Nieuwsbrief Prinsjesdag Economisch beeld 2012 en 2013 Volgens het Centraal Planbureau zal de groei van de Nederlandse economie voor 2012 iets gunstiger uitvaller dan eerder werd verwacht. Werd in juni nog een krimp van ¾ procent verwacht, nu is de verwachting dat de krimp van onze economie beperkt blijft tot een half procent. Voor 2013 wordt een economische groei van ¾ procent geraamd. Dit is te danken aan een enerzijds iets sterkere exportgroei en anderzijds minder daling van overheidsuitgaven dan eerder geraamd. Mutaties in % BBP Investeringen bedrijven (excl. woningen)
2012 -½ -2¾
2013 ¾ 3¼
De bedrijfsinvesteringen krimpen in 2012 naar verwachting met 2¾ procent. In 2013 gaan bedrijven per saldo weer meer investeren (+ 3¼ procent). Uitvoer De verwachte groei van onze totale export wordt voor 2012 geschat op 4¼ procent door de forse groei van onze wederuitvoer (8¼ procent). De binnenlands geproduceerde export valt dit jaar echter tegen. Verwachtte het CPB in de juniraming nog dat in 2012 de binnenlands geproduceerde uitvoer zou groeien met 1,75 procent, nu verwacht het CPB een lichte krimp van onze binnenlands geproduceerde export (- ¼ procent). De voor ons land relevante wereldhandel groeit ook dit jaar maar met ¼ procent. Mutaties in % Relevante wereldhandel Uitvoer van goederen (exclusief energie) Binnenlands geproduceerde uitvoer (excl. energie) Wederuitvoer
2012 ¼ 4¼
2013 3½ 4¼
-¼
3¼
8¼
4¾
Voor 2013 verwacht het CPB een verdere en sterkere stijging van de relevante wereldhandel en onze (binnenlands geproduceerde) uitvoer. De economische groei in de eurozone is hier echter een grote onzekere factor. Daarnaast zal de aansluiting op groeimarkten buiten Europa – al dan niet via Duitsland – voor een groter deel onze exportprestaties (moeten) bepalen. Productie en werkgelegenheid marktsector De werkgelegenheid in de marksector is sinds de crisis nog niet gegroeid en zal naar verwachting volgend jaar verder afnemen. Dat is terug te zien in een groeiende arbeidsproductiviteit. De productie zal in 2012 nog krimpen, maar in 2013 weer aantrekken.
Mutaties in % Productie Werkgelegenheid in arbeidsjaren Arbeidsproductiviteit
2012 -1¼
2013 1
0 -1¼
-1 2
Consumptie en koopkracht Het CPB verwacht dat de consumptie van huishoudens in 2012 met 1 procent daalt. De koopkrachtdaling van 1¾ procent in 2012, oplopende werkloosheid, lage consumentenvertrouwen mede door de nog steeds zwakke huizenmarkt en onzekerheid over de pensioenen hebben een flink negatief effect op de consumptie. Mutaties in % Consumptie huishoudens Contractloon marktsector Inflatie
2012 -1 1¾ 2¼
2013 0 2¼ 2
Voor 2013 verwacht het CPB dat aan de consumptie gelijk blijft. Naar verwachting zal in 2013 de contractloonontwikkeling dat jaar weer boven de inflatie uitkomen en er weer sprake zijn van een reële loonstijging van een kwart procent. De koopkracht daalt echter nog steeds door de collectieve lastenverzwaringen die volgend jaar doorgevoerd worden (-¾ % in 2013). Daarmee is 2013 het vierde jaar op rij met een koopkrachtdaling. Ontwikkeling van de Nederlandse overheidsfinanciën in 2013 Het begrotingstekort zal volgend jaar onder de drie procent uitkomen als gevolg van de afspraken die gemaakt zijn in het begrotingsakkoord 2013. Daarmee voldoet Nederland aan de Brusselse afspraken voor buitensporige tekorten van lidstaten. De staatsschuld zal in 2013 nog steeds toenemen als gevolg van het begrotingstekort. In % bbp Begrotingstekort Overheidsschuld
2012 -3,7 71,4
2013 -2,7 71,8
Lasten bedrijfsleven en Belastingplan Lastenverhogingen die al door de Kamer zijn goedgekeurd Door het begrotingsakkoord 2013 worden de lasten in 2013 verzwaard met in totaal 9 miljard euro. De onderstaande maatregelen zijn inmiddels door de Tweede en Eerste Kamer aangenomen. • Het algemene btw-tarief gaat per 1 oktober 2012 met 2 procentpunt omhoog naar 21 procent, waarbij er een overgangsregeling komt voor nieuwbouwwoningen. De accijns op sigaretten en shag gaat in 2013 met resp. 35 eurocent en 60 eurocent per pakje omhoog. Ook de alcoholaccijns (bier, wijn, sterke drank) gaat in 2013 omhoog. De belasting op alcoholvrije dranken (frisdrankbelasting) wordt niet afgeschaft. De btw-
vrijstelling voor de gezondheidszorg wordt beperkt. • De energiebelasting voor aardgas gaat omhoog en de vrijstelling voor rode diesel en de vrijstelling in de kolenbelasting voor elektriciteitsopwekking worden afgeschaft. Verschillende kleine belastingen die zouden worden afgeschaft in 2013 blijven bestaan: de leidingwaterbelasting en het eurovignet voor vrachtwagens. • Onderdelen uit het vitaliteitspakket worden niet of beperkt ingevoerd: de werkbonus gaat niet door en de mobiliteitsbonussen worden bevroren. Dat treft zowel werknemers als werkgevers. • De WW-premie voor werkgevers worden in 2013 tijdelijk met 500 miljoen euro verhoogd. Vanaf 2014 gaan werkgevers de eerste zes maanden van WW-uitkeringen betalen. Er komt een tijdelijke werkgeversheffing van 16 procent over lonen die in 2012 meer dan 150.000 euro bedragen (300 miljoen). • Verder wordt de bankenbelasting per 2012 verdubbeld. Dit betekent een lastenverzwaring van 300 miljoen. De aftrek van deelnemingsrente voor bedrijven wordt beperkt met 200 miljoen euro. • Daartegenover staan voor 2013 een beperkte verlichting van collectieve lasten: het tarief van de overdrachtsbelasting voor woningen blijft ook na juni 2012 gehandhaafd op 2 procent. De opbrengst van de BTW verhoging wordt deels gebruikt voor lastenverlichting elders ter versterking van de koopkracht. De heffingskorting voor groen beleggen wordt in tegenstelling tot de aanvankelijke plannen niet volledig afgeschaft, maar blijft in stand voor 0,7 procent. Voor podiumkunsten, kunst en verzamelvoorwerpen is het lage btw-tarief weer ingevoerd. Per saldo leidt dit tot een beperkte lastenverlichting. Fiscale behandeling woon-werkverkeer Met ingang van 1 januari 2013 kunnen reiskosten gemaakt voor het woon-werkverkeer niet langer onbelast worden vergoed. De manier van reizen maakt daarbij niet uit. De vergoedingen voor alle vormen van vervoer (autokilometers, fietskilometers en vergoedingen voor het openbaar vervoer) zullen belast zijn. Zakelijke reizen, niet zijnde woon-werkverkeer, kunnen echter onverminderd onbelast vergoed worden. Ook kan de werkgever er voor kiezen de werknemer een deel van de kosten te vergoeden uit de vrije ruimte van de werkkostenregeling. Er is sprake van woon-werkverkeer wanneer: – Wordt gereisd tussen de woning en een vastgelegde werkplek – Op regelmatige basis gereisd wordt tussen woning en werk en op die werkplek in belangrijke mate werkzaamheden worden verricht – Er binnen 24 uur heen en terug wordt gereisd Ambulante sector Werknemers met een ambulante functie, zoals in de bouw of thuiszorg, werken niet op een vaste werkplek. De reizen van deze werknemers naar hun werkplek worden zodoende aangemerkt als een zakelijke rit en kunnen dus onbelast vergoed worden. Indien langer dan
één jaar naar dezelfde werkplek wordt gereisd is sprake van een vaste werkplek en dus van woon-werkverkeer. Meerdere adressen van de werkgever kunnen worden aangemerkt als vast werkadres. Ook is sprake van woon-werkverkeer als op regelmatige basis wordt gereisd tussen de woning en een werkplaats waar in belangrijke mate werkzaamheden worden verricht. Dat kan dus een ander werkadres zijn dan die welke tussen werkgever en werknemer zijn overeengekomen. Voor zzp’ers geldt dat reizen naar opdrachtgevers gelden als zakelijke kilometers, mits niet langer dan een jaar naar dezelfde werkplek wordt gereisd. Auto van de zaak Ook de woon-werkkilometers die met de auto van de zaak worden gemaakt, worden per 1 januari 2013 aangemerkt als privékilometers en tellen dus mee voor de vraag of er sprake is van bijtelling. In veel gevallen zullen zodoende auto’s die nu minder dan 500 km per jaar privé rijden in 2013 wel onder de bijtelling vallen zal de huidige vrijstelling van bijtelling voor auto’s die minder dan 500 km privé rijden in belang afnemen. Voor gevallen waarin voor 25 mei 2012 een leasecontract is aangegaan of voor auto’s die voor die datum op de balans van de ondernemer stonden en waarvoor geen bijtelling gold is overgangsrecht vastgesteld. Gedurende de looptijd van het leasecontract, maar uiterlijk tot 1 januari 2017, is er sprake van een verlaagd bijtellingtarief van een kwart van de normale bijtelling. De verlaagde bijtelling geldt alleen ingeval het aantal overige privékilometers, zijnde de andere privékilometers dan de kilometers die in het kader van het woonwerkverkeer met de auto worden gemaakt, beperkt blijft tot maximaal 500 kilometer op jaarbasis. Indien die grens wordt overschreden is alsnog sprake van een volledige bijtelling. Bestelauto van de zaak Ook voor de bestelauto van de zaak waarvoor voor 25 mei 2012 een contract is aangegaan, dan wel voor die datum op de balans van de ondernemer stond en waarvoor geen bijtelling gold vanwege de zogenaamde ‘verklaring uitsluitend zakelijk gebruik’ is overgangsrecht vastgesteld. Dit overgangsrecht komt overeen met het overgangsrecht voor de auto van de zaak, zoals hierboven beschreven. Met dien verstaande dat hier de 500 km grens voor privékilometers niet opgaat. OV-abonnement Ook voor OV-abonnementen is overgangsrecht vastgesteld. Een OV-abonnement dat voor 25 mei 2012 is aangeschaft en dat ook na 1 januari 2013 geldig is blijft onbelast zolang het abonnement nog geldig is. Vennootschapsbelasting (Vpb)\ – De onderkapitalisatieregeling (thincapregeling) wordt afgeschaft. Deze beperking van renteaftrek bij te veel vreemd vermogen past niet goed bij de andere aftrekbeperkingen en raakt bovendien MKB-ondernemingen waarvoor de regeling niet is bedoeld. – De buitenlandse Vpb-plicht voor bestuurdersbeloningen wordt uitgebreid. Reden is dat vooral Belgische vennootschappen steeds meer bestuurswerkzaamheden verrichten voor NL vennootschappen zonder dat sprak is van formeel bestuurderschap. Die beloningen vallen nu niet onder de Vpb, straks wel. – Voor het aangaan van een fiscale eenheid wordt expliciet bepaald dat een moeder ook ten minste 95 percent van de stemrechten in de dochter moet bezitten. Een wijziging van de bestaande praktijk wordt hiermee niet beoogd.
Overdrachtsbelasting Voor zowel woningen als niet-woningen wordt de termijn waarbij in geval van doorverkoop een vermindering van overdrachtsbelasting kan worden verkregen, verlengd van zes tot 36 maanden (periode 1 september 2012 – 1 januari 2015). Het woningbegrip wordt uitgebreid, waardoor ook aanhorigheden (bijv. garages) van woningen die later worden verkregen onder het 2%-tarief worden gebracht. Invordering Het bodemrecht, waardoor de fiscus vorderingen mag verhalen op roerende zaken in de bedrijfsruimte ongeacht wie de eigenaar is, wordt op 1 januari 2013 aangepast. De zekerheidshouder van die zaken (financier) moet de fiscus informeren over zijn plan zijn rechten uit te oefenen. Daardoor kan de fiscus voor die tijd bodembeslag leggen. Het uitstelbeleid voor ondernemers wordt onder voorwaarden versoepeld. O.a. wordt uitstel mogelijk voor maximaal vier maanden voor belastingaanslagen van maximaal 12.000 euro. Een van de voorwaarden is dat er geen aangifteverzuim is. Witteveenkader voor IB-ondernemers Er was al geregeld dat het Witteveenkader (fiscale grenzen pensioenopbouw werknemers) per 1 januari 2015 ook geldt voor de pensioenopbouw van IB-ondernemers die verplicht deelnemen in pensioenregelingen. Nu wordt voorgesteld het Witteveenkader een ruimer bereik te geven. Dat raakt pensioenregelingen van IB-ondernemers die als zelfstandig beroepsbeoefenaar of ondernemer deelnemen in bepaalde pensioenregelingen. Het gaat met name om beroepen in de gezondheidszorg, het havengebied en ondernemers in bepaalde bedrijfstakken (zoals zelfstandige schilders). Verhuurderheffing Verhuurders van woningen in de gereguleerde sector moeten met ingang van 1 januari 2013 een verhuurderheffing betalen. De heffing gaat gelden voor verhuurders van meer dan 10 huurwoningen. Grondslag is de totale WOZ-waarde minus een heffingsvrije voet van 10x de gemiddelde WOZ-waarde van de huurwoningen. Elektronische registratie notariële akten De registratie van notariële akten gebeurt voortaan langs elektronische weg. De registratie wordt uitgevoerd door de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie. Verder wordt de registratie van onderhandse akten beperkt tot die akten waarvoor registratie een wettelijk vormvereiste is. De registratie van deze akten blijft een taak van de Belastingdienst. Vereenvoudiging scholingsuitgaven – – – –
Aftrek scholingsuitgaven wordt beperkt tot verplicht gestelde en noodzakelijke kosten van de opleiding of studie Regeling voor belastingplichtigen met recht op studiefinanciering komt te vervallen Aftrek scholingsuitgaven voor belastingplichtigen wiens prestatiebeurs niet wordt omgezet in een gift wordt vereenvoudigd De standaardstudieperiode wordt beter uitvoerbaar gemaakt door periode van toepassing aaneengesloten te maken
Vergroten vrije ruimte werkkostenregeling In afwachting van de resultaten van de in het Belastingplan 2012 aangekondigde evaluatie van de werkkostenregeling wordt vooralsnog de financiële ruimte ingevuld die daar voor
verruiming van deze regeling was ingeboekt. Dit betekent dat de vrije ruimte per 1 januari 2013 omhoog gaat van 1,4% naar 1,6%. Aanpassingen afdrachtvermindering onderwijs – De afdrachtvermindering gaat gelden voor deelname aan een volledige opleiding, waarbij de intentie bestaat om de opleiding af te sluiten met een erkend diploma – De omvang van het opleidingsprogramma wordt bepalend voor de maximale periode van toepassing van de afdrachtvermindering – Urennormen gaan gelden voor de toepassing van de afdrachtvermindering – Een programmaverklaring moet worden opgesteld door onderwijsinstelling, werkgever en leerling-werknemer op straffe van een sanctie – Voor bepaalde gevallen wordt een aanvullende afdrachtvermindering ingevoerd die gekoppeld wordt aan het behalen van een diploma – Voor de afdrachtvermindering gaat een jaarsystematiek gelden – De afdrachtvermindering startkwalificatie komt te vervallen – Het toetsloon van maximaal 130% van het wettelijk minimumloon voor werknemers onder de 25 jaar wordt afgeschaft Infrastructuur Omgevingswet De Omgevingswet stroomlijnt het complex aan ruimtelijke wet- en regelgeving. De wet maakt het omgevingsrecht inzichtelijker, meer voorspelbaar en makkelijker te gebruiken. De besluitvorming over ruimtelijke projecten en activiteiten wordt sneller en doelmatiger. I en M biedt het voorstel voor de 1e tranche van de Omgevingswet in 2013 aan de Tweede Kamer aan. VNO-NCW en MKB steunen deze Omgevingswet, maar dringen er wel op aan daarin ook de natuurbeschermingswetten op te nemen en reeds in de eerste tranche inzicht te bieden in het gehele bouwwerk dat op termijn de Omgevingswet moet gaan vormen. Bedrijventerreinen Er komt een evaluatie van het convenant herstructurering bedrijventerreinen. Het is een goede zaak dat bezien wordt wat de resultaten zijn en welke lessen er getrokken kunnen worden uit de afgesproken procesaanpak. Het is wenselijk dat het bedrijfsleven bij deze evaluatie wordt betrokken. Woningmarkt en bouw Hypotheekrente-aftrek In het begrotingskkoord 2013 is een aantal maatregelen rond de koopwoningmarkt opgenomen. – – – –
de overdrachtsbelasting per 1 juli 2012 permanent verlaagd van 6% naar 2%. Om in aanmerking te kopen voor aftrek van de hypotheekrente voor de eigen woning wordt annuïtair aflossen voorgeschreven bij nieuwe hypotheken. Tegelijkertijd wordt de bovengrens van de Nationale Hypotheekgarantie gefaseerd in drie jaarlijkse stappen op het oude niveau van 265.000 euro teruggebracht. Ook zal vanaf 2013 de loan-to-value, waarin de verhouding tussen het totale leenbedrag en de waarde van de woning tot uiting komt, voor nieuwe hypotheken geleidelijk worden teruggebracht naar 100 procent. Om met name starters tegemoet te komen en de tijd te geven om vermogen op te bouwen, gebeurt deze afbouw in zes stappen van 1 procentpunt per jaar, waardoor in 2018 100 procent wordt bereikt.
Huurwoningmarkt Op de huurmarkt komt naast de corporaties meer ruimte voor alternatieve partijen. Voor huishoudens met een inkomen tussen 33.000 euro en 43.000 euro in de gereguleerde huursector geldt vanaf juli 2013 een maximale huurverhoging van 1 procent boven de inflatie. Eerder was al besloten dat voor huishoudens met een inkomen boven de 43.000 euro kunnen de huren meer verhoogd worden (met 5 procent boven inflatie). Op 1 januari 2013 wordt de herziene Woningwet ingevoerd, die onder meer gericht is op het versterken van het toezicht op woningcorporaties. Daarnaast is er een ’Commissie van Wijzen’ ingesteld om advies te geven over eventuele prikkels in het woningcorporatiestelsel, die leiden tot ongewenste financiële risico’s en over het financieel toezicht. Voor verhuurders komt er een verhuurdersbelasting. Investerings- en innovatieagenda Bouw Het kabinet gaat door met de uitvoering van de Investerings- en innovatieagenda Bouw die in het voorjaar door het Bouwteam - deskundigen uit de sector, kennisinstellingen en de overheid – is opgeteld. Met deze agenda wordt, op basis van de eigen verantwoordelijkheid van de sector, gewerkt aan vernieuwing in de bouw. Dit vergt een duurzame samenwerking tussen de bedrijfstak, kennisinstellingen en overheden. De bouwregelgeving wordt verder vereenvoudigd, waarbij meer verantwoordelijkheid voor de toepassing van bouwvoorschriften belegd wordt bij de sector Duurzame bouw Het kabinet trekt 200 miljoen euro uit voor stimulering van de duurzame economie, onder meer door woningisolatie en duurzaam bouwen. Hiervan is in 2013 70 miljoen euro bestemd voor energiebesparende maatregelen op basis van cofinanciering in zowel grootschalige projecten als bij particulieren via een revolverende fondsconstructie. Vanaf 2014 is 58 miljoen euro structureel beschikbaar. Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Leraren. In het begrotingsakkoord 2013 is 105 miljoen euro vrijgemaakt voor beter opgeleide docenten en betere schoolleiders. 30+ maatregel beroepsonderwijs In het begrotingsakkoord 2013 is verder geregeld dat de overheid de studie van mbostudenten van 30 jaar en ouder blijft financieren. In 2013 wordt daarvoor 80 miljoen euro beschikbaar gesteld. VNO-NCW en MKB-Nederland vinden dit een verstandige beslissing in het kader van de behoefte van de Nederlandse economie aan MBO-vakkrachten. Het aantal 30+ ers dat een mbo-opleiding volgt groeit en deze groep is van groot belang voor de bedrijven en instellingen. Prestatieafspraken hoger onderwijs Vóór 1 november a.s. worden in het hoger onderwijs prestatieafspraken gemaakt. Kortgezegd moeten die ertoe leiden dat de kwaliteit van het hoger onderwijs omhoog gaat, dat studenten succesvoller studeren en dat instellingen zich meer gaan richten op hun sterke punten. Hiervoor is in 2013 in totaal 280 miljoen euro beschikbaar, oplopend tot 325 miljoen euro in 2016. De afspraken zijn niet vrijblijvend. Dit budget wordt verdeeld naar prestatie. VNONCW en MKB-Nederland zijn voorstander van prestatiebekostiging en pleiten voor uitbouw. Buitenlandse zaken en Ontwikkelingssamenwerking
Er gaat volgend jaar 11,5 miljard euro naar buitenlandse zaken en internationale samenwerking. Ontwikkelingssamenwerking Op het gebied van ontwikkelingssamenwerking wordt het beleid gericht op versterking aan de economische structuur voortgezet, waarbij gekozen wordt voor een kleiner aantal partnerlanden. Focusgebieden zijn waterbeheer, landbouw en versterking van rechtsorde. Modernisering diplomatie Sterke relatie met topsectoren Er werd in de Troonrede extra aandacht gevraagd voor economische diplomatie. Zo zal de wereldtournee van het Koninklijk Concertgebouw worden benut voor Economisch diplomatieke betrekkingen. Het strategische reisagentschap omvat aandacht voor Brazilië, VS, Rusland, China en ook Turkije, Chili, Colombia, zuid Korea en Vietnam. Positief is ook de sterke relatie die er gelegd wordt met de topsectoren. Er worden strategische partnerschappen verkend met grondstofrijke landen. Internationaal ondernemen Het instrumentarium voor internationaal ondernemen was al in 2011-2012 herzien. Er was ook al een programma voor publiek private partnerschappen gelanceerd gericht op water en voedselzekerheid. Van het totale budget voor ontwikkelingssamenwerking gaat circa 2½ procent rechtstreeks naar het bedrijfsleven. Milieu, Energie en Natuur Green Deals Het kabinet gaat voortvarend verder met de Green Deal aanpak. Dat bekent meer ruimte aan ondernemers die duurzame initiatieven willen realiseren, door het wegnemen van belemmeringen. Het kabinet wil de komende jaren meer Green Deals afsluiten. VNO-NCW en MKB-Nederland ondersteunen deze aanpak. Opbrengsten veiling CO2-rechten Het kabinet verwacht in 2013 120 miljoen euro en structureel 200 miljoen euro per jaar te ontvangen uit de veiling van CO2-rechten. Deze middelen vloeien naar de algemene middelen. VNO-NCW en MKB Nederland pleiten ervoor dat deze middelen gebruikt worden voor de compensatie van de energie-intensieve industrie en voor stimulering van duurzame innovaties. Verhoging belasting op aardgas Zoals in het Begrotingsakkoord 2013 is afgesproken, zal de belasting op aardgas verhoogd worden met een opbrengst van 365 miljoen euro. Volgens VNO-NCW en MKB Nederland zijn de energiebelastingen in Nederland in vergelijking met andere landen al erg hoog. Deze verdere verhoging verslechtert de concurrentiepositie van bedrijven, zonder dat daar aantoonbare milieuwinst tegenover staat. Toezicht op complexe industriële bedrijven De overheid wil het toezicht op bedrijven die met gevaarlijke stoffen werken verscherpen. VNO-NCW en MKB NL zijn het daarmee eens mits dit gebeurd via deskundige Brzo-RUD’s die effectiever en doelmatiger toezicht houden wat per saldo tot minder administratieve lasten en kosten voor bedrijven leidt.
Verduurzamen productie- handelsketens Het ministerie en I&M wil bedrijven stimuleren en faciliteren om slimmer om te gaan met grondstoffen, kringlopen verder te sluiten en meer waarde uit afval te halen. VNO-NCW en MKB-Nederland steunen deze aanpak. De komende tijd willen we vooral inzetten op, het ontwikkelen van gerichte innovatieprogramma’s op de voor NL kritische grondstoffen in het topsectorenbeleid, inzetten op bewustwording van de grondstoffenproblematiek bij (mkb)ondernemingen, het verbeteren van informatievoorziening over kritische grondstoffen en het ontwikkelen van een ‘handboek resource efficiency’ door en voor relevante branches. Natuur Het kabinet wil begin 2013 de zogenaamde Programmatisch Aanpak Stikstof (PAS) voor de Natura 2000 gebieden vaststellen. VNO-NCW en MKB-Nederland vinden het van belang dat er tempo blijft gemaakt worden met de afronding van de PAS. De uitwerking van de PAS zullen we toetsen aan o.a. het vereenvoudigen van de vergunningverlening en het creëren van meer ruimte voor economische ontwikkeling. Als de PAS gereed is moeten de provincies, in overleg met ondernemingen, de beheerplannen voor de Natura 2000 gebieden snel afronden. Nader moet worden bezien in hoeverre relevante delen uit het recent bij de Tweede Kamer ingediende wetsvoorstel natuurbescherming (o.a. de gebiedsbescherming) een plek kunnen krijgen in de voorbereiding zijnde Omgevingswet. Het uitgangspunt moet hierbij zijn de integrale aanpak van de omgeving. Natuur maakt hier onlosmakelijk onderdeel van uit. Het handhaven van sectorale wetgeving naast de Omgevingswet is onwenselijk. Innovatie, topsectoren, bedrijfslevenbeleid, kredietverlening Bedrijfslevenbeleid Het ingezette bedrijfslevenbeleid wordt voortgezet. Het beleid betekent minder subsidies in ruil voor lagere belastingen, minder en eenvoudiger regels, ruimere toegang tot bedrijfsfinanciering, betere benutting van de kennisinfrastructuur door het bedrijfsleven en een betere aansluiting van fiscaliteit, onderwijs en diplomatie op de behoefte van het bedrijfsleven. Het topsectorenbeleid, gericht op het versterken van het economische groeivermogen, wordt verder uitgebouwd. Voor onderzoek naar innovatieve producten en diensten is het komend jaar 2,8 miljard euro beschikbaar. Hiervan wordt 1,8 miljard euro bijgedragen door het bedrijfsleven, zoals is afgesproken in innovatiecontracten tussen kennisinstellingen en bedrijven in de 9 topsectoren. Om de innovatiecontracten in de topsectoren te realiseren gaan de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s) van start. Om de internationale ambities van de topsectoren kracht bij te zetten organiseert het ministerie van EL&I 17 handelsmissies, vooral naar landen waar ondernemers uit de negen topsectoren groeikansen zien. Financiering bedrijfsleven De garantieregelingen (BMBK, GO-regeling en Groeifaciliteit) ondersteunen bedrijven bij het verkrijgen van de gewenste financiering. De BMKB wordt uitgebreid naar 1miljard euro. Ook wordt de regeling opengesteld voor andere financiers dan banken. Gezien de economische vooruitzichten is het verstandig deze regelingen ook in 2013 op peil te houden. Voor begrotingsbehandeling komt EL&I met voorstellen om de BMKB meer
kostendekkend te maken, gezien de oplopende schade die hierop binnenkomt. Microfinanciering is uitgebreid naar leningen tot 50.000 euro (was 35.000 euro). Innovatie Innovatie wordt o.a. gestimuleerd door de WBSO, de Research & Development Aftrek en het Innovatiefonds MKB+. Het innovatiefonds bestaat uit de Seed faciliteit, het Innovatiekrediet en het zgn. fund-of-fund. Met deze regelingen wordt voorzien in een behoefte aan (risico)kapitaal voor innovatie, in de periode 2012-2015 is 500 miljoen euro beschikbaar. –
RDA: budget in 2012 is 250 miljoen euro en loopt op naar structureel 500 miljoen euro in 2014. – WBSO: De eerste schijf wordt verlengd naar €200.000, wel daling percentage van 42 naar 38%. Het plafond wordt verhoogd van €12 miljoen naar €14 miljoen. – De IPC’s worden nauwer aangesloten op het Topsectorenbeleid. – De taken van de Kamers van Koophandel en Syntens worden per 2014 ondergebracht in Ondernemerspleinen. Al per 2013 hoeven bedrijven niet langer jaarlijks te betalen voor opname in het Handelsregister. Deze KvK-heffing kostte ondernemers 160 miljoen euro per jaar. Regeldruk, digitale agenda en mededinging Regeldruk Het kabinet is er in geslaagd de administratieve lasten en nalevingskosten met 950 miljoen euro te verminderen voor ondernemers en heeft maatregelen voorbereid die leiden tot nog een miljard minder administratieve lasten en 250 miljoen euro lagere nalevingkosten tussen 2012 en 2015. Verder hebben provincies en gemeenten hebben afgesproken dat ze vanaf 2012 de lokale administratieve lasten met 5 procent per jaar verminderen. Zo verbeteren veel gemeenten hun dienstverlening aan bedrijven door een Bewijs van Goede Dienst te halen en hun Digitale Steden Agenda uit te voeren. Ondanks de flinke vooruitgang in het verlagen van regeldruk, is dit bij ondernemers lang niet altijd merkbaar. De aanwas van moeilijk uitvoerbare regelgeving is nog niet gestuit, zeker niet waar het Europese regels betreft. Komend kabinet moet daarom – naast een forse kwantitatieve doelstelling – vooral inzetten op het voorkomen van regeldruk. VNO-NCW en MKB-Nederland pleiten voor een nullijn, ook voor EU-regelgeving en openbaarmaking van het Integraal Afwegingskader, waardoor transparant wordt of ministeries hun regeldruktoetsen adequaat hebben uitgevoerd. Het vroegtijdig voorkomen van onnodige Europese regeldruk zal een speerpunt moeten in het nieuwe regeldrukprogramma. Nieuwe bedrijfsvriendelijke aanbestedingswet Het kabinet gaat uit van inwerkingtreding van de nieuwe bedrijfsvriendelijke aanbestedingswet op 1 januari 2013. Vanaf dat moment zullen alle openbare (overheids)opdrachten digitaal op TenderNed te vinden zijn met een inschrijfmodule en bedrijfsregister zodat de administratieve lasten voor ondernemers verder dalen. Daarnaast zet EL&I zich in voor eenvoudige en moderne Europese aanbestedingsregels die in 2013 gewijzigd worden. VNO-NCW en MKB-Nederland verwelkomen de nieuwe Aanbestedingswet en snelle inwerkingtreding. Ook de Europese ontwikkelingen volgen we goed en willen we o.a. optimale toegang voor ondernemers borgen, administratieve lasten terugdringen en aanvullende belemmerende regels (zoals social return eisen) voorkomen.
ICT en privacy Een nationale meldplicht voor datalekken wordt in de Wet bescherming persoonsgegevens vastgelegd. In Brussel wordt gewerkt aan de voorgestelde privacy verordening. Deze maatregelen worden door VNO-NCW en MKB-Nederland als nuttig ervaren, mits proportioneel, technologieneutraal, risicogericht en lastenarm vormgegeven. Digitale Agenda Het kabinet formuleerde in de 'Digitale Agenda' haar strategie voor de inzet van ICT voor groei en welvaart en de benodigde randvoorwaarden. Een publiek-private stuurgroep begeleidt deze Agenda en zet tevens in op een aantal 'doorbraakprojecten' met ICT, die Nederland een concurrentievoorsprong moeten geven. VNO-NCW en MKB Nederland benadrukken dat coördinatie tussen de Digitale Agenda en de ICT Roadmap uit het topsectoren beleid van belang is. In het verlagen van de administratieve lasten geeft de overheid ICT terecht een belangrijke rol, idealiter krijgt de ondernemer het recht dienstverlening digitaal te kunnen afhandelen, op alle overheidsniveaus. ePrivacy De kabinetsbrede visie op e-privacy die in dat kader in 2013 verschijnt, dient kansen voor groei en innovatie met ICT voorop te stellen, met e-privacy als faciliterende randvoorwaarde. VNO-NCW en MKB Nederland vinden het positief dat het Ministerie van EL&I binnen deze Agenda ook het vertrouwen van gebruikers in internet en ICT adresseert (veiligheid, e-privacy en integriteit van het netwerk). Kleinere overheid De overheid continueert in 2013 de aanpak om tot een kleinere, maar betere overheid te komen, betere afbakening van taken over bestuurslagen (niet meer dan twee) en wordt afschaffing deelgemeenten conform schema doorgezet. De compactere overheid vertaalt zich concreet o.a. in de oprichting van het Rijksvastgoedbedrijf (fusie van Rijksgebouwendienst en Rijks Vastgoed- en Ontwikkelingsbedrijf), de start van de ‘Autoriteit Consument en Markt’ (fusie van OPTA, NMA en Consumentenautoriteit) en worden twee rijksdatacentra en 20 inkoop-uitvoeringscentra voltooid. In 2013 geldt net als de twee voorgaande jaren de nullijn voor de lonen van rijksambtenaren. VNO-NCW en MKB Nederland zijn voorstander van deze operatie: een slim en goed werkend openbaar bestuur is een belangrijke vestigingsfactor en op dit moment is de bestuurlijke en ambtelijke drukte en overlap nog steeds te groot. Autoriteit Consument & Markt (ACM) De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa), Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA) en de Consumentenautoriteit fuseren tot de Autoriteit Consument en Markt op1 januari 2013. VNO-NCW en MKB-Nederland zijn in beginsel positief tegenover de fusie, mits deze leidt tot kostenbesparingen en een minder toezichtlast en -overlap voor ondernemers. High trust benadering, nalevingshulp en eigen verantwoordelijkheid van bedrijven dienen uitgangspunt te zijn. Consumentenbeleid Ingezet wordt op versterken positie consument door kennisontwikkeling, verbreding geschillenbeslechting, eenvoudige regelgeving voor consumenten en implementatie EU richtlijn consumentenrechten. VNO-NCW en MKB-Nederland onderschrijven het streven van een optimale afstemming tussen vraag en aanbod en daarbij gaat het om een goede balans tussen belangen van bedrijven en consumenten. Terecht refereert de begroting aan onderzoek dat Nederland internationaal gezien goed scoort op onderwerpen die consumenten raken. Aandachtspunt is de komende verplichting voor ondernemingen om telefonisch gesloten
contracten schriftelijk of elektronisch te bevestigen. Voor sommige contracten is dat op zich begrijpelijk, maar met meer maatwerk kunnen de lasten voor de betrokken ondernemers beperkter blijven. Die ruimte moet er komen. Verder dienen de garantieregels voor consumentenproducten ontdaan te worden van hun Nederlandse kop. Sociale zekerheid, arbeidsmarkt en pensioenen AOW leeftijd omhoog In 2013 gaat de AOW leeftijd met een maand omhoog, en in 2014 en 2015 ook steeds met een maand per jaar. Vanaf 2016 met twee maanden per jaar en vanaf 2019 met 3 maanden. Eind 2019 komt de AOW-leeftijd daarmee uit op 66 jaar en in 2023 op 67 jaar. Vanaf 2024 wordt de AOW leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. Mensen kunnen inmiddels toch hun AOW eerder opnemen maar moeten die dan in de loop van de volgende jaren terugbetalen via een korting op hun AOW. Deze verhoging van de AOW leeftijd is een versnelling ten opzichte van de afgesproken verhoging in het pensioenakkoord: volgens dat akkoord zou de eerste verhoging pas plaatsvinden in 2020. VNO-NCW en MKB-Nederland hebben begrip voor de maatregelen in het licht van de nodige bezuinigingen. Wel had een langere periode om pensioen- en AOW leeftijd met elkaar in overeenstemming te brengen wenselijk geweest. Ook de flexibilisering van de AOW-leeftijd die was afgesproken in het pensioenakkoord, ontbreekt. Dat betreuren de werkgeversorganisaties. Meer uitgebreid commentaar is geleerd in een gezamenlijke brief van werkgevers en werknemers in de Stichting van de Arbeid. Pensioenleeftijd omhoog De fiscale aftrekbaarheid van pensioenpremies wordt op meerdere manieren beperkt. Dit leidt in 2013 nog niet tot lastenverzwaring. De maximale jaarlijkse opbouw gaat in 2014 van 2,25 procent naar 2,15 procent bij middelloonregelingen en van 2 procent naar 1,90 procent bij eindloonregelingen. De opbouw van nieuwe rechten versoberd door een verhoging van de pensioenrichtleeftijd naar 67 jaar in 2014 en een koppeling aan de levensverwachting voor de periode daarna. Ziektewet flexibele arbeidskrachten In 2013 (als de Eerste Kamer in september akkoord gaat) worden de premies voor de Ziektewet meer afhankelijk gemaakt van de instroom in de Ziektewet in bedrijven en sectoren. Dat betekent dat bedrijfstakken waar meer tijdelijke werknemers ziek zijn of worden na het einde van hun contract, meer premie gaan betalen. Ook wordt het recht op een uitkering beperkt. VNO-NCW en MKB-Nederland hebben groot bezwaar tegen deze maatregelen. De noodzaak en effectiviteit is onvoldoende onderbouwd de werkgeversorganisaties verwachten een negatief effect op het gebruik van flexibele contracten. Dat is slecht voor de werking van de arbeidsmarkt. Eigen risico WW Het kabinet neemt zich voor om een eigen risico in voor werkgevers in de WW in te voeren in 2014. Vooruitlopend daarop worden de premies voor de WW in 2013 verhoogd met 500 miljoen euro. De werkgeversorganisaties wijzen een eigen risico in de WW af. Volgens de werkgevers zou een eigen risico tot grote financiële gevolgen kunnen leiden, zeker voor kleine ondernemingen. Een verkorting van de maximale duur van de WW uitkering zou een veel betere maatregel zijn. \
Langer doorwerken ouderen (vitaliteitspakket) Er worden bezuinigingen doorgevoerd op de bestaande instrumenten om ouderen in dienst te houden of aan te nemen. Van de bestaande doorwerkbonussen en mobiliteitsbonussen blijft alleen nog een fiscale faciliteit over voor het aannemen van uitkeringsgerechtigden en arbeidsgehandicapte werknemers ouder dan 50 jaar. De werkgeversorganisaties betreuren de bezuinigingen op het vitaliteitspakket. Het vitaliteitspakket was onderdeel van de afspraken over pensioen en duurzame inzetbaarheid van ouderen (“Beleidsagenda 2020”). Door deze bezuinigingen komt het kabinet nu terug op die afspraken. Doorwerken na de AOW leeftijd Voor werkgevers die werknemers ook na hun 65e een arbeidsovereenkomst willen geven wordt vanaf 2013 een aantal zaken vergemakkelijkt. Zo wordt de loondoorbetaling bij ziekte beperkt kunnen tijdelijke contracten worden aangeboden zonder dat dit leidt tot een vast contract. Ook wordt de opzegtermijn verkort. De werkgeversorganisaties zijn positief over deze aanpassingen van het arbeidsrecht. Het wordt daardoor makkelijker en dus aantrekkelijker om mensen ook na hun AOW-leeftijd te laten doorwerken. Beperking arbeidsmigratie Het kabinet streeft naar minder tewerkstellingsvergunningen. Het UWV krijgt ruimer de mogelijkheid om verzoeken voor een tewerkstellingsvergunning af te wijzen. De instrumenten komen er op neer dat er per sector beperkingen kunnen worden opgelegd. Belangrijkste reden die het kabinet geeft is dat er teveel Nederlanders zijn met een uitkering die zouden kunnen werken. Het is onwenselijk dat het kabinet de arbeidsmigratie probeert in te perken. Veel van deze personen zijn niet geschikt om de bestaande vacatures te vervullen en voor een deel zijn zij niet werkelijk beschikbaar. Voorlopige premies werknemersverzekeringen Premie Awf Sfn (incl. 0,5% voor kinderopvang) Whk Aof Ufo
Fonds Algemeen Werkloosheidsfonds
2012 4,55%
2013 1,70%
Sectorfondsen (gemidd. Premie)
2,75%
3,15%
Werkhervattingskas Arbeidsongeschiktheidsfonds Uitvoeringsfonds voor de overheid
0,55% 5,05%
0,54% 4,35%
0,78%
0,78%
Bron: SZW Algemeen werkloosheidsfonds De AWf-werkgeverspremie wordt voorlopig vastgesteld op 1,70%; 2,80 procentpunt lager dan in 2012. De verlaging is voornamelijk het gevolg van het afschaffen van de franchise. Hierdoor wordt de grondslag waarover premie geheven wordt groter en stijgen de premieinkomsten. Besloten is deze lastenverzwaring terug te sluizen via een lagere premie. De hoogte van de AWf-premie is nog onder voorbehoud van vaststelling van de sectorfondspremies. Als het UWV voor 2011 een andere (gemiddelde) sectorfondspremie vaststelt dan nu wordt verwacht, dan kan de AWf-werkgeverspremie worden aangepast binnen een lastenneutraal kader. Overigens is vooruitlopend op de afspraak in het lente-
akkoord over eigen risico WW vanaf 2014, in 2013 de Awf premie verhoogd met 500 miljoen euro. Sectorfondsen De sectorfondspremies voor 2013 worden in oktober 2012 door het UWV vastgesteld, op advies van de verschillende sectoren. Uit de sectorfondsen wordt het eerste halfjaar van een WW-uitkering gefinancierd. De in de tabel weergegeven premie is een gemiddelde. In werkelijkheid verschilt de premie per sector. Voor 2013 wordt bij de vaststelling van de sectorpremies teruggekeerd naar de gebruikelijke systematiek rond lastenplafonds en inloop van tekorten. De sectorfondspremies worden zodanig vastgesteld dat tekorten in 3 jaar worden ingelopen. Arbeidsongeschiktheidsfonds De Aof-premie is (voorlopig) vastgesteld op 4,35 procent, een verlaging van 0,7 procentpunt t.o.v. 2012. De definitieve vaststelling van de Aof-premie vindt plaats in oktober. Werkhervattingskas De premie voor de Werkhervattingskas, waaruit de uitkeringen voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) worden betaald, wordt vastgesteld door het UWV. Een eerste inschatting duidt op een rekenpremie van 0,54 procent in 2013. Premie Zorgverzekeringswet De werkgeversbijdrage voor de Zorgverzekeringswet is 7,75 procent in 2013. In 2012 was dit 7,1 procent Gezondheidszorg In de begroting van VWS zijn nadere maatregelen opgenomen waartoe besloten is in het Begrotingsakkoord 2013. Zonder aanvullende maatregelen stijgen de zorguitgaven in de periode 2012-2017 volgens de begroting van VWS met 18 miljard euro van ruim 64 miljard tot 82 miljard. Stijgende zorguitgaven leiden tot hogere werkgeverslasten. Stijgende lasten Naast een stijging van de nominale premie (van 1.253 euro naar 1.288 euro) stijgt de werkgeversbijdrage voor de Zorgverzekeringswet van 7,1 procent in 2012 naar 7,75 procent in 2013. Daarmee is de inkomensafhankelijke bijdrage qua premiepercentage weer op het niveau van 2011. De maximum premie-inkomensgrens voor de Zvw stijgt van 50.064 euro naar 50.853 euro. Deze grondslag is ten opzichte van 2011 met meer dan 45 procent gestegen. Hogere eigen bijdrage Het eigen risico voor de zorgverzekeringswet wordt verhoogd met 115 euro naar 350 euro. De lagere inkomens worden hiervoor gecompenseerd. De eigen bijdrage curatieve ggz zoals die in het regeerakkoord was afgesproken is deels verzacht om ook voor kwetsbare groepen toegang te behouden. Er komt een eigen bijdrage per ligdag in een ziekenhuis of zelfstandig behandelcentrum. Voor een aantal medische hulpmiddelen komt opname in het basispakket te vervallen (waaronder de rollator) of zal sprake zijn van eigen bijbetaling (hoortoestel). Voor de langdurige zorg geldt dat de vermogensinkomensbijstelling wordt verhoogd van 8 naar 12 procent. Beperking groei In de curatieve zorg zijn bestuurlijke akkoorden gesloten op het gebied van ziekenhuiszorg, medisch specialistische zorg en geestelijke gezondheidszorg. Onderdeel van die akkoorden is
dat de jaarlijkse groei van de uitgaven worden beperkt tot 2,5 procent. Ook met de huisartsen is een akkoord gesloten over de inhoud van de huisartsenzorg en de financiën. Langdurige zorg Op het gebied van de langdurige zorg worden een paar maatregelen uit het regeerakkoord teruggedraaid. Het gaat om de voorgenomen IQ-maatregel en de verhoging van de intramurale tarieven in de ggz en de gehandicaptensector en de pgb-tarieven voor mensen die geïndiceerd zijn voor verblijf. De contracteerruimte in de AWBZ krijgt te maken met de plannen rondom de extramuralisering, het verlagen van de groeiruimte tot het niveau van demografie en et onder de contracteerruimte brengen van de bovenbudgettaire vergoedingen moet nog nader worden geconcretiseerd. Hiervoor geldt nog een aparte afstemming met de Tweede Kamer. Preventie De VWS begroting gaat uit van de eigen verantwoordelijkheid van mensen, met focus op jeugd en publiek-private samenwerking om problemen aan te pakken. VNO-NCW en MKBNederland steunen deze benadering van lifestylebeleid evenals de PPS-aanpak. Toegang tot producten en diensten voor mensen met beperking VWS bereidt de ratificatie van het VN Verdrag inzake de rechten van personen met een beperking voor. Hier geldt naar de mening van VNO-NCW en MKB Nederland dat de balans tussen de belangen van ondernemers en die van de betrokken burgers/consumenten goed moet worden bewaakt: onevenwichtige normstelling kan al snel leiden tot buitenproportionele lasten getuige het baten/lastenonderzoek. Ook hier staan wij voor een aanpak van publiek private samenwerking.
Veiligheid en criminaliteitsbestrijding Prioriteiten blijven de vorming van een nationale politie en de herziening van de gerechtelijke kaart. Andere beleidsdoelen zijn aanscherping van het strafrecht, versterking van de strafrechtketen en de positie van het slachtoffer. Voor ondernemers zijn de volgende programma’s van groot belang: 1. Aanpak High Impact Crime: er gelden specifieke doelstellingen voor “high impact crime” zo als overvalcriminaliteit in samenspraak met Taskforce Overvallen, waaraan het bedrijfsleven deelneemt. Doel is het aantal overvallen in 2014 terug te dringen tot onder de 1 900 per jaar. Daartoe moet het aantal overvallen in 2013 omlaag naar ten hoogste 2000. Eind 2013 moet de pakkans gestegen zijn naar 36 procent, de veroordelingkans naar 29 procent en 40 procent van de overvallen worden opgehelderd. Straatroven worden aangepakt door de pakkans eind 2014 landelijk met 25% te vergroten en het aantal straatroven terug te brengen tot ruim 6000. Het aantal geweldsincidenten zal nog verder gereduceerd worden. Voor de aanpak van expressief geweld in het (semi-)publieke domein bestaat het vierjarige landelijke politieprogramma «Antwoord op geweld». VNO-NCW en MKB Nederland steunen de aanpak, maar tekenen aan dat geen onderscheid gemaakt moet worden tussen slachtoffers van geweld bij medewerkers in publieke dienst en in private dienst.
2. Aanpak criminaliteit tegen het bedrijfsleven: – Versterkte bestrijding van rondtrekkende criminele samenwerkingsverbanden door publieke en private partijen op basis van informatie gestuurde maatregelen. – Stimuleren en uitbreiden Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO). – Invoering van gemeentelijke BOA’s (Buitengewoon Opsporingsambtenaar) in het domein van de openbare ruimte met bevoegdheid op te treden bij winkeldiefstal (BOA winkelgebieden). – Stimuleren van de samenwerking tussen politie en bedrijfsleven. – Bestrijding van mass-marketing fraude en acquisitiefraude – Live View: wanneer beelden van overvallen rechtstreeks via particuliere alarmcentrales naar de politiemeldkamers kunnen worden gestuurd wordt de kans op heterdaad vergroot. VNO-NCW en MKB-Nederland hebben zich gecommitteerd aan deze publiek-private aanpak van criminaliteit tegen het bedrijfsleven. Nadeel van het programma is het tijdelijk karakter. Wij streven naar vaste PPS-structuur waarbinnen korte en snelle communicatielijnen, blijvend deelnemerschap, groeiende collectieve kennis en ervaring en daarmee een betere positie om criminaliteit te voorkomen, tegen te houden en wat er overblijft beter aan te pakken. 3. Preventie bedrijfsleven V&J geeft aan dat met behulp van de subsidies ondernemers worden gestimuleerd preventieve maatregelen te treffen, zowel tegen veelvoorkomende vormen van criminaliteit zoals inbraak en diefstal, maar tegen georganiseerde criminaliteit, cybercrime en financieel-economische criminaliteit. Voor de preventie bedrijfsleven is in 2013 13,7 miljoen euro beschikbaar, voor subsidies Integriteit 5,9 miljoen, voor het Centrum voor Criminaliteitsbestrijding en Veiligheid (CCV) 2,5 miljoen en voor de overige preventieve maatregelen 8,2 miljoen euro. Cybercriminaliteit De begroting bevestigt de komst van de meldplicht voor vitale sectoren voor security breaches. VNO-NCW en MKB-Nederland zijn in beginsel positief over de intensivering van de aanpak, maar monitoring moet niet leiden tot inbreuk op zeggenschap bedrijven over de eigen processen. Ook steunen we de Nederlandse inzet om te komen tot één Europese cybersecurity strategie maar blijft ook hier risico van overregulering aandachtspunt. Over de meldplicht zijn we in overleg zodat deze zich richt op echte risicosituaties. Auteursrecht 20@20 In 2013 treedt de Wet Versterking Toezicht cbo’s (collectieve beheersorganisaties zoals Buma) in werking. Afhankelijk van de verbeteringen in de praktijk, volgen eventueel nog regels over één loket, bezoldiging en interne structuur van de cbo’s. De Wet regelt ook dat het College van Toezicht Auteursrechten en naburige rechten na 2012 uit algemene middelen wordt betaald. De toekomst van de thuiskopieregeling vraagt in 2013 aandacht evenals de Brusselse ontwikkelingen ter zake. VNO-NCW en MKB Nederland zijn positief over deze ontwikkelingen die transparante en eerlijke inning van auteursgelden ten goede komen. De concept Europese richtlijn dient daartoe nog verder versterkt te worden.
Aan de inhoud van deze nieuwsbrief kunnen geen rechten worden ontleend.