Verhalen rondom de heerd Sagen en legenden uit Vierhouten
door W.D. van den Top Vroeger, in een tijd waarin radio's en televisie's nog niet bestonden, werden er 's avonds rondom het haardvuur (de heerd) vaak verhalen verteld die al generaties lang doorverteld waren. De verhalen gingen vaak over markante plekken in het landschap zoals heuvels, kuilen, bomen. Veel van deze verhalen komen uit een tijd waarin men nog niet kon verklaren hoe bepaalde dingen ontstaan zijn. Bijgeloof is hierin een belangrijke factor en de verhalen gaan dan ook vaak over de Duivel, aardmannen, kabouters, heksen, dwaallichten en ander sprookjesachtig gespuis. Helaas zijn in de loop der tijd veel van dit soort verhalen verloren gegaan. Mensen zoals Jac. Gazenbeek, Gust. van der Wall-Perné, Jan L. de Boer en nog enkele anderen hebben gelukkig veel van deze verhalen opgetekend en zodoende voor het nageslacht bewaard. Bekende verhalen over de Veluwe zijn b.v. die over het ontstaan van het Uddelermeer, het verzonken klooster in het Solse Gat en de Rookende Berg te Nunspeet. Ook Vierhouten kent een aantal sagen en legenden, die bij het grote publiek niet of nauwelijks bekend zijn. In dit artikel komen er enkele aan bod. Booneberg De bekendste heuvel van Vierhouten is wel de "Booneberg", vernoemd naar de familie Boone die rond 1900 in het boerderijtje boven op deze heuvel woonde. De "Booneberg" ligt in de weg naar Elspeet, net buiten de dorpskom van Vierhouten.
De Booneberg in de jaren 40.
Merkwaardig aan deze heuvel is dat bloemen en planten die op de hoogte groeien het zeer goed doen. Dit is vreemd, aangezien deze hoogte een voormalige heideheuvel is, waar men een onvruchtbare dorre grondlaag zou verwachten. De oorzaak dat de flora op deze heuvel toch zo rijkelijk wil bloeien ligt diep in de grond. In de "Booneberg" bevindt zich een groot ondergronds meer. Bij dit meer wonen de Zwartbaardkabouters die er een kolenvuur stoken. De kolen die uit dit vuur komen worden na afkoeling goudklompjes. De warmte van het vuur en het water in de berg zorgen voor een ideaal klimaat voor de planten en bloemen die groeien op de flanken van de heuvel. Het "Zonnehuisje" dat op de "berg" staat was vroeger niet voor niets bekend om zijn weelderige bloementuin. 64
MOTHOEK - 2005
Heilig Huis Wanneer men de weg Vierhouten-Gortel volgt, dan ligt er even voorbij het wildrooster, aan de linkerkant, een bosgebied met de bijzondere naam "Heilig Huis". Lang geleden woonde er vlak bij die plek de vrome kluizenaar Johannes van den Woude. Hij wilde graag een kerk bouwen, maar had te weinig geld. Hij wilde daarom geld in gaan zamelen, maar stierf voordat hij zijn plannen ten uitvoer kon brengen. Hij was humoristisch van aard en had daardoor de gave mensen in nood en ziekte blij en opgewekt te stemmen. Toen hij weer eens terug kwam van een bezoek aan een ziek persoon kwam hij houthakker Bieleman uit Vierhouten tegen die hem om hulp vroeg. Deze man was heel arm en kon hierdoor moeilijk voor zijn vrouw en kinderen zorgen. Nu had "Blauw Garrit", beter bekend als de Duivel, hem het aanbod gedaan zijn gezin voor de rest van hun leven genoeg geld te leveren, in ruil voor de ziel van Bieleman. De houthakker wist niet wat hij hiermee aan moest en vroeg de kluizenaar om hulp. Tot verbijstering van de houthakker adviseerde de kluizenaar hem dit te doen. "Ik zal de Duivel wel opwachten als hij weer langs komt", zei de kluizenaar. Toen de Duivel weer opdook trof deze dan ook de kluizenaar aan. Deze vertelde hem tot zijn verbazing dat de houthakker zijn ziel wel wilde opofferen. De duivel zag handel en vroeg de kluizenaar of deze soms ook zijn ziel wilde verkopen. "Waarom ook niet", zei deze. "Maar dan op één voorwaarde: zolang er bladeren aan de beukenhagen zitten krijg je onze zielen niet". De Duivel vond dit prima want de herfst zou over zo'n 4 a 5 maanden beginnen, en dan vallen de bladeren immers. Hij dacht dat de kluizenaar en houthakker gek waren geworden. Toen houthakker Bieleman van de afspraak hoorde verkeerde hij in doodsangst, wat had hij nu aan geld, met nog maar een paar maanden te leven! Johannes de kluizenaar lachte en zei: "Ik heb de Duivel mooi beet genomen. Weliswaar verliezen beukenbomen hun bladeren in de herfst, maar aan de beukenhagen zit in de lente altijd nog bruin blad. Tegen de tijd dat dit afvalt, komen de nieuwe bladeren al weer aan de hagen. De hagen zijn dus nooit zonder blad!" De Duivel kreeg geen van beide zielen en begreep dat hij zich vergist had in de kluizenaar. Door het contract was hij gedwongen de houthakker en zijn gezin de rest van hun leven van geld te voorzien. Johannes van den Woude werd begraven in het bosgebied dat later de naam "Heilig Huis" kreeg. De beuken rondom zijn graf groeiden hoog op en deden denken aan een soort van "kathedraal". Zo kreeg Johannes toch nog zijn kerk. Hoogst merkwaardig was dat in dit bosgebied vaak een roze schijnsel te zien was op de plek waar de kluizenaar werd begraven. De naam "Heilig Huis" verwijst naar deze "natuurkerk". Door de kap van bomen ziet het gebied er tegenwoordig heel anders uit. Reuzenheuveltje, Vier Mudden en 't Hol Achter de huizen die aan het eind van de Niersenseweg liggen, ligt een bosgedeelte dat op oude kaarten staat aangegeven als "'t Hol". Volgens de overlevering zou daar vroeger een reus gewoond hebben, hier komt de naam dan ook vandaan. Deze reus heeft eens vlakbij zijn huis zijn klompen uitgeschud waarin wat zand terecht was gekomen. Op deze plek midden in de weilanden ligt nog altijd een heuveltje, begroeid met eiken. Dit heuveltje kan men vanaf de Gortelseweg aan de linkerkant zien liggen wanneer men van Vierhouten richting Gortel rijdt. Het heuveltje draagt de toepasselijke naam "Reuzenheuveltje". Eens zag de reus een boer de akkerlanden rondom het heuveltje omploegen met MOTHOEK - 2005
65
een ploeg. De reus had nog nooit zoiets gezien en vroeg de boer wat hij aan het doen was. Deze vertelde hem dat hij daarmee de grond los maakte om rogge te zaaien. De reus wist niet wat rogge was en de boer legde hem uit dat dat uiteindelijk gebruikt werd om brood van te maken. De reus dacht eens na en vond de boer met zijn ploeg en paard een leuk stuk speelgoed voor zijn dochter. Hij greep de boer vast en wilde hem meenemen naar "'t Hol". De boer protesteerde hevig en vroeg de reus hem te laten gaan. De reus vond dat daar wat tegenover moest staan en sprak met de boer af dat hij hem vier mudzakken vol rogge zou leveren. Toen de oogsttijd was aangebroken kwam de reus naar de boer toe, die al vier mudzakken voor hem klaar had staan. De reus lachtte spottend en zei: "Ik heb mijn eigen mudzakken mee gebracht, vul die maar volgens onze afspraak!" De boer schrok enorm want reuzen zijn nou eenmaal vele malen groter dan mensen en de door hem mee gebrachte mudzakken waren dan ook reusachtig groot. De boer moest al zijn rogge afgeven en nog had hij niet genoeg. Gelukkig waren zijn buren bereid hem iets van hun voorraden te lenen. Tevreden ging de reus op pad met zijn buit en bleef staan bij het "Reuzenheuveltje". Van het zaaien had hij geen verstand, want hij bedekte met de inhoud van één zak een stuk grond met een dikke laag rogge. Er kwam van zijn oogst dan ook weinig terecht.
Het Reuzen heuveltje anno 2005.
Het stuk grond waarop de reus de mudzak had leeg gegooid was qua grootte een kwart van het gebied dat op oude kaarten aangegeven staat als "De Vier Mudden". Dit gebied kan men vinden aan de linkerzijde van de Gortelseweg, komende uit de richting Vierhouten. Het gebied beslaat grofweg het gedeelte tussen de zandweg naar de "Klinkenberg" en de huizen aan de Gortelseweg 73-75. Achter deze huizen ligt het bosgebied "De Vier Mudden". Fransman en Kerkhof Wanneer men vanuit Vierhouten naar Gortel gaat, dan stijgt de weg zodra men in het Vierhouterbos komt. Daar waar de weg weer afdaalt, ligt links een gebied dat 66
MOTHQEK - 2005
bekend staat als de "Fransman". Eens moet hier een Frans soldaat op zijn paard hebben gereden. Hij had nogal wat op zijn kerfstok en was op de vlucht. Hij was zo onverstandig de Duivel om hulp te roepen in ruil voor zijn ziel. Kort nadat hij dit deed zonk hij met paard en al weg in de grond. Als men goed luistert, met het oor op de grond, kan men nog altijd het hoefgetrappel van het paard horen. Overigens kent ook het "Ruitergat" tussen Wiesel en Hoog-Soeren een dergelijk verhaal. Ook hier zou een Fransman te paard "verzonken" zijn. Even verderop ligt een diepe kuil net naast de weg. Deze kuil heet in de volksmond "BommelskuN" (zie foto), maar werd vroeger ook wel Beemans- of Boerboomkuil genoemd. De namen "Bommels", "Beemans" en "Boerboom" zijn allemaal afleidingen van het woord "Boeman", een verwijzing naar de Duivel. Het bosgebied een eindje verderop ten noordoosten van deze kuil heet (Paarde)kerkhof en verwijst naar het verhaal van de Fransman.
fckcS® Geknielde Man, Bommelskuil, Davidsboom, Duivelsbos, Buntmanskop Jarenlang stond er in het Vierhouterbos een markante boom die de naam "Geknielde Man" droeg. De boom had twee dikke takken die als armen omhoog stonden en leek op een geknielde persoon, met benen en voeten achterwaarts en bemoste schoenen in de grond. Deze bezienswaardigheid moet ongeveer daar gestaan hebben kort voor het punt waar de Lankertsweg de grintweg naar het "Boschhuis" kruist. In vroeger tijden was de Bommelskuil een plaats waar erediensten, rechtspraak en Maalmannenzittingen werden gehouden. Later werd het een plek waar zich velerlei gespuis ophield, de rovers hadden hier hun hoofdkwartier. Ooit is er de rover en zigeuner David tegen een boom dood geschoten. Die boom, aan de rand van de "Bommelskuil", groeide uit tot een enorm exemplaar en heette nog vele jaren lang "Davidsboom". De boom is allang verdwenen, maar de geest van David schijnt er nog altijd rond te spoken. In de dagen dat de rovers rond Vierhouten berucht waren, woonde bij de "Bommelskuil" de roverhoofdman Buntman. Deze Buntman was een broer van de beruchte herbergier Buntman uit Nunspeet. Over deze Buntman, die de herberg MOTHOEK - 2005
67
"De Trompet" aan de Harderwijkerweg runde, gaat het bekende verhaal van de "Rookende Berg" in Nunspeet. De Vierhouter Buntman was al geen haar beter dan zijn broer en had zelfs zijn ziel aan de Duivel verkocht. In ruil daarvoor waarschuwde de Duivel Buntman als er argeloze reizigers, die de moeite van het beroven waard waren, over de wegen rondom Vierhouten trokken. Buntman was een meedogenloze man die zijn slachtoffers met één klap op hun hoofd dood sloeg. De meeste reizigers die door hem beroofd werden brachten het er dan ook niet levend vanaf. Buntman was zo gevreesd dat de boeren niets durfden te ondernemen en dus kon geen reiziger veilig over de wegen rond Vierhouten trekken. Regelmatig kwamen er die dagen in de Veluwse dorpen vioolspelers langs om vioolmuziek te maken voor de dorpelingen om zo een centje bijeen te sprokkelen. Enkele van deze vioolspelers hadden de macht om met hun viool bepaalde tonen te laten klinken die mensen en dieren deed verstijven. Eén van deze vioolspelers, nogal klein van stuk, had op dit gebied een grote bekendheid verworven en de Vierhouters vroegen hem dan ook om hulp toen hij weer in Vierhouten kwam. Ondanks zijn kleine postuur durfde hij het wel op te nemen tegen de uit de kluiten gewassen Buntman. De speelman volgde de oude weg van Vierhouten naar Gortel (de Lankertsweg, thans grotendeels verdwenen) door het dichte bos. Hij droeg flink wat goud bij zich en uiteraard lichtte de Duivel de hebberige Buntman hierover in. Buntman sprong op de weg en vroeg de vioolspeler om zijn goud. Deze smeekte hem in leven te laten, maar daar had Buntman geen oren naar. De vioolspeler vroeg hem om een gunst voordat Buntman hem zou doden. Hij wilde graag nog eenmaal viool spelen. Buntman stemde hierin toe. Vrijwel meteen nadat de vioolspeler begon te spelen voelde Buntman zijn krachten wegvloeien en hij verstijfde over zijn hele lijf. De vioolspeler dwong hem zijn handen in de lucht te steken en op zijn knieën neer te knielen. Buntman had de kracht niet om te weigeren en moest wel gehoorzamen. "Beuk zul je zijn!" snauwde de vioolspeler. Prompt veranderde de knielende Buntman in een enorme beuk met de armen als takken omhoog en bemoste schoenen in de grond. Kort na dit voorval verscheen de Duivel en stoof driftig op Buntman af. Hij zou de ziel van Buntman krijgen, maar hoe moest dit nu, nu hij een beuk geworden was? De vioolspeler zei dat hij zich niet zo druk moest maken, de ziel zat immers in de kop van de beuk? De Duivel gaf hem gelijk en sloeg met een enorme klap de grote kop uit de beuk om deze mee te nemen naar het Duivelsbos waar hij meestal vertoefde. Het Duivelsbos ligt een paar honderd meter noordoostelijk van de "BommelskuN", dat was dus een flinke tocht met zo'n zware beuken kop. Net achter de "BommelskuN" werd het de Duivel te zwaar. Hij perste de ziel uit de kop 68
MOTHQEK - 2005
en wierp deze weg. Het bosgedeelte waar hij dat deed kreeg later de naam "Buntmanskop". Zo komt het dat de beuk, later bekend geworden als "De Geknielde Man" (zie foto) er uitzag als een knielende menselijke gestalte met de armen omhoog waarvan echter het hoofd ontbrak. De boom zelf stond op een walletje naast de weg. Vele jaren was het een bekende toeristische attractie maar ook bomen hebben niet het eeuwige leven. De boom is verdwenen, het verhaal waarom deze boom zo'n wonderlijke naam had blijft. Wie snel rijk wil worden moet eens in de "BommelskuN" gaan graven. Volgens het oude rijm dat door overlevering is blijven bestaan kan men er goud vinden: "Alleen hij, die, bij volle maan, het goud weet uit te spitten. En daarbij zwijgen kan, zal het bezitten!". Velen hebben het echter al geprobeerd en hebben ook daadwerkelijk een kist met goud gevonden. Zodra men echter wat vindt gooit de Duivel de afschuwelijke doodskop van Buntman in de kuil, een knappe jongen die dan geen kreet van afschuw uitslaakt. Promp verdwijnt hiermee de zojuist opgegraven goudkist. Slechts een enkeling doorstaat deze eerste proef en kan de kist ook daadwerkelijk uit de kuil halen. "Blauw Gerrit" (de Duivel) gaat vervolgens echter op de kist zitten, overigens onzichtbaar voor de mensen, waardoor deze loodzwaar wordt. Tillen is dan haast onmogelijk, waardoor men uiteindelijk in woede uitbarst en een kreet slaakt. Ook dan verdwijnt de kist. Overigens haalt de Duivel ook regelmatig een dergelijk geintje uit op de "Hooge Duvel", een heuvel in de grintweg Elspeet-Echoput. Is het u al eens opgevallen dat het daar nogal zwaar fietst? Geen wonder, "Blauw Gerrit" haalt dan een geintje met u uit. Althans zo gaat het verhaal. Honne Preut en Kinderhegge Vlak voor de grens waar het Vierhouterbos overgaat in het Gortelsebos, even voor het rooster, ligt aan de rechterkant, komende vanuit Vierhouten, een bosgebied met de naam "Kinderhegge". Achter de "Kinderhegge" ligt een heuvelachtig bosgebied met de zonderlinge naam "Honne Preut". Lang geleden moet er in dit gebied een mensenschuw kruidenvrouwtje hebben gewoond die Hanna heette. Toen zij nog jong was schijnt ze erg preuts geweest te zijn. Men gaf haar destijds dan ook de bijnaam "de Preutse Hanna", later verbasterd tot "Honne Preut". Zij hield veel van kinderen en had een geheim recept voor een kruidendrank waarmee zij zwakke kinderen kon versterken. Velen wisten de weg naar haar hut dan ook te vinden. Waarschijnlijk komt daar de naam "Kinderhegge" vandaan. Dit zijn enkele van de bekendste sagen en legenden over Vierhouten, maar er zijn er ongetwijfeld nog veel meer geweest. Zo moet er nog een legende zijn die vertelt over een herberg die bij het ven de "Ossenkolk" gestaan zou hebben. Ook van de zogenaamde "Kastanjegroep met de Zodenbanken" in het Vierhouterbos zou er een verhaal bestaan hebben. Kent u één van deze verhalen of misschien nog andere, wilt u dan contact opnemen met één van de redactieleden, zoals genoemd in de colofon achterin deze Mothoek. Of een E-mail sturen naar:
[email protected]. Wij zijn erg benieuwd naar uw reacties. Bronnen: Oude kaarten en WV-gidsen van Vierhouten uit de jaren 40 en 60. Noord-Veluwse Vertellingen en Geheimenissen - Jan L. de Boer (Ie druk 1954) Foto's: Privé-collectie W.D. van den Top, Vierhouten MOTHOEK - 2005
69