18de Jaargang No. 38 - 1 Oct. 1938
I FERNAND GRAVET| IN DE |M.G,M.-FILM JHE] GREAT WALTZ^
MET WEEKBLAD CIMEMAs. THEATER 15
.
cts
■
jfrii i :■%■
'
*&* .—•-^
^^^^. Wm^^y^f-'':
HET WEEKBLAD CmEMA& THEATER
■^ItèL
VÏRSCHIJHT WEKELIJKS - P«I|S KK KWARTAAL f. I.tl - MD. EN ADM. OALCEWATEK 11, UJDEN. TEL. TM. POSTRiKiNiMS MM»
._
<
ERR^ttCyNN IN DE WARNER ßHOS-FILM // DE AVONTU^EH. VAN ROBIN HOOD"
AFBEELDING IN KLEUR MULTICOLOUR PICTURE
(3f?öf 6ELP
en HOG -Her wo^oy— veaotenp
V
lijt en inspanning kunnen een mensch rijk maken, ook het goede geluk kan er op een bijzondere wijze het zijne toe bijdragen, om iemand in goeden doen te brengen, maar grof geld ... dat is nog weer iets anders, dat wordt verkregen op slechts énkele manieren, die altoos dezelfde zijn, verbiufiend eenvoudig en weergaloos slecht , . . We kennen ze alle. die manieren, wij weten, uit welke troebele bronnen dat geld stroomt. De handel in opium en morfine, de handel in blanke slavinnen en de handel in munitie .. . dat zijn de vanouds erkende middelen om grof geld te verdienen; de handel in boosheid en kwaad, zoo beschamend als het moge klinken, maakt ons het snelste rijk. Tezelfder tijd is er geen onderwerp, dat zoozeer elkeen belangstelling inboezemt, als juist ditzelfde thema. Wij. die er nimmer over zouden denken een poging te wagen hiermede ons brood te verdienen, wij willen hooren over deze dingen, hoe dat allemaal precies in zijn werk gaat, hoe ze smokkelen, hoe ze liegen en bedriegen, hoe ze dit en hoe ze dat . . . Waar zit 'm dat in? Dat is niet te zeggen. Elk onzer gruwt van het kwaad, dat duizenden in het ongeluk moet storten, om één mensch rijker te maken dan redelijk is. En tegelijkertijd
wil hij er steeds over hooren. is hij vol meuwsgierigheid naar •alles wat hij maar vernemen kan over dit onderwerp. Ja, sterker: men kan hem allerhand wijsmaken, hij is er bijna aan toe den dolsten onzin te gelooven, als men hem zegt, dat dit alles heusch zoo geschiedt . . . Dat is onze hang naar romantiek. Deze dingen werken op ieders verbeeldingskracht en bij gevolg wil men er over hooren, zooals men ook altoos weer hooren wil over figuren als een Mata Hari, een Raspoetin en over het Vreemdelingenlegioen, dat eveneens elks fantasie gaande maakt. De werkelijkheid is altijd eenvoudiger dan wij denken, terwijl zij tegelijkertijd fantastischer is dan wij vermoeden. Korter gezegd: zij is anders. Haar romantiek wordt niet steeds gemakkelijk herkend. De waarheid inzake den sluikhandel in vergiften blijft bijna altijd verborgen. Geen der betrokkenen heeft er belang bij openbaar temaken, hoe alles in zijn werk gaat. Er wordt immers grof geld verdiend en men wil dat het liefst zoo laten voortduren! De jaren gaan voort, alles wijzigt zich, moderniseert zich. heele werelden veranderen, maar er blijven volkeren bestaan, die de verdooving en de schoone droomen zoeken, welke opium hun bezorgen . arme, uitgemergelde stakkers hunkeren naar de morfine-injectie.... scheepsladingen blanke slavinnen worden heimebrengt van af lijk aan land gezet.... 30 September aan welke kust? Het afzetgebied verplaatst zich ... Nu hier, dan daar De politie is actief, met moet een ander oord zoeken, het is een wisselend geheel, een strijd van list en tegenlist, eindelooze voorzichtigheid, katachtig geduld, schuwheid en driestheid om beurten.... Maar één ding is zeker: de handel in munitie maakt een plompe uitzondering; hij vindt overal ter wereld plaats.... Eindelooze woestenijen worden moeizaam, stap voor stap, door havelooze, zwaar beladen karavanen doorkruist.... zij vervoeren het pronkjuweel onzer beschaving; het machinegeweer. Der oceanen eenEen Mayf lower-prod uctie zaamheid wordt gebroken door smerige Uitgebracht door Lumina-Film vrachtschepen, waar een half onwillige be-
Corso Cinema - Amsterdam
Charles
on
in de groote
ERICH POMMER-FILM
ST. MARTIN'S LANE (Wij die van de straat
leven)
met Vivien Leigh en Rex Ha rr ison
manning de navigatie oneer aandoet. . . er wordt munitie vervoerd naar barbaarsche streken; handgranaten, patronen, bajonetten. Soms brengt het geweldige moeilijkheden met zich mee; het logge scheepsgeschut moet heimelijk een geblokkeerde haven in; alles moet worden gedemonteerd, binnengesmokkeld, onttrokken aan de scherpe blikken der havenpolitie . . . Overal en allerwege gaat deze handel voort, den mensch wapenend tegen zijn medemensch . . . Het afzetgebied is eindeloos, het laatste geld wordt er aan uitgegeven, de kapitalen stroomen toe aan de munitiefabrieken, cL'iuusschenhandelaar en hen, die de wapens binnenloodsen . . . Het is een geldbron zonder einde. Want de brandende begeerte naar goud wordt rrooit gedoofd en geen der betrokkenen acht zich ooit rijk genoeg. Het eeuwige ,,méér:" zweept hen voort en als een deel van deze oude, met tranen gedrenkte wereld onwillig blijkt zich zoo te wapenen als de handelaars verlangen, dan spinnen zij hun draden, dan bereiden zij conflicten voor, dan maken zij de moeilijkheden . . . Dit is het zwaartepunt; de handel in wapentuig voorziet niet alleen gelijkelijk de beide strijdende partijen. Niet alleen koopt hij mannen om, die hun plicht wenschten te doen, doodt hij anderen, die op hun post waren gebleven . . . maar bovendien lokt hij conflicten uit, vertroebelt hij de gemeenschap, waar maar mogelijk, opdat wij naar de wapens zullen grijpen en deze handel méér verdient . . . Grof geld! . . . Hoe onzegbaar grofl . . . Hierboven was sprake van „nieuwsgierigheid", die elkeen zou bezitten en waardoor hij altijd weten wilde van deze duistere dingen. Maar men mag dit geen nieuwsgierigheid noemen, het is vrees en ontzetting, het is het besef, dat er heimelijk een kwaad plaatsgrijpt, hier, daar, elders, ongezien en tersluiks, iets vreeselijks, dat men zou willen kennen . . . Dat maakt deze onderwerpen van zooveel gewicht! Ergens ver weg in Engclsch-Indië trekt een hoofdofficier op een verantwoordelijke post zijn manschappen terug. Gevolg; groote wapenvoorraden kunnen er ongehinderd passceren, er wordt een bloedbad aangericht. Tweede gevolg; men daagt dien officier voor den Krijgsraad en na het onderzoek volgt het vonnis; niet-eervol ontslag. Hoe is dat dan in zijn werk gegaan Hier zitten wij middenin een drama, een dier talrijke drama's, welke door ,.grof geld" wor„den veroorzaakt. Een drama . . . film-drama wel te verstaan, dat onmiddellijk ieders volle, levendige belangstelling heeft. Het betreft hier een product der 20th Century-Fox, getiteld; ,,Vier mannen en een gelofte" (Four men and a prayer) en zelden had een scenario zooveel kracht als dit, dat door John Ford geregisseerd werd. Een film, die de practijken van den handel in munitie aan de kaak stelt, een film, die gansch en al beantwoordt aan de verwachting, dat deze sluikhandel een boeiend onderwerp moet zijn. Wellicht is er binnenkort nog wel eens gelegenheid nader op deze film terug te komen. Thans hebben wij willen volstaan met het milieu aan te duiden, waarin „grof geld" verdiend wordt. Tot welken prijs? . . .
^lik
Rate de Nagy als Draguicha
*~\^^^^^^^mi
DIE OMDAT ZIJ THANS VEEL IN FRANKRIJK FILMT, ZICH KATE DE NAGY NOEMT
Tobis-film. Draguicha Bordier Sauvin Bartoff Méricant Sanneman De Amerikaan Fernando
Regie: Pierre Billon. Kate de Nagy Pierre Fresnay Michel Simon Abel Tarride Ernest Ferny Gercourt Renée Corciade Pierre Sergeol
$m !H4i
v^V^.r:
"Up » ^M-.-v* ,>-»,
-■^-
'm%; T~ ->.
H
Een gevaarlijk werkj
Bordier leeft in een gestadigen angst voor de paset is nacht. In een kleine baai vai de Adriatische Zee worden in allt contróle aan de grenzen, doch er gebeurt niets en stilte kisten met wapens en muni juist haalt hij verruimd adem, als er een jonge vrouw tie ontscheept. Deze zijn bestemd voo: instapt. Het is Draguicha, geheimzinniger dan ooit. En deze twee zitten nu eensklaps midden in het ineen van de Balkan-staten. Eenige urer later heeft men in Frankrijk hieromtren ternationale complot, waarin Bartoff en Sanneman al een bericht ontvangen. Er heeft eei geen al te fraaie rol spelen. Zij hebben er Draguicha conferentie op de Quai d'Orsay plaats toe geprest een aanslag te plegen op een minister, die Men weet, dat de in Parijs vertoevend( te Belgrado in den trein zal stappen. Zijzelf hebben Bulgaarsche vluchtelingen in voortduren intusschen een putsch aan de grens voorbereid, hopend de verbinding staan met de munitiefabri op die manier een wereldoorlog te ontketenen, waarkanten en het is niet moeilijk te conclu bij zij zeer veel geldelijk voordeel zouden behalen. Na tallooze verwikkelingen is het ten slotte aan deer^n, dat deze vluchtelingen in hui vroegere vaderland een putsch willei het doortastend optreden van Sauvin te danken, die voorbereiden. Pe gevolgen van een der in het geheel geen verzekeringsagent is, doch agent gelijke daad zullen echter niet te overzier van den Franschcn geheimen dienst, dat er een interzijn. Een Balkan-oorlog en wellicht zelf nationaal conflict wordt vermeden en dat Draguicha een wereldbrand De Bulgaarsch en Bordier na hun gevaarlijke avonturen het geluk minister van buitenlandsche zaken bevind vind« zich juist in Servië voor de onderteeke ning van een vriendschapsverdrag en wit weet bereidt men geen aanslag op he voor. De toestand is hachelijk en het ge val dient uiterst voorzichtig behandeld Dus besluit men de grootste stilzwijgend heid in acht te nemen en de pers niet t waarschuwen. Doch er lekt toch iets ui en de directeur van het dagblad „La Nouvelle" be sluit onmiddellijk een reporter naar Sofia te/zenden Méricant. geknipt voor dit werk, is de gelukkige e hij moet nog denzelfden avond vertrekken. Vroolij springt hij de trap af, glijdt uit en breekt zijn been. Dan moet er een ander voor hem gaan. Bordier moe zijn plaats innemen. Eigenlijk is deze jonge man droomerig en litterair aangelegd, hiervoor niet er geschikt, maar men heeft geen keus. In gezelschap van een vreemdelinge Draguich U Prokof, tot wie hij zich buitengewoon voelt aange trokken, is Bordier juist bezig zijn nieuwe apparte menten in te richten, als hem de telefonische oproe bereikt onmiddellijk bij den directeur te komen. Bor-] dier gaat en verneemt dan ,,het goede nieuws", da hij dadelijk naar Sofia moet vertrekken. Hij is er i het geheel niet mee ingenomen, maar hij durft nie te weigeren, want zijn bestaan is er mee gemoeid. Er is geen tijd meer een pas aan te vragen, du; moet hij dien van Méricant nemen en onder diens naam naar het buitenland reizen. Er is ook geen tijd meer om afscheid te neme: van Draguicha en als hij| haar opbelt om te zeggen dat hij weg moet, blijkt het dat zij zonder opgave var. adres plotseling is verdwenen De eerste, dien Bordier in den expres-trein ontmoet, isl een vroegere schoolmakker Sauvin, bijgenaamd „Lel Poisson Chinois". Deze is| thans verzekeringsagent erbij schijnt letterlijk iedereen ter wereld te kennen Gelukkig voor Bordier herinnert hij zich diens naam niet. Of misschien laat hij het alleen maar zoo voorko men. Wel interesseert hij zich erg voor diens pas enl • ' voor de paspoorten van hun medereizigers Bartoff en Sanneman, die afzonderlijk| reizen, maar op de een o andere manier met elkaar] in contact staan. Kate deNagy:
H
I £-' .
--
m
ia
4
Michel Simon als Sauvin
.«^Ät
Tk
v:
Rate de Nayy, Pierre Fresnay en Michel Simon
n
■
Pierre Fresnay als Bordier
&:■
*kE^?i ■
:
:
\.'i4,t. J&'
, •:
: \
m•
-vi-- ^ * ^1 tó^i
w*?
ORIGINELL IS MOEILIJK TE LEZEN ORIGINAL IS DIFFICULT TO READ
Ufa-film.
Regie: Fritz Peter Buch.
Dr. Stefan Deruga Willy Birgel Barones Truschkowitz Dagny Scrvacs Baron Truschkowitz Georg Alexander Mingo, hun dochter Geraldine Katt Marta Schwertfeger Käthe Haack Ursula Züger Claire Winter Dr. Zeunemann, directeur van het gerechtshof Paul Bildt Rechter Dr. Klemm Hans Lejbelt Officier van justitie Walter Franck Dr. Schelling Erich Fiedler Therese Klinkhardt Erika v. Thellmann Valeska Durich Roma Bahn Dr. Mäulchen Fritz Odemar Verzelli Leo Peukert Professor Vandermühl Erich Ziegel Oskar Schulz, concierge Oskar Sabo Sensatie te Berlijn! Er is een moord gepleegd, een zeer geraffineerde, en wel in de beste kringen der stad. De vermoorde is mevrouw Dcruga, een zeer rijke dame, die sedert eenigen tijd gescheiden van haar man leefde. Kort voor haar dood had zij in haar testament haar man tot eenig erfgenaam benoemd. De verdenking valt dus op Dr. Deruga, die zeer arm is en schulden heeft. De zuster van de vermoorde, barones Trusch-
kowitz, en haar man en dochter, de achttienjarige Mingo, moeten ook voor het gerecht verschijnen. Geen van drieën gelooven zij echter in de schuld van Dr. Deruga. Dr. Deruga, een rustig en bedaard mensch, zeer begaafd arts, staat voor de rechtbank. Bijna vaderlijk verzoekt de rechter hem toch een bekentenis af te leggen. De beweegredenen voor den moord zijn toch zoo duidelijk. Zijn vrouw rijk en lijdend, hij arm en met schulden. Dr. Deruga zwijgt evenwel. Hij vertoefde in München en zijn vrouw stierf te Berlijn door een zeldzaam vergif, dat slechts bij de Indianen in Zuid-Amerika voorkomt. De getuigen treden naar voren. Het net om Deruga trekt zich hoe langer hoe meer samen. Als eerste getuige verschijnt Marta Schwertfeger, de beste vriendin van de doode, die een sleutel van Deruga's huis bezat. Als zij naar voren komt, kijkt Dr. Deruga geïnteresseerd op. Kent hij haar? De verklaringen van Marta Schwertfeger openen niet veel nieuwe gezichtspunten, daar zij niet alles schijnt te vertellen, wat zij weet. Het dienstmeisje Ursula Züger weet ook niet veel te vertellen. Dan meldt zich een derde getuige, Valeska Durich, een elegante, ietwat overspannen jonge vrouw. Zij wil hem helpen en beweert, dat Dr. Deruga ten tijde van den moord bij haar wras. Lachend wijst Dr. Deruga die verklaring van de hand. De laatste getuige, de huisbewaarder, zegt op het tijdstip van den moord een man in huis gezien te hebben in wien hij Dr. Deruga had herkend. Al dien tijd had deze laatste gezwegen; ten slotte geeft hij den strijd op. Ja, hij is in Berlijn geweest en ook in de woning zijner vrouw.
Dagny Seivaes en Willy Birgel.
Geraldine KatL
Dr. Deruga's lot schijnt bezegeld. Dan brengt het verhoor van Prof. Vandermühl, een vrocgcren leeraar van Deruga op de Universiteit, de kleine Mingo Truschkowitz op een spoor. En als Dr. Deruga reeds veroordeeld is. treedt er door haar ingrijpen een sensationeele wending in. En zooals u op de film kunt zien, wordt Dr. Deruga gered door de scherpzinnig\\/*;A xmry Titn Hgr^r^f niCnH^
I:-
T^f,
h
SARA SIMPEL,
HOEDEN
Residentie-tooneel, 's-Gravenhage Met het opvoeren van A. A. Milne's: Sara Simpel, „Hoeden", moet het ResidentieTooneel zeker allen die het zagen, aan zich hebben verplicht. Het sprankelt van geest en humor. Milne is in ons land geen onbekende. Reeds vroeger werd er van hem opgevoerd ,,The Dover Road" en „The truth about Blayds". De inhoud, of de intrige, van Sara Simpel, „Hoeden" heeft eigenlijk niet veel om het lijf. Het is echter een aaneenschakeling van allerlei geestige en zéér gevatte dialogen, die uitermate onderhoudend zijn, en ondanks de vaak onverwachtsche en dolle wendingen, toch altijd een schijn van waarheid in zich blijken te hebben. Men moet dan ook al een groote kniesoor zijn, indien men bij al de rake dwaasheden, die er gelanceerd worden, niet herhaalde malen in den lach schiet. Het stuk wordt eigenlijk gedragen docv drie personen: William Bendish, waarvan Jan C. de Vos een zeer beminnelijken dwaas maakte, die misschien echter veel gevaarlijker voor de vrouwen was dan hij er uitzag; door Marianne BellMason, een goed door Mieke Flink-Verstraete uitgebeelde dominees-weduwe die zich verveelt, en dan door Sara, waarvan Mimi Boesnach een rake typeering gaf, voor zoover Milne haar althans geteekend heeft, want — met opzet? — heeft hij zijn figuren ietwat schaduwig gehouden. Terwijl Bendish er dapper op los flirt met Marianne, maar deze niet veel voelt voor de wijze waarop hij haar „tot de zijne wil maken", verschijnt zijn eerste vrouw ten tooneele, die zich Sara Simpel is gaan noemen en in New York „in hoeden doet". Ze beziet het gedoe tusschen deze beide menschen met wat ironie en heel veel fijne menschenkennis, en weet het zoover te sturen, dat ze met hun drieën een plan bedenken, waardoor Bendish en Marianne uit de impasse geholpen kunnen worden. Ze verleent zelfs haar medewerking tot de uitvoering van het komische bedenksel en . . , gaat ten slotte met den „buit", in casu haar eigen man, die door een belachelijk misverstand niet van haar gescheiden bleek, strijken . . . Behalve de drie genoemden, treden er nóg drie personen in het stuk op: Charles, een „griezel" van een kellner, knap vertolkt door Ben Groenier; en voorts Amyas Bendish (Guus Oster) en Alftruda Bendish (Caro van Eyck), een neef en nicht van William Bendish, die een kostelijke parodie leveren op hetgeen men - o.i. ten onrechte gewend is de moderne jeugd te noemen. Ze stonden buiten de eigenlijke intrige van het stuk, maar waren er desniettemin, gezien al de dwaasheid, die er werd gedebiteerd, toch wel in op hun plaats. Er hadden er desnoods nog wel een paar zoo bij gekund; Milne laat zijn personen nu eenmaal niet g«uw met hun mond vol tanden staan, en „een avond hartelijk lachen" is reeds vèèl! wanneer een tooneelschrijver dit op zijn conto kan boeken...
Jan C. de Vos, Mimi Boesnach en Mieke Flink.
Fientje de la Mar, Anton Roemer, Louis de Bree, Piet Rienks. Myra Ward.
FRANS MOLNAR-DELILA Blijspel, opgevoerd door Het Nederlandsch Tooneel. Franz Molnar werd 12 Januari j.l. 60 jaar. Vermoedelijk kent hij dus, uit persoonlijke ervaringen, de amoureuze bevliegingen van den ouder wordenden man. Uit zijn jongste blijspel zou men dit wel mogen afleiden. De onrust, de verlangens, de verdwaasdheid en de vlagen van zelfbeschuldiging van den bedaagden Virag, die op een kleine feeks van een kellnerinnetje verliefd wordt, dol-verliefd, zijn naar het leven geteekend. Virag (Louis de Bree) Is in zijn jonge jaren butler geweest bij adellijke families, daar leerde hij Marianne, zijn vrouw, kennen, die net als hij in Londen in betrekking was. Marianne (Fientje
LESSEN IN LASTER Opgevoerd door,,Het Residentie Tooneel".
de la Mar) is een goede vrouw voor hem, h houdt innig veel van haar, wat geen beletsel voor zijn verliefderigheid. Virag is later in zijn vaderland een restaura begonnen, dat door de Hongaarsche upper-te graag wordt bezocht. Dank zij de hulp en med werking van Marianne is hij een man in bonu geworden. Zijn leven zou gelukkig en zondv. emoties zijn geweest indien hem niet het groot lot uit de loterij (ten minste een deel er var groot 38000 pengö's) was ten deel gevallen. Als vliegen op den honing vallen handelsreiz gers, huizenmakelaars en wat dies meer zij, o hem aan. Ook vrouwen. Ilonka, het knappe dienstmeisje (Myra Ward) speelt haar spelletje met hem, zij wil haar ver loofde (Piet Rienks) wel laten schieten om d: verwende, in weelde levende Mevr. Virag t kunnen worden. Bijna heeft zij haar doel bereikt. Doch Ma rianne, in verstand verreweg haar meerdere, wee op het laatste moment haar plannen te verijdelen Virags vrouw speelt daarbij hoog spel. Doch z wint. De ontknooping is zoo, dat haar man volkomer gelijk heeft, wanneer hij zegt: Ik weet niet wa ik doen moet, je een pak slaag geven ... of voo je knielen. En haar antwoord is juist: Eigenlijk verdien ik allebeil Fientje de la Mar speelt de rol van ,Marianne voortreffelijk. Zij weel in dit blijspel de gevoelige , noot te leggen. Met ingespannen aandacht volgt J het publiek den (ielwat gerekten) dialoog in hel ; tweede bedrijf, waarin Virag haar vraagt om hem vrij te laten. Ook Louis de Bree is goed en Myra Ward verdient lof voor de wijze, waarop zij d ijdel^, sluwe Ilonka vertolkt. Anton Roemer als de goedmoedige, aan de deuren luisterende buffetknecht, bracht de komi sehe noot, beschaafd, zooals hij dat kan. Het stuk had succes. . . en terecht.
.
w
m
'%i
L Johan de Meester, wiens regie allen lof verdient. Ook in de oogenschijnlijk kleine dingen was die regie merkbaar. De kleurige, fleurige kostuums waren, mèl de decors, een lust voor hét oog Ook hier was geen enkel detail over het hoofd 9"ien. Zoo bijvoorbeeld de geweldige „uitmonstering" van Mrs. Candour, de op praatjes en nieuwtjes zoo beluste kletskous. Zeer goed was ook de tegenstelling, zelfs in kleeding, tusschen de beide zoo verschillende broeders: De brave Hendrik met den onbesproken naam: stemmig in het parelgrijs, tegen den „soliden" achtergrond van zijn bibliotheek; de vroolijke Frans, die een door niets meer Ie bederven reputatie heefl, die schulden maakt en maling heeft aan alle gemoraliseer - maar die een goed hart heeft en geen huichelarij kent - in een zwierigen, rood fluweelen rok en in een omgeving, die we als min of meer studentikoos kunnen betitelenl Hel eenige wal ons minder kon' bekoren, waren de gramofoonplaten, die tusschen de verschillende tafereelen 18e eeuwsche muziek weergaven, doch waar, naar het ons voorkwam, echter wel een en ander aan haperdel Over hel geheel evenwel een uitnemende opvoering. De bloemen aan het eind waren ruimschoots verdiendl A. A. d. K.
Ook dit stuk van het nieuwe Haagsche gezelschap is door het publiek weer op bijzonder hartelijke wijze ontvangen en het moet ons van het hart, dal deze welwillende stemming alleszins verdiend is. Wanneer men tooneel als: Sara Simpel „Hoeden" en: Lessen in Laster ziet, zou men bijna geneigd zijn te gaan overhellen tot optimisme ten opzichte van de toekomst van het Nederlandsche Tooneel in het algemeen. Het is in de laatste jaren niet zoo héél vaak voorgekomen, dat men zich bij een tooneelstuk een avond lang aan één stuk door heeft geamuseerd en dat men werkelijk werd geboeid door hetgeen er werd ten beste gegeven. Laat ons hopen, dat een dergelijk optimisme niet ongegrond zal blijken te zijn. Om echter op de opvoering zelf terug te komen: Dat ledigheid des duivels oorkussen is, was ons allen bekend en ieder heeft in eigen kring wel eens de gevolgen van laster en achterklap kunnen waarnemen. In hel algemeen zijn dergelijke dingen weinig verheffend en nog minder amusant. Doch wie leugen en laster op geestige, badineerende wijze gehekeld wil zien en de lasteraars (en vooral lasteraarsters!) op smadelijke wijze aan de kaak gesteld, die ga naar Sheridan's stuk kij- . ken. We zullen hier over de intrige van het spel niets vertellen, doch willen vooral de voortreffelijke manier prijzen, waarop alle medewerkenden dit uit veertien tafereelen bestaande blijspel hebben weergegeven. De rollen waren zonder uitzondering op de beste wijze bezet en hoewel sommige acteurs niet geheel rolvasl waren, werd er met vaart en verve gespeeld en vooral met die luchtige speelschheid, die bij den tijd en hel milieu passen. De tegenstellingen tusschen de personen, die de verschillende opvattingen weergeven, waren uitnemend getroffen. Het is niet wel doenlijk en ook niet eerlijk om hier afzonderlijke acteurs en actrices Ie noemen, juist niet, omdat het samenspel zoo bijzonder goed en ieder in zijn eigen rol de besle was. Een aardig tafereeltje met Enny Meunier en De eenige, dien wij zouden willen noemen. Is Dirk Verbeek.
*;**+ ■m**
* «.
«e-f
JP*'>
'V*^ ***"
BUÄt
ATICAVltfC
VAN LEZER TOT LEZER TE KOOP AANGEBODEN Tc koop : Een ..Standaard" handwaschmachine op kogellager en ..Macvis" wringer z.g. a.n. Prijs ƒ 20.—. Te zien : Anibtelveenscheweg 992hs., A'dani (Z.). Te koop : Ui pr. geb. prachtige leesboeken en f) gedichten-bundels ingen. Alle boeken en bundels zijn z.g.a.n. en slechts een keer gelezen. Ze moeten weg. tegen elk aann. bod I J. H. Langenberg, Protcstantsch Ziekenhuis. Eibergen. Te koop : 4 nieuwe Cornp opera's His master's Voice. Faust, Boheme. Rigoletto, Paljas. met prima elec. Collardmotor Pillear pick-up. Hill, prijs. Na 7 uur. H. Schubert. 2c Atjeh»tr. 50-11, A'dam (O.), Te koop : Sterke 2e h. heerenrijw. v. d. spotpr. van ƒ5.—. J. v. Maaren. Postjesweg 113, A'dani (W.).
RUILRUBRIEK lk heb eenige honderd Haka-bonnen. Wil deze gaarne ruilen voor Jamin- of Lever zeepb., 5 Hakab. tegen 1 Jamin-of Leverb. Gabriel Mctsustr. 183. Den Haag.
DIVERSEN Net meisje zoekt leuke vriendin otn samen dansen te gaan leeren. 16 — 1« j. Ui. p./a. M. Schraven. Zustcrstr. 115, Den Haag. Ik geef : Prachtige vreemde postzegels, rekening houdende met allerlei wensen. Ik vraag : (gebruiktf) jubileum-zegels, 40 jaar Regeering per hoeveelheid. H. J. Lensink, 15 Dikkeboom, Nijniegen. Wie ruilt bleu avondjapon, maat 42. I maal gedr., voor herenfiets. ü. Annereau. Bloemkweekerstr. 51. bovenste bel, Den Haag. Wie ruilt : Mijn kinderwagen met bedje en vacht, voor een Step. Tevens een kinderledikant en groote werkbank (2 M. \an!> en 5U cM. br.) voor iets in den tuin. Retiefstr. 31, Uen Haag. Wie ruilt mijn ö raskippen met haan voor een kolenfornuis, J. Verheusen, Newtonstr. 186, Den Haag. 4-lamps N.S.F, toestel conipl. m. accuplaatstroom app., lampen en druppel gelijkrichter, te ruilen voor een accordeon of een huisbioscoop, Adr. Oudorperdijkje 29, Alkmaar,
c^ofe^V, IEUW6
TE KOOP GEVRAAGD Te koop gevr. : 2 persoons opklapbed niet ombouw, zonder matrassen. Cohen. Camperstr. 32. Tel. 55534. A'dani (O.).
Voor de kinderen: ONZE CLUB: | Raadsel nr. 3 |. Prijswinnaars worden aan gewezen door Ouwe Bartje.
Gratis kunt u gangbare bonnen die n niet spaart ruilen voor wat u wèl spaart en tekort komt. Bij zending postzegel insluiten voor terugsturen. Wed. S. v. Zanten, Daniël Willinkplein 41, A'dam.
OP JAC
EEUWIGE IJS
Deze week:
10 Wandkaarten van Europa RAADSEL; Het geheel bestaat uit 9 letters en zegt hoe de kwaliteit van Sickesz' chocolade is. De eerste letter van elk der hieronder bedoelde steden in volgorde opschrijven. Die letters vormen samen het gewenschte woord:
Gevr.: een goede electr. gramofoon of koffergram., event, m. pi., in ruil voor electr. spoor 20 V. of gr. modelvliegtuig of stoommachine. Alleen in A'dam. Alleen 's avonds na 8 uur. H. Smit, V.Speijkstr.30hs., A'dam (W.). Wie ruilt er mooi kinderspeelgoed, tafelstoel, theetafel met servies voor een pluche divankleed. Ook in ruil voor iets anders twee kokspakken aangeboden. F. Postma, Bilderdijkkade 13-111. A'dam (W.).
1. .2, 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Wie ruilt goede meisjesfiets voor goede autoped,luchtb. Tevens clarinet voor saxophoon. Wolphaertsbocht 344-b, R'dam (Z.).
I ABONNE'S OP DIT BLAD.
Stad waar veel messen vandaan komen Stad van de Nederlandsche Jaarbeurs. Stad van den Eifeltoren. Stadje waar veel kaas vandaan komt. Stad waar de Paus woont. Stadje waar de oesters geteeld worden, Stadje met kunstzijde-fabrieken. Stad met hoofdkantoor Ned. Spoorwegen. Stad waar op het oogenblik een groote onderwater-tunnel in aanbouw is.
Oplossingen met een Sickesz' etiket er bij, inzenden vóór 6 October aan ONZE CLUB, postbus 673, Amsterdam C. Achterop de enveloppe duidelijk naam en adres zetten en het nummer van je diploma. Wie nog geen diploma heeft, kan dat krijgen voor 5 Sickesz' etiketten, in te zenden aan Onze Club. Over insignes voor declub.hooren de leden later nog weiwat. Daar moet nog met Ouwe Bartje over gesproken worden.
welke in onze registers zijn Ingeschreven en in het bezit zijn van een door onze administratie afgegeven polis, zijn gratis verzekerd volgens polisvoorwaarden: f 2000.— bij levenslange invaliditeit; f 600.— bij overlijden; i 400.— bij verlies van een hand, voet of oog; f 75.— bij verlies van duim of wijsvinger; f 30.— bij verlies van een anderen vinger, een en ander ten gevolge van een ongeval. Is het ongeval een gevolg van een aan een personentrein, tram of autobus enz. overkomen ongeval, waarin verzekerde als gewoon betalend passagier reist, dan wordt de uitkeering bij levenslange invaliditeit gesteld op f 3000.— en de uitkeering bij overlijden op f 1000.—. De uitkeering dezer bedragen geschiedt door de NIEUWE HAVBANK N.V. te Schiedam. Denk er om bij een eventueel ongeval binnen 3 x 24 uur aan het kantoor der N.V. Nieuwe Havbank te Schiedam daarvan kennis te geven, ook al meent U, dat de directe gevolgen niet ernstig kunnen zijn.
Voor de ouders:
Anders vervalt het recht op uitbetaling.
„Melk is goed voor elk", is een bekend spreekwoord. Houden uw kinderen niet van melk? Dient U hun dit uitstekende voedingsmiddel da-n op andere wijze toe, bijv. | verwerkt in Sickesz' VOLLE-melk-chocolade (let op den naam „Sickesz"), óf laat de kinderen hun melk drinken met de geurige krachtgevende Sickesz' CACAO er in (2 ons voor 25 ct., in BLIK-verpakking). Volgende week hopen wij U mèèr te vertellen over het gebruik van Sickesz' cacao, ook door volwassenen. „De hoeveelste is het vandaag?' „Weet ik niet. Daar ligt een krant." „Daar heb ik niets aan. Die is van gisteren I"
Vhet uitverkoren deel van de kuur- en badplaats Tarasp — Uipera Schuls- Vulpera in het schitterend gelegen Beneden-Engadm, Geneeskrachtige bronnen, zon en hooge lucht. Prachtige resultaten bij maag-, darm-, gal-, lever, suiker-, hart- en zenuwkwalen. Moderne kuurm.ddelen. Strand, bad, tennis, golf. Fraaie wandelwegen. Zomer- en wintersporten.
Een jongeman trad een papierwinkel binnen en vroeg om een velletj« geparfumeerd papier. De juffrouw gaf hem wat hij vroeg. Daarna zei hij ,,En nu nog wat aardige gekleurde inkt." „Violet, mijnheer?" vroeg de verkoopster. „Eh — neen," antwoordde hij verstrooid. „Lily." Eerste landlooper: „Ze zeggen, dat zoo'n auto als daar voorbijging tien kilometer doet op een liter," Tweede landlooper: „Nou, ik prefereer een glas per twee kilometer.
— ^ —
Een machtige stroom van drijdjs schuift als een reusachtige witte tong van de Noordpool langs de Oostkust ,van het steeds met ijs bedekte Groenland naar het Zuidwesten toe, om eerst ter hoogte van New-Foundland door de steeds toenemende warmte langzaam uiteen te vallen en af te smelten. Dit drijfijs kan een breedte van honderd en meer zeemijlen bereiken en blokkeert de kust van OostGroenland zóó grondig, dat slechts speciaal geconstrueerde schepen onder het commando van zeer ervaren kapiteins en met 'n goed geschoolde bemanning, In staat zijn er doorheen te breken. En zelfs dan geschiedt dit nog onder het grootste risico voor schip en opvarenden. Bovendien is een dergelijke tocht alleen nog maar mogelijk in den zomer, wanneer het ijs gedeeltelijk wegsmelt en er open geulen ontstaan, waar doorheen het schip zijn weg kan zoeken. Het eenige volk, dat het wagen durft regelmatig deze regionen van het eeuwige ijs binnen te dringen, ten einde er onder ongelooflijk moeilijke omstandigheden jacht te maken op de verschillende pooldieren wier kostbare huiden een dankbaar handelsobject vormen, zijn Rechts: Een geschoten zeehond wordt aan (word gehaald, ■waarbij een ijsschots als transportmiddel wordt gebruikt. Onder: Muskusossen. - Ken kudde van deze dieren, opgesteld in verdedigingspositie. Wanneer ze zich bedreigd achten, l^aan ze in een kring staan, de sterke dieren aan de buitenzijde, de kalveren een beetje naar achteren tusschen hen in. Op de eilandjes en ku*.'streken van hel zeer moeilijk toegankelijke fjordengebied van Noord-Oost-Groenland treft men nog vele duizenden exemplaren van dit overigens zeldzaam geworden groote wild aan!
Ondanks verkeeren,
het
voortdurende
gevaar
houden de Noorsche
waarin
pooljagers
ze toch
van hun moeilijke beroep en van de verraderlijke ijszee. Dit laatste kunnen de meeste ware natuurliefhebbers uitstekend begrijpen, wanneer ze eens zoo'n stralenden zomer-zonnedag maakt in
het eeuwige
ijs.
hebben meege-
Duizenden
ijskristallen
glinsteren in de zon, verblindend wit glanzen de eindelooze ijsvlakten, nend
blauw
pakijs,
licht
smaragdgroen
Ijszee in
een
straalt
onwezenlijk doorschij-
er uit de
schittert
het
barrières van water
de smalle vaargeulen. En
stampen van
de
machines
eens
van
de
wanneer het
even
ophoudt,
wordt het plechtige zwijgen van deze majestueuze natuur door niets anders onderbroken dan af en toe door den schreeuw van een meeuw en door het
geknars
kanten
vjn
de
boorden
der onder water
Tot er plotseling
een
tegen
drijvende
de
scherpe
ijsschotsen . . .
schot klinkt . . .
van
den
mensch, die de dieren hier in hun rust komt storen,
wijl
hun
huid
een
„kostbaar"
handelsobject
vormt...
de Noren, leder jaar begeven heele vloten van motor- of stoomkotters zich naar den drijfijsstroom om daar van het voorjaar tot het begin van den herfst te
jagen,
voornamelijk
op
de
verschillende
zeehondensoorten.
Maar
ook
anderen pooldieren geldt het doel van den tocht, en zelfs de „koning van de ijszee", de ijsbeer. Is niet veilig voor deze in meer dan één opzicht ervaren jagers. De Noorsche Tromsö
en
kotters,
Hammerfest
die
meestal
in
Aalesund
(Noord-Noorwegen)
(Zuid-Noorwegen)
thuishooren,
zijn
geheel
o van
hout vervaardigd, terwijl zij aan de buitenzijde nog zijn voorzien van verscheidene
duimen
dikke
„ijshuid",
die
uit
speciaal
hard
hout
ee
bestaat
Een geheel houten vaartuig van sterk gedrongen vorm, heeft bewezen he meest geschikt voor dit doel te zijn. Wanneer het schip namelijk, wat noga eens gebeurt, in het ijs bekneld raakt, is een dergelijk type het meest elas tisch en het beste
in
staat den
noodigen
weerstand
te
bieden.
Tegen
woordig zijn de schepen bijna allen met radio uitgerust, waardoor de be manning steeds op de hoogte is van de weerberichten en daarmee rek'jne kan.
Maar
nóg
komt het voor,
dat
een
schip
net
In
staat
is
aan
he
knellende ijs te ontkomen en er letterlijk door wordt versplinterd. De ge heele
bemanning vindt dan
een
streken . . . De navigatie in de ijszeeën
-
graf
in
de witte
eenzaamheid
der
pool
hoewel in den zomer iets vergemakkelijk
door den ononderbroken pooldag - verelscht een groote mate van ervarin en reis
voorzichtigheid, slechts
zelden
vooral zijn
natuurlijk
van
commandopost
zich op vijfentwintig a dertig
den in
de
kapitein,
die
eigenaardige
gedurende
d
uitkijkton,
di
meter hoogte boven den waterspiegel bevind
verlaat.
Het schip in het ijs. - Men zon bijna gelooven, dat het nu voor goed vastzit, maar telkens weer vindt de ervaren kapitein een uitweg.
T Het schip aan den rand van den drijf ijsstroom, voor de kust van Oost-Groenland. «- „Tanken" in het ijs. — Op de reusachtige ijsvelden staan overal plassen met zoet water, •waaruit het zout is uitgekristalliseerd. Wanneer men het schip dus aan den ijsrand vastmaakt, kan men zonder buitengewone moeite den watervoorraad aanvullen. De commandopost op het schip, dat in de noordelijke zeeën op jacht gaat. — Gedurende bijna de heele reis is de kapitein te vinden in de typische witte ton aan den voorinast, die zich vijfentwintig a dertig meter boven den waterspiegel bevindt. Niets ontgaat er aan zijn scherpe blikken, niet de geringste kans om door het ijs heen te breken en 'niet het kleinste dier, dat zich op de witte vlakten ophoudt. De bemanning heeft geluk gehad en een prachtig exemplaar i'an een ijsbeer neergelegd, die nu per slee naar hel schip wordt •\/ gebracht.
■. ^.-
:>~
Een week van hevige spanningen...
if
A Links: In Tsjecho-Slowakije trad de regeering-Hodza af, nadat zij het Engelsch-Fransche accoord had aanvaard. - In het nieuw gevormde ministerie werd Jan Syrovy minister-president. Hij gat bevel tot de algeheele mobilisatie. - De minister met zijn voornaamste medewerkers. Links de Fransche majoor Danne rechts de nieuwe Tsecho-Slowaaksche opperbevelhebber generaal Krejtschi. Rechts: Enthousiaste scènes vonden er te Praag plaats toen bekend werd dat generaal Syrovy de leiding der regeerijig in handen had genomen. De menigte bracht hem een ovatie en ging eerst uiteen, toen de generaal haar had toegesproken.
"Suiiiü iyi
• Html.
y\:.i ï
iy Het bezoek van Chamberlain aan Hitler te Godesberg. Tijdens het verloop der besprekingen die afgebroken en later weer herval werden, hield heel Europa den adem in, soms het ergste vreezend... Links: De Duische Führer en Rijkskanselier (1) gaat zijn gast, den Britschen premier, (2) vóór in het holel| Dreesen, waar de besprekingen plaats vonden. - Rechts het afscheid na een dag vol angstig wachten en een nachtelijke conferentie tot bij halt twe-
r .* ■
\U PARIW
.mian j*.
Gedeelten van Henleins vrij-korpsen die in Duitschland vertoefden, keerden weer terug in Tsjecho-Slowakije nadat de militairen zich hadden teruggetrokken. In de dorpen werden zij op enthousiaste wijze door de bevolking begroet.
#&
^
^
•*<»■■*■
l/A
Boven: Afgevaardigden van arbeidersvereenigingen begaven zich naar 't gebouw der Tsjecho-Slowaaksche legatie te Parijs om er schriftelijk betuigingen van vriendschap en sympathie te overhandigen. Onder: Mussolini hield te Padua 'n groote rede, waarin hij meedeelde, dat Hitler aan Tsjecho-Slowakije den tijd had gegeven tot 1 October om zijn voorstellen te aanvaarden en dat Italië aan de zijde van Duitschland zou staan, indien het conflict met Tsjecho-Slowakije, als er oorlog uitbrak, niet gelocaliseerd zou worden.
Mi *■ ("4
:-*>
'
I
~
w
s&£i M MS V
Voor het vertrek van Chamberlain naar Duitschland, verzamelde zich In Downingstreet een kolossale menschenmenigte, die de bijeenroeping van het parlement verlangde. De politie had de grootste moeite hen op behoorlijken afstand te houden. Op het Heldenplein te Boedapest vonden groote demonstraties plaats, waarbij de terugkeer van de Hongaarsche minderheid in den Tsjecho-Slowaakschen staat bij Hongarije geëischt werd. De betoogers voerden portretten mee van den Poolschen Staatspresident, den Hongaarschen rijksbestuurder, admiraal Horthy, Mussolini en Hitler.
Na Chamberlains terugkeer te ionden was er eveneens weer een eno menschenmassa op de been, die haar standpunt in de crisis aan den pre bekend wilde maken. / De vrouwen en kinderen van den staf der Britsche Legatie te Praag'kre order de stad te verlaten en naar Engeland terug te keeren. - Hi/n komst op het vliegveld te Croydon.
■"SS "'-
Boven: Nadat de Tsjecho-Slowaaksche troepen zich eerst uit het Sudetenduitsche gebied hadden teruggetrokken, keerden zij er later weer in terug en lieten er verschillende bruggen springen, terwijl ook de wegen onbegaanbaar werden gemaakt. Onder: Van hun kant wierpen de Sudetenduilschers barricaden op, die de toegangen tot Asch versperden.
I \\
4 tlK
JL
BP?
>^*.>:
AA Vy * i
ISWi^ M
Lrjrwfcê
Onder de kannibalen van Ebadidi Indien men op de Noordoost-kust van Britsch Nieuw Guinea staat en over de Koraalzee uitziet, kan men heel In de wazige verte drie eilanden zien liggen. Een daarvan heet Fergusson. Een jaar of twintig geleden woonde er op dit eiland nog geen enkele blanke, terwijl de inheemschen, die het bergachtige middengedeelte bevolkten, bekend stonden als gevaarlijke koppensnellers en kannibalen. Van eenig ontzag voor de Engelsche regeering was geen sprake; haar amb tenaren slaagden er zelfs maar amper in, een ge ring contact met deze wilden te handhaven Vechtpartijen waren aan de orde van den dag moorden en doodslagen kwamen herhaaldelijk voor Op zekeren keer wist een Engelsch regeerings ambtenaar een inheemsche van Fergusson over te halen om als „politieagent" onder zijn stamgenooten op te treden. Hij werd daartoe teruggestuurd met een schitterende uniform aan, terwijl hij twaalf maanden salaris vooruitbetaald kreeg in den vorm van ettelijke ponden tabak. De man in kwestie was zeer in zijn schik met zijn prachtig pakje, maar toen zijn stamgenooten - de Ebadidi hem zagen terugkeeren, brachten zij hem prompt door eenige goed gerichte speerworpen ter dood, ofschoon zij hem zeer wel herkend haddenl Ze hingen zijn nieuwe uniform aan een boom, waaronder zij zijn stoffelijk overschot verbrandden als bewijs van hun diepe verachting . . . Later, toen twee blanken probeerden tot het binnenland van het eiland door te dringen, werd hun eveneens een warme ontvangst bereid, en ze slaagden er maar ternauwernood In, zich door een overhaaste vlucht te redden. Natuurlijk werden deze - en nog talrijke andere dergelijke - feiten te* bevoegder plaatse gerapporteerd, en ten slotte kreeg M. Keith Bushell, als hoofd der Inlandsche politie van het district, opdracht „zijn aandacht eens aan Fergusson te besteden en een paar dagen temidden van de Ebadidi door te brengen . . ." Erg prettig was dit bevel niet. Bushell had onder anderen het kustgebied van Fergusson onder zijn controle, en hij had genoeg van de Ebadidi gehoord om te weten, wat voor slag volkje het was. Toen hij dan ook aan de kustbewoners mededeelde, dat hij van plan was het binnenland In te gaan, werd hem dit van alle kanten ontraden, omdat hij zeker... opgegeten zou wordenl Bevriende Inheemschen schilderden hem in de meest schrille en realistische kleuren af, wat er allemaal met hem zou gebeuren Indien hij door de Ebadidi gevangengenomen zou worden. Hoewel Bushell hun goede bedoelingen natuurlijk zeer op prijs stelde, en hun dit ook zèl, diende hij echter toch het gegeven bevel op te volgen, en daarom begon hij zich met zijn mannen reisvaardig te maken. Hij engageerde een honderdtal dragers — hoofdzakelijk vrouwen, omdat die veel zwaardere lasten kunnen torsen dan de mannen — en begaf zich toen op weg voor zijn ongeveer vijftig kilometer lange „wandeling" naar het hoogland der
Ebadidi. De stoet politiemannen en dragers was ruim 'n kilometer lang, en men voerde genoeg levensmiddelen en munitie mee om desnoods een week te kunnen blijven als dit noodzakelijk zou zijn. Uur na uur trok men door de bijna ondoordringbare bosschen. Twee mannen met groote kapmessen gingen voorop om een tunnel In de boomen en planten te hakken, waardoor de rest van den stoet kon volgen. Zoo marcheerde men sinds den vroegen ochtend voort, tot men omstreeks een uur of drie des middags een groepje Ebadidi ontmoette, dat uit twee mannen, een vrouw en een kind bestond. Ze waren druk bezig sago te bereiden van een omgevallen sagoboom, die In een groen dal lag. De politie-agenten namen hen direct gevangen en deden hun dé handboeien aan, opdat zij niet können wAnlnnni>n Rii^n^n onHervrnpn daarnn He
OP LEVEN EN DOOD EEN REEKS SPANNENDE AVONTUREN, NAAR WAARHEID VERTEUD belde mannen, en nadat hij hun de verzekering had gegeven, dat hun geen leed zou geschieden als zij eerlijk antwoordden, werden zij spraakzaam genoeg om een en ander over hun stamgenooten mede te deelen. Zoodoende kreeg Bushell de namen van hun dorpen en hun ligging te hooren, terwijl hij er tevens in slaagde om er op handige wijze achter* te komen waar de gevaarlijkste nederzettingen waren. Ook omtrent de gesteldheid van het terrein wist hij waardevolle Inlichtingen te bekomen. Het troepje Inheemschen werd niet direct losgelaten, doch meegevoerd tot het tijd werd om kamp te maken. Nadat Bushell een voldoend aantal agenten had aangewezen om onder bevel van een korporaal de dragers te bewaken, begaf hij zelf zich met een dertigtal mannen naar de streek waar de Ebadidi woonden, ten einde zoo dicht mogelijk In hun buurt te zijn voordat de kampvuren zijn komst zouden verraden. Ze hadden nog niet lang gemarcheerd, toen hij tot de ontdekking kwam, dat er op hun komst gerekend was. Hoog tegen de helling van den berg Ebadidi ontdekten zij een leger inheemschen In volle krljgsuitrusting, woest dansend en gestlculeerend. De politiemannen wilden direct op de vlucht slaan, en Bushell begreep dat het noodlg was de strengste discipline te handhaven, wilden ze niet heel gauw in de grootste moeilijkheden raken. Hij had twee agenten uit het kustgebied meegenomen, die het Ebadidi-dialect spraken, en deze werden nu vooruitgestuurd met het bevel, de Inheemschen zoo dicht mogelijk te naderen en hun mede te deelen, dat, wanneer zij van hun wapens gebruik maakten, er met kogels op geantwoord zou worden. Busheils plan was om onder „dekking" van deze waarschuwing, zoo snel mogelijk op te rukken. Hij stelde zijn mannen zoo op, dat zij aan alle kanten door sergeants en korporaals waren omgeven, zoodat zij geen domme dingen konden doen, en toen trok het kleine legertje verder In verspreide orde ten einde zoo weinig mogelijk trefkans te bieden. Maar er was nog een ander gevaar, waarop Bushell en zijn mannen verdacht dienden te zijn terwijl zij zich voortbewogen. Een bekende truc van de Papoea's Is om hun speren te vergiftigen en deze dan zoo tusschen de struiken te plaatsen, dat een Indringer tien tegen één met de punt in aanraking moet komen. Zelfs de kleinste wond Is dan reeds doodelijk, want het vergif dat zij gebruiken is uiterst gevaar- , lijk, daar het een soort lljkenverglf Is. De voorhoede der kustpolitle begon den berg te beklimmen, terwijl zij haar waarschuwing zoo luid mogelijk uitschreeuwde. Bushell en zijn mannen volgden, en door hun telkens moed in te spreken, wist hij te voorkomen, dat zij rechtsomkeert maakten. Ten slotte blijven het altijd Inheemschen, ook al behooren zij tot de politie, en hun instinct om het gevaar te ontvluchten Is steeds levendig. Gelukkig had de waarschuwing, die de kustpolitle overbracht, succes; de opgewondenheid In de rijen der inheemsche krijgers maakte weldra plaats voor twijfel en aarzeling. Plotseling werd het stil onder de Ebadidi op den berg. Ze hadden de beteekenis van de hun gegeven waarschuwing thans duidelijk begrepen en wisten blijkbaar niet of zij nu hun speren zouden werpen en hun bogen afschieten, of dat zij zich terug zouden trekken In het bosch. Hun aarzeling was het geluk van Bushell en zijn mannen. In het struikgewas vonden zij een goede dekking en zij slaagden er In zoo snel ongezien vooruit te komen, dat zij zich weldra bijna op één hoogte met de Ebadidi hBvnnH»n H»t T«I tnpn Tnnw«» »rht
uur geweest zijn, en het was bijna geheel donker. Terwijl hij zoo hard als hij kon schreeuwde, snelde Bushell vooruit, gevolgd door zijn gewapende politie, tot zij zich op ongeveer dertig meter afstand van den vijand bevonden. Er vlogen een paar speren en pijlen In hun richting, maar onmiddellijk werd daarop geantwoord met een salvo, dat vlak boven de hoofden der Inheemschen werd afgevuurd. Voordat de rook nog was weggetrokken, gaf Bushell bevel een charge uit te voeren en eenige seconden later stonden zij tusschen de Ebadidi. Gelukkig miste hun onverwachtsche verschijning haar uitwerking niet. De helft der Inheemschen sloeg op de vlucht, en de overigen bleven besluiteloos staan. Zoodra dezen echter zagen, dat alle politieagenten met geweren gewapend waren, en dat zij ook bereid bleken er gebruik van te maken, was het met hun vechtlust gedaan. Ze gooiden hun wapens weg en wierpen zich op den grond ten teeken dat zij zich overgaven. Dit gebeurde evenwel niet voordat een aantal van hen had ervaren, dat er met een geweer ook nog Iets anders kon worden gedaan dan schieten, en dat de kolf er van flink kon aankomen. Er bleken talrijke kleine wonden te zijn toegebracht, en de meegevoerde verbandmiddelen moesten dan ook duchtig worden aangesproken. Intusschen waren er niet minder dan tachtig gevangenen gemaakt, die met voet- en handboeien om, op transport naar het kamp werden gesteld. Nadat Bushell zijn mannen wederom had verzameld, besloot hij verder het binnenland In te trekken. Er scheen een prachtige maan, en toen hij, dank zij haar overvloedig licht, de nederzettingen der Ebadidi had gevonden, bleken deze allemaal verlaten te zijn, behalve door eenige oude mannen, wat honden en varkens. Bushell voelde er echter niets voor om weer terug te keeren nu hij eenmaal zoover gegaan was. Hij was ten slotte gezonden om den onruststokers aan het verstand te brengen dat de voorschriften van de blanken dienden opgevolgd te worden, en dat zoowel de Ebadidi als de andere Papoea's er zich aan moesten onderwerpen. Ten einde de vluchtelingen uit hun schuilplaatsen te doen komen, werden er een aantal bananenboomen omgehakt en eenige hulzen In brand gestoken, terwijl de kustpolitle in het omringende kreupelhout, waarin de Ebadidi zich schuilhielden, zoo luid mogelijk uitriep dat de blanken In hun dorpen zouden blijven tot zij tevoorschijn kwamen. Hoe langer zij wegbleven, hoe meer schade er zou worden aangericht. Na eenigen tijd bleek deze waarschuwing haar effect niet te missen. Tegen een uur of tien keerden de Inheemschen bij kleine troepjes In hun dorpen terug, waar zij onmiddellijk door de politie werden gearresteerd. Tegen middernacht waren er ongeveer een tweehonderd gevangenen. Er werd toen een groot vuur aangelegd en bij het licht daarvan hield Bushell een voorloopige terechtzitting. Na een streng verhoor werd er vastgesteld wie zich voor de rechtbank te verantwoorden zou hebben, tewijl er tevens de noodige getuigen werden opgespoord. Zonder verder tijd te verliezen werd de terugtocht naar het kamp aanvaard. Na een korte nachtrust brak men den volgenden ochtend vroeg op, en nadat Bushell zich overtuigd had dat zijn gevangenen niet ontsnappen konden, werd de marsch naar de kust aangevangen. De grootste moeilijkheid bleek daarbij, de inheemsche politie er van te weerhouden de weerlooze gevangenen te mishandelen met de dunne bamboestokken, die zij van de boomen hadden geruktl De expeditie van Bushell bleek succes te hebben gehad. Het respect voor de blanken zat er bij de Ebadidi in, en geleidelijk leerden zij zich schikken In hun onderwerping, die nu eenmaal nnvarmiiHpliik WJH
c/oor
ART/-IUP MILLS
(oeoul-oriseerafe vor Uïiiis Moore, cen bekend Engelsch beeldhouwer, woorMthtij in Parijs, krijgt. kort voor hij naar Indo-China zal vertrekken om daar voor den keizer van Annam een beeldhouwwerk te vervaardigen, bezoek van zijn nichtie Julie, voor wie hij altijd een heel erg zwak heeft gehad. Julie is getrouwd met een der riikste Engelschc peers. Lord Tamorley. Haar man is met een zending naar Nieuw Zeeland en Julie vertoefde met haar moeder aan de Riviera, waar zij kennis had gemaakt met baron De Grignon. Op zekeren dag worden de zeer kostbare familie-smaragden, die Julie gedragen had. gestolen, ter.wijl tegelijkertijd ie baron spoorloos verdwijnt. -r . r i Julie begeeft zieh naar Denis om zijn hulp in te roepen. Zij heelt voor de vaste waarheid gehoord, dat de baron met de boot naar Saigon is vertrokken. Ze wil nu tegelijk met Denis naar Indo-China gaan om zelf een onderzoek naai de smaragden in te stellen. n j Na Julies vertrek krijgt de jonge beeldhouwer bezoek van een in Parijs sludeerenden Annamiet. Mr. Nygugen. die hem de vnendsihap van een in Annam bestaanden tang - een snort vereeniging. die zeer krachtig voor haar leden opkomt en degcen doodt, die haar weiten overtreedt — komt aanbieden, mits hij julie belet om naar Annam te gaan. Denis weigert hierop in te gaan. Een arm tooneelspeelstertje. Ninon, maakt in een café kennis met Nygugen. Deze biedt haar een contract aan bij het theater te Saigon, mits zij hem een Zij moet dan aan boord van het schip, dat haar naar Saigon brengt, een heer -oc.veel mogelijk uit het gezelschap houden van de dame. die hem vergezelt. Dr-e heer 'is Denis Moore. Volgens Nvgugen is hij e.-n spion Ninon accepteert het aanbod. Na een poos,e ontdekt ze ech'er de ware toedracht der raak en :e besluit Denis te helpen. Gedurende de reis naar Saigon ui! de tang talrijke bedre,gingen legen Denis en maakt hem tevens duidelijk, dat hel hun ernst is. Eenmaal in Indo-China aangekomen maakt Denis kennis met baron De Grignon die een hooggeplaatst regeeringsambten aar in Hue, de plaats waar Denis zijn heeld mort maken, blijkt te zijn. Baron De Grignon bezit een groote macht in Hué. Hij stelt Denis aan den keizer voor en brengt hem dan naar den tempel, waar hij uit een klomp goud he> bestelde beeld maakt- De Grignon vertelt Julie, dat zij bij de inwijdingsfeesten van het beeld, volgens de godsdienstige gewoonten der Annamieten, weer uit Hue weg moeten. Ninon koml met haar gezelschap ook in Hué. Denis vertelt haar dadelilk alle gebeurtenissen. Trrwi|l hij met baar een boottocht gaat maken. n begeeft zich naar den baron, met het plan neemt Julie een wanhopig besluit Klakkeloos vertel! hij haar. dat hu ze inderhem naar de smaragden o- vrine . „ veel te laat is dan dat zij ze nog zou daad gestolen heeft n i.tr d.o I;. kunnen terug krijgen.
"VT'Vryal is dat voor een gebouw?" vroeg Ninon, terwijl zij naar YV ecn tironl ron(1 steenen bouwwerk wees. dat een eindje " , van den oever der rivier afstond. ..Dal is de arena, waarin vroeger de gevechten van olifanten tegen tijgers gehouden werden; er achter kun je nog net het Terras der Offers zien. Ik zou hier graag gedurende de eerstvolgende dagen willen zijn! Ik durf wel wedden, dat er allerlei bijzondere gebeurtenissen zullen plaats vinden. Het zou me niets verbazen, als ze voor deze gelegenheid een olifant en een tijger loslieten m de arena." ..Daarom juist zullen ze den blanken niet willen toestaan om te blijven. Ze willen natuurlijk niet dat dezen zullen zien wat ze doen." ..Mogelijk." zei Denis. ..Maar ik geloof, dat er ook nog een andere reden is, anders zou de tang zich niet niet mijn vertrek hebben bemoeid. Wat zon het den tang anders kunnen schelen of ik in Hue bleef of niet?" „De tang interesseert zich met betrekking tot jou alleen maar voor de smaragden. Je hebt natuurlijk niets gehoord of gezien waaruit je kunt afleiden waar ze zijn?" ..Absoluut niets!" Denis keek somber voor zich int. „Ik heb er een hekel aan om te moeten erkennen dat ik verslagen ben. maar het begint er nu toch aardig op te lijken." „Je hebt nog tot morgen den tijd." ,,.Ia. maar er is niet veel kans flat wij de smaragden vanavond ontdekken zullen. Ik geloof bovendien niet dat me dit zou jukken al kreeg ik toestemming om hier nog een maand te blijven!" „Je kunt nooit welen wat er gebeurt," was alles wal Ninon daaroj) antwoordde, l'.n toen vroeg ze opeens: „Zeg eens, is dat eiland waarop' de Keizer zijn graftombe heeft laten bouwen ver hier vandaan?" ,. , , , , ..Neen. je kunt het hier reeds zien — daar. die donkere plek midden in de rivier is hel eiland, Hen prachtige plaats voor cen tempel, vind je niet?" ,Soms roem je het een graftombe en soms een tempel. „In werkelijkheid komt het op hetzelfde neer. De Keizer heeft het gebouwd als laatste rustplaats voor zijn eigen stoffelijk overschot, maar hel zal tevens door het volk gebruikt worden als plaats van devotie. Net zooals wij in de Westminster Abbey onze beroemde mannen begraven. Maar hier zal alleen hel stoffelijk overschot van den Keizer rusten!" .,,,.„Ik begrijp het. En dat beeld dat je hebt gemaakt is de beeltenis van een anderen keizer?" Ja, van keizer Thvn, van wien de huidige keizer een directe afstammeling is. Ik denk dal het een daad van bijzondere piëteit van hem is om het beeld van zijn beroemden voorouder in zijn eigen graftombe te plaatsen. Ik zal hel je direct kunnen laten zien, en dan moet je maar eens zeggen, wat je er van vindt. Ik had alleen maar een oude Chineesche teekening om naar te werken, maar ik ben toch niet ontevreden over het resultaat."
Ze bevonden zich nog op eenigen afstand van het eiland, toen Ninon plotseling haar hand op Denis' arm legde. „Zeg den man den motor stop te zetten," fluisterde ze. Denis gaf den man door een wenk te kennen wat er van hem verlangd werd. „Wat is er?" vroeg hij toen aan Ninon. ^ Er brandt licht in den tempel; er zijn menschen in." „Ik geloof, dat zij altijd een licht laten branden. Ik veronderstel, dat alleen die priester er maar is." ,.,,., > „Die tot den raad van den tang behoort! Vond je het heelemaal niet vreemd, toen je hem daar aantrof?" , , . i In ieder geval vond ik de manier waarop hij me aankeek heelemaal niet prettig, maar ik kan me niet herinneren dat ik iels bijzonders achter zijn aanwezigheid heb gezocht." „Toch heb ik er heel veel over nagedacht, endat is ook de reden dat ik vanavond naar den tempel wilde gaan." Denis was niet in staat haar gedaehtengang te volgen; infnsschen dreef de boot nog slechts zachtjes met den stroom mee Hebben wij er eigenlijk iets mee te maken, dat er licht brandt.' vroeg bij. „Ik kan niet inzien, dat iemand het recht heeft mij te beletten dal ik jou mijn werk toon." Ninon keek om zich heen. De rivier was hier zeer breed. Links liep het bosch tot aan den oever door, zoodat het pad dal zich er langs kronkelde geheel in de schaduw lag. Laat hij langs den oever onder de boomen varen lol we voorbij den tempel zijn," zei Ninon. „Dan koeren we terug. We zullen achter den tempel landen zoodat ze ons niet de trappen op zien komen. Denis had niets tegen dit voorstel in te brengen; hij zou direct wel merken wat Ninon met deze manoeuvre voor had. Het was niet voordat ze ongeveer ter hoogte van hel eiland in de schaduw van de boomen voortgleden, dat hij tot de overtuiging kwam dat de voorzorgsmaatregel van Ninon juist was. Er waren dien avond andere bezoekers in den tempel. Er lag een motorboot aan den voet van de trap en aan den troonhemel die er zich op bevond en die duidelijk zichtbaar was in het maanlicht, viel gemakkelijk af te leiden, dat er een hooge persoonlijkheid mee gebracht was. Ninons plan volgend, dreven zij voorbij het eiland om dan terug te keeren en aan de achterzijde van den tempel aan land te gaan. Denis beval den man de boot vast te maken en te wachten tot zij zouden terugkomen. Een kleine klimpartij bracht hen aan de achterzijde van den tempel. „Is er slechts één ingang?" vroeg Ninon. „Voor zoover ik weet is de eenige ingang die aan den voorkant. ï)it strookte blijkbaar niet zoo goed met Ninons plannen, want ze bleef slaan en legde haar hand weer op zijn arm. „Als we naar den voorkant gaan, zullen ze ons zien in het licht; het is beter eerst eens te gaan kijken wiè er is." Er is een soort raam aan den achterkant," zei Denis, die zich dit'nu pas herinnerde. „Er hangt echter een gordijn voor; daardoor schijnt er geen licht doorheen. Ik moest het gordijn overdag wegnemen om' beter licht bij mijn werk te hebben." „Laten we dal raam zoeken." Ze kropen langs den muur en vonden het raam, dat precies ter hoogte van Ninons gezieht was. Met behulp van een mes viel het niet' moeilijk den eenvoudigen grendel weg te schuiven. loen trok Ninon voorzichtig het gordijn een klein eindje opzij en tuurde naar binnen. Wat ze zag stelde haar blijkbaar teleur. Er zijn twee mannen in den tempel," zei ze fluisterend. „Maar het beeld. Ik kan er alleen de achterzijde van zien. en ik wil juist het gezicht zien." . TI . Laat mij eens kijken!" Denis nam haar plaats in. Een plotselinge kneep in haar schouder was het eenige waardoor hij het merken dat hetgeen hij zag. hem met verbazing vervulde. Er bevonden zich twee mannen in den tempel, precies zooals Ninon had gezegd. De een was de priester in het geel; de ander, die op zijn knieën lag en met ecn extatische vereering in de oogen naar het beeld keek, was de Keizer zelf. Denis liet hel gordijn weer op zijn plaats vallen. „Het is de Keizer," zei hij. .. „ Ninon knikte. „De boot die wij zagen liggen, zal van hem zijn, fluisterde ze. „We moeten nu naar den voorkant gaan. Ik wil het gezicht van het beeld zien." We zullen stellig worden ontdekt," wierp Denis tegen. "Misschien niet; als ze blijven staan zooals ze stonden, zullen ze hun rug naar ons toegekeerd hebben. Wc zullen geen leven maken. Laten we onze schoenen uittrekken!" Met hun schoenen in de hand slopen zij om den tempel heen. Een breede baan licht viel door den ingang naar buiten. Als zij naar binnen wilden kijken, zat er niets anders op dan dat zij midden in hel licht traden. Ninon stak haar hand in die van Denis.
„Kom," zei ze, „maar vergeel niet, dat we slechts één seconde in het licht mogen blijven slaan. Daarna moeten we direct weer terug naar onze boot. Ik geloof niet, dat de priester het erg prettig zou vinden als hij je zag, en als ik gelijk heb, zul je direct weten waarom niet. Het zou er zeker niet mooi voor ons uitzien, als hij ons ontdekte. Maar we moeten het riskeeren. Kom mee. ..." Met een paar stappen waren zij bij den uitgang. Denis' eerste blik gold den beiden mannen; ze bevonden zich nog in dezelfde houding die zij IVadden gehad toen hij door het raam had gekeken. De Keizer knielde recht vóór het beeld; de priester stond iets naar achteren naast hem. Het volgende oogenblik gleden zijn blikken langs het beeld zelf en perste hij zijn lippen op elkaar. De prachtige, stille beeltenis van den hcerscher die hij had gemaakt, leek veranderd in een levend ding, dat hem met schitterende oogen aankeek. Het waren felle groene oogen, die hem aanstaarden. Maar ook het gansche voorhoofd, de uitgestoken handen en de borst leken wel van groen-glanzend vuur te zijn. Een oogenblik begreep hij er niets van, loen drong de oorzaak lot hem door — het zuiver gouden beeld van Keizer Thvm, dat hij zelf had gemaakt, was nu getooid met reusachtige smaragden. Hij wierp nog één blik op het beeld die allen twijfel deed verdwijnen, en toen trok een hand hem terug in de duisternis. Vlug liepen zij naar de plaats waar zij hun boot hadden achtergelaten. „Ik geloof wel, dat Lady Tamorley graag gezien zou hebben wat wij vanavond hebben gezien," zei Ninon, toen zij naar het midden van de rivier voeren. HOOFDSTUK XVII. Denis had gedacht dat Julie wel zou slapen toen zij terugkeerden. Hij was van plan haar wakker te maken, want zij moesten' den volgenden dag Hué verlaten en er was geen tijd te verliezen! Het was reeds bij tweeën. Toen de boot in het gezicht van het hotel kwam, kon hij zien dat er iemand bij de landingsplaats op hen stond te wachten, en toen zij dichterbij kwamen, merkte hij lol zijn verwondering dal het Julie was. „Ben je niet naar bed gegaan?" vroeg hij. „Neen." Ze liet hem ecn brief zien. „Kijk eens, wat er in staat; hij is aan jou geadresseerd. Hij moet gekomen zijn terwijl we alledrie weg waren. Ik vond hem toen ik terugkwam." Denis nam den brief aan, en zag dat er op de envelop gedrukt stond: „Bureau van den Administrateur-Generaal". „Ben je ook uit geweest? Waar ben je heen geweest?" „Ik zal het je direct vertellen. Ik ben zoo benieuwd wat er in dien brief staal." Denis scheurde de envelop open en begon te lezen. „Het is een bevel voor ons om te vertrekken," zei hij, en las toen den brief voor: „In verband met een van den Gouverneur-Generaal van Indo-China ontvangen bevel, dat er gedurende de aanstaande religieuze plechtigheden geen vreemdelingen binnen Hué mogen vertoeven, spijl het den Administrateur-Generaal, dat hij Lady Tamorley en Mr. Denis Moore moet mededeelen, dal zij een einde dienen te maken aan hun bezoek. Morgenochtend om negen uur zal er een auto te hunner beschikking zijn om hen terug te brengen naar Saigon. De Grignon, Administrateur-Generaal". „Dat had hij ons al gezegd, maar hij zet er nu wel haast achter." De brief was met de machine geschreven, maar De Grignon had hem persoonlijk onderteekend. Julie keek nog eens naar de handteékening. „Ik ben benieuwd wanneer hy dien brief heeft laten schrijven," zei ze. „Toen ik hem vanavond sprak heeft hij er met geen woord van gerept." „Heb je hem dan gesproken?" „Ja. Ik ben naar hem toe gegaan." Ze vertelde waarom ze De Grig-
MET EEN l'AAK STAPPEN WAKEN ZIJ «IJ DEN INGANC. DENIS'EEKSTE BLIK GOM) DEN HEIDEN MANNEN. MAAK TOEN ZAP, HIJ IETS WAT HEM ZIJN LIPPEN OP ELKAAR DEED PERSEN . . .
non had opgezocht, zoodra Denis en Ninon vertrokken waren. „Ik wist, dat hij ons ieder oogenblik kon bevelen te vertrekken, en ik was vastbesloten hem eerst persoonlijk aan den pols te voelen. Hij had pas opium geschoven toen ik kwam en in zijn overmoed bekende hij de smaragden te hebben gestolen." „Bekende hij dat?" riep Denis uit. „Ja, en toen zei hij, dat ze ergens verborgen waren waar niemand ze ooit zou kunnen vinden. De stellige manier waarop hij beweerde, dat ieder spoor van de steenen om zoo te zeggen absoluut was uitgewischt, was bijna ongelooflijk. Dergelijke steenen zijn toch niet zoo gemakkelijk te verbergen." Denis en Ninon keken elkander aan; beiden dachten ze op dit oogenblik aan hetzelfde: aan hetgeen zij in den tempel gezien hadden! Dus De Grignon had niet gelogen toen hij had verteld, dat Julie haar juweclen nooit zou kunnen vinden, dacht Denis. Het was verbazend handig bedacht: juweclen te stelen en ze af te slaan voor de versiering van een beeld, dat nooit een Christen zou mogen zien! Ze stonden nog steeds op den landingssteiger. „Laten we naar het hotel gaan. Kun" je vannacht buiten slaap?" vroeg Denis aan Julie. „Lieve help! Dacht je dat ik zou kunnen slapen, zelfs al zou ik willen? Denis, ik ben vastbesloten morgen niet van hier weg te gaan als ik de juweclen niet weer in mijn bezit heb. De Grignon zal ons heusch niet met geweld de stad laten uitzetten...." Toen den volgenden ochtend de schemering aanbrak zaten Denis, Julie en Ninon nog in de hall van het hotel te praten. De laatste kans dat er een misverstand in het spel zou zijn, was verdwenen. De collectie smaragden van de Tamorleys bestond uit acht reusachtige steenen; dit was het aantal dal Denis had geleld toen hij voor den tweeden keer naar het beeld had gekeken; twee in de oogen; een in iedere hand en vier op de borst. Het plan, om naar Saigon terug te gaan, het geval daar officieel bij de autoriteiten aanhangig te maken en te vragen dat de juweclen aan de rechtmatige eigenaresse zouden worden teruggegeven, werd verworpen. Men zou een dergelijke verklaring niet gelooven; in ieder geval zou De Grignon er uit hoofde van zijn ambt officieel kennis van krijgen en hij zou dan natuurlijk zorgen dat de juweclen als het ware weggelooverd werden voordat er iets bewezen kon worden! Bovendien zou een officiecle aanklacht tot het schandaal leiden, dat Julie juist vóór alles wilde vermijden. {Wordt vervolgd.)
ELKE
AÊAVE UZEN OPLOSSINGEN ZOEK EN VIND 21 SEPTEMBER
KRUISWOORDRAADSEL 40. gemeente Vasalan.
OPLOSSING KRUISWOORDRAADSEL
E»e
E
L
A
E
L'
N
1^
6
■■ 1^
U
L
L
E
NJ
P
1
4
0
E
A
M
0
A
s
&
Finland 42. slaapplaats
i
E
E
P
&
T
1
E
T
A
A
P
E
e
E
B
D
E
E
B|
M
M
1?
^
0
0
0
L
T
1
k:
M
0
L
0
T
EH
A
L
k
S
M
E
E
S
L
T
E
1
D
E
P
E
G
A
D
1
6
E
M
D
A
E
A
6
A
A
S
OPLOSSING LADDERRAADSEL
OPLOSSING INVULRAADSEL A
A
n
E
E
n
o
L
A
M
D
E
M
E
9
T
A
1?
E
N
6
T
P
A
A
T
K
A
e
A
A
L
IC
A
8
A
J
A
1
D
n 1 kr 1 o
M |
S
ft
| M | P
0
| M
e
.
M 1
D
1
(?
0
0
M 1
D
u|c
0 |
0
|
2. wezen 4. bergplaats
1
5. reeds 6. plaats
R
• 7
foto-
11. muzieknoot
0
14. muzieknoot 16. lichaamsdeel 18. boomtak 19. de landen in iets zetten
o
21. begcerig 23. iedereen
T
24. nauw 26. boom 31. lyrisch
p
&
17. iemand die in Dene-
Horizontaal:
man
X
IQ
ui' ZIJN (JKTI.I
buiten
laf-
dienst
korting)
verkoopt
12. biersoort 14. dierenverblijf
24. meisjesnaam
35. dag worden 37. afkorting van
15. aanbeveling om iets
27. houten vat
Q. zoel water visch
28. mannelijk schaap
doen
VLECHTMATJE
1
jes
PI
TEK
PPES
ICUM
(MEP
LOGS
GE
TUUR
TEB
LIMG
DE
CHE
VELD
RED
WET
5 t4
D
A
5
é
E
7
e
U U
A geplaatst.
9
Voltooi
de
woorden
in
horizontale
door alleen nog medeklinkers in te
waardoor MA
7 ■
A
richting
WEI
L-RAADSEL
D
De klinkers in dil vierkant ?iin in de juiste vak-
OOR
Wij stellen een hoofdprijs van ƒ 2.50 en tien fil:.ifoto's beschikbaar om te verdeelen onder de goede oplossers. Antwoorden in te zenden vóór 12 October aan Dr. Puzzelaar. Galgcwater 22, Leiden. Op enveloppe of briefkaart a,u.b. duidelijk vermelden: Filmpuzzle 12 October. Deze puzzle kan tegelijk met de andere ingezondin worden, doch liefst op een apart velletje papier.
44. getij 46. stoomschip i3'*)
A
A
6
RE
titel 38. grondsoort
42. uitroep van afkeer
IJ
o
BOUW
(Latijn, afkorting) een
5—I
E
5
Ix
(af-
i
2
t4
004
U ziet hier naast elkaar telkens twee afbeeldingen staan, die in zóóver op elkaar lijken, dat het woord. voorgesteïd door de linkerafbeelding, één letter méér heeft dan het woord voorgesteld door de rechterteekening. De letters die de linkerwoorden méér hebben, vormen samen den naam van een filmster.
korting) 41, te zijner plaatse
E
5
JU
(afkor-
ting)
25. meisjesnaam
1
OPLOSSING ONZE FILMPUZZLE LETTERGREEPRAADSEL
37. plank 39. en dergelijke
30. meisjesnaam 32. voorzetsel 33. windstreek
WOORDVIERKANT
DKN HOM) IN I)i:X TOT VIXDKX
ONZE FILMPUZZLE- TEEKENINGENRAADSEL
34. kachel 35a. meisjesnaam 36. cchtgcnootc
20. neerslag 22. rniuieknoot
te
OPLOSSING GEÏLLUSTREERDE QPTFL- EN AFTREKPUZZLE
3^. is men van een vereeniging
marken woont
1. familielid 3. aan wien een koop-
er
woorden
ontstaan
van
de
beteekenis: 1. niet toegevend
4. prikkelend
2. intusschen
5. het opnemen
3. dozijn
6. heelal.
vullen
volgende
Vorm horizontaal en vcrticanl woor den van de volgende beteekenis: 1. verkeerde stap 2. dient om aseh te verzamelen 3. kleinigheid.
Door op de punten letters te plaatsen vormen zich woorden van de volgende beteekenis: 1—5 iets veerkrachtigs uitrekken 2—6 staaf van metaal (meervoud) 3—7 in vuur en vlammen staan 4—8 afsluitende schuif 1—2 clubgebouw (afkorting) 2—3 slik, vuil 3—4 gedeelte van een schip 4—5 bepaald hoofdtelwoord 5—6 deel van den dag G—7 ontkenning 7—8 meisjesnaam 8—1 wapen.
gedicht
32, gewicht
IJ
V
.lol-: HKOWN
3 • Gelder-
8. meisjesnaam
L
IKDEli VIM'II r
SIE
in
land 7. deel van een graphietoestel
7. bergplaats
V
boven
Verticaal;
D
M
OPLOSSING GETALLENRAADSEL
Soerabaja.
1. familielid
E
6
c
stof
brieven.
A
M
V i
M
z UIT
res.
Java 49. afkorting
0
E
van
47. meisjesnaam 48. pi.
0
D
43. zijkant
45. onderricht
■ i 1 ■ Tj| "ll 1 ■ M' ■ m i ■ ■^ 1
DE PRIJSWINNAARS
PUNTENRAADSEL
L L L L L L L L
biersoort tot poeder maken op stal zetten lichaamsgesteldheid gevolgtrekking
De troostprijzen konden worden toegekend aan; mevrouw G. Fenijn-Alkema, Alkmaar; mevrouw R. Leijenaar-Harms, Utrecht; mevrouw Sipma, Arnhem; mejuffrouw A. Wolff, Amsterdam; den heer J. M. Le Fèvre, Heemstede; den heer W. van Gog, Rotterdam; den heer A. Gijze, Rotterdam; den heer M. Kohl, Rotterdam; den heer J. A. Sijberden, Amsterdam; den heer J. A. Huybregts, Rotterdam; den heer J. Malherbe, Amsterdam; den heer F. C. Thomson, 's-Gravenhage; den heer J. W. Elzlng, 's-Gravenhage; den heer C. van Hal, 's-Gravenhage; den heer H. de Priester, Borssele; den heer J. H. Gerritse, Sittard; den heer Th. Vermeulen, Ginneken; den heer A. v. d. Laan, Arnhem; den heer P. v. Strien, Leiden; den heer H. West, Amersfoort. De hoofdprijs van de „Filmpuzzle" werd verworven door: den heer J. J. Polij, Amsterdam, De troostprijzen vielen ten deel aan: mevrouw J. Moetwil-Stam, Amsterdam; mejuffrouw S. de Jong, Zandvoort; mejuffrouw A, Korijn, Amsterdam; mejuffrouw A, van Deelen, 's-Gravenhage; mejuffrouw M. v. d. Pot, De Lier; den heer P, B. Strampraad, 's-Gravenhage; den heer Th, C, Putters, Schiedam; den heer W. Arwin, Rijswijk; den heer M. v, Kerkfort, Bussum; den heer M, C. Scherft, 's-Gravenhage.
ONZE PRIJZEN. Voor goede oplossingen op iedere puzzle, rebus, probleem, enzoovoort, stellen wij een prijs van ƒ 2.50 benevens vier troostprijzen beschikbaar. In totaal dus deze week 5 prijzen van ƒ 2.50 elk en 20 troostprijzen. DE OPLOSSINGEN
L
De ingevulde letters vormen horizontaal den van de volgende beteekenis: 1. 2. 3. 4. 5.
De hoofdprijzen werden deze week gewonnen door: mejuffrouw A. Beute, Delft; mejuffrouw Rijnbergen, Groningen; mejuffrouw H. Koppers, 's-Gravenhage; den heer J. de Coster, Leiden; den heer W. Habers, Voorburg.
6, 7, 8, 9,
woor
al glijdende ontsnappen plagen naar omlaag gaan boomsoort.
Te gebruiken letters: a. a, a, a, c, c, c, d, d, «. c. eF e, e, e, e, e, e. e, e, g. i, i, k, 1, 1, I, I* I. If 1. I. lp I. I, m, m, n, n. n, n, n, n, n, o, o, o, p, S, 8, s, t, t, u, w, x, ij.
op de in dit nummer voorkomende puzzles, enzoovoort, gelieve men vóór 12 October in te zenden aan Dr. Puzzelaar, Galgewater 22, Leiden. Op enveloppe of briefkaart vermelde men duidelijk: Oplossingen Zoek en Vind 12 Oct.
inDEREN AAIiEn MAALTIJD
•
r
Weg met de hoepels en de ballen Zoodra het etensuurtje slaat. Met graagte wordt er aangevallen Voor zooiets komt ze nooit te laat.
Zoo hongerig en vol verlangen, De oogen tint'lend van jolijt, Om straks den maaltijd aan te vangen. Zij last wel wat, van tijd tot tijd.
S
^
-«•w^f-f Wanneer de kleinen heerlijk bikken. Denkend dat niemand op hen let, Komen voor grooten oogenblikken Van lachen achter het servet. Is 't één van haar lievelingsspijzen Wat daar op tafel wordt gebracht? Croqnetjes of misschien saucijzen Wat is het dat haar tegenlacht?
.-vj
Hoe kinderen steeds reageeren Op dat wat hen wordt voorgezet, • aar is voor grooten uit te leeren: Beschouwt hun maaltijd steeds als pret Kijkers vernauwen zich tot spleetjes Over den ronden bekerrand. Genietend bij teugen en bij beetjes Komt de laaf'nis niet uit de hand.
Cas^ TS'SB'-
1 f
"«^Cv^ I*ffe
•"*. Met oogen stil loerend om den hoek, De lippen op elkaar gedrukt, Gespannen wachtend op pannekoek ... Hier schijnt de verrassing goed gelukt.
Hè, hè, er kan haast niets meer bij, De trek is niet erg groot vandaag. Het bordje schuift ze wat op zij Haar oog was grooter dan haar maag.
De vork brengt weer een volgend hapje Van 't bord tot in haar kleinen mond. Die arbeid is voor haar een grapje, Dat maakt haar sterk en is gezond.
.
Geleegd, het bordje en de beker. Het lekkerste trekt niet meer aan. Haar maagje zwijgt, dat is wel zeker. Verzadigd is ze en ... voldaan.
.
i
CRonms ,DE
CIT
en
der
dankbaarste
onderwerpen
van
di
moderne romantiek zijn zonder twijfel de va vele beroepsidealen afhangende levenswljz en levensbeschouwing van den dokter. Een Arne rikaan van Nederlandsche afkomst als Paul de Kruif heeft reeds vele populair-wetenschappelijk boeken over den strijd van den geneesheer tegen de ziekte geschreven, die boeiende lectuur vorme Anderzijds
is
het
een
in
vele honderdduizenden exemplaren verkocht boek van Dr. A. J
Cronin, ,,De Citadel", geweest, dat het groote publiek inzicht gaf in den ethischen en moreeier strijd
King Vidor, de regisseur van „De groote parade" en ,tThe Crowd'*-, zet ,,De Citadel" in scène
van
een
jongen
dokter tegen
den
kliekgeest der ouderen en de versleten eer van he 1
nobele ambt, dat deze onwaardig droegen. Van dit boek „De Citadel", heeft Metro-Goldwyn-Mayer thans regie
van
King
Vidor,
een
der
vooraanstaande
regisseurs,
een film gemaakt onder d
wien het niet alleen gaat om h
spel, maar vooral ook om den inhoud, het thema van de film. Wie zal zich „De groote parade" niet herinneren ? Even eens
een
schepping
van
King
Vidor.
En
op
hetzelfde
niveau zal thans „De Citadel" staan. De naar
geheele de
staf van
Metro-Goldwyn-Mayer is daarto(
Denham-studio's
buitenopnamen worden
in
deze
Engeland maand
overgebracht. in
D
de mijndistricte
in Wales gedraaid, op dezelfde plaats waar Cronin zijl jongen
dokter en
diens dappere vrouw
den
moeizame
strijd voor hun idealen deed voeren. Het is de Engelsche acteur Robert Donat, thans een de vaste sterren van
Metro-Goldwyn-Mayer, die in deze filr
de hoofdrol speelt, samen met de jonge ster van 193 Rosalind Russell.
De film, die dezen herfst gereed kom
zal terstond ook in ons land vertoond worden. De eerst foto's
uit
deze
rolprent,
die ons uit Engeland bereiktei
geven onzen lezers reeds thans een indruk van het gehee
Ring Vidor, de regisseur, Victor Saville, de productMmiémr mn de »chrllver.
IRIUM geeft
.r
Te San I cisco. j H( expositie 1939, ge uit zal zien tentoonstel eiland in v vlucht. Lin haven voc oceaan-s pen, rech vlieghav
Te New Y«? De maq* van deten^ -telling te | eens in zal worderi houden.Rr in het mi van Neder naar een werp van i Slothouwer gevoerd.Bc Nederland1 len, daarad Egypte. I van Neder hetltaliaanf paviljoen, ! geheel: linf groote geb< van Groot I tannië en i loniëni
indien de uitvinding van Mr. Ronald Mason uit Westclif<-on-Sea in de practijk deugdelijk blijkt, zullen de reddingbooten wellicht binnenkort gedoemd rijn om te verdwijnen. In plaats daarvan zullen er dan reddingbollen komen, groote ijzeren bollen, waar in zich weer een tweede bol bevindt, die zoo geconstrueerd is, dat hij altijd in een horizontalen stand zal blijven, hoe de buitenste bol ook door de golven heen en weer ge slingerd wordt. De binnenste bol hee't zitplaatsen voor veertig personen, een radioontvangst- en zendinstallatie en waterreservoirs, terwijl er tevens een voldoende voorraad proviand en dekens aan boord is. Onder aan den buitensten bol bevindt zich een kiel, en er bovenop een groote bel om de aandacht te trekken van voorbijvarende schepen, benevens een ingebouwde radio-antenne. De reddingbol kan op dezelfde wijze in geval van nood Ie water worden gelaten als de huidige reddingbooten, maar als hij met hel schip ten onder mocht gaan, dan zal hij door zijn eigen drijfvermogen naar de oppervlakte komen, waarbij hij zelfs in staat is zich door allerlei hindernissen van takelage enzoovoort, heen te werken. We zien hier den uitvinder met zijn reddingbol, waarvan men groote verwachtingen heeft. HET VOEDINGSSPUITJE og slechts weinige jaren geleden rekende men de waarde van een maaltijd om in calorieën. Het had er veel van weg, alsof men In een enkel getal, dat der calorieën, kon uitdrukken, of iemand zich goed of verkeerd voedde. Eiwitten en koolhydraten golden als de eenige voedingstoffen, die een mensch noodig had, en men hoopte eens zoo ver te komen, dat men een maaltijd met een bepaald aantal calorieën in een pil zou kunnen concentreeren. Op die manier zou men etenswaren voor een geheele week in zijn vestzak kunnen meenemenl Tot deze gedachte, zij het ook in eenigszins gewijzigden vorm, is men thans weer in Amerika teruggekeerd In St. Louis, Missouri, V. St., heeft men drie maanden lang verschillende personen door middel van een injectie gevoed lederen dag krijgen deze ,,proefkonijnen" eon of meer spuitjes. De voeding wordt in geconcentreerden vorm in het bloed gebracht, en afgeloopen is het met alle moeilijkheden, die aan het bereiden en nuttigen der maaltijden soms verbonden zijn! De huisvrouw behoeft niet meer te koken, vele dagelijksche ergernissen zijn voorgoed passé; men heeft geen menu s meer samen te stellen, niets van dit alles meer . . . Doch in ernst: de verdienste van dr Elmers uit St Louis is, dat hij de eiwitstoffen geschikt heeft gemaakt om ingespoten te worden. Dat dit met koolhydraten mogelijk was, wist men reeds lang. Trouwens, men spuit deze hij bijzondere ziektegevallen reeds in. Het hoeft wel geen betoog, dat de voedings-injecties nooit ter vervanging , van de dagelijksche maaltijden zullen worden gebruikt. Gebeurde dit wèl, dan zou het gezinsleven trouwens andermaal tot verarming worden gedwongen, want de maaltijden vormen in ieder gezin een der hoogtepunten der gemeenschappelijke gezelligheid. Bij ziekte, tijdens expedities en dergelijken, zullen de injecties van dr. Elmers echter mogelijk hun waarde kunnen bewijzen.
N
HOUDEN BIJEN VAN ROOD HAAR? Onlangs is er een Londensche politieagent met pensioen gegaan. Dit is natuurlijk niets bijzonders, maar bijzonder in zijn loopbaan bij de bobbies was wel, dat hij de laatste vijfentwintig jaar steeds te hulp werd geroepen wanneer een of andere bijenzwerm de Engelsche hoofdstad onveilig maakte. Hij had er blijkbaar slag van, de dieren te vangen . . . Thans heeft hij het geheim van zijn rijke ervaring aan zijn collega's bekend gemaakt. In het geschrift, dat hij heeft opgesteld, komt hij tot de conclusie, dat twee categorieën menschen In het bijzonder, voor bijen moeten oppassen: roodharige en zij, die naar alcohol ruiken. Tegenover deze stem uit de practijk, staan echter de onderzoekingen van verschillende geleerden, die hebben aangetoond, dat bijen de kleur rood niet eens opmerken! Voor het bijenoog is er totaal geen verschil lusschen de kleuren rood, zwart of diepgrijs. Bijen zouden dus roodharige menschen niet eens van zwartharige kunnen onderscheiden. In het geval van de menschen die naar alcohol ruiken, schijnt de Londensche boby echter gelijk te hebben. Niet evenwel omdat de lucht van alcohol de bijen zou aantrekken, maar. eenvoudig omdat menschen die alcohol gebruikt hebben gewoonlijk nogal luidruchtig zijn en druk doen, hetgeen bijen niet erg goed schijnen Ie kunnen hebben, waarom zij zich te weer gaan stellen met hun angel . . .
aan millioenen de sensatie van ongekende schittering der tanden! Anita Louise, ftar oï W.rno' Brother« Pictu'-^s. appearing in „THE GO GETTEP
PKPSODKNT.
I>e groote tube is voordeeliger!
GEBRUIK PEPSODENT de tandpasta mef IRIUM
SUPERCHROM Ultrasnelle hoog-orthochromatische emulsie met brillante gradatie en gro o te b el ich t ingssp eel ruimte
HET PMRIEN r. Brodic was een klein mannetje met een bU>zend gezicht. Hij zat er A V IL financieel goed voor, en „deed" in juweelen. Meer byzonderheden weet ik niet van hem, en kan ik dus ook niet vertellen. Ik had hem een keer ontmoet in Monte Carlo, en toen ik er een paar jaar later weer mijn vacantie doorbracht, kwam hij onverwachts tegenover mij aan mijn tafeltje op het terras van het Hotel de Londres zitten. Evenals den vorigen keer, was hy nog allerminst te spreken over de stad waar ik mijn tenten had opgeslagen. Hy vond er alles even decadent geworden en — gebleven. „Het wordt ieder jaar erger," mopperde hy. „Kijk maar eens naar de menschen, die hier voorbijflaneeren. Allemaal dagjt's-menschen, om zoo te zeggen. Iedereen, die een klein bedragje wekelijks opzij heeft kunnen leggen, komt eens per jaar naar Monte Carlo om „chic" te zijn. Het is meer dan erg, vooral voor iemand, die zooals ik, in juweelen doet. U moet wérkelijk eens kijken naar de menschen, die voorbijkomen. Ziet u er iemand tusschen, die een behoorlyken edelsteen draagt? Het is allemaal namaak, wat er schittert! Dat was vroeger anders, mijnheer! Toen zag je hier vrouwen, die met sieraden liepen welke duizenden waard waren. Maar tegenwoordig...." Mr. Brodie slaakte een langen zucht, bestelde een aperitif en stak een sigaret op. En toen vertelde hij mij de volgende geschiedenis. „In verhalen en boeken lees je vaak van schurken, die Monte Carlo onveilig maken. Dat is onzin. Dieven en oplichters mijden Monte Carlo juist. Ze loopen er te veel in de gaten. In de eerste plaats zijn er de ambtenaren van het Casino, die een oogje in het zeil houden, en goed ook; dan is er de politie, en tenslotte loopen er, zooals u weet, heel wat ambtenaren rond van de'Parijsche Sureté! Je kunt nooit weten, of een van die bekende speurders, die niets dan oogen en ooren en herinnering zijn, geen belangstelling voor je koestert. Natuurlijk, zoo lang je in het vorstendom Monaco blijft, kun je er op rekenen, dat je tamelijk veilig bent, want in Monaco houden ze niet van schandaal. Maar je kunt er niet eeuwig blijven, en zoodra je één voet over de grens hebt gezet, zou je, als je wat op je kerfstok hebt, tien tegen één een hand op je schouder voelen, met al de gevolgen van dien. . . Dit in aanmerking genomen is de handel in juweelen in Monte Carlo net zoo veilig als in Parijs — al heeft dat vak er natuurlijk net zoo goed als in de Fransche hoofdstad zijn moeilijkheden en gevaren. Maar die gevaren komen, hoe vreemd het misschien ook mag klinken, niét van de beroepsmisdadigers, maar van de amateurs, als ik het zoo eens zeggen mag. Van den man of vrouw, die door een plotseling verlies aan de speeltafel gedreven, misdadige methoden gaan toepassen. Vooral vrouwen zyn daar sterk in. Ik heb het zelf bij ondervinding. Luistert u maar. Het gebeurde een jaar of tien geleden —
de moeilijkheid was, dat zij al haar con-^t^^X^"" tant geld had verloren! De dividenden, die door jLs ' /^^P^ zij als aandeelhoudster van een groote mijnontginning in den Oeral ontvangen moest, zouden nog gernimen tijd uitblijven, en ze had er een hekel aan, haar financieelen adviseur in Parijs te laten weten, hoe dwaas zij was geweest. Zou ik haar misschien kunvolle waard bewonderd te worden — een nen helpen? Ze wilde twintigduizend francs dergelijk collier, zóó prachtig en van zulke leenen, en zou me er een alleszins behoorallemaal gelijke paarlen, had ik bijna nog lijk onderpand voor geven. Nulben ik een zakenman, die uit een genooit gezien! Ik was er stellig van overslacht van zakenlieden stamt. Ik ben een tuigd, dat het Soeloe-paralen waren. Deze wateren zijn bijzonder rijk aan.... menschenkenncr, en vooral de vrouwen ja, ik weet niet waaraan, maar in ieder ge- doorzie ik spoedig. Ik twijfelde geen oogenval aan iets, wat een parel zijn glans, zijn blik aan haar woord of aan het feit, dat ziel geeft. Misschien zijn het de zonsonder- zij inderdaad verloren had. Evenmin twijgangen boven deze wateren — misschien felde ik er aan, of zij geïnteresseerd was bij het tropische ochtendgloren, waarvan de mijnen in den Oeral, maar wel twijfelde ik overweldigende kleuren gegrepen en verza- aan haar goeden trouw. Ik besloot dan ook meld worden door die toovenares de oester, haar geen sou te leenen als mij geen been door haar veranderd worden in de kleu- hoorlijk onderpand kon geven waarvan ik ren van de beste parel. En die kleuren kan de waarde of zélf, of door mijn bankier kon men slechts met één woord omschrijven: laten vaststellen. gloed!" Ik zei haar dit evenwel natuurlijk niet Mr. Brodie, die poëtisch begon te wor- zoo botweg, maar ze begreep toch wel wat den, zweeg een oogenblik alsof hij in ge- ik bedoelde, want ze kwam direct met het dachten nóg die wonderlyke parelen van onderpand voor den dag. de barones voor zich zag. Hij nipte even „Ik kan u het collier, dat u zoo bewonaan zijn aperitif en ging toen weer verder. dert, als zekerheid geven," zei ze, en terwijl „Zooals ik reeds zei, uitte ik myn bewon- zij haar mantel losmaakte, toonde zij mij dering voor het collier, echter natuurlijk het parelcollier, dat zij ook dit keer droeg zonder de barones te beleedigen. Toen ver- en dat zij nu begon los te maken. gat ik zoowel haar als haar parelen, tot een Ik nam het aan en bekeek de parels. paar dagen later een vriend tegen me zei: Daar ik haar absoluut niet vertrouwde, „Die kleine Russische barones, die zooveel dacht ik niets anders dan te zullen merken, gewonnen heeft met het Marriot-systeem, je dat ze valsch waren. Maar dat bleek het weet wel wie ik bedoel, is totaal geruïneerd. geval niét. Eén aanraking, één blik was Gisterenavond heeft zij een half millioen genoeg voor mij. Ik zou er graag honderdfrancs verloren en dat beteekende het einde vijftigduizend francs voor hebben gegeven van de geschiedenis." en dan nog overtuigd geweest zijn, dat ik „Hé," zei ik, „ik zag haar vanmiddag nog er goede zaken mee kon doen! in haar auto, en ze zag er toen zeer opge„Neemt u me niet kwalijk," zei ik evenwekt uit. Vergis je je niet?" wel, „ik begrijp niet goed wat u wilt. Wat „Neen," antwoordde hy. „Ik was er zélf moet ik met dat collier doen? Ik ben geen geldschieter." bij en zag het. Wanneer ze er vandaag niet als een geruïneerde vrouw uitzag, dan deed „Neen," zei ze, „maar ik dacht dat u mij, ze het gisterenavond in ieder geval toch nu ik in zulke groote wel." moeilijkheden verkeer, Hij vertrok en hetgeen ik gehoord had het geld zou willen leemaakte niet veel indruk op mij. Ik heb nen en het collier benooit sympathie gekoesterd voor menschen houden als onderpand. die spelen. Een speler doet geen beroep op Zooals ik reeds zei, wil het geluk. Hij doet dit op het ongeluk, en ik mij liever niet tot hij doet het opealijk en met zijn eigen vrijen mijn bankier of mijn wil. Het ongeluk van de barones liet me financieelen adviseur dan ook totaal koud! wenden, en evenmin wil ik graag een beroep Maar het scheen dat myn reputatie als doen op de vrienden rijk man met een weinig kennis van edelsteenen; mijn bewondering voor haar coldie ik hier heb. Ik heb u slechts twee of drie lier en misschien ook een aanduiding die zij op een of andere wijze had gekregen, dat keer ontmoet, maar ik ik tevens een tikje bewondering voor haar vertrouw n volkomen. Daarom ben ik naar u persoon koesterde, haar er toe gebracht had aan mij te denken.... enfin, hoe dan ook, gekomen." maar op dien avond, dat ik op mijn zitDat was natuurlijk kamer een sigaar zat te rooken, werd de erg vleiend, maar vleiebarones bij mij aangediend. rij is mijn beroep niet. Ik overdacht het heele Ze maakte haar verontschuldiging, omgeval grondig, terwijl dat zij mij stoorde, maar ik van myn kant ik het collier in mijn zei natuurlijk, dat het mij een genoegen hand hield en hel peinwas haar te ontvangen en verzocht haar zend woog. Toen nam plaats te nemen, hoewel ik heel goed wist, ik een besluit. Ik zou er dat zij gekomen was om geld te vragen of haar geen geld op leete leenen, ten einde haar enorme verliezen nen. Dal kon misschien aan de speeltafel te kunnen dekken. Ik had gelijk. Ze viel om zoo te zeggen met de deur in huis. Haar tegenslag was verschrikkelijk geweest, en ze zou nooit JlKIt .IK MISSCHIKX KKN meer een slap in het Casino zetten, maar
EE« COMPLEET VERHAAL 5HAAL
'an de barones juist in het jaar dat die bekende Fransche professor in de wiskunde — ik kan me op het oogenblik zyn naam niet meer herinneren, maar u weet wel, wien ik bedoel — zyn open brief aan het Casino schreef, waarin hij aan de hand van talryke cijfers en formules aantoonde, dat het onmogelyk was een systeem te bedenken, waarmee je het met eenige kans op succes tegen de Bank zou kunnen opnemen. Toen die professor zijn brief publiceerde, logeerde ik toevallig ook in het Hotel de Londres. De Russische adel leefde toen nog in een paradijs. Ze kwamen naar Nice en Menton en hadden verhuiswagens bagage bij zich! Sommigen echter woonden in Monte Carlo zelf, en onder hen bevond zich een zekere baronesse Vatkona. Ze was eigenlijk geen Bussische; ik geloof dat ze een Zweedsche was, die een Rus getrouwd had. Haar man was kortgeleden gestorven, en zij was jong en vry. Het verlies van haar echtgenoot scheen ze zich niet erg aan te trekken, te oordeelen althans naar de manier waarop .zij haar vermaak zocht, ofschoon ik er direct aan moet toevoegen, dat zij dit altijd strikt deed binnen de grenzen van de conventie en het fatsoen, die in haar stand getrokken werden. Ik geloof dan ook dat er niets op die vrouw viel aan te merken, maar ze speelde en. . . . geloofde in een bepaald systeem. Ik meen dat zij het systeem had aangenomen van den hertog van Oldersham, dat toen zeer in zwang was, maar men beweerde dat zij onder invloed van den open brief van den Franschen professor — dien zij klaarblijkelijk verkeerd had begrepen! — van systeem veranderde en de methode adopteerde van een zekeren Marriot, waarvan nog nooit iemand, behalve dé professor, had gehoord. Het was erg dom, dat zij dit deed. Fortuna houdt niet van menschen, die aarzelen. Het gevolg was dan ook, dat zij verloor — heel veel verloor. Dat werd tenminste verteld.... Ik had haar verscheidene kceren ontmoet. Ofschoon ik in die dagen een der bekendste juweelenhandelaars in Londen was, genoot ik in Frankrijk en Monaco toch heel weinig bekendheid en ik had dan ook bijna geen relaties met den juweelenhandel in Monte Carlo. Brodie en Monters heette onze firma. Monters was de zakenman, en ik de expert achter de schermen. Ik zeg dit zonder zelfverheffing of valsche bescheidenheid, maar als keurder van edelsteenen ga ik voor niemand uit den weg. Het zit me als het ware in het bloed, en reeds op het eerste gezicht kan ik zien of een steen valsch of echt is. Enfin, zooals ik reeds zei, wist niemand dat ik in het vak was. Ik was niets anders dan een man van de wereld, die er warmpjes in zat, een suite in het Hotel de Londres bewoonde, zijn vrienden ontving en van het leven genoot — hetgeen ik dan ook altijd graag heb gedaan voor zoover mijn zaken dit veroorloofden. Ik ontmoette de barones een paar keer, en bij de laatste gelegenheid, tijdens een diner, had ik mijn bewondering uitgesproken voor haar parelcollier. Het was ten
MTK.IIO IJS VOOR IN MI.IN UMONAOK?"
gevaarlijk zijn. Als ik dat collier in mijn bezit hield, zou die vrouw dan misschien niet een of andere aanklacht tegen mij kunnen indienen? Bijvoorbeeld, dat ik het gestolen had of zoo? Dat mag misschien erg achterdochtig klinken, maar je wordt wel,achterdochtig in mijn beroep, en ik heb altijd den stelregel gehuldigd: zekerheid voor alles! Daarom zou ik haar het collier teruggeven en gezegd hebben, dat ik aan haar verzoek tot mijn spijt niet kon voldoen, als ik niet een kans op een behoorlijk voordeel had gezien! Ik zei tegen haar: „Madame la baronne, ik kan u geen geld op deze parels leenen, maar ik wil ze van u koopen." ,,Ze kóópen?" vroeg ze verwonderd. „Ja," antwoordde ik. „Ik vind ze mooi. U vraagt of ik u er twintigduizend francs o]) wil leenen. Dal kan ik niet doen, maar ik wil ze van u koopen voor dertigduizend francs!" „U wilt ze van mij koopen voor dertigduizend francs?" riep ze uit. „Ja, madame," zei ik. „En ik zal u direct een cheque geven, die u morgen reeds kunt verzilveren." Ze dacht even na. „Ik zal uw aanbod accepteeren," zei ze toen. Ik wist direct aan de manier waarop ze dit zei, dat er een of ander geheim aan de parels verbonden was. Dertigduizend francs was heel weinig voor zoo'n snoer. Ze had het collier voor vyftig- of zestigduizend francs kunnen verkoopen aan lederen goeden juwelier in Monte Carlo! Waarom was ze dan naar mij gegekomen, en waarom ging ze op myn aanbod in zonder ergens anders te probeeren, er meer voor te krijgen?
Ze was geen jongmeisje meer; ze was een vrouw van de wereld met een harden trek om haar mond; ze moest de waarde van haar parels zoo ten naaste bij hebben geweten; waarom dan .. . . ? Er waren twee mogelijkheden. Of ze was er niet op een rechtmatige wijze aan gekomen, óf ze wilde er geen ruchtbaarheid aan geven, dat zij er van moest scheiden. Een vrouw, die in een vreemde plaats haar juweelen verkoopt, dient inlichtingen te geven: zoowel over zichzelf als over haar sieraad. Ze rekende er misschien op, dat ik haar niets zou vragen, dat ik het zou beschouwen als een transactie tusschen twee vrienden.
Maandag:
äJ JU ^J JLIJL VJLJ kJ k3»U WEEKMENÜ. W\-- ' • '• Slakropjes met gehakt gevuld en aardappelen;
m%
tapioca met zure appelen. Dinsdag: Lamslapjes met aardappelen en snijboonen; flensjes. Woensdag: Macaronisoep, varkenstong, aardappelen, witte boonen en zure saus. Donderdag: Gestoofde nier, aardappelen en appelmoes; Spaansche rijst. Vrijdag: Pikante rijst met garnalen en komkommersla;' bessensap pudding. Zaterdag: Uachê, aardappelen en gestoofde bieten; schuimvla. Zondag: Aardappelschelpen met ham; kalfsoeslers, gestoofde tomalen en spaghetti; gevulde meloen.
ENKELE RECEPTEN UIT HET WEEKMENÜ Hoeveelheden voor 4 personen. Tapioca met zure appelen. Benoodigd: 100 gram tapioca, 5 d.L. water, 500 gram zure appelen, ongeveer 100 gram suiker. Bereiding: Week de tapioca eenige uren in 5 d.L. water. Leg vervolgens in een vuurvast schoteltje laag om laag de geweckte tapioca en de geschilde en aan snippers gesneden zure appelen. Bestrooi elke laag met wat suiker. Zet het schoteltje met het deksel er op in een matig warmen oven en laat de tapioca gaar worden (anderhalf a twee uur). Bessensappudding. Benoodigd: 4 d.L. bcssensitp, kaneel, 1 d.L. water, ongeveer I. Weefsels in een wafelpatroon zijn zeer geliefd. Men heeft dan ook den voorkant van deze blouse van zachtgele Angora-wol. in een dergelijk weefsel uitgevoerd. De hals is afgewerkt met een klein boordje. Mode/ Venlls
2- Deze blouse van resedagroene wollen jersey heeft als eenige versiering enkele ingeslikte biesjes op voorpand en kraagje- Sluiting van kleine knoopjes, overtrokken met dezelfde stof.
Model Venus
120 gram suiker, 15 gram gelatine, waarbij ongeveer 4 gram roode gelatine. Bereiding: De bessensap met water en pijpkancel eenigen tijd laten trekken. Dan de vloeistof eenigszins af laten koelen, de pijpkaneel er uit verwyderen en de suiker er in oplossen. De geweekte gelatine er eveneens in oplossen. j3e puddingmassa laten afkoelen en wanneer ze geleiachtig begint te worden overgieten in een met koud water omgespoelden puddingvorm. Den stijfgewörden pudding keeren en indien de pudding aan den vorm blijft kleven, dezen even in heet water houden. Bij dezen pudding vanillesaus of stijfgeslagen room met suiker geven. ZUUR GEWORDEN VLEESCH. Vleesch vormt een zeer goeden voedingsbodem voor bacteriën, vandaar dan ook, dat vleesch een artikel is, dat zeer sterk aan bederf onderhevig is. Er zijn verschillende soorten van bederf, het hangt er namelijk van af, welke bacteriën in dit bederfproecs een rol hebben gespeeld. Een veel voorkomende vorm van bederf wordt veroorzaakt door de zoogenaamde melkzuurhacteriën. Het vleesch wordt dan zuur. Wanneer het zuurworden door de genoemde bacteriën is veroorzaakt, is het vleesch niet schadelijk voor de gezondheid. We willen er hier echter voor waarschuwen, dat het voor de huisvrouw niet mogelijk is te constateeren, of dit zuur worden van vleesch alleen is veroorzaakt door melkzuurbacteriën. Er kunnen ook andere bacteriën aan het bederf hebben meegewerkt, die wel schadelijk zijn voor de gezondheid. Het is dus zeer raadzaam om zuur geworden vleesch in geen geval meer voor de voeding te gebruiken en zoodoende het gevaar voor een zeer ernstige vlceschvcrgiftiging te voorkomen. Om bederf van vleesch te voorkomen, doet de huisvrouw het beste, het direct te bereiden en het onder jus te bewaren. De gestolde vetlaag beschermt het vleesch tegen bacteriewerking. 52^
Om haar op de proef te stellen, zei ik evenwel: „Vindt u het goed, als ik ze door een juwelier in Monte Carlo laat taxeeren'? Er zijn verscheidene experts in Monte Carlo." „Neen," zei ze, „dat vind ik niet goed. Ik wil in geen geval, dat er over deze kwestie gesproken wordt. U hebt mij verteld, dat u een expert bent op het gebied van parels. Wel, als u ze koopt, moet u ze op uw eigen risico koopen. Ik heb ze cadeau gekregen," vervolgde ze, „en ik ben zelf geen kenner van parels. Ik kan ze werkelijk niet beoordeelen." „Wilt u mij een verklaring geven dat ze echt zijn?" vroeg ik. „Neen," antwoordde ze. „Zooals ik u zei, heb ik ze cadeau gekregen en ik hel) altijd gemeend, dat ze echt waren, maar ik ben geen expert, zoodal ik u geen schriftelijke verklaring kan geven, als hel dat is wat n bedoelt." Nu scheen me dit een punt in haar voordeel. De parels waren echt. Als vakman wist ik dat beslist. Toch scheen ze er zelf niet geheel zeker van te zijn. Dal scheen Ie kloppen met hetgeen ze zei. namelijk dat zij ze cadeau had gekregen. Maar toch vertrouwde ik haar niet. Ik liel er echter niets van merken, nam oen vel papier en schreef de volgende verklaring: Monte Carlo. Hotel de Londres, 15 Januari. Ontvangen (per cheque) van W. .1. Brodle de som van dertigduizend francs als betaling voor een collier echte parelen. ('icteekend Ze zelle haar handleekening en naar mijn bureau gaande, schreef ik de cheque, welke ik haar in ruil voor de kwitantie overhaniligde. Ze gaf mij hel collier en ik borg het in een lade van mijn schrijftafel en toen bleef zij nog een paar minuten zitten praten. Daarop vertrok zij, mij opnieuw bedankend. Alleen gebleven, haalde ik de parels weer levoorschijn en nam ze in mijn hand, hun schoonheid andermaal bewonderend. Hen parel spreekt zoowel tot het gevoel als tot hel oog, en ook tot een soort zesde zintuig, dat het zintuig is van den handelaar in parels, en dat zoo ongeveer hetzelfde is als het zintuig van den thee- of ilen wijnhandelaar. Hel was dit zesde zintuig dal maakte, dat ik volkomen gerust was op hetgeen ik had gedaan. Ik moet u vertellen, dat de imitatie parels • bans zóó prachtig en bedrieglijk kunnen worden gemaakt, dat alleen een expert hel (inderscheid kan zien. Maar ik wist dat ik mij niet vergist had, en het eenige wat ik niet begrijpen kon was waarom zij haar sieraad zoo goedkoop van de hand had gedaan! Ze had mijn aanbod aangenomen zonder Ie probeeren meer te krijgen. Knfin, ik kon geen antwoord op deze vraag vinden, maar na verloop van tijd beantwoordde zij zichzelf. Ik zag de baronesse den volgenden morgen niet. maar terwijl ik in het restaurant Ciro zat Ie lunchen, zag ik haar voorbijkomen in haar auto. Dien avond ging ik naar Nice voor zaken, en toen ik den volgenden dag terugkwam, noemde een vriend van mij in den loop van een gesprek den naam van de barones. Zooals hij me vertelde, was zij opnieuw aan hel spelen gegaan en won ze.... „Ze heeft klaarblijkelijk iemand gevonden, die haar geld geleend heeft." zei mijn vriendi „Nu, dal is ook een ezel geweest.
want of zij wint of verliest, hij zal zijn geld niet meer terugzien." Ik glimlachte. . . . Ze had het geld van mij gekregen en ik was geen ezel geweest. Daar was het collier te kostbaar voor! Ik zei echter niets. Ik kon evenwel het gevoel niet van me afzetten dat de barones, hoe eerlijk zij overigens in het gewone doen mocht zijn, toch niet oprecht tegen mij was geweest toen zij mij de parels had verkocht. Ken uitdrukking in haar oogen, een klank «in haar stem, iets in haar geheele houding vertelde my dat toen zij was gekomen om twintigduizend francs van mij te leenen, ze een of ander heimelijk voorbehoud had gemaakt, dat ze zorgvuldig voor mij had verborgen. Natuurlijk was dit voorbehoud in mijn nadeel. , Ik besloot de zaak Ie onderzoeken. Vanzelfsprekend behoefde ik niet ongerust te 'zijn wanneer mocht blijken, dat de parels gestolen waren, of indien er een andere misdadige handeling aan verbonden was. \va4il ik had de kwitantie voor het bedrag dat ik er voor gegeven had; van mijn kant was het een doodeenvoudige transactie geweest, die volkomen in de lijn van mijn beroep lag. Vol vertrouwen dus en met het stellige voornemen haar te slim af te zijn indien zij mij er tusschen had willen nemen ging ik dien avond naar hel Casino en zag haar daar, ofschoon ze pas heel laat kwam. Hel geluk, dat den vorigen avond reeds mèt haar was geweest, scheen haar nog steeds gunstig gezind te zijn; ze speelde Irente et quarante en stond van de tafel op met verscheidene duizenden francs, die ze gewonnen had. Ze zag mij evenwel niet. Ik weel Tiiet. of ze mij wérkelijk niet zag, of dat zij opzetlelijk een anderen kant uitkeek. Eerlijk gezegd, helde ik tot de laatste overtuiging over. Mr. Hrodie was klaarblijkelijk goed genoeg om er geld van los te krijgen, maar niet om als kennis behandeld te worden! Zoo voelde ik het althans dien avond. Toen herinnerde ik my, dat wij elkaar reeds eenige malen op voet van gelijkheid badden ontmoet en dat er niets was gebeurd, waardoor deze verhouding veranderd kon zijn. Neen, ze meed mij dus uitsluitend omdat ze die parelen aan mij had verkocht, in opnieuw kwam ik daardoor tol de conclusie, dat zij mij op de een of andere wijze bedrogen moest hebben! Ik nam aan, dat zij mij uil vrees niet zien wilde. Daarom besloot ik na te gaan (jf dit inderdaad zoo was. Den volgenden dag liet ik mij bij de baronnese om vier uur ties middags aandienen. Ze woonde in hetzelfde hotel als ik, en ik wist, dat zij om dien tijd ontving. Marie, haar kamenier, deed mij open. Ze zei, dat haar meesteres thuis was en liet mij in een groote kamer, die vervuld leek van den geur van Hussische thee en lUissische sigaretten. Daar vond ik mijn baronesse in gezelschap van verschillende dames en beeren nil den lUissischen en Franschen adel. De eenvoudige Mr, Hrodie moei wel een zeer simpel figuur gemaakt hebben tusschen al deze deftigheid, want hel gezelschap was zeer select. Heel anders dan dal van de soupers en diners, waarbij ik de baronesse had ontmoet.... Ik trok er mij echter niets van aan. Men wist dal ik rijk was, ofschoon overigens maar een gewoon mannetje, en de anderen dachten blijkbaar, dat ik ook geïnviteerd was. Ze gedroegen zich behoorlijk legen mij, en ik deed alsof het mijns gelijken waren...."
{Ingezonden mededeeling)
Was bang de straal over te steken Nu bevrijd van alle rheumatische pijnen „Twaalf maanden leed ik de hevigste rheumatische pijnen in mijn beide knieën. Tweemaal werd ik behandeld, maar het gaf niets. Ik kon geen trap op of af. Ik was bang de straat over Ie steken, want ik was al mijn zelfvertrouwen kwijt. Veertien dagen geleden begon ik met Kruschen Salts en nu ben ik al een heel ander mensch. Ik loop kwiek en steek de straat met een gerust hart over. Mijn. pijnen worden steeds minder." I). L.' Hheumalische pijnen ontslaan bijna steeds door de schadelijke afvalstoffen, die in l'w organisme achterblijven, waarvan urinezuur een der voornaamste is. Kruschen Salts spoort lever, nieren en ingewanden aan tot regelmatige, krachtige werking, waardoor de afvalstoffen langs de natuurlijke kanalen worden verwijderd, waardoor hel bloed wordt gezuiverd en de pijnen verminderen, om binnen korten lijd geheel te verdwijnen. Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij alle apothekers en erkende drogisten.
Ik keek Mr. Hrodie eens aan terwijl, hij deze laatste woorden zei en inderdaad scheen hij me niet iemand, die zich gauw van zijn stuk liel brengen. Dik en vriendelijk en rondborstig, kon men hem zich moeilijk voorstellen met zijn mond vol tanden! „Hel was dus niet al te vervelend," vervolgde Hrodie na weer even aan zijn ,das genipt te hebben. „Cr was een oude markies, die allerlei verhalen deed uil zijn jeugd, en een graaf, die voortdurend zat te knikken alsof hij de speelmakker van den markies was geweest, ofschoon zij Hkander pas een paar weken tevoren in Monte f'.arlo had den leeren kennen. Knfin.... veel bijzonders werd er niet verhandeld, dat kun je van zoo'n gezelschap trouwens niet verwachten, maar ze bleven niet al te lang en na eenigen tijd was ik alleen met de baronesse overgebleven. ,,l' moei. me niet kwalijk nemen, dat ik n gestoord heb," zei ik legen haar, „maar ik wilde n over een belangrijke aangelegenheid spreken. Over de parels, die ik van u gekocht heb." Haar gezicht veranderde. Ze werd doodsbleek en hel kwam me voor dat ze moeite had zich Ie belieerschcn, ..Over de parels?" vroeg ze. „Ja," antwoordde ik. „I' moet me niet kwalijk nemen, dal ik lul zeg. maar ik geloof dat il nogal gt luk aan de speeilafel hebt gehad en daarom dacht ik. dal u de parels misschien wel terug wilde koopt Ik /ag dat ze aarzelde.... Ze wilde „neen" zeggen, maar bedacht zich.
VERWACHT: METRO-GOLDWYN-MAYER's
DRIE KAMERADEN MET ROBERT TAYLOR, MARGARET SULLAVAN, ROBERT YOUNG EN FRANCHOT TONE NAAR DEN GELIJKNAMIGEN ROMAN VAN ERICH MARIA REMAROUEt
De opening der Staten-Generaal
HM. de Koningin tijdens het uitspreken van de Troonrede.
„Ik zou ze graag terug willen koopen," zei ze na eenige oogenblikken, „maar de moei lijkheid is het geld. Ofschoon ik heb gewon nen, zooals u zegt, kan ik toch geen geld missen, daar ik verschillende schulden moei betalen. Ik kan op het oogenblik geen dertigduizend francs betalen, en ik geloof zelfs niet, dat ik ze binnen afzienbaren tijd bij elkaar zal kunnen brengen." „Goed," zei ik. „Ik dacht echter, dat ik u het aanbod om ze terug te koopen moest doen, daar er een verandering in mijn financieele omstandigheden is gekomen. Ik kan u het aanbod niet nóg eens doen, want ik heb zelf geld noodig' en moet de parels daarom morgen verkoopen. Ik zal ze daarom naar een relatie in Parijs zenden, met het verzoek ze voor mij te gelde te maken." Kr kwam een angstige blik in haar oogen: de blik van den haas, die door een hond achternagezeten wordt. „Ken oogenblikje. Mr. Brodie," zei ze. „Ofschoon ik het geld niet vandaag of morgen reeds bij elkaar kan brengen, is het misschien toch wel mogelijk dat ik het binnen een paar dagen heb. Het is vandaag Woensdag; geeft u mij den tijd tot Maandag. Dan zal ik wellicht in staat zijn ze terug te koopen. Xiet alleen dat ik ze weer graag in mijn bezit zou willen hebben omdat ik ze prachtig vind als sieraad, maar er is een dierbare herinnering voor mij, aan dat collier verbonden. Het is het cadeau van een zeer goeden vriend, en.... enfin, ik zal al mijn bes! doen te zorgen dat ik het geld Maandag heb." „Goed," zei ik, en daarbij lieten we het. Ik keerde terug naar mijn kamer en stak een sigaar op om over de zaak na te denken. Ze kwam mij als volgt voor: Ie. ze was bang, dat de parels getaxeerd zonden worden. Dat was duidelijk; 2e. ze vreesde dus blijkbaar, dat ze niet echt waren; 3e. ze wilde klaarblijkelijk, als er moeilijkheden van kwamen, de zaak afwentelen op de schouders van „den goeden vriend", van wien zij ze gekregen had; 4e. voor zichzelf maakte zij zich geen al te ernstige zorgen. Ze had geen verklaring afgelegd dat de parels echt waren, en als er dus iets gebeurde, kon ik niet veel tegen haar beginnen. Tegenover al deze feiten stond echter de zekerheid, dat de parels écht waren. Wat er ook gebeurde, ik was degeen, die aan het langste eind trok! Zeker van mjjn zaak. wenschle ik haar toch behoorlijk te behandelen. Indien zij kwam vragen de parels terug te mogen koopen, zou ik ze haar voor vijftigduizend francs laten. Ik was ten slotte handelaar en mocht aan de transactie best twintigduizend francs verdienen. De zaak zou echter heel anders Joopen. ... Dien avond werd er aan de deur van mijn kamer geklopt en op mijn „binnen" verscheen Marie, de kamenier van de barones. Ze was een Franfaise, en deed erg opgewonden. De reden vertelde ze mij nog eer ze had plaats genomen op den stoel, dien ik baar aanwees: ze had ruzie gehad met haar meesteres en haar congé gekregen! „Monsieur," zei ze, „ik ben gekomen om u over die parels te spreken." „Wees kalm," zei ik. „Wat is er met de parels?" „Monsieur," zei ze, „het zit zóó: meer dan een jaar geleden kreeg madame een collier cadeau, dat verscheidene duizenden francs waard was. Zes maanden geleden echter vertelde zij mij, dat ze het niet langer durfde dragen. Ze was bang, dat het gestolen zon worden. Ze wilde het niet verzekeren in
verband met de hooge kusten, en daarom besloot ze het in bewaring te geven aan haar bank in Parijs. Maar voordat ze dit deed, monsieur, liet ze er een duplicaat van maken bij de firma Jossard in Parijs. Het kostte slechts vierduizend francs, maar het was zóó mooi, dat men de beide colliers niet van elkaar kon onderscheiden. Ze droeg het naar de opera, op den avond dat het van Jossard gekomen was, en niemand merkte het verschil! Den volgenden dag bracht zij het echte collier naar de bank en gaf het daar in bewaring, en daar bevindt het zich nog altijd. Ze heeft sindsdien steeds het duplicaat gedragen. Monsieur moet het ook hebben gezien en geconstateerd hebben hoe mooi het was." „Ja," zei ik, „ik heb het gezien; het is inderdaad een prachtig collier." „Welnu," vervolgde zij, „eenige dagen geleden verloor madame veel geld aan de speeltafel, en den volgenden avond ging zij naar u toe, monsieur. Ik zag het toevallig, en den anderen dag had zij heel veel geld, maar was het collier verdwenen. Ik ben niet dwaas, en het een met het andere combineerend, begreep ik, dat zij het collier aan u verkocht had, en nu ben ik gekomen om u te vertellen, dat u bedrogen bent, want dat het collier niet echt is. . . ." „Je bedoelt dus," zei ik, „dat zü mij de imitatie in plaats van het echte snoer heeft verkocht?" „Ja," zei ze, „dat bedoel ik." „Nu kijk eens," zei ik, „je zei, dat de bar rones je vanavond heeft ontslagen nadat jullie ruzie hebben gehad. Ik kan daarom niet gelooven dat ze weet dat jij op de hoogte bent van hetgeen ze gedaan heeft. Anders zou ze je voor niets ter wereld tot een vijand hebben gemaakt...." „Maar ze wéét het ook niet, monsieur," verklaarde Marie. „Ze vermoedt niet eens, dat ik weet, dat ze een duplicaat heeft laten maken. Ze heeft het heel stilletjes gedaan. Ze heeft er mij nooit met één woord over gesproken, evenmin trouwens als over het feit, dat ze hel echte collier bij de bank heeft gedeponeerd. Ik heb het allemaal zelf ontdekt, maar ik heb het ontvangstbewijs van de bank gezien, zoodat ik er een eed op kan doen, dat het waar is wat ik zeg. Madame is zeer zorgeloos met haar papieren." „Je bent een eerste klas spionne. Marie," zei ik, „en ik moet je wel bedanken voor de moeite, die je je gegeven hebt, mij te komen waarschuwen. Zeg eens, je hebt natuurlijk op een belooning gerekend?"
Meyer en Klaassen komen 's avonds laat in hun hotel na de vergadering en zijn in hun schik met de rustige kamers. Ze zijn moe.
„Dat laat ik heelemaal aan monsieur over," antwoordde ze. „Je bent een fatsoenlijk meisje," zei ik, „en je wilde dus het goede doen en mij behoeden voor een groot verlies?" „Juist, monsieur," zei ze, met neergeslagen oogen. „Dan," zei ik, „moet het besef, het goede te hebben gedaan, je belooning reeds zijn, want ik heb geen valsche parels van de barones ontvangen. Het is waar, dat zij mij een bezoek heeft gebracht, maar dat was over een privé aangelegenheid, en had niets met jou te maken. Goedenavond!" En met deze woorden hield ik de deur voor haar open. Toen de deur weer achter haar dicht was, moest ik in mezelf lachen. Ik doorzag het heele geval nu heel duidelijk, en ik besloot mijn revanche te nemen op de vrouw, die mij zoo koelbloedig had willen bedriegen. Ik stuurde haar den volgenden dag een .briefje waarin ik haar vroeg direct even bij me te willen komen. Ze kwam inderdaad oogenblikkelijk. Ik verzocht haar te gaan zitten en toen zei ik: „Ik heb gevraagd of u even komen wilde in verband met die parels." „O, juist," zei ze, „de parels. Wat is er mee?" „Madame," zei ik, „ik heb reden aan te nemen dat die parels valsch zijn." „Werkelijk?" vroeg ze. „U hebt ze dus lateii taxeeren?" „Het geeft niet wat ik heb gedaan," antwoordde ik „maar in ieder geval heb ik reden aan te nemen, dat ze valsch zijn." Ze maakte een hulpeloos gebaar met haar handen. „IJ zult zich herinneren," zei ze, „dat ik geen verklaring omtrent hun echtheid heb afgelegd. Ik was echter stellig overtuigd, dat ze echt waren. Ze waren een cadeau van iemand, dien ik zeer hoogacht. Indien ze thans valsch blijken te zijn, hoe kan ik dan weten, monsieur, dat u er niet een duplicaat van hebt laten maken en de echte daardoor hebt vervangen?" Toen besloot ik terug te slaan. Ik doorzag haar geheel en al. Ze had niet alleen geprobeerd mij op te lichten, maar bovendien was zij nog bereid een valsche aanklacht tegen mij in te dienen! „Madame," zei ik, „Jossard te Parijs, die u zes maanden geleden een duplicaat van uw collier bezorgde, zal zonder twijfel in slaat zijn het te herkennen. En dan is er nog uw bankier te Parijs, waar u hel échte collier in bewaring hebt gegeven.... U dacht, dat ik een rijke dwaas was, en
Maar hoe kan een mensch slapen, als z'n buurman van de eene hoestbui in de andere schiet? Dat is nu een echte rookershoest denkt Meyer.
wist heel goed wat u mij aanbood om er dertigduizend francs voor te ontvangen! Door uw verliezen aan de speeltafel bent u tot deze afschuwelijke daad gekomen. I" bent geen beroepsmisdadigsler, u handelde volgens een impuls, maar toch is er iels in u, madame, dat mij aan den beroepsmisdadiger doel denken, want ofschoon u weer heel veel gewonnen hebt aan de speeltafel, hebt u geen enkele poging ondernomen om hetgeen u gedaan hebt, goed te maken, l wilde die parels niet terugkoopen, maar dreigde mij nog met een valsche aanklacht . . . Wees intijds gewaarschuwd, madame, want dat is epn weg, die naar zeer onaangename plaatsen voert. En nu," zoo besloot ik, „moet ik u vragen mij die dertigduizend francs terug te geven. V bent in staat dat te doen." Ze was lytaal verslagen. Ze verdedigde zich niet, maar ging naar haar kamer om even later met de dertigduizend francs in bankbiljetten terug te keeren. Ik accepteerde het geld en zei toen: ,,lk zal het collier houden als een herinnering, maar ik zal er voor betalen wat u er voor aan Jossard betaald hebt vierduizend francs!" Ze boog haar hoofd, ik betaalde haar de vierduizend francs en ze vertrok. Den volgenden dag verliet ze Monte Carlo en sindsdien heb ik haar nooit meer gezien." Hij stak een andere sigaret op en vervolgde „U zult de heele geschiedenis misschien niet erg duidelijk vinden, maar ik zal u de rest ook vertellen: De barones moet, toen zij het duplicaat van Jossard had ontvangen, het hebben vergeleken met het origineele collier — iets wat natuurlijk zeer voor de hand lag, maar terwijl zy het deed, moet zij de beide colliers hebben verwisseld en het duplicaat naar (Je bank hebben gebracht in plaats van het echte collier.-Het is heel duidelijk, en er kan geen andere oplossing zijn! Typisch anders, niet, dat zij mij, terwijl ze dacht mij een imitatie te verkoopen, de echte parels verkocht! Ik zou haar gezicht wel eens hebben willen zien toen ze het ontdekte — als zij den een of anderen dag geprobeerd heeft het „echte" collier te verkoopen ... ." „Hebt u het collier verkocht?" „O ja, natuurlijk.... Ik draag geen colliers. ... Ik kreeg er honderdtachtigduizend francs voor." „ En het kostte u vierduizend?" „Ja," zei Mr. Brodie, „maar ik heb mijn winst aan de armen gegeven. Ik gunde de barones haar les — en den armen óók wat!"
Hij staat op, klopt op de deur van Klaässen en geeft hem zijn doosje Wybert. Die helpen absoluut tegen hoest.
Bij 't ontbijt bedankt Klaassen hem. Ja, ze hebben puik geholpen en voortaan altijd Wybertjes mee! Wybert-tabletten legen hoest en keelpijn.
^^
^r
-p-i r~H ^rH J_j kji'IOP AJ JL
^^
JU JLVk>
JLJJU^LJ EEN DORPJE BOUWEN
teekenen en uit ie knippen, en ze dan zóó in de teekening te rangschikken — nadat je deze ook hebt nageteekend — dat ze volgens je eigen idee het beste geheel vormen. Plak de gebouwtjes dan vast — sommige zullen elkaar gedeeltelijk bedekken — en kleur het geheel.
UIT DE WERELD VAN
honden door te laten, als ze in den tuin willer Het grootste is voor Bello, het kleinste voor Fik Een oogenblik kijkt de bezoeker sprakeloo: naar zijn verstrooiden vriend en zegt dan: „Maar Fik kon toch ook wel door die groote opening? De professor denkt ernstig na, en schiet dan ir; een lach. ,,Ja, je hebt gelijk," zei hij toen. ,,lk had d
RAADSELS VRAAGt
Waarom
i}eej6 ufjz luo
ligt
de
visch
op
de
markt7
:aaOOMiNV
VRAAG: Wie gaan er steeds op hun kop. uauaonos al ui sja^nds 3Q ^QaoOMiNV VRAAG: Welke kaars brandt langer, een kleint of een groote kaars? (jja)jo>| uaput-jq )3i| japuo uapjOM) jjajjo) {3q3|{t uapuejq az 'apiaq UBA uaa*) ^QaOOAVLNV
De acht huisjes, die je hierboven geteekend ziet, vormen een dorpje, dat gebouwd is aan de beide oevers van het kanaal, dat loopt door het landschap, hetwelk je hierbij eveneens ziet weergegeven. Het is een leuk werkje de gebouwtjes na te
GRAPJES ,,Gaat het prettig?" vroeg oom aan zijn kleine neefje, dat op zijn knie reed. ,,Ja, oom, maar ik zat toch liever op een échten ezel . . ." Jantje is altijd bezig met vragen stellen. Dikwijls gaat het zijn vader vervelen, omdat hij niet eens rustig zijn boek kan lezen. Zoo ook nu weer. Jantje heeft zeker al wel weer twintig vragen gesteld in nog geen vijf minuten tijd, en vader heeft gezegd, dat hij nu maar eens moet ophouden. Jantje kijkt wat sip, en zegt dan: „Vader, mag ik nog één vraag doen?" „Nu, vooruit dan maar," zegt vader. „Wat wit je nu nog meer weten?" „Vader, waarom mag ik niets meer vragen?" „De giraffe heeft geen erg langen staart, hè vader?" „Neen, jongen, maar hij heeft wel een erg langen hals." „Ja, dat is waar. Kwispelt hij daar nu mee, als hij in zijn schik is, vader?" TOCH ^IAD HIJ GELIJK! Een onderwijzer nad de gewoonte om steeds „wij" te zeggen als hij jullie bedoelde. Bijvoor-
DE SPORT
1-2. De wielerwedstrijden op de Veka-baan te Amsterdam. — 1. Tijdens den jeugdachtervolgingswedstrijd. Voorop de 13-jarige Overweg die winnaar werd en achter hem de 12-jarige Idenburg, beiden in hun eereronde. 2. In den strijd om het vette varken werd R. Lodewijks winnaar. We zien hem op onze foto met zijn veroverden prijs. 3-4. De voetbalwedstrijd 't Gooi —Feyenoord, die door Feyenoord met 3-1 werd gewonnen. — Twee foto's voor het doel van 't Gooi, beide een hachelijke situatie weergevend. 5-6. Twee momenten uit den strijd tusschen D.W.S.-Blauw-Wit, door D.W.S. mei 2-1 gewonnen. 5. Een aanval op het doel van D.W.S. 6. Voor den goal van Blauw-Wit.
beeld: „Nu moeten we vanavond thuis die en die sommen maken en die en die les leeren". Eens toen een der jongens ondeugend was, zei hij tegen hem: „Nu maken wij vanavond- thuis honderd strafregels." Den volgenden morgen leverde de jongen er vijftig in. „Wat beteekent dat?" vroeg de onderwijzer. „Ik heb toch gezegd honderd regels?" „Zeker, mijnheer," antwoordde de jongen, „maar u zei: W ij maken er honderd, dat is dus ieder vijftig." DE VERSTROOIDE PROFESSOR. Een professor had twee honden. Bello en Fik. De eerste was veel grooter dan de laatste, maar allebei huisden zij samen in één kennel. Ze begonnen zich daar echter te vervelen en daarom besloot de professor een gat in den houten wand van den kennel te laten maken, opdat zij vrijuit den tuin in konden loopen. „Maar," zei hij tegen den timmerman, die het karweitje moest doen, „het eene gat moet grooter zijn dan het andere." De timmerman deed zooals hem opgedragen was. Een paar dagen later kwam er echter een vriend bij den professor op bezoek. Terwijl ze samen in den tuin liepen, vroeg de vriend plotseling, de gaten in den kennel ziend: „Waarvoor dienen die?" „O," zei de professor, „die zijn om mijn
Een loos visschertje.
(Foto M.G.M.
DflAe -ZWEMT IEMAND WliHCi HEM OP EN firRRESTeéir HEM,HET 16 VAST EEH VAM DE T>1EVEN V
Ter gelegenheid van Haar regeeringsjubileum werd H.M. Apeldoorn. Rechts: De optocht van versierde Geldersche
_afi_
de Koningin te Apeldoorn en het Loo gehuldigd. - Links: H.M. tijdens den rijtoer door wagens trekt voorbij het Loo, terwijl H.M., staande op Het bordes, de deelneemsters en deelnemers hartelijk groet.
Dr. George W. Garven, een der bekendste negergeleerden, die talrijke chemische en natuurkundige onderzoekingen op zijn naam heeft in verband met de katoencultuur.
sluitend door negers is opgericht en geleid. Het grootste aandeel in deze onderneming heeft één man gehad, wiens naam in de geheele negerwereld tot een symbool geworden is: Booker T. Washington. Booker T. Washington, die in zijn prille jeugd nog een slaaf was, heeft ondanks groote moeilijkheden
—
zijn
levensonderhoud
en
het
benoodigde
studiegeld moest hij verdienen met kamers vegen en ander huiswerk — toch weten te bereiken, wat ook heden ten dage nog hét ideaal van iederen zwarte is: een „education", een opvoeding, een vorming. Deze vorming heeft hij ontvangen aan het door generaal Armstrong geleide jnstituut in Hampton, Midden in de „Black Belt",den zwarten gordel, van de Vereenigde Staten — de door zeer vele negers bewoonde katoenstaten in het Zuiden van de Unie - ligt een klein stadje, Tuskegee in Alabama, welks naam door iederen neger ter wereld met trots wordt genoemd. Hier, waar een groot deel van de zwarte bevolking nog leeft onder voorwaarden, die in materieel opzicht niet veel verschillen van de toestanden uit den slaventijd, vormen de terreinen en gebouwen van het „Tuskegee Normal and Industrial Institute" voor hen een geestelijk middelpunt, een soort cultureel reservaat, waar zwarte leeraren de negerjeugd de middelen verstrekken om zich op te heffen uit de intellectueele minderwaardigheid, waarin zij nog steeds leven. Of van Europeesch standpunt bezien, het instituut den naam „universiteit" verdient, is de vraag; de Amerikaansche schooltoestanden en de behoeften van de intellectueele negerjeugd zijn immers zoo geheel verschillend van de onze. StUiiententypen van de negeruniversiteitX
\Een ihel der universiteitsgebouwen te Tuskegee.
Maar in ieder geval heeft de school een academisch karakter, zoowel wat de inrichting en het ceremonieel betreft als de groote invloed, die er op de geheele negerbevolking van de Vereenigde Staten van uitgaat. Wel is waar bestaan er nog meer hoogere onderwijsinrichtingen voor negers in de Vereenigde Staten behalve de universiteit van Tuskegee, doch wat aan deze instelling haar zeer bijzonder karakter verleent is het feit, dat ze niet door welwillende blanken meeste van
werd
gesticht zooals
dergelijke
het
met
de
inrichtingen het geval is,
doch dat ze van het allereerste begin af aan uit-
dat in den eersten tijd der negeremancipatie en ook nu nog, zeer veel voor het zwarte ras heeft beteekend. Kort nadat hij hier zijn Studies had beëindigd werd Booker T. Washington verzocht naar Tuskegee te komen om daar een school voor zwarten te leiden. Zijn trots over dit aanzoek werd echter veel verminderd, toen hij in Tuskegee wel een aantal leergierige zwarten, doch als schoolgebouw slechts een paardenstal en een kippenhok aantrof. Hoe hij toen — het was in 1881 — met groote energie aan den arbeid trok en in enkele tientallen jaren tijd „zijn" school tot een instelling van groote faam ook onder de blanken van de Vereenigde Staten - uit deed groeien, is een sprekend voorbeeld van den moed en het vertrouwen, dat hij in de toekomst der negers had! Shakespeare
in
het
zwart.
Studenten van de negeruniversiteit voeren Shakespeare's ..King Lear" op. De stichter der negeruniversiteit te Tuskegt ■e heeft bepaald, dat iedere student zich ook in een handwerk moet bekwamen. — Een student die tegelijkertijd d> ukker is. Onder : Een wandeling na hi t college.
Dt' VOOR V~CLIU Mej A V. te W - Hel spijt me, ddt ik u moet teleurstellen E zijn nug wel meer middelen, doch die komen zeker even duur uit Ik k dn u ;chter v^el zeggen, dat dit een zeer prebaat middel is. Mag ik er u evenwel opmerkzaam op maken, dat wanneer de haaruitval een ziekelijk verschijnsei is, u een arts moei raadplegen? F J. F te A. - Zeker mag dat, wanneer u buiten op de enveloppe maar vermeldt, wal ei inzit en de oplossingen op aparte velletjes papier schrijft N. H, te H - Hel is ons onderlusschen gebleken, dat bedoelde erfenis bepaling kortgeleden is gewijzigd. Onze juridische adviseur deelde mij mede, dal deze bepaling nu inhoudt, dat, wanneer twee echtelieden in gemeenschap van goederei. zijn gehuwd, bij overlijden van een der echtge nooten - wanneer er ten minste geen kinderen zijn - de overlevende de geheele nalatenschap erft Hiermede zijn dus nu al uw vragen opgelost en behoeft u zich nergens meer zorg over te maken L. K te A - Hel bovenstaande is tevens als antwoord aan u bedoeld. Zooals u ziet is er inderdaad een voor u gunstige wijziging in de bepalingen gekomen.
Mevr. W, G. U A - Ja, de etiquette heeft in den modernen tijd gioote offers moeten brengen, maar to^h zijn er nog steeds vormen, die ook de moderne beschaafde mensch niet gaarne overtreedt en die hij ook dooi anderen niet graag overtreden ziet. - Ziehier dan het antwoord op uw vragen. Wanneer er verschillende menschen aan elkaar worden voorgestelc en het ziet er naar uit, dat het slechts bij een oppervlakkige kennismakinc, zal blijven, dan behoeft de dame geen hand te geven, doch kan zij vol staan met een knikje. Ook bij het afscheid is dan een knikje voldoende Heeft zij echter wèl een hand gegeven, dan moet zij dit ook bij het af scheid doen. Het zou onbeleefd zijn indien zij zich dan slethts tot een knikje bepaalde. - „Bonne apétit" kunt u gerust wenschen of klinken in dien de omstandigheden daartoe aanleiding geven, bijvoorbeeld na een toast, met een jarige of ander „feestvarken", enzoovoort. — Mes en vork wordt nog op dezelfde wijze gehanteerd: vork links, mes rechts, waarbij het mes alleen mag dienen om te snijden en de spijzen op de vork te schuiven. Ik hoop, dat deze inlichtingen voldoende zijn.
pe^vvtMN srtp DE VLIEGAVONTUREN VAN
:<
PETER EN DOT Vervolg
J. v. d. D. te G. - MY? cent porto is bedoeld voor een brief van twintig gram. Of deze brief naar New York of naar Los Angeles moet, maakt geen verschil. — Is het zoo nog vroeg genoeg? De Secretaresse van de Voor U Club, Galgewater 22, Leiden.
^^
1. Pet«r en Dot deinsden verschrikt achteruit, toen ze zaj^en, dat er een groote hond in de cabine van „De Zilveren Ster" zat. Maar vóór ze konden bedenken wat hij daar deed, stootte het beest de deur open en sprong met een vaart naar buiten. „Ga achteruit. Dot," riep Peter. „Ik kan hem wei aan f"
2. De jongen was van pian het dier dadelijk te kalmeeren, en toen hij hem daartoe stevig bij den halsband gteep, bleef de hend meteen »1 rustig staan Hij bleek de kinderen erp goed gezind te zijn en verder niets kwaads in den zin te hebben.Glimlachend streelde Dot hem over den kop.
3. Ze begrepen nu, dat mijnheer Grimes den hond in liet vliegtuig had achtergelaten om het te bewaken, maar dat was we! een beetje anders uitgekomen den hij had gedacht. Toen Peter hel dier liet loopen, rende het dadelijk naar den ouden molen, en in niinder dan geen tijd kwam mijnheer Grimes nu aanhollen.
4. Peter duwde zijn zusje snel in de vliegmachine. En op het oogenblik, dat mijnheer Grimes hen bijna had bereikt, verhief „De Zilveren Ster"' zich al statig van den grond. Het duurde nu niet lang meer of de man beneden was voor de kleine luchtreizigers nog maar een heel klein zwart stipje.
5. Juist zat Peter te bedenken, dat ze nu hun tocht weer ^oort konden zetten naar het eiland, waar hun vader was terechtgekomen, toen een uitroep van zijn zusje hem verschrikt het hoofd deed o ni wend en. „Peter," hijgde ze, hem een leege doos voorhoudend, „kijk eens, de kaart is weg I Mijnheer Grim es heeft 'm meegenomen!"
6. Op die kaart was precies aangeteekend, waar het eiland van hun vader zich bevond en de kleine piloot wist, dat hij zonder die kaart niets kon beginnen. „Dan moeten we mijnheer Grimes weer opzoeken," zei Peter dadelijk. Ze hoefden niet lang te zoeken, want hij was ook opgestegen.
7, Terwijl haar broertje „De Zilveren Ster" bestuurde, hield Dot een oogje op het vliegtuig van hun ouden vijand. Plotseling slaakte ze een uitroep. Peter draaide zich om en merkte, dat zijn zusje erg bleek zag. „Ik geloof, dat mijnheer Grimes' motor weigert. Hij valt vast en zeker naar beneden."
8. Het meisje had volkomen gelijk, want toen Peter ook keek, zag hij dat het cabine-deurtje werd opengeworpen en dat er een gedaante uitsprong. Deze gedaante vloog pijlsnel naar beneden en hij draaide om en om. Pe kinderen keken met ingehouden adem toe. Wat zou er gaan gebeuren?
9. Toen zagen ze tot hun groote verlichting, dat er zich boven den man langzaam een parachute begon te ontplooien. Ze keken in spanning toe, tot ze zich geheel zou openen en den val zou breken. Maar de zijde was te veel in elkaar gevouwen en de parachute opende zich niet geheel. Wordt vervolgd.
ZZ^fsi Ä^ 'Hc/Hr. ■OM
m.
//
P^pMÜ^S^
n
Wie van onze speurders kan ons opgeven, wat er aan deze foto hapert? Pas op, dat u niet te gauw denkt, dat u het gevonden hebt!
Abonneert U op „PUZZLE NIEUWS", periodiek voor puzzelaars, met wekelijks een prijs van 1 5. — , een van f 2.50 en vijf prijzen van f 1. — . Abonnementsprijs bij vooruitbetaling voor Nederlana f4.— per jaar, f 2.25 per halfj. f 1.15 per kwart.
Wij zullen weer een prijs van f. 2.50 benevens twee troostprijzen ver deelen onder hen, die ons een goed antwoord zenden. De verdeeling der prijzen geschiedt op een manier, waarbij alle Inzenders van goede op lossingen gelijke kansen hebben op het verkrijgen van een der prijzen U gelieve uw antwoord in te zenden voor 12 October aan Mr. Detec tive. Galgewater 22, Leiden. Op briefkaart of enveloppe duidelijk vermelden: Amateur-Detective, 12 October. De oplossing mag bij die van de rubriek ,,Zoek en Vind" worden Inge sloten, mits ze op een afzonderlijk velletje papier wordt geschreven
li
PUZZLE NIEUWS
Redactie en Administratie: Cur^aostr 115, Amsterdam, Gem Giro M 3088, Poslgiro 230660
DE OPLOSSING VAN HET FOTO-PROBLEEM Deze blijkt reeds uit de hierbij gereproduceerde foto, waarop, omdat er mèèr op staat dan op die der opgave, duidelijk te zien is, dat het afgebeelde voorwerp de koplamp van een auto is.
t VERZEKERT UWLEVBN
IVA TANDPASTA (NEDEKLANÜSCH I-ABRIKAAT'
reinigt, desinfecteert en polijst Uw gebit zonder het glazuur aan te tasten. Tuben a 25 en 60 cents.
HAV BANK W SCHIEDAM
De hoofdprijs van f. 2.50 werd deze week gewonnen door: den heer J. Wentink, Utrecht;
&cc TUjurrvrnohs
de troostprijzen vielen ten deel aan: den heer N. Vroege, Woerden, en den heer A. J. Oostergetel, Meppel.
door aan uw kennissen — zij zullen dan zeker ons
blad
ook verder
willen lezen.
30 —
GEWONE ADVERTENTIES: TEKSTADVERTENTIES:
KOLOMHOOGTE 120
KOLOMHOOGTE
120
REGELS
REGELS
KORTINGEN
-
-
KOLOMBREEDTE 5
KOLOMBREEDTE
VOLGENS
— 31 —
6.7
cM.
cM.
TARIEF
-
REGELPRIJS 2 5 ct^ BRUTO REGELPRIJS
50
cts.
BRUT O
NIEUWS UIT DE STUDIO'S erüia von Walther werd voor de F.D.F.-film „Jugendtraum" geëngageerd.
aly Arnheim vervult een belangrijke rol in de Ufa-film „Kautschuk".
aul Mundorf ensceneert de film „De groene eizer". De hoofdrollen zijn in handen van Gustav Diessl en Carola Höhn.
WRAAK IS ZOET.
„Wel, Ik wist niet dat U biljartte, juffrouw Meyer." ,,0, dat Is niet om te biljarten! Ik speel patience met tien spellen kaarten.
!arold Lloyd heeft honderdveertien van zijn ude films opgekocht van Pathé; niet alleen negaeven maar ook nog bestaande copieën. De transctle ging over vijfentachtig stomme één-acters, veeëntwintig twee-acters, en zeven hoofdfilms, leze laatste zijn: „Sailor made man", „Grandma's oy", „Dr. Jack", „Why worry?", „Safety last". Hot water" en „The freshman". Lloyd kocht de ms niet alleen uit gevoelsoverwegingen, doch ok met een zakelijk doel. Hij is van oordeel, dat ele van de in deze films gebruikte grappen nog te gebruiken zijn voor nieuwe films.
Ingrid Bergman in „Die vier Gesellen", een Ulm in scène gezet dooi Cail Froelich.
Een scène uit „Kautschuk", vervaardigd onder regie van Eduard von Borsody.
[ans Joeckel werd door regisseur Steinhofl uitekozen voor de Tobis-film „Tanz auf dem Vulkan".
'era Gronau zal de rol van kroonprinses Elisabeth uitbeelden In de rolprent „Preussische Liebesgeschichte".
erhard Lamprecht zet de film ,Die Geliebte' in scène.
l. A. Stemmle regisseert de film „Brücke ins eben". Hij heeft tevens 't draaiboek geschreven.
,,Het Is de eenige haar die ik nog daarom laat ik hem groeien."
heb, en
en je wordt met den dag leelljker. dat kan jij niet eens meer . . ."
„Een heer om me te spreken? Wie Is het?" „Dat heeft hij niet gezegd. Hij zei alleen, dat-Ie dien gemeenen leugenaar wilde spreken die hier woont."
ling Crosby en Francisca Gaal hebben de iplangrijkste rollen gekregen in „Paris honeymoon", een nieuwe Paramount-film.
1
alther Steinbeck werd door de Terra voor Haar film „Spiel im Sommerwind" aangezocht.
ika Helmke heeft een contract gesloten voor de film „Ultimo".
J irothy Lamour en Ray Milland zijn de hoofdolvertolkers in de kleuren-film „Tahiti", een Zuidzee-geschiedenis.
'landette Colbert speelt een belangrijke rol in de film „Are husbands necessary?"
("ritz Kirchoff, de regisseur van de film „Drei ''underschöne Tage", heeft Erich Claunigk als camera-man aangenomen.
f^anz Grothe componeert de muziek voor „Das Abenteuer geht weiter", een rolprent, die door Carmine Gallone in scène wordt gezet.
•dj^m Jf
,Hoe wil je je diner, liefste, aangebrand of niet gaar?"
Schipbreukeling: „Kan ik hier. ook ergens een briefkaart krijgen?'
> grid Gnrie en Sabu zullen de hoofdrollen rtolken in de London-film „Burmese silver". Deze rolprent wordt in kleuren vervaardigd.
Ronald Caiman, Frances Dee en Basil Rothbone spelen de belangrijkste rollen in.,If I were king".
ST.MArS Regie: Tim Whelan. Productie-leiding: Erich Pommcr. Charles Saggers Charles Laughton Vivian Leigh Rex Harrison
Libby Harlev
(
^harlcs. een Londensch sfraat2anger. amuseert de mensehen, die buiten het theater
staan te wachten. Libby een echt straat-type. i -;
"-(rSj
neemt
wat
van
het
geld weg. dat Charles in zijn pet heeft opgehaald. Zij weet te ontsnappen en later op den avond ontmoet hij haar weer in een café. waar zij eenige jongelui amuseert met een imitatie van zijn liedje. Zij rolt een gouden sigarettenkoker, het eigendom van Harlcy. Charles ziet dit. achtervolgt haar. en vindt haar in een eenzaam huis. Hij maakt zich meester van den sigarettenkoker, doch als hij hoort wat voor een moeilijk bestaan zij leidt, neemt hij haar mee naar zijn pension.
Hij geeft den
koker aan de politie en
treedt met Libby samen op straat op. Harley en zijn vrienden zien hen aan het werk en Libby wordt uitgenoodigd voor een feestavond in Har ley s woning Zij komt eerst den volgenden morgen terug en Charles, woedend van jaloezie, eischt een verklaring, welke zij echter weigert te geven. Hij vraagt of zij met hem wil trouwen, doch Libby wijst hem af. waarna Charles vertrekt zonder op gave van adres. Met den steun van Harley is Libbv weldra een bekend artiste. Charles, gemengd in een relletje, wordt gearresteerd. Als hij wederom vrij is. ontmoet Libby hem weer. Hij simuleert blindheid en tracht daarmede het publiek tot medelijden op te. wekken. Zij neemt hem mee naar het theater en haalt den directeur over om Charles een kans te geven. Deze treedt op, doch het publiek lacht hem uit. Voor de eerste maal beseft hij volkomen, dat hij niet de groote artist is, die hij gemeend heeft te zijn. en niettegenstaande het protest van Libby. keert hij naar St. Martin's Lane terug, waar hij zijn oude vrienden terugvindt. 1. De straatzangers in actie. 2. Charles bezoekt Libby In haar kleedkamer. 3. Harley verklaart Libby zijn liefde. 4. Libby is erg boos. 5. Libby bezoekt Charles.
GESPREKKEN MET MIJN VRIEND PIETERSEN eb je gehoord, Pietersen, wat er onlangs te Hollywood is gebeurd?'' ft*- * ,,Ik heb zooveel gehoord! Er gebeurt te Hollywood lederen dag wel iets, al is het alleen maar, dat ster X of Y voor de zesde maal gaat scheiden of voor de zevende maal gaat trouwen. Ik heb zelfs gehoord, dat er onlangs een filmster, zwaar in de rouw, een collega tegen kwam, die vroeg: „Waarom ben je in de rouw? Wie is er gestorven?" ,,Mijn man." antwoordde de ster. „Verschrikkelijk," sprak de collega, ,,maar wie is er nu eigenlijk dood?" — Doch nu ter zake. Wat bedoelde jij eigenlijk?" ,,Dat geval van dien man van de benzinepomp." ,,Daar weet ik niets van. Vertel eens op!" ,,Een zekere meneer Sam Wesenthaler, eigenaar van een benzinepompstation, gelegen aan den grooten autoweg tusschen Los Angeles en San Francisco, werd onlangs op een donkeren nacht uit bed gebeld. Een haastige automobilist verlangt benzine voor zijn wagen de man heeft zijn hoed diep in de oogen gedrukt, zijn jaskraag hoog opgezet en het is, alsof hij geen minuut tijd te verliezen heeft." ,,Het lijkt wel een moord-verhaal!" ,,Wees nou stil, Pietersen, en luister. De nacht is donker, maar Sam slaagt er niettemin in bij het licht van een lamp den haastigen cliënt goed op te nemen. Dan rijdt de eenzame vreemdeling snel verder en de brave benzineleverancier krabt zich achter het oor. Er is iets niet pluis, vindt hij. Hij heeft dat gezicht eerder gezien op foto's. Eindelijk weet hij het dus belt hij de politie op. Hier Sam Wesenthaler. U hebt foto's verspreid van den moordenaar Randolph Smythe. Hij is hier gepasseerd; ik heb hem herkend!" ,,En was het Randolph?" ,,Weineen! Sam vergiste zich en hij kreeg er een boel last mee ook. Want het was wel waar, dat hij zijn klant op foto's had gezien, maar niet verspreid door de politie. En zij stelden ook den moordenaar Randolph Smythe niet voor." ,,Wien dan wel?" ,,Het was Harold Huber, die een rol speelt in „Charlie Chan op Broadway", waar onze Sam een week tevoren heen was geweest. Hij had eenvoudig twee soorten foto's met elkaar verwisseld. Harold Huber heeft hem dit nogal kwalijk genomen. Hij had dien nacht zeer veel haast, omdat hij zijn zuster van de boot, die uit Honoloeloc zou aankomen, wilde afhalen. Dank zij de vergissing van Mr. Wesenthaler hield de politie hem anderhalf uur op en liep hij zijn zuster mis!" „Wat zal die Huber kwaad zijn!" „En of. Hij koopt in ieder geval zijn benzine nü bij den felsten concurrent van Sam Wesenthaler!"
H
FILM-ENTHOUSIASTEN R. B. te Ameistoort. Miriam Hopkins filmt nog. Zij vervulde de hoofdrol in ,,Mcn are not Gods". Thomas Beek is te Now York-City geboren. Loretta Young is gescheiden. D. T. S. te Apeldoorn. Een antwoordcoupon is aan ieder postkantoor verkrijgbaar. Voor foto moet u drie antwoordcoupons insluiten. Het adres van Olivia de HaviUand is Warner Bros-Sludio's, Burbank,' Californie. R. G. te Amsterdam. Friedrich Zelnik is met de filmactricc Lya Mara gclrouw.d. Zij wonen te Londen.
C. v. d. L. te 's-Gravenhage. Graat Withers is den i jden Januari te Booncville geboren. Hij is getrouwd. Gustav Froelilich is gescheiden. Wij hebben u de twee gevraagde foto's gezonden.
t*:-if^
DE FLUITENDE SCHILDER«
T. S. te Haarlem. Iedere abonné hoeft recht op twee gratis film-foto's. Deel ons s. v. p. mede van welken ster u een foto wenscht te ontvangen. U mag ons wekelijks drie vragen stellen. Emil Jantti/!gs is getrouwd. Hij speelt veel tooneol. P. S. R. te Groningen. Natuurlijk vinden de sterren het aardig, indien u hen op hun verjaardag feliciteert. Carole Lombard werd den 6den October geboren, Harold Lloyd den 21 sten April en Helen Gibson den ajsten Augustus. D. K. M. G. te 's-Gravenhage. Hierbij de namen van de directeuren van do Noderlandschc verhuur-kantoren. „Filmcx", J. de Wind en I. Feitsma; ,,Metro-Gold-• wyn-Mayer", F. L. D. Strengholt; „Paramount", C. Peereboom; „Tobis", A. Zomerplaag; „Ufa", A. Wolff; „Warner Bros", J. Wessel; „City-Film", E. Alter enj.tcr Linden en „Fox-Film", L. Groen. E. N. v. H. te Amsterdam. Hoot Gibson werd den 21 sten Juli te Tekamah (Nebraska) geboren. Hij debuteerde in 1910 voor de film. Harry Piel is met Dary Holm getrouwd. D. G. te Rotterdam. Greta Garbo werd den 18den September geboren. Zij is heusch niet getrouwd. U kunt haar schrijven per adres Metro-Goldwyn-Maycr Studio's, Culvcr-City, Californie. P. E. D. C. te Voorburg. Jenny Ingo is met Friedrich Benfer getrouwd. Haar adres is Am Hempborn 21, Babclsberg. Het kan circa zes maanden duren, voordat u antwoord ontvangt. Jenny heeft werkelijk ons land eens bezocht. M. F. M. te Apeldoorn. Hierbij de gevraagde verjaardagen. Carla Rust 1 5 September. Charles Laughton 1 Juli. Fredric March 31 Augustus. Wij hebben u de gevraagde foto's gezonden.
ONZE WEKELIJKSCHE PRIJSVRAAG Vraag vijfhonderd en vier Wat verstaat men onder de metalloïden? Wij stellen een hoofdprijs van / 2.50 en vijf troostprijzen beschikbaar om te verdeelcn onder hen, die vóór 17 October (abonné's uit over.zeesche gewesten 17 November) goede oplossingen zenden aan ons redactie-adres: Galgewater 22, Leiden. Op enveloppe of briefkaart gelieve men duidelijk te vermelden: Vraag 504.
DE OPLOSSING Vraag vijfhonderd Onder de zuilen van Hercules verstaat men de gebergten aan beide zijden van de straat van Gibraltar, die daar volgens de sage door den oud-Griekschcn held Hercules geplaatst zouden zijn. Met de juiste oplossing van deze vraag verwierf de heer P. Willebrandts den hoofdprijs. De troostprijzen vielen ten deel aan mejuffrouw G. Hens te Waalwijk, mevrouw B. W. Hoytink te Joppe, mejuffrouw A. Beenen te Amsterdam, den heer C. E. de Jongh te den Haag, den heer H. L. Molenaar te den Haag.
). H. SPEENHOFF
ADR. NUGTEREN
jn^*^^ Mpspp^ Ze - ven vree - se - lij - ke
u - ren
Was de schil-der aan de
^MTTtXJT^^ fit
En de huis-ge-noo-ten
zucht-ten.
had een nichtje te logeeren. „O, oom," zei ze op zekeren dag, toe ze naar een partijtje geweest was, ,,Joh heeft gisterenavond drie keer geprobetr zijn arm om me heen te slaan 1" „Wat een arm moet die jongen hebben antwoordde mijn neef. Het kleine vijfjarige meisje hield c twee bezoeksters bezig tot haar moedi thuis zou komen. „Dat kind is niet erg k-n-a-p," merk; de eene bezoekster op, het laatste woor spellende. „Neen, niet erg," antwoordde h meisje, „maar wel 1-i-e-f."
^^P53^ Zoo - iets houdt de man niet
uit
\ I'^TïïWêM
En hij verf- de lappen mu - ren,
Bree-de ba - ncn voor
Jantje (terwijl hij een plaatje zit bekijken): „Ik ben blij, dat ik ga slang ben'.' „Waarom niet ?" vraagt zijn vader. Jantje: „Als ik dan ergens pijn ha wist ik niet of ik hoofdpijn of bui pijn had." „Heb je dien armen Knol gezien'? Hij zoo mager, dat hij vast doodgaat!" „Daarom hoeft hij toch niet dood gaan. Ik ben ook mager." „Ja, jij bent mager en ik ben o mager, maar hij is zoo mager als w samen!" De politieagent onderzocht de wond . den pols van een vrouw, die was binn gebracht. „Waar komt dat toch van?" vroeg 1 „Het is te groot voor den beet van hond en te klein voor dien van een paard „Dat komt uit," antwoordde het slat I offer. „Een andere dame heeft het i daan!" De huurder volgde zijn hospita nieuwe kamer in. „Ik denk, dat u het hier wel naar 1 zin zult hebben," zei de hospita. „MJ ik wilde graag een week huur vooi'1 hebben." „Ik zal u meteen betalen," antwoord de huurder. Jk wil graag met een schooi lei beginnen." „Dat is een kwartje extra," was onverwachte bescheid van de hospita, '„Hoe maakt de baby het ?" vroeg buurman. „Best," antwoordde de trotsche vadc „Vind u ook niet, dat een baby li in huis brengt?" „O ja, het brandt bijna den heeU nacht." „Ik kan dien man niet uitstaan. 1 glimlacht altijd zoo in zichzelf als ik ■ ' geks zeg." „O ja, zoo'n soort van eeuwigen grijn
^^p fipP>lj i j .^ffr=5'V" i,'; En hij floot on-af-ge - bro - ken:
Hoor mijn lied... Vi - o
-
^m s fffpr^fpi o
mM en keken door de ramen är dien onvermoeiden gast daar bij: ,,Die mooie molen" «rde met zijn breeden kwast. tend hing hij aan zijn ladder hi deed zijn verversplicht ds ramen van de buren «ten toen wel alle dicht.
t3.
m ■o
Eerst floot hij van acht tot twaalven In een loome driekwarts-maat, Toen van eenen weer tot vijven In een vierkwarts-overdaad. Er begon een hond te janken. Door een onbekend verdriet Enkel maar de zenuwloozen Hoorden zijn fluitége niet!
3E
let - ta !
ipn tyffty fm jg s m TP w s5
ƒ
fe
s>
^
Ha, gelukkig, . . hoor, een knalpot Davert langs het kleine plein O, hoc heerlijk en afschuwelijk Kon dat monsterding nu zijn! Ook een orgel kwam wat drenzen Maar de verver verft en . . . fluit Dwars door het gezang van Gretchen Fluit hij i.i— muziek thans uit.
Ach, hoe dankbaar zijn zij allen Voor den achtuur-arbeidsdag Een verluchting, dat het verven Dus niet langer duren mag! Nijdig keken alle buren Naar dien hupschen vervenier Maar die snapten er geen steek va Want: hij verfde met plezier!
J Jtieuw vcnscÄenen (t/ramoszAo/iefliatcn F^M.. //ct fiamèlers Dons (PrAesé: 'fCy ö£ne Sieawn e/t tymfo«/tnaa/??ii/ton %if torwZöO mooi de Twecctc tffan ) 0Q cloc/iCer vande/ijSeracant.J/Äyoor] (/Ja Tinqoncfe muis {suceesneunme/v.) •Sf/ltna de /funtóa s/ontnaui
Cnormekeuze C£ramo/i/iones. Jffocfernecn/flassieAe C^ramo/i/ione nlaiên. (Sonstructic WerA/ziaaZran voor
-Df*™^ucecs nummcrj : 'J/t //ictnc/icn stcfo ei/z. Smó^duAaus J/Ac teddy óeari nientc fPo/z £ue) nS/lczH WC cia/zce? PoZnourrtS f#y/Sn>äs'ffU{y Ä//J PostAor-n Posthorn &cdhn GraUo/l... M PanamaMt/c/. 3tl mtróisida SChön Hor' mein Cied VcoieOS anx.
':■/,
70Sfn*J XIQ. franco
HET WEEKBLAD
JOAN BENNET! (Foto Paranwant,
CINEMAü THEATER
t«T<»
VERSCHIJNT WEKELIJKS - WIJS WH KWAKTAAt f. I.»J - WO. EN ADM. GALGEWATE« M, UIDEN. Tit. »♦. fOSTREKENINC 4IIM
18de Jaargang No. 39 - 8 Oct. 1938
MET WEEKBLAD CmEMA& THEATER 15 ets
i
-
ANNIE VERNAY EN PIERRE RICHARD WILLM INDELUMINA-FILM „PRINSES TARAKANOVA"
4
"l^éê *
^> f
■
>
,.^^'#.
I ^r—"
-
.»
■—%:
^
#
"
•>*■
-%^
^^é «t
-■
:
w
'A ^
ë
E's
É,.-