INHOUDSTAFEL VOORWOORD DEEL I : ASIEL EN SUBSIDIAIRE BESCHERMING. 1. HET BEGRIP « VLUCHTELING ». 1.1. Zich buiten het land van herkomst bevinden. 1.2. Een gegronde vrees voor vervolging hebben. 1.2.1. Het begrip « vervolging ». 1.2.2. Oorsprong van de vervolging. 1.2.3. Het begrip « gegronde vrees ». 1.3. Omwille van ras, religie, nationaliteit, behoren tot een bepaalde sociale groep of politieke overtuiging. 1.4. De bescherming van het land van herkomst niet kunnen of willen inroepen. 1.5. Uitsluitingsgronden. 2. SUBSIDIAIRE BESCHERMING. 2.1. Het begrip subsidiare bescherming. 2.2. Toepassingsvoorwaarden voor subsidiaire bescherming. 2.3. Uitsluitingsgronden. 2.4. Procedure voor afgewezen asielzoekers. 2.5. Gevolgen van een subsidiaire bescherming. 3.
PROCEDURE. 3.1. De Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ). 3.1.1. De registratie van de asielaanvraag. 3.1.2. Eerste beknopt verhoor. 3.1.3. Het Dublin-onderzoek. 3.1.3.1. De procedure. 3.1.3.1.1. Verzoek tot overname en verzoek tot terugname 3.1.3.1.2. Het antwoord van de aangezochte staat en de mededeling van dit antwoord aan de KV 3.1.3.1.3. Beslissing tot overdracht 3.1.3.1.4. Overdracht van de asielzoeker naar de verantwoordelijke staat 3.1.3.1.5. Verplichting om de asielzoeker te informeren over Dublin 3.1.3.2.
De Dublin-criteria teneinde de verantwoordelijke staat te bepalen.
De staat waar een gezinslid van een Niet-begeleide Minderjarige Vreemdeling zich legaal bevindt, en bij gebreke daaraan waar de minderjarige zijn asielaanvraag heeft ingediend De staat waar een gezinslid werd gemachtigd te verblijven als vluchteling De staat waar een gezinslid nog geen beslissing over de grond van zijn asielaanvraag heeft ontvangen
De staat die aan iemand een geldige of vervallen verblijfsvergunning heeft afgeleverd sinds minder dan twee jaar op het moment van zijn asielaanvraag De staat die een geldig of een sinds minder dan zes maanden verlopen visum heeft afgeleverd op het moment van de asielaanvraag De staat waar de asielaanvraag werd ingediend De staat waar de persoon illegaal de EU is binnengekomen en dit minder dan 12 maanden voor de indiening van zijn aanvraag De staat waar de persoon verbleef gedurende een onafgebroken periode van ten minste vijf maanden voorafgaand aan de indiening van de asielaanvraag, na illegaal te zijn binnengekomen in de EU De staat waar de asielaanvraag is ingediend indien de asielzoeker niet visumplichtig is in deze staat De staat waar zich de luchthaven bevindt, ingeval van een aanvraag die wordt ingediend in de internationale transitzone De eerste staat waar de asielaanvraag werd ingediend
3.1.3.3. 3.1.3.4. 3.1.3.5.
Bijkomende gevallen waardoor BELGIE de verantwoordelijke staat wordt. Gevallen waarbij de verantwoordelijke staat de overdracht/overname kan weigeren. België KAN steeds, buiten de Dublin-criteria, de aanvraag onderzoeken.
3.1.3.5.1. De humanitaire clausule 3.1.3.5.2. Soevereiniteitsclausule
De eerbiediging van het privéleven en het gezinsleven (artikel 8EVRM) De onmogelijkheid van een terugkeer naar een verantwoordelijke staat om medische redenen Het risico van terugwijzing (refoulement), rechtstreeks of onrechtstreeks
3.1.3.6. 3.1.4. 3.1.5. 3.1.6. 3.1.7. 3.2. 3.3.
3.4.
Opsluiting van de KV tijdens het Dublin-onderzoek.
Onderzoek naar inoverwegingname van de asielaanvraag. Injunctierecht van DVZ. Detentie van de asielzoeker. Niet-begeleide minderjarigen.
Het Commissariaat-Generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen (CGVS). 3.2.1. Het onderzoek van de asielaanvraag. 3.2.2. De beroepsmogelijkheden tegen een beslissing van het CGVS. De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RVV) 3.3.1. Beroepsinstantie tegen beslissingen van het CGVS (volle rechtsmacht). 3.3.2. Annulatie- en schorsingsbevoegdheid. 3.3.2.1. Annulatieberoep 3.3.2.2. Gewone schorsing en schorsing in uiterst dringende noodzakelijkheid (UDN) Raad van State als cassatierechter.
DEEL II : VERBLIJFSMACHTIGING.
1. VERBLIJFSMACHTIGING OM HUMANITAIRE REDENEN (art. 9bis Vr.W.). 1.1. INLEIDING. 1.2. PROCEDURE TOT VERBLIJFSMACHTIGING (artikel 9bis Vr.W.). 1.2.1. Situering. 1.2.2. De regel: aanvraag in het land van herkomst. 1.2.3. De uitzondering : aanvraag in België. 1.3. DUBBELE MOTIVERING. 1.3.1. De ontvankelijkheid van het verzoek tot verblijfsmachtiging. 1.3.1.1. Buitengewone omstandigheden. 1.3.1.1.1. Algemeen. 1.3.1.1.2. Vermoeden van buitengewone omstandigheden 1.3.1.2. Het voorleggen van identiteitsdocumenten. 1.3.2. De gegrondheid van de aanvraag. 1.3.2.1. Algemeen. 1.3.2.2. Niet-terugleidingsclausule (NTC). 1.3.2.3. Staatlozen. 1.3.2.4. Artikel 3 EVRM. 1.3.2.5. Lange asielprocedure. 1.3.2.5.1. Langdurige asielprocedures van voor 2001 1.3.2.5.2. Langdurige asielprocedures vanaf 2001 1.3.2.6. Bijzondere banden met België. 1.3.2.6.1. Algemeen 1.3.2.6.2. De algemene regel van artikel 8 EVRM 1.3.2.6.3. De uitzondering vervat in artikel 8, lid 2 EVRM 1.3.2.7. Slachtoffers mensenhandel. 1.3.2.8. Statuutwijzigingen. 1.3.2.9. Herinschrijving na verblijf in het buitenland. 1.3.2.9.1. Verblijf in het buitenland voor een duur van minder dan één jaar 1.3.2.9.2. Verblijf in het buitenland voor een duur van langer dan één jaar 1.4. HET INDIENEN EN DE BEHANDELING VAN DE AANVRAAG. 1.5. EEN NIEUWE AANVRAAG. 2. VERBLIJFSMACHTIGING OM MEDISCHE REDENEN (artikel 9ter Vr.W.). 2.1. Toepassingsvoorwaarden. 2.1.1. De vreemdeling is niet in staat zijn terugreis te ondernemen. 2.1.2. De aard en de ernst van de medische toestand. 2.1.3. Beschikbaarheid van de medische zorgen. 2.1.4. Voortdurende aanwezigheid van familie of derden. 2.2. Procedure. 2.3. Nieuwe aanvraag tot verblijfsmachtiging. 3. VERBLIJFSMACHTIGING MET HET OOG OP GEZINSHERENIGING.
3.1. Inleiding……...................................................................................................... 3.2. Het recht op verblijf op basis van de gezinshereniging bedoeld in artikel 10 Vr.W. 3.2.1. De aanvraag wordt bij een Belgische diplomatieke of consulaire post in het buitenland ingediend……....................................................................... 3.2.2. De aanvraag wordt bij een gemeentebestuur in België ingediend.......................... 3.2.2.1. Onderzoek van de ontvankelijkheid van de aanvraag tot verblijf...................... 1) De aanvrager verblijft al legaal in België ................................................. 2) De aanvrager roept uitzonderlijke omstandigheden in, in toepassing van artikel 12bis, § 1, 3° Vr.W. .................................... 3.2.2.2. Onderzoek van de gegrondheid van de aanvraag........................................... 3.2.2.3. Toegekende verblijfstitel en controle van de voorwaarden voor het verblijf gedurende een periode van 3 jaar..................................................... 3.3. Het recht op een machtiging tot verblijf op basis van de gezinshereniging bedoeld in artikel 10bis……................................................................................. 3.3.1. De aanvraag wordt bij een Belgische diplomatieke of consulaire post in het buitenland ingediend.. 3.3.2. De aanvraag wordt bij een gemeentebestuur in België ingediend.......................... 3.3.2.1. Onderzoek van de ontvankelijkheid van de aanvraag...................................... 1) De aanvrager verblijft al legaal in België.................................................. 2) De aanvrager roept uitzonderlijke omstandigheden in, in toepassing van de artikelen 10ter, § 1, en 9bis Vr.W. 3.3.2.2 Onderzoek van de gegrondheid van de aanvraag........................................... 3.3.2.3. Einde van het verblijf en controle van de voorwaarden voor het verblijf..................................................................................................... 3.3. De vereiste documenten (inventaris)...................................................................... 3.3.1. In het kader van een verzoek tot gezinshereniging – artikel 10 Vr.W. – dat omwille van het legaal verblijf van de aanvrager in België wordt ingediend. 3.3.2. In het kader van een verzoek tot gezinshereniging – artikel 10 Vr.W. – dat, in toepassing van artikel 12bis, § 1, 3° Vr.W., omwille van uitzonderlijke omstandigheden in België wordt ingediend. 3.3.3. In het kader van een verzoek tot gezinshereniging – artikel 10bis Vr.W. – dat omwille van het legaal verblijf van de aanvrager in België wordt ingediend. 3.3.4. In het kader van een verzoek tot gezinshereniging – artikel 10bis Vr.W. – dat, in toepassing van de artikelen 10ter, § 1 en 9bis Vr.W., omwille van buitengewone omstandigheden in België wordt ingediend.................. 3.4. Belangrijke opmerkingen...................................................................................... 3.5. Visum C met het oog op een verklaring van wettelijke samenwoonst in België
4. AANVRAAG TOT VESTIGING 4.1. Inleiding. 4.2. Procedure. 4.2.1. Indiening van de aanvraag. 4.2.2. Onderzoek ten gronde. 4.2.3. Beroep.
DEEL III : STAATLOZEN.
1. DE ERKENNING ALS STAATLOZE. 1.1. Begrip “nationaliteit” of “staatsburgerschap”. 1.2. Begrip “staatloze”. 1.2.1. Algemene definitie van staatloze. 1.2.2. Uitsluitingsgronden. 1.2.3. Bewijs van staatloosheid. 1.3. Procedure tot erkenning staatloze. 1.3.1. Voorbereiding van het dossier. 1.3.2. Gerechtelijke erkenning als staatloze. 1.3.3. Administratieve erkenning als staatloze. 2. GEVOLGEN VAN DE ERKENNING. 2.1. Algemeen 2.2. Juridische gevolgen verbonden aan het statuut van staatloze. 2.3. Gevolgen van de erkenning voor de persoonlijke staat van de staatloze. 2.4. Verblijfsrecht van de (erkende) staatloze. 2.4.1. Algemeen principe: erkenning creëert geen verblijfsrecht. 2.4.2. Aanvraag tot verblijfsrecht door een staatloze. 2.4.2.1. Verblijfsrecht tijdens de procedure tot erkenning als staatloze. 2.4.2.2. Verblijfsrecht na de erkenning als staatloze door een Belgische instantie. 2.4.2.3. Verblijfsrecht na erkenning als staatloze in het buitenland. DEEL IV : VRIJLATING IN GEVAL VAN OPSLUITING IN EEN GESLOTEN CENTRUM. 1. 2. 3. 4.
Algemeen. De opsluiting van een vreemdeling in het kader van een repatriëringsprocedure. Duur van de opsluiting. Procedure tot vrijlating.
DEEL V : BIJLAGEN EN MODELLEN. . 1. Wetteksten - Vreemdelingenwet. - Vreemdelingenbesluit. - Vluchtelingenverdrag. - Staatlozenverdrag. 2. Bijlagen/annexen Bijlage 1
Documenten die moeten worden vertoond om zonder reisvisum België te mogen binnenkomen voor een verblijf van ten hoogste drie maanden
Bijlage 1bis
Staten wier onderdanen of houders van door deze staten afgegeven reisdocumenten aan de transitvisumplicht voor luchthavens zijn onderworpen
Bijlage 2
Documenten die moeten worden vertoond om België te mogen
binnenkomen Bijlage 3 Bijlage 3bis Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9 Bijlage 10 Bijlage 10bis Bijlage 10ter Bijlage 11 Bijlage 11bis Bijlage 11ter Bijlage 12 Bijlage 13 Bijlage 13bis Bijlage 13ter Bijlage 13quater Bijlage 13quinquies Bijlage 14 Bijlage 14bis
Bijlage 14ter Bijlage 15 Bijlage 15bis Bijlage 15ter Bijlage 16 Bijlage 16bis Bijlage 16ter Bijlage 17 Bijlage 18 Bijlage 19 Bijlage 19bis
Aankomstverklaring Verbintenis tot tenlasteneming Attest van immatriculatie Model A Attest van immatriculatie Model B Bewijs van inschrijving in het Vreemdelingenregister - Elektronische versie - Papieren versie Identiteitskaart voor vreemdeling Model II - Elektronische versie - Papieren versie Verblijfskaart van een onderdaan van een Lid-Staat der E.E.G. - Elektronische versie - Papieren versie Verblijfskaart van een onderdaan van een Lid-Staat der E.E.G. - Elektronische versie - Papieren versie Bijzonder doorlaatbewijs Dublin II doorlaatbewijs Doorlaatbewijs Dublin Beslissing tot terugdrijving Beslissing tot binnenkomstweigering met terugdrijving Beslissing tot binnenkomstweigering met terugdrijving asielzoeker Bevel om het grondgebied te verlaten Model A Bevel om het grondgebied te verlaten Model B Beslissing tot weigering van verblijf met bevel om het grondgebied te verlaten Opgeheven Weigering tot inoverwegingname van een vluchtelingenverklaring Bevel om het grondgebied te verlaten - asielzoeker Beslissing tot weigering van verblijf met bevel om het grondgebied te verlaten Beslissing waarbij een einde gesteld wordt aan het verblijf van de E.G.-student/van een lid van het gezin van de E.G.-student met bevel om het grondgebied te verlaten Beslissing tot weigering van verblijf met bevel om het grondgebied te verlaten Attest afgegeven in toepassing van artikel 40, 109 of 119 van het KB Attest afgegeven in toepassing van artikel 26§1 van het KB Verklaring omtrent de niet-ontvankelijkheid van de verblijfsaanvraag Aanvraag om machtiging tot vestiging Ontvangstbewijs Beslissing tot niet-inoverwegingname Verwerping van een aanvraag om machtiging tot vestiging Attest van vertrek Aanvraag tot vestiging Werkgeversattest
Bijlage 19ter
Attest afgegeven in toepassing van artikel 55, §2, 55bis, 69 quater van het K.B.
Bijlage 19quater
Voorlopige schorsing van de beslissing aangaande de aanvraag tot vestiging
Bijlage 19quinquies
Beslissing tot onontvankelijkheid van een aanvraag tot vestiging/ van een aanvraag tot verblijf/ van een aanvraag tot inschrijving in het vreemdelingenregister/ van een aanvraag tot het bekomen van een bijlage 22
Bijlage 20
Beslissing tot weigering van de vestiging met bevel om het grondgebied te verlaten
Bijlage 21
Beslissing tot weigering van de vestiging met bevel om het grondgebied te verlaten Attest afgegeven in toepassing van artikel 47, 48, 50, §2 of 3, of 69 en 69 quater van het KB Attest Weigering van een aanvraag om machtiging tot vestiging met het bevel om het grondgebied te verlaten Verwerping van een aanvraag om machtiging tot vestiging met bevel om het grondgebied te verlaten Attest afgegeven in toepassing van artikel 72 van het KB
Bijlage 22 Bijlage 22bis Bijlage 23 Bijlage 24 Bijlage 25 Bijlage 25quater Bijlage 26 Bijlage 26bis Bijlage 26quater Bijlage 27 Bijlage 28 Bijlage 29 Bijlage 32 Bijlage 33 Bijlage 33bis Bijlage 35 Bijlage 37 Bijlage 38 Bijlage 39 Bijlage 39bis Bijlage 39ter Bijlage 40 Bijlage 41
Beslissing tot weigering van binnenkomst met terugdrijving of terugleiding tot aan de grens Attest afgegeven in toepassing van artikel 71/4, 73, 78 of 79 van het KB Beslissing tot weigering van verblijf met bevel om het grondgebied te verlaten Beslissing tot weigering van verblijf met bevel om het grondgebied te verlaten Machtiging tot terugkeer Doorlaatbewijs afgegeven in toepassing van artikel 85§4 of 98 van het KB Uitnodiging afgegeven in toepassing van artikel 92, 98 of 101 van het KB Verbintenis tot tenlasteneming Verblijfsdocument afgegeven aan een student in toepassing van artikel 102 van het KB Bevel om het grondgebied te verlaten Bijzonder verblijfsdocument Attest van afneming Bevel tot terugbrenging Beslissing tot het vasthouden in een welbepaalde plaats Beslissing tot het vasthouden in een welbepaalde plaats Beslissing tot het vasthouden in een welbepaalde plaats Beslissing tot niet-inoverwegingname Attest
3. Modellen - Verzoekschrift bij RVV tegen beslissing CGVS.
-
Verzoekschrift bij R.v.St. Verzoek tot verblijfsmachtiging om humanitaire redenen. Verzoek tot verblijfsmachtiging om medische redenen. Verzoek tot vrijlating bij de Raadkamer.