KOEKOEK
2
De uitslag van onzen prijskamp KLASSEERING DER BIJDRAGEN ZOOALS HET REFERENDUM HEEFT UITGEMAAKT Rangorde
Nummer v a » de bijdrage
Schrijver
i X 1 3 s
16
D. B i e r b u i k Junior Gugu F r a n s k e Veyt Pol wybó Napoleon V. H . Kemon Telesfoor I J. Suikerbuik Walter Kwibus Bob Geo V a n B e z e m - g e m Policarpusje De K r u i p e r Prof. Knijp Rodeni L. V .
1
4 5ï «5 7 8 9 10 11 12 13 li 15 16 17 18 19
i
2 2& 1 25 6 19 20 15 17 18 7 10 29 31 11 12 5 14
UH de weten» schappelijke wereld
T o e k o m e n d e week g e v e n w e d e t o e g e k e n d e p r i j z e n , d e n o o d i g e i n l i c h t i n g e n v o o r h e t a f h a l e n e r v a n e n d e lijst d e r l e z e r s , d i e i n h e t r e f e r e n d u m e e n prijs b e k w a m e n . I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I U l l l l l l l l l l l l l
De driejaarlijlcsche staatsprijs voor poëzie
Waarde Redaktie, Ge zult m e t mij m e t zonder verontwaardiging hebben vernomen, d a t de driejaarlljksche staatsprijs voor poëzie dit j a a r in verdeeling toegekend werd a a n Raymond Herreman, Aimé Desmaret e n Gaston Burssens. Het spreekt vanzelf, d a t ik protesteer. Niet, o m d a t ik e r niet bij ben. Neen. Alhoewel in mijn romans meer poëzie zit d a n in al de verschenen en nog t e verschijnen dichtbundels van Raymond Herreman. M a a r ik protesteer voor de zooveelste maal tegen de bekroning van een Herreman, wiens «Roos van Jericho» n u zeker reeds 120.000 fr. prijzen kreeg. Dc wil V daarbij doen opmerken,
d a t zijn boek nauwelijks 120 bladzijden dik ls (dit m a a k t 1000 frank per bladzijde) e n d a t er gedichten van 2 regels een gansche bladzijde innemen. Om h e t nog duidelijker te maken: in totaal bevat Herreman's boek 94 gedichten, v a n 2 tot 16 regels lang. Juist geteld: 1028 verzen ( m e t è n zonder rijmwoorden), die samen 6173 woorden bevatten. Als men n u een eenvoudige deeling m a a k t , t.t.z. 120.000 frank deelt door 6173, d a n komt m e n tot h e t besluit, d a t Herreman voor ieder woord 19,43 frank heeft ontvangen!! D a t noem ik een schande! Doch, ik h e b h e t niet alleen tegen Herreman, m a a r ook tegen de jury, die weer, zooals voorgaande malen alleen uit socialisten bestond, waaronder Toussaint van Boelare, Marnix Gysen e n andere Muls'en. Ik weet, d a t «Koekoek» mij bijzonder sympathiek is en ik durf me d a n ook t o t U wenden m e t mijn protest. Met kristelljke gelatenheid en Vlaamsche groeten. THEO BOGAERTS
L E E S T
H
J
A
.
V
E
We ontvingen een brief, waarvan de onleesbare handteekening ons deze van T h e o Bogaerts, romanschrijver, schijnt t e zijn. We oordeelden h e m (den brief) te interessant om in de scheurmand te werpen. • • *
E N
•
V E R S P R E I D T
H
I i
7 I
l
1
J
.
t
A f
I
7 H
I
Bericht a a n onze lezers T è n einde zooveel mogelijk ; ü betrekking t e . blijven m e t arm lezers e n t e v e n s t e voldoen aan: h u n w e n s c h e n , k u n n e n z e zich altijd per brief t o t d e redaktie v a n «Koekoek» w e n d e n e n er. mm o p m e r k i n g e n e n raadgevingen in j bekend m a k e n . H e t gebeurt w e l m e e r , d a f c . w j krijgen t o e g e z o n d e n : «ezelarijem uit de pers, a n e k d o t e n , te behandelen onderwerpen, lachkruid, e. z . m . ; Dergelijke s a m e n w e r k i n g maakt de vbanden t u s s c h e n d e lezers en. I de redaktie n a u w e r e n o n s blad: k a n er s l e c h t s bij w i n n e n . Dit berichtje wil dus onze lezenJB tot meer direkt m e e l e v e n m w B «Koekoek» a a n z e t t e n . We twijfelen er geenszins aan, I dat onze reeks v a n briefwisselaar» | er door zal t o e n e m e n . DE REDAKTIE.
I ü
Ge wist h e t nog niet? A. Verstraete komt het geheim te ontsluieren in De Volksgazet. Enfin, ziehier: Karl Liebkneolw stond veel dichter bij God dan wt) allen meenden! Karl «dacht religieus zonder bepaald religieus te zijn», schrijft VerstraeteJ E n stel u gerust: hij is de eenige m e t ! Zelfs bij Karl Marx lag het verfoeid materialisme e r niet zoo dik op! Bij ons ook niet. Heeft Dr Panglcsw zijn Eerste Kommunie niet gedaan?] Als hij e r eens of morgen toe besluit weerom h e t rechte pad te gaan] bewandelen, d a n zal h e t mirakel gebeuren, d a n k zij Verstraete. Onze wetenschappelijke spscialirtj blijft den geestelijken medewerker van De Volksgazet in elk geval uiterst] dankbaar voor zijn raadgevingen: Men moet God niet eeren met de lippen, m a a r met zijn hart, zijn handen en zijn geheele' wezen. 't Is 't geen wij altijd gezegd heb* ben. En voor de rest: 300 dagen aflaat.
Jozef D e Graeve Senator in de onmogelijkheid zijnde alle vriendinnen e n vrienden persoonlijk te danken voor h u n gelukwenschen ter gelegenheid van zijn aanstaande verkiezing t o t senator, verzoekt allen zijn hartelijksten dank te aanvaarden. Wie h e m ontmoet in de eerstkomende 24 uren, zal op een goeden demi ( l i e f s t water) getrakteerd worden.
HUMORISTISCH WEEKBLAD van VOORUIT Redaktie : 64, St. Pietersnieuwstraat, Geat — Telefoon 157.40
abonnement 1 Jaar Abonnement C maanden Abonnement 3 maanden Postcheckrekening «Het Licht»
fr. 25.üü fr. 13.50 fr. 6.25 n. 56733
Verschijnt den Donderdag — 0.50 fr. per nummer Nummer 28 - Tweede Jaargang — 10 Nov. 1932
ONZE GALERIJ VAN BEROEMDE
E M I E L Bekijk hem eens goed op de eerste bladzijde van dit nummer. Want we hebben de pretentie te zeggen, dat onze teekenaar Free hem goed te stekken had: daar hebt ge Vergeylen's ernstigen, maar toch zeer sympathieken, ronden, glad geschoren, zwart be haarden kop. Emiel Vergeylen... Neen, dat gaat niet! Emiel, zoo heet hij. Maar zoo noemt men hem niet. Wij zeggen : Miele. Het is met plezier, dat we hier een woordeke over hem schrijven, maar terzelfder tijd is «Koekoek» een beetje verlegen en dat is «Koe koek», waarachtig gesproken, nog niet dikwijls gebeurd. Want, moet ge weten, als wij lollekens verkoopen en zoo van tijd tot tijd een beetje vitriool werpen, — als wij er genoegen in vinden vriend en tegenstrever eens langs voor en eens langs achter te be kijken, — kortom, als wij probeeren humoristisch te zijn en er een brokje satire bij te voegen, dan... dan... staan we daar nu als uilen op kluiten, met 't portret van Miele Vergeylen vóór ons, en we moeten zijn biografie maken! Dat is geen klein bier! Niet omdat Miele Vergeylen geen levenshistorie heeft. Hij is, gelijk wij allemaal, gébo ren niet zonder pijn of smerte. Is naar de lagere school geweest om zoo vroeg mogelijk te gaan werken. Enzoovoort. Eiseetera. Maar that is allemaal the question niet, hier voor de biografie van Miele. Die kerel is zóó verdomdsch serieus in alles wat hij doet en zegt, dat hij in feite een uitdaging is aan «Koekoek». En dat is de reden, waarom we in nesten zitten. Moesten we schrijven, dat hij als schooljongen bollekens papier naar den meester heeft gesmeten, of dat hij met kwaperten van ka meraden aan de bellen is gaan
E NBERUCHTE
MANNEN
V E R G E Y L E N trekken, of dat hij met de meiskes heeft gespeeld, dan zouden we m i s s c h i e n in de waarheid blijven; maar dat te schrijven is ons on mogelijk als we Miele nemen zooals hij nu en sedert jaren is. Dan hooren we dadelijk zijn stem. Miele begint: «Ja, maar, de partij..., Roef.' en we zitten in de patatten met al onze lollekens. De partij! Of beter: DK PAR T I J . Partij met een groote hoofd letter. Probeer dan maar eens geestig te zijn, als Miele Vergeylen begint met over de Partij te spre ken. Ge houdt het met uw humor geen twee minuten vol. Hij heeft u dadelijk vast. Ge luistert naar wat de partijsekretaris zegt, naar wat het belang van de partij vergt, naar de propaganda, die moet uit gewerkt worden, enz. Om het even, wanneer ge Miele aantreft, 's morgens, 's middags of 's avonds, ge zult hem hooren beginnen met: «De Partij...». Zonder twijfel heeft Anseele hem met die mikrobe besmet... En, Miele Vergeylen heeft vrouw en kinders! Dzu! 'k zou niet gelooven, dat hij thuis aan tafel zeg gen kan, dat het vleesch te taai is en dat hij 's avonds... Maar, dat gaat ons precies niet aan! Die kerel heeft te Gent en in het arrondissement Gent-Eekloo een stevige reputatie gekregen, als partijsekretaris en als arrondissementssekretaris. En, wat meer is, hij verdient die reputatie! Hij is daar de man van de orde en de regelmaat, van de stiptheid, van het organiseeren der propa ganda. Er zijn 7 dagen in de week en Miele vindt de gelegenheid 14 ver gaderingen bij te wonen, artikels te schrijven, affichen te maken, circulairen op te stellen, meetings te houden, een paar weekbladen te helpen vullen, zonder te spre ken van al de andere tijdroovende bezigheden, die het sekretariaat
van een partij als de Gentsche federatie der B.W.P. meebrengt. Dat er daarbij ernst noodig is, spreekt vanzelf. «Koekoek» zou het niet anders durven zeggen. En we verstouten ons zelfs te beweren, dat Miele Vergeylen den ernst in het bloed heeft, met den ernst werd géboren, erfelijk belast is met ernst. Aan zijn uiterlijk zou men zeg gen, dat hij van Spaansche af komst is. Daar is niets van. Ver geylen is heel wat voornamer : zijn over-overgrootvader was onder Napoleon's tijd burgemeester te Lo keren! De vertromoensman van den Franschen keizer was een vérstokt snuiver en de goede man borg zijn snuif in zijn giletzak. (Miele heeft het nog zo ver niet gebracht, — we bedoelen én het burgemeesterschap én de kwestie van den snuif). Napoleon heeft hem dan (den over-overgrootvader) op zekeren dag een zilveren snuifdoos kadeau gedaan, een doos, die als een re likwie door de familie Vergeylen wordt bewaard. Daar zit reeds een brok ernstigheid in... Het feit, dat Vergeylen afstamt van een Napoleonistischen burge meester zal misschien invloed hebben gehad op zijn vorming; ze ker is het in elk geval, dat de ticaalf stielen, die hij heeft uitge oefend, van hem den nederigen, bedaarden, werkzamen en verstandigen Miele hebben gemaakt. Want Miele Vergeylen heeft zich aan talrijke ambachten bezondigd: achtereenvolgens werkte hij bü de graveurs, bij de vergulders, de si garenmakers, de mekaniciens, de schilders... Hij was een geestdrif tig turner, deed aan akrobatie en leerde daarna tooneel spelen. Dat laatste was hem zelfs niet voldoen de, want hij belaadde zijn gewe ten met twee tooneelstukjes, «Pa» ria's» en «De Nieuwe Weg», waarvan het tweede destijds mei (Vervolg bladzijde 4)
KOEKOEK
Herderlijke brief van de Belgische Bisschoppen aan de geloovigen over allerhande godsdienstige aangelegenheden Ofschoon h e t niet i n onze gewoonte ligt hier in «Koekoek» ernstige geschriften over te drukken, maken wij voor dezen keer toch uitzondering, w a t den herderlijken brief van de Belgische bisschoppen betreft. D a t bewijst nog eens d a t wij niet tegen den godsdienst zijn; en als de bisschoppen a c h m e t niets anders bemoeien d a n met den godsdienst dan zullen zü ln ons altijd helpers vinden. I n h u n laatsten herderlijken brief bewijzen de bisschoppen nogmaals d a t zij t e n volle voor h u n taak van geestelijke leiders zijn opgewassen. Ofschoon h u n vermaningen gegeven worden op eenige weken van die verkiezingen, ls e r in h u n brief geen sprake van partijpolitiek, zooals men overigens ten overvloede zal zien uit d m tekst dien wij hier volledig medede elen. i AAN ALLE GELOOVIGEN EN FOEBT VOOR DE SOCIALISTEN, Beminde Parochianen, De tijden die naderen zrjn van het grootste belang voor den godsdienst. Gij, die u a a n zondige vermaken overii
— Hebt ge iemand anders geraadpleegd vooraleer hier te komen? — J a , menheer de dokteur, 'k ben bij den apotheker geweest. — Natuurlijk! E n welke raad heeft die idioot u gegeven? — Hij zei me bij u te komen.
sukses door de socialistische tooneelkringen werd opgevoerd. Ende zoo maakte Miele zijn weg. Hij had ondertusschen den moed geluid te studeeren en werd zekeren dag sekretaris van het syndikaat der voedingsnijverheid. Miele, die reeds met een half dozijn stielen had kennis gemaakt, werd nu de man van de wijnaftrekkers, de brouwers, de broodbakkers, de lekkerkoekbakkers, de spekbakkers en andere bakkers. En hij ging naar St. Amands-
óerg wonen.
geeft, gij, die boeleert en drinkt en uwen tijd verbeuzelt, houdt daar mee op. Richt h e t oog n a a r de toekomst die donker te gapen s t a a t . Weldra zult gij opgeroepen worden om u i n de stembus te begeven en d a a r een rondeke zwart t e m a k e n . Bereidt u n u reeds voor op deze gewichtige gebeurtenis, want van de stem die gij zult uitbrengen h a n g t h e t heil van uwe kinderen af. Uwe kinderen, wij zeggen het wel. Moeten wij herhalen, d a t de officieele school een broeinest is van Al Capones, Landru's en andere moordenaars? Moeten wij u herhalen dat, als de socialisten aan h e t bewind komen, groote ovens zullen opgericht worden waarin uw kinderen levend zullen verbrand worden? Moeten wij u nog bewijzen, dat d e officieele onderwijzers van de officieele school van Manage, die men ten onrechte voor een broerkensschool uitgaf, destijds de onnoemelijkste daden hebben bedreven op de kinderen van diezelfde school? Neen, nietwaar. En des te grooter is h e t gevaar daar er onder de socialistische kandidaten eenige rondloopeiv die beweren katholiek te zijn. Wij hebben den antechrist Chalmet genoemd. De wolf i n den schaapsstal!! Gij schaapkens, gij weet d a t er alleen m a a r redding is in den eenen echten schaapsstal. Geen verbroedering is mogelijk m e t de wolven, tenzij maituurlijk m e t de liberale wolven, waarmede de schapen als Heyman in dezelfde zetels zitten. M a a r d a t is een andere kwestie, en gij hebt u nondedju niet te moeien met de politiek, verstade gij d a t ? Gij hebt slechts n a a r h e t woord v a n uw geestelijke herders •te luisteren en als zij u doen stemmen voor m a n n e n uit de loge zooals Hymans, Lippens en anderen, dan weten zij wat zij doen. O, welbeminde parochianen, wy willen ons niet m e t politiek bezig houden. W a n t wij zijn alleen m a a r aangesteld om voor uw zieleheil t e zorgen. Uw zieleheil echter is alleen in armoede en versterving te vinden. Daarom zeggen wij: ptemt voor de banken en de brandkasten, want zij zullen u wel in de armoede houden.
WY roepen alle katholieken p p tot eensgezinde werking. Zonder a a n politiek t e doen bevelen wij u de socialisten i n den r u g t è schieten. Gij, katholieke arbeiders, denkt een oogenblik n a . Gedurende zoovele Jaren katholiek bestuur, h e b t gij i n welstand geleefd en w a a r t gij gelukkig. Maar sedert de socialistische gedachten over de wereld waaien is uw toestand onhoudbaar geworden. Men verbiedt u meer d a n 8 uren te werken, zoodat e r nog 16 uren op een dag overblijven o m uw ziel t e verderven. Men wil u leeren lezen en begrijpen, en gij begint ons gezag in twijfel t e trekken. J a , gij begint a a n ons t e twijfelen, aan ons, die ons nooit met de politiek bemoeien. Wij zullen onzen plicht verder volbrengen en zonder ons met de poütóek in te laten, zeggen wij u : neemt h e t kristusbeeld van uw m u u r en slaat er de koppen mee in van den socialistischen draak. E n bidt m e t ons, opdat bij de verkiezingen de katholieken en liberalen zegevieren!
HET PORTRET — Maar, meester,... 't is afgrijselijk leelijk! Ik zie er 40 jaar uit! — Beste Mevrouw, ik had gedacht wel te doen met u wat jonger af te beelden dan ge zijt...
St. Amandsberg, een klerikaal \ Doch, we zijn er verre van aj hol. Daar wonen ongeveer zooveel I alles van Miele Vergeylen te hebmaseurkens en paters als in de ! ben verteld. Er ontbreekt een alirest van Westelijk-Europa... nea over zijn icerkzaamheden als In de Partij hadden ze gezeid : gemeenteraadslid en een hoofdMiele moet daar naartoe; hij is een stuk over deze als provinciaal vriendelijke jongen, zeer serieus raadslid. En er zou dan nog een van handel en wandel, hij en ander ontbreken. moet de nonnekens en de pastoorsWe willen echter eindigen, ommeiden van den «Berg» bekeeren. dat de reglementaire lengte onzer Hij is er mee bezig..., maar 't is een lastige karwei! biografieën is bereikt. En ook, omTot hij dus partijsekretaris werd dat het ons embêteert van dien van Gent, wat we reeds hebben uitstekenden kameraad niet een gezeidbeetje kwaad te kunnen vertellen...
L E ^ E R ,
W A T
I n een polemiek-artikel, verschenen in «Le Soir» g a a t h e t weder over h e t al of niét schrappen der oorlogsschulden. Een zeer eigenaardig argument wordt hier vooropgezet door een voorstander der annuleering. Hij beweert, d a t de door Europa ontleende sommen grootendesls kunnen gecompenseerd worden door zekere schuld van Amerika a a n Europa. Inderdaad, zoo zegt hij, er verliepen 465 dagen tusschen de oorlogsverklaring van de Vereenigde S t a t e n e n de aanwezigheid h a r e r troepen, op h e t front. Daardoor verzekerde zich d a t land een «onrechtmatige» besparing aan : de dagelijksche voorraad munitie, dagelijks vernield oorlogsmateriaal, de dagelijksche mondbehoeften en h e t onderhoud zijner soldaten. Het spaarde ook uit (en nu komen we t e r zake) h e t dagelijksch a a n t a l dooden (zeer grondig en zakelijk berekend op de bloedige statistieken van d e EÜropeesche bondgenooten) en h e t was ook gedurende dien tijd ontslagen van verliezen a a n armen en beenen, bekken en kinnebakken en ander anatomisch materiaal. Om n u de hoofdsom van die Europeesche nota te bekomen, kon men natuurlijk 'geen soldaten, ledematen, geen wonden optellen m e t dollars. W a n t zelfs bij de Yankees, waar alles doorgaans buitengewoon en anders is dan bij ons, verkondigen de onderwijzers van in de kleinste klassen: «Jongens, meisjes, tel nooit peren met appels samen, want dat gaat m e t » . Nu zal de lezer heel juist denken: «Ja die schoolmeesters aller landen dat is... Koekoek een deeg».
2 S I J T
G I J
W A A R T ?
Die Amerikaansche becijfering gaf ons nochtans een idee. We wilden ook eens een schatting doen. Wij n a m e n een arbeider ais «échantiHon» en berekenden h e t kapitaal a a n winst d a t zijn h a n d e n , zijn kloeke armen, zijn onvermoeibare leden, zijn gestaalde spieren, gedurende een normaal menschenleven, aan zijn kapitalistische uitbuiters bezorgden. 'k Wed, die 45.000 poovere frankskes worden in de vergelijking een «hazegeske».
Blijft die huidige modelbeschaving nog langer a a n onzen gezegenden hemel schitteren, dan zie ik in de toekomst één van ons, platzak n a een sortietje, van notaris n a a r kadaster en omgekeerd loopen om een hypotheek op h e t gealkoholiseerd lichaam in regel te brengen. Misschien wordt hij nog wel, i n gebreke van afbetaling, op een Openbare Verkooping, in drie zittingen, geveild! 'k Zie hem daar al s t a a n !
Nog eens over de zandbank
O M HEF E V E N W I C H T TE HERSTELLEN
Wij hebben verleden week h e t woord van Leopold I aangehaald: «Het liberalisme is een zandbank», alsook h e t kommentaar daarop van ' t Nieuws van den Dag. Nu komt De Gentenaar zijn konfrater nog te overtroeven. Diepzinnig en lyrisch, als steeds, geeft de moniteur van 't Ketelvestje enkele beschouwingen over «de zandbank» ten beste, die onze lezers tot in h u n derde afstamming, waarschijnlijk den dood op 't lijf zullen jagen: Waarom heeft 'het wijs, verstandig Belgisch volk, den rug gekeerd n a a r h e t ijskoud liberalisme? vraagt De Gentenaar? J a waarom? Omdat de «ijskoude» crême-ds-glaceventers van 't liberalisme nooit een vinger verroerd hebben t e n voordoste van boer en werkman. E n ook omdat h e t ontgoocheld volk, zich natuurlijk liever gaan Nu verder. koesteren is in de milde, zonnige Gesteund door de breukentheorie, armen van de katholieke partij en werd alles herleid ia... dollars. speciaal in den overvloed van minister Dus werd e r ' een kataloog en een Heyman's sociale wetgeving. prijslijst opgemaakt van gansch de «Het wijs, verstandig Belgisch gamme kwetsuren; verder werd een volk», d a t m e t te dwaas is, zal dit volledig menschenleven door deskundirekt verstaan. En wij ook. digen gekeurd en geschat op 8653 Maar een eindje verder wordt De dollars, hetzij in geld van vóór den Gentenaar effenaf luguber: oorlog ongeveer 45.000 fr. Al w a t de liberalen tot nu Dus de niet vermoorde, de te verricht hebben, is nonnen, paters weinig vermoorde Amerikaansche en pastoors oppeuzelen. broeders werden voor 45.000 fr. stuks Waarop h e t logisch besluit volgt: in officieele rekening gebracht. Het liberalisme is overal en op D a t k a n m e n rekenen noemen! alle gebieden onmachtig geworEen soldaat, een^nensch, een doode, den, een lijk. Wat dost men met een gekwetste, h a d dus zijn prix-fixe een lijk? Men stopt h e t in den als een auto, een kanon, een gedeeltegrond of men werpt het in den lijk of totaal in puin geschoten huis. «braadoven». Voor een lijk stem45.000 fr., een rond sommetje toch. m e n is nog onzinniger dan een «zandbank» boven water te willen Nu, ' t was toen oorlog en e r was houden. heel wat vraag n a a r menschenmateriaal! Ziet ge wel wat e r van komt, van I n vredestijd moet die waarde heel «nonnen, paters en pastoors» op te wat minder bedragen. Men m a g zelfs peuzelen! Men kreveert er van! veronderstellen, d a t voor h e t oogenVoltaire, ia zUn tijd, heeft hetzelfde blik de strekking der menschenbeurs gezegd. E n m e n heeft h e t h e m toen volop «a Ia baisse» is en d a t er zelfs kwalijk genomen. absoluut geen sprake kan zijn bijvoor- • M a a r n u De Gentenaar h e t zelf beeld h e t teven v a n een werklooze t e bekent, zal e r n i e m a n d meer a a n kwoteeren... twijfeten.
De katholieke bladen melden m e t groot genoegen, dat Ernest Perrier, voorzitter van de Zwitsersche k a t h o lieke konservatieve partij, naar Frankrijk is getrokken in een benedictijner klooster. Wij hebben onmiddellijk begrepen, d a t deze politieker ia h e t klooster ging om het evenwicht fa herstellen. Als de bisschoppen zich met de politiek bemoeien, mesten de katholieke geloovigen zich wel °zn beetje den godsdienst aantrekken. D a t begrepen wij, m a a r de zaak zit nog eenigszins anders ia mekaar. Wij konden Perrier draadloos interviewen. — Mijn bedoeling is niet, zei h ü , h e t evenwicht te herstellen; ik walg er zoodanig van dat de geestelijkheid zich ia de politiek mengt, d a t ik e r niet meer ia blijven k a n . » * »
Een kleine rondvraag bij eenige vooraanstaande katholieken in ons land, heeft ons bewezen, dat ook bij ons vele godvruchtige menschen h e t ergste vreezen van de bisschoppen. M. Catteeuw verklaarde ons onomwonden: «Ik heb mijn medaille van volksvertegenwoordiger reeds teruggezonden. Ik word paster en als God h e t wil bisschop. De kiezers hebben misschien politieke leiders noodig, m a a r de geloovigen hebben zeker geestelijke leiders noodig.» M. Wibo was ook niet te spreken over de handelwijze der bisschoppen. — Dat is nudisme! riep hij uit. De bisschoppen stellen zich bloot... — O, o, onderbraken wij. ...stelten zich bloot a a n de grofste misrekeningen. Als de bisschoppen u i t de kerk komen, zullen de geloovigen er niet in blijven. M. Fieullien heeft tijdens h e t parlementair verlof zich zelf leeren kennen: — I k zal de politiek verlaten, zei hdj ons. D a t zal de politieke atmosfeer een beetje zuiveren. De gelegenheid is goed gepast. Nu de bisschoppen i n de politiek gaan, zal misschien d e zetel van den aartsbisschop voor ml) vrijkomen.
~ r
rr~~
.
ft
-mmirnrrTi
,
,
•
,„
K O E K O E K
. - •
1f|
llii Je hooge en de andere wereld De pers heeft gemeld s «Uit gezaghebbende bron wordt medegedeeld dat alle geruchten, die in de binnen- en buitenlandsche pers verschenen zijn nopens het voorgenomen huwelijk van prins Georg van Engeland met prinses Ingrid van Zweden, van allen grond ontbloot zijn.» "We voegen onze logenstralfing bij bovenstaande bericht u i t gezaghebbende bron. En van de gelegenheid m a k e n we tevens gebruik mede te deelen, d a t onze medewerker Jo-Jo ook nog m e t vanzins is te trouwen, i n tegenstrijd m e t w a t sommige juffrouwen mochten verhopen. • * * Mevrouw Herriot heeft te Madrid een prachtig versierden waaier cadeau kregen. Denzelfden dag kreeg onze vriend Dr. Pangloss een ledigen portemonee ten geschenke van zijn vrouw.
• *• I n het NIEUWS VAN DEN DAG lazen we volgende heuglijke tijding : «DE BEKER DER DAPPERE BOERIN. — Voor een wederlandsche jury, vereenigd te Milaan en samengesteld uit de vertegenwoordigers van acht landen, hebben zeven mededingsters, behoorend tot vijf verschillmde landen: België, Frankrijk, Spanje, Italië en Roemenië, deelgenomen aan den internationalen prijskamp der dappere boerin. Mej. Clara Clement, oud-leerlinge van, het Landbouwfvuishoudkundig gesticht van Laeken, werd uitgeroepen als laureaat en bekwam den beker aangeboden door H.K.H. Marie-José van Piemont, » Onze oprechte gelukwenschen aan de dappere Clara, die we hierbij op onze redaktie uitnoodigen. Groote feestelijkheden. Intieme ontvangst. Alles streng incognito onder ons. • •
*
H e t water loopt n a a r de zee. DE STANDAARD gaf ons daar weer een bewüs van : « K O N I N G ALBERT ALS ERFGENAAM VAN EEN R I J K E N ITALIAAN Een rijke Italiaan, Caprani geheeten, heeft eens een klein eilandje, Comacina, aan den koning van België vermaakt, uit bewondering voor dezen vooral tijdens den oorlog zoo moe üig gebleken vorst. Intusschen i s nu echter koning Albert op de goede gedachte gekomen, het eiland cadeau te geven aan de Stad Milaan, opdat men daar op den duur een tehuis voor kunstenaars zou vestigen. Tot nu toe werd het eiland slechts door twee koeien en een oppasser bewoond, maar onlangs fe Eugenio Brenna tot gouverneur van Comacina benoemd. Het i s de bedoeling van den gouverneur, het eiland ten spoedigste be-
woonbaar te maken, en althans zoo uit te baten, dat het een attractie temeer zal zijn voor de vele toeristen, die het Como-meer bezoeken. Door de Milaansche Spaarkas i s voor dit plan een bedrag van 100.000 Lire toegezegd. De werkzaamheden in deze hebben inmiddels een aanvang genomen. > B e t breede gebaar v a n onzen vorst zal d e n besten indruk m a k e n in de laagste klassen der bevolking, en in 't bizonder op de k u n s t e n a a r s . Onze teekenaar Free vertrekt eerstdaags n a a r Comacina o p inspektiereis. Intusschen valt h e t moedig gedrag van gouverneur Eugenio B r e n n a onderlijnd t e wérden, die op h e t eiland zijn schoone dagen slijt in gezelschap van twee koeien e n een oppasser. » » * Wij zijn steeds van oordeel geweest, d a t manneken Pis een vaderlandsch symbool is. Het was d a n ook niet zonder ontroering, d a t we van volgend berichtje kennis n a m e n : DE OUDSTE BURGER VAN BRUSSEL IN FFESTGEWAAD. — Sedert 1928 heeft de oudste burger van Brussel, onder meer andere onderscheidingen, ook den titel bekomen van «Grand Veneur» van Brabant; ! • • • ! • • • • • • • • • • • • • • •
Van Cauwelaert over de groeizaamheid van Vlaanderen Onze medewerker F r a n s Van Cauwelaert heeft Zondag te Dendermonde een heerlijk geslaagde meeting gehouden. Als wij het verslag van «De Standaard» mogen gelooven bestond zijn redevoering uit twee deelen: een Latijnsch gedeelte en een Vlaamsen gedeelte. Over het Latijn stappen wij m e t gesloten oogen. Abyssus abyssum invocat en veritas liberavit vos. Maar over h e t Vlaamsch moeten wij hier onze hooge waardeering uitspreken. Van Cauwelaert h e r i n n e r t e r eerst aan dat hü reeds in 1902 te Dendermonde sprak over: «Hooger menschzijn, hooger Vlamingzijn en hooger christenzijn.» Het verhevenzijn van deze toespraak springt nog n a zoovele j a r e n ia eenieders breinzijn. En waarzijn!! De taal van Van Cauwelaert ls intusschen nog scherper geworden, en Zondag sprak hij van de toewijding en de zelfontdaanheid. D a t verwekte een groote aangedaanheid onder de toehoorders. M a a r toen hij sprak over de groelzaamheid van de Vlaamsche gedachte, kon m e n slechts m e t de grootste moeizaamheid een eindigheid s t e l e n a a n de geestdriftigheid.
met Sint-Hubertusdag stond «Manneke*Pls» dan ook te pronken met zijn roode vest, witte broek, hooge botten en zwarte muts, en had veel beziens. Donderdag middag werd hij met een koncert vereerd, gegeven door de jachthoornblazers van den Rallye Brabancon. » J a waarom zou m a n n e k e n Pis niet eens een serenade mogen krijgen? K a n burgemeester Max pissen als hij? •
*
*
Prinses I n g r i d ls van Londen n a a r Brussel gekomen. P e r vliegtuig. E n in rekordtijd d a n n o g : 1 u u r 40. M a a r m e t wind mee. De reporter v a n La Dernière Heure heeft de a a n k o m s t vereeuwigd, niet alleen op de gevoelige plaat, m a a r ook op zijn schrijfpapier. Une princesse est descendue d u ciel zegt h i j . Wij k u n n e n begrijpen d a t prlncessen a a n sport doen e n rekords neerhalen, m a a r w a a r moet h e t n a a r t o e , als ze n u ook a l u i t den hemel komen vallen en de heiligen konkurrentie aandoen? De stiel Taat zeker nog te goed? •
* »
M a d a m Nixon Nirdlinger (of iets in dienen a a r d ) , die i n ' t voorjaar van 1931 te Nizza h a a r half-bedde n a a r de andere wereld zond, m a a r door ' t assisenhof wijgesproken werd, zal eerlang te Hollywood ln een film optreden. Natuurlijk. De getrouwde : i a n n e n die nog a a n h u n vel houden zullen l n elk geval best doen ons artikel voor h u n vrouw weg te schamoteeren.. M a d a m Nixon Nirdlinger (of iets in dienen a a r d ) , is de eenige niet die van Hollywood droomt. •
* »
Vroeger, in onzen tijd, toen wij een meiske wilden bekoren, kochten wij h a a r een zakje frieten of een k a m van diep in de 0,95 fr. En klaar was Kees! Tegenwoordig gaat dit n i e t m e t m i n d a n een chinchilla mantel of een gouden a r m b a n d . Daarom ook h a d d e n wi) definitief besloten ons m e t m i n a c h t i n g v a n h e t schoon geslacht af te keeren en h e t plezier in o n s zelf te zoeken. ' t Schijnt echter d a t de goede tijd weer op komst i s . Men is er in geslaagd om kunstparelen te m a k e n welke slechts door deskundigen v a n de echte parelen kunnen onderscheiden worden. Ook robijnen k a n m e n m a k e n die wonderwel op de natuurrobijnen gelijken. Nu acht m e n het in de scheikundige wereld niet onmogelijk d a t m e n ook d i a m a n t zou k u n n e n vervaardigen u i t grafiet, of schier zuivere koolstof. A la bonheur! *t I s slechts d a a r d a t we op wachten om weer onzen snij te nemen en met ons gebreveteerde manieren van 3x7 u i t te pakkenl
KOEKOEK
BELGISCHE GESCHIEDENIS M. HYMANS Onze p e n aarzelt l n onze demokratische vingers n u wij deze geschie'üerds v a n h e t d u u r b a a r vaderland voortzetten. W a n t over Hymans durft zO niet goed schrijven. • Hymans is geen m a n voor onze Idemagogische wereld. Hij is niet van 'hetzelfde vleesch e n bloed als gij e n Sik. Men zal zeggen d a t hij v a n HolJandsche e n Joodsche afkomst is, ",maar d a t is gelogen. Hij is uit de '<8J van Jupiter gesneden. Hij is h e t voorbeeld v a n de élite u i t de partij van de élite. Bij troont boven alle J aardwormen. Als h e t niet was d a t hij zijn vaderland grooter wilde zien, d a n tan hij niet i n een aardsche regeering ïitten. E n zeker niet m e t e e n Heymanneke die a a n zijn enkels niet jeukt. Ook niet m e t een Cocq en een Petitjean, menschen die m e t h u n voeten i n d e n aardschen modder loopen. Maar Hymans zwijgt, gelijk de goden. Hij laat Bovesse zijn liedjes etagen. Hymans luistert intusschen naar d e n zang der sferen. Hoogstens k a n bij nog m e t Devèze ln communicatie treden. M a a r d a t alleen m a a r omdat Devèze zoo vervloekt beweeglijk is en niemand zijn aanraking k a n o n t g a a n . Hymans is e e n pilaar van de Belgische geschiedenis. .'Maar h e t gebouw staat op den pilaar niet meer. D a t is de schuld van den pilaar niet. M. JANSON
I • • I I I
Nog een der zeldzaam wordende awgdieren, v a n de klasse der élite. 'Het wordt hoog tijd een museum op •ite richten m e t die élitemenschen. Daar zoudt ge achter sen glazen r a a m kunnen bewonderen hooggecultiveerhje, wijsgeerlge, belanglooze menschen als Mundeleer, Foucart, Carpentier, Petitjean, Cocq; als ge ze goed bekijkt ziet ge ' t groot verstand h u n aangezicht afleken. Maar reeds daarvoor moet ge oogen •hebben. De meeste menschen zien h e t niet. Daarom zeggen zij h e t altijd zelf dat zU van de élite zijn. Voor de gemeenteverkiezingen heeft *Buyl h e t a a n zijn kiezers geschreven «dat hij van de élite' is. Hij schreef: Mijn vrouw is zot m a a r als ge voor mij stemt, d a n zal zij weer gezond morden. Helaas, de vrouw v a n Janson is niet jot, en daarom heeft Janson er iets aöders moeten opvinc'm. Hij heeft nu a a n zijn kiezers geschreven d a t hij een d e r grootste staatslieden v a n -zi)n tijd is. D a t hy den koning goed 'tónt. D a t hij h e t militair akkoord met Frankrijk heeft onderteekend.
De Poëzie zal den vijand verslaan Terwijl de socialisten nog kinderachtig genoeg zijn om m e t argumenten den kiesstrijd t e voeren, brengt h e t «Volkske» v a n Gent een prachtig strijdgedicht d a t onmiddellijk deze kieskampanje in h e t teeken stelt van de daad. D a a r wij a a n Cesar geven wat a a n Cesar toekomt, drukken wij hier onveranderd, d a t gedicht over. Het gutste u i t de p e n van B . De Craene: DE DAAD Uit stroomend bloed groeit ze kloek, I n ' t warme bloed bloeit ze schoon, bloed, als rood bloed is zij goed, de daad, de durvende daad. 't Kraken der spannende spieren bij ['t trekken, 't striemen van winden en regen bij ['t spitten,
• ter wil liging • T e n e i n d e bij onze lezeressen elk spijtig m i s v e r s t a n d t e o n z e n opz i c h t e t e vermijden .makten w i j — redaktie v a n «Koekoek», h u m o r i s tisch w e e k b l a d , 50 c e n t i m e s per n u m m e r , 4 telefoonlijnen — b e k e n d n i e t s t e zien t e h e b b e n m e t zekeren Fritz F r a n c k e n , die i n o n s bijblad A. B . C. zijn g a l e n zijn g e d i c h t e n uitspuwt. I n htet n u m m e r v a n 6 November permitteerde d i t h e e r s c h a p zich volgende dichterlijke vrijheid: Waar, h e m e l , m o e t h e t h e n e n , als óók d e m e i s j e s m e e n e n , d a t o n s e e n jawoord b i n d t ? We v i n d e n h e t n i e t a l l e e n spijtig, dat e e n gekleurd illustratieblad zulke t a a l durft voteren, m a a r w e m a k e n v a n deze g e l e g e n h e i d g e bruik onze lezeressen t e verwittig e n , d a t d e redaktie v a n Koekoek alles behalve akkoord is m e t d e losb a n d i g e woorden v a n d i e n m e n heer!
regeering zit, i s h e t vaderland gered. Hij heeft h e t reeds gered m e t Hout a r t . Hij zal h e t nog eens redden. Nog drie, vier zulke reddingen e n België wordt in openbare venditie verkocht voor zeven frank en half.
Bï. LIPPENS Vooreerst gaat h e t u niet a a n wat Lippens voor zijn vaderland e n voor M . JASPAR Knokke in ' t bijzonder heeft gedaan. Vermits M . J a s p a r i n de nieuwe En als ge ' t niet gelooft d a n slaan (Zie vervolg onderaan kolom 2) 1 wy u op uw bakkes, varkensgèbroed'
't branden van stekende zonne bij t [oogsten is de daad, de broodwinnende, is bloed, rood bloed. Herberg voorbij om ' t karig loon u i t [te sparen, werk opgezegd om kristen school t e [bewaren, groet a a n d e n vijand, kus v a n ' t hei[gende kindje. Is de daad, d e zleiwinnende, is broed, w a r m bloed. Zweet is h a a r bijnaam, in 't paradijs gekregen; ('t eigendomsrecht); Liefde is h a a r voornaam in ' t Cenakergekregen: ('t ztelsbezit, 't e c h t ) : eeuwige wet en eeuwige dingen, die 't liefde-zweet, de daad, onsterflijk maken in ' t warme, 't roode bloed der Godsdaad, uitstroomend over ' t kruishout. B . DE CRAENE. Met gepaste nederigheid leest men onder dit gedicht: «De «Daad» k a n voorgedragen worden op vergaderingen en bijeenkomsten van allen aard.» De voorzitter van de vergadering doet h e t licht uitdraaien, alle aanwezigen kloppen zich driemaal op de borst, e n dan k a n de voordrager aanvangen. Het gedicht van De Craene k a n ook nog vervangen worden door h e t volgende, zonder d a t iemand h e t verschil zal merken. DE RAAD Uit spannende spieren groeit hij kloek, I n ' t vliedend spoor bloeit hij schoon, Vloed, als een gloed is hij goed, de raad, als hij niet komt te laat. De zleiwinnende raad voor ' t twintig[ste kindje De saluut a a n den trampilaar. En ' t zweet is de voornaam van den raad bloedwarme r a a d ijzerdraad. *t Cenakel v a n ' t zielsbezit wettelijk [en echt eeuwige dingen v a n 't paradijs van [den kus, E n die d a t n u alles niét verstaat D a t hij bij Barnabé De Craene g a a t om r a a d striemende daad tegen hollen praat. K. Oekoek.
KOEKOEK
8
£2tiARj/irr
%
VAM ArlDfcRtrl Onttroond «HET HANDELSBLAD» boert er nogal door! Het geeft van links en rechts de kandidaten voor de a. s. verkiezingen eu zoo lazen we, dat de katholieken voor het arrondissement Aalst met volgende lijst voor de pir.ne komen: Als eerste kandidaat op de katholieke lijst werd aangeduid M. Van Schuylenbergh Pieter. Verder: Advokaat Vanhecke, hoogleeraar te Leuven, kandidaat van den Boerenbond, F l a m a n t , b u r g e m e e s t e r v a n G e e r a a r d s b e r g e n . Devis, advokaat te Aalst, Vander Linden, burgemeester te Gefferdingen. Dus: een zekere Flamant is burgemeester van Geeraardsbergen ! ! En wij, die dachten, d a t het onze vriend De Nauw was! W e protesteeren tegen d e laakbare houding onzer partijgemooten van Geeraardsbergen, die ons sedürt jaren wüs maken, dat De Nauw d a ? r burgemeester is!
Majesteitsschennis We aarzelen niet een vlammend protest te uiten tegen een ergerlijke majesteitsschennis ln «DE STANDAARD» ALBEBT I Veranderlijk, buitengew. schoon, onbsrispeiyken mekanischsn staat, t e koop tegen ïüterst lagen prijs, 17, rue de la... enz. Formidabel! En wat zegt Elisafoeth Baarvan?
Boven alles
Le Francais tel qu'on le parle
DE GENTENAAR legt nog e e n s geloofsbelijdenis af. De menschen I n «GAZETTE VAN GENT» van,mochten er soms a a n twijfelen. En z i e : Zondag 6 November 1.1., wordt het Inmiddels roepen wij h e n nog meesterwerk v a n J o h a n Strauss a a a » ( eens luid toe d a t wij m a a r één gekondógd: I a Sanve-Souris. m a c h t erkennen boven alle wetenWü kunnen niet beter vertalen schap e n alle vergankelijk menmet «De redster der Muizen». schen vernuft dit is G o d b o v e n D a t is heel zeker een deftige dan alles. God oneindig. Kristns der Dierenbescherming, en niet eeal Koning van Zondag laatst. wulpsche dancing-fee als de «Vleder-l muis»! Kristus koning v a n Z o n d a g l a a t s t ? ? En van Zondag toekomende? E n v a n aanstaande week Donderdag? E n v a n toekomend jaar? Da's e e n komieke zet v a n «De Gentenaar».
Vlaanderen verovert Tsjecho-SIowakije
Halve
geestelijken
Dat is iets nieuws. E n die halve pasters verblijven te Deinze. We vernemen dit wonder in «DE TIJD-HET VOLK»: Voorop h e t katholiek muziek Sinte-Ceoilla, waar de afgestorvene eere^vooreitter van was, d a n de schoolkinderen en h e t pompierskorps met kapitein Scheerlinck • a a n h e t hoofd, dan de g e e s t e l i j k heid, gevolgd v a n den dooden wagen. Dat de wagen dood was, begrijpen we, maar d - j «geestelijkhalfheid» d a t ls ons minder duidelijk. We hopen nochtans, d a t daarin geen beleedlging steekt voor de geestelijkheid van Deinze, want anders zou h e t niet gepast zijn.
Ons VTaatnsdh h a r t jubelt ln zulke m a t e , d a t ge 't zeker hoort kloppei zonder uw h a n d op onzen m a a g d ken boezem te leggen. I n een artikel «Hst liberalisme Vlaanderen», geeft «DE SCHELDE» volgend heuglijk nieuws: D a t h e t anders k a n , bewijst de eendracht o. a. tusschen katholieken en protestanten ln Slowakije, die t e Altfohl op Zondag 16 Oktober, de h a n d e n inéén hefcben geslagen voor de verovering van autonomie en h e t bestaan der \ Vlaamsche Frontpartij en de met h a a r verbonden katholieke Vlaan»sche-Nationale groepeeringen. Bravo! Bravo! Slowakije zal Vlaamsen worden of t e n onder g a a n ! En daarna beginnen we a a n Honduras, zonder Alaska en Liberia uit het oog te verliezen. (I
De ontwikkeling der Belgische zeehavens
— Marie, ik zal verplicht zijn een fcndere meid te nemen! — Een goeie gedachte, madame, er (e werk voor twee meiden,
I n het «gemengd nieuws» van «HET LAATSTE NIEUWS» lezen we volgende ontstellende tijding: ZEEBRUGGE. — S o l o - s l i m . — Ten huize van Jozef Fernande werd e. 1 solo-slim gespeeld door René Broums met een zevende van schoppe a a s , m e t vijf e n twee, en een vierde van koeken a a s . — Medespelers: Van Eycken Willem, Fernande Jozef en Van der Veen Alfons. Getuigen: vrouw Feroande, vrouw van Broums en Fernande Hendrik. Onze kerrespondent aldaar seinde ons naderhand, d a t de toestand der slachtoffers geruststellend is en dat, zonder onvoorziene verwikkelingen, de haven van Zee-brugge weer zal verzanden.
— Wel, Polke, gaat ge Madame niel een kus geven? — Zoo dom niet, m a m a ! Papa heeft het gisteren geprobeerd en hy kreeg een muilpeerl
KOEKOEK
Voorzitter TTBBAUT opent de vergadering t e 2 u u r . VOORZITTER. — I k ben weliswaar geen voorzitter meer, m a a r al IS h e t maar een droom, toch zal ik weer ; eens voorzitter zijn. M. JASPAR. — Eigenlijk zijt ge nooit een voorzitter geweest. Wij hebben alleen m a a r onze oogen toegedaan en gedaan alsof gij voorzitter waart. M. TIBBAUT. — D a n is de toestand klaar. M a a r l a a t mij vandaag toch eens voorzitten. Gij zult u amuseeren. M. HERMANS. — Als Tibbaut voorzitter mag zijn, d a n eisch ik h e t recht • op nog een redevoering t e houden. I HTJYSMANS. — Een redevoering ' van wlen? M. HERMANS. — Van mij, zeg ik. HTJYSMANS. — J a , j a , m a a r onder ons? M. HERMANS. — V a n Napoleon eigenlijk. Maar ge moet h e t weer i n ' Koekoek niet schrijven. HTJYSMANS. — Natuurlijk niet. Ge , weet d a t ik k a n zwijgen als een graf . en overigens deze vergadering ls toch • maar om te lachen. < M. CATTEEUW. — Als ' t om t e lachen is doe ik ook mee. E M. PIEULLIEN. — E n ik ook. HTJYSMANS. — D a t spreekt van. zelf. TJw verschijning alleen reeds is van zulke hooge komiek, d a t h e t ons allen spijten zou moest gij in de K a mer niet terugkeeren. \ M. PIEULLIEN. — Vrees m a a r niet, i fk zal terugkomen, d e bisschoppen i eisohen d a t zelfs de kristen aemokra» ten voor mij zouden stemmen. BALTHAZAR. — Zij hadden daar't voor den raad v a n de bisschoppen niet F noodig. Zij zijn m a a r gelukkig als zij [•voor de konservatieven kunnen stemmen. I' M. VERGELS. — D a t is een gemeene aantijging. Laster! Deugniet! I M. TIBBAUT. — Geen ruzie maken , onder katholieken! t 'M. VERGELS. - Balthazar is geen , katholiek. f M. TIBBAUT. — H a h a , d a n IS alles IJDUIDEIYK. Maak d a n m a a r voort r u [ aie. f M. BUYL. — Als er van ruzie spra\ ke is, dan ben ik e r bij. '. (Algemeene uitroepen: Welke stem 1 Uit het graf Ls dat?) t M. BUYL. — I k ben het, mijne hee[ ren. Een gewezen lid v a n de partij d e r intellektueelen e n der orde. EM. DEVEZE. — Landverrader! ^ M. BUYL. — D a t hebt gij niet altijd gezegd. Destijds was ik h e t model l'Van den echten vaderlander. É n n u een verrader? M. HYMANS. — Landverraderl
M. BUYL. — Land... land... landverrader?? M. SINZOT. — W a a r zit hij? Waar is de landverrader? Mijn mes is al getrokken. M. TIBBAUT. — Wat, een mes? een m a n ? een moord? M. SINZOT. — J a m a a r , ' t is m a a r om t e lachen. Als 't serieus was zou ik er zoo r a p niet bij zijn. M. TIBBAUT. — Trek d a n m a a r uw mes. M. BUYL. — I k eisch d a t dit m e s en h e t woord landverrader ingetrok ken worden. ' M. TIBBAUT. — M. Devèze, trek h e t woord landverrader i n . M. DEVEZE. — Hij heeft de liberale partij verraden en de liberale partij is h e t vaderland. M. PETITJEAN. — Zeer wel. M. MUNDELEER. — Hoe?? Zijt gij daar ook nog Petitjean? M. PETITJEAN. — J a , m a a r 't e n is m a a r om te lachen. M. FOUCART. — ' t I s wat ik meen. W a n t wij zijn de serieuse typen hier. M. CARPENTIER. — E n ik dan? M. TIBBAUT. — Zijt gij nog gekozen? M. CARPENTTER. — J a , om t e lachen. GELDERS. — D a t is hier een vroolijk spektakel m e t al die lachers. Be vrees d a t h e t in t r a n e n zal eindigen. M. HERMANS. — J a , als ik niet herkozen wordt zullen er heete tranen vergoten worden. M. VINDEVOGEL. — Door wie? Door mij toch niet, want Ik behoor tot de staatskatholieke partij. M. BUTAYE. — G'hebt gij chans. M. HERMANS. — Wie e r heete tranen zal weenen? Ik zelf, ik beken h e t . M. VAN HOECK. — D a n is h e t geen erg, vermits h e t uw eigen tranen niet zullen zijn. (Hevig gestommel a a n de deuren). M. TIBBAUT. — Stilte 1 W a t is d a t d a a r ? De toestand is niet meer klaar.
(Hij doet de bel rinkelen. H e t gerucht in de wandelgangen wordt al heviger. De deurwaarders snellen toe.) Algemeene opschudding. M. HERMANS. — Bravo! ' t I s Van Severen met zijn Dinaso-dynamiet-dynamos. M. FIEULLIEN. — Neen, ' t is Nothomb m e t de Legion Nationale! (De deurwaarders worden achteruit gedrongen. Langs alle deuren stormen liberale jonge wachten binnen, geleld door M . Lippens). M. LIPPENS. — Genoeg, milledju! De eerste die nog spreekt wordt zijn bekkeneel a a n stukken geslagen! Hier is e e n sterke h a n d noodig. Genoeg demokrat ie! M. HERMANS. — Zeer wel! Ha, pardon, ' t en is Van Severen niet. M. LIPPENS. — Smoel toe, zot. Mannen vooruit! Maak mij al de d e mokraten een kopke kleiner. M. TIBBAUT. — Maar pardon, pardon, ' t zijn hier allemaal demokraten ln d e Kamer. Zij zeggen h e t zelf. M. LIPPENS. — Mij goed! Allemaal d a n kop af! M. SAP. — Demokraten, d a t is veel gezeid. I k heb toch mijn hoofd niet over voor de demokratie. M. DHAVE. — E n ik ben ook niet koppig als h e t op princiepen e n op mijn hoofd aankomt. M. FIEULLIEN. — E n ik heb eigenlijk geen hoofd, ' t Zijn m a a r vuile papierkens. Ge moet u dus de moeite niet geven mij h e t hoofd af te slaan. M. LIPPENS. — Foert! Met vuiie voeten er door! (Hij geeft zelf h e t voorbeeld en stampt verwoed in h e t ronde. Banken vliegen omver, de inktpotten verspreiden h u n bloed over h e t schoone tapijt.) M. TIBBAUT. — Maar wat wilt ge toch? M. LIPPENS. — Orde, milledju! Wij zijn toch de partij van de orde! M. TIBBAUT. — D a n is alles duidelijk. Doe m a a r voort. Het woord is aan u. M. LIPPENS. — Het woord? Geen EEN VROUW IN ONMACHT woord meer, milledju! Daden! Orde! Liberalisme! O p een zeer heeten d a g hield een M. DEVEZE. — Orde, jawel, m a a r volle trein stil op een station. Plotseer moet een brabanconne bij zijn! ling rende een. m a n opgewonden langs (De liberalen rijzen recht en heffen het perron en riep of er iemand was de brabanconne a a n ) . die cognac bij zich h a d . E r was een M. JANSON. — Dc socialisten er uit! d a m e i n onmacht gevallen. M. LIPPENS. — Neen, dood! De cognac kwam. M a a r de goede M. JANSON. — Mij goed! Ze mogen gever zag t o t zijn stomme verbazing, bij mij komen biechten alvorens te d a t de schreeuwende m a n d e flesch sterven. met spoed zelf a a n den mond zette. (Algemeene vechtpartij.) Na een hartgrondigen slok zei h i j : M. HOUTART (steekt zijn hoofd bin— Ik kan een bewustelooze vrouw nen) . — I s er hier soms niets te doen niet zien, om de zaken IA orde te brengen?.
(
Mijn vaader begint aardich te doen — A ! r i e p t d e G a a z e b u i z e , gei v a a d e r . Z e t u e e n schgoof e n — Ewel Spiegelleire! zoodade e e t gij d a n i e s e r j e u s ? K m e e n d e g * z w e i c h t . . . nochal uwen snei genoomen ebt? a l g e l e i k d a d e g u l d e r m e e meei — Elk n e n g o e j e n a a v e n t ! r i e p t zeit P i e k a v e t t e e g e n m i j n v a a d e r , r e s p e k t s p r a k t o o v e r d e n weind e G a a z e b u i z e die z u u s t d e d e u r e ginter in Paarijs? Zondach in den gaart van ons Eere! oopenstakt op da mooment, en krinch en waster v a n nie a n d r - : — Spiegelleire! zeit Piekavet, voor d e r e s t e vieve le l l e b e r t e e ! s p r a a k e r o n t d e n bic . a r t of v a n k w a s gekoomen o m u n e n keei — D z e e z u s m t j n s c h e n , n u i s u l d e r t o e r e n . T s c h g i j n t zelfs d a t e e n w o o r d e k e t e l o s s e n oover den tspel konpleet! zugtege mijn t i n de g a a z e t e s t a a t ? Tziet e r h e m t o e s t a n t v a n t l a n t . . . Geleik dade moeder. prooper uit mee u zulde! w e e t i s t b i n e n k o r t w e e r o m kiezüich — A geweetet! riept mijn — J a j a ! meneere den onder en gebt mieschgien verleeden v a a d e r . M o e s t e t n o g t e r d o e n zijn p a s t e r , z e i t m i j n m o e d e r e n h i j zit Zondach den erderlijken briei zen h a d e n ons ier nemeer hein? n u g o t s g a n t s c h g e d a a g e n geleik gejoort v a n de biskoppen... z e i t hij t e e g e n d e G a a z e b u i z e , e n n e n dsoos die v a n d e n t o o r e n g e — V i e v a n t r e e p e b l i e k ! r i e p t de de t r a a n e n stroomdegen lanst twee v a l e n ist. Als t h i j zijnen bek o o p e n Gaazebuize. k a n t e n u i t z i j n o g e n . W a z e k m a a r doet ist om dwaazen p r a t te — Goe weete! zeit m i j n vaader, weere n e n boorlinck! riept h i j . fertellen die op geen k o n t e n e n Parlee moi damoer... — Daar ebdet al! schgreemdege t r e k t ! Kebbeklk al gepeist v a n — W e e t e w a d a k z a l d o e n , zeit mijn moeder, hij wort kints! n e n keer n a a r tospetaal te g a a n Piekavet in stilte teegen mijn — T i s n i e t s ! z e i t P i e k a v e t , hij mee hem. moeder, kzalder ne keer teegen den g a t zijn l e e v e n m i s c h g i e n e r p a k e n ? — Eeleba Spiegelleire riept dokteur v a n spreeken, e n hij n a m — E n m e e plezier! zeit mijn Piekavet en hij schguddege mijn zijnen h o e t . vaader. Homer! riept hij h a a l t ne v a a d e r b e i k a n s t u i t z i j n e n zielee, — A s t a b l i e f t ! zeit m i j n m o e d e r keer u franschge gaazete mee kende uwen biechvaader nemeer e n d a twel g a a t m e n e e r d e n onder tportret in van dienen parijschgen dan? d o p . . . Bezie d a n e n k e e r ! z e i t h i j paster. — Z w i j c h t e r v a n ! zeit m i j n t e e g e n P i e k a v e t , h o e d a ze d a g i n — J a m a a r ! zeit Peetsen, e n mijn v a a d e r , n e n m i j n s c h z o u t zijn t e r a a n bort leggen o m de niewe pensjoen?... ogen uitschgreemen als ger op weerelt burgers in dit t r a a n e n — S e e s a ! r i e p t de G a a z e b u i z e , p e i s t h o e d a wij ier g e j e u l t z i t e n d a a l t e f e r w e l k o o m e n . Ze k e n n e n e n a p r o p o o , oe i s t t h u i s ? E n m e e teegenoover ginter... Smoor, noch geen a uit een b en tmeetsen de kinders? reegen, groten dust... trekteert ulder al op een glas — O c h Eere toch! zugtege mijn — Ziedet! zeit m i j n moeder s a n p a n j e ! Alzek o p m i j n e n t i j t teegen Piekaavet, w a t ebbek u gem o e d e r , ge z u l e t z i e n , t s a l slegt p e i n z e l . . . T w e e v i e r e n d e l e n k i e n t zelt? L u i s t e r t n u zal t h i j b e g i n e n d r a a j e n m e e die kiezinch! sessuiker, toopen spel binen e n zingen. Al o p d e k g e n e n lek o o v e r u l i p e n ! O e z o u d e E n fiektief, h i j begost hij ook, v o e t bij s t e k ! d a n w i l e n d a t we p l e z i e r i c h g e m e e zijn h a n t o p zijn e r t e : z o n c h t de G a a z e b u i z e e n hij n a m s t e m t zijn v o o r d e r e s t e v a n o n s Parlee moi damoer mijn vaader onder zijnen aarm daagen? vroecht hij. r e d i e t e m o i d e e soose t a n d e r e ! en stoetsgewijze trooken ze — S c h g a a m t u ! z e i t P i e k a v e t , — N o n d e k u ! zeit P i e k a v e t t i s tsaamen de deure uit, ulder ge z o u t b e e t e r o p s e r j e u z e r e d i n e r g e r of d a k e n p e i s d e g e . verdere toekoomst tegemoet... gen pelzen. — Tis vaneiges ergere! zeit mijn
KOEKOEK
II
KOEKOEK
12
V a n
Jieties
BAL OP DE BOETJES! Het is in Brussel b a l o p d e boetjes tusschen katholieken e n liberalen of liever gezegd, tusschen de voor altijd gewezen eerste minister Rtkske Renkin e n dsn eeuwige, den inamoviebele, den onontbeerlijken minister van Buitenlandsche Zaken, M . Polleke I m mense! De reden : de ontbinding van de dissolutie v a n h e t Parlement. Renkinske die er niet meer a a n is, k a n m a a r niet vergeven & Pol Immense d a t hij d ' r alweer bij is. — Dien Pol Immense, zal ik in mijn later leven nog wel eens bij zijn pels hebben, verklaarde hij tot een bevriend journalist, die heeft door mijn lijf gezien. M a a r God zal mij bijstaan. Ik zal h e t h e m loonen. — Met erwten en met boonen? — Neen, mijnheer, m e t woorden en daden. Gij zult ; r nog van hooren. Hij sprak, e n vertrok. En twes dagen nadien vergaderde de katholieke Associatie, en bulderde M. Renkin tegen zijne bondgenooten van gisteren in 't algemeen en tegen Polleke Immense in ' t bijzonder. — Het zijn alle futlooze kerels, begon hij. Ze hebben de poepers gekregen omdat de socialisten vooruitgegaan zijn met de laatste gemeenteverkiezingen. Alsof d a t telde. Ze hielden niet meer in h u n n e broek. Als d i e n snotter van Immense — die denkt d a t hij indispensabel ls — ergens kwam, moesten onmiddellijk alle deuren e n vensters opengezet worden... En die mannen zijn h e t die mijne Regeering over boord hebben doen gooien; mijne Regeering die bereid w a s m e t een plan, m e t een plan... waarvan de toepassing de grootste welstand in ons land h a d doen terugkeeren. Een plan waardoor alleen de rijken zouden ge&Qfien worden, de armen ruimschoots geholpen. Iedereen werd daardoor voor verschillende uren p e r j a a r werk verschaft o m h e t invullen der belastingsverklaringen, verder de garantie van de défense nationale (Vive la Belgique nonded j u u ) . Nog meer toelagen a a n h e t vrije onderwijs. De priester zou weer heer e n meester geworden zijn in dorp en stad. Het was een schoon plan. E n n u , n u liggen w'er m e t onze gebakken peren»... E n o p dien toon zette den troostJoozen Renkin 'ijne rede voort. En verslag d e r debatten verscheen in de katholieke bladen. E n M . Immense voelde zich geraakt. E n hij greep n a a r zijn p e n e n zich richtend t o t M . Renkin, schreef hij in h e t schoon Vlaamsch. ••.4? Ah. wel! gij k u n t e r nogal a a n . Een panneflikker als gij zijt, a a n mij, den honorabelen, den indispensabelen,
m
JCiekepteUecs
Zij lachtten om h e t meest. den eeuwig-jongen Pol Immense, zoo — T ' e n fais pas, sprak M. Petitjean door de modder sleuren, ' t I s niet gemet zijn gedistingeerden tongval, on permitteerd. D a t indigneert mij zooles a u r a . als h e t alle eerlijke lieden zal revolE n Cocq schuddebuikte. teeren. — Dieu est juste, sprak dien verIk h a d mijne indignation k u n n e n stokten fr&-masson, e n alles komt te-J kamoufleeren, m a a r ik prefereer u recht a a n wie zijn tijd kan afwachten.) mijne mépris i n de visage te cracheeHet is e n tous cas een goeie zwans. ren. Dc wil m e t u geen polemiek e n Hij zal een smoeltje getrokken hebben. t a m eeren, mijne digniteit interdiseert Alles kon daarbij gebleven zijn, ware' h e t mij m a a r , permetteert toch d a t h e t niet d a t Renkin een satanskereT( ik declareer d a t d a t zoogezegde plan is. Ook kon hij niet nalaten Polleke door mij e n mijne collègues, nooit a l s Immense van antwoord te dienen. serieus e n convenabel geconsidereerd — Gemomifleerden minister werd. vreemde Zaken — m e n m a g ook Het i s opgemaakt door n e n gateux, gen : Minister Vreemd a a n de Zake ne m a n die o p zijn knieën pist, die begon h i j . L a a t mij u den r a a d gev stanienee-voeten heeft, die niet weet van uwe indignation een beetje te k dat hij van veur of van achter leeft. Bc b e n altijd partisan van de dis- mseren. Koude douchen zullen daarvoor wel h e t nuttigst zijn, maar past solution van de goevernementsn waarwel op voor uw h a a r , chéri, want een • van ik, Pol Immense, niet immenséPol Immense, zonder zijnen toupet, ment chef ben. I k ben voor u nochis a l s de laatste d e r Mohikanen «HM tans altijd gentil geweest — ik was t e der pluimen kapsel — Hedde m a vastw veel gepreocupeerd m e t mijne charGij stoeft d a t ge deel uitmaakt van ges van president van de 39e kommisalle regeeringen! I k ken zoo een boeu sie, van de 12e preparatieve konférenmenschen die altijd overal bij zijn,, sie, van de 7e conference du DésarIedermaal d a t de processie van Sin»; mement, i n Genève. Maar voortaan ter Goedele uitgaat zie ik dezelfde! zal h e t zoo niet meer gaan. A propos! m a n n e n m e t een brandend lantaart,'" Gij zijt gedebarkeerd e n ik blijf g'innaast den Hemel loopen. Als de stalleerd in mijne fauteuil. D a t is tège van Gais-Lurons uitgaat, tusschen ons h e t verschil van de difhet altijd dezelfde dis m e t een 1 fersnsie! A bon entendeur salut! E n in de h a n d , de toeschouwers l a s t i g als ge n u nog n e goeie conseil wilt, belen. Als o n s muziek uitgaat zijn moeit u m e t de duiven niet meer zooook altijd dezelfde fakkeldragers, lang ge niet in een keef hebt gezeals e r in Brussel een nieuwe ge' ten! Als ik er goed over nadenk, zie d a n gelanceerd wordt, geschiedt dat tijd door dezelfde «crieurs». kookt mijn bloed, e n rust mijn h a a r Het is dus niet moeilijk om er te berge! Ik de poepers hebben! I k de m a n tijd bij t e zijn. H e t suffiseert t e ' nen plooien e n kruipen. E n d a t van alle Regeeringen, de m a n v a n gij Pol Immense, d a t k u n t gij ime Genève, die in de internationale treins sément! Herinnert u m a a r hc — nachten heb doorgebracht in dienst u gebracht h a d bij de samer van h e t Vaderland. I k die p e r vliegder laatste Regeering. W a t t tuig mijn leven heb gewaagd voor h e t nog van u w liberaal programma ov duurbare Vaderland! G e moest u E n uwen Devèze, m e t a l zijne schamen mij dit te verwijten. Coppée! Vuilen advokaat! Vieux Stage. E n a l s taises», hebt ge niet gezien hem in mijn zak stak? ge ooit n o g o p mijnen t r a p komt... L a a t mij lachen m e t al uw gek zet ik u den hond achterna! en gekraai, en wees ervan overf" Zonder groeten : mijn plan bestaat, ik zal h e t Pol Immense. door t e drijven, h e t komt e r , en ( Toen M . Renkin dien brief ontzullen alle ernstige menschen een ! ving, zag hij dadelijk a a n den omslag, mensément lachen om den nieu" hoe l a a t h e t was. tuimelaar van Polleke Immense. Met bevende handen maakte hij h e m Nog een woord : Als m e n open, las hem, en d a a m a een tweede kaiisehe-tienen e n n e schran m a a l e n barstte d a n los in een gewelbuik heeft, doet m e n liever digen lach. politiek alhoewel m e n n a zijn — Nondedjuu, zei h i j . D a t is een op de wereld gekomen i s . goeie! Hij is vies opgesmeten. W a t Daag, e n a l s g'hem zeet doet zal hij zijn kinnebakkes o p e n af geman komplimente, trokken hebben! O h ! o h ! d a t is een H. goeie mop. Die moet Ik dadelijk a a n Cocq e n a a n Petitjean mededeelen. Immense is bij h e t lezen van E n M . Renkin belde zijne twee gebrief in de koude-kelder koorts wezen liberale kollega's in h e t laatste len. Doktors en . anti-kwarissen werden! kabinet o p e n n a d e zaak toegelicht bijgeroepen om te beraadslagen of of te hebben gaf hij lezing van den brief nog m a g antwoorden, van Polleke I m m e n s e . r
J
'-..UÊ
KOEKOEK
DE PLATTE ALS DEDEKTIEF Men doet wat men k a n . En wie d a t doet is waard dat hi) leeft! Zoo dacht de Platte er ook over. En hij was dedektief gewonden. I n een warenhuis. Men zegt: «In eiken m a n , sluimert er *-r met permissie e n figuurlijk, — een vajfcen. Dat zegt men in Frankrijk. Welnu, in den Platte sliep sedert lang een gardevü, of beter ,een speurder. Hrj heeft altijd een fijnen neus geOok was er geen gat, — ge moet it gat niet verkeerd voorstellen, — 'j stak er zijnen neus in. Om 't van de zaak te weten. Voor zijn plezier, ziet ge. Nieuwsgierig van is hij niet, m a a r lüj weet alles -Kortom, de Platte was n u in een warenhuis in betrekking. Als dedeklief. Mooi baantje. Kj had slechts te wandelen, ' ï n zijn oogen open te houden. Geen die den Platte aankeek, zou wnnoed lubben, dat die onschuldige Handelaar belast was met het toezicht over den gaanden en komenden m a n , Rkeerende en de gaande vrouw. Maar de Platte was bij de pinken. Althans n a eenige dagen oefening. Want in den beginne kon hij zijn Bukken m a a r niet van de meisjes, tekst met den verkoop, afwenden. Daar waren dan ook meisjes bij, werkelijk te schcon om te werken. Ik til zeggen: te werken tegen den prijs dien ze bei^ald kregen. Jjet was nu 2»terdagnamiddag. was volk op de been als nooit te n
srklaas h a d zyn intrede gedaan daar, beneden op het gelijklloers, op m i trocn, stijf van 't goud, net een langen witten baard en een toogen mijter (Sinterklaas, zulle, niet
de troon!). ér kleuters waren! E n m a m a ' s
k<ïe
ijk gezegd, gij of ik, zonder daara detektdeven-natuur t e bezit- |
13
ten, g e h a d t . d a t vriendelijk kind ook met meer a a n d a c h t aanschouwd dan fatsoenlijkheidishalve past. • Ze was jong e n schoon en in h a a r oogen lag iets v a n de oneindigheid der hemelen. I k geloof zelfs, dat, wanneer men een apartje had gehad met dat kind, e n ze h a d u toegelaten op uw zeven gemakken in h a a r oogen te kijken, ge in die deugnieten van oogen niet alleen den hemel, m a a r zelfs een stuk van ' t oud paradijs zoudt kunnen terugvinden hebben. M a a r de Platte, 'bewust van zijn roeping en zijn opdracht, liet zich door die oogen niet verleiden. Zelfs niet door de beenen van dat meisje e n potvermille, d a t moet ik toch ook nog even zeggen, beentjes had ze, waar die van Mistinguette en K a t e trommelstokken bij zijn. Waar de Platte d a n n a a r keek? Naar de handen van d a t meisje. En hij h a d gelijk. Wat die h a n d e n betreft, ze waren ook vooralen van een fijn stel vingers. Ge kondt h e t er a a n zien, d a t ze relden een kachelpot te potlooden hadden of schotels óm te wassohen. Het waren h a n d e n , die zelfs te fijn waren om piano te spelen. En. daarbij van dat soort, waarvan men zegt: «Ze zijn gauw gevuld.» De Platte was juist aan het overwegen wat hij zooal in dergelijke pollen zou gsstopt hebben, om ze te vullen, als een verdachte beweging dier h a n d e n zijn aandacht gaande maakte. Ze grabbelden en scharrelden in den hoop reukfleschjes als aaiend, doch zonderling: Telkens als er twee, reukfleschjes tegelijk door die speelsche handen waren opgenomen, kwam er achteraf m a a r één van de fleschjes weerom terecht in de étalage. B e t andere verdween in een soort van zak, die specialisten kangoeroe-zak heeten e n dien h e t meisje bedekte m e t de panden van h a a r mantel. De Platte lachte in zijn vuist, zullen we m a a r zeggen. Hij had een dief-egge te pakken! Hij drong n a a r het meisje op. Toen hij er vlak achter stond, tikte hij het glimlachend op den schouder. De anders keek om met een gezicht d a t in de ploci stond. — Wat of die kerel noodig heeft? leek de uitdrukking van h a a r gelaat te beteekenen. De Platte knikte welwillend. Hij glimlachte zelfs, aanmoedigend. — Meneer, zei de andere, knak, ik ken u niet! — Ik ook niet! antwoordde de Platte m e t veel tegenwoordigheid van geest, — zooals ge met my zult opmerken. — W a t wenscht u d a n ? sprak de andere weer. — Kennis m e t u te m a k e n .
— Houd u fatsoen, meneer! i— E n gü uw bakkes, wou de P l a t t e zeggen, m a a r in werkelijkheid zei h i j : — Houd gij uw pooten thuis! — Meneer! — Madame! Ze stonden d a a r als n a t en koud tegenover mekaar. Maar de Platte mompelde: — Nu 't is genoeg. Gedaan met lachen. Volg me, Madame. — TJ volgen! — Naar de direktiel — En waarem, als lk u vragen mag? — U komt daar z o o juist drie fleschjes reuk te gappen. — Men-heer. Maar de Platte rukte den mantel van de d a m s open, stak zijn h a n d i n de slip van den zak, — in de slip van den zak, goed gezegd, — en naaide de bewuste fleschjes te voorschijn, fleschjes gevuld met: « C o m i m e tu v o u dras!» en «Si je peux!». De ander J schoot er h a a r ergenis bij in. Ze werd nu vriendelijk, vleierig, ze drukte iich tegen den Platte a a n . keek hem verleidelijk in zijn oogen, liet h a a r adem op zijn Adamsappel spelen e n fluisterde: — O, ja, dat wou ik juist vragen. Wat kosten die dingetjes? De Platte werd eerst een beetje duizelig. Hij had al met veel meisjes te doen gehad, m a a r met één dat hem zoo verleidelijk te woord stond, had hij zelden-wat te maken gehad. Maar hy' dacht a a n zyn baantje, zijn loon, de gelukwenschen van de direktie, zijn pensioen en andere dingen meer en hij zei, koel beleefd: —Wat die dingetjes u zullen kosten, dat kan ik u reeds op voorhand zeggen. Daar kemt ge met niet minder dan zes maand af... Doch de andere, in een laatste poging om den Platte te verteederen, fluisterde .knipoogend: — En als 't er nu eens negen waren? Maar de Platte, een... oppassende Jongen, had geen ooren n a a r het voorste! e n zei: — Niks te maken. Volg me nwar. Hij stapte voorop, hoog, breed, subliem. En toen hij aan de deur van de direktie stond en zich omkeerde, bemerkte hU, dat het meisje hem niet gevolffd Was. — Nondejol, vloekte hü, ge kunt de wijven den dag van vandaag, voor niks meer betrouwen! E n hij vatte, heel e n al gekrenkte waardigheid, opnieuw post, deze maal echter op d- etage waar niks dan clubzetels werden te koop geboden. E n dien dag deed hij niks anders meer d a n het bisschoppelyk schrijven lezen, waarin aan de gapneuzen wordl voorgezegd... hoe ze moeten stemmen bij de komende verkiezingen, willen ze niet ter helle varen.
™
De
-
-
-
KOEKOEK
Geschaakte
Bruid
Volksroman door AKS VIJFDE HOOFDSTUK M u e r k e n s e n zijn d o c h t e r Adèle k w a m e n te midden v a n de grootste d r u k t e in d e n «Geslepen Ooievaar» a a n . Zij k o n d e n n a u w e l i j k s e e n t a f e l t j e v i n d e n o m zich b e i d e n neer te zetten, behalve Muerkens die n i e t n e e r z a t m a a r onmiddellijk n a a r den koer r e n d e . — N u of n o o i t , d a c h t Adèle. E n ongemerkt, met bevend hart, rillend over al h a a r l e d e m a t e n , s t a p t e zij de h e r b e r g u i t . Toen Muerkens stralend van geluk terugkeerde vond hij de tafel onbezet. — Z e is w a t p o u d r e de riz o p h a a r snoetje g a a n wrijven, d a c h t h i j , en bestelde twee demi's. T o e n h i j vier d e m i ' s h a d gel e d i g d w e r d hij n i j d i g o m d a t Adèle zoo l a n g wegbleef. Bij d e n z e v e n d e n d e m i w e r d hij o n g e r u s t . Bij d e n t w a a l f d e n s t o n d hij r e c h t e n verliet de herberg. De koetsier was verdwenen! Wij h e r h a l e n d a t de k o e t s i e r verdwenen was. E n , . d e trouwv o l t u u r ook. — D a t is geheimzinnig sport! d a c h t M u e r k e n s . E n te voet trok hij n a a r h e t s t a d h u i s . T o e n M e v r o u w M u e r k e n s zijn n e u s z a g , d e e d zij t e e k e n a a n d e n orgelist, die m e t d a v e r e n d geweld een bruidsmarsch inzette. Er scheen een p a k v a n ieders h a r t t e v a l l e n . M e n h a d r e e d s zoo lang op de bruid gewacht, dat er e e n z e k e r o n g e m a k o n d e r de a a n wezigen voelbaar werd. Nu m e n h e t orgel h o o r d e , k l a a r d e n alle a a n gezichten op. Behalve d a t van Valvekens, die fluisterde tot m a d a m e Muerkens. — M a m a , ik k a n mij n i e t m e e r inhouden. Vrouw Muerkens hoorde h e m e c h t e r n i e t m e e r . Zij h a d m e t d é o o g e n h a a r e c h t g e n o o t gevolgd e n w e l d r a g e m e r k t , d a t hij a l l e e n w a s . — W a a r is Adèle? v r o e g zij r e e d s van verre. — I s ze h i e r n i e t ? s t o t t e r d e Muerkens. De v r o u w d e e d d r i e s c h r e d e n n a a r h e m toe en diende h e m zulk e n k a a k s l a g t o e d a t de e c h o e r tien minuten lang van weergalmde. De orgelist w a s v a n s c h r i k i n h e t m i d d e n v a n z i j n m a r s c h blijven s t e k e n . De b u r g e m e e s t e r , d i e i n hoogst eigen persoon h e t huwelijk zou i n z e g e n e n d a a l d e de t r e d e n af o m te zien w a t er g a a n d e w a s .
Men hoorde n a h e t eerste oogenblik v a n s t i l t e , a l l e r l e i g e m u r m e l : — W a a r is Adèle? W a a r is de bruid? De v e r w a r r i n g steeg weldra t e n top. Eenieder keek in alle h o e k e n e n k a n t e n v a n d e z a a l of Adèle er z i c h n i e t v e r s t o p t h a d . M a a r r ' j was er niet. D e b u r g e m e e s t e r k o n w e l d r a zijn ongeduld niet meer bedwingen. — G a a t ge n u t r o u w e n , j a of n e e n ? v r o e g hij w a t b i t s i g a a n Valvekens. — ' k Wille ' k ik wel, zei d e j o n gen beteuterd. — W a a r is u w v r o u w d a n ? v r o e g de b u r g e m e e s t e r m e t n a u w e l i j k s ingetoomden spot. M a a r vader Muerkens, eenigszins hersteld v a n zijn oorveeg, k w a m tusschen: — Z o u m i j n v r o u w voorloopig de plaats van h a a r dochter niet kunnen innemen? vroeg h i j . — ' k Wille ' k ik w e l . . . f l u i s t e r d e Valvekens. D o c h d i t b l e e k g e e n oplossing t e zijn, e n h e t t r o u w f e e s t d r e i g d e o p een paniek uit te draaien, toen eensklaps de toestand gered werd door Valvekens. — Oei! stiet hij uit in een langgerekten kreet. Allen v e r s t o m d e n . — Oei! h e r h a a l d e hij. Ik h e b in mijn broek...
KRISIS DE O P T I M I S T . — Welnu! ' t G a a t beter, h é ! DE PESSIMIST. — J a , 't gaat beter d a n toekomend Jaar!...
E n i n d e r d a a d , l a n g s zijn schoen e n w a s h e t of de S c h e l d e bulten h a a r oever w a s g e t r e d e n , o pracht i g e , m a c h t i g e vloed, w e e s gegroet. E r bleef n i e t s a n d e r s o v e r dan n a a r h u i s t e g a a n o m z i c h t e ververschen. — Allez, t o t z i e n s , zei de burgem e e s t e r , ' t zal voor e e n naasten keer zijn. Wij m o e t e n e e n u u r t j e terugk e e r e n , t o t i n d e h e r b e r g «Den G e s l e p e n O o i e v a a r » . T o e n Adèle u i t de h e r b e r g k w a m h a d e e n welg e o e f e n d w a a r n e m e r k u n n e n zien, d a t de k o e t s i e r h a a r e e n oogsite trok. H i j g e n d v a n a a n d o e n i n g opende Adèle h e t p o r t i e r e n s t a p t e in het r i j t u i g . De k o e t s i e r lei de zweep o p de p a a r d e n , die i n vroolijken d r a f w e g s n e l d e n . W e l d r a werden de h u i z e n z e l d z a m e r l a n g s d e n weg, De k o r e n v e l d e n g o l f d e n behaaglijk. — O, sprookjesland, dacht Adèle, h i e r groeit h e t k o r e n In December. — N e e n , a n t w o o r d d e h a a r de k o e t s i e r . D a t is g e z i c h t s b e d r o g . Dat is d e liefde d i e u de w e r e l d schocner doet zien. E n d i t g e z e g d z i j n d e s p r o n g hij v a n d e n bok, e n sloot Adèle ln zijn armen. D e z o n g i n g o n d e r t o e n zij belden u i t deze o m h e l z i n g o n t w a a k t e n . — A l f r e d ! z u c h t t e h e t meisje. Gij h a d t h e t r e e d s g e r a d e n , dat de k o e t s i e r n i e m a n d a n d e r s was d a n Alfred. E n Alfred, d a t wafö de onbekende m i n n a a r , die Adèle l n zoo geheimz i n n i g e o m s t a n d i g h e d e n h a d ontm o e t t i j d e n s h a a r v e r l o v i n g met Valvekens. W a t s c h e e n h a a r deze verloving n u v e r . D e v o o r b e r e i d i n g e n tot h a a r h u w e l i j k w a r e n a l s e e n nachtm e r r i e w a a r u i t zij v e j l o s t was. Alfred e n Adèle s c h r e d e n arm a a n a r m d o o r h e t a v o n d l i j k lands c h a p . D e p a a r d e n e n d e koets b l e v e n v e r l a t e n a c h t e r . D e eerste s t e r r e n p i n k t e n a a n d e n hemel. T w e e m e n s c h e n g i n g e n h u n nieuwe toekomst tegemoet. T e n l a n g e n l a a t s t e s p r a k Adèle: — Moet ik n u scheiden v u V a l v e k e n s , a l v o r e n s m e t u t e trouwen? — Lief, o n s c h u l d i g w e z e n , fluist e r d e Alfred. (Vervolgt)
KOEKOEK
15
BERIJMDE SCHELMERIJEN (44)
Waar zitten de roovers! Die brave liberalen • En die goede klerikalen, Zijn bepaald hun hersens kwijt, Want, de schrik heeft hun bevangen : Ach, ze zullen samen hangen. Wie van ons., die hen benijdt ? Ze ploeteren en zoeken In de meest verlaten hoeken Naar wat leugens en wat drek. En ze schuiven ons, de rooden, Alle mogelijke nooden Zonder blozen op den nek. « Ze zullen u ontstelen, Klinkt het schor uit hunne kelen, Al uw have en uw goed En geen duitje zal er blijven Om uw wanhoop te verdrijven. Weet dus, hoe ge stemmen moet ! Die brave lui vergeten, Dat de nuchtere kiezers weten, Waar de dieven zooal zijn. Vraagt het aan de kleine spaarders, Aan de cent-na-cent-vergaarders, Want die weten het wat fijn. Hun zuurgewonnen centen, Ach, ze vlogen, met de renten En geen cent vergoeding kwam ! Wel verbeten, niet vergeten Is hun woede want ze eten Nu een droge boterham ! En dan de bankschandalen Waarin vele klerikalen Zijn geprangd als in een keurs? Waar, millioenen zyn verzwonden Waar alleenlijk baat bij vonden Al de schuimers van de beurs. Als blauw of gele troepen Steeds van « Houdt de dieven roepen Is 't een uiting van venijn, Om de aandacht af te wenden Van de lui, die hen reeds kenden Daar ze zelf de dieven zijn !...
ETEN WE TOEKOMEND JAAR BELGISCHE MOSSELEN?. Onder dezen verlokkenden titel, meldt ons de katholieke «Morgenpost», d a t nabij Doel een oppervlakte van ongeveer 3 hektaren bij den oever bezaaid wordt met halfwassen mosselen. Als de proeve van kweek goed laagt, dan moeten deze mosselkes van vreemde afkomst binnen h e t Jaar reeds groote en smakelijke Bel gische mosselen zijn! Wij drukken op dit Belgische. T o t hiertoe a t e n wij meest vreemde mosse len en h e t valt dan ook niet te ver wonderen, dat er nu en d a n een patriotische maag letterlijk vergiftigd werd door d a t goedje. Om de zaak nog te verergeren kwamen er in België vele Filippijnsche mosselen. Hollandsche mosselen! Stel u voor! was het dan te verwon deren, d a t h e t activisme zulke snelle vorderingen m a a k t e . Met de bisschoppen van België drukken wij de vurige hoop uit, d a t de mosselkweek in België gelukken zal. D a n zullen h e t frontisme en de demokratle spoedig binnen normale perken teruggebracht worden. W a n t Belgische mosselen zullen liberale mosselen zijn of niet zijn!
B R I E V E N B U S BOEK-TJIL. — Onze geluk wenschen. R. H . — Hartelijk gefeliciteerd. R . MAN. — Proficiat! HERREM AN. — Neen, d a t ver wachtten we: ge zult de redaktie v a n «Koekoek» eindelijk ook eens geden ken! YVONNE. — Zie «Vooruit» van 5 November, derde bladzijde, vijfde kolom, eerste artikeltje, 11e, 12e e n vooral 13e regel. J E P MENNEKENS. — J a , onrecht is geschied! Maar 't zal niet gepast zijn. Ge k u n t verder op onzen onvoörwaardelijken steun rekenen. F R . FR... — G e zoudt gij zooveel van uw neus niet maken, moest uw vrouw Nederlandsen kunnen lezen. Dat ls gemakkelijke bluf! LODE CR... — Als we n a a r Antwer pen komen, schrijft ge, zullen wij e r ons van beloven. Ten einde tijd t e winnen, k u n t gU niet n a a r G e n t komen?
INTELLECT Een beursman was op bezoek bij Tristan Bernard. Zij spraken over de ekonomische toestanden. — Mag ik u een prachtige transakwe voorstellen, waaraan een paar millioen frank te verdienen is, vroeg Bernard den beursman. —Vanzelfsprekend! — Koopt u h e t heele intellekt v a n onze tijdgenooten voor wat het waard is on verkoopt u h e t voor de waard», die men er aan hecht.
KOEKOEK
16
HUMOR VAN ANDEREN NOTA DER REDAKTIE We nemen schrijven. dnsnogminderVoor de karikaturen gen oVernenien, Van Vriend en tegenstander,
— die heb. een
geen Verantwoordelijkheid op Voor Wat We zei) Van deze bladzijde. Het feit dat Wij deze teekeninbewijst niet dat Wij het met de strekking eens zijn
HAAR OUDERE BROER (met de radio spelend. — Het fijne van dit toestel is, dat ik er overal mee kan komen. HAAR VERLOOFDE. — Mooi. Dan wou ik, d a t ge er mee n a a r Hongkong (London Opinion). (ringt.
Ik breng u die mascotte terug, ik verleden week hier gekocht Dc wou graag een betere hebben, waarop u garantie k u n t geven. (Humorist)
— W a t is er a a n de h a n d , d a t hier zooveel treinen staan? — O, niks bijzonders, de chef heeft z'n fluitje verloren en k a n dus geen vertreï-sein g e v e n . ' (Gutierrez)
— Wie dronken is, weet niet, dal hij dronken is. Dus ik ben niet dronken, want ik weet, d a t ik dronken (Gutierrez) ben.
. — W a t wilt ge vanavond liever eter schap, hesp of saucietjes? (Gutierrez).
DE JONGEMAN. — Is dit een boemel trein? DE KRUIER. — Ja. DE JONGEMAN. — Mooi. . (Happy) MEVROUW. — E n wat voor een cadeautje wil mijn mannetje van zijn vrouwtje hebben voor zijn verjaardag? MAN. — Och, meid, ik moet nog acht termijnen betalen op uw cadeau' v a n verleden jaar. (Ideas)
SLECHTE TIJDEN In het pension klaagt de hospita dat de tijden zoo verschrikkelijk slecht zijn. — Ja, antwoordt een van de gasten, vooral de maaltijden zijn slecht.
AUTEUR. — Dc weet niet hoe mijn hoofdpersoon moet laten do gaan. VRIEND. — Lees hem uw stuk voor (Gutierrez, Madrid).