de Duinstag vogel- en natuurclub Katwijk 2 • 2011
voorzitter redactieadres fotoredactie, vormgeving & opmaak penningmeester, ledenadministratie & advertenties waarnemingen
redactieleden
website webmaster abonnement
doel van vogelen natuurclub Katwijk foto’s omslag
Arjan van Egmond Bestevaerweg 36 • 2225 PC Katwijk (071) 401 06 56 •
[email protected] René van Rossum Wassenaarseweg 16 • 2223 BK Katwijk (071) 362 37 34 • 06 123 096 57 •
[email protected] Angélique van der Burg Looyerslaan 44 • 2223 TH Katwijk (071) 401 75 38 •
[email protected] Ben Wielstra Piet Heinstraat 31 • 2231 RK Rijnsburg (071) 403 39 42 •
[email protected] Gijsbert van der Bent (071) 402 45 47 •
[email protected] (eindredactie) Bas van der Burg (071) 401 75 38 •
[email protected] Casper Zuyderduyn 06 153 572 16 •
[email protected] www.birdclubkatwijk.nl André van der Plas (071) 407 27 98 •
[email protected] Abonnementsgeld bedraagt minimaal € 13,-/jaar voor leden wonende in de gemeenten Katwijk, Rijnsburg, Valkenburg en Noordwijk, en € 15,-/jaar daar buiten. Het abonnementsgeld overmaken op bankrekeningnr.: 3918.44.431 van de Rabobank Katwijk ten name van Vogelclub Katwijk. Bovenstaande prijzen zijn per jaargang. Eventueel eerder uitgekomen nummers van het betref fende jaar worden nagezonden. Het lidmaatschap wordt automatisch verlengd, tenzij u uiterlijk voor 1 december het abonnement schriftelijk opzegt bij de penningmeester.
ADVIESGROEP
Het vergroten van de interesse in en kennis van de natuur met name van vogels, vlinders en libellen - in en om Katwijk. Ruigpootbuizerd, De Puinhoop, Katwijk, 15 oktober 2011 (René van Rossum)
de Duinstag vogel- en natuurclub Katwijk De vogel- en natuurclub Katwijk is opgericht in februari 1986. Het tijdschrift De Duinstag verschijnt drie maal per jaar. Voor inlichtingen, abonnementen, adreswijzigingen en klachten kan men zich schriftelijk wenden tot Angélique van der Burg, Looyerslaan 44 • 2223 TH Katwijk.
Baron S. de L. Wyborghstraat 1 | 2225 TD Katwijk T (071) 401 65 45 | F (071) 401 65 50
[email protected] U kunt ons ook op internet vinden: www.ancora.nl 3
opmaak & vormgeving van boeken | tijdschriften | folders | advertenties | logo’s
zesentwintigste jaargang nummer 2 2011
levering foto’s lagere prijzen dan de gerenommeerde fotobureau’s vraag info
rené van rossum 06 123 09 657 | 071 362 37 34 www.wix.com/renevanrossum/puffin
vogel- en natuurclub Katwijk
VRIENDELIJKE PRIJZEN
Steppekiekendief, Ross’ Meeuw en zelfs een Giervalk. Dit waren de hoogtepunten van een heel goed najaar voor vogelend Katwijk. Maar je moest wel de nodige teluren maken op de Puinhoop of voor Savoy, en zelfs de meest doorgewinterde teller is het niet gelukt om alle drie de knallers te zien. Waar niemand aan ontkwam waren de grote aantallen Ruigpootbuizerds, doortrekkend of ter plaatse in de duinen. Arnold Meijer ontdekte begin november een Bruine Boszanger in het parkje langs het Zwarte Pad. Deze bleef gelukkig enkele dagen hangen, maar was vaak moeilijk te zien te krijgen. Er werden dit jaar sowieso veel vogelsoorten waargenomen in het Katwijkse waarnemingsgebied. Ruim voor het einde van het jaar 2011 werd het jaarlijstrecord al verbroken. Bas van der Burg licht in een artikel de ontwikkelingen in dit ’jaarlijsten’ toe. De zeer uitgebreide waarnemingenrubriek laat zien waarom de jaarlijst zo groot is. In deze Duinstag twee recensies van ook voor Katwijk belangrijke vogelboeken. ’Vogels in een veranderend duin’ gaat over de ontwikkelingen in het broedvogelbestand van Berkheide en ’Tussen tulpen en de zee’. Vogels van Duin- en Bollen streek’ gaat over de vogels en hun habitats tussen Katwijk en de provinciegrens met NoordHolland. Complimenten aan iedereen die aan deze ’must-haves’ heeft meegewerkt ! Dit nummer is extra dik en in kleur. Een extraatje, om te vieren dat we als vogelclub (ruim) 25 jaar bestaan. Na zoveel jaar vinden wij het echter ook tijd om eens goed na te denken hoe we verder willen gaan. Het is iedere keer weer een behoorlijke opgave om De Duinstag te realiseren, en het digitale platform biedt enorm veel mogelijkheden. Over hoe De Duinstag in de komende jaren vorm zal krijgen wordt u begin volgend jaar geïnformeerd. Op de eerste dag van december bereikte ons het trieste bericht dat Hans van den Berg is overleden. Hans heeft, als grote man achter de ’Natuurclub’ op het Pieter Groen College, natuurbeleving en bovenal vogels kijken enorm gestimuleerd bij zijn leerlingen, waaronder ikzelf. Nabestaanden en vrienden wens ik veel sterkte met het verlies. Arjan van Egmond
Puffin dtp & fotografie
recent gemaakte boeken
de Duinstag
Op vrijdag 16 januari organiseert de Vogel- en Natuurclub Katwijk een lezing in etablissement De Roskam aan de Turfmarkt in Katwijk aan den Rijn. Vincent van der Spek zal ingaan op de regeneratie in de duinen tussen Katwijk en Den Haag. Na de pauze zal hij het prachtige vogelleven van Bulgarije belichten. De lezing begint om 20.00 uur en is toegankelijk voor zowel leden als nietleden. De entree bedraagt 2 euro. Op vrijdag 2 maart organiseert de Vogel- en Natuurclub Katwijk een lezing in etablissement De Roskam aan de Turfmarkt in Katwijk aan den Rijn. De lezing begint om 20.00 uur en is toegankelijk voor zowel leden als niet-leden. De entree bedraagt 2.00 euro. Programma wordt later op website bekend gemaakt.
5
Ross’ Meeuw,
het vleesgeworden DBA-logo, langs Savoy De Ross’ Meeuw is een broedvogel van de hoog-arctische gebieden in Noord oost-Siberië (en onregelmatig in arctisch Noord-Amerika). De vogel trekt slechts over korte afstanden en overwintert aan de rand van het pakijs van de Noordelijke IJszee. Slechts een enkel exemplaar zakt af naar een zuidelijkere breedte. Met slechts zeventien door het CDNA aanvaarde gevallen is de Ross’ Meeuw in Nederland dan ook een zeldzame soort te noemen. Mede doordat de vogel in moeilijk toegankelijk gebied leeft en er fantastisch uitziet is het een van de droomsoorten van elke zichzelf respecterende vogelaar. Het is dan ook niet voor niets dat deze tot de verbeelding sprekende soort bij de oprichting van de Dutch Birding Association in 1979 als logo werd gekozen.
De Ross’ Meeuw van Numansdorp trok bezoekers van heinde en verre. Numansdorp, april 2011 (Luuk Punt)
Het huidige DBA-logo ontworpen door Frank Rozendaal, later aangepast door Dirk Moerbeek
Tot op dat moment was dit bijzonder fraaie meeuwtje slechts één keer in Nederland vastgesteld, en wel van 6 juni tot en met 15 juli 1958 in de Kroonpolders op Vlieland. Een waarneming waarvan voor die tijd unieke kleurenopnames beschikbaar zijn (zie Dutch Birding Jaaroverzicht 1995 tot en met 2004, waarop ook opnames van eerdere data zijn opgenomen). Van de huidige generatie vogelaars was het Nick van der Ham die als eerste, samen met Johan Apperloo, Maarten Platteeuw, Kees Camphuijsen en Ko Klitsie, op 18 januari 1981 een adult winterkleed vogel in
6
noordelijke richting langs de vermaarde zeetrektelpost Camperduin zag trekken. Nu een aantal vogelaars deze zeldzaamheid op haar lijstje had staan, werd de soort voor anderen nog begerenswaardiger. De eerste twitchbare vogel werd op 21 november 1992 langs de zuidpier in IJmuiden ontdekt door Dirk Moerbeek. Het betrof een exemplaar in tweede winterkleed en was voor de toen nog betrekkelijk kleine groep twitchers de vervulling van een lang gekoesterde droom. Dit exemplaar bleef tot 27 november rond de zuidpier hangen.
In 1995 was het opnieuw de zuidpier bij IJmuiden waar je moest zijn om een Ross’ Meeuw te zien. De door Pascal Wink (let op, deze naam komt u verderop in dit artikel weer tegen) ontdekte vogel verbleef hier van 7-10 november en was dus ook twitchbaar. Dezelfde Ross’ Meeuw vloog op 15 november langs zeetrektelpost Savoy en werd alleen gezien door Bas van der Burg, die daarmee de ultieme “blokker” (een soort die niemand anders heeft gezien) op zijn “Katwijk-lijst” had. Het duurde maar liefst zeven jaar voordat er weer een twitchbaar exemplaar opdook. Dit keer was het Vincent van der Spek, die laat op de middag van 20 november 2004 een Ross’ Meeuw in adult winterkleed ontdekte langs het Zuiderhavenhoofd in Scheveningen. De euforie moet groot geweest zijn. “Misschien wel mijn beste vondst ooit”,
schreef hij destijds. Vogelend Nederland kreeg nu volop de kans deze felbegeerde soort op de lijstjes aan te kunnen vinken, want de vogel bleef tot en met 27 november rond de pieren in Scheveningen hangen. Op wat langstrekkende vogels na bleef het daarna tot 21 april 2011 stil rondom de Ross’ Meeuw. De melding door Martin Prins van een Ross’ Meeuw in het natuurontwikkelingsgebied “Oosterse Bekade Gorzen” bij Numansdorp, hemelsbreed zo’n slordige dertig kilometer van zee, werd door vogelend Nederland in eerste instantie met enige scepsis (vreemde plek en ongebruikelijke tijd van het jaar) bekeken. Maar de foto’s logen niet, en toen de vogel de volgende dag door Gerard Ouweneel, Bart en Gert Huijzers in het late avondlicht nog mooi werd gezien stroomden op 23, 24 en 25 april de voge-
7
laars in grote getale en van heinde en verre toe en kon de jongste generatie twitchers dit schitterende, arctische meeuwtje eindelijk bijschrijven. En toen kwam Katwijk… Noël Aarts heeft zich in de vroege ochtend van 7 mei 2011 nog maar net op telpost Savoy geïnstalleerd als hij even voor zes uur een groepje Dwergmeeuwen net achter de branding ziet vliegen. Als hij de vogels in de kijker krijgt schrikt hij zich lam. Er vliegt een volwassen Ross’ Meeuw tussen! En dat op een dag dat al zijn mede-trektellers zich naar andere trektelposten en vogellocaties hebben begeven. Hij belt nog wel met ondergetekende, maar die rijdt op dat moment net de trektelpost bij Breskens op... Vervolgwaarnemingen van de Ross’ Meeuw blijven uit, totdat Ed van Hecke tijdens een zomeravondwandeling op 30 juli over strand ten noorden van de Buiten wate ring een opvallend meeuwtje in noordelijke richting over het strand ziet vliegen. Als hij ’s avonds de literatuur raadpleegt, kan hij niet anders concluderen dan dat hij een Ross’ Meeuw heeft gezien. “Geinig staartje en opletten in Noordwijk en Zandvoort”, schrijft hij op waarneming. nl. Met dat opletten zit het bij zeetrektellers Jelle van Dijk en Peter Spierenburg wel goed, en zo zien zij de volgende dag om vijf over acht vanaf de zeetrektelpost van Noordwijk de Ross’ Meeuw vlak achter de branding naar noord vliegen. Ab Steen voorden rijdt na de melding direct naar Langevelderslag, waar hij het meeuwtje om kwart voor negen op zo’n honderd meter achter de branding ziet foerageren. Hij ziet hoe de vogel, opgeschrokken door twee Kleine Jagers, met een grote bocht terug in zuidwestelijke richting vliegt. En daarna wordt het opnieuw stil rondom de Ross’ Meeuw.
8
Vrijdag 12 augustus sta ik om zeven uur op de zeetrektelpost Savoy. Al snel krijg ik gezelschap van een aantal van mijn vaste vogelmaten Frank van Duiven voorde, Noël Aarts en René van Rossum. Ook sluit de Woerdense vogelaar Pascal Wink, de ontdekker op 7 november 1995 van de Ross’ Meeuw van IJmuiden, zich bij ons aan. Hij heeft zijn zinnen gezet op het zien van een Vale Pijlstormvogel. Het is een rustige trektelling en Pascal vraagt zich hardop af “Hoe zinvol is het om in augustus over zee te kijken?”. Dat zal in de loop van de ochtend blijken. Het derde teluur is nog maar negen minuten oud als Noël Aarts zijn faam als zeetrekteller weer eens bewijst. “Een Ross’ Meeuw,” klinkt het heel droog. “Waar, hoe, wat?!”, reageren wij geschrokken. “Bijna op twaalf uur en een stukje achter de branding”, klinkt het rustig. Enkele tellen later zien ook wij hoe een adult winterkleed Ross’ Meeuw in zuidelijke richting vliegt. Naast kenmerken als grijze ondervleugel, wigvormige witte staart, de niet tot vleugelpunt doorlopende (wat bredere) witte vleugelachterrand, is zelfs het “grote, donkere oog” (dit beeld ontstaat door een klein donker masker dat bestaat uit een donkere vlek voor het oog en een donkere oorvlek) zichtbaar. Een fantastische waarneming, die natuurlijk moet worden gevierd ! Maandag 15 augustus sta ik samen met Frank van Duivenvoorde, René van Rossum en Jaap Engberts om half zeven opnieuw in de tuin van Hotel Savoy. Voor half acht hebben we al zes Kleine Jagers in de kijker. In vergelijking tot afgelopen dagen trekken er echter niet zo veel vogels langs. We kletsen dan ook volop over de fantastische waarnemingen van vorige week: Vorkstaartmeeuw, Ross’ Meeuw, Lachsterns en twee Reuzensterns. En zo vertel ik: “Pascal Wink heeft de
Een Ross’ Meeuw is een soort die gevierd mag worden. V.l.n.r.: Luuk Punt, René van Rossum, Noël Aarts, Frank van Duivenvoorde en Pascal Wink (foto: serveerster Hotel Savoy)
Ross’ Meeuw van afgelopen vrijdag al ingediend bij het CDNA”. Ik ben nog niet eens helemaal uitgesproken als René van Rossum schreeuwt: ”Daar gaat de ROSS’ MEEUW weer naar zuid !” En tot onze grote verbijstering en verrassing zien we de vogel op ongeveer 150 meter in flink tempo in zuidwestelijke richting langs roeien. Dit kan toch niet waar zijn?! Het is te bizar voor woorden ! Als de vogel uit beeld is, wordt er op schouders geklopt gejoeld en gelachen. Wat een kick om dit megazeldzame arctische meeuwtje nóg eens langs te zien te komen. Ik spreek de voicemail van Rinse van der Vliet in en verstuur een Dutch
Bird alert, maar helaas wordt de vogel ook net als afgelopen vrijdag niet in Scheveningen opgepikt. Vele vogelaars doen in de dagen hierna verwoede pogingen om de Ross’ Meeuw te zien te krijgen, maar de vogel lijkt in het niets te zijn opgelost. Er is een serieus te nemen waarneming van Hans Schekker man op 10 september bij Castricum aan Zee. Het duurt ruim een maand voordat de Ross’ Meeuw opnieuw wordt gezien. Alle vervolgwaarnemingen zijn in NoordHolland: op zowel 15 als 28 oktober wordt de vogel bij zeetrektelpost Huis duinen gezien door zeetrekteller C. Rebel en op 25 oktober en 1 november ziet
9
De opmars van de Havik Een ’killer’ in de achtertuin Het kan raar lopen in de vogelarij. Toen ik begin jaren zeventig begon met vogels kijken was de Havik een bijna mythische vogelsoort. Door vervolging en het gebruik van gechloreerde koolwaterstoffen in de landbouw was de Havik in de jaren vijftig en zestig in heel Europa sterk achteruitgegaan. Ook in Nederland, waar op het dieptepunt nog maar enkele tientallen paren over waren. In het oosten des lands kon je ze mogelijk tegenkomen. In het westen kon je dat begin jaren zeventig wel vergeten.
De Ross’ Meeuw van Numansdorp trok bezoekers van heinde en verre. Numansdorp, april 2011 (Luuk Punt)
Chris Winter de vogel vanaf de trektelpost bij Egmond aan Zee. De laatste waarneming dateert van drie november 2011 als Nick van der Ham de Ross’ Meeuw in noordelijke richting langs zeetrektelpost Camperduin ziet vliegen. Of dit het einde is van de reeks waarneming van het vleesgeworden DB-logo valt
te bezien, maar het blijft onverlet dat 2011 een bijzonder jaar was voor wat betreft de waarnemingen van dit zeer zeldzame, maar vooral ook tot de verbeelding sprekende arctische meeuwtje. Luuk Punt Leiderdorp
Literatuur en websites: Van den Berg Arnoud B. en Bosman Cecilia A. W., 2001, Zeldzame vogels van Nederland (Avifauna van Nederland deel 1), GMB Uitgeverij, Haarlem Stichting Uitgeverij van de KNNV, Utrecht, pagina 188 - 189. ANWB Vogelgids van Europa, vierde geheel herziene druk 2010, Lars Svensson e.a. Uitgeverij ANWB Media, pagina 192 - 193. Dutch Birding 30: 22-31, 2008 http://www.birdclubkatwijk.nl/ http://www.dutchbirding.nl/news.php?id=97 http://www.trektellen.nl/ http://waarneming.nl/
10
In de eerste streekavifauna die ik kocht en van begin tot eind spelde, ’De Vogels van Noordwijk’ uit 1973, stond de Havik als dwaalgast te boek, met slechts drie bekende waarnemingen. Die informatie van onze noorderburen zag ik als een bevestiging van mijn inschatting. Zo’n boek als dat van Noordwijk wilden wij in Katwijk ook wel maken. Samen met Arend Wassink ploos ik in 1974/1975 waarnemingenboekjes van Katwijkse vogelaars (dat waren er nog niet zo veel toen...) uit ten behoeve van een ’De Vogels van Katwijk’. Die beoogde avifauna is er toen niet gekomen, maar ik herinner me nog wel ons ongeloof toen we in een aantekeningenboekje van Kees Schoonenberg een waarneming tegenkwamen van een heuse Havik, ergens in de jaren zestig en ergens aan de noordrand van Berkheide. We konden het gewoon niet geloven en hebben het ook niet geboekstaafd. In 1979 verscheen de eerste ’Atlas van de Nederlandse Broedvogels’, een mijlpaal voor de Nederlandse ornithologie (waaraan de toenmalige leden van de Vogelwerkgroep Berkheide, waaronder ik, ook hadden meegewerkt door het leveren van broedvogelgegevens). De westelijke
helft van Nederland was voor de Havik nog helemaal blanco, en in de zuidelijke helft werden vanwege het gevaar van vervolging de stippen nog gecentreerd. Maar er werd al wel gesproken van een sterke toename van de Havik na het verbod op de beruchte gifstoffen (maximaal 400 paar). Mijn eerste Havik zag ik in die tijd in Zuid-Limburg. Bijna niks aan gezien, maar wat een belevenis! Het bewonderenswaardige ’Randstad en Broedvogels’ uit 1981 lijkt wat soorten en aantallen betreft een geschrift uit een andere era. Zeker ook wat de roofvogels betreft; van Havik (’er moet niet worden uitgesloten dat de Havik in de nabije toekomst nog eens in West-Nederland zal broeden’) en ook van Sperwer (1 paartje in de periode 1973-1978 in de hele uitgestrekte ’Randstad’) en Buizerd (2-3 paartjes) zijn nog geen kaartjes. Sperwer en Buizerd zagen we in Katwijk genoeg op trek en in de wintermaanden. De Havik was nog steeds andere koek, maar nu het wat beter ging moesten de kansen toch toenemen. Dat deden ze ook. Volgens ’Vogels van Berkheide’ uit 1987 werd er al bijna
11
Havik, ♂ met prooi, Zeewinde, Katwijk, 22 maart 2011 (Gijsbert van der Bent)
ieder jaar een overtrekkende Havik gezien, maar ’Een toename van het aantal waarnemingen is nog niet vastgesteld, ondanks geruchten over een mogelijke vestiging van de Havik in de duinstreek’. Achteraf begrijp ik die tekst niet zo goed... In Noordwijk ging het ook nog niet hard, want het aantal waarnemingen ooit in de 20ste eeuw was volgens een nieuwe ’Vogels van Noordwijk en omstreken’ (1989) gestegen tot slechts 12. Maar toch. Wanneer ik nu precies mijn eerste Havik in Katwijk had is lastig op te zoek in mijn waarnemingenschriften. Maar op een gegeven moment was er geen houden meer aan. Landelijk gezien bleef de Havik zich sterk uitbreiden en het westen werd veroverd. In De Vogels van Katwijk uit 1996 wordt gemeld dat de Havik al in Meijendel broedt en dat waarnemingen in
12
Katwijk al uit alle maanden van het jaar komen. Het eerste broedpaartje van Berkheide werd in 1994 al vermoed, en sindsdien zijn er ’bij ons’ vrijwel elk jaar 1-2 territoria vastgesteld, en de laatste drie jaar minstens drie. Allemaal in Berkheide. In de Atlas van de Nederlandse Broed vogels uit 2001 werd de Nederlandse broedpopulatie in 1998-2000 geschat op 1.800-2.000 paar, en dat zullen er ondertussen nog wel meer zijn geworden. Een succesverhaal dus. Ook in de rest van Europa. Natuurlijk kan de Havikstand niet onbeperkt toenemen, en vanaf 2000 wordt er ook al afvlakking van de groei en zelfs her en der een teruggang gemeld, mogelijk samenhangend met de achteruitgang van de Houtduif, een belangrijke prooi voor de Havik. Een ontmoeting met een Havik is tegen-
woordig rond Katwijk heel gewoon, al blijft een waarneming van een Havik altijd iets bijzonders houden. Bij mij wel tenminste. Zeker als ze aan het baltsen zijn; met vlindervluchten en stootduiken. En een jagende Havik blijft ook altijd indrukwekkend. Daar denkt mijn buurvrouw van een paar huizen verder in de Zeewinde (Zanderij) misschien iets anders over. Begin dit jaar vertelde ze dat ze een van haar duiven gepakt had zien worden door ’een roofvogel’. Ongetwijfeld een Havik. Ze was inmiddels al drie duiven kwijt. Bij het uitlaten van de hond vond ik enkele weken later op de Zanderij een plukrest met een grote krans spierwitte veren. Dat moest wel van die sierduif (van dezelfde buurvrouw) zijn die jarenlang elke dag z’n rondje vloog over onze buurt. De dader moest ongetwijfeld ook gezocht worden in Havik-kringen. Op dinsdag 22 maart 2011 loop ik rond 17.00 uur thuis van mijn kantoortje boven de trap af om beneden een bakje koffie te halen, en zie ik bij het binnengaan van de woonkamer direct dat ik wordt aangekeken door een paar felle ogen. In de achtertuin, op twee meter van de ramen, zit doodleuk een Havik, op een geslagen prooi. Met bloed en wat veertjes aan de snavel en duidelijk van zin de maaltijd verder te vervolgen. Gezien het niet al te grote formaat en de mooie grijze kleur van de rug lijkt het me een adult mannetje. Ik draai me voorzichtig om en loop de trap weer op om boven m’n fototoestel te pakken. Als ik terugkom zit de Havik er nog. Van gepaste afstand maak ik door het glas heen wat foto’s en besluit de vogel verder met rust te laten. De rommel ruimen we later wel op... Vanaf m’n kamer boven zie ik dwarrelende veertjes omhoog komen, maar kan ik de vogel niet zien. Als ik heb besloten bene-
den toch wat meer foto’s te gaan schieten blijkt de Havik er ongezien vandoor te zijn gegaan, met medeneming van de prooi. Op de foto’s blijken de ogen niet zo fel geel als je altijd bij Sperwers ziet, maar meer met een rode tint er in. Ook blijkt de vogel geringd. Jeroen Nagtegaal zag mijn foto op waarneming.nl en vroeg het origineel, zodat misschien de ring nog kon worden afgelezen en kon worden nagegaan waar en wanneer de vogel is gering. Maar dat bleek te lastig. Er is te zien dat het een aluminium ’Arnhem-ring’ is van enkele jaren oud en de inscriptie lijkt te beginnen met 6.090 (verder onleesbaar). Met zo´n ring kan de vogel overigens ook pas vorig jaar geringd zijn. Ik dacht dat met enig deductie-werk nog wel iets te reconstrueren zou zijn. Zoveel Haviken worden er toch niet geringd? Maar helaas. Jeroen Nagtegaal schrijft: ”Waren het de laatste vier cijfers die zichtbaar waren, dan kon het zin hebben. Vaak wordt een serie van 100 ringen aan één persoon verkocht. Omdat eigenlijk alle ringers werken met soortgerichte projecten zul je er vaak met soort, geslacht en positie en alleen het laatste cijfer missend nog niet uitkomen. Nu is het vierde cijfer nog onzeker. Ook al was dit wel zeker, dan waren er nog 1.000 ringen mogelijk. Nu zijn het er zelfs 10.000 !” Ik snap het niet helemaal, maar wel dat we er niet uitkomen. Jammer dus. Gelukkig hebben we de foto’s nog. Ik heb de buurvrouw later weer eens aangesproken. Hoe is het met je duiven? Niet best dus. Ze heeft er geen een meer. Waarschijnlijk alle acht geslagen door, zeer waarschijnlijk, een/de Havik. En ja, ook de duif die ik met zijn beul op de foto heb gezet was van haar. Gijsbert van der Bent
13
Duitsland, Katwijk, België Een vage valk wordt een Giervalk Vrijdag 14 oktober 2011 was een zonnige dag, met een zachte oostenwind. Al met al een mooie dag om op de Puinhoop te staan. In de ochtend was er leuke trek, en uiteraard stortte die in na 11 uur. De meeste tellers op de post vertrekken dan ook. Aangezien het heerlijk weer was bleef ik zitten, met nog drie anderen (Fred Klootwijk, Rob Floor en Eric Oostwouder). Na kwart over 12 begonnen er leuke groepjes Buizerden over te trekken en Sperwers, en werd het nog een leuke zit. Tegen 13.00 uur hangt er ineens een stevige valk boven de puinhoop, die wordt afgemaakt als ’een fletse Slechtvalk’. Er worden enkele foto’s gemaakt. Ik laat het beest snel weer los om naar aankomende andere rovers te kijken (stom, stommer, stomst...). Fred volgt het beest nog wat langer, terwijl deze tegen de zon in verder zeilt en verdwijnt over Katwijk. Eric bekijkt de foto’s en vraagt zich af of het wel een Slechtvalk is; de vogel is zo flets en de baardstreep is niet echt opvallend. Nog steeds gaan er bij mij geen alarmbellen af, en ik hou het nog steeds op een fletse Slechtvalk. Ik heb ook geen ervaring met Giervalken. Fred laadt zijn foto’s op, René van Rossum bekijkt ze en vindt het geen Slechtvalk. De volgende morgen op de puinhoop vertelt René dat, en vanaf dat moment gaat het balletje rollen. Ik plaats de foto’s in eerste instantie op waar neming.nl. Dat heeft een discussie tot gevolg, waarin Sakervalk en Giervalk als serieuze kandidaten worden genoemd. Sakervalk vanwege de lichte kop en ogenschijnlijk donkere broek. Aangezien er niet echt een duidelijk antwoord komt, heb ik de foto’s ook op de website van de DBA gezet, waar een aan-
14
tal stellig Giervalk noemt. Maar helemaal zekerheid komt er niet. Op dat moment besloot ik om de bekende roofvogelspe cialist Dick Forsman te vragen om een kennersblik op de foto’s te werpen. Forsman reageert snel, en stelt dat de vogel een prima kandidaat is voor een juveniele Giervalk. Hoewel je altijd op moet passen met hybride vogels uit de valkerij die soms niet uit te sluiten zijn.
Giervalk, De Puinhoop, Coepelduynenen, 14 oktober 2011 (Jaap Engberts) Giervalk, De Puinhoop, Coepelduynenen, 14 oktober 2011 (Fred Klootwijk)
(Citaat: Hi Jaap, This looks like a good Gyrfalcon to me. The primaries and secondaries are diffusely marked, the undertail coverts are streaked, the wing looks broad and rounded and the colouration, including head- and underwingcoverts-pattern is perfect for a young Gyrfalcoon. However, since Gyr x Saker hybrids are popular among falconers, this has to be taken into account, at least in theory, and such a hybrid is not possible to exclude. Incidentally, there was a similar bird in Germany only two weeks ago. Maybe even the same? Regards, Dick) Later, op 23 oktober, wordt ook in België een juveniele Giervalk gezien. Deze blijft enige tijd hangen in België net over de grens bij Zeeuws-Vlaanderen, en wordt
15
it is a good juvenile Gyr, keeping this little reservation in mind.)
Giervalk, De Puinhoop, Coepelduynenen, 14 oktober 2011 (Fred Klootwijk)
ook af en toe op Nederlands grondgebied gezien. Het vermoeden bestaat dat het dezelfde is als die van ons. De vogel lijkt inderdaad heel sterk op de Giervalk die wij in Katwijk hebben gezien. Uit een reactie van Dick Forsman op de Belgische vogel blijkt dat de Fin grote overeenkomsten ziet tussen de vogel van België en die van Katwijk, en een vogel eerder in Duitsland. Ook hier maakt hij weer een klein voorbehoud; dat je hybriden uit de valkenierswereld soms niet kan onderscheiden van ’the real thing’. (Citaat: I agree. The bird looks very good for a Gyr. There was one in Holland recently and one before that in Germany, which both looked very similar to the Belgian bird. Would be interesting to compare images, as three sounds a lot this early in the season. Maybe the same bird involved? Although it looks perfect for a pure Gyr, some of the man-made hybrids between Saker and Gyr, which are popular among falconers, are not necessarily possible to tell from the real thing. Thus, I would say
16
De Giervalk is in Nederland bijzonder zeldzaam. De voorgaande twee eeuwen leverden slechts zes waarnemingen op, waarvan de laatste (een vogel van de witte vorm ’candicans’ op Schiermonnik oog in maart 1998) landelijke bekendheid kreeg en door massa’s vogelaars is getwitcht. Deze eeuw leverde tot nu toe twee zekere waarnemingen op. In november en december 2004 werd in Friesland op enkele dagen een juveniele vogel gezien. In november 2008 zat ook weer een soortgelijke vogel als die van Katwijk anderhalve week rond de Dollard, en deze vogel werd door heel veel vogelaars bezocht. De Belgen waren dit jaar helemaal in hun sas. Voor België namelijk was de Giervalk (waarschijnlijk dus dezelfde als die van Katwijk) die op 23 oktober 2011 werd ontdekt nabij de Maagd van Gent, een buurtschap in de Oost-Vlaamse gemeente Sint-Laureins, pas de tweede ooit en de eerste in meer dan 110 jaar!
In Memoriam Hans van den Berg Hans van den Berg is in de avond van 30 november op 59-jarige leeftijd overleden. Hij lag al enige maanden in een verzorgingstehuis te Rijswijk. Hans is van grote betekenis geweest voor een hele generatie Katwijkse vogelaars. Als docent Engels op het Pieter Groen college in Katwijk organiseerde hij voor leerlingen op de vrijdagmiddagen excursies naar Berkheide en het Valkenburgse meer, en wist hij velen van ons enthousiast te maken voor het vogelen. In die periode, begin jaren negentig, was Hans een fanatiek twitcher en hij nam ons dikwijls mee naar een zeldzame soort in den lande. Tijdens deze uitstapjes hadden we altijd veel lol. Ik heb nog goede herinneringen aan een lang weekend Lac du Der, waar we duizenden Kraanvogels zagen, aan de talloze winterse excursies naar Zeeland en uitstapjes naar de Wadden eilanden. Ook de nachtelijke ritten over de Veluwe, met zijn onafscheidelijke Skoda op zoek naar overstekend wild, zullen we nooit vergeten. Bij een bezoek aan hem in het verzorgingshuis, kort voor zijn dood, kwamen deze herinneringen nog ter sprake en hij leefde daarbij zichtbaar op. De laatste jaren van zijn leven zagen we hem niet zo veel meer ’in het veld’, maar zijn liefde voor vogels is hij nooit kwijtgeraakt. We zagen hem nog jaarlijks op de Dutch-Birding-vogeldag. Bedankt voor al de goede herinneringen Hans ! Casper Zuyderduyn
Opvallend is dat de eerste Giervalk voor Nederland helemaal niet ver van de Puin hoop werd ’verzameld’. Op 16 oktober (let op de datum !) 1849 werd een vogel van de donkere vorm in Noordwijk geschoten; een eerste voor Nederland (waar Noord wijk er wel een stuk of zeven van heeft). De balg bevindt zich in Naturalis te Leiden. Half oktober een dagje doorzetten op de Puinhoop is misschien een goeie strategie... Bij deze beloof ik dat ik de volgende keer altijd blijf doorkijken en bij twijfel direct mensen zal waarschuwen. Jaap Engberts (met aanvullingen van Gijsbert van der Bent)
Op vogeltocht op de Brouwersdam in 1992 V.l.n.r.: Gijsbert van der Bent, Marc Guyt, Bas van den Burg, Marcel van Weeghel, Arjan van Egmond, René van Rossum en Hans van den Berg (Arjan den Hollander)
Kolonie op ’t Prins Hendrikkanaal Kleine Mantelmeeuwen doen het lekker Een beetje verbaasd was ik toen ik op 23 juni 2011 werd gebeld door mijn oudste broer, Maarten van der Bent, die mij wees op een ’grote’ kolonie van Kleine Mantelmeeuwen op een plat dak van een laag gebouw aan het Prins Hendrikkanaal. Je kon er vanaf de Meerburgkade zo opkijken. Toch maar even gaan kijken. En inderdaad, op een plat dak van een bedijfsgebouw van de gemeente aan de ’zuidoever’ van het kanaal stonden tientallen adulte Kleine Mantelmeeuwen. Maar dat niet alleen; op het dak liepen ook zeker 75 grote pullen rond; ’makkelijk’ te tellen vanaf de hoge Meerburgkade aan de ’noordoever’. De meeste jongen waren al bijna net zo groot als de oude
vogels, maar nog niet vliegvlug. Op een bedrijfspand aan de kant van de Meerburgkade zat een solitaire Kleine Mantelmeeuw nog vast op een nest. Her en der vlogen alarmerende Zilvermeeuwen rond, en twee paar Zilvermeeuwen hadden grote jongen op hetzelfde gebouw waar de eenzame Kleine Mantelmeeuw zat te broeden. Bij elkaar waren de drukke
Kleine Mantelmeeuwen op het dak van een bedrijfsgebouw aan het Prins Hendrikkanaal, Katwijk aan Zee, 23 juni 2011 (Gijsbert van der Bent)
Tegen de gewoonte van Kleine Mantelmeeuw in om dicht op een kluitje te broeden, en ook een beetje laat. Prins Hendrikkanaal, Katwijk aan Zee, 23 juni 2011 (Gijsbert van der Bent)
Zilvermeeuwen duidelijk in de minderheid, en ook hier in grote lijnen het bekende beeld: Kleine Mantelmeeuwen dicht op elkaar en Zilvermeeuwen verspreid daaromheen. De aantallen in deze kolonie Kleine Mantelmeeuwen zijn op zich niet zo bijzonder. In ’t Heen bevindt zich al jarenlang een grote kolonie Kleine Mantel meeuwen op een bedrijfsgebouw (259 paar, volgens Peter Spierenburg). Maar het is meer de locatie midden in Katwijk aan Zee die deze kolonie aan het kanaal zo bijzonder maakt. Deze kolonie was me nooit opgevallen, maar volgens Meerburg kade-bewoner Arjan den Hollander zitten hier al langer Kleine Mantelmeeuwen. Het betreffende gebouw staat wel op de nominatie om gesloopt te worden (zoals alle oudere panden hier), dus zo lang zal
18
deze kolonie hier niet meer zijn. Ook stelt Peter een steeds minder coulante houding van ondernemers ten opzichte van meeuwen op hun dak vast. Dus hoe lang zal de grote kolonie in ’t Heen het nog uithouden...? Naast ’t Heen en deze kolonie op het kanaal zijn er in Katwijk nog (veel) kleinere kolonies van Kleine Mantels op Salem en op enkele flats in de Hoornes. Op de hoek Jan van Brakelstraat /Witte de Withstraat heeft een Kleine Mantelmeeuw dit jaar opnieuw een nest gemaakt op een kleine schoorsteen en één jong (bijna?) grootgebracht. Toevallig ligt dat nest op het huis van dezelfde broer Maarten. Bij mij in de Zanderij was dit jaar een paartje Kleine Mantelmeeuw zo fanatiek aan het alarmeren dat ze wel gebroed moeten hebben;
19
Klapekster, Noordzee, 29 oktober 2011 Uit het dagboek van schipper Klaas Jelle Koffeman van de Urker kotter FD 281 (onder Engelse vlag): ”Zaterdag 20 oktober 2011. Mooi weer en het gaat lekker. Met de dag passeren we een sleepboot met aanhanger vol onderdelen voor windmolens...ik bedoel vogelgehaktmolens. Eén vogel is slimmer en vaart met ons mee. Moet eigenlijk naar het zuiden, maar durft het niet vliegend af te leggen. Even een foto op Twitter leert dat het om een Klapekster gaat. Vogelaar Gijs van der Bent (Visserijnieuws) meldt dat die zeldzaam zijn. Onze positie is 55-41 noord om 006-31 oost. Zeldzaam natuurlijk, zie maar eens over de Noordzee heen te vliegen zonder vermorzeld te worden.” De kotter bevond zich op dat moment zo’n 90 kilometer uit de kust van Denemarken, ter hoogte van Esbjerg. Hoe het de vogel verder is vergaan meldt schipper Koffeman niet. Ongetwijfeld komt de Klapekster van Scandinavië en was de vogel op weg naar het zuiden, en misschien wel naar onze streken. Het is duidelijk dat Klapeksters de zee niet mijden. Uit het dagboek wordt ook duidelijk dat de vissers het niet zo hebben op windmolens op zee... Van Zilvermeeuw zitten solitaire paartjes verspreid door het hele havengebied op lage en hoge gebouwen, wat tellen lastig maakt. Ondanks dat ze in de minderheid zijn zijn ze waakser en luidruchtiger dan de Kleine Mantelmeeuwen. Prins Hendrikkanaal, Katwijk aan Zee, 23 juni 2011 (Gijsbert van der Bent)
ergens op een dakkapel. Jongen heb ik niet vast kunnen stellen. Wel patrouilleerde het paar opvallend vaak boven de Zandsloot, en ik wijt het opvallend en zeer snel verdwijnen van Meerkoet-pullen en een toom Kuifeend-pullen aan deze Kleine Mantels. Uit Van Dijk J. 2011 blijkt dat de Kleine Mantelmeeuw in Noordwijk als broedvogel veel zeldzamer is (voor het eerst een broedgeval in 2006, in het Vinkeveld). Pas op 19 juli heb ik weer iets genoteerd. Er waren er op het Prins Hendrikkanaal nog slechts enkele pullen niet helemaal vliegvlug. Boven en rond het kanaal vlogen wel jonge meeuwen, maar de meeste leken al vertrokken naar elders. Peter
20
Spierenburg en ik willen volgend jaar de aantallen en het verloop goed in de gaten gaan houden, want zulke grote kolonies Kleine Mantelmeeuw op daken zijn toch best bijzonder en een artikeltje in bijvoorbeeld het blad Sula waard. Gijsbert van der Bent Literatuur: Van Dijk J., P.J. Spierenburg & H.J. Van Stijn 2011. Tussen Tulpen en de zee. Vogels van de Duin- en Bol len streek. Verening voor Natuur- en Vogelbescher ming Noordwijk. Noordwijk
21
Help, het duin groeit dicht ! Haken en zagen in het moeras Op de najaarsvergadering van de Vogelwerkgroep Berkheide in oktober werd door Joop de Leeuw voorgesteld om als vrijwilliger nóg meer te gaan betekenen voor Berkheide. Door bezuinigingen is er bij Staatsbosbeheer en Dunea minder geld voor beheer. Maar de vogelwerk kan toch niet werkeloos toekijken hoe vogelrijke gebieden verlanden, dichtgroeien, verstruiken en verbossen? Prompt is de ’Hak- en Zaagbrigade Berk heide’ opgericht. Het doel van deze brigade: Dunea en SBB ondersteunen op het gebied van uitvoerend beheer. Na overleg met Dunea is vastgesteld dat het voor ons als vrijwilligers mogelijk is om beheer uit te voeren in Berkheide, zover de verzekeringen dit toelaten. Voor het gereedschap (handzagen en kniptangen) zal gezorgd worden, en ook wordt er een keet geplaatst waarin de ’werkers’ kunnen koffie drinken, lunchen en bijpraten. Zaterdag 19 november is er voor het eerst een hak- en zaagochtend georganiseerd. In Kavel 4 (waar Joop de Leeuw inventariseert samen met Co Hoogenboom) be vindt zich een uitgestrekt moerasgebied, wat een uitstekend gebied is voor moerasvogels als waterral, rietzanger en roerdomp. Het gebied is aantrekkelijk door de afwisseling van overjarig en jong riet. Het probleem is echter dat er te midden van de rietvelden grote opslag van wilg is; het soortenrijke rietveld wordt bedreigd door dichtgroei van houtige gewassen. Om 9 uur werd verzameld bij de parkeerplaats bij hotel Duinoord. Op deze onverwacht mooie herfstochtend bestond de brigade uit zeven personen: Ben ter Haar, Gert-Jan de Jong, Joop de Leeuw, Piet Zuyderduin, Gijsbert van der Bent, Huig Ouwehand en Maarten Langbroek. Op de
22
heenweg was men nog fit genoeg om naar vogels te kijken (Goudvink, Water snippen, Kuifmees ter plaatse en een Wulp en vele Grauwe- en Kolganzen naar zuid). Na deze gezellige wandeling werd er begonnen met het voornamelijk uitzagen van de wilgen. Vooral het beheertype ’dunnen’ werd uitgevoerd. Het is dus niet zo dat ’alles’ verwijderd moet worden. Uiter aard blijven soorten als Meidoorn gewoon staan. Om 11 uur werd er een bakje koffie gedronken in de keet en flink gegeten om weer op krachten t komen. Tijdens deze pauze werd ook besloten dat we dit vaker gaan doen, en op meerdere plekken in het duingebied. Er werd geopperd om na deze klus bijvoorbeeld iets te gaan doen aan de verruigde noordrand van het Grote Meer, of om te dunnen in het Mey vogeledel bij de muur. En dit alles ten behoud van de biodiversiteit in ons Berkheide in deze voor de natuur (en natuurliefhebbers) moeilijke tijd ! Hoofd Hak- en Zaagbrigade Joop de Leeuw heeft het volgende laten weten: ”Ieder zaterdag wordt er in principe gezaagd. Met uitzondering van de feestdagen (of kort ervoor) en de zaterdagen in telweekenden, én de zaterdagen waarop neerslag voorspeld wordt. Ik stuur de donderdag ervoor een mail als het niet doorgaat. Je hoeft je niet bij mij op te
De (bijna) voltallige groep bij wat gevelde wilgjes tijdens de eerste hak- en zaagsessie van de Hak- en Zaagbrigade, 19 november 2011. (Foto: Gijsbert van der Bent)
geven. We spreken gewoon ’bij de keet’ vanaf 9.00 uur af. Ik merk dan wel hoeveel mensen er komen. Als men meer mensen weet te mobeliseren is dat prima. Maar geef in dat geval wel even de namen door in verband met de verzekering (
[email protected]). Voorlopig hebben we onze handen vol aan het moeras in kavel 4. Werkhandschoenen liggen er, evenals gereedschap. Neem wel laarzen mee, en warme, oude kleding.
De data zijn: - 07 jan. - 21 jan. - 28 jan. - 11 feb. - 25 feb. - 03 mrt. - 10 mrt. (uitgezonderd de regendagen dus) Maarten Langbroek
Gijsbert van der Bent en Gert-Jan de Jong na het vellen van een vrij grote wilg. (Foto: Maarten Langbroek)
23
Bijna een Avifauna van Katwijk... ’Vogels in een veranderend duin’ en ’Vogels van de Duin- en Bollenstreek’ Ik dacht dat ’de gouden eeuw van het vogelboek’ al lang achter ons lag. Het afgelopen half jaar echter zijn er maar liefst twee grote, dikke, hardgekafte, glossy en rijk geïllustreerde boeken verschenen over vogels uit onze directe omgeving. ’Vogels in een veranderend duin’ van Joost van Reisen, over de broedvogelmonitoring in Berkheide van 1984 tot 2010’, werd afgelopen juni officieel gepresenteerd op het pompstation van Dunea bij Scheveningen. ’Tussen tulpen en de zee’ van Jelle van Dijk, Peter Spierenburg en Hans van Stijn, over alle vogels die ooit in de ’duin- en bollenstreek’ (Noordwijk en wijde omgeving) zijn waargenomen, werd op 18 november gepresenteerd in het Jan Verwey Natuurcentrum te Noordwijk. Beide boeken zijn een absolute must voor met name ook de vogelaars van Katwijk.
Reisen, Joost van; Vogels in een veranderend duin: Broedvogelmonitoring in Berkheide van 1984 tot 2010 ISBN 97890-75502-08-4 Prijs € 24,95
24
’It’s a dirty job, but someone’s got to do it’. Al vanaf 1975 wordt Berkheide jaarlijks geïnventariseerd op broedvogels. In de beginjaren alleen een gedeelte, maar gaandeweg werd dat bijna het hele gebied tussen Katwijk, de Wassenaarse Slag en de N 441. Over de periode 19761985 verscheen eerder een boekje (Gerrit van Ommering & Theo Verstrael 1987. Vogels van Berkheide). Vanaf 1986 verschijnen er trouw jaarverslagen. Joost van Reisen heeft de Herculesarbeid op zich genomen al de gegevens uit deze verslagen te verzamelen en de ontwikkelingen in de broedvogelaantallen door de afgelopen 25 jaar heen te beschrijven en te analyseren. Het gaat Joost om het blootleggen van trends in de aantallen broedvogels in een bijzonder waardevol duinlandschap, dat aan grote veranderingen onderhevig is (geweest). ’Vogels in een veranderd duin’ is dan ook een passende en mooie titel voor het boek. Lentevreugd doet nog even niet mee. Het boek begint met een korte schets van het 850 hectare grote Berkheide, waarin
de vier factoren aan de orde komen die de afgelopen 50 jaar van groot belang zijn geweest voor de broedvogelbevolking: waterwinning, vergrassing/verstruiking, recreatie en konijnen/vossen. Hier ook aandacht voor de Werkgroep Berk heide, de leverancier van de basisgegevens. Drie van de vier oprichters (in 1975) zijn nauw betrokken bij het boek: auteur Joost, maar ook Gerrit van Ommering (landschapsfoto’s) en Albert Salman (uitgever, financiën). Uiteraard wordt de onderzoeksmethode (BMP SOVON) uit de doeken gedaan, waarbij altijd onderscheid is/wordt gemaakt tussen territoriumhoudende soorten en de eenden. Voor de liefhebbers wordt uitgelegd hoe het trendgetal wordt bepaald. Kun je gewoon overslaan, maar bedenk wel dat het trendgetal een bijzonder grote rol speelt in het boek. De basis voor het boek zijn de tabellen met de aantallen van de jaren 1984-2009. Deze tabellen worden ook in het boek weergegeven, waardoor al die oude jaarverslagen gevoeglijk bij het oud papier kunnen. Dat ruimt op! Gemiddeld werden in die periode jaarlijks 3.800 territoria vastgesteld en 229 eendenparen. In totaal ging het om 112 broedvogelsoorten (gemiddeld jaarlijks 82). Aan het feit dat het aandeel van de ’top tien’ van algemeenste soorten aan het totale aantal territoria steeds groter wordt, is al te zien dat de broedvogelbevolking ’eentoniger’ aan het worden is. Na de resultaten bij de gehele broedvogelbevolking en de resultaten bij de soortgroepen (met fraaie landschapsfoto’s!) volgen die van de individuele soorten. Voor elke soort wordt een schat aan informatie gepresenteerd: status, biotoop, ontwikkeling en trends, voor de meeste soorten een tabel met de indexen voor Berkheide, de vastelandsduinen en Nederland als geheel en ook nog een duidelijke stippenkaart (van 2007). Deze grote informatiedichtheid gaat gelukkig
gepaard met een frisse, overzichtelijke en leesbare presentatie, met complimenten aan René van Rossum voor de opmaak. Elke soortbeschrijving is voorzien van een foto. Hoewel ik in een boek uitsluitend over broedvogels liever wat minder ’portretten’ en wat meer ’nestfoto’s’ en biotopen had gezien, hebben de foto’s een groot aandeel in de aantrekkelijkheid van het boek. Uit de samenvatting en conclusies blijkt dat bosvogels toenemen en het in Berkheide beter doen dan de landelijke trend. Watervogels en vogels van het mozaïeklandschap daarentegen gaan in Berkheide sterker achteruit dan landelijk. In Berkheide zijn gedurende de onderzoeksperiode 31 soorten vastgesteld die op de Rode Lijst staan. Het belang dat Berkheide momenteel heeft voor die soorten had wat mij betreft meer genuanceerd kunnen worden. Kuifleeuwerik, Paapje, Tapuit, Boomvalk, Patrijs, Slob eend, Visdief, Wintertaling, Zomertaling, Zomertortel en Veldleeuwerik zijn geen broedvogel meer. Watersnip, Nachtzwa luw, Porseleinhoen, Grutto en Tureluur staan alleen op de lijst door artefacten van de inventarisatiemethode, want broed(d)en hier echt niet. Boerenzwaluw, Huiszwaluw, Huismus, Ringmus en Spot vogel spelen geen enkele of een toevallige rol in een duingebied als Berkheide. Zodat wat mij betreft alleen Roerdomp (die de laatste jaren echt voet aan de grond heeft gekregen), Groene Specht, Koekoek, Nachtegaal, Wielewaal (af en toe), Graspieper, Grauwe Vliegenvanger en Kneu en misschien nog Ransuil overblijven. Onder de nieuwe soorten in de onderzoeksperiode en de sterke stijgers zijn verder geen Rode Lijst-soorten, zodat we voor dit aspect zonder meer kunnen spreken van een verarming van de broedvogelbevolking. In deel II wordt dieper ingegaan op een aantal onderwerpen, zoals de relatie vegetatie en broedvogelbevolking, de
25
waterkwaliteit, regeneratie en het aantal moerasvogels, ecologie bij de Tapuit, trends in aankomst zomergasten, geologie, verstuivingen, begrazing en evaluatie van het terreinbeheer. Interessante en niet altijd vrolijk stemmende kost. ’Vogels in een veranderd duin’ is zonder meer een prachtig boek, dat bovendien een bijzonder nuttige samenvatting en analyse geeft van de periode 1984-2010 en vergelijkt met de onderzoeksperiode daarvoor. Omdat Berkheide het grootste deel van het waarnemingengebied van Katwijk omvat en het belangrijkste broed vogelgebied, is het ook een Kat wijkse avifauna. ’Vogels in een veranderend duin’ is ook bijzonder actueel, want het behandelt een onderzoeksperiode tot en met 2009. Uit het boek van Joost zouden we kunnen concluderen dat Berkheide afstevent op het schrikbeeld van een smalle zeereep en open duin vrijwel zonder broedvogels dat direct aan een Panbos-achtig gebied grenst waar alleen algemene soorten broeden. Zorgvuldig en doordacht beheer moet ongewenste processen als verbossing en verstruiking tegengaan. Momen teel zijn weer natte duinvalleien en stuivend zand zichtbaar, belangrijke doelen van het huidige beheer. Maar op die plaatsen tref je geen of nauwelijks broedvogels aan, zeker niet als recreanten daar vrij toegang hebben. En bij veel soorten zijn de processen achter de achteruitgang zo complex (Tapuit, Zomertortel, Veld leeuwerik) dat beheer in Berkheide alleen waarschijnlijk geen soelaas zal bieden. De toekomst zal het leren. Hoe het de laatste 35 jaar allemaal zo gekomen is lezen we in dit prachtige boek. ’Vogels in een veranderend duin’ is een uitgave van Vereniging Kust & Zee, in samenwerking met Stichting BerkheideCoepelduynen. Deze uitgave kon tot stand komen dankzij financiële bijdragen van het Prins Bernard Cultuurfonds Zuid-
26
Holland, Staatsbosbeheer en Dunea. Het boek is te koop via de Vereniging Kust & Zee, in het bezoekerscentrum van Dunea en bij diverse boekhandels in de regio (kijk voor verkoopadressen op www.kustenzee.nl). Bij aankoop van het boek ontvangt men een gratis jaarlidmaatschap van Vereniging Kust & Zee.
Van Dijk J., P.J. Spierenburg & H.J. Van Stijn 2011. Tussen tulpen en de zee. Vogels van de Duin- en Bollenstreek. Vereniging voor Natuur- en Vogelbescher ming Noordwijk. ISBN 978-90-805308-0-5 En nog een dik (368 pagina’s !) en glossy boek, met de mooie titel ’Tussen tulpen en de zee’. Weer komt de Vereniging voor Natuur- en Vogelbescherming Noordwijk met een boek dat respect afdwingt. De auteurs Jelle van Dijk, Peter Spierenburg en Hans van Stijn behandelen in het boek alle vogelsoorten (333 om precies te zijn) die ooit zijn gezien in het uitgestrekte gebied tussen de Katwijkse Uitwatering
en de provinciegrens, met de Leidse Trekvaart als oostelijke begrenzing. Katwijk speelt geen onbelangrijke rol in het boek, omdat een groot stuk van de gemeente Katwijk tot het behandelde gebied behoort én omdat (onder andere) een lange reeks waarnemingen van de Puinhoop, de belangrijkste landtrektelpost van het gebied, zijn meegenomen. Het boek is heel veel meer dan een opsomming en beschrijving van de 333 vastgestelde vogelsoorten. De Noord wijkse vogelaars door de eeuwen heen komen aan bod. Meer dan Katwijk werd het Noordwijkse gefrequenteerd door jagers/verzamelaars, en in Noordwijk waren ze veel eerder met vogeltrekwaarnemingen. Interessant is ook het hoofdstuk ’Vogels volgen’, over de ’bronnen’ waarover de auteurs konden beschikken (waarnemingenarchief, broedvogelinventarisaties, tellingen). Belangrijk voor het boek waren de uitputtende broedvogelinventarisaties van het hele gebied in de perioden 1984-1988 en 2003-2007. De auteurs hebben ernaar gestreefd de synthese van al deze gegevens in een landelijk perspectief te plaatsen. De belangrijkste biotopen (van de Noord zee tot en met de dorpen) hebben een apart hoofdstuk, elk voorafgegaan door een ’vogelkalender’. Door de veelheid aan informatie die hierin ’gepropt’ is lukt het maar net om de doorgaande tekst te volgen, maar het is allemaal interessant en actueel en aantrekkelijke gepresenteerd (ook hier weer de hand van René van Rossum). Bij elke biotoop komen we ook een karakteristieke vogelaar tegen. En dan de backbone van het boek: de soortbeschrijvingen, van Knobbelzwaan tot en met de Grauwe Gors, volgens een vast stramien, (bijna) allemaal voorzien van een foto, regelmatig een tabel en bij de broedvogels stippenkaarten van de twee inventarisatieperioden. Net als bij het boek van Joost van Reisen hebben de zorgvuldig geselecteerde foto’s een
belangrijk aandeel in de aantrekkingskracht van het boek. Met complimenten voor de drukkwaliteit! Het is de auteur(s) gelukt de soortteksten prettig leesbaar te houden. Ga er maar aan staan met zoveel informatie die verwerkt moet worden. In de soortteksten is veel nationale en internationale literatuur verwerkt, waarnaar aan het eind van ieder lemma duidelijk verwezen wordt. In het Noordwijkse spelen dezelfde problemen als in Berkheide, zij het dat een aantal soorten het tussen de tulpen en de zee wat langer uithoudt (Zomertortel). Voor een aantal soorten (Patrijs bijvoorbeeld) wordt opgemerkt dat de populatie na 2007 verder achteruit holt. En hoe staat het inmiddels (2011) met de Grutto? Mogelijk al weer (veel) slechter dan uit het boek blijkt. Door het gekozen gebied (inclusief Katwijk-Noord, mét Puinhoop) is er veel overlap met Katwijk. In het behandelde waarnemingengebied zijn echter nog aardig wat soorten gezien die (nog) niet op de Katwijkse lijst staan: Korhoen (maar verdacht), Kuhls en Grote Pijlstormvogel (vondsten, beiden eerste voor Neder land), Bastaardarend (drie keer!), Giervalk (eerste voor Nederland), Grote Trap, Kortbekzeekoet (eerste twee voor Neder land), Steppehoen, Dwergooruil, Sibe ri sche Boompieper, Siberische Lijster, Wit bandkruisbek en Cetti’s Zanger. We moeten als Katwijkers nog flink aan de bak ! ’Tussen tulpen en de zee’ kost in de boekwinkel 25 euro. Dat is geen geld voor zo’n bijzonder boek. Wie lid is van de Vereniging voor Natuur- en Vogel be scher ming Noordwijk betaalt slechts 15 euro ! Kijk op wwww.strandloper.nl voor meer informatie. Gijsbert van der Bent
27
Veldwaarnemingen juni-november 2011 Samengesteld door Ben Wielstra Hier volgt het waarnemingenoverzicht van de periode juni tot en met november 2011. De interessantste vogelwaarnemingen zijn van de aan onze website http://birdclubkatwijk.nl gekoppelde databases van http://waarneming.nl en http://trektellen.nl gehaald. Op genoemde websites is het totaaloverzicht van de waarnemingen over deze periode terug te vinden. Alle waarnemers worden bedankt voor de moeite die zij namen voor het invullen en doorgeven ! W aarnemers
NA PB GB RB MB JB RB BB HD JD BD MD FD AE KE JE RF RG JH JHo EH RH GJ
Noël Aarts Pieter Baalbergen Gijsbert van der Bent Rob Berkelder Marcel Christiaan Bonder Juun de Boer Ronald Bontrop Bas van der Burg Han Derks Jaap Dijkhuizen Bart Dijkstra Menno van Duijn Frank van Duivenvoorde Arjan van Egmond Kees Eigenhuis Jaap Engberts Rob Floor Reinder Genuït Joël Haasnoot Joost den Houdijker Ed van Hecke Rob Hoeben Gertjan de Jong
PJ Pim Julsing FK Fred Klootwijk KL Kees Langbroek MaL Marien Langbroek WL Wim Langbroek BL Bertus de Lange JL Jaap van der Linden PL Peter Lindenburg TL Teus Luijendijk JM Jaap van der Marel AnM Annelies Marijnis AM Arnold Meijer HM Huub Middelkoop RN Richard Notenboom RO Rob Olivier AP André van der Plas APo Arjan Portengen LP Luuk Punt ER Erwin Reinstra WR Wim Remmelzwaal WRe Willem Renema LR Lydia Reukema FR Flor Rhebergen
AR JiR RR LR BS ES PS JS AS DS RS CS WT GT HT BV JV VW MW BZ CZ
August van Rijn Jillis Roos René van Rossum Leo van Ruiten Bram Schoonenberg Ed Schouten Peter Spierenburg Jerker Spits Ab Steenvoorden Dirk van Stralen Rijn Strijker Cees Struijk Wouter Teunissen Gijsbert Twigt Huig Twigt Bart Vastenhouw Jaco Vooijs Vele Waarnemers Max van Waasdijk Bert Zaalberg Casper Zuyderduyn
Waarnemers bij trektelpost Savoy, Katwijk, 13 augustus 2011 (René van Rossum)
Waterrietzanger, Lentevreugd, Wassenaar, 7 augustus 2011 (René van Rossum)
Juni Op de 4e vloog er een late Blauwe Kiekendief rond te Berkheide (BW). Op de 5e werd er een Kwartel opgestoten op Lentevreugd (BS). Op de 15e werd er een vogel op Vliegveld Valkenburg gemeld (MB) en op de 22e zat er eentje te zingen op Lentevreugd (BB). Heeft dit allemaal betrekking op dezelfde vogel? Over Rijksdorp vlogen de 7e twee Appelvinken (PS). Twee waarschijnlijke jagers vlogen de 9e over de Wilbert (CZ). Ronduit spectaculair was de waarneming van een Zwarte Specht op de 14e, midden in het dorp, roffelend op de begraaf plaats (KL,JV). Helaas ontbrak na deze waar neming elk spoor van deze vogel. Echter, eind juli kwam er een waarneming uit Oud-Leeuwen horst. Zouden ze terug komen in onze regio? Er werden deze maand maar liefst drie roepende Roerdompen in Berkheide gemeld (VW). Twee Wielewalen vlogen de 24e over Lentevreugd, Rijksdorp in (JE). Op de 26e zat er een Kleine Bonte Specht langs de Wassenaarse Slag (FR,
JiR). Op de 29e werd er één gemeld uit Berkheide (NA). Ook dit jaar hing er weer een Kerkuil rond in ons werkgebied (VW). De enorme Oeverzwaluw-kolonie aan het Valken burgse Meer (ruim 200 nestgaten!) werd geplaagd door illegale betreders (kinderen mét ouders) van het terrein, ondanks de afzetting met linten. Wel zonder verstoring konden Kleine Mantel meeuwen broeden op een plat dak aan het Prins Hendrikkanaal. Op de 23e liepen daar zeker 75 grote pullen.
Juli Er werd deze zomer een handjevol Zomer talingen gemeld in ons gebied (VW). Op de 8e vlogen er opvallend veel vogels langs Savoy (NA): bijna 2900 Kleine Mantelmeeuwen en ruim 1300 noordse dieven kwamen langs. Op de 10e werd dit nog eens over gedaan (NA, RR,BS): bijna 900 Kokmeeuwen, ruim 600 Kleine Mantelmeeuwen en ruim 1100 noordse
29
Ortolaan, Berkheide, Katwijk, 21 augustus 2011 (Ed Schouten)
Roze Pelikaan, Zanderij, Katwijk, 15 augustus 2011 (Ed Schouten)
dieven werden genoteerd. Een vroeg Paapje zat de 19e op Lentevreugd (RB). De eerste juveniele Zwartkopmeeuw zat de 22e reeds in de binnen watering (LP). Er zouden er nog vele volgen deze periode. Al op de 23e werd er een juveniele Drieteenmeeuw gemeld te Savoy (RG). Een apart getimede Slechtvalk vloog de 23e over de Coepelduynen (PS). Er waren deze zomer regel matig Bruine Kiekendieven te vinden in de omgeving van Lentevreugd (VW). Lentevreugd bleek ook dit jaar weer in trek bij Waterriet zangers. Er werden er drie gemeld deze maand: één op de 25e (ES), één op de 28e (ES) en één op de 31e (BB). Eind van de maand kwam er een hele rits Zwarte Ooievaars over. De 25e vloog er één over Berkheide (EH). Op de 27e vlogen er twee over het dorp (WR). Maar liefst zeven stuks stegen de 28e op van het golfterrein (EH). Later werden ze in Den Haag opgepikt. Twee Zwarte Ruiters zaten de 28e op Lentevreugd (PL). Spectaculair was de waarneming van een adulte Ross’ Meeuw de 30e tijdens een strand
wandeling en zonder verrekijker (EH). De hierop volgende dag kon de vogel opgepikt worden bij telpost Noordwijk en de Langevelderslag.
30
Vorkstaartmeeuw adult, op strand nabij trektelpost Savoy, Katwijk aan Zee, 1 september 2011 (René van Rossum)
Augustus De Zwarte Ooievaars waren nog niet op. Op de 2e vloog er één over de Wassenaarse Slag (CSt). Op de 3e werd er weer een Kleine Bonte Specht waargenomen in Berkheide (CZ). Een aparte waarneming was die van een Witbandkruisbek op de 3e in de Willem van den Berghstichting (JD). Een kei zeldzame soort. Echter van de vogel werden alleen maar flitsen gezien, en het was aan de hand van een geluidsopname dat de identificatie rondgemaakt kon worden. Maar toch: een nieuwe soort voor ons gebied. Zoals elke zomer hingen er Wespendieven in de omgeving van Lentevreugd (VW). Zouden de vier stuks op de 4e (RR) ouders plus in onze omgeving uitgebroede kuikens zijn geweest? Op
31
Wespendieven, Lentevreugd, Wassenaar, 4 augustus 2011 (René van Rossum) de 4e zat er een clubje Baardmannetjes op Lentevreugd (RR) en een vrouwtje/onvolwassen Zomertaling (GB). Het ging gewoon door met de Waterrietzangers op Lentevreugd. Vanaf de 5e tot en met de 10e werd de soort dagelijks gemeld (VW). Het is moeilijk om een precies aantal te geven. Er zijn er in ieder geval drie tegelijk waargenomen (en er zullen er ongetwij feld nog meer ongezien zijn gebleven). Op Lentevreugd werden op de 6e een Kleine Zilverreiger (AP) en een juveniele Zwarte Ruiter (GB) waargenomen, terwijl een adult mannetje Wespendief met een stuk honingraat van Panbos naar Rijksdorp vloog (GB). De
eerste twee Kleine Jagers van het seizoen vlogen de 9e langs Savoy (VW). Op de 11e passeerde een adulte Vorkstaartmeeuw Savoy (VW). De 12e ging het hier helemaal los (VW). Alweer kwam er hier een Ross’ Meeuw voorbij (en alweer was het NA die ‘m ontdekte) ! Dit meeuwtje was niet de enige krent. Ook kwamen er twee Reuzensterns en een Lachstern voor bij. Beide eveneens zeldzaamheden in ons gebied. De 13e zaten er al weer 320 Kieviten bij de noord-ingang van Vliegveld Valkenburg (GB), en even verderop 100 Grauwe Ganzen. Nadat er het weekend voor niks was gepost te Savoy (voor de twee Kleine Strandlopers op de
Zwartkopmeeuw juv, trektelpost Savoy, Katwijk aan Zee, 6 september 2011 (René van Rossum)
Kleine Jager, juv, trektelpost Savoy, Katwijk aan Zee, 12 oktober 2011 (René van Rossum)
Kokmeeuw en Zwartkopmeeuw subadult, strand Katwijk aan Zee, 11 september 2011 (René van Rossum)
Dwergstern, onv, met Visdieven, strand Katwijk aan Zee, 17 augustus 2011 (René van Rossum)
32
33
Rotganzen en Bergeenden, trektelpost Savoy, Katwijk aan Zee, 7 oktober 2011 (René van Rossum)
Noordse Pijlstormvogel, trektelpost Savoy, Katwijk aan Zee, 7 september 2011 (René van Rossum)
Kleine Jager duikt op Kokmeeuw, trektelpost Savoy, Katwijk aan Zee, 8 oktober 2011 (René van Rossum)
Middelste Jager adult, trektelpost Savoy, Katwijk aan Zee, 6 oktober 2011 (René van Rossum)
34
36
Slechtvalk, trektelpost Savoy, Katwijk aan Zee, 13 september 2011 (René van Rossum)
Ruigpootbuizerd, De Puinhoop, 15 oktober 2011 (René van Rossum)
Sperwer, De Puinhoop, 16 oktober 2011 (René van Rossum)
Blauwe Kiekendief, De Puinhoop, 27 oktober 2011 (René van Rossum)
37
Kauw belaagt een Velduil, Coepelduynen, Katwijk aan Zee, 14 oktober 2011 (René van Rossum)
Velduil Zouden de Lemmingen ook verantwoordelijk zijn geweest voor het hoge aantal Velduilen deze periode ? Hoe dan ook, er werden zoveel uilen gemeld dat weergave in een tabel noodzakelijk is.
13e doen we het niet, VW) kwam de Ross’ Meeuw de 15e weer langs gejakkerd (VW). De vierde waarneming dit jaar ! Het zal vast dezelfde vogel betreffen als die van vorige maand. Maar zou het ook dezelfde zijn als die van mei? De Kleine Jager deed het met acht stuks heel niet slecht voor de tijd van het jaar (VW). De 15e zweefde er ook plots een Roze Pelikaan boven Katwijk (MaL,ES,GT). Over de herkomst van dat soort beesten moet je nooit te moeilijk doen. Nou goed, er was er dan wel net eentje uit Artis ontsnapt die een uitstapje Zuid-Holland deed… Op de 16e vloog een clubje van vijf Geoorde Futen langs Savoy (BB). Vandaag werd de eerste Zeekoet van het jaar al gezien (PL). Een Kerkuil joeg de 19e op ’s-Gravendijck (AnM). Op de 19e werden de eerste doortrekkende Grauwe Vliegenvangers alweer gemeld (JE). Een Purperreiger vloog de 21e achterlangs Savoy (VW). In Berkheide zat een Ortolaan (ES). De eerste Bonte Vliegen vanger zat de 21e in het Ridderpark (CZ). Op de 23e vloog er weer een Reuzenstern langs tel post Savoy (GT). Een groep van maar liefst
twintig Ooievaars (verder werden er maar enkele gemeld deze periode) vloog de 25e over Lentevreugd (JM). Hier was ook kort een juveniele Witvleugelstern aanwezig (JE, WRe). De eerste najaars Visarend vloog de 25e over ons gebied (BB,JE). In Berkheide werd een Sperwergrasmus gezien (EH). Op de 28e vloog er een juveniele Kleinste Jager langs Savoy (TL). Hoewel deze soort het niet slecht deed in Nederland dit najaar bleef het in Katwijk bij deze ene waarneming. Een andere ongewone verschijning was een Krombekstrandloper ter plaatse op het strand (VW). Zeetrektellen op de 29e leverde de eerste Noordse Pijlstormvogel van het seizoen op (FD,DS). Op de 30e trokken een Krombek- en een Paarse Strandloper langs Savoy, evenals de eerste Alk van het seizoen (VW). Op de 31e werd alhier de eerste Grote Jager gemeld (VW). Ronduit intrigerend weer was de waarneming van een juveniele Zwarte Specht in Berkheide (EH). Waar hangen die beesten uit en wanneer kunnen we er eentje twitchen?
Krombekstrandloper juv, Bonte Strandloper en Bontbekplevier, strand, Katwijk aan Zee, 28 augustus 2011 (René van Rossum)
Waarnemingen van Velduil Datum 27-9 2-10 3-10 8-10 9-10 9-10 12-10 14-10 15-10 15-10 16-10 16-10 17-10 24-10 27-10 28-10 29-10 4-11 5-11
38
Details 2 ter plaatse 1 overtrekkend, 3 ter plaatse 1 ter plaatse 1 overtrekkend 1 overtrekkend 2 ter plaatse 1 overtrekkend 1 ter plaatse 1 overtrekkend, 1 ter plaatse 1 ter plaatse 1 ter plaatse 3 ter plaatse 1 ter plaatse 2 ter plaatse 1 overtrekkend 2 ter plaatse 1 ter plaatse 1 overtrekkend 1 overtrekkend
Locatie Coepelduynen Puinhoop Coepelduynen Puinhoop Savoy Coepelduynen Savoy Puinhoop Puinhoop Coepelduynen Coepelduynen Lentevreugd Puinhoop Puinhoop Puinhoop Coepelduyne Coepelduynen Savoy Puinhoop
Waarnemer WL VW MaL, WL VW VW VW JHo VW VW MaL VW AE VW VW VW WL GT VW VW
39
Rosse Franjepoot, Buitenwatering, Katwijk aan Zee, 10 en 11 oktober 2011 (René van Rossum)
40
41
Roodpootvalk ♂, De Puinhoop, Katwijk aan Zee, 22 oktober 2011 (Menno van Duijn)
September Te Savoy ging het er de 1e weer eens grof aan toe (JE,RR). Een adulte Vorkstaartmeeuw kwam tussen de Kokmeeuwen aanvliegen en poseerde zelfs even, zittend op het strand, voor de foto! Ook werden maar liefst vijf juveniele Zwartkopmeeuwen waargenomen. Een vrij zekere Slangenarend vloog de 2e over het dorp. Helaas was er geen verrekijker bij de hand (AM). Vandaag vloog een groepje van zes Purperreigers over het golfterrein (AS). Een langs Savoy vliegende Blauwe Kiekendief op de 3e zorgde even voor verwarring: er werd even gedacht aan Steppekiekendief (VW). Een Morinel op doortrek kon dankzij tijdig door bellen bij de watering opgepikt worden (VW). Een Ortolaan zat ondertussen bij de Puinhoop (EH). Op het ’papenveldje’ bij de Puinhoop zaten de 4e maar liefst zestien Paapjes (AS). Ditzelfde aantal was ook het hoogste aantal voor Lentevreugd dit najaar, maar dat was op de 17e (MD). Op de 5e was er leuke zeetrek. Er kwamen maar liefst twee adulte Vorkstaart meeuwen langsvliegen (NA)! Verder passeerden er twee zomerkleed Parelduikers en de eerste
Grauwe Pijl dit jaar (NA). Ook leuk was een langstrekkende Kleine Zilverreiger (VW). Een Purperreiger vloog de 5e over Berkheide (GT). Savoy haalde de 6e alweer uit, dit maal met een Vale Pijlstormvogel (VW). De vier Krooneenden vandaag waren ook niet mis (VW). De 7e ging het helemaal los te Savoy (VW). Er werd een nieuw telpostrecord voor Noordse Pijl gezet: 62 stuks werden genoteerd (het vorige record stond op een ’magere’ 27). Met vier (mogelijk vijf) stuks deed Vale Pijl het subliem. Technisch gezien een telpostrecord, maar vorig najaar hadden we al eens zo’n belachelijke dag, toen er zeven vanaf de Puinhoop werden gezien. Ook kwamen er maar liefst 24 Grauwe Pijlen langs gekeild (de op twee na beste dag ooit). De eerste twee Middelste Jagers passeerden van daag (waarvan één door de Coepelduynen). Met 26 Kleine en elf Grote Jagers deden de andere jagers het ook heel niet verkeerd (de beste dag voor deze soorten deze stormperiode). Een andere krent was de eerste najaars Noordse Stormvogel. Op de 8e stond het rijen dik met vogelaars te Savoy (VW). Er knalden weer twee
à drie Vale Pijlen langs. Het aantal Grauwe en Noordse Pijlen kwam op 60 en 35. Naast een klein (pijl)stormvogel staartje vloog er de 9e nog een Roodhalsfuut langs Savoy (VW). Op de Puin hoop was een mannetje Kleine Bonte Specht kort ter plaatse (RO). In Berkheide was een Geoorde Fuut te vinden (HD). Op de 10e werd er nogmaals een Vale Pijl gemeld te Savoy (VW). Verder hier de eerste Grote Zaagbekken (vroeg!) en het eerste Smelleken van het najaar (VW). Deze paar dagen maakte een in België geringde Slechtvalk het strand onveilig (VW). Er werden dit najaar hoe dan ook veel Slechtvalken gemeld, een stuk of vijf handjes vol. Op de 10e was er even gelegenheid tot landtrek en passeerde een Duinpieper (PS,RR). Bij de Muur zat een Baardmannetje (HD). Over Berkheide vloog de 11e een Roodpootvalk (RO, LR). Langs Savoy trokken een Parelduiker en vijf Zwartkopmeeuwen (VW). Het ging al snel weer stormen. De 13e leverde dit bijvoorbeeld de eerste drie Vale Stormvogeltjes op langs Savoy (VW). Savoy was deze paar dagen goed bezet en er werden hier nog een Vaaltje, een
Goudplevieren en Kieviten, voormalig Vliegveld Valkenburg, 4 oktober 2011 (René van Rossum)
Roodpootvalk ♂, De Puinhoop, Katwijk aan Zee, 22 oktober 2011 (Luuk Punt)
42
43
op de 29e was het fijn om op de Puinhoop te zijn: er passeerden een Buidelmees (die zien/ horen we niet vaak in Katwijk), een Roodkeel pieper, een Europese Kanarie en maar liefst 450 Kneutjes (VW). Telpost Berkheide had een Grote Pieper (BB). Zowel bij de Van den Berg stichting (AS) als langs het Zwarte Pad (RH) zat de 30e een Bladkoning. Langs de Puinhoop vlogen een Kleine Bonte Specht en de eerste Koperwieken (VW).
Oktober
Kemphaan, voormalig Vliegveld Valkenburg, 4 oktober 2011 (René van Rossum)
Beflijster, zeereep Coepelduynen, 13 oktober 2011 (René van Rossum)
Langs het Zwarte Pad werden de eerste drie dagen van oktober Bladkoninkjes gemeld, maar liefst twee op de 2e (VW). Ook werden er op de 1e Blako’s gemeld van de Van den Berg stichting (BB) en vanuit Rijnsburg (LR). Een Grote Pieper vloog de 1e over het Zwarte Pad (BB). Op de 2e was het goed toeven op de Puinhoop: een Buidelmees, een Grote Pieper en weer een zwerm Kneutjes vlogen langs (VW). Op de 2e vloog er een Roodkeelpieper over het Zwarte Pad (VW). Vandaag zat er een
Kleine Bonte Specht bij de Watertoren (GT). Er stak weer storm op. Druppelsgewijs kwamen er wat zeevogels door (zie trektellen, op de 6e werd een fraaie Middelste Jager geplaat), maar pas op de 7e ging het een beetje los (VW). Er was wat onenigheid over de determinatie van de kleinere jager soorten. Er vlogen zeker vier (want adulte) Middelste Jagers langs. Het aantal zekere Kleine Jagers kwam op 33. Tussen de 12 ongedetermineerde zaten mis schien nog wel wat Middelsten. Het aantal Grote Jagers bleef steken op 17. Een tegen valler, aangezien er elders nieuwe landelijke records gezet werden. De buissnaveliggen hiel den zich op de achtergrond, maar het Vaaltje zette met negen stuks de beste dag dit jaar neer. Ook kwamen er twee juveniele Vork staartmeeuwen langs. Hoogtepunt was echter een adulte Grote Burgemeester, zeker de laatste jaren een schaarse verschijning in ons land. Ook de 8e kwamen er nog wat ’tubes’ en jagers langs Savoy. Een Parelduiker, twee Roodhalsfuten, twee Vaaltjes, drie Slecht valken, een Middelste Jager, bijna zeventig Middelste Zaagbekken en een hele ruime 2000
Waterrallen, Zwarte Pad, Katwijk aan Zee, 5 november 2011 (Luuk Punt) NoSto, 21 Noordse en zeven Grauwe Pijlen en drie Middelste Jagers genoteerd (VW). Twee op de 16e als Grauwe gemelde kiekendieven (EH) leken op de foto’s wel op Steppekiekendief, maar deze waren niet van dermate kwaliteit om zekerheid te krijgen. Over Berkheide vloog een Visarend (EH). Op de 17e vloog er een Krom bekstrandloper langs Savoy (VW). Een Kleine Bonte Specht riep de 19e langs de Wassenaarse Slag (BD). Op de 20e vloog er een Middelste Jager langs Savoy en op de 21e werd hier een Parelduiker gemeld (VW). De 22e was weer een leuk zeetrekdagje, met onder andere een juveniele Vorkstaartmeeuw en twee Middelste Jagers, waaronder een erg vroege juveniel (VW). Op de 23e passeerden de eerste najaars Sneeuwgors, een Duinpieper en een Kleine Strandloper langs Savoy; niet echt typische zeesoorten. (VW). Op de 24e vlogen er zes Krooneenden over zee (NA). Toen werd het tijd voor landtrek. Over de Coepelduynen vloog een Duinpieper (AS). Op de 24e vlogen er een Ortolaan en een spannende zwaluw sp. langs
44
de Puinhoop (VW). Op de 25e knalde er hier een Grote en een Roodkeelpieper langs (VW). Telpost Berkheide had ook een Grote Pieper (wellicht dezelfde) en een Duinpieper (CZ). Over Lentevreugd vloog een Ortolaan (BB). In Berkheide was de 25e een Draaihals aanwezig (GJ). In Berkheide zaten de 27e twee Geoorde Futen (GT). Langs de Puinhoop vlogen de 28e een Duinpieper en de eerste IJsgors van het seizoen. Waarnemingen van Grote Zilverreiger waren eigenlijk maar sporadisch deze zomer (natuurlijk rond Lentevreugd). Echter, dit najaar waren ze flink op drift en werden er zeer regelmatig langstrekkende vogels gezien (tezamen enkele tientallen). Op 28-9 resul teerde dit in een nieuw telpost record voor de Puinhoop: 14 stuks (VW). De eerste najaars Bladkoning was kort ter plaatse op de Puinhoop (VW). Over Berkheide trokken ondertussen de eerste Dwerggors en Grote Pieper over (MD). Twee Bladkoninkjes waren de 29e in Rijnsoever aanwezig (MD). Op Lentevreugd werd alweer het eerste Bokje van het najaar gemeld (JE). Ook
45
Klapekster, zeereep van de Coepelduynen, Katwijk aan Zee, 16 oktober 2011 (René van Rossum)
Klapekster De Klapekster had een influx-achtig voorkomen dit najaar. Zou er een relatie met het voorkomen van Ruigpootbuizerd zijn? Hoewel Klapeksters misschien geen Lemmingen zullen vloeren (en maar weinig habitat zullen delen) lijken de populatieschommelingen van andere knaagdieren gelijk op te gaan met die van de Lemming. Het ongekende aantal Klapeksters dat werd waargenomen is hieronder in een tabel samengevat.
Waarnemingen van Klapekster Datum 9-10 12-10 14-10 15-10 15-10 16-10 16-10 16-10 16-10 16-10 17-10 22-10 5-11
Details 1 ter plaatse 1 ter plaatse 1 ter plaatse 1 ter plaatse 1 overtrekkend 1 ter plaatse (andere dan gisteren) 1 ter plaatse 1 ter plaatse 2 ter plaatse 1 ter plaatse 1 ter plaatse 1 overtrekkend 1 ter plaatse
Locatie Coepelduynen Berkheide Berkheide Puinhoop Coepelduynen Puinhoop Coepelduynen Terrein Zeehospitium Berkheide Lentevreugd Puinhoop Puinhoop Wassenaarse Slag
Waarnemer VW PS JB VW AS VW AS MaL, WL JH, GT VW VW VW JS
Steppekiekendief, Coepelduynen, Katwijk aan Zee, 15 oktober 2011 (René van Rossum) Rotganzen (de op één na beste dag ooit) zorgden voor een onderhoudende telling (VW). Een Krombekstrandloper was kort ter plaatse (MD). Een Grote Pieper was de 8e aanwezig in de zeereep van de Coepelduynen (MD). Op de 9e werd er landtrek geteld vanaf Savoy. Foei! Het leverde onder andere 2058 Veldleeuwerikken, 19.486 Vinken, een Kleine Zilverreiger, vier Strandleeuweriken en een Grote Pieper op (VW). Voor Klapekster zie verderop uitgelicht! Deze maand werden er weer eens wat Appel vinken gemeld, met zeven stuks over de Coe pelduynen op de 9e als hoogste aantal (CZ). De eerste najaars Beflijsters werden op de 9e
gemeld (AE). Er werden er een paar handen vol gemeld deze periode (VW). Op de 9e werden er Blako’s gemeld uit de Wilbert (CZ) en het dorp (JH). Die eerste was de 10e nog aanwezig (PJ). Op de 10e vlogen er twee Kleine Zillies over de Watertoren (GT). Een man IJseend, een Noordse Pijlstormvogel en een Vaaltje vlogen de 10e langs Savoy (VW). Een Rosse Franjepoot was de 10e en de 11e aanwezig in de Buiten watering en liet zich waanzinnig goed bekijken (VW). Op de 11e werd er een grotere pijl sp. gezien langs Savoy (NA)! Hier verder nog twee Middelste Jagers en een Paarse Strandloper (VW). Een Europese Kanarie vloog de 13e langs
Op de display van de camera was al gauw te zien dat het echt om een Steppekiekendief ging ! V.l.n.r: Luuk Punt, Rein Genuït, René van Rossum en Arjan van Egmond. De Puinhoop, Katwijk aan Zee, 15 oktober 2011 (Fred Klootwijk)
Klapekster, Coepelduynen, Katwijk aan Zee, 16 oktober 2011 (Arnold Meijer)
46
47
Ruigpootbuizerd De Ruigpootbuizerd had dit najaar uitgekozen om eens een stevige influx te vertonen. Het was een goed Lemmingenjaar in Scandinavië en het hoog percentage juvenielen onder de Ruigpoten suggereert een goed broedseizoen. Er kwam een hele rits waarnemingen binnen deze periode (met vast ook dubbeltellingen er tussen) die hieronder in een tabel zijn weergegeven. Let wel, Ruigpootbuizerd is niet eens een jaarlijkse gast in ons gebied !
Ruigpootbuizerd, De Puinhoop, Katwijk aan Zee, 15 oktober 2011 (René van Rossum)
5-11 5-11 5-11 10-11 11-11 12-11 12-11 13-11 13-11 15-11 16-11 17-11 18-11 19-11 25-11
1 ter plaatse 1 overtrekkend 2 ter plaatse 1 ter plaatse 1 ter plaatse 1 overtrekkend 1 overtrekkend 1 ter plaatse 1 ter plaatse 1 ter plaatse 1 ter plaatse 1 ter plaatse 1 ter plaatse 1 overtrekkend 1 ter plaatse
Ganzenhoek Wassenaarse Slag Berkheide Berkheide Berkheide Berkheide Coepelduynen Berkheide Polder Hoogeweg Coepelduynen Berkheide De Mient De Mient Berkheide Ganzenhoek
LP WL BL GB ML, WL ML JL PB AS RN HM AS GT FR AP
Waarnemingen van Ruigpootbuizerd Datum 15-10 15-10 15-10 15-10 15-10 15-10 15-10 15-10 16-10 16-10 16-10 16-10 16-10 16-10 16-10 22-10 22-10 23-10 23-10 23-10 23-10 23-10 24-10 25-10 27-10 29-10 31-10 1-11 1-11 2-11 5-11 5-11 5-11
48
Details 10 overtrekkend 7 overtrekkend 3 overtrekkend 2 overtrekkend 1 overtrekkend 2 overtrekkend 1 overtrekkend 1 overtrekkend 2 overtrekkend 1 overtrekkend 1 overtrekkend 2 overtrekkend 1 overtrekkend 1 overtrekkend 1 overtrekkend 1 overtrekkend 1 overtrekkend 1 overtrekkend, 1 ter plaatse 1 overtrekkend 1 overtrekkend 1 overtrekkend 1 overtrekkend 1 overtrekkend 2 overtrekkend 1 overtrekkend 1 ter plaatse 1 overtrekkend 1 overtrekkend 1 ter plaatse 1 ter plaatse 2 overtrekkend 2 overtrekkend 1 overtrekkend
Locatie Coepelduynen Puinhoop Telpost Berkheide Berkheide Watertoren Ganzenhoek Dorp Zanderij Puinhoop Coepelduynen Willem van den Berghstichting Dorp Berkheide ’s-Gravendijck Katwijk aan de Rijn Puinhoop Berkheide Puinhoop Dorp Berkheide Ganzenhoek Katwijk aan de Rijn Berkheide Puinhoop Lentevreugd Berkheide Puinhoop Telpost Berkheide Berkheide Berkheide Puinhoop Coepelduynen Telpost Berkheide
Waarnemer AS VW PS WL, WR GT BB WL ES VW AS AS VW JH BB HM VW GT VW MaL, ML BB RO HM MW VW JE ML JM WT WT AP VW ER VW
de Puinhoop (VW). Op de 14e vloog er hier een ’grote valk’ voorbij die aanvankelijk als Slecht valk werd gedetermineerd (JE,FK,RF). Gelukkig werden er foto’s van de vogel gemaakt, want op basis hiervan werd duidelijk dat er meer aan de hand was. Het beest bleek een jonge Giervalk ! Nu moet altijd rekening gehouden worden met een ontsnapte valkeniersvogel (eventueel ver vuild met genetisch mate riaal afkomstig van Sakervalk), maar vooralsnog noteren we ’m als een nieuwe soort voor Katwijk ! Verder vloog er nog een Strandleeuwerik over (VW). Een Rode Wouw vloog de 14e over het dorp (EH). Op de 15e vloog er eentje over Rijnsburg (RG,FK). De 15e stond in het teken van roofvogeltrek. Op de Puinhoop (VW) werden telpostrecords gezet voor Sperwer (132) en Buizerd (101). De Blauwe Kiekendief beleefde hier haar tweede dag ooit: 17 stuks. Ook kwam er dit keer dan toch echt een Steppekiekendief langs! Zo pikte Katwijk toch nog een staartje mee van de enorme influx dit jaar. Een andere soort die nu net pas met een (enorme) influx begon was de Ruigpootbuizerd (zie uitgelicht op pagina 46). Er trokken er maar liefst zeven langs de Puin hoop vandaag: vanzelfsprekend was dit een telpostrecord (en AS had er zelfs tien over de Coepelduynen). Verder vlogen er vandaag twee Grote Zee-eenden en een Visarend langs de Puinhoop (VW). Op de 15e vlogen er Europese Kanaries over de Watertoren (GT) en de Ganzenhoek (BB). Bij de Muur zaten de 15e twee Baardmannetjes (WR). Op Lentevreugd
werden er de 16e elf waargenomen (BB). De Puinhoop leverde de 16e nog een Parelduiker en een Roodhalsfuut op (VW). Een Kerkuil joeg de 16e bij de Zijlhoek (RS). Op de 18e vlogen er twee Rosse Frapo’s en vier Middelste Jager langs Savoy (VW). Op de 19e passeerden er drie Vaaltjes en twee Middelste Jager (VW). Deze maand maakten Blauwe Kiekendieven weer gebruik van Lentevreugd als slaapplaats (VW).Twee Pestvogels, de eersten van het Visarend, Coepelduynen, Katwijk aan Zee, 16 oktober 2011 (Arnold Meijer)
49
najaar, vlogen de 19e over het Vlaggeduin (WR). Twee Strandleeuweriken waren de 20e kort ter plaatse in de Coepelduynen (TL). Op de 21e vloog er een Zwarte Ibis langs de Puinhoop (KE,AnM,BZ). Dit is pas de tweede waarneming voor ons gebied! Later die dag vloog de vogel langs de Vulkaan in Den Haag. Verder vloog er een Vorkstaartmeeuw langs de Puinhoop (KE,AnM, BZ). De 22e was het wederom bal op de Puin hoop (VW). Het absolute hoogtepunt was een knallend adult mannetje Roodpootvalk dat fraai langs kwam jakkeren. Overigens best laat in het jaar voor deze soort. Ook deze vogel kon, uren later, nog op de Vulkaan worden opgepikt. Ander leuks: 17 Kleine Zwanen, een Kleine Bonte Specht, vier Strandleeuweriken, een Grote Pieper, het op één na hoogste aantal Boomleeuweriken ooit (96) en het hoogste IJsgors aantal dit jaar (16). Weer een klapper op de 23e: een Alpengierzwaluw vloog over Berkheide (GT,HT). Gaat dat een jaarlijkse gast worden? Langs de Puinhoop vlogen de 23e een Vorkstaartmeeuw en drie Strandleeuweriken (VW). Hier op de 24e weer een Strandleeuwerik
en op de 25e een Europese Kanarie (VW). Op de 27e riep een mogelijke Siberische Boompieper éénmaal tijdens zijn trektocht langs de Puin hoop (JE,RR). De EuroKan die hier langs vloog kon wel op zeker (VW). Op Lentevreugd vandaag een Baardmannetje (JE). Op de 29e zaten er ook twee Baardmannetjes in Berkheide (ML). De Puinhoop leverde de 29e maar liefst vier Parelduikers over zee en een Strandleeuwerik en een Grote Pieper op (VW). Ook over de Willem van den Berghstichting vloog vandaag een Grote Pieper (AE,AM). In Berkheide was een Kleine Bonte Specht aanwezig (ML). Op de 30e vloog er alweer een adulte Grote Burge meester langs Savoy (VW). Ook weer twee Parelduikers, nummer negen en tien dit najaar (VW) !
November Op de Puinhoop deden IJs- en Geelgors het met elf en vijf stuks niet onaardig op de 1e (RR). AM vond op de 2e een Bruine Boszanger langs het Zwarte Pad. De vogel was tot en met Topper ♂, Oude Rijn, Katwijk, 28 november 2011 (René van Rossum)
Bruine Boszanger, Zwarte Pad, Rijnsoever, Katwijk aan Zee, 2 november 2011 (Arnold Meijer) de 4e nog present en een heel aantal belang stellenden konden ’m nog in de kijker krijgen. Het was de derde alweer voor Katwijk, na eerdere gevallen in 1994 en 2000. Op de 3e werden drie overvliegende Fraters waargenomen (RR). Savoy leverde een late Grote Stern (GB, RR) en een Middelste Jager op (VW). Deze maand begonnen de Grote Zee-eenden binnen te druppelen (VW). Een Kuifduiker en drie Roodhalsfuten dobberden de 4e op zee (VW). Een Middelste Jager vloog langs Savoy (VW). Over de Puinhoop vloog op de 5e een Grote Pieper (VW). Vandaag vloog er weer een Middelste Jager langs (ER). De 5e werd er alweer een adulte Grote Burgemeester gezien (FD). Een rondhangend exemplaar? Op de 6e zat er een late Bladkoning in het Ridderpark (ES). De 10e was het alsnog raak: RR hoorde een Siberische Boompieper aan komen vliegen en zag vervolgens hoe de vogel voor ’m in een boom landde. Hoewel het beest even aardig poseerde vloog-ie te snel weg voor een foto. Een zoekactie waar de vogel leek in te zijn
gevallen leverde helaas niks meer op. Ook deze soort betrof een nieuwe voor ons waarnemings gebied. Op de 11e vloog een Paarse Strandloper langs Savoy (BB,PL). De Kraanvogel deed weer flink van zich gelden deze periode. Op de 11e vlogen er twee over de Ommedijksche Polder (BB) en op de 12e vlogen er zeventien over het Panbos (PI). Op de 12e vloog een Kuifleeuwerik over Rijnsoever (MD). Een echte zeldzaamheid die al een aantal jaartjes niet meer in ons gebied was waargenomen! Langs Savoy vloog vandaag een Frater (NA,RR). Op de 13e trok de eerste Kleine Alk van het najaar langs Savoy (VW). Op het strand was een Paarse Strandloper aanwezig (APo). Over Berkheide vloog de 13e een Grote Pieper (GT) en op Lentevreugd waren vier Baardmannetjes te vinden (BB). De eerste Roerdomp van het najaar zat de 15e in Berk heide (GT). Op de 15e dobberden er veertien Toppers op zee (AS). Er volgden nog enkele waarnemingen deze periode, waaronder twee ter plaatse op de Rijn en één op het Valken burgse Meer (VW). Een Ooievaar vloog de 16e
51
Drieteenmeeuw, juv, trektelpost Savoy, Katwijk aan Zee, 4 november 2011 (René van Rossum) Bruinvis met Kokmeeuwen erboven, trektelpost Savoy, Katwijk aan Zee, 11 september 2011 (René van Rossum)
52
over de Zanderij (GB). Zowel in het Panbos als in de Ganzenhoek werd vanaf half november een Kleine Bonte Specht waargenomen (VW). Een mogelijke Sneeuwgans vloog de 18e over Berkheide (ML). Op de 20e werd er een Pallas’ Boszanger gevonden in de Ganzenhoek (AR). Het bleek een moeilijk beestje en slechts enkele waarnemers konden ’m terugvinden. De laatste waarneming dateert van de 23e. Een combinatie van veel vis voor de kust en een stevige storm betekende dat de laatste week van deze waarnemingsperiode in het teken van enorme, enorme zeetrek stond. Er was aanzienlijk veel bulk aanwezig en er werden duizenden (Rood keel)duikers, Drieteenmeeuwen en Alk/Zee koeten geteld. De beste dagen dat er echt geteld werd (zij het niet de hele dag), werden er 1006 duikers op de 26e, 3489 drimmen (Drieteenmeeuwen) op de 29e en 916 az-jes op de 27e genoteerd (VW). Op de 30e kwam alles tegelijk langs en dit was zo overweldigend dat er slechts een grove schatting gemaakt werd: 850 duikers, 500 Futen, 800 Drieteenmeeuwen en 4500 Alk/Zeekoeten (VW). Voor een goed beeld van het werkelijke aantal vogels dat bij al dit geweld betrokken was raad ik u aan om de resultaten van de beter bezette naburige posten te bekijken op www.trektellen.nl. Er kwamen deze week ook heel wat krenten langs. Vier IJseend wijfjes vlogen de 23e langs (FD,RR). Op de 24e leverde zeetrektellen een IJsduiker en een Kleine Alk op, terwijl er een Kuifduiker op zee zat (BB). De 25e vlogen er onder andere een Parelduiker, een Rosse Franjepoot, twee Grauwe Pijlen en vijf Middelste Jagers langs (VW). Op de 26e schoot er een mogelijk Storm vogeltje langs (NA). Daarnaast kwamen er ook weer vier Middelste Jagers langs flappen (VW). De 27e leverde een Vorkstaartmeeuw, een IJsduiker, een IJseend en een Kleine Alk op (VW). De Middelste Jager deed het zeer goed, met 28 vogels, en tussen de 22 gemelde Kleine Jagers kunnen best nog wel eens heel wat meer Middelsten gezeten hebben (VW). Op de 28e kwamen een Kleine Alk en een Middelste Jager langs (RR). De 29e bracht weer veel Middelste Jagers: 28 stuks (VW). Ook vloog er weer een Kleine Alk langs (BB). Op de 30e was het nog niet op en passeerden een Rosse Franjepoot en acht Middelste Jagers (VW).
Zilvermeeuwen en Geelpootmeeuw, strand Katwijk aan Zee, 11 november 2011 (René van Rossum) Pontische Meeuw, strand Katwijk aan Zee, 30 november 2011 (René van Rossum)
53
54
Roek, De Puinhoop, Katwijk aan Zee, 27 oktober 2011 (René van Rossum)
Geelgorzen, De Puinhoop, Katwijk aan Zee, 1 november 2011 (René van Rossum)
Tapuit, Buitenwatering, Katwijk aan Zee, 4 november 2011 (René van Rossum)
Brilduiker ♂, Valkenburgse Meer, Valkenburg, 28 november 2011 (Max van Waasdijk)
55
Sassemse Vogels 2004-2010 Geelgors nieuwe soort in 2010 Wil je graag eens genoemd worden als ontdekker van een nieuwe soort voor een bepaalde locatie? Dan moet je wat vaker in en om Sassenheim gaan vogelen. De lijst van Sassenheim (tegenwoordig onderdeel van de gemeente Teylingen) telt na het jaar 2010 in totaal 205 soorten en vier ondersoorten. Soorten/ondersoorten die in 2010 nieuw waren voor het gebied: Roodkeelduiker, Grote Aalscholver, Oeverpieper, Witkopstaartmees, Kleine Vliegenvanger en Geelgors. Deze info komt uit ’Sassemse Vogels 7 (2010)’, een bijzonder aardig jaarboekje met artikelen die een beeld geven van wat er in 2010 in Sassenheim en directe omgeving aan vogels is gezien. Het hoofdstuk ’2010 in vogelvlucht’ is een uitgebreid waarnemingenoverzicht per tweemaandelijkse periode. Aparte artikelen gaan onder meer over de Zeearend die de laatste week van januari 2010 de polders bij Sassenheim opfleurde, de ganzen-bonanza van begin 2010, succesvol broedende Sperwers, gekleurringde ganzen en een ’nieuwe Sassemse soort uit het verleden’: het Steppehoen (15 september 1888 verzameld). De uitgave wordt afgesloten met de Sassemse Lijst 2010 en een kaart van het behandelde gebied. ’Sassemse Vogels 7 (2010)’ is het werk van slechts één man: Hans van Stijn. Bewonderenswaardig (Hans was de laatste jaren als auteur/redacteur ook heel druk met ’Tussen tulpen en de zee’ !), maar ook wel zorgwekkend. ’Sassemse Vogels 1 (2004)’ was de eerste uitgave van het Sassems Vogelnieuws en kende toen nog een redactie van drie man. De ’witte vlek’ die Sassenheim en omstreken was op de ornithologische kaart moest nodig ingekleurd worden. Dat gebeurde ook. In 2003 (pas) werd bijvoorbeeld Bonte Vliegenvanger aan de lijst toegevoegd, maar in 2004 bijvoorbeeld ook Kleine Burgemeester. Deze eerste bijzonder aardige publicatie zette direct de toon voor de jaarlijkse vervolg-uitgaven, die alle het straffe stramien volgen en levendige kopij bieden. Geheel in de Nederlandse traditie van afsplitsing was er in in 2006 sprake van een breuk. Na de gemeentelijke herindeling waarbij Sassenheim opging in de grotere gemeente Teylingen koos Hans van Stijn voor het doorgaan met een blad over vogels van het oorspronkelijke gebied ’Sassenheim’ en zijn collega’s voor een publicatie over de vogels in de nieuwe gemeente Teylingen (alleen digitaal, te verkrijgen, via
[email protected]). Van Stijn moest ’Sassemse vogels’ voortaan (bijna) alleen doen. De reeks ging echter gewoon door, en vanaf 2008 kreeg je er zelfs nog een DVD bij, met in Sassenheim gemaakt beelden van interessante vogelsoorten. De boekjes blijven bijzonder leuk om te lezen; mede omdat er de laatste jaren veel nieuwe soorten worden ontdekt. Je houdt het als Katwijker niet voor mogelijk, maar de Grote Pieper was in 2008 een nieuwe soort voor het gebied, en de Rosse Grutto in 2009. Maar ze hebben verdorie wel al de Cetti’s Zanger, en Katwijk nog niet ! Verwacht op de DVD, die 38 minuten duurt, geen BBCkwaliteit. Het paartje Patrijs (dit jaar in Katwijk e.o. nog niet waargenomen !) met een toom jonge vogels is wat mij betreft wel het hoogtepunt van de DVD. ’Sassemse Vogels 7 (2010)’ is verkrijgbaar bij, wie anders, Hans van Stijn. Voor het geld hoef je het niet te laten. Maak 4,75 euro over op Triodos bankrekening 39.04.40.841 tnv H.J. van Stijn ovv ’Sassemse Vogels 7 (2010)’ en dan krijg je het boekje met DVD snel in de brievenbus.
56
Steppehoen collectie NCB Naturalis (verzameld Sassenheim 15 september 1888) juni 2011 (Joost Bouwmeester)
Jaarlijsten in Katwijk: een nieuw fenomeen? Jaarlijsten? Wat is dat? Welnu, jaarlijsten is heel simpel het proberen om zoveel mogelijk vogelsoorten te zien in één kalenderjaar, in een bepaald gebied. Het bijhouden van een dergelijke jaarlijst is met de komst van het digitale tijdperk erg gemakkelijk geworden. Moest iemand die met een jaarlijst bezig was het vroeger doen met tabellen op papier of met bijvoorbeeld een excel-spreadsheet op de PC, tegenwoordig is het, zeker met de komst van www.waarneming.nl, een stuk eenvoudiger geworden en kan zelfs per soortgroep een dergelijke jaarlijst bijgehouden worden. Het is tevens mogelijk om op die website een individueel meerjarenoverzicht te maken, waarbij in een oogopslag zichtbaar wordt welke soort er in welk jaar werd waargenomen. Jaarlijsten in Katwijk, het begin Sinds de aansluiting in april 2007 van de Vogel- en natuurclub Katwijk bij www.waarneming.nl is het ook gemakkelijk geworden dergelijke lijsten bij te houden binnen het waarnemingsgebied van onze club (verder genoemd: Katwijk). Hoewel ook in het verleden vogelaars zich wellicht hebben beziggehouden met het jaarlijsten in Katwijk, was het Casper Zuyderduyn die zich in 2008 voor het eerst structureel ging bezighouden met een individuele jaarlijst. Toen ondertekende (Bas van der Burg) eind 2008 van Casper hoorde over zijn jaarlijst, was deze ook benieuwd naar zijn ’score’ voor 2008. Uiteindelijk werden in 2008 door Casper en ondertekende 194 respectievelijk 197 Vogelaars bij de Perzische Roodborst, Berkheide, Wassenaar, 2 juni 1995 (René van Rossum)
Grafiek: jaartotalen 2000 t/m 2011
vogel soorten waargenomen. Er werd gespeculeerd over welk eindtotaal kon worden bereikt . Was 200 het maximaal haalbare, of zit er meer in het vat ? En wat is de magische grens die bereikt kan worden? Wat is haalbaar in Katwijk? Wat het maximaal haalbare is is uiteraard afhankelijk van weersomstandigheden, met daaraan gekoppeld de doortrek van vogels in zowel het voor- als in het najaar. Maar ook een goed broedseizoen is belangrijk. Los hiervan is het de ’geluksfactor’ belangrijk: een vogelaar moet op de juiste plek en de juiste tijd aanwezig zijn. Tevens moet een vogelaar liefst over een flinke dosis vrije tijd beschikken. Hoewel dit best wel belangrijke factoren zijn die bepalend zijn voor een goed gevulde jaarlijst, blijft nog steeds vraag overeind staan wat nu echt mogelijk zou kunnen zijn in Katwijk. Volgens ’lijstjesgoeroe’ Aart Vink, die al vele jaren vele soorten lijsten bijhoudt, geldt op basis van zijn ervaring landelijk als vuistregel dat het mogelijk moet zijn voor één waarnemer om circa 90 procent van het totale aantal vogelsoorten dat in één jaar wordt waargenomen in Nederland waar te nemen. Is deze vuistregel ook toe te passen op lokaal niveau? Om dit te kunnen beoordelen is het eerst van belang te bepalen hoeveel vogelsoorten er jaarlijks worden waargenomen en wat het jaargemiddelde is. Met behulp van een grafiek is inzichtelijk gemaakt hoeveel vogelsoorten er jaarlijks sinds 2000 zijn waargenomen in Katwijk. Hierbij is gebruik gemaakt van www.katwijk. waarneming.nl en gegevens van de waarnemingscoördinator Ben Wielstra. Wel moet hierbij worden opgemerkt dat de aantallen in de grafiek voor de jaren 2000 t/m 2005 naar alle waarschijnlijkheid niet de werkelijke aantallen zijn, omdat pas sinds april 2007 vrij gestructureerd vogelwaarnemingen worden ingevoerd op www.katwijk.
58
waarneming.nl en vóór april 2007 gebruik werd gemaakt van een in eigen beheer ontwikkelde gebiedendatabase op www.birdclubkatwijk.nl, waarmee het lastig is jaartotalen te genereren. Kijkend naar de grafiek en dan alleen naar de jaren 2006 t/m 2010, dan geldt er een jaargemiddelde van 243 vogelsoorten in Katwijk. Dit zou betekenen dat het op basis van de vuistregel van 90 procent in theorie mogelijk is om in één jaar individueel 219 vogelsoorten waar te nemen. De magische grens kan dan worden gesteld op 220 vogelsoorten.
Uit de tabel blijkt dat het mogelijk is dat iemand 80-90% van het totaal aantal soorten wat in één jaar in Katwijk wordt waargenomen ook daadwerkelijk kan zien. De landelijke “vuistregel” van 90% is dus ook min-of-meer op lokaal niveau toe te passen. Ook blijkt uit de tabel dat een jaarlijst van 200+ vogelsoorten vrij eenvoudig is te halen. Het wordt wat lastiger om 210+ vogelsoorten waar te nemen. Naast een flink portie geluk (en niet geheel onbelangrijk: vrije tijd) ben je dan sterk afhankelijk van weersomstandigheden en een goed vogeljaar.
Maar hoe zit het nu met de individuele jaarlijsten? Zoals eerder is aangegeven werd in 2008 door Casper Zuyderduyn en ondertekende 194 respectievelijk 197 vogelsoorten waargenomen, waarna in 2009 t/m heden door een klein clubje vogelaars (met name Casper en ondertekende) een jaarlijst werd bijgehouden. Wel bleek (als gevolg van het steeds actievere gebruik van www.katwijk.waarneming.nl door een grotere groep in Katwijk actieve vogelaars) dat meer vogelaars onbewust maar geheel automatisch ook een jaarlijst bijhielden. Hierdoor is het vrij eenvoudig met www.katwijk.waarneming.nl een tabel op te stellen met een overzicht van de verschillende jaartotalen vanaf 2008. Er is bewust niet gekozen om in de tabel de jaren 2000 t/m 2007 mee te nemen, omdat vanaf pas april 2007 in Katwijk met enige structuur waarnemingen worden ingevoerd op waarneming.nl en de oudere gegevens geen volledig beeld geven. In de tabel zijn alleen die vogelaars opgenomen die in één van de genoemde jaren een score hadden van 150 soorten of meer. In de tabel is tevens weergegeven hoeveel procent een individuele waarnemer van het totale aantal vogelsoorten heeft waargenomen (met in vet/ onderstreept aangegeven de persoon met het hoogste aantallen/percentages in dat betreffende jaar). Wel moet worden opgemerkt dat niet alle genoemde personen even consequent alle vogelsoorten invoeren. Hierdoor zijn de individuele jaartotalen mogelijk in niet alle gevallen even volledig.
De toekomst Het jaar 2011 is nog niet voorbij, maar het blijkt al wel het beste jaar ooit te zijn voor Katwijk. Nog niet eerder zijn er zoveel verschillende soorten waargenomen. Op 1 december stond te teller op 266! Dat zal uiteindelijk ook leiden tot een nieuw indivi dueel jaarrecord, maar wie dat record zal halen is nog afwachten. Gelet op de waargenomen soorten in 2011 met daaraan gekoppeld de verschillen tussen de huidige nummers 1 en 2, was het zelfs mogelijk om in 2011 individueel 240 soorten waar te nemen of zelfs meer. In ieder geval kan al wel worden geconcludeerd dat de magische grens van 220 soorten al voor het tweede achtereenvolgende jaar is doorbroken. Dus zo magisch is deze grens niet... Bas van der Burg
[email protected] (met dank aan Ronald Sinoo voor het mogen gebruiken van de strip “Op tijd”)
Tabel: overzicht jaartotalen per vogelaar
2008 (jaartot. 244) pers.
Hoeveel % van jaartotaal
Noël Aarts
170
Bas van der Burg
2009 (jaartot. 241) pers.
Hoeveel % van jaartotaal
70%
165
197
81%
Jaap Engberts
--
Maarten Langbroek
--
Wim Langbroek Luuk Punt
2010 (jaartot. 253)
2011 (jaartot. t/m 1 dec 266)
pers.
Hoeveel % van jaartotaal
pers.
Hoeveel % van jaartotaal
68%
182
72%
196
74%
206
85%
218
86%
236
89%
--
--
--
--
--
196
74%
--
--
--
163
64%
--
--
--
--
--
--
168
66%
154
58%
188
77%
203
84%
190
75%
214
80%
René van Rossum
--
--
159
66%
180
71%
232
87%
Peter Spierenburg
--
--
--
--
168
66%
--
--
Wouter Teunissen
152
62%
150
62%
--
--
153
58%
Casper Zuyderduyn
194
80%
210
87%
223
88%
188
71%
60
Bronnen
www.katwijk.waarneming.nl | www.birdclubkatwijk.nl | www.dutchbirding.nl | http://ronaldsinoo.web-ruimte.nl
Oeganda is een land waar meer dan 1000 vogelsoorten voorkomen, waaronder een groot aantal Albertine Rift valley endemics. Verder zijn er spectaculaire zoogdieren te zien zoals o.a. Chimpansees en Berggorilla’s.
ED DA B S N
R EGA E I N O
Reisleidster: Mirriam Magada
www.credit-uganda.com Ab Steenvoorden 06 52 33 27 81 071 364 91 54
F J I R
E E IN V O M
H RIS N E OE
RD ECOT O O T
NV T HE E E UN
A
T TE S B S
61
Grote Sortering Behang
museum •
naturalis
dichter bij de
modern, klassiek, vinyl- en duplex behang
P. MEYVOGEL Tramstaat 5 Katwijk Tel.: 071 - 401 30 24
Openingstijden: Dagelijks van 08.00 - 18.00 uur, ook op dinsdag. Donderdagavond tot 21.00 uur.
Boekwinkel in Naturalis bezoekers Darwinweg postadres
Koninginneweg 14 2225 HK Katwijk aan Zee Tel.: (071) 401 25 00
kleurrijk en met een scherpe blik ontwerp & dtp digitaal printen drukwerk logo's en huisstijlen folders adver tenties fotografie beeldbank betaalbaar
BLUE ROBIN | IMAGES Arnold Meijer | Jacob Catsstraat 8 | 2221 JA Katwijk T 06 135 98 079 | E
[email protected] | W www.bluerobin.nl
62
natuur
postbus 9517 2300 RA Leiden
telefoon 071-5687691 fax
071-5687666
e-mail
[email protected]
! W U NIE
Webprijs & Best Deal ctieven
je b o n e ’s a r e m a Alle c
! d g a a l r e in prijs v rijss! p b e W prij m eenee
m
Best Deal incl
servicepakket
wij verkopen de A-merken!
Katwijk • Rijnsburg • Aalsmeer
!