DE BEAMER IN DE EREDIENST verkenningen studieverlofverslag van ds.Els van der Wolf-Kox Zeewolde, september 2007
VOORWOORD Dit is een verslag van mijn verkenningen op het gebied van beamergebruik in de eredienst. Als PKN-predikant-met-studieverlof had ik de gelegenheid om me daarin op allerlei manieren te verdiepen. Laat ik vooropstellen: ik ben enthousiast over de mogelijkheden van een beamer. Dus verwacht van mij geen objectief verslag over de voor- en nadelen van een beamer. Tegelijk heb ik wel het gevoel dat we met de beamer in een “nieuw tijdperk” terecht zijn gekomen, waarvan we de mogelijkheden nog maar nauwelijks overzien. Het schrijven van dit verslag is dan ook niet het einde van de verkenningen, maar slechts een begin. Ik heb in mijn verlofperiode kerkdiensten bezocht waarin gebruik gemaakt werd van een beamer. Ik heb gesprekken gehad met ervaringsdeskundigen: collega’s en beam-team-leden. Ik ben naar een mini-symposium geweest en heb natuurlijk allerlei boeken, een doctoraalscriptie en veel internetsites erop nageslagen. Tijdens mijn studieverlof is de kerkenraad van de gemeente waaraan ik verbonden ben, overgegaan tot de aanschaf van een beamer. In september begint het grote experimenteren, want wat de beamer echt doet in een dienst, zullen we aan den lijve moeten gaan ervaren. Dit verslag is opgebouwd volgens het FAQ-principe. FAQ wil zeggen: frequently asked questions. Het verslag bestaat dus uit een opsomming van vragen en antwoorden. Als lezer kun je dan ook makkelijk bepalen wat je de moeite waard vindt en wat je liever even overslaat… De inhoudsopgave staat op de volgende bladzij. De vragen zijn genummerd en enigszins gerubriceerd. In de Inleiding geef ik de kaders aan waarbinnen ik me bewogen heb. In Beelden in de kerk: wat haal je in huis? verken ik wat beelden doen met mensen en hoe daar vanuit de bijbel in de theologie mee omgegaan is. In Werken met beeldmateriaal: uitstap naar bedrijfspresentatie-techniek ga ik na wat de kerk kan leren vanuit de bedrijfspresentatietechniek over het werken met een beamer. Dan volgt Beamer en liturgie waarin concreet wordt uitgewerkt wat er vast zit aan beamergebruik in de kerkdienst. Daarin staat o.a. wat er met de beamer kan in ieder onderdeel van de kerkdienst. Beamer en preek is het volgende hoofdstuk. Ik besluit met enkele Concluderende overwegingen die tegelijk weer startpunt zijn voor verdere bezinning op beamergebied. Een Bronnenlijst maakt het verhaal compleet. Zeewolde, september 2007 Els van der Wolf-Kox 2
INHOUDSOPGAVE VOORWOORD
2
INHOUDSOPGAVE
3
1. INLEIDING 1.1 Wat versta je onder eredienst? 1.2 Wat versta je onder beamergebruik? 1.3 Waarover gaat het niet in dit verslag? 1.4 Aan welke randvoorwaarden moet worden voldaan bij beamergebruik in de kerkdienst?
5 5 5 5 6
2. BEELDMATERIAAL IN DE KERK: WAT HAAL JE IN HUIS? 7 2.1 Wat zijn voordelen/kansen van beamergebruik in de eredienst? 7 2.2 Wat zijn de nadelen/valkuilen van beamergebruik in de eredienst? 7 2.3 Wat is het eigene van beeld t.o.v. woord? 8 2.4 Waarom is bij gebruik van beelden het risico van manipulatie groter? 9 2.5 Hoe voorkom je manipulatie in een kerkdienst? 9 2.6 Meer zintuigen tegelijk aanspreken, is dat een voor- of nadeel? 10 2.7 Waar komt de angst voor beelden vandaan? 11 2.8 Wat kun je vanuit de bijbel zeggen over beeldgebruik in de eredienst? 11 2.9 Welke theologische motieven spelen een rol bij discussie over beeldgebruik in de eredienst? 12 2.10 Wat kun je vanuit de kerkgeschiedenis/traditie zeggen over beeldgebruik in de eredienst? 13 3. WERKEN MET BEELDMATERIAAL: UITSTAP NAAR BEDRIJFSPRESENTATIE-TECHNIEK 3.1 Wat kan de kerk leren van het beamergebruik in het bedrijfsleven?
14 14
4. BEAMER EN LITURGIE 4.1 Past een beamer in elk kerkgebouw? 4.2 Welke functies kan een beamer in een kerkdienst hebben? 4.3 Wat kun je allemaal weergeven met een beamer? 4.4 Welke functies kunnen beelden hebben in een kerkdienst? 4.5 Beamer in plaats van gedrukte liturgie? 4.6 Wat doet beamergebruik met het zingen? 4.7 Wat kan je met de beamer doen voorafgaande aan de dienst? 4.8 Wat kan je met een beamer doen bij de mededelingen? 4.9 Wat is er te zeggen over: beamer en bidden? 4.10 Wat is er te zeggen over: beamer en doop? 4.11 Wat is er te zeggen over: beamer en Avondmaal? 4.12 Wat is er te zeggen over: beamer en collecte? 4.13 Hoe zorg je ervoor dat de beamerprojecties stijlvol zijn?
16 16 16 16 17 17 18 19 20 22 23 24 24 24 3
5 BEAMER EN PREEK 5.1 Wat is een preek? 5.2 Wat zijn argumenten tegen beamergebruik tijdens de preek? 5.3 Hoe kan je de beamer inzetten bij een preek? 5.4 Welke rol speelt je preekopvatting bij beamergebruik? 5.5 Hoe kan het zoeken van beelden een plek krijgen binnen het preekvoorbereidingsproces? 5.6 Hoe vind je de uiteindelijke afbeeldingen die geschikt zijn om te projecteren?
26 26 27 27 31
6 CONCLUDERENDE OVERWEGINGEN 6.1 Tegemoetkomen of uitdagen ? 6.2 Hoe zijn de kerkgangers van invloed op het beamergebruik? 6.3 Welk beeld van kerk-zijn laat je zien met je beamergebruik? 6.4 Hoeveel tijd kost het om met een beamer te werken? 6.5 Wat doet een beamer met je gemeenschap? 6.6 Is de beamer een hulpmiddel of meer dan dat?
33 33 35 35 36 37 37
BRONNENLIJST
38
NOTEN
39
32 32
de beamer, een blijvertje…? 4
1. INLEIDING In dit hoofdstuk defineer ik waar het in dit verslag wel en niet over gaat. Ook vertel ik wat voor mij de randvoorwaarden zijn voor beamergebruik. In het vervolg van het verslag ga ik ervan uit dat het met die randvoorwaarden goed zit. 1.1 Wat versta je onder “eredienst”? Een eredienst is: Een samenkomst van een gemeente van Christus tot eer van God, tot opbouw van de gemeente(-leden) met het oog op haar staan in de wereld. De kerkorde van de Protestantse Kerk zegt (KO, art.VII, 1): Geroepen door haar Heer komt de gemeente samen tot lezing van de Heilige Schrift en de prediking van het evangelie, de bediening en viering van de doop en het avondmaal, de dienst van lofzang en gebed en de dienst van barmhartigheid en gerechtigheid. Overigens gebruik ik de woorden eredienst en kerkdienst door elkaar en bedoel ik daar hetzelfde mee. 1.2 Wat versta je onder beamergebruik? Een beamer is een apparaat waarmee je m.b.v. een computer teksten, afbeeldingen, foto’s en films kunt projecteren op een scherm of witte wand. Ik beschouw alles wat je met een beamer doet in de eredienst als beamergebruik. 1.3 Waarover gaat het niet in dit verslag? Ik heb me niet bezig gehouden met technische en financiële aspecten van beamergebruik in de eredienst. Daar zijn anderen beter in. Ook heb ik hier niets geschreven over de organisatie van het beamergebruik. Wie doet wat? Waar liggen verantwoordelijkheden? Ook op dat gebied hebben anderen, zoals ons eigen beamteam, heldere gedachten geformuleerd.
5
1.4 Aan welke randvoorwaarden moet worden voldaan bij beamergebruik in de kerkdienst? De projecties zijn vanaf iedere plek in de kerk goed zichtbaar. Dat heeft te maken met: de hoeveelheid licht in de ruimte, de lichtsterkte van de lamp in de beamer en met de plaats van de projecties in de ruimte. Letters zijn voor iedereen goed leesbaar. Dat heeft te maken met lettergrootte, lettertype en ook weer met de lichtsterkte. De projectie(s) worden technisch goed uitgevoerd. De beamerbedienaar is op tijd aanwezig, laat steeds de goede projectie zien (geen windowsscherm als het eerste lied in beeld moet komen), ook beeldmateriaal is helder. Voor wie slechtziend is en voor wie thuis de kerkdienst volgt, zijn oplossingen op maat voorhanden (bv. een hand-out voor wie de beamer niet zien kan). Bij de opstelling van beamer en evt. scherm is rekening gehouden met de eigen aard van de ruimte waarin de kerkdienst gehouden wordt.
6
2. BEELDMATERIAAL IN DE KERK: WAT HAAL JE IN HUIS? Ik had allerlei vragen toen ik aan dit onderwerp begon. De belangrijkste daarvan was: wat haal je eigenlijk in huis als je in een kerkdienst beelden gaat vertonen? Hoe groot is de impact van beelden? Zijn ze manipulatief? Vormt het gebruik van beelden een breuk met onze eigen (protestantse) traditie? Of missen we juist in deze tijd de boot als we geen beelden de kerk in halen? De antwoorden op deze eerste vragen, zijn bepalend voor de keuzes die ik verderop maak met betrekking tot beamergebruik in de kerkdienst. Zij vormen de bouwstenen voor het verdere bezinningsproces. 2.1 Wat zijn voordelen/kansen van beamergebruik in de eredienst? Er wordt van alles geroepen als het gaat om beamergebruik in de eredienst. Hieronder staat een opsomming van voordelen en kansen: Met de beamer kun je tegemoetkomen aan visueel ingestelde mensen. De kerkdienst wordt laagdrempeliger voor gasten, want zij kunnen dankzij het scherm meedoen met de dienst, zonder dat zij zelf van alles moeten kunnen opzoeken op stencils en in boekjes. Je hebt de mogelijkheid om “de wereld” de kerk binnen te halen (krant, journaal, tv, foto’s enz) Je kunt flexibel zijn in de “inrichting” van je liturgische ruimte. Je kunt immers voor iedere dienst een eigen sfeer neerzetten, terwijl je bij de aanschaf van liturgisch meubilair of kunst in de kerk jezelf voor veel langere tijd vastlegt. Dat soort keuzes zijn dan ook veel meer beladen, dan de keuzes wat je projecteert met een beamer. Iedere zondag biedt nieuwe mogelijkheden, je zit niet vast aan eerdere keuzes. Je kunt m.b.v. beelden een bepaalde sfeer creëren. Beeld komt directer binnen bij mensen dan woorden. De kerkdienst wordt afwisselender Dankzij de beamer wordt er papier bespaard, want er zijn geen gedrukte liturgieboekjes/-bladen meer nodig. Dankzij de beamer worden er nieuwe/andere talenten aangeboord in de gemeente. Denk aan technici, degenen die veel met computers kunnen, fotografen, beeldende kunstenaars… Voor mij zijn het vooral de eerste vier argumenten die maken dat ik een voorstander van de beamer in de kerk ben. Vooral de gedachte dat je bij een grote groep mensen bij voorbaat weinig aansluiting hebt door uitsluitend het gehoor te bedienen (1e argument) weegt voor mij zwaar. 2.2 Wat zijn de nadelen/valkuilen van beamergebruik in de eredienst? Ook op deze vraag worden allerlei antwoorden gegeven: 7
Het geeft onrust. Het leidt de kerkgangers af, als zij in de dienst hun aandacht moeten verdelen tussen scherm en voorganger. De eigen verbeeldingskracht van de kerkgangers wordt afgeremd, want zij krijgen de beelden zomaar voorgeschoteld. De gemeente wordt passief, een toeschouwer, een bioscoop-bezoeker. Je loopt het risico dat de kerkdienst op school of op een bedrijfspresentatie gaat lijken en een kerkganger wil dat nu juist even niet op zondagmorgen. Gaat het eigene van de kerkdienst: luisteren, niet verloren? Manipulatie ligt op de loer als je beeldmateriaal gebruikt. Je bent afhankelijk van de techniek voor het verloop van de kerkdienst, bij een computer-crash valt de hele kerkdienst in het water. Deze argumenten fungeren voor mij als kritische vragen naar beamergebruik. Hoe zetten we de beamer zo in dat kerkgangers geen passieve consumenten worden en de kerkdienst een echte eredienst blijft? 2.3 Wat is het eigene van beeld t.o.v. woord? Voor- en tegenstanders van de beamer benadrukken dat beelden een eigen dynamiek hebben. Hoe zit dat? Beelden komen direct binnen in je hoofd. Bij woorden (gesproken of geschreven) moet er altijd eerst een bepaalde vertaalslag in de hersenen gemaakt worden, je hebt er meer frontale hersencapaciteit voor nodig en dus meer aandacht. Onze hersenen zijn er veel meer op ingericht om beelden te verwerken. Beelden zijn affectiever, spelen meer in op dieperliggende emoties waar nog geen rationele betekenis aan is gegeven. Mensen verwerken beelden weliswaar oppervlakkiger, maar de daarbij betrokken hersengebieden zijn minstens zo belangrijk als het gaat om beslissingen die je niet (helemaal) bewust neemt. 1 Beelden zijn vaak multi-interpretabel. Met woorden kun je meer exact uitdrukken wat je bedoelt of vindt. Hoewel… een plattegrond (=beeld) vertelt je vrij precies waar je naartoe moet en bij het woord “liefde” denkt iedereen een andere kant op… 2 Iemand zei: “Een beeld is snel, een woord is precies.” Het blijft heel lastig om echt goed te pakken wat er gebeurt in de hoofden van mensen als zij beelden zien, wat er gebeurt als zij een verhaal horen (zonder beelden), en wat er gebeurt in de combinatie beeld en geluid. Een voorbeeld: Het gaat in een kerkdienst over Mk.6:6-13 (Jezus stuurt zijn leerlingen op weg en ze mogen vrijwel niets meenemen.) Er wordt aan het begin van de preek een foto getoond van een reiziger in de vertrekhal van Schiphol met een bagagekar vol koffers en andere bagage. Wat doet dat plaatje met de kerkgangers? De eerste is meteen weer terug op zijn vakantiebestemming Tenerife en droomt weg. De volgende zat eigenlijk niet op te letten, maar is nu één en al aandacht. De derde bedenkt dat hij 8
morgen nog even langs het reisbureau moet om te boeken, parkeert die gedachte en dwingt zich te concentreren op de dienst. De vierde ergert zich aan de kwaliteit van de foto. De vijfde denkt: “’t Is toch wat dat je zoveel spullen meeneemt...” Stel, dat het zo gaat. In hoeverre krijgt de predikant de aandacht bij het bijbelgedeelte? Maakt het uit wat de voorganger bij de foto vertelt? Kan hij/zij de gedachten van de kerkgangers sturen in dit opzicht? En hoe zou dat gegaan zijn als die foto niet was getoond? En als het nu eens geen foto was maar een zwart-wit plaatje van een heleboel koffers… Wie het weet, mag het zeggen! 2.4 Waarom is bij gebruik van beelden het risico van manipulatie groter? Manipulatie is volgens het woordenboek: iemand ongemerkt beïnvloeden. Hoe kunnen beelden manipuleren? 1. Beelden komen makkelijk binnen in onze hersenen en spelen ook op diepe emotionele lagen een rol, die niet zo eenvoudig te traceren is. Dan is het risico van ongemerkt beïnvloeden niet denkbeeldig. Maar… interessant is in dit opzicht een hypothese van Rick van Baaren (reclame-psycholoog van de UvA). Hij zegt: hoe meer aandacht je (als kijker/luisteraar) besteedt aan een reclamemedium en hoe meer je zelf kunt sturen, des te minder de kracht van beeld en des te groter juist de kracht van tekstuele uitingen. En dat is puur omdat je dan meer hersencapaciteit gebruikt. In de reclamewereld wordt dan ook onderscheid gemaakt tussen systematisch en oppervlakkig denken. Je zit altijd in één van de twee denkwijzen. Van Baaren suggereert dat je – als je systematisch denkt – helemaal niet zo makkelijk door beelden wordt beïnvloed. 3 2. Een ander “manipulatief” risico zie ik in het volgende: Hoe meer zintuigen je tegelijk aanspreekt, des te lastiger is het voor de ontvanger om zich te onttrekken aan een boodschap, het wordt indringender. Stap 1: Je projecteert een tekst. Stap 2: Je projecteert een tekst en leest hem tegelijk voor. Stap 3: Je projecteert tekst, leest hem voor en zet daar een zacht muziekje onder. Stap 4: Je projecteert de tekst, je leest voor, er zit een muziekje onder en je plaatst er een afbeelding onder of bepaalde kleuren. Hoe meer verschillende zintuigen bediend worden, des te lastiger is het om je aan de boodschap te onttrekken. De ontvanger wordt in toenemende mate onvrij. 2.5 Hoe voorkom je manipulatie in een kerkdienst? In een kerkdienst is m.i. sprake van beïnvloeding. De voorganger “neemt de gemeente mee” langs schuld en genade, nood van de wereld en Gods eer. De 9
verkondiging doet een beroep op de gemeente, er wordt gebeden en gezongen en de gemeente wordt gezegend de wereld in gezonden. Maar wanneer wordt deze beïnvloeding manipulatie? Interessante dingen op dit terrein schrijft dr.Anne v.d.Meiden in zijn boek “Mensen winnen” (1973). Hij geeft drie “peilloden” voor theologisch-ethisch verantwoorde propaganda: 1. authenticiteit (waarachtigheid, hoe ga je om met de waarheid in wat je zegt en doet) 2. vrijheid (inhoud van de boodschap en de werking) 3. verantwoordelijkheid (voor de wijze waarop de boodschap is gebracht, aan de opdrachtgever en de ontvanger) Het lijkt mij dat deze drie overwegingen ook dienst kunnen doen om beamermanipulatie te voorkomen. Bovendien, als Rick van Baaren gelijk heeft met zijn hypothese (zie vorige vraag), dan is het belangrijk dat kerkgangers op het systematische aandachtsniveau zitten tijdens de dienst. Dan sluipen er niet zomaar beelden binnen. Een uitdaging voor ons allen, wellicht dat de afwisseling die de beamer brengt, bijdraagt aan de concentratie tijdens de dienst. 2.6 Meer zintuigen tegelijk aanspreken, is dat een voor- of nadeel? Daarbij heb ik de volgende overwegingen. 1. Enerzijds is het een voordeel. De ene mens is de andere niet. Er is onderzoek gedaan naar hoe mensen dingen leren. Er is een theorie die zegt: je hebt visuele leerders, auditieve leerders, lees-en-schrijf-leerders en bewegende leerders.4 Nu zit je in een kerk niet alleen om iets te leren, er gebeurt veel meer, maar toch. Al die verschillende mensen zitten in een kerk zonder beamer toch vooral te luisteren en misschien te lezen/schrijven. In visueel opzicht gebeurt er weinig. Zou het niet goed zijn als in een kerkdienst meerdere zintuigen worden aangesproken? 2. Er schijnt in dit opzicht een verschil te zijn tussen jongeren en ouderen. Jongeren kunnen goed verschillende dingen tegelijk doen (multi-tasking), ouderen hebben daar meer moeite mee. Het is de vraag of dit een leeftijdsgebonden verschil is of een generatie-gebonden verschil. In de kerk zitten mensen van verschillende leeftijden en generaties bij elkaar. Betekent dit dat je de één boeit en de ander afstoot met de combinatie van woord en beeld? 3. Het is natuurlijk ook bekend dat sommige kinderen/jongeren heel veel moeite hebben met de veelheid van informatieprikkels die op hen afkomt. Voor hen zou een ouderwets schoolboek met zwarte letters op een witte bladzij meer houvast bieden, dan de flitsende website die bij het schoolboek hoort. Dan is de boodschap dus: rustig aan! Maak van de kerkdienst geen ster-spotje. 4. Communicatie-onderzoek heeft uitgewezen dat mensen van een bericht 10% onthouden wanneer zij het bericht uitsluitend horen.5 Zij onthouden 35% van het bericht wanneer zij het uitsluitend zien. Als mensen een bericht 10
horen en zien (NB Ook mimiek van een spreker hoort bij “zien.”) onthouden zij 55%. Wanneer zij het bericht zelf uitspreken of uitvoeren onthouden zij 70%. De conclusie is dat goede visuele ondersteuning bijdraagt aan het rendement van de boodschap. 5. De volgende ervaring vormt weer een ander punt van overweging. Tijdens een preek werd een enigszins abstracte foto geprojecteerd. Er waren expliciete positieve reacties op die foto. Anderen zeiden desgevraagd: “Een foto… Daar heb ik helemaal geen erg in gehad.” Blijkbaar kunnen mensen een beeld wat hun niets zegt, uitstekend naast zich neerleggen of negeren. 6. Al met al ben ik geneigd om wel beeldmateriaal te gaan zoeken in iedere dienst en goed te gaan evalueren wat de visuals doen met de mensen. 2.7 Waar komt de angst voor beelden vandaan?6 Die angst heeft te maken met protestantse kerkgeschiedenis. Bij de Reformatoren gold het Woord als het belangrijkste communicatie-middel van het evangelie, hierin versterkt door de (negatieve) ervaringen met beelden in de RK-Kerk. Voor Luther lag dit wat genuanceerder. Hij was van mening dat ook beelden een eigen waarde voor geloofscommunicatie konden hebben. Niet alleen in de kerk zijn beelden discutabel. Ook in de wereld van de filosofie is er een spanningsveld tussen woord en beeld, oor en oog. De tegenstelling – die teruggaat op Plato’s dualisme van het zintuigelijke en de ideeën – wordt scherp onder woorden gebracht door de Duitse filosoof Lessing (1729-1781): beeld ruimte natuurlijke tekens beperkt imitatie lichaam extern nietszeggend mooi oog vrouw
woord tijd menselijke tekens oneindige mogelijkheden expressie geest/verstand intern welsprekend subliem oor man
2.8 Wat kun je vanuit de bijbel zeggen over beeldgebruik in de eredienst?7 Iedere ketter heeft zijn letter in dit opzicht. Tegenstanders van beeldmateriaal in de kerk doen een beroep op: het tweede gebod (geen beeld maken…) Rom.10:14 Hoe zullen zij dan Hem aanroepen, in wie zij niet geloofd hebben? Hoe geloven in Hem, van wie zij niet gehoord hebben? Hoe horen zonder prediker? 11
Rom.10:17 Zo is dan het geloof uit het horen, en het horen door het woord van Christus. Voorstanders van beeldmateriaal in de kerk wijzen naar: Luk.2:29-32 Mijn ogen hebben uw heil gezien Mt.13:16-17 Gezegend zijn jullie ogen want zij zien (en jullie oren want zij horen) 1 Jh.1:1-3 Wat wij met onze eigen ogen hebben gezien… En Jezus dan? Hij gebruikt voorbeelden uit het dagelijks leven en vertelt gelijkenissen. Zowel voor- als tegenstanders van beeldgebruik in de kerk laten zich door Jezus leiden. Voorstanders zeggen: “Jezus gebruikte beelden, dat doen wij ook. Hij wees naar de leliën des velds, wij projecteren ze op een scherm, maar het principe is hetzelfde.” Tegenstanders zeggen: “Jezus sprak beeldend, Hij had geen plaatjes nodig, een goede spreker kan met woorden de beelden oproepen.” Ik geloof dat de bijbel ons noch verbiedt noch aanspoort om gebruik te maken van een beamer. De bijbel roept ons op God te eren, zijn Woord door te geven en een gemeenschap te vormen met elkaar. En welke middelen je daarbij gebruikt, wordt bepaald door de cultuur en de tijd waarin je leeft en de mensen met wie je het evangelie wil communiceren. 2.9 Welke theologische motieven spelen een rol bij discussie over beeldgebruik in de eredienst?8 Er zijn drie theologische motieven die een rol spelen in de vraag of beeldend materiaal een plek mag hebben in de eredienst. visie op de schepping Beschouw je de schepping als goed – want God zag dat het goed was? Dan mag je gebruik maken van het goede wat God geeft om Hem te eren. Beschouw je de schepping als slecht/gevallen? Dan is materie slecht, dus ook beeldmateriaal. Dat kun je beter niet gebruiken in de dienst. belang/gewicht van de incarnatie “Het Woord is vlees geworden.” Als zelfs Jezus – Gods Zoon - mens geworden is, waarom zou je dan menselijke uitingsvormen als strijdig-metGod terzijde schuiven? Dus beelden kunnen wel degelijk in overeenstemming zijn met wat God wil laten zien. Maar wie aan de incarnatie minder gewicht toekent en meer nadruk legt op de goddelijke kant van Jezus (vanwege grote reserve tegen het materiële/menselijke), zal geneigd zijn om gebruik van beeldmateriaal (wat ook iets van incarnatie is: goddelijke boodschap in materieel jasje) in een dienst af te wijzen.
12
Kan het eindige het oneindige communiceren? Er zijn gelovigen die zeggen: Ja, dat kan, met eindige woorden kunnen wij God verkondigen. In eindig brood en wijn wordt zichtbaar/tastbaar wie Christus is voor ons. Ook eindige beelden kunnen iets laten zien van de oneindige God. Maar, gelovigen die meer de nadruk leggen op het grote verschil tussen God en mensen zullen niet kunnen geloven dat het eindige menselijke in staat is te communiceren wie de Oneindige is. Zij zullen niet snel hun toevlucht nemen tot beeldmateriaal in de kerkdienst. Voor mij is vooral de notie van incarnatie belangrijk in mijn denken hierover. 2.10 Wat kun je vanuit de kerkgeschiedenis/traditie zeggen over beeldgebruik in de eredienst?9 Er is in de kerkgeschiedenis door de eeuwen heen rijkelijk gebruik gemaakt van beelden. Ook zijn er altijd tegenbewegingen geweest die het belang onderstreepten van het gesproken woord. Als je je daarin verdiept, ontdek je dat er vandaag de dag niets nieuws onder de zon is. Dezelfde motieven spelen nog steeds een rol. Een interessant overzicht geeft R. Jensen (overigens een voorstander van beamergebruik in de dienst). Een paar flitsen uit de kerkgeschiedenis: Gregorius de Grote zag schilderkunst in de kerk als boeken voor de ongeletterden. (Vergelijk met een opmerking als: “De beamer helpt mensen die meer met beelden dan met woorden hebben.”) In de 4e eeuw was er een bloeiperiode van kerkelijke kunst. Het was schitterend in de kerk en dat had grote aantrekkingskracht op niet-christenen. (Ook vandaag de dag wordt evangelisatie als argument voor beamergebruik genoemd.) Johannes van Damascus (676-749) vindt het goed dat er ikonen zijn. Hij heeft daarvoor theologische argumenten, maar zegt ook “Ik ben maar een gewoon mens en mag graag wat zien.” (Ook nu wordt de beamer gezien als tegemoetkoming aan menselijk behoeften.) Calvijn stelt dat de materie op zich niet slecht is, maar dat de mens wel een hardnekkige neiging heeft om die materie op de plaats van God te zetten. Uit “voorzorg” wil hij daarom geen beelden in de kerk. (Vergelijk dit met de huidige zorg dat beamergebruik ten koste gaat van de inhoud van de dienst. Het gaat om de eer van God, de verkondiging van het evangelie en de dienst in het koninkrijk. Niet om de plaatjes.)
13
3. WERKEN MET BEELDMATERIAAL: UITSTAP NAAR BEDRIJFSPRESENTATIE-TECHNIEK De kerk is niet de enige plek waar de beamer oprukt. Ook op scholen en in het bedrijfsleven wordt gebruik gemaakt van de beamer. Er moet daar dus ook know how zijn hoe je die beamer gebruikt. Ik had verwacht dat er hoog opgegegeven zou worden van de beamer en zijn onbegrensde mogelijkheden tot beïnvloeding van argeloze kijkers/luisteraars. Maar nee, ook bij het houden van een verkooppraatje moet je op andere dingen letten, wil je betrouwbaar overkomen. Nu is een kerkdienst geen verkooppraatje, maar veel kennis uit de wereld van de presentatietechniek is evenzeer toepasbaar in een kerkdienst. 3.1 Wat kan de kerk leren van het beamergebruik in het bedrijfsleven?10 Algemene regels zijn: 1. Het gaat om je verhaal en niet om de plaatjes. Hoed je voor zinloos visueel geweld! Gebruik visuals voor verduidelijk van iets ingewikkelds en voor de sfeer/reactie publiek. Ook een samenvatting aan het eind kan zinvol zijn. 2. Zorg ervoor dat de communicatie tussen de hoorders en jou geschiedt en niet tussen de hoorders en het scherm. 3. Het is beter om geen beelden te vertonen dan knullige beelden. Laat alleen iets zien als je iets hebt te laten zien, anders zwarte dia. Voor het projecteren van tekst via de beamer gelden de volgende vuistregels: 1. Houd je aan de 5x5 regel. Dit houdt in dat je per sheet maximaal vijf zinnen van vijf woorden per zin vertoondt. Er zijn ook aanhangers van de 6x6 en de 4x4 regel. 2. Behandel één thema per sheet 3. Zorg ervoor dat er geen spelfouten op de sheet staan. Geprojecteerde spelfouten zijn veel storender dan spelfouten op papier. 4. Gebruik een schreefloze letter. 5. Gebruik hoofd- en kleine letters. 6. Benadruk niet alles. Omdat je volgens regel 1 maar weinig tekst per keer mag gebruiken, is de kans groot dat alles wat je meldt belangrijk is. Dan heeft het geen enkele zin om de helft van de woorden ook nog eens te gaan markeren. 6. Gebruik niet meer dan vier kleuren op het scherm. Over beeldgebruik gaan de volgende twee adviezen: 1. Een relevante afbeelding kan als rustpunt fungeren (!!!). 14
2. Film en video zijn krachtige media, die spaarzaam ingezet dienen te worden. Als je voor film of video kiest, let er dan op dat het fragment niet te lang is. Ter vergelijking: een reclamespotje op TV duurt 15-60 sec. Wanneer een fragment als introductie op een thema wordt gebruikt, mag het iets meer tijd nemen. Ook moet het aantal fragmenten beperkt blijven. Uit eigen waarneming voeg ik daaraan toe, dat het heel lastig is om een TVprogramma terug te brengen tot een korte video-impressie, die ook voor mensen die het fragment voor het eerst zien te volgen is. Ook is er know how over de wijze van presenteren. Dat leek mij ook relevant voor predikanten, de meesten van ons zijn immers niet gewend om met behulp van iets anders dan onze stem te communiceren vanaf de preekstoel. Er worden de volgende adviezen gegeven: 1. Doe geen twee dingen tegelijk. Als je van scherm wisselt, kan je beter even wachten met spreken. 2. Lees niet letterlijk voor wat er op de sheet staat. Dat is saai voor de hoorders. Zij kunnen zelf lezen, meestal sneller dan dat jij spreekt. 3. Doe niet langer dan twee minuten over één sheet. 4. Spreek over wat getoond wordt, zorg dat het klopt. 5. Je kunt ook zelf even naar een sheet kijken, samen met je hoorders. In het algemeen zul je contact zoeken met de hoorders en niet met het scherm. Soms geeft het verbondenheid om juist samen naar het scherm te kijken en daar de aandacht op te richten. 6. Bedenk ook bij de presentatie: het gaat om je verhaal, plaatjes zijn hulpmiddel.
15
4. BEAMER EN LITURGIE In dit hoofdstuk gaan we wat meer nauwkeurig kijken naar de match tussen beamer en liturgie. 4.1 Past een beamer in elk kerkgebouw? Het is aan de kerkgangers om dat te bepalen… Uiteraard is de aard van de ruimte van invloed op de mogelijkheid van beamergebruik. Soms is een gebouw eenvoudigweg te licht om goede projectie te krijgen zonder dat je alles verduistert. Ook kan de vorm van het gebouw een belemmering zijn voor beamergebruik (zichtbaarheid). De aard van de ruimte kan ook maken dat een beamer minder wenselijk is. Het zal geen toeval zijn dat in de RK-kerk weinig gebruik gemaakt wordt van beamers. Als je in een ruimte kerkt waar al veel te zien is, bovendien een oude ruimte met een heel eigen gewijde sfeer, waarom zou je dan kunst gaan projecteren op een scherm? Dat doet afbreuk aan de ruimte. De beamer vindt echter makkelijk zijn weg in wat meer moderne kerkzalen, multifunctionele ruimtes, school-aula’s en aanverwanten. Daar kan de beamer juist een hulpmiddel zijn om een meer aandachtige sfeer te creëren. Uiteraard is het uiteindelijk niet het gebouw maar de aard van de gelovige gemeenschap die bepaalt of een beamer een goed hulpmiddel is voor de kerkdienst. 4.2 Welke functies kan een beamer in een kerkdienst hebben? Een beamer is een hulpmiddel: 1. voor participatie van de gemeente in de dienst (bv. zingen, bidden) 2. om een bepaalde sfeer te creëren (bv. meditatief beeld) 3. om een bepaalde stemming of emotie op te roepen (bv. als inleiding op preek) 4. om de gemeente te informeren (aktiviteiten, gemeenteleven) 5. voor concept-verheldering (bv. in een preek) 6. voor verdieping (bv. beeldmateriaal gebruiken om perspektief of confrontatie geven) 4.3 Wat kun je allemaal weergeven met een beamer? teksten (bv. liedteksten of bijbelgedeeltes) 16
afbeeldingen (bv. kunst, foto’s, tekeningen) filmmateriaal (bv. tv-fragmenten of zelf gemaakte opnames) 4.4 Welke functies kunnen beelden hebben in een kerkdienst? Lydia Vroegindeweij, één van de sprekers op een mini-symposium over beamergebruik in de kerk, noemt de volgende zes mogelijke “functies” van beeld:11 1. illustratie: beeld sluit direct aan bij tekst (bv. plaatje van vrouw bij bron als dat het bijbelgedeelte is) 2. instructie: beeld verduidelijkt tekst (bv. landkaartje als je uitlegt waarheen Paulus reist) 3. emotie: beeld roept gevoel op (bv jong hondje –schattig!) 4. perspectief: beeld zet aan het denken over de tekst in een bepaalde richting (bv hand die loslaat bij “hou me niet vast”, Jezus tegen Maria Magdalena in Paasevangelie) 5. confrontatie: beeld zet op een ander spoor dan tekst (bv. oorlogsfoto bij tekst “vrede zij u”) 6. expressie: beeld drukt iets uit van de maker (bv. kunstwerk van Chagall bij Mozes en de brandende braambos) In de volgende vragen komen de verschillende aspecten van de liturgie aan bod, de beamer op onderdelen, zou je kunnen zeggen. 4.5 Beamer in plaats van gedrukte liturgie? kerkganger weet orde van dienst niet meer In gemeentes met veel zondags drukwerk (nieuwsbrief, liturgie-overzicht, liturgieboekje) zijn kerkgangers gewend altijd een orde van dienst te hebben. Veel mensen vinden het ook prettig om een beetje te weten waar ze aan toe zijn in de dienst. Zij kunnen zich voor de dienst voorbereiden, door te kijken welke liederen er gezongen worden en wat de Schriftlezing is. Zij kunnen zich alvast een beeld vormen en erover nadenken. Hoe doe je dat als er beamer gebruikt wordt? 1. Je geeft geen orde van dienst. De kerkgangers laten de dienst gewoon op zich afkomen. Vroeger had je ook alleen het psalmbord als aanwijzing… 2. Je geeft de orde van dienst op papier, eventueel een beperkte oplage voor de liefhebbers. Maar voor wat de liederen betreft zullen velen daar niet veel mee kunnen (omdat de teksten van de liederen er niet bij staan). 17
3. Je laat de hele orde van dienst geregeld als dia op de beamer zien. Dan moet je je afvragen op welke momenten je dat doet. En het is jammer dat je waarschijnlijk niet de hele orde op één dia krijgt, dus het gevoel van overzicht krijgt de kerkganger niet echt. 4. Je projecteert tussendoor steeds een stukje van de orde van dienst. Wat mij betreft, is dat niet verhelderend. kerkganger krijgt niets tastbaars mee naar huis Liturgiebladen/boekjes zijn voor sommige kerkgangers collectors-items. Dan kun je dat mooie lied thuis nog eens lezen of aan iemand geven aan wie je moest denken bij het zingen ervan. Hoe kom je hen tegemoet? 1. Zorg dat er een aantal hand-outs van de beamerpresentatie liggen voor liefhebbers. (Het is maar een beperkt aantal kerkgangers dat graag een boekje bewaart, getuige de grote berg oud papier na afloop van de dienst.) 2. Zorg dat kerkgangers per email de presentatie kunnen opvragen bij iemand van het beamteam of bij de voorganger. 4.6 Wat doet beamergebruik met het zingen? Je kunt de liedteksten projecteren. Het is prettig voor de kerkgangers om daarbij aan te geven hoe ver je bent in het te zingen lied. Een voorbeeld: De woorden van het 2e couplet van gezang 33 verschijnen op het scherm. Daarbij staat vermeld: Gezang 33 vs. 1, 2, 3, Dan weet je als kerkganger: we zingen drie coupletten, ik ben nu bij het tweede couplet. Het projecteren van de te zingen liederen heeft een aantal voordelen: Het zingen knapt ervan op, want je zanghouding is beter als je voor je uit kijkt, in plaats van omlaag naar je boekje. Het gemeenschapsgevoel bij het zingen neemt toe, want je bent samen gericht op de projectie van het lied, in plaats van ieder op zijn eigen boekje. De kerkdienst is makkelijker te volgen voor mensen die niet zo vertrouwd zijn met kerkgang (je hoeft niet je weg te vinden in boekjes en stencils). De kerkdienst is makkelijker te volgen voor mensen die vanwege gezondheidsproblemen moeite hebben met het hanteren van liedboek en stencils (motorische problemen, leesbril op en af, ook nog wandelstok nodig bij het staan) Het is relatief makkelijk om uit verschillende liedbundels liederen te zingen. Er zijn ook nadelen aan het projecteren van liederen in plaats van het gebruik van bundels en liturgieboekjes: 18
Niemand kijkt naar een dirigerende cantor/cantrix (vraag: deden de mensen dat wel toen ze een liturgieblad/boekje voor hun neus hadden?) Ik ben een sterke voorstander van het afbeelden van notenschrift bij liederen, omdat dat voor veel kerkgangers steunend is bij het zingen van minder bekende liederen. De beschikbaarheid van liederen-met-noten voor beamer is niet groot. Zelfs als je een eerste couplet van een lied met noten hebt, zit je vaak bij het tweede couplet weer zonder noten en je kunt niet even terugbladeren om te kijken hoe het ook alweer zat. Voor mij wegen de nadelen niet op tegen de voordelen.
4.7 Wat kan je met de beamer doen voorafgaande aan de dienst? Het is mogelijk om mededelingen te projecteren (zie verder bij de volgende vraag). Er zijn ook andere mogelijkheden, wat meer gericht op het liturgische gebruik van de ruimte: een mediatieve afbeelding tonen, eventueel met een tekst Die afbeelding kan aansluiten bij het thema van de dienst (bijbelgedeelte of onderwerp) of bij de aard van de dienst (doop, avondmaal). een “openingsafbeelding” tonen, bij voorbeeld: 19
een beeld wat aansluit bij het begin van de dienst: open deur/poort/hek/drempel (beetje poëtisch), of welkomstbordje/deurmat (wat meer huis-tuin-en-keuken) met eventueel daarbij tekst bv. Ps.84:2,3, “ubi caritas”, Gez… bepaalde kleuren projecteren, passend bij de sfeer van die zondag, bv. verschillende tinten rood en oranje bij Pinksteren. 4.8 Wat kan je met een beamer doen bij de mededelingen? De beamer is een heel geschikt medium voor de mededelingen. Vooral omdat je door foto’s en filmmateriaal die mededelingen veel persoonlijker en boeiender kan maken. Medelingen heb je in drie categorieën: (1) deze kerkdienst, (2) pastoraat, (3) gemeente-aktiviteiten. (1) deze kerkdienst Dit betreft mededelingen over “personeel” tijdens de dienst, dopelingen, een koor dat meedoet, of er koffiedrinken is enz. Deze mededelingen kunnen geprojecteerd worden voorafgaande aan de dienst, bv. 15 min voor aanvang van de dienst tot 5 min. voor aanvang. (Let daarbij op de tips uit 3.1, m.n. het gedeelte over het projecteren van tekst) De 5 min. voordat de dienst begint wordt er een “aandachtig” plaatje geprojecteerd (zie vorige vraag, 4.7) Ideeën: plaatjes of pictogrammen aan steeds terugkerende items verbinden, foto’s van dopelingen (evt met hun gezin) projecteren NB Een mededeling over de collecte kan beter bij die collecte plaatsvinden (zie 4.12) (2) pastoraat Dit betreft mededelingen over geboorte, zieken, een overlijdensbericht, een a.s. huwelijk, een jubileum of verhuizing. De geëigende plaats voor deze mededelingen is m.i. voorafgaand aan de voorbeden. Het is voor mij de vraag of die mededelingen geprojecteerd moeten worden en of daar foto’s bij gebruikt moeten worden Overwegingen hierbij: Uit de pastorale mededelingen spreekt persoonlijke aandacht. Ieder mens telt voor God. Dit kan versterkt worden door het tonen van foto’s of bv. een trouwkaart. Vraag: Hoe zie je de verhouding individu-gemeenschap tijdens de kerkdienst? Op welke manier en in welke mate wil je personen onder de aandacht brengen? 20
Foto’s tonen helpt kerkgangers om zich te realiseren over wie een overlijdensbericht, een geboortebericht of een a.s. huwelijk gaat. Niet iedereen kan namen aan gezichten verbinden, de combinatie tonen (naam en gezicht) creëert verbondenheid. Foto’s tonen, m.n. foto’s van mensen die overleden zijn, kan heel confronterend zijn. Hoe groot is de impact van deze foto’s als er verder weinig beeldmateriaal in de dienst is? M.a.w. wat doet dit met het geheel van de dienst? Hoe organiseer je zoiets goed? Zorg je dat er altijd een foto is bij een overledene? Wie gaat de doopgezinnen op de foto zetten of hen vragen zelf iets in te leveren? Mijn persoonlijke mening is de volgende. Een goed (uitgesproken) in memoriam heeft in mijn beleving meer zeggingskracht en is meer in balans met het geheel van een kerkdienst, dan zo’n (grote, geprojecteerde) foto in het liturgisch centrum. Het noemen van pastoralia voor de voorbeden, is m.i. een intiem moment in de communicatie tussen predikant en gemeente. Ik zou daar in de regel geen scherm bij willen. Bovendien vind ik het al zo’n worsteling om individuele wensen m.b.t. diensten binnen de perken te houden (doop, belijdenis…) (3) gemeente-aktiviteiten De beamer maakt het mogelijk om gemeente-aktiviteiten op een meer intense manier binnen te brengen in de dienst. Dat is verbindend in de gemeente. Het heeft ook een spirituele kant: de aktiviteiten staan in het licht van Gods liefde en vinden hun oorsprong in wat we vieren op zondag. Tegelijk zitten er een valkuilen in: Het kan veel onrust geven in de dienst (vooral oproepen om aan iets mee te doen, hebben die werking). De nadruk op je eigen aktiviteiten kan zo groot worden, dat je de grote lijn van Gods omgang met mensen wat uit het zicht verliest. Die plaatjes van spelende en gezellig etende mensen werken dan beperkend, alsof de kerk een gezellige club is… De mededelingen over gemeente-aktiviteiten kunnen plaats krijgen aan het begin van de dienst, bij de mededelingen over de dienst. Ook kan dit tijdens de collecte. Die staat toch in het kader van antwoord van de gemeente op het Woord. De gemeente reageert in gaven en gebeden, maar ook in aktiviteiten. * Je kunt aanstaande aktiviteiten aankondigen/promoten. Let daarbij wel op de relevantie. Is dit een aktiviteit waar de hele gemeenschap boodschap aan heeft? (Voorbeeld 1: “Maandag vergadert de kerkenraad” Dit is 21
wel relevant voor de hele gemeente, maar het is niet nodig dat ze dat allemaal horen/zien op die zondagochtend. Voorbeeld 2: “Je kunt je nog aanmelden voor het kinderkamp” Hier is het wel belangrijk dat iedereen dat hoort). Let daarbij op de formuleringen (beknopt en helder, zie ook 3.1 met name het gedeelte over projectie van tekst) * Je kunt ook iets laten zien van wat geweest is bv. een filmpje van de jongeren op kamp, foto’s uit de kindernevendienst, een bijeenkomst van een huiskring. Hier gaat het meer om sfeerbeelden dan om een exact verslag. Ik zou hierbij weinig woorden gebruiken. 4.9 Wat is er te zeggen over: beamer en bidden? “Niets! Want bij bidden doe je je ogen dicht!” zei iemand. Ik zie twee mogelijkheden voor de inzet van de beamer rond de gebeden: 1. projecteren van teksten en responsies tijdens het gebed 2. projecteren van afbeeldingen die aandacht van de gemeente op het gebed richten, voorafgaand aan het gebed. Mogelijkheid 1, teksten projecteren, kan bij alle soorten van gebeden. Ik ben wel benieuwd wat het met je gebedshouding doet, als je niet gebogen over je liturgieblad zit, maar voor je uit kijkt naar een scherm bij het bidden. Voor mogelijkheid 2 gaan we de verschillende gebeden langs uit de protestantse kerkdienst. Ik beperk me hier tot de gebeden die in onze gemeente geregeld gebeden worden. Drempelgebed / gebed van toenadering Dit gebed vindt plaats vrijwel aan het begin van de dienst. De inhoud: gebed om schuldvergeving, verlangen naar ontmoeting met God, overgave aan Hem. De toon is ingetogen, bedremmeld. Ik zie hierbij geen rol voor de beamer. Kyriegebed In het Kyriegebed lucht de gemeente haar hart voor de Heer. Voor je kunt luisteren naar Gods Woord moet je eerst even kwijt wat je geraakt heeft de afgelopen week. In het Kyriegebed kunnen elementen zitten van schuld, machteloosheid (tekort) en nood. De invalshoek is de nood. De gemeente zegt: Heer, kom te hulp! (NB Dit gebed moet niet verward worden met voorbeden. Daar ligt de nadruk op de verantwoordelijkheid van de gemeente, op hun actie. De gemeente zegt: “Heer, geef wat we nodig hebben (om uw wil te doen…)!”) Kan de beamer diensten bewijzen bij het Kyriëgebed?
22
In “De weg van de liturgie”12 wordt gesuggereerd dat hier een veelzijdig ritueel op zijn plaats is, waarbij alle zintuigen worden geprikkeld. Dat betekent dat de beamer kan worden ingezet om foto’s, kunst, een filmpje of krantenberichten te tonen die aangeven wat de nood van onze wereld is. Het zullen beelden zijn die emoties oproepen. De beweging die dan gemaakt wordt, is de volgende: het beeldmateriaal aktiveert bij de kerkgangers het besef dat er veel nood in de wereld is, vervolgens legt de gemeente die nood voor God neer, om zich daarna te kunnen richten op Hem met lof en aandacht voor het Woord. Gebed om schuldvergeving Naast de lijn Kyrie-Gloria is er de lijn schuldbelijdenis-genadeverkondiginggebod, of gebod-schulbelijdenis. Hierin staat de verantwoordelijke-en-tekortschietende mens voor de Heilige God. Er zit zowel het element van menselijke schuld in, als het besef dat God groter is dan wij. Deze grote God is wel tegelijk de barmhartige tot wie wij ons kunnen wenden. Ik zie bij deze lijnen in de liturgie niet direct een rol voor de beamer. Gebed om verlichting met de Heilige Geest Bij de opening van het Woord bidt de gemeente om het licht van Gods Geest. Ook hier zie ik geen beeldmateriaal bij. Dankgebed, voorbeden, stilgebed, onze Vader Dit is het gebed waarin de gemeente niet alleen nood onder woorden brengt, maar ook haar verantwoordelijkheid op zich neemt en God vraagt om zijn kracht voor die opdracht. In onze gemeente worden voorafgaand aan die gebeden gebedspunten genoemd, o.a. uit het voorbedenboek. Welke rol is hier mogelijk voor de beamer? Je kunt bepaalde gebedspunten met beeldmateriaal illustreren (bv. een zendingsproject). Daarmee geef je informatie en vergroot je emotionele betrokkenheid bij het gebedspunt. Je kunt ook met beelden een bepaalde sfeer oproepen (bv. even stil worden bij een meditatieve afbeelding om de aandacht te richten op God). 4.10 Wat is er te zeggen over: beamer en doop? In het algemeen hebben voorgangers de neiging om terughoudend te zijn met de beamer bij de sacramenten. Dat ligt ook voor de hand: er is immers al iets te zien in de dienst. Projectie van nog meer beelden lijkt overbodig. Je verstoort daarmee de eigenlijke handeling. Wat wel een overweging bij de doop is: de doop is niet in alle kerkruimtes voor iedereen even goed zichtbaar. Daarom zijn er gemeentes waar gefilmd
23
wordt bij het dopen (een beetje ingezoomd). Die beelden worden dan meteen (live) geprojecteerd, zodat iedereen de doop kan zien. Dat betekent dat mensen die het dopen toch al goed kunnen zien, met een dubbel beeld worden geconfronteerd: echt en via de beamer. Voor degenen die de doop zelf niet kunnen zien, is er nu wel iets zichtbaar en dat vergroot hun betrokkenheid bij de doop. 4.11 Wat is er te zeggen over: beamer en Avondmaal? Hier geldt volgens mij ook terughoudendheid (zie vorige vraag). Er is immers al iets te zien en waar bij de doop vooral de dopelingen en hun gezinnen nauw betrokken zijn bij de handeling, is bij het avondmaal de hele gede of belijdende gemeente direct betrokken. In veel gemeentes is de gemeente daarbij ook nog in beweging om “aan te gaan” of “naar voren te lopen” om brood en wijn te ontvangen. Er zijn gemeentes waar tijdens het delen van brood en wijn meditatieve beelden worden geprojecteerd, bv. een schilderij van Jezus die met zijn leerlingen de Maaltijd viert. Zeker als het delen van brood en wijn lang duurt, kunnen die beelden helpen om aandachtig te blijven tijdens het delen. 4.12 Wat is er te zeggen over: beamer en collecte? De collectedoelen kunnen geprojecteerd worden voorafgaand aan of tijdens de collecte. Dat kan met tekst en met beelden. Vooral het tonen van beelden vergroot de betrokkenheid van de kerkgangers bij het geven. De beamer vervangt dan de folders, zoals die bv door de PKN en Kerkinactie worden uitgegeven. Ook is het mogelijk zelf beelden te verzamelen bij niet-landelijke collectedoelen (bv vrachtwagen met kleding voor Polen, voedselbank). Desgevraagd meldde Kerkinactie dat zij bij de vier voor hun grote collectemomenten (namelijk werelddiaconaat in februari, veertigdagencampagne, pinksterzendingscollecte en collecte voor Kinderen in de Knel in december) dvd’s kunnen leveren met een kort (foto)filmpje over het project dat in die collecte centraal staat. 4.13 Hoe zorg je ervoor dat de beamerprojecties stijlvol zijn? Gemeentes die liederen en onderdelen van de liturgie met een beamer projecteren hebben vaak een liturgische huisstijl. Er zijn afspraken gemaakt over kleurgebruik en lettertype. Voor bepaalde momenten in de dienst zijn vaste 24
plaatjes of beelden. Meestal is het format tot stand gekomen na een periode van experimenteren en evalueren. Zo’n huisstijl heeft een aantal voordelen: De presentatie ziet er verzorgd uit. Niet iedere week een verrassing “Welke kunstjes hebben we vandaag weer op de beamer?” Het maakt niet uit wie de beamerpresentatie verzorgd heeft, er is constante kwaliteit. Het verschil tussen een dienst met een gastvoorganger en een eigen voorganger is minder groot. M.a.w. je bent als gemeente/beamteam minder afhankelijk van de inbreng van de voorganger, want je liederen, collecteaankondigingen, mededelingen en evt. startdia staan er gewoon elke week op. Het is op den duur minder bewerkelijk: er ligt al een format wat alleen iedere week ingevuld moet worden. Dan nog iets anders. Veel mensen denken: beamer = Powerpoint. Er zijn echter andere programma’s die veel geschikter zijn voor gebruik in een kerkdienst, bv. EasyWorship. Het grote voordeel van dit programma is dat werkscherm en projectiescherm niet hetzelfde zijn. Dus als er tijdens de dienst gesleuteld moet worden aan de presentatie, ziet de gemeente dat niet op het scherm.
25
5. BEAMER EN PREEK In dit hoofdstuk staan we eerst stil bij de vraag: Wat is nu eigenlijk een preek? We zullen zien dat de opvatting van preken gevolgen heeft voor de (on)mogelijkheden van beamergebruik. Beamergebruik tijdens de preek is controversieel. Welke argumenten spelen een rol bij tegenstanders van de beamer tijdens de preek? Vervolgens zetten we mogelijkheden voor beamergebruik op een rijtje. Ook staan we stil bij de praktische kant: waar komt het te projecteren materiaal vandaan? 5.1 Wat is een preek? Dr.G.D.J.Dingemans geeft in zijn boek “Hoorder onder de hoorders…” 13 vier preekstijlen aan. De preek als: (1) kerugma, verkondiging (het gaat om de boodschap van God, niet om de persoon van de hoorder of de preker) (2) didachè, onderricht (cognitief, eenrichtingsverkeer, vertellen “hoe het zit”) (3) martyrion, getuigenis (persoon van de preker meer in het vizier) (4) homilia, interactie (preker schept ruimte voor ontmoeting tussen God en mens, preek geeft stof tot nadenken en aanknopingspunten voor je geloof) Zijn voorkeur gaat uit naar de preek als homilia omdat dat volgens hem goed aansluit bij de moderne mens, die zichzelf wil verhouden tot de bijbelse boodschap/mensen/getuigenis. Kenmerken van een homilia-preek zijn: a. preek moet te denken geven b. verbinding loopt via “brugwoorden” (weerbarstig proces) c. kerkgangers worden aangesproken als gelovigen-metgeloofservaring/geschiedenis d. kerkgangers komen niet om te leren maar om iets te beleven e. preek is geen reclame/eenrichtingsverkeer f. predikant als bemiddelaar De communicatiestijl die daarbij past, is niet zozeer lineaire (zender-ontvanger) of circulaire (voortdurend heen en weer en rolwisseling) communicatie, maar interactionele symboolcommunicatie (spreker en hoorder hebben relatie tot zaak, die m.b.v. symbolen ontsloten wordt). In onze gemeente is ook de homilia de dominante preekstijl. Wel vragen wij ons als predikanten geregeld af of geloofsonderricht niet meer een plek zou moeten krijgen in de zondagse eredienst, te meer daar wij in leerhuizen en kringen maar een klein deel van de gemeente ontmoeten. Daarmee zou de de
26
preek enigszins verschuiven richting didachè, hoewel het daarmee natuurlijk geen “glad” verhaal wordt. 5.2 Wat zijn argumenten tegen beamergebruik tijdens de preek? Er zijn gemeentes die überhaupt geen beamer gebruiken in de kerkdienst. Er zijn ook gemeentes waar de beamer volop gebruikt wordt, behalve tijdens de preek. Argumenten om de beamer tijdens de preek uit te laten: Preken is spreken. En het eigene van spreken is de communicatie tussen de spreker en de hoorders. Daar moet niets tussen zitten, die twee – preker en kerkgangers – moeten op elkaar gericht zijn. Een scherm met beelden of teksten doet afbreuk aan die communicatie. Een preker moet vrij zijn, vrij om in te spelen op (non-verbale) reacties van de kerkgangers. Je moet ter plekke je koers kunnen wijzigen. Er moet ruimte zijn voor de kracht van de Geest. Beamergebruik beperkt de preker. Die moet zich immers houden aan zijn/haar van tevoren voorbereide ‘presentatie.’ De beamer is geen neutraal hulpmiddel, maar een medium met specifieke eigenschappen die van invloed zijn op de boodschap die je brengt. Punten van de preek in Powerpoint komen anders over dan wanneer je ze gewoon zegt. Het medium Powerpoint en de regels die daarbij horen vervormen de boodschap. En als de voorganger het trucje door heeft, loopt die het risico van de preken gladde verhalen te maken, verpakte slogans. De gelaagdheid verdwijnt.14 Preker loopt het risico meer tijd in zijn beamer-bijdrage te stoppen dan in het goed nadenken over de preek zelf. Preker wordt afhankelijk van het functioneren van de techniek. Deze argumenten neem ik als mee als kritische bagage in mijn bezinning op de inzet van de beamer. 5.3 Hoe kan je de beamer inzetten bij een preek? De mogelijkheden zijn eindeloos, het is maar wat je wilt als predikant en gemeente. Volgens mij moet het uitgangspunt zijn: zorg dat je een goede preek hebt. Als de beamer daarbij kan helpen, is dat mooi meegenomen, maar de basis is de preek: dat wat jij gelooft te moeten communiceren in die dienst. De mogelijkheden op een rijtje: 1. punten van de preek m.b.v. tekst 27
De preek bestaat uit een aantal punten, hoofdstukken. De titels van die punten worden geprojecteerd, eventueel de uitwerking ook. Dat kan op verschillende manieren. Je kunt het hele schema meteen op de beamer zetten, maar dat is weinig verrassend. Je kunt er ook voor kiezen het schema geleidelijk aan te vullen (eerst punt 1 op het scherm, dan punt 2 eraan toegevoegd, vervolgens een scherm waarop punt 1,2 en 3 staan). Nadruk ligt dan op het geheel van de preek. Ook kun je steeds alleen het punt projecteren waar je mee bezig bent en tot besluit ze alle drie samen projecteren. Dan ligt er iets meer nadruk op ieder afzonderlijk onderdeel. Variant hierop is: je preek houden zonder beamer en aan het eind de samenvatting projecteren. De functie van dit beamergebruik is: ondersteuning voor het brengen van de boodschap. Vooral als de boodschap enigszins systematisch is en/of instruerend van karakter past dit beamergebruik daarbij. Het helpt de kerkgangers de grote lijn van de preek vast te houden of de draad weer op te pakken als ze het even kwijt zijn. Een praktische vraag is: Hoe zorg je ervoor dat wat op het scherm geprojecteerd wordt, klopt met wat je zegt? (de timing dus) Je kunt zelf een afstandsbediening van de beamer hebben, zodat je (net als de weermannen en –vrouwen op TV) het scherm mee laat lopen met je verhaal. Je zorgt dat de beamerbedienaar een exacte tekst van je preek heeft (je houdt je zelf dan ook aan die tekst) en dus weet wanneer hij/zij door moet klikken. 2. outline van de preek m.b.v. tekst met beeld De projectie kan op dezelfde manieren plaatsvinden als hierboven beschreven en ook de functie is hetzelfde. Je voegt echter door het toevoegen van illustratief (of symbolisch) beeldmateriaal aan de tekst, een andere dimensie toe. Door de beelden erbij kun je nog weer andere mensen aanspreken die niet zoveel met woorden hebben. Bovendien onthouden mensen dingen beter als ze in beeld-en-woord worden aangeboden (zie 2.6. pt.4). Een voorbeeld: de preek heeft drie punten en gaat over (1) persoonlijke vrede, (2) vrede in je directe omgeving en (3) wereldvrede. Bij ieder punt toon je naast tekst ook een afbeelding: een in zichzelf verzonken persoon (bij 1), een familie- of buurtportret (bij 2), een foto van de VN of van troepen op vredesmissie (bij 3). 3. één tekst tijdens de hele preek Tijdens de hele preek staat er een en dezelfde tekst op het scherm. Ook hier zijn verschillende mogelijkheden. 28
Je kunt het hele bijbelgedeelte projecteren. Dit is vooral zinnig als de preek enigszins bijbelstudie-achtig van opzet is, met veel verwijzingen naar de tekst. De beamer helpt de kerkgangers om de exegetische stappen te volgen, zeker als je als voorganger ook nog een digitale aanwijsstok hebt. Als je niet zo met het tekstgedeelte bezig bent in de preek, is het volgens mij beter om de tekst tijdens de preek ook niet te projecteren, want dan loop je de kans dat die vooral afleidt. De echte bijbelstudie-kerkgangers kunnen gewoon zelf hun bijbel meenemen, als zij wel graag de tekst erbij hebben. Je kunt het kernvers (tekst waarover het m.n. gaat in de preek) projecteren. Dat kan vooral helpend zijn als je preek één bepaalde hoofdgedachte heeft. Zo’n tekst vai de beamer nodigt uit tot mediteren en kan helpen bij de concentratie (waar ging het ook alweer over?). 4. één tekst-met-beeld tijdens de hele preek Tijdens de hele preek staat er een en dezelfde tekst in combinatie met beeld op het scherm. Je kunt denken aan die kerntekst met een kleur of sfeerbeeld erachter. (bv. opgaande zon met als tekst “Zie, Ik maak alle dingen nieuw”) Je kunt ook een beeld zoeken wat inhoudelijk past bij de kerntekst (bv. handen van een pottenbakker met klei bij “Zoals klei in de hand van de pottenbakker) De functie van dit beamergebruik is: focussen op kerngedachte, sfeer/emotie daarbij oproepen, het geheel indringender maken. Toevoegen van beelden aan tekst werkt versterkend. Een extra vraag daarbij is: kies je voor een tegemoetkomend beeld (dan maak je het de kerkganger makkelijker om het geheel te volgen) of kies je voor een meer uitdagend, open, beeld (dan prikkel je de kerkganger om zelf linken te leggen). Zie ook in het volgende hoofdstuk: 6.1. 5. één beeld (foto/kunst) tijdens de hele preek Tijdens de hele preek staat er één beeld op het scherm. Dat beeld kan worden toegelicht, maar dat is niet per se noodzakelijk, het hangt af van de beeldkeuze. Dit beeld kan illustreren, emotie oproepen, perspectief geven of expressie zijn (zie: 4.4 over functies van beelden in een kerkdienst) Het beeld kan tegemoetkomend of uitdagend van aard zijn. De functie van dit beamergebruik is afhankelijk van de aard van het gekozen beeld. In het algemeen zal het de beleving van de preek versterken. 6. een beeld (of meedere) bij de preek op het moment dat je dat nodig vindt Er wordt tijdens de preek niet geprojecteerd behalve op het moment (de momenten) dat de voorganger iets wil laten zien.
29
Deze beelden kunnen: illustreren, instrueren, emotie oproepen, perspectief tonen, confronteren en expressie zijn. (zie: 4.4. over functies van beelden in een kerkdienst) M.i. is het goed mogelijk daarin ook tijdens één preek te variëren. Vb. Je begint met een beeld dat emotie oproept of confronteert, er zijn wat illustraties, een instructie (landkaartje b.v.) en uiteindelijk een perspectief of expressie. Tussendoor is het scherm blanco. De functie van het beamergerbuik is versterking van bepaalde momenten in de preek. Realiseer je dat het toevoegen van een afbeelding die versterkende werking heeft en vraag je dus af of je wel de goede momenten versterkt. Een aardige illustratie bij een zijlijn in je preek, komt de impact van je hoofdgedachte niet ten goede. 7. voortdurend afbeeldingen op het scherm tijdens de preek De hele preek wordt ondersteund met gevarieerd beeldmateriaal. Deze beelden kunnen alle zes de functies hebben (zie: 4.4. over functies van beelden in een kerkdienst). Er kan een grote verscheidenheid in het beeldmateriaal zitten Er kan uit één domein een keuze worden gemaakt (bv. allemaal krantenfoto’s, of allemaal kunstwerken van één kunstenaar) De functie van dit beamergebruik is: versterking van de beleving van de preek en hulpmiddel voor kerkgangers om de aandacht erbij te houden (ook risico van afleiding). Vraag: loop je niet het risico dat de preek een soort diashow wordt waarin je van de ene dia naar de andere wordt gepraat? De afbeeldingen zijn dan het leidende medium en de woorden van de voorganger commentaar bij die beelden. Past dat wel bij de aard van een kerkdienst/preek? 8. filmmateriaal Tijdens de preek wordt een filmfragment (met geluid) getoond. Nieuw ten opzichte van alle vorige opties is dat er geluid bij zit. Je bent dan dus als voorganger compleet buiten beeld voor zolang het filmpje duurt. De mogelijkheden: een fragment van een tv-programma of film een tv-commercial of video-clip een zelfgemaakt filmpje (bv. straatinterviews in je eigen dorp) Er zijn verschillende functies van dit beamergerbuik denkbaar. Het kan inleiding op de thematiek van de preek zijn. Er kan een bepaalde sfeer worden neergezet. Het kan ook een illustratie zijn, of versterking van een appèl uit de preek. NB Houd rekening met wat er in 3.1 staat over film/video!
30
5.4 Welke rol speelt je preekopvatting bij beamergebruik? “Een preek is geen presentatie, dus je gaat niet punten van je preek via de beamer projecteren,” zei iemand met wie ik over beamergebruik sprak. Is dat zo? Is een preek geen presentatie? Dat hangt er maar vanaf hoe je de preek ziet. De vier preekstijlen die Dingemans aanduidt (zie 5.1), zijn in dit verband helpend. De keuze voor een bepaalde preekstijl heeft gevolgen voor de mogelijkheden van de beamer. Bij kerugma (=verkondiging) ligt de nadruk op het helder overbrengen van een boodschap. De beamer kan een goed hulpmiddel zijn om duidelijk te maken wat je bedoelt en de lijn van je verhaal te benadrukken. Projecteren van teksten (punten van de preek) kan helpend zijn. Ook beeldmateriaal dat illustratief is, emotie uitdrukt of perspectief biedt, kan versterkend werken en maken dat de boodschap beter overkomt en beklijft. Bij didachè (=onderricht) is de preek om te leren, cognitief maar ook affectief. Je hoopt dat de kerkgangers oppikken en onthouden wat hen wordt verteld. Zo’n preek heeft behoorlijke raakvlakken met een presentatie. Projecteren van teksten (punten van de preek) kan helpend zijn. Ook hier is versterking met beeldmateriaal goed mogelijk. Die beelden zullen vooral illustratief en/of instructief zijn of perspectief geven. Ook beeldmateriaal met emotie, confrontatie en expressie is denkbaar, maar ligt m.i. minder voor de hand. Bij martyrion (=getuigenis) draait het om het verhaal en de geloofservaringen van iemand. Als de preker zelf de getuige is, kan de beamer uit. Het gaat immers om het persoonlijk gekleurde verhaal van deze mens. Maar de preker kan ook de beamer gebruiken voor beelden bij dat persoonlijke verhaal. Bv. Een predikant die in Zuid-Amerika heeft gewerkt, laat beelden zien van zijn leven daar, om duidelijk te maken wat hem nu drijft in het geloof. Het is ook voorstelbaar dat het getuigenis van een ander dan de preker een belangrijke rol speelt in een preek. Dat kan een live-getuige zijn, maar zou ook een getuigenis via de beamer kunnen zijn. (NB Vanuit reclame-oogpunt is het heel sterk om je product door een ander te laten aanprijzen, zeker als die ander ook nog beroemd is.) Dan heb je de beamer in de hoofdrol. Bij homilia (=gesprek) is het de bedoeling dat de kerkgangers hun eigen verhaal verbinden met wat er in de preek wordt aangedragen. In zo’n homilia kunnen ook elementen zitten van uitleg, verkondiging en getuigenis. Projectie van teksten en beelden behoren tot de mogelijkheden. Die beelden kunnen illustratief, expressief en instructief zijn. Ze kunnen perspectief geven, emotie oproepen en confronteren. Soms zal het beeldgebruik de kerkgangers 31
helpen te begrijpen waar het om gaat, maar ook beeldgebruik wat kerkgangers uitdaagt om verder te kijken is hier passend. 5.5 Hoe kan het zoeken van beelden een plek krijgen binnen het preekvoorbereidingsproces? In het algemeen zijn het predikanten die de beelden aanleveren bij de preek. Onderzoek van een lutherse predikant in de VS geeft aan hoe het zoeken naar beeldmateriaal onderdeel is van het voorbereidingsproces. Een aantal opties: De predikant doet individueel bijbelstudie, visualisatie gebeurt in een team van collega’s of gemeenteleden. Al bij de bijbelstudie/exegese-fase komen er beelden mee, waarvan sommigen uiteindelijk op de beamer terechtkomen. Oefening baart kunst: naarmate een predikant langer met een beamer werkt, wordt zijn/haar gevoeligheid voor beeldmateriaal ook groter. Beeldmateriaal zoeken is een apart onderdeel van de voorbereiding. Sommigen geven aan dat ze alleen beeldmateriaal gebruiken als ze dat gaandeweg ontdekt/bedacht hebben, komt er niets uit het proces, dan wordt er geen beeldmateriaal geprojecteerd. Je zou je kunnen voorstellen dat aanwijzingen voor beeldmateriaal onderdeel gaan worden van dienstvoorbereidingsmateriaal (De eerste dag, Postille, Kind op zondag, Vertel het maar!) en –groepen (zoals de leesgroep op internet). 5.6 Hoe vind je de uiteindelijke afbeeldingen die geschikt zijn om te projecteren? De VS-predikanten uit het onderzoek putten vooral uit websites van internet. Er zijn speciale sites gericht op beamergebruik in de preek. Soms moet je daar een abonnement op nemen. Google-afbeeldingen en foto- en kunst-sites zijn ook geregeld leverancier van beeldmateriaal. De VS-predikanten uit het onderzoek gebruiken ook vaak “movie-clips.” NB: Niet alles wat op internet staat, is vrij beschikbaar. Op het gebied van autersrechten zijn kerkdiensten een lastig fenomeen.
32
6. CONCLUDERENDE OVERWEGINGEN Als ik het hele beamer-en-kerkdienstveld nog eens overzie, dan heb ik nog een aantal vragen en overwegingen. Noem het: stof tot nadenken. De eerste overweging gaat over het volgende. Ik heb gemerkt dat er in beamerend kerkelijk Nederland een soort waterscheiding loopt in beamergebruik. De vraag is: wat wil je met de beamer: tegemoet komen of uitdagen? Als je op die vraag een antwoord wilt geven, moet je je ook afvragen: wat voor kerkgangers hebben we in deze gemeente? Verder verlies je je door een verslag als dit al snel in de details, maar het is belangrijk om ook het grote geheel in de gaten te houden. Wat voor (totaal)beeld krijgen de kerkgangers van geloven als ze een jaar lang iedere zondag naar de kerk gaan? En wat meer praktisch op de gemeente gericht zijn de vragen: hoeveel tijd kost werken met de beamer? En: Wat doet het met je gemeenschap? En we eindigen met een vraag die in de loop van de jaren een antwoord zal krijgen: is de beamer een hulpmiddel of meer dan dat? 6.1 Tegemoetkomen of uitdagen? Veelgehoord bezwaar tegen beeldgebruik in de kerk is dat het de verbeeldingskracht van de kerkgangers uitschakelt. Het maakt hen passief, terwijl samen een kerkdienst houden juist een actief en interactief gebeuren is. Veelgehoord voordeel van beeldgebruik in de kerkdienst is dat je door de extra invalshoek van het beeld de dienst voor meer mensen aantrekkelijk maakt en makkelijker om te volgen. Er lijkt op dit punt een waterscheiding door kerkelijk beamerland te lopen. (Overigens lijkt die waterscheiding parallel te lopen met wat er op het gebied van kerklied en liturgische taal gebeurt en ook samen te hangen met de culturele achtergrond van de gemeente). Grofweg kun je twee soorten gemeentes onderscheiden. In gemeente A zie je via de beamer: bijbelgedeeltes, liederen, een trouwkaart van gemeenteleden, een fragment van een tv-programma van die week, een plaatje van de Goede Herder en een reclamefilmpje van de jongerenclub. Wat op de beamer vertoond wordt, is overwegend bedoeld om duidelijker te maken wat er gezegd wordt. In gemeente B zie je op de beamer: liederen, een actuele nieuwsfoto, responsies van een gebed, prenten uit een kinderboek, geen bijbelgedeelte, twee kunstwerken en een gedicht. Wat op de beamer vertoond wordt, is overwegend bedoeld om de kerkgangers verder te laten kijken/denken dan wat er gezegd wordt.
33
Het beamergebruik in gemeente A typeer ik als tegemoetkomend. Het beamergebruik in gemeente B noem ik uitdagend.. Het onderscheid zit ‘m in de vraag: Wat doen de beelden op de beamer met het gesproken woord? Tegemoetkomend beamergebruik De beamer wordt vooral ingezet om de dienst dichter bij de kerkgangers te brengen. Concreet en herkenbaar beeldmateriaal wordt getoond om de boodschap in taal van vandaag te brengen. Ook is de beamer hulpmiddel bij onderricht (punten van de preek, presentatie van een stelling die in de preek uitgelegd wordt). NB: Ook wanneer je een uitdagende gedachte/stelling aan de gemeente wil voorleggen in je preek en je gebruikt de beamer om die gedachte te projecteren, dan noem ik dat tegemoetkomend beamergebruik. De projectie op de beamer maakt het immers voor mensen makkelijker jouw gedachtegang te volgen. Als het je beleid is om met de beamer de kerkgangers tegemoet te komen en te helpen, dan zul je eerder herkenbare plaatjes kiezen, die een prettige, weinig controversiële sfeer hebben. Ook zul je sneller beelden uit het alledaagse leven van mensen kiezen. Bij tegemoetkomend beamergebruik is het geen bezwaar als beeld en woord hetzelfde zeggen, integendeel, dat helpt juist om het goed te vatten. Twee voorbeelden: Bij een preek over “de Heer is mijn Herder” laat je een kudde schapen zien. Bij een preek waarin gesproken wordt over de 4 B’s van Luther staat een overzichtje van die 4 B’s op het scherm. In beide voorbeelden maakt de projectie op het scherm het voor de kerkgangers makkelijker om de preek te volgen. Uitdagend beamergebruik De beamer wordt vooral ingezet om extra stof tot nadenken aan te bieden. De kerkgangers worden uitgedaagd hun wereld te vergroten en hun fantasie en creativiteit te gebruiken. NB: Wanneer je een vertrouwde gedachte in je preek hebt (vb “de vader staat te wachten op de verloren zoon”) en je projecteert daarbij een confronterend beeld (bv. de dwaze moeders met foto’s van hun vermiste zoons), dan noem ik dat uitdagend beamergebruik. De projectie via de beamer moet kerkgangers verder laten denken. Wie de beamer gebruikt om uit te dagen, zal beeldmateriaal vooral zoeken in beeldende kunst en (artistiek/abstract) fotomateriaal. Hij/zij zal confronterende beelden niet schuwen, maar zuinig zijn met illustratief beeldmateriaal (dat voegt immers niets toe). Een mooie spreuk of een gedicht ter overweging, past natuurlijk wel weer heel goed. Beelden doen vooral een beroep op de verbeeldingskracht. Het is beleid om beeld en woord niet hetzelfde te laten zeggen, want dat zou de kerkgangers tot
34
passieve consumenten maken. Zij moeten juist uitgedaagd worden tot participatie. Twee voorbeelden: Bij een preek over “de Heer is mijn herder” laat je een foto zien van een groep Chinese soldaten die blindelings in slagorde hun leider volgen. Bij het “amen” van de preek in een avondmaalsdienst projecteer je “De disgenoten,” een gedicht van Ida Gerhardt wat verwijzingen heeft naar het Avondmaal. In beide voorbeelden nodigt de projectie op het scherm de kerkgangers uit om verder te kijken en te denken. Waterscheiding? Bij de keuze van wat je op de beamer zet, moet je je dus altijd afvragen: wat wil ik ermee naar de kerkgangers toe? Tegemoetkomen of uitdagen? Ik zou mezelf niet willen vastleggen op één lijn, maar vrijmoedig van het ene naar het andere gebruik willen switchen. Soms is een heldere uitleg met tegemoetkomende teksten en beelden een verademing. Op een ander moment kun je genieten van een vergezicht wat je wordt geboden door uitdagend beamergebruik in een dienst. 6.2 Hoe zijn de kerkgangers van invloed op het beamergebruik? Wat voor mensen komen er allemaal in de kerk? Museumbezoekers, voetbalfans, scholieren, VUT-ers, ondernemers, doorgewinterde kerkgangers, startende gelovigen… Al die verschillende mensen worden geconfronteerd met teksten en beelden op de beamer. Het zal ondoenlijk zijn om voor iedereen altijd treffend materiaal te vinden, maar het is wel goed om met name je beeldgebruik eens in het licht van de kerkgangers te bezien. Wie zijn die kerkgangers? Hoe oud? Wat doen zij in hun vrije tijd? Kijken zij tv? En wat kijken zij dan? Lezen zij krant? Welke? Opleidingsniveau? Reizen zij veel? Hoe hebben zij hun huis ingericht? Kortom: hoe ziet hun wereld eruit? Hebben zij dezelfde associaties bij de beelden als die jij hebt? Herkennen ze de contekst waaruit de beelden komen? Kunnen zij met je teksten uit de voeten? Pas als je hier zicht op hebt, kun je vermoeden hoe tegemoetkomend of uitdagend je beamergebruik is. 6.3 Welk beeld van kerk-zijn laat je zien met je beamergebruik?
35
Voorgangers en beamteams gaan van dienst tot dienst, steeds weer zoekend naar optimaal beamergebruik. Het is goed om geregeld achterover te leunen en je af te vragen: welk beeld komt er naar voren uit ons totale beamergebruik? Wat ziet iemand die week-in-week-uit bij ons in de kerk komt? En, klopt dat beeld met wat we willen uitstralen? Voor je het weet, sluipt er een eenzijdigheid in, die je niet wilt. Een paar voorbeelden: Als je veel Middeleeuwse schilderkunt van bijbelse voorstellingen (makkelijk via internet op te zoeken…) projecteert, kun je zeer goed gekozen afbeeldingen hebben, maar suggereer je tegelijkertijd niet onbewust dat geloven Middeleeuws is en de kerk een soort museum? Als je veel foto’s laat zien van aktiviteiten in je eigen gemeente (ook relatief eenvoudig verkrijgbaar), zul je leuke reacties krijgen en een gevoel van saamhorigheid, maar beperk je daarmee niet tegelijkertijd onbewust het kerk-zijn tot het gevoel dat de kerk “ons clubje” is? Als je vaak plaatjes uit kinderbijbels en –boeken laat zien, zullen jong en oud vermoedelijk heel aandachtig zijn, maar geef je kerkgangers niet tegelijkertijd het gevoel dat ze in een kinderclub terecht gekomen zijn? Als je overwegend aktuele nieuwsfoto’s toont, kan dat het gebed intensiveren, maar de kerkgangers kunnen ook het gevoel krijgen dat ze meer met de aktualiteiten dan met Gods boodschap in die aktualiteiten bezig zijn geweest. Het is goed om je niet te verliezen in de details maar ook grote lijnen te blijven zien als je met een beamer werkt. 6.4 Hoeveel tijd kost het om met een beamer te werken? Iedereen die hier verstand van heeft zegt: het kost veel tijd. Wat er voor iedere dienst met beamer gebeuren moet, is het volgende (NB Soms zal de volgorde anders zijn.) 1. Men neme een liturgie-overzicht voor de betreffende zondag, meestal bepaald door de voorganger. 2. Dan moeten de “ingrediënten” verzameld worden: evt nieuwe liedteksten, maar ook ander tekst- en beeldmateriaal. Beamteam en voorganger zullen daar een rol in kunnen spelen. 3. Soms moet er speciaal iets gemaakt worden: een filmpje, of een kleine presentatie van een paar foto’s met tekst. 4. Van alle ingrediënten samen moet een geheel gemaakt worden, bij voorkeur door degene die op zondag de beamer gaat bedienen. 5. Dat geheel moet door de voorganger nog eens nagelopen worden. 6. De beamer moet bediend worden op zondagmorgen.
36
Dit alles is zeer tijdrovend. Het is dus belangrijk om systematisch te werken (zodat je zo min mogelijk dubbel werk hebt en optimaal kunt profiteren van wat je eerder hebt gedaan). En het is belangrijk om voldoende mensen in je team te hebben. 6.5 Wat doet een beamer met je gemeenschap? Een verrassend neveneffect van de komst van de beamer in onze gemeente is dat het betrokkenheid van de gemeente vergroot. Dat begint met het beamteam zelf. Er wordt nu eens niet gevraagd of gemeenteleden gesprekken willen voeren of leiden, jongeren en kinderen willen helpen geloven of beleidsmatig willen nadenken. Nee, je doet een beroep op andere vaardigheden, namelijk: wie heeft verstand van computers, wie heeft contacten in het bedrijfsleven, wie is goed thuis op internet, enz.. Deze vaardigheden zijn nodig voor een belangrijke taak binnen de gemeente. Die taak zit eerst in een voorbereidingstraject, maar later ook geregeld op zondagmorgen en in de week voorafgaand aan die zondag. Ook binnen de gemeente voelt het goed, dat zo’n technisch hulpmiddel als de beamer ook dienstbaar kan zijn aan de eredienst. Voor sommigen is de dienst alleen daardoor al minder wereldvreemd. “Hè, hè, eindelijk…” Behalve dat de beamer op zich al iets goeds doet met de gemeenschap, biedt het beeldgebruik ook tal van gemeenschapsbevorderende mogelijkheden, m.n. door de mogelijkheid om gemeenteleden en aktiviteiten zichtbaar te maken. Dit bindt gemeenteleden aan elkaar en laat zien dat de gemeenschap voortkomt uit de dienst aan God en zijn omgang met ons. 6.6 Is de beamer een hulpmiddel of meer dan dat? Op zich is een beamer een hulpmiddel, evenals papier, stencilwerk, boeken en een microfoon dat zijn. En het is maar wat je ermee doet… Toch moet je je ook realiseren dat dit hulpmiddel eigen mogelijkheden biedt, waardoor er dingen veranderen in een dienst. Zoals eens de boekdrukkunst en de grote beschikbaarheid van geschreven teksten de kerk heeft veranderd, zal beamergebruik ook veranderingen met zich meebrengen. In mijn ogen is er meer afstand in de tijd nodig om te kunnen zien wat de beamer op lange termijn betekent voor de kerkdienst.
37
BRONNENLIJST C.S.van Andel (2007) BEAMER: BE-AMER? Een onderzoek naar de rol van de beamer in de liturgie. G.D.J.Dingemans (1995) Als hoorder onder de hoorders, een hermeneutische homiletiek Richard A. Jensen (2005) Envisioning the Word, The Use of Visual Images in Preaching, with CD-ROM Steven Koster (2003) Visual Media Technology in Christiam Worship Malcolm Kushner (1998), vert.? Presenteren voor dummies Anne van der Meiden (1973) Mensen winnen, de overdracht van de boodschap eindred. Paul Oskamp en Niek Schuman (1998) De weg van de liturgie, Tradities, achtergronden, praktijk Andrew Ruddell (2004) The use of visual media technology in liturgical worship Tex Sample (1998) The Spectacle of Worship in an Wired World, electronic culture and the gathered people of God Tex Sample (2005) Powerful Persuasion, Multimedia Witness in Christian Worship Quentin J. Schultze (2004) High-tech Worship? Using Presnetational Technologies Wisely Lydia Vroegindeweij (2007) Visie op beeldgebruik, te lezen op: wiki http://kerkbeamer.wetpaint.com Eric Yaverbaum (2001), vert. Sander Schroevers (2006) PR voor dummies IJzermans en Eckhart (2006) Het woord is nu aan u! Refoforum gesprek met Lydia Vroegindeweij (Leusden), ds.Freddy Gerkema (Amersfoort), ds.Albert-Jan Stam (Leusden), Duco Bolhuis (beamteam Lelystad)
38
NOTEN 1
Deze informatie komt uit een themanummer van het tijdschrift Clou (8/6/06) “De impact van het beeld” Ook in andere publicaties (o.a. van Lydia Vroegindeweij) kom je tegen dat beelden anders, sneller, binnenkomen in het brein.
2
Hierover wordt ook nagedacht door mensen die handleidingen ontwerpen bij apparaten. Wat werkt beter: een (schematisch) plaatje of een verhaal? Waarschijnlijk is dat ook weer afhankelijk van de lezer! De één zweert bij een plattegrond – als hij een onbekende bestemming wil bereiken -, de ander heeft liever een routebeschrijving.
3
In het themanummer “De impact van het beeld” (zie noot 1) staat een vraagesprek met Rick van Baaren, waaruit deze informatie afkomstig is. Op de site www.zowerkt.nl staat een artikel over alledaagse beïnvloeding, waarin het principe van de twee denkniveaus beschreven wordt.
4
Een bekende theorie over verschillende leerstijlen is: VARK. VARK is een afkorting van: visual, aural, read/write en kinesthetic. Dit zijn vier manieren om informatie te vergaren. De meeste mensen hebben één of twee duidelijke voorkeursleerstijlen. Als informatie op hun voorkeursmanier wordt aangeboden, zullen zij er meer van oppikken. Meer hierover is te vinden op: www.vark-learn.com.
5
IJzermans en Eckhart geven dit aan in hun boek.
6
Richard Jensen, over Luther pg.55vv, over de tegenstelling beeld en woord pg.65vv
7
Richard Jensen, pg.35vv
8
Richard Jensen, pg.38vv
9
Richard Jensen, pg.22 (Gregorius de Grote), pg.32 (Johannes van Damascus), pg.54 (Calvijn)
10
Zie: Kushner (1998), Eric Yaverbaum (2001), IJzermans en Eckhart (2006)
11
Zie: Lydie Vroegindeweij (2007) Visie op beeldgebruik, te lezen op wiki: http://kerkbeamer.wetpaint.com 12
Zie pg.183
13
Zie pg.37
14
Zie: www.refoforum, Chris Doude van Troostwijk
39
40