De ambachtseconomie máákt het! Visie, missie en programma HBA 2010-2015
maart 2010 Uitgevoerd door: Hoofdbedrijfschap Ambachten Postbus 895 2700 AW Zoetermeer Redactie: drs. H. Scholtz Vastgesteld door het Bestuur d.d. 3 maart 2010 HBA-publicatiereeksnr.: 455 ISBN 978-90-5774-184-5
Inhoudsopgave
Ten Geleide
7
Samenvatting
5
1.
Het belang van de ambachten en de ambachtseconomie
15
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7
Inleiding Belang van ambachten en ambachtseconomie Kern van de ambachten Omvang van de ambachtseconomie Economische ontwikkeling: de crisis en de ambachtseconomie Herontdekking, herwaardering en perspectief ambacht Samenvatting en conclusies
15 16 17 18 21 24 26
2.
Het HBA en de Ambachtseconomie
29
2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5.
Inleiding Het aandeel van het HBA binnen de ambachtseconomie Het HBA en het Platform Ambachtseconomie Meerjaren perspectief Samenvatting en conclusies
29 30 32 34 35
3.
Het HBA 2010-2015: Visie, missie, strategie en programma
37
3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5.
Inleiding Visie, missie en strategie van het HBA 2010-2015 Speerpunten HBA-programma: ‘A VOICE’ ‘A VOICE’: per thema toegelicht Samenvatting en conclusies
37 37 40 41 46
Bijlage 1: De HBA -formule de afgelopen jaren Bijlage 2: Het HBA en het veranderende wettelijke kader: nieuwe spelregels
Ten Geleide
De ambachtseconomie is de ruggengraat van de Nederlandse economie. De ambachten zitten in de haarvaten van de samenleving. Zij voorzien in het dagelijks leven in noodzakelijke producten en diensten. Bouwen, wonen, voeding, uiterlijke verzorging, mobiliteit: overal staat het ambacht klaar. Bovendien kunnen de kenniseconomie en de industriële economie niet zonder vitale ambachten: de ambachtseconomie geeft de kenniseconomie handen en voeten; en zij is vaak de kraamkamer van innovaties voor de grootschalige industrie. Zo is de ambachtseconomie een onmisbaar bestanddeel van de samenleving en economie van de toekomst. De ambachtseconomie blijkt ook krachtig in tijden van economische crisis. Ondanks de harde klappen die sommige delen van de ambachtseconomie te verwerken kregen, zoals de woningbouw, bleek zij als geheel minder kwetsbaar dan bijvoorbeeld de industrie, het transport, het bankwezen, de detailhandel en de horeca. Economen onderkennen de ambachtseconomie als een stabilisator van de nationale economie. Zelfs nieuwe, veelbelovende, ambachten zijn ontstaan in de ICT, de creatieve industrie en media. Dat ambachtelijke producten en diensten beschikbaar zijn, lijkt een vanzelfsprekendheid. In werkelijkheid moet er dag in dag uit hard aan worden gewerkt. Zowel in termen van kwantiteit als van kwaliteit. Voor de kwaliteit van de samenleving moeten wij ervoor zorgen dat meer jongeren een ambachtelijke carrière ambiëren en dat oudere vakmensen voor het vak behouden blijven. Want ambacht staat voor kwaliteit. Die moet worden gewaarborgd, met de ervaring van de oudere vakmensen én met de toepassing van de modernste middelen, zodat de arbeidsproductiviteit toeneemt en de prijs voor de klant betaalbaar blijft. Wat de kwantiteit aan vakmensen betreft: zeker na de huidige economische crisis, en de eerste voorzichtige signalen van herstel zijn al zichtbaar, zal de behoefte aan ambachtelijke producten en diensten weer sterk toenemen, terwijl juist in de komende paar jaar vele vakmensen met pensioen gaan. Een vakman of vakvrouw opleiden kost al gauw vier jaar. Dus we moeten er nú tegenaan om aan die toekomstige vraag te kunnen voldoen. Het is hoog tijd dat de ambachten de handen ineen slaan en de toekomst in eigen hand nemen. De ambachtseconomie máákt het! Dat is de kernboodschap van het Hoofdbedrijfschap Ambachten en van de ondernemers- en werknemersorganisaties, die daarin verenigd zijn. Deze publicatie vat de visie en het programma van het Hoofdbedrijfschap Ambachten (HBA) voor de komende jaren samen. Het programma 2010-2015 heet A VOICE, met een tweeledige betekenis. Enerzijds is het een acroniem dat naar de belangrijkste thema’s verwijst, zoals ambachtseconomie, vakmanschap en ondernemerschap. Anderzijds wil A VOICE aangeven dat het programma erop gericht is de ambachtseconomie en degenen die daarin werkzaam zijn, een stem te geven die zij verdienen. Een stem die meer gehoord moet worden. Want een duurzame samenleving en economie zijn ondenkbaar zonder een vitale ambachtseconomie. In die zin zijn de visie en het programma van het HBA samen te vatten met: a mission with A VOICE! Piet Kalle Voorzitter HBA
De ambachtseconomie máákt het!
Hans Nelson Algemeen Secretaris HBA
5
6
De ambachtseconomie máákt het!
Samenvatting
Inleiding Het Hoofdbedrijfschap Ambachten (HBA) stelt de komende vijf jaren het belang van een vitale ambachtseconomie centraal. Te lang zijn de ambachten in het beleid en in de statistieken gemarginaliseerd, zelfs onzichtbaar gemaakt. Daarom werpt het HBA zich op als pleitbezorger voor de herwaardering en versterking van de ambachtseconomie. Een onmisbare sector van de economie en samenleving. Een sector die vele jongeren perspectief biedt om hun eigen bestaan op te bouwen in het vak waar hun passie ligt, en die bovendien ruim baan geeft aan vakmensen die het eigen ambacht willen combineren met ondernemerschap. De rol van pleitbezorger van de ambachtseconomie past uitstekend bij de wettelijke taak van het HBA, namelijk het dienen van het sectorbelang van de ambachten, in het teken van het algemeen belang. In het HBA werken 36 ambachtelijke branches samen, met in totaal bijna 80.000 bedrijven waarin ongeveer 300.000 mensen werkzaam zijn. De visie en het programma waarvan op de volgende bladzijden verslag wordt gedaan, hebben de brede steun van tientallen brancheorganisaties en bonden, alsook van de vertegenwoordigers van de centrale ondernemersorganisaties (Koninklijke Vereniging MKB-Nederland en Vereniging VNO-NCW) en van de werknemersorganisaties (FNV, CNV), die zitting hebben in het hoofdbestuur van het HBA. Wat wil het HBA de komende jaren bereiken? In het kort gaat het om de volgende doelen: • Brede erkenning van de sociaal-economische betekenis van de ambachten • Verbetering van het imago en de aantrekkingskracht van de ambachten • Een meer evenwaardige positionering van het ambachtelijk beroepsonderwijs • Versterking van het ondernemerschap en de bedrijfsvoering in de ambachten en het verbeteren van het ambachtelijke ondernemingsklimaat. Deze doelen wil het HBA langs verscheidene wegen bereiken. Ten eerste door maatschappelijke beïnvloeding. Onder andere door facilitering van het nationale Platform Ambachtseconomie, dat in 2009 op initiatief van het HBA is gelanceerd. Ten tweede door het stimuleren en ondersteunen van nieuwe, flexibele, samenwerkingscombinaties van ambachtelijke branches, binnen en buiten het HBA. Ten derde door een programma voor de eigen branches te ontwerpen waarin thema’s centraal staan die voor de toekomst van de ambachten van groot belang zijn, zoals vakmanschap, ondernemerschap en imagoverbetering.
De ambachtseconomie: herontdekking van de ambachten Wat heet ambacht? De bekende Van Dale verwoordt het aldus: “Ambacht is handwerk dat aangeleerd moet worden en als broodwinning wordt beoefend”. Het gaat om geschoold handwerk, om vakmanschap, dat vooral in de praktijk wordt geleerd, onder begeleiding van ervaren vakmensen. Het valt niet uit een boekje te leren. En het wordt bedrijfsmatig uitgeoefend, om in het levensonderhoud te voorzien, dus niet als hobby. Hoewel de omschrijving van Van Dale geen sluitende empirische, laat staan juridische, definitie is, geeft zij uitstekend weer waar het bij de ambachten om draait. Door het geschoolde handwerk onderscheiden ambachtelijke beroepen zich van arbeid in de industrie, bank- en verzekeringsbedrijven, overheidsadministratie, horeca, transport of groothandel en detailhandel. De ambachten zijn dynamisch: sommige verdwijnen, zoals touwslagers en mandenmakers, andere blijven door voortdurend te innoveren bestaan en nieuwe ambachten komen op, zoals in de ICT, de media en de creatieve sector.
De ambachtseconomie máákt het!
7
Grote verscheidenheid De handmatige en vakkundige productiewijze is dus kenmerkend voor ambachten. Niet het product dat zij maken of de dienst die zij leveren. Dat verklaart de grote variëteit aan ambachten, van loodgieter tot pedicure, van edelsmid tot orgelbouwer. In de handen van vakmensen wordt ruwe materie omgezet in grote verscheidenheid aan producten en diensten. Ambachtsmensen zijn makers en doeners, met een grote eigen verantwoordelijkheid voor het eindproduct, met vaak een directe terugkoppeling van de klant. Zo weet een kapster weet meteen of het resultaat van haar werk naar de wens van de klant is. Organisatorisch: twee tendensen Wat de organisatorische basis betreft, zijn binnen de ambachten twee tendensen waar te nemen. Aan de ene kant schaalvergroting door bijvoorbeeld ketenvorming door nauwe samenwerking in enigerlei vorm of vanuit een centraal concept met filiaalhouders. Aan de andere kant schaalverkleining door een toenemend aantal zelfstandigen zonder personeel (‘zzp-ers’). In sommige branches worden zij ondernemers zonder personeel genoemd (‘ozp’ers’). Meer dan de helft van alle ambachtelijke ondernemers is inmiddels zzp-er. Vooral in de dienstverlenende ambachten, zoals de uiterlijke verzorging, en in de bouw komen zij veel voor. De meeste ambachten lenen zich er voor: de belangrijkste kapitaalinvestering heeft een ambachtsman of –vrouw letterlijk in eigen handen: het vakmanschap. Het zzp-erschap biedt betrokkene ook flexibiliteit, bijvoorbeeld in de combinatie van werk en zorgtaken. Arbeidsproductiviteit en innovatie De kleinschaligheid en arbeidsintensiviteit maken de ambachten van oudsher kwetsbaar. Arbeid is een relatief dure productiefactor. Als de arbeidsproductiviteit niet toeneemt, kan een ambacht zich uit de markt prijzen en kan de productie naar lagelonenlanden verdwijnen. Vandaar dat tal van ambachten voortdurend aan het innoveren zijn, door nieuwe productietechnieken en instrumenten te ontwikkelen. Zo hebben digitale cad-cam technieken hun intrede gedaan bij de goudsmid en de tandtechnicus. Niet ter vervanging van hun vakmanschap, maar juist als verlengstuk daarvan. Want “a fool with a tool is still a fool”. Kwaliteit, vakmanschap, blijft onmisbaar! Daarnaast zijn ambachten, bijvoorbeeld in de kleinmetaal, een belangrijke motor voor innovaties voor de industrie. Daarom heet het technische ambachtelijke kleinbedrijf ook wel de kraamkamer van industriële vernieuwing. Ambachten aan herwaardering toe Ondanks de wijde verspreiding van het ambacht is er op de basisschool weinig aandacht voor de ontwikkeling van handvaardig talent. Daar ligt de nadruk vooral op logische, cognitieve, taalkundige vaardigheden, gemeten door de CITO-toetsen. En de kinderen die daarop lager scoren, moeten ‘dan maar’ iets met hun handen gaan doen. Daarin klinkt door dat een ambachtelijke opleiding en carrière in Nederland relatief laag in aanzien staan. Dat is elders anders. De ambachten zijn er daarom bij gebaat wanneer ambachtelijke leerwegen en algemeen vormende leerwegen meer als evenwaardige routes worden beschouwd en ingericht. De snelle opkomst van vakcolleges in de laatste paar jaar wijst erop dat het belang van de ambachten weer meer op hun waarde worden geschat. Ambachtseconomie De financiële crisis in 2008 en zijn gevolgen hebben de belangstelling voor de reële economie doen toenemen. In het voorjaar van 2009 begon de ‘ambachtseconomie’ een begrip te worden. Toen trad het Platform Ambachtseconomie naar buiten. Dat wil niet zeggen dat de ambachtseconomie een nieuwe uitvinding is. Zij bestond natuurlijk al lang. Zij is alleen herontdekt. Niet als hype, of als modegevoelige ‘retro’-beweging in crisistijd, maar als een vitaal deel van de reële economie en als onmisbare bouwsteen van de samenleving. Steeds meer wordt beseft dat de ambachtseconomie kansen biedt voor iedereen. Voor jong en oud, in loondienst of als zelfstandig ondernemer.
8
De ambachtseconomie máákt het!
De ambachtseconomie: omvang en vooruitzichten De omvang van de ambachtseconomie in Nederland: één miljoen mensen Ruim een kwart van de bedrijven in de marktsector blijkt ambachtelijk te zijn, ongeveer 242.000. Het zijn bedrijven waarin één of meer ambachten als hoofdactiviteit worden uitgeoefend. Eén op de negen mensen in de marktsector werkt in een dergelijk bedrijf. Het gaat in totaal om bijna één miljoen mensen. En negen procent van het bruto nationaal product wordt door ambachten geleverd, € 127 miljard. De ambachten blijken bij nader inzien in Nederland in de eredivisie van de economie mee te spelen, net als bijvoorbeeld de detailhandel en de industrie. In deze cijfers zijn de bedrijven met meer dan honderd werknemers, die vooral in de bouw- en installatiebranches zijn te vinden, nog niet meegerekend. Hetzelfde geldt voor de ambachtelijke beroepen die buiten de ambachtelijke bedrijven worden uitgeoefend, zoals koks in restaurants of instrumentmakers in industriële laboratoria. Evenmin zijn kleine, parttime zelfstandigen zonder personeel meegeteld. De genoemde cijfers zijn daarom een conservatieve schatting. Het belang van de ambachten in de economie is in werkelijkheid groter. Vergelijking met buitenland Ondanks deze conservatieve schatting blijkt de ambachtseconomie in Nederland ongeveer even omvangrijk als de ‘Handwerkwirtschaft’ in Nordrhein-Westfalen, Duitsland. Daar wordt de ambachtseconomie officieel gepresenteerd als de ruggengraat van de economie. Daar bestaan uitgebreide statistieken van de ambachten. Daar worden ambachtelijke opleidingen meer evenwaardig gezien aan het algemeen vormende onderwijs. Daar genieten vakmensen die de ‘Meisterbrief’ hebben gehaald, hoog aanzien. Daar worden de ambachten als de kraamkamer van industriële innovaties beschouwd. Begin 2010 is in Duitsland een grote mediacampagne gestart die visueel glashelder maakt waar Duitsland zou staan zonder ambachten: in het Neanderthaler tijdperk. Ambachten zijn onmisbaar, is de boodschap. Deze vergelijking laat zien dat er een wereld van verschil is tussen de wijze waarop in Nederland en Duitsland tegen ambachten wordt aangekeken, ook beleidsmatig. Vooruitzichten korte termijn: de crisis en de ambachten Sinds het najaar van 2008 bevindt de economie zich in een crisis. In 2009 blijkt de Nederlandse economie volgens het CBS met 4% te zijn gekrompen, een unicum sinds de jaren twintig in de vorige eeuw. De crisis blijkt vooral de financiële sector, de exportgerichte industrie en de handel te treffen. De ambachtseconomie lijkt er minder onder te lijden te hebben omdat zij hoofdzakelijk op de binnenlandse markt is gericht en de koopkracht van consumenten tot nu toe redelijk gehandhaafd is. Zo werkt de ambachtseconomie als een sociaal-economische stabilisator binnen de economie als geheel. Binnen de ambachtseconomie zijn de effecten wel verschillend. De bedrijven die als toeleverancier voor de industrie werken hebben het moeilijk, zoals de metaalbewerking. De ambachten die actief zijn in de nieuwbouw van woningen, hebben klappen gekregen omdat hypotheken moeilijker worden verstrekt. De dienstverlenende ambachten moeten waarschijnlijk met een wat mindere omzet rekening houden. De reparatieambachten doen het relatief goed. Vooruitzichten middellange termijn: vakbekwaamheid steeds schaarser Ondanks de recessie blijken veel ambachten nog steeds te kampen te hebben met een tekort aan vakbekwame medewerkers. De recessie maakt de tekorten wat minder nijpend, maar als de economie weer aantrekt, ontstaat een levensgroot probleem. Te meer omdat dan de ‘babyboomers’ met pensioen gaan, terwijl door de ontgroening ook andere sectoren om de gunst van de jongeren dingen. Voor de ambachtseconomie is het dan ook van vitaal belang nú haar aantrekkingskracht voor jongeren te vergroten en daarmee niet te wachten tot de nood het hoogst is. Iedere ambachtelijke branche kan dat voor zichzelf proberen, maar de meeste zijn te klein om gewicht in de schaal te leggen. Meer samenwerking en coördinatie zijn nodig. Door als ambachtseconomie samen op te trekken kan méér worden bereikt.
De ambachtseconomie máákt het!
9
De ambachtseconomie en het HBA HBA: een veelkleurig deel van de ambachtseconomie Het Hoofdbedrijfschap Ambachten voert ambachten met overtuiging in zijn naam, en is daarmee een uniek trefpunt waarin 36 ambachtelijke branches, ondernemers en werknemers, samenwerken. Deze branches tellen bijna 80.000 bedrijven waarin circa 300.000 mensen werkzaam zijn. Hier zijn de HBA-branches te vinden: • een aantal bouwgerelateerde branches, zoals dakdekkers, straatmakers, voegers, schoorsteenvegers, glazeniers en glasbewerkers, parketleggers, zonweringspecialisten en glazenwassers; • branches in de uiterlijke verzorging, zoals kappers, schoonheidspecialistes, grimeurs en pedicures; • productieambachten zoals maatkleermakers, hoedenmakers, orgelbouwers, vioolbouwers en andere muziekinstrumentmakers, keramisten, goud- en zilversmeden, maatschoenmakers, pianotechnici en natuursteenbewerkers; • reparatieambachten, zoals schoenherstellers, fietsenmakers, textielreinigers, uurwerktechnici, zadelmakers, leerbewerkers, kledingreparatie, naaimachinetechnici; • voedingsambachten zoals banketbakkers, vakslagers en ijsbereiders; • gezondheidstechniek, zoals opticiens, orthopedische schoentechnici en tandtechnici. Het HBA omvat ongeveer een derde van de ambachtseconomie, vooral het kleinschalige deel. En dat is logisch. Grootschalige bedrijven kunnen doorgaans uitstekend in hun eigen behoeften voorzien, met hun eigen experts. Voor de kleinere branches en bedrijven ligt dat anders. Want 36 keer op jezelf of in één keer voor 36 branches: dat maakt verschil! Voor de overheid is het veel aantrekkelijker een generieke ambachtelijke maatregel te treffen dan 36 regelingen op Madurodam-niveau, zoals zij dat ziet, dus op niveau van elk der betrokken ambachten apart. De ervaring leert dat het HBA als verzameling van bijna 80.000 ambachtelijke bedrijven steeds serieuzer genomen wordt. De overige ambachtelijke branches zijn vooral te vinden in de bouwnijverheid, de metaalbewerking en de installatiesector. De nieuwe ambachten zijn werkzaam in de ICTsector en de creatieve industrie. Inmiddels heeft het HBA daarmee de contacten aangehaald. Ambachtseconomie als focus Het HBA is ervan overtuigd dat zijn activiteiten voor de aangesloten branches meer effect sorteren wanneer zij onder de inspiratie van het bredere belang van de ambachtseconomie als geheel plaatsvinden. Het HBA ondersteunt en faciliteert van oudsher honderden activiteiten voor de aangesloten branches. Op het gebied van opleiding en arbeidsmarkt; op het terrein van professionalisering van het ondernemerschap en bedrijfsvoering; met imagocampagnes en promotieactiviteiten, per branche en voor de aangesloten ambachten gezamenlijk. Maar méér is nodig, zo is de overtuiging. Laat zien dat de ambachten een onmisbare functie in onze samenleving en economie vervullen. De invloed op zowel het overheidsbeleid als op de publieke opinie over de ambachten is dan groter. Als de toekomst van de ambachtseconomie bijvoorbeeld een meer evenwichtige en evenwaardige inrichting van ons onderwijsstelsel vereist, met nadrukkelijk ruimte voor een eigen ambachtelijke leerweg, dan zal de overheid alleen vanuit dit brede denken worden overtuigd. HBA-initiatieven ten behoeve van de ambachtseconomie Daarom stelt het HBA nadrukkelijker dan voorheen de ambachtseconomie als geheel centraal, zeker nu vrijwel alle ambachtelijke branches voor min of meer dezelfde uitdagingen staan. Daartoe heeft het HBA de afgelopen jaren de volgende initiatieven genomen: • de lancering van het Platform Ambachtseconomie en een onafhankelijk bureau de omvang van de ambachtseconomie in Nederland laten vaststellen;
10
De ambachtseconomie máákt het!
• •
een breed publiek met de wereld van de ambachtseconomie kennis laten maken door de Week van het Ambacht te organiseren; het ondersteunen van brede initiatieven uit andere delen van de ambachtseconomie, zoals het Platform Bètatechniek, dat de instroom in de technische opleidingen stimuleert.
Inzet van het Platform Ambachtseconomie Met het initiatief voor een nationaal Platform Ambachtseconomie heeft het HBA in 2009 een groep ambassadeurs van naam voor het ambacht weten samen te brengen. Het Platform richt zich op vier hoofdthema’s die voor de toekomst van de ambachtseconomie van groot belang zijn: imagoverbetering van de ambachten; een ambachtelijk opleidingssysteem dat evenwaardig aan de algemeen vormende opleiding is; meer nadruk op ambachtelijk ondernemerschap; en een overheidsbeleid dat het ambachtelijk ondernemersklimaat stimuleert. Het Platform heeft tien concrete speerpunten rond deze thema’s geformuleerd. Zoals het voorstel om in aanvulling op de CITO-toets een soort ‘doe-toets’ in te voeren om ambachtelijk talent vroegtijdig te signaleren. Of het pleidooi om de meestertitel in te voeren voor vakmensen wier vakmanschap zich tot meesterschap heeft ontwikkeld. Het HBA en het Platform willen op die manier de overheid en de publieke opinie wakker schudden en de aantrekkingskracht van een ambachtelijke loopbaan vergroten. Juist daarom wordt ook overwogen een platform van jonge, enthousiaste ambassadeurs van de ambachten in te stellen dat de jongeren aanspreekt en hen kan stimuleren te kiezen voor een ambachtelijke loopbaan.
De visie, missie en strategie van het HBA Visie De ambachtseconomie is onmisbaar, nu en in de toekomst. Zij is een van de belangrijkste peilers van de samenleving en economie. Er werken meer mensen dan in de industrie of in de detailhandel. De ambachtseconomie biedt in principe veel jongeren een wenkend perspectief om als vakman of –vrouw een bestaan op te bouwen en hun passie te volgen en geeft bovendien ruim baan aan vakmensen die het eigen ambacht willen combineren met ondernemerschap. Onmisbaar maar niet vanzelfsprekend Het is allerminst vanzelfsprekend dat er in de toekomst voldoende vakmensen beschikbaar zijn. Zeker als de economie weer aantrekt, worden in alle ambachtelijke sectoren grote tekorten aan vakmensen voorspeld. Daarom verdienen het imago en de aantrekkingskracht van de ambachten, de ‘eigen’ ambachten van het HBA incluis, nú hoge prioriteit. De zorg voor een vitale ambachtseconomie moet een centraal thema in het maatschappelijk debat zijn. Missie Het Hoofdbedrijfschap Ambachten werpt zich op als pleitbezorger van een vitale ambachtseconomie waarin het goed werken en ondernemen is. Het HBA is overtuigd van het belang van de ambachtseconomie voor Nederland. Dat staat voorop, ongeacht hoe de verschillende ambachten zich georganiseerd hebben. Door pal te staan voor het belang van een gezonde ambachtseconomie wil het HBA de komende jaren te boek komen te staan als opinieleider, als ‘mentaal marktleider’, wat het ambacht en de ambachtseconomie aangaat, kortom als een belangrijk centrum van de ambachtseconomie. Een ambitie die verplichtingen schept. Doelen De belangrijkste doelen van het HBA voor de komende vijf jaren zijn: • Versterking van het imago: herwaardering van de ambachten bij het brede publiek en erkenning van het belang van de ambachtseconomie door overheid en publieke opinie, leidend tot een grotere instroom in ambachtelijke opleidingen. • Evenwaardige positionering van het ambachtelijk beroepsonderwijs: de vertaling van deze herwaardering in de wijze van beroepskeuzeadviezen in het onderwijs en een meer
De ambachtseconomie máákt het!
11
•
evenwaardige positionering van de ambachtelijke beroepsopleiding aan het algemeen vormende onderwijs in het onderwijsstelsel, van laag tot hoog. Daar ligt een belangrijke uitdaging bij de invoering van het nieuwe ‘competentiegerichte’ beroepsonderwijs. Versterking van het ondernemerschap en ondernemersklimaat: naast vakmanschap meer nadruk op ondernemerschap en professionalisering van de bedrijfsvoering omdat veel vakmensen zich als zelfstandige zonder personeel (zzp’er) of als kleine werkgever een bestaan willen verwerven. Dit gegeven moet zijn weerslag krijgen in de opleidingen en in de ondersteuning van bestaande ondernemingen.
Strategie: twee sporen Het HBA wil bovenstaande missie en doelen langs twee strategische lijnen bereiken. Ten eerste door het Platform Ambachtseconomie te blijven ondersteunen in zijn maatschappelijke beïnvloeding ten faveure van de ambachtseconomie. De zojuist genoemde doelen zijn ook in het programma van het Platform terug te vinden. Waar nodig zal het HBA ad hoc denktanks organiseren om een thema verder uit te diepen en met praktische aanbevelingen te komen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de positionering van het ambachtelijke beroepsonderwijs binnen de bestaande onderwijsstructuur. De contacten met de overige delen van de ambachtseconomie, inclusief de nieuwe ambachten, zullen worden aangehaald. De eerste aanzetten daartoe hebben de laatste paar jaar al plaatsgevonden in nieuwe brancheoverstijgende samenwerkingsverbanden, platforms en podia. Het gaat om flexibele organisatievormen die niet alleen de HBA-ambachten met elkaar verbindt, maar ook bruggen slaat naar ambachten daarbuiten. Recente voorbeelden hiervan liggen op het vlak van veiligheid (bouw), mode, muziek, en restauratie. Omgekeerd staat het HBA ook open voor initiatieven van andere ambachtelijke sectoren die gelijkgerichte doelen nastreven. Eerder is al het Platform Bètatechniek genoemd. Ten tweede door in eigen kring, ten behoeve van de aangesloten branches, een samenhangend programma te ontwerpen dat aansluit op de hoofdthema’s van de ambachtseconomie. Bij de nadere invulling en prioritering van activiteiten maakt het HBA gebruik van de wensen van de betrokken ondernemers- en werknemersorganisaties. Daarnaast weegt het HBA ook nadrukkelijk de meningen van de aangesloten ondernemers mee. Zij kunnen die kenbaar maken via het HBA-internetpanel of in enquêtes naar het draagvlak van HBA-activiteiten.
Het HBA-programma 2010-2015: A VOICE Het samenhangend programma met een looptijd van 2010 -2015 bestaat uit zes thema´s, samengevat in het acroniem ‘A VOICE.’ Dat staat voor: • ‘A’mbachtseconomie. Doel: het publiek en de beleidsmakers ervan te doordringen dat de ambachten nu en in de toekomst onmisbaar zijn voor de samenleving, met perspectieven voor jong en oud. Door het onderstrepen van belang, omvang en perspectief van de ambachtseconomie als geheel, op basis van onafhankelijk onderzoek, en door het faciliteren van het Platform Ambachtseconomie. •
‘V’akmanschap. Doel: voldoende vakmensen van goed niveau op te leiden en te behouden. Door het bevorderen van de instroom van jongeren en van ‘tweedekansers’ en door maatregelen om bestaande vakmensen te behouden. Door het borgen van vakmanschap, bijvoorbeeld door ervaringscertificaten; het stimuleren van evenwaardige beroepsopleidingen in het kader van het nieuwe competentiegerichte beroepsonderwijs; arbeidsbemiddeling via het Servicepunt Ambachten in tal van vestigingen van het UWVWERKbedrijf; het opwaarderen van bestaand vakmanschap van werknemers door om-, her- en bijscholing.
•
‘O’ndernemerschap. Doel: versterking ondernemerschap en bedrijfsvoering, van start tot finish, opvolging en overdracht. De economische houdbaarheidsdatum van het individuele vakmanschap zal steeds meer afhankelijk zijn van het ondernemerschap van
12
De ambachtseconomie máákt het!
de vakman en –vrouw, omdat veel vakmensen voor zelfstandig ondernemerschap kiezen. Vandaar dat tal van inspanningen staan gepland om het ondernemerschap te versterken. Zoals het maken van nieuwe en het actualiseren van branchecodes: handige praktijkgidsen die alle relevante wet- en regelgeving voor een branche voor de ondernemer toegankelijk maakt. Andere voorbeelden: het instellen van geschillencommissies voor consumenten; het uitbrengen van handleidingen voor starters en de ontwikkeling van een soort digitale tom-tom waarmee starters antwoorden op hun vragen op internet kunnen vinden; bedrijfscertificatie; stimuleren van innovaties; eenvoudige webtools voor ondernemers ten behoeve van de bedrijfsvoering (‘sturen op cijfers’). •
‘I’mago. Doel: aantrekkingskracht van de ambachten vergroten. In samenhang met de activiteiten van het Platform worden verscheidene middelen ingezet om het imago van de ambachten verder te verbeteren, zoals de organisatie van de Week van het Ambacht in nauwe samenwerking met gemeenten, branches en scholen; publicaties (Passie voor Ambachten) en websites voor jongeren en hun ouders (www.vaktoppers.nl), die op een moderne wijze voorlichting geven over ambachten, hun opleidingen en perspectieven.
•
‘C’ollectieve actie en belangenbehartiging. Doel: stimuleren van samenwerking tussen gelijkgestemde branches om samen een specifiek doel te bereiken. Via vormen van gelegenheidssamenwerking vraagstukken van gelijkgestemde ambachtelijke branches oplossen; ook branches uit andere delen van de ambachtseconomie kunnen daaraan deelnemen. Zo werken bouwgerelateerde branches samen om de bouwregelgeving te veranderen en zoeken de modebranches onderling toenadering om samen sterker te staan in de profilering en opwaardering van hun ambachten.
•
‘E’ffectieve afstemming. Doel: de boodschap van de ambachtseconomie intern en extern, naar de overheid en het brede publiek, eenstemmig over te brengen. Wederzijdse versterking van de communicatie van het Platform en die van het HBA enerzijds en van de communicatie tussen het HBA, zijn branches en aangesloten ondernemingen anderzijds. Intensivering van de communicatie en afstemming met andere delen van de ambachtseconomie, met de bereidheid om verzoeken tot aansluiting van andere ambachtelijke branches positief tegemoet te treden.
Met dit ‘A VOICE’ programma 2010-2015 wil het HBA het ambacht en de ambachtseconomie een stem geven die zij verdienen. Een stem die doorklinkt in de beslissingen van jongeren, hun ouders, schooldecanen, politici en andere beleidsmakers in de praktijk. Een stem die de ambachtseconomie weer helemaal op de kaart zet en die de bij het HBA aangesloten branches en de anders georganiseerde ambachten helpt hun toekomst te veroveren. Een stem die de betekenis en de werkelijke grootte van de kleine en kleinschalige ambachten samen duidelijk maakt: een onmisbare bedrijfstak in het dagelijks leven die in de eredivisie van onze economie speelt!
De ambachtseconomie máákt het!
13
14
De ambachtseconomie máákt het!
1.
1.1
Het belang van de ambachten en de ambachtseconomie
Inleiding
In de visie van het Hoofdbedrijfschap Ambachten (HBA) zijn de ambachten een van de belangrijkste takken van bedrijvigheid in Nederland, en zeker de meest veelzijdige. Ambachten zijn en blijven onmisbaar voor onze economie. Een sector bovendien, die om vakmensen staat te springen. In de huidige periode van economische teruggang weliswaar minder, maar op de middellange termijn des te meer, zeker met de pensionering van de baby-boomers in het vooruitzicht. Gangbare kijk Deze visie op de ambachten leeft nog onvoldoende in Nederland. Noch bij de bevolking, noch bij de overheid. Uit onderzoeken kwam naar voren dat ambachten bij velen vooral een nostalgisch beeld oproepen. Weliswaar staan ambachten voor vakmanschap, degelijkheid en kwaliteit, maar zij worden toch ook vaak als ‘iets van vroeger’ beschouwd. Een ambacht is voor veel ouders dan ook geen wenkend toekomstperspectief voor hun kinderen. Als die niet zo hoog op de CITO-toets scoren, moeten zij ‘dan maar’ iets met hun handen gaan doen. Bij de beleidsmakers in Nederland blijken de ambachten uit beeld verdwenen en de nationale cijfermeesters van het CBS brengen hen niet meer in kaart. Dit in tegenstelling tot de ruime beleidsmatige aandacht die de ambachten bij onze oosterburen krijgen en het overwegend positieve beeld dat de ambachten en hun beoefenaars daar in de ogen van de bevolking en haar politieke leiding hebben. Als de tekenen niet bedriegen lijkt daar in Nederland verandering in te komen. De ambachten worden herontdekt en hun beoefenaars weer meer gewaardeerd. Heroriëntatie: ambachten weer op de kaart Het HBA wil de ambachten stevig op de kaart zetten en het belang van de ambachten voor de samenleving en economie aan de hand van harde cijfers onderstrepen. Als centraal thema van zijn beleid voor de komende vijf jaar kiest het HBA daarom indringend voor de herontdekking en stimulering van een vitale ambachtseconomie. Het HBA wil zich ontwikkelen tot een belangrijk, zo niet het belangrijkste, centrum daarvan. In de eerste plaats uiteraard voor de 36 branches die bij hem zijn aangesloten en de daarin werkzame ambachtsmensen. Maar ook ruimer, in nauwere samenwerking met de ambachtelijke branches buiten het HBA. Niet de wijze van organisatie maar het gemeenschappelijk belang van de ambachtelijke sector staat voor het HBA voorop. Deze heroriëntatie heeft in 2009 geleid tot het oprichten van het Platform Ambachtseconomie, waarin talrijke vooraanstaande Nederlanders zitting hebben genomen die als ambassadeur van de ambachten willen optreden. Vragen De ambachtseconomie als centraal thema voor de komende vijf jaar roept een aantal vragen op: • Waarom is de ambachtseconomie belangrijk? • Wat kenmerkt ambachten, wat verstaan wij daaronder? • Hoe groot is de ambachtseconomie in Nederland en wat valt daaronder? • Welke effecten heeft de huidige economische crisis op de ambachten? • Welke maatschappelijke ontwikkelingen zijn positief voor de toekomst van de ambachten?
De ambachtseconomie máákt het!
15
1.2
Belang van ambachten en ambachtseconomie
De makers, de doeners met vakmanschap Het HBA zet zich in voor een vitale ambachtseconomie in de overtuiging dat de ambachtelijke sector onmisbaar is uit economisch, maatschappelijk en sociaal opzicht. Zo kan een kenniseconomie niet zonder een sterke ambachtseconomie. Ambachten zijn de makers, de doeners, de bedenkers van praktische oplossingen. Ambachten zijn arbeidsintensief en zorgen voor veel werkgelegenheid. Nieuwe werkgelegenheid ontstaat vooral in kleinschalige ambachtelijke bedrijven die zich specialiseren in ICT, de creatieve en amusementsbedrijvigheid, de uiterlijke verzorging en de gezondheidsmiddelentechniek. Ambachten zijn werkzaam in vrijwel alle levenssferen: van woning- en wegenbouw tot de uiterlijke verzorging; van kleding en sieraden tot medische hulpmiddelen, van voedingsmiddelen tot het maken van muziekinstrumenten. Door de vele soorten activiteiten en hun kleinschaligheid zitten de ambachten in de haarvaten van de huidige samenleving. Zonder ambachten valt de samenleving stil. Werkklimaat Voor de beoefenaars van een ambacht en degenen die daarin willen werken, komen de ambachten tegemoet aan moderne waarden als authenticiteit, maatwerk en kwaliteit, en de groeiende behoefte van de jeugd om zelf verantwoordelijk te zijn voor wat je maakt. En wat je maakt in een ambacht, komt letterlijk uit je eigen handen. Ambachtelijke bedrijven zijn vaak kleinschalig. Er heerst dan ook een meer collegiale, persoonlijke verstandhouding van vakmensen onder elkaar dan elders gebruikelijk is. Met vakmanschap dat blijkt uit wat je presteert, wordt respect van de collega’s verdiend en worden klanten gewonnen. In zo’n klimaat is een medewerker geen radertje van een grote machine. Die telt mee voor wie hij is en wat hij presteert. Zelfstandig ondernemer Veel ambachtslieden zijn zelfstandigen zonder personeel, ‘zzp’er’; in sommige branches ook wel ‘ozp’er’ genoemd: ondernemer zonder personeel. Meer dan de helft van de ambachtelijke ondernemers is zzp’er. Vooral in de dienstverlenende ambachten en in de bouw komen veel zzp’ers voor. Van de ondernemers die bij het HBA zijn aangesloten, behoort zelfs ruim tweederde tot deze categorie. Het belangrijkste motief is, zo blijkt uit nationaal en internationaal onderzoek: de zelfstandigheid als persoonlijke uitdaging en mogelijkheid het eigen leven in te richten. Ambachten lenen zich daarvoor. Een ambachtsman of – vrouw heeft de belangrijkste kapitaalsinvestering – in de meeste letterlijke zin – in eigen handen: vakmanschap! Dat betekent ook dat ambachten waarin een persoon de het product kan maken of de dienst kan verlenen, aantrekkelijk zijn voor vrouwen. Zo blijken veel vrouwen in de uiterlijke verzorging in staat te zijn om werk en zorgtaken flexibel te combineren. Lokale worteling en ’mvo’ Als kleinschalige ondernemingen zijn de ambachten geworteld in de lokale samenleving. Zij ondersteunen dan ook vaak het plaatselijke verenigingsleven. Zie de borden langs de sportvelden en in de sporthallen. Daardoor en door hun persoonlijke contacten met de klant voorzien zij in sociaal cement in de lokale samenleving en dragen zij actief bij aan de sociale cohesie. Soms uit principe, uit een gevoel voor maatschappelijke betrokkenheid, maar vaak ook door hun praktijk van alledag. Zij doen het gewoon, zonder te weten dat dat in Den Haag tegenwoordig als ‘MVO’, maatschappelijk verantwoord ondernemen, bekend staat. Staatsecretaris Klijnsma gaf bij de aftrap van de “Week van het Ambacht” in 2009 een prachtige illustratie uit eigen kring. Zij vertelde dat haar vader als steenhouwer het heel gewoon vond om gederailleerde jongeren uit de buurt alsnog een kans te geven en weer op de rails te zetten door hen een vak te leren en daarmee zelfrespect bij te brengen. Kraamkamer van innovaties Samen vormen de ambachten een belangrijke sector in onze economie: de ambachtseconomie. Een sector die bij nader inzien vaak verrassend modern bezig is. Sterker
16
De ambachtseconomie máákt het!
nog, ambachtelijke bedrijven zijn vaak de kraamkamer van innovaties. Soms in opdracht van industrieën, zoals in de kleinmetaal. Soms gewoon omdat zij voortdurend bezig zijn hun vak verder te brengen en nieuwe technische ontwikkelingen in hun eigen vak toe te passen. Zo gebruiken edelsmeden tegenwoordig moderne ICT-technieken voor het ontwerp van sieraden en de orthopedische schoenmakers voor het pasklaar ontwerpen van steunzolen. En er ontstaan uit nieuwe technieken weer nieuwe ambachten. Zo presenteren webdesigners en game-bouwers zich publiekelijk als ‘de nieuwe ambachten’.
1.3
Kern van de ambachten
Definitie Op de term ‘ambacht’ rust geen patent. Omdat de ambachten geen onderwerp van overheidsbeleid zijn, zoals dat in Duitsland wel het geval is, ontbreken eveneens beleidsdefinities van wat onder ‘ambachten’ verstaan moet worden. Niettemin is de kern van het begrip duidelijk. De bekende Van Dale verwoordt het aldus: “Ambacht is handwerk dat aangeleerd moet worden en als broodwinning wordt beoefend”. Het gaat om geschoold handwerk, om vakmanschap, dat vooral in de praktijk wordt geleerd, onder begeleiding van ervaren vakmensen. Het valt niet uit een boekje te leren. En het wordt bedrijfsmatig uitgeoefend, om in het levensonderhoud te voorzien. Omdat er geen sluitende juridische of wetenschappelijke operationele definitie bestaat, wordt zoveel mogelijk aangesloten bij wat ook elders, bijvoorbeeld in Duitsland, onder ambachten wordt verstaan en waarvan in Nederland statistieken bestaan of te herleiden zijn. 3 P’s: passie, persoonlijk, perspectief De handmatige en vakkundige productiewijze is dus kenmerkend voor ambachten. Niet het product dat zij maken of de dienst die zij leveren. Dat verklaart de grote variëteit aan ambachten, van loodgieter tot pedicure, van edelsmid tot orgelbouwer. De handmatige productiewijze van al deze beroepen onderscheidt hen tegelijk ook van degenen die in fabrieken, kantoren of detailhandel werken. Wat de meeste ambachtsmensen verder gemeen hebben, wordt wel samengevat met de 3P’s: • Passie: zelf kiezen voor een ambacht, daarin opgaan, trots op het eigen product of dienst; • Persoonlijk: maatwerk leveren, de creativiteit, het persoonlijke stempel op het product; • Perspectief: vakmanschap biedt een goede toekomst, met mogelijkheden voor zelfstandig ondernemerschap, eigen baas zijn. De kern is dat echte vakmensen opgaan in het maken van dingen en dat tot een goed einde willen brengen. Zeker bij nieuwe uitdagingen vinden zij de reis, het maakproces, meestal belangrijker dan de bestemming: het eindproduct. De kwaliteit daarvan vloeit voort uit hun vakmanschap. Opleiding Ambachten zijn onderscheidend in hun opleiding, door de grote nadruk op het leren werkenderwijs, in de praktijk. Het kenmerkende van een dergelijke opleiding is dat niet alleen materialenkennis wordt bijgebracht, maar vooral dat het vak in de praktijk wordt geleerd, onder leiding van een ervaren vakman of –vrouw, op school en in een bedrijf. De leerling moet het vak proefondervindelijk in de vingers krijgen. Het nieuwe competentiegerichte onderwijs dat de komende jaren in Nederland wordt ingevoerd, biedt daar in principe meer mogelijkheden voor. En het valt te prijzen dat steeds meer geëxperimenteerd wordt om de doorgroei van VMBO- naar MBO-niveau te versoepelen en de leerlingen daarmee meer perspectief te bieden; zoals de zogeheten VM2 experimenten waaraan tientallen vmbo- en mbo-scholen deelnemen. Opwaardering ambachtelijke opleiding Het merkwaardige is dat in Nederland op het praktijkgerichte onderwijs nog steeds wordt neergekeken. Dit in tegenstelling tot Duitsland. Daar wordt het ambachtelijk beroepsonderwijs veel meer als gelijkwaardig aan het algemeen vormende onderwijs
De ambachtseconomie máákt het!
17
beschouwd. Ambachten zijn in hun wijze van zien dan ook niet beperkt tot het VMBO en het MBO, maar strekt zich uit naar het HBO en zelfs verder. Ieder naar het niveau dat bij hem of haar past. Daar gaat de discussie niet zozeer over het opleidingsniveau waarop ambachten worden uitgeoefend, maar veeleer hoe dwarsverbanden tussen de hogere vormen van beroepsonderwijs en de universiteiten kunnen worden bewerkstelligd. Hoe krijg je de architect op de steiger en een meester in het vak in de collegebanken voor theoretische verdieping van zijn vak. Wat abstracter gezegd: hoe verbind je de kenniseconomie met de ambachteconomie, ervan uitgaande dat beide evenwaardig zijn en elkaar aanvullen? Ondernemerschap Zoals gezegd, kennen de ambachten veel kleinbedrijf. Het aantal zzp’ers groeit de laatste jaren zelfs sterk. Zeker in het huidige Europa zonder grenzen worden steeds meer eisen gesteld aan het zelfstandig ondernemerschap. Beschermende regelgeving, bijvoorbeeld op vestigingsgebied, bestaat nauwelijks meer. Maar een goed vakman is niet per definitie een goed ondernemer. Hun hart ligt vaak vooral bij het vak, minder bij het ondernemen. Maar in de moderne ambachtseconomie zijn vakmanschap en ondernemerschap in veel ambachten bijna onlosmakelijk verbonden. Gelukkig spelen al tal van opleidingen daar steeds meer op in. Dynamiek: continuïteit en verandering Sommige ambachten bestaan al eeuwen, zoals de timmerlieden en de metselaars. Andere zijn in de loop der tijd vrijwel verdwenen omdat zij niet tegen de industriële productiewijze met zijn veel hogere arbeidsproductiviteit opkonden, zoals de textielwevers en de loodzetters in de drukkerijen. Maar telkens ontstonden ook weer nieuwe ambachten, zoals auto-monteurs, cvinstallateurs, pc-reparateurs. Nieuwe technieken die eerst een bedreiging vormden voor het ambacht, luiden zelf weer het ontstaan van nieuwe ambachten in. En nieuwe technieken worden vaak overgenomen en aangepast in klassieke ambachten, als nieuw hulpmiddel voor hun vakmanschap. De moderne digitale ontwerptechnieken zijn al eerder genoemd. Wie de officiële Duitse lijst van circa honderd ambachten vergelijkt met de honderd die Jan en Caspar Luiken in 1694 beschreven en illustreerden in hun beroemde boek, ziet dan ook zowel overeenkomsten als grote verschillen. Elke periode heeft zijn eigen Luikens nodig! Creatieve combinaties Regelmatig komen nieuwe creatieve combinaties op. Zo bloeide een eeuw geleden de brede “Arts and Crafts movement” op, als tegenwicht tegen het ‘steeds meer van hetzelfde’ van de industrialisatie. In deze beweging, die zich internationaal verspreidde, werkten kunstenaars, architecten, interieurontwerpers en ambachtslieden samen. Zij drukten op die manier hun stempel op nieuwe stijlen als Jugendstil, Art Nouveau en de Amsterdamse School. Die invloed is terug te vinden in gebouwen, interieurs, gebruiksvoorwerpen, keramiek enz. uit die tijd. Ook tegenwoordig zijn dit soort bewegingen waar te nemen. Design-specialisten en ambachtsmensen zoeken elkaar weer op en versterken elkaar. De designers ontwerpen, maken concepten, de ambachtsmensen realiseren die met hun vakmanschap. Naast Danish Design begint Dutch Design internationaal een gevestigd begrip te worden in de sfeer van meubelen, architectuur, mode, sieraden. Juist dit soort dwarsverbanden, nieuwe combinaties, kunnen de ambachten nieuwe impulsen geven.
1.4
Omvang van de ambachtseconomie
Ambachtseconomie Onder ambachtseconomie verstaat het HBA de sector binnen de economie waarin vakmensen met hun handen producten maken of diensten leveren om zich een bestaan te verwerven. Dus dat deel van de economie waarin ambachtelijke bedrijvigheid tot toegevoegde waarde, inkomen en welvaart leidt. De exacte omvang van de ambachtseconomie in Nederland is moeilijk in te schatten. Zoals gezegd, worden er van de ambachtseconomie als sector geen statistieken bijgehouden. Gekozen is voor de harde kern, de branches die als vanouds bekend staan als ambachtelijk.
18
De ambachtseconomie máákt het!
Het resultaat is daarom een conservatieve schatting: de nieuwere ambachten in de ICT- en de mediasector zijn niet meegeteld. Bovendien zijn daarbij de ambachtelijke beroepsbeoefenaren die in andere sectoren werkzaam zijn, buiten beschouwing gelaten. Bijvoorbeeld instrumentmakers, installatie- en onderhoudstechnici die emplooi vinden in laboratoria van grote ziekenhuizen en industrie. Het HBA heeft inmiddels een onderzoeksbureau opdracht gegeven om de omvang in Nederland nauwkeuriger in kaart te brengen, met inbegrip van de nieuwe ambachten. Drie vragen Bij benadering kunnen op basis van de thans beschikbare cijfers de volgende schattingen van de omvang van de ambachtseconomie worden gemaakt: • Wat is de omvang van de ‘klassieke’ ambachteconomie naar aantal ondernemingen, werkgelegenheid en omzet? • Hoe verhoudt deze omvang zich met de ambachtseconomie in het buitenland? • Hoe verhouden zich de verschillende ambachtelijke deelsectoren onderling? Geschatte omvang Bij de schatting van de omvang van de ambachtseconomie is het niet alleen van belang welke branches daartoe gerekend worden, maar ook welke bedrijven: alleen kleine of ook grote bedrijven, met meer dan honderd werknemers? Traditioneel wordt in Nederland alleen het kleinbedrijf, dat wil zeggen bedrijven met minder dan tien werknemers, tot het ambacht gerekend. De volgende tabel laat de verschillen zien als de grens bij het kleinbedrijf, bij het midden- en kleinbedrijf wordt gelegd, dan wel als álle bedrijven in de ambachtelijke branches worden meegeteld. Het maakt dus nogal verschil voor de omvang van de ambachtseconomie of men daartoe alleen het kleinbedrijf rekent of ook het middenbedrijf en zelfs het grootbedrijf. Hier wordt de grens bij het midden- en kleinbedrijf gelegd. Het grootbedrijf wordt buiten beschouwing gelaten. De Nederlandse ambachtseconomie omvat dan 242.000 bedrijven, bijna een miljoen werkzame personen, als men ook de kleine, parttime werkende, zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) meetelt, een omzet van € 127 miljard en een toegevoegde waarde van € 40 miljard. Omvang van de ambachtseconomie, naar grootteklasse van bedrijven per eind 2009 Grootteklasse
Aantal ondernemingen
Bedrijven met minder dan 10 werkzame personen (kleinbedrijf) Bedrijven met minder dan 100 werkzame personen (midden- en kleinbedrijf) Alle bedrijven (inclusief grootbedrijf)
Aantal werkzame personen
Omzet
224.000
415.000
€ 55 mld
242.000
814.000
€ 127 mld
243.000
1 .247.000
€ 206 mld
Bron: EIM 2010
De ambachtseconomie máákt het!
19
Omvang en aandeel ambachtseconomie in bedrijfsleven: vergelijking met NordrheinWestfalen Het blijft schatten, maar onze oosterbuur, Nordrhein-Westfalen in het bijzonder, biedt een welkome vergelijkingsmaatstaf. Deze deelstaat van Duitsland heeft een ongeveer even grote beroepsbevolking als Nederland. Hun CBS houdt de statistieken van de ongeveer honderd onderscheiden ambachten (‘Handwerk’) nauwkeurig bij. Die komen ongeveer overeen met onze klassieke ambachtsectoren. Gebleken is dat omvang van de Nederlandse branches waarvan het HBA de omvang kent, vrijwel overeenkomt met die in Nordrhein-Westfalen. Voor Nederland zijn de cijfers voor het midden- en kleinbedrijf in de klassieke ambachtelijke sector genomen. Uit deze schatting blijkt dat ruim een kwart van de bedrijven in Nederland ambachtelijk van aard is en dat één op de zeven werkzame personen in zo’n bedrijf werkt. Dat betekent dat de ambachtelijke sector in de eredivisie van sociaal-economisch Nederland meespeelt! Voorts blijkt dat de ambachtseconomie in Nederland in feite ongeveer even groot is als die in Nordrhein-Westfalen. Dat is opmerkelijk omdat in de beleving van velen juist Duitsland het land is waar de ambachtelijke sector als ruggengraat van de economie geldt. Omvang ambachtseconomie Nederland en Nordrhein-Westfalen (in % van het bedrijfsleven) Indicator
Nederland (NL)
Nordrhein-Westfalen (NRW)
Aantal werkzame personen % NL/NRW
814.000 11%
970.000 12%
Aantal bedrijven % NL/NRW
242.000 30%
180.000 26%
€ 127 mld 9%
€ 107 mld 10%
Omzet (incl. BTW) % van NL/NRW
Bronnen: HBA, EIM, CBS en Westdeutscher Handwerkskammertag, en Zentralverband des Deutschen Handwerks; 2008/2009
Verdeling binnen de ambachtelijke sector Een rees jaren gebruikte indeling van de ambachten voor onderzoeksdoeleinden is de volgende: • Productieambacht zoals voedingsmiddelen (bakkers, slagers e.d.), bouwmaterialen, kleding, textiel- en lederbranche. • Metaal- en meubelambacht zoals kleinschalige bedrijven in de meubelmakersbranche, metaalbewerking, machinebouw, instrumentmakers. • Bouwambacht, zoals het kleinbedrijf in de bouwnijverheid, met inbegrip van de gespecialiseerde aannemers (metselaars, stukadoors, schilders, tegelzetters). • Installatieambacht, zoals loodgieters, centrale verwarmingsbedrijven, isolatiebedrijven, elektriciens. • Handels- en reparatieambacht, zoals garagebedrijven, tweewielerbranche, schoenmakers, opticiens, audiciens. • Dienstverlenend ambacht, zoals glazenwassers, textielreiniging, kappers, pedicures en andere bedrijven gericht op persoonlijke verzorging. Recente, eenduidige cijfers over de verdeling van de Nederlandse ambachtseconomie tussen de verschillende deelsectoren zijn niet voorhanden. Die worden in de loop van 2010 verwacht. Dus ook hiervoor moet met een benadering worden volstaan. De volgende tabel laat de onderlinge verhouding tussen de deelsectoren zien in termen van aantallen bedrijven, aantallen werkzame personen en de omzet. Daarbij zij opgemerkt dat hier alleen bedrijven
20
De ambachtseconomie máákt het!
met minder dan tien werkzame personen tot de ambachten zijn gerekend. Voorts zijn de nieuwe ambachten hierin niet inbegrepen. Klassieke deelsectoren ambachtseconomie naar de omvang van het kleinbedrijf Deelsector ambachten
Voedings- en productieambacht Metaal- en meubelambacht Bouwambacht Installatieambacht Handels- en reparatieambacht Dienstverlenend ambacht Totaal
Bron: EIM, 2004, 2008
Aantal onderneminge n 8% 8% 34% 7% 19% 24% 100%
Werkzame personen (en in arbeidsjaren) 11%
Omzet
(14%)
10% (13%) 29% (29%) 8% (8%) 18% (18%) 24% (18%) 100%
12% 11% 23% 6% 40% 8% 100%
Deze tabel laat het volgende zien: • Ruim driekwart van de kleine ambachtelijke bedrijven is te vinden in de bouwambachten, de dienstverlenende en de handels- en reparatieambachten. • Qua werkgelegenheid hebben deze drie deelsectoren een kleiner aandeel, namelijk tweederde. Dit verschil hangt samen met het feit dat in deze drie deelsectoren relatief veel zzp’ers werkzaam zijn. • Uit het verschil tussen het aantal werkzame personen en het percentage arbeidsjaren, is op te maken waar de meeste parttimers werken: vooral in de dienstverlenende ambachten, waar veel vrouwen werkzaam zijn. • Opvallend is de hoge score (40%) van het handelsambacht in de verdeling van de omzet. Dat geeft een enigszins vertekend beeld door het grote volume handelsinkopen in deze deelsector. Bij nadere analyse blijkt het aandeel van de handelsambachten in de toegevoegde waarde dan ook aanzienlijk geringer. Hun omzet wordt in hoge mate bepaald door elders geproduceerde goederen. Op de toegevoegde waarde scoren de arbeidsintensieve dienstverlenende ambachten een stuk hoger, hoewel hun aandeel in de omzet geringer is. Voorts laten de cijfers het volgende zien: • De ambachtelijke sector is vooral op de binnenlandse markt gericht. Slechts 1% van de omzet van het ambachtelijk kleinbedrijf wordt in het buitenland gerealiseerd; voor het midden- en kleinbedrijf is dat 9% en voor alle bedrijven, dus inclusief de grote ondernemingen, in de klassieke ambachtelijke sector is dat 10%. • De productie- en metaalbewerkingsambachten zijn het meest op export gericht: zij behalen rond de 15% van hun omzet in het buitenland en daarmee het meest gevoelig voor de huidige internationale economische teruggang. Dit bevestigt wat eerder over de lokale worteling van de ambachten is gezegd. Ambachten voorzien vooral in goederen en diensten dichtbij de afnemer. Een doorsnee klant gaat niet naar het buitenland voor de kapper of een pedicure. Maar die moeten dan wel beschikbaar zijn en blijven.
1.5
Economische ontwikkeling: de crisis en de ambachtseconomie
Crisis Sinds najaar van 2008 is de wereld eerst in een financiële crisis en vervolgens, in het voorjaar van 2009, in een economische recessie beland. Banken kwamen in de problemen, beurzen kelderden, de wereldhandel liep fors terug. Een open economie als de Nederlandse, met een relatief geringe thuismarkt, is voor dat soort schommelingen extra gevoelig.
De ambachtseconomie máákt het!
21
Cijfers De cijfers liegen er niet om: • In 2009 kromp de Nederlandse economie met 4%, een ongekend sinds de jaren ’20 van de vorige eeuw. Het aantal banen verminderde met 150.000 volgens het CBS. • Aandelenvermogens verdampten. Volgens het CBS verloren de Nederlandse huishoudens in 2008 € 66 miljard op hun aandelen; de pensioenfondsen en verzekeraars €160 mld en de banken € 25 mld. Samen dus ongeveer €250 miljard. • Productiedaling. Volgens het CPB kende het productieniveau in de marktsector in 2008 nog een groei van 2,5%, maar neemt in 2009 met 6,75% af. • Export: de Nederlandse export neemt in 2009 met 17% af. • De bedrijfsinvesteringen nemen volgens het CPB met 15% af in 2009; • Werkloosheid. Deze groeit volgens het CPB naar 8.5% (meer dan 600.000) in 2010, ongeveer een verdubbeling in vergelijking met 2008. • Volgens het onderzoeksbureau EIM verdwijnen in 2009 in het midden- en kleinbedrijf 66.000 arbeidsplaatsen en in 2010 nog eens 135.000. • Consumentenvertrouwen. Sinds eind 2007 is dit aan het dalen, hoewel de werkgelegenheid en de lonen toen nog behoorlijk stegen. Door de afgesloten cao’s bleef de gemiddelde koopkracht in 2008 en 2009 op peil, maar zijn de consumenten wel meer gaan sparen. Zij houden de hand op de knip. Voor 2010 daalt de koopkracht naar verwachting (-0,5%). • Overheidsfinanciën: in 2008 nog een overschot, maar in 2009 een tekort van 4.5% van bruto binnenlands product en in 2010 zelfs een tekort van ruim 6% volgens het CPB. Dat betekent een groei van de staatsschuld van € 206 miljard (2008) naar € 381 miljard (2010). De gevolgen van de opgelopen staatsschuld (rente en aflossing) zullen nog jaren voelbaar zijn. De lasten zijn mede afhankelijk van de mate waarin de economie weer gaat groeien (meer belastinginkomsten en minder sociale uitkeringen). Vooruitzichten De cijfers worden regelmatig bijgesteld, maar de strekking blijft hetzelfde: de economie en de staatshuishouding bevinden zich voorlopig in zeer zwaar weer. De financiële crisis treft in eerste instantie de bancaire wereld en die van de beleggers, inclusief de pensioenfondsen; en uiteraard de kapitaalsintensieve delen van de economie. De crisis brengt de overheid in staat van paraatheid: de bloedsomloop van de economie staat op het spel! De effecten voor de reële economie, de bedrijven, de werkgelegenheid en de consumptieve bestedingen worden pas later zichtbaar. Zelfs al herstellen de beurskoersen, de werkloosheid zal de komende tijd vooralsnog groeien. Naar verwachting nemen de consumentenbestedingen af en de overheidslasten toe. Hoe dan ook, de gevolgen van deze crisis zullen de nationale economie en de overheidsbegroting de volgende vijf jaar sterk bepalen. De kabinetscrisis van februari 2010 vergroot vooralsnog de onzekerheid. Crisis: kans voor maatschappelijk verantwoord ondernemen: Triple P ( Profit, People, Planet) De Nederlandse overheid probeert, net als in veel buurlanden, eerst noodverbanden aan te leggen door extra stimulerende maatregelen te treffen en later te gaan saneren. Gelukkig grijpen diverse overheden de crisis aan als een kans om het maatschappelijke verantwoord ondernemen (mvo), ook wel aangeduid met de ‘Triple P’ te bevorderen: slimme maatregelen die de economie (Profit), de werkgelegenheid (People) en het milieu (Planet) in onderlinge samenhang ten goede komen. Voorbeelden zijn de inruilpremie voor oude vervuilende auto’s en subsidieprogramma’s voor renovatie en isolatie van woningen. Van dit soort programma’s en maatregelen kunnen ook de ambachten profiteren, zij het niet allemaal in gelijke mate. Juist vanwege de aard van de ambachten (veelal kleinschalig, lokaal geworteld, relatief weinig vervuiling) verdienen zij uit het oogpunt van maatschappelijk verantwoord ondernemen meer positieve aandacht van de overheid.
22
De ambachtseconomie máákt het!
Effecten op de ambachtseconomie Ambachten richten zich vooral op de thuismarkt en worden daarom minder getroffen door de inzakkende wereldhandel dan bijvoorbeeld de industrie. De centrale autoriteit voor de ambachten in Duitsland, het Zentral Verband des Deutschen Handwerks, verwacht voor 2009 dan ook een gering omzetverlies (- 2%) en nauwelijks verlies aan werkgelegenheid in de ambachten. Aan de andere kant zijn de ambachten erg arbeidsintensief en zijn de ambachtelijke producten en diensten dus relatief duur. Dus zijn ambachten vanouds kwetsbaar voor uitbesteding naar lagelonenlanden, ook met een relatief goed opgeleide beroepsbevolking, zoals Oost-Azië. Dat weten inmiddels bijvoorbeeld de tandtechnici en muziekinstrumentmakers. Een verminderde koopkracht kan daarom de ambachten parten gaan spelen. Juist voor de ambachten is het van belang dat de overheid de belastingen op arbeid kritisch beziet, dan wel het lagere BTW-tarief voor de ambachten ruimhartig van toepassing verklaart, voor zover de Europese afspraken van medio 2009 daarover dat toestaan. Daarnaast zullen de ambachten meer aandacht aan de service aan de klant moeten besteden. Want die kunnen buitenlandse leveranciers vaak moeilijker bieden. Effect verschillend per branche De effecten zijn per branche verschillend. De eerste signalen daarvan zijn al zichtbaar: • De ambachtelijke toeleveranciers van de industrie, zoals de kleinmetaal, merken de crisis het sterkst. Hun orderportefeuilles zijn sterk geslonken. • Daarnaast zullen de deelsectoren die afhankelijk zijn van de bancaire financiering van consumenten en andere opdrachtgevers, zoals de woningbouw, last hebben van de crisis. Beginnende huiseigenaren hebben grote moeite de financiering rond te krijgen. De banken zijn meer terughoudend geworden. In 2009 blijft het effect nog beperkt, omdat veel projecten nog moeten worden afgerond. Toch wordt een terugval van 5% verwacht. In 2010 zal de teruggang naar verwachting 7% bedragen. • Het Economisch Instituut Bouwnijverheid verwacht in 2009-2010 een verlies van 50.000 arbeidsplaatsen in de bouw, vooral in de woning- en utiliteitsbouw. Daarnaast wordt geconstateerd dat in 2009 bijna 40.000 werknemers in deze sector 55 jaar of ouder zijn en dus over enige jaren met pensioen gaan. Zo ontstaat de paradox dat op korte termijn van een overschot sprake is en over enige jaren een groot tekort aan vakmensen dreigt. • Maar binnen de bouwgerelateerde ambachten lijkt ook een verschuiving gaande te zijn: huizenbezitters zijn minder geneigd een nieuw huis te kopen. Zij geven de voorkeur de eigen woning op te knappen. Dat komt de bouwambachten ook weer ten goede. • Omdat de koopkracht afneemt en er meer gespaard wordt, zal de consumptie verminderen. De horeca verwacht in 2009 een daling van 8% van de afzet. De detailhandel een vermindering van 4%; vooral de verkoop van duurzame goederen stagneert. Ook de winkelambachten komen onder druk te staan. • De ambachten die voorzien in de dagelijkse behoeften of gespecialiseerd zijn op de reparatie van goederen lijken het minst te lijden te hebben van de crisis. Perspectief ambachtseconomie In het algemeen lijkt de ambachtseconomie minder te lijden te hebben van de recessie die in 2009 toesloeg. Niettemin zullen ook de ambachten daarvan de gevolgen ondervinden, al zullen die per branche verschillen. Bijkomend gevolg van de recessie is dat de overspannen arbeidsmarkt voor vakmensen die de periode voor 2008 kenmerkte, evenwichtiger wordt. Het UWV-WERKbedrijf constateert dat in de periode medio 2008 tot medio 2009 het aantal ambachtelijke vacatures met ongeveer 20% is afgenomen en de vervulling van nieuwe vacatures is toegenomen, tot ongeveer 40%. Maar nog steeds is er in 2009 meer vraag naar vakmensen dan aanbod. Bovendien is het vooruitzicht van een werkloos geworden ambachtsman of –vrouw gunstiger dan het perspectief van een lotgenoot in de industrie. De laatste staat met lege handen als de fabriek dicht gaat. De vakman of - vrouw heeft daarentegen zijn belangrijkste kapitaal, vakmanschap, letterlijk in eigen hand en loopt daarmee de poort uit. Met zijn vakmanschap
De ambachtseconomie máákt het!
23
komt hij gemakkelijker elders aan de slag, bij een andere werkgever of door voor zichzelf te beginnen. De toenemende werkloosheid op korte termijn neemt niet weg dat er over enkele jaren weer een groot tekort aan goede vakmensen wordt verwacht. Om het voorzienbare tekort tegen te gaan, moet er juist nu geïnvesteerd worden in de opleiding van nieuwe krachten en in de aantrekkelijkheid van de ambachten voor jonge mensen. Zeker nu op korte termijn veel ervaren vakkrachten het arbeidsproces verlaten, en juist die mensen een cruciale rol spelen in de overdracht van het ambacht in de praktijk. Bij tal van instanties in de ambachtelijke sector, zoals het HBA, Bouwend Nederland, de Koninklijke Metaalunie, Uneto-VNI en samenwerkingsverbanden zoals TechniekTalent.nu is dit dan ook topprioriteit.
1.6
Herontdekking, herwaardering en perspectief ambacht
Met beide benen op de grond De recessie lijkt ertoe bij te dragen dat de reële economie, waar tastbare goederen en diensten worden geleverd, in de beleving van mensen opgewaardeerd wordt en dat de bancaire en verzekeringswereld met haar abstracte producten, aan vertrouwen heeft ingeboet. Ambachten maken deel uit van de reële economie. Zoals gezegd: ‘You get what you see!’. En voldoet het product niet, dan krijgt de maker dat meteen van de klant te horen. Dan is het devies doorgaans ‘Niet goed, geld terug!’. Een wereld van verschil met ‘Niet goed, geld weg!’, dat de ervaring van velen met de financiële crisis samenvat. Waarden als ‘authenticiteit’, kwaliteit, het persoonlijke, het gebruik van eerlijke materialen, doen steeds meer opgeld. Allemaal begrippen die zowel in ambachtelijke producten en diensten als in de ambachtelijke werkwijze gemakkelijk te herkennen zijn. De echte vakman en –vrouw wil het werk perfect uitvoeren omdat dat de essentie van zijn vak is. Niet eens zozeer in het eindproduct, als wel in het maken daarvan ligt zijn of haar passie. De kwaliteit van het eindproduct is dan een vanzelfsprekendheid. De term ‘ambachtelijk’ heeft dan ook onbetwist een positieve connotatie, die nadrukkelijk in marketing campagnes wordt gebruikt; en helaas - ook wordt misbruikt. Herontdekking door politiek De laatste paar jaar verschijnen steeds meer artikelen in de krant over de teloorgang van de oude ambachtscholen, vaak met een nostalgische toonzetting. Daar leerden de jongeren ten minste nog een vak onder begeleiding van een ervaren vakman in plaats van rond te hangen en in criminaliteit te vervallen. Vooral wethouders in de grote steden, met veel sociale problematiek, bleken sympathiek tegenover de herinvoering van de ambachtsschool te staan. Leer ze een vak waarop zij trots kunnen zijn, dan krijgen die jongeren meer verantwoordelijkheidsgevoel en zelfrespect, en worden dus eerbare burgers die in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien. Nieuwe initiatieven Deze herontdekking van ambachten als sociaal kapitaal is op zich terecht. Maar het zou de ambachten te kort doen om ambachtelijke beroepen vooral te benaderen als een uitweg voor sociale misère. Ambachten verdienen méér. Vanuit dat perspectief verdient het project van Vakcolleges alle waardering. Een concept waarin jongeren in kleine groepen onder leiding van ervaren vakmensen een vak in de praktijk leren, in nauwe samenwerking met bedrijven. Een particulier initiatief dat aanslaat. In 2008 begonnen met 13 scholen voor beroepsonderwijs, namen er in 2009 reeds 28 deel. Naar verwachting zullen dat in 2010 er zeker zestig zijn. Daaruit blijkt naar het oordeel van het HBA een terechte herwaardering van het ambacht en het vakmanschap. Of het concept ook toepasbaar is voor de opleiding van leerlingen in kleine branches met veel zzp’ers moet echter nog blijken. Ook de recente VM2 experimenten in het reguliere beroepsonderwijs om de overgang van vmbo- naar mbo-niveau te versoepelen, verdienen positieve waardering. Zij verbreden het perspectief voor vmbo-leerlingen, binnen de bestaande structuur van het beroepsonderwijs.
24
De ambachtseconomie máákt het!
Herwaardering ambacht en ambachtelijke opleiding De eerder gemaakte vergelijking met Duitsland toont aan hoe op korte afstand een totaal verschillend beeld over het ambacht kan bestaan. Daar beschouwt men een ambachtelijke opleiding, op alle niveaus, meer als evenwaardig aan een algemeen vormende opleiding. Die ambachtelijke opleiding is ook duidelijk herkenbaar en is in de beleving van de burgers niet beperkt tot het lager beroepsonderwijs, zoals in Nederland vaak het geval is. Daar worden bovendien de ambachtsmensen als ‘makers’ gerespecteerd. Hun bijdrage aan de economie is onbetwist. De deelstaatministers geven acte de presence bij het uitreiken van de ‘Meisterbrief’ aan degenen die zijn afgestudeerd met een meesterproef. Vanuit dat zelfbewustzijn, vanuit hun eigen kracht, roeren de ambachtsorganisaties zich daar in het publieke debat. Dit voorbeeld laat zien dat een duidelijk herkenbare ambachtelijke opleiding op verschillende niveaus ook het imago versterkt. Gevoegd bij het besef dat er ongelijksoortige maar evenwaardige opleidingsmogelijkheden zijn, waarvan de ambachtelijke er één is, maakt dat het imago van de ambachten daar een stuk hoger is dan doorgaans in Nederland het geval is. Het wordt eerder als een wenkend carrièreperspectief gezien. Daarvan valt in Nederland het nodige te leren, zonder het Duitse systeem te willen kopiëren: • Zorg dat kinderen op jonge leeftijd op alle competenties worden getest, niet alleen vooral op hun cognitieve niveau (CITO-toets!). Erken dus de evenwaardigheid van verschillende talenten en probeer een kind en de ouders vanuit dat uitgangspunt te adviseren. • Meer nadruk op positieve kanten van een ambachtelijke carrière, als werk waarin veel jongeren hun passie kwijt kunnen, met in veel ambachten goede perspectieven voor de toekomst. • Beklemtoon dat je een echt vak kunt leren op het niveau dat bij je past, dus ook met doorgroeimogelijkheden. De boodschap luidt: door een vakopleiding te kiezen, kies je voor een positieve toekomst. Het is niet voor niets dat emigratielanden vooral vakmensen zoeken. Een bankwerker maakt daar meer kans dan een bankmedewerker of een jurist. • Wees niet te bescheiden: maak meer zichtbaar dat een ‘volwas’ vakman of –vrouw respect verdient, bijvoorbeeld met ceremonies waarin jongeren die hun vakmanschap naar de regelen van het betreffende ambacht tot meesterschap hebben ontwikkeld, ook een ‘meesterdiploma’ krijgen en zich bijvoorbeeld ook mogen afficheren met de titel ‘Meester’ in het betreffende ambacht. Een niveau 4 zegt publiekelijk minder dan dat je met het volbrengen van een opleiding op dat niveau het meesterschap in het vak hebt bereikt! Ondernemerschap Nog te weinig worden leerlingen erop attent gemaakt dat het kiezen voor een ambacht vaak ook betekent dat je waarschijnlijk een zelfstandige ondernemer wordt. En dat het belangrijk is dat het onderwijsaanbod daarop aansluit: hoe start je een onderneming, hoe maak je een ondernemingsplan en hoe neem je een bestaande onderneming van een vakgenoot over? Nog sterker: een ambachtsman of –vrouw heeft het belangrijkste kapitaal in handen: het eigen vakmanschap. Hoe verzilver je dat? Van belang is dan: • In de ambachtelijke opleidingen zou meer aandacht besteed moeten worden aan ondernemerschap en bedrijfsvoering, zodat de vakmensen die dat ambiëren, beter beslagen ten ijs komen. Praktische startershandleidingen zijn onmisbaar. En ook: hoe neem je een bedrijf van een collega over? • Om zich te onderscheiden naar de consument of zakelijke opdrachtgever kunnen ambachtelijke ondernemingen niet meer volstaan met de oude slogan: “kwaliteit is onze reclame”. Dat geldt wel voor de mond-tot-mond reclame. Maar in ruimere kring moet die kwaliteit meer geobjectiveerd worden, bijv. via certificatie of door heldere leveringsvoorwaarden met geschillencommissies voor consumenten. • De aard van het ambacht brengt met zich mee dat opleidingen vooral in de praktijk plaatsvinden, steeds meer in de bedrijven zelf, onder begeleiding van een ervaren vakman of –vrouw. Dat vereist wel een meer evenwichtige verdeling van de kosten tussen onderwijsinstellingen en het veelal kleinschalige bedrijfsleven.
De ambachtseconomie máákt het!
25
Nieuwe combinaties geven ambachten nieuw elan Al eerder zijn nieuwe creatieve combinaties aangeroerd. Zoals de verbinding tussen design en ambachten. Beoefenaars van beide disciplines hebben hun passie gemeen voor het maken van mooie en functionele dingen. Laten die elkaar versterken, zeker nu Dutch Design internationaal faam maakt. De resultaten bepalen in de publieke opinie de meerwaarde van het ambacht en van degene die de producten maakt. De combinatie komt het imago van de betrokken ambachten zeker ten goede. Soortgelijke combinaties komen de laatste tijd naar voren. Met bijvoorbeeld de ICT-sector. Webdesigners en gamebouwers presenteren hun als nieuwe ambachten. Dit soort nieuwe combinaties met de creatieve industrie en ICT geeft de ambachten een nieuw elan en draagt bij aan een eigentijds, modern imago. Hoewel het ambacht tijdloos is, is het voor jongeren, die vooral in het ‘NU’ leven, belangrijk dat het zelf maken van producten ‘vet’ is. Moderne ambachtsteden en imago Het ambacht als positieve kwalificatie, als visitekaartje: de waarde daarvan gaan steeds meer gemeenten ontdekken. Dat heeft het HBA de laatste jaren kunnen vaststellen bij de organisatie van de Week van het Ambacht. Zo wordt in 2010 de aftrap gegeven in Joure, dat zich nadrukkelijk laat voorstaan op de toevoeging ‘ambachtstad’. Steeds meer gemeenten melden zich om hun ambachtelijke kant, zowel de traditionele als de nieuwe ambachten in de schijnwerpers te zetten. Zo heeft de gemeente Amsterdam daar recent een speerpunt van haar beleid van gemaakt en juist daarom zijn de contacten aangehaald. Als dit de trend wordt, betekent dat een definitieve herwaardering en erkenning die de ambachten voor onze samenleving en economie hebben.
1.7
Samenvatting en conclusies
Over de aard en kenmerken van de ambachten en de beoefenaars ervan: • Ambachten zijn geschoold handwerk, vakmanschap. Deze productiewijze onderscheidt het ambacht ten opzichte van detailhandel of kantoorarbeid. Ambachtsmensen zijn makers. • Ambacht vereist basiskennis, en moet vooral in de praktijk worden geleerd, onder begeleiding van een ervaren vakman/vrouw: het valt niet uit een boekje te leren. • Door de praktijkgerichte opleiding, waarin een ‘leerling-gezel-meester’ cultuur doorklinkt, zijn de onderlinge verhoudingen minder formeel en meer op prestatie en bewezen vakmanschap gebaseerd en de bereidheid dat over te brengen op jongeren. • Iedere klus en opdracht is weer anders: een ambachtsman/vrouw ontleent trots aan het resultaat waarop zij zelf persoonlijk worden afgerekend. Het is hun eigen werk: zij kunnen weinig afschuiven op collega’s en hoger geplaatsten: zij moeten vakwerk afleveren! • Voor veel vakmensen is de reis, het maken, belangrijker dan de bestemming: het eindproduct. Het kwaliteitsproduct volgt als vanzelf uit hun handelwijze, hun vakmanschap. • Voor de beoefenaars van een ambacht gelden de drie P’s: Passie voor het werk, Persoonlijke vervulling en Perspectief als vakman/vrouw. • Kenmerkend voor het ambacht is de praktijkopleiding. Dat heeft in Nederland nog een te laag imago. Dit in tegenstelling tot Duitsland, waar ambachtelijke opleidingen als evenwaardig gezien worden aan algemeen vormende opleidingen. • Zelfstandig ondernemerschap (zzp’er of ozp’er): in veel ambachten zijn de zzp’ers in de meerderheid. Dat betekent dat in de opleiding naast vakmanschap ook de nodige aandacht besteed moet worden aan ondernemerschap: hoe start je een bedrijf, hoe neem je een bedrijf over?
26
De ambachtseconomie máákt het!
Over de maatschappelijke betekenis van de ambachten: • De ambachten zijn maatschappelijk onmisbaar, want zij zijn in alle levenssferen werkzaam. Van woning tot uiterlijke verzorging. Zij zijn meestal lokaal geworteld en zetten zich in voor de plaatselijke gemeenschap. • De ambachten zijn van alle tijden: sommige verdwijnen, andere blijven en pakken nieuwe technieken op; en nieuwe ambachten kondigen zich aan. • Ambachten zijn vernieuwend bezig; zij zijn vaak de kraamkamers van de innovatie voor de grote bedrijven. • Maatschappelijk gezien passen de ambachten ook in het ‘Triple P’ (Profit, People, Planet) beleid: meer balans tussen het economische, het sociale en het milieubelang. Over de omvang van de ambachtseconomie: • In de nationale economie spelen de klassieke ambachten in de eredivisie: een kwart van de bedrijven in de marktsector, een op de negen mensen in Nederland werkt in een ambachtelijk bedrijf en bijna tien procent van ons bruto nationaal product wordt door ambachten geleverd, als het grootbedrijf buiten beschouwing wordt gelaten. • Met inbegrip van het grootbedrijf (meer dan 100 werkzame personen) zijn de ambachten goed voor 30% van de ondernemingen, 16% van de werkgelegenheid, 14% van de omzet en 13% van de toegevoegde waarde van het bedrijfsleven. • De bouwambachten en dienstverlenende ambachten zijn, naar het aantal ondernemingen en werkgelegenheid gemeten, de grootste deelsectoren van de ambachtseconomie. • Het Hoofdbedrijfschap Ambachten (HBA) omvat ongeveer een kwart tot een derde van de ambachtseconomie met veelal kleinschalige ambachten van beperkte omvang. De ambachtseconomie en voorbij de economische teruggang: • De financiële crisis van 2008 die uitliep in een forse recessie, raakt vooral financiële instellingen en de exportgerichte industrie. Indirect dus ook ambachtelijke toeleveranciers van de industrie, zoals de kleinmetaal. En daarnaast de bouwambachten omdat de consument voor een nieuwe woning moeilijker financiering van de banken kan krijgen. • Relatief gezien treft de recessie de ambachtseconomie minder, omdat ambachten vooral op de binnenlandse markt gericht zijn en voorzien in dagelijkse behoeften. Wel moet rekening worden gehouden met een verminderde koopkracht de komende jaren. Mensen zullen gaan kiezen voor goedkopere producten, en wellicht wat minder vaak naar de kapper gaan. • Omdat de ambachten arbeidsintensief zijn verdient de verlaging van de belasting op de factor arbeid extra aandacht van de overheid en zal de overheid – binnen het Europese beleid – de mogelijkheden om op arbeidsintensieve producten en diensten het lage BTWtarief toe te passen, ten volle moeten benutten. • De behoefte aan goedgeschoolde vakmensen zal onverminderd blijven bestaan, mede gezien dat over enkele jaren de baby-boom generatie met pensioen gaat. De tekorten aan vakmensen zullen daarom over enkele jaren weer sterk toenemen. • Bovendien wordt het ambacht vooral in de praktijk geleerd van de ervaren vakmensen. Omdat velen daarvan op korte termijn vertrekken, moet nu geïnvesteerd worden in de opleidingen, in de aantrekkelijkheid van het ambacht voor jongeren en dus in de toekomst van de ambachtseconomie. Over de herontdekking en herwaardering en het perspectief van de ambachten: • Met de recessie lijkt een herwaardering van de reële economie gaande te zijn, waar concrete producten en diensten worden gemaakt, bovendien individueel maatwerk. Waarden die kenmerkend zijn voor de ambachten, vinden een steeds ruimere aanhang. • Echte vakmensen vinden de weg naar het eindresultaat belangrijker dan het eindresultaat zelf. In het maken ligt hun passie. De kwaliteit van het product is de uitkomst daarvan. Een ‘ambachtelijke’ bereidingswijze geldt in de praktijk als belangrijk verkoopargument. • Een evenwaardige behandeling van ambachtelijke beroepsopleiding, van laag tot hoog niveau, in vergelijking met algemeen vormende opleidingen is essentieel voor het imago van de ambachten. Dat leert Duitsland. Die gelijkwaardigheid, met erkenning van de
De ambachtseconomie máákt het!
27
•
•
•
• •
28
ongelijksoortigheid van opleidingen, draagt men daar ook uit. Dat betekent dat een duidelijk herkenbare ambachtelijke opleiding, op verschillende niveaus, essentieel is voor de ambachtseconomie en het imago dat ambachtelijke opleidingen genieten. Dat betekent zowel iets voor het begin als voor de afronding van ambachtelijke opleidingen: o Voor het begin: bij kinderen moet niet alleen hun cognitieve talenten getoetst te worden, maar ook hun ambachtelijke talenten. Dus in aanvulling op een cognitieve test een soort ‘doe-toets’ om de ambachtelijke talenten in beeld te krijgen. o En voor het eind van de opleiding zou een meesterproef ook officieel erkend moeten worden. Een officiële meestertitel spreekt voor de buitenwacht tot de verbeelding en kan betrokken vakmensen inspireren: zij staan voor topkwaliteit. Positief is dat in Nederland verscheidene initiatieven zijn genomen om de ambachtelijke opleiding op te waarderen: zoals de ontwikkleing van de Vakcolleges en de VM2 experimenten om de overgang van vmbo- naar mbo-niveau te versoepelen en daarmee de perspectieven van vmbo-leerlingen te verruimen. De lokale politiek van grote steden ziet de ambachten vooralsnog als een bijdrage aan de oplossing van sociale problemen. Men roept om de terugkeer van de oude ambachtschool. Terecht. Maar dat doet de waarde van het ambacht te kort. Het nieuwe initiatief van Vakcolleges gaat uit van de positieve kant van de ambachten zelf, in een modern onderwijsconcept. Dit initiatief blijkt aan te slaan en verdient steun. Nieuwe kansen voor de ambachten liggen in combinaties met de creatieve industrie en ICT. Dat brengt nieuw elan en is uitstekend voor de eigentijdse uitstraling van de ambachten. Zij kunnen als iconen dienen voor de overige ambachten. Steeds meer gemeenten willen zich afficheren als stad of dorp van ambachten. Dit duidt erop dat de ambachten steeds vaker worden gezien als een positieve waarde waarmee een gemeente graag geassocieerd wordt. Dat valt positief te waarderen, tenzij het retrogevoel daarbij overheerst. Een ambachtsstad of –dorp met recht op die naam is geen openlucht- museum, maar gericht op de toekomst.
De ambachtseconomie máákt het!
2.
2.1.
Het HBA en de Ambachtseconomie
Inleiding
Het Hoofdbedrijfschap Ambachten (HBA) stelt de komende vijf jaren het belang van een vitale ambachtseconomie centraal. Te lang zijn de ambachten in het beleid en in de statistieken gemarginaliseerd, zelfs onzichtbaar gemaakt. Daarom werpt het HBA zich op als pleitbezorger voor de herwaardering en versterking van de ambachtseconomie. Een onmisbare sector van de economie en samenleving. Een sector die vele jongeren perspectief biedt om hun eigen bestaan op te bouwen in het vak waar hun passie ligt, en die bovendien ruim baan geeft aan vakmensen die het eigen ambacht willen combineren met ondernemerschap. De rol van pleitbezorger van de ambachtseconomie past uitstekend bij de wettelijke taak van het HBA, namelijk het dienen van het sectorbelang van de ambachten, in het teken van het algemeen belang. In het HBA werken 36 ambachtelijke branches samen, met in totaal bijna 80.000 bedrijven waarin ongeveer 300.000 mensen werkzaam zijn. De visie en het programma waarvan op de volgende bladzijden verslag wordt gedaan, hebben de brede steun van tientallen brancheorganisaties en bonden, alsook van de vertegenwoordigers van de centrale ondernemersorganisaties (Koninklijke Vereniging MKB-Nederland en Vereniging VNO-NCW) en van de werknemersorganisaties (FNV, CNV), die zitting hebben in het hoofdbestuur van het HBA. Günther Verheugen, de vorige vicevoorzitter van de Europese Commissie, noemde de ambachten dan ook ‘de ruggengraat van onze maatschappij’: de makers van producten en leveranciers van diensten die voor het leven van alledag onmisbaar zijn en die vele mensen werk bieden. De behoefte aan vakmensen zal daarom onverminderd van kracht blijven. Het HBA deelt de visie van Günther Verheugen op de ambachten. En het HBA is ervan overtuigd dat het de komende jaren alle hens aan dek is om aan de behoefte aan vakmensen te voldoen. Daarom is het van groot belang dat alle partijen de handen ineen slaan: de overheden, de brancheorganisaties, de vakorganisaties en bonden, het beroepsonderwijs en de individuele bedrijven. Vanuit dat perspectief wil het HBA de ambachtseconomie in Nederland stevig op de agenda zetten, zowel richting de beleidsmakers als het brede publiek. Vanuit de overtuiging dat de ambachten samen een vuist kunnen maken en hun belang voor samenleving en economie onbetwistbaar kunnen maken. Met dat doel voor ogen heeft het HBA in 2009 het initiatief genomen om het Platform Ambachtseconomie op te richten. Naar een visie en strategie van het HBA In het vorige hoofdstuk stonden het belang en de kenmerken van de ambachtseconomie als zodanig centraal, mede gelet op de recente recessie. Dit hoofdstuk gaat nader in op de rol die het HBA voor zichzelf ziet in de ambachtseconomie als geheel, en als samenwerkingverband van de aangesloten branches in het bijzonder. De volgende vragen komen aan de orde: • Welk deel van de ambachtseconomie vertegenwoordigt het HBA? Welke ambachtelijke branches zijn bij het HBA aangesloten? Welke ontwikkelingen zijn daarin te onderkennen? • Welke rol ziet het HBA de komende tijd voor zichzelf in de ambachtseconomie weggelegd? Wat is het doel en de rol van het Platform Ambachtseconomie? • Hoe ziet het HBA zijn taak naar de eigen branches? Wat zijn de hoofdthema’s van het HBA-programma? Hoe verhouden die zich met de beleidsthema’s van het Platform? • Welke kansen en risico’s bieden de veranderingen in de Wet op de bedrijfsorganisatie, die de randvoorwaarden van het functioneren van het HBA komende jaren bepalen?
De ambachtseconomie máákt het!
29
•
2.2.
Tegen deze achtergronden: waar wil het HBA over vijf jaar staan? Als voorvechter van de ambachtseconomie in de volle breedte en als vertegenwoordiger van de aangesloten branches?
Het aandeel van het HBA binnen de ambachtseconomie
Omvang werkingssfeer HBA Bij het HBA zijn bijna 80.000 bedrijven aangesloten. Dat is ruim een derde van het totaal aantal ambachtelijke bedrijven. Het gaat vooral om kleinbedrijf. Ruim tweederde van de bedrijven binnen het HBA blijkt een zelfstandige zonder personeel. Ongeveer 300.000 mensen zijn in de HBA-branches werkzaam. Dat is 30% van het totaal aantal personen dat in een ambachtelijk bedrijf werkt. Aandeel HBA-branches in ambachtseconomie (2009) Aantal bedrijven Hoofdbedrijfschap Ambachten
Ambachtseconomie totaal
Aantal werkzame personen
80.000
300.000
242.000
814.000
Bron: HBA, EIM (2010)
Zo bezien is ongeveer een derde van de ambachtseconomie aangesloten bij het HBA. Nog eens een derde is werkzaam in de bouw en aanverwante branches, zoals schilders en stukadoors. Andere belangrijke ambachtelijke branches zijn het installatiebedrijf (met loodgieters, elektriciens en cv-installateurs, enz.) en de metaalbewerking. Ambachtsmensen die in andere sectoren werken zoals koks en pizzabakkers (horeca) zijn buiten beschouwing gelaten. In de totaalcijfers zijn ook de kleine, parttime werkende zelfstandigen zonder personeel niet meegeteld. Verdeling ambachten binnen het HBA Het HBA biedt in Nederland een uniek platform voor een grote verscheidenheid aan ambachtelijke branches. De volgende tabel geeft een overzicht van de 36 branches die bij het HBA zijn aangesloten. Zij zijn in sterk uiteenlopende soorten van bedrijvigheid te vinden. Uit het overzicht blijkt dat de helft van de bedrijven die bij het HBA zijn aangesloten, tot het cluster uiterlijke verzorging behoort: de kappers, pedicures en schoonheidsspecialisten. Samen tellen deze branches 39.000 ondernemers. Overzicht HBA-branches naar clusters van ambachtelijke bedrijvigheid. Met aantal bedrijven per cluster (en percentage van het totaal van 77.000 bedrijven, 2008) Cluster Bouwambacht 13.500 (18%)
Gebouwverzorgend Ambacht 4.000 (5%)
30
Branche Bestratingsbedrijf Dakdekkersbedrijf: • rietdekkersbedrijf • bitumineus dakbedekkingsbedrijf • hellende daken bedr. Glasbewerkingsbedrijf Glazeniersbedrijf Parketvloerenleggersbedr. Voegbedrijf Zonweringsbedrijf Glazenwassersbedrijf Schoorsteenvegersbedrijf
Cluster
Branche
Productieambacht (vervolg)
Modisterijbedrijf (hoeden) Muziekinstrumentmakers Natuursteenbedrijf Pianotechnisch bedrijf
Reparatieambacht consumptiegoederen 8.700 (12%)
Fietsherstellersbedrijf Goud- en zilversmidsbedrijf Kledingreparatiebedrijf Lederwarenbedrijf Naaimachinebedrijf Schoenherstellersbedrijf Textielreinigingsbedrijf Uurwerkmakersbedrijf Zadelmakersbedrijf
De ambachtseconomie máákt het!
Medische hulpmiddelen (gezondheidstechniek) 2.900 (4%)
Optiekbedrijf Orthopedisch schoentechniek Tandtechnische laboratoria
Productieambacht 3.100 (4%)
Fijnkeramisch bedrijf Maatoverhemdenbedrijf Maatschoenmakersbedrijf
UiterlijkeverzorgingsAmbacht 39.000 (51%)
Kappersbedrijf Grimeurs/toneelkappersbedrijf Schoonheidsverzorging Voetverzorgingsbedrijf
Voedingsambacht 4.400 (6%)
Banketbakkersbedrijf IJsbereidingsbedrijf Slagersbedrijf
Bron: HBA (2009)
Ontwikkeling ambachten binnen het HBA De laatste decennia zijn duidelijke verschuivingen binnen de ambachtseconomie waar te nemen. De sterkst groeiende deelsector is het dienstverlenende ambacht, zoals de uiterlijke verzorging, maar ook de bouwambachten zijn fors gegroeid. Die ontwikkeling is ook binnen het HBA zichtbaar. Het aantal bedrijven dat bij het HBA is aangesloten, is aanzienlijk toegenomen: van 42.000 in 1985 naar bijna 80.000 eind 2009, een groei van 90%. Deze groei is slechts voor een beperkt deel toe te schrijven aan de toetreding van nieuwe branches. Vooral in de uiterlijke verzorging is het aantal bedrijven gegroeid, maar ook in de gezondheidstechniek, de bouw-gerelateerde branches en de branche van kledingverstellers. Daarnaast valt een afname vast te stellen van het aantal bedrijven in de voedingsambachten (zoals vakslagers) en reparatieambachten (zoals schoenherstellers). De daling in die branches is de afgelopen jaren overigens wel afgevlakt. Er lijkt zich daar een vaste kern ondernemers af te tekenen die zich met kwalitatief goede producten en een goede klantgerichte service een plaats in de markt hebben weten te behouden of te veroveren. En zelfs in deze branches blijken in de huidige tijden van recessie moeilijk vervulbare vacatures te bestaan, zo blijkt uit de cijfers van UWV-WERKbedrijf. Echte vakmensen blijven schaars! Ontwikkeling 1985-2009 van enkele HBA- branches Branche Goud en zilversmid Uurwerkhersteller Tandtechnicus Optiek Fietshersteller Schoenhersteller Kledingreparatie/verstellen Kapper Schoonheidsverzorging Vakslager Banketbakker Bron: HBA/CRK/R&H
Aantal ondernemingen 1985 1.240 1.250 670 1.400 4.850 2.100 370 9.200 4.700 8.000 1.250
Aantal ondernemingen 2008 2.006 756 1.263 1.485 3.208 899 1.200 19.467 12.150 2.759 1.010
Groei of krimp + 62% - 40% + 88% + 7% - 34% - 57% + 224% + 112% + 166% - 64% - 17%
Hoe de ontwikkeling de komende jaren zal zijn, valt moeilijk precies te voorspellen. Zo zal de huidige recessie ongetwijfeld een negatieve invloed hebben op de woningbouw en de ambachten die daarin werkzaam zijn. Maar zij kan ook betekenen dat meer werknemers voor zichzelf beginnen en dat dus het aantal bedrijven per saldo nog gaat toenemen. En als het besteedbaar inkomen van de consument afneemt, zal dat de prijs verder onder druk zetten en nieuwe ondernemingsvormen bevorderen die daarop beter kunnen inspelen. Zoals de vorming van ketens en franchiseformules in de uiterlijke verzorging. De prijs-kwaliteit verhouding, de verhoging van de arbeidsproductiviteit door technische innovaties en de gerichtheid op persoonlijke service voor de klant, zullen van groot belang zijn voor veel ambachtelijke bedrijven in de magere jaren die de deskundigen voorspellen.
De ambachtseconomie máákt het!
31
2.3.
Het HBA en het Platform Ambachtseconomie
Achtergrond Het Hoofdbedrijfschap Ambachten is de enige organisatie in Nederland die zich systematisch op de ambachten in de breedte richt en die zoveel, vooral kleinschalige, ambachtelijke branches een podium biedt. Uit die contacten kwam naar voren dat veel branches met dezelfde vraagstukken kampen. Zoals de noodzaak om jongeren te interesseren voor het vak. Het gebrek aan belangstelling bleek vooral samen te hangen met een imago van ambachten dat te weinig aansprak. Daarom besloot het HBA de ambachten meer eigentijds te positioneren door hun economische betekenis te onderstrepen: de ambachtseconomie moet duidelijker op de kaart. Want in tegenstelling tot Duitsland, waar ‘das Handwerk` de gerespecteerde economische sector van ´die Macher´ wordt beschouwd, is het belang van de ambachtseconomie in Nederland nauwelijks bekend, laat staan erkend. Instelling van het Platform Ambachtseconomie Hoe het belang van de ambachtseconomie voor het voetlicht te brengen? Het HBA beseft dat het slechts een deel, ongeveer een derde, van de conventionele ambachten verenigt. Een meerderheid is dus anders georganiseerd, zoals in Bouwend Nederland, Koninklijke Metaalunie en UNETO-VNI (installatiebedrijven). Omdat het belang van de ambachtseconomie als geheel voor het HBA voorop staat, niet de wijze van organisatie, besloot het HBA in 2009 het initiatief te nemen voor een flexibele vorm die boven de partijen uitstijgt: de instelling van het Platform Ambachtseconomie. Het bestaat uit ruim twintig vooraanstaande Nederlanders uit de politiek (CDA, PvdA, VVD), de wetenschap, het beroepsonderwijs, de media, de ondernemers- en werknemersorganisaties, de arbeidsvoorziening, de sport en uit de ambachten zelf. Zij hebben zich bereid verklaard als ambassadeurs voor de ambachten op te treden, ieder op zijn of haar manier. Het Platform Ambachtseconomie is in het voorjaar 2009 in de openbaarheid getreden. Bij gelegenheid daarvan is de brochure ‘Focus op de ambachtseconomie’ gepresenteerd. Speerpunten van het Platform Ambachtseconomie Het platform heeft een tienpuntenplan opgesteld, rond vier hoofdthema’s: • verbetering van het imago van de ambachten: vooral door de sociaal-economische betekenis van ambachten te benadrukken en de aantrekkelijkheid van een ambachtelijke loopbaan naar voren te brengen; • bevorderen van evenwaardige ambachtelijke opleiding, te beginnen met de invoering van een ‘doe-toets’ naast de gebruikelijke Cito-toets, die vooral gericht is op cognitieve talenten; en bijv. de invoering van de titel ‘Meester’ voor de toppers in de ambachten; • naast vakmanschap professioneel ondernemerschap stimuleren (veel ambachtsmensen functioneren immers als kleine zelfstandige); en klanten meer zekerheden bieden over de ambachtelijke kwaliteit. Bijvoorbeeld door de invoering van algemene leveringsvoorwaarden en een certificering van bedrijven met een Ambachtskeur, een Akeur; • bij overheden aandringen op een gunstiger ambachtelijk ondernemersklimaat; bijv. op het gebied van belastingen (BTW) en administratieve lastendruk. Werkwijze Het HBA faciliteert als initiator van het Platform. De leden zijn autonoom en hebben zich vooral gebonden aan de centrale boodschap van het Platform. Naar gelang hun deskundigheid, belangstelling en beschikbare tijd werken zij mee aan de uitdieping van de centrale thema’s die het Platform op de agenda heeft gezet. Daarbij kunnen zij een beroep doen op het HBA. Het Platform komt halfjaarlijks bijeen en bespreekt daarin de uitdieping van één van genoemde thema’s en de wijze waarop elk van de leden in zijn eigen netwerk en
32
De ambachtseconomie máákt het!
werkomgeving uiting heeft gegeven, of wil gaan geven, aan het ambassadeurschap voor de ambachten. Zo is in het najaar van 2009 het thema beroepsonderwijs aan de orde geweest. Daarbij is met name gekeken naar een aanvulling op de Cito-toets in de vorm van een ‘doetoets’. Want een aanpak bij de bron, de advisering van leerlingen over een opleidingsroute die het beste past bij hun talenten, moet centraal staan. Het lager en voorbereidend beroepsonderwijs moet daarbij niet meer als het afvoerputje van het verplichte onderwijs worden beschouwd, maar als opstap voor een ambachtelijke carrière worden gepresenteerd. HBA en het Platform Ambachtseconomie Het HBA ziet het Platform als een belangrijk middel om de ambachtseconomie indringend op de kaart te zetten, met een overtuigende medewerking van de leden. Dat betekent onder meer dat de vier thema’s die het Platform centraal heeft gesteld, een belangrijke leidraad vormen voor het programma van het HBA zelf. Dat programma wordt uitgevoerd in samenwerking met de branches die bij het HBA zijn aangesloten, voor zover het de werkingssfeer van het HBA zelf betreft. Dus daarin nemen zaken als imagoverbetering, verhoging instroom, versterking van het ambachtelijk ondernemerschap een belangrijke plaats in. In eerste instantie worden dit soort thema’s in het HBA-programma uitgewerkt voor de eigen branches. Maar waar de boodschap de reikwijdte van het HBA overstijgt en de hele ambachtseconomie raakt, heeft het Platform een duidelijke meerwaarde en wordt waar mogelijk samenwerking gezocht met andere spelers en de overige delen van de ambachtseconomie. Jongerenplatform Om de jongeren te stimuleren een ambachtelijke loopbaan te kiezen is een plan ontwikkeld om een platform in te stellen van jonge, succesvolle ambachtsmensen die jonge mensen inspireren en stimuleren om voor een ambachtelijke carrière te kiezen. Als een rolmodel die de taal van jongeren spreekt en hen aanmoedigt hun passie te volgen en daarom, wie het aangaat, voor een ambacht te kiezen als toekomstperspectief. Meerwaaarde Voor het HBA heeft het Platform zes belangrijke voordelen: • Het belang van de ambachtseconomie, en dus van de HBA-branches, wordt door bekende personen uit zeer uiteenlopende kringen van onze samenleving uitgedragen in de media. • Juist omdat de meeste platformleden van buiten de ambachten komen, zijn zij als ambassadeurs van het ambacht niet te beschouwen als slagers die de eigen vleeswaren aanprijzen, maar als individuen overtuigd van de waarde van het ambacht. • Het programma van het Platform geeft mede richting en legitimering aan de activiteiten van het HBA voor de aangesloten branches. • Het HBA komt via de netwerken van de platformleden in contact met instanties en personen die ertoe doen voor de toekomst van de ambachtseconomie. • En dankzij de publiciteit rond het Platform wordt het HBA benaderd door andere partijen en meer media die van belang zijn voor de ambachtseconomie en de berichtgeving daarover. • De bij het HBA aangesloten branches kunnen de Platformleden ook als ambassadeur binnen de eigen branche gebruiken, bijvoorbeeld door hen te vragen congressen of andere evenementen luister bij te zetten. Op alle zes punten heeft het Platform zich inmiddels, in het eerste half jaar van zijn bestaan, bewezen. Verscheidene platformleden hebben zich met verve ingezet. Niet alleen in de media, maar ook voor HBA-branches, zoals de dakbedekkers, pedicures en de goud- en zilversmeden. Het pleit er daarom en vanwege zijn flexibele vorm, die inzet naar gelang actuele thema’s mogelijk maakt, voor het Platform de komende periode te handhaven. Netwerkverbreding Het benadrukken van de ambachtseconomie als geheel, vereist ook het aanhalen van betrekkingen van andere belangrijke spelers daarin. Niet wat verdeelt, maar wat bindt, staat
De ambachtseconomie máákt het!
33
voorop. Met sommigen bestaan sinds een paar jaar al convenanten, allianties en andere samenwerkingsvormen: • met kenniscentra bedrijfsleven-beroepsonderwijs, zoals SVGB dat een aantal kleine en middelgrote ambachtelijke branches met het HBA deelt, en nieuwe ambachtelijke opleidingen in de steigers heeft gezet voor bijvoorbeeld de gezondheidstechniek en creatief vakman; • met het UWV-WERKbedrijf in het kader van het Servicepunt Ambachten in zes vestigingen; en in het kader van de Week van het Ambacht, met het oog op de vervulling van ambachtelijke vacatures en adviezen aan ambachtelijke werkgevers; • met het Platform Bêta Techniek en TechniekTalent.nu; een samenwerkingsverband van 26 organisaties dat technische opleidingen propageert; • met nieuwe initiatieven in het beroepsonderwijs, zoals de Vakcolleges; • met andere schappen in de ambachten, zoals het Bedrijfschap Afbouw en het Hoofdbedrijfschap Detailhandel; • met de designbranches; zo is in 2009 in het kader van Dutch Design Week Eindhoven voor het eerst de beurs ‘Meesterlijk: design en ambacht’ georganiseerd, met medewerking van diverse HBA- branches (zilversmeden, keramisten, hoedenmakers, tassenmakers, kappers); • met lokale overheden, zoals die van Joure, die zich nadrukkelijk als ambachtsteden willen profileren of daarvan een speerpunt van beleid maken, zoals Amsterdam en Rotterdam. Op projectniveau wordt al samengewerkt met andere grote spelers in de ambachtseconomie, zoals UNETO-VNI, Bouwend Nederland en de Koninklijke Metaalunie. Die banden verdienen in de komende jaren verdiept te worden. Meer samenwerking versterkt de ambachteconomie in plaats van die te verzwakken door langs elkaar heen te werken. Het HBA wil zich daarvoor in elk geval inzetten. Met erkenning van de onderlinge verschillen, moeten de overeenkomsten die van belang zijn voor de toekomst van alle ambachten, voorop staan. Gelijke thema’s, verschillende gerichtheid en reikwijdte Het HBA is ervan overtuigd dat een vitale ambachtseconomie in het belang is voor de toekomst van de ‘eigen’ 36 aangesloten branches en de bijna 80.000 bedrijven die daarin werkzaam zijn. De centrale thema’s van het Platform zijn moeiteloos te herkennen in het programma dat het HBA voor de eigen branches heeft ontwikkeld. Sterker nog: de ervaringen van die branches zijn een belangrijke inspiratiebron voor de agenda van het Platform geweest. Tussen de agenda van het Platform en die van het HBA bestaan daarom niet zozeer verschillen in inhoud, als wel in reikwijdte. Het Platform werkt vooral op nationaal niveau. Het is breed gericht, op de hele ambachtseconomie en haar plaats in onze samenleving, en tracht in dat perspectief een maatschappelijk debat over het belang van de ambachtseconomie aan te zwengelen. Het HBA-programma richt zich primair op de branches binnen de eigen werkingssfeer, ten behoeve van de ondernemingen die via een heffing de activiteiten van het HBA financieel mogelijk maken.
2.4.
Meerjaren perspectief
Centrum van de ambachtseconomie Waar wil het HBA over vijf jaar staan? Het is al een paar keer genoemd: het HBA wil dan als centrum van de ambachtseconomie te boek staan..als geaghebbend centrum voor de ambachtseconomie. Voor alle duidelijkheid: dus niet in de zin dat het HBA erop uit is om alle ambachtelijke branches onder de werkingssfeer van het HBA te brengen. Dat zou niet wenselijk en niet haalbaar zijn. Onwenselijk omdat grote delen van de ambachtseconomie al uitstekend georganiseerd zijn. Niet haalbaar omdat dat bij de thans geldende procedures voor toetreding niet te realiseren is. De praktijk wijst uit dat aansluiting pas na vier tot vijf jaar rond kan zijn. Het gaat vooral om samen op te trekken, met één mond spreken. Nogmaals: voor het HBA staat het belang van de ambachtseconomie voorop, niet de wijze van organisatie van de verschillende ambachten. Dar vraagt om intensievere samenwerking en afstemming met de overige delen van de ambachtseconomie.
34
De ambachtseconomie máákt het!
Brede oriëntatie Centrum van de ambachtseconomie wil vooral zeggen dat het HBA als een ‘mentaal marktleider’ wordt beschouwd en dat de media, politici, brancheorganisaties en het bredere publiek het HBA als centrum van de ambachtseconomie weten te vinden. De eerste ervaringen na het instellen van het Platform Ambachtseconomie stemmen wat dat betreft hoopvol. Maar er zal de komende jaren nog het nodige werk verricht moeten worden, onder meer in de contacten met andere delen van de ambachtseconomie. Zowel in contacten met de conventionele ambachten in de bouw, de installatiebranches en de kleinmetaal, als in de relaties met de ‘nieuwe ambachten’, zoals de design-, amusements- en ICT-sector. De eerste stappen zijn al gezet, zoals in het najaar van 2009 met de manifestatie ‘Meesterlijk design en ambacht’ in samenwerking met BNO, de Beroepsorganisatie Nederlandse Ontwerpers. Daarnaast zal in samenwerking met deze branches en organisaties de ambachtseconomie nog steviger op de kaart en op de diverse agenda’s van de politiek en ministeries moeten worden gezet. Focus op de ambachtseconomie Het HBA als centrum van de ambachtseconomie in de zojuist besproken zin, vereist dat het HBA de ambachtseconomie als centrale focus van zijn handelen hanteert. Met oog voor nieuwe combinaties en samenwerkingsvormen met designbranches, de creatieve industrie, de ambachten in de ICT-sector en uiteraard ook met de bereidheid met andere branches in de conventionele ambachtseconomie samen te werken. In dat perspectief kan het Platform Ambachtseconomie goede diensten bewijzen: voortdurend hamerend op de breedte van het ambacht; op de onmisbaarheid van ambachtelijke producten en diensten voor onze samenleving; en op de aantrekkelijkheid van de ambachten als toekomstperspectief voor jongeren. VOICE-programma HBA De focus op de brede ambachtseconomie laat onverlet dat het HBA zijn primaire verantwoordelijkheid heeft voor de aangesloten ambachten en de ondernemingen die daarin werkzaam zijn. Dat betekent dat het VOICE-programma van de laatste vijf jaar herijkt moet worden, zowel naar de behoeften van de HBA- branches als naar de focus op de ambachtseconomie als geheel. Die keus moet pragmatisch zijn. Het HBA bestaat dankzij het draagvlak in de aangesloten branches. Niet alleen qua steun van de betrokken brancheorganisaties en werknemersorganisaties, maar voortaan ook in termen van draagvlak van de heffingsplichtige ondernemers. De wet bepaalt namelijk sinds 2009 dat het voortbestaan van schappen mede afhankelijk is van het draagvlak dat zij hebben onder de aangesloten ondernemers. Wat de concrete activiteiten betreft zal daarom een goede match moeten worden gemaakt tussen wat individuele branches en ondernemingen willen en wat de ambachtseconomie versterkt. Doelen op micro-, meso- en macroniveau moeten dus in elkaars verlengde liggen.
2.5.
Samenvatting en conclusies
Het HBA is een warm pleitbezorger van een vitale ambachtseconomie en heeft de ambitie daarvan het centrum te worden, in de zin van mentaal marktleider. Vanuit dit perspectief zijn op de vorige pagina’s bouwstenen aangeleverd voor de missie, visie en strategie van het HBA voor de periode 2010-2015. Over het HBA en de ambachtseconomie: • Gemeten naar het aantal bedrijven en de werkgelegenheid omvat de werkingssfeer van het HBA ongeveer een derde van de ambachtseconomie in Nederland. • Binnen het HBA is de uiterlijke verzorging (kappers, schoonheidsspecialistes, pedicures) sterk vertegenwoordigd: de helft van de 80.000 bedrijven is daarin actief. • Nog belangrijker is dat het HBA in Nederland een uniek podium biedt voor vele kleine ambachtelijke branches: van hoedenmakers tot keramisten, van orgelbouwers tot maatschoenmakers en van zadelmakers tot glas-in -lood-zetters.
De ambachtseconomie máákt het!
35
Over het HBA en het Platform Ambachtseconomie: • Hoewel het HBA slechts een deel van de ambachtseconomie verenigt, staat het belang van de hele ambachtseconomie voorop, niet de wijze van organisatie. Daarom heeft het HBA in 2009 het initiatief genomen voor het Platform Ambachtseconomie, een flexibele vorm die boven de partijen uitstijgt. Ruim twintig vooraanstaande Nederlanders bleken bereid zich als ambassadeurs van de ambachten op te werpen en zitting te nemen in het Platform. • Het Platform heeft een tienpuntenplan opgesteld, rond vier hoofdthema’s: het verbeteren van het imago van de ambachten; een herwaardering van de ambachtelijke opleidingen; meer nadruk op ondernemerschap in de ambachten; bevorderen dat het overheidsbeleid meer rekening houdt met ambachtelijk ondernemerschap. Dezelfde thema’s vormen ook het hart van het beleid van het HBA. • Het Platform heeft in het eerste half jaar van zijn bestaan zijn meerwaarde bewezen, zowel in termen van publiciteit als in de vorm van nieuwe contacten en netwerken die van belang zijn voor de ambachtseconomie. Ook de branches zelf hebben profijt van hun contacten met leden van het Platform. • Het voornemen is ook een platform van jonge, veelbelovende ambachtsmensen op te richten die jongeren inspireren een ambachtelijke carrière te kiezen. Het moet een platform van inspirerende rolmodellen voor jongeren worden die hen stimuleren weldoordacht hun eigen passie te volgen. Positionering HBA de komende vijf jaar • Het belang en de onmisbaarheid van de ambachtseconomie is het leidend perspectief van het HBA voor de komende jaren. Inclusief de nieuwe ambachten. • Niet alleen het gemis, maar vooral de winst van de beschikbaarheid van ambachten zal in de inspanningen van het HBA voorop staan. • Wat dat betreft wil het HBA ‘mentaal marktleider’ worden: de instantie zijn die als de representant bij uitstek van de ambachtseconomie bekend staat. • Het belang van de aangesloten ambachten blijft voor het HBA centraal staan, maar dan binnen het perspectief van de ambachtseconomie. • Maar het HBA verwacht wel dat voor 2015 meer ambachtelijke branches zich zullen aanmelden. Of dat gerealiseerd wordt, is in hoge mate afhankelijk van de toezichthouders. Verscheidene blijken die ambitie te hebben. Of dat lukt, daarover zal het HBA in zijn jaarverslag melding maken. • In 2015 verwacht het HBA ten minste veertig ambachtelijke branches te vertegenwoordigen. Maar dat zal vooral afhankelijk zijn van de snelheid waarmee de toezichthouders daarmee instemmen.
36
De ambachtseconomie máákt het!
3.
3.1.
Het HBA 2010-2015: Visie, missie, strategie en programma
Inleiding
In het eerste hoofdstuk stonden het belang en de omvang van de ambachtseconomie centraal. Het vorige hoofdstuk ging in op de positie van het HBA binnen de ambachtseconomie. In dit slothoofdstuk wordt de blik vooruit gericht.: • Wat zijn de visie, missie en strategie van het HBA voor de komende vijf jaar, zowel ten aanzien van de ambachtseconomie als geheel als van de eigen ambachten? • Wat zijn de kernthema’s? Waarin verschillen die van de voorgaande jaren? En van die van het Platform Ambachtseconomie? • Om welke activiteiten en projecten gaat het per thema? Hoe versterken de activiteiten van het Platform en hetgeen het HBA voor de eigen branches doet elkaar? Bestaat er nog ruimte om op actuele onderwerpen in te spelen of staat alles al vast?
3.2.
Visie, missie en strategie van het HBA 2010-2015
Visie De ambachtseconomie is onmisbaar, nu en in de toekomst. Zij is een van de belangrijkste peilers van onze samenleving en economie. Er werken meer mensen dan in de industrie of detailhandel. De ambachtseconomie biedt veel jongeren een wenkend perspectief om als vakman of –vrouw een bestaan op te bouwen en die ruim baan geeft aan vakmensen die het eigen ambacht willen combineren met ondernemerschap. Zelfs in tijden van recessie blijkt een tekort aan goed vakmensen te bestaan. Het is allerminst vanzelfsprekend dat ook in de toekomst voldoende vakmensen beschikbaar zijn, zowel in kwantitatief als in kwalitatief opzicht. Zeker als de economie weer aantrekt, worden in alle ambachtelijke sectoren grote tekorten aan vakmensen voorspeld. Daarom verdienen het imago en de aantrekkingskracht van de ambachten, de ‘eigen’ ambachten van het HBA incluis, nú hoge prioriteit. En moet de zorg voor een florerende ambachtseconomie de plaats in het maatschappelijk debat krijgen die zij verdient. Dit vanuit de overtuiging dat de toekomst van de 36 branches die bij het HBA zijn aangesloten, daar mede van afhankelijk is. Goed perspectief Het belang van de ambachten zal in de toekomst eerder toe- dan afnemen. Een aantal tendensen wijst daarop: de individualisering, de groei van het aantal kapitaalkrachtige senioren, de verschuiving van pure functionaliteit en nut naar meer expressieve, authentieke producten en diensten. Al deze signalen wijzen op een groeiende behoefte aan maatwerk dat de ambachten bij uitstek kunnen leveren. Mits vakmanschap met ondernemerschap gepaard gaat en de wensen van de klant het uitgangspunt zijn. En mits het vakmanschap ondersteund blijft door innovatieve technieken die de productiviteit verhogen en de kosten verlagen. Want ambacht is handwerk, arbeidsintensief en dus relatief duur. Vakmanschap schaars Wat alle ambachten gemeen hebben, is het geschoolde handwerk, vakmanschap, dat in de praktijk onder begeleiding van een vakman geleerd wordt. Ambacht berust voor een belangrijk deel op die praktijkervaring. Dat geldt ook op het allerhoogste niveau: niet voor niets mogen sommige ziekenhuizen bepaalde operaties niet meer uitvoeren: hun chirurgen hebben weliswaar de theoretische kennis maar zij doen die operaties te weinig. Opleiding in de praktijk onder vakkundige begeleiding en vervolgens dat zelf toepassen, is essentieel voor
De ambachtseconomie máákt het!
37
elke ambachtelijke opleiding. Je kunt het niet uit een boekje leren. De omslag van het beroepsonderwijs naar het competentiegerichte onderwijs is in dat licht erg belangrijk. Meer aantrekkingskracht nodig: evenwaardige opleiding Daarom vindt het HBA het zeer belangrijk dat het imago van de ambachten en de aantrekkingskracht van een ambachtelijke carrière verbeterd worden. Dat moet al beginnen bij de advisering over de vervolgopleiding na het basisonderwijs. Veel meer dan nu het geval is moet een ambachtelijke opleiding als evenwaardig aan een algemeen vormende opleiding worden gepresenteerd; met duidelijke doorstroommogelijkheden naar hoger beroepsonderwijs voor leerlingen die daar het talent en de ambitie voor hebben. Dus niet volgens het in Nederland gebruikelijke scenario: gezien de toets, kun je niet zo goed leren, dus moet je ‘dan maar’ een lagere beroepsopleiding volgen waarmee je met je handen ‘toch nog’ een vak kunt leren om je brood te verdienen. De populariteit van de recent opgerichte vakcolleges laat zien dat de herwaardering van het leren van een echt vak al gaande is. Erkenning van meesterschap En als het vakmanschap zich heeft ontwikkeld tot het niveau van meesterschap, mag dat best maatschappelijk geobjectiveerd worden door de betrokken vakman of – vrouw met de meestertitel te belonen. Dat klinkt wat anders dan het jargon dat het ministerie van OCW hanteert. Een meester, Meister, master, maestro of maître in een vak spreekt, zeker Europees gezien, nog steeds veel meer aan. Dat komt iemand toe die naar de regelen van het desbetreffende ambacht een meesterstuk heeft afgeleverd. Daaruit blijkt het beheersen van de ambachtelijke vaardigheden, organisatievermogen, en eventueel de bekwaamheid om het vakmanschap aan jongeren over te dragen of de vaardigheid van ambachtelijk ondernemerschap. Missie Het HBA is overtuigd van de waarde en het belang van de ambachtseconomie voor Nederland. De toekomst daarvan verdient meer aandacht. Juist in het licht van zijn taak voor het ambachtelijke sector en algemeen belang, acht het Hoofdbedrijfschap zich geroepen om zich op te werpen als centrum van de ambachtseconomie. Als ‘mentaal marktleider’ en gezaghebbend opinieleider wat het ambacht en de ambachtseconomie betreft. Het HBA zal er alles aan doen om dat gezag de komende jaren te verdienen. Over vijf jaar wil het HBA te boek staan als centrum van de ambachtseconomie: • als de organisatie waarin de betrokken ondernemers- en werknemersorganisaties – ondanks verschillen in belangen en opvattingen op onderdelen – eendrachtig samenwerken aan de versterking van de ambachtseconomie; • als de organisatie waaraan beleidsmakers, ambachtelijke ondernemers en het bredere publiek in eerste instantie denken als het om de ambachten en de ambachtseconomie gaat; • als de organisatie die een uniek en daadkrachtig podium biedt voor samenwerking van de 36 aangesloten ambachten en die andere ambachtelijke branches uitnodigt samen te werken; • als een belangrijk knooppunt in de netwerken van alle deelnemers van de ambachtseconomie; dat dus ook goede contacten onderhoudt met die delen van de ambachtseconomie welke niet bij het HBA zijn aangesloten; • als een organisatie die open oog en oor heeft voor samenwerking met nieuwe ambachten die zich ontwikkelen in de ICT-, design- en mediawereld en waarvan sommige zichzelf al presenteren als ‘de nieuwe ambachten’; • als een organisatie die de rol en positie van de ambachten weet te plaatsen in nationale beleidsthema’s zoals innovatie, kenniseconomie en maatschappelijk verantwoord ondernemen.
38
De ambachtseconomie máákt het!
Doelen De belangrijkste doelen van het HBA voor de komende vijf jaren zijn: • Versterking van het Imago: herwaardering van de ambachten en erkenning van het belang van de ambachtseconomie door overheid en publieke opinie, leidend tot een grotere instroom in ambachtelijke opleidingen. • Evenwaardige positionering van het ambachtelijk beroepsonderwijs: de vertaling van deze herwaardering in de wijze van beroepskeuzeadviezen in het onderwijs en een meer evenwaardige positionering van de ambachtelijk beroepsopleiding aan het algemeen vormende onderwijs in het onderwijsstelsel, van laag tot hoog. Daar ligt een belangrijke uitdaging bij de invoering van het nieuwe ‘competentiegerichte’ beroepsonderwijs. De eerder genoemde nieuwe initiatieven (Vakcolleges en VM2-experimenten passen daarin. • Versterking van het ondernemerschap en ondernemersklimaat: naast vakmanschap meer nadruk op ondernemerschap en professionalisering van de bedrijfsvoering omdat veel vakmensen zich als zelfstandige zonder personeel of als kleine werkgever een bestaan willen verwerven. Dit gegeven moet zijn weerslag krijgen in de opleidingen en in de ondersteuning van bestaande ondernemingen. Strategie: langs twee lijnen Het HBA wil bovenstaande missie en doelen langs twee strategische lijnen bereiken. Ten eerste door het Platform Ambachtseconomie te blijven ondersteunen in zijn maatschappelijke beïnvloeding ten faveure van de ambachtseconomie. De contacten met de overige delen van de ambachtseconomie, inclusief de nieuwe ambachten, zullen worden aangehaald. De eerste aanzetten daartoe hebben de laatste paar jaar al plaatsgevonden in nieuwe brancheoverstijgende samenwerkingsverbanden, platforms en podia. Het gaat om flexibele organisatievormen die niet alleen de HBA -ambachten met elkaar verbindt, maar ook bruggen slaat naar ambachten daarbuiten. Recente voorbeelden hiervan liggen op het vlak van veiligheid (bouw), mode, muziek, en restauratie. Ten tweede door in eigen kring, ten behoeve van de aangesloten branches, een samenhangend programma te ontwerpen dat aansluit op de hoofdthema’s van de ambachtseconomie. Bij de nadere invulling en prioritering van activiteiten maakt het HBA gebruik van de wensen van de betrokken ondernemers- en werknemersorganisaties. Daarnaast weegt het HBA ook nadrukkelijk de meningen van individuele ondernemers mee die zij via het HBA -internetpanel geven of in enquêtes naar het draagvlak van HBA-activiteiten kenbaar maken. Beide lijnen versterken elkaar De strategie van het HBA is erop gericht dat beide lijnen elkaar versterken. Dat is in principe goed mogelijk omdat de speerpunten van het Platform Ambachtseconomie in hoge mate overeenkomen met de hoofdthema’s van het HBA-programma. In de praktijk wordt het Platform gevoed met de ervaringen van de HBA-branches. En als zij willen, worden Platformleden betrokken bij brancheactiviteiten of bij bredere HBAevenementen, zoals de Week van het Ambacht. Dat is inmiddels regelmatig gebeurd. Omgekeerd komen het HBA en de branches via Platformleden gemakkelijker in contact met personen en instanties die voor hen van belang zijn. Zo zijn verscheidene Platformleden al opgetreden op congressen van brancheorganisaties en ontstaan geheel nieuwe initiatieven door contacten met Platformleden. Een voorbeeld is de eerder genoemde beurs “Meesterlijk: design en ambacht”, waar designers en ondernemers uit HBA-ambachten voor het eerst samen acte de presence gaven. Het HBA juicht deze nieuwe vormen van samenwerking van harte toe; zij plaatsen de ambachten in een verfrissend nieuw daglicht dat het imago van de ambachten ten goede komt.
De ambachtseconomie máákt het!
39
Gelijke doelen, verschillende taken en verantwoordelijkheden Deze vruchtbare kruisbestuiving laat onverlet dat de taken en verantwoordelijkheden van het Platform Ambachtseconomie en die van het HBA duidelijk onderscheiden zijn. Het Platform wordt weliswaar gefaciliteerd door het HBA, maar heeft een eigen taak. Het opereert op nationaal niveau om het belang van de ambachtseconomie te onderstrepen, het imago van de ambachten te verbeteren en maatregelen te bepleiten die het ambachtelijk ondernemersklimaat versterken. De achtergrond van de leden van het Platform draagt ertoe bij dat de ambachtseconomie meer aandacht krijgt in politieke kringen, overheidsinstellingen op het gebied van werk en inkomen, de centrale organisaties van ondernemers en werknemers, de media en de wetenschap. Het HBA werkt vooral sectoraal, binnen de ambachtseconomie, vanuit het perspectief van de ondernemers- en werknemersorganisaties die samen het bestuur vormen, met een bijzondere verantwoordelijkheid voor de aangesloten ambachtelijke branches en de ondernemingen die heffing betalen.
3.3.
Speerpunten HBA-programma: ‘A VOICE’
In de afgelopen vijf jaar heeft het HBA het VOICE-programma als kader van zijn activiteiten gehanteerd. Het bevat vijf kernthema’s waarin de speerpunten van het Platform Ambachtseconomie overigens goed te herkennen zijn. Kijkend naar de komende vijf jaar, blijven de hoofdthema’s op de agenda, maar wel met enkele accentverschuivingen. Het belangrijkste verschil is dat het HBA nu de ambachtseconomie als belangrijkste, overkoepelende, referentiekader gebruikt. De term ‘ambachtseconomie’ bestond vijf jaar geleden nog niet. Het begrip is immers in 2008 door het HBA zelf gelanceerd om een maatschappelijke herontdekking en herwaardering van de ambachten te bewerkstelligen. Recente ontwikkelingen Kijkend naar de toekomst, is de vraag of deze thema’s bijstelling behoeven. In het vorige hoofdstuk is al een aantal recente ontwikkelingen genoemd die hun schaduw vooruitwerpen op de agenda voor de komende jaren: • het instellen van het Platform Ambachtseconomie met een agenda rond vier thema’s: imago ambachten, vakopleiding, ondernemerschap en het ambachtelijk ondernemersklimaat; • de steeds hogere eisen die aan het ondernemerschap en de bedrijfsvoering worden gesteld, gezien de recessie en de tendens dat het merendeel van de vakmensen zich als zzp’er vestigt; • het nadrukkelijker manifesteren van de ambachten in de openbaarheid, bijvoorbeeld door de Week van het Ambacht te organiseren; • het formeren van tijdelijke samenwerkingsverbanden van verscheidene branches rond één gedeeld thema; • de noodzaak om voortaan ook op individueel ondernemersniveau voldoende draagvlak te verwerven en te behouden. Daarnaast zijn er nieuwe thema’s in het publieke debat opgekomen, zoals maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo). Hoewel veel ambachten op dat gebied actief zijn, vaak zonder te weten dat zij met ‘mvo’ bezig zijn, is het wenselijk ook de ambachten in dat perspectief beter voor het voetlicht te brengen. Het opmerkelijke is dat veel locale politici dat al aardig doorhebben, meer dan de ambachtelijke ondernemers zelf. Het past uitstekend binnen het thema ‘ondernemerschap’. Kernthema’s: A VOICE 2010-2015 Omdat het VOICE-programma in HBA-kringen inmiddels een gevestigd begrip is geworden, is ervoor gekozen deze naam te handhaven maar de thema’s in het licht van genoemde ontwikkelingen anders in te vullen. Bovendien wordt er een ‘A’ aan toegevoegd om het belang van de Ambachtseconomie te onderstrepen: dus ‘A VOICE’.
40
De ambachtseconomie máákt het!
A VOICE staat voor: • • • • • •
3.4.
A: Ambachtseconomie: onderstrepen van het belang en omvang daarvan via het faciliteren van het Platform Ambachtseconomie V: Vakmanschap: opleiding- en arbeidsmarktvraagstukken O: Ondernemerschap: bedrijfsvoering, innovatie, duurzaam ondernemen (mvo) I: Imago: promotie en voorlichting ambachten bij jongeren en hun ouders (instroombevordering); promotie ambachtelijke producten en diensten bij consumenten C: Collectieve aanpak: tijdelijke samenwerkingsvormen voor ambachtelijke branches rond een gedeeld vraagstuk; belangenbehartiging. E: Effectieve afstemming: grotere betrokkenheid tussen HBA, branches en ondernemingen en de ambachten die niet binnen het HBA zijn georganiseerd.
‘A VOICE’: per thema toegelicht
Thema Ambachtseconomie (de ‘A’ van A VOICE): het overkoepelende en bindende thema Belang De ambachtseconomie is de rode draad voor alle HBA-activiteiten de komende jaren. De erkenning en herwaardering van de aard, het belang en de omvang van de ambachten vindt het HBA essentieel voor de toekomst van de ambachten, ook voor de ‘eigen’ ambachten. Vooral om die reden heeft het HBA in 2009 het initiatief genomen het Platform Ambachtseconomie in te stellen. De leden hebben zich bereid verklaard als ambassadeurs van de ambachten in het publieke debat op te treden. Activiteiten Daarom wil het HBA het Platform Ambachtseconomie en zijn leden de komende jaren blijven faciliteren op de vier belangrijkste speerpunten van het Platform: • Imago: uitdragen van het belang van de ambachten en van de aantrekkelijkheid van een ambachtelijke loopbaan); • Opleiding :alle talenten van het kind laten meetellen bij advies vervolgopleidingen; stimuleren dat ambachtelijke opleiding als evenwaardig wordt gepresenteerd; stimuleren van doorstroommogelijkheden in ambachtelijke opleidingen; waar mogelijk invoeren meestertitel; borging mogelijkheden praktijkleren, ook in het kleinbedrijf); met een positieve houding van het HBA ten aanzien van de initiaieven om binnen de huidige onderwijsinfrastructuur de doorstroom van vmbo naar mbo te versoepelen, naast particuliere initiatieven, zoals de Vakcolleges. • Ondernemerschap: versterking ondernemerschap in opleiding en praktijk, naast het vakmanschap, omdat vele vakmensen zich als zelfstandig ondernemer vestigen; kwaliteit ambachtelijk ondernemerschap kenbaar maken naar klant, bijvoorbeeld via een keurmerk; • Ambachtelijk ondernemersklimaat ( pleidooi voor een laag BTW-tarief voor de arbeidsintensieve ambachten; verdere verlaging van administratieve lasten voor veelal kleinschalig ambachtelijke ondernemers). Bezien zal worden hoe jonge enthousiaste vakmensen die jongeren aanspreken, meer bij het werk van het Platform kunnen worden betrokken: het instellen van een jongerenplatform met leden die als rolmodel de jongeren kunnen inspireren voor een ambacht te kiezen. Ter ondersteuning van het Platform zal het HBA de komende periode diepgaander onderzoek laten verrichten naar de omvang van de ambachtseconomie en de ontwikkeling daarvan, zowel van de gebruikelijke branches, als met inbegrip van de ‘nieuwe’ ambachten. Het HBA zal verder een actieve rol spelen in het externe communicatiebeleid van het Platform en het Platform ook regelmatig voorzien van bevindingen uit de HBA-branches over de thema’s die het Platform op de agenda heeft staan. Omgekeerd zal het HBA een open oor hebben voor de adviezen van de platformleden om de ambachtseconomie beter voor het
De ambachtseconomie máákt het!
41
voetlicht te brengen. De aangesloten branches kunnen de leden van het Platform uitnodigen een van hun evenementen luister bij te zetten. Thema Vakmanschap (de ‘V’ van VOICE): opleiding en arbeidsmarkt Belang Het hart van het ambacht is vakmanschap, dat naast basiskennis over materialen enz. vooral in de praktijk onder deskundige begeleiding wordt geleerd. Je moet het in je handen hebben, met een timmermansoog. Een apart soort opleiding, dat niet te leren valt uit boekjes in de schoolbanken. De ruwe materialen moeten in de handen van de vakman omgezet worden in een product of dienst die de klant voor ogen had. De nadruk ligt dus op kunde: het zelfgemaakte eindresultaat is ‘the prove of the pudding’. Daarmee verdient een vakman of vakvrouw het geld. Juist de praktijkgerichtheid, het leren van een kunde, is een kenmerk van het competentiegerichte onderwijs dat de komende jaren in Nederland wordt ingevoerd. Het blijkt dat vele ambachten, zelfs in een tijd van recessie, moeite hebben vakbekwame medewerkers te vinden. Nog steeds staan vacatures open, meldt het UWV-WERKbedrijf, zelfs in krimpende ambachtelijke branches. Vermoedelijk zijn deze vacatures het topje van de ijsberg, omdat het bij de overheid aangemelde vacatures betreft. Overal rijden nog busjes van ambachtelijke bedrijven rond met het opschrift “wij zoeken collega’s”. En dat is nog afgezien van de vele zelfstandige ambachtelijke ondernemers zonder personeel. Zoals eerder gezegd, vormen zij ruim tweederde van de HBA-ondernemers. Velen daarvan zijn op een leeftijd gekomen dat zij hun bedrijf graag willen overdragen aan de jongere generatie. In sommige branches is al ruim de helft van deze ondernemers 55-plusser. Dus niet alleen de start maar ook de overdracht van een ambachtelijke onderneming verdient aandacht. Deze diagnose heeft het HBA doen besluiten het Platform Ambachtseconomie in het leven te roepen. Het belang van de ambachten en de perspectieven die zij voor jongeren bieden, moeten veel nadrukkelijker onder de aandacht gebracht worden. De speerpunten imago en opleiding van de Platform-agenda hebben vooral daar betrekking op. Activiteiten In aansluiting op de activiteiten van het Platform, die in principe op de ambachtseconomie in brede zin gericht zijn, wil het HBA op het gebied van opleiding en arbeidsmarkt de eigen branches de komende jaren op verschillende manieren ter zijde staan, zoals: • de instroom te bevorderen door promotie- en voorlichtingsactiviteiten, zoals het organiseren van de Week van het Ambacht, met een actieve bijdrage van Platformleden, het uitbrengen van publicaties voor jongeren als Passie voor Ambachten, de zender Scholieren-TV en het actualiseren van de website www.vaktoppers.nl, bedoeld voor jongeren, hun ouders en schooldecanen. Zie ook het thema Imago; • voortzetting van het Servicepunt Ambachten in vestigingen van het UWV-WERKbedrijf, zowel om werkzoekenden te wijzen op de mogelijkheden van een loopbaan in een ambacht, als ondernemers te ondersteunen vakbekwame medewerkers te vinden; • zelf en waar mogelijk in samenwerking met Kenniscentra Beroepsonderwijs-Bedrijfsleven de vinger aan de pols houden van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in de aangesloten branches; • het stimuleren van zogeheten EVC-trajecten waarmee medewerkers die geen officieel diploma hebben, maar wel veel ervaring in een ambacht hebben, alsnog een officieel diploma (ervaringscertificaat) kunnen verwerven; • het ondersteunen van initiatieven om tot nieuwe combinaties van creatieve en ambachtelijke opleidingen en evenementen te komen, zoals de eerder genoemde beurs Meesterlijk design en ambacht en de nieuwe opleiding tot creatief vakman, waaraan zeven HBA-branches deelnemen; • het faciliteren van kleine branches bij het opstellen van beroepscompetentieprofielen volgens professionele maatstaven ten behoeve van de beroepsopleiding.
42
De ambachtseconomie máákt het!
• •
Het monitoren van de invoering van het competentiegerichte beroepsonderwijs en de eventuele knelpunten die daarbij blijken. Door deze verandering krijgen leerbedrijven meer taken en verantwoordelijkheden. Zo nodig het instellen van een denktank om de ambachtelijk opleiding van laag tot hoog te stroomlijnen en daarmee het perspectief van jongeren te verruimen.
Thema Ondernemerschap (de ‘O’ van VOICE)): bedrijfsvoering, mvo en innovatie Belang Vakmanschap kan in veel HBA-branches niet zonder ondernemerschap, gelet op de kleinschaligheid van de meeste bedrijven, het uitgangspunt van vrije mededinging zonder beschermende vestigingsregels en het Europa zonder grenzen. Bovendien stelt de recessie hogere eisen aan het ondernemerschap en de professionele bedrijfsvoering van ambachtelijk bedrijven. Het HBA wil de komende jaren bijzondere aandacht besteden aan de levenscyclus van de ambachtelijke onderneming, van start tot stoppen en bedrijfsoverdracht. Per fase worden praktische instrumenten voor de ondernemer beschikbaar gesteld, hetzij door reeds bestaande instrumenten beter toegankelijk te maken hetzij door nieuwe instrumenten te ontwikkelen. Daarbij wordt rekening gehouden met mogelijkheden van duurzaam, maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo) en worden een innovatieve houding en innovatief gedrag van de ondernemers gestimuleerd. Activiteiten • Het ontwikkelen van handleidingen voor starters. • Het ontwikkelen van nieuwe en actualiseren van bestaande branchecodes om de bedrijfsvoering te professionaliseren. Het zijn compacte praktijkgidsen voor ondernemers waarin de relevante wet- en regelgeving voor hun branche overzichtelijk zijn samengebracht, met inbegrip van richtlijnen op het gebied van arbeidsomstandigheden, hygiëne en milieu. • De nieuwe Arbowetgeving schrijft een arbocatalogus voor. Recente branchecodes zijn door de overheid ook als arbocatalogus voor de betrokken branche erkend. • Meer aandacht voor mvo. Duurzaam ondernemen wordt steeds meer noodzaak. Een aantal elementen is al in branchecodes opgenomen. Daaraan zal de komende jaren systematisch aandacht worden besteed, met accent op de praktische toepassingen. • Het onderzoeken van mogelijkheden van verdere professionalisering van de bedrijven naar maatstaven van de branche: bedrijfscertificatie met behulp van een Ambachtskeurmerk. • Het professionaliseren van de relatie met klanten door het opstellen van algemene leveringsvoorwaarden en het instellen van geschillencommissies. • De verspreiding van een eenvoudig bedrijfseconomisch stuurmodel, ‘Zaak in balans’. Het is een webtool, op branchemaat gesneden, dat juist in tijden van recessie de kleine ondernemer kan helpen weloverwogen beslissingen te nemen. • De mogelijkheden bezien van het instellen van een Ambachtelijke Innovatieprijs, tegen de achtergrond van de resultaten van een brede studie over innovatie in het ambacht en het diagnose-instrument waarmee ondernemers hun eigen innovatiebereidheid en innoverend gedrag kunnen vergelijken met dat van collega’s. • Het blijven faciliteren van de Vereniging O3D (Over De Digitale Drempel), die tegen beperkte kosten vooral kleine brancheorganisaties een moderne ICT-infrastructuur biedt voor websites en internettoepassingen. • Het ontwikkelen van een webbased Wegwijzer Vakmanschap en Ondernemerschap voor (startende) ambachtelijke ondernemers, op branchemaat. Een soort Tom-Tom voor ondernemers om, gelet op hun eigen behoefte en vragen, wegwijs te worden in het woud van informatie op internet.
De ambachtseconomie máákt het!
43
Thema Imago (de ‘I’ van VOICE): beeldvorming en voorlichting Belang Uit de beschrijving en analyse in hoofdstuk 1 is gebleken dat het imago van de ambachten herwaardering verdient. Niet zozeer wat hun producten en diensten betreft, want ambachtelijke producten hebben doorgaans een positieve klank. Maar het schort nog aan waardering van ambachtelijk beroepen. Dat belemmert de instroom van jongeren. En de erkenning en waardering van de maatschappelijke en economische betekenis van de ambachten schieten te kort, omdat daarover bij te velen te weinig bekend is. Met het instellen van het Platform Ambachtseconomie wil het HBA met name het maatschappelijk klimaat positief veranderen. Zoals gezegd, zal het HBA daarom het Platform ook de komende jaren faciliteren en zijn uitingen naar pers en media organiseren en coördineren. Het voornemen om ook een platform van jonge ambachtelijke ambassadeurs in te stellen wil het streven om de jongeren te stimuleren voor een ambacht te kiezen alleen maar onderstrepen. Activiteiten Dat laat onverlet dat het HBA in nauwe samenwerking met de aangesloten branches zelf ook tal van activiteiten zal ondernemen, waarvan sommige al bij het thema Vakmanschap - onder de noemer bevordering instroom - zijn genoemd: • voortzetting van De Week van het Ambacht op diverse locaties in Nederland, met medewerking van gemeentebesturen, instellingen voor beroepsonderwijs en het Servicepunt Ambachten, en met de inzet van Platformleden en bekende Nederlanders; • het uitbrengen van publicaties als Passie voor Ambachten, waarin de ambachtelijke beroepen op een aantrekkelijke manier aan jongeren worden gepresenteerd; • voortzetting van de samenwerking met Scholieren-TV en de regelmatige actualisering van de website www.vaktoppers.nl die jongeren met testjes en video’s met alle HBAambachten kennis laat maken; • het uitnodigen van veelbelovende ambachtelijke jongeren als rolmodel voor de jeugd om te kiezen voor een ambachtelijk loopbaan; • deelname aan manifestaties waarin de beroepskeuze van jongeren centraal staan; • afstemming en samenwerking met imagocampagnes in andere delen van de ambachtseconomie, zoals die van het Platform Bètatechniek en TechniekTalent.nu, of in bepaalde gemeenten om ambachten te stimuleren, zoals Amsterdam; • het steunen van initiatieven om de ambachten in aansprekende combinaties te presenteren, zoals ambacht en design, ambacht en behoud cultureel erfgoed, ambacht en ICT (‘nieuwe ambachten’), enz. Dit in de overtuiging dat de combinatie met andere activiteiten en functies die een positief aanzien genieten, het imago van de ambachten ten goede komen en dus hun aantrekkingskracht verhogen; • voortzetting van promotiecampagnes van ambachtelijke producten en diensten, gericht op consumenten en zakelijke klanten. Deze worden meestal per branche georganiseerd, en gefinancierd uit middelen die de branche binnen het HBA ter beschikking staan. • Het organiseren van een platform van jonge, ambitieuze ambachtelijke vakmensen die als ‘icoon’ een stimulans kunnen zijn om jongeren te laten kiezen voor een ambachtelijke loopbaan, als werknemer of als ondernemer. Thema Collectieve aanpak (de ‘C’ van VOICE): gelegenheidssamenwerking branches, belangenbehartiging Belang De 36 HBA-branches zijn werkzaam in sterk verschillende markten en omgevingen. Zo hebben bouwambachten met de bouwwetgeving te maken en ambachten die medische hulpmiddelen vervaardigen, met de wetgeving rond de gezondheidszorg. Daarnaast verschillen branches sterk in omvang en organisatieontwikkeling. In de praktijk blijkt dat branches die met een gedeeld probleem kampen, samen naar een oplossing willen zoeken.
44
De ambachtseconomie máákt het!
In dit soort gevallen, waarin een vraagstuk de individuele branche overstijgt, maar voor tal van andere branches niet relevant is, zijn de laatste jaren tijdelijke podia, platforms of werkgroepen gecreëerd. Daarin werken alleen de branches die met dat probleem kampen, samen aan de oplossing ervan. Het gaat om een flexibele organisatievorm tussen de branchespecifieke benadering en de generieke benadering die de HBA-formule kenmerken. De praktijk van de laatste jaren laat bovendien zien dat ook branches uit andere delen van de ambachtseconomie die voor hetzelfde probleem staan, graag willen aanschuiven om er samen uit te komen. Zo nemen aan het Platform Preventie Valgevaar niet alleen HBA-branches deel die op en aan gebouwen werken, maar ook organisaties van installateurs, van schilders, van metaalbewerkers en van aannemers die niet onder de werkingssfeer van het HBA vallen. Het HBA juicht dit soort flexibele samenwerkingsvormen toe. Zij versterken op praktische wijze de banden tussen de verschillende delen van de ambachtseconomie. En het HBA neemt ook zelf deel aan elders georganiseerde platforms, zoals het eerder genoemde Platform Bètatechniek dat de instroom in technische beroepen in den brede wil stimuleren. Deze vormen van gelegenheidssamenwerking rond een centraal agendapunt kunnen de komende jaren ook een steun voor het Platform Ambachtseconomie zijn. Door deskundigen uit de branches samen te brengen rond een speerpunt op de agenda van het Platform, kan het Platform gevoed worden met inbreng uit de praktijk om zo’n speerpunt verder uit te diepen en voorstellen daarover te formuleren. Activiteiten Omdat het om gelegenheidssamenwerking gaat, zullen de activiteiten per jaar worden bezien. Vooralsnog zijn in de planning voor het komende jaar opgenomen: • Platform Preventie Valgevaar, waaraan een tiental branches in het gevel- en dakonderhoud deelnemen, ook van buiten het HBA, met als doel de bouwregelgeving zodanig te veranderen dat concurrentie ten koste van veiligheid niet meer mogelijk is. • Platform Modevakambachten waaraan een drietal HBA-ambachten uit het modevak deelnemen met als doel door gezamenlijke manifestaties te organiseren en door onderlinge kennisuitwisseling elkaar te versterken en de marktpositie te verbeteren. • Platform Toekomst..Muziek: samenwerking van vier muziekinstrumentmakersbranches en Kunstconnectie (muziekscholen) met als doel de actieve muziekbeoefening te bevorderen. • Restauratieplatform (in voorbereiding): samenwerkingsverband van tal van restauratieve ambachten, ook van buiten het HBA, overheidsdiensten (rijk, provincie, gemeente) en kenniscentra met als doel de instroom te bevorderen en de kwaliteit te borgen. • Intensiveren contacten met andere delen van de ambachtseconomie ter versterking en onderbouwing van speerpunten van het Platform Ambachtseconomie. Zoals deelname in het Platform Bètatechniek. Thema Effectieve afstemming (de ‘E’ van VOICE): tussen HBA, branches en ondernemers Belang Het instellen van het Platform Ambachtseconomie vereist een goede communicatie van wat het Platform wil en doet naar de media, de politiek en het brede publiek. De website www.ambachtseconomie.nl speelt daarin een sleutelrol. Het Platform maakt ook een goede communicatie tussen het HBA en zijn branches en de aangesloten ondernemingen noodzakelijk. De agenda van het Platform is immers mede ingegeven door de behoeften van de branches. Een goede communicatie over de voortgang draagt ertoe bij dat de brancheorganisaties, bonden en individuele ondernemingen zelf ambassadeurs van de ambachtseconomie worden. Daarnaast vereist de taak van het HBA in engere zin een goede communicatie met branches, hun organisaties en de ondernemers. Niet als zender van boodschappen, maar vooral ook als
De ambachtseconomie máákt het!
45
ontvanger van hun signalen. Het HBA moet op de hoogte zijn van wat er speelt bij de branches en ondernemingen en hoe zij de activiteiten en producten van het HBA beoordelen. Dat laatste zal de komende jaren nog belangrijker worden omdat na de recente wetswijziging het voortbestaan van het HBA mede van dat oordeel afhankelijk is. Activiteiten via diverse communicatiekanalen • Communicatie met de aangesloten ondernemingen: o ten minste twee maal per jaar een nieuwsbrief waarin zowel over de HBA-activiteiten voor de betrokken branche als over de ambachtseconomie en de voortgang van het Platform wordt bericht, ook beschikbaar op de HBA-website; o de mogelijkheid om aan het ambachten panel op internet (HBA-website) deel te nemen en daarin hun oordeel kenbaar te maken; o elke vier jaar een draagvlakonderzoek aan de hand van HBA-activiteiten. • Communicatie met brancheorganisaties en bonden: o vier maal per jaar A VOICE-mail: berichten over de voortgang van het A VOICE programma; o elk jaar een handout en een informatiemarkt over voorgenomen projecten voor het komende jaar, waarna zij in een branchespecifiek jaarplan kunnen aangeven waaraan zij willen deelnemen; o kant-en-klare berichten over de ambachtseconomie en de voortgang van het Platform die in de eigen vakbladen kunnen worden opgenomen. • Branche in kaart: periodiek brancheonderzoek, waarvan de resultaten worden teruggekoppeld naar brancheorganisaties, bonden en via een nieuwsbrief aan de betrokken ondernemingen. • Extern: de bereidheid om initiatieven van buiten het HBA te ondersteunen die de ambachten sterker willen positioneren. Zoals het Platform Bètatechniek dat jongeren wil stimuleren voor een technisch ambacht te kiezen. Daarnaast zal het HBA de ambachten buiten haar werkingssfeer nadrukkelijk uitnodigen om de HBA-activiteiten ten dienste van de ambachtseconomie te ondersteunen.
3.5.
Samenvatting en conclusies
Visie De ambachtseconomie is een belangrijk deel van onze economie, dat onmisbaar is voor het dagelijks leven in onze samenleving. Maar de beschikbaarheid en kwaliteit van de ambachten zijn geen natuurverschijnsel. Daaraan moet hard worden gewerkt. Nieuwe instroom van jonge vakmensen en zij-instromers is nodig. Maar de aantrekkingkracht van een ambachtelijke loopbaan is blijkbaar onvoldoende. Om dat te veranderen zijn vooral twee zaken van belang. Ten eerste moeten de omvang en het belang van de ambachtseconomie ruimer bekendheid krijgen, en erkenning van de beleidsmakers. Ten tweede moet de ambachtelijke opleiding, met de nadruk op kunde, als evenwaardig aan een algemene kennis- opleiding worden gepresenteerd, met carrièremogelijkheden voor degenen die de talenten en de ambitie daarvoor hebben, dus van laag tot hoog. Missie Het HBA wil over vijf jaar bekend staan als centrum van de ambachtseconomie. Als opinieleider over zaken die de ambachtseconomie aangaan. Doelen De belangrijkste doelen van het HBA voor de komende vijf jaren zijn: • Versterking van het imago: herwaardering van de ambachten en erkenning van het belang van de ambachtseconomie door overheid en publieke opinie, leidend tot een grotere instroom in ambachtelijke opleidingen. • Evenwaardige positionering van het ambachtelijk beroepsonderwijs: de vertaling van deze herwaardering in de wijze van beroepskeuzeadviezen in het onderwijs en een meer evenwaardige positionering van de ambachtelijk beroepsopleiding aan het algemeen vormende onderwijs in het onderwijsstelsel, van laag tot hoog. Daar ligt een belangrijke
46
De ambachtseconomie máákt het!
•
uitdaging bij de invoering van het nieuwe ‘competentiegerichte’ beroepsonderwijs, met inbegrip van een transparante overgang van de verschillende niveaus van ambachtelijk onderwijs, van vmbo naar mbo en zo mogelijk hbo. Versterking van het ondernemerschap en het ondernemerklimaat: naast vakmanschap meer nadruk op ondernemerschap en professionalisering van de bedrijfsvoering omdat veel vakmensen zich als zelfstandige zonder personeel (zzp’er) of als kleine werkgever een bestaan willen verwerven. Dit gegeven moet zijn weerslag krijgen in de opleidingen en in de ondersteuning van bestaande ondernemingen.
Strategie: twee sporen Het HBA wil bovenstaande missie en doelen langs twee strategische lijnen bereiken. Ten eerste door het Platform Ambachtseconomie te blijven ondersteunen in zijn maatschappelijke beïnvloeding ten faveure van de ambachtseconomie. De zojuist genoemde doelen zijn ook in het programma van het Platform terug te vinden. Waar nodig zal het HBA ad hoc denktanks organiseren om een thema verder uit te diepen en met praktische aanbevelingen te komen. Dat geldt bijvoorbeeld de positionering van het ambachtelijke beroepsonderwijs binnen de bestaande onderwijsstructuur. De contacten met de overige delen van de ambachtseconomie, inclusief de nieuwe ambachten, zullen worden aangehaald. De eerste aanzetten daartoe hebben de laatste paar jaar al plaatsgevonden in nieuwe brancheoverstijgende samenwerkingsverbanden, platforms en podia. Het gaat om flexibele organisatievormen die niet alleen de HBA-ambachten met elkaar verbindt, maar ook bruggen slaat naar ambachten daarbuiten. Recente voorbeelden hiervan liggen op het vlak van veiligheid (bouw), mode, muziek, en restauratie. Omgekeerd staat het HBA ook open voor initiatieven van andere ambachtelijke sectoren die gelijkgerichte doelen nastreven. Eerder is al het Platform Bètatechniek genoemd. Ten tweede door in eigen kring, ten behoeve van de aangesloten branches, een samenhangend programma te ontwerpen dat aansluit op de hoofdthema’s van de ambachtseconomie. Bij de nadere invulling en prioritering van activiteiten maakt het HBA gebruik van de wensen van de betrokken ondernemers- en werknemersorganisaties. Daarnaast weegt het HBA ook nadrukkelijk de meningen van de aangesloten ondernemers mee. Zij kunnen die kenbaar maken via het HBA-internetpanel of in enquêtes naar het draagvlak van HBA-activiteiten. Programma voor de komende vijf jaar Het programma voor de komende vijf jaar bestaat uit zes thema´s, samengevat in het acroniem A VOICE. Dat staat voor: • Ambachtseconomie: het onderstrepen van belang, omvang en perspectief van de ambachtseconomie, met name door het faciliteren van het Platform Ambachtseconomie. • Vakmanschap: het bevorderen van de instroom van jongeren, het borgen van vakmanschap, en arbeidsbemiddeling. • Ondernemerschap: de houdbaarheidsdatum van vakmanschap zal steeds meer afhankelijk zijn van het ondernemerschap van de vakman en –vrouw. Vandaar dat tal van inspanningen staan gepland om het ondernemerschap te versterken en op moderne leest te schoeien. • Imago: in samenhang met de activiteiten van het Platform worden verscheidene middelen ingezet om het imago van de ambachten te versterken, zoals de organisatie van de Week van het Ambacht, en publicaties en websites voor jongeren en hun ouders. • Collectieve actie en belangenbehartiging: via gelegenheidsamenwerkingsvormen belangen van gelijkgestemde ambachtelijke branches oplossen, ook branches uit andere delen van de ambachtseconomie kunnen daaraan in principe deelnemen. • Effectieve afstemming: wederzijdse versterking van de communicatie van het Platform en ambachtelijk sectoren buiten het HBA enerzijds en van de communicatie van het HBA, zijn branches en aangesloten ondernemers anderzijds.
De ambachtseconomie máákt het!
47
Boodschap: Nederland kan niet zonder de ambachten in het leven van alledag en de ambachten bieden de jongeren een perspectief waarmee zij met hoofd, hart en handen een welverdiende boterham kunnen verdienen! Als werknemer en als zelfstandig ondernemer.
48
De ambachtseconomie máákt het!
Bijlage 1: De HBA-formule de afgelopen jaren
Centrale beleidsthema´s HBA de afgelopen vijf jaar: het VOICE-programma Op basis van een toekomstverkenning en een uitgebreid draagvlakonderzoek onder honderden heffingsplichtige ondernemers heeft het HBA destijds het programma vastgesteld voor de jaren 2006-2010. Dit zogeheten VOICE-programma staat voor de volgende beleidsthema’s: • Vakmanschap: arbeidsmarkt en scholing; modernisering van ambachtelijk onderwijs; meer evenwichtige arbeidsmarkt (verhoging instroom). • Ondernemerschap: verdere professionalisering van de bedrijfsvoering en ondernemerschap, meer aandacht voor markt en klant. • Innovatie: stimuleren verspreiding innovatie (bedrijfsconcepten en ICT-toepassingen) ter ondersteuning van het vakmanschap, het ondernemerschap en de bedrijfsvoering. • Communicatie en branchekennis: imagoverbetering ambachten, collectieve promotie van ambachten en hun producten, periodieke brancheonderzoeken, clustergewijze samenwerking van branches rond één thema. • E-governance: grotere betrokkenheid van ondernemingen bij beleid en producten van het HBA met behulp van moderne communicatiemiddelen (internet panels). HBA-formule Als enige van de product- en bedrijfschappen kent het HBA een branchegewijze opbouw. Branches kunnen intreden of uittreden: de opting-in opting-out mogelijkheid. De laatste tien jaar meldden zich verscheidene nieuwe branches (‘opting in’) aan, terwijl geen enkele aangesloten branche koos voor de mogelijkheid van ‘opting out’, behalve in een enkel geval voor een deel van hun branche, bijvoorbeeld de groothandel. Dit positieve saldo lijkt alles te maken te hebben met twee factoren: • Het HBA zorgt als publiekrechtelijk lichaam voor een bestuurlijk een financieel draagvlak voor een branche. Lusten en lasten worden over de gehele branche verdeeld, en komen niet alleen ten laste van de georganiseerde ondernemers. • De programmavorming binnen het HBA: samen doen waar dat mogelijk is, en maatwerk voor een branche leveren waar dat nodig is. Hetzij door gemeenschappelijke projecten branchespecifiek te vertalen, hetzij door eigen projecten per branche te organiseren.
De financiering van het programma Omdat het HBA branchegewijze is opgebouwd (zie kader), vinden er binnen het VOICEprogramma twee soorten activiteiten plaats: gezamenlijke projecten voor meerdere branches en daarnaast activiteiten die op verzoek van de betrokken branche alleen voor die branche worden uitgevoerd. De financiering sluit daarop aan: • Een algemene heffing voor generieke projecten voor meerdere branches. Het gaat doorgaans om een algemeen format dat vervolgens per branche wordt ingevuld. Voorbeelden: o branchecodes (praktijkgidsen per branche van de geldende regelgeving, richtlijnen en adviezen in samenwerking met de betrokken branche); o de organisatie van de Week van het Ambacht waaraan alle branches in verschillende plaatsen kunnen deelnemen; o brancheonderzoeken met een generiek format, vertaald met de branche voor de eigen ondernemingen, met vragen die voor de eigen branche van belang zijn. • Een bestemmingsheffing voor activiteiten, exclusief voor een specifieke branche. Dus alleen de ondernemers in die branche krijgen die heffing opgelegd. Dat geldt voor de helft van de branches. Daarmee kan een branche eigen activiteiten ontplooien, zoals promotiecampagnes of het opzetten van branchespecifieke opleidingen.
De ambachtseconomie máákt het!
49
Van het totaal aan heffingsopbrengsten (in 2008 € 11,5 miljoen) komt ongeveer de helft uit de algemene heffing en de andere helft uit bestemmingsheffingen. Resultaat: cafetariasysteem Het resultaat van deze opzet is een cafetariasysteem waarin branches hun eigen menu kunnen samenstellen, met een aantal vaste, gemeenschappelijke, ingrediënten en daarnaast branchespecifieke toevoegingen. Naar hun eigen smaak, behoefte en financiële mogelijkheden. Elke branche kan dus haar eigen prioriteiten stellen en een eigen jaarplan opstellen. Het jaarplan van het HBA bestaat dan ook uit het geheel van de branchejaarplannen, die zijn opgebouwd uit generieke projecten en branchespecifieke projecten. Clustergewijze aanpak Naast de gezamenlijke en de branchespecifieke benadering heeft zich de laatste paar jaar nog een derde aanpak ontwikkeld. Er bleek steeds meer behoefte aan een flexibele samenwerkingsvorm voor een beperkt aantal branches die een gemeenschappelijk probleem willen aanpakken. Daaraan blijken ook ambachtelijke branches van buiten het HBA te willen deelnemen. Daartoe heeft het HBA tijdelijke podia georganiseerd en gefaciliteerd, zoals: • het Platform Preventie Valgevaar, waaraan een tiental bouwgerelateerde branches deelneemt; het is gericht op een politieke lobby om onveiligheid van het onderhoud op en aan gebouwen tegen te gaan en daarmee oneerlijke concurrentie op arbeidsomstandigheden tegen te gaan. • het Platform Creatieve Modeambachten, waaraan een drietal HBA-branches deelneemt om gezamenlijk het Nederlandse modevak te promoten; • het Platform Toekomst..Muziek van een viertal branches van muziekinstrumentmakers en externe organisaties; doel is actieve bespeling van muziekinstrumenten te bevorderen; • de voorbereiding van een Platform Restauratieve Ambachten, waaraan naast een aantal HBA-branches ook een aantal ambachtelijke branches buiten het HBA wil gaan deelnemen. De ervaringen leren dat zo’n clustergewijze aanpak, waarin ook brancheorganisaties van buiten het HBA deelnemen, veelbelovende perspectieven bieden. Dergelijke gelegenheidscoalities voor een specifiek doel, verbreedt de samenwerking met andere ambachten. Deze flexibele aanpak past uitstekend binnen de strategie van het HBA voor een bredere kijk op de ambachtseconomie. Ontwikkelingen Sinds 2005 toen het laatste vijfjarenplan ´Vakkundig naar 2010´ tot stand kwam en het VOICE-programma werd gepresenteerd, zijn de volgende ontwikkelingen te signaleren: • Het cafetariasysteem dat synergetische voordelen van samenwerking verenigt met branchespecifieke uitwerkingen, is de laatste jaren steeds verder ontwikkeld. Het past in de meer vraaggestuurde aanpak waartoe het HBA vijf jaar geleden besloot. • Het HBA manifesteert zich nadrukkelijker: zie de organisatie van de Week van het Ambacht, het inrichten van Servicepunt Ambachten in vestigingen van het UWV-WERKbedrijf en het instellen van het Platform Ambachtseconomie. • Meer gelegenheidsamenwerking, in flexibele netwerkachtige constructies, ook met branches en instellingen buiten het HBA, zoals in de platforms met veel ambachtelijke branches die in de bouw en het onderhoud van gebouwen werkzaam zijn. • Versterking van de communicatie met en de betrokkenheid van aangesloten ondernemingen. Zoals een nieuwe HBA-website, met meer de nadruk op de branches, met de mogelijkheid voor de aangesloten ondernemers om mee te doen aan internet panels. Daarnaast invoering van nieuwsbrieven voor aangesloten branches, gebaseerd op één ‘format’, maar met een branchespecifieke invulling. • Het HBA is ervan doordrongen dat zijn bestaansrecht niet vanzelfsprekend is, maar telkens opnieuw moet worden bewezen. Recente wijzingen in het wettelijk kader waarbinnen het HBA functioneert, onderstrepen dat nog eens.
50
De ambachtseconomie máákt het!
Bijlage 2: Het HBA en het veranderende wettelijke kader: nieuwe spelregels
Voor de toekomst van het HBA is het van belang rekening te houden met de randvoorwaarden waaraan het HBA als publiekrechtelijke organisatie moet voldoen. Die randvoorwaarden liggen vast in de wet- en regelgeving en worden periodiek herzien. Dat is in 2009 wederom gebeurd. De vraag is wat die wijzigingen voor het functioneren van het HBA de komende jaren gaan betekenen. Het wettelijk kader: de Wet op de bedrijfsorganisatie • Wettelijke basis: de Wet op de bedrijfsorganisatie (1950) geeft invulling aan de grondwettelijke mogelijkheid tot het instellen van publiekrechtelijke lichamen voor bedrijf en beroep. • Onderdeel arbeidsverhoudingen: de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie maakt deel uit van de arbeidsverhoudingen van ondernemers en werknemers op sectorniveau, met als taak het sector- en het algemeen belang te dienen. Hun vertegenwoordigers vormen het bestuur. • Fundamenten: de pbo verenigt drie politieke beginselen: het subsidiariteitsbeginsel, het beginsel van soevereiniteit in eigen kring en het beginsel van functionele decentralisatie. • Bestuurlijk concept: de pbo past in de Nederlandse bestuurstraditie: het betrekken van private partijen bij het algemeen belang in ruil voor publieke bevoegdheden, met als basis vrijwillige verenigingsvormen, met een collegiale bestuursstijl en besluitvorming, gericht op consensus. • Instelling en bestuur: alleen mogelijk op verzoek van een representatieve vertegenwoordiging van ondernemers en werknemers. Samen vormen zij het bestuur; de Kroon benoemt de voorzitter. • Taak: de wettelijke taak is het gemeenschappelijke sectorbelang en het algemeen belang te dienen. Daartoe staan een pbo verordenende bevoegdheden ter beschikking. • Relatieve autonomie: binnen het wettelijk kader zijn schappen autonoom: zij mogen zelf hun beleid bepalen. Hierin verschillen zij wezenlijk van bijvoorbeeld agentschappen van ministeries. • Financiering: primair via heffingen bij aangesloten bedrijven. Georganiseerde ondernemers kunnen een (gemaximeerde) aftrek van de algemene heffing krijgen, de zogeheten Schilthuiskorting. • Toezicht: SER en ministeries zien toe dat schappen niet strijdig met het recht en algemeen belang handelen. • Twee typen: elf (hoofd)productschappen die de kolom van grondstoffen tot eindproduct omvatten (zoals vleessector) en zes (hoofd)bedrijfschappen met bedrijven van eenzelfde soort (zoals ambacht of detailhandel).
Grondslag HBA Het Hoofdbedrijfschap Ambachten is geen vereniging waarvan individuele ondernemers lid kunnen worden. Het is een publiekrechtelijk lichaam voor ambachtelijke branches die zich willen aansluiten. Alle in die branche werkzame ondernemingen vallen van rechtswege onder het HBA. De kerntaak van het HBA is het belang van alle aangesloten branches en het algemeen belang te dienen. Het HBA heeft zich als publiekrechtelijk bedrijfslichaam te houden aan spelregels die in de Wet op de bedrijfsorganisatie zijn vastgelegd (zie kader). Deze wet wordt elke vier jaar door de wetgever op zijn merites beoordeeld en zo nodig gewijzigd. Politieke discussie De wet is dus regelmatig onderwerp van politieke discussie. In dat verband is het van belang te signaleren dat de politieke middenpartijen die van oudsher positief of gematigd positief tegenover de publieke bedrijfsorganisatie staan, de laatste tien jaar aan macht hebben ingeboet. Er is een tendens naar de flanken van het politieke spectrum gaande, die in het algemeen niet bekend staan als supporter. Bovendien is het verloop van parlementariërs hoger dan vroeger. Dat betekent dat het parlementair geheugen afneemt en dat telkens opnieuw Kamerleden moeten worden voorgelicht over aard en functie van het pbo-stelsel en over de activiteiten van de schappen. Daarom zouden in de toekomst de parlementsleden nadrukkelijker bij het werk van de schappen moeten worden betrokken, bijvoorbeeld in de vorm van werkbezoeken. Het HBA zou daar werk van moeten maken. Gelukkig zijn verscheidene politieke partijen al in het Platform Ambachtseconomie vertegenwoordigd. Het belang van de ambachtseconomie en de rol van het HBA daarin zullen daarom bij hen meer bekend zijn dan twee jaar geleden het geval was.
De ambachtseconomie máákt het!
51
Licentievoorwaarden De laatste wetswijziging vond in 2009 plaats. Bij die gelegenheid is wettelijk vastgelegd dat alle schappen, dus ook het HBA, elke vier jaar een onderzoek moeten laten doen om vast te stellen of zij op voldoende draagvlak van de aangesloten ondernemers kunnen rekenen. Deze laatste wetswijziging betekent dat het HBA voortaan aan twee basisvoorwaarden moet voldoen om zijn licentie te behouden: • Organisatorische representativiteit: de ondernemersorganisaties die bestuurlijk bij het HBA betrokken zijn, moeten voldoende representatief zijn voor elk van de aangesloten branches afzonderlijk en voor het HBA als geheel. Deze eis bestaat als sinds de instelling van het HBA. • Voldoende draagvlak bij de individuele heffingsplichtige ondernemers. Dat houdt in dat elke vier jaar getoetst wordt of HBA-activiteiten en daarmee het HBA zelf nog op voldoende draagvlak bij hen kan rekenen. Met name deze laatste eis van een voldoende draagvlak houdt een duidelijke breuk in met het verleden. Tot voor kort mochten schappen geen diensten verlenen aan individuele ondernemingen. Dat was aan de markt en private brancheverenigingen voorbehouden. De invoering van de draagvlaktoets wijzigt die situatie wezenlijk: een schap moet positief op het netvlies van de ondernemers komen te staan. Wat de eerste eis betreft, de organisatorische representativiteit, is in 2008 vastgesteld dat deze voor sommige HBA-branches onvoldoende is. Het betreft vooral kleinere branches met veel zzp’ers; in totaal omvatten zij 6% van het aantal aangesloten ondernemingen. De wetenschap dat zzp’ers in het algemeen moeilijker te organiseren zijn. Hun aantal groeit de laatste jaren snel. Dat, doet vermoeden dat - bij ongewijzigd beleid - meer HBA -branches de komende jaren problemen krijgen om aan de representativiteiteisen te kunnen voldoen. Het HBA moet dus meer in positieve zin op het netvlies van zzp’ers komen, in samenhang met de meerwaarde die het lidmaatschap van brancheorganisaties voor hen biedt. Gevolgen Gezien de nieuwe situatie zal het HBA de komende jaren intensiever met de aangesloten ondernemers moeten communiceren. Op dit punt zijn de laatste twee jaar al initiatieven genomen: • het instellen van internetpanels voor aangesloten ondernemers waarin zij zich kunnen uitspreken over HBA-activiteiten en bijv. uitspraken van het Platform Ambachtseconomie; • het maken van nieuwsbrieven per branche, waarin zowel de HBA-activiteiten voor de branche als Platform-activiteiten op een plezierige manier voor het voetlicht worden gebracht; • een betere afstemming van communicatie-uitingen tussen het HBA en brancheorganisaties en branchebladen, ook over de actieve inzet van de leden van het Platform Ambachtseconomie op congressen en manifestaties van de branches. Los van de communicatie -aspecten, zal het HBA bij de inhoud van te starten projecten en activiteiten van te voren moeten nagaan: • In hoeverre levert het producten op die direct van nut zijn voor individuele ondernemingen? • Gaat om initiatieven waarmee de brancheorganisaties zich ook positief kunnen profileren? • In hoeverre versterkt de activiteit de ambachtseconomie? Van bedreigingen naar kansen Projecten en initiatieven die zowel goed scoren bij de individuele ondernemingen (micro) als bij de brancheorganisaties (meso) en bovendien de ambachtseconomie (macro) versterken, verdienen dan ook de voorkeur. Voorbeelden daarvan kunnen zijn, afhankelijk van hun uitwerking en invulling: • algemene leveringsvoorwaarden en het instellen van geschillencommissies. • een ambachtelijk keurmerk, op basis van branchespecifieke certificering.
52
De ambachtseconomie máákt het!
• • • • • •
brancheonderzoeken vertalen in een benchmarkinstrument voor de individuele ondernemer. de branchecodes als arbocatalogus. de Week van het Ambacht inrichten met medewerking van de brancheorganisaties en plaatselijke ondernemers, met medewerking van leden van het Platform Ambachtseconomie. het vertalen van inventarisaties op een thema, bijvoorbeeld innovatie, naar instrumenten waarmee een ondernemer zijn eigen prestaties of wensen op dat gebied kan vergelijken. de Vereniging Over de Digitale Drempel (‘O3D’), een gezamenlijk project van HBA en HBD, dat de constructie en het onderhoud van websites van brancheorganisaties ondersteunt. de lobby voor een laag BTW-tarief en het behoud daarvan voor ambachtelijke producten en diensten.
Zorgvuldige keuze van HBA-activiteiten nodig Naast de gebruikelijke pbo-toets die het HBA op al zijn activiteiten toepast om te bezien of die binnen zijn wettelijke taakstelling passen, zou daarom ook het zojuist beschreven win-winwin principe op micro-, meso- en macroniveau nadrukkelijker in de overwegingen betrokken moeten worden. Dat draagt ertoe bij dat: • het draagvlak bij de ondernemers groeit, • de representativiteit van de brancheorganisaties toeneemt, • het belang van de ambachtseconomie steeds meer onderkend wordt, • het HBA als de representant daarvan op ieders netvlies komt te staan. Dat laatste kan het HBA zeker helpen in de periodieke politieke discussies. Die zullen dan minder over de vorm gaan, maar eerder over het belang van de ambachtseconomie voor Nederland, en de functie die het HBA daarin vervult. De discussie wordt verlegd van het HBA als pbo-lichaam, naar de betekenis van het HBA als centrum van de ambachtseconomie.
De ambachtseconomie máákt het!
53