De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
Inhoud INHOUD ......................................................................................................................................................... 2 VOORWOORD .............................................................................................................................................. 3 INLEIDING .................................................................................................................................................... 5 1. PATHOLOGIEËN...................................................................................................................................... 7 DISCOGENE AANDOENINGEN EN ZENUWWORTELCOMPRESSIES ....................................................................... 7 TRAUMA’S .................................................................................................................................................... 8 KAPSELAANDOENINGEN VAN DE SCHOUDER................................................................................................... 9 OVERIGE PIJNKLACHTEN AAN DE NEK- SCHOUDERGORDEL ........................................................................... 10 2. ANAMNESE ............................................................................................................................................. 11 3. INSPECTIE............................................................................................................................................... 13 4. ONDERZOEK .......................................................................................................................................... 14 ACTIEF BEWEGINGS-/FUNCTIEONDERZOEK ................................................................................................... 15 PASSIEF BEWEGINGSONDERZOEK ................................................................................................................. 16 MOBILITEITSTESTEN ................................................................................................................................... 18 STABILITEITSTESTEN ................................................................................................................................... 18 SPIERLENGTETESTEN .................................................................................................................................. 19 SPIERKRACHTTESTEN .................................................................................................................................. 20 CUFFTESTEN ............................................................................................................................................... 21 NEUROLOGISCHE TESTEN ............................................................................................................................ 22 VAATTESTEN .............................................................................................................................................. 24 5. ONDERZOEKSFORMULIER................................................................................................................. 25 GEBRUIKSAANWIJZING ................................................................................................................................ 25 ONDERZOEKSFORMULIER NEK-SCHOUDERONDERZOEK ................................................................................. 27 6. CONCLUSIE ............................................................................................................................................ 33 7. VERKLARENDE TERMENLIJST ......................................................................................................... 35 NOMENCLATUUR VAN DE BEENDEREN ......................................................................................................... 35 RICHTINGEN ............................................................................................................................................... 37 BEWEGINGEN ............................................................................................................................................. 37 BOTSTUKKEN ............................................................................................................................................. 39 GEWRICHTEN.............................................................................................................................................. 39 WERVELKOLOM .......................................................................................................................................... 39 OVERIG ...................................................................................................................................................... 42 AFKORTINGEN ............................................................................................................................................ 44 8. BIJLAGEN................................................................................................................................................ 45 BIJLAGE 1: OVERZICHT PATHOLOGIEËN ....................................................................................................... 45 BIJLAGE 2: OVERZICHT TESTBESCHRIJVINGEN ............................................................................................. 47 BIJLAGE 3: TESTBESCHRIJVINGEN ............................................................................................................... 50 9. SAMENVATTING.................................................................................................................................... 86 10. LITERATUURLIJST ............................................................................................................................. 87 11. INDEX..................................................................................................................................................... 90
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
2
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
Voorwoord Deze beroepsopdracht is tot stand gekomen dankzij de opdrachtgever,
docent aan de Hogeschool van Amsterdam Instituut Fysiotherapie dhr. Joost Zalm in samenwerking met de Hwa To University te Koog aan de Zaan, en uitgevoerd door de opdrachtnemers, derdejaars studenten fysiotherapie Bas
Bons en Timo Schippers. Het is de eerste beroepsopdracht in een reeks die zich bezig houdt met de Traditionele Chinese Geneeskunde.
Bij de aanvang van deze beroepsopdracht was de verwachting dat het ging om een beroepsopdracht die zeer georiënteerd was op de Traditionele Chinese Geneeskunde(10,11,12,13,14,15,16). Er is dan ook een keuzemodule die dezelfde naam draagt en waarin basale kennis opgedaan kan worden over deze geneeswijze. Deze keuzemodule hebben beide opdrachtnemers met
zeer veel enthousiasme gevolgd en met succes afgerond. Tevens zijn zij hierdoor gemotiveerd geraakt voor de beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde. De beroepsopdracht nam langzamerhand echter een andere wending dan
aanvankelijk werd verwacht. Het bleek de bedoeling om een globaal protocol van
het
fysiotherapeutisch
orthopedisch
en
(perifeer)
neurologisch
onderzoek op tafel te krijgen. Hiermee zou de Hwa To University haar studenten (zowel leken als fysiotherapeuten) kunnen bekwamen in de gedachtegang en uitvoering van de reguliere geneeskunde, met name de fysiotherapie.
Dit leek eenvoudiger dan het was. Naarmate het proces vorderde, bleek de opdracht
complexer dan vooraf was ingeschat.
Zaken die
voor de
opdrachtnemers vanzelfsprekend waren, maar voor leken uiteraard niet, moesten uiteraard ook beschreven worden. Dit heeft geleid tot de
uiteindelijke indeling van de beroepsopdracht in pathologieën, anamnese, inspectie en onderzoek met bijbehorend onderzoeksformulier en een verklarende termenlijst. Uiteraard is het uiteindelijke advies (conclusie) er eveneens in opgenomen.
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
3
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
Wij willen de opdrachtgever dhr. Joost Zalm bedanken voor zijn tijd, deskundig advies en enthousiasme gedurende deze beroepsopdracht. Tevens willen wij de medewerkers van de Hwa To University bedanken voor de kennis die we hebben opgedaan tijdens de bezoeken aan deze opleiding. Wij hebben op zeer professionele met hen kunnen samenwerken.
Amsterdam, Januari 2005
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
4
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
Inleiding De opdracht voor deze beroepsopdracht hield in een adviesrapport te schrijven, waarin opgenomen welke testen valide en betrouwbaar genoeg zijn om met de reguliere disciplines in de fysiotherapie de werkzaamheid van de Traditionele Chinese Geneeskunde vast te stellen. Aangezien
een
beschrijving
voor
het
gehele
lichaam
voor
deze
beroepsopdracht te hoog gegrepen bleek, hebben we ons beperkt tot de nek- en schouderregio. Aan de hand van de opdracht hebben we een projectplan geformuleerd en zijn we op zoek gegaan naar dergelijke testen. Deze hebben we onder andere samengesteld uit de door de opleiding voorgeschreven standaard boeken. Daarnaast zijn we te raad gegaan bij leraren, onze externe deskundige en dhr. Piet Storm, fysiotherapeut in het Meander
Medisch
Centrum
te
Amersfoort,
gespecialiseerd
in
schouderonderzoek. Vervolgens hebben we in overleg met onze projectbegeleider besloten dat er een globaal protocol van het fysiotherapeutisch orthopedisch en (perifeer-) neurologisch onderzoek moest komen, om de medewerkers van, en de studenten aan de Hwa To University een goed overzicht te kunnen bieden van de werkwijze en gedachtegang van de westerse fysiotherapeut. Dit beperkte zich dus niet enkel tot het zoeken en beschrijven van testen, maar ook tot een beschrijving van de fysiotherapeutische anamnese, inspectie en het algemeen functieonderzoek. Zodoende besloten we om tevens een kort
overzicht te geven van mogelijke pathologieën in de nek- en schouderregio, als logische inleiding van de beschrijving van het onderzoek en de testen. De Hwa To University kan op deze manier inzicht krijgen in de gedachtegang en werkwijze van de westerse geneeskunde, in het bijzonder de fysiotherapie, en op den duur effectonderzoek laten doen naar hun manier van genezen. Als laatste hebben we een onderzoeksformulier gemaakt, waar de gevonden gegevens uit anamnese, inspectie en onderzoek kunnen worden genoteerd. Dit onderzoeksformulier kan gebruikt worden voor een onderzoek van het nek- en schoudergebied en is in feite een overzichtelijke weergave van dit adviesrapport. Bovendien kan men met behulp van dit onderzoeksformulier Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
5
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
voor verschillende medische beroepstakken eenduidig aangeven wat men heeft onderzocht en wat daarvan de uitkomsten waren. Hetzelfde geldt voor een verklaring van handelen naar verzekeringsmaatschappijen. Bij het schrijven van deze beroepsopdracht hebben we nadrukkelijk gelet op eenvoudig taalgebruik. Dit omdat de studenten aan de Hwa To University zowel fysiotherapeuten, als leken kunnen betreffen. In de verklarende termenlijst zijn evenwel veel medische termen en verklaringen weergegeven.
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
6
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
1. Pathologieën De wervelkolom is opgebouwd uit talrijke gevoelige structuren zoals zenuwen, bloedvaten, spieren, ligamenten, gewrichten en gewrichtskapsels. In de wervelkolom kunnen zich verschillende pathologieën (6) voordoen met mogelijk iedere structuur als oorzaak. Grofweg zijn de oorzaken van de verschillende pathologieën in te delen. DISCOGENE AANDOENINGEN EN ZENUWWORTELCOMPRESSIES Pathologieën
met
betrekking
tot
de
tussenwervelschijven (1,7) worden discogene aandoeningen genoemd. De belangrijkste zijn daarbij de degeneratieve afwijkingen van de wervelkolom. Door jarenlange belasting zijn de tussenwervelschijven dan letterlijk versleten. Dit kan weer andere aandoeningen tot gevolg hebben, zoals bijvoorbeeld een hernia nucleus pulposus . De zachte kern van de (1,7) tussenwervelschijf komt dan naar buiten en drukt tegen de zenuwwortel van het betreffende segment, waardoor zich in de periferie van dat segment klachten als doofheid, tintelingen, of paralysen kunnen manifesteren. Deze hernia kan ook veroorzaakt worden door bijvoorbeeld een éénzijdige belasting of een trauma. De hierboven beschreven zenuwwortelcompressies kunnen ook door andere
pathologieën veroorzaakt worden. De zenuw loopt door het foramen intervertebrale, waarin zich verschillende obstructies voor kunnen doen. Er
kan bijvoorbeeld sprake zijn van obstructie door groei van een carcinoom of neoplasmata in het foramen, dat op zijn beurt weer dezelfde uitstralende klachten teweeg brengt. Een andere oorzaak van deze klachten kan zijn dat spondylose van een wervel is opgetreden. Dat wil zeggen dat wanneer een
wervel ten opzichte van een andere is verschoven er obstructie van de zenuwwortel kan zijn door inklemming tussen de twee betreffende wervels.
Als er sprake is van reumatoïde artritis, kunnen zich osteofyten (1,7) vormen
tussen de wervels die de zenuwwortel af kunnen klemmen of irriteren en
daardoor wederom hetzelfde gevolg hebben. Bij de ziekte van Bechterew(6), of Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
7
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
andere ontstekingsziekten, kunnen zich ook dezelfde klachten voordoen door opgezet, ontstoken weefsel dat de zenuw afklemt. TRAUMA’S Wanneer er sprake is van een trauma(23,34) kunnen zich uiteenlopende aandoeningen voordoen. Door inkomende krachten van buitenaf kan het botweefsel van de wervelkolom fractureren. Dit kan tot gevolg hebben dat wederom een zenuw kan worden ingeklemd of beschadigd, met de boven beschreven gevolgen van dien. In sommige ernstige gevallen wordt de
ruggenmerg geheel onderbroken of zo ernstig beschadigd dat er onder dat spinale niveau totale uitval plaatsvindt en er geen herstel meer optreedt. Dit wordt een dwarslaesie(6) genoemd.
Bij veel sportongevallen ziet men dat bij bepaalde gewrichten de kop uit de
kom schiet. Dit wordt een luxatie (2,3,8,9) genoemd. Wanneer deze gelijk weer
in de normale stand terugschiet wordt over een subluxatie gesproken. Deze
subluxatie kan ook plaatsvinden in een van de cervicale wervels of facetgewrichten van de wervelkolom. In deze gevallen kan het kapsel van het betreffende gewricht ernstig geïrriteerd zijn en de omliggende spieren aangedaan. Ook de bloedvaten en zenuwbanen kunnen hierbij beschadigd raken met elk hun typische klachten als gevolg. Bij trauma’s, voortdurende
chronische irritaties of eenzijdige belasting kan ook het capsulaire weefsel van de wervelkolom beschadigd raken, of verzwakken. Dit kan ook de oorzaak zijn van instabiliteitsklachten van de wervelkolom. Een bekend trauma met betrekking tot de
nek is de whiplash (6,24), dat men vaak tegenkomt bij auto ongevallen waarbij de inzittenden
van
achter
worden
aangereden. Hierbij wordt het hoofd snel achter- en voorwaarts bewogen, waardoor de cervicale spinale zenuw kort overrekt wordt en vervolgens maandenlang vage,
maar zeer pijnlijke klachten als hoofdpijn, nekpijn, duizeligheid en dergelijke veroorzaakt. Dit valt onder de posttraumatische syndromen. Een ander
posttraumatisch syndroom is CRPS (6), het Complex Regionaal Pijn Syndroom. Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
8
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
Dit is een verzamelnaam voor klachten die voorheen met zeer veel benamingen en onduidelijkheden werden aangeduid. Er is nog redelijk weinig over deze ziekte bekend. Symptomen zijn vooral ernstige vegetatieve reacties als
gevolg
van
reacties
door
de
zijhoorncellen
van
een
bepaald
ruggenmergniveau na een trauma in een bepaald lichaamsdeel. Dit kan bijvoorbeeld abnormale zwelling, roodheid, warmte- en koudesensaties, overbeharing, kippenvel, abnormale afscheiding van zweet enzovoorts zijn. KAPSELAANDOENINGEN VAN DE SCHOUDER Als er verder naar de schouder gekeken wordt, kunnen zich daar nog meer specifieke pathologiëen manifesteren. Om te beginnen bij het kapselbandapparaat(27) van het schoudergewricht is er ten eerste een frozen
shoulder indicatie wanneer ernstige pijn en verlies van beweeglijkheid in dit gewricht wordt waargenomen. Deze bewegingsbeperking is er vooral in exorotatie en abductierichting. Een mogelijke oorzaak van deze aandoening is een pijnlijk beperkingspunt (impingement (6)) aan de rotatorencuff (1,7) in de schouder. Dit zijn de peesaanhechtingen die over het schoudergewricht lopen van respectievelijk de spieren: m.teres minor, m.infraspinatus, m.supraspinatus en m.subscapularis. Deze rotatorencuff kan op verschillende manieren beperkt worden in zijn
functie. De cuff die aanhecht aan het tuberculum majus(1,7), bevindt zich tussen de humeruskop en het craniaal er overheen gebogen acromion. De bursa subacromialis bekleedt de onderzijde van het acromion en bedekt de cuff voor het grootste deel. Deze slijmbeurs vermindert de wrijving tussen het botweefsel en het kapsel. De slijmbeurs kan ontstoken raken, in dat geval spreekt men over een bursitis (6). Hierbij is het bewegen van de schouder zeer pijnlijk.
Andere klachten aan de schouder met het kapsel als oorzakelijke structuur kunnen instabiliteitsklachten
zijn.
Deze
kunnen
aangeboren zijn of verworven worden door een veelal traumatische (sub)luxatie. Dit heeft een verslapping van het kapselweefsel, vooral
aan
de
ventrale
zijde
van
het
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
9
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
schoudergewricht tot gevolg, wat zorgt voor regelmatig terugkeren (recidief) van de (sub)luxatie(2,3,8,9). OVERIGE PIJNKLACHTEN AAN DE NEK-
SCHOUDERGORDEL
Naast voorgaand besproken pijnklachten kunnen ook andere oorzakelijke factoren een rol spelen. Een andere mogelijke oorzaak van uitstralende pijnklachten is dat de zenuw op een andere manier geïrriteerd is en daardoor ontstoken
is
geraakt.
Door
infecties
kunnen
tal
van
andere
ontstekingsbronnen oorzaak zijn voor afklemming van een zenuw perifeer in het lichaam. Door overbelasting of beroepsmatig veel gebruik kan een zenuw
of bloedvat door twee spieren of een bot worden afgeklemd. Een goed voorbeeld hierbij is het Thoracic Outlet Syndrom (6,32), waarbij een uitgaande
zenuwvaatstreng door de mm.scaleni (scalenuspoort) wordt afgeklemd. Ook
cardiale klachten (6) kunnen de oorzaak zijn van pijn in de schouder en de bovenarm. Uiteraard kunnen door overbelasting, en het overmatig op rek brengen van bepaalde spieren, hun aanhechtingen aan het bot irriteren of zelfs afscheuren. Hierdoor kunnen zich opnieuw zeer uiteenlopende klachten voordoen. Dit is slechts een greep uit het zeer grote aantal aandoeningen aan het nek- schoudergebied. Wel is getracht de belangrijkste aandoeningen weer te geven.
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
10
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
2. Anamnese Bij de intake is het zaak, dat gevraagd wordt naar zoveel mogelijk elementen van de klacht in het gebied van de nek- schouderregio. Allereerst is het
handig om te weten of de patiënt links- of rechtshandig is, wat voor werk de persoon doet, wat voor hobby’s deze persoon uitoefent en dergelijke. In het geval van pijnklachten is het belangrijk om te weten waar de pijn (6,35)
zich bevindt. Rechts of links, waar de pijn precies is gelokaliseerd in de nek
of op de schouder. Hierbij is ook het soort pijn belangrijk. Dus te weten of het bijvoorbeeld een doffe zeurende pijn is, of een scherpe heftige goed lokaliseerbare pijn. Het beste is het, wanneer de patiënt dit zelf omschrijft. Dan kan men ook nog uitvragen op welk moment van de dag de pijn het ergst is en hoe deze zich gedraagt. Ook is de ernst van de pijn belangrijke informatie, het kan immers zo zijn dat de patiënt een ander aspect van de
klacht belangrijker vindt dan de pijn. In sommige gevallen is het zo dat een zich duidelijk naar de arm uitstralende pijn voordoet, ook dit dient nagevraagd te worden. Tevens kan gevraagd worden naar beweeglijkheid. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van een beperkte bewegingsmogelijkheid of juist te veel beweging,
waarschijnlijke instabiliteit of recidiverende subluxaties. In dat geval is het
belangrijk te weten bij welke activiteit deze klacht naar voren komt. Aan de
patiënt wordt ook gevraagd naar eventueel krachtsverlies in de armen, nek
en schouderspieren.
Hiermee is de klacht voor de patiënt omschreven en kan men vragen naar het moment waarop de klacht zich voor het eerst voordeed. Is er een duidelijk aanwijsbare oorzaak, of is de klacht er langzaam ingeslopen? Is de patiënt geopereerd, zijn er foto’s gemaakt? Gebruikt de patiënt medicijnen, of is er een injectie geweest? Heeft de patiënt al eerder therapie in het betrokken gebied ondervonden? Is de patiënt bekend met hartklachten?
Daarnaast is het belangrijk bij nekklachten om door te vragen naar de thuissituatie en werksituatie van de patiënt. Het kan namelijk zo zijn dat
stress en een verhoogd arousal (6) van de patiënt de oorzaak is van pijnklachten in de nek- schouderregio. Hierbij kan ook gevraagd worden Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
11
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
naar hoe de patiënt inslaapt, doorslaapt en wakker wordt. De hierboven beschreven alinea’s bevatten allemaal aspecten die dienen te worden uitgevraagd.
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
12
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
3. Inspectie Na het uitkleden van de patiënt kan de therapeut beginnen met de inspectie. Gekeken wordt er naar de volgende dingen. Allereerst dient gekeken te worden naar de vorm van de rug en de wervelkolom. Zo kan er bijvoorbeeld sprake zijn van een overdreven kyfose of lordose (1,7) in de thoracale of cervicale wervelkolom. Ook kan er een scoliose bij de patiënt aanwezig zijn. In deze gevallen dient de hoogte van deze afwijking vastgesteld te worden. Als men kijkt naar de spieren in het besproken gebied, kan men door middel van palpatie vast stellen of er zich hypertonieën in de spieren van de patiënt bevinden. Ook kunnen atrofieën in de betroffen spieren aanwezig zijn. Tevens kan gekeken worden naar het opstaan van het schouderblad, een zogenaamd scapula alata (1,5,7).
Daarnaast is bij de inspectie zichtbaar of er zich duidelijke afwijkingen zijn die zich via de huid manifesteren, zoals ontstekingen (roodheid), of bloeduitstortingen (blauw, rood of paars) en andere aandoeningen.
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
13
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
4. Onderzoek Het onderzoeken van de patiënt gebeurt in een logische volgorde. Men begint met de bewegingsonderzoeken, eerst actief en daarna passief. Naar aanleiding van de uitslag van de anamnese, de inspectie en deze bewegingsonderzoeken kan vaak al een aantal mogelijke diagnoses(6)
opstellen, die verder onderzocht dienen te worden. Daarop volgen de specifieke testen. Meestal, maar dat hangt van de voorkeur van de therapeut
en de anamnese en inspectieuitslagen af, begint men met het testen van de mobiliteit en de stabiliteit(19) van de gewrichten. Daarna volgen van de spieren waarbij men dit nodig acht de spierlengte- en de spierkrachttests(2,5). Bij deze tests kunnen eventuele spierverkortingen aan het licht komen of spieren waar een tekort aan kracht is. Dan komen de specifieke testen (2,3,8,18,36) aan de beurt. Als men na de
voorgaande onderzoeken bijvoorbeeld een probleem met de rotatorencuff verwacht, kan de therapeut de cufftesten (2,3,8,9,36) uitvoeren. Bij een vermoedelijk centraal neurologisch probleem, bijvoorbeeld een hernia (6),
kunnen de cervicale of thoracale compressietesten worden toegepast. Verwacht men een perifeer zenuwprobleem in de bovenste extremiteit, dan kunnen de upper limb tension tests(2,3,8,9) worden uitgevoerd. Deze kunnen samen
worden
uitgevoerd
sensibiliteitstesten(2,3,8,9)
met
bijvoorbeeld
reflextesten
of
in het betreffende segment of dermatoom. Mocht
men een vermoeden hebben over de zenuwvaatstreng, dan kunnen ook daarvoor de zenuwvaatstrengtesten(3,18) en de vaattesten worden gebruikt. Daarom is het ook logisch dat men uiteindelijk kijkt naar het totaalplaatje van de testen en uitslagen. Het antwoord op de ene vraag aan de patiënt kan een nieuw vermoeden doen ontstaan, welke vastgesteld of ontkracht kan worden door een test. Het is immers logisch dat een profvoetballer bijvoorbeeld
een
hogere
belasting
op
zijn
knieën
heeft
dan
een
kantoormedewerker met als hobby postzegels verzamelen. Dit is een extremer voorbeeld dan de meeste gevallen die men zal treffen in de praktijk, en niet direct te maken heeft met het nek- schoudergebied, maar slechts een voorbeeld om duidelijk te maken dat men als therapeut moet kijken naar het totaal. Zo kan het zijn dat de ene test de andere overbodig maakt, omdat simpelweg al duidelijk is welke bewegingen met of zonder pijn Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
14
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
kunnen worden uitgevoerd. Al de bovenstaande tests kunnen worden gebruikt om een vermoeden te bevestigen of uit te sluiten. In het volgende zal een korte beschrijving komen van het uit te voeren onderzoek. ACTIEF BEWEGINGS-/FUNCTIEONDERZOEK In het actieve bewegingsonderzoek(3,9) van de nek en schouder is het de bedoeling dat gekeken wordt naar de mogelijkheid om normale functies en
bewegingen uit te voeren. Hieronder vallen alle bewegingsrichtingen die mogelijk zijn in het betreffende gebied, hier opgesomd:
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
15
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
Rotatie nek rechts
Protractie schouders
Rotatie nek links
Retractie schouders
Flexie nek
Abductie arm
Lateroflexie nek links
Retroflexie arm
Lateroflexie nek rechts
Endorotatie arm
Elevatie schouders
Exorotatie arm
Anteflexie arm
Extensie nek
Depressie schouders Bij deze bewegingen, veelal uitgevoerd in stand, wordt gekeken naar verschillende aspecten van de uit te voeren beweging. Het is de bedoeling dat een beweging zonder moeite en uiteraard zonder pijn uitgevoerd wordt. Bij iemand waar een specifieke beweging veel moeite kost, kan men denken aan een gebrek aan kracht in een spier die deze beweging uitvoert. Bij pijn kan men denken aan een beschadiging. In het geval van een beweging die men kan uitvoeren, maar met pijn in een klein gedeelte van de beweging,
spreekt men van een painfull arc (6,8,9). Dan zou er iets aan de hand kunnen
zijn met een slijmbeurs of inklemming van een pees.
Ook kan het zo zijn dat een beweging bijvoorbeeld schokkerig verloopt, waar men kan spreken over een dysbalans tussen de spieren. Tevens kan er bij bijvoorbeeld belaste en onbelaste abductie van beide armen gekeken worden
naar het zogenaamde humeroscapulaire ritme (2,3,8,9). Als deze verstoord is, is
zichtbaar dat beide schouderbladen niet gelijkmatig meebewegen. Dit kan weer op verschillende aspecten duiden, zoals wederom een dysbalans van de spieren rondom dit gebied, of een beperking in één van de gewrichten. Daarom is het belangrijk om deze algemene bewegingstesten uit te voeren, om later de gegevens te combineren en een sluitend antwoord te vinden op de vraag wat er precies aan de hand kan zijn met de patiënt. PASSIEF BEWEGINGSONDERZOEK
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
16
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
Het passieve bewegingsonderzoek(3,9) van de patiënt sluit goed aan op het actieve
bewegingsonderzoek
en
kan
veel
ophelderen.
De
bewegingsrichtingen die gebruikt zijn bij de actieve onderzoeken dienen hier ook gebruikt te worden. Als een patiënt bijvoorbeeld een beweging niet kan
maken in het actieve onderzoek, maar bij dezelfde beweging passief wel het volledige bewegingstraject behaalt, is het logisch om te denken dat het een spierprobleem
betreft.
Andersom
is
het
zo
dat
vaak
een
grotere
bewegingsuitslag Eén van de belangrijkste aspecten bij het passieve onderzoek is het
waarnemen van het eindgevoel(1,2) . Het eindgevoel van een beweging zegt
iets
over
de
bewegingsremmende
factor.
In
een
gewricht
kunnen
verschillende eindgevoelen worden waargenomen. Zoals daar zijn; hard eindgevoel
wat wijst op botremming,
stug, verend eindgevoel
wat wijst op kapsel- of bandremming,
zacht eindgevoel
weke delen remming, bv, spieren of vetweefsel
leeg, of geen eindgevoel
wat
wijst
op
afwezigheid
van
remmende
factoren De hier beschreven eindgevoelen zijn de belangrijkste. Omdat de therapeut hier enige ervaring in moet hebben om goed te kunnen beschrijven welk
eindgevoelen waarbij horen, is het zeer persoonlijk hoe de dienstdoende therapeut het eindgevoel noemt. Een mooi voorbeeld is het eindgevoel met crepitatie, waarbij men een zacht gekraak voelt, ongeveer vergelijkbaar met het lopen in verse sneeuw, die knispert onder de schoenen. Dit eindgevoel wijst op de aanwezigheid van osteofyten in het gewricht. De aanwezigheid van onzuiverheden in over elkaar heen bewegende botstukken kan zo ook
worden waargenomen. Nogmaals, dit vereist ervaring van degene die de passieve
bewegingen
uitvoert
en
invoelend
vermogen
is
hier
het
belangrijkste aspect. Bij het passieve bewegingsonderzoek moet men goed in de gaten houden wat
de
waarschijnlijke
normale bewegingsuitslagen(1,2)
zijn.
Er
kan
bijvoorbeeld sprake zijn van een zeer lenig persoon, of juist een persoon met zeer stramme gewrichten, wat beide niet pathologisch hoeft te zijn. Ook hier
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
17
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
spelen hobby, werk en leeftijd een belangrijke rol. Onder het kopje mobiliteit wordt hier verder op ingegaan. MOBILITEITSTESTEN Nu kan overgegaan worden naar de meer specifieke onderdelen van het onderzoek. Bij het passieve bewegingsonderzoek werd al een begin gemaakt door het te hebben over eindgevoelen. Dit heeft natuurlijk alles te maken met de mobiliteit (2,3,8,9,18) van de gewrichten. Voor een aantal specifieke testen is het noodzaak dat eerst is vastgesteld of de mobiliteit normaal is.
Maar het hoofddoel van de algemene mobiliteitstesten is het vaststellen van een bewegingsbeperking. De meer specifieke mobiliteitstesten testen op hun eigen manier de
mobiliteit van het schouder gewricht, door bijvoorbeeld drukverhoging in het gewricht of middels specifieke klachtenprovocatie. Andere testen gaan bijvoorbeeld meer in op het kijken naar de beweeglijkheid en de door de onderzoeker te beoordelen kwaliteit van de beweging. Hierbij is wederom ervaring een vereiste. Dit geldt ook voor de testen waarbij een normale beweging zichtbaar moet zijn. Als de onderzoeker geen ervaring heeft met zowel de pathologische als de normale beweging van bijvoorbeeld het schouderblad is een uitspraak moeilijk te doen. In de bijlage onder de mobiliteitstesten is beschreven hoe deze testen dienen te worden uitgevoerd. Ook is het zo dat in plaats van een bewegingsbeperking, sprake kan zijn van
hypermobiliteit . Dit gaat vaak gepaard met instabiliteitsklachten en is beschreven in het volgende stukje. Ook kan deze gescoord worden met de Beighton-schaal, te vinden in de test bijlage.
Over het algemeen wordt de uitslag van een mobiliteitstest weergegeven als het uitdrukken in graden bewegingsuitslag. Als een patiënt bijvoorbeeld zijn arm niet hoger dan 90o geheven krijgt, kan genoteerd worden dat de
bewegingsuitslag 90o is. STABILITEITSTESTEN
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
18
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
Bij het testen van de stabiliteit(2,3,8,9,18) van het schoudergewricht en de nekwervelkolom gaat het om de beoordeling van de kwaliteit van het omliggende kapsel en het vermogen van de spieren om het betreffende gewricht op zijn plaats te houden. Bij het schoudergewricht worden, vanwege de bouw van het gewricht en de ligging van de spieren vanuit verschillende houdingen de verschillende banden op rek gebracht. Dit gebeurt met de daarover uitgelegde testen in de bijlage. De stabiliteit van de nek wordt bekeken door middel van verschillende testen die logischerwijs elk een ander aspect van de nekstabiliteit specifieker onderzoeken. In deze bijlage staat een viertal testen beschreven. Als bevinding bij de stabiliteitstesten kan bijvoorbeeld worden genoteerd dat een instabiliteit in het humeroscapulaire gewricht is gevonden. Tijdens het onderzoek naar de spierkracht in de omliggende spieren is kan gevonden worden of er sprake van een tekort aan spierkracht is. Dit vergroot de
instabiliteitsklachten
bij
een
patiënt,
omdat,
mocht
de
patiënt
bijvoorbeeld hypermobiel zijn, de spieren in dit geval alle plotselinge bewegingen moeten opvangen. Is er hier een tekort aan spierkracht, dan zal de
‘klap’
niet
kunnen
worden
opgevangen.
Hierover
meer
bij
de
spierkrachttesten. SPIERLENGTETESTEN In het geval van verschillende houdingsafwijkingen (1,5,6,31), bijvoorbeeld bij
zichtbare contracturen, is het noodzakelijk dat de lengte van elke spier op zich bekeken wordt. De vermoedens hierover worden reeds gewekt bij het actieve en passieve bewegingsonderzoek. Vaak is hieruit al een conclusie te trekken over het al dan niet te kort zijn van bepaalde spiergroepen. Toch kan het voor bepaalde aandoeningen belangrijk zijn om voor een spier specifiek de gezonde of juist pathologische lengte te bepalen. Het principe van de spierlengtetesten is eenvoudig. Er wordt gekeken naar de aanhechtingen van de betreffende spier en welke functie deze heeft. Het is Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
19
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
vaak zo dat een spier meerdere functies heeft, zoals bijvoorbeeld de m.biceps brachii, die flexie van de elleboog, supinatie van de onderarm en anteflexie in de schouder teweeg brengt. Dit is het gevolg van zijn ligging en plaatsing van de aanhechtingen. Om de lengte van deze spier te testen is het de bedoeling om precies in tegenovergestelde gecombineerde richting de
eindstanden op te zoeken. In dit geval dus extensie van de elleboog, retroflexie in de schouder en pronatie van de onderarm. De spierlengtetest zal gepaard gaan met een reksensatie aan deze spier. Dit principe kan voor iedere spier in het menselijk lichaam bepaald worden. De aanhechtingen, functies en liggingen van iedere spier kunnen in iedere
anatomische atlas opgezocht worden. Als uitslag kan eventueel vermeld worden dat bepaalde spieren te kort bevonden zijn, of dat lengte van alle onderzochte spieren normaal is. SPIERKRACHTTESTEN Na het principe van de spierlengtetesten uit te hebben gelegd, is het niet moeilijk om te begrijpen dat voor de spierkrach(1,5) het tegenovergestelde geldt. Hier dient juist de functie van de spier exact te worden uitgevoerd, met door de therapeut uitgevoerde weerstand. Hierbij vereist het ervaring van de
onderzoeker, om te kunnen bepalen wat een normale spierkracht is. Hierbij wordt wederom de vergelijking gemaakt tussen de voetballer en de kantoormedewerker, waarbij het te verwachten is dat de voetballer een veel grotere spierkracht kan leveren dan de kantoormedewerker. Dit terwijl het bij de laatste niet pathologisch is. Het is immers voor verschillende leeftijden,
beroepsgroepen en beoefenaars van hobby’s en sporten verschillend wat als normale spierkracht wordt gezien. Het gaat hier, zoals eerder vermeld weer om het totaalplaatje. Vandaar dat ervaring weer een vereiste is. Toch is er enigszins een meting aan te koppelen die in de praktijk door artsen en fysiotherapeuten wordt geaccepteerd. Hier wordt de spierkracht in
gedeeld in een schaal(1,2,5,6) van 0 tot en met 5. Waarbij de getallen als volgt verklaard worden; Spierkracht 0 =
In
de
spier
is
geen
enkele
activiteit
of
spanning
waarneembaar Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
20
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
Spierkracht 1 =
De persoon kan de spier aanspannen, maar er wordt geen beweging bewerkstelligd
Spierkracht 2 = Spierkracht 3 =
De persoon kan een beweging met de spier uitvoeren in het horizontale vlak, dus niet tegen de zwaartekracht in
De persoon kan een beweging uitvoeren in het volledige traject, tenminste éénmaal tegen de zwaartekracht in
Spierkracht 4 =
De persoon kan tenminste tien bewegingen in het volledige traject uitvoeren, tegen de zwaartekracht in, met lichte weerstand
Spierkracht 5 =
De persoon kan tenminste tien bewegingen in het volledige
traject uitvoeren, tegen de zwaartekracht in, met zware weerstand. Dit is de spierkracht die verwacht bij een gezond persoon.
Meer dan bij de spierlengtetesten is de handvatting bij het uitvoeren van deze testen belangrijk. De beweging dient exact in de juiste richting
uitgevoerd te worden, om één enkele spier of spiergroep te differentiëren. De fixerende hand moet dan dicht bij het draaipunt of gewricht geplaatst worden en er moet goed gelet worden op compensatiebewegingen . In de
schouder is het bijvoorbeeld zo dat een als abductie uitziende beweging als het ware geholpen kan worden door het gelijktijdig uitvoeren van een elevatie van het schouderblad. Dit terwijl de humerus niet verder kan bewegen in de kom op de scapula en vervolgens de elevatie gebruikt kan
worden om de arm verder te heffen. Op dit soort helpende bewegingen dient de onderzoeker constant alert te zijn, omdat dit de conclusie ernstig kan beïnvloeden, door bijvoorbeeld een belangrijke bewegingsbeperking over het hoofd te zien. Zoals vermeld worden de uitslagen genoteerd in het getal dat bij de spierkracht hoort en wordt vermeld of eventuele pijn aanwezig is. CUFFTESTEN Al eerder werd gesproken over de rotatorencuff in de schouder. Het komt in de schouder meer dan eens voor dat een specifieke pees aangedaan is, op welke manier dan ook beschreven bij de andere pathologieën. Het is dan
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
21
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
nuttig om te controleren hoe het met de kwaliteit van het peesweefsel van de vier afzonderlijke pezen is gesteld. Dit wordt bereikt met de zogenaamde cufftesten(18). De pezen van
respectievelijk de m.infraspinatus, m.subscapularis, m.teres minor en de
m.supraspinatus worden hiermee op hun functie met het geven van weerstand getest. Door sommige onderzoekers in de medische wereld wordt de lange pees van de m.biceps brachii ook gerekend tot de rotatorencuff. Bij de krachttesten is deze spier als het goed is reeds gedifferentieerd, en kan dus eventueel deze test ook gebruikt worden om het peesweefsel van deze spier op kwaliteit te testen.
Bij het testen van peesweefsel is het belangrijk dat een zogenaamde
isometrische , of statische krachttest gebruikt wordt. De andere twee mogelijkheden zijn excentrische en concentrische krachttesten. Het verschil zit hem er in welke geleverde kracht er groter is. Middels een voorbeeld zal worden duidelijk gemaakt wat het verschil inhoudt. Men neme bijvoorbeeld wederom de abductie van de arm. Als de therapeut weerstand geeft die groter is dan de omhoog gerichte kracht die de patiënt levert, spreekt men van een excentrische beweging van de spieren in de schouder en arm. Is daarentegen de door de patiënt geleverde kracht groter dan die van de therapeut, zal er een resulterende beweging omhoog plaatsvinden en spreekt men van een concentrische beweging. Als laatste is er de mogelijkheid dat beide krachten aan elkaar gelijk zijn en er dus een ‘stilstaande’ situatie is, waarbij door beide personen evenveel kracht geleverd wordt. Hier spreekt men van een isometrische of statische krachttest. In de bijlage wordt beschreven hoe de testen worden uitgevoerd. Als uitslag
kan worden genoteerd of er een uitgesproken scherpe pijn aanwezig is in één of meerdere uitgevoerde bewegingsrichtingen. NEUROLOGISCHE TESTEN Als er sprake is van uitgesproken neurologische pijn, uitstralende pijn, uitval van
spierfuncties,
vermindering
van sensibiliteit(7) ,
spasmen
of
vage
pijnklachten, wordt het probleem van de patiënt over het algemeen wat meer complex. Als men een neurologisch probleem verwacht, dus het zenuwstelsel Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
22
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
betreffend, kan men een aantal testen(3,18) uitvoeren om bepaalde dingen uit te sluiten of te bevestigen. Als gedacht wordt aan een centrale compressie, oftewel een zenuw-
vernauwing in of nabij de ruggenwervel, zijn daar speciale tests voor uit te voeren. Het is logisch als er sprake is van een vergrote compressie dat een nogmaals verhoogde compressie verergering van de klachten als gevolg
heeft. Daarom zijn er de compressietesten omschreven in de bijlage.
Tegenovergesteld kan worden geconcludeerd dat tractie aan de wervelkolom verlichting van de klachten teweeg brengt. Omdat deze handeling meer richting de manuele therapie gespecialiseerd is, zijn deze niet beschreven.
Daarnaast kan rotatie in de nekwervelkolom ook verergering of vermindering van de klachten geven, waar verschillende conclusie aan vast zitten. Mocht er sprake zijn van een neurologisch probleem in een bepaald ruggenmergsegment, dan zullen bepaalde functies uitvallen of verminderen.
Voorbeelden zijn hier de reflexen van m.bicheps brachii en de m.triceps brachii, welke uiteraard beschreven staan in de bijlagen. Tevens kan er sprake zijn van een sensibiliteitstoornis. Dit is redelijk eenvoudig na te gaan, of dit het geval is. De onderzoeker kan controleren of in bepaalde huidgebieden (in vrijwel iedere anatomische atlas staat beschreven welk huidgebied met welk segment correleert) de sensibiliteit is afgenomen.
Mocht het zo zijn dat een duidelijk sensibele aftekening ontstaat in het huidgebied van segment C5, dan kan men er vanuit gaan dat er zich een probleem bevindt in dat segment. Naast het feit dat zenuwen beklemd, geïrriteerd of aangedaan zijn in het centrale gedeelte, kan het natuurlijk ook zo zijn dat verderop in het lichaam, oftewel perifeer, dit het geval is. Daar zijn ook testen voor uitgedacht,
namelijk het op rek brengen van één bepaalde zenuw. Deze testen vereisen veel oefening en zelfs bij gezonde personen is vaak al een schietende reksensatie waarneembaar. Mocht dit erg vroeg optreden, dan kan men concluderen dat de betreffende zenuw geïrriteerd is. Ook deze testen staan onder de naam upper limb tension tests (8,18) beschreven in de bijlage.
Bij deze neurologische tests is het vaak het geval dat ze genoteerd worden als uitgevoerd en gemarkeerd worden met positief als de specifieke klachten Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
23
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
optreden. Bijvoorbeeld: Upper limb tension test voor de n.ulnaris negatief. In dit geval is er dus niets aan de hand met de nervus ulnaris. VAATTESTEN Als toegevoegde testen kan men ook denken aan aandoeningen aan de zenuwvaatstreng
of
bepaalde
arteriën(18).
In
het
fysiotherapeutische
uitgangspunt kan men dit bekijken met een aantal tests die iets zeggen over deze
aandoeningen.
Hierbij
horen
de
vaattesten
en
de
zenuwvaatstrengtesten die in de bijlage beschreven worden. Op deze manier wordt er gekeken naar de kwaliteit en doorstroming van bepaalde arteriën.
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
24
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
5. Onderzoeksformulier GEBRUIKSAANWIJZING In dit adviesrapport zijn verschillende pathologieën, onderzoeksstrategieën en voornamelijk de uit te voeren testen opgenomen. Om het geheel samenhangend en overzichtelijk weer te geven is een onderzoeksformulier opgesteld. Dit onderzoeksformulier kan gebruikt worden voor een onderzoek
van het nek- schoudergebied bij verschillende patiënten. Zoals in de beschrijving van het onderzoek al is aangegeven is het belangrijk dat de samenhang tussen de verschillende componenten van het onderzoek belangrijk is voor een goede eindconclusie. Om voor verschillende takken van de geneeskunde en verzekeringen duidelijk te maken wat de betreffende onderzoeker heeft waargenomen, is een algemene notatie noodzakelijk.
Daarom zal hier toegelicht worden hoe bepaalde elementen van het onderzoeksformulier dienen te worden ingevuld.
De patiëntgegevens en de klachtgegevens worden aan de patiënt gevraagd
en door de onderzoeker ingevuld. Belangrijk is dat bijvoorbeeld het soort pijn van de patiënt goed in de woorden van de patiënt worden weergegeven.
Het is dan niet de bedoeling dat de onderzoeker van te voren een gevoel in de mond legt van de patiënt, of naderhand in zijn eigen woorden noteert. De mate van pijn, uitgedrukt in een cijfer van 0 tot 10 geeft aan hoe de patiënt de pijn ervaart. Bij de inspectie dient op de elementen die beschreven staan gelet te worden, met eventuele bijzonderheden, bijvoorbeeld over de
kwaliteit van de huid, andere zichtbare aspecten, naar invulling van de onderzoeker. Bij het actieve en passieve onderzoek kan zeer precies gekeken worden welke bewegingen mogelijk en welke onmogelijk zijn. In de praktijk wordt er bij een normale bewegingsuitslag niets genoteerd, aangeraden wordt om in dat geval bij de notities normaal te noteren. Daarna dient door de onderzoeker een keuze gemaakt te worden welke specifiekere testen zullen worden uitgevoerd, naar aanleiding van de klachtomschrijving, de aspecten die naar voren zijn gekomen bij de inspectie, of bij het actieve en passieve bewegingsonderzoek. Zo hoeft bij een verwachting van een bepaalde aandoening bijvoorbeeld het vaattesten niet plaats te vinden. Ook dit kan genoteerd worden in de aan het eind van Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
25
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
de lijst daarvoor bestemde ruimte. Omdat niet iedere spierlengte of – krachttest bij iedere patiënt wordt uitgevoerd, hebben de auteurs besloten, omwille van de overzichtelijkheid, de onderzoeker te laten kiezen en te noteren welke conclusies deze trekt uit het spierlengte en krachtonderzoek. Bij de testen waarbij geen tabel is weergegeven kan de onderzoeker de uitslag noteren op de daarvoor bestemde lijn. Nuttig is het om bij de algemene notities of bij de conclusie te noteren op basis van welke gegevens men tot de conclusie is gekomen.
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
26
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
ONDERZOEKSFORMULIER Datum:
NEK-SCHOUDERONDERZOEK
Onderzoeker:
Patiëntgegevens Naam: Leeftijd: Hobby/Sport: Beroep: Dominantie:
linkshandig/rechtshandig
Klachtgegevens Localisatie
___________________________________________________
Start klacht/verloop
___________________________________________________
Oorzaak
_________________________________________________________
Pijn
_________________________________________________________ Van 0 (geen) tot 10 (zeer veel) aangeven:_________________
Uitstraling
_________________________________________________________
Krachtsverlies
_________________________________________________________
Beweeglijkheid
_________________________________________________________
Sensibiliteit
_________________________________________________________
Bijzonderheden thuissituatie _____________________________________________ Bijzonderheden werksituatie _____________________________________________
Operatie
_________________________________________________________
Foto’s, MRI
_________________________________________________________
Injecties
_________________________________________________________
Medicatie
_________________________________________________________
Eerdere therapie/behandeling _____________________________________________
Medische geschiedenis, bijzonderheden____________________________________ Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
27
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
Inspectie Houding
________________________________________________________
Scoliose/Kyfose/Lordose__________________________________________________ Atrofie
________________________________________________________
Hypertonie
________________________________________________________
Scapula Alata
________________________________________________________
Humeroscapulair ritme __________________________________________________ Andere waarneembare bijzonderheden
________________________________
________________________________________________________
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
28
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
Onderzoek actief
Beweging rotatie (nek) flexie (nek) extensie (nek) lateroflexie (nek) elevatie (sch) depressie (sch) protractie (sch) retractie (sch) anteflexie (arm) retroflexie (arm) endorotatie (arm) exorotatie (arm)
Links pijn graden O O O O O O O O O O O O
Rechts beperkt? pijn graden beperkt? Notities O
O O O O O O O O O
Onderzoek passief
Beweging rotatie (nek) flexie (nek) extensie (nek) lateroflexie (nek) elevatie (sch) depressie (sch) protractie (sch) retractie (sch) anteflexie (arm) retroflexie (arm) endorotatie (arm) exorotatie (arm)
Links pijn graden O O O O O O O O O O O O
Rechts beperkt? pijn graden beperkt? Notities O
O O O O O O O O O
Mobiliteitstesten
Apprehensiontest: Uitslag/Notitie:______________________________________________________ Dead arm syndrom test Uitslag/Notitie:______________________________________________________ Subacromiale compressietest Uitslag/Notitie:______________________________________________________ De claviculabeweging tijdens de eerste 45o anteflexie Uitslag/Notitie:______________________________________________________ Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
29
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
In de eindstand caudaalwaarts glijden van de scapula Uitslag/Notitie:______________________________________________________ Rotatie CWK bij anteflexie van de arm Uitslag/Notitie:______________________________________________________ Aantonen bew.bep. door verk. weke delen dorsale zijde vh schoudergewricht Uitslag/Notitie:______________________________________________________ Beighton schaal: Gestrekte benen, handen op de vloer: (1 pt) _____ > 10 graden overstrekking elleboog (1 pt per arm) _____ > 10 graden overstrekking knie (1pt per knie) _____ duim tegen onderarm (met hulp) (1 pt per arm) _____ > 90o extensie pink (met hulp) (1 pt per hand) _____ totaal _____ Stabiliteitstesten links Test pijn positie HAT O HRT O HRT in 90o exo O Sharp purser O Test v Lanser O Flexie provocatie O Passieve nekflex O
rechts pijn positie O O O
Notities
Cufftesten links Test pijn kracht Empty Can O Belly Press O omg Belly P O Lift off O
rechts pijn kracht O O O O
notities
Uitgevoerde lengtetesten:________________________________________________ _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ Uitgevoerde krachttesten:________________________________________________ Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
30
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
_____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ Neurologische testen
Wervelkolom compressietest CWK Uitslag/Notitie:______________________________________________________ Wervelkolom compressietest TWK Uitslag/Notitie:______________________________________________________ M. Biceps Brachii reflex Uitslag/Notitie:______________________________________________________ M. Triceps Brachii reflex Uitslag/Notitie:______________________________________________________ test ULTT 1 ULTT 2a ULTT 2b ULTT 3
links spec. Pijn? O O O O
rechts spec. Pijn? O O O O
Notities
Vaattesten
Proef van Kleyn en Nieuwenhuyse Uitslag/Notitie:______________________________________________________ Test van Roos Uitslag/Notitie:______________________________________________________ Proef van Eden Uitslag/Notitie:______________________________________________________ Test van Wright Uitslag/Notitie:______________________________________________________ Test volgens Adson Uitslag/Notitie:______________________________________________________ Handgreep van Naffziger Uitslag/Notitie:______________________________________________________ Overige onderzoeken_____________________________________________________ _____________________________________________________________________ Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
31
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
_____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________
Algemene Notities________________________________________________________ _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________
_____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________
Conclusie_________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
32
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
6. Conclusie In dit adviesrapport wordt advies gegeven aan de Hwa To University met betrekking tot interpretatie en gebruik van deze beroepsopdracht. Bovendien wordt er een advies gegeven aan de opdrachtgever betreffende een vervolg beroepsopdracht. Aan de Hwa To University wordt aangeraden de stof in deze beroepsopdracht
en volgende beroepsopdrachten zoveel mogelijk in hun lesprogramma op te nemen, teneinde zich te bekwamen in de taal en werkwijze van de reguliere geneeskunde. De fysiotherapeutische tests kunnen worden gebruikt in de
communicatie met bijvoorbeeld verzekeringsmaatschappijen.
neurologen,
fysiotherapeuten
en
Er dient een globaal protocol te ontstaan van het orthopedisch en
neurologisch onderzoek met bijbehorende testen. Onderzoek van het
centraal neurologisch systeem wordt in deze beroepsopdracht vooralsnog buiten beschouwing gelaten. Tevens is in deze beroepsopdracht gekozen zich te beperken tot de nek- en shouderregio. Het advies aan de opdrachtgever luidt om het protocol uiteindelijk voor het gehele lichaam te realiseren. Naast het perifeer neurologisch onderzoek, kan er op zijn tijd ook gekeken worden naar het centraal neurologisch onderzoek. Ten derde is het mogelijk om een studiehandleiding te maken voor de studenten van de Hwa To University en eventueel een instructievideo.
Dit laatste zou idealiter gedaan worden in samenwerking met studenten van de Filmacademie. Deze en andere punten voor vervolg beroepsopdrachten
staan
hieronder
puntsgewijs
weergegeven.
Op
deze
manier
kan
er
uiteindelijk wetenschappelijk onderzoek gedaan worden naar de effectiviteit van de Traditionele Chinese Geneeskunde aan de Hwa To University. testbeschrijvingen voor het gehele lichaam onderzoek van het centraal neurologisch systeem het opstellen van een studiehandleiding het maken van aanvullend professioneel beeldmateriaal het standaardiseren van het meten van bewegingsuitslagen effectonderzoek Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
33
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
34
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
7. Verklarende termenlijst NOMENCLATUUR VAN DE BEENDEREN(1)
Uitsteeksels of verhevenheden van beenderen worden met onderstaande termen aangeduid. Enkelvoud caput = capitulum = condylus = cornu = crista = eminentia = epicondylus = hamulus = labium = pecten = processus = protuberantia = spina = trochanter = trochlea = tuber, tuberculum = tuberositas =
Meervoud capita
kop kopje knopvormig uitsteeksel
condyli
hoorn
cornua
kam of richel
cristae
verhevenheid
eminentiae
uitsteeksel op een condylus
epicondyli
haakvormig uitsteeksel lijn of lijst
labia
kam uitsteeksel
processus
verhevenheid
protuberantiae
puntvormig uitsteeksel
spinae
ruwe verhevenheid katrol knobbel
tubera, tubercula
ruwe verhevenheid
Andere kenmerken van beenderen worden als volgt benoemd: Enkelvoud ala angulus apex area arcus canalis cavitas, cavum
= vleugel = hoek
Meervoud alae
= top = gebied
areae
= boog = kanaal
canales
= holte
cavitates, cava
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
35
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
facies
= vlak of zijde
fenestra
= venster
fissura
= spleet
fissurae
foramen
= opening
foramina
fovea, foveola
= groeve, kuiltje foveae, foveolae
impressio
= indeuking
impressiones
incisura
= insnijding
incisurae
margo
= rand
meatus
= gang
fossa, fossula
sulcus
= holte, kuiltje
= groeve
fossae, fossulae
sulci
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
36
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
RICHTINGEN(1,4) anterior (ventraal) = aan de voorkant/naar voren posterior (dorsaal)= aan de achterkant/ naar achteren lateraal
= aan de zijkant/naar de zijkant
mediaal
= aan de binnenkant/naar binnen
homolateraal
= aan dezelfde zijde (tov een in de context beschreven zijde)
heterolateraal
= aan de andere zijde(tov een in de context beschreven zijde)
superior (craniaal) = aan de bovenkant/naar boven inferior (caudaal) = aan de onderkant/naar onderen proximaal
= naar de romp toe (mbt extremiteiten)
distaal
= van de romp af (mbt extremiteiten)
ventraal
= aan de voorkant (venter = buik)
dorsaal
= aan de achterkant (dorsum = rug)
sagittale vlak
= het vlak dat het lichaam in een linker- en rechterkant
axiaal
= in de richting van de as verdeelt
frontale vlak
= het vlak dat het lichaam in een voor- en achterkant verdeelt
transversale vlak = het vlak dat het lichaam in een boven- en onderkant verdeelt
BEWEGINGEN(1,4) flexie
= buiging
extensie
= strekking
endorotatie
= binnenwaartsedraaiing
abductie
= zijwaartse, afvoerende beweging
adductie
= aanvoering, beweging naar de middenlijn toe
elevatie
= het optillen van de schouders
depressie
= het laten zakken van de schouders
retroflexie
= het naar achter bewegen van de arm
lateroflexie
= het opzij buigen van de romp
exorotatie
anteflexie
= buitenwaartsedraaiing
= het naar voren bewegen van de arm
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
37
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
supinatie
= het draaien van de onderarm met de klok mee
pronatie
= het draaien van de onderarm tegen de klok in
palmairflexie
= het buigen van de hand naar de palmzijde van de hand
dorsaalflexie
= het buigen van de hand naar de rugzijde van de hand
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
38
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
BOTSTUKKEN scapula
= schouderblad
clavicula
= sleutelbeen
humerus
= bovenarm
radius
= spaakbeen
ulna
= ellepijp
sternum
= borstbeen
GEWRICHTEN art. humeri
= het gewricht tussen de scapula en de humerus
art. acromioclavicularis
= het gewricht tussen de scapula en de clavicula
art. cubiti
- art. humeroradialis
= het ellebooggewricht
= het gewricht tussen de humerus en de
radius - art. humeroulnaris
= het gewricht tussen de humerus en de ulna
- art. radioulnaris proximalis = het gewricht tussen de radius en de ulna (proximaal) WERVELKOLOM cervicaal
= tot de hals of de nek (cervix) behorend
thoracaal
= tot de romp (thorax) behorend
lumbaal
= tot de lende behorend
sacraal
= tot het heiligbeen (sacrum) behorend
TWK
= thoracale wervelkolom
LWK
= lumbale wervelkolom
SWK
= sacrale wervelkolom
C1-7
= cervicale wervel 1-7
Th1-12
= thoracale wervel 1-12
S1-5
= sacrale wervel 1-5
CWK
L1-5
= cervicale wervelkolom
= lumbale wervel 1-5
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
39
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
PATHOLOGIEËN(4,6) atrofie bursitis carcinoom
= teruggang in de voedingstoestand van organen, waardoor deze verkleinen of verschrompelen = ontsteking van een slijmbeurs
= kanker, kwaadaardig woekergezwel van epitheliaal weefsel
contractuur
= blijvende samentrekking of verkorting van één of meer spieren, waardoor verkromming of verstijving van het
CRPS dwarslaesie
betrokken lichaamsdeel ontstaat
= complex regionaal pijnsyndroom = dwarse onderbreking van de continuïteit van het ruggenmerg door trauma of ziekteproces, waardoor mobiliteit en sensibiliteit onder het niveau van de laesie uitvallen en de willekeurige beïnvloeding van blaas en rectum is opgeheven
fractuur
= been/bot breuk
HNP
= hernia nuclei pulposi
impingement
= inklemming, indruk, inbreuk
kyfose
= bochel, bult; achterwaartse verkomming van de wervelkolom
lordose
= voorwaartse (fysiologische) kromming van de
luxatie
= ontwrichting, uit het lid geraken
neoplasma
= nieuwvorming, gezwel ontstaan door nieuwvorming van
wervelkolom, speciaal die van het lendegedeelte (holle rug)
cellen in een lichaamsdeel nystagmus
= oogbolstuipen, oogbeving
osteofyt
= een meestal puntvormige beenuitwas (benig aangroeisel) die zich vormt door langdurige prikkeling van periost of
ligament, bijvoorbeeld bij ontstekingen, arthritis, arthrosis enz. paralyse
= verlamming, krachteloos zijn
paresthesie
= onjuiste gevoelswaarwording
pathologie
= ziekteleer, kennis der ziekten
scoliose
= zijdelingse verkromming van de wervelkolom, hetzij C- hetzij S-vormig
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
40
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
spondylolyse
= scheiding of verslapping van de verbinding tussen twee wervels
spondylosis
= degeneratieve verandering van tussenwervelschijven
subluxatie
= onvolkomen ontwrichting, ontwrichting waarbij de
trauma
= gewelddadige inwerking, een verwonding tot gevolg
gewrichtskop de kom slechts gedeeltelijk heeft verlaten hebbend
whiplash
= zweepslachachtige (snelle, heftige achter- en voorwaartse) beweging van het hoofd, optredend bij o.a. kopstaartbotsingen en sportongevallen die beschadigingen in en rondom de cervicale nekwervelkolom tot gevolg hebben
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
41
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
OVERIG(4,6) anamnese
= vraaggesprek over de voorgeschiedenis van de klacht van de patiënt
arousal
= een toestand van verhoogde activiteit van het zenuwstelsel; stress
arteria
= ader
articulatio
= gewricht
capsulair
= met betrekking tot het kapsel van een gewricht
compressie
= samendrukking
concentrisch
= spiersamentrekking tegen een weerstand in, waarbij de lengte van de spier kleiner wordt (de spierkracht is sterker dan de weerstand)
dermatoom
= huidgedeelte van een segment van het
ruggenmerg discogeen
= tot de discus behorend
excentrisch
= spiersamentrekking tegen een weerstand in, waarbij de lengte van de spier groter wordt (de weerstand is sterker dan de spierkracht)
extremiteiten
= ledematen
glenohumeraal
= betreffende het schoudergewricht
humeroscapulair ritme = de normale symmetrische beweging van het
schouderblad en de bovenarm bij het zijwaarts heffen van gestrekte armen
hypertonie
= verhoogde druk, tonus of spanning
isometrisch
= spiersamentrekking tegen een weerstand in, zodat de lengte van de spier niet verandert en er geen beweging tot stand komt
ligament
= versterkingsband van gewrichten,
bindweefselband lumen
= de holte van een buis
musculus
= spier
nervus
= zenuw
painful arc
= een situatie waarin een deel van het bewegings-
periost
= beenvlies
reflex
= onwillekeurige reactie op bepaalde prikkels
traject pijnklachten vertoont
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
42
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
rotatorencuff
= de plaats in het kapsel van het schoudergewricht waar de pezen van respectievelijk de m.teres minor, m.subscapularis, m.serratus anterior en de
segment
m.supraspinatus bij elkaar komen
= deel, part, afdeling; de segmenten van het ruggemerg zijn de 31 afdelingen waaruit de 31 ruggenmergszenuwparen ontspringen
spinaal niveau
= de hoogte waaruit de verschillende ruggenmergszenuwen ontspringen uit de
thorax tractie
wervelkolom = romp
= trekken (zs.nw.)
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
43
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
AFKORTINGEN De hieronder gebruikte afkortingen worden als volgt geïnterpreteerd. Bij bijvoorbeeld m.infraspinatus, bedoelt men musculus infraspinatus. m.
= musculus
a.
= arteria
n.
= nervus
mm.
= musculi (meervoud)
aa.
= arteriae (meervoud)
art.
= articulatio
lig.
= ligament
CCCS
= Costo Claviculair Compressie Syndroom
CRPS
= Complex Regionaal Pijn Syndroom
ULTT
= Upper Limb Tension Test
nn.
TOS
= nervi (meervoud)
= Thoracic Outlet Syndrom
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
44
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
8. Bijlagen
BIJLAGE 1: OVERZICHT PATHOLOGIEËN
I. Discogene aandoeningen en zenuwwortelcompressies a. Hernia Nucleus Pulposus
b. Foramenobstructie door carcinoom
c. Foramenobstructie door neoplasmata d. Spondylose e. Osteofytvorming bij Reumatoïde artritis f. Ziekte van Bechterew
II. Trauma’s a. Fractuur van de wervels b. Dwarslaesie c. Gewrichts luxatie d. Pijn door zenuwirritatie
e. Instabiliteit door kapselbeschadiging f. Whiplash g. CRPS
III. Kapselaandoeningen van de schouder a. Frozen shoulder b. Impingement c. Rotatorcuffsyndroom d. Bursitis e. Schouderinstabiliteit
IV. Overige pijnklachten aan de nek- schoudergordel a. Neuritis b. Thoracic Outlet Syndrom c. Cardiale armpijn Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
45
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
46
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
BIJLAGE 2: OVERZICHT TESTBESCHRIJVINGEN
I. Algemeen functie onderzoek nekregio Actief functieonderzoek a. Flexie b. Extensie c. Rotatie links/rechts
d. Lateroflexie links/rechts Passief functieonderzoek e. Flexie f. Extensie g. Rotatie links/rechts
h. Lateroflexie links/rechts
II. Algemeen functieonderzoek schouderregio Actief functieonderzoek a. Abductie-elevatie b. Elevatie
c. Depressie d. Retractie e. Protractie f. Anteflexie elevatie g. Retroflexie h. Exorotatie
i. Endorotatie Passief functieonderzoek j. Abductie-elevatie k. Exrotatie l. Abductie
m. Endorotatie n. Anteflexie elevatie o. Depressie p. Retractie Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
47
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
q. Protractie r. Retroflexie
III. Mobiliteitstesten a. Apprehensiontest b. Dead arm syndrom test c. Subacromiale compressietest d. De claviculabeweging tijdens de eerste 45o anteflexie e. In de eindstand caudaalwaarts glijden van de scapula
f. De rotatie van de cervicothoracale wervelkolom bij volledige anteflexie van de arm g. Het aantonen van een bewegingsbeperking door een verkorting van de weke delen aan de dorsale zijde van het glenohumeraal gewricht h. Beighton schaal
IV. Stabiliteitstesten a. HAT (hyper abductie test) b. HRT (horizontale retroflexie test) c. HRT in 90o exorotatie d. Test van Lanser
e. Flexie provocatietest f. Passieve nekflexie
V. Cufftesten a. Empty Can Test b. Belly Press Test
c. Omgekeerde Belly Press Test d. Lift Off Test
VI. Neurologische testen a. Wervelkolom compressietest CWK b. Wervelkolom compressietest TWK c. M.biceps brachii reflextest Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
48
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
d. M.triceps brachii reflextest e. Upper limb tension test 1 f. Upper limb tension test 2a g. Upper limb tension test 2b h. Upper limb tension test 3
VII. Vaattesten en zenuwvaatstrengtesten a. Proef van Kleyn en Nieuwenhuyse b. Test van Roos
c. Proef van Eden d. Test van Wright e. Test volgens Adson f. Handgreep van Naffziger
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
49
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
BIJLAGE 3: TESTBESCHRIJVINGEN
I. Algemeen Functie-onderzoek Nekregio Actief bewegingsonderzoek Doel van het onderzoek: Het
onderzoek
naar
actieve
bewegingen
wordt
uitgevoerd
om
de
bewegingsuitslagen en het bewegingsverloop te kunnen beoordelen. Bij bewegingsbeperking dient gedifferentieerd te worden tussen capsulaire en
niet-capsulaire beperking. Altijd wordt gelet op het eventuele optreden van pijn, paresthesieën, of bijvoorbeeld duizeligheid. Uitgangshouding: De patiënt staat bij elke test rechtop, waarbij de therapeut achter de patiënt staat.
a. Flexie De patiënt brengt de kin zover mogelijk in de richting van het borstbeen. De kaakspieren worden hierbij zoveel mogelijk ontspannen gehouden. De afstand tussen de kin en de kuil boven het borstbeen bedraagt gewoonlijk ca. 2 cm. Men dient echter rekening te houden met vrij grote individuele verschillen. b. Extensie De patiënt tracht het hoofd zoveel mogelijk naar achteren te brengen, terwijl daarbij niet in de LWK wordt bewogen en zo min mogelijk in de TWK. De
patiënt houdt de mond ontspannen open, omdat anders spanning in de spieren onder de kin de maximale bewegingsuitslag kunnen verhinderen. c. Rotatie links/rechts De patiënt draait het hoofd zover mogelijk naar links en naar rechts, waarbij de therapeut de bewegingsuitslag waarneemt. Er is vrijwel altijd asymmetrie
bij de rotaties van de CWK. Dit heeft op zich geen enkele klinische betekenis. Een asymmetrische rotatie is klinisch van belang, wanneer bij één of beide rotaties ook pijn optreedt.
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
50
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
d. Lateroflexie links/rechts De patiënt brengt het hoofd zonder (zichtbaar) te roteren, zover mogelijk in lateraalflexie naar links en naar rechts. Evenals bij de rotatie bestaat ook bij de lateraalflexie vrijwel altijd asymmetrie.
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
51
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
Passief bewegingsonderzoek Doel van het onderzoek: Bij het passieve bewegingsonderzoek wordt de bewegingsuitslag vergeleken
met die van het actieve bewegingsonderzoek. Vaak is passief bewegen verder mogelijk dan actief bewegen. Het is van groot belang om het eindgevoel te beoordelen. Net zoals bij het actief bewegen wordt er gelet op eventuele provocatie van klachten. Uitgangshouding: De patiënt staat bij elke test rechtop, waarbij de therapeut achter de patiënt staat.
e. Flexie De therapeut plaatst de elleboog tussen de schouderbladen van de patiënt. De hand van deze arm omvat en fixeert de schouder. De andere hand wordt op het hoofd van de patiënt geplaatst en voert vervolgens voorzichtig een flexiebeweging uit van de CWK via het hoofd. f. Extensie nek De therapeut plaatst de elleboog tegen het borstbeen van de patiënt. De hand van deze arm omvat en fixeert de schouder. De andere hand wordt op het hoofd van de patiënt geplaatst en voert vervolgens voorzichtig een
extensiebeweging uit van de CWK via het hoofd. Een ‘vast’ eindgevoel is normaal. g. Rotatie links/rechts De therapeut omvat met de homolaterale hand het voorhoofd van de patiënt, terwijl de elleboog tegen de achterkant van de homolaterale schouder geplaatst wordt. De hand van de andere arm wordt aan de te testen zijde op
het achterhoofd geplaatst, waarbij de elleboog tegen de voorkant van de heterolaterale
zijde
van
de
schouder
geplaatst
wordt.
Bij
deze
uitgangshouding wordt het meeroteren van de romp verhinderd. Vervolgens wordt de rotatie uitgevoerd. Een ‘vast-elastisch’ eindgevoel is normaal. h. Lateroflexie links/rechts De therapeut plaatst de homolaterale elleboog tegen de zij/achterkant van de schouder. De hand van deze arm wordt op het hoofd van de patiënt Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
52
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
geplaatst. De heterolaterale hand fixeert de schouder van de patiënt. Vervolgens wordt de lateroflexie uitgevoerd, waarbij aan het einde een geringe overdruk wordt gegeven in de richting van de clavicula aan die zijde. Hierdoor ontspant de m.trapezius en verdwijnt in veel gevallen ook de pijn. Als dit niet het geval is, dan ligt de oorzaak van de pijn in de CWK zelf. Een ‘vast-elastisch’ eindgevoel is normaal.
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
53
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
II. Algemeen Functie-onderzoek Schouderregio Bij het basisfunctie-onderzoek van de schouderregio kan men zich praktisch beperken tot onderstaande standaardtests: Actieve abductie-elevatie Passieve abductie-elevatie Passieve exorotatie Passieve abductie Passieve endorotatie
Voor
de
volledigheid
worden
alle
mogelijke
bewegingen
van
het
schoudercomplex ook beschreven.
Actief bewegingsonderzoek Doel van het onderzoek: Het
onderzoek
naar
actieve
bewegingen
wordt
uitgevoerd
om
de
bewegingsuitslagen en het bewegingsverloop te kunnen beoordelen. Bij bewegingsbeperking dient gedifferentieerd te worden tussen capsulaire en niet-capsulaire beperking. Altijd wordt gelet op het eventuele optreden van pijn, paresthesieën, of bijvoorbeeld duizeligheid. Uitgangshouding:
De patiënt staat bij elke test rechtop, waarbij de therapeut achter de patiënt staat. a. Abductie-Elevatie De patiënt tilt zijn armen zo hoog mogelijk zijwaarts op (abductie). Hierbij gaan de schouders ook mee omhoog (elevatie). De normale uitslag is 180o
ten
opzichte
van
bewegingsuitslag,
de
het
verticaal
lijn.
coördinatief
Beoordeeld verloop
worden
van
de
de
actieve
beweging
(scapulohumerale ritme) en het optreden van pijn en het pijntraject (painful arc). b. Elevatie
De patiënt trekt zijn schouders zo hoog mogelijk op met afhangende armen. De normale uitslag is 45o ten opzichte van de horizontaal lijn. c. Depressie Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
54
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
De patiënt duwt zijn schouders zo ver mogelijk omlaag met afhangende armen. De normale uitslag is 5o ten opzichte van de horizontaal lijn. d. Retractie
De patiënt beweegt zijn schouders zo ver mogelijk naar achteren met
afhangende armen. De normale uitslag is 30o ten opzichte van het frontale vlak. e. Protractie De patiënt beweegt zijn schouders zo ver mogelijk naar voren met
afhangende armen. De normale uitslag is 30o ten opzichte van het frontale vlak. f. Anteflexie-Elevatie De patiënt tilt zijn armen zo hoog mogelijk voorwaarts op (anteflexie). Hierbij gaan de schouders ook mee omhoog (elevatie). De normale uitslag is 180o ten opzichte van de verticaal lijn. g. Retroflexie De patiënt tilt zijn armen zo hoog mogelijk achterwaarts op. De normale uitslag is 60o ten opzichte van de verticaal lijn. h. Exorotatie
De patiënt buigt zijn ellebogen 90o en draait zijn armen vervolgens zo ver mogelijk naar buiten. De normale uitslag is 90o ten opzichte van het sagittale vlak. i. Endorotatie De patiënt buigt zijn ellebogen 90o en draait zijn armen vervolgens zo ver
mogelijk naar binnen (hand op de rug). De normale uitslag is 95o ten opzichte van het sagittale vlak.
Passief bewegingsonderzoek Doel van het onderzoek: Bij het passieve bewegingsonderzoek wordt de bewegingsuitslag vergeleken met die van het actieve bewegingsonderzoek. Vaak is passief bewegen verder Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
55
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
mogelijk dan actief bewegen. Het is van groot belang om het eindgevoel te beoordelen. Net zoals bij het actief bewegen wordt er gelet op eventuele provocatie van klachten. Uitgangshouding:
De patiënt zit op een kruk en de therapeut staat achter de patiënt. j. Abductie-Elevatie De ongelijknamige hand fixeert de thorax, via de heterolaterale schouder. De andere hand omvat de elleboog vanaf dorsomediaal en voert een abductieelevatie beweging uit. Bij een volledige abductie-elevatie kan, in deze
eindstand, de bewegingsmogelijkheid en het eindgevoel in meerdere richtingen beoordeeld worden, bijvoorbeeld exorotatierichting. De normale uitslag is 180o ten opzichte van de verticaal lijn. k. Exorotatie De elleboog is 90o gebogen. De thorax wordt zoveel mogelijk gefixeerd tussen de ongelijknamige bovenarm en het lichaam van de therapeut. De
andere hand omvat het distale deel van de onderarm en voert een exorotatie beweging uit. De ongelijknamige hand steunt de elleboog en houdt de bovenarm aangesloten tegen het lichaam van de patiënt. De normale uitslag is 90o ten opzichte van de verticaal lijn.
l. Abductie De elleboog is 90o gebogen. De ongelijknamige hand fixeert de scapula. De andere
hand
omvat
de
elleboog
vanaf
mediaal
en
voert
een
abductiebeweging uit. De onderarm van de patiënt rust op de onderarm van de therapeut. De normale uitslag is 90o ten opzichte van de verticaal lijn, echter in combinatie met exorotatie is dit verder mogelijk tot 120o. m. Endorotatie De elleboog is 90o gebogen. De thorax wordt zoveel mogelijk gefixeerd tussen de ongelijknamige arm en het lichaam van de therapeut. De andere
hand omvat het distale deel van de onderarm en voert een endorotatie beweging uit. De ongelijknamige hand steunt de elleboog en houdt de bovenarm aangesloten tegen het lichaam van de patiënt. De normale uitslag Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
56
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
is 110o ten opzichte van het sagittale vlak. Bij een volledige endorotatie kan, in deze eindstand, de bewegingsmogelijkheid en het eindgevoel in de adductie- en retroflexie-richting beoordeeld worden. n. Anteflexie-Elevatie De ongelijknamige hand fixeert de thorax vanaf dorsaal. De andere hand omvat de elleboog vanaf dorsomediaal en voert een anteflexie-elevatie beweging uit. De arm moet hierbij vrij kunnen exoroteren. Bij een volledige anteflexie-elevatie kan, in deze eindstand, de bewegingsmogelijkheid en het eindgevoel
in
meerdere
richtingen
beoordeeld
worden,
bijvoorbeeld
exorotatierichting. De normale uitslag is 180o ten opzichte van de verticaal lijn. o. Elevatie De ongelijknamige hand fixeert de thorax aan de heterolaterale zijde vanaf
craniolateraal. De gelijknamige hand wordt onder de oksel van de patiënt geplaatst en voert een elevatie beweging uit. De normale uitslag is 45o ten opzichte van de horizontaal lijn. p. Depressie De ongelijknamige hand fixeert de thorax aan de heterolaterale zijde vanaf craniolateraal. De gelijknamige hand wordt op de schouder van de patiënt geplaatst. De normale uitslag is 5o ten opzichte van de horizontaal lijn. q. Retractie De ongelijknamige arm fixeert de thorax aan de heterolaterale zijde vanaf mediolateraal. De thorax wordt tegelijkertijd tegen het lichaam van de therapeut gefixeerd. De gelijknamige hand wordt op de voorkant van de schouder geplaatst en voert een retractiebeweging uit. De normale uitslag is 30o ten opzichte van het frontale vlak. r. Protractie De ongelijknamige arm fixeert de thorax aan de heterolaterale zijde vanaf mediolateraal. De thorax wordt tegelijkertijd tegen het lichaam van de therapeut gefixeerd. De gelijknamige hand wordt op de achterkant van de schouder geplaatst en voert een protractiebeweging uit. De normale uitslag is 30o ten opzichte van het frontale vlak. Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
57
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
s. Retroflexie De ongelijknamige hand fixeert de schouder vanaf dorsocraniaal. De gelijknamige hand omvat het distale deel van de bovenarm en voert een
retroflexiebeweging uit. De normale uitslag is 40 o ten opzichte van het frontale vlak.
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
58
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
III. Mobiliteitstesten a. Apprehensiontest Doel van de test: Het te onderzoeken bandweefsel in het schoudergewricht wordt passief op rek gebracht met als doel de beweeglijkheid te bepalen en/of de klachten te provoceren. Van belang is de locatie, aard en het moment van optreden van de klachten. Uitgangshouding: De patiënt gaat rechtop op een kruk zitten, het schoudergewricht in 90 o abductie en in exorotatie. Het ellebooggewricht is in 90o flexie. De therapeut staat in spreidstand achter de patiënt aan de te onderzoeken zijde. Uitvoering: Omvat met de gelijknamige hand de pols aan de te onderzoeken zijde. De ongelijknamige hand plaatst de vingers aan de voorzijde en de duim aan de achterzijde van de schouder. De wijsvinger palpeert het tuberculum minus, de overige vingers liggen op het processus coracoïdeus. Oefen aan de dorsale zijde een druk uit naar ventraal met de ongelijknamige hand. Stel hierbij de afweerspanning vast en ga na of de klachten geprovoceerd worden. Pijn of duidelijke afweer/afwijzing en een gevoel van neiging tot subluxatie of luxatie duidt op glenohumerale instabiliteit naar anterior. Als bij het weglaten van de druk daarna dergelijke reacties uitblijven, is de anteriore
instabiliteit vrijwel zeker. Let op verbale en non-verbale informatie van de patiënt betreffende de sensaties tijdens de uitvoering van de test. Vergelijk de bevindingen met de niet aangedane zijde. Herhaal de test minimaal drie keer naar tevredenheid.
b. Dead Arm Syndrom Test Doel van de test: Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
59
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
Het te onderzoeken bandweefsel in het schoudergewricht op rek brengen met als doel de mobiliteit te bepalen en/of de klachten te provoceren. Van belang is de locatie, aard en het moment van optreden van de klachten. Uitgangshouding: De patiënt gaat rechtop op een kruk zitten, het schoudergewricht in 90 o abductie en in exorotatie. Het ellebooggewricht is in 90o flexie. De therapeut staat in spreidstand achter de patiënt aan de betreffende zijde. Uitvoering:
Omvat met de gelijknamige hand de palmaire zijde van de hand. De ongelijknamige hand plaatst de vingers aan de voorzijde en de duim aan de achterzijde van de schouder. De wijsvinger palpeert het tuberculum minus, de overige vingers liggen op het processus coracoïdeus. Breng de arm in een horizontale abductie. Laat de patiënt een krachtige
werpbeweging maken tegen weerstand van de gelijknamige hand. Bij deze werpbeweging dient er géén beweging in het gewricht plaats te vinden. Stel hierbij de afweerspanning vast en ga na of de klachten geprovoceerd worden. Indien de klachten geprovoceerd worden is de aard van het probleem zeer waarschijnlijk een spieraandoening. Er wordt immers niet bewogen in het gewricht, maar wel aangespannen.
Observeer de verbale en non-verbale informatie van de patiënt betreffende de sensaties tijdens de uitvoering van de test. Informeer naar de waargenomen sensaties. Vergelijk de bevindingen met de niet aangedane zijde.
c. Subacromiale Compressietest Doel van de test: De druk van het te onderzoeken weefsel in het schoudergewricht wordt verhoogd met als doel de klachten te provoceren. Van belang is de locatie, aard en het moment van optreden van de klachten. Uitgangshouding: Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
60
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
De patiënt gaat op een kruk zitten, de armen ontspannen naast de romp. De elleboog van de te onderzoeken zijde staat in 90o extensie. De therapeut staat in spreidstand aan de betreffende zijde dorsaal van de te onderzoeken arm. Uitvoering: Omvat met de gelijknamige hand het ellebooggewricht aan de onderzijde met de ondergreep. Omvat met de ongelijknamige hand, de homolaterale schoudergordel vanaf craniaal met de bovengreep. Stabiliseer vanaf craniaal de schoudergordel aan de te testen zijde. Geef een compressie met de gelijknamige hand in de lengterichting van de humerus. Stel hierbij de afweerspanning vast en ga na of de klachten geprovoceerd worden. Observeer de verbale en non-verbale informatie van de patiënt betreffende de sensaties tijdens de uitvoering van de test. Informeer naar de
waargenomen sensaties. Vergelijk de bevindingen met de niet aangedane zijde. Herhaal de test minimaal drie keer naar tevredenheid. Als de klachten geprovoceerd worden, duidt dit op een arthrogeen probleem.
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
61
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
d. De claviculabeweging tijdens de eerste 45o anteflexie Doel van de test: De
te
onderzoeken
arm
wordt
passief
geheven
met
als
doel
het
bewegingspatroon van het sleutelbeen en de beweeglijkheid van het schouderblad te onderzoeken. Indien een bewegingsbeperking van de scapula optreedt, verandert het bewegingspatroon van de clavicula. Uitgangshouding: De patiënt staat in spreidstand met ontbloot bovenlichaam, beide armen
hangen ontspannen langs het lichaam. De therapeut staat in spreidstand aan de betreffende zijde lateraal van de te onderzoeken schouder. Uitvoering: Omvat met de gelijknamige hand de pols met de ondergreep. De ongelijknamige hand legt de wijsvinger parallel en achter de clavicula, zodat het topje van de pink of wijsvinger bij het sternoclaviculaire gewricht ligt.
Breng met de gelijknamige hand de arm van de patiënt passief in 45o anteflexie. Stel het bewegingspatroon van de clavicula vast. Observeer de verbale en
non-verbale informatie van de patiënt betreffende de sensaties tijdens de uitvoering van de test. Informeer naar de waargenomen sensaties. Essentieel bij deze test is dat de clavicula zich om de wijsvinger rolt; dat er ruimte ontstaat voor de wijsvinger in de fossa supraclavicularis. Bij bewegingsbeperking in de schoudergordel ziet men dit niet. Dan beweegt de clavicula onder de pink door, zodat de pink in de fossa supraclavicularis omhoog wordt gedrukt. Indien nodig worden de bevindingen aan de te
onderzoeken zijde vergeleken met de niet te onderzoeken zijde. Herhaal de test minimaal drie keer naar tevredenheid.
e. In de eindstand caudaalwaarts glijden van de scapula Doel van de test:
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
62
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
De
te
onderzoeken
bewegingspatroon
en
arm de
wordt
passief
beweeglijkheid
geheven van
met
het
als
doel
schouderblad
het te
onderzoeken. Tijdens het laatste deel van het traject (160o – 180o) dient de angulus inferior naar caudaal en ventraal te bewegen. Voor een volledige anteflexie is een caudaal- en ventraalwaarts glijden van de scapula over de thoraxwand vereist. Uitgangshouding: De patiënt staat in spreidstand met ontbloot bovenlichaam. Beide armen hangen ontspannen langs het lichaam. De therapeut staat in spreidstand aan de betreffende zijde lateraal van de te onderzoeken schouder.
Uitvoering: Omvat met de gelijknamige hand de elleboog met de ondergreep. De ongelijknamige hand legt de top van de wijsvinger op de angulus inferior van de scapula. De hand ligt op de thorax.
Breng met de gelijknamige hand de arm van de patiënt passief naar 180o anteflexie. Stel het bewegingspatroon van de scapula vast. Observeer de verbale en
non-verbale informatie van de patiënt betreffende de sensaties tijdens de uitvoering van de test. Informeer naar de waargenomen sensaties. Vergelijk de bevindingen met de niet aangedane zijde. Herhaal de test minimaal drie keer naar tevredenheid. f. De rotatie van de cervicothoracale wervelkolom bij volledige anteflexie van de arm
Doel van de test: De te onderzoeken arm wordt
passief geheven, met als
doel het
bewegingpatroon en de beweeglijkheid van een deel van de wervelkolom te onderzoeken. Uitgangshouding:
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
63
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
De patiënt staat in spreidstand met ontbloot bovenlichaam, beide armen hangen ontspannen langs het lichaam. De therapeut staat in spreidstand aan de betreffende zijde lateraal van de te onderzoeken schouder. Uitvoering: Omvat met de gelijknamige hand de elleboog met de ondergreep. De ongelijknamige hand legt de wijsvinger aan de contralaterale zijde van de processus spinosus van C7, Th1, Th2, Th3 en Th4. Breng met de gelijknamige hand de arm van de patiënt passief naar 160o en vervolgens van 160o naar 180o anteflexie.
Stel het bewegingspatroon van de cervicothoracale overgang vast. Observeer de verbale en non-verbale informatie van de patiënt betreffende de sensaties tijdens de uitvoering van de test. Informeer naar de waargenomen sensaties. Als de beweging van de eerste wervel waargenomen is wordt de vinger verplaatst
naar
de
onderliggende
wervel.
De
wijsvinger
van
de
onderzoekende hand wordt verplaatst van C7 naar de onderliggende processus spinosus tot en met Th4. Een alternatief is om de interspinale ruimten te palperen. De handeling wordt op minimaal drie niveau’s uitgevoerd: C7 - Th1, Th1 - Th2, Th2 – Th3. Let op eventuele thoracolumbale compensatie. Als de beweging passief van
160o naar 180o anteflexiestand wordt doorgevoerd dan zal een toename van
de druk tegen de wijsvinger worden waargenomen als gevolg van de cervicothoracale rotatie. Heeft men een rotatie van C7 kunnen constateren dan wordt de arm weer in 160o anteflexie gebracht. Vergelijk de bevindingen met de niet aangedane zijde. Herhaal de test minimaal drie keer naar tevredenheid. g. Het aantonen van een bewegingsbeperking door een verkorting van de weke delen aan de dorsale zijde van het glenohumeraal gewricht Doel van de test: De te onderzoeken arm wordt bewogen met als doel de beweeglijkheid van de schoudergordel te onderzoeken. De test is positief wanneer de scapula van de patiënt meebeweegt voordat 90o anteflexie is bereikt.
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
64
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
Uitgangshouding: De patiënt staat in spreidstand met ontbloot bovenlichaam, beide armen hangen ontspannen langs het lichaam. De therapeut staat in spreidstand aan de betreffende zijde lateraal van de te onderzoeken schouder. Uitvoering: Omvat
met
de
gelijknamige
hand
de
elleboog
in
ondergreep.
De
ongelijknamige hand legt de wijsvinger tegen de laterale zijde van de angulus inferior. Men mag tijdens de uitvoering de hand laten rusten op de thorax, maar zonder daarbij het bewegingsverloop te verstoren. Breng met de gelijknamige hand de arm van de patiënt passief naar 90o abductie en vervolgens naar 90o anteflexie. Stel het moment vast waarop de scapula mee naar voren beweegt. Observeer de verbale en non-verbale informatie van de patiënt betreffende de sensaties tijdens de uitvoering van de test. Informeer naar de waargenomen sensaties.
Vergelijk de bevindingen met de niet aangedane zijde. Herhaal de test minimaal drie keer naar tevredenheid. h. Beighton schaal(29) Als een therapeut zich afvraagt of een patiënt hypermobiel is of niet, kan er worden gewerkt met de Beighton-schaal. Door middel van een aantal simpele tests kan men scoren van 0 tot 9, om te kijken of iemand hypermobiel is. 1. De patiënt kan met gestrekte benen zijn/haar handen plat op de vloer zetten (1 punt);
2. De elleboog kan 10 graden of meer worden overstrekt (1 punt per elleboog); 3. De knie kan 10 graden of meer worden overstrekt (1 punt per knie); 4. De duim kan met hulp tegen de onderarm aangebracht worden (1 punt per arm);
5. De pink kan met hulp verder dan 90 graden naar achteren worden gebogen (1 punt voor elke hand). Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
65
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
IV. Stabiliteitstesten
a. HAT (hyper abductie test) Doel van de test: Het vaststellen van de lengte van het voorste deel van het lig.glenohumerale inferior. Door het uitvoeren van de test wordt een vergrote of verminderde bewegingsuitslag ten opzichte van de normale bewegingsuitslag van het
glenohumerale gewricht vastgesteld. Uitgangshouding:
De patiënt zit op een kruk. De therapeut staat achter de patiënt aan de aangedane zijde. Uitvoering: De therapeut omvat de elleboog, die in 90º flexie gehouden wordt, en voert in het frontale vlak abductie van de arm uit. Hierbij wordt met de ongelijknamige hand het acromion van de aangedane schouder van de patiënt gefixeerd, waardoor elevatie van het acromion tegengehouden wordt. De test is positief wanneer de bewegingsuitslag groter is dan normaal (105º) of als er een “apprehension” gedrag is van de patient. Er kan dan sprake zijn van een laesie van het voorste deel van het lig.glenohumerale inferior. Indien de bewegingsuitslag aan beide zijden groter is dan normaal dan is er sprake van hypermobiliteit. Deze hypermobiliteit kan leiden tot instabiliteitsklachten die zich uiten in subluxatie gevoelens of impingement klachten. Wanneer de beweging niet uitgevoerd kan worden tot de normale bewegingsuitslag, met een dreigende elevatie van het acromion, dan is er sprake van een bewegingsbeperking. Deze bewegingsbeperking wordt veroorzaakt door het voorste deel van het lig.glenohumerale inferior.
b. HRT (horizontale retroflexie test) Doel van de test: Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
66
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
Het vaststellen van de lengte van het van het lig.glenohumerale mediale. Door het uitvoeren van de test wordt een vergrote of verminderde bewegingsuitslag ten opzichte van de normale bewegingsuitslag van het glenohumerale gewricht vastgesteld. Uitgangshouding: De patiënt zit op een kruk, de therapeut staat achter de patiënt aan de aangedane zijde. Uitvoering:
De therapeut omvat de elleboog, die in 90º flexie wordt gehouden, en wordt de arm in het frontale vlak in 90º abductie gebracht. In deze positie wordt retroflexie van de arm uitgevoerd waarbij met de ongelijknamige hand het acromion van de aangedane schouder van de patiënt gefixeerd wordt, waardoor retractie van het acromion voorkomen wordt. De test is positief wanneer de bewegingsuitslag groter is dan normaal (10º 20º) of als er een “apprehension”gedrag is van de patient. Er kan dan sprake zijn van een laesie van het lig.glenohumerale mediale, die kunnen leiden tot instabiliteitsklachten. Indien de bewegingsuitslag aan beide zijden groter is dan normaal dan is er sprake van hypermobiliteit. Deze hypermobiliteit kan eveneens leiden tot instabiliteitsklachten die zich uiten in subluxaties of impingement klachten. Wanneer de beweging niet uitgevoerd kan worden tot de normale bewegingsuitslag, met een dreigende retractie van het acromion, dan is er sprake van een bewegingsbeperking. Deze bewegingsbeperking wordt veroorzaakt door het lig.glenohumerale mediale.
c. HRT in 90o exorotatie Doel van de test:
Het op rek brengen van de mediale band aan de voorzijde van het glenohumerale gewricht.
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
67
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
Uitgangshouding: De patiënt zit op een kruk. De therapeut neemt achter de patiënt plaats en brengt de schouder in 90o abductie en de elleboog in 90o flexie. Elevatie moet worden voorkomen. Uitvoering: De arm wordt vanuit de uitgangshouding geëxoroteerd (de onderarm gaat dus naar boven). Als pijnklachten optreden tussen de 0o en 15o rotatie is vermoedelijk een laesie aan betreffende band het probleem. Als teveel rotatie mogelijk is en wederom in de anamnese is gebleken dat regelmatige
subluxatie van het schoudergewricht optreedt, heeft men te maken met hypermobiliteit.
d. Test van Lanser Doel van de test: Een indruk te krijgen van de instabiliteit van de nekwervelkolom. Met deze test kan de instabiliteit van de laagcervicale wervelkolom worden getest. Uitgangshouding: De patiënt gaat rechtop op een kruk zitten. De therapeut staat achter de patiënt.
Uitvoering: Laat de patiënt een actieve dorsaalflexiebeweging in de CWK maken en vraag naar de symptomen. Laat de patiënt nu de wijsvingers onder lichte ventraalwaartse druk plaatsen ter hoogte van het segment waar de instabiliteit wordt verwacht. Laat de patiënt nu de dorsaalflexiebeweging
herhalen. Blijf dicht bij de patiënt staan in verband met symptomen als duizeligheid. Let op dat een zuivere dorsaalflexie wordt uitgevoerd. De test van Lanser wijst op een eventuele laxiteit van het voorste ligament aan de wervels wat uitstralingsklachten door een vernauwing van de zenuw teweeg kan brengen. Laxiteit van een ligament kan instabiliteit van een gewricht veroorzaken.
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
68
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
Stel vast of de symptomen veranderen bij plaatsing van de vingers. Controleer en observeer de spierspanning/afweerspanning, de bewegingsuitslag en het bewegingsverloop.
e. Flexie Provocatietest Doel van de test: Een indruk krijgen van de instabiliteit van de nekwervelkolom. Met deze test wordt de atalanta axiale anteriore instabiliteit getest. Uitgangshouding: De patiënt ligt in ruglig op de bank. De therapeut staat achter de patiënt bij het hoofdeinde. Uitvoering:
Omvat met de rechterhand het hoofd waarbij de pinkmuis op het achterhoofd wordt geplaatst. Plaats de rechterbovenarm of schouder tegen het voorhoofd van de patiënt. De linkerhand heeft duim en wijsvinger op de boog van C2 en fixeert de boog. Voer een ventraalflexie en een schuif naar dorsaal uit met het hoofd. Houd deze positie circa 20 á 30 seconden aan. Let op dat de flexie niet gepaard gaat met een rotatiecomponent. Stel vast of symptomen als hoofdpijn, misselijkheid en duizeligheid optreden. Controleer en observeer de spierspanning/afweerspanning, de bewegingsuitslag en het bewegingsverloop.
f. Passieve nekflexie Doel van de test: Het zenuwweefsel op mobiliteit en rekgevoeligheid onderzoeken. Voordat de rektest wordt uitgevoerd dient de cervicale regio op mobiliteit onderzocht te
zijn. Door deze beweging worden de dorsale zenuwstructuren in de cervicale en de cervicothoracale regio op rek belast. Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
69
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
Uitgangshouding: De patiënt ligt in ruglig op de bank. De therapeut staat in spreidstand aan het hoofdeinde van de bank. Vraag aan de patiënt het hoofd iets op te tillen. Uitvoering: Omvat met de rechterhand de cervicale wervelkolom vanaf dorsaal met het MCP II ter hoogte van C7. Omvat met de linkerhand het occiput met de wijsvinger ter hoogte van de linea nuchea superior. Voer met de linkerhand een korte flexie uit in de hoogcervicale regio en breng met beide handen de gehele cervicale wervelkolom in flexie. De beweging dient in het sagittale vlak plaats te vinden. Neem het eindgevoel op. Controleer en observeer de spierspanning/ afweerspanning en de bewegingsuitslag. Herhaal de test minimaal drie keer naar tevredenheid. Als specifieke schietende pijnen worden ervaren richting
de armen kan geconcludeerd worden dat de op rek gebrachte zenuw in de nekwervelkolom geïrriteerd is. Lokale pijn of pijn ter hoogte van de lumbale wervelkolom wijst op irritatie van de dura mater.
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
70
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
V. Cufftesten
a. Empty Can test Doel van de test: Het testen van de m.infraspinatus, waarvan de pees in de rotatorencuff ligt. Uitgangshouding:
De patiënt zit op een kruk. De therapeut zit voor of naast de patiënt. De patiënt strekt de arm en brengt deze in 90o anteflexie en lichte abductie. Uitvoering: De patiënt endoroteert zijn arm volledig. De therapeut geeft vanuit de uitgangshouding neerwaartse druk op de hand van de patiënt. De patiënt wordt nu gedwongen een kracht naar boven uit te oefenen.
De test is positief wanneer er pijn optreedt, soms al zonder weerstand van de therapeut. Met deze test krijgt men een beeld van de spierkracht van de m.infraspinatus. Bij het optreden van pijn is er een mogelijke irritatie van de pees van deze spier. Als de test positief is en bij herhaling van de weerstand in lagere anteflexie positie het testen niet of veel minder pijnlijk is, kan dit duiden op een inklemmingsprobleem van weke delen tussen het tuberculum
majus en het schouderdak: acromion en lig coraco-acromiale.
b. Belly Press test Doel van de test: Het testen van de m.subscapularis, waarvan de pees in de rotatorencuff ligt. Uitgangshouding: De patiënt zit op een kruk. Zijn bovenarm hangt naar beneden en zijn elleboog is in 90o flexie. De hand van de patiënt kan nu op de buik gelegd
worden.
Uitvoering:
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
71
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
De patiënt oefent een kracht uit naar zijn navel toe. De therapeut oefent een druk in tegengestelde richting uit. Met deze test krijgt men een beeld van de spierkracht van de m.subscapularis en de eventuele irritatie van de pees van deze spier. De test is positief wanneer de patiënt duidelijk minder weerstand kan geven vergeleken met de arm aan de gezonde zijde. Er kan sprake zijn
van een ruptuur van de m.subscapularis, indien er een uitwijkbeweging van de bovenarm naar retroflexie gemaakt wordt. Deze uitwijkbeweging verkleint de endorotatiehoek van de bovenarm. Bovendien worden op deze manier andere endorotatoren (m.latissimus dorsi, m.pectoralis major) ingezet om het gemis van de m.subscapularis te kunnen compenseren.
c. Omgekeerde Belly Press test Doel van de test:
Het testen van de m.teres minor, waarvan de pees in de rotatorencuff ligt. Uitgangshouding: De patiënt zit op een kruk. Zijn bovenarm hangt naar beneden en zijn elleboog is in 90o flexie. De hand van de patiënt kan nu op de buik gelegd worden. Uitvoering: De patiënt oefent een kracht uit van zijn navel af. De therapeut oefent een druk in tegengestelde richting uit. (dit is dus precies andersom in vergelijking met de belly press test). Met deze test krijgt men een beeld van de spierkracht van de m.teres minor en de eventuele irritatie van de pees.
d. Lift Off test Doel van de test: Het testen van de m.supraspinatus, waarvan de pees in de rotatorencuff ligt. Uitgangshouding:
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
72
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
De patiënt zit rechtop op een kruk, met de aangedane hand op zijn eigen heterolaterale schouder. De elleboog wordt een beetje omhoog gehouden. Uitvoering:
De therapeut werkt het omhoog gaan van de elleboog tegen, en de patiënt blijft een zo sterk mogelijke kracht met zijn elleboog omhoog uitoefenen. Met
deze
test
krijgt
men
een
beeld
van
de
spierkracht
van
de
m.supraspinatus en de eventuele irritatie van de pees.
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
73
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
VI. Neurologische testen
a. Wervelkolom compressietest CWK Doel van de test: Door druk uit te oefenen op het nekgedeelte van de wervelkolom de klachten provoceren. De test is positief wanneer typische klachten optreden. Uitgangshouding: De patiënt gaat rechtop op een kruk zitten. De therapeut staat achter de patiënt. Uitvoering: Plaats de handen met de vingers in elkaar op het hoofd van de patiënt en laat
de handwortels aansluiten aan de laterale zijde van het hoofd. De onderarmen rusten op de schouders van de patiënt. Voer rustig een axiale compressie uit op de CWK via het hoofd. Stel vast wat de symptomen zijn. In het geval van een positieve testuitslag kan men er van uitgaan dat het een centraal compressieprobleem ter hoogte van de CWK betreft. Controleer en observeer de spier-spanning/afweerspanning, de bewegingsuitslag en het bewegingsverloop. Herhaal de test minimaal drie keer naar tevredenheid.
b. Wervelkolom compressie test TWK Doel van de test: Door compressie (druk in lengterichting) van de wervelkolom vaststellen of dit de klachten verergert. De test is positief wanneer typische klachten optreden. Uitgangshouding: De patiënt gaat rechtop op een kruk zitten. De therapeut staat in schredestand achter de patiënt. Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
74
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
Uitvoering: Plaats beide handen op de schouders van de patiënt. Initieer de compressie door een druk in caudale richting. De compressie kan worden uitgevoerd met de wervelkolom in vermeerderde flexie of extensie. In het geval van een positieve testuitslag kan men er van uitgaan dat het een centraal compressieprobleem ter hoogte van de TWK betreft. Controleer of hiermee de klachten worden geprovoceerd. Herhaal de test minimaal drie keer naar tevredenheid.
c. M.Biceps Brachii reflex Doel van de test: Het testen van de bicepsreflex. De test is positief indien de flexiehoek van de
elleboog toeneemt. Uitgangshouding:
De patiënt ligt in ruglig op de bank met de armen langs de romp. De therapeut staat naast de bank. Uitvoering: Omvat met de gelijknamige hand de elleboog in ondergreep met de duim op de bicepspees. De duim wordt losjes op de pees geplaatst. Laat de onderarm tegen de eigen bovenarm rusten. Neem de reflexhamer in de ongelijknamige hand, tussen duim en gebogen wijsvinger. Sla vanuit een ontspannen polsgewricht op de eigen duim. Bij afwezigheid van dit reflex kan men een neurologisch probleem in het segment C5 – C6 verwachten. Controleer en observeer de contractie van de m.biceps brachii. Observeer de verbale en non-verbale informatie van de patiënt betreffende de sensaties tijdens de uitvoering van de test. Informeer naar de waargenomen sensaties. Bij onvoldoende reflexactiviteit dient de
patiënt diep te inspireren. Vergelijk de bevindingen met de niet aangedane zijde. Herhaal de test minimaal drie keer naar tevredenheid. Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
75
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
d. M.Triceps Brachii reflex Doel van de test: Het testen van de tricepsreflex. De test is positief indien de extensiehoek van de elleboog toeneemt. Uitgangshouding: De patiënt ligt in ruglig op de bank, met de schouder in lichte abductiestand en de onderarm rustend op de bank. De therapeut staat naast de bank. Uitvoering: Omvat met de gelijknamige hand de onderarm dicht bij de elleboog in ondergreep. Laat de onderarm op de eigen hand/onderarm rusten. Neem de reflexhamer in de ongelijknamige hand, tussen duim en gebogen wijsvinger. Sla vanuit een ontspannen polsgewricht op de pees van de m.triceps brachii. Bij afwezigheid van dit reflex kan men een neurologisch probleem in het segment C7 - C8 verwachten. Controleer en observeer de contractie van de m.triceps brachii. Bij onvoldoende reflexactiviteit dient de patiënt diep te inspireren. Vergelijk de bevindingen met de niet aangedane zijde. Herhaal de test minimaal drie keer naar tevredenheid.
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
76
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
e. Upper Limb Tension Test 1 Doel van de test: Het zenuwweefsel op mobiliteit en rekgevoeligheid onderzoeken. Door deze
bewegingscomponenten wordt met name de n.medianus op rek gebracht.
Voordat de rektest wordt uitgevoerd dienen schouder, elleboog en pols op mobiliteit te zijn onderzocht. De test is positief indien typische klachten optreden. Uitgangshouding:
De patiënt ligt in ruglig op de bank met de betreffende schouder aan de rand van de bank, de armen gestrekt naast de romp. De therapeut staat naast de bank. Uitvoering: Fixeer met de gelijknamige hand vanaf craniaal de schouder op de bank; de
vingers rusten op de behandelbank. Omvat met de ongelijknamige hand de hand van de patiënt vanaf palmair. De elleboog is 90o gebogen. 1. Breng de bovenarm tot 110o abductie, 90o extensie en 90o exorotatie. 2. Breng de onderarm in volledige supinatie en de pols en de vingers in extensie.
3. Extendeer de elleboog. Door de fixatie wordt de elevatie van de schouder voorkomen. Indien de schouder in elevatie wordt gebracht vermindert of verdwijnt de reksensatie. Neem het eindgevoel waar en controleer en observeer de spierspanning/ afweerspanning en de bewegingsuitslag. Vergelijk de bevindingen met de niet aangedane zijde. Herhaal de test minimaal drie keer naar tevredenheid.
f. Upper Limb tension Test 2a (plexus brachialis, gericht op n.medianus) Doel van de test:
Het zenuwweefsel op mobiliteit en rekgevoeligheid onderzoeken. Voordat de rektest wordt uitgevoerd dienen de schouder, elleboog en pols op mobiliteit onderzocht te zijn. Door deze bewegingscomponenten wordt met name de Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
77
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
n.medianus op rek belast. De test is positief indien typische klachten optreden. Uitgangshouding:
De patiënt ligt in ruglig op de bank met de betreffende schouder aan de rand van de bank; de betreffende onderarm op de buik, de andere arm gestrekt naast de romp. De therapeut staat in spreidstand naast de bank aan de betreffende zijde. Met de ongelijknamige heup tegen de schouder van de proefpersoon.
Uitvoering: De gelijknamige hand omvat de pols van de patiënt met de duim aan de radiale zijde en de vingers aan de ulnaire zijde. De ongelijknamige hand omvat de elleboog van de patiënt vanaf mediaal in ondergreep. Zorg dat de schouder niet naar elevatie gaat, in dit geval verdwijnt de reksensatie. Bewegingstraject: 1.Duw met de heup de schouder voorzichtig naar caudaal 2.Beweeg de bovenarm tot 10o abductie en extendeer de elleboog. 3.Breng de bovenarm in exorotatie en de onderarm in supinatie 4.Extendeer de pols, de vingers en de duim
5.Breng met beide handen de arm verder in abductie Neem
het
eindgevoel
spierspanning/afweerspanning
op. en
Controleer de
en
observeer
bewegingsuitslag.
Vergelijk
de de
bevindingen met de andere zijde. Herhaal de test minimaal drie keer naar tevredenheid.
g. Upper Limb tension Test 2b (plexus brachialis, gericht op n.radialis) Doel van de test:
Het zenuwweefsel op mobiliteit en rekgevoeligheid onderzoeken. Voordat de rektest wordt uitgevoerd dienen de schouder, elleboog en pols op mobiliteit
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
78
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
onderzocht te zijn. Door deze bewegingscomponenten wordt met name de n.radialis op rek belast. De test is positief indien typische klachten optreden. Uitgangshouding:
De patiënt ligt in ruglig op de bank met de betreffende schouder aan de rand van de bank; de betreffende onderarm op de buik, de andere arm gestrekt naast de romp. De therapeut staat in spreidstand naast de bank aan de betreffende zijde. Met de ongelijknamige heup tegen de schouder van de proefpersoon. Uitvoering: De gelijknamige hand omvat de pols van de patiënt vanaf lateraal in bovengreep. De ongelijknamige hand omvat de elleboog van de patiënt vanaf mediaal ondergreep. Zorg dat de schouder niet naar elevatie gaat, in dit geval verdwijnt de reksensatie. Bewegingstraject: 1.Duw met de heup de schouder voorzichtig naar caudaal. 2.Beweeg de bovenarm tot 10o abductie en extendeer de elleboog. 3.Breng de bovenarm in endorotatie en de onderarm in pronatie. 4.Flecteer de pols en de duim en beweeg de pols naar ulnairdeviatie. 5.Breng met beide handen de arm verder in abductie. Neem het eindgevoel op. Controleer en observeer de spierspanning/ afweerspanning en de bewegingsuitslag. Vergelijk de bevindingen met de andere zijde. Herhaal de test minimaal drie keer naar tevredenheid. Indien het rekgevoel aanwezig blijft (dorsale zijde onderarm), wordt dit veroorzaakt door het op lengte komen van de polsextensoren.
h. Upper Limb tension Test 3 (plexus brachialis, gericht op n.ulnaris) Doel van de test: Het zenuwweefsel op mobiliteit en rekgevoeligheid onderzoeken. Voordat de
rektest wordt uitgevoerd dienen de schouder, elleboog en pols op mobiliteit
onderzocht te zijn. Door deze bewegingscomponenten wordt met name de n.ulnaris op rek belast. De test is positief indien typische klachten optreden. Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
79
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
Uitgangshouding: De patiënt ligt in ruglig op de bank met de betreffende schouder aan de rand van de bank; de betreffende onderarm op de buik, de andere arm gestrekt naast de romp. De therapeut staat in spreidstand naast de bank aan de betreffende zijde. Uitvoering: Fixeer met de gelijknamige hand vanaf craniaal de schouder op de bank; de vingers rusten op de bank. Omvat met de ongelijknamige hand de hand van de patiënt vanaf palmair. De onderarm in bovengreep blijft in de
middenstand voor pronatie en supinatie. Zorg dat de schouder niet naar elevatie gaat, in dit geval verdwijnt de reksensatie. Bewegingstraject: 1.Breng de pols en vingers in extensie en de onderarm in supinatie 2.Flecteer de elleboog maximaal.
3.Druk de schouder in depressie. 4.Abduceer de bovenarm zo ver mogelijk. Neem het eindgevoel op. Controleer en observeer de spierspanning/ afweerspanning en de bewegingsuitslag. Vergelijk de bevindingen met de
andere zijde. Herhaal de test minimaal drie keer naar tevredenheid. Informeer naar de waargenomen sensaties.
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
80
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
VII. Vaattesten en zenuwvaatstrengtesten
a. Proef van Kleyn en Nieuwenhuyse Doel van de test: Het onderzoeken van de arteria vertebralis. Met deze bewegingscombinatie wordt de doorstroming van één a.vertebralis getest, door het lumen van de andere zoveel mogelijk te verkleinen. Uitgangshouding: De patiënt ligt in ruglig op de bank met het hoofd over de rand van de bank. De therapeut zit op een kruk aan het hoofdeinde van de behandelbank en ondersteunt het hoofd van de patiënt. Uitvoering: Omvat met beide handen het occiput waarbij de wijsvingers zich ter hoogte van de linea nuchealis bevinden en laat het hoofd in de handen rusten. Voer met beide handen een rechts posterior rotatie uit en breng vervolgens in dorsaalflexie. Houd deze stand twee minuten aan en vraag de patiënt de ogen open te houden.
Door één van de aa.vertebrali dicht te drukken, test men de doorstroom in de andere. Bij optredende typische klachten, kan men verwachten dat deze overzijde niet goed functioneert. Controleer en observeer de spierspanning/ afweerspanning en de nystagmus. Informeer naar de waargenomen sensaties in de eindpositie. Herhaal de test minimaal drie keer naar tevredenheid.
b. Test van Roos Doel van de test:
Het testen van de vaatzenuwstreng in de schouder. De test is positief wanneer binnen 15 seconden typische klachten optreden. De radialispols is dikwijls onveranderd. Er kunnen kleurverschillen in de handen optreden. In
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
81
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
98% van de gevallen gaat het bij een positieve test om irritatie van de plexus brachialis. Uitgangshouding:
De patiënt zit op een kruk met de schoudergordel in depressie en retractie. De bovenarmen staan in 70o abductie en de ellebogen in 70o flexie. De therapeut staat voor de patiënt. Uitvoering: De patiënt dient krachtig en langzaam met beide handen een vuist te maken en vervolgens uit te strekken. Dit herhaalt zich gedurende drie minuten.
Observeer de patiënt en diens bevindingen, informeer naar de waargenomen sensaties. Herhaal de test minimaal drie keer naar tevredenheid. Wanneer de test positief is, kan dit duiden op een TOS.
c. Proef van Eden Doel van de test: Het testen van de vaatzenuwstreng in de schouder. De test is positief wanneer typische klachten optreden. De test is met name gericht op de costoclaviculaire ruimte. Uitgangshouding: De patiënt staat in lichte spreidstand. De therapeut zit op een kruk aan de te onderzoeken zijde. De patiënt staat met één been tegen de therapeut. Omvat met de ongelijknamige hand de pols en palpeer de a.radialis met de gelijknamige hand omvat de hand van de patiënt. Uitvoering: Breng de schouder in retractie en depressie en laat de patiënt een heterolaterale lateroflexie maken. Vraag de patiënt diep te inspireren en deze vast te houden. Observeer de patiënt en controleer de a.radialis en de bevindingen van de patiënt. Informeer naar de waargenomen sensaties. Vergelijk de bevindingen Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
82
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
met de niet aangedane zijde. Herhaal de test minimaal drie keer naar tevredenheid.
d. Test van Wright Doel van de test: Het testen van de vaatzenuwstreng in de schouder. De test is positief wanneer typische klachten in de gehele extremiteit optreden. Bij deze test wordt met name de coracopectorale poort verkleind. Uitgangshouding: De patiënt zit op een kruk en de therapeut staat schuin achter de patiënt aan de te onderzoeken zijde. Omvat met de gelijknamige hand de pols van de patiënt en palpeer de a.radialis. Omvat met de ongelijknamige hand vanaf dorso-mediaal de ongelijknamige schouder van de patiënt. Uitvoering: Breng de arm aan de te onderzoeken zijde langzaam naar abductie-elevatie. Observeer de patiënt en diens bevindingen, informeer naar de waargenomen sensaties. Vergelijk de bevindingen met de niet aangedane zijde. Herhaal de
test minimaal drie keer naar tevredenheid. Indien de test positief is, wordt het het TOS veroorzaakt door een CCCS. Hierbij kunnen alle zenuwen uit de plexus brachialis aangedaan zijn.
e. Test volgens Adson Doel van de test: Het testen van de vaatzenuwstreng in de schouder. De test is positief wanneer binnen 25 seconden typische klachten optreden. Bij de rotatie naar de te onderzoeken zijde scharen de mm.scaleni over elkaar. Bij de rotatie naar de andere zijde contraheren de mm.scaleni. Door de inspiratie eleveert de eerste rib.
Uitgangshouding: Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
83
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
De patiënt zit op een kruk en de therapeut staat naast de patiënt aan de te onderzoeken zijde. Uitvoering:
De therapeut legt een hand op het hoofd van de patiënt zodat deze wordt gestimuleerd zich lang te maken. De therapeut palpeert met de homolaterale hand de radialispols. De patiënt haalt diep adem en houdt zijn adem vast. Vervolgens maakt de patiënt de nek zo lang mogelijk en roteert het hoofd naar links en naar rechts.
Observeer de patiënt en observeer diens bevindingen, informeer naar de waargenomen sensaties. Vergelijk de bevindingen met de niet aangedane zijde. Herhaal de test minimaal drie keer naar tevredenheid. Indien de test positief is, wordt het TOS veroorzaakt door een Scalenus-poort syndroom.
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
84
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
f. Handgreep van Naffziger Doel van de test: Een indruk krijgen van het effect van een drukverhoging van het centraal
zenuwstelsel, door een ader in de nekregio dicht te drukken. Door de
handgreep ontstaat een drukverhoging binnen de schedel en canalis vertebralis. Uitgangshouding: De patiënt ligt in ruglig op de bank en de therapeut staat naast de bank. Uitvoering: De therapeut plaatst duim en wijsvinger van de linkerhand op de vena jugularis links en rechts. Palpeer
zorgvuldig
de
vena
jugularis
ventraal
van
de
m.
sternocleidomastoïdeus. Zorg ervoor dat niet de a.carotis communis gecomprimeerd wordt.
Observeer de patiënt en diens bevindingen, informeer naar de waargenomen sensaties. Herhaal de test minimaal drie keer naar tevredenheid.
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
85
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
9. Samenvatting De opdracht voor deze beroepsopdracht hield in een adviesrapport te schrijven, waarin werd opgenomen welke testen valide en betrouwbaar genoeg zijn om met de reguliere disciplines in de fysiotherapie de werkzaamheid van de Traditionele Chinese Geneeskunde vast te stellen. We hebben hierbij gekozen voor de nek- en schouderregio, aangezien een overzicht van het gehele lichaam teveel tijd in beslag zou nemen. In het eindproduct is beschreven welke pathologieën belangrijk zijn om rekening mee te houden en welke onderzoeksstructuur nodig is om een goed fysiotherapeutisch onderzoek te doen. Dit resulteert in een overzichtelijk formulier waarop het gedane onderzoek kan worden vastgelegd. Tevens is een overzicht gegeven van de algemene en specifieke testen aan het
bewegingsapparaat van de nek- schoudergordel. Hierin is uitvoerig de werkwijze omtrent het onderzoek aan de nek en schouder beschreven, zowel de handvattingen als de onderbouwingen en interpretaties. Dit alles is beschreven in een zo eenvoudig mogelijke medische taal, vanwege de lezers die vaak geen medische achtergrond hebben, wat ook de reden is voor de aanwezigheid van een verklarende termenlijst. Het advies aan de Hwa To University luidt dat de beschreven stof zoveel mogelijk
in
het
lesprogramma
wordt
opgenomen,
om
een
goede
communicatie met de reguliere geneeskunde te bewerkstelligen. Als vervolgopdracht
wordt
aangeraden
het
gehele
bewegingsapparaat
te
beschrijven, inclusief het centraal neurologisch systeem. Dit zal dan kunnen resulteren in een studiehandleiding met betrekking tot deze stof, eventueel
ondersteund met professioneel beeldmateriaal. Uiteindelijk is het de bedoeling om met de opgedane kennis wetenschappelijk onderzoek te doen naar de effectiviteit van Traditionele Chinese Geneeskunde
Contact:
[email protected] [email protected]
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
86
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
10. Literatuurlijst 1.
Vorm en beweging, leerboek van het bewegingsapparaat van de mens. Bohn Stafleu Van Loghum, Houten/Diegem, 2000.
2.
Mink, A.F.J., ter Veer, H.J., Vorselaars, J.A.C.Th., Extremiteiten,
3.
4.
Lohman,
A.H.M.,
Functie-onderzoek en manuele therapie . Bohn Stafleu Van Loghum, Houten/Diegem, 1996. Winkel, D., Aufdemkampe, G., Orthopedische geneeskunde en
manuele therapie, Studenteneditie deel 2 Wervelkolom . Bohn Stafleu Van Loghum, Houten/Diegem, 2001. Praktisch verklarend zakwoordenboek geneeskunde . Van Goor Zonen, Den Haag, 1974. Coëlho,
M.B.,
der
Kendall, F.P., Kendall McCreary, E., Spieren, Tests en functies .
5.
Bohn Stafleu Van Loghum, Houten/Diegem, 2000. 6.
7.
van Kleef, M., Weber, W.E.J., Winter, F., Zuurmond, W.W.A.,
Handboek Pijnbestrijding . De Tijdstroom, Leusden, 2000.
Putz, R., Pabst, R., Sobotta, Atlas van de menselijke anatomie,
Deel 1 hoofd, hals, bovenste extremiteit. Bohn Stafleu Van Loghum, Houten/Diegem, 2000. Magee, D.J., Orthopedic Physical Assessment . W.B. Saunders
8.
Company, 1992.
Winkel, D., Onderzoek van de bovenste extremiteiten, , Bohn-
9.
Stafleu van Loghum, Houten/Diegem, 1993. 10.
Dr. Sofyan Rangkuti, Informatie uit het werkboek van de
eerstejaars van de opleiding Acupunctuur van de Hwa To University , Basisbegrippen . Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
87
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
11.
Van Praag, Acupunctuur. Uitgeverij Ankh-Hermes bv Deventer,
derde druk, 1977. 12.
Dr Felix Mann, Acupuncture, How it works and how it’s used
13.
Dr. Guido Fish, Chinese Therapie als geneeswijze voor de
14.
Conelly, D.M., Traditional Acupuncture: The law of the five
16.
Eichholz, H., Eindscriptie; Vergelijking van karakter en typologie
17.
Studiehandleiding en Reader; Traditionele Chinese Geneeswijzen.
18.
Ramaekers, S., Handreiking; Projectmatig werken . Instituut
today. Uitgeverij Pan Books, Londen, vierde druk 1988.
toekomst, Acupunctuur. Kruseman’s Uitgeverij BV, Den haag, 1978.
elements . Phd, M.Ac, Maryland, Columbia Prints, 1984. 15. Maciocia, G., De grondslagen van de Chinese geneeskunde. Satas, Brussel, 2003.
van de geneeswijzen, Oost en West . Soest, 1986.
HVAAM-401/03/0412 , Hogeschool van Amsterdam, 2004.
Fysiotherapie, Hogeschool van Amsterdam, HVAAM-401/03/1103, 2001.
19.
Transferpunt Vaardigheidsonderwijs, CD-ROM; Fysiotherapeu-
tische Tests, Deel 1 en 2 . Primavideo Maastricht, 2000.
Internet 20. http://lipscombclinic.com/sports/Articles/Anatomy/ShoulderInstability/shoulder1.htm 21. http://physio-net.com/reference/commonconditions/neckpain.htm 22. http://soojung99.pe.kr/soojung-80-%20anatomy.htm 23. http://swodeam.com/mto/mto7jan97.html 24. http://www.back-neck-injury.com/ 25. http://www.chiroweb.com/archives/13/11/16.html over whiplash Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
88
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
26. http://www.dcmsonline.org/jaxmedicine/1999journals/june1999/neckpain.htm 27. http://www.fysiostart.nl/vakinhoudelijkepagina.htm 28. http://www.fysiotherapiedaalmeer.nl/daalmeerfolders/schouder.html 29. http://www.human-anatomy.net/anatomy-shoulder-pictures.html 30. http://www.hypermobiliteitssyndroom.nl/html/beighton.htm 31. http://www.nismat.org/ptcor/neck/index.html 32. http://www.nismat.org/ptcor/thoracic_outlet/index.html 33. http://www.orthoinfo.org/category.cfm?topcategory=Neck 34. http://www.sarcoma.org/main.php?page=shoulder 35. http://www.spreekuurthuis.nl/themapag.html?thema=Chronische+pijn&hfdstk=8 36. http://www.weldoen.nl/schouder 37. http://www.wheelessonline.com/o11/119.htm
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
89
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
11. Index
Empty Can test...................................... 48
A Abductie ....................................35, 36, 37 actief bewegingsonderzoek ...................10
Actief bewegingsonderzoek...................33
Afkortingen ...........................................29
Anamnese................................................ 8
Anteflexie ........................................36, 37 Apprehensiontest ..................................39
arousal .................................................... 8 B
Beighton schaal .....................................43 Belly Press test.......................................48
Endorotatie...................................... 36, 37 excentrische krachttest ......................... 15 Exorotatie.............................................. 36
Extensie .......................................... 33, 34 F Flexie .............................................. 33, 34
Flexie Provocatietest ............................. 46 frozen shoulder....................................... 6 functie onderzoek ................................. 31
functieonderzoek .................................. 10 G
Bewegingen ...........................................25
Gebruiksaanwijzing onderzoeksformulier
bewegingsuitslagen ............................... 12
Gewrichten ............................................ 26
bewegingsbeperking schouder ..............43
Bijlagen..................................................30 Botstukken ............................................26
bursitis .................................................... 7 C cardiale klachten...................................... 7
claviculabeweging..................................41
.......................................................... 18
H Handgreep van Naffziger....................... 58 HAT....................................................... 44 hernia nucleus pulposus ......................... 5
horizontale retroflexie test.................... 44 houdingsafwijkingen ............................. 13
communicatie ........................................23
HRT ....................................................... 44
compressietesten...................................16
humeroscapulair ritme .......................... 11
compensatiebewegingen .......................15
concentrische krachttest........................15
Conclusie...............................................23 CRPS ........................................................ 6
cufftesten ..............................................10
Cufftesten..................................15, 32, 48 D Dead Arm Syndrom Test ........................39
Depressie.........................................35, 37 diagnoses ..............................................10
Discogene aandoeningen.......................30
Discogene Aandoeningen ........................ 5 dwarslaesie .............................................. 6
dysbalans ..............................................11 E eindgevoel .............................................11
Elevatie ............................................35, 37
HRT in 90o exorotatie ........................... 45
hyper abductie test ............................... 44
hypermobiliteit...................................... 13 I impingement........................................... 6 Inspectie ................................................. 9 instabiliteit .............................................. 8 instabiliteitsklachten ............................... 6
intake...................................................... 8
isometrische krachttest ......................... 15 K Kapselaandoeningen ......................... 6, 30
klachtgegevens ..................................... 18 krachtsverlies .......................................... 8 L
Lateroflexie ..................................... 33, 34
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
90
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
Lift Off test ............................................49
Literatuurlijst .........................................59 luxatie ..................................................... 6 M M.Biceps Brachii reflex ...........................51
M.Triceps Brachii reflex .........................51 mobiliteit ...............................................12
Mobiliteitstesten ........................12, 31, 39
sensibiliteit............................................ 16
specifieke testen ................................... 10
spierkracht ............................................ 14 Spierkrachttesten .................................. 14
Spierlengtetesten .................................. 13
Stabiliteitstesten........................ 13, 32, 44 statische krachttest ............................... 15
stress ...................................................... 8
Subacromiale Compressietest ............... 40
N
subluxatie ............................................... 6
Neurologische testen.................16, 32, 50
T
Nomenclatuur........................................24 notatie ...................................................18
Test van Lanser ..................................... 45
Test van Roos........................................ 55 Test van Wright ..................................... 56
O obstructies............................................... 5
Omgekeerde Belly Press test ..................49 Onderzoek.............................................10
Onderzoeksformulier............................. 18
opdrachtgever ......................................... 3 opdrachtnemers ...................................... 3
osteofyten ............................................... 5
Test volgens Adson............................... 57
Thoracic Outlet Syndrom......................... 7
Trauma’s........................................... 5, 30 tussenwervelschijven............................... 5 U Upper Limb Tension Test 1 ................... 52 Upper Limb tension Test 2a .................. 52 Upper Limb tension Test 2b .................. 53
P painfull arc ............................................11
Passief bewegingsonderzoek ...........11, 34 Passieve nekflexie..................................46
Pathologieën......................................5, 27 patiëntgegevens ....................................18
pijn .......................................................... 8
Proef van Eden.......................................56 Proef van Kleyn en Nieuwenhuyse..........55 protocol.................................................23
Protractie .........................................35, 37 R Retractie ..........................................35, 37 Retroflexie .......................................36, 38 Richtingen .............................................25
Rotatie .............................................33, 34 rotatie CWK............................................42
rotatorencuff ........................................... 6 S
Upper Limb tension Test 3 .................... 54 upper limb tension tests ....................... 16 V Vaattesten ....................................... 17, 32 Vaattesten en zenuwvaatstrengtesten ... 55 Verklarende termenlijst ......................... 24 Voorwoord .............................................. 3 W Wervelkolom ......................................... 26 Wervelkolom compressie test TWK ........ 50 Wervelkolom compressietest CWK......... 50 wetenschappelijk onderzoek ................. 23 whiplash.................................................. 6 Z zenuwvaatstrengtesten ......................... 32
zenuwwortelcompressies ...................... 30 Zenuwwortelcompressies ........................ 5
scapula alata............................................ 9 Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
91
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
92
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM
INSTITUUT FYSIOTHERAPIE
TREFWOORDENLIJST
VAN:
Bas Bons en Timo Schippers
DATUM/JAAR:
27 januari 2005
TITEL:
De Brug Tussen Oost en West
TREFWOORDEN: 1. Acupunctuur 2. Onderzoek nek- schoudergordel 3. Testbeschrijvingen 4. Traditionele Chinese Geneeskunde 5. Anamnese 6. Inspectie 7. Onderzoeksformulier 8. Bewegingsuitlagen 9. Bewegingsrichtingen 10.
Mobiliteit
11.
Stabiliteit
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
93
De Brug tussen Oost en West Bas Bons en Timo Schippers
12.
Cufftesten
13.
Neurologisch Onderzoek
14.
Vaattesten
15.
Actief / Passief Bewegingsonderzoek
16.
Reguliere geneeskunde
Beroepsopdracht Traditionele Chinese Geneeskunde 2004 / 2005
94