN NAAR AANLEIDING VAN ENSEMBLECONCERT 16 APRIL
De uitvoering van het project vindt plaats in de overtuiging dat het pedagogisch-didactische belang van rolmodellen in het creatieve proces groot is. Het positieve effect
Voor de kinderen fungeren in het kader van De MuziekRoute een aantal mensen tegelijkertijd als rolmodel; de groepsleerkracht, de muziekvakdocenten, de dirigent en ook de leden van het Rosa Ensemble. Het is aannemelijk dat er naast of na elkaar sprake is van invloed van verschillende personen, gebaseerd op de relatie groepsleerkracht – kind, muziekvakdocent – kind. Het is echter onmogelijk deze verschillende effecten die naast en wellicht tegelijkertijd plaatsvinden
KARAKTERISTIEKEN UITGELICHT
35
BELANG ROLMODELLEN
van elkaar te isoleren. Het effect van rolmodellen is, zoals gezegd, tijdens het project duidelijk zichtbaar geweest maar we hebben dit niet kunnen aantonen op de wijze zoals wij ons dat bij aanvang van het project hadden voorgesteld.
DESKUNDIGHEIDSBEVORDERING Bij aanvang van het project in het najaar van 2011 is er bij de muziekvakdocenten van het UCK die betrokken zijn bij de uitvoering van het project voldoende expertise aanwezig om van start te gaan. Ook is iedereen ervan doordrongen dat De MuziekRoute geen gewoon muziekproject is, gezien de specifieke doelgroep en de bijzondere benaderingswijze van Creatief Leren/ Vreedzame School. Met het oog op het vergroten van de expertise staan de volgende onderwerpen van meet af aan op de agenda: • Coaching Vreedzame School en VreedzameWijk (Eduniek). • Werkvormen Creatief Leren. • Werkvormen die eigenaarschap van product en proces genereren. • Opstellen en uitwisselen van lesplannen. • Uitwisseling van repertoire. • Communicatie onderling en met de scholen. In het schooljaar 2011 – 2012 hebben vijf workshops/trainingen plaats gevonden.
KARAKTERISTIEKEN UITGELICHT
Deze workshops waren bedoeld voor muziekdocenten en ensembleleiding en vooral gericht op het bieden van handvatten voor een specifieke manier van lesgeven; a) Aan een andere doelgroep dan regulier muziekonderwijs; b) In een andere lessituatie dan regulier muziekonderwijs (groepsonderwijs en binnenschools); c) Met een andere insteek dan regulier muziekonderwijs (Creatief Leren gekoppeld aan de methode Vreedzame School/ Vreedzame Wijk).
Scholing voor groepsleerkrachten Voor de groepsleerkrachten(docententeams) van de deelnemende scholen hebben in het voorjaar van 2013 vier scholingsmiddagen plaatsgevonden onder de titel ‘Nieuwe muziek in de Klas’. Onderwerpen waren: • Belang en vormen van creativiteitsontwikkeling. • Coöperatief leren. • Aansluiting bij Vreedzame School. • Eigenaarschap, kwaliteit proces, kwaliteit resultaat. • Doorlopende leerlijn muziek.
In het schooljaar 2012-2013 zijn acht scholingsmomenten, workshops, coaching en een werkbezoek georganiseerd. Het betreft workshops voor muziekvakdocenten en ensembleleiding naar aanleiding van gerichte vragen van de betrokkenen. Het aantal deelnemers per scholingsmoment varieert tussen de vijf en elf deelnemers. De workshops en trainingen zijn verzorgd door verscheidene professionals. Zij leverden hun specifieke expertise vanuit een verschillend ervaringsperspectief. Uiteraard heeft er onderlinge afstemming plaats gevonden zodat aan concrete leerbehoeften gewerkt kon worden en er een doorgaande leerlijn is ontstaan. Daarnaast zijn de projectleider en projectmedewerker op werkbezoek geweest bij een ander muziekeducatief project en coaching geweest gericht op het schrijven van het businessplan voor de toekomst van De Muziek Route .
36
KARAKTERISTIEKEN UITGELICHT
37
KARAKTERISTIEKEN UITGELICHT
MONITORING EN EVALUATIE Formats
Wat
Format 1: Nul – meting
Startsituatie per school, per groep, per kind – Muziekonderwijs tot dan toe, speerpunten beleid van de school, ontwikkelingsniveau kind.
Eind 2011
Ontwikkeling kind – muzikale vaardigheden/muzikaliteit.
November 2011 April 2012 Januari 2013 Mei 2013
Format 2: Muzikaliteit
Format 3: Methode Format 4: SchoolEnsemble Format 5: Presentaties
Format 6: Samenwerking
Toegepast
Ontwikkeling kind – vaardigheden creatief leren/ vreedzame school Muziekvakdocenten, dirigent (en) ensembles.
April 2012 Januari 2013 Juni 2013
Ensembles als geheel.
Evaluatie van voorbereiding en realisatie presentaties.
Aspecten van samenwerking (doel/handelen).
figuur 1: formats
40
April 2012 Januari 2013 Mei/juni 2013
MONITORING EN EVALUATIE
Juni 2012 April 2013 Juni 2013 Juni 2012 Maart 2013
Tijdens de uitvoering van het project is steeds de vinger aan de pols gehouden. Daarbij stonden twee vragen centraal: Doen we wat we gezegd hebben te zullen doen (monitoring) en doen we dat op de goede manier (evaluatie). We hebben gebruik gemaakt van verschillende formats. In het najaar van 2011, voor aanvang van het project, is de startsituatie per school in kaart gebracht, de zogenaamde nulmeting. Bij de monitoring en evaluatie van de vocale en instrumentale lessen, ensemblelessen en de presentaties is op verschillende momenten gebruik gemaakt van speciaal daarvoor opgestelde formats (zie figuur 1). Ook zijn er verslagen gemaakt van de nabesprekingen van de lessen zoals die wekelijks hebben plaatsgevonden. Op basis van deze aanpak zijn we erin geslaagd het pilotproject goed te documenteren en over de behaalde resultaten te rapporteren. Deze formats en de gemaakte verslagen zijn als digitale bestanden beschikbaar op www.uck.nl/muziekroute.
41
BELANGRIJKSTE RESULTATEN Tijdens de schooljaren 2011 – 2012 en 2012- 2013 zijn we er in geslaagd om met De MuziekRoute 200 kinderen van de drie participerende scholen samen, en met veel plezier, muziek te laten maken. De kinderen zijn op een intensieve manier met muziek bezig geweest. Zij hebben, onderschools, 1 uur per week; zang, trompet, cello, viool of slagwerk les gehad. Een selectie van de groep jonge instrumentalisten heeft deelgenomen aan één van de drie schoolensembles; een tweede uur les naschools. Verantwoordelijkheid leerlingen De methode van de MuziekRoute , Creatief leren in combinatie met de methode Vreedzame School/ Wijk, is toegepast en heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van de kinderen. De leerlingen waren conform de methodiek Vreedzame School/Wijk medeverantwoordelijk voor hun eigen leef- en leeromgeving. Leerlingen werden conform de muziekeducatieve methodiek van Creatief Leren medeverantwoordelijk voor het creatieve proces en het resultaat. Deze verbinding bleek sterk en vruchtbaar.
MONITORING EN EVALUATIE
Muzikale ontwikkeling leerlingen De muzikale ontwikkeling van de participerende kinderen is duidelijk vastgesteld. Dat is gedaan op basis van observaties en met het format Ontwikkeling muzikaliteit waarbij gelet is op ritmegevoel, toonhoogte (toonvastheid), luistervaardigheid, concentratie, en motoriek (instrument). Ook de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van Creatief Leren/Vreedzame School is vastgesteld, maar minder duidelijk dan de muzikale ontwikkeling zelf. Presentaties maken resultaten zichtbaar De kinderen hebben 13 presentaties op school en in de wijk en daarbuiten gegeven. De presentatie aan het eind van het schooljaar juni 2012 en het slotconcert juni 2013 hebben plaats gevonden in Vredenburg. Er is sprake geweest van een inhoudelijke samenhang en wisselwerking tussen de lessen, zang, instrumentaal, ensembleles en de presentaties. Het belang van presentaties is bevestigd (leren, oefenen, presenteren). Het samenwerkingsverband tussen de scholen en de culturele partners is verder uitgebouwd en verstevigd. Met de toegepaste methode is De Muziek Route erin geslaagd op doeltreffende wijze aan te sluiten op de visie en werkwijze van de participerende scholen. Daarbij is het van belang verschillen tussen scholen qua leerlingen, werkwijze, rooster, logistiek en signatuur, te onderkennen en de kenmerkende benaderingswijze van De MuziekRoute , in overleg, op een flexibele manier in de praktijk
42
te brengen. De motivatie om het muziekonderwijs in het schoolcurriculum te verankeren is door het pilotproject verder vergroot. Meerwaarde Muziekonderwijs Alle 11 scholen van de Brede School Overvecht onderkennen de meerwaarde van binnenschools muziekonderwijs. Op het gebied van methodiek is de expertise van een flink aantal muziekvakdocenten verder vergroot. Voor de groepsleerkrachten geldt dat de betrokkenheid bij het muziekonderwijs is toegenomen. Ook zijn zij op basis van geboekte resultaten volledig overtuigd van de meerwaarde die De MuziekRoute te bieden heeft. Er is een begin gemaakt met het ontwikkelen en testen van een instrumentarium voor het in kaart brengen van leeropbrengsten voor de kinderen. De wijze waarop het pilotproject is uitgevoerd heeft overdraagbare resultaten opgeleverd. Ten opzichte van de gestelde projectdoelen (en de nulmeting) kan worden geconcludeerd dat veel van de beoogde resultaten zijn behaald.
CONCLUSIE Bij aanvang van De MuziekRoute 20112013 is bewust gekozen voor een methodische aanpak die gebaseerd is op de combinatie van Creatief Leren en Vreedzame School/ Wijk. De verschillende methodische aspecten daarvan zijn eerder beschreven.
MONITORING EN EVALUATIE
Op basis van de geboekte resultaten kan worden geconcludeerd dat de aanpak van de MuziekRoute werkt. De methodiek reikt verder dan het aanleren van technieken en het oefenen van vaardigheden. Kinderen blijken op deze manier gemotiveerd te kunnen worden om samen, op een creatieve manier, muziek te maken. De MuziekRoute maakt werkelijke creativiteitsontwikkeling mogelijk. Ook dient vastgesteld te worden dat het concept, nog steeds, voor verbetering vatbaar is.
FOCUS VOOR DE TOEKOMST De MuziekRoute is in voorafgaande paragrafen uitvoerig beschreven. Hier worden onderdelen van De MuziekRoute genoemd die in te toekomst zeker gehandhaafd dienen te worden. Belang gezamenlijke visie, doelen en gezamenlijk handelen Samenwerking op basis van gedeelde visie, gezamenlijk doel en handelen is cruciaal. Cultuurverschillen per school, qua populatie, docententeam, signatuur en hoe subtiel ook, onderkend dienen te worden en vervolgens op constructieve wijze gehanteerd te worden. Bespreking van dit soort zaken in gezamenlijke bijeenkomsten voorafgaand aan periode en tijdens de uitvoering van het project is noodzakelijk. De neuzen van medewerkers, binnen en buiten de school, dienen de dezelfde kant op te staan. Dit is ook van belang bij personeelswisselingen tijdens het project.
43
Methodische aspecten Creatief leren en Vreedzame school/Wijk • Toepassing van de methode draagt bij aan de ontwikkeling van kinderen. • De methode blijkt vruchten af te werpen, maar verdere uitwerking en beschrijving zijn gewenst. • Introductie van deze aanpak bij alle betrokkenen (zie ook vorige punt) en desgewenst relevante scholing verzorgen is noodzakelijk. • De muzikale ontwikkeling van kinderen is aan de hand van formats en observatie vast te stellen. • Er dient een juiste balans gevonden te worden tussen orde handhaven en ruimte bieden voor creativiteit. Belang van rolmodellen Er fungeren verschillende personen tegelijkertijd als rolmodel voor de kinderen zoals de groepsleerkracht, muziekvakdocent en de dirigent van het ensemble. In de toekomst zou hier nog meer aandacht aan besteed kunnen worden. Daarbij is een meer expliciete rol voor de groepsleerkracht bij het muziekonderwijs van belang. De samenwerking tussen de groepsleerkracht en muziekdocent zou op de volgende manier en verbeterd kunnen worden: • Rollen en verantwoordelijkheden van met name muziekvakdocent en groepsleerkracht expliciet(er) benoemen. • Er is tijd nodig voor kennismaking, het winnen van wederzijds vertrouwen en waardering voor elkaars inbreng. • Het verwezenlijken van de wenselijke verschuiving van betrokkenheid naar participatie. • Het kennen van elkaars drijfveren; waarom doe je wat je doet? Dat is een belangrijke
MONITORING EN EVALUATIE
voorwaarde voor inhoudelijke samenwerking. (zie ook; Daar zit muziek in, Vrije Universiteit Amsterdam); • Het organiseren van overlegmomenten. Het rooster is hierbij een technisch knelpunt. • Scholingsmomenten voor groepsleerkrachten proberen in te passen in de planning van de school (teambijeenkomsten). Ouderbetrokkenheid De ouders moeten beter bij het project worden betrokken. De ouders lijken vaak geen duidelijk beeld te hebben van de bedoeling van de huiswerkopdrachten en zijn misschien ook niet doordrongen van het belang van het thuis oefenen. Enkele suggesties voor het verbeteren van de ouderbetrokkenheid zijn: • Een film voor de ouders maken waarin het musiceren van het eigen kind in beeld wordt gebracht. • Het organiseren van een lesmiddag waarbij ouders naar de kinderen kunnen komen luisteren en kijken. (Zie ook bevindingen IVA, Muziek in ieder kind.)
Verankering en continuïteit Aandachtspunten voor de verankering van De MuziekRoute zijn: • De MuziekRoute als onderdeel van het curriculum van de scholen verder vormgeven. • Het op flexibele wijze benutten van ruimte binnen het curriculum, zowel inhoudelijk als organisatorisch. • Resultaten een structurele plaats geven in een LeerlingVolgSysteem (rapport/oudergesprekken). • In de toekomst; deelname van elf scholen (nu zijn dat er drie). In de toekomst uitbreiden naar meerdere leerjaren (nu beperkt tot groep drie, vier en vijf). • Expertise vergroten, onder andere door een meer inhoudelijke rol voor de groepsleerkracht.
Resultaten muziekonderwijs De MuziekRoute is inmiddels onderdeel van het curriculum van de drie scholen. De behaalde resultaten worden op het rapport gezet met de ouders besproken. Het samenstellen van een muzikaal dossier voor ieder kind, dat meegenomen kan worden bij de overgang naar het voortgezet onderwijs, is een reële optie. Een dergelijke benadering draagt bij aan de status van muziek als onderdeel van het curriculum.
Managen van project als geheel • De tijdsinvestering ten behoeve van de organisatie en coördinatie is groot maar noodzakelijk. • Via de projectorganisatie van De Muziek Route wordt de werkdruk bij scholen weggenomen. • Communicatie; Het is van belang om goede communicatievormen en een geschikte stijl te kiezen. Benutten kenniscirculatie via nieuwsbrieven scholen websites kan worden verbeterd. • De kosten dienen voor optimale participatie, ook buitenschools, zo laag mogelijk te zijn. • De financiering is tot nu toe tijdelijk van aard. Er is behoefte aan meer structurele financiering. • Het bereik met name bij de instrumentale lessen, ensembles (arbeidsintensief) blijft beperkt.
44
MONITORING EN EVALUATIE
Evaluatie van monitoring en evaluatie • Het belang van monitoring van het project is groot. Wekelijks nabesprekingen en toepassing van formats blijken geschikte vormen te zijn. • De toepassing van formats draagt bij aan het inhoudelijk structureren van het project. De noodzaak van het (nog) explicieter beschrijven van leerdoelen (per lessenserie/ per les) wordt onderkend. • De muzikale ontwikkeling van kinderen is aan de hand van formats en observaties vast te stellen. De ontwikkelde formats bieden daarvoor goede aanknopingspunten. De formats moeten aangepast. Het is tevens mogelijk en wenselijk in de toekomst het (bereikte) muzikaal ontwikkelingsniveau per kind aan te geven.
45
MONITORING EN EVALUATIE
NAWOORD De MuziekRoute heeft zich in de afgelopen jaren gemanifesteerd in de wijk Overvecht. Partners, scholen, kinderen en de wijk zijn deelgenoot geworden van een muzikalere omgeving en de interesse vanuit andere delen van de stad en zelfs het land is gewekt. Op de Route zijn veel obstakels weggenomen, maar zijn tegelijkertijd ook nieuwe vragen opgeworpen. Zo hoort dat ook op een Route, waar meerdere mogelijkheden denkbaar zijn. Sommige vragen hebben betrekking op concrete zaken zoals; zakelijke continuering, organisatievorm en uitvoeringspraktijk. Ook vragen van meer abstracte aard dienen zich aan: Wat is creativiteit? Hoe is dat meetbaar? Hoe past dit in een schoolklimaat van toetsen? Een goed project roept de juiste vragen op omdat er doorlopend en goed wordt gekeken naar de uitgangspunten en effecten. Dat is gebeurd en alleen daarom al is De MuziekRoute zeer geslaagd. Tegelijkertijd kan er wel degelijk worden geconcludeerd dat de muzikaal creatieve bewustwording van alle deelnemers is verhoogd. Maakprocessen verliepen steeds
vlotter en vertrouwen groeide. Kinderen leerden dat zij een eigen stem muzikaal konden vertalen met resultaten die mochten worden gehoord en gezien. De MuziekRoute heeft de ambitie om in de toekomst de nieuwe vragen te beantwoorden. Creativiteitsontwikkeling wordt vaak genoemd in plannen, beschrijvingen en ambities, maar wat wordt er precies mee bedoeld? De MuziekRoute wil kinderen laten ervaren dat iedereen zich goed kan voelen in een creatief proces en daar ook steeds beter in kan worden. De weerklank op iedere andere bezigheid van kinderen, nu of in de toekomst, kan daar alleen maar beter van worden. Dat is de bijdrage die De MuziekRoute op een steeds beter onderlegde manier kan leveren. Hoe de beleidsmakers van nu en de toekomst dat gaan formuleren is voorlopig onduidelijk. Zolang creativiteitsontwikkeling binnen educatie een betekenisvol begrip blijft, met eisen en randvoorwaarden, zien we de toekomst met vertrouwen tegemoet.
ZIE VOOR HET PROJECTPLAN VAN MUZIEKROUTE NAAR MUZIEKPALEIS 2013 – 2016 WWW.UCK.NL/MUZIEKROUTE
46
NAWOORD
Deze uitgave is een beknopt verslag van De MuziekRoute 2011 – 2013. Namen die in de tekst voorkomen zijn gefingeerd. Meer gegevens, analyses en audiovisuele verslaglegging van De MuziekRoute 2011 – 2013 is te vinden op de website van het UCK, www.uck.nl/muziekroute
COLOFON Postadres Postbus 65 3500 AB Utrecht Telefoon (030) 233 99 33 Fax (030) 233 99 30 E-mail
[email protected] Website www.muziekroute.nl Uitgave Utrechts Centrum voor de Kunsten Tekst Hanno Tomassen en Henk Haest Ontwerp Buro MET Fotografie Anna van Kooij / Merijn van der Vliet
SAMENWERKINGS PARTNERS
Utrechts Centrum voor de Kunsten Utrechts Centrum voor de Kunsten