HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING TWEEMAANDELIJKS MEI/JUNI 2004 NR 3
P308613
De Belgische ontwikkelingssamenwerking
Europa 25 landen
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Verantw. Uitg.: Martine Van Dooren, Karmelietenstraat 15 – B-1000 Brussel - Afgiftekantoor Brussel X
in Niger
© Photo News / D. Lebrun
In dit nummer
D I M E N S I E3
HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Directe bilaterale samenwerking Indirecte bilaterale en multilaterale samenwerking en het Belgisch Overlevingsfonds
3 4 5
In Niger heeft de armoede een vrouwelijk gezicht
6
In het spoor van Prinses Mathilde door Niger
8
Tien jaar na de conferentie van Caïro…
12
De uitbreiding van de Europese Unie
14
Nieuw logo !
16
Foto omslag : Peul-vrouw. © X.Van der Stappen
© X.Van der Stappen
De Belgische ontwikkelingssamenwerking in Niger
© X.Van der Stappen
Editoriaal idden jaren zeventig van de vorige eeuw werd Niger vertrappeld door drie apocalyptische ruiters: droogte, hongersnood, watertekort. Het land kroop overeind, maar de aloude dreigingen blijven: te veel zon, te veel woestijn, te weinig water.Volgens de ontwikkelingsindex van de Verenigde Naties is Niger, hartje Sahel, op Sierra Leone na, het armste land ter wereld. Doodarm, dat wel, maar ontroerend mooi, met een diepgewortelde gastvrijheid, een bij ons te weinig gekende eeuwenoude cultuur en een dapper volk. Niger is één van de 18 partnerlanden van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking. Dit voorjaar gingen Prinses Mathilde en minister Marc Verwilghen er projecten van België en van Unicef-België bezoeken die zich inzetten voor de verbetering van het leven van vrouwen en kinderen.Voor Dimensie 3 een gelegenheid om Niger in de schijnwerper te plaatsen.
M
In 1994 kwam de Wereldbevolkingsconferentie in Caïro met een ambitieus actieprogramma op de proppen waarin voor het eerst de vrouw erkend werd als spil om de bevolkingsgroei annex ontwikkeling in goede banen te leiden. In maart jl. werd in Brussels een tussenbalans opgemaakt van die voornemens. Op 1 mei zijn tien nieuwe lidstaten toegetreden tot de Europese Unie. De uitbreiding slaat niet alleen op het dagelijks leven van de thans 450 miljoen Europeanen maar ook op de ontwikkelingssamenwerking van het nieuwe Europa. Hoe zit het met de nieuwkomers op dat vlak? Een stand van zaken, en vooral veel vragen wat de toekomst betreft. Als kers op de taart: de voorstelling van het gloednieuwe logo van de Belgische ontwikkelingssamenwerking! De redactie
2
DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 03/2004
De Belgische ontwikkelingssamenwerking in Niger
© X.Van der Stappen
De Belgische ontwikkelingssamenwerking in Niger
Woestijn... bijna overal woestijn, en de Aïr ! Eén van de meest majestueuze bergmassieven in Afrika met pieken van meer dan 2.000 meter.
De samenwerking tussen België en Niger gaat terug tot het jaar 1970 en heeft als hoofddoel bij te dragen tot de verbetering van de leefomstandigheden van de armste bevolkingsgroepen. Ze past binnen de strategie van Niger ter vermindering van de armoede. De 11de gemengde commissie tussen beide landen van maart vorig jaar legde grote lijnen vast van het Indicatief Samenwerkingsprogramma 2004-2008 voor een bedrag van 42 miljoen euro. Het programma zal zich concentreren op de volgende drie prioritaire sectoren: gezondheid, met inbegrip van de bestrijding van hiv/aids, basisonderwijs en plattelandsontwikkeling, meer bepaald veeteelt en watervoorziening- en beheersing. Bijzondere aandacht zal ook gaan naar de versterking van de capaciteit van de overheidsinstellingen en hun personeel. Gelijkheid tussen mannen en vrouwen, leefmilieu en goed bestuur zijn de drie thema’s die in alle acties geïntegreerd worden. Niger is één van de 18 partnerlanden van de Belgische ontwikkelingssamenwerking (*). België is, na Frankrijk, de tweede belangrijkste bilaterale donor van Niger.
Hoofdstad: Niamey Oppervlakte: 1.267.000 km2 (ruim 40 x België) Bevolking: 10.400.000 Menselijke ontwikkelingsindex (op 175 landen): 174 Levensverwachting bij de geboorte: 46 jaar Kindersterfte (onder de 5 jaar): 265 op 1000 kinderen Ondervoeding: 36 % Bruto nationaal inkomen per inwoner: $ 170 Alfabetiseringsgraad: 17 % Toegang tot schoon water: 59 % Tewerkstelling: landbouw (90 %), industrie en handel (6 %), overheid (4 %) Politiek stelsel: presidentiële republiek
DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 03/2004
3
De Belgische ontwikkelingssamenwerking in Niger
Directe bilaterale samenwerking • Aanleg van kori’s in het noorden en zuiden van Dosso. Het project beoogt een ingrijpende en duurzame verbetering van het leefmilieu: behandeling van de beschadigde bodem en aanleg van twee kori’s (tijdelijke waterlopen na hevige regenval) door verhogingen en de bescherming van de oevers. Kortom, een beveiliging van de grond voor landbouw, wegen en huisvesting.
© X.Van der Stappen
De projecten van de bilaterale samenwerking in Niger, die 80 procent van het budget uitmaken, worden uitgevoerd door de Belgische Technische Coöperatie (BTC). De BTC is een naamloze vennootschap van publiek recht met sociaal oogmerk die in opdracht van de Belgische overheid (DGOS) en andere donors, ontwikkelingsacties uitvoert in samenwerking met partners in de ontwikkelingslanden. Een overzicht.
Gender - sociale economie Inkomensverbetering voor de vrouwen, in het kader van het multisectoraal programma voor de regio Dosso: volksgezondheid, water, milieu (zie voornoemde interventies) Om meer inkomen te verwerven moet de maatschappelijke positie van de vrouwen verstevigd worden. Het project probeert dit te realiseren via toegang tot coöperatieve spaar- en kredietverlening, voorlichting en opleiding. Meer over de toestand van de vrouwen in Niger en de Belgische samenwerking op blz. 6 en 7.
Maatschappijopbouw
Oversteek van de Niger op weg naar weilanden. De stroom loopt door het zuidwesten van het land over een lengte van 600 km.
Naast de klassieke ontwikkelingsprogramma’s werd er in 2003, 2,5 miljoen euro steun verleend voor de uitbetaling van een maand achterstallig loon van de civiele staatsambtenaren. Dit soort steun was al toegekend in 2000 en 2001 om de groei van de binnenlandse schuld van Niger af te remmen.
Landbouw en veeteelt • Verbetering en verspreiding van het Azawak-rundveeras. Veeteelt is een van de grootste rijkdommen van Niger, zowel voor de voedselzekerheid als voor het inkomen. België heeft reeds een belangrijke en succesrijke bijdrage geleverd aan de veredeling of verbetering van de kwaliteit van het Azawak-runderras.Thans ligt de nadruk op de verspreiding van geselecteerde fokdieren onder de veehouders die nauw betrokken worden bij het project. De bedoeling is om later een nationale federatie van Azawak-fokkers op te richten, een Azawak-label te creëren en een handelskanaal van fokdieren uit te bouwen. • Verbetering en verspreiding van de Maradi-geit. Ook hier is de Belgische ontwikkelingssamenwerking reeds vele jaren actief: selectie, veredeling, verspreiding van fokdieren. De tweede fase van het project wil het inkomen van de vrouwelijke fokkers uit zes departementen van de Maradi-regio verhogen. Uniek daarbij is dat zij nauwer betrokken zullen worden bij de selectie en verspreiding van kwaliteits-fokdieren.Tegelijkertijd zal het project zorgen voor meer actieve steun aan de technische opleiding van de geitenhoudsters, aan de organisatie van hun verenigingen en aan bewustmaking inzake beheer van spaarkrediet.
Projecten in voorbereiding Momenteel worden drie bilaterale projecten voorbereid die werden goedgekeurd door de gemengde commissie van maart 2003: ondersteuning van het programma voor de ontwikkeling van de gezondheidszorg, van het tienjarenprogramma voor de verbetering van basisonderwijs en van het programma watervoorziening (bevolking en veestapel) in de regio Dosso.
Gezondheidszorg • Gezondheidsdistricten van het departement Dosso. Dit gebied, in het zuidwesten van Niger is ongeveer zo groot als België en telt 1,8 miljoen inwoners. Het huidige project sluit aan bij een aantal Belgische interventies die er in de voorbije dertig jaar zijn uitgevoerd. Vandaag richt de hulp zich op vijf districten van het departement en op het referentieziekenhuis van Dosso. Het project bouwt verder op de ervaring van de jarenlange Belgische aanwezigheid en wil de basis leggen voor een meer gestructureerd en ambitieus vervolg.
Water en basisinfrastructuur • Drinkwatervoorziening in Birni N’Gaouré, een stadje op 30 km ten noorden van Dosso, voor de verbetering van de hygiëne, de gezondheid en dus van de algemene leefomstandigheden. Het project werd vorig jaar voltooid; de watervoorziening is thans volledig operationeel.
4
• Gezondheidsdistrict Gemeente III van de hoofdstad Niamey. Het project verschaft enerzijds curatieve en preventieve zorgen aan de overwegend arme bevolking en, anderzijds opleiding aan de toekomstige gezondheidswerkers (studenten van de faculteit Gezondheidswetenschappen en de Ecole Normale de Santé publique).
DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 03/2004
© Photo News / D. Lebrun
De Belgische ontwikkelingssamenwerking in Niger
Prinses Mathilde in het ziekenhuis van Niamey.
• Opleiding chirurgie in het ziekenhuis van Niamey op het gebied van heelkundige ingrepen, theoretische en praktische opleiding, cursussen orthopedie en traumatologie voor studenten, artsen en assistenten en begeleiding van de studenten. Ook
de districtziekenhuizen krijgen hulp inzake orthopedie en traumatologie. Voorts levert het project materiaal voor de goede werking van de afdeling heelkunde, in het bijzonder orthopedie/traumatologie.
Indirecte bilaterale en multilaterale samenwerking en het Belgisch Overlevingsfonds De indirecte bilaterale samenwerking van België met Niger verloopt via de medefinanciering van projecten van Belgische nietgouvernementele organisaties: Aquadev (landbouwkrediet, microkrediet), Dierenartsen Zonder Grenzen (kleine melkproducenten) en SONGES (verenigingen). De universitaire samenwerking is in Niger actief via de CIUF (Conseil interuniversitaire de la Communauté française). Haar programma is gericht op landbouw en op de beheersing van de klimaatsfactoren, die een bron zijn van voedselonzekerheid. Het maakt gebruik van het hoge competentieniveau van België inzake agrometeorologie ( opleiding, technologieoverdracht en plattelandsontwikkeling) De multilaterale samenwerking is gericht op de plattelandsontwikkeling via de FAO (Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties) en de CGIAR (Consultatieve Groep voor Internationaal Landbouwonderzoek) België financierde in mei 2002 een seminarie om de Nigerese parlementsleden bewust te maken van hun rol in de uitvoering van het Akkoord van Cotonou (uitroeiing van de armoede, duurzame ontwikkeling en geleidelijke integratie van de ACP-landen in de wereldeconomie) en om hun kennis over de inhoud van het Akkoord te verbeteren. Het seminarie werd georganiseerd in nauwe samenwerking met het ECDPM (European Centre for Development Policy Management). Nog in multilateraal verband
werkt België samen met een programma van UNDP (VNOntwikkelingsprogramma) ter ondersteuning van het Nigerese parlement. Het Belgisch Overlevingsfonds (BOF) ten slotte financiert programma's voor voedselzekerheid en geïntegreerde plattelandsontwikkeling in de landen van Afrika beneden de Sahara, om de betrokken bevolking in staat te stellen in hun eigen behoeften te voorzien en zelf hun ontwikkeling in de hand te nemen. Voedselzekerheid en bestaanszekerheid veronderstellen, op ieder ogenblik en voor iedereen, een voldoende beschikbaarheid van voedsel en drinkbaar water, en een bevredigend gezondheidsniveau. De uitvoering van de verschillende BOF-programma’s in Niger gebeurt in samenwerking met het Internationaal Fonds voor Landbouwontwikkeling (IFAD), en met twee andere VN-organisaties: het Kinderfonds (UNICEF) en het Kapitaalfonds (UNCDF); met twee Belgische niet-gouvernementele organisaties (Aquadev en Dierenartsen Zonder Grenzen), en met de BTC (in voorbereiding). Elke partner van het BOF legt vanuit zijn eigen ervaring en mandaat, specifieke accenten in de projecten. ■ (*) De andere bilaterale partnerlanden zijn: DR Congo, Rwanda, Burundi, Uganda, Tanzania, Zuid-Afrika, Mozambique, Palestina, Marokko, Algerije, Benin, Senegal, Mali,Vietnam, Peru, Ecuador, Bolivia.
Voor meer informatie over de Belgische ontwikkelingssamenwerking in Niger kan u terecht op www.dgos.be en www.btcctb.org.
DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 03/2004
5
© X.Van der Stappen
Vrouwen in Niger
In Niger heeft de armoede een vrouwelijk gezicht Niger is één van de armste landen ter wereld.Twee derde van de bevolking moet rondkomen met minder dan één dollar per dag. De grote meerderheid van die armen zijn vrouwen. De armoede heeft hier dus een vrouwelijk gezicht…
D
e levensverwachting bij de geboorte bedraagt 46 jaar (even laag als in een oorlogsland). De Nigerese vrouwen hebben gemiddeld 8 kinderen, en die schelen heel weinig in leeftijd. Slechts één op de drie meisjes gaat naar school, en negen op de tien vrouwen kunnen niet lezen en schrijven. Sommige traditionele praktijken dragen bij tot de precaire leefomstandigheden van de vrouwen. Het gaat meer bepaald om polygamie, het uithuwelijken van jonge meisjes (gemiddeld op 15 jaar) en zelfs gedwongen huwelijken, genitale verminkingen bij vrouwen (toegepast bij 5 % van de meisjes), geweld tegen vrouwen (verkrachting, mishandeling, moreel geweld, gebrek aan voedsel
6
enz.), en het opsluiten van vrouwen en zelfs van jonge meisjes. Die praktijken hebben nefaste gevolgen voor hun lichamelijke en psychische gezondheid (trauma, negatief zelfbeeld), en verklaren ook gedeeltelijk waarom er zo weinig meisjes onderwijs volgen. Zoals in de meeste landen van subsaharaans Afrika is de werkoverlast waarmee vrouwen opgezadeld worden, een zware beproeving. Boven op hun productieve taken (landbouw, verwerking en commercialisering van landbouwproducten, kleinhandel, ambacht) en hun sociale en gemeenschapsactiviteiten (familiale ceremonies) komen nog eens hun huishoudelijke taken (de maaltijden klaarmaken, hun talrijke kinderen verzorgen, wateren houtcorvee).
DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 03/2004
Vrouwen in Niger
De vrouwen worden in een tweederangsrol gedrongen en zijn ook ondervertegenwoordigd in de politieke en economische wereld. Ook al schrijft de basiswetgeving voor dat vrouwen en mannen juridisch gelijk zijn, sommige bepalingen bevatten nog altijd clausules die discriminerend zijn voor vrouwen. Die discriminaties zijn het gevolg van de combinatie van drie rechtssystemen: het burgerlijk recht, het gewoonterecht en het islamitische recht. De gezinswetgeving is volledig gebaseerd op het gewoonterecht, dat vaak strijdig is met de grondwet. Het gebrek aan scholing van de Nigerese vrouwen, hun gebrek aan macht en vrijheid binnen het gezin, het geweld dat ze te verduren krijgen en hun overmatige werklast verhindert hen om hun kinderen een aangepaste, regelmatige en evenwichtige voeding te geven. Eén op de vier kinderen sterft dan ook vóór zijn vijfde, en 40 % lijdt aan chronische ondervoeding.
Beleid Nigerese regering De Nigerese regering is zich bewust van de ongelijkheid waarmee de vrouwen af te rekenen krijgen en die hun ontwikkeling in de weg staat. Vandaar dat ze in 1996 een Nationaal Beleid voor de Promotie van de Vrouw goedkeurde. Eén van de eerste concrete resultaten van dat beleid is de invoering van een quotawet die bepaalt dat het Nationale Parlement, de regering en de topadministratie een minimaal percentage vrouwen moet tellen. Niger richtte ook een Nationaal Onderzoeksinstituut voor de Promotie van de Vrouw op. De Nigerese regering ratificeerde verschillende verdragen en resoluties van internationale conferenties, als bewijs dat het haar menens is met het nastreven van meer sociale rechtvaardigheid: de Wereldvrouwenconferentie (Peking, 1995), de Internationale Conferentie over Bevolking en Ontwikkeling (Caïro, 1994), het Kinderrechtenverdrag (geratificeerd in 1990) en het Verdrag tot Uitbanning van alle vormen van Discriminatie van Vrouwen (geratificeerd in 1999, met reserves). De Nigerese regering keurde in 2003 ook een wet goed die gevangenisstraffen oplegt aan al wie zich schuldig maakt aan het verminken van meisjes. In het kader van haar Armoedeverminderingsstrategie (goedgekeurd in 2002) heeft de Nigerese regering van gelijkheid tussen mannen en vrouwen één van de nationale prioriteiten gemaakt. De Nigerese vrouwen organiseren en mobiliseren zich om ervoor te ijveren dat die politieke verbintenissen concrete gevolgen hebben voor hun dagelijkse leefwereld en dat hun stem gehoord wordt. Dat geeft hun een straaltje hoop…
Strategie Belgische samenwerking inzake gender De Belgische samenwerking ondersteunt de inspanningen van de Nigerese regering en de civiele maatschappij om gelijke rechten en kansen te waarborgen voor mannen en vrouwen. Ze hanteert daarbij een dubbele strategie: • Ze houdt in alle interventies rekening met de specifieke noden, beperkingen en opportuniteiten van mannen en vrouwen, en analyseert de gevolgen ervan voor beide geslachten; • Ze biedt rechtstreekse steun aan vrouwen via specifieke acties om hun betere ontwikkelingskansen te bieden en hun autonomie (“empowerment”) te verhogen.
Voorbeelden van door België gefinancierde interventies Steun bij de selectie en de promotie van de Maradi-geit De Maradi-geit wordt bijzonder gewaardeerd voor haar melk en voor de kwaliteit van haar vlees en haar huid (die gebruikt wordt voor luxelederwaren). Het zijn vooral vrouwen die dit geitenras kweken. De tweede fase van dit project heeft als doel de inkomsten van dorpsvrouwen te verhogen door de productiviteit van de Maradigeiten te doen stijgen. De kweeksters, die georganiseerd zijn in verenigingen, krijgen een opleiding in verbeterde teelttechnieken (schuilhokken voor de dieren, voeding, geneeskundige zorg) en in spaargeld- en kredietbeheer. Verhoging van de monetaire inkomsten van vrouwen in het departement Dosso Het project is erop gericht de inkomsten van vrouwen te verhogen door inkomstengenererende activiteiten te promoten en hun capaciteiten te versterken om zich te organiseren en opleiding te volgen, om op die manier te kunnen deelnemen aan de besluitvorming.Als de vrouwen meer inkomsten verwerven en hun organisatiecapaciteiten verhogen, zullen ze ook de gezondheidsproblemen van hun familieleden beter kunnen aanpakken. Steun aan het Parlement De steun aan het Parlement van de Republiek Niger is onderdeel van het Globale Programma voor de Versterking van het Parlement van het UNDP (VN-Ontwikkelingsprogramma), dat ondersteund wordt door de Belgische ontwikkelingssamenwerking. In Niger zit er slechts één vrouw in het Nationale Parlement, op 83 afgevaardigden. Naar aanleiding van de gemeenteraads- en parlementsverkiezingen die dit jaar plaatshebben, werd een quotum ingevoerd waarbij minstens 10 % van de verkiezingskandidaten vrouwen moeten zijn. Aansluitend daarop bevat fase II van het Programma (momenteel in voorbereiding) specifieke maatregelen om het aantal vrouwelijke parlementsleden te verhogen: sensibilisering van de politieke partijen, zoeken naar en opleiding van kandidates en begeleiding van de vrouwelijke verkozenen. Steun aan het Tienjarenprogramma Basisonderwijs Basisonderwijs voor iedereen (jongens en meisjes) is één van de Millenniumdoelstellingen. De lagere school komt niet alleen op lange termijn de economische groei ten goede, maar heeft ook een positieve impact op hygiëne en gezondheid, de landbouwproductie en de participatie van de bevolking aan het leven en de vooruitgang van hun gemeenschap. Sinds 1998 voert de Nigerese regering een voluntaristisch beleid om te ijveren voor basisonderwijs voor iedereen. Ze heeft dat beleid ingepast in haar Armoede verminderingsstrategie. De Belgische ontwikkelingssamenwerking heeft zich ertoe verbonden het Nigerese onderwijsprogramma te steunen in de vorm van ■ budgettaire hulp, in samenwerking met Frankrijk en Canada. Marion van Offelen, DGOS
DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 03/2004
7
Prinses Mathilde op de schoolbanken in Bougouzaoua, een project van Unicef met de steun van het Belgisch Overlevingsfonds.
In het spoor van
Prinses Mathilde door Niger In februari 2004 bracht minister van Ontwikkelingssamenwerking Marc Verwilghen een werkbezoek aan Niger onder het voorzitterschap van Prinses Mathilde. Het doel van de zending was om op het terrein kennis te maken met de Belgische ontwikkelingssamenwerking en de Unicef-projecten. Projecten in het kader van het onderwijs van kinderen - in het bijzonder van meisjes - en de rol van de vrouw in de maatschappij stonden centraal in het werkbezoek.
E
en blitzbezoek aan de woestijnstad Agadez, poort naar de Sahara, vormde het slot- en hoogtepunt van het werkbezoek van prinses Mathilde aan Niger. Op weg naar het paleis van de sultan werd ze opgewacht door een erehaag van honderden zingende en dansende mensen. Een live reportage
8
De koninklijke tamboers gaven een spektakel ten beste waarop het Sfinksfestival jaloers zou zijn. De vliegtuigreis vanuit de Nigerese hoofdstad Niamey naar Agadez, ongeveer duizend kilometer naar het noorden, kon aan het begin van de week niet doorgaan vanwege de harmattan, een stofwind uit de Sahel die de zichtbaarheid tot bijna nul reduceerde. Daarom werd het hele reisschema overhoop gehaald.
DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 03/2004
© Photo News / D. Lebrun
Niger
Niger
In de plaats van Agadez kwam dinsdag de regio rond Dosso aan de beurt. In dat gebied, in het wat groenere zuiden van Niger tegen de grens met Nigeria aan, wonen de meeste mensen. De Belgen zijn er al dik dertig jaar actief, vooral in de gezondheidszorg. Ons land is op dat vlak zelfs de eerste geldschieter. Dat de noden immens zijn, en dat er dus nog veel van de Belgen wordt verwacht, bleek bij het bezoek van de prinses aan het departementale ziekenhuis van Dosso. Daar vinden 40 bevallingen per week plaats, onder leiding van een plaatselijke gynaecologe. Prinses Mathilde kreeg er de kleine Mohammed even in de armen, die pas enkele uren eerder was geboren. Het kind woog twee kilo, maar dat is hier niet uitzonderlijk. De Nigerezen, en dan vooral de Peul, zijn fijn van gestel en de artsen maken zich pas zorgen als een pasgeborene minder dan een kilogram weegt. Na jarenlange ondersteuning van dit hospitaal, trok de Belgische ontwikkelingssamenwerking zich enkele jaren geleden terug om zich meer aan de basisgezondheidszorg in de dorpen rondom Dosso te wijden.Want veel Nigerezen geraken niet eens tot in een ziekenhuis, met een hoge moeder- en kindersterfte tot gevolg. Maar in afwezigheid van Belgische artsen ging het ziekenhuis in Dosso zienderogen achteruit. Dus keerde België er terug en wordt er nu geïnvesteerd in nieuwe ziekenzalen en een afdeling pediatrie.
moet worden fijngestampt, en op veel plaatsen nog op de traditionele manier gebeurt: een karwei dat dagelijks uren in beslag neemt. Het is duidelijk een goed jaar geweest voor de sla en de wortelen, die overal in de straten van Niamey te koop worden aangeboden, net als de paarse uien, waarvoor het land in heel West-Afrika bekend staat. Een belangrijke bron van inkomsten voor velen is het vee: de nomaden trekken op het ritme van hun runderen door de woestijn, maar ook in de sedentaire dorpen leven velen van hun koe of geit.
Maradi In Maradi, de tweede stad van Niger op ongeveer een uur vliegen van de hoofdstad Niamey, vertelden zelfverzekerde vrouwen enthousiast over het mikrokrediet dat hen in staat stelt om geiten te kweken en zo een eigen inkomen te verwerven. De Belgische samenwerking helpt bij de selectie van het ras, omdat de rosse Maradi-geit het meeste melk en vlees oplevert en het beste leer. Ze wordt de jongste jaren bedreigd door loslopend wild dat vanuit buurland Nigeria de grens oversteekt. Einddoel van het project is de vrouwen zelf te leren hoe ze het ras moeten selecteren. Onder een tentzeil zaten de dames in kleurrijke jurken dicht opeen, handtas én sleutels in de hand, en ze verdrongen zich haast om elk om de beurt in het midden te gaan staan en hun verhaal te doen. Hoe ze nu geld hadden om medicijnen voor hun kinderen te kopen wanneer nodig en hoe ze de bruidsschat voor hun dochter © Photo News / D. Lebrun
Dosso
In Niger studeren elk jaar dertig tot veertig nieuwe artsen af. Je zou denken dat er werk zat is, maar de meesten blijven werkloos wachten op een baan. Meer dan de helft van de inlandse artsen, zo'n 250 in het totaal, is ambtenaar op een of ander ministerie. Ook wie te velde werkt, doet dat onder contract, maar de overheid heeft de jongste twee jaar een aanwervingstop ingesteld. Met de inlandse chirurgen is het nog erger gesteld. Er zijn er tien, op een bevolking van 11 miljoen inwoners, zegt de Vlaamse chirurg Patrick Hoekman, die hier voor de coöperatie werkt. Studenten die voor een specialisatie-opleiding naar het westen worden gestuurd, keren doorgaans niet terug. Daarom leidt Hoekman nu een opleidingsprogramma ter plaatse: vier jaar scholing in eigen land, daarna één buitenlands jaar in Marokko. De ziektebeelden zijn er min of meer gelijk, zegt Hoekman. De eerste afgestudeerde chirurg in dit door België ondersteunde programma kreeg in Niamey uit handen van prinses Mathilde een pakket met chirurgisch werkmateriaal. Niger is een arm land. Het tweede armste ter wereld, na Sierra Leone. Het grootste deel van de bevolking woont op het platteland, dat het uitzicht van een woestijn of een bush-achtige steppe heeft. In het droge seizoen kan de temperatuur er tot 50 graden oplopen, en dan zakt ze 's nachts niet onder de 35 graden. “De Nigerezen leiden een hard bestaan”, zegt Hoekman, Er is overal voedselonzekerheid, hoewel het dit jaar goed geregend heeft en de gierstoogst behoorlijk is geweest. Dat is een soort kanariezaad dat
Wikken en wegen : zal deze baby 5... 46 jaar of... ouder worden ?
DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 03/2004
9
Niger
bijeen konden sparen. En wat hun man daar wel van vond? Veel gelach. “De mannen respecteren ons meer nu we ook zelf geld verdienen en het is makkelijker om onze dochters naar school te sturen.” Vooral Unicef engageert zich hier op het terrein, tot in de verste dorpen toe, om basisonderwijs aan te bieden. De VN-organisatie sensibiliseert tegelijk de ouders om ook hun dochters naar school te sturen, want die worden daarbij nog al eens vergeten. Om evidente redenen: dochters moeten hun moeders helpen bij de loodzware dagtaak.
De prefect, de onderprefect, de dorpschef, de kantonchef, de dorpschefs uit de omliggende dorpen: ze zijn er allemaal. Er zijn indrukwekkende ridders te paard, prachtig uitgedoste vrouwen, kinderen groot en klein. Het wordt een hoogdag voor de cameralui in het gezelschap. Velen zijn uit de omliggende dorpen gekomen, zegt Mahaman Bako, een journalist die uit Niamey is meegereisd om verslag uit te brengen in de nationale krant Le Sahel (www.tamtaminfo.com). “Ze zijn nieuwsgierig naar de weldoeners die het leven in deze gemeenschap de
© X.Van der Stappen
Kinderen langer op school houden is de kortste weg naar een gezondere, productievere en stabielere samenleving.
© Unicef / G. Pirozzi
Wie dus de moeders wat werk uit handen neemt, door een waterpomp en een graanmolen in een gemeenschap te installeren, verhoogt de kansen van meisjes op onderwijs en vorming. Geschoolde meisjes krijgen op latere leeftijd kinderen en kunnen er beter voor zorgen. Dat alles samen, geïntegreerde hulp dus, realiseert Unicef onder andere in Bougouzaoua, een dorpsgemeenschap van ruim 2.000 inwoners. Het Belgisch Overlevingsfonds financiert de zaak. Het is er erg afgelegen, en door de oprukkende woestijn is de bevolking er almaar armer geworden.
Een van de belangrijkste problemen is het gebrek aan water en een ecologisch evenwichtig leefmilieu.
10 DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 03/2004
Niger
jongste vier jaar zoveel verbeterd hebben. Ze zijn ook nieuwsgierig naar uw prinses: lijkt ze op die van hen? Hebben de mensen uit uw land evenveel respect voor haar als zij voor de dochter van de dorpschef? Ze vinden het vreemd dat een democratie als België toch nog een prinses en dus ook een koning heeft.”
© X.Van der Stappen
Bij het afscheid krijgt prinses Mathilde hier zowaar een paard, en alsof dat nog niet genant genoeg is voor de Belgische delegatie onmogelijk mee te nemen, zo'n dier - wordt ineens de Belgische voorzitter van Unicef, Marc Van Boven, naar voren geroepen en krijgt hij er ook een. Besloten wordt om de paarden aan de slimste leerling en de armste familie van het dorp te schenken. Blijkbaar werkt de tamtam nog altijd snel in Afrika: bij een protocollair bezoek aan een andere dorpschef op de terugweg, zowat honderd kilometer verderop, krijgt prinses Mathilde nog een paard aangeboden. Deze keer een wit: dat is een nog kostbaarder geschenk. Maar ook dit paard kan niet met de prinses mee en ze schenkt het ook hier aan de armste vrouw van het dorp. Journalist Bako vindt het bezoek van de Belgische prinses absoluut belangrijk: ”Het kan ertoe leiden dat er meer hulp en middelen naar Niger komen. We zitten hier midden in de strijd tegen de armoede. Er is een enorme werkloosheid onder jongeren. Alleen jammer dat ze zoveel protocollaire bezoeken moest afleggen, en niet wat vaker gewoon met de mensen heeft gepraat.”
De gevels van de huizen in Zinder zijn parels van de Haoussaarchitectuur.
Het percentage kinderen dat kan lezen en schrijven bedraagt amper 17 procent, de kindersterfte loopt op tot 265/1000. Maar liefst 60 procent van de Nigerese bevolking leeft onder de armoedegrens en 2/3 daarvan zijn vrouwen.
Gegeven de omstandigheden - het overladen programma en de grote veiligheidsmaatregelen die de Nigerezen rondom het bezoek troffen - deed prinses Mathilde wat ze kon. Bij elke aankomst op een luchthaven (driemaal dus) stond ze erop om de joelende massa te begroeten. De bewakers even verderop in de rij werden er zowaar zenuwachtig gevonden en begonnen de wat te enthousiaste kinderen met een stok op de onderbenen te slaan. Bij een waterpoject in een stad, ging de prinses de verkopers op de markt groeten, en even later werd op haar verzoek halt gehouden
bij een willekeurig dorp van amper enkele hutten groot, waar ze tot in de slaapvertrekken van de vrouwen binnenstapte. Van Niger zullen we nog veel horen. In het najaar gaat Unicef er in België campagne rond voeren, en prinses Mathilde wordt opnieuw het podium waarop die boodschap kan worden gepresenteerd.
Veel Nigerezen koesteren grote verwachtingen. Niet alleen journalist Bako, die in zijn krant schreef over het bezoek aan de door Unicef opgewaardeerde blindenschool Niyya: “De voorbije 25 jaar konden er 115 blinde kinderen terecht. Er zijn naar schatting 4.540 blinde kinderen van schoolgaande leeftijd in ons land. Zulke initiatieven moeten er meer komen in dit land.” In Niyya is een internaat en een 'refter'. De keuken is een houtvuur in open lucht waarboven een grote pot hangt waarin enkele vrouwen zitten te roeren.
Het ziet er misschien primitief uit, zegt Gene Dobson, verantwoordelijk voor de Unicef-educatieprogramma's in Niger. “Maar u hebt het niet gezien voor wij hier aankwamen. De kinderen sliepen op de grond, ze hadden geen toegang tot braille, en ze werden de straat opgestuurd om te bedelen voor eten.”
© DGOS
Agadez
Amper vier procent van Niger is geschikt voor landbouw. Basisvoedsel: gierst, sorghum, erwten en rijst.
Ook de sultan van Agadez, de woestijnstad die bekend is van de rally Parijs-Dakar, en voor prinses Mathilde zijn koninklijke tamboers en nog veel meer volk optrommelde, hoopt dat de Belgen door het bezoek van hun prinses meer van Niger gaan houden. “Wij in Afrika ■ geloven niet dat je iemand kunt helpen die je niet kent.” Veerle Beel Copyright De Standaard Online 2004
DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 03/2004 11
Bevolking en Millenniumdoelstellingen
Tien jaar na de conferentie WHO/P.Virot
Tien jaar geleden werd op de Internationale Conferentie voor Bevolking en Ontwikkeling (ICPD) een vernieuwend actieprogramma goedgekeurd met als leidraad de erkenning dat er een nauwe samenhang bestaat tussen bevolking en ontwikkeling.Voor het eerst werd de vrouw beschouwd als een ontwikkelingsactor en werd het belang erkend van gezondheid en van seksuele en reproductieve rechten. Hoe staat het daar vandaag mee? Verworvenheden en uitdagingen, van Caïro tot Brussel…
In 1994… Ze waren met 11.000 deelnemers, met de meest uiteenlopende achtergronden: regeringen, ngo’s,VN-agentschappen, media, … De onderhandelingen van Caïro leverden uiteindelijk een actieprogramma op voor de komende 20 jaar. Op 13 september 1994 keurden de deelnemende partijen een nooit eerder geziene strategie goed die gebaseerd is op de nauwe samenhang tussen bevolking en ontwikkeling en gericht is op de dagelijkse en basisbehoeften en -rechten van mannen en vrouwen. Deze aanpak was voor die tijd radicaal vernieuwend.
De hoofdbekommernis van de conferentiedeelnemers waren de problemen van de explosieve groei van de wereldbevolking. In het kader van dit thema werden ook de milieu-, verstedelijkings- en migratieproblematiek besproken. Eén van de grootste successen van de conferentie was echter dat voor het eerst de belangrijke rol erkend werd van vrouwen bij de verbetering van de leefomstandigheden. Hun bijdrage als ontwikkelingsactoren werd tot dan toe weinig naar waarde geschat, terwijl ze toch de spilfiguur zijn in het gezin, en de gezondheid en de opvoeding van hun kinderen. Om het geboortecijfer en de kindersterfte te doen dalen, moesten de vrouwen absoluut eerst geresponsabiliseerd worden. Ze moesten met andere woorden een betere toegang krijgen tot onderwijs en gezondheidszorg en de kans krijgen om hun capaciteiten te ontwikkelen, verantwoordelijke functies te bekleden en te participeren aan de besluitvorming. Dat leverde concrete doelstellingen op waarop ook een concrete termijn werd geplakt: 2015. Ze werden gebundeld in het “Actieprogramma van de VN-Conferentie voor Bevolking en Ontwikkeling” (ICPD) en opgesplitst in vier algemene domeinen: • onderwijs voor iedereen en in het bijzonder betere toegang van vrouwen tot onderwijs. • vermindering van de baby- en kindersterfte. • vermindering van de moedersterfte. • toegang tot diensten voor reproductieve en seksuele gezondheid, inclusief een dienst voor gezinsplanning.
De Belgische ontwikkelingssamenwerking en de ICPD-doelstellingen: Alle actoren van de Belgische ontwikkelingssamenwerking volgen de doelstellingen van Caïro en de Millenniumdoelstellingen op via de ngo’s, de onderzoeksinstellingen en de Belgische regering. Die begon eind jaren 90 strategieën uit te werken met betrekking tot de onderwerpen die in Caïro aan bod kwamen. Zo ontwierp ze: - strategienota’s over gender (gelijkheid man-vrouw) en gezondheid. Momenteel werkt ze eveneens aan een nota over kinderrechten en hiv/aids. Op institutioneel vlak werd in december 1994 de Commissie Vrouwen en Ontwikkeling opgericht. Deze adviescommissie is geïnstalleerd als consultatief orgaan inzake gendergelijkheid bij de minister van
Ontwikkelingssamenwerking en zijn administratie. De bijdrage aan het programma van Caïro is voortdurend toegenomen, in het bijzonder via de strijd tegen aids (die de voorbije jaren sterk is opgevoerd), kinderrechten en een belangrijke bijdrage aan het UNFPA de voorbije jaren. In de toekomst… We weten nu al dat België zijn steun aan de strijd tegen aids (via een bijdrage aan UNAIDS en aan het “Wereldfonds voor de bestrijding van aids, tuberculose en malaria”) en aan “Migratie en Ontwikkeling” zal verhogen. Verder is er een budgetverhoging gepland voor 12 multilaterale partners die zich in hun programma’s aansluiten bij de ICPD-doelstellingen.
12 DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 03/2004
Bevolking en Millenniumdoelstellingen
van Caïro…
De deelnemers aan het Belgisch Platform voor Bevolking en Ontwikkeling van hun kant veroordeelden het feit dat de beloften voor de uitvoering van het programma nooit volledig zijn ingelost. Na lange discussies, vooral over seksuele en reproductieve rechten en
Dit programma leidde tot heel wat veranderingen op het vlak van seksuele en reproductieve gezondheid. Aan de landen werd ook gevraagd om de factor bevolking te integreren in hun ontwikkelingsstrategieën, geweld tegen vrouwen te bannen en schadelijke tradities zoals genitale verminking af te schaffen.
gezondheid, en over de band tussen internationale
In 2004…
aids, de toegang tot gezondheidszorg, informatie en
Tien jaar later, in maart 2004, houdt het Belgisch Platform voor Bevolking en Ontwikkeling1 een vergadering in Brussel, met de steun van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking (DGOS). Doel: nagaan hoe het staat met de uitvoering door België van het in Caïro goedgekeurde programma. Ondertussen werden de thema’s van het ICPD-programma ingepast in een nog ambitieuzer project: de extreme armoede tegen 2015 halveren via de uitvoering van de Millenniumdoelstellingen. Het verband tussen armoede en slechte gezondheid, de alfabetiseringsgraad van vrouwen en het geboortecijfer wordt vandaag algemeen erkend. Sinds tien jaar zijn de internationale bijdragen aan het programma van Caïro in het algemeen voortdurend gestegen2. Jammer genoeg hebben sommige landen zoals de Verenigde Staten afstand genomen van het programma, waardoor ze het aanvankelijke dynamisme afremmen. België van zijn kant blijft het programma krachtig steunen. Een nauwkeurige balans opmaken van de situatie, tien jaar na de goedkeuring van het ICPD-programma, is niet gemakkelijk. Reproductieve en seksuele gezondheid en vrouwenrechten zijn immers transversale thema’s, d.w.z. thema’s die in alle programma’s van alle landen geïntegreerd zouden moeten worden. Ze zijn dan ook moeilijk afzonderlijk te evalueren. Wel zijn er indicatoren opgesteld die enige vooruitgang laten zien. Zo is de vruchtbaarheid gedaald dankzij contraceptie, is de kindersterfte afgenomen, hebben vrouwen meer toegang tot macht en is de reproductieve gezondheidszorg verbeterd. Toch zijn er nog enkele uitdagingen: lokale programma’s uitwerken, de politici warm maken voor de ICPD’s en de aids-pandemie bestrijden zonder de behoeften inzake reproductieve gezondheid te verwaarlozen. De seksuele en reproductieve gezondheid en rechten moeten daarentegen versterkt worden, omdat ze zeer nauw samenhangen met het virus. “In de meeste ontwikkelingslanden heeft een meisje dat vandaag geboren wordt, betere toekomstperspectieven dan haar tien jaar oudere zus. Het schoolbezoek neemt toe, de mortaliteit daalt, de levensverwachting stijgt, steeds meer koppels kunnen zelf kiezen hoeveel kinderen ze willen en binnen welke tijdsspanne, en heel wat landen nemen nieuwe maatregelen in de strijd tegen hiv/aids”, zo verklaarde Thoraya Obaid, directrice van UNFPA (Bevolkingsfonds van de Verenigde Naties -
seksuele voorlichting, het bannen van schadelijke prak-
migratie en ontwikkeling, formuleerden ze enkele aanbevelingen aan de regeringen. -Inzake reproductieve en seksuele gezondheid en rechten werden de problemen behandeld in verband met
tijken en het vrijwaren van seksuele rechten in oorlogssituaties. Daarbij werd bijzondere aandacht besteed aan adolescenten en hun rechten (onder meer het recht op informatie). De wereld wordt vandaag immers geconfronteerd met de grootste generatie adolescenten uit de geschiedenis, en al die jonge mensen staan op het punt seksueel actief te worden. -Migratie doet zich vandaag voor in alle landen en is het gevolg van de negatieve impact van het economisch en het milieubeleid of van gewapende conflicten op bepaalde bevolkingsgroepen. Migratie zou beschouwd moeten worden als een aspect van ontwikkeling, en over die problematiek moeten er nog meer strategieën worden ontwikkeld. In dit verband is het noodzakelijk de oorzaken van migratiestromen te bestuderen, de rol en het imago van de migrant bij te sturen en hem te betrekken in de ontwikkelingsstrategieën.
www.unfpa.org). De verwachte resultaten zijn echter nog lang niet gehaald: de ontwikkelde landen gingen in Caïro weliswaar akkoord om tegen 2005 6,1 miljard dollar per jaar te besteden aan reproductieve gezondheid, inclusief gezinsplanning, maar in 2003 werd slechts 3,1 miljard dollar uitgetrokken, 3 miljard dollar minder dan beloofd. De ontwikkelingslanden van hun kant maakten het voorbije jaar 11,7 miljard dollar vrij, terwijl ze eigenlijk 12,4 miljard dollar hadden beloofd. Het gezamenlijke streefcijfer van de ontwikkelde en de ontwikkelingslanden - 18,5 miljard dollar - werd dus niet gehaald. UNFPA waarschuwt: “Het tekort aan financiële middelen voor bevolkingsprogramma’s bedreigt de armoedebestrijding en de ■ verwezenlijking van de ontwikkelingsdoelstellingen”3… Elise Pirsoul
1 Het Platform voor Bevolking en Ontwikkeling is een initiatief van de Belgische civiele maatschappij. Het werd opgericht in april 2000 met de steun van het voormalige VNInformatiecentrum en Sensoa, het Vlaamse expertisecentrum voor seksuele gezondheid en hiv/aids. Het is hét forum bij uitstek om het Actieplan van Caïro op te volgen door aanbevelingen te formuleren voor de Belgische autoriteiten en meer bepaald voor de Internationale Samenwerking en de internationale partners. Info: 09/221.07.22,
[email protected] en www.sensoa.be. 2 Het ICPD-programma bereikt heel wat actoren en domeinen die, afhankelijk van het tijdstip, minder of meer steun krijgen (zo zijn de budgetten voor gezondheidszorg gestegen, maar is de hulp bij gezinsplanning verminderd).Toch kunnen we zeggen dat de bijdragen aan het programma in het algemeen aan het toenemen zijn. 3 Bron: persbericht VN (UNFPA, maart 2004).
DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 03/2004 13
Een uitdaging voor ontwikkelingssamenwerking
De uitbreiding van de Euro p “De toetreding van acht Centraal- en Oost-Europese landen en van Cyprus en Malta tot de Europese Unie op 1 mei 2004 is een historische gebeurtenis die een einde maakt aan eeuwen van verdeeldheid. Een verenigd Europa betekent een sterker, democratischer en stabieler continent met een interne markt die zijn 450 miljoen burgers economische voordelen biedt.”
Z
o begon vaak het officiële discours van de Europese Commissie (EC) wanneer het ging over de uitbreiding van de EU. Voor wie aan ontwikkelingssamenwerking doet, roept die uitbreiding heel wat nieuwe vragen op.Welke van de nieuwe lidstaten doet aan ontwikkelingssamenwerking? Hoeveel geld besteden ze eraan? Met welke landen werken zij samen? Zullen ze zich op dat gebied kunnen integreren in het Europees beleid? Welke politieke en financiële gevolgen zal de uitbreiding hebben? Hoe staat de publieke opinie en de civiele maatschappij van die landen tegenover de ontwikkelingssamenwerking?
Tien nieuwe landen… De tien nieuwe EU-lidstaten vallen uiteen in twee groepen: de “excommunistische” landen van Centraal-Europa en twee mediterrane eilanden. Ziehier de nieuwkomers, telkens met het aantal inwoners (in miljoenen): Polen: 38,6 ;Tsjechische Republiek: 10,3 ; Slovakije: 5,39 ; Hongarije: 10,04; Slovenië: 1,99 ; Litouwen: 3,7; Letland: 2,35 ; Estland: 1,44; Cyprus: 0,86 (660.000 voor het Griekse deel en 204.000 voor het Turkse deel) (*) en Malta: 0,39. Het aantal officiële talen stijgt van 11 naar 20. Twee andere landen zouden in principe in 2007 toetreden: Roemenië en Bulgarije. De kandidatuur van Turkije wordt momenteel nog onderzocht. Andere landen, waaronder Croatië, hebben aangekondigd dat ze hun kandidatuur zullen indienen.
…moeten opnieuw hun internationale solidariteit bewijzen De uitbreiding van de EU is hoe dan ook een uitdaging voor het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van de EU. De meeste Centraal-Europese landen organiseerden tot in 1989, onder het communistische regime, ontwikkelingssamenwerkingsacties met “broederlanden” die in de geopolitieke Sovjet-invloedssfeer lagen, zoals Cuba, Vietnam, Angola, Mozambique en Ethiopië. Ze ontvingen ook heel wat beursstudenten uit die landen. Van bij de machtswissel in 1989 verdween het ideologische karakter van die internationale solidariteit. De nieuwe pro-westerse regimes besteedden hun energie vooral aan het naleven van de EU-regels, om zo vlug moge-
lijk te kunnen toetreden. De internationale solidariteit in de mondiale strijd tegen armoede was voor hen geen prioriteit.
Aan welk soort ontwikkelingssamenwerking doen ze? De meeste van die landen hebben, wat internationale solidariteit betreft, vooral belangstelling voor de nabijgelegen landen: de Balkan, Moldavië, Oekraïne en Wit-Rusland. Om te kunnen toetreden tot de EU, moeten de tien nieuwkomers alle communautaire verworvenheden goedkeuren, ook die inzake ontwikkelingssamenwerking. Helaas brachten noch de Commissie noch de EU-voorzitterschappen ontwikkelingssamenwerking ter sprake tijdens de pre-toetredingsonderhandelingen.
Civiele maatschappij De Europese niet gouvernementele organisaties (ngo’s) erkennen sinds jaren het belang van de uitbreiding. Hun coördinatieplatformen richtten TRIALOG op, dat gevestigd is in Wenen en een verbindingskantoor heeft in Brussel. Dit project wordt gesteund door de Europese Commissie en verrichtte opmerkelijk identificerend en ondersteunend werk, dat leidde tot de oprichting van nationale ngo-platforms in de kandidaat-landen en er de bestaande of in wording zijnde ngo’s versterkte. Zes nieuwe lidstaten hebben momenteel al een nationale coördinatie van hun ngo’s: Polen, de Tsjechische Republiek, Slovakije, Estland, Litouwen en Malta. De andere zijn van plan om hun voorbeeld te volgen.
Nieuwe Europese beleidsmakers De komst van tien nieuwe lidstaten zal het huidige evenwicht binnen de EU wijzigen. Ze zullen niet alleen deelnemen aan de debatten in de Europese ministerraad, maar ook zitting hebben in het Europees Parlement en de Europese Commissie. Ook al is hun nationale rol op het vlak van ontwikkelingssamenwerking nog gering, ze zullen in alle besluitvormingsinstanties van de EU hun stem kunnen laten horen. Doordat de EU-Ontwikkelingsraad in 2002 werd opgedoekt en de punten in verband met het ontwikkelingsbeleid werden ingeschreven in de agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB), dreigt de komst van de nieuwe lidstaten
14 DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 03/2004
Een uitdaging voor ontwikkelingssamenwerking
o pese Unie ertoe te leiden dat deze punten dalen in de prioriteitenrangorde. De nieuwkomers hebben ook interesse voor buitenlandse betrekkingen, en het is niet uitgesloten dat één van hen bevoegd wordt voor ontwikkelingssamenwerking en humanitaire noodhulp op het moment dat de nieuwe Commissie in november 2004 aantreedt.
Steun aan de nieuwe lidstaten In 2003 werd een Task Force opgericht om de ontwikkelingssamenwerking van de tien nieuwe lidstaten te bevorderen. Ze groepeert de Commissie, de geïnteresseerde lidstaten (waaronder België) en de nieuwe lidstaten. De onmiddellijke prioriteiten inzake steun hebben te maken met de uitvoering van de strategieën en het beleid, de versterking van de capaciteiten van de nieuwe administraties voor ontwikkelingssamenwerking, de sensibilisering van de publieke opinie en de uitwerking van wetgevende instrumenten, bijvoorbeeld voor de cofinanciering van de ngo’s.
Financiële implicaties De officiële ontwikkelingshulp (ODA) van de nieuwe staten is zeer laag. Ziehier de cijfers voor 2001 in miljoenen dollars, in dalende volgorde van nettobijdrage (het percentage ODA/BNP staat vermeld tussen haakjes): Polen: 35,5 (0,02 %) ; Tsjechische Republiek: 26,5 (0,05 %) ; Slovenië: 25 (0,13 %) ; Slovakije: 11,7 (0,06 %); Hongarije: 8,5 (0,02 %); Cyprus: 2,3 (0,02 %) (*); Litouwen: 2,0 (0,02 %); Letland: 1,4 (0,02 %); Estland: 0,5 (0,01 %); Malta: 0,5 (0,01 %). Op de Europese Top van Barcelona werd beslist dat de gemiddelde uitgaven van alle EU-lidstaten aan officiële ontwikkelingshulp
(ODA) in 2006 0,39 % van het BNP moeten bedragen.Verder moet elke lidstaat minstens 0,33 % bijdragen op hetzelfde moment, terwijl de lidstaten die dat niveau al overschrijden, hun bijdrage moeten behouden of verhogen.
Conclusie Is het geen absolute topprioriteit om de Europese publieke opinie en de beleidsmakers te wijzen op hun plicht tot solidariteit met de ■ arme volkeren in andere continenten? Sam Biesemans Dienst Europese Unie-DGOS ( *) Alleen Grieks-Cyprus is toegetreden tot de EU (referendum van 24 april 2004)
Bijkomende informatie over de uitbreiding van de EU: Website
van
het
DG
DEV
(Ontwikkelingssamenwerking)
van
de
Europese
Commissie
(EC):
http://europa.eu.int/comm/development/body/organisation/eu_enlargement_en.htm). Algemene site van de EC over de uitbreiding: http://www.europa.eu.int/comm/enlargement/index_fr.html Site van de Europese ngoÅfs: http://www.trialog.or.at/ Publicatie: « The consequences of enlargement for development policy », uitgegeven door het DG DEV, EC, op 31/8/03. Alleen verkrijgbaar in het Engels. Het document is on line te vinden op de site http://europa.eu.int/comm/development/body/publications/descript/pub7_8_en.cfm
DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 03/2004 15
Nieuw logo ! H
et ontwerp van het nieuwe logo van de Belgische ontwikkelingssamenwerking is geïnspireerd op drie essentiële waarden: gelijkheid, dialoog en dynamisme. De vrij strakke typografie geeft het logo stevigheid
en stabiliteit, en is duidelijk zichtbaar op afstand. De samenwerking wordt gesymboliseerd door twee pijlen die elkaar overlappen en elkaar kruisen. Die weergave versterkt het gevoel van gelijkheid tussen de Belgische samenwerking en de partnerlanden.
Beide pijlen hebben precies dezelfde oppervlakte, wat de gelijkheidsgedachte nog kracht bijzet. Ze zijn ook neutraal, om elke interpretatie in de zin van “donorland en ontvangend land” te ontkrachten. Het snijvlak tussen de twee pijlen staat voor de dialoog tussen de Belgische samenwerking en de partnerlanden en voor hun gezamenlijke voorbereiding van de projecten. Het belang van het wit rond het logo en tussen de twee pijlen en de typografie geven een gevoel van transparantie en duidelijkheid, de basis van elke dialoog. Beide pijlen maken een beweging naar boven en naar rechts, wat het dynamisme van de Belgische samenwerking verbeeldt. Dit dynamisme wordt gesymboliseerd door het bolle effect van de pijlen, dat een licht en luchtig gevoel creëert en tegelijk voor een nieuw elan zorgt.
D I M E N S I E3
HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Tweemaandelijks Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking (DGOS)
Verantwoordelijke uitgever: Martine Van Dooren Directeur-generaal Redactie: DGOS- Directie Sensibiliseringsprogramma’s Karmelietenstraat 15 B-1000 Brussel Tel.: 02/519 08 81 - Fax: 02/519 05 44 E-mail:
[email protected] www.dgos.be Hoofdredacteur: Myriam De Winter Layout en productie: www.inextremis.be
De artikels geven niet noodzakelijk het officiële standpunt weer van DGOS of van de Belgische regering. Overname van de artikels is toegestaan mits bronvermelding en een kopie voor de redactie.
Abonnement: gratis in België en in het buitenland
Gedrukt op chloorvrij papier