1
De Amerikaanse Burgeroorlog in breder perspectief Lezing door Bouke de Vos, Hotel De Wereld, Wageningen, 26 mei 2015
Je zou kunnen zeggen dat oorlogen momenten zijn waarop de geschiedenis een radicale afslag neemt. Zo heb ik het voor mezelf ooit geformuleerd. Dat geldt zeker voor de Amerikaanse Burgeroorlog waar ik het vanavond met u over wil hebben. De schrijverhistoricus Shelby Foote - hij heeft 50 jaar geleden een lijvige trilogie geschreven over de Burgeroorlog die menig Amerikaan in zijn boekenkast heeft staan - zei: de Burgeroorlog vormde het kruispunt van ons bestaan. "And it was a hell of a crossroads!", voegde hij daar aan toe. Foote en andere Amerikaanse historici zeggen dat de Burgeroorlog de Verenigde Staten heeft gemaakt tot wat het nu is: "it defined us!" De Amerikaanse Burgeroorlog wordt wel de tweede Amerikaanse Revolutie genoemd en maakte de VS tot wat het nog steeds is: een politieke en economische wereldmacht van formaat.
Geïnteresseerd in krijgsgeschiedenis, ben ik me jaren geleden gaan bezig houden met de Amerikaanse Burgeroorlog, daartoe aangezet door het boek dat ik ooit op een zakenreis in de VS kocht: Battlecry of Freedom, van James McPherson. Vier jaar geleden maakten mijn vrouw en ik een fietstocht van drie maanden in het spoor van de Burgeroorlog, een onvergetelijke ervaring waarover ik het boekje Burgeroorlog in etappes heb geschreven. Shelby Foote zei dat je het huidige Amerika niet goed kunt begrijpen als je niets van de Burgeroorlog weet. Ik vind het daarom vreemd dat er in Nederland, als je kijkt naar alle aandacht voor oorlogen en herdenkingen, betrekkelijk weinig kennis bestaat over de Amerikaanse Burgeroorlog. Ik heb het min of meer tot mijn missie gemaakt daar wat aan te doen. Dus ben ik blij dat u hier zit...
Straks schets ik wat de betekenis is in bredere zin van de Amerikaanse Burgeroorlog. Maar ik wil eerst stil staan bij waar het in die Burgeroorlog om ging. Ik moet dat, gelet op de beperkte tijd, doen met 'grote stappen, gauw thuis'.
Overgave Ik neem u eerst mee naar vandaag precies 150 jaar geleden, 26 mei 1865, naar New Orleans. Daar werd, net als op deze eerbiedwaardige locatie 70 jaar geleden, een overgave getekend: de capitulatie van de laatste geregelde troepen van de Geconfedereerde Staten van Amerika - het Zuiden in de wandeling - aan het leger van de Verenigde Staten van Amerika - het 'Noordelijke' leger dus: 43.000 man uit Trans-Mississippi, het onmetelijke gebied ten westen van de Mississippi waar slechts een paar miljoen blanken woonden en een groot aantal Indianen. In de zes weken daarvoor hadden een aantal Zuidelijke legers
2
zich successievelijk overgegeven; de meest aansprekende was die van de Zuidelijke generaal Robert E. Lee aan de Noordelijke bevelhebber Ulysses S. Grant op 9 april bij Appomattox Court House in centraal Virginia. Algemeen wordt dié overgave gezien als het einde van de burgeroorlog, maar dat is niet helemaal juist. Er volgden nog een aantal belangrijke overgaves.
Op 10 mei 1865 verklaarde de Amerikaanse president Andrew Johnson dat de gewapende opstand - de rebellie - die vier jaar eerder was begonnen, officieel als geëindigd kon worden beschouwd. Tussentijds voltrok zich nog een zeer dramatische gebeurtenis; op 14 april 1865 werd een moordaanslag gepleegd op Abraham Lincoln. Geen goede start voor een land dat weer met zichzelf in het reine moest komen na een strijd op leven en dood, een strijd die 623.000 doden en misschien wel meer, had gekost, plus ruim 400.000 gewonden. Drie procent van de bevolking was slachtoffer; 20% van alle betrokken soldaten. In het Zuiden lagen die cijfers een stuk hoger. Het zijn cijfers waar wij in Europa, zeker na de beide Wereldoorlogen, niet meer van opkijken. Maar voor Amerikanen, die geen bloediger conflict op hun continent hebben meegemaakt, zijn ze nog altijd onvoorstelbaar. En wat meer nog meer geldt: in de Burgeroorlog zijn net zoveel of meer Amerikaanse doden gevallen als in alle andere oorlogen waar ze bij betrokken waren.
Slavernij Waar ging het in de Amerikaanse Burgeroorlog om? Als ik het u vraag, zegt u hoogstwaarschijnlijk: slavernij. Dat klopt! Ten diepste ging het om de slavernijkwestie, zeggen Amerikaanse historici. Maar vraag tegenwoordig nog een willekeurige Amerikaan in het Zuiden daarnaar en hij zal ongemakkelijk om het onderwerp slavernij heen proberen te schuiven. Hij zal aanvoeren dat het ging om economische geschillen, om het primaat van de macht, bij de centrale regering of de deelstaten. Hij vindt, nog steeds, het laatste. De States Rights-doctrine heet dat. Tot die doctrine hoort dat de staten het ultieme recht hadden om uit de Unie van de Staten te treden. Ook dat is allemaal deels waar. Maar, zoals Lincoln zei bij zijn 2e inauguratie in maart 1865: "Slavernij...Iedereen wist dat deze kwestie op een of andere manier de oorzaak van de oorlog was." Voor zover ik weet is de Amerikaanse burgeroorlog de enige oorlog in de geschiedenis die om slavernij ging. Hoe kwam dat zo? Wel, daarvoor moeten we terug naar de stichting van de VS, aan het eind van de 18e eeuw, nadat het land zich in 1776 onafhankelijk had verklaard van Engeland. In het hele land bestond toen slavernij. Maar in het Noorden werd ze al vrij snel afgeschaft. In het Zuiden bleef ze gehandhaafd. De VS telden rond 1800 zo'n 1 miljoen slaven; de meesten
3
woonden in het Zuiden. Terzijde: het aantal slaven zou uitgroeien tot 4 miljoen in 1860, aan de vooravond van de oorlog; allemaal natuurlijke aanwas, zogezegd. In andere gebieden met slavernij - Brazilië en de Caraïben - moest het aantal slavernij voortdurend op peil worden gehouden met import uit Afrika; in Amerika was die import in 1808 verboden. In 1860 was 99% van de slaven in Amerika geboren.
Opmerkelijk was dat rond 1800 de publieke opinie dacht dat de slavernij in de VS vanzelf zou uitsterven; ook in het Zuiden dacht men er zo over. Maar een uitvinder uit het Noorden kwam met een apparaat die voor een radicale omslag zou zorgen. Eli Whitney vond in 1793 de zgn. cotton gin uit. Daarmee kon je heel handig de katoenvezel uit het katoenzaad kon halen, voordien een lastige klus. Die cotton gin was een revolutionaire vinding want het gaf een ongelofelijke boost aan de katoenproductie. In combinatie met slavernij werd die productie extreem winstgevend. Het Zuiden werd er schathemeltjerijk mee. Om een idee te geven van die groei: in 1790, voor de uitvinding van de cotton gin, lag de katoenproductie op ongeveer 3000 balen per jaar; in 1860 lag dat tegen de 5 miljoen, goed voor driekwart van de wereldbehoefte. Het Zuiden was toen de vierde economie van de wereld. Rond 1860 zat het hele kapitaal van het Zuiden hoofdzakelijk in slaven en grond. Alleen al de waarde van slaven bedroeg toen zo'n 3,5 miljard dollar, omgerekend naar nu 750 miljard dollar, een astronomisch bedrag!
Het economisch belang bij slavernij in het Zuiden was dus enorm, en daar paste het politieke, culturele en godsdienstige denken zich helemaal bij aan, kort gezegd. Het Zuiden was een agrarische, archaïsche en ook aristocratische samenleving. Het Noorden daarentegen ontwikkelde zich naar een meer egalitaire, industriële, grootstedelijke samenleving, waar de markt het ordeningsprincipe van de economie is. Bij een vrije markt hoort vrije arbeid. Dat principe van de vrije arbeid staat vanzelfsprekend haaks op dat van de gedwongen arbeid, de slavernij. Terzijde: het was vooral die botsing tussen vrije en gedwongen arbeid die zorgde voor weerstand in het Noorden tegen de slavernij. De bezwaren van de zgn Abolitionisten, de fanatieke voorstanders van afschaffing van de slavernij op morele en godsdienstige gronden, vonden maar ongeveer 5 % aanhang onder de bevolking. De blanke bevolking in het Noorden, Lincoln incluis, was tamelijk racistisch en huldigde opvattingen waarvoor wij ons plaatsvervangend zouden schamen. Kloof Er was dus een groeiende kloof over de slavernijkwestie. Er waren veel kwesties op te lossen in het jonge, snelgroeiende Amerika. Tussen 1776, het jaar van de onafhankelijkheid, en 1860, het laatste jaar voor de oorlog, verviervoudigde het grondgebied, verzevenvoudigde
4
de economie en vertienvoudigde de bevolking. Dat ging natuurlijk gepaard met groeistuipen, niet altijd even gemakkelijk, maar die kwesties waren politiek oplosbaar. Evenwel níet de slavernij! Die ging de politieke discussie in de VS bovenmatig beheersen vanaf zo rond 1848, na de oorlog met Mexico. Amerika had toen weer een flinke gebiedsuitbreiding, ongeveer een kwart van het grondgebied van de huidige VS. En bij elke gebiedsuitbreiding was telkens de vraag: wel of geen slavernij. Welnu, de slavernijkwestie begon vanaf toen door elke politieke discussie als het ware te vergiftigen. Al in 1852 veroorzaakte het verschijnen van 'Uncle Tom's Cabin', de Hut of de Negerhut van Oom Tom - velen zullen het hebben gelezen - al grote opschudding. En dat was nog maar het begin! De vijftiger jaren waren een aaneenschakeling van grote clashes die telkens de burgeroorlog dichterbij brachten.
Tegen 1860, het jaar van de presidentsverkiezingen, was het land politiek diep verdeeld langs de lijn Noord-Zuid. Politieke zwaargewichten die tot tien jaar daarvoor nog met gezag compromissen wisten te sluiten waren er niet meer. De VS had in die tijd een van de zwakste presidenten uit haar geschiedenis, James Buchanan. Politieke partijen gingen ten onder aan die verdeeldheid; de grote (zeer conservatieve) Democratische partij - een toen voor onze begrippen zeer conservatieve partij, viel in drie facties uiteen, elk met een eigen presidentskandidaat. De nieuwe (tamelijk progressieve) Republikeinse Partij - in 1854 opgericht, als uitsluitend Noordelijke partij - schoof Lincoln naar voren.
Secessie Lincoln werd gekozen als president, zonder ook maar een stem in de zuidelijke staten; hij stond daar niet eens op de kandidatenlijst! Zijn verkiezing werd in het Zuiden als dé bedreiging gezien van de eigen samenleving, de slavernij. Voor de Zuidelijke staten was het de spreekwoordelijke druppel die de emmer deed overlopen. Zij gingen over tot Afscheiding Secessie - van de Unie van Amerikaanse Staten, iets waar ze al veel langer en vel vaker mee hadden gedreigd. Uiteindelijk scheidden 11 Zuidelijke staten zich af van de Verenigde Staten en vormden de Geconfedereerde Staten van Amerika. Voor Lincoln en de politiek in Washington - voor het gemak zullen we ze nu maar de Noordelijken noemen - was dat onaanvaardbaar: de nieuwe president was op grondwettelijk correcte wijze gekozen en de Secessie was ongrondwettelijk. En wat meer was: de VS waren destijds opgericht als democratisch experiment in een wereld die voor het overige werd beheerst door monarchen, autocraten en tirannen. De gedachte dat de VS als democratische republiek ten onder zou gaan was voor hen onverteerbaar. De Afscheiding van het Zuiden was rebellie, die moest worden neergeslagen.
5
'And the war came', zei Lincoln in 1865 bij zijn tweede installatie als president. Behalve realisten en heethoofden had niemand vooraf echt met die mogelijkheid rekening gehouden. Men had al zo vaak een diepe crisis meegemaakt; ook deze zou wel weer met een compromis worden opgelost. De Amerikaanse Burgeroorloghistoricus Eric Foner zegt dat je op twee manieren naar het ontstaan van de Burgeroorlog kunt kijken. Hij trekt een parallel met het ontstaan van de Eerste Wereldoorlog. Gaat het om een onstuitbaar, niet te onderdrukken conflict, alleen maar op te lossen door oorlog? Of is er sprake van een blunderende generatie, dat door falend leiderschap de ontwikkelingen volledig uit de hand laat lopen? Voor beide visies valt wat te zeggen.
Oorlog Na het zgn. eerste schot op 12 april 1861 werd de stemming aan weerskanten meteen oorlogszuchtig. Maar het land kende geen traditie van regelmatig oorlog voeren; het beroepsleger van de VS telde maar 16.000 man en de meesten darvan stonden in het verre westen aan de 'frontier' met Indianenland. Bovendien viel het in tweeën, uiteraard. Er moesten op grote schaal vrijwilligers worden geworven, die ook nog eens bewapend en getraind moesten worden. Dat werven van vrijwilligers was overigens geen enkel probleem; iedereen wilde er op tijd bij zijn. Want dat de oorlog snel afgelopen zou zijn, dat was iedereen wel duidelijk. Het zou anders lopen en langer duren.
Beide partijen moesten zich een oorlogsdoel een strategie stellen. Kort door de bocht was dat voor het Noorden: de oorlog winnen door het Zuiden te veroveren en daarmee de Unie te behouden Het Zuidenmoest daarentegen de oorlog niet verliezen, het net zo lang uithouden tot het Noorden oorlogsmoe werd en zo de onafhankelijkheid verkrijgen. Opvallend is dat de slavernij in het begin geen rol speelt in de oorlogsdoelen.
In het eerste oorlogsjaar 1861 gebeurde niet zo heel veel; de oorlog begon tamelijk amateuristisch. Lincoln kondigde een blokkade af van de Zuidelijke kust maar die hele kustlijn was 5600 km en daar hadden ze in het begin amper schepen voor. Maar ook in de Burgeroorlog zagen we de kracht van het organiseren van Amerikanen: die schepen kwamen er. En eind 1861 stonden bij elkaar zo'n 1 miljoen soldaten tegenover elkaar.
In 1862 komt de oorlog op gang; men vecht in het westen, het grote gebied tussen het Appalachian-gebergte en de rivier de Mississippi. In het oosten - de staat Virginia en omstreken, in een ruime straal rond de hoofdsteden, Washington DC van het Noorden en
6
Richmond van het Zuiden, maar 160 km van elkaar - wordt veel venijniger gevochten. Van de twaalf bloedigste veldslagen in de Burgeroorlog hadden er negen in het oosten plaats. 1862 is een cruciaal jaar, de krijgskansen keren voortdurend, aan het eind van de zomer staat het Zuiden op haar hoogtepunt: ze heeft de oorlogswil van het Noorden bijna gebroken en Engeland en Frankrijk staan op het punt de Geconfereerde Staten te erkennen. De Britten denken er even over zelfs tussenbeide te komen en hebben al troepen klaar staan in Canada. Maar een belangrijke strategische overwinning voor het Noorden op 17 september 1862 aan het riviertje de Antietam doet het beeld geheel kantelen. Europa schort erkenning op. En heel belangrijk: Lincoln kondigt de zgn. Emancipatieproclamatie aan, ingaande 1 januari 1863. Alle slaven in het gebied van de rebellen worden vrij verklaard. Wilde het Noorden de oorlog winnen, dan moest het het Zuiden treffen in zijn Achilleshiel: de slavernij. Per slot van rekening had de Zuidelijke vice-president al in april 1861 gezegd dat slavernij de hoeksteen van de Confederatie vormde. Lincoln zocht al langer naar een moment om de kaart van de slavernij te spelen. Hij moest wel want het werd een probleem dat om oplossingen schreeuwde. Maar de kwestie lag gevoelig want er waren ook slavenstaten aan Noordelijke kant gebleven. Met die belangrijke overwinning in september kreeg hij die kans. Daarmee werd de afschaffing van de slavernij een tweede oorlogsdoel voor het Noorden. Met twee belangrijke effecten. Het zette de weg open voor het werven van zwarte soldaten. Uiteindelijk hebben 200.000 zwarten aan Noordelijke zijde meegevochten. En Zuidelijke plantagehouders konden niet meer rekenen op loyaliteit onder de slaven. Waar ze konden liepen ze in grote getale over.
Oorlogsvoering 1862 was ook het jaar waarin het karakter van de oorlogsvoering een radicale omslag een begin kreeg. Tot dan toe was die vooral beperkt van aard, d.w.z. eindeloos manoeuvreren tegenover vijand, pas slag leveren als resultaat viel te verwachten, en het proberen te veroveren van de hoofdstad van de vijand. Nadien, vooral in de opvattingen van Ulysses S. Grant toen die bevelhebber van alle Noordelijke strijdkrachten werd, ging het om een uitputtingsoorlog, het onophoudelijk inzetten op het vernietigen van de vijandelijke legers. Eind 1862 werd duidelijk dat er geen weg terug meer was, een compromis was uitgesloten; er bleef niets over dan uitvechten tot het bittere einde, tot er een gewonnen had.
De oorlog zou nog lang duren. De grootste slag in de oorlog, die bij Gettysburg, juli 1863 53.000 doden, gewonden en vermisten; een derde van alle berokken soldaten en een overwinning voor het Noorden - betekende geen ommekeer, zeker niet op het oostelijke front. In het westen drong het Noorden de Zuidelijke tegenstander geleidelijk terug maar het meeste gebied was nog in Zuidelijke handen en de Zuidelijke legers waren niet vernietigd.
7
Herkozen In 1864 zette het Noorden er zogezegd een paar tandjes bij; Lincoln heeft nu generaals die zeer kundig en vastberaden zijn: Grant en Sherman. Met grote offensieven drukken ze weliswaar de Zuidelijken in de touwen, maar zorgen nog niet voor doorbraken. Sterker, het publiek heeft de indruk dat het bloedvergieten nu toch onvoorstelbare proporties heeft aangenomen, zonder dat het iets oplevert. In de zomer van 1864 is het moreel in het Noorden op het diepste dieptepunt beland van de gehele oorlog. President Lincoln vreest dat hij niet zal worden herkozen, en de zuidelijke bevelhebber Robert E. Lee is daar ook op uit. Maar in het najaar komen grote overwinningen. Lincoln wordt met overtuigende meerderheid gekozen. Hij ziet de verkiezing als een referendum over de oorlog. Opmerkelijk is dat tijdens de Burgeroorlog aan Noordelijke kant alle verkiezingen, niet alleen voor de president maar ook voor het Congres, gewoon doorgingen. Je zou verwachten, zoals vaak gebeurt, dat ten tijde van oorlog verkiezingen meteen worden opgeschort. In het Amerika van Abraham Lincoln was dat ondenkbaar. Democratie, daar ging nu juist de oorlog over! Pas vanaf Lincoln's herverkiezing - november 1864 dus - is de Noordelijke politiek overtuigd van de eindoverwinning. Nu zet Lincoln in om slavernij ongrondwettig te laten verklaren. In januari 1865 slaagt hij erin om het 13e Amendement op de Grondwet door het Amerikaanse Huis van Afgevaardigd aanvaard te krijgen. De film Lincoln van Steven Spielberg is aan die episode gewijd
'Hard war' Nu treedt de doodstrijd van de Geconfedereerde Staten in. In het westen is de strijd min of meer beslecht. In het diepe Zuiden neemt de oorlog een hele nieuwe wending, als Generaal Sherman brandschattend door Georgia en South en North Carolina marcheert; vijandige legers waren daar niet meer; het gaat hem erom om de vijandige bevolking de harde hand van de oorlog te laten voelen. Elders, in Virginia geeft Grant een van zijn ondercommandanten de opdracht de Shenandoah Valley te veroveren en te vernielen zodanig dat een overvliegende kraai zijn eigen proviand voor onderweg zal moeten meenemen. Historici geven aan dat daarmee het concept totale oorlog is geboren. Zelf had Grant het trouwens over 'hard war'.
De strijd duurt nog tot april 1865. Rationeel gezien was de Zuidelijke zaak al lang verloren. Voor mij is het een vraag wanneer een verliezende partij in een oorlog inziet dat er niets meer te winnen valt en dat overgave de enige optie is.
8
Overigens, een paar maanden voor het einde van de oorlog aanvaardde het Congres het 13e Amendement op de Grondwet, waarbij de slavernij werd afgeschaft. De film Lincoln van Steven Spielberg een paar geleden gaat daarover.
Het Noorden had dus gewonnen. Overigens geen vanzelfsprekendheid, ondanks haar overweldigende overmacht aan mankracht en hulpbronnen. De Burgeroorlog-historicus James McPherson wijst er op dat er nogal wat oorlogen zijn geweest waar toch de zwakkere partij won. Hij wijst op de Vietnam-oorlog en op onze Tachtigjarige Oorlog! Dat heeft toch te maken met het breken van de oorlogswil bij de tegenstander.
De vraag is vaak: win je na een oorlog ook de vrede? Weet je de overwinning om te zetten in een ook voor de verliezende partij acceptabele uitkomst? De geschiedenis laat op dit punt nogal wat mislukkingen zien, zoals de Eerste Wereldoorlog. Maar ook de nasleep van de Amerikaanse Burgeroorlog biedt geen opwekkend beeld. Net als in 1919 had je aan de kant van de overwinnaars verzoeners, zoals Lincoln, en daarna Andrew Johnson, en onverzoenlijken. De nieuwe president botste hard met het radicale Congres over de zgn. Reconstructie, de wederopbouw. Johnson had helaas nog niet de politieke behendigheid in zijn hele lijf die Lincoln in zijn linkerpink had. Het leidde tot een impeachmentprocedure die slaagde en afzettingsprocedure die op een stem in de Senaat misliep. Uit onze tijd kennen we impeachementprocedures tegen Richard Nixon en Bill Clinton, maar die kwamen minder ver.
Reconstructie De Reconstructieperiode (1865 - 1877)was een verwarrende en ook zeer gewelddadige periode. Het Zuiden verzette zich heftig tegen de emancipatie van de zwarten en kiesrecht voor hen. Het is de periode waarin de Ku Klux Klan opkwam. De emancipatie van de zwarten slaagde maar half en was tegen 1890-1900 in feite bijna geheel was teruggedraaid. Een verzoeningsdeal tussen het Noorden en het blanke Zuiden ging ten koste van de AfrikaansAmerikanen. Er brak een tijd aan van segregatie en discriminatie van de zwarten die tot de zestiger jaren van de vorige eeuw duurde. Je kunt dus zeggen dat het Zuiden alsnog de vrede had gewonnen. Trouwens, het politieke systeem van segregatie in het Zuiden van de VS heeft als voorbeeld gediend voor de apartheidspolitiek in Zuid-Afrika. Het was de Burgerrechtenbeweging met Martin Luther King die aan die apartheid in het Zuiden, 100 jaar na de Burgeroorlog, een begin van een einde aan wist te maken.
####
9
De Amerikaanse Burgeroorlog in breder perspectief De Amerikaanse Burgeroorlog was een echte burgeroorlog in de zin dat delen van de samenleving met diepgevoelde overtuigingen diametraal tegenover elkaar stonden en bereid waren te vechten en zelfs te sterven voor waar ze voor stonden. Het was een heel politieke oorlog; politiek en publieke opinie bemoeiden zich er intensief mee. En het was een oorlog waarin broers, vaders en zonen, neven, vrienden, buren, collegaofficieren tegenover elkaar stonden. Het was niet simpel Noord tegen Zuid; die kampen zelf waren ernstig verdeeld. Lincoln had in zijn schoonfamilie hoge Zuidelijke officieren, waarvan een enkele sneuvelde; dat gaf de familie Lincoln veel verdriet. Een vrolijke anekdote: Een Zuidelijke cavaleriegeneraal maakte in 1862 grote furore toen hij met zijn detachement ongestoord rond het Noorlijke leger racete, achterna gezeten door een Noordelijke cavalerieeenheid onder leiding van ... zijn schoonvader! Pre-modern De Amerikaanse Burgeroorlog is een pre-moderne oorlog, met al tamelijk moderne maar ook nog hele antieke trekjes. Er is in elk geval een rechte lijn te trekken naar de oorlogen nadien, de Wereldoorlogen. =De Amerikaanse Burgeroorlog is een van de eerste grote oorlogen geweest tijdens de Industriële revolutie. Het was de eerste oorlog waarin de spoorwegen een belangrijke rol speelden. Het spoorwegnet was in Amerika toentertijd groter dan in de rest van de wereld bij elkaar. In minstens twee gevallen speelden de spoorwegen in de oorlog bij een veldslag een doorslaggevende rol, doordat op tijd eenheden werden aangevoerd die voor een doorbraak zorgden. =Voor de verbindingen werd voor het eerst op grote schaal gebruik gemaakt van de telegraaf. Binnen minuten kon met de andere kant van het land worden gecommuniceerd, waar anders dagen voor nodig waren. Spoorwegen en telegraafverbindingen waren kwetsbaar en werden dus veelvuldig aangevallen; met name de Zuidelijke cavalerie was zeer bedreven in langeafstandsraids om Noordelijke verbindingslijnen te doorbreken. =De Amerikaanse Burgeroorlog was ook de oorlog die voor het eerst op grote schaal werd gefotografeerd. Toen in het najaar voor het eerst foto's werden geëxposeerd van de verschrikkingen op het slagveld, maakte dat diepe indruk op de publieke opinie. =De Amerikaanse Burgeroorlog was de oorlog waarbij op grote schaal gebruikt werd gemaakt van gepantserde schepen en mijnen die toen nog torpedo's werden genoemd. En er werd op kleine schaal geëxperimenteerd met onderzeeboten.
10
Geweren Trouwens de hele wapentechniek maakte in die tijd een revolutionaire ontwikkeling door: tijdens de oorlog werden musketten een kanonnen met gladde lopen op grote schaal vervangen door geweren en kanonnen met een getrokken loop, een loop met daarin een gefreesde spiraal, de rifled guns. De kogel kreeg daardoor een sneldraaiende beweging en reikte verder en preciezer, over een afstand vier maal groter. In het begin 1863 waren alle soldaten wel met zo'n geweer uitgerust. Daar stond tegenover dat de tactiek nog napoleontisch was, antiek dus, met het optrekken van de soldaten in brede linies. Dat verdroeg zich slecht met de precisie van de nieuwe wapens en het verklaart waarom er tijdens een veldslag naar verhouding heel veel slachtoffers vielen, wel 20 tot 30 procent en soms meer. In latere oorlogen liep die verhouding voortdurend terug; nu ligt dat nog maar op een paar procenten. Bijkomende effect was trouwens dat de artillerie niet meer in de voorste linies kon meevechten; de batterijbemanning werd zeer kwetsbaar voor sluipschutters. Overigens waren de geweren in de Burgeroorlog wel van het type voorlader; de munitie moest via de loop in het geweer worden geschoven. Dat koste tijd. Een geoefend soldaat kon ongeveer drie schoten per minuut afvuren. Dat betekende dat gaandeweg de Amerikaanse Burgeroorlog de verdedigende partij ver in het voordeel kwam boven de aanvaller. De verdediger ging zich ingraven; de schop werd een net zo belangrijk instrument voor de soldaat als zijn geweer. In 1864 kwamen de loopgraven in zwang. Prikkeldraad kenden ze nog niet, maar de loopgraven werden wel beschermd door zgn. abatis, stelsels van houten staketsel met scherpe punten. Het machinegeweer was ten tijde van de Amerikaanse Burgeroorlog nog in ontwikkeling en werd toen maar op heel bescheiden schaal ingezet. Geen prikkeldraad, geen machinegeweren dus, maar ook geen helmen, om drie in het oog lopende verschillen met Eerste Wereldoorlog te noemen. Nog een verschil: in de Amerikaanse Burgeroorlog vielen naar verhouding veel generaals; de oude tactiek vereiste dat ze in de voorste linies meevochten. In de Eerste Wereldoorlog bevonden de generaals zich kilometers achter het front.
Over die nieuwe geweren trouwens. Die waren vooral succesvol omdat er een nieuw type kogel voor werd gebruikt, de zgn. Minie Ball, genoemd naar de uitvinder, de Franse kapitein Minié. Die loden kogel was tamelijk groot en zette uit als ze een lichaam binnentrad. Een soort dum-dum kogel, dus. De werking van de kogel was verwoestend. Als een soldaat de
11
inslag al overleefde bleef hij niet zelden met verbrijzelde ledematen achter. Er restte daarom weinig anders dan amputatie. Middeleeuwen Daarmee kom ik op de medische kant van de oorlog. De medische zorg in de Burgeroorlog was nog tamelijk primitief. De wereld verkeerde in die tijd zogezegd nog in de Medische Middeleeuwen. Het hele aspect van besmetting was nog niet bekend. Ik weet niet of u zich het begin van de film Dances with Wolves met Kevin Koster als officier John J. Dunbar nog herinnert. De militaire hospitalen toen waren een grote smeerbende. Met hetzelfde, nietschoongemaakte mes weren meerdere amputaties achter elkaar uitgevoerd. Er werd gewerkt met primitieve verdovingen: chloroform, soms opium, vaak whisky, of soms ook niks: de patiënt kreeg een stuk hout tussen zijn tanden. De chirurgie stelde dus in onze ogen niets voor. Maar wat wel beter ontwikkeld was, althans in de loop van de oorlog, was de afvoer van gewonden naar hospitalen. In het eerste jaar van de oorlog bleven de doden en vooral de gewonden nog gewoon lange tijd liggen in het niemandsland. Het gekerm van de gewonden ging door merg en been, maar later werd een systeem van helpers en ambulances ontwikkeld dat zorgde voor snelle afvoer. Ziekten Als je gewond raakte, had je grote kans het toch niet te overleven, door die primitieve chirurgie. Maar de grootste kans op sterfte kwam toch door ziekte, twee maal zoveel dan door het oorlogsgeweld zelf. Ziektes waar we nu gewoon van overleven: mazelen, de bof, waterpokken en vooral chronische diarree en tyfus waren toen vaak fataal. De omstandigheden waren ernaar . Grote groepen soldaten die nooit verder dan een kilometer of 10 van huis waren geweest en kenden deze ziekten niet. Ze reisden nu over een grote afstand en kwamen in aanraking met heel veel anderen in kampementen, vaak onder buitengewoon onhygiënische omstandigheden. Ook in de Amerikaanse Burgeroorlog kwamen geestelijke verwondingen voor, als ik dat zo mag omschrijven. Er is bekend dat ernstige gevallen naar een inrichting werden gestuurd. Maar over bijv. Battle Fatigue is in de literatuur die ik ken niet of nauwelijks geschreven. Shell shock is echt een begrip uit de Eerste Wereldoorlog.
Goed, ruwweg een derde van de soldaten kwam om door direct of indirect geweld op het slagveld, en daarvan het meest door geweervuur. Tweederde van de doden vielen dus door ziekte. Het is wel interessant om dat cijfer te vergelijken met de oorlogen voor en na de AB. Al in de Eerste Wereldoorlog maakte een Amerikaanse soldaat 10 maal minder kans om aan ziekte te overlijden, maar in de napoleontische tijd gingen 8 op 1 soldaten dood door ziekte
12
en in de Krimoorlog was dat 4 op 1. Trouwens, nog een cijfer: 9% van het totaal aantal doden in de Burgeroorlog viel onder krijgsgevangenen. Wellicht kan Christ Klep over twee weken iets zeggen over de belangrijkste doodsoorzaken in de 20ste eeuwse oorlogen.
Ik rond zo langzamerhand af. De Amerikaanse Burgeroorlog was dus een oorlog met moderne trekken en antieke kanten. Maar was het de eerste totale oorlog in de geschiedenis, is nog altijd de vraag onder Amerikaanse historici. Burgeroorloghistoricus Eric Foner zegt dat het natuurlijk geen totale oorlog was zoals we die uit de 20ste eeuw kennen. Er werd niet ingezet op het tot slachtoffer maken van de burgerbevolking om zo het moreel te breken. Maar, zegt Foner: de Amerikaanse Burgeroorlog werd wel een totale oorlog waarbij omvangrijke legers vochten voor absolute waarden zoals het behoud van de Unie van de Amerikaanse staten of de emancipatie van de zwarten, tegenover de onafhankelijkheid van het Zuiden. En waarbij het onmogelijk was om op iets anders in te zetten dan de totale vernietiging van de ander, waarbij geen compromis mogelijk was. Het was samenleving tegen samenleving, uit op de vernietiging van de ander haar economie of meer nog de wil om te vechten. Verstrekkend De Amerikaanse Burgeroorlog is dus in de moderne geschiedenis een belangrijke oorlog, met verstrekkende gevolgen. Voor de Amerikanen allereerst. Dat blijkt alleen al uit het aantal boeken dat over de oorlog zijn verschenen. Zo'n 70.000 tot nu toe (waarvan ca. 15.000 over Lincoln), gemiddeld meer dan een per dag sinds het einde van de oorlog. Nog altijd verschijnen er honderden boeken per jaar. De Amerikanen zijn dus nog steeds bezig met wat de Duitsers noemen Vergangenheitsbewältigung.
Ik zei al dat de oorlog, samen met de naoorlogse Reconstructie een geweldige stoot heeft gegeven aan de ontwikkeling van de VS tot de wereldmacht die ze in de 20ste eeuw is geworden. Daarmee kom ik op Europa. Amerika was voor de oorlog al een belangrijk emigratieland voor Europeanen. Aan Noordelijke kant vochten een half miljoen Europese immigranten van de eerste generatie mee, waaronder 200.000 Duitsers en 170.000 Ieren. Nederlanders maar weinig, een paar honderd calvinisten uit Michigan. Maar ik wil toe naar iets anders: Burgeroorloghistoricus James McPherson stelt dat als het Zuiden de oorlog had gewonnen en er dus twee Amerika's waren ontstaan, het heel goed mogelijk was dat de VS zich nooit tot dé economische en militaire wereldmacht in de 20ste eeuw zou hebben ontwikkeld. Doordenkend is dan de conclusie niet ondenkbaar dat Amerika of een van die Amerika's niét zou hebben ingegrepen, of kunnen ingrijpen, in de Eerste Wereldoorlog. En
13
dus niet zouden hebben meegeholpen aan de geallieerde overwinning, gesteld dat de geallieerden zouden winnen! Maar dat is een 'wat als'-kwestie. Die zijn heel interessant maar niet zo relevant. Want zo is het niet gaan!!