De BTW-leidraad voor de V&W-praktijk
ISBN: 90-76776-21-0
04-1674 Leidraad 3 1
16-12-2004 14:28:43
2
04-1674 Leidraad 3 2
16-12-2004 14:28:43
VOORWOORD De bekende Amerikaanse politicus en uitvinder Benjamin Franklin schreef reeds in 1789: “Our new Constitution is now established, and has an appearance that promises permanency; but in this world nothing can be said to be certain, except death and taxes.” (Uit de brief aan Jean Baptiste Le Roy, 13 november 1789). Belastingen: een zekerheid in het leven. Deze constatering gaat zeker ook op voor de relatie tussen de BTW en de werkzaamheden van Verkeer en Waterstaat. Een groot aantal activiteiten van Verkeer en Waterstaat brengt namelijk BTW-aspecten met zich mee. Ik denk hierbij aan de levering van goederen en diensten aan Verkeer en Waterstaat, aan het verlenen van bijdragen, subsidies en uitkeringen door Verkeer en Waterstaat en aan de levering van goederen en diensten door Verkeer en Waterstaat. De jaarlijkse BTW-uitgaven op de V&W-begroting, Hoofdstuk XII en Infrastructuurfonds, bedragen ongeveer s 1,3 miljard. De Hoofddirectie Juridische Zaken rekent ook advisering op het gebied van BTW tot haar verantwoordelijkheden. Deze leidraad bevat een weergave van de BTW-vragen in de praktijk van Verkeer en Waterstaat waarbij bruikbaarheid en hanteerbaarheid voorop staan. De lezer wordt door deze leidraad in gesteld staat om zelf zijn weg in BTW-land te vinden. Ik hoop dat vele lezers de leidraad als naslagwerk zullen weten te waarderen. Om met het motto van de Belastingdienst te spreken “Leuker kunnen we het niet maken, wel gemakkelijker.” De Hoofddirecteur Juridische Zaken,
mr. K.J. Kraan.
3
04-1674 Leidraad 3 3
16-12-2004 14:28:43
4
04-1674 Leidraad 3 4
16-12-2004 14:28:44
INHOUDSOPGAVE 1.
INLEIDING EN BELANGRIJKE BEGRIPPEN
7
1.1
Inleiding
7
1.2
Belangrijke begrippen
8
2.
CONTRACTEN VOOR LEVERING GOEDEREN EN DIENSTEN AAN V&W
11
2.1
Goederen en diensten
11
2.2
Gebouwen en bouwterreinen
20
2.3
Buitenlandse ondernemers
28
2.4
DBFM-contracten
34
3.
V&W ALS VERLENER VAN BIJDRAGEN, SUBSIDIES EN UITKERINGEN
37
3.1
Is de ontvanger over de subsidie BTW verschuldigd?
37
3.2
Behoort de voorbelasting van de subsidieontvanger tot de subsidiabele kosten?
45
4.
CONTRACTEN VOOR LEVERING GOEDEREN EN DIENSTEN DOOR V&W 49
5.
BTW-AANGIFTEN VAN V&W
59
BIJLAGEN
65
Bijlage 1 behorende bij paragraaf 1.2
65
Bijlage 2 behorende bij paragraaf 2.1. en hoofdstuk 4
75
Bijlage 3 behorende bij hoofdstuk 4
77
Bijlage 4 behorende bij hoofdstuk 5
79
5
04-1674 Leidraad 3 5
16-12-2004 14:28:44
6
04-1674 Leidraad 3 6
16-12-2004 14:28:44
HOOFDSTUK 1
1.1
INLEIDING EN BEGRIPSBEPALINGEN
INLEIDING
Deze leidraad heeft als onderwerp de omzetbelasting in de praktijk van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (hierna: V&W). Omzetbelasting is de officiële naam voor de Nederlandse belasting over toegevoegde waarde (hierna: BTW). In deze leidraad wordt in lijn met het algemeen spraakgebruik gesproken van BTW in plaats van omzetbelasting. De regels voor de Nederlandse BTW zijn opgenomen in de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: Wet OB 68) en de daarop gebaseerde lagere regelgeving. De onderwerpen die in deze leidraad zijn opgenomen zijn ontleend aan de V&W-praktijk.[1] De regelgeving voor de BTW heeft tot doel om het verbruik van goederen en diensten in Nederland binnen de reikwijdte van de BTW-heffing te brengen. Dit heeft geresulteerd in een zeer omvangrijk regelgevend complex waarbinnen het voor een V&W-medewerker zonder adequate hulpmiddelen vrijwel onmogelijk is geworden om de BTWproblemen op te lossen. Er bestaan op de relatief eenvoudige hoofdregels talloze uitzonderingen. Er kunnen grofweg drie groepen medewerkers worden onderscheiden die hun voordeel kunnen doen met deze leidraad. In de eerste plaats de medewerker die zich met contractszaken bezig houdt. Hoofdstuk 2 behandelt de contracten voor de levering van goederen of diensten aan V&W. Hoofdstuk 4 bevat een uiteenzetting over de contracten voor de levering van goederen of diensten door V&W. In de tweede plaats de medewerker die zich met subsidiezaken bezig houdt. Hoofdstuk 3 bevat een uitgebreide behandeling van de verlening van bijdragen, subsidies of uitkeringen. In de derde plaats de medewerker die verantwoordelijk is voor het opstellen van BTW-aangiften. Hoofdstuk 5 bevat een bespreking van de BTW-aangiften. Gekozen is voor een praktische opzet. De hoofdstukken 2 tot en met 4 bevatten vraag- en antwoordschema’s, die naar de correcte antwoorden op de BTW-vragen leiden. De V&W-medewerker behoeft hiervoor slechts het desbetreffende
[1]
De leidraad is gebaseerd op de tekst van de Wet OB 68 zoals die luidt op 1 januari 2004 en op de jurisprudentie die voor die datum is verschenen.
7
04-1674 Leidraad 3 7
16-12-2004 14:28:44
hoofdstuk dan wel de desbetreffende paragraaf door te nemen. Hij is op deze wijze in staat om met minimale inspanning complexe BTWvraagstukken op te lossen. In de BTW-praktijk van V&W wordt een aantal belangrijke begrippen veelvuldig gebruikt. Een inzicht in die begrippen is onontbeerlijk voor het kunnen oplossen van BTW-vragen. Paragraaf 1.2. bevat summiere begripsomschrijvingen, maar het is niet noodzakelijk deze paragraaf en de bijbehorende bijlage achter elkaar door te lezen. Het is praktischer om paragraaf 1.2. in combinatie met het desbetreffende hoofdstukken dan wel met de desbetreffende paragraaf te gebruiken. De V&W-medewerker wordt in de leidraad slechts met die informatie geconfronteerd die nodig is om de BTW-vragen in de V&W-praktijk te kunnen beantwoorden. Dit betekent dat grote delen van de BTWregelgeving in deze leidraad doelbewust onbesproken blijven.
1.2
BELANGRIJKE BEGRIPPEN
Deze paragraaf bevat de omschrijvingen van begrippen die in hoofdstukken 2, 3 of 4 worden gebruikt. De begripsomschrijvingen zijn dan ook een hulpmiddel bij het doornemen van één van de bovenbedoelde hoofdstukken. Er wordt voor een nadere toelichting op de begripsomschrijvingen verwezen naar bijlage 1 van deze leidraad.
1.
Goederen Goederen zijn de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten alsmede elektriciteit en gas.
2.
Levering Een levering van een goed is: a.
de civielrechtelijke eigendomsoverdracht van een goed ingevolge een overeenkomst;
b.
de civielrechtelijke eigendomsovergang van een onroerende zaak ingevolge een gerechtelijke onteigening;
c.
de economische eigendomsoverdracht van een goed, of
d.
de oplevering van een werk in onroerende staat door de aannemer die het werk heeft uitgevoerd.
8
04-1674 Leidraad 3 8
16-12-2004 14:28:44
3.
Vergoeding De vergoeding is de waarde van de tegenprestatie die voor de levering van een goed of van een dienst wordt bedongen.
4.
Dienst Diensten zijn alle prestaties, niet zijnde leveringen van goederen, die tegen vergoeding worden verricht.
5.
Publiekrechtelijke rechtspersonen De Publiekrechtelijke rechtspersonen zijn: a.
de Staat der Nederlanden (hierna: de Staat);
b.
de provincies, de gemeenten en de waterschappen;
c.
de bedrijfs- en produktschappen, en
d.
de lichamen waaraan een deel van de overheidstaak is overgedragen en waaraan bij wet rechtspersoonlijkheid is toegekend.
6.
Privaatrechtelijke rechtspersonen De privaatrechtelijke rechtspersonen zijn de verenigingen, coöperaties, onderlinge waarborgmaatschappijen, naamloze vennootschappen, besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid en stichtingen.
7.
Derde Een derde voor V&W is een ieder die niet behoort tot de Staat.
8.
Ondernemer Een ondernemer is een ieder die zelfstandig tegen vergoeding op duurzame basis goederen of diensten aan derden levert.
9.
Overheidswerkzaamheden Overheidswerkzaamheden zijn de werkzaamheden van publiekrechtelijke rechtspersonen die ze verrichten binnen het specifiek voor hen geldend juridisch regime.
9
04-1674 Leidraad 3 9
16-12-2004 14:28:44
10. BTW-identificatienummer Een BTW-identificatienummer is het nummer dat voor BTWdoeleinden door de Belastingdienst aan een ondernemer of aan een rechtspersoon die geen ondernemer is, wordt toegekend.
11. Voorbelasting De voorbelasting is de BTW die drukt op de ingekochte goederen en diensten.
12. Vaste inrichting Een vaste inrichting is een vestiging van een buitenlandse ondernemer in Nederland van waaruit leveringen van goederen of diensten jegens derden plegen te worden verricht.
13. Gebouw Een gebouw voor de BTW-heffing is ieder bouwwerk dat vast met de grond verbonden is.
14. Bouwterrein Een bouwterrein is onbebouwde grond die is bestemd voor bebouwing.
10
04-1674 Leidraad 3 10
16-12-2004 14:28:44
HOOFDSTUK 2
CONTRACTEN VOOR LEVERING VAN GOEDEREN EN DIENSTEN VOOR V&W
In paragraaf 2.1. wordt ingegaan op de levering van goederen en diensten aan V&W door in Nederland gevestigde natuurlijke personen en organisaties. In paragraaf 2.2. wordt nader ingegaan op de levering van gebouwen en bouwterreinen door een Nederlandse tegenpartij. De BTWregelgeving ten aanzien van het verrichten van levering van goederen en diensten door buitenlandse ondernemers is dermate ingewikkeld dat een behandeling in een aparte paragraaf 2.3. gerechtvaardigd is. In paragraaf 2.4. wordt tenslotte vanwege de hoge actualiteitswaarde stilgestaan bij zogenaamde DBFM(design, building, finance en maintenance)-contracten.
2.1
GOEDEREN EN DIENSTEN
VRAAG 1:
m
IS DE TEGENPARTIJ EEN DERDE?
Nee. De tegenpartij moet aan V&W geen BTW in rekening brengen.
m
Ja, ga door met vraag 2.
VRAAG 2:
VERRICHT DE TEGENPARTIJ EEN LEVERING VAN EEN GOED OF EEN DIENST?
m
Nee. De tegenpartij moet aan V&W geen BTW in rekening brengen.
m
Ja, ga door met vraag 3.
VRAAG 3:
IS DE LEVERING VAN HET GOED OF DE DIENST AAN TE MERKEN ALS EEN OVERHEIDSWERKZAAMHEID?
m
Ja. De tegenpartij moet aan V&W geen BTW in rekening brengen. Indien het niet verschuldigd zijn van BTW zou kunnen leiden tot concurrentievervalsing van enige betekenis ga dan naar vraag 4.
11
04-1674 Leidraad 3 11
16-12-2004 14:28:45
m
Nee, ga door met vraag 4.
VRAAG 4:
VERKRIJGT DE TEGENPARTIJ VAN V&W EEN VERGOEDING VOOR HET VERRICHTEN VAN DE LEVERING VAN HET GOED OF VAN DE DIENST?
m
Nee. De tegenpartij moet aan V&W geen BTW in rekening brengen.
m
Ja, ga door met vraag 5.
Toelichting: Een vergoeding is de bedongen tegenprestatie die in rechtstreeks verband staat met de levering of de dienst. Een eenmalige afkoopsom voor een in beginsel eeuwigdurende doorlopende prestatie, zoals het feitelijke beheer en onderhoud van een rijkswaterstaatswerk, is geen vergoeding. Een symbolisch bedrag van bijvoorbeeld één euro voor een goed met een veel hogere reële waarde is voor de BTW-heffing niet als vergoeding aan te merken.
VRAAG 5:
WORDT DE LEVERING VAN HET GOED OF DE DIENST IN NEDERLAND VERRICHT?
m
Nee. De tegenpartij moet aan V&W geen BTW in rekening brengen.
m
Ja, ga door met vraag 6.
Toelichting: Deze vraag is in de V&W-praktijk bij transacties met Nederlandse ondernemers van belang bij diensten die buiten de territoriale wateren, buiten de 12-mijlszone, worden verricht. De diensten buiten de 12-mijlszone vinden niet in Nederland plaats. Er kan in dit verband worden gedacht aan het bergen of het laten verzinken van een wrak of aan baggerwerkzaamheden in een vaargeul buiten de 12mijlszone. Indien het wrak of de vaargeul binnen de 12-mijlszone is gelegen worden de bovenbedoelde diensten in Nederland verricht.
12
04-1674 Leidraad 3 12
16-12-2004 14:28:45
VRAAG 6:
m
HANDELT DE TEGENPARTIJ ALS ONDERNEMER?
Nee. De tegenpartij moet aan V&W geen BTW in rekening brengen.
m
Ja, ga door met vraag 7.
Toelichting: Deze vraag is voor de V&W-praktijk vooral van belang bij de inhuur van een ZZP’er. In paragraaf 1.2. is toegelicht dat moet worden bezien of er sprake is van een met een dienstbetrekking vergelijkbare ondergeschiktheid aan V&W. V&W moet een ZZP´er pas als ondernemer erkennen indien hij een schriftelijke beslissing van de Belastingdienst kan overleggen dat er sprake is van ondernemerschap. De ZZP’er moet tevens beschikken over een door de Belastingdienst toegekend BTW-identificatienummer. Een belangrijk criterium voor de Belastingdienst voor het ondernemerschap van de ZZP´er is het aantal opdrachtgevers. De afzonderlijke organisatieonderdelen van V&W gelden hierbij als verschillende opdrachtgevers.
VRAAG 7:
IS HET ZOGENAAMDE NULTARIEF VAN TOEPASSING OP DE LEVERING VAN HET GOED OF DE DIENST?
m
Ja. De ondernemer moet aan V&W geen BTW in rekening brengen. De ondernemer moet aan V&W wel een factuur uitreiken waarop o.a. is vermeld dat hij in verband met de toepassing van het nultarief geen BTW in rekening heeft gebracht.
m
Nee, ga door met vraag 8.
Toelichting: Het nultarief is van toepassing op de levering van bepaalde schepen. Het betreft hier: 1.
de schepen die zijn ontworpen en gebouwd voor de vaart in volle zee en waarvan de grootste buitenwerks gemeten lengte van de romp 12 meter of meer is;
2.
de schepen die zijn ontworpen en gebouwd voor de vaart in volle zee en zodanig zijn gebouwd en uitgerust dat zij bij moeilijke weersomstandigheden (ongeveer windkracht 7 volgens de schaal van Beaufort) op zee kunnen verblijven;
3.
de schepen waarbij het varen slechts van bijkomstig belang is vergeleken met de hoofdfunctie en qua ontwerp en constructie geschikt zijn voor het gebruik op de volle zee, en
4.
de voor de vaart in volle zee ontworpen en gebouwde reddingsboten.
13
04-1674 Leidraad 3 13
16-12-2004 14:28:45
Voorbeelden van de derde categorie schepen zijn lichtschepen, pompboten, baggermolens, baggerschepen en zandzuigers. Een boot kan pas als reddingsboot worden aangemerkt indien het vaartuig naar bouw, inrichting en uiterlijke kenmerken duidelijk als zodanig te herkennen is. Het nultarief is van toepassing op de levering van minerale oliën ten behoeve van voortstuwing, smering en ander technisch gebruik aan boord van een reddingsboot of een schip voor de hulpverlening op zee. Het slepen en het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden en herstellingen en het vervoer van de bemanning (het zogenaamde communicatievaren) zijn onderworpen aan het zogenaamde nultarief indien ze betrekking hebben op een schip dat behoort tot één van de bovengenoemde vier categorieën. Het nultarief is eveneens van toepassing op de verhuur en het charteren van een schip dat behoort tot één van de bovengenoemde vier categorieën van schepen. Er kan in dit verband worden gedacht aan timecharter (verhuur van bemanning) en bare boat charter (verhuur zonder bemanning). Het nultarief geldt voor de pure timecharter van een baggerschip door V&W ten behoeve van baggerwerkzaamheden op zee. Het is daarvoor wel vereist dat de complete regie van de baggerwerkzaamheden bij Verkeer en Waterstaat berust. Indien daarentegen met de baggeraar een bonus-malusregeling is overeengekomen waardoor de regie van de baggerwerkzaamheden bij de baggeraar berust, dan kan niet meer gesproken van een pure timecharter maar van een overeenkomst tot het uitvoeren van baggerwerkzaamheden. Het nultarief kan in het laatstbedoelde geval dan ook geen toepassing vinden. Het nultarief geldt niet voor het bergen of het laten verzinken van scheepswrakken indien V&W daartoe als beheerder van het desbetreffende openbare water opdracht geeft. Het nultarief kan eveneens worden toegepast indien: a.
de ondernemer in opdracht en voor rekening van V&W bepaalde werken of projecten uitvoert respectievelijk realiseert in zogenaamde ontwikkelingslanden; en
b.
de ondernemer aan V&W diensten levert in het kader van de uitvoering van de onder a bedoelde werken en projecten, en
c.
de belastinginspecteur voor de BTW die voor de ondernemer bevoegd is, toestaat dat de regeling voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken analoog wordt toegepast.
Het gaat bij ontwikkelingslanden om arme landen die geen lidstaat zijn van de Europese Unie. Voorbeelden van dergelijke landen zijn Egypte,
14
04-1674 Leidraad 3 14
16-12-2004 14:28:45
Indonesië, Mauritanië en Syrië. De belastinginspecteur heeft in het verleden de analoge toepassing van de regeling voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken bij prestaties aan V&W toegestaan.
VRAAG 8:
IS DE LEVERING VAN HET GOED OF DE DIENST VRIJGESTELD VOOR DE BTW-HEFFING?
m
Ja. De ondernemer moet aan V&W geen BTW in rekening brengen.
m
Nee, ga door met vraag 9.
Toelichting: De volgende BTW-vrijstellingen zijn voor V&W van belang. A.
De levering van een gebouw dat twee jaar of langer in gebruik is of van niet als bouwterrein aan te merken onbebouwde grond.
B.
De verhuur van congres-, vergader- en tentoonstellingsruimte aan V&W. De verhuur van de bovenbedoelde ruimten is daarentegen met BTW belast indien de verhuurder aan V&W in zijn aanbiedingen, brochures en in zijn offertes kenbaar heeft gemaakt dat de verhuur belast geschiedt. De keuze voor belastingheffing kan in verband met verrekenbare voorbelasting voor de verhuurder aantrekkelijk zijn.
C. Het verzorgen van beroepsopleidingen. Opleidingen die zijn gericht op het functioneren van personen in een toekomstige dan wel in hun huidige werkkring zoals contractonderwijs, Pao-opleidingen, cursussen Algemene wet bestuursrecht, computeropleidingen, sollicitatiecursussen, managementopleidingen, training adviesvaardigheden en scholing voor leden van de ondernemingsraad zijn in beginsel vrijgesteld van BTW-heffing. De ondernemer die de cursussen verzorgt kan ervoor kiezen om de vrijstelling voor beroepsopleidingen niet toe te passen en moet dit dan in zijn aanbiedingen, offertes en in zijn brochures duidelijk kenbaar maken. De keuze voor belastingheffing kan voor de ondernemer in verband met verrekenbare voorbelasting aantrekkelijk zijn. D. De vergoeding die V&W betaalt aan een derde voor het vrijwillig ontbinden van een overeenkomst is vrijgesteld, indien de dienst waarop de overeenkomst betrekking heeft, is vrijgesteld van BTWheffing. De vergoeding voor de ontbinding van een overeenkomst
15
04-1674 Leidraad 3 15
16-12-2004 14:28:46
met een onderwijsinstelling voor het geven van cursussen is vrijgesteld van BTW-heffing indien de onderwijsinstelling met betrekking tot de cursussen niet had gekozen voor belastingheffing. De hoogte van de vergoeding is opgenomen in een vaststellingsovereenkomst. De vergoedingen voor de ontbinding van een huurovereenkomst op verzoek van V&W is vrijgesteld indien de huurder en verhuurder geen keuze hebben gemaakt voor met BTW belaste verhuur. E.
Het door een publiekrechtelijke rechtspersoon ter beschikking stellen (detacheren) van ambtelijk personeel aan (bij) V&W is vrijgesteld indien aan al de daarvoor gestelde in de bijlage 2 van deze leidraad opgenomen voorwaarden is voldaan.
VRAAG 9:
KAN EEN DEEL VAN HET BEDRAG EXCLUSIEF BTW DAT DOOR DE ONDERNEMER AAN V&W IN REKENING WORDT GEBRACHT BUITEN DE BTW-HEFFING BLIJVEN?
m
Ja. De ondernemer moet over het deel dat buiten de BTW-heffing kan blijven aan V&W geen BTW in rekening brengen. Ga voor het resterend deel van het in rekening gebrachte bedrag naar vraag 10.
m
Nee, ga door met vraag 10.
Toelichting: Deze vraag is voor de V&W-praktijk in de volgende gevallen relevant:
1.
Kredietbeperkingstoeslag
De toeslag wordt door de ondernemer boven op de prijs van de geleverde goederen aan V&W in rekening gebracht. De toeslag behoeft niet te worden betaald indien V&W de rekening binnen de daarvoor contractueel overeengekomen termijn voldoet. Indien de toeslag niet behoeft te worden betaald moet V&W eveneens geen BTW betalen over het bedrag van de kredietbeperkingstoeslag. De ondernemer krijgt de in rekening gebrachte en aan de Belastingdienst afgedragen doch niet van V&W ontvangen BTW over de kredietbeperkingstoeslag terug van de Belastingdienst.
16
04-1674 Leidraad 3 16
16-12-2004 14:28:46
2.
Afvalstoffenbelasting
Indien V&W reinigbare baggerspecie, grond of andere afvalstoffen in een particulier baggerspeciedepot stort moet de exploitant van dat depot afvalstoffenbelasting aan de Belastingdienst betalen. De exploitant van het particuliere baggerspeciedepot moet over de afvalstoffenbelasting die apart op zijn factuur is vermeld, geen BTW in rekening brengen.
3.
Griffierechten op factuur Landsadvocaat
De Landsadvocaat brengt aan V&W bedragen in rekening voor griffierechten die aan rechterlijke colleges betaald moeten worden. De Landsadvocaat moet over het op zijn factuur vermelde bedrag aan griffierechten geen BTW in rekening brengen.
4.
Rente wegens te late betaling van de factuur
V&W moet rente betalen indien het de factuur van de ondernemer na de overeengekomen uiterste dag van betaling betaalt. In de V&W-contracten wordt veelal een betaaltermijn gehanteerd van dertig dagen dan wel van vier weken. Indien geen uiterste dag van betaling is overeengekomen dan is de regeling van artikel 119a van het Burgerlijk Wetboek van toepassing. De aan de ondernemer te betalen rente kan buiten de BTW-heffing blijven indien en voorzover de rente betrekking heeft op de periode na de levering van het goed of het verrichten van de dienst.
5.
Sociale lasten van het vaste personeel van een cateringbedrijf
Indien het beheer van de bedrijfskantine wordt uitbesteed aan een cateringbedrijf zonder dat gezegd kan worden dat het cateringbedrijf de exploitatie geheel overneemt, dan kunnen de in rekening gebrachte bedragen voor de lonen en de sociale lasten van het in de bedrijfskantine werkzame vaste personeel van het cateringbedrijf buiten de BTW-heffing blijven. Het beheer van de bedrijfskantines op de locaties Plesmanweg en Koningskade 4 is bijvoorbeeld uitbesteed aan Sodexho.
6.
De motorrijtuigenbelasting van dienstauto’s van V&W
V&W heeft in een aantal gevallen het beheer van het wagenpark uitbesteed aan een leasemaatschappij, die o.a. de verschuldigde motorrijtuigenbelasting betaalt en die vervolgens als aparte post op de factuur aan V&W vermeldt. V&W (de Staat) is als kentekenhouder van de dienstauto’s zelf de motorrijtuigenbelasting verschuldigd.
17
04-1674 Leidraad 3 17
16-12-2004 14:28:46
De leasemaatschappij behoeft over de in rekening gebrachte motorrijtuigenbelasting geen BTW in rekening te brengen en aan de Belastingdienst af te dragen.
VRAAG 10:
WORDT DE LEVERING OF DIENST GENOEMD IN TABEL I VAN DE WET OP DE OMZETBELASTING 1968?
m
Ja. De ondernemer moet aan V&W BTW in rekening brengen naar het lage tarief van 6% over het in rekening gebrachte bedrag exclusief BTW. De ondernemer moet aan V&W een factuur uitreiken waarop o.a. de toepassing van het lage tarief en het bedrag aan in rekening gebrachte BTW zijn vermeld.
m
Nee. De ondernemer moet aan V&W BTW in rekening brengen naar het normale tarief van 19% over het in rekening gebrachte bedrag exclusief BTW. De ondernemer moet aan V&W een factuur uitreiken waarop o.a. de toepassing van het normale tarief en het bedrag aan in rekening gebrachte BTW zijn vermeld. Ga door met vraag 11.
Toelichting: De in tabel I van de Wet OB 68 genoemde voor V&W relevante leveringen en diensten zijn: a.
de levering van eet- en drinkwaren, met uitzondering van alcoholhoudende dranken;
b.
de levering van drinkwater;
c.
de levering van boeken, dagbladen, weekbladen, tijdschriften en van andere tenminste drie maal per jaar periodiek verschijnende uitgaven;
d.
het personenvervoer per schip, het openbaar vervoer van personen, het besloten busvervoer van personen en het taxivervoer.
Het lage BTW-tarief kan worden toegepast op de bedragen die het cateringbedrijf in rekening brengt ter zake van de ten behoeve van de bedrijfskantines ingekochte eet- en drinkwaren. Het lage BTW-tarief geldt eveneens voor de levering van drinkwater ten behoeve van de toiletten en keukens van de vestigingen van V&W. Boeken zijn de werken welke door bemiddeling van de boekhandel plegen te worden geleverd. Losbladige boeken alsmede losse banden welke samen met de inhoud worden geleverd worden als boeken aangemerkt. De brochures welke niet door bemiddeling van de boekhandel plegen te worden geleverd, die bestaan uit ten minste 32 pagina’s, die zijn voorzien van een omslag, die als geheel zijn aaneengehecht en niet geheel of
18
04-1674 Leidraad 3 18
16-12-2004 14:28:46
gedeeltelijk als reclamemateriaal zijn aan te merken, worden voor de BTW-heffing als boeken behandeld. De tenminste drie maal per jaar periodiek verschijnende uitgaven zijn de uitgaven waarvan het voor de afnemers op enigerlei wijze kenbaar is dat zij regelmatig en wel ten minste drie maal per jaar op (nagenoeg) vaste tijdstippen zullen verschijnen. Er kan in dit verband gedacht worden aan de levering van “Profiel” en “VenW” door een drukkerij. Indien een drukker naast de levering van het drukwerk ingevolge dezelfde opdracht tevens de adressering en verzending van de brochures verzorgt, wordt de gehele opdracht voor de BTW-heffing als de levering van drukwerk aangemerkt. De aanschaf van bus- en treinkaartjes voor V&W-medewerkers valt onder de reikwijdte van het lage BTW-tarief van 6%. NS Reizigers B.V (hierna: NSR) verricht op basis van de contracten met V&W van Samen Werken aan Bereikbaarheid (hierna: SWAB) intensiever vervoer van personen gedurende de spits. NSR verricht op basis van het aanvullende openbare dienstcontract met V&W het vervoer op onrendabele lijnen. NSR krijgt op basis van de bovengenoemde contracten een geldbedrag van V&W. V&W betaalt daarnaast de door NSR aan Railinfrabeheer B.V. (hierna: RIB) verschuldigde gebruiksvergoeding voor het vervoer op de onrendabele lijnen aan RIB. De totale vergoeding die NSR verkrijgt voor het bovenbedoelde vervoer is het geldbedrag dat V&W direct betaalt aan NSR en het geldbedrag dat V&W voor NSR aan RIB betaalt. De Belastingdienst heeft de bovenbedoelde diensten van NSR aangemerkt als het openbaar vervoer van personen waarvoor het lage BTW-tarief van 6% geldt.
VRAAG 11:
KAN V&W DE BTW VOOR DE INGEKOCHTE GOEDEREN EN DIENSTEN DIE HET GEBRUIKT VOOR OVERHEIDSWERKZAAMHEDEN TERUGKRIJGEN?
Toelichting: V&W heeft met het Ministerie van Financiën in februari 2001 een afspraak gemaakt voor de compensatie van BTW voor ingekochte goederen en diensten op het vlak van het openbaar vervoer. De compensatie houdt in dat V&W het bedrag van de door ondernemers aan V&W in rekening gebrachte BTW terugkrijgt van Financiën. De aanvraag voor de compensatie en de verdere uitvoering van de bovenbedoelde compensatie geschiedt door de Directie Begroting van de Hoofddirectie Financieel Economische Zaken.
19
04-1674 Leidraad 3 19
16-12-2004 14:28:46
De volgende BTW wordt door het Ministerie van Financiën gecompenseerd: 1.
de BTW die door RIB al dan niet via de Managementgroep Betuweroute voor de aanleg van de Betuweroute in rekening is gebracht;
2.
de BTW die door aannemers en RIB in rekening is gebracht voor de aanleg van de onderbouw van de Hoge Snelheidslijn Zuid. De BTW die is toe te rekenen aan de reconstructie van de A16 en van andere rijkswegen komt niet voor de compensatie in aanmerking;
3.
de BTW die door het consortium Infraspeed B.V. in rekening is gebracht over de beschikbaarheidsvergoedingen voor de bovenbouw van de Hoge Snelheidslijn Zuid;
4.
de BTW die door NSR op basis van de SWAB-contracten en het aanvullende dienstcontract aan V&W in rekening is gebracht, en
5.
de BTW die door Railned B.V. en Railverkeersleiding B.V. op basis van hun jaarcontracten met V&W in rekening is gebracht.
2.2
LEVERINGEN VAN GEBOUWEN EN BOUWTERREINEN
VRAAG 1:
m
IS DE TEGENPARTIJ VAN V&W EEN DERDE?
Nee. De tegenpartij moet aan V&W geen BTW in rekening brengen.
m
Ja, ga door met vraag 2.
VRAAG 2:
m
IS DE TEGENPARTIJ EEN ONDERNEMER?
Nee. De tegenpartij moet aan V&W geen BTW in rekening brengen.
m
Ja, ga door met vraag 3.
Toelichting: Een natuurlijk persoon is geen ondernemer voor de levering van zijn woonhuis. Een publiekrechtelijke rechtspersoon is ondernemer voor de levering van onroerende zaken.
20
04-1674 Leidraad 3 20
16-12-2004 14:28:47
VRAAG 3:
WORDT AAN V&W EEN GEBOUW GELEVERD?
Ja, ga door met vraag 4. m
Nee, ga door met vraag 6.
VRAAG 4:
GEEFT V&W EEN CONTRACTUELE VERGOEDING VOOR DE LEVERING VAN HET GEBOUW?
m
Nee. De ondernemer moet aan V&W geen BTW in rekening brengen.
m
Ja, ga door met vraag 5.
Toelichting: De vergoeding kan, zoals reeds in paragraaf 1.2. is gemeld ook geheel of gedeeltelijk uit een tegenprestatie in natura bestaan. Er kan in dit verband worden gedacht aan het ruilen van gebouwen. V&W levert een oud tracé van een rijksweg in ruil voor een nieuw tracé van een rijksweg. Indien V&W om niet of voor een symbolisch bedrag van bijvoorbeeld 1 euro een gebouw verkrijgt dan is er geen sprake van een vergoeding.
VRAAG 5:
IS HET GEBOUW OP HET TIJDSTIP VAN DE LEVERING NOG NIET DAN WEL NOG GEEN TWEE JAAR IN GEBRUIK?
m
Nee. De ondernemer moet aan V&W geen BTW in rekening brengen.
m
Ja. De ondernemer moet aan V&W BTW in rekening brengen naar het normale tarief van 19% over het in rekening gebrachte bedrag exclusief BTW. De ondernemer moet aan V&W een factuur uitreiken waarop o.a. de toepassing van het normale tarief en het bedrag aan in rekening gebrachte BTW zijn vermeld.
Toelichting: De civielrechtelijke eigendomsoverdracht van een gebouw aan V&W (de Staat) die voorafgegaan is door de economische eigendomsoverdracht aan V&W (de Staat) van dat gebouw kan voor de BTW-heffing worden genegeerd. Toelichting overdrachtsbelasting bij vraag 5: V&W is voor de verkrijging van een gebouw op grond van een
21
04-1674 Leidraad 3 21
16-12-2004 14:28:47
economische of juridische eigendomsoverdracht in beginsel vrijgesteld van overdrachtsbelasting. Het beroep op de vrijstelling moet binnen één maand na de levering door het indienen van een aangifte worden gedaan. Indien de door V&W aan de ondernemer betaalde vergoeding vermeerderd met de daarover in rekening gebrachte BTW, minder bedraagt dan het bedrag van de vervaardigingskosten inclusief BTW of dan de waarde van dat gebouw, dan moet V&W overdrachtsbelasting betalen. De vervaardigingskosten zijn de kosten die zijn gemaakt om het gebouw tot stand te brengen. De kosten van bewerking, zoals de kosten voor het vrij maken van de grond van de oorspronkelijke bebouwing en voor het verwijderen van obstakels en van kabels en leidingen, behoren ook tot de vervaardigingskosten. Het bedrag aan te betalen overdrachtsbelasting is 6 % van het bovengenoemde bedrag. Het is van het grootste belang om in overleg met de belastinginspecteur het bedrag van de vervaardigingskosten inclusief BTW en de waarde te laten vaststellen. Het bedrag van de verschuldigde overdrachtsbelasting moet in het bovenbedoelde geval worden aangegeven en betaald. In het geval van de verkrijging van de juridische eigendom wordt een notariële akte opgemaakt en draagt de notaris zorg voor de bovenbedoelde aangiften. In het geval van de economische eigendomsoverdracht ontbreekt in het algemeen een notariële akte die ter registratie wordt aangeboden. Het desbetreffende organisatieonderdeel van V&W moet dan zelf aangifte doen en het eventueel verschuldigd bedrag aan overdrachtsbelasting aan de Belastingdienst betalen. De aangifte en de betaling van de eventueel verschuldigde overdrachtsbelasting moet binnen één maand na het tijdstip van de economische eigendomsoverdracht worden gedaan. De aangifte moet worden gedaan bij de Belastingdienst Rijnmond/kantoor Rotterdam, Postbus 50961, 3007 BC, Rotterdam.
VRAAG 6:
WORDT TEN BEHOEVE VAN V&W(DE STAAT) EEN OPSTALRECHT OP EEN GEBOUW GEVESTIGD?
m
Nee, ga door met vraag 8.
m
Ja, ga door met vraag 7.
Toelichting: De vraag of het recht van opstal betrekking heeft op een gebouw moet beantwoord worden op het tijdstip van de vestiging van het recht. Indien een derde ten behoeve van V&W (de Staat) een opstalrecht
22
04-1674 Leidraad 3 22
16-12-2004 14:28:47
vestigt om werken op zijn grond in eigendom te hebben dan heeft het opstalrecht betrekking op een gebouw indien de desbetreffende werken ten tijde van de vestiging geheel of gedeeltelijk aanwezig zijn. De splitsing van de eigendom van de grond en van de eigendom van de werken, is immers pas na de inschrijving van het opstalrecht in het Kadaster voltooid. Er wordt hier slechts uitgegaan van een opstalrecht aangezien V&W (de Staat) steeds het juridisch eigendom van een rijkswaterstaatswerk zal willen hebben. Een recht van opstal doorbreekt de regel van de verticale natrekking. V&W kan een rijkswaterstaatswerk in eigendom hebben in, op of boven de onroerende zaak van een derde. Het gaat in de praktijk veelal om rijkswegen die onroerende zaken van derden kruisen. De vestiging van een opstalrecht door een publiekrechtelijke rechtspersoon op een van zijn onroerende zaken is een ondernemerswerkzaamheid van die rechtspersoon.
VRAAG 7:
IS HET GEBOUW OP HET TIJDSTIP VAN DE VESTIGING NOG NIET DAN WEL NOG GEEN TWEE JAAR IN GEBRUIK EN IS DE AAN V&W IN REKENING GEBRACHTE VERGOEDING VOOR HET OPSTALRECHT TEN MINSTE GELIJK AAN HET BEDRAG VAN DE VERVAARDIGINGSKOSTEN EN AAN DE WAARDE VAN HET GEBOUW?
m
Nee. De ondernemer moet aan V&W geen BTW in rekening brengen.
m
Ja. De ondernemer moet aan V&W BTW in rekening brengen naar het normale tarief van 19% over het in rekening gebrachte bedrag exclusief BTW. De ondernemer moet aan V&W een factuur uitreiken waarop o.a. de toepassing van het normale tarief en het bedrag aan in rekening gebrachte BTW zijn vermeld.
VRAAG 8:
BETAALT V&W AAN DE ONDERNEMER EEN VERGOEDING VOOR DE LEVERING VAN DE ONBEBOUWDE GROND?
m
Nee, de ondernemer moet aan V&W geen BTW in rekening brengen.
m
Ja, ga door met vraag 9.
23
04-1674 Leidraad 3 23
16-12-2004 14:28:47
Toelichting: Indien V&W om niet of voor een symbolisch bedrag van bijvoorbeeld 1 euro onbebouwde grond verkrijgt dan is er geen sprake van een vergoeding.
VRAAG 9:
WORDT ER AAN V&W ONBEBOUWDE GROND GELEVERD WAARAAN BEWERKINGEN PLAATSVINDEN OF HEBBEN PLAATSGEVONDEN MET HET OOG OP DE BEBOUWING VAN DE GROND?
m
Ja, de onbebouwde grond is een bouwterrein. De ondernemer moet aan V&W BTW in rekening brengen naar het normale tarief van 19% over het in rekening gebrachte bedrag exclusief BTW. De ondernemer moet aan V&W een factuur uitreiken waarop o.a. de toepassing van het normale tarief en het bedrag aan in rekening gebrachte BTW zijn vermeld.
m
Nee, ga door met vraag 10.
Toelichting: Het gaat hier om alle bewerkingen aan de grond om de grond geschikt te maken voor bebouwing. De onbebouwde grond kan dan worden aangemerkt als een bouwterrein. Er kan hierbij gedacht worden aan fysieke handelingen zoals het rooien van bomen en struiken, het dempen van sloten, egaliseren, afgraven en/of ophogen van gronden. Het gedurende een bepaalde tijd voorbelasten van de bodem door middel van een zandlaag die later weer wordt verwijderd is ook een voorbeeld van een bovenbedoelde bewerking aan onbebouwde grond. Het moet gaan om bewerkingen met het oog op de bebouwing van de onbebouwde grond. De bewerkingen moeten hebben plaats gevonden of zijn aangevangen voor het tijdstip van de levering. Het slopen van een gebouw en het verwijderen van de funderingen behoren niet tot de bovenbedoelde bewerkingen aangezien het geen bewerkingen aan onbebouwde grond zijn. Door het volledig slopen van een aanwezig gebouw en de verwijdering van de fundamenten ontstaat juist onbebouwde grond. Aan de door de sloop ontstane onbebouwde grond moeten vervolgens één of meer van de bovenbedoelde bewerkingen plaatsvinden of hebben plaatsgevonden om de onbebouwde grond als bouwterrein aan te kunnen merken.
24
04-1674 Leidraad 3 24
16-12-2004 14:28:47
VRAAG 10:
LEVERT DE ONDERNEMER AAN V&W ONBEBOUWDE GROND TEN AANZIEN WAARVAN VOORZIENINGEN ZIJN OF WORDEN GETROFFEN DIE UITSLUITEND DIENSTBAAR ZIJN AAN DE GROND MET HET OOG OP DE BEBOUWING VAN DIE GROND?
m
Ja, de onbebouwde grond is een bouwterrein. De ondernemer moet aan V&W BTW in rekening brengen naar het normale tarief van 19% over het in rekening gebrachte bedrag exclusief BTW. De ondernemer moet aan V&W een factuur uitreiken waarop o.a. de toepassing van het normale tarief en het bedrag aan in rekening gebrachte BTW zijn vermeld.
m
Nee, ga door met vraag 11.
Toelichting: Het gaat hier om voorzieningen die uitsluitend dienstbaar zijn aan het te leveren perceel onbebouwde grond, met het oog op de bebouwing van die grond. Het treffen van een enkele voorziening, of een aanvang daarmee maken is voldoende. Er kan hierbij gedacht worden aan een zij-aansluiting op een hoofdriool, standpijpen en /of uitleggers, of aan een zij-aansluiting op een hoofdleiding voor de kabel, elektriciteit, gas of water. De bovenbedoelde voorzieningen moeten worden of zijn getroffen op het tijdstip van de levering. De voorziening moet uitsluitend dienstbaar zijn aan het perceel. Het is niet noodzakelijk dat de voorziening in of tot aan het perceel is aangebracht of het perceel heeft bereikt.
VRAAG 11:
LEVERT DE ONDERNEMER AAN V&W ONBEBOUWDE GROND IN DE OMGEVING WAARVAN VOORZIENINGEN WORDEN OF ZIJN GETROFFEN MET HET OOG OP DE BEBOUWING VAN DIE GROND?
m
Ja, de onbebouwde grond is een bouwterrein. De ondernemer moet aan V&W BTW in rekening brengen naar het normale tarief van 19% over het in rekening gebrachte bedrag exclusief BTW. De ondernemer moet aan V&W een factuur uitreiken waarop o.a. de toepassing van het normale tarief en het bedrag aan in rekening gebrachte BTW zijn vermeld.
m
Nee, ga door met vraag 12.
Toelichting: Het gaat hierbij om voorzieningen die dienstbaar zijn aan twee of meer percelen onbebouwde grond en zijn of worden getroffen
25
04-1674 Leidraad 3 25
16-12-2004 14:28:48
met het oog op de bebouwing van die percelen. Er kan hierbij gedacht worden aan een bouwstraat, een grondbemalingsinstallatie, wegen, trottoirs, pleinen, bruggen en aan openbaar groen in de omgeving van de desbetreffende percelen. De voorzieningen moeten worden of zijn getroffen op het tijdstip van de levering om de desbetreffende percelen onbebouwde grond als bouwterreinen te kunnen aanmerken.
VRAAG 12.
LEVERT DE ONDERNEMER AAN V&W ONBEBOUWDE GROND TER ZAKE WAARVAN EEN BOUWVERGUNNING IS VERLEEND MET HET OOG OP DE BEBOUWING VAN DIE GROND?
m
Ja, de onbebouwde grond is een bouwterrein. De ondernemer moet aan V&W BTW in rekening brengen naar het normale tarief van 19% over het in rekening gebrachte bedrag exclusief BTW. De ondernemer moet aan V&W een factuur uitreiken waarop o.a. de toepassing van het normale tarief en het bedrag aan in rekening gebrachte BTW zijn vermeld.
m
Nee, ga door met vraag 13.
Toelichting: De bouwvergunning moet zijn verleend op het tijdstip van de levering. De vernietiging van de bouwvergunning na het tijdstip van de levering in bezwaar of beroep heeft geen BTW-gevolgen voor de levering. Het is slechts van belang dat het perceel onbebouwde grond op het tijdstip van de levering als bouwterrein is aan te merken.
VRAAG 13:
VESTIGT DE DERDE EEN BEPERKT RECHT TEN BEHOEVE VAN V&W OP EEN BOUWTERREIN EN IS DE DOOR V&W BETAALDE VERGOEDING VOOR HET BEPERKTE RECHT TENMINSTE GELIJK AAN HET BEDRAG VAN DE VERVAARDIGINGSKOSTEN INCLUSIEF BTW VAN HET BOUWTERREIN EN AAN DE WAARDE VAN DAT TERREIN?
m
Ja, de ondernemer moet aan V&W BTW in rekening brengen naar het normale tarief van 19% over het in rekening gebrachte bedrag exclusief BTW. De ondernemer moet aan V&W een factuur uitreiken waarop o.a. de toepassing van het normale tarief en het bedrag aan in rekening gebrachte BTW zijn vermeld.
m
Nee, de ondernemer moet aan V&W geen BTW in rekening brengen.
26
04-1674 Leidraad 3 26
16-12-2004 14:28:48
Toelichting: De vraag of het recht van opstal betrekking heeft op een bouwterrein moet beantwoord worden op het tijdstip van de vestiging van het recht. Indien een derde ten behoeve van V&W (de Staat) een opstalrecht vestigt om werken op zijn grond in eigendom te hebben dan heeft het opstalrecht betrekking op een bouwterrein indien het terrein ten tijde van de vestiging onbebouwd is en als bouwterrein is aan te merken. De vervaardigingskosten zijn de kosten die zijn gemaakt om het bouwterrein tot stand te brengen. De kosten van bewerking, zoals de kosten voor het vrij maken van de grond van de oorspronkelijke bebouwing en voor het verwijderen van obstakels en van kabels en leidingen, behoren ook tot de vervaardigingskosten. Toelichting overdrachtsbelasting bij vragen 9 tot en met 13: V&W is voor de verkrijging van een bouwterrein en andere onbebouwde grond op grond van een economische of juridische eigendomsoverdracht in beginsel vrijgesteld van overdrachtsbelasting. Dit geldt evenzeer voor de vestiging van een beperkt recht ten behoeve van V&W ( de Staat) op een onroerende zaak van een derde. Het beroep op de vrijstelling moet binnen één maand na de levering door het indienen van een aangifte worden gedaan. Indien de door V&W aan de ondernemer betaalde vergoeding vermeerderd met de daarover in rekening gebrachte verschuldigde BTW minder bedraagt dan het bedrag van de vervaardigingskosten inclusief BTW van het bouwterrein of minder dan de waarde van dat bouwterrein dan moet V&W overdrachtsbelasting aan de Belastingdienst betalen. De te betalen overdrachtsbelasting bedraagt 6% van de waarde in het economisch verkeer van dat bouwterrein of van de vervaardigingskosten van het bouwterrein indien die meer bedragen dan de waarde van dat bouwterrein. Het bedrag van de verschuldigde overdrachtsbelasting moet in het bovenbedoelde geval worden aangegeven en betaald. In het geval van de verkrijging van de juridische eigendom waarbij een notariële akte wordt opgemaakt draagt de notaris zorg voor de bovenbedoelde aangiften. In het geval van de economische eigendomsoverdracht ontbreekt in het algemeen een notariële akte die ter registratie wordt aangeboden. Het desbetreffende organisatieonderdeel van V&W moet dan zelf aangifte doen en het eventueel verschuldigde bedrag aan overdrachtsbelasting aan de Belastingdienst betalen. De aangifte en de betaling van de eventueel verschuldigde overdrachtsbelasting aan de Belastingdienst moet binnen één maand na het tijdstip van de economische eigendomsoverdracht worden gedaan.
27
04-1674 Leidraad 3 27
16-12-2004 14:28:48
De aangifte moet worden gedaan bij de Belastingdienst Rijnmond/kantoor Rotterdam, Postbus 50961, 3007 BC, Rotterdam.
2.3
BUITENLANDSE ONDERNEMERS
VRAAG 1:
WORDT AAN V&W EEN LEVERING VAN EEN GOED OF EEN DIENST VANUIT EEN NEDERLANDSE VESTIGING, EEN VASTE INRICHTING, VAN DE BUITENLANDSE ONDERNEMER VERRICHT?
m
Ja, de buitenlandse ondernemer geldt voor de BTW-heffing als een in Nederland gevestigde ondernemer. Er wordt voor de beantwoording van de BTW-vragen verwezen naar paragraaf 2.1.
m
Nee, ga door met vraag 2.
VRAAG 2:
VERRICHT DE BUITENLANDSE ONDERNEMER EEN LEVERING VAN EEN GOED AAN V&W?
m
Ja, ga door met vraag 3.
m
Nee, ga door met vraag 6.
VRAAG 3:
WORDT HET GOED VANUIT EEN LAND DAT GEEN LIDSTAAT IS VAN DE EU NAAR NEDERLAND VERZONDEN OF VERVOERD?
m
Ja, er is sprake van de invoer van een goed. Er is BTW verschuldigd over de zogenaamde douanewaarde. De douanewaarde is het bedrag dat de buitenlandse ondernemer voor de levering aan V&W in rekening heeft gebracht vermeerderd met de verschuldigde invoerrechten en met de bijkomende kosten zoals de vervoerskosten. De verschuldigde BTW bedraagt 19% van de douanewaarde en 6% van die waarde indien het de invoer van een goed betreft dat in tabel I van de Wet OB 68 is genoemd. De BTW ter zake van de invoer moet worden betaald door degene die de douaneformaliteiten bij invoer waartoe o.a. het betalen van de verschuldigde invoerrechten behoort, vervult. De verschuldigde BTW moet gelijktijdig met de invoerrechten aan de Douane worden betaald. Indien de douaneformaliteiten door V&W worden
28
04-1674 Leidraad 3 28
16-12-2004 14:28:48
vervuld dan moet V&W de verschuldigde BTW tezamen met de invoerrechten betalen. Indien een ondernemer in opdracht van V&W de douaneformaliteiten vervult dan moet die ondernemer de verschuldigde BTW tezamen met de verschuldigde invoerrechten aan de Douane betalen. De bovenbedoelde ondernemer zal de ter zake van de invoer betaalde BTW en invoerrechten op basis van zijn overeenkomst met V&W doorberekenen. m
Nee, ga door met vraag 4.
VRAAG 4:
WORDT HET GOED VANUIT EEN ANDERE EU-LIDSTAAT NAAR NEDERLAND VERZONDEN OF VERVOERD?
m
Ja, V&W moet aan de Belastingdienst BTW betalen vanwege de intracommunautaire verwerving van dat goed. De verschuldigde BTW bedraagt 19% van de vergoeding die door de buitenlandse ondernemer ter zake van de levering aan V&W in rekening is gebracht en 6% van die vergoeding indien het de intracommunautaire verwerving van een goed betreft dat in tabel I van de Wet OB 68 is genoemd. De buitenlandse ondernemer moet geen Nederlandse of buitenlandse BTW op zijn factuur vermelden. Hij moet tevens op zijn factuur het BTW-identificatienummer van het desbetreffende organisatieonderdeel van V&W vermelden. De kosten voor V&W bestaan uit de vergoeding voor de buitenlandse ondernemer en de door V&W aan de belastingdienst te betalen BTW.
m
Nee, ga door met vraag 5.
VRAAG 5:
IS ER SPRAKE VAN DE OPLEVERING VAN EEN IN NEDERLAND GELEGEN WERK IN ONROERENDE STAAT?
m
Ja, V&W moet aan de Belastingdienst BTW betalen over de door de buitenlandse aannemer aan V&W in rekening gebrachte aanneemsom. De verschuldigde BTW bedraagt 19% van die aanneemsom. De buitenlandse ondernemer moet op zijn factuur het BTW-identificatienummer van het desbetreffende organisatieonderdeel van V&W en geen buitenlandse of Nederlandse BTW op zijn factuur vermelden. De kosten voor het desbetreffende organisatieonderdeel van V&W bestaan uit de door
29
04-1674 Leidraad 3 29
16-12-2004 14:28:49
de buitenlandse aannemer in rekening gebrachte aanneemsom en de aan de Belastingdienst te betalen BTW. m
Nee, er is geen Nederlandse BTW verschuldigd.
VRAAG 6:
IS ER SPRAKE VAN ÉÉN OF MEER DIENSTEN DIE BETREKKING HEBBEN OP EEN IN NEDERLAND GELEGEN BEPAALDE ONROERENDE ZAAK?
m
Ja, V&W moet aan de Belastingdienst BTW betalen over de door de buitenlandse ondernemer aan V&W in rekening gebrachte vergoeding. De verschuldigde BTW bedraagt 19% van die vergoeding. De buitenlandse ondernemer moet op zijn factuur het BTW-identificatienummer van het desbetreffende organisatieonderdeel van V&W en geen buitenlandse of Nederlandse BTW op zijn factuur vermelden. De kosten voor V&W bestaan naast de overeengekomen vergoeding uit de door V&W aan de Belastingdienst te betalen BTW.
m
Nee, ga door met vraag 7.
Toelichting: Het betreft hier in de eerste plaats de diensten van architecten en de diensten ten behoeve van het voorbereiden en coördineren van een bepaald bouwwerk. Het betreft hier in de tweede plaats het asfalteren, het onderhouden en schoonmaken van rijkswegen, het onderhouden van andere rijkswaterstaatswerken en het aanbrengen van zandsuppleties in één of meer rijkswaterstaatswerken. Het betreft hier in de derde plaats het bergen of het laten verzinken van scheepswrakken in de territoriale wateren en het bergen van scheepswrakken in de binnenwateren.
VRAAG 7:
BESTAAT DE DIENST VAN DE BUITENLANDSE ONDERNEMER UIT HET GEVEN VAN CURSUSSEN EN OPLEIDINGEN OF UIT HET ORGANISEREN VAN SYMPOSIA OF CONGRESSEN IN NEDERLAND?
m
Ja, V&W moet aan de Belastingdienst BTW betalen over de door de buitenlandse ondernemer aan V&W in rekening gebrachte vergoeding. De verschuldigde BTW bedraagt 19% van die vergoeding. De buitenlandse ondernemer moet op zijn factuur het BTW-identificatienummer van het desbetreffende
30
04-1674 Leidraad 3 30
16-12-2004 14:28:49
organisatieonderdeel van V&W en geen buitenlandse of Nederlandse BTW op zijn factuur vermelden. De kosten voor V&W bestaan naast de overeengekomen vergoeding uit de door V&W aan de Belastingdienst af te dragen BTW. m
Nee, ga door met vraag 8.
VRAAG 8:
BESTAAT DE DIENST VAN DE BUITENLANDSE ONDERNEMER UIT WERKZAAMHEDEN IN NEDERLAND MET BETREKKING TOT ROERENDE ZAKEN ?
Ja, V&W moet aan de Belastingdienst BTW betalen over de door de buitenlandse ondernemer aan V&W in rekening gebrachte vergoeding. De verschuldigde BTW bedraagt 19% van die vergoeding. De buitenlandse ondernemer moet op zijn factuur het BTW-identificatienummer van het desbetreffende organisatieonderdeel van V&W en geen buitenlandse of Nederlandse BTW op zijn factuur vermelden. De kosten voor V&W bestaan naast de overeengekomen vergoeding uit de door V&W aan de Belastingdienst af te dragen BTW. m
Nee, ga door met vraag 9.
Toelichting: Er kan hierbij bijvoorbeeld worden gedacht aan onderzoek, aan reparaties of onderhoud van apparatuur, voertuigen of van hardware.
VRAAG 9:
BESTAAT DE DIENST VAN DE BUITENLANDSE ONDERNEMER UIT WERKZAAMHEDEN IN HET BUITENLAND MET BETREKKING TOT ROERENDE ZAKEN?
m
Ja, er is geen Nederlandse BTW verschuldigd. Indien aan V&W-apparatuur reparatiewerkzaamheden hebben plaatsgevonden buiten de EU, zoals bijvoorbeeld in Noorwegen, dan is het binnenbrengen van de gerepareerde roerende zaak de invoer van een goed. Het is van groot belang om bij reparatiewerkzaamheden aan V&W-apparatuur buiten de EU, waarbij de apparatuur wordt uitgevoerd uit het gebied van de Europese Unie, voorafgaand aan de uitvoer, een zogenaamde vergunning “passieve veredeling” voor de desbetreffende
31
04-1674 Leidraad 3 31
16-12-2004 14:28:49
apparatuur bij de Douane aan te vragen. Op basis van de bovengenoemde vergunning wordt bij wederinvoer van de gerepareerde V&W-apparatuur de ter zake van de invoer te betalen invoerrechten en BTW beperkt tot de waardevermeerdering als gevolg van de reparatie. De BTW ter zake van de invoer moet worden betaald door degene die de douaneformaliteiten bij de invoer, waartoe o.a. het betalen van de verschuldigde invoerrechten behoort, vervult. De verschuldigde BTW moet gelijktijdig met de invoerrechten aan de Douane worden betaald. Indien de douaneformaliteiten door V&W worden vervuld dan moet V&W de verschuldigde BTW tezamen met de invoerrechten betalen. Indien een ondernemer in opdracht van V&W de douaneformaliteiten vervult dan moet die ondernemer de verschuldigde BTW tezamen met de verschuldigde invoerrechten aan de Douane betalen. De bovenbedoelde ondernemer zal de ter zake van de invoer betaalde BTW en invoerrechten op basis van zijn overeenkomst met V&W doorberekenen. m
Nee, ga door met vraag 10.
VRAAG 10:
VERRICHT DE BUITENLANDSE ONDERNEMER EEN DIENST DIE DOOR V&W GEHEEL OF GEDEELTELIJK VOOR ONDERNEMERSWERKZAAMHEDEN WORDT GEBRUIKT EN ONDER ÉÉN VAN DE VOLGENDE CATEGORIEËN IS TE RANGSCHIKKEN?
1.
de overdracht en het verlenen van auteursrechten, octrooirechten en licentierechten;
2.
diensten verricht door raadgevende personen, adviesbureaus,
3.
informatieverwerking en- verschaffing;
4.
het beschikbaar stellen van personeel;
5.
de verhuur van roerende zaken, met uitzondering van
advocaten, accountants en soortgelijke diensten;
vervoermiddelen; 6.
telecommunicatiediensten;
7.
elektronische diensten.
m
Ja, V&W moet aan de Belastingdienst BTW betalen over de door de buitenlandse ondernemer aan V&W in rekening gebrachte vergoeding. De verschuldigde BTW bedraagt 19%
32
04-1674 Leidraad 3 32
16-12-2004 14:28:49
van die vergoeding. De buitenlandse ondernemer moet op zijn factuur het BTW-identificatienummer van het desbetreffende organisatieonderdeel van V&W en geen buitenlandse of Nederlandse BTW op zijn factuur vermelden. De kosten voor V&W bestaan naast de overeengekomen vergoeding uit de door V&W aan de Belastingdienst af te dragen BTW. m
Nee, ga door met vraag 11.
Toelichting: Tot de categorie informatieverwerking en informatieverschaffing behoren o.a. het ontwikkelen van specifieke software, het ontwikkelen en onderhouden van websites en het gelegenheid geven tot het downloaden van bestanden/programma’s van Internet. De levering van standaardsoftware behoort niet tot de bovenbedoelde categorie. Een dergelijke prestatie wordt voor de BTW-heffing niet als een dienst maar als de levering van een goed aangemerkt. Het verlenen van toegang tot het Internet en tot eventuele andere wereldwijde informatienetwerken behoort tot de telecommunicatiediensten. Elektronische diensten zijn de langs elektronische weg verrichte diensten. Voorbeelden van elektronische diensten zijn: 1.
het langs elektronische weg leveren en onderbrengen van websites, het onderhoud op afstand van programma’s en uitrustingen;
2.
de levering langs elektronische weg van software en de bijwerking ervan;
3.
de levering langs elektronische weg van beelden, geschreven stukken en informatie, en de terbeschikkingstelling van databanken;
4.
de levering langs elektronische weg van muziek of films, van spelen, met inbegrip van kans- of gokspelen, en van uitzendingen of manifestaties op het gebied van politiek, cultuur, kunst, sport, wetenschap of ontspanning, en
5.
de levering langs elektronische weg van onderwijs op afstand.
VRAAG 11:
VERRICHT DE BUITENLANDSE ONDERNEMER EEN DIENST AAN V&W VANUIT EEN VESTIGING BUITEN DE EU DIE ONDER ÉÉN VAN DE VOLGENDE CATEGORIEËN IS TE RANGSCHIKKEN?
1.
het verlenen van licentierechten;
2.
diensten verricht door raadgevende personen, adviesbureaus, advocaten, accountants en soortgelijke diensten;
33
04-1674 Leidraad 3 33
16-12-2004 14:28:49
3.
informatieverwerking en- verschaffing;
4.
het beschikbaar stellen van personeel;
5.
de verhuur van roerende zaken;
6.
telecommunicatiediensten;
7.
elektronische diensten.
m
Ja, V&W moet aan de Belastingdienst BTW betalen over de door de buitenlandse ondernemer aan V&W in rekening gebrachte vergoeding. De verschuldigde BTW bedraagt 19% van die vergoeding. De buitenlandse ondernemer moet op zijn factuur het BTW-identificatienummer van het desbetreffende organisatieonderdeel van V&W en geen buitenlandse of Nederlandse BTW op zijn factuur vermelden. De kosten voor V&W bestaan naast de overeengekomen vergoeding uit de door V&W aan de Belastingdienst af te dragen BTW.
m
2.4
Nee, er is geen Nederlandse BTW verschuldigd.
DB(F)M-CONTRACTEN
V&W maakt voor de aanleg, het beheer en het onderhoud van infrastructurele werken soms gebruik van innovatieve contractvormen. Het kenmerk daarvan is dat de diverse fases van het infrastructurele werk als één te gunnen contract worden aanbesteed en niet als apart te gunnen contracten zoals het geval is bij de klassieke contractsvormen. Het ontwerp, de bouw en het onderhoud van het infrastructurele werk, in het jargon een DB(F)M-contract, design (ontwerp), building (bouw), finance (financiering) en maintenance (onderhoud) worden als één geheel aanbesteed en gegund. Een DBFM-contract heeft betrekking op een combinatie van diensten en van de oplevering van een werk in onroerende staat. In het DB(F)M-contract is een periodieke beschikbaarheidsvergoeding voor de ondernemer opgenomen. De hoogte van de beschikbaarheidsvergoeding is soms geheel of gedeeltelijk afhankelijk van de daadwerkelijke toestand van het ter beschikking gestelde werk. De ondernemer kan deze immers beïnvloeden door het ontwerp, de bouwwijze en het plegen van onderhoud. V&W heeft DB(F)M-contracten afgesloten voor bijvoorbeeld de bovenbouw van de Hoge Snelheidslijn Zuid, de Rijksweg 11 (Alphen aan den Rijn-Bodegraven) en de Rijksweg N31/Wâldwei (Leeuwarden-Drachten) . De betrokken ondernemers zijn het consortium Infraspeed B.V. , het consortium Rijksweg 11 VOF en het consortium Wâldwei.com. Er is in deze gevallen sprake van de oplevering
34
04-1674 Leidraad 3 34
16-12-2004 14:28:49
van een werk in onroerende staat. De bovenbedoelde ondernemers moeten in beginsel de BTW ter zake van de oplevering binnen een maand na afloop van de maand waarin de oplevering van het werk heeft plaatsgevonden, afdragen aan de Belastingdienst. De vergoeding van V&W ter zake van de oplevering van het werk is echter uitgesmeerd over de periodieke beschikbaarheidsvergoedingen. V&W betaalt pas een periodieke beschikbaarheidsvergoeding nadat het desbetreffende werk is opgeleverd. Dit betekent dat de bovenbedoelde ondernemers de BTW ter zake van de oplevering van het werk gedurende lange tijd moeten voorfinancieren. Aangezien de bovenbedoelde drie ondernemers slechts prestaties leveren aan V&W, die de desbetreffende werken uitsluitend gebruikt voor overheidswerkzaamheden, mogen zij met toestemming van hun belastinginspecteur het zogenaamde kasstelsel toepassen. Dit betekent dat ze slechts BTW hoeven af te dragen over de van V&W ontvangen periodieke beschikbaarheidsvergoedingen. Ze brengen aan V&W over elke betaling door V&W van de periodieke beschikbaarheid svergoeding BTW in rekening. De bovenbedoelde ondernemers hoeven bij toepassing van het kasstelsel niet vrijwel direct na de oplevering de BTW ter zake van de oplevering van dat werk aan de Belastingdienst af te dragen. Dit houdt in dat ze BTW ter zake van de oplevering van het werk niet gedurende lange tijd hoeven voor te financieren. Het verdient aanbeveling om in voorkomend geval de opdrachtnemer te attenderen op de mogelijkheid van de toepassing van het kasstelsel.
35
04-1674 Leidraad 3 35
16-12-2004 14:28:50
36
04-1674 Leidraad 3 36
16-12-2004 14:28:50
HOOFDSTUK 3
BIJDRAGEN, SUBSIDIES EN UITKERINGEN VAN V&W
De bijdragen, subsidies en uitkeringen worden in dit hoofdstuk gemakshalve als subsidies aangeduid. Het maakt voor de BTW-heffing geen verschil of de verstrekking van geldelijke middelen door V&W als een bijdrage, subsidie of een uitkering moet worden aangemerkt. In paragraaf 3.1. wordt stilgestaan bij de vraag of en zo ja wanneer de ontvanger van de subsidie BTW aan de Belastingdienst moet afdragen. Indien op basis van paragraaf 3.1. is vastgesteld dat de subsidieontvanger geen BTW over de ontvangen subsidie hoeft af te dragen moet de vraag worden beantwoord of de voorbelasting van de subsidieontvanger behoort tot de subsidiabele kosten, of anders gezegd voor subsidie in aanmerking moet komen. In paragraaf 3.2. wordt hierop ingegaan.
3.1
IS DE ONTVANGER OVER DE SUBSIDIE BTW VERSCHULDIGD?
VRAAG 1:
m
VERLEENT V&W DE SUBSIDIE AAN EEN DERDE?
Nee, de subsidieontvanger moet over de subsidie geen BTW aan V&W in rekening brengen en aan de Belastingdienst afdragen.
m
Ja, ga door met vraag 2.
VRAAG 2:
WORDT DE SUBSIDIE VERSTREKT AAN EEN NATUURLIJK PERSOON DIE HANDELT ALS NORMALE PARTICULIER?
m
Ja, de subsidieontvanger moet over de subsidie geen BTW aan V&W in rekening brengen en aan de Belastingdienst afdragen.
m
Nee, ga door met vraag 3.
37
04-1674 Leidraad 3 37
16-12-2004 14:28:50
VRAAG 3:
WORDT DE SUBSIDIE VERSTREKT AAN PUBLIEKRECHTELIJKE RECHTSPERSONEN TEN BEHOEVE VAN HUN OVERHEIDSWERKZAAMHEDEN?
m
Ja, de subsidieontvanger moet over de subsidie geen BTW aan V&W in rekening brengen en aan de Belastingdienst afdragen.
m
Nee, ga door met vraag 4.
Toelichting: De volgende V&W-subsidies aan decentrale overheden worden alle ten behoeve van hun overheidwerkzaamheden verleend: a.
de subsidies op grond van de Tijdelijke regeling eenmalige subsidies baggerplannen bebouwd gebied; en
b.
de subsidies op grond van de Regeling eenmalige uitkering baggerwerkzaamheden bebouwd gebied; en
c.
subsidies op grond de Tijdelijke regeling eenmalige uitkering bestrijding regionale wateroverlast; en
d.
de projectsubsidies uit het Infrastructuurfonds voor het onderliggend wegennet; en
e.
de gebundelde doeluitkeringen uit het Infrastructuurfonds; en
f.
de subsidies voor duurzame veiligheid; en
g.
de Brede doeluitkering verkeer en vervoer, en
h.
de rijksbijdragen aan regionale mobiliteitsfondsen op grond van de Wet bereikbaarheid en mobiliteit; en
i.
de subsidies op grond van de Regeling experimenten regionale treindiensten; en
j.
de rijksbijdrage openbaar vervoer op grond van de Rijksbijdrageregeling openbaar vervoer 2001; en
k.
de subsidies voor de aanleg en voor het beheer en onderhoud van waterkeringen; en
l.
de projectsubsidies uit het Infrastructuurfonds en de “De Boergelden“ voor openbaarvervoerinfrastructuur, zoals busbanen, die door verschillende openbaarvervoerbedrijven wordt gebruikt.
De projectsubsidies aan een gemeente voor de aanleg, het beheer en het onderhoud van metro- en tramlijnen door een gemeente, die een eigen openbaarvervoerbedrijf exploiteert zijn geen subsidies voor overheidswerkzaamheden. Er wordt met de exploitatie van een eigen openbaarvervoerbedrijf gedoeld op een bedrijf dat juridisch onderdeel uitmaakt van een publiekrechtelijke rechtspersoon. Het gaat in het bovenbedoelde geval om openbaarvervoerinfrastructuur, die anders dan bijvoorbeeld busbanen, slechts door één openbaarvervoerbedrijf
38
04-1674 Leidraad 3 38
16-12-2004 14:28:50
wordt gebruikt. De Staatssecretaris van Financiën is het niet eens met de conclusie dat een gemeente met een eigen openbaarvervoerbedrijf bij de aanleg van metro- en tramlijnen als ondernemer zou handelen. Hij heeft tegen de desbetreffende uitspraak van het Hof te Amsterdam cassatieberoep ingesteld.
VRAAG 4:
m
WORDT DE SUBSIDIE AAN EEN ONDERNEMER VERLEEND?
Nee, de subsidieontvanger moet over de subsidie geen BTW aan V&W in rekening brengen en aan de Belastingdienst afdragen.
m
Ja, ga door met vraag 5.
Toelichting: Het begrip “ondernemer” voor de BTW is ruim. Instellingen, instituten en onderdelen van overheden die geen winst behalen en niet naar winst streven kunnen ook ondernemer zijn. Er wordt voor een nadere toelichting op het begrip “ondernemer” verwezen naar bijlage 1.
VRAAG 5:
VERWERFT V&W OF EEN DERDE MET DE GESUBSIDIEERDE ACTIVITEITEN GOEDEREN OF DIENSTEN VOOR EIGEN GEBRUIK?
m
Nee, de subsidieontvanger moet over de subsidie geen BTW aan V&W in rekening brengen en aan de Belastingdienst afdragen.
m
Ja, ga door met vraag 6.
Toelichting: In paragraaf 1.1. is toegelicht dat de BTW een belasting is op het gebruik van goederen en diensten in Nederland. Het gebruikscriterium is door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg in een aantal arresten uitgewerkt. Er is voldaan aan het gebruikscriterium indien de gesubsidieerde activiteit V&W, dan wel een derde, een voordeel oplevert waardoor V&W of die derde als gebruiker van een goed of dienst kunnen worden aangemerkt. Het gebruikscriterium wordt in een aantal voorbeelden uit de V&Wpraktijk uitgewerkt. Voorbeeld 1 De N.V. Westerscheldetunnel verkrijgt jaarlijks een subsidie van V&W ten behoeve van de exploitatie van de Westerscheldetunnel. Aangezien de wegen door de Westerscheldetunnel rijkswegen zijn verwerft V&W een
39
04-1674 Leidraad 3 39
16-12-2004 14:28:50
dienst voor eigen gebruik. Het beheer en onderhoud van rijkswegen is immers een overheidstaak van V & W. Voorbeeld 2 V&W verleent jaarlijks op basis van het Besluit Infrastructuurfonds een subsidie, de zogenaamde instandhoudingsbijdrage aan Prorail B.V. (Railinfrabeheer B.V.) voor het beheer en onderhoud van hoofdspoorweginfrastructuur. V&W verwerft met de gesubsidieerde activiteit een dienst voor eigen gebruik aangezien de Minister van V&W op grond van de Spoorwegwet zorg draagt voor de aanleg, voor het beheer en onderhoud van hoofdspoorweginfrastructuur. Voorbeeld 3 V&W verleent op basis van de Tijdelijke Stimuleringsregeling verwerking baggerspecie subsidies aan verwerkers van baggerspecie om door derden aangeboden partijen klasse 3 of 4 baggerspecie te verwerken. De derden die de baggerspecie aanbieden verwerven een dienst voor eigen gebruik. Indien de subsidieontvanger met de gesubsidieerde activiteiten louter zijn eigen belangen behartigt, verwerft noch de subsidiegever noch een derde goederen of diensten voor eigen gebruik. Er kan hierbij worden gedacht aan de werkzaamheden van een gemeentelijk havenbedrijf of een gemeentelijk openbaarvervoerbedrijf met betrekking tot de eigen infrastructuur. V&W noch een derde verwerven goederen of diensten voor eigen gebruik bij subsidies van V&W voor formatieplaatsen bij een universiteit of voor de kennisontwikkeling en kennisoverdracht op het terrein van verkeer en vervoer of van het waterbeheer. De universiteit behartigt namelijk haar eigen belangen. V&W verwerft ook geen diensten voor eigen gebruik met de activiteiten die met de V&W-subsidies op basis van de Tijdelijke subsidieregeling Technische Universiteit Delft worden bekostigd. De Rijksuniversiteit Utrecht behartigt met de mede door V&W gesubsidieerde bijzondere Schilthuisleerstoel louter zijn eigen belangen. V&W verwerft met de bijzondere leerstoel geen dienst voor eigen gebruik. V&W dan wel een derde verwerft een dienst voor eigen gebruik indien in de subsidievoorschriften nauwkeurig is omschreven dat een specifiek onderzoek moet worden verricht waarvan de resultaten uitsluitend aan V&W en/of één of meer derden ter beschikking moet worden gesteld. V&W verwerft wel een dienst voor eigen gebruik bij de subsidiëring van een specifiek onderzoek indien de subsidievoorschriften voorschrijven
40
04-1674 Leidraad 3 40
16-12-2004 14:28:51
dat er intellectuele eigendomsrecht(en) ten behoeve van V&W (de Staat) op de onderzoeksresultaten moeten worden gevestigd. Voorbeelden van intellectuele eigendomsrechten zijn het auteursrecht of het octrooi. VRAAG 6:
STAAT DE SUBSIDIE IN RECHTSTREEKS VERBAND MET DE LEVERING VAN GOEDEREN OF MET HET VERRICHTEN VAN DE DIENSTEN DIE V&W, DAN WEL EEN DERDE, VERWERFT VOOR EIGEN GEBRUIK?
m
Nee, de subsidieontvanger moet over de subsidie geen BTW aan V&W in rekening brengen en aan de Belastingdienst afdragen.
m
Ja, ga door met vraag 7.
Toelichting: Een subsidie staat in rechtstreeks verband met de levering van goederen of het verrichten van diensten indien zij een specifieke en identificeerbare betaling is voor specifieke levering van goederen of diensten. Dit is bijvoorbeeld het geval bij subsidies waarvan de hoogte is gerelateerd aan de prijs of aan de hoeveelheid van de gesubsidieerde goederen of diensten. De subsidies die per s x omzet, per levering, per dienstverrichting, per y aantal leveringen of dienstverrichtingen of per aansluiting worden verleend zijn de meest evidente voorbeelden van een rechtstreeks verband tussen een levering van goederen of diensten en de subsidie. Deze subsidies zijn dan identificeerbare betalingen voor één of meer specifieke leveringen of diensten. Een voorbeeld hiervan zijn de subsidies op basis van de Tijdelijke Stimuleringsregeling verwerking baggerspecie. De subsidie wordt verstrekt aan ondernemers die door derden aangeboden partijen klasse 3 of klasse 4 baggerspecie verwerken. De subsidie bedraagt s 4,- , s 10,- of s 23,- per ton verwerkte droge stof. De subsidies aan openbaarvervoerbedrijven per s x reizigersopbrengst of per verreden zone of reizigerskilometer zijn eveneens subsidies die identificeerbare betalingen zijn voor één of meer specifieke diensten. Het rechtstreekse verband tussen subsidie en de levering van goederen of het verrichten van diensten is niet aanwezig bij subsidies die globaal worden gestort ter dekking van exploitatiekosten van de subsidieontvanger. Het zuiverste voorbeeld van een zodanige subsidie is een subsidie ter grootte van x procent van het exploitatietekort. De budgetsubsidies die alleen de wijze beïnvloeden waarop de subsidieontvanger zijn bedrijfsuitoefening in algemene zin inricht, staan niet in rechtstreeks verband met de levering van een goed of het
41
04-1674 Leidraad 3 41
16-12-2004 14:28:51
verrichten van een dienst. Het gaat hierbij om subsidies die slechts in algemene zin met de bedrijfsvoering van de subsidieontvanger in relatie worden gebracht. Het zijn subsidies die globaal dienen ter dekking van tekorten waarbij voorschriften worden gesteld voor de effectieve aanwending van subsidiegelden. De subsidies die door V&W op basis van de Regeling basis- en doelsubsidiëring Stichting Waterloopkundig Laboratorium worden verleend zijn voorbeelden van bovenbedoelde budgetsubsidies, waarbij een rechtstreeks verband tussen de subsidie en een specifieke levering of dienst ontbreekt. Het betreft hier de ondersteuning van de functies van technologisch adviescentrum en technologisch kenniscentrum Stichting Waterloopkundig Laboratorium te Delft. De functies bestaan uit het ten behoeve van overheden en bedrijfsleven ontwikkelen en beschikbaar stellen van technologie en het onderhouden van een kennisbasis die voorziet in de huidige en voorzienbare kennisbehoeften van overheid en bedrijfsleven. De V&W-subsidies aan de studievereniging van de Technische Universiteit Delft ten behoeve van al hun jaaractiviteiten zijn eveneens voorbeelden van budgetsubsidies waarbij het rechtstreekse verband tussen subsidie en de levering van een goed of het verrichten van een dienst ontbreekt.
VRAAG 7
VINDT DE LEVERING OF DE DIENST WAARMEE DE SUBSIDIE IN RECHTSTREEKS VERBAND STAAT IN NEDERLAND PLAATS?
m
Nee, de subsidieontvanger moet over de subsidie geen BTW aan V&W in rekening brengen en aan de Belastingdienst afdragen.
m
Ja, ga door met vraag 8.
Toelichting: De volgende voor de subsidiepraktijk van V&W van belang zijnde diensten, die door Nederlandse ondernemers worden verricht, vinden voor de BTW-heffing niet in Nederland plaats: 1.
Het geven van cursussen en opleidingen, het organiseren van symposia of congressen buiten Nederland;
2.
De diensten verricht door raadgevende personen, adviesbureaus, advocaten, accountants en soortgelijke diensten alsmede informatieverwerking en verschaffing ten behoeve van buiten de Europese Unie gevestigde niet-ondernemers.
42
04-1674 Leidraad 3 42
16-12-2004 14:28:51
VRAAG 8:
IS DE LEVERING VAN EEN GOED OF DE DIENST WAARMEE DE SUBSIDIE IN RECHTSTREEKS VERBAND STAAT VRIJGESTELD?
m
Ja, de subsidieontvanger moet over de subsidie geen BTW aan V&W in rekening brengen en aan de Belastingdienst afdragen.
m
Nee, ga door met vraag 9.
Toelichting: Opleidingen die zijn gericht op het functioneren van personen in een toekomstige dan wel in hun huidige werkkring zoals contractonderwijs, Pao-opleidingen, cursussen Algemene wet bestuursrecht, computeropleidingen, sollicitatiecursussen, managementopleidingen, training adviesvaardigheden en scholing voor leden van de ondernemingsraad zijn in beginsel vrijgesteld van BTW-heffing. De ondernemer die de cursussen verzorgt kan ervoor kiezen om de vrijstelling voor beroepsopleidingen niet toe te passen en moet dit dan in zijn aanbiedingen, offertes en in zijn brochures duidelijk kenbaar maken. De keuze voor belastingheffing kan voor de ondernemer in verband met verrekenbare voorbelasting aantrekkelijk zijn.
VRAAG 9:
WORDT DE LEVERING VAN EEN GOED OF DE DIENST WAARMEE DE SUBSIDIE IN RECHTSTREEKS VERBAND STAAT GENOEMD IN TABEL I VAN DE WET OB 68?
m
Ja, de ondernemer moet BTW aan de Belastingdienst afdragen over de van V&W ontvangen subsidie naar het lage tarief van 6%.
m
Nee, de ondernemer moet BTW aan de Belastingdienst afdragen over de van V&W ontvangen subsidie naar het normale tarief van 19%. Ga door met vraag 10.
Toelichting: Indien de door V&W verleende subsidie in rechtstreeks verband staat met een door de ondernemer verrichte dienst die door V&W wordt gebruikt dan moet de ondernemer aan V&W een factuur uitreiken waarop de hoogte van het subsidiebedrag, de daarover verschuldigde BTW en de toepassing van het normale tarief van 19% is vermeld. Er moet in dit verband met name gedacht worden aan de jaarlijkse subsidie van V&W aan Prorail B.V.(Railinfrabeer B.V.) voor het beheer en het onderhoud van de hoofdspoorweginfrastructuur. V&W verleent aan Prorail BV voorschotten. Dit heeft tot gevolg dat Prorail B.V. ter zake van elk voorschot een factuur aan V&W moet uitreiken waarop de hoogte van
43
04-1674 Leidraad 3 43
16-12-2004 14:28:51
het voorschotbedrag, de daarover verschuldigde BTW en de toepassing van het normale tarief van 19% is vermeld. Indien de subsidieontvanger over de subsidie BTW verschuldigd is moet het subsidiebedrag altijd als een nettobedrag, een bedrag exclusief BTW, in de subsidiebeschikking worden opgenomen. In de subsidiebeschikking moet vervolgens worden opgenomen dat de subsidieontvanger over de subsidie BTW in rekening brengt naar het algemene dan wel lage tarief die V&W zal betalen. Indien de verschuldigde BTW in het subsidiebedrag is opgenomen dan zou de subsidieontvanger over dat gehele bedrag BTW aan de belastingdienst moeten afdragen. In de desbetreffende subsidieregeling en/of subsidiebeschikking moet een passage worden opgenomen met de volgende inhoud: “De subsidieontvanger factureert overeenkomstig de Wet op de omzetbelasting 1968 omzetbelasting over de te betalen voorschotten en over de na verrekening van de voorschotten te betalen subsidie, die Verkeer en Waterstaat zal betalen.” Bij de subsidieverlening moet absoluut duidelijk zijn welk bedrag voor de subsidie en de eventueel daarover verschuldigde omzetbelasting beschikbaar is. Bij onzekerheid over de omzetbelastinggevolgen moet in de subsidieregeling en/of subsidiebeschikking een tekstpassage worden opgenomen met de volgende inhoud: “Het bedrag van de verleende subsidie is s….. met inbegrip van de eventueel daarover verschuldigde omzetbelasting”. Op deze wijze wordt voorkomen dat de subsidieontvanger voor de verschuldigde BTW nog een extra bedrag bij V&W zou kunnen claimen.
VRAAG 10
KAN V&W DE OVER DE SUBSIDIE IN REKENING GEBRACHTE BTW TERUGKRIJGEN?
Toelichting: V&W heeft met het Ministerie van Financiën in februari 2001 een afspraak gemaakt voor de compensatie van aan V&W in rekening gebrachte BTW op het vlak van het openbaar vervoer. De compensatie houdt in dat V&W het bedrag van de door ondernemers aan V&W in rekening gebrachte BTW terugkrijgt van Financiën. De aanvraag voor de compensatie en de verdere uitvoering van de bovenbedoelde compensatie geschiedt door de Directie Begroting van de Hoofddirectie Financieel
44
04-1674 Leidraad 3 44
16-12-2004 14:28:51
Economische Zaken. De bovenbedoelde compensatie geldt voor de door V&W aan Prorail B.V. (Railinfrabeheer B.V.) betaalde BTW ter zake van de jaarlijkse subsidie voor het beheer en onderhoud van hoofdspoorweginfrastructuur.
3.2
BEHOORT DE VOORBELASTING VAN DE SUBSIDIEONTVANGER TOT DE SUBSIDIABELE KOSTEN?
VRAAG 1:
IS DE VOORBELASTING VAN DE SUBSIDIEONTVANGER VERREKENBAAR?
m
Ja, de voorbelasting behoort niet tot de subsidiabele kosten. Er wordt hiervoor door V&W geen subsidie verleend.
m
Nee, ga door met vraag 2.
Toelichting: De verrekenbare voorbelasting is geen kostenpost voor de ondernemer en moet derhalve niet gesubsidieerd worden. Verrekenbare voorbelasting doet zich in de subsidiepraktijk van V&W met name voor bij de aanleg van metro- en tramlijnen door een gemeente met een eigen openbaarvervoerbedrijf. De voorbelasting van de subsidieontvanger moet pas voor een V&W-subsidie in aanmerking komen indien duidelijk is dat die niet verrekenbaar is. Zie hiervoor bijvoorbeeld artikel 5, eerste lid, onderdeel j, van het Besluit Infrastructuurfonds. Nadeelcompensatie aan commerciële nutsbedrijven voor het verleggen van kabels en leidingen moet geen vergoeding bevatten voor voorbelasting. Nadeelcompensatie aan een waterschap voor het verleggen van kabels en leidingen behoort wel een vergoeding te bevatten voor voorbelasting. Het waterschap handelt immers met het zuiveren van afvalwater als overheid en kan de voorbelasting voor het verleggen van kabels en leidingen niet verrekenen.
45
04-1674 Leidraad 3 45
16-12-2004 14:28:52
VRAAG 2:
WORDT DE SUBSIDIE DOOR V&W VERLEEND AAN EEN GEMEENTE, EEN PROVINCIE OF EEN KADERWETGEBIED?
m
Ja, ga door met vraag 3.
m
Nee, de voorbelasting behoort onder de eventuele beperkingen van de desbetreffende subsidieregelingen van V&W tot de subsidiabele kosten. V&W verleent onder de bovenbedoelde beperkingen subsidie voor de voorbelasting.
VRAAG 3.
IS ER SPRAKE VAN EEN PROJECTSUBSIDIE UIT HET INFRASTRUCTUURFONDS VOOR REGIONALE OF LOKALE OPENBAARVERVOERINFRASTRUCTUUR?
m
Ja, de voorbelasting van de subsidieontvanger behoort niet tot de subsidiabele kosten. Er wordt door V&W geen subsidie voor de voorbelasting verleend.
m
Nee, ga door met vraag 4.
Toelichting: Zie artikel 5, eerste lid, onderdeel j, van het Besluit Infrastructuurfonds.
VRAAG 4:
IS ER SPRAKE VAN EEN SUBSIDIE DOOR V&W OP GROND VAN DE RIJKSBIJDRAGEREGELING OPENBAAR VERVOER 2001 OF DE REGELING EXPERIMENTEN REGIONALE TREINDIENSTEN?
m
Nee, ga door met vraag 6.
m
Ja, ga door met vraag 5.
VRAAG 5:
HEEFT DE GEMEENTE, DE PROVINCIE OF HET KADERWETGEBIED AAN V&W EEN VERKLARING VAN DE BELASTINGSINSPECTEUR OVERLEGD DAT DE DOOR VERVOERSONDERNEMING AAN DIE PUBLIEKRECHTELIJKE RECHTSPERSOON IN REKENING GEBRACHTE BTW NIET IN AANMERKING KOMT VOOR EEN BIJDRAGE UIT HET BTW-COMPENSATIEFONDS?
m
Ja, de voorbelasting behoort onder de beperkingen van artikel
46
04-1674 Leidraad 3 46
16-12-2004 14:28:52
15a van de Rijksbijdrageregeling openbaar vervoer 2001 dan wel van de subsidiebeschikking ingevolge de Regeling experimenten regionale treindiensten tot de subsidiabele kosten. V&W verleent onder de bovenbedoelde beperkingen subsidie voor de voorbelasting. m
Nee, de voorbelasting behoort niet tot de subsidiabele kosten. Er wordt door V&W hiervoor geen subsidie verleend.
Toelichting: Zie artikel 15a van de Rijksbijdrageregeling openbaar vervoer 2001.
VRAAG 6:
WORDT DE SUBSIDIE VERLEEND OP BASIS VAN EEN VÓÓR 1 JANUARI 2004 BESTAANDE SUBSIDIEREGELING VAN V&W?
m
Ja, de voorbelasting behoort onder de eventuele beperkingen van de desbetreffende subsidieregelingen van V&W tot de subsidiabele kosten. V&W verleent onder de bovenbedoelde beperkingen subsidie voor de voorbelasting.
m
Nee, de voorbelasting behoort niet tot de subsidiabele kosten. Er wordt hiervoor door V&W geen subsidie voor de voorbelasting verleend.
VRAAG 7:
KAN V&W DE SUBSIDIE VOOR VOORBELASTING TERUGKRIJGEN?
Toelichting: V&W heeft met het Ministerie van Financiën in februari 2001 een afspraak gemaakt voor de compensatie van door V&W betaalde subsidies voor voorbelasting op het gebied van openbaar vervoer. De compensatie houdt in dat V&W het bedrag van de verleende subsidie voor voorbelasting terugkrijgt van Financiën. De aanvraag voor de compensatie en de verdere uitvoering van de bovenbedoelde compensatie geschiedt door de Directie Begroting van de Hoofddirectie Financieel Economische Zaken. De bovenbedoelde compensatie geldt voor de door V&W betaalde subsidie voor voorbelasting op grond van de Rijksbijdrageregeling openbaar vervoer 2001 en de Regeling experimenten regionale treindiensten. Zie hiervoor vraag 5.
47
04-1674 Leidraad 3 47
16-12-2004 14:28:52
48
04-1674 Leidraad 3 48
16-12-2004 14:28:52
HOOFDSTUK 4
LEVERING VAN GOEDEREN OF DIENSTEN DOOR VERKEER EN WATERSTAAT
Het gaat in dit hoofdstuk om het verrichten van de levering van goederen en diensten door V&W ten behoeve van een tegenpartij.
VRAAG 1:
m
IS DE TEGENPARTIJ VAN V&W EEN DERDE?
Nee, V&W moet aan de tegenpartij geen BTW in rekening brengen en afdragen aan de Belastingdienst.
m
Ja, ga door met vraag 2.
VRAAG 2:
LEVERT V&W EEN GOED OF VERRICHT HET EEN DIENST AAN DE TEGENPARTIJ?
m
Nee, V&W moet aan de derde geen BTW in rekening brengen en afdragen aan de Belastingdienst.
m
Ja, ga door met vraag 3.
Toelichting: De aanleg, reconstructie en andere werkzaamheden door V&W ten aanzien van infrastructuur van derden zijn als de levering van een goed dan wel als diensten aan te merken. Er kan hierbij gedacht worden aan infrastructuur van een decentrale overheid, aan de Wijkertunnel en andere infrastructuur van de Exploitatiemaatschappij Wijkertunnel C.V en aan de infrastructuur van Naco Ferries B.V. en van Schiphol Nederland B.V. . De leveringen van eet- en drinkwaren aan het eigen personeel zijn leveringen van goederen aan derden.
VRAAG 3:
KRIJGT V&W VOOR DE LEVERING VAN HET GOED OF HET VERRICHTEN VAN DE DIENST EEN VERGOEDING?
m
Nee, V&W moet aan de derde geen BTW in rekening brengen en afdragen aan de Belastingdienst. Indien V&W een onroerende zaak levert moet V&W aan de Belastingdienst BTW afdragen over het bedrag dat nodig is om
49
04-1674 Leidraad 3 49
16-12-2004 14:28:52
de onroerende zaak tot stand te brengen in de toestand op het tijdstip van de levering indien: a.
V&W ter zake van de onroerende zaak voorbelasting heeft verrekend, en
b.
er sprake is van een bouwterrein of van een gebouw dat nog geen twee jaar in gebruik is.
m
Ja, ga door met vraag 4.
Toelichting: V&W is ter zake van de levering van onroerende zaken altijd als ondernemer aan te merken. Indien V&W geen vergoeding vraagt voor de levering van de onroerende zaak aan de derde dan is er sprake van een zogenaamde interne levering. De zogenaamd interne levering heeft pas gevolgen voor de BTW-heffing indien V&W ter zake van de desbetreffende onroerende zaak voorbelasting heeft kunnen verrekenen. Dit zal zich in de V&W-praktijk niet gauw voordoen omdat V&W de desbetreffende onroerende zaken in de regel uitsluitend voor overheidsprestaties heeft gebruikt, hetgeen betekent dat er geen sprake van verrekenbare voorbelasting is geweest. Indien V&W slechts een symbolisch bedrag van bijvoorbeeld 1 euro vordert dan is er geen sprake van een vergoeding. V&W verstrekt koffie en de andere dranken uit de koffieautomaten om niet, hetgeen betekent dat V&W voor de verstrekking van de bovenbedoelde dranken geen vergoeding ontvangt. Indien V&W geheel of gedeeltelijk op eigen kosten en met eventuele financiële ondersteuning door andere departementen eigen personeel uitzendt naar het buitenland dan is er ook geen sprake van een vergoeding.
VRAAG 4:
IS DE LEVERING VAN HET GOED OF HET VERRICHTEN VAN DE DIENST DOOR V&W ALS EEN OVERHEIDSWERKZAAMHEID AAN TE MERKEN?
m
Ja, V&W moet aan de derde geen BTW in rekening brengen en die aan de Belastingdienst afdragen. Indien het niet verschuldigd zijn van BTW leidt tot concurrentievervalsing van enige betekenis, ga door met vraag 5.
m
Nee, ga door met vraag 5.
50
04-1674 Leidraad 3 50
16-12-2004 14:28:52
Toelichting: De aanleg, reconstructie en andere werkzaamheden van V&W ten aanzien van rijkswaterstaatswerken zijn overheidswerkzaamheden. Dit is ook het geval indien de bovenbedoelde werkzaamheden op verzoek van een decentrale overheid geschieden en geheel of gedeeltelijk door die decentrale overheid worden betaald.
VRAAG 5:
LEVERT V&W EEN ONROERENDE ZAAK AAN DE DERDE OF VESTIGT V&W EEN BEPERKT RECHT OP EEN ONROERENDE ZAAK TEN BEHOEVE VAN DIE DERDE?
m
Nee, ga door met vraag 6.
m
Ja, ga door met vraag 8
Toelichting: De in de V&W-praktijk voorkomende beperkte rechten op onroerende zaken zijn het recht van opstal, het recht van erfpacht en het recht van vruchtgebruik.
VRAAG 6:
IS DE LEVERING VAN HET GOED OF HET VERRICHTEN VAN DE DIENST EEN VRIJGESTELDE PRESTATIE?
m
Ja, V&W moet aan de derde geen BTW in rekening brengen en aan de Belastingdienst afdragen.
m
Nee, ga door met vraag 7.
Toelichting: Het tegen vergoeding ter beschikking stellen (detacheren) van personeel met een ambtelijke aanstelling door V&W aan een derde ter bevordering van de arbeidsmobiliteit van V&W-personeel is vrijgesteld indien aan al de in bijlage 2 van deze leidraad genoemde voorwaarden is voldaan. De vergoeding die de Europese Commissie aan V&W betaalt voor het detacheren op tijdelijke basis van V&W-personeel is vrijgesteld van BTWheffing. Het is daarvoor vereist dat de Europese Commissie aan V&W een door de Belgische overheid gewaarmerkte verklaring overlegt waaruit blijkt dat de Europese Commissie in België is vrijgesteld van BTW-heffing voor de haar gebruikte goederen en diensten. Het verlenen van een dienst aan een andere Europese instelling of internationale organisatie die over een door fiscale autoriteiten gewaarmerkte verklaring beschikt waaruit blijkt dat die instelling of
51
04-1674 Leidraad 3 51
16-12-2004 14:28:52
organisatie is vrijgesteld van BTW-heffing voor de haar gebruikte goederen en diensten is eveneens vrijgesteld van BTW-heffing. De verhuur van vergaderruimte aan een derde door V&W is vrijgesteld van BTW-heffing tenzij het desbetreffende organisatieonderdeel van V&W en de huurder in een gezamenlijk verzoek aan de belastinginspecteur opteren voor belaste verhuur. Het opteren voor belaste verhuur is slechts mogelijk indien de huurder de in rekening gebrachte omzetbelasting voor 90% of meer kan verrekenen. De verstrekking van koffie en frisdranken is dermate causaal verbonden met de verhuur van vergaderruimte dat zij mee kan delen in de BTW-vrijstelling voor de verhuur. Een belangrijk aandachtspunt is de uitzending van V&W-personeel naar de nieuwe lidstaten van de Europese Unie. Het bovenbedoeld personeel wordt met geld van de nieuwe lidstaten en van de Europese Unie aan de overheden van die nieuwe lidstaten ter beschikking gesteld. Het betreft hier de uitvoering van de zogenaamde Twinning-programma’s. Aangezien het hier diensten door raadgevende personen en dergelijke betreft vindt de prestatie van V&W met ingang van 1 mei 2004 voor de BTW-heffing in Nederland plaats. De Belastingdienst onderzoekt nog of de bovenbedoelde prestatie van V&W als overheidsprestatie buiten de BTW-heffing kan blijven. De zogenaamde Twinning Manual en het convenant tussen V&W en de nieuwe lidstaat zouden dan in dezen het specifiek voor V&W geldend juridisch regime moeten vormen. Indien de bovenbedoelde prestaties niet als overheidswerkzaamheden kunnen worden aangemerkt dan zal een nieuwe bijzondere regeling van het Ministerie van Financiën BTW-heffing moeten tegengaan.
VRAAG 7:
WORDT DE LEVERING VAN HET GOED OF DE DIENST GENOEMD IN TABEL I VAN DE WET OB 68?
m
Ja, V&W moet over de vergoeding aan de derde BTW in rekening brengen naar het lage tarief van 6% en afdragen aan de Belastingdienst.
m
Nee, V&W moet over de vergoeding aan de derde BTW in rekening brengen naar het normale tarief van 19% en afdragen aan de Belastingdienst. V&W moet aan de derde een factuur uitreiken waarop de in bijlage 3 van deze leidraad genoemde gegevens zijn vermeld. V&W moet de factuur uitreiken vóór de vijftiende dag na de maand waarin de levering of de
52
04-1674 Leidraad 3 52
16-12-2004 14:28:53
dienst is verricht. Indien één of meer vooruitbetalingen zijn overeengekomen, moet telkens een factuur worden uitgereikt vóór het tijdstip van opeisbaarheid daarvan. Toelichting: V&W heeft het beheer van een aantal bedrijfskantines waaronder die van de locaties op de Plesmanweg en op de Koningskade 4 uitbesteed aan Sodexho. Sodexho heeft het beheer doch niet de exploitatie van de bovenbedoelde bedrijfskantines overgenomen. Dit komt in het contract tot uitdrukking doordat de contante betalingen van het V&W-personeel worden verrekend met de contractuele vergoeding die V&W aan Sodexho moet betalen. V&W is voor wat betreft de bovenbedoelde bedrijfskantines ondernemer voor de omzetbelasting. V&W moet 6/106 deel van de kantineomzet, de betalingen van het eigen V&W-personeel voor de verkopen in de bedrijfskantines, aan de Belastingdienst afdragen. Indien een cateringsbedrijf de exploitatie van een bedrijfskantine geheel overneemt dan is dat cateringsbedrijf en niet V&W de BTW-ondernemer voor de omzet van de bedrijfskantine. Het cateringsbedrijf moet in dat geval 6/106 deel van de kantineomzet aan de Belastingdienst afdragen. De exploitatie van de automaten voor eet- en drinkwaren in Haagse V&Wlocaties door Automatic Holland is een ondernemersactiviteit van het genoemde bedrijf. Automatic Holland verkoopt rechtstreeks eet- en drinkwaren aan het V&W-personeel en moet derhalve 6/106 deel van de contante betalingen van het V&W-personeel aan de Belastingdienst afdragen. VRAAG 8:
LEVERT V&W EEN GEBOUW AAN DE DERDE OF VESTIGT HET TEN BEHOEVE VAN DE DERDE EEN BEPERKT RECHT OP EEN GEBOUW?
m
Ja, ga door met vraag 9.
m
Nee, ga door met vraag 12.
Toelichting: De vraag of de levering of de vestiging van het beperkte recht betrekking heeft op een gebouw moet beantwoord worden op het tijdstip van de levering dan wel de vestiging van het beperkte recht. Indien V&W (de Staat) ten behoeve van een derde bijvoorbeeld een opstalrecht vestigt om werken in of op rijksgrond in eigendom te hebben of te verkrijgen dan heeft het opstalrecht betrekking op een gebouw indien de desbetreffende werken ten tijde van de vestiging geheel of gedeeltelijk aanwezig zijn. De splitsing van de eigendom van de grond en van de werken is immers pas na de inschrijving van de desbetreffende notariële akte in het Kadaster voltooid.
53
04-1674 Leidraad 3 53
16-12-2004 14:28:53
VRAAG 9:
IS ER SPRAKE VAN DE LEVERING VAN EEN NIEUW ONGEBRUIKT GEBOUW OF VAN EEN BESTAAND GEBOUW DAT NOG GEEN TWEE JAAR IS GEBRUIKT?
m
Nee, ga door met vraag 10.
m
Ja, er is BTW verschuldigd over de door de derde aan V&W betaalde vergoeding indien het een levering betreft. V&W moet over de vergoeding aan de derde BTW in rekening brengen naar het normale tarief van 19% en afdragen aan de Belastingdienst. V&W moet aan de derde een factuur uitreiken waarop de in bijlage 3 van deze leidraad genoemde gegevens zijn vermeld. V&W moet de factuur uitreiken vóór de vijftiende dag na de maand waarin de levering is verricht. Indien één of meer vooruitbetalingen zijn overeengekomen moet telkens een factuur worden uitgereikt vóór het tijdstip van opeisbaarheid daarvan.
VRAAG 10:
IS ER SPRAKE VAN DE VESTIGING VAN EEN BEPERKT RECHT OP EEN NIEUW ONGEBRUIKT GEBOUW OF VAN EEN BESTAAND GEBOUW DAT NOG GEEN TWEE JAAR IN GEBRUIK IS EN IS DE AAN DE DERDE IN REKENING GEBRACHTE VERGOEDING VOOR HET BEPERKTE RECHT TEN MINSTE GELIJK AAN DE VERVAARDIGINGSKOSTEN INCLUSIEF BTW EN AAN DE WAARDE VAN DAT GEBOUW?
m
Nee, ga door met vraag 11.
m
Ja, er is BTW verschuldigd over de door de derde aan V&W betaalde vergoeding indien het een levering betreft. V&W moet over de vergoeding aan de derde BTW in rekening brengen naar het normale tarief van 19% en afdragen aan de Belastingdienst. V&W moet aan de derde een factuur uitreiken waarop de in bijlage 3 van deze leidraad genoemde gegevens zijn vermeld. V&W moet de factuur uitreiken vóór de vijftiende dag na de maand waarin de vestiging van het beperkte recht heeft plaatsgevonden. Indien één of meer vooruitbetalingen zijn overeengekomen moet telkens een factuur worden uitgereikt vóór het tijdstip van opeisbaarheid daarvan.
Toelichting: Bij vestiging van een beperkt recht op een gebouw door V&W ten behoeve van de derde is er BTW verschuldigd over de door de derde aan V&W betaalde vergoeding indien die vergoeding vermeerderd
54
04-1674 Leidraad 3 54
16-12-2004 14:28:53
met 19% BTW tenminste overeenkomt met de vervaardigingskosten inclusief BTW en met de waarde van dat gebouw. De vervaardigingskosten inclusief BTW zijn de gemaakte kosten inclusief BTW om het gebouw tot stand te brengen. De kosten van bewerking, zoals de kosten voor het vrij maken van de grond van de oorspronkelijke bebouwing en voor het verwijderen van obstakels en van kabels en leidingen, behoren ook tot de vervaardigingskosten.Het is wel van het grootste belang om in overleg met de belastinginspecteur het bedrag van de vervaardigingskosten inclusief BTW en de waarde vast te stellen. VRAAG 11:
KAN DE DERDE ZIJN VOORBELASTING VOOR 90% OF MEER VERREKENEN EN HEEFT DE BELASTINGDIENST OP GEZAMENLIJK VERZOEK VAN V&W (DE STAAT) EN DE DERDE INGESTEMD MET EEN MET BTW BELASTE LEVERING OF VESTIGING?
m
Ja, V&W moet aan de derde geen BTW in rekening brengen en aan de Belastingdienst afdragen. V&W moet aan de derde wel een factuur uitreiken waarop de in bijlage 3 van deze leidraad genoemde gegevens en het BTW-identificatienummer van de derde zijn vermeld. V&W moet op de factuur tevens melding maken van het feit dat er door V&W geen BTW in rekening is gebracht, aangezien die door de derde aan de Belastingdienst moet worden betaald. V&W moet de factuur uitreiken vóór de vijftiende dag na de maand waarin de levering is verricht of het beperkte recht is gevestigd. Indien één of meer vooruitbetalingen zijn overeengekomen moet telkens een factuur worden uitgereikt vóór het tijdstip van opeisbaarheid daarvan.
m
Nee, V&W moet aan de derde geen BTW in rekening brengen en aan de Belastingdienst afdragen.
Toelichting: Indien V&W op grond van de antwoorden op de vragen 9 en 10 aan derde geen BTW in rekening moet brengen en de derde de voorbelasting voor 90% of meer kan verrekenen, dan kan geopteerd worden voor BTW-heffing. Er kan hierbij worden gedacht aan Schiphol Nederland B.V, aan gemeentelijke (haven)bedrijven of aan de N.V. Westerscheldetunnel. Dit kan voor V&W en/of de derde in verband met verrekenbare voorbelasting financieel voordelig zijn. V&W en de derde moeten hiertoe een gezamenlijk verzoek indienen bij de Belastingdienst. Er volgen nu twee praktijkvoorbeelden ter verduidelijking van het bovenstaande.
55
04-1674 Leidraad 3 55
16-12-2004 14:28:54
Voorbeeld 1. Een gedeelte van de Rijksweg A5 is door V&W verdiept aangelegd om één of meer voor vliegtuigen begaanbare taxiviaducten te kunnen aanleggen. De taxiviaducten kruisen de Rijksweg A5. Er wordt door V&W op het verdiept aangelegde gedeelte van de Rijksweg A5 een recht van opstal gevestigd ten behoeve van Schiphol Nederland B.V., die hierdoor de aan te leggen taxibaanviaducten in juridische eigendom zal verkrijgen. De kosten van het verdiepte aangelegde gedeelte van de Rijksweg A5 worden door V&W voor 35% op Schiphol Nederland B.V. door middel van de vergoeding voor het opstalrecht verhaald. De voor het opstalrecht te betalen vergoeding vermeerderd met 19% BTW is lager dan de vervaardigingskosten van het verdiept aangelegde gedeelte van de Rijksweg A5. V&W en Schiphol Nederland B.V. kunnen opteren voor een met BTW belaste vestiging. Het opteren is mogelijk aangezien Schiphol Nederland B.V. zijn voorbelasting voor 90% of meer kan verrekenen. Voorbeeld 2. V&W vestigt ten behoeve van de N.V. Westerscheldetunnel op een aantal wegen met ondergrond een recht van erfpacht met een daarvan afhankelijk recht van opstal. De door de N.V. Westerscheldetunnel voor de beperkte rechten betaalde vergoeding vermeerderd met 19% BTW bedraagt minder dan de vervaardigingskosten inclusief BTW van de gebouwen waarop de beperkte rechten betrekking hebben. Aangezien de N.V. Westerscheldetunnel zijn voorbelasting voor meer dan 90% kan verrekenen, kan geopteerd worden voor een met BTW belaste vestiging.
VRAAG 12:
IS ER SPRAKE VAN DE LEVERING VAN EEN BOUWTERREIN DOOR V&W AAN EEN DERDE?
m
Nee, ga door met vraag 14.
m
Ja, V&W moet over de vergoeding aan de derde BTW in rekening brengen naar het normale tarief van 19% en afdragen aan de Belastingdienst. V&W moet aan de derde een factuur uitreiken waarop de in bijlage 3 van deze leidraad genoemde gegevens zijn vermeld. V&W moet de factuur uitreiken vóór de vijftiende dag na de maand waarin de levering of de dienst is verricht. Indien één of meer vooruitbetalingen zijn overeengekomen moet telkens een factuur worden uitgereikt vóór het tijdstip van opeisbaarheid daarvan.
56
04-1674 Leidraad 3 56
16-12-2004 14:28:54
Toelichting: Er wordt voor een toelichting op het begrip “bouwterrein” verwezen naar de vragen 9 tot en met 12 van paragraaf 2.2..
VRAAG 13:
IS ER SPRAKE VAN DE VESTIGING VAN EEN BEPERKT RECHT DOOR V&W TEN BEHOEVE VAN EEN DERDE OP EEN BOUWTERREIN EN IS DE AAN DE DERDE IN REKENING GEBRACHTE VERGOEDING VOOR HET BEPERKTE RECHT TEN MINSTE GELIJK AAN DE VERVAARDIGINGSKOSTEN INCLUSIEF BTW EN AAN DE WAARDE VAN DAT BOUWTERREIN?
m
Nee, ga door met 14.
m
Ja, V&W moet over de vergoeding aan de derde BTW in rekening brengen naar het normale tarief van 19% en afdragen aan de Belastingdienst. V&W moet aan de derde een factuur uitreiken waarop de in bijlage 3 van deze leidraad genoemde gegevens zijn vermeld. V&W moet de factuur uitreiken vóór de vijftiende dag na de maand waarin het beperkte recht is gevestigd. Indien één of meer vooruitbetalingen zijn overeengekomen moet telkens een factuur worden uitgereikt vóór het tijdstip van opeisbaarheid daarvan.
Toelichting: De vraag of het beperkte recht wordt gevestigd op een bouwterrein moet beantwoord worden op het tijdstip van de vestiging van het beperkte recht. Het beperkte recht heeft betrekking op een bouwterrein indien de desbetreffende rijksgrond op het tijdstip van de vestiging van het beperkte recht onbebouwd is en onder één of meer van de vier categorieën van bouwterreinen is te rangschikken. Bij vestiging van een beperkt recht is er BTW verschuldigd over de door de derde aan V&W betaalde vergoeding indien die vergoeding vermeerderd met 19% BTW ten minste overeenkomt met de vervaardigingskosten inclusief BTW en met de waarde van dat bouwterrein. De kosten van bewerking, zoals de kosten voor het vrij maken van de grond van de oorspronkelijke bebouwing en voor het verwijderen van obstakels en van kabels en leidingen, behoren ook tot de vervaardigingskosten. Het is wel van het grootste belang om in overleg met de belastinginspecteur het bedrag van de te hanteren vervaardigingskosten inclusief BTW en de waarde vast te stellen.
57
04-1674 Leidraad 3 57
16-12-2004 14:28:54
VRAAG 14:
KAN DE DERDE ZIJN VOORBELASTING VOOR 90% OF MEER VERREKENEN EN HEEFT DE BELASTINGDIENST OP GEZAMENLIJK VERZOEK VAN V&W (DE STAAT) EN DE DERDE INGESTEMD MET EEN MET BTW BELASTE LEVERING VAN DE ONBEBOUWDE GROND DAN WEL MET EEN MET BTW BELASTE VESTIGING VAN HET BEPERKTE RECHT OP DE ONBEBOUWDE GROND?
m
Ja, V&W moet aan de derde geen BTW in rekening brengen en aan de Belastingdienst afdragen. V&W moet aan de derde wel een factuur uitreiken waarop de in bijlage 3 van deze leidraad genoemde gegevens en het BTWidentificatienummer van de derde zijn vermeld. V&W moet op de factuur tevens melding maken van het feit dat er door V&W geen BTW in rekening is gebracht aangezien die door de derde aan de Belastingdienst moet worden betaald. V&W moet de factuur uitreiken vóór de vijftiende dag na de maand waarin de levering is verricht of het beperkte recht is gevestigd. Indien één of meer vooruitbetalingen zijn overeengekomen moet telkens een factuur worden uitgereikt vóór het tijdstip van opeisbaarheid daarvan.
m
Nee, V&W moet aan de derde geen BTW in rekening brengen en aan de Belastingdienst afdragen.
Toelichting: Er wordt voor een toelichting verwezen naar vraag 11.
58
04-1674 Leidraad 3 58
16-12-2004 14:28:54
HOOFDSTUK 5
BTW-AANGIFTEN VAN V&W
De BTW wordt geheven over het zogenaamde tijdvak. Het tijdvak voor de BTW-heffing is in beginsel het kalenderkwartaal. De Belastingdienst kan echter een korter tijdvak voor het organisatieonderdeel van V&W vaststellen. De Belastingdienst heeft bijvoorbeeld voor de Directie Noord-Holland van Rijkswaterstaat de kalendermaand als tijdvak voorgeschreven. Het organisatieonderdeel van V&W moet aangifte doen van de door hem in het tijdvak verschuldigd geworden BTW ter zake van: a.
de ondernemerswerkzaamheden die het heeft verricht; en
b.
op de grond van de naar hem verlegde BTW ter zake van prestaties van buitenlandse ondernemers die hij heeft afgenomen; en
c.
de door hem verrichte intracommunautaire verwerving van goederen.
Ad a. Het gaat hierbij om de door het organisatieonderdeel in het tijdvak verschuldigd geworden BTW, bedoeld in de vragen 7, 9, 10, 12 en 13 van hoofdstuk 4. De BTW wordt verschuldigd op: a.
de dag waarop het organisatieonderdeel van V&W de desbetreffende factuur heeft uitgereikt; of
b.
op de vijftiende dag na de maand waarin het organisatieonderdeel van V&W de levering of dienst heeft verricht indien de desbetreffende factuur niet tijdig is uitgereikt. Zie de vragen 7, 9, 10, 12 en 13 van hoofdstuk 4 voor de termijn voor het uitreiken van de factuur;
c.
het tijdstip dat de contante betaling van een personeelslid voor aankopen in de door het organisatieonderdeel geëxploiteerde bedrijfskantine wordt ontvangen. Het organisatieonderdeel past voor de door hem geëxploiteerde bedrijfskantine het kasstelsel toe. De kantineomzet moet blijken uit de gegevens die door het desbetreffende cateringbedrijf worden verstrekt.
59
04-1674 Leidraad 3 59
16-12-2004 14:28:54
Ad b. Het gaat hierbij om de door het organisatieonderdeel in het tijdvak verschuldigd geworden BTW, bedoeld in de vragen 5 tot en met 11 van paragraaf 2.3. De BTW wordt verschuldigd op: a.
de dag waarop de desbetreffende factuur is uitgereikt; of
b.
op de vijftiende dag na de maand waarin de levering of dienst is verricht indien de desbetreffende factuur niet tijdig is uitgereikt. Zie de vragen 7, 9, 10, 12 en 13 van hoofdstuk 4 voor de termijn voor het uitreiken van de factuur.
Het betreft hier de prestaties van buitenlandse ondernemers zonder Nederlandse vestiging waarvan het organisatieonderdeel van V&W de afnemer is. De verschuldigde BTW wordt geheven van het organisatieonderdeel van V&W dat de prestaties heeft afgenomen. Dit wordt in het fiscaal jargon het verleggen van BTW genoemd. De door de opdrachtnemer te betalen BTW wordt verlegd naar de afnemer, in casu het organisatieonderdeel van V&W. Ad c. Het gaat hierbij om de door het organisatieonderdeel in het tijdvak verschuldigd geworden BTW, bedoeld in vraag 4 van paragraaf 2.3. Het betreft hier de verschuldigde BTW ter zake van de door het organisatieonderdeel verrichte intracommunautaire verwervingen van goederen. De BTW ter zake van een intracommunautaire verwerving wordt verschuldigd op: a.
de vijftiende dag na de maand waarin de intracommunautaire verwerving van het goed door het organisatieonderdeel wordt verricht, of
b.
indien aan het organisatieonderdeel op een eerder dan het onder a bedoeld tijdstip een factuur wordt uitgereikt op dat eerdere tijdstip.
De intracommunautaire verwerving van het goed wordt verricht op het tijdstip dat de ondernemer in de andere lidstaat van de Europese Unie het desbetreffende goed aan het organisatieonderdeel levert.
60
04-1674 Leidraad 3 60
16-12-2004 14:28:55
De tweede pagina van het aangiftebiljet ziet er als volgt uit:
61
04-1674 Leidraad 3 61
16-12-2004 14:28:55
Het organisatieonderdeel vermeldt onder post 1a de vergoeding en de in het tijdvak verschuldigd geworden BTW ter zake van ondernemerswerkzaamheden die zijn onderworpen aan het normale tarief van 19%. Het organisatieonderdeel vermeldt onder post 1b de vergoeding en de in het tijdvak verschuldigd geworden BTW ter zake van de omzet van de door hem geëxploiteerde bedrijfskantines. De in het tijdvak verschuldigd geworden BTW, die van de buitenlandse ondernemers naar het organisatieonderdeel is verlegd, wordt met bijbehorende vergoeding onder post 2a opgenomen. Onder post 4b wordt de in het tijdvak verschuldigd geworden BTW ter zake van de door het organisatieonderdeel verrichte intracommunautaire verwervingen vermeld. Het organisatieonderdeel moet onder post 5a de totale over het tijdvak verschuldigde BTW opnemen. Onder post 5b moet de over het tijdvak verrekenbare voorbelasting worden vermeld. Het gaat hierbij om de BTW ter zake van ingekochte goederen of diensten die het organisatieonderdeel geheel of gedeeltelijk gebruikt voor met BTW belaste ondernemerswerkzaamheden. In veel gevallen zal het organisatieonderdeel ingekochte goederen slechts gedeeltelijk voor met BTW belaste ondernemerswerkzaamheden gebruiken. Het organisatieonderdeel moet dan een schatting maken voor welk percentage het de ingekochte goederen of diensten ten behoeve van zijn met BTW belaste ondernemerswerkzaamheden gebruikt. Het aldus berekende percentage is het verrekenbare deel van de voorbelasting. De BTW die door een cateringbedrijf, zoals Sodexho, ter zake van de door het organisatieonderdeel geëxploiteerde bedrijfskantines rekening is gebracht, is in beginsel volledig verrekenbare voorbelasting voor het organisatieonderdeel. Het cateringbedrijf brengt BTW in rekening over het beheersloon en over de ten behoeve van de bedrijfskantine ingekochte eet- en drinkwaren. Wellicht ten overvloede wordt opgemerkt dat de door het cateringbedrijf in rekening gebrachte BTW voor de verstrekking van eet- en drinkwaren in vergaderruimten geen verrekenbare voorbelasting voor het organisatieonderdeel is. De desbetreffende eet- en drinkwaren worden immers door het organisatieonderdeel om niet aan de deelnemers van de vergadering verstrekt. Het organisatieonderdeel handelt bij het ontbreken van een vergoeding niet als ondernemer. Het organisatieonderdeel moet bij de aangifte over het laatste tijdvak van het jaar onderzoeken of er met betrekking tot de bedrijfskantine sprake is van bevoordeling van het personeel. Dit is het geval indien de
62
04-1674 Leidraad 3 62
16-12-2004 14:28:55
aanschafkosten exclusief BTW van de in de bedrijfskantine(s) verkochte eet- en drinkwaren + 25% meer bedraagt dan het bedrag van de BTW-omzet, de contante verkopen inclusief BTW, van de bedrijfskantine(s). Indien het totaalbedrag van de bevoordelingen van het personeel, waartoe ook het kerstpakket e.d. wordt gerekend, meer bedraagt dan s 227 per personeelslid dan wordt de in het kalenderjaar aangegeven verrekenbare voorbelasting gecorrigeerd. De correctie bedraagt 6% van het verschil tussen de aanschafkosten exclusief BTW vermeerderd met 25% en het bedrag van de BTW-omzet, de contante verkopen inclusief BTW van de bedrijfskantine(s). De correctie wordt onder post 5G in mindering gebracht op de verrekenbare voorbelasting over het laatste tijdvak van het kalenderjaar. Een eventueel negatief bedrag onder post 5G in de aangifte over het laatste tijdvak van het kalenderjaar behoort tot de in het tijdvak verschuldigd geworden BTW. Het verschil tussen de over het tijdvak verschuldigde BTW en de over het tijdvak verrekenbare voorbelasting wordt onder post 5G vermeld. Indien het verschil positief is moet dit bedrag aan de Belastingdienst worden betaald. De betaling kan geschieden door middel van de bijgevoegde acceptgiro. Indien het verschil negatief is, wordt de aangifte gezien als een verzoek om teruggaaf. De Belastingdienst betaalt een negatief verschil terug aan het organisatieonderdeel. De aangifte en de betaling conform de aangifte moet binnen één maand na afloop van het tijdvak worden gedaan. Het organisatieonderdeel moet de aangifte indienen bij de Belastingdienst Rijnmond/kantoor Rotterdam, Postbus 50961, 3007 BC, Rotterdam. Het organisatieonderdeel kan binnen zes weken na de betaling een bezwaarschrift tegen de eigen aangifte indienen bij de Belastingdienst. Indien een organisatieonderdeel van V&W nieuwe ongebruikte goederen uit de EU uitvoert voor liefdadig, opvoedkundig of menslievend werk buiten de EU dan kan V&W de over de uitgevoerde goederen betaalde BTW op verzoek terugkrijgen. Het is hiervoor wel vereist dat het organisatieonderdeel de afgetekende bescheiden van uitvoer van de Douane heeft terugontvangen. Er moet voor het verzoek het aangifteformulier worden gebruikt, waarvan het model in bijlage 4 is opgenomen. Het organisatieonderdeel moet de terugontvangen bescheiden van uitvoer en de desbetreffende inkoopfacturen/ betalingsbewijzen met het ingevulde formulier meesturen. Het verzoek moet binnen 3 maanden na afloop van het kalenderkwartaal waarin de uitvoer heeft plaatsgevonden, worden ingediend. Het aangifteformulier moet worden verzonden aan de Belastingdienst Rijnmond/kantoor Rotterdam, Postbus 50961, 3007 BC, Rotterdam.
63
04-1674 Leidraad 3 63
16-12-2004 14:28:55
64
04-1674 Leidraad 3 64
16-12-2004 14:28:55
BIJLAGE 1
1.
BEHORENDE BIJ PARAGRAAF 1.2.
LEVERING
De civielrechtelijke eigendomsoverdracht van goederen die geen onroerende zaken of een ander registergoed zijn, geschiedt door aan de verkrijger het bezit van het goed over te dragen. De vervreemder draagt zijn bezit over door de verkrijger door middel van een feitelijke handeling in staat te stellen de macht uit te oefenen, die hij zelf over dat goed kon uitoefenen. De bovenbedoelde levering vindt plaats op het tijdstip van de bezitsoverdracht. Dat is het moment van de feitelijke handeling van de vervreemder waarmee hij de verkrijger in staat stelt om de feitelijke beschikkingsmacht uit te oefenen. De civielrechtelijke eigendomsoverdracht van onroerende zaken geschiedt door een daartoe bestemde, tussen partijen opgemaakte notariële akte, gevolgd door de inschrijving daarvan in het Kadaster. De bovenbedoelde levering vindt plaats gedurende de periode die begint op het tijdstip dat de notariële akte is opgemaakt en die eindigt met de inschrijving van de notariële akte in het Kadaster. De gerechtelijke onteigening van een onroerende zaak vindt plaats op het tijdstip dat het gerechtelijke onteigeningsvonnis in het Kadaster wordt ingeschreven. De economische eigendomsoverdracht wordt in het BTW-jargon omschreven als de overdracht van de macht om als eigenaar over het desbetreffende goed te kunnen beschikken. Een dergelijke levering komt in de V&W-praktijk voor bij levering van onroerende zaken. Indien V&W bijvoorbeeld op basis van de overeenkomst met de juridische eigenaar op een bouwterrein, voorafgaand aan de civielrechtelijke eigendomsoverdracht zonder verdere toestemming van de juridische eigenaar, met de bouwwerkzaamheden mag beginnen dan is er sprake van de overdracht van de macht om als eigenaar over het bouwterrein te kunnen beschikken. De feitelijke beschikkingsmacht is zonder opmaking van een notariële akte en de inschrijving daarvan in het Kadaster, voorafgaand aan de civielrechtelijke eigendomsoverdracht op V&W over gegaan. De bovenbedoelde levering vindt plaats op het tijdstip dat de feitelijke beschikkingsmacht op V&W overgaat. Dat is het moment waarop V&W met de bouwwerkzaamheden mag beginnen.
65
04-1674 Leidraad 3 65
16-12-2004 14:28:55
De oplevering van een werk in onroerende staat vindt plaats op het tijdstip dat de opdrachtgever het werk al dan niet stilzwijgend heeft aanvaard. 3.
VERGOEDING
Het gaat om de tegenprestatie die in rechtstreeks verband staat met de levering of de dienst. Er kan ook geheel of gedeeltelijk een tegenprestatie in natura worden bedongen. Een tegenprestatie in natura komt voor bij contracten met aannemers voor het verrichten van bagger-, sloop-, of verdiepingswerkzaamheden waarbij ze de vrijkomende grondstoffen zoals zand en andere materialen met een zekere waarde mogen behouden. De waarde van gewonnen grondstoffen behoort ook tot de vergoeding voor de baggerwerkzaamheden. Een ander voorbeeld van een tegenprestatie in natura is de ruiling van onroerende zaken. V&W en een gemeente ruilen een oud of huidig tracé voor een rijksweg met een nieuw tracé van een rijksweg. De tegenprestatie die in rechtstreeks verband staat met de levering van een goed of een dienst kan ook gedeeltelijk door een ander dan de verkrijger van het goed dan wel door de ontvanger van de dienst worden voldaan. Er kan hierbij gedacht worden aan de verlening van subsidies door V&W ten behoeve van dienstverrichting voor derden of aan het ter beschikking stellen van V&W-personeel aan andere landen voor rekening van de Europese Unie of van een andere internationale organisatie.
4.
DIENSTEN
Het begrip “dienst” is ruimer dan in het normale spraakgebruik, het omvat veel meer dan louter commerciële dienstverlening. Een dienst voor de BTW kan bestaan uit het tegen betaling iets doen of nalaten. Er moet wel sprake zijn van een betaling voor een prestatie van de betrokken ondernemer. Echte schadevergoedingen zijn geen betalingen voor verrichte prestaties. De schadevergoedingen uit onrechtmatige daad of wanprestatie zijn dan ook geen vergoedingen voor prestaties en derhalve niet onderworpen aan BTW. Een beslissend criterium voor het aanwezig zijn van een prestatie is of het doen dan wel het nalaten iets te doen vrijwillig geschiedt. Er volgen nu ter verduidelijking vier voorbeelden.
66
04-1674 Leidraad 3 66
16-12-2004 14:28:56
Voorbeeld 1. Indien een derde op verzoek van V&W vrijwillig en tegen betaling opstallen of kunstwerken verwijdert of verplaatst, dan is er sprake van een dienst. Indien de derde op grond van een wettelijk voorschrift, van een vergunningvoorschrift of door het intrekken van een vergunning gedwongen kan worden om zijn medewerking te verlenen dan is er geen sprake van een dienst. V&W kan bijvoorbeeld medewerking afdwingen op grond van een vergunning ingevolge de Wet beheer rijkswaterstaatswerken. Voorbeeld 2. Het tegen vergoeding ontruimen van een te onteigenen onroerende zaak door de huurder of de pachter nadat het onteigeningbesluit na goedkeuring bij koninklijk besluit in de Staatscourant is bekendgemaakt of het koninklijk besluit tot vaststelling van het onteigeningsbesluit in het Staatsblad is geplaatst, is geen dienst. Er kan dan namelijk niet meer worden gesteld dat de huurder of pachter zijn medewerking vrijwillig verleent. Voorbeeld 3. Het vrijwillig ontbinden van een overeenkomst is een dienst. Er kan hierbij gedacht worden aan de ontbinding van een overeenkomst van aanneming van werk of van een overeenkomst van opdracht waarbij V&W en de betrokken ondernemer een vaststellingsovereenkomst voor de financiële afwikkeling sluiten. Voorbeeld 4. Betalingen aan waterschappen, nutsbedrijven, centrale antenneinrichtingen en andere soortgelijke ondernemingen voor het omleggen en het verleggen van hun kabels en leidingen op grond van de “Nadeelcompensatieregeling verleggen kabels en leidingen in en buiten rijkswaterstaatswerken en spoorwegwerken 1999” (hierna: NKL 1999) zijn geen vergoedingen voor een dienst maar echte schadevergoedingen. De NKL 1999 is een V&W-regeling voor de compensatie van de beheerders van kabels en leidingen indien ze ten behoeve van V&W hun kabels en leidingen verplaatsen dan wel verwijderen. Er kan voor de BTW-heffing vanuit worden gegaan dat de medewerking van de betrokken beheerders niet vrijwillig geschiedt. Een dienst wordt voor de BTW verricht op het tijdstip dat hij is voltooid. Voor diensten die doorlopend worden verricht, valt niet één bepaald tijdstip aan te wijzen. Voorbeelden van doorlopende prestaties zijn het
67
04-1674 Leidraad 3 67
16-12-2004 14:28:56
verhuren van goederen of het beheer en onderhoud van infrastructuur gedurende een (on)bepaalde tijd.
5.
PUBLIEKRECHTELIJKE RECHTSPERSONEN
De lichamen waaraan een deel van de overheidstaak is overgedragen en waaraan bij wet rechtspersoonlijkheid is toegekend,behoren tot de publiekrechtelijke rechtspersonen. Voorbeelden van dergelijke lichamen zijn de Dienst Wegverkeer (RDW), de kaderwetgebieden, de Luchtverkeersleiding Nederland (LNVL), de openbare universiteiten en het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV).
6.
PRIVAATRECHTELIJKE RECHTSPERSONEN
De naamloze en besloten vennootschappen en de stichtingen die middellijk dan wel onmiddellijk onder sterke invloed staan van de Staat behoren tot de privaatrechtelijke rechtspersonen. Voorbeelden van bovenbedoelde rechtspersonen zijn de N.V. Westerscheldetunnel, Prorail B.V. (Railinfrabeheer B.V. , Railned B.V. en Railverkeersleiding B.V.), de NS Groep, de Schiphol Groep en de Stichting CBR.
7.
DERDEN
Een derde is een ieder die niet behoort tot de eigen kring. De andere ministeries en de agentschappen van het Rijk zijn geen derden voor V&W. Het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI), een onderdeel van het Ministerie van V&W, de Rijksgebouwendienst (RGD), Senter en het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) zijn geen derden voor V&W. De andere publiekrechtelijke rechtspersonen dan de Staat zijn derden voor V&W. De privaatrechtelijke rechtspersonen die middellijk dan wel onmiddellijk door de Staat worden beheerst zijn eveneens voor de BTW derden voor V&W. Prorail, de NS Groep, de Schiphol Groep, de N.V. Westerscheldetunnel en het CBR zijn eveneens derden voor V&W.
8.
ONDERNEMER
Een ondernemer kan een natuurlijke persoon, een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke rechtspersoon of een onder gemeenschappelijke naam
68
04-1674 Leidraad 3 68
16-12-2004 14:28:56
handelend samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid zijn. Er kan hierbij bijvoorbeeld worden gedacht aan een bouwcombinatie in de vorm van een vennootschap onder firma die is opgericht ten behoeve van de uitvoering van een groot project. Het is voor het ondernemerschap voor de BTW niet noodzakelijk dat naar winst wordt gestreefd of dat daadwerkelijk winst wordt behaald. De levering van goederen of het verrichten van diensten door een natuurlijk persoon die handelt als een normaal particulier, is geen ondernemershandeling. Een publiekrechtelijke rechtspersoon kan vanuit BTW-optiek voor een deel van zijn activiteiten ondernemer zijn. De exploitatie van een kantine, van een openbaar vervoerbedrijf of van een havenbedrijf door een publiekrechtelijke rechtspersoon en de levering van onroerende zaken zijn voorbeelden van ondernemersactiviteiten van die publiekrechtelijke rechtspersoon. Een publiekrechtelijke rechtspersoon exploiteert bijvoorbeeld een openbaarvervoerbedrijf indien dat bedrijf juridisch onderdeel uitmaakt van de publiekrechtelijke rechtspersoon. Er kan in dit verband gedacht worden aan het GVB Amsterdam, de RET en het GVU. De openbaarvervoerbedrijven, die in de vorm van een privaatrechtelijke rechtspersoon worden gedreven en waarvan de aandelen middellijk dan wel onmiddellijk in handen zijn van publiekrechtelijke rechtspersonen, maken juridisch geen deel uit van publiekrechtelijke rechtspersonen. Er kan in dit verband gedacht worden aan Connexxion en de HTM. Zij maken als privaatrechtelijke rechtspersonen geen deel uit van een publiekrechtelijke rechtspersoon. De levering van de goederen of diensten aan derden moet zelfstandig geschieden om degene die de levering of dienst verricht als ondernemer te kunnen aanmerken. Dit houdt in dat er geen sprake is van een dienstbetrekking dan wel van een vergelijkbare ondergeschiktheid aan degene aan wie de goederen of diensten worden geleverd. In de V&Wpraktijk speelt het vraagstuk vooral in het geval er een overeenkomst wordt gesloten met een zelfstandige zonder eigen personeel (hierna: ZZP’ er) voor het verrichten van enige tijdelijke klussen voor V&W. Er kan hierbij gedacht worden aan zelfstandigen wier werkzaamheden bestaan uit het voeren van interim-management of uit projectbegeleiding. De grens tussen dienstbetrekking of een daarmee vergelijkbare ondergeschiktheid en zelfstandigheid is in de praktijk niet altijd duidelijk te trekken. In paragraaf 2.1. wordt hierop ingegaan.
69
04-1674 Leidraad 3 69
16-12-2004 14:28:56
9.
OVERHEIDSWERKZAAMHEDEN
Belangrijke voorbeelden van overheidswerkzaamheden van publiekrechtelijke rechtspersonen zijn: a.
de wettelijk opgedragen werkzaamheden met uitzondering van die werkzaamheden die ze onder privaatrechtelijke voorwaarden verrichten; en
b.
de werkzaamheden waarbij ze overheidsprerogatieven, exclusieve overheidsbevoegdheden, gebruiken.
Het in behandeling nemen van een aanvraag voor verlening of wijziging van een vergunning door een publiekrechtelijke rechtspersoon is een overheidswerkzaamheid van die publiekrechtelijke rechtspersoon. Het heffen van belastingen en tarieven op grond van een publiekrechtelijke regeling door een publiekrechtelijke rechtspersoon zijn ook overheidswerkzaamheden. Het expresbaantarief en het toltarief ingevolge de Wet bereikbaarheid en mobiliteit en de verontreinigingsheffing rijkswateren ingevolge de Wet verontreiniging oppervlaktewateren hebben betrekking op overheidswerkzaamheden. De aanleg, het beheer en het onderhoud van rijkswaterstaatswerken zoals rijkswegen met bijbehorende infrastructuur zijn overheidswerkzaamheden van V&W. Dit is ook het geval indien een decentrale overheid daaraan meebetaalt. De werkzaamheden met betrekking tot rijkswegen die V&W als wegbeheerder uitvoert zoals het plaatsen van tijdelijke verkeerstekens bij werkzaamheden langs de weg of het reguleren van het verkeer zijn overheidswerkzaamheden van V&W. De aanleg, het beheer of het onderhoud van rijkswaterstaatswerken door decentrale overheden behoren niet tot de overheidswerkzaamheden van die publiekrechtelijke rechtspersonen. De aanleg, het beheer en het onderhoud van hoofdspoorweginfrastructuur en de uitvoering van wettelijk opgedragen inspectietaken door de Inspectie Verkeer en Waterstaat behoren tot de overheidswerkzaamheden van V&W. De aanleg of het beheer en het onderhoud door decentrale overheden van hun openbare wegen, hun openbaarvervoerinfrastructuur en hun waterkeringen zijn overheidswerkzaamheden van die publiekrechtelijke rechtspersonen. Er geldt een uitzondering voor aanleg, beheer en onderhoud van metro- en tramlijnen door een gemeente die een openbaarvervoerbedrijf exploiteert. De Staatssecretaris van Financiën
70
04-1674 Leidraad 3 70
16-12-2004 14:28:56
is het hier niet mee eens en heeft in juni 2003 tegen de desbetreffende uitspraak van het Hof te Amsterdam[2] cassatieberoep ingesteld. De aanleg of het beheer en onderhoud door V&W ten aanzien van de infrastructuur van derden maken geen deel uit van de overheidswerkzaamheden van V&W. De verlening van concessies voor het verrichten van openbaar vervoer door de provincies en kaderwetgebieden ingevolge de Wet personenvervoer 2000 zijn als overheidswerkzaamheden van die publiekrechtelijke rechtspersonen aan te merken. De uitvoering van wettelijk opgedragen taken door privaatrechtelijke rechtspersonen is voor de BTW-heffing nimmer als een overheidswerkzaamheid aan te merken. Prorail, het CBR en de notarissen bijvoorbeeld kunnen geen overheidswerkzaamheden voor de BTW-heffing verrichten.
10.
BTW-IDENTIFICATIENUMMER
Een organisatieonderdeel van V&W moet beschikken over een BTWidentificatienummer indien: a.
het ondernemerswerkzaamheden uitvoert;
b.
het goederen betrekt van een ondernemer uit een andere EU-lidstaat of prestaties afneemt die in Nederland door een buitenlandse ondernemer zonder Nederlandse vestiging worden verricht.
Het Directoraat-Generaal Water en de Centrale Diensten, met uitzondering van de Shared Services Organisatie/Facilitair Bedrijf Bestuurskern, beschikken thans niet over een BTW-identificatienummer. Een BTW-identificatienummer moet worden aangevraagd bij de Belastingdienst Rijnmond/kantoor Rotterdam, Postbus 50961, 3007 BC, Rotterdam.
2]
Hof Amsterdam, 24-03-2003, zaaknr: 02/01212
71
04-1674 Leidraad 3 71
16-12-2004 14:28:57
Er zijn thans de volgende BTW-identificatienummers aan V&W toegekend: Rijkswaterstaat-Directie Noord-Nederland:
NL 003214412B34
Rijkswaterstaat-Directie Oost-Nederland:
NL 003214412B53
Rijkswaterstaat-Directie IJsselmeergebied:
NL 003214412B52
Rijkswaterstaat-Directie Utrecht:
NL 003214412B54
Rijkswaterstaat-Directie Noord-Holland:
NL 003214412B37
Rijkswaterstaat-Directie Zuid-Holland:
NL 003214412B49
Rijkswaterstaat-Directie Zeeland:
NL 003214412B48
Rijkswaterstaat-Directie Noord-Brabant:
NL 003214412B17
Rijkswaterstaat-Directie Limburg:
NL 003214412B55
Rijkswaterstaat-Directie Noordzee:
NL 003214412B42
Bouwdienst Rijkswaterstaat:
NL 003214412B43
Rijkswaterstaat Dienst Weg- en Waterbouwkunde:
NL 003214412B16
Rijkswaterstaat Adviesdienst Geo-informatie en ICT: NL 003214412B06 Rijkswaterstaat Adviesdienst Verkeer en Vervoer:
NL 003214412B10
Rijkswaterstaat Rijksdienst voor Kust en Zee:
NL 003214412B28
Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling:
NL 003214412B15
Rijkswaterstaat Hoofdkantoor:
NL 003214412B23
Directoraat-Generaal Personenvervoer:
NL 003214412B58
Directoraat-Generaal Goederenvervoer:
NL 003214412B59
Directoraat-Generaal Luchtvaart:
NL 003214412B13
Inspectie Verkeer en Waterstaat:
NL 003214412B62
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut:
NL 003214412B14
Shared Services Organisatie/Facilitair Bedrijf Bestuurskern:
11.
NL 003214412B45
VOORBELASTING
Een ondernemer kan zijn voorbelasting in aftrek brengen op de aan de Belastingdienst af te dragen BTW voorzover hij de ingekochte goederen en diensten gebruikt ten behoeve van ondernemersactiviteiten waarvoor hij BTW in rekening brengt aan zijn afnemers. De voorbelasting die kan worden afgetrokken van de aan de Belastingdienst af te dragen BTW wordt in de V&W-praktijk aangeduid als verrekenbare voorbelasting. Indien de verrekenbare voorbelasting meer bedraagt dan de aan de Belastingdienst af te dragen BTW dan kan het verschil bij de Belastingdienst worden teruggevraagd.
72
04-1674 Leidraad 3 72
16-12-2004 14:28:57
12.
VASTE INRICHTING
Een in Nederland gelegen fabriek, werkplaats, verkoopruimte of soortgelijke vestiging van een buitenlandse onderneming kan in het algemeen als vaste inrichting worden aangemerkt. Een inrichting van waaruit slechts ondersteunende activiteiten worden verricht is geen vaste inrichting. Een bouwkeet en andere tijdelijke noodgebouwen die door een buitenlandse aannemer ten behoeve van de uitvoering van een werk in Nederland zijn opgericht, zijn niet als vaste inrichtingen aan te merken. Een bouwcombinatie die is opgericht voor de uitvoering van een werk in Nederland en waarvan de statutaire zetel en het hoofdkantoor zich in Nederland bevinden, is voor de BTW-heffing een binnenlandse aannemer.
13.
GEBOUW
Naast echte gebouwen zoals huizen, kantoren en dergelijke behoren ook infrastructurele werken zoals straten, wegen, pleinen, sluizen, waterkeringen, spoorwegen, tunnels en geluidsschermen tot de gebouwen voor de BTW-heffing. Tot het gebouw wordt ook het daarbij behorend terrein gerekend. Het betreft hier het terrein dat naar maatschappelijke opvattingen behoort bij dan wel dienstbaar is aan het gebouw. Een voorbeeld hiervan is het grasveld bij de Koningskade 4.
14.
BOUWTERREIN
Een bouwterrein is onbebouwde grond die is bestemd voor bebouwing. In de Wet OB 68 zijn vier gevallen aangewezen waarin onbebouwde grond bestemd is voor de bebouwing. In paragraaf 2.2. en in hoofdstuk 4 wordt hierop ingegaan.
73
04-1674 Leidraad 3 73
16-12-2004 14:28:57
74
04-1674 Leidraad 3 74
16-12-2004 14:28:57
BIJLAGE 2
BEHORENDE BIJ PARAGRAAF 2.1. EN HOOFDSTUK 4.
Voorwaarden voor de BTW-vrijstelling voor het tegen vergoeding ter beschikking stellen van ambtelijk personeel: a.
de terbeschikkingstelling dient plaats te vinden binnen het kader van (arbeids)mobiliteit bevorderende maatregelen, welke in beginsel gelden voor alle personen die in dienst zijn bij het publiekrechtelijke lichaam dat in het kader van de bevordering van de (arbeids)mobiliteit personeel ter beschikking stelt;
b.
aan de terbeschikkingstelling in het kader van de bevordering van de (arbeids)mobiliteit dient ten grondslag te liggen een schriftelijke afspraak tussen het publiekrechtelijk lichaam dat het personeel ter beschikking stelt, het betrokken personeelslid en de betrokken inlener. (Een dergelijke afspraak wordt in de praktijk wel een loopbaancontract genoemd.) Uit die schriftelijke afspraak (hierna: het loopbaancontract) moet duidelijk blijken dat sprake is van terbeschikkingstelling in het kader van de bevordering van de (arbeids)mobiliteit. Tevens dient daarin de periode van terbeschikkingstelling te worden vastgelegd. Voor de toepassing van de onderwerpelijke tegemoetkoming mag deze maximaal twaalf maanden zijn;
c.
voorafgaande aan de terbeschikkingstelling dienen de betrokken personen tenminste drie jaren feitelijk en aaneengesloten werkzaam te zijn geweest bij het publiekrechtelijke lichaam dat die personen in het kader van de bevordering van de (arbeids)mobiliteit ter beschikking stelt;
d.
Indien met betrekking tot een bepaald personeelslid een eerste, in het loopbaancontract afgesproken periode van terbeschikkingstelling geëindigd is, kan ten aanzien van de eerstvolgende terbeschikkingstelling van datzelfde personeelslid eveneens BTWheffing achterwege blijven mits dat personeelslid niet aan dezelfde organisatie ter beschikking wordt gesteld. Met betrekking tot een derde en eventueel volgende periode(s) van terbeschikkingstelling kan BTW-heffing niet achterwege blijven;
e.
de arbeidsplaats die - tijdelijk - vrijkomt bij het publiekrechtelijke lichaam dat in het kader van de bevordering van de (arbeids)mobiliteit personen ter beschikking stelt, dient in beginsel niet te worden ‘opgevuld’. Voor toepassing van de onderwerpelijke tegemoetkoming is ‘opvulling’ van de vrijgekomen arbeidsplaats
75
04-1674 Leidraad 3 75
16-12-2004 14:28:57
echter wel mogelijk indien dat geschiedt enkel gedurende de periode dat de betrokken werknemer elders werkzaam is in het kader van de bevordering van de (arbeids)mobiliteit. Dit kan bijvoorbeeld door het tijdelijk op die plaats inzetten van eigen werknemers dan wel door het inlenen van een persoon die eveneens in het kader van de bevordering van de (arbeids)mobiliteit ter beschikking wordt gesteld. In het laatste geval is in feite sprake van ‘ruil’ van (arbeids)mobiliteitskandidaten; f.
op het publiekrechtelijke lichaam dat personeel ter beschikking stelt in het kader van de bevordering van de (arbeids)mobiliteit dient de verplichting te rusten de ter beschikking gestelde personen, indien deze daartoe de wens te kennen geven, na een bepaalde periode weer in de eigen organisatie te werk te stellen. In dit verband wordt wel gesproken van een terugnameverplichting, een terugkeergarantie of het terugkeerrecht;
g.
de vergoeding voor de terbeschikkingstelling dient beperkt te blijven tot de bruto-loonkosten van het betrokken personeelslid;
h.
het publiekrechtelijke lichaam dat gebruik maakt van de onderhavige tegemoetkoming dient de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers die betrekking hebben op de hiervoor onder a. tot en met g. gestelde voorwaarden, te bewaren en desgevraagd te overleggen aan de belastingdienst.
76
04-1674 Leidraad 3 76
16-12-2004 14:28:57
BIJLAGE 3
BEHORENDE BIJ HOOFDSTUK 4.
De op de BTW-factuur van V&W te vermelden gegevens: a.
de datum van uitreiking;
b.
een opeenvolgend nummer, met één of meer reeksen, waardoor de factuur eenduidig wordt geïdentificeerd;
c.
het btw-identificatienummer waaronder het betrokken organisatieonderdeel de levering of de dienst heeft verricht;
d.
de naam en adres van het desbetreffende organisatieonderdeel van V&W en de derde;
e.
de hoeveelheid en de aard van de geleverde goederen of de omvang en aard van de geleverde diensten;
f.
de datum waarop de levering of de dienst heeft plaatsgevonden of is voltooid;
g.
het toegepaste tarief;
h.
het te betalen BTW-bedrag.
77
04-1674 Leidraad 3 77
16-12-2004 14:28:57
78
04-1674 Leidraad 3 78
16-12-2004 14:28:58
BIJLAGE 4
BEHORENDE BIJ HOOFDSTUK 5
79
04-1674 Leidraad 3 79
16-12-2004 14:28:58
80
04-1674 Leidraad 3 80
16-12-2004 14:28:58