Kenia
Kenia herstelt momenteel van gelukkig kortstondige, maar toch wel gewelddadige etnische rellen na de betwiste verkiezingsuitslag van eind december 2007. Criminele gangsterbendes lokten tijdens een tijdelijk politiek vacuüm moorddadig geweld uit tussen Keniaanse bevolkingsgroepen, waarbij vooral de dominante Kikuyu werden geviseerd. Onze Steve is Kikuyu en zijn familie werd niet gespaard: hij diende 4.000 US-dollar losgeld te betalen aan een duistere maar goed georganiseerde criminele Kikuyu jeugdbende, die zijn familie in ruil daarvoor bescherming bood tegen opstandige Luo en Kalenji. Na tussenkomst van talrijke Afrikaanse politieke leiders en NAVO-baas Kofi Annan keerde het gezonde verstand gelukkig vrij vlug terug en kon het safaritoerisme opnieuw worden aangezwengeld. De sterk van het toerisme afhankelijke Keniaanse bevolking ondervond hoe snel het kan verkeren en hoe langzaam de schade herstelt. Een positieve keerzijde van de medaille is wellicht dat de drastische prijsstijgingen van de laatste jaren werden afgeremd. Nu alles ‘back to normal’ is willen we in 2009 onze Steve terug op de rails zetten.
september 2007
In de ban van de gnoemigratie
Nairobi Dat Kenia op safarivlak een absolute topper is mochten we persoonlijk nog eens meemaken tijdens een intensieve themasafari rond de jaarlijkse gnoemigratie in september laatstleden. Ondanks meer dan dertig vroegere safari’s werd het een nooit eerder geziene ervaring. Een kransje van zes enthousiaste ervaren safarigangers - vanwege herhaalde plasstops werd het groepje omgedoopt tot de ‘prostatclub’ - arriveert op 12 september, na een rechtstreekse vlucht van ± 8 uur met Brussels Airlines, in Nairobi. Steve wacht ons op en brengt ons naar het Hilton Hotel in het centrum van de stad. President Kibaki is er via een politiek van nultolerantie m.b.t. geweld en diefstal in geslaagd om dat eens zo gevaarlijke centrum terug proper en veilig te maken. Amboseli ’s Anderendaags reizen we naar Amboseli Nationaal Park, gelegen aan de voet van Mount Kilimanjaro. Tijdens een sanitaire stop in Namanga, de grenspost met Tanzania, zien we kleurrijke sunbirds tussen veelkleurige bougainvilleas. We reizen tijdens het droge seizoen en stof domineert de pistes en uitgedroogde pannen van Amboseli. Dieren vinden we in grote concentraties verzameld bij het beschikbare water van moerassen, gevoed door het smeltwater van de langzaam maar zeker verdwijnende ijskap op Mount Kilimanjaro. We zien zebra’s, gnoes, Thomson- en Grantgazellen, giraffen en grote kuddes olifanten, een matriarchale gemeenschap geleid door de oudste en meest ervaren moeders. Solitaire stieren zitten tot halverwege in de modder, wat door buffels geïmiteerd wordt. Ook de vogelwereld laat zich niet onbetuigd met trappen, reigers en kieviten. Voor de echte specialisten zijn de Madagaskar ralreiger, de Taveta golden weaver, long toed plover, double banded courser, baltsende d’Arnaut barbets en vorkstaartplevieren een hoogtepunt. We logeren in de aangename Olduvai Lodge met zicht op Mount Kilimanjaro. Gele bavianen en meerkatten stelen er de show. ’s Avonds treden Masai op, fiere krijgers die hoog kunnen opspringen vanuit stilstand. Steve blijkt even onvermoeibaar als altijd en heeft voor morgen een vroege ochtendsafari geregeld met een picknickontbijt. De kans op jagende roofdieren is vlak na zonsopgang veel groter en dat wordt bevestigd met hyena’s en enkele leeuwen. We genieten van de picknick op Observation Hill met een weids panorama over moerassen en savanne. Van dichtbij kunnen we een zogend olifantenjong gadeslaan. In de omgeving van het Tortilis tentenkamp nemen een aantal imposante olifantenstieren een stofbad. Dreigend wapperen ze met de oren. Voor de lunch en enkele uren relax keren we terug naar de lodge. De namiddagsafari levert jachtluipaarden bij de ondergaande zon. Naivasha De volgende ochtend suggereert Steve een alternatieve piste voor de transfer naar Nairobi en Naivasha. We verlaten Amboseli via de Lemeiboti Gate en volgen de toeristisch weinig betreden C102-piste naar de Nairobi-Mombasa snelweg, die men volop aan het verbreden is. Het is duidelijk dat het Kenia economisch voor de wind gaat. Werken aan de wegeninfrastructuur is daar wereldwijd een goede graadmeter voor. We arriveren voor een late lunch in de Naivasha Sopa Lodge waar we ruime suites betrekken. Kenia heeft goede regens genoten en dat merken we aan het waterpeil van het zoetwatermeer dat ver buiten zijn oevers is getreden, waardoor de normale bootpier onbereikbaar is en vervangen werd door een geïmproviseerde. Met de boot kan je het meer verkennen op zoek naar nijlpaarden en tal van watervogels. De oevers zijn begroeid met dichte papyrusrietvelden. In de tuinen van de lodge grazen waterbokken en ontdek ik een familie scimitar bills, in het Nederlands vanwege hun gesnater terecht kakelaars genoemd. Een grijze neushoornvogel voedt zich met een mestkever. We houden het rustig vanmiddag, genieten van de koloniale tuin … morgen verhuizen we naar de Masai Mara, waar we vier dagen hebben uitgetrokken in de hoop op de gnoemigratie te stoten als deze de Mara-rivier oversteekt, wat ik ondanks mijn vele safari’s nooit echt heb mogen meemaken. Enkele jaren geleden werd ik wel al eens geconfronteerd met het macabere gevolg van zo’n oversteek: honderden kadavers van dieren die de overkant niet haalden en verdronken, dekten de voedertafel voor krokodillen en gieren. Kwestie van up to date te blijven verrichten we, voor we de transfer naar de Mara aanvatten, nog even vlug wat inspectiewerk bij Elsamere, de voormalige woning van Joy Adamson, nu een nostalgische lodge in koloniale sfeer met een relatief hoog prijskaartje dat niet onmiddellijk evenredig is met de geboden kwaliteit.
Masai Mara Nieuwe wegenwerken naar Narok beloven in de toekomst de transfer naar de Mara in tijd aanzienlijk in te korten. Nu hebben we de lunch noodgedwongen nog voorzien bij het oostelijke toegangshek van het Mara-reservaat in het Mara Sarova luxe tentenkamp, waar we de twee laatste nachten zullen doorbrengen. De eerste twee hebben we kunnen boeken in Mara Serena, moeilijk te bekomen in deze periode van het jaar omdat de lodge gelegen is bij één van de geprefereerde oversteekplaatsen van de gnoes. We bereiken ze tegen zonsondergang, na een namiddagsafari waaruit blijkt dat de Mara goed gevuld is met gnoes. De abnormale recente regens hebben hun trekgewoonten verstoord. Enkele weken terug waren ze de Mara-rivier reeds overgestoken naar de Serengeti, het Tanzaniaans gedeelte van deze glooiende grassavanne die met de Mara in Kenia geografisch één geheel vormt. Nu zijn ze teruggekeerd in de Mara, gelokt door de regen en het vooruitzicht op vers groen gras. Dat het herhaaldelijk oversteken van de Mara-rivier zijn tol geëist heeft merken we bij de brug naar de Western Triangle van de Masai Mara. De rivier ligt er net zoals enkele jaren geleden vol met verdronken kadavers: een feestdis voor krokodillen, gieren en maraboes. De grijze hemel verhindert voorlopig echter mooie opnames. Marcel, die vandaag 60 jaar jong wordt, kan dit geschenk van de natuur wel appreciëren. In de lodge verrassen we hem met een private bush dinner. Bij het ontwaken de volgende ochtend trekken lange colonnes gnoes, samen met zebra’s en Thomsons, veelbelovend naar de oversteekplaats beneden Mara Serena. We haasten ons er naar toe en merken dat alle dieren zenuwachtig zijn, wellicht ook omdat ze gestoord zijn door Tanziaanse safariwagens aan de overkant van de Mara-rivier. In Kenya gelden strikte regels waarover de parkwachters streng waken. Tot zolang de gnoes niet in het water zijn mag je de rivieroever niet betreden. Deze discipline wordt in de Serengeti duidelijk niet gerespecteerd. Na een tijdje wagen enkele dieren toch de oversteek, wat we van ver gadeslaan, maar de massa durft de crossing niet aan en trekt zich terug, gaat dan elders kijken en blijft de hele dag doelloos ronddwalen. Wij vullen de namiddag met een safari rondom de moerassen van de Western Triangle richting Oloololo Gate en zien onder andere een familie zebramangoesten, familie van de stokstaartjes, waarbij steeds enkele exemplaren rechtopstaand de wacht houden, uitkijkend naar roofvogels. De crossing De volgende voormiddag herhaalt het zenuwachtige heen en weer trekken van de gnoes zich, echter zonder oversteek. Dat kan zo dagen aanhouden meldt Steve. Voor ons is het tijd om de transfer naar Mara Sarova in de oostelijke Mara aan te vatten en we hebben eigenlijk alle hoop al opgegeven om een oversteek van de gnoes te kunnen meemaken. Naarmate we verder weg rijden van Mara Serena concentreren de gnoes zich echter in dichte drommen en worden we 360° in het rond omsingeld door honderdduizenden zwarte stippen, naar verluidt één tot twee miljoen exemplaren. We picknicken op een hoger punt van waaruit we de parade van horden gnoes gadeslaan. Het lijken wel Romeinse legers. Soms razen ze als een sneltrein aan ons voorbij, wat met de videocamera mooi kan vastgelegd worden. Ze tasten de rivieroever af, op zoek naar de ideale plaats, wachtend op het teken van de leiders van het konvooi. En net als je denkt : we gaan het weer missen…. gebeurt het toch. Safaribusjes rijden uit alle richtingen naar een vast punt aan de Mara-oever, waar de meute heeft besloten over te steken. Op zijn Belgisch weten we ons tussen tientallen busjes te wriemelen, op zoek naar een beter plaatsje om dit spektakel te aanschouwen en vast te leggen met de camera. Waarom de dieren hebben besloten tot een oversteek van de ene steile oever naar een al even steile en rotsige overkant is logica waar het menselijk intellect te kort bij schiet. Of zijn deze clowns van de savanne dan zo’n onverstandige dieren? Veel exemplaren hebben het meer dan moeilijk, blokkeren de passage, vallen ten prooi aan hapgrage krokodillen of verdrinken gewoon. Dat zorgt voor honderden slachtoffers, wat uiteindelijk slechts een klein percentage betekent van de massale beweging, de tol die de gnoes betalen voor survival. Nog meer kadavers voegen zich bij de gesneuvelden die we eergisteren reeds zagen en nu opnieuw gaan fotograferen, want vandaag is de zon wel van de partij. Jef De Kerf heeft schitterende, unieke beelden kunnen schieten die hij later voor zijn videoclub in een prijswinnende film kon samenvatten en die je vandaag – met dank aan Jef! – op onze website kan bewonderen.
Terug in de oostelijke Mara inspecteren we de Keekorok Lodge, gerenoveerd door Wilderness Lodges, waartoe deze pionierslodge nu behoort. De bescheiden kamertjes van weleer zijn nu omgevormd tot een aangenaam met Afrikaans design ingericht verblijf. De runwalk is gebleven. We bezoeken ook het nieuwe Tipilikwani Camp bij de Talek Gate dat Twiga Tours promoot, met inderdaad exclusieve luxetenten, maar gelegen in een omgeving die nog teveel op een bouwwerf lijkt en eigenlijk niet klaar is voor verkoop. Minaz, de patron van Twiga, heeft Indisch bloed en stoort zich daar niet aan. Zijn organisatie past niet binnen onze lange termijnfilosofie. Als we hem daarop attent maken zijn we maar moeilijke jongens, die geen begrip hebben voor het tekort aan accommodatie in de Mara. Hij werkt dan ook liever niet meer met ons. Dat het kan verkeren hebben de verkiezingen wellicht ook hem geleerd. Mara Sarova bestaat ook uit luxetenten, weliswaar met een echte badkamer, maar een overnachting in tenten geeft je toch meer safarigevoel. Je bent één met de omgeving, hoort wilde dieren vlakbij zoals brullende leeuwen, blaffende jakhalzen en bavianen, huilende hyena’s en een hardnekkig geschreeuw dat we niet onmiddellijk kunnen thuisbrengen, maar wat later van boomklipdassen blijkt te zijn. Gisterenmiddag exploreerden we nog de landschappelijk mooie Sopa-vallei waarin vooral jong leven opviel: giraffe, topi, hartebeest, impala en Grantgazelle liepen er rond met hun kalfjes. Onze laatste dag besteden we aan roofdieren. De cheeta en het luipaard laten het afweten. We stoten wel op een grote groep leeuwen die lui de dag doorbrengen in de schaduw van enkele acaciastruiken… Daarna tovert moeder natuur nog een serval uit het hoge gras, een nachtroofdier met spitse oren dat je overdag enkel schichtig ziet wegrennen als je er toevallig op stoot. Deze serval laat zich echter niet verstoren in zijn jacht en springt dartel rond onze wagen op zoek naar klein wild zoals muizen, ratten en misschien wel een haas of konijn. Uitzonderlijk gedrag dat je overdag maar zelden kan vastleggen. Na vier dagen blijkt de Masai Mara toch weer het Koninginnestuk van de Oost-Afrikaanse wildparken te zijn met onze Steve in de rol van Kasparov, de schaakgrootmeester. Sorry voor het echtpaar Brusten, die jaarlijks in september terugkeren naar de Mara en die nu vanwege onze reis met Steve hun geprefereerde safariperiode dienden uit te stellen en waardoor hen het spektakel van deze gnoemigratie werd ontnomen. In 2009 is Steve opnieuw voor half september gereserveerd voor een groepsreis van Global Contacts. Zorg dat u zich tijdig meldt! In de ban van de gnoemigratie ontbrak de tijd voor een bezoek aan een Masai-dorp. Steve, erg sociaal en begaan met het lot van zijn landgenoten, brengt u graag in contact met lokale projecten, gemeenschappen of wat dan ook… en vermijdt het oppervlakkige, louter toeristische langsheen platgetreden paden. Wie zijn barmhartigheid wil tonen kan steeds op gepaste wijze zijn bijdrage kwijt. Nakuru Wij ruilen de Masai Mara voor het Nakuru Nationaal Park, een andere parel onder de Keniaanse wildparken ondanks de ligging vlakbij de derde grootste stad van het land. Het situeert zich rondom het Nakuru zoutmeer dat honderdduizenden flamingo’s en andere watervogels aantrekt. We picknicken in Mbweha Camp, zusterlodge van Tipilikwani, gevestigd op een grote landerij naast het nationaal park en met eigen wild. Dit luxekamp is wél voltooid en heeft een uitnodigende omgeving, maar het ligt wat ongelukkig ver weg van de parkhoofdingang. We hadden gehoopt het nationaal park via de Nderit Gate te betreden, maar de elektronische toegangscontrole laat het om één of andere reden afweten zodat we dienen om te rijden naar de Main Gate, waar het nieuwe Flamingo tentenkamp bij een inspectie onmiddellijk onze harten steelt. Dit luxueuze tentenkamp is een welgekomen alternatief voor Lion Hill en Lake Nakuru Lodge, die de neiging hebben hun bevoorrechte ligging binnen het park te misbruiken met minderwaardige service. De flamingo’s en pelikanen komen voor de zoveelste maal betoverend over, mooi door de zon belicht, tegen een achtergrond van bijna altijd aanwezige, dreigende onweerswolken. Dit is het uitnodigende visitekaartje van de film ‘Out of Africa’. Ook het nationale park zelf laat zich niet onbetuigd. Nakuru is de laatste jaren uitgegroeid tot een succesvol kweekstation voor zwarte en vooral witte neushoorns. Tijdens twee safari’s zien we er een dertigtal. De Rotchildgiraffen vinden we gewoontegetrouw terug bij de acaciabossen in de omgeving van de Makalia-watervallen, waar een leeuw de horizon aftuurt van op een hoge rots. Waterbokken, buffels, wrattenzwijnen, impala’s, Thomson- en Grantgazellen vertonen zich in grote getale samen met tal van watervogels die de ondergelopen graslanden bevolken,
want ook in Nakuru manifesteren de overvloedige regens van de voorbije weken zich. Hyena’s schuimen de meeroever af en jagen soms op flamingo’s, een extra attractie in Nakuru. Samburu En zo schiet onze vijftiendaagse Great Rift safari flink op. Morgen beginnen we reeds aan het laatste luik van deze toch wel ideale safarireis. Met Samburu en Meru snijden we een zoveelste verschillend biotoop aan: de drogere halfwoestijnen en struikbossavannes van noordelijk Kenia, waardoor ook de hele safari landschappelijk een erg verscheiden karakter krijgt. We rijden langsheen de Aberdares Mountains waar we vroeger wel eens verbleven in The Ark, een boomhotel van waaruit je wilde dieren kan observeren bij een waterplas en zoutlikplaats. Oprukkende bevolking op de vruchtbare bergflanken heeft echter invloed op het inkrimpende wildbestand, waardoor we het schrapten uit onze reisweg ten voordele van Meru National Park waar we onze safari exclusief zullen afsluiten binnen enkele dagen. Nabij Mount Kenya gaan we origineel lunchen in Trout Tree, een open restaurant gebouwd in een imposante ficusboom. Op het menu staat forel en in de omgeving kan je een familie zwarte franjestaartapen bewonderen. Ook de silvery cheecked hornbil, een neushoornvogel met een dubbele bek, is belust op de ficusvruchten. Voorbij Losiolo betreden we de Trans East African Highway, een stoffige piste in erbarmelijke staat. We bevinden ons nu in de doornige struiksavanne van acacia’s waar Samburu rondtrekken met dromedarissen. We verblijven één nacht in de nieuwe Sopa Lodge met naar Sopa traditie ruime kamers, maar de lodge zelf ligt wat te ver weg van de Uaso Ngiro, de bruine rivier, waarrond het meeste wild zich concentreert. Het Samburu-wild bestaat uit vele ondersoorten of species die zich hebben aangepast aan een drogere woestijnomgeving. We zien tijdens de safari o.a. Grévyzebra, groter dan de Burchell en met smallere strepen die niet doorlopen over de buik, de netgiraffe, oryx en gerenuk of girafantilope, soorten die enkel in noordelijk Kenia voorkomen. Ook de vogelwereld kent zijn eigen soorten in Samburu. Zo zien we o.a. de gierparelhoender, de Somalische bijeneter, de rosy patched bushshrike, golden breasted starling en orange bellied parrots. Ook in Samburu gaan we enkele nieuwe of vernieuwde lodges bekijken. Samburu Game Lodge werd zoals Keekorok overgenomen en mooi gerenoveerd door Wilderness Lodges. Het ligt net zoals Elephant Bedroom, een kleinschalig luxe tentenkamp, langsheen de Uaso Ngiro. Er zijn nog nieuwe lodges in aanbouw waardoor olifanten beperkt worden in hun vrijheid om de rivier door te waden. We verblijven ook twee nachten in het naburige Shabareservaat in mijn favoriete Sarova Shaba Lodge, harmonieus ingebouwd in de natuur rondom enkele waterbronnen aan de Uaso Ngiro. Shaba is vooral landschappelijk mooi en ik verras er mijn medereizigers met sunsetaperitieven en een bush dinner aan de rivier. Global Contacts op zijn best! Hier is er ook tijd om de safari’s af te wisselen met wat zalig genieten van de aangename tuin en het verkwikkende zwembad. Meru Echt nagenieten van de weer eens onvergetelijke safaribelevenissen hebben we gepland in het exclusieve Elsa’s Kopje in het Meru National Park. Dit nationale park is goed hersteld van de vele stroperijen in de jaren ’90. Je ziet er in een rivierrijk biotoop terug heel wat wild, zij het schuwer dan in andere parken. We zien olifanten, netgiraf, buffels, oryx, wrattenzwijn… maar ook de kleine kudu en de bushbaby of kleine galago. We verblijven er in één van de negen stijlvolle cottages van Elsa’s Kopje, gelegen op Mughwango Hill waarop Joy Adamson ooit zijn kamp had geïnstalleerd en Elsa, de leeuwin uit Born Free, grootbracht. Genieten van de weidse vergezichten kan je zelfs vanuit je open bad dat in de rotsen uitgehakt werd. Dineren doe je bij kaarslicht in een romantische sfeer die je langzaam laat wegdromen onder een magische sterrenhemel. Na een korte onderbreking mogen we u gelukkig terug verwelkomen in ons geliefde Kenia, het beste van wat Afrika op safarigebied heeft te bieden. Laat u begeleiden door het enthousiasme en de kennis van Steve, onze lokale partner, the real Bushman, een absolute meerwaarde die Global Contacts onderscheidt van alle andere safari-organisatoren.