Agro met energie verbinden
De chemie herstellen tussen agro en energie Speech, uitgesproken door Ruud Lubbers, bij de bijeenkomst Agro met energie verbinden, op 10 mei 2011.
Als ‘Handvest van de Aarde-man’ spreek ik hier graag. Bovendien vervul ik voor de Rotterdamse haven, het Rotterdam Climate Initiative, een stimulerende rol voor biomassa. Het gaat daarbij om drie toepassingen: biomassa voor energie, biomassa voor transportbrandstoffen en biomassa als grondstof voor chemie. Rotterdam ontwikkelt zich als poort voor Europa; voor biomassa vanuit de hele wereld in te voeren. Voldoende volume en flexibiliteit in grondstoffen zijn daarbij van belang. Hier vanmiddag gaat het om hoe in Nederland de agro met de energie te verbinden. De chemie tussen agro en energie is de voorbije eeuw grotendeels verloren gegaan. Agro en energie zijn gescheiden werelden geworden waar nauwelijks nog chemie tussen bestaat. 100 en zelfs 50 jaar geleden was de agro een voorname leverancier van energie en chemische grondstoffen. Die positie is overgenomen door fossiele brandstoffen, dat gebeurde ‘in de eeuw van mijn vader’, om het zo te zeggen. Het is de hoogste tijd de verbinding te herstellen, chemie en energie weer te verbinden met de agro. Dat is het thema van vandaag. Daarmee komen nieuwe kansen in zicht voor de Nederlandse economie, met zijn unieke combinatie van kennis, technologie en bedrijvigheid van het petrochemisch cluster ten zuiden van de Waterweg, het greenport cluster ten noorden daarvan en agroclusters elders in Nederland. Sinds de mensheid vuur kan maken om zich te warmen en voedsel te bereiden, heeft agro een verbinding gehad met energie. Hout voor de kachel, wind en water voor het malen van meel, persen van olie en zagen van hout en voor beheersing van de waterstand voor akkerbouw en veeteelt. Sinds de mens heeft geleerd goederen en zichzelf te verplaatsen, heeft de agro voor energie gezorgd voor het vervoer met hooi en haver voor de paarden.
Door gebruik van fossiele energie voor elektriciteit, transport, verwarming en industriële doeleinden, warmtekracht koppeling daarbij inbegrepen, is die eens zo sterke relatie tussen agro en energie verstoord. De fossiele voorraden zijn ooit opgebouwd met groene grondstoffen. Reusachtige hoeveelheden energie zijn miljoenen jaren lang vastgelegd in koolwaterstoffen diep onder de grond. Die worden nu in hoog tempo vrijgemaakt, met alle gevolgen van dien: CO2 emissie, opwarming, stijgende zeespiegel. Tegelijk worstelen we met het dilemma hoe we welvaart kunnen bieden aan de snel toenemende wereldbevolking. Hoe op verantwoorde wijze de omslag te maken naar een op groene grondstoffen gebaseerde economie, met de kennis en innovaties van vandaag. Dat is de opgave van de bio-based economy.
Kansen door kringlopen te sluiten Er is een omslag gaande in het denken en handelen in de agrosector, specifiek voor intensieve teelten waarin de Nederlandse agrosectoren sterk zijn. Zij hebben afzonderlijk en in onderlinge samenhang een vooraanstaande plaats verworven in de Nederlandse economie en staan voor vier opgaven: 1. Sluiten van kringlopen, door reststromen te valoriseren en daardoor duurzaamheid te verbeteren. 2. Een aanvullend verdienmodel door agro met chemie te verbinden, nieuwe markten en toepassingen te vinden voor bestaande en nieuwe teelten en reststromen. 3. Meervoudig gebruik van ruimte, bijvoorbeeld door productie van energie met wind en solar of uit reststromen. 4. Zo minder afhankelijk worden van fossiele energie. Dat is geen ontdekking van vandaag, er wordt druk aan gewerkt in alle agrosectoren.
In vijftig jaar is alles veranderd De agro leverde van ouds de grondstoffen voor wat we nu chemie noemen: grondstoffen voor kleding, producten voor persoonlijke verzorging, geur- en smaakstoffen, kleurstoffen,
genotmiddelen, geneesmiddelen, verpakkingen, teveel om op te noemen. Nederland heeft daarin een rijke historie die grote welvaart heeft gebracht. Het is niet eens zo lang geleden. In 1900 zag het er nog groen uit, we hebben het net niet meer meegemaakt. Heel veel kennis is verloren gegaan van wat we tegenwoordig groene grondstoffen noemen, producten die daarvan gemaakt kunnen worden en markten die daarvoor in aanmerking komen. De chemie tussen agro en energie is aan het terugkeren, getuige de naam van het programma van het ministerie van EL&I: agro met chemie verbinden. En zo is er ook het recente advies van de SER, genaamd: Meer chemie tussen groen en groei. Kansen en dilemma’s van een biobased economy. We krijgen in de loop van de middag voorbeelden te zien, die in deze tijd opnieuw welvaart zullen brengen. Uiteindelijk moet het daarvan komen: lonende investeringen in zaken die we maatschappelijk van belang vinden. In vergelijking met omringende landen is er in Nederland weinig ruimte voor energie-teelten. Wij zullen het moeten hebben van intensieve, hoogwaardige teelten en valorisatie van reststromen uit het agro-food complex. Juist daarin excelleert de Nederlandse agro en beschikt Nederland over excellente competenties.
Kenniscentrum Plantenstoffen Het programma Agro met Chemie verbinden van EL&I is gericht op een nieuwe dimensie voor het agro/food complex: de verbinding tussen agro, chemie en energie herstellen, groene grondstoffen produceren uit reststromen en specifieke teelten en daarvoor nieuwe markten ontwikkelen. Dat heeft zijn vertaling in het Kenniscentrum Plantenstoffen, opgericht om toepassingen en markten te ontwikkelen voor groene grondstoffen uit de greenport. In december 2010 ontving het Kenniscentrum Plantenstoffen een EFRO subsidie. Straks zal Jan Smits, als lid van het Bestuur van de Stichting Kenniscentrum Plantenstoffen, daarop ingaan.
Afval is grondstof In de akkerbouw, zuivel en intensieve dierhouderij zien we eveneens veel initiatieven gericht op het terugdringen van wat we afval noemen en het waarde creëren uit reststromen: terugwinnen van mineralen en productie van groene energie. Het begrip afval behoort daarmee steeds meer tot een tijdperk dat achter ons ligt. Daar wil ik even bij stilstaan. Afval heeft in de wet- en regelgeving een specifieke status, met fiscale heffingen en logistieke beperkingen. Terwijl de markt en de maatschappij afval graag als grondstof zien, onbelast met heffingen, vrij verhandelbaar en vrij te vervoeren, legt de overheid aan datzelfde afval beperkingen op. Als we afval willen gaan benutten als grondstof, dan moeten we dat juist stimuleren. Dat is een punt waar EL&I dringend naar moet kijken. Bij al deze ontwikkelingen gaat het erom alles van waarde eruit te halen. Dat reikt van hoogwaardige toepassingen zoals medicijnen, voedsel en geur- en smaakstoffen, naar minder hoogwaardige toepassingen zoals brandstof en grondstof voor groene elektriciteit. Bij dit alles wil ik als Rotterdammer benadrukken dat massa nodig is. Je moet voldoende volume hebben om op een economische manier waarde te kunnen extraheren en om bioenergie te maken van groene grondstoffen. Petrochemie nadert zijn einde. Het is tijd voor de omslag naar de biobased economy. We gaan dus voor agro; agro met energie verbinden.
Afhankelijkheid beperken van fossiele brandstoffen Het tuinbouwcluster zet al een decennium in op vermindering van de afhankelijkheid van fossiele energie en het drastisch beperken van de CO2 footprint. Daaruit zijn prachtige initiatieven gevolgd zoals de gesloten kas, kas als energiebron, gebruik van CO2 uit de Botlek in de kassen, gebruik van aardwarmte, gebruik van WKK voor decentrale energieopwekking. Deze lijn wordt doorgetrokken naar het vervoer, om de keten als geheel te vergroenen. Vanmiddag zal daarop worden ingegaan. Hoe zien we de ontwikkeling op lange termijn en
hoe kan energievoorziening voor vervoer aansluiten op het wijd vertakte decentrale netwerk voor biogas en elektrische energie in de tuinbouw en de agro in bredere zin. Om u alvast enig gevoel te geven over de omvang en daarmee de impact: het WKK netwerk in de glastuinbouw heeft een geïnstalleerd vermogen van 3000 megawatt, goed voor de capaciteit van enkele grote kolen- of kerncentrales. Voor de gehele agro is dat nog veel meer, los van het oogsten van wind- en zonne-energie in agrarische gebieden. Dat enorme vermogen is relevant voor beleidskeuzes rond opwekking en distributie van energie.
Observaties Een paar observaties voeg ik toe vanuit maatschappelijke invalshoek. • Aandacht is vereist voor het begrip afval in de wet- en regelgeving en in de fiscaliteit. Cradle to cradle vergt dat we bereid zijn het niet benutten van afval als het ware illegaal te verklaren. • De decentrale energienetwerken in de tuinbouw en andere agrarische sectoren vragen een plaats in het nationale energiebeleid, daarvoor is aandacht vereist bij de overheid. • People, profit, planet is een derde punt van aandacht. Van nabij weet ik hoe het beschikbaar maken van land voor het verbouwen van grondstoffen voor energie het milieu, sociale verhoudingen, leefbaarheid en ruimtelijke inrichting in ontwikkelingslanden kan aantasten. We kunnen daar niet te licht over denken. Sluitende certificering en naleving daarvan zijn een noodzaak, waardoor het juist een zegen kan worden. • Een vierde punt van aandacht betreft het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid ofwel CAP. Als we echt gaan werken aan de biobased economy, worden de land- en bosbouwsector belangrijke leveranciers van grondstoffen, die wereldwijd verhandeld moeten worden. Hier lopen we in de praktijk tegen problemen aan. Biomassapolitiek zou losgekoppeld moeten worden van de gebruikelijke, traditionele Europese landbouwpolitiek. Hier spelen twee dimensies: protectionisme en grondgebruik.
De Europese landbouwpolitiek wordt gekenmerkt door protectionisme. Producten die verbouwd worden, worden beschermd met hoge invoerrechten of importquota. Hierdoor kan de bulkchemie op basis van biobased grondstoffen moeilijk van de grond komen. Die grondstoffen (zoals ethanol, suikers en zetmeel), zouden beschikbaar moeten zijn tegen wereldmarktprijzen, zonder volume belemmeringen. Landbouwbeleid moet dit bevorderen, of op zijn minst geen belemmeringen opwerpen. Overigens heeft Nederland eerder een traditie om het protectionisme te verminderen. Dat is nu meer dan ooit nodig. We hebben ook een ander grondgebruik nodig. Landbouwpolitiek heeft er tot nu toe in geresulteerd dat Europa 40% van haar landbouw gronden niet of marginaal gebruikt. • Het tuinbouwcluster vormt het sprankelend bewijs van de heilzame werking van de vrije markt. Het behoort tot de meest innovatieve clusters ter wereld. Die weg naar innovatie moeten we ook zien te vinden bij het verbinden van agro met energie.
Programma Jan Smits van het Productschap Tuinbouw geeft zo direct een toelichting op initiatieven voor bio-based en energie in de greenport. De tuinbouw heeft een grote reputatie opgebouwd als koploper voor schone energie. Hij gaat ook in op het recent opgerichte Kenniscentrum Plantenstoffen. BP en Volvo geven een doorkijk op toepassing van alternatieve brandstoffen. Dat wordt afgewisseld met enkele praktische illustraties van de verbinding tussen agro, chemie en energie. We sluiten af met een discussie over praktische stappen om de chemie tussen agro en energie te herstellen. Ik vertrouw dat u vanavond naar huis gaat geïnspireerd door de praktische voorbeelden en gemotiveerd door het maatschappelijk belang van de bio-based economy. Het kan en moet anders, we kunnen eraan verdienen, dan moeten we het doen ook.