Commissie van beroep Islamitische Scholen
Jaarverslag 2011
Voorwoord Hierbij treft u het jaarverslag 2011 van de Commissie van beroep Islamitische scholen aan. In het kader van de efficiency en in navolging van vele andere instanties wordt dit jaarverslag uitsluitend nog digitaal aangeboden. De volledige, geanonimiseerde uitspraken en de gegevens over de Commissies en over het bureau van Onderwijsgeschillen zijn te vinden www.onderwijsgeschillen.nl
Jaarverslag 2011
2
Inleiding Op grond van artikel 60 lid 1 van de Wet op het primair onderwijs (WPO) en artikel 52 lid 3 van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO), is het bevoegd gezag van een bijzondere (speciale) school voor basisonderwijs en van een school voor voortgezet onderwijs, aangesloten bij een commissie van beroep waarbij door elk personeelslid van de instelling of school beroep kan worden ingesteld tegen bepaalde beslissingen die door of namens het instellingsbestuur of bevoegd gezag zijn genomen. De Commissie van beroep Islamitische Scholen is een commissie van beroep als bedoeld in artikel 60 van de WPO en artikel 52 van de WVO. De Commissie wordt in stand gehouden door de Islamitische Scholen Besturen Organisatie voor onderwijs op Islamitische Grondslag (ISBO). De Commissie strekt haar werkzaamheden uit over scholen voor Islamitisch primair en voortgezet onderwijs, die zich bij de Islamitische Scholen Besturen Organisatie hebben aangesloten. Bij de Commissie kan beroep worden ingesteld tegen de volgende beslissingen: een disciplinaire maatregel schorsing het direct of indirect onthouden van promotie het verminderen van de omvang van de betrekking ontslag, anders dan op eigen verzoek, voordat de pensioengerechtigde leeftijd is bereikt de beslissing van het bevoegd gezag ten aanzien van de werknemer op basis waarvan op termijn vermindering van diens betrekkingsomvang kan plaatsvinden de beëindiging van een verlengd tijdelijk dienstverband (dat dus niet van rechtswege is verstreken) de aanwijzing als personeelslid boven de basisformatie voortvloeiend uit een algemeen verbindend voorschrift welke aanwijzing op termijn kan leiden tot ontslag, vermindering van de betrekkingsomvang of beëindiging van een verlengd tijdelijk dienstverband; de aanwijzing van een andere school of andere scholen waaraan een personeelslid werkzaamheden zal verrichten de eenmalige inhouding van een periodieke verhoging. Artikel 60 lid 3 WPO en artikel 52 lid 3 WVO bepalen dat het bevoegd gezag zich aan de uitspraak van de Commissie onderwerpt.
Jaarverslag 2011
3
Samenstelling van de Commissie In het verslagjaar was de Commissie als volgt samengesteld: mr. M.S.F. Ilahibaks-Gulzar, voorzitter mr. R.G. Groen, plaatsvervangend voorzitter mr. B. Euser, lid personeel C. van der Griendt, lid personeel mr. C.H. Kemp-Randewijk, plaatsvervangend lid personeel W.A.M. Kok, plaatsvervangend lid personeel mr. J.M. de Kooning, lid besturen mr. A.A.H. Zegers, lid besturen mr. N. Bochhah, plaatvervangend lid besturen mr. A. Cinar, plaatsvervangend lid besturen
Jaarverslag 2011
4
Beroep A Aaannggeessllootteenn sscchhoolleenn In het verslagjaar waren alle Islamitische scholen, die vallen onder de Islamitische Scholen Besturen Organisatie, bij de Commissie aangesloten.
B Beehhaannddeelleennddee bbeerrooeeppeenn C Coom mm miissssiiee vvaann bbeerrooeepp IIssllaam miittiisscchhee sscchhoolleenn:: In het verslagjaar heeft de Commissie 4 beroepen mondeling ter zitting behandeld. Waarvan 1 beroep schriftelijk is behandeld. resterend uit 2010 aanhangig gemaakt ingetrokken uitspraken
15 7 18 4
V Veerrggeelliijjkkiinngg vveerrssllaaggjjaaaarr m meett vvoooorrggaaaannddee jjaarreenn:: 22001100 totaal in behandeling ingetrokken uitspraken voortgezet in 2010
27 9 3 15
22000099 totaal in behandeling ingetrokken uitspraken voortgezet in 2010
16 6 5 5
22000088 totaal in behandeling ingetrokken uitspraken Voortgezet in 2009
20 8 10 2
22000077 totaal in behandeling ingetrokken uitspraken voortgezet in 2008
34 16 11 7
Jaarverslag 2011
5
22000066 totaal in behandeling ingetrokken uitspraken voortgezet in 2007
66 35 15 16
U Uiittsspprraakkeenn vvaann ddee C Coom mm miissssiiee vvaann bbeerrooeepp IIssllaam miittiisscchhee S Scchhoolleenn:: Van de 4 in het verslagjaar gedane uitspraken zijn: gegrond verklaard in het beroep tegen: waarschuwing opzeggen arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen
1 1
ongegrond verklaard in het beroep tegen: beroep tegen rddf-plaatsing
Jaarverslag 2011
2
6
Samenvattingen van de uitspraken 105089 - Beroep tegen rddf-plaatsing; PO De rddf-plaatsing is conform de geldende regels van de CAO-PO tot stand gekomen. Gebleken is dat de gemeente de ID-regeling, op basis waarvan werknemer wordt bekostigd, afbouwt. Deze afbouw rechtvaardigt op zichzelf genomen reeds de plaatsing van de ID-functies in het rddf. Uit het bestuursformatieplan van werkgever blijkt dat er voor het schooljaar 2011/2012 een tekort van € 523.256,- is geprognosticeerd. Hieruit volgt dat het niet aannemelijk is dat de werkgever in staat is om zelf (een deel van) de loonkosten van de ID-banen te dragen, zoals door werknemer was aangevoerd. De Commissie is van oordeel dat de werkgever de functie van werknemer in redelijkheid in het rddf heeft kunnen plaatsen. Beroep ongegrond.
105088 - Beroep tegen rddf-plaatsing; PO De rddf-plaatsing is conform de geldende regels van de CAO-PO tot stand gekomen. Werknemer, klassenassistent, heeft aangevoerd dat hij ten onrechte in het rddf is geplaatst. Het is een beleidsmatige keuze van de werkgever geweest om de rddfplaatsingen voor het OOP uitsluitend in de categorie onderwijsassistenten te laten plaatsvinden. De Commissie kan in beginsel niet in dit beleid treden. De keuze om het primaire onderwijsproces zoveel mogelijk door te laten gaan acht de Commissie overigens een te verdedigen keuze en niet onredelijk. Op basis van het aantal dienstjaren is werknemer degene die volgens de afvloeiingslijst in de categorie onderwijsassistenten dient af te vloeien. De categorie klassenassistent/ lerarenondersteuner is naar het oordeel van de Commissie uitwisselbaar met die van onderwijsassistent. In deze categorie is een werknemer vermeld met minder dienstjaren dan werknemer maar ter zitting is gebleken dat de desbetreffende werknemer feitelijk ten onrechte in deze categorie is opgenomen waardoor werknemer degene is met de minste dienstjaren binnen de categorie waarin dient te worden afgevloeid. De functies van conciërge en schoonmaker acht de Commissie geen uitwisselbare functies, zowel wat inhoud als salariëring betreft. Beroep ongegrond.
104695 - Beroep tegen waarschuwing; PO Het beroep is gericht tegen de beslissing een waarschuwing te geven vanwege het niet in acht nemen van verzuim- en kledingvoorschriften. In eerdere uitspraken heeft de Commissie uitgesproken dat onder omstandigheden een waarschuwing een disciplinair karakter kan hebben in welk geval beroep bij de Commissie open staat. Als zulke omstandigheden kunnen bijvoorbeeld gelden het gebruik van de term "officiële waarschuwing" in combinatie met "plichtsverzuim". Daarvan is in dit geval sprake. Omdat de werkgever de in artikel 3.18 CAO PO vereiste formaliteiten met betrekking tot het voeren van verweer niet in acht heeft genomen, is appellante geschaad in haar door de CAO beschermde belang om voorafgaande aan het opleggen van de disciplinaire maatregel door de werkgever te worden gehoord. Beroep gegrond.
Jaarverslag 2011
7
104746 - Beroep tegen opzeggen arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen; PO In het voornemen tot opzegging van het dienstverband en in de ontslagbrief stelt de werkgever dat hij het dienstverband wenst op te zeggen op grond van "hierna genoemde gewichtige omstandigheden". Vervolgens heeft de werkgever aangegeven dat hij heeft moeten besluiten om de school waar werknemer als docent werkzaam is te moeten sluiten. De Commissie oordeelt dat het aldus gaat om een ontslag verband houdend met de opheffing van de school. Deze ontslaggrond is opgenomen in artikel 3.8 CAO PO sub b. De werkgever heeft deze ontslaggrond echter niet gehanteerd. Het ontslag gebaseerd op andere met name genoemde gewichtige redenen zoals opgenomen in de CAO betreft uit de aard van de bepaling een restcategorie die pas aan de orde is als één van de overige in artikel 3.8 genoemde ontslagredenen niet een de orde is. Derhalve mist de ontslagbeslissing voldoende feitelijke grondslag. Beroep gegrond.
Postbus 85191 3508 AD Utrecht
[email protected] www.onderwijsgeschillen.nl
Jaarverslag 2011
8