drieentwintigste jaargang nummer 2 2008
de Duinstag vogel- en natuurclub Katwijk Met de eerste overtrekkende Boompiepers en langskeilende Grauwe Pijlen is het najaar al weer echt ingeluid. Maar eerst blikken we terug op het voorjaar en de zomer. Een periode waarin veel is gezien. Zo werd er aan de rand van ons waarnemingsgebied kortstondig een Ralreiger gezien en vloog er een Roodstuitzwaluw over Berkheide. Minder zeldzaam maar wel spectaculair waren de jagende Roodpootvalken boven Lentevreugd en niet te vergeten het prachtig mannetje Grauwe Klauwier dat hier enkele dagen rondhing, maar zich niet altijd aan iedereen zo makkelijk liet zien. Het is wel een waarneming die ons gezien de recente ontwikkelingen in de duinstreek (de soort heeft de afgelopen jaren in verschillende duingebieden weer gebroed) hoop geeft. Dat er nog veel meer is gezien dit voorjaar lezen we in het uitgebreide waarnemingenoverzicht. Ben Wielstra heeft zichzelf ook nu weer overtroffen met het registreren van al die overvliegende Zwarte Wouwen, broedende Baardmannen, hoempende Roerdompen en wat dies meer zij. De Kerkuil wordt de laatste jaren steeds vaker waargenomen binnen ons waarnemingsgebied. Bas van der Burg heeft naar aanleiding van recente waarnemingen in Lentevreugd de beschikbare informatie gebundeld en verwerkt in een artikel. Sinds enkele jaren zijn wij meer dan een vogelclub pur sang. Nachtvlinders is zo’n diergroep waar steeds meer liefhebbers naar gaan kijken en zich in verdiepen. Het merendeel beperkt zich dan tot de macro’s (de grotere nachtvlinders), maar Bas Haasnoot heeft zich afgelopen jaar gestort op de kleintjes, oftewel de micro’s. Verderop kunt u meer lezen over zijn bevindingen en zeker ook de prachtige foto’s bewonderen. De overheid is de komende jaren heel wat van plan in en om Katwijk: kustversterking, een zeejachthaven met toebehoren en bebouwing van het voormalige vliegkamp. Als vereniging zijnde mogen wij ook eens stil staan bij de invloed die deze ontwikkelingen op de natuur in en om Katwijk zal kunnen hebben. Vanuit het ingenieursbureau en het Hoogheemraadschap zijn we geïnformeerd en hebben wij contact gehad over de kustversterking. Lokaal gezien is ook de verlengde Laan van Nieuw Zuid – derde ontsluitingsroute van Katwijk – nog steeds een “hot-issue”. Laat nou net op het geplande tracé afgelopen zomer de zeldzame Bokkenorchis zijn gevonden! Meer over de ontdekking van deze bijzondere plant verderop in dit nummer. Veel leesplezier met deze Duinstag, en tot ziens in het veld en/of op een van de komende lezingen! Arjan van Egmond, september 2008
1
Bokkenorchis op de Schietbanen Bokkenorchis Himantoglossum hircinum, Berkheide, Katwijk, 15 juni 2008 (Casper Zuyderduyn)
2
Zondag 15 juni 2008 besloot ik te gaan zoeken naar Liggend Bergvlas Thesium humifusum. De zogenaamde ‘Schietbanen’ in het noordelijk deel van Berkheide (waar tot in de zestiger jaren soldaten schiet oefeningen kregen) is de enige bekende groeiplaats van deze soort in Nederland. Het bleek echter niet eenvoudig om het kleine onopvallende plantje te vinden en ik belde Gijsbert van der Bent, die de soort eerder bij een excursie door dit gebied was aangewezen, voor meer informatie. Terwijl ik hem aan de lijn had blunderde ik tegen een ongeveer half meter hoog exemplaar van de Bokkenorchis Himantoglossum hircinum aan, en Gijs kon live meegenieten van mijn enthousiaste reactie. De Bokkenorchis is slechts zesmaal eerder gevonden in de omgeving van Katwijk. Telkens ging het om een enkel exemplaar in Berkheide, in 1890 en de jaren 19801983. De laatste melding is een exemplaar in 2004, gevonden door Koen van Zoest niet ver ten zuiden van de huidige vind
plaats. In Nederland treedt de soort zeer onregelmatig op en is slechts bekend van een aantal plekken in de duinstreek en Zuid-Limburg. Tussen 1948 en 1980 waren er zelfs helemaal geen vondsten in Nederland. De laatste jaren is de soort wel op meer plekken opgedoken. Bij IJmuiden en Bloemendaal zijn er opvallend veel groeiplaatsen. Op de rijkste groeiplaats staan tientallen exemplaren. De dichtstbijzijnde groeiplaats bevindt zich momenteel nabij Kijkduin, waar al jaren achtereen één exemplaar staat. Bokkenorchis is een nogal vorstgevoelige soort en de milde winters van de afgelopen jaren hebben waarschijnlijk bijgedragen aan de uitbreiding. Casper Zuyderduyn
[email protected] Literatuur Floron nieuws Nummer 4 – april 2006 Weeda, Westra, 3e druk 2003. Nederlandse oecologische Flora, wilde planten en hun relaties 5.
Gerrit van Ommering fotografeert de Bokkenorchis in Berkheide, Katwijk, 15 juni 2008 (Gijsbert van der Bent)
3
Ralreiger op Rozenstein Woensdagochtend 4 juni 2008 omstreeks zeven uur in de ochtend was ik op weg naar een bedrijf aan de Oostdorperweg in Wassenaar. Ik moest voor een klant een aantal tegels op maat gaan zagen met behulp van een watergekoelde diamantzaag. Niet iets wat ik iedere dag doe en het moest ook nog even tussendoor en snel gebeuren. Toen ik vanaf de Katwijkseweg de Kokshornlaan opdraaide zag ik in het vijvertje in de schapenwei rechts van de weg iets wat wel wat weg had van een Ralreiger Ardeola ralloides. De kleur klopte, maar de vorm niet zo, en het bewoog ook niet. Op dat moment had ik eigenlijk al teveel snelheid om te stoppen, en ruimte om een bus met aanhangwagen te parkeren was er ook niet. Ik dacht nog van 'het zal wel niet', en besloot om door te rijden naar het bedrijf voordat het daar druk zou worden en ik nog meer tijd zou verliezen. Eigen baas tegenwoordig, dus tijd is geld… Tijdens het zagen liet het idee van een Ralreiger mij toch niet los en mijn onrust was te merken doordat ik verschillende keren de zaag liet vastlopen. Toch lukte het me om de tegels in een recordtijd te zagen, en binnen een half uur reed ik weer langs de bewuste schapenwei. Het object had nu een veel herkenbaardere pose aangenomen en het kon eigenlijk niet anders dan een Ralreiger zijn. Gauw mijn auto parkeren op de parkeerplaats bij Lentevreugd, even de oude kijker onder de stoel opzoeken en teruglopen. Aan de speelgoedgorilla aan de binnenspiegel van de auto zag ik dat Bas van der Burg aanwezig was op Lentevreugd. Dat was mooi, want dan had ik gelijk een tweede waarnemer om de waarneming te bevestigen. Terug bij de vijver bleek het inderdaad een Ralreiger te zijn, een adult in vol zomerkleed! Af en toe pikte hij wat uit het water, maar het merendeel van de
4
tijd stond hij maar wat suf voor zich uit te kijken. Ondertussen had ik Bas gebeld, die natuurlijk net in de meest verre uithoek van Lentevreugd liep te vogelen. Maar na een tien (het kunnen er ook vijftien geweest zijn) minuten kwam Bas, nat van het zweet, een rode kop en hijgend als een postpaard aangelopen (rennen kun je het niet noemen). Gelukkig met een goede kijker en, beter nog, met een telescoop. Zo konden we op ons gemak de Ralreiger perfect bekijken. Een toevallig op een motorfiets passerende Gab de Croock kwam vol gas door de berm heen en kon zo aanschuiven. Inmid dels zijn zowel Bas als ik zoveel mogelijk mensen uit de regio gaan bellen, maar gezien het tijdstip van de dag waren de meesten al op hun werk of daar naar toe onderweg. Ik moest ook echt aan het werk; het was inmiddels al na achten en de eerste klant zat al met de koffie te wachten.
Ralreiger, adult exemplaar, Lesbos, Griekenland, mei 2006 (René van Rossum)
Bas bleef nog bij het reigertje om er nog even van te genieten en hem aan te wijzen aan de vogelaars die nog zouden komen. Gijsbert van der Bent was in ieder geval nog op tijd, want korte tijd nadat ik weg was is de vogel zonder aanwijsbare reden opgevlogen en in noordelijke richting verdwenen. Bas kon de vogel nog geruime tijd volgen, totdat hij achter wat bomen uit het zicht verdween. Het leek alsof de vogel was ingevallen op de golfbanen ten noorden van de Kokshornlaan. Helaas is de vogel ondanks intensief zoeken niet meer teruggevonden. Ook op het golfterrein zelf is de vogel niet meer gezien. Een golfende vogelaar (of moet je zeggen een vogelende golfer?) zag de waarneming op het internet en is het hele
terrein gaan afzoeken, maar zonder resultaat. In principe zou het hier om de tweede waarneming van een Ralreiger voor het Katwijkse waarnemingengebied gaan. En toen de vogel wegvloog in noordelijke richting is hij ook de huidige gemeentegrenzen van Katwijk binnengevlogen. De eerste waarneming is nog vrij recent. Op 18 juni 2006 ontdekte Johan van ’t Bosch een Ralreiger op Lentevreugd. Deze vogel bleef tot en met 21 juni in het gebied aanwezig en is wél door veel vogelaars goed gezien. Ab Steenvoorden
5
Update nachtvlinders (pijlstaarten en micro’s) rondom Katwijk Op het gebied van nachtvlinders is er in en om Katwijk het afgelopen jaar weer veel gebeurd. Zo is er een nieuwe soort in Nederland bijgekomen, hebben we van zeldzame soorten grote aantallen waargenomen en zijn op Internet nu twee goede Nederlandse websites beschikbaar. In Duinstag 2 van 2007 heb ik een artikel over nachtvlinders geschreven, met daarbij waarnemingen van zeldzame soorten. Ook dit jaar zijn weer mooie waarnemingen gedaan, al is de focus meer van de grotere soorten naar de kleinere soorten (de micro’s) gegaan; mede onder invloed van Tymo Muus en Sifra Corver, experts op het gebied van nachtvlinders. Door hen werd ik bijvoorbeeld in het begin van het jaar gewezen op een mogelijke zeldzame soort in Katwijk: Agonopterix cnicella. *Deze soort heeft onder andere de Blauwe zee distel Eryngium maritimum als waardplant. Samen met m’n dochtertje ben ik op pad gegaan en heb ik twee rupsen van deze soort gevonden. De foto’s ervan bleken de eerst beschikbare op internet te zijn. Dit jaar vond wederom een microinventarisatie plaats in Meijendel. Met Tymo Muus ben ik de dagen ervoor op Lentevreugd en in de duinen geweest. Bij Lentevreugd hadden we vorig jaar een nieuwe soort voor deze omgeving ontdekt: Crombrugghia distans. Nu kwamen we zo’n 50 exemplaren tegen van de Hopwortelboorder Hepialus humili. Erg mooi om al die mannetjes op zoek te zien gaan naar de vrouwtjes! Daarnaast hadden we vijf Streepstipspanners Idaea humiliata, die als zeer zeldzaam te boek
staat. Echter, een dag later waren we met Casper Zuyderduyn in de duinen en kwamen we ruim 100 exemplaren van deze soort tegen! Het eerdere vermoeden van een populatie is nu wel bevestigd... Daar vonden we ook de zeldzame Vedermot Oxyptilus pilosellae met 30 exemplaren. Naast 60 exemplaren van de prachtig getekende Cnaemidophorus rhododactyla, een zeer mooie waarneming. De inventarisatie in Meijendel van dinsdag 1 juli tot en met vrijdag 4 juli was erg succesvol. Met name de dinsdag was een topavond, met warm weer en zeer hoge aantallen. Met vier lampen vingen we in totaal (voorlopig) 126 macrosoorten en 150 micro-soorten. Natuurlijk waren de pijlstaarten ook van de partij, zoals Groot avondrood Deilephila elpenor, Klein avondrood Deilephila porcellus, Ligusterpijlstaart Sphinx ligustri en Populierenpijlstaart Laothoe populi. Soorten die zeker het vermelden waard zijn: Caloptilia hemidactylella en Cydia amplana. De eerste is een nieuwe soort van Nederland die Tymo en Sifra ontdekt hebben. Beide soorten lijken met een opmars bezig te zijn en ook bij mij thuis in Rijnsoever zijn de twee soorten waargenomen.
* De meeste micro’s hebben geen Nederlandse naam.
6
Agonopterix cnicella, mei 2008, Katwijk aan Zee (Bas Haasnoot) Caloptilia hemidactylella, mei 2008, Katwijk aan Zee (Bas Haasnoot)
7
Cnaemidophorus rhododactyla, juli 2008, Katwijk aan Zee (Bas Haasnoot) Cydia amplana, juli 2008 Katwijk aan Zee (Bas Haasnoot)
8
Groot avondrood Deilephila elpenor, juli 2008, Meijendel (Bas Haasnoot)
Tymo en Sifra hebben in mei dit jaar een nieuwe website live gezet: www. microlepidoptera.nl. Dit is een site over micro’s die zowel de beginnende als de gevorderde nachtvlinderaar moet aanspreken. De informatie op Internet over de micro’s was in Nederland zeer beperkt. In Groot-Brittannië en in Duitsland zijn goede sites beschikbaar, maar niet zo toegankelijk als je net met nachtvlinderen bent begonnen. Als lid van het team kon ik helpen door foto’s aan te leveren voor deze site en binnenkort kan ik wellicht assisteren met de beschrijvingen. In het voorjaar zijn wij naar Naturalis gegaan om museumexemplaren te foto
graferen. Erg interessant om in de toren van het museum te mogen komen en daar in de bakken de juiste soorten te vinden en deze vervolgens goed op de foto te zetten. Ruim 250 foto’s hebben we gemaakt. Een mooi begin, want in totaal zijn er nu 1283 inheemse soorten bekend in Nederland (1491 met de tot dusver bekende exoten meegerekend). Al ben ik bevooroordeeld, de nieuwe site is echt een aanwinst. Naast de nieuwe site van de Vlinderstichting (www.vlindernet.nl) is de beschikbare informatie over nachtvlinders enorm toegenomen. Bas Haasnoot
[email protected]
9
Over blaffende bulwers en spinnende stofjes
een recensie van Petrels night and day: a Sound Approach guide Voor een ieder die van zijn lezing tijdens de afgelopen Dutch Birding vogeldag getuige was zal het duidelijk zijn geweest: de publicatie van het werk dat Magnus Robb voor The Sound Approach heeft uitgevoerd aan West Palearctische stormvogels beloofde spectaculair te zijn. Direct bestelde ik het nog te verschijnen boek en het maakte mijn verwachtingen meer dan waar: dit meesterwerk van de hand van Magnus en zijn collega’s moet je hebben! Met misschien de Noordse Stormvogel als uitzondering, zijn ‘tubenoses’ voor de meeste vogelaars niet meer dan dunbezaaide stipjes aan de horizon tijdens een flinke storm. Petrels night and day laat zien dat er echter veel meer schuil gaat achter deze geweldige groep vogels. Vanzelfsprekend wordt er uitgebreid ingegaan op het geluid wat deze vogels voortbrengen. Hoewel je het in eerste instantie niet zou verwachten speelt geluid namelijk een hele belangrijke rol in het leven van stormvogels. Broeden bindt deze oceaanzwervers toch nog aan het land. Aangezien dat niet zonder risico is houden ze er wat betreft het leggen van sociale contacten een nachtelijke levensstijl op na om predatierisico te be perken. Het bestuderen van hun geluid is dus de aangewezen manier om deze verder ongrijpbare dieren beter te leren kennen. De twee meegeleverde CD’s beluisteren is een hele ervaring op zich. Doe wel voorzichtig want de CD’s zijn moeilijk te herbevestigen en kunnen daardoor losraken. Ik heb zelf maar naar wat lege CD hoesjes gegrepen. Het beste kan je de 127 tracks beluisteren via een koptelefoon terwijl je de tekst ernaast houdt. De auteurs leggen uitgebreid uit, geholpen door weergave in sonogrammen, hoe je de geluiden kan ontrafelen en wat de verschillen met andere soorten zijn. De gehanteerde taxonomie is progressief en krikt het aantal soorten stormvogels
10
dat in de WP broedt op tot maar liefst 22. Niet iedereen houdt van verandering en in dit geval worden er soorten behandeld waar de gemiddelde vogelaar wellicht nog nooit van gehoord heeft, maar het wordt allemaal ondersteund door uitgebreid wetenschappelijk onderzoek. Veel van dit onderzoek is gebaseerd op genetica en daaruit is gebleken dat biodiversiteit in het verleden zwaar onderschat is. De meest extreme situatie is het opsplitsen van het beestje dat vroeger bekend stond als Madeirastormvogeltje. Alleen al in de WP worden nu vier soorten erkend en nog eens minstens dat aantal komt voor in de Grote Oceaan. Slechts twee van de taxa verkeren in de luxe dat ze een wetenschappelijke naam hebben. Voor een derde staat een beschrijving (van de hand van Mark Bolton en collega’s) op het punt gepubliceerd te worden, maar een vierde is voorlopig wetenschappelijk gezien naamloos! De noodzaak van het doorvoeren van deze naamswijzigingen blijkt niet onbelangrijk tijdens het lezen van de tekst: veel stormvogels zijn erg zeldzaam geworden en verdienen officiële erkenning en daarmee bescherming. Het gesplit kan vogelaars echter misschien tot wanhoop drijven; was het al praktisch onmogelijk om Gon-gon en Freira van elkaar te onderscheiden in het veld, nu is daar nog Desertastormvogel bijgekomen! Toch biedt Petrels night and day ook direct gedeeltelijk uitkomst en het boek toont aan dat deze op het eerste gezicht cryptische soorten toch duidelijke verschillen vertonen. Duidelijk is dat op basis van de ‘zang’ vogels op de broedplaatsen op naam gebracht kunnen worden. Maar wat als je een stormvogel op open zee tegenkomt? Laat de naam je niet misleiden: dit werk gaat ook uitgebreid in op de visuele aspecten die komen kijken bij het zeevogels kijken. Killian Mullarney heeft
18 prachtige platen geïllustreerd die niet alleen de veldkenmerken tonen, maar ook de stormvogels in hun natuurlijke omgeving plaatsen. Vergelijking wordt gemaakt met gelijkende soorten, de effecten van weerscondities en slijtage worden onderzocht en vliegactie wordt op een duidelijke manier gepresenteerd. Erg leuk vind ik de manier waarop de vreemde ‘foerageerdans’ van Bont Stormvogeltje getekend is. Voor de lastigste ‘nieuwe’ soorten worden ook al voorzichtige ideeën gepresenteerd over hoe ze te onder scheiden zijn. Dit moet gezien worden als een eerste stap en in de toekomst zal hier ongetwijfeld meer over bekend worden. Fascinerend vond ik het te lezen dat voor Bulwers Stormvogel reuk ook een belangrijke rol speelt tijdens de balts. Misschien moeten vogelaars maar alvast gaan oefen met geur om de identificatie van stormvogels bij te kunnen benen? Het boek is opgedeeld in hoofdstukken waarin losse soorten of groepen van nauw verwante soorten behandeld worden. De tekst is in een dagboekachtige stijl geplaatst en geeft zo inzicht in het ongetwijfeld opwindende veldwerk. Ondertussen komen zaken als de ontdekking en beschrijving van de soorten, het gedrag, de ecologie en conservatie uitgebreid aan bod. Toch is er nog ruimte over voor her en der een anekdote (zoals over het bizarre briefje bij een Freira ei in een museum met daarbij de tekst ‘totdat ik deze vogels vond dacht men dat ze uitgestorven waren’!). Uit behandeling van fossielen blijkt dat stormvogeldiversiteit en verspreiding in het verleden veel uitgebreider was in de WP. Er staan nog veel vragen open en de auteurs schuwen het niet af en toe te speculeren (bijvoorbeeld over de mogelijke bewegingen van Atlantische Chinese Stormvogeltjes) maar laten altijd duidelijk blijken wanneer ze dat doen. Behalve de platen staat het boek ook vol met foto’s, niet alleen van de onderwerpen zelf, maar ook van de afgelegen locaties die bezocht zijn en ook van de mensen betrokken bij het project. Verspreidingskaarten laten de locaties van
broedkolonies in de noordelijke Atlantische oceaan zien en tonen exact waar de opnames zijn gemaakt. Ook enkele soorten die dan wel niet broeden in de WP, maar hier wel overwinteren worden uitgebreid behandeld. Aangezien hun vocaliseren zich voornamelijk tot het zuidelijk halfrond beperkt wordt daar niet zo diep op ingegaan (er is echter wel een opname van een babbelend vlotje Grote Pijlen toegevoegd!). Op logische locaties in de tekst wordt er echter wel veel aandacht aan uiterlijk besteed (zo wordt Grauwe Pijl met donkere Vale Pijlen vergeleken aangezien dit een bekende pitfall is). Ook worden enkele dwaalgasten kort genoemd. Een toevalstreffer met een Zwartkapstormvogel illustreert wat mij betreft dat je overal voor moet openstaan in stormvogelonderzoek en dat er nog van alles valt te ontdekken! Het geheimzinnige gedrag en de afgelegen broedplekken hebben er toe geleid dat stormvogels misschien wel tot de minst bekende vogels behoren. En dat, relatief gezien, in onze achtertuin! Petrels night and day vat niet alleen op begrijpelijke wijze samen wat we wel weten, het boek levert ook daadwerkelijk een bijdrage aan zeevogelonderzoek. Gelukkig wordt het pre senteren van belangrijke doch o zo saaie statistiek uitgesteld voor wetenschappelijke publicaties. De toegankelijke schrijfstijl is doordrenkt met het enthousiasme van de auteurs. Het boek is een perfecte mix van alles: identificatiegids, reisavonturen, natuurhistorie, mythes en wetenschap. Tijdens het lezen van het boek wilde ik in Magnus’ voetsporen treden, voorzichtig wandelend op Selvagem Pequena om de honderden holletjes van Bonte Stormvogeltjes niet in te doen storten, de ‘stairway to heaven’ op Skellig Michael beklimmen omringt door de geur van een enorme kolonie Stormvogeltjes en besmeurd raken met pijlstormvogelpoep van de vreemde hybridepopulatie die broed op Menorca. Samenvattend: dit boek is echt een aanrader ! Ben Wielstra
11
Bijzondere ervaringen bij het vogels kijken in Suriname
Waarom gaat iemand naar Suriname om vogels te kijken? Voor mij waren er meerdere redenen: er komen mooie vogels voor, ik ken verschillende mensen die uit Suriname komen en het leek me heel leuk om hun land eens te zien. We hadden een bijzonder adres ver in het binnenland van Cees en Ineke Koelewijn uit Katwijk, zodat we ook in het Amazone regenwoud konden kijken. Afgelopen winter ben ik tweeënhalve week met Renze en Leo Montsma om te vogelen in Suriname geweest. Het was een mooie reis en ik wil er graag iets over vertellen. Eerst wat algemene informatie. Suriname is een land waar je heel goed zelf, zonder gids, kunt reizen. Het is niet gevaarlijk en langs de hele kust lopen asfaltwegen die goed berijdbaar zijn. Ook landinwaarts kun je goed komen. De bauxietwegen die daar liggen zijn redelijk te begaan. Wil je verder landinwaarts dan moet je vliegen, of, als je genoeg tijd hebt, gaan varen. Suriname
12
is vijf keer zo groot als Nederland en heeft een bevolking van ruim een half miljoen mensen. Er komen zo’n 700 verschillende vogel soorten voor, waarvan wij er een kleine 200 hebben gezien. Als je met een gids gaat zie je zo het dubbele aantal. Een goede gids is Otte Ottema, te bereiken via www.stinasu.sr.
Wij zijn half januari gegaan. De tempera tuur is dan heel aangenaam: 27 à 28 graden. Een nadeel is dat de vogels in die tijd voor hun jongen zorgen en zich minder goed laten zien. Voor het vogels kijken is eind november een goede tijd, maar dan is het ook beduidend warmer. Ter voorbereiding van de reis hebben we verschillende tripreports van internet gehaald en gelezen (Avibase) en Robin Restall e.a., Birds of Northern South America, Volume 1&2, doorgenomen. Naar ons idee is dat de beste veldgids die op het moment in de handel is. Al vogelend kwamen we erachter dat het boek wel z’n gebreken heeft. De weergegeven versprei dingsgebieden kloppen niet altijd. En bij de determinatie van de steltlopers misten we de vliegbeelden. Het vogelen heeft in Zuid-Amerika nog niet zo’n hoge vlucht genomen als in Europa, en dat merk je aan de kwaliteit van de boeken. Nu de reis zelf. We gaan om te vogelen, maar het is ook heel bijzonder om de verschillende kanten van Suriname te zien. We huren een fijn appartement met airco en zwembad(je) in Paramaribo. Eerst vogelen we in en rond de stad. We zien de houten huizen uit de koloniale tijd en Nederlandse straatnamen. Dat is wel apart. Uit de verschillende tripreports hebben we een aantal gebieden gehaald waar we naartoe willen. Weg naar Zee is wat het zegt: een lange weg naar zee. Hij komt uit bij een hindoetempel en een baai aan de oceaan. De eerste keer dat we er zijn is het hoog water en zien we weinig vogels. Wel zijn er veel mensen. Het is zondag en dit is duidelijk een plek voor een uitje. De volgende keer zijn we er met laag water. De baai is nu een grote modderplaat, die bezaaid is met vogels. We zien allerhande steltlopers, onder andere de Grote en de Kleine Geelpootruiter. Ook zien we hier de Amerikaanse Schaarbek. De zijwegen
van Weg naar Zee zijn ook boeiend, onder andere voor roofvogels. Een ander gebied bij Paramaribo is Peperpot. Dit is een oude, vervallen plan tage. Hij ligt aan de overkant van de Surinamerivier. Als we de brug over zijn is het nog zoeken om er te komen. We zien de Bloedrugspecht, een vogel die je hier weinig en buiten Suriname zelden te zien krijgt. Ook komen er allerhande kolibries voor. Ze zijn sierlijk, maar ook watervlug, en ze hebben prachtige namen als Roodkeelsaffierkolibrie. We zien de Geelstuitbuidelspreeuw; die komt overal voor. Meer naar achteren zien we een dorpje met heel kleine huisjes. Vroeger hebben hier waarschijnlijk de Indiërs gewoond die kwamen nadat de slavernij was afgeschaft. Mensen op brommertjes rijden ons voorbij. Iedereen groet vriendelijk. Aan de rand van de stad ligt de Cultuurtuin. De vijver daar wordt ook als vogelgebied genoemd. Als je daar naartoe wilt moet je naar de Orchideeëntuin vragen, want de vijver is bij bijna niemand bekend. Wij zien er niet zo heel veel vogels, maar wel de Victoriaplant en hij bloeit! Bij Paramaribo zien we vier van de vijf in Suriname voorkomende giersoorten: de Zwarte, de Kleine en Grote Geelkop- en de Roodkopgier. Vanuit Paramaribo gaan we naar Browns berg. We rijden over bauxietwegen en zien onder andere de Zwaluwstaartwouw. Een wit met zwarte wouw met heel lange staartpunten, een prachtig beest. Om de Brownsberg op te rijden is een auto met vierwielaandrijving aan te raden. Die hadden wij niet en dat viel niet mee. Op Brownsberg slapen we voor het eerst in een hangmat. Althans, we liggen erin, van slapen komt niet veel. De hangmatjes zijn ontzettend klein en vies. Als je hier naartoe gaat, moet je echt zelf iets meenemen, ook voor de kou van de nacht. De tweede avond komt er om onbekende redenen geen water uit de kraan, dus ik was me bij
13
Vale Reuzennachtzwaluw Great Potoo, Suriname, januari 2008 (Leo Montsma)
Schilderskikker Dendrobates tinctorius, Suriname, januari 2008 (Leo Montsma)
een regenton. Het is aardedonker. In de ton zit een kikker zeer luid te kwaken, om me heen hoor ik op drie plaatsen brulapen brullen en tussen de bomen zie ik overal lichtjes van vuurvliegjes. Zoiets vergeet je nooit meer. We zien hier onder andere de Trompetvogel en de Zwarte Hokko. Na weer even in Paramaribo geweest te zijn, gaan we naar Peleloetepu, afgekort tot Tepoe. Dit dorpje ligt ver in het oerwoud aan de Tapanahonirivier. Hier wonen Trio-indianen. Zij zijn vorig jaar met een pension begonnen. We zullen hun gast zijn. We vliegen met een Cessna vanaf Zorg en Hoop. De piloot heeft ons verzekerd dat de Surinaamse binnenlandse luchtvaart de veiligste is van ZuidAmerika. Maar de herrie en het gerammel bij de start geven toch wel een gevoel van “op hoop van zegen”. Vanuit de lucht kunnen we zelf zien dat Suriname voor het overgrote deel uit oerwoud bestaat, het is alsof we over een heel grote broccoli vliegen. Na anderhalf uur landen we in een volstrekt andere wereld. Het halve dorp is uitgelopen. Mensen geven een hand of kijken alleen maar. We worden in het Nederlands begroet door Thomas. Hij zal de komende dagen onze gastheer zijn.
Thomas is degene die het pension heeft gebouwd en nu runt. In de jaren zeventig heeft hij Nederlands geleerd van een Katwijks zendingsechtpaar. Door hun toedoen zijn er in Tepoe een school, een kerk, een airstrip en daarmee gezondheidszorg gekomen. De Trio leven volgens hun eigen oude tradities en proberen daarin elementen van de moderne maatschappij te integreren. De korjalen zijn hiervan een mooi voorbeeld. Het zijn bootjes van uitgeholde boomstammen die al eeuwen op dezelfde manier gemaakt worden, maar daar hangt nu wel een buitenboordmotor achter. Die kost geld en zo ook de benodigde brandstof. Zo doet langzaamaan de geldeconomie zijn intrede. We spreken veel met Thomas en zijn vrouw Petty over wat er voor hen veranderd is sinds de komst van de blanken. Om te vogelen gaan we verschillende keren op stap met de jager van het dorp, Denny. Hij brengt ons naar een baltsplaats van de Rode Rotshaan. We maken een tocht van een paar uur door het oerwoud, voor en achter loopt iemand met kapmes(houwer) en geweer. Bij de baltsplaats speuren wij naar de Rotshaan, een prachtige oranje gekleurde vogel. Denny loopt nog even
14
door. We horen een paar knallen. Hij komt terug met een pakketje verpakt in bananenbladeren. Er bungelt een apenarmpje uit. Ik hoop dat we vanavond geen aap eten... De Trio leven helemaal van het bos en de rivier. De meeste vogels zien we vanaf de korjaal van Denny. Het oerwoud is erg dicht om veel te kunnen zien. Vanaf Denny’s korjaal zien we onder andere de Koningsgier. Die komt niet veel voor, maar broedt hier! Ook zien we de Amerikaanse Reuzenijsvogel. Echt een reus, hij is 40 centimeter. Andere prachtige waarnemingen zijn de Capucijnvogel, de Oranjevleugelamazone, de Kraagpapegaai en de Groene Ibis. En verder teveel om op te noemen. Eén dag zijn we helemaal in het dorp. Thomas leidt ons rond, we spreken allerhande mensen, zien de school, kerk en bibliotheek en heel veel hutjes op palen. Dit laatste is om de schade te beperken als de rivier buiten zijn oevers treedt. We kunnen souvenirs kopen. ’s Avonds worden op een kruiwagen een televisie en een dvdspeler aangevoerd. We bekijken met een heleboel mensen uit het dorp een opname van vertellingen uit de verhalentraditie van de Trio. Cees Koelewijn heeft die voor een deel op schrift gesteld in zijn boek “Testament van Tamenta”. Een aantal is door de Trio uitgespeeld en op dvd gezet. Vlak voor ons vertrek gaan we nog weer bij de granman (hoofdman) langs. Aan het begin van ons verblijf zijn we ook bij hem op een soort audiëntie geweest. Hij is benieuwd naar onze bevindingen en spreekt zijn zorg uit over de jeugd van het dorp. Er is nauwelijks werk voor hen. Als we het vliegtuig horen aankomen lopen we naar de airstrip. We hebben hier bijna zestig vogelsoorten gezien, maar nog los daarvan hebben deze dagen in Tepoe ons verblijf in Suriname wel heel bijzonder gemaakt.
Terug in Paramaribo gaan we naar Frederiksdorp. Net als Peperpot is dit een plantage, maar deze is prachtig gerestaureerd. We slapen in een van de mooie huisjes. In Frederiksdorp zijn veel vogels en muggen. De laatste kun je zoveel mogelijk vermijden door niet in de schemering buiten te zijn. Van de eerste hebben we volop genoten. De meest bijzondere waarneming daar is de Vale Reuzennachtzwaluw. Die heeft het formaat van een flinke uil. Als hij geeuwt heb je het idee dat zijn kop in tweeën splijt. Een maf beest, maar een mooie waarneming. Verder onder andere veel roofvogels (Krabbenbuizerd) en spechten. We willen de Rode Ibis nog graag zien. Van Otte Ottema krijgen we het telefoonnummer van Moon (mobiel 8893063). Hij heeft verstand van vogels en vaart ons met zijn bootje naar Braamspunt, aan de monding van de Surinamerivier. Daar is een slaapplaats van de Rode Ibis. Eerst zien we er geen een, dan komt er eentje aanvliegen, meer, en uiteindelijk zien we er honderden. Een en al rood tegen de steeds meer donker wordende lucht. Schitterend. Hier zien we onder andere ook de Geelkruinkwak, de Zuidamerikaanse Blauwe Reiger en de Cocoi-reiger. Het is prachtig geweest. Mocht je ook naar Suriname willen om te vogelen, dan kun je Leo mailen om onze volledige vogellijst toegestuurd te krijgen (lmontsma@hetnet. nl). En bezoek dan ook Tepoe, dat maakt je reis echt geweldig. Heel veel informatie over Tepoe en de Trio-indianen kun je vinden op www.indianensuriname.nl. Via
[email protected] kun je extra informatie krijgen en ook de vlucht naar Tepoe en het pension boeken. Jeanette van der Perk
15
De Kerkuil in Katwijk, een overzicht Op 11 juni 2008 zag Martijn Verdoes in de nachtelijke uurtjes op Lentevreugd een jagende Kerkuil. Op 15 juni besloot ik tijdens mijn wekelijkse inventarisatieronde de grote schuur (”schuur van Meijer”) midden op Lentevreugd te betreden, op zoek naar broedende Boerenzwaluwen. Naast de rondvliegende Boerenzwaluwen vloog er tot mijn grote verbazing een Kerkuil op, die verdween in een donkere plek in de schuur. Om de vogel niet te veel te verstoren heb ik snel een blik geworpen in de schuur en zag op meerdere plekken verse braakballen en ontlasting liggen, wat duidde op langere aanwezigheid van de Kerkuil in de schuur. Omdat de schuur privéterrein is, heb ik in overleg met Staatsbosbeheer besloten de waarneming niet algemeen bekend te maken. Op 5 juli besloten Luuk Punt en Frank van Duivenvoorde de schuur te bezoeken. Helaas vonden ze in een afgesloten stookruimte een dode Kerkuil. In dezelfde ruimte vonden ze tevens 13 dode Kauwtjes. Wel hadden ze het vermoeden dat er nog een Kerkuil aanwezig zou kunnen zijn, omdat de aanwezige braakballen vers leken evenals de plekken ontlasting. Omdat de schuur dit najaar gesloopt gaat worden en de aanwezigheid van een Kerkuil een reden kan zijn om een ontheffing aan te vragen in het kader van de Flora- en Faunawet, heb ik op verzoek van Dienst Landelijk Gebied op 29 juli samen met Marina Fijten van Staatsbosbeheer een bezoek gebracht aan de schuur. Marina en ik troffen in de stookruimte eveneens de dode Kerkuil aan en daarnaast nog eens 16 dode Kauwtjes en 3 dode Spreeuwen. Grondige inspectie van de stookruimte doet vermoeden dat de vogels via het rookgasafvoerkanaal van de stookinstallatie in de ruimte terecht zijn gekomen en vervolgens vanwege voedselgebrek zijn gestorven omdat de deur van de ruimte is voorzien van een deurdranger. Aangezien er op 29 juli geen verse sporen zijn aangetroffen, mag worden verondersteld dat de dode Kerkuil dezelfde vogel is als die Martijn en ik hebben waargenomen op 11 resp. 15 juni.
16
Het betreft hier het eerste geval van een Kerkuil in de zomermaanden binnen het werkgebied van de vereniging en was voor mij aanleiding (na enig pushwerk van waarnemingcoördinator Ben Wielstra) om een overzicht te maken van alle bekende waarnemingen van Kerkuil in ons waarnemingengebied. In de tabel op pagina 19 heb ik geprobeerd alle waarnemingen van de Kerkuil samen te vatten. Er zijn dus slechts drie waarnemingen uit de jaren zeventig, en geen enkele uit de jaren tachtig. Pas na de dood gevonden vogel in 1991 komt er wat schot in de zaak en sinds 2001 wordt de soort bijna jaarlijks waargenomen dan wel gevonden. Lentevreugd is de laatste jaren dé plek. Jammer is dat alle bedrijfsgebouwen hier dit najaar gesloopt worden en wij (en de Kerkuilen) moeten dus zoeken naar nieuwe locaties. Kerkuilen broeden bij voorkeur op donkere en rustige plekken,
Datum Aantal Bijzonderheden Locatie 18 oktober 1971 1 Sportlaan Oktober 1973 1 Cantineweg 2 januari 1974 1 Duinrustplein – Ankerkerkje 16 januari 1991 1 Dood Industrieterrein ’t Heen November 1991 1 Waargenomen in de omgeving van de Industrieweg & Rooms Industrieweg. Ook zou een Kerkuil gezien Katholieke Kerk zijn zittend op de Rooms-Katholieke Kerk Katwijk a/d Rijn in Katwijk a/d Rijn 10-11 januari 1992 1 Omgeving Ridderpark 11 december 1995 1 In een schuur in Panbos. De vogel schijnt een Panbos week later te hebben gezeten in een schuur op het hertenkamp langs de Wassenaarseweg 9 november 1998 1 Overvliegend Rijnsoever 5 oktober 2001 1 In een vervallen schuur Lentevreugd 22 december 2003 1 Dood in oude garage midden in dorp Varkevisserstraat 27 dec.’03-2 jan.’04 1 In een vervallen schuur. Deze vogel schijnt Lentevreugd. na 2 januari 2004 nog drie weken in de schuur van Meijer, eveneens op Lentevreugd, te hebben doorgebracht 14 oktober 2005 1 Tegen een raam gevlogen en weggebracht Industrieterrein ’t Heen naar vogelasiel 12 juli 2007 1 Dood als verkeersslachtoffer N206 thv industrieter. ’t Heen Oktober 2007 Alleen braakballen en veertjes aangetroffen Lentevreugd 17 februari 2008 1 Dood aangetroffen in een vork van een den, Berkheide in het dennenbos achter de ”Koffietent” 27 maart 2008 1? Resten gevonden, waaronder een ring met Puinhoop het jaartal 2007. Echter, voor het ringen van (wilde) vogels worden geen ringen met een jaartal gebruikt. Mogelijk betreft het hier dus plukresten van een kip of iets dergelijks, of een escape (Kerkuilen worden veel gehouden) 11 juni 2008 1 ’s nachts jagend Lentevreugd 15 juni 2008 1 In de schuur van Meijer. Gelet op de Lentevreugd hoeveelheid braakballen en strontplekken heeft de vogel hier al enkele weken bivak. In de periode 30 mei – 8 juni 2008 zijn elders in Lentevreugd (plek van de Grauwe Klauwier) braakballen gevonden van Kerkuil 5 juli en 29 juli 2008 1 Dood aangetroffen in een stookruimte. Lentevreugd In dezelfde stookruimte 16 dode Kauwtjes en 3 dode Spreeuwen. Zeer waarschijnlijk dezelfde vogel als die van 11 en 15 juni 2008, aangezien de resten toch redelijk “vers” waren Aanvullend: Er zijn mogelijk meer waarnemingen, maar daarvan heb ik geen goede gegevens paraat. Via Ben ter Haar heb ik in 2005 een waarneming doorgekregen van een Kerkuil die heeft overwinterd in een manege aan de Kokshornlaan te Wassenaar, ongeveer 300 meter ten oosten van de parkeerplaats van Lentevreugd. Deze waarneming is niet meegenomen in de tabel. Tussen Katwijk en Noordwijk zijn twee waarnemingen bekend: een exemplaar in een schuur op het terrein van de Willem van den Bergh stichting begin maart 1996 en een vondst van een dode Kerkuil in het noordelijk deel van de Coepelduynen op 22 juli 2007. Deze waarnemingen zijn niet meegenomen in de tabel.
17
en in Nederland is de soort vrijwel geheel aangewezen op gebouwen als schuren, fabrieken, graansilo’s, scholen, ruïnes, duiventillen, torens, schoorstenen, lucht kokers en dergelijke. De laatste jaren maken Kerkuilen in toenemende mate gebruik van nestkasten die speciaal voor hen zijn geplaatst door bijvoorbeeld lokale vogelwerkgroepen. In de wintermaanden wordt van dergelijke gebouwen en nestkasten ook gebruik gemaakt. In het Katwijkse zijn enkele locaties die geschikt lijken voor overwinteren en mogelijk ook broeden van Kerkuilen (mits de gebouwen die er staan geschikt zijn en blijven): - in het zuiden de Ruijgenlaanse en Zonneveldpolder en de Ommedijksche Polder inclusief het voormalige vlieg kamp Valkenburg - ten noorden van Rijnsburg Polder Hoge weg en Elstgeesterpolder; - bebouwing in De Mient tussen het voor malige vliegkamp en de N441. Waar komen de ‘Kattukse’ Kerkuilen vandaan? Het is bekend dat volwassen Kerkuilen gewoonlijk het hele jaar in de omgeving van hun broedplaatsen blijven. Gedurende Kerkuil, Lentevreugd, Wassenaar, 5 juli 2008 (Luuk Punt)
strenge winters en perioden met weinig voedsel kunnen volwassen Kerkuilen zwerfgedrag vertonen. Een klein aantal van de volwassen Kerkuilen verandert in de loop van hun leven van broedplaats. Dat zijn meestal verplaatsingen van enkele kilometers. Jonge Kerkuilen echter verspreiden zich na het broedseizoen verder, zonder dat er sprake is van een voorkeursrichting. Bijna 70% van de jonge geringde vogels wordt binnen een straal van 50 km teruggevonden en 87% binnen 100 km. Slechts 2,5% van de in ons land geringde Kerkuilen wordt verder dan 300 km teruggemeld. Een Kerkuil die op 16 juli 1961 als nestjong was geringd in Gelderland werd na 16 maanden teruggemeld uit Spanje, waar hij was geschoten. Deze Kerkuil had een afstand van 1.470 km afgelegd. Op 14 juni 1990 werden op de Veluwe zes jonge Kerkuilen geringd, waarvan op 15 februari 1991 een van de geringde jongen werd gemeld vanuit Orepy in Oekraïne: een afstand van 1.530 km. Dat Kerkuilen niet opzien tegen een trektochtje blijkt ook uit de vogel die in oktober 1968 door Katwijkse vissers uit zee gevist werd op ongeveer 360 kilometer ten noordwesten van IJmuiden. Deze vogel (van de lichte fase) werd meegenomen naar Katwijk en op 14 oktober aan de Sportlaan losgelaten. In de provincie Zuid-Holland zit de Kerkuil sinds de eerste broedgevallen in 1989 flink in de lift, met in 2007 een respectabel aantal van 68 broedparen! In de tabel zijn de aantallen broedparen in de provincie per jaar aangegeven afgezet tegen het landelijk totaal. Omdat vooral jonge Kerkuilen zwerfgedrag vertonen en ze voornamelijk zwerven in een straal van 50 km is het interessant te weten waar binnen een straal van 50 km van Katwijk Kerkuilen broeden. Dit is dus in feite vrijwel de gehele provincie Zuid-
18
Aantal broedparen Zuid-Holland Jaartal 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007
Totaal in NL 726 1142 608 759 1055 884 1010 1379 800 1147 1674 1938 2477 2056 1972 2377 2726 1900 3151
Totaal in ZH 4 4 1 1 2 3 2 3 4 8 7 12 14 16 15 36 41 38 65
Holland! In theorie kunnen onze Kerkuilen dus overal uit Zuid-Holland vandaan komen, maar ook uit Noord-Holland en zelfs uit andere provincies. Interessanter is het om te weten of er Kerkuilen dichterbij Katwijk broeden. Even wat getallen uit de directe omgeving, zeg maar binnen een straal van 15-20 km (deze aantallen zijn wellicht niet volledig): - Lisserbroek: 1 paar (in de Haarlemmer meerpolder in totaal naar schatting 9 paar) - In het gebied van de werkgroep Kerkuilen regio Leiden - Leimuiden, werkzaam in
het gebied van grofweg de driehoek A4 N207 - N11): 2 paar (sinds de plaatsing van de eerste nestkasten in 2003 zijn in totaal 22 jonge Kerkuilen uitgevlogen) - Ten oosten van Alphen a/d Rijn: 2 paar - In het gebied van de Kerkuilenwerkgroep Nootdorp-Leidschendam-WilsveenStompwijk-Zoeterwoude-Gelderswoude: 3-5 paar - Polders tussen Voorschoten en Wasse naar: 1 paar - Oostvlietpolder Leiden: sinds 2007 wordt hier geregeld een Kerkuil waargenomen, maar onbekend is of de vogel hier broedt. De Kerkuil broedt dus dichterbij Katwijk dan we misschien dachten, en als de toename in Zuid-Holland doorzet is het niet onmogelijk dat we de Kerkuil in de toekomst mogen verwelkomen als nieuwe broedvogel. Dit artikel is mede tot stand gekomen met hulp van Martin van de Reep, bestuurslid Kerkuilenwerkgroep NootdorpLeidschendam-Wilsveen-StompwijkZoeterwoude-Gelderswoude en Mariska de Graaf van de Kerkuilenwerkgroep afdeling Bollenstreek. Martin was zo vriendelijk de gegevens over de provincie Zuid-Holland aan te leveren alsmede gegevens over het voorkomen van Kerkuilen ten oosten van Katwijk. Mariska was zo vriendelijk enkele gegevens aan te leveren over het voorkomen van Kerkuilen in de Bollenstreek. Bas van der Burg
[email protected]
Gebruikte literatuur en websites: 1. A. Meijer, A. van Egmond, G. van der Bent & R. van Rossum, De vogels van Katwijk, 1996, bijz uitg. De Duinstag, Vogelwerkgroep Katwijk, Katwijk. 2. Diverse waarnemingenrubrieken uit het blad De Duinstag 3. Website “Vogel- en natuurclub Katwijk”: www.birdclubkatwijk.nl 4. Website “Werkgroep Kerkuilen Nederland”: www.uilen.org/kerkuil/ 5. Website “Werkgroep kerkuilen regio Leiden-Leimuiden”: www.kerkuilen.nl 6. Website “Kerkuilenwerkgroep Nootodorp-Leidschendam-Wilsveen-Stompwijk-ZoeterwoudeGelderswoude”: www.wgnl.nl
19
Veldwaarnemingen april - juli 2008
Samengesteld door: Ben Wielstra,
[email protected] Hier volgt het waarnemingenoverzicht van de periode april tot en met juli 2008. De interessantste vogelwaarnemingen zijn van de aan onze website http://birdclubkatwijk.nl gekoppelde databases van http://waarneming.nl en http://trektellen.nl gehaald. Op genoemde websites is het totaaloverzicht van de waarnemingen over deze periode terug te vinden. Alle waarnemers worden bedankt voor de moeite die zij namen voor het invullen en doorgeven!
WA NA GB DB EB BB ED JD MD FD AE JE RG FG JH JaH RH HH PI
Wil Aanhane Noël Aarts Gijsbert van der Bent Dirk ten Boer Ellen de Bruijn Bas van der Burg Edial Dekker Jaap Dijkhuizen Menno van Duijn Frank van Duivenvoorde Arjan van Egmond Jaap Engberts Reinder Genuït Frank Gijselhart Joël Haasnoot Jan Hendriks Rob Hoeben Henry van Houten Peter Imthorn
20
GJ Gertjan de Jong JK Jeannet Keijzer MK Marc Kolkman MiK Miep Koerber ML Maarten Langbroek WL Wim Langbroek BL Bertus de Lange AnM Annelies Marijnis HM Huub Middelkoop KN Kees Neve HO Huig Ouwehand AP André van der Plas EP Erik Pomp LP Luuk Punt AR Aat Redel ER Erwin Reinstra JR Joost van Reisen WR Wim Remmelzwaal FR Flor Rhebergen
RR René van Rossum JS Jan Schaap SSc Sjaak Schilperoort CS Cees Schoonenberg PS Peter Spierenburg RS Rein Strijker AS Ab Steenvoorden JS John Stigters WT Wouter Teunissen GT Gijsbert Twigt HT Huig Twigt RV Ruben Vermeer AV Aart Vink AW Arie-Willem van der Wal SW Steven Wytema RW Rutger Wilschut BW Ben Wielstra CZ Casper Zuyderduyn PZ Piet Zuyderduyn VW Vele Waarnemers
Waarnemers op de Puinhoop, oktober 2005 (René van Rossum)
Dwerggors, Katwijk, 11 april 2008 (Luuk Punt)
April Een Zwarte Wouw bood zich aan als opener voor het waarnemingenoverzicht. De 1e vloog een vogel over Berkheide (HO). Later deze maand zouden er nog vele volgen. De resten van een Noordse Stormvogel werden de 3e aangetroffen op het strand (GB). De Dwerggors bleek de 4e nog immer present op ’s-Gravendijck (PS) en op de 11e liet de vogel zelfs een subzang horen (LP). De laatste waarneming dateert van de 20e (RV). Een Roek zat de 6e tussen de Zwarte Kraaien op Lentevreugd (BB). Ook werden op eendere wijze nog tot half april twee Bonte Kraaien waargenomen (VW). Een adulte (AE) en een tweede kalenderjaar (EB) Pontische Meeuw hielden zich de 6e op nabij de uitwatering. Een Ooievaar vloog de 7e over het dorp (JH). Zowel een Zwarte Wouw als een Grote Burgemeester in eerste-winterkleed werden de 10e over Valkenburg vliegend waargenomen (MD). Een Grote Zilverreiger vloog over Lentevreugd (FR). Op de avond van de 10e bleek een Kraanvogel aanwezig op Lentevreugd (WR,FR). De vogel bracht hier de nacht door, om vervolgens de
volgende ochtend al in de vroegte te vertrekken (RG,SSc). Een Velduil werd de 11e waargenomen in Berkheide (ML, WL). Een Zwarte Wouw werd de 15e boven Rijnsburg gezien (LP). Waar nemingen van Beflijster en Smelleken dit voorjaar zijn in tabellen weergegeven. Een Purperreiger vloog de 17e over Berkheide (NA). De 18e zag Visarenden doorkomst: één over het dorp (ML,WL) en één over Lentevreugd (JE). De hieropvolgende dag was het weer raak en werd een vogel boven de Zanderij opgemerkt (GB). Twee Lepelaars vlogen de 18e over Lentevreugd (JE). Hier zaten de 19e twee (NA) en de 21e (EP) één Engelse Kwikstaart. De 20e betekende goede trek. De steltjes waren eindelijk losgekomen en over Lentevreugd werden bijvoorbeeld redelijke aantallen Rosse Grutto’s, Groenpootruiters en Regenwulpen waargenomen en daartussen waren schaarsere soorten als Kleine Plevier en Zwarte Ruiter aanwezig (BB). Op deze locatie verder ook nog een overvliegende Kleine Zilverreiger (BB). Telpost Berkheide telde mee met onder andere bijna vijfduizend Graspiepers en vele tientallen gele kwikstaarten sp., Boompiepers en
21
Kneuen. Een Zomertortel alhier was aan de vroege kant (CZ). Telpost Berkheide is vorig najaar pas officieel opgericht, maar lijkt dé locatie om landtrek in het voorjaar waar te nemen. Deze trektelpost schittert dan ook nog vele malen in dit waarnemingenoverzicht. Een Paapje was de 20e present op Lentevreugd (BB). Praktisch alle gemelde voorjaarsvogels, het zullen er nog geen tien zijn geweest, werden op deze locatie vastgesteld. Twee Velduilen werden de 20e waargenomen: één ter plaatse op Lentevreugd (BB,FD) en één vliegend langs Savoy (ED). Maar liefst twaalf Tapuiten foerageerden de 21e op Camping de Zuidduinen (GB) en op Lentevreugd waren er nog eens zes te vinden (EP): een doortrekpiekje. Een Rode Wouw, vorig jaar totaal afwezig in het Katwijkse, vloog de 21e over de watertoren (HT). De Zwarte Wouwen-regen hield aan: de 22e werden er twee (plus nog een extra ongedetermineerde wouw) vliegend over Berkheide waargenomen (WR). De 23e vloog er één over Lentevreugd (LP). Weer een Purperreiger vloog de 23e over de Wassenaarse Slag (NA) en twee Lepelaars passeerden Berkheide (JR). De 24e vloog een
mogelijke Grauwe Kiekendief over Berkheide (ML). Dit voorjaar werden ook ruim vijftig Bruine Kiekendieven opgemerkt (VW). De 25e werden enkele krenten over zee waargenomen: een Kuifaalscholver en een Noordse Storm vogel (FD,LP). Trektelpost Berkheide deed goede zaken het weekend van 26 en 27 april, met als krenten een Purperreiger, een Ooievaar, zeven Lepelaars, drie Roeken, twee Goudvinken en een Appelvink (BB,CZ). De 27e werd een Draaihals op de Krom gevonden (CZ) en vervolgens getwitcht (VW). Een mannetje Blauwe Kiekendief en een Roek vlogen de 27e over het dorp (ML,WL). Nog een Draaihals werd de 28e in Berkheide waargenomen (JR). Een Lepelaar vloog de 28e over het dorp (HM). Een zingende Grauwe Vliegenvanger was de 29e aanwezig in het ’s-Heerenschoolbos (CZ). Bokjes, Waterpiepers en Baardmannetjes waren tot in april op Lentevreugd te vinden (VW). Eén Baardman paartje besloot te blijven broeden (BB). Opvallend was dat wanneer ze eenmaal deze intentie hebben, ze ineens een stuk stiekemer zijn.
Waarnemingen van Beflijster voorjaar 2008 Datum 31-3 16-4 18-4 19-4 19-4 20-4 20-4 20-4 22-4 22-4 23-4 26-4 26-4 27-4 27-4 28-4 29-4 07-5
22
Details 1 man t.p. 1 man t.p. 1 man t.p. 1 t.p. 8 t.p. 3 t.p. 34 t.p. 8 overvliegend 1 t.p. 1 t.p. 7 t.p. 12 t.p. 3 overvliegend 4 overvliegend 15 t.p. 1 overvliegend 3 t.p. 8 overvliegend 1 overvliegend 2 man t.p.
Locatie Berkheide Coepelduynen Lentevreugd Coepelduynen Berkheide Puinhoop Berkheide Lentevreugd Berkheide Lentevreugd Berkheide Berkheide Telpost Berkheide Berkheide Telpost Berkheide Berkheide Zanderij Berkheide
Waarnemer ML,WL AS JK,RR NA VW PS GB,KH,PS BB WR MiK WA WR CZ BB BB,CZ JH,BL GB JR
Kleine Zilverreiger, Lentevreugd, Wassenaar, 24 juli 2008 (Jan Hendriks)
Waarnemingen van Smelleken voorjaar 2008 Datum 15-3 11-4 20-4 20-4 24-4 26-4 27-4 27-4 01-5 03-5 04-5 04-5 05-5 09-5 10-5 23-5 24-5
Details 1 1 1 vrouwtype 1 1 vrouwtype 1 vrouwtype 3 1 1 jagend 1 vrouwtype 3 3 4 1 1 vrouwtype 1 1 vrouwtype
Locatie ’s-Gravendijck Berkheide Coepelduynen Telpost Berkheide Berkheide Telpost Berkheide Telpost Berkheide Coepelduynen Coepelduynen Telpost Berkheide Lentevreugd Coepelduynen Telpost Berkheide Dorp Berkheide Lentevreugd Lentevreugd
Waarnemer FG,HH ML,WL PS CZ ML CZ BB,CZ NA CZ BB BB AS BB,CZ RR GT WT BB
23
Mei Zo saai als mei vorig jaar was, zo spannend was het dit jaar! Telpost Berkheide leverde de 3e onder andere een Duinpieper op (BB). Een mannetje Wielewaal werd de 3e waar genomen, overvliegend over Berkheide (CS). Over de Coepelduynen vlogen de 4e twee Zwarte Wouwen en vier Ooievaars (AS). Over Lentevreugd werden twee overvliegende Lepelaars waargenomen (BB). Een Patrijs zat de 5e op de Puinhoop (WL). De nieuwe plas op Lentevreugd lijkt, mits er niet te veel water in staat, toch aardig in trek bij steltjes. Zo zaten er de 5e drie Temmincks Strandlopers (BB). Telpost Berkheide leverde de 5e alweer de derde Kraanvogel van het jaar op (BB,CZ), terwijl deze soort niet eens een jaarlijkse gast is in Katwijk! Tot twee keer toe vloog ook een potentiële Roodpootvalk over de telpost, maar de determinatie kon in beide gevallen niet met honderd procent zekerheid beklonken worden (BB,WT,CZ). Daarnaast passeerden enige hon derden Gierzwaluwen en Boerenzwaluwen (BB,WT,CZ): voor Katwijkse begrippen niet onaardig. Verder vlogen nog onder meer een Ooievaar, vier Lepelaars en een Engelse Kwikstaart langs de post (BB,WT,CZ). Ook over Lentevreugd werd vandaag een Ooievaar waargenomen (CZ). ’s Avonds werd een niet nader gedetermineerde buulbuul waargenomen langs de Wassenaarseweg (RR). Aangenomen mag worden dat het hoe dan ook een escape betreft. Een Zwarte Wouw vloog de 6e over Berkheide (WR). Ook een Geelgors passeerde alhier (WR). De 7e zag leuke doortrek van Zwarte Sterns: 168 vogels in twee-en-een-half uur (BB,BW). Een dagrecord, althans, sinds de resultaten op trektellen.nl worden ingevoerd. De tiende (WR) en elfde (WL) Zwarte Wouw van het voorjaar vlogen de 9e over het dorp. RR werd de 9e verblijd door een Roodkeelpieper die roepend over zijn huis vloog. Dit jaar deed zich tot grote vreugd van iedere vogelaar een invasie Roodpootvalken voor in Nederland. De 9e was het eindelijk raak in ons waarnemingsgebied en vloog een vrouwtje over huize BB. Hulde aan wederom BB, die de 10e twee Roodpootvalken – een adult en een 1e zomer mannetje – ontdekte op Lentevreugd. De vogels lieten zich fraai bekijken en zelfs twitchen en werden natuurlijk
24
op de gevoelige plaat vastgelegd. Veel later bleek dat de vogels de avond ervoor al aanwezig waren (John van de Graaf). Twee Appelvinken waren de 10e aanwezig in het Panbos en een Lepelaar vloog over (WR). Een Velduil jaagde die ochtend in Berkheide en een Visarend vloog over (CS). Telpost Berkheide deed vandaag goede zaken, met een Grote Zilverreiger, een Zwarte Wouw, nog twee Visarenden en een Zomertortel als krenten (BB). De 11e was het weer raak op telpost Berkheide. Hoogtepunt was de derde Koereiger voor Katwijk, die samen met een Kleine Zilverreiger passeerde (BB; ook door PI over Panbos). Eerder die ochtend werd deze vogel al langstrekkend langs de Vulkaan te Den Haag waargenomen. Om het af te maken passeerde even later nog een tweede Kleine Zilverreiger de post (BB). BB telde thuis in eigen tuin door en kon zo nog een Visarend, twee Zwartkopmeeuwen en een Ooievaar bijschrijven. Nog een klapper kwam de 11e in de vorm van een Roodstuitzwaluw die langsvliegend waargenomen werd lang trektelpost Berkheide (JK,RR): pas de vijfde waarneming voor Katwijk! Vandaag werden maar liefst zes Wielewalen in het Panbos waar genomen (PI). Hiervan bleven twee vogels dit voorjaar. Hiernaast werden er ook vier territoria van Grauwe Vliegenvanger vastgesteld in het Panbos. Een zingende Bonte Vliegenvanger op de 19e is echter doorgetrokken (PI). De 12e vlogen de eerste twee Wespendieven over huize BB en Rijnfront, Oegstgeest (RS). Alweer een Zware Wouw vloog over het ’s-Heerenschoolbos (CZ). Leuk was de waarneming van een kort zingende Wielewaal in Rijnsoever (AnM). De 12e werd op Lentevreugd een langsvliegende onvolwassen Roodpootvalk opgemerkt (RH). De 14e liepen er weer aardig wat steltjes te Lentevreugd, waaronder, naast een zwik Oeverlopers en Bosruiters, eindelijk weer eens een Kleine Strandloper (BB). Een Visarend vloog de 15e over het Panbos (WR). Een Lepelaar vloog de 15e over Berkheide (GB). Een Kwartel riep de 22e kort vanaf de ‘Kleine Maasvlakte’ (GB). Een Grauwe Vliegenvanger zat de 23e langs het Zwarte Pad (GB). Een Paapje zat vandaag zelfs even te zingen bij het Valkenburgse Meer (WT). Een Zwarte Wouw (#14) en een Lepelaar vlogen de 24e over Lentevreugd (BB). Een Visarend vloog de 24e
Roodpootvalk, 2e kalenderjaar ♂, Lentevreugd, Wassenaar 11 mei 2008 (René van Rossum)
Zwarte Wouw, Parklaan, Katwijk aan Zee, 6 mei 2008 (Wim Remmelzwaal)
Grauwe Klauwier ♂, Lentevreugd, Wassenaar, 30 mei 2008 (René van Rossum)
25
over het dorp (ML,WL,WR). Vanaf 22 mei tot in ieder geval 19 juni zat een Dwergooruil te zingen op het terrein van de Bergstichting (vele, vele VW). Meer over deze waarneming is reeds in de vorige Duinstag vermeld. De laatste week van mei werd geregeld een Grote Zilverreiger op Lentevreugd waargenomen; enkele langs vliegende vogels zullen waarschijnlijk dit individu betreffen (VW). Een gekleurringde Lepelaar die de 27e in Berkheide stond kon helaas niet afgelezen worden (NA). Een mogelijke Roodpootvalk vloog de 27e over het dorp (WR). De tuin van ML en WL bood de 28e
onderdak aan een Grauwe Vliegenvanger. Een Wespendief vloog vandaag over ’s-Gravendijck (AS). Drie zilverreigers over zee konden niet op soort afgemaakt worden (WR). Een Krooneend vrouw vloog de 29e op langs de Tjalmaweg (AS). JE ontdekte de 30e een fraai mannetje Grauwe Klauwier op Lentevreugd. Toegesnelde belangstellenden konden de vogel fantastisch zien en zelfs horen. De vogel had een ring om de poot van waarschijnlijk buitenlandse herkomst. Aflezen is helaas niet gelukt. Er werd gehoopt dat dit een territorium of heus broedgeval zou worden, maar de vogel was na 8 juni gevlogen.
Roepende Roerdompen Vanaf 10 april zat een Roerdomp te baltsen op Lentevreugd (VW). Heuglijk nieuws natuurlijk aangezien dit in Katwijk een zeer zeldzaam verschijnsel is. Er is wel een waarneming bekend vanuit Berkheide in 2006, maar deze was niet voor velen weggelegd. Aan het eind van april werd vermoed dat er ook in Berkheide door een Roerdomp geroepen werd. Echter, het geluid van de vogel van Lentevreugd bleek dermate ver te dragen dat deze vanuit ver in Berkheide gehoord kon worden. Op 11 mei werd een rondvliegende Roerdomp vastgesteld vanaf telpost Berkheide (BB). Deze vogel vloog vanuit Berkheide richting Meijendel en ging daar aan de grond zitten, maar kwam even later teruggevlogen om weer in Berkheide te landen. Eind mei kon met zekerheid vastgesteld worden dat er toch daadwerkelijk gehoempt werd in Berkheide zelf. Zo hingen er 27 mei twee Roerdompen gemoedelijk in een rietkraag in het niet vrij toegankelijke deel van Berkheide (NA). Ongetwijfeld een paartje: terwijl de ene vogel ‘zong’, reageerde de andere vogel hierop met een soort gakkend geluid. Er werd nooit vastgesteld dat er tegelijkertijd op Lentevreugd en Berkheide werd geroepen. Het is wel voorgekomen dat er op de ene locatie gehoempt werd en op de andere locatie een Roerdomp gezien werd, maar er waren nou eenmaal minstens twee vogels in het spel. Maar ook in Berkheide zelf werd op meerdere locaties een Roerdomp gehoord. Het is verleidelijk om aan meerdere territoria in totaal te denken, maar laten we de resultaten van de broedvogelinventarisatie van Werkgroep Berkheide afwachten alvorens harde uitspraken te doen. Op 16 juli werd nog een voorzichtige strofe vanaf Lentevreugd gehoord (ML,WL).
Roerdompen, Berkheide, Wassenaar, mei 2008 (Noël Aarts)
26
Watersnip, Lentevreugd, Wassenaar, 25 juli 2008 (René van Rossum) Watersnip, Lentevreugd, Wassenaar, 23 juni 2008 (Luuk Punt)
27
Juni De maand werd ingeluid met een knaller: BD ontdekte een zingende Grote Karekiet bij het Valkenburgse Meer. De vogel trok veel bekijks. Het betreft pas het vierde geval voor ons waarnemingsgebied en in de rest van ons land begint deze loebas helaas steeds schaarser te worden. Een Kleine Barmsijs werd de 1e in de Coepelduynen waargenomen (AS). Een Lepelaar vloog over Valkenburg (CZ). Helemaal niet verkeerd was het mannetje Grauwe Kiekendief dat de 2e over Lentevreugd vloog (LP). Alweer een klapper kwam de 4e in de vorm van een Ralreiger. De vogel werd door AS ontdekt op het golfterrein tegenover Lentevreugd en kon door een select snel gezelschap (BB,GB,RG) getwitcht worden voordat de vogel opvloog en in noordelijke richting verdween. De tweede voor Katwijk, na een vogel in 2006 op Lentevreugd. Een overvliegend vrouwtje Roodpootvalk werd de 5e gemeld vanaf Lentevreugd (SW). Begin deze maand hing een twitchbare bruine vorm Koekoek (dat zijn altijd vrouwtjes) rond in Berkheide (VW). Deze maand werden twee koerende Zomertorels aangetroffen in
Berkheide (WR). Waarnemingen waren echter zo schaars dat een terugkeer van deze soort als broedvogel slechts wishful thinking lijkt. Een Grote Zilverreiger vloog de 7e op bij de muur te Berkheide (GJ). Een Ooievaar stond de 7e in de Ruijgelaanse en Zonneveldspolder (AE). Op Lentevreugd was vanaf de 8e tot de 10e onregelmatig een Kwartelkoning te horen (VW). Ook liep hier nog een late danwel vroege Bosruiter rond (AR). In Berkheide werd vandaag een Kwartel gehoord en gezien (CS). Een pigmentgehandicapte Gierzwaluw met buitengewoon veel wit op keel en borst werd vandaag boven het dorp waargenomen (BB). Vijf Lepelaars foerageerden de 11e op Lentevreugd (NA). Erg leuk was de waarneming van een Kerkuil die de 11e aan het jagen was op Lentevreugd (MV). De 15e werd een (de) Kerkuil waargenomen in een schuur op het terrein (BB). Een Visarend (#10) vloog de 14e over het dorp (JD,AE,AP). Een 2e kj Zwartkopmeeuw vloog de 23e langs Savoy (LP). Op Lentevreugd werden naast wat Witgatten ook alweer een Bosruiter en een Watersnip waargenomen (LP). Escapenieuws: een Grasparkiet vertoefde de 24e bij Hotel Duinoord (DB). Een baltsende
Waarnemingen van Kruisbek voorjaar/zomer 2008 Datum 11-5 10-6 17-6 4-7 5-7 6-7 22-7 24-7 25-7 25-7 25-7 25-7 26-7 26-7 28-7 30-7 31-7
28
Details 3 overvliegend 8 overvliegend 1 overvliegend 11 overvliegend 10 overvliegend 10 overvliegend 3 overvliegend 1 t.p. 1 overvliegend 8 overvliegend 44 overvliegend 9 t.p. 5 30 overvliegend 11 overvliegend 1 overvliegend 1 overvliegend
Locatie Telpost Berkheide Dorp ’s-Gravendijck Lentevreugd Berkheide Coepelduynen Duinpark Duinpark Coepelduynen Puinhoop Lentevreugd Berkheide Coepelduynen Lentevreugd Dorp Dorp Dorp
Waarnemer BB RR AS BB WR WT WL GB PS LP RR JK,RR AS VW CZ WR WR
Veldleeuwerik, Lentevreugd, Wassenaar, 30 mei 2008 (René van Rossum) Kemphaan, Lentevreugd, Wassenaar, 5 juli 2008 (Luuk Punt)
29
Houtsnip werd de 28e waargenomen aan de rand van Rijksdorp (WT,BW): voor ons waarne mingsgebied een uniek voorval. Piepende Rans uil kuikens werden waargenomen in Berkheide, de Coepelduynen en op het terrein van Vlieg veld Valkenburg (VW). Op 8 juni werden er van het Baardman territorium te Lentevreugd drie jongen vastgesteld. Echter, later in de maand liep het aantal op tot minimaal elf juveniele vogels. Wat de herkomst van deze Baardknaapjes precies is blijft slechts gissen. Werd het aantal Baardmannetjes versterkt door toestroom van juveniele vogels van buitenaf? Presteerde een enkel paartje het om, zonder dat het nest uit zijn voegen sprong, al die jongen tegelijkertijd op te voeden? Heeft het paartje in rap tempo meerdere nesten groot gebracht? Kunnen Baardmannetjes zo stiekem zijn dat er misschien wel meer paartjes gebroed hebben? De Baardmannekes zelf waren in ieder geval nog de gehele periode te bewonderen.
Juli Een adulte Zwartkopmeeuw vloog de 1e rond in een club meeuwen boven de Wilbert (CZ). Een Zwarte Mees in Rijnsburg de 2e was toch wel erg apart getimed (WT). Zou er in de buurt zijn gebroed? Die nacht werden alweer de eerste Oeverloper kreten gehoord (VW). De zeetrek begon alweer op gang te komen deze maand. De 5e werden bijvoorbeeld de eerste Roodkeelduiker (BW), Zwarte Sterns (LP, BW) en Dwergsterns van het ‘najaar’ waargenomen en op de 6e passeerden een variatie aan stelt lopers en zelfs een Rotgans telpost Savoy. Bergeenden vlogen ondertussen ‘tegen de richting in’ naar de ruigronden in de Duitse Bocht. De eerste juveniele Zwartkopmeeuw werd de 5e bij de uitwatering waargenomen (FD, LP) terwijl de 6e een adulte vogel in compleet winterkleed werd genoteerd (VW). Vroeg was de waarneming van een juveniele Slechtvalk die de 6e langs Savoy vloog (VW). Het lijkt de Kerkuil op Lentevreugd niet goed te zijn vergaan: de 5e werden in eerdergenoemde schuur de ver vergane resten van een (het?) exemplaar aangetroffen, temidden van een zwik Kauwen in eendere staat (FD,LP). Waar schijnlijk hebben deze opgesloten gezeten en
30
zijn ze van de honger omgekomen. GB was de 10e in ieder geval zelf behoorlijk ingenomen met zijn paartje Spotvogel op de Zanderij met pas uitgevlogen jong, wat in Katwijk maar zeer zelden wordt vastgesteld. Met name in juli werden aardig wat Kruisbekken gemeld. Nou wordt er elk jaar weer geroepen dat er een invasie aankomt op basis van de gebruikelijke rondzwervende zomerse Kruisbekken, maar dit keer leken het er toch wel erg veel te zijn. Om het overzicht te behouden zijn de waarnemingen in een tabel weergegeven. Er werden deze maand, naast al weer wat trekkers, weer regelmatig Bruine Kiekendieven gemeld op en rond Lentevreugd (VW). Broeden gebeurt er nog niet, maar broedvogels en kroost lijken Lentevreugd in ieder geval na het broedseizoen wel interessant te vinden. Enkele IJsvogelmeldingen kwamen binnen van Lentevreugd en Berkheide (VW). Zouden ze weer genesteld hebben? Een adulte Zwartkopmeeuw vloog de 15e over Berkheide (WR,AW). Een juveniel Grote Lijster werd de 17e waargenomen bij de watertoren (HT). Een Kuifleeuwerik was de 22e aanwezig op de boulevard (JS). Helaas kwam de waarneming wat laat aan het licht, want deze soort is in korte tijd een ware zeldzaamheid in Nederland geworden en had op flink wat belangstelling kunnen rekenen. De 25e kon RR een juveniele Waterrietzanger op de gevoelige plaat vastleggen op Lentevreugd. De soort is behoorlijk zeldzaam in Katwijk (en ook gewoon op wereldschaal) en het was dan ook pas de 5e waarneming voor ons gebied (inclusief een ringvangst op Vogelringstation De Beer). Het betrof tevens de eerste waarneming voor Nederland dit jaar. Op dezelfde locatie werd overigens in augustus 2004 ook al een exemplaar waargenomen, dus Lentevreugd lijkt toch wel dé plek voor deze soort in ons waarnemingsgebied. Ondertussen werd een Kramsvogel waargenomen in het dorp (AE): geen vogel die je eind juli zou verwachten. Vier Ooievaars koersten de 26e over Rijnfront (PS). Er waren inmiddels al weer aardig wat uurtjes gestoken, maar de 26e werd dan toch eindelijk weer eens de Vale Pijlstormvogel waargenomen (RW). Het betrof de 7e waar neming voor ons waarnemingsgebied van deze op wereldschaal ernstig bedreigde soort. Lentevreugd leverde zowel de 24e (JaH) als
Rouwkwikstaart, Lentevreugd, Wassenaar, 20 maart 2008 (Luuk Punt) Grasmus, Berkheide, Katwijk, mei 2008 (Menno van Duijn)
31
Eerste seizoenswaarnemingen
Grote Burgemeester Valkenburg, 10 april 2008 (Menno van Duijn)
Net als vorig jaar is de fenologie van broed vogels en doortrekkers bijgehouden. De score is in een tabel weergegeven. Vogels die ook (zij het in klein aantal) overwinteren, zoals Tjiftjaf, Zwartkop of Witte Kwik, zijn buiten beschouwing gelaten. Even een kleine evaluatie. Er is relatief weinig over zee gekeken dit voorjaar, wat in relatief late waarnemingen voor bijvoorbeeld de sterntjes tot uiting komt. De Krombekstrandloper heeft de jaarlijst helaas (nog) niet weten te halen, maar gelukkig werden de afwezigen Kemphaan en Zomertaling op de valreep nog in de zomermaanden op Lentevreugd waargenomen. De Noordse Kwikstaart, op zich niet echt een schaarse doortrekker, is vorig jaar gewoon helemaal niet waargenomen! Dat werd dit jaar rechtgezet. Al met al was het een heel succesvol voorjaar te noemen, met leuke soorten die niet eens jaarlijks worden vastgesteld en daarnaast ook hoge aantallen. (Tabel zie pag 36)
de 26e (twee; CZ) Kleine Zilverreigers op. Na een totale afwezigheid dit voorjaar zaten er de 26e ineens zes Zomertalingen op Lentevreugd (MD). Zowel de 26e als de 27e werd een adulte Zwartkopmeeuw waargenomen, vliegend boven Lentevreugd (VW). De 27e vlogen nog eens twee adulte vogels over het dorp (BB). Het eerste najaars Paapje zat de 27e alweer te ’s-Gravendijck (CZ). Een langsvliegende Ooievaar werd die dag waargenomen bij het Valkenburgse Meer (AR). In de laatste week van juli werd een aantal Wespendiefen op trek gemeld: de 24e over Berkheide (BB) en de 27e (CZ) en 29e (RR) over het dorp. Daarnaast hing een paartje Wespendief eind van de maand regelmatig in de omgeving van Rijksdorp in de lucht (VW). Het mannetje van het stel voerde zelfs baltsvluchten uit (het zogenaamde ‘vlinderen’). Wat doen die hier opeens? Een juveniele Buidelmees werd de 31e ontdekt bij het Valkenburgse Meer (WT) en liet zich, zij het met wat moeite, fraai aanschouwen. Er waren in ons waarnemingengebied voor dit geval slecht zeven waarnemingen bekend, van in totaal elf vogels.
32
Vos met Houtduif in bek, duinen Noordwijk, juni 2008 (Frits Houwaart)
Baardman onv, Lentevreugd, Wassenaar, 25 juli 2008 (René van Rossum)
33
Eerste seizoenswaarnemingen van broedvogels en doortrekkers 2008 Waarnemer
Datum eerste waarneming
Soort
Waarnemer
Datum eerste waarneming
Soort
(exclusief overwinteraars)
Zomertaling
26-7 (!) MD
Velduil
11-4
ML,WL
Kwartel
22-5
GB
Gierzwaluw
17-4
AP
Geoorde Fuut
29-3
WR
Draaihals
27-4
VW
Purperreiger
17-4
NA
Oeverzwaluw
12-4
AV
Lepelaar
04-3
KN
Boerenzwaluw
30-3
ER
Wespendief
12-5
BB,RS
Huiszwaluw
21-3
HM
Zwarte Wouw
01-4
HO
Duinpieper
03-5
BB
Rode Wouw
21-4
HT
Boompieper
09-4
NA
Bruine Kiekendief
15-3
NA
Engelse Kwikstaart
19-4
NA
Visarend
18-4
VW
Gele Kwikstaart
09-4
JH,ML,WL
Smelleken
15-3
FG,HH
Noordse Kwikstaart
10-5
BB
Boomvalk
18-4
NA
Rouwkwikstaart
13-3
GB
Kluut
16-4
GB
Nachtegaal
14-4
NA,CZ
Kleine Plevier
15-3
WR
Blauwborst
31-3
CZ
Kleine Strandloper
14-5
BB
Zwarte Roodstaart
17-3
GB,GT
Temmincks Strandloper
05-5
BB,CZ
Gekraagde Roodstaart
06-4
AE
Kemphaan
05-7 (!) FD,LP
Paapje
20-4
BB
Grutto
15-3
PZ
Tapuit
30-3
AnM
Rosse Grutto
20-4
BB
Beflijster
31-3
ML,WL
Regenwulp
19-4
NA
Sprinkhaanzanger
31-3
JS
Zwarte Ruiter
20-4
BB
Spotvogel
05-5
CZ
Groenpootruiter
19-4
PS
Bosrietzanger
29-4
NA
Bosruiter
20-4
BB
Kleine Karekiet
17-4
NA
Oeverloper
20-4
BB
Rietzanger
20-4
BB
Grote Stern
29-3
LP
Braamsluiper
18-4
MK CZ
Visdief
30-3
ER
Grasmus
13-4
AS
Noordse Stern
25-4
VW
Tuinfluiter
24-4
LP
Dwergstern
07-5
BB,BW
Fitis
28-3
RG
Zwarte Stern
20-4
AE
Grauwe Vliegenvanger
29-4
CZ
Zomertortel
20-4
CZ
Bonte Vliegenvanger
19-5
PI
Koekoek
12-4
CZ
34
Torenvalk, jagend op insecten, Lentevreugd, Wassenaar, 25 juli 2008 (René van Rossum) Visdieven en een Dwergstern, strand van Katwijk aan Zee, 25 juli 2008 (Luuk Punt)
35
Huismus ♂ met jong, E.A. Borgerstraat, Katwijk aan Zee, juli 2008 (Maarten van der Bent)
LEZINGEN & EXCURSIES Op vrijdag 7 november organiseert de Vogel- en Natuurclub Katwijk een lezing in etablissement De Roskam aan de Turfmarkt in Katwijk aan den Rijn. De lezing begint om 20.00 uur en is toegankelijk voor zowel leden als niet-leden. De entree bedraagt 2.00 euro. Vincent van der Spek uit Den Haag zal deze avond iets vertellen over het onderzoek naar broedende Grauwe Kiekendieven in Noord-Groningen. Na de pauze neemt hij ons mee naar Burkina Faso in West-Afrika. Op vrijdag 19 december organiseert de Vogel- en Natuurclub Katwijk een lezing in etablissement De Roskam aan de Turfmarkt in Katwijk aan den Rijn. De lezing begint om 20.00 uur en is toegankelijk voor zowel leden als niet-leden. De entree bedraagt 2.00 euro. Het programma is nog niet bekend. Voor het laatste nieuws en meer informatie verwijzen wij u graag naar onze website www.birdclubkatwijk.nl/clubnieuws). Let tevens op onze aankondigingen via de lokale media.
36