DE EERSTE ELECTRISCHE CENTRALE IN NEDERLAND
Enige gegevens over de EERSTE ELECTRISCHE CENTRALE IN NEDERLAND welke stroom leverde aan particulieren voor verlichting
was gevestigd te Kinderdijk en was genaamd
NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP
ELECTRISCHE VERLICHTING "KINDERDIJK" te Kinderdijk
april 1970
VOORWOORD
Gegevens en tekst voor dit boekje werden verzorgd door de heer J. de Ruiter, oud-directeur van de N.V. Nederlandsche Touwfabrieken v.h. Lijnbaan Straat Sunda te Alblasserdam, een bedrijf dat in de voorgeschiedenis van de N.V. Nederlandsche Kabelfabrieken een rol heeft gespeeld doordat het in de opbouw van zijn product voedsel gaf aan het idee een kabelfabriek op te richten. Dat de N.V. Electrische Verlichting „Kinderdijk" na 26 jaar zijn werkzaamheden in 1912 moest staken, was slechts het gevolg van de zeer snelle toename van het electriciteitsgebruik, die grotere productie-eenheden noodzakelijk maakte. Of men zich ten tijde van de oprichting reeds een voorstelling had gemaakt van de enorme vlucht die de electriciteit zou nemen, is helaas niet bekend. Inmiddels is de electriciteit een vorm van energie geworden die wij niet meer uit onze huidige samenleving zouden kunnen wegdenken. De regelmatige toename van het gebruik en de duizenden kilo-
nieters kabel die jaarlijks voor het transport van deze energie worden gelegd, zijn hiervan het bewijs. Gaarne spreken wij hier onze dank uit aan de heer J. de Ruiter die het initiatief heeft genomen tot het samenstellen van deze tekst, alsmede aan de heer B. J. M. Lels die zo vriendelijk is geweest enige aanvullende gegevens te verstrekken. Wij hopen dat U aan dit geschrift) e plezier zult beleven. NKF KABEL N.V.
HET WAS DE FIRMA WILLEM SMIT & Co. in 1896 genaamd „Electro" / Electrotechnische Industrie voorheen Willem Smit & Co. te Slikkerveer, die, daarbij geholpen door bijzondere omstandigheden, oprichter werd van het eerste openbare electriciteitsbedrijf in Nederland. De Firma Willem Smit & Co. te Slikkerveer zelf werd opgericht op i november 1882, met als doel het fabriceren van materiaal voor electrische verlichting en het exploiteren van electrische toestellen, enz. Toen deze firma na enkele jaren ver genoeg gevorderd was in de techniek van het samenstellen van electrische dynamo's, enz., zowel voor gelijk- als wisselstroom, werd het uitvoerbaar geacht een electrische verlichtingsinstallatie tot stand te brengen. Als eerste besloot de directie van de Machinefabriek Diepeveen, Lels & Smit te Kinderdijk, haar fabrieksgebouwen electrisch te doen verlichten. De heer JAN SMIT v, wonende naast het fabrieksterrein, besloot ook zijn woning daarop aan te sluiten, aldus ook profiterende van het moderne verlichtingssysteem. Daar echter de fabriekscentrale alleen gedurende de daguren draaide, kon 's avonds geen stroom worden geleverd. Hierin werd voorzien door het opstellen van een accubatterij, die overdag opgeladen werd. Dit was zeer
goed mogelijk omdat dan toch de stoommachine draaide, welke nodig was voor aandrijving van de werktuigmachines in de fabriek. Behalve 's avonds en 's nachts, was men ook op zondag van stroom voorzien door uit de accu-batterij te putten. Deze fabrieks- en huisverlichting trok sterk de aandacht van de andere bewoners van Kinderdijk, die er veel voor voelden ook zo'n huisverlichting te hebben. De families SMIT te Kinderdijk, overal bekend als scheepsbouwers en machinefabrikanten, waren ook door familiebanden zeer sterk verbonden met de vennoten van de Firma Willem Smit & Co. te Slikkerveer. De mogelijkheid van het opstellen van een electrische verlichtingsinstallatie werd nader bekeken. Het resultaat daarvan was, dat het mogelijk werd geacht zulk een plan tot uitvoering te brengen. In bredere kring werden de plannen nu bekend gemaakt en besproken, waarbij bleek, dat er voldoende belangstelling bestond om een electrische centrale op te richten. Er werd vastgesteld, dat er circa 300 lichtpunten nodig waren en dat men met een capaciteit van 3 5 o lichtpunten zou beginnen. In samenwerking met de Firma Willem Smit & Co. werd een gedetailleerd plan gemaakt en een kostenbegroting opgesteld. De totaal begroting
kwam uit op ƒ 26.000,— (zes en twinting duizend gulden). Na een bespreking met alle gegadigden werd het besluit genomen de centrale op te richten. Het benodigde kapitaal werd verstrekt door de heer Jan Smit v, in de vorm van een geldlening. Zo kwam te KINDERDIJK in het jaar 1886 de eerste electrische centrale voor levering van electrische stroom aan particulieren en bedrijven tot stand. De vestigingsplaats was te Kinderdijk, in het gedeelte behorende tot de Gemeente Nieuw-Lekkerland. Als naam der vennootschap werd vastgesteld: NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP ELECTRISCHE VERLICHTING „KINDERDIJK" te Kinderdijk
met als doel: levering van electriciteit voor verlichting aan particulieren en bedrijven. Als bouwplaats werd gekozen een terrein aan het uiterste randje van de boezem van het Waterschap de NEDERWAARD, achter de toenmalige kopergieterij van de N.v. J & K Smit's Scheepswerven, ongeveer op de grens van de gemeenten NieuwLekkerland en Alblasserdam. 10
Een foto van het gebouw, met rond plaatijzeren dak, geeft het buitenaanzicht weer (bladzijde 9). Het hogere gebouw is de kopergieterij. De daarnaast zichtbare nok van woningen zijn de huizen van de machinist/electricien en de stoker. De centrale was gebouwd op een oude rivierbedding die reeds bestond toen de Kinderdijk ter plaatse in 13 70 werd gelegd. Zo nat en drassig was de grond, dat 3 vijftien-meter lange houten heipalen op elkander geheid moesten worden om een vast fundament te krijgen. Op deze ondergrond werd een stoomketel geplaatst en ook een stoommachine van 80 P.K. Deze liggende stoommachine, die voorzien was van twee vliegwielen, dreef met lederen drijfriemen de beide dynamo's aan, elk met een capaciteit van ongeveer 7,5 K.W. gelijkstroom. Op bladzijde 13 ziet U een schets van de opstelling van één en ander. Ook ziet U een afbeelding waarop één van de gebruikt zijnde dynamo's staat afgebeeld. De machine zou draaien van 's middags tot 's avonds 10 uur. Tijdens die uren werd een accubatterij opgeladen, waaruit stroom afgenomen kon worden als men buiten het in bedrijf zijn van de machine daaraan behoefte had. Het aanleggen van leidingen en het aanbrengen ii
van lichtpunten en het eventueel verrichten van reparaties was het werk van de machinist/electricien, tezamen met de stoker. Zulke werkzaamheden moesten in de voormiddag verricht worden, daar dan de centrale niet in bedrijf was. Het plaatsen van de centrale aan de waterkant was nodig om water bij de hand te hebben voor ketelen koelwater. Er werd een put gegraven, die door middel van een dam van takkenbossen in verbinding stond met het boezemwater. De takkenbossen moesten dienst doen als filter om het vuil tegen te houden. Behalve de hiervoor genoemde huisaansluitingen was er ook straatverlichting. Het stroomleveringsgebied liep tot ongeveer Schoordijk, zijnde hét gedeelte van Kinderdijk behorende tot de Gemeente Nieuw-Lekkerland en verder in een gedeelte van Kinderdijk, behorende tot de Gemeente Alblasserdam en wel tot aan de oude fabriek van de firma N.v. F. Kloos & Zonen's Werkplaatsen. Over deze lengte liep ook een straatverlichting, die evenwel zeer primitief was, n.l. een luchtleiding met kleine lampjes. Deze werden in de volksmond „gloeiende spijkers" genoemd, omdat ze betrekkelijk weinig licht gaven. Toch staken ze gunstig af tegen de toen algemeen in gebruik zijnde olielampen. 12
Ontwerp Electrjsche' inrichting voor 350 gloeilampen I.H.P. 80 met 90 H Stoorn
Schaal f = i E. voet
Het opstellingsplan voor ketel en machines voor de centrale van de TV. V. Electrische Verlichting Kinderdijk,
Zoals hiervoor gezegd telde iedere lamp voor een aansluiting en het te betalen tarief was vastgesteld per „aansluiting", wat neerkwam op berekening per „lichtpunt". Er werd een vastrecht berekend dat 12 tot 15 gulden per jaar bedroeg. Lampen werden via de Centrale geleverd. Door de firma Willem Smit & Co. waren lampen besteld van het merk „Edison" bij de vertegenwoordiger van de Amerikaansche Edison Maatschappij in Antwerpen, tegen een prijs van bijna een rijksdaalder per stuk - een heel bedrag voor die tijd - terwijl er ook Swan-lampen werden toegepast, die vanuit Engeland werden geïmporteerd. Doordat er nog al wat moeilijkheden waren met spanningsverlies, zelfs in dit kleine gelijkstroomnet, werden er dicht bij de Centrale SwAN-lampen van 110 volt gebruikt, iets verder EoisoN-lampen van 108 volt en zo verder afdalend tot 100 volt. Met de verlichting ging het, ondanks het spanningsverlies, redelijk wel. Maar de zekerheid en de stabiliteit werden ernstig in gevaar gebracht door de heer Jan Smit v, wiens huis aanvankelijk was aangesloten op de machinefabriek. Nadat hij deze aansluiting had laten overzetten op de Centrale*) * De kabel die in Krimpen naast en oostelijk van de veerstoep aan de wal kwam, bleek 3 meter te kort. Zonder toestemming liet Willem Smit de tuin van zijn nicht, Mevrouw BoogaerdtSmit opgraven om de kabel te kunnen aansluiten. 14
De dynamo in de centrale te Kinderdijk.
besloot hij - zeer vooruitstrevend - tot het aanbrengen van een lift in zijn woning waarmede hij, zonder trappenklimmen, naar zijn bovengelegen slaapkamer kon gaan. Het inschakelen van de liftmotor echter betekende een zodanige belasting van het net, dat van het éne einde tot het andere alle lampen half gedoofd werden. Men kon zodoende precies vaststellen wanneer de heer Smit naar bed gingMaar ondanks alle gebreken en moeilijkheden waren alle abonnees zeer tevreden met het moderne verlichtingssysteem. Te Krimpen aan de Lek toonde men ook belangstelling voor het electrische licht, speciaal de aldaar gevestigde scheepswerf van de N.V. J. & K. Smit's Scheepswerven te Kinderdijk. Vier jaar na oprichting van de Centrale werd het besluit genomen ook naar Krimpen aan de Lek stroom te gaan leveren. De Firma Wülem Smit & Co. was in 1890 zover gevorderd, dat zij een wisselstroom-systeem kon leveren; een 6 K.W. wisselstroom-machine, die stroom leverde met een spanning van 650 volt en een 4-tal luchtgekoelde transformatoren, die in Krimpen aan de Lek de 6 5 o volt tot 65 volt reduceerden. De verbinding van Kinderdijk naar Krimpen a/d Lek werd tot stand gebracht door middel van een 16
kabel, die door de rivier de Lek werd gelegd. Na een diensttijd van ongeveer 26 jaar kwam het einde van het bedrijf. Dat was in 1912, toen het Gemeentelijk Electriciteits Bedrijf in Dordrecht, allengs tot grotere bloei gekomen, een overcapaciteit had. Om deze hoeveelheid stroom rendabel te maken werd in de omliggende gemeenten, o.a. in de gehele Alblasserwaard, concessie voor levering van electrische stroom aangevraagd, die algemeen werd verleend. De Centrale te Kinderdijk kwam toen in het gedrang en moest het veld ruimen. Het G.E.B, te Dordrecht kocht de gehele installatie op, uitgezonderd het gebouw. Het gevolg was, dat al heel spoedig het einde van de eerste electrische Centrale in Nederland een feit was. De gehele machine-installatie werd weggevoerd en de leidingen werden verwijderd, daar deze niet bruikbaar waren voor de door Dordrecht te leveren stroom van 220 volt. Het gebouw werd eigendom van de N.v. L. Smit & Zn. Scheeps- & Werktuigbouw te Kinderdijk en bleef nog jaren staan. Omstreeks 1964 werd ook dit gebouw gesloopt. Tot liquidateur van de N.v. Electrische Verlichting „Kinderdijk" werd benoemd de heer JAN LELS te Kinderdijk.
Na afwikkeling werd het archief opgeborgen in het kantoor van de firma L. Smit & Zoon te Kinderdijk, alwaar het nog steeds aanwezig is.
18
Een uitgave van: NKF KABEL N.V. • SCHIEWEG 9 • DELFT