De binnenlandse veiligheidstaken van de Nederlandse krijgsmacht Michiel de Weger
2006 Vanfeorcum
Inhoud
Voorwoord IX Lijst van afkortingen XI Lijst van tabellen XIV 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Algemene inleiding 1 Aanleiding voor het onderzoek 1 Probleemstelling van het onderzoek 5 Afbakening van het onderzoeksterrein 6 Methode van onderzoek 10 Verdere indeling 18
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9
Taken en organisatie van de krijgsmacht De krijgsmacht: een definitie 20 De Nederlandse krijgsmacht 21 Koninklijke Marine 24 Koninklijke Landmacht 26 Koninklijke Luchtmacht 28 Koninklijke Marechaussee 29 Commando Diensten Centra 30 Centrale Organisatie 31 Conclusie 32
3 3.1 3.2 3.3 3.4
Binnenlandse veiligheidstaken van de krijgsmacht Enkele opmerkingen vooraf 34 Binnenlandse veiligheid: een definitie 37 Marginale binnenlandse veiligheidstaken 42 Belangrijke binnenlandse veiligheidstaken 46 3A.1 Verzamelen en delen van inlichtingen 48 3.4.2 Bewaking van defensieterreinen 51 3A.3 Brandbestrijding 53 3AA Explosievenopruiming 55 3A.5 Bijzonderebijstand 58 3A.6 Bijstand door de krijgsmacht 62
20
34
VI
3.5
3.6 3.7
3.8 4 4.1
4.2
4.3 5 5.1
5.2 5.3
DE BINNENLANDSE VEILIGHEIDSTAKEN VAN DE NEDERLANDSE KRIJGSMACHT
De belangrijkste binnenlandse veiligheidstaken 65 3.5.1 Beveiliging defensieobjecten, Koninklijk Huis en De Nederlandsche Bank 67 3.5.2 Politietaak voor Defensie 70 3.5.3 Handhaving vreemdelingenwetgeving 73 3.5.4 Bijstand door de Koninklijke Marechaussee 77 3.5.5 Politietaak op burgerluchtvaartterreinen 82 3.5.6 Opsporing 84 3.5.7 Persoonsbeveiliging, arrestatie en observatie 85 Kenmerken van de binnenlandse veiligheidstaak van de krijgsmacht 85 Verklaringen voor taaktoedeling 89 3.7.1 Verklaringen uit algemene literatuur 89 3.7.2 Verklaringen voor acht beslissingen 93 3.7.3 Conclusie 102 Selectie van besluitvormingscasus voor verder onderzoek 104 De oprichting van de Nationale Reserve 110 De regering kiest niet tussen politie en krijgsmacht 110 4.1.1 Alleen eenheden onder controle van de regering 111 4.1.2 Initiatieven voor een reservepolitie 113 4.1.3 De oprichting van de Nationale Reserve 116 4.J.4 Besluitvormingindeministerraad 118 4.1.5 In de Nationale Reserve deelnemende en concurrerende organisaties 120 Weinig aandacht in het parlement 127 4.2. J Extra eenheden voor openbare ordehandhaving 128 4.2.2 Eenkortetoelichtingop de oprichtingvan de Nationale Reserve 130 Conclusie 131 De Explosievenopruimingsdienst op civiel terrein 133 Een langdurige kwestie tussen Defensie en Binnenlandse Zaken 133 5.1.1 Binnenlandse Zaken wil van de ruimingstaak aj 134 5.1.2 Defensie kanl de ruiming nog niet overnemen 136 5.1.3 De NAVO als aanleiding om de kwestie weer te bespreken 138 5.1 A De overdracht van de conventionele ruiming aan de EOD 140 5.1.5 Gaat de politie zeljlED's ruimen? 143 5.1.6 Een chaotische situatie 145 5.1.7 Defensie houdt de boot af 147 5.1.8 Binnenlandse Zaken laat de tijd voor zieh werken 150 5.1.9 DeEODkrijgtdelED-taak 152 5.1.10 Eormalisering door de ministerraad 154 Een nauwelij ks betrokken parlement 156 Conclusie 157
INHOUD
6 6.1
6.2
6.3
6.4 7 7.1
7.2
7.3
VII
De oprichting van de Bijzondere Bijstandseenheden 159 De regering kiest voor de krijgsmacht 160 6.1.1 De Koninklijke Marechaussee krijgt als eerste de kans 160 6.1.2 Defensie moet uitkomst bieden 163 6.1.3 Besluitvorming in en na de ministerraad 165 6.1.4 DeuitwerkingdoordeASTA 167 6.1.5 De kritiek van de Vereniging Nederlandse Gemeenten 171 6.1.6 Verzet binnen de krijgsmacht 173 6.1.7 De politie wil de taak terug 175 6.1.8 Civiele weerstand tegen de BSB 177 6.1.9 Aanhoudende onduidelijkheid over de BSB 179 Het parlement wordt vooral geinformeerd 181 6.2.1 Snelle maatregelen van de regering 181 6.2.2 Enige discussie tussen regering en parlement 182 De enige optie voor de besluitvormers 185 6.3.1 De departementen willen een oplossing 186 6.3.2 De politie vindt zichzelf geen alternatief 188 6.3.3 Alleen de krijgsmacht is geschikt 189 6.3.4 Het Korps Mariniers onder druk 191 6.3.5 Een permanente taak voor de krijgsmacht 195 6.3.6 WasdeBSBbedoeldalsBBE? 196 6.3.7 Geen bezwaren in de Tweede Kamer 198 Conclusie 199 De Koninklijke Marechaussee wordt de politie op Schiphol 202 Onderhandelingen tussen Defensie, Justitie en Binnenlandse Zaken 202 7.1.1 De Koninklijke Marechaussee ziet een kans 203 7. J .2 Defensie zet in 205 7.1.3 Defensie en Binnenlandse Zaken worden het eens 209 7.1.4 Schiphol niet bij Amsterdam 211 7. J. 5 Discussie binnen Defensie 212 7.1.6 Een briefwisseling tussen ministers 214 7.1.7 Een ministerraad en een misverstand 216 7.1.8 De hele politietaak naar de Koninklijke Marechaussee 218 Een langdurig en intensief debat in het parlement 220 7.2.1 De Koninklijke Marechaussee mag niet krimpen 221 7.2.2 CDA enPvdAzijn voor 222 7.2.3 Verzet in de Tweede Kamer 225 7.2.4 De regering zet door 231 7.2.5 De Eerste Kamer gaat vlot akkoord 235 Justitie speelt de centrale rol 238 7.3.1 Voorwaardelijke steun van de andere delen van Defensie 239 7.3.2 Justitie wil het gezaghouden 241 7.3.3 Dubbele winst voor de Koninklijke Marechaussee 244
VIII
7.4 8
DE BINNENLANDSE VEILIGHEIDSTAKEN VAN DE NEDERLANDSE KRIJGSMACHT
7.3.4 Binnenlandse Zaken in een bijrol 246 7.3.5 Een kleine rol voor andere ministers 248 7.3.6 Het Korps Rijkspolitie wil de taak houden 249 7.3.7 Het KLPD en Amsterdam-Amstelland als alternatieven 251 7.3.8 Zes belangrijke verklaringen voor de keuze 257 7.3.9 De ruzie tussen ambtenaren van justitie en Defensie 263 7.3.10 Een pragmatische beslissing 268 7.3.11 De Koninklijke Marechaussee wil Schiphol en MTV 271 7.3.12 Een belangrijke rol voor de Tweede Kamer 272 Conclusie 273
8.4
De Koninklijke Marechaussee gaat mobiel vreemdelingen controleren 276 De regering wil marechaussees houden 276 8.1.1 Onenigheid over de precieze inzet 277 8.1.2 Defensie wil liever Schiphol 280 8.1.3 Defensie wil ook vreemdelingentoezicht 282 8.1.4 Justitie gaat overstag 286 8.1.5 Omzetting van bijstand in een eigen taak? 289 8.1.6 Een plotselinge kans voor de Koninklijke Marechaussee 291 8.1.7 MTV en binnenlands vreemdelingentoezicht? 295 8.1.8 De douane wil ook een nieuwe taak 298 Het parlement dringt aan op nieuwe taken 302 8.2.1 Brede steun voor vervanging van de grensbewaking 302 8.2.2 Vroege tegenstand van links 304 8.2.3 De Koninklijke Marechaussee gaat eerst bijstand leveren 305 8.2.4 Suggesties voor andere taken 309 8.2.5 Een plotselinge mededeling van de regering 310 8.2.6 De douane verliest een slag 312 Eensnelle beslissing over een nieuwe taak 313 8.3.1 In het belang van de Koninklijke Marechaussee en Justitie 314 8.3.2 Weinig alternatieven 318 8.3.3 Ervaring, beschikbaarheid en aansturing zijn doorslaggevend 320 8.3.4 De Koninklijke Marechaussee biedtuitkomst 321 8.3.5 Geen grote rol voor het parlement 324 Conclusie 325
9
Algemene conclusie
8.1
8.2
8.3
328
Summary 342 Literatuurlijst 349 Geraadpleegde tijdschriften 363 Doorzochte archieven 364 Lijst van geinterviewde personen 366