1
...de afgelopen 10 jaar hebben we hard gewerkt aan het overbruggen van de kloof tussen de wetenschap en de praktijk. Verslag 2010..........
2
...de afgelopen 10 jaar hebben we hard gewerkt aan het overbruggen van de kloof tussen de wetenschap en de praktijk. Verslag 2010..........
inhoudsopgave
5
Voorwoord
7
Missie, centrale thema’s en werkwijze De academische werkplaatsen
11
Academische Werkplaats Geestdrift
15
Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Brabant
19
Academische Werkplaats Chronische Zorg
23
Academische Werkplaats Kwaliteit van Huisarts- en Ziekenhuiszorg
27
Academische Werkplaats Preventie Verzekerd
31
Academische Werkplaats Ouderenbeleid en Familiezorg
35
Academische Werkplaats Verslaving
39
Kennisverspreiding en initiatieven voor de praktijk
43
Tranzo leergangen
44
Masterclass eerstelijns bestuurders
44
De leergang management voor medici
44
Het Stolte advanced programme
45
De leergang zorg en bedrijfsleven
49
Overzicht onderzoeksprojecten 2010
50
Onderzoekstitels en medewerkers
54
Projectbeschrijvingen
89
Tranzo adviesraad en medewerkers
93
Externe representaties
105 106 111
115
Publicaties Internationale publicaties Nationale publicaties
Externe presentaties en abstracts
116
Internationale presentaties en abstracts
120
Nationale presentaties en abstracts
4
5 VOORWOORD
De afgelopen 10 jaar hebben we hard gewerkt aan het overbruggen van de kloof tussen de wetenschap en de praktijk. We hopen dat we hierin een grote stap hebben gezet, mede dankzij onze ‘science practitioners’ (professionals die deels werken in de praktijk en deels binnen de universiteit). Elke science practitioner is als het ware een brug tussen wetenschap en praktijk. Tranzo is in 10 jaar uitgegroeid van een organisatie met een handjevol universiteitsmedewerkers tot een instituut met zo’n 100 professionals. Ongeveer 40 science practitioners en 60 universiteitsmedewerkers werken samen in onze academische werkplaatsen. Binnen deze werkplaatsen wordt door de Universiteit van Tilburg en (zorg) organisaties samengewerkt in langdurige, interdisciplinaire onderzoeksprogramma’s. Naast fundamenteel en toegepast onderzoek wordt binnen deze werkplaatsen ook gewerkt aan het ontwikkelen van een kennisinfrastructuur binnen de betrokken instellingen. Dit jaar hebben we ons 10 jarig bestaan uitgebreid gevierd met het lustrumsymposium ‘It takes three to tango’. Tranzo heeft in 2010 in totaal 14 grotere en kleinere symposia georganiseerd. Met succes hebben 7 promovendi hun proefschrift verdedigd, waaronder 1 cum laude. Ongeveer 80 internationale peer reviewed publicaties zijn verschenen en ongeveer 55 Nederlandse publicaties. En er is voor ruim 4.5 miljoen euro aan subsidie verworven. Vier postacademische leergangen voor bestuurders, directeuren en professionals in de zorgsector zijn aan geboden. Daarnaast is hard gewerkt aan een accreditatieaanvraag voor een eigen master. Maar er is meer gebeurd in 2010. Twee nieuwe bijzonder hoogleraren die in 2009 zijn gestart hebben in 2010 hun oratie gehouden. Bert Vrijhoef als bijzonder hoogleraar
LUSTRUMSYMPOSIUM ‘it takes three to tango’
‘Chronische zorg’ en Jaap van Weeghel als bijzonder hoogleraar ‘Rehabilitatie en participatie van mensen met ernstige psychische aandoeningen’. Twee nieuwe bijzonder hoogleraren zijn in 2010 benoemd: Ien van de Goor met als leerstoelopdracht ‘Effectiviteit van individuele preventie’ (leerstoelhouder CZ zorgverzekeraar) en Inge Bongers op de leerstoel ‘EvidenceBased Management in de (geestelijke) gezondheidszorg’ (leerstoelhouders IVA en GGzEindhoven). Vermeldenswaard is dat op het terrein van de gezondheidszorg inmiddels een tiental mensen werkzaam is met onderzoek naar onder andere de gevolgen van de vergrijzing voor de zorguitgaven, de doelmatigheid van de zorg, logistieke aspecten van ketenzorg en strategische marktorganisaties van de geestelijke gezondheidszorg. We kunnen spreken van een enerverend jaar. Wij willen de vele partners met wie wij samenwerken hartelijk danken! In dit jaarverslag treft u de belangrijkste gebeurtenissen uit 2010 aan. Op de website van Tranzo vindt u meer informatie en wordt u up-to-date gehouden (zie: www.tilburguniversity.edu/tranzo).
Henk Garretsen, Voorzitter Tranzo
Aad de Roo, Directeur SWOOG
7 missie, centrale thema’s en werkwijze
Missie, centrale thema’s en werkwijze
Centrale thema’s
De missie van Tranzo is het slaan van een brug tussen weten-
Daar verschillende partners van Tranzo verschillende priori-
schap en praktijk op het gebied van zorg en welzijn. Centraal
teiten hebben, betekent dit dat de onderzoeksprogramma’s qua
staan de zogenaamde academische werkplaatsen waarin wordt
onderwerpen uiteen lopen. Een aantal onderwerpen staat echter
samengewerkt met praktijkinstellingen.
centraal voor heel Tranzo, te weten; kwaliteit van leven, kwaliteit van zorg, het op elkaar afstemmen van vraag en aanbod in de
Wat is een academische werkplaats?
zorg, effectevaluaties en het vertalen van onderzoeksresultaten
Een academische werkplaats is een duurzaam samenwerkings-
naar de zorg- en beleidspraktijk. Dwarsverbanden tussen werk-
verband met als doel te komen tot wetenschappelijke kennisont-
plaatsen binnen Tranzo zijn van wezenlijk belang. Zo worden
wikkeling en tot innovatie van het (zorg)aanbod in de betrokken
inhoudelijke dwarsverbanden gelegd tussen werkplaatsen door
sector. Het betreft een geformaliseerde, langdurige samenwer-
te werken aan werkplaatsoverstijgende projecten. En is er een
king waarin zowel de universiteit als instellingen investeren.
aantal bijzonder hoogleraren die invulling geven aan expertise-
De samenwerking vindt plaats op basis van een langdurig
gebieden die voor meerdere werkplaatsen en thema’s relevant
onderzoeksprogramma dat gezamenlijk door de universiteit en
zijn.
betrokken instellingen is vastgesteld. Een dergelijk programma omvat innovatietrajecten waarbinnen wetenschappelijke inzichPROF. DR. ROLAND bal PROF. DR. henk Garretsen
ten worden ontwikkeld, toegepast en bijgesteld op basis van evaluatieonderzoek. Via interdisciplinair onderzoek wordt kennis verkregen en ter beschikking gesteld aan ‘de praktijk’ (zorginstellingen, andere organisaties en overheden). Naast de uitvoering van het onderzoeksprogramma wordt gezamenlijk gewerkt aan de kennisinfrastructuur binnen de betrokken instellingen. Op deze wijze wordt evidence-based werken beter mogelijk gemaakt en worden professionele vaardigheden van medewerkers vergroot. Kennis, ervaringen en initiatieven worden uitgewisseld. Voorbeelden van activiteiten ter bevordering van de kennisuitwisseling zijn het organiseren van studiedagen en symposia, het uitwisselen van sprekers, het publiceren van rapporten voor de praktijk en van wetenschappelijke artikelen, het wederzijds gebruiken van databases en bibliotheken en het verrichten van onderzoek door science practitioners. Deze science practitioners spelen een centrale rol: het betreft professionals die deels werken in de praktijk en deels werken aan (promotie) onderzoek binnen de universiteit. De academische werkplaatsen worden steeds door de betrokken partijen gezamenlijk aangestuurd.
Lustrumsymposium
9
03/09 - Promotie Remco Coppen
23/04 - Promotie olga damman
24/11 - Promotie Carin rots
26/05 - Promotie Robbert Gobbens
09/06 - promotie michael van den berg
10/09 - Promotie carolien de blok
17/09 - oratie jaap van weeghel
26/01 - Promotie janneke barelds
05/11 - oratie bert vrijhoef
11
Academische werkplaats Geestdrift
12
13 AW Geestdrift
Academische Werkplaats Geesdrift
congressen. In 2010 vond er ook een verandering in het bestuur
De Academische Werkplaats Geestdrift is opgericht in 2003.
plaats. In verband met wisseling van functie en baan hebben
Kernpartners van Geestdrift zijn GGz Eindhoven en de Kempen
Willem van Hezewijk en Elisa Carter afscheid genomen van het
(GGzE), GGz Breburg en Tranzo. Daarnaast wordt samenge-
bestuur van de Academische Werkplaats Geestdrift. Wij danken
werkt met andere partijen op projectbasis, zoals met Traverse
hen beide voor de kritische en opbouwende reflecties op de
(Stichting Maatschappelijke Opvang Midden-Brabant), Fontys
werkwijze en producten van Geestdrift.
Hogescholen, de Provinciale Raad voor Volksgezondheid in Noord-Brabant (PRVMZ), het Kenniscentrum Zelfhulp en
In januari heeft GGzE met het project klinische paden, waar Tom
Ervaringsdeskundigheid, het kenniscentrum Phrenos en het IVA
Joosten projectleider van is, een prijs gewonnen. Deze prijs is
Beleidsonderzoek en Advies. Aan de academische werkplaats
toegekend aan het beste project van de subsidieronde ‘manage-
zijn drie hoogleraren verbonden, elk met een eigen onderzoek-
ment van kwaliteit’, een onderdeel van zorg voor beter. De prijs
sterrein. Sinds 2005 maakt de bijzondere leerstoel Forensische
bestond uit een presentatie op het Quality and Safety congres
Geestelijke Gezondheidszorg deel uit van Geestdrift. Deze leer-
in Nice en een artikel in het blad Zorgvisie. In februari werd
stoel wordt gefinancierd door GGzE en wordt bezet door prof.
een grote subsidie toegekend door ZonMw voor het project
dr. Chijs van Nieuwenhuizen. In 2010 is haar leerstoel verlengd
‘Ziekteverzuim door psychische klachten’, dat wordt uitgevoerd
met een tweede termijn van vijf jaar. In 2009 werd een tweede
in samenwerking met de Arbo Unie. In april is het nieuwe
leerstoel gevestigd, getiteld: ‘Rehabilitatie en maatschappelijke
promotieproject ‘Profielen van jeugdige delinquenten met een
participatie van mensen met ernstige psychische aandoenin-
aan autisme verwante stoornis’ in samenwerking met Curium/
gen’. De leerstoel wordt gefinancierd door de Parnassia Bavo
LUMC gestart. De science practicioner op dit project is Alexa
Groep en wordt bezet door prof. dr. Jaap van Weeghel. De derde
Rutten, kinder- en jeugdpsychiater. In mei werd de subsidie
leerstoel werd in 2010 bij Geestdrift gevestigd door GGzE en het
voor het project ‘TBS-behandeling geprofileerd: een gestructu-
IVA. Deze leerstoel heet ‘Evidence-Based management in
reerde casussenanalyse’ van Chijs van Nieuwenhuizen en Stefan
de (geestelijke) gezondheidszorg’ en wordt bezet door
Bogaerts gehonoreerd door het WODC. Ook werd in mei de sub-
prof. dr. Inge Bongers.
sidieaanvraag ‘Geweld tegen patiënten met ernstige psychische stoornissen; een kwalitatieve studie’ van Jaap van Weeghel en
Geestdrift heeft twee essentiële doelen: (1) het uitvoeren van
Inge Bongers gehonoreerd door NWO.
een langlopend onderzoeksprogramma dat door de partijen
Het jaarlijkse Geestdriftsymposium stond in het teken van de
samen is vastgesteld en waarin allen investeren; (2) het uitwis-
oratie van Prof. dr Jaap van Weeghel op 17 september. Zijn oratie
selen van kennis en ervaringen tussen praktijk en wetenschap.
was getiteld: ‘Verlangen naar volwaardig burgerschap; maar wat
Het Geestdrift onderzoeksprogramma kent twee hoofdlijnen:
doen we in de tussentijd?”. Het symposium werd voorafgaand
1. Evaluatie- en effectonderzoek in de geestelijke gezondheids-
aan de oratie gehouden en was getiteld ‘Meedoen in de samen-
leving: hoe organiseer je dat?’. Dit symposium vond plaats
zorg (EEG).
2. Onderzoek gericht op beleid, organisatie en informatie-
op de Universiteit van Tilburg en trok ca. 80 bezoekers. Op 21
september werd in het kader van het project ‘Kwetsbare mensen
management in de GGz (BOIG).
doen mee in wijken en buurten’ een werkconferentie gehouden.
Geestdrift in 2010
Naar deze bijeenkomst rond het project ‘Kwetsbare mensen
Het jaar 2010 was een jaar van uitbreiding van Geestdrift.
doen mee in wijken en buurten’ (PRVMZ/Tranzo) kwamen
Er werd voor meer dan een miljoen euro aan tweede- en
ca. 200 bezoekers.
derdegeldstroom subsidie geworven (NWO, ZonMw, WODC),
Naast de symposia is er ook aan kennisuitwisseling gewerkt op
waarvan enkele grote onderzoeken konden worden opgestart.
een meer specialistisch niveau in het kader van de verschillende
In 2010 zijn er 12 internationale en 11 Nederlandstalige we-
onderzoeksprojecten. Zo zijn managers, behandelcoördinatoren
tenschappelijke artikelen gepubliceerd. Daarnaast zijn er 14
en hulpverleners van GGzE centrum kinder- en jeugdpsychiatrie
lezingen gehouden op internationale en 31 op Nederlandse
begeleid bij het verbeteren van de zorglogistieke processen
14
15
AW Geestdrift
binnen het centrum. In het kader van een ander onderzoek heb-
Contact
ben over 2009 en 2010 in totaal 92 behandelaren uit GGzE, GGz
Dr. Evelien Brouwers, coördinator
Breburg en justitiële jeugdinrichting Den Hey Acker workshops
Geestdrift, UvT, Tranzo
gevolgd over de beïnvloeding van de hersenactiviteit door mid-
tel. 013-466 2962,
del van neurofeedback. Ook wordt kennis uitgewisseld tussen
[email protected]
onderzoek en praktijk door deelname vanuit het onderzoek aan overlegbijeenkomsten binnen GGzE over ADHD (POG-ADHD). Een derde voorbeeld is het onderzoek naar herstelondersteunende zorg, waarvoor bij GGz Breburg 18 groepen medewerkers cursussen gevolgd hebben in herstelondersteunende zorg.
Dr. Giel Verhaegh, senior onderzoeker
Tot slot is er in 2010 aan kennisverspreiding gewerkt via nieuws-
Geestdrift, UvT, Tranzo
brieven en de intranetsites van de betrokken instellingen en
tel. 013-466 2962,
zijn er twee nummers uitgekomen van het blad Metaforum, het
[email protected]
wetenschappelijk tijdschrift van de bij Geestdrift aangesloten GGz-instellingen GGzE en GGz Breburg.
Prof. dr. Chijs van Nieuwenhuizen, bijzonder hoogleraar Forensische Geestelijke Gezondheidszorg, UvT, Tranzo tel. 013-466 8096,
[email protected]
Prof. dr. Jaap van Weeghel, bijzonder hoogleraar Rehabilitatie en maatschappelijke participatie van mensen met een ernstige psychische aandoening, UvT, Tranzo tel. 013-466 3164,
[email protected] Dr. J. Dröes - Geestdriftsymposium
Prof. dr. Inge Bongers, bijzonder hoogleraar ‘Evidence-Based management in de geestelijke gezondheidszorg’, UvT, Tranzo tel. 013-466 2335,
[email protected]
Academische werkplaats publieke gezondheid brabant
16
17 AW publieke gezondheid brabant
Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Brabant
terrein van de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) en
De Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Brabant
• post-doc project naar de effecten van de interventie bemoeizorg
(AWPG Brabant, bestaande uit de drie Brabantse GGD’en) is een tweede fase in gegaan waarin vooral sprake is van ‘oogsten en verankering’. De AWPG Brabant wil het evidence-
voor gezinnen. • een promotieonderzoek gericht op de lokale implementatie van landelijke handleidingen voor gezondheidsbevordering.
based werken in de lokale publieke gezondheidszorg bevor-
• een promotieonderzoek naar de mogelijkheden van doelgroep-
deren. Onder evidence-based werken verstaan wij handelen
segmentatie voor effectievere preventie van (excessief) alcohol-
gebaseerd op zowel wetenschappelijk bewijs, kennis en expertise van professionals als kennis en ervaring van de
gebruik door jongeren van 12 t/m 18 jaar. • een promotieonderzoek gericht op de ontwikkeling van een
‘vraagzijde’. Om onze missie te realiseren worden twee
landelijk toepasbaar standaardmodel voor een monitor sociaal
wegen bewandeld:
kwetsbare groepen.
• Genereren van nieuwe kennis door wetenschappelijk onderzoek, dat vooral gericht is op onderbouwing van het lokale gezondheidsbeleid, het ontwikkelen van nieuwe interventies en het meten van de effectiviteit van interventies. • Uitwisselen van kennis en expertise tussen wetenschap en
met een groot aantal nieuwe onderzoeken:
praktijk.
• een onderzoek naar toepassing van de sociale marketing techniek doelgroepsegmentatie bij preventie van excessief alcoholgebruik door jongeren en jong volwassenen (16-24 jaar). • een onderzoek naar het bevorderen van de fysieke gezondheid van bewoners in de maatschappelijke opvang. • project Kennismakelaar waarin actuele beleidsvragen vanuit gemeenten op een snelle en wetenschappelijk verantwoorde
Met de vijf samenwerkingspartners is een traject gestart voor
manier worden beantwoord.
de ontwikkeling van een gezamenlijke visie op de toekomst.
Daarnaast zijn vier subsidieaanvragen (ontwikkeling prestatie-
Belangrijk daarin is hoe de reeds gelegde verbindingen tussen
indicatoren ketenzorg jeugd, triage in de JGZ bij 0-4 jarigen,
de partners duurzaam worden verankerd. Maar ook hoe het
triage in de JGZ 4-19 jarigen en effectonderzoek van de ziekte-
onderzoek zo dicht mogelijk bij de vragen uit praktijk en beleid
verzuiminterventie M@zl), ingediend bij het ZonMw program-
kan aansluiten en hoe de praktijk zo goed mogelijk gebruik kan
ma Vernieuwing Uitvoeringspraktijk Jeugdgezondheidszorg,
maken van bestaande kennis en ervaring. Over de toegevoegde
gehonoreerd.
waarde van de AWPG Brabant zijn alle partners het eens.
Resultaten van onze activiteiten vinden steeds meer hun weg
Zowel het beleid, de praktijk als het onderzoek profiteren van
naar buiten. Via de periodieke nieuwsbrief en de website hou-
onze academische werkplaats. Diverse ontwikkelingen in 2010
den we geïnteresseerden op de hoogte. Onderzoeksprojecten
illustreren dit.
blijven niet onopgemerkt. Zo ontving de interventie ´Verbeterde zelfzorg voor mannelijke Turkse diabetespatiënten en hun echt-
Zo vond de eerste promotie plaats. Op 24 november heeft Carin
genotes´ van GGD Hart voor Brabant in 2010 een geldbedrag
Rots-de Vries haar proefschrift ‘Rich evidence for poor families.
van het Nationaal Actieplan Diabetes voor verdere ontwikkeling
Exploring the potential of practice-driven intervention research
en verbreding. De AWPG Brabant was betrokken bij de inter-
in Preventive Child Healthcare’ verdedigd. Eén van haar con-
ventieontwikkeling. De interventie ‘Armoede en gezondheid’,
clusies luidt dat praktijkgestuurd interventieonderzoek veel
uit het promotieonderzoek van Carin Rots, wordt inmiddels ook
bruikbare kennis oplevert en een meer systematische ontwik-
toegepast in de prenatale zorg. Deze uitbreiding van het toepas-
keling van dergelijk onderzoek wenselijk is. Naast deze weten-
singsgebied heeft de JGZ Innovatieprijs 2010 gewonnen.
schappelijke output heeft het onderzoek ook twee praktische
Onze bekendheid neemt ook bij gemeenten toe. De Kennisma-
interventiehandleidingen opgeleverd: een mooie illustratie van
kelaar en het ZonMw programma Gezonde Slagkracht spelen
de brug tussen beleid, praktijk en onderzoek.
daarbij een belangrijke rol. De pilot Kennismakelaar heeft, in nauwe samenwerking met de gemeente Tilburg, een interes-
Ook hebben we in 2010 vooruitgekeken en geïnvesteerd in de
sant rapport over omvang, kenmerken en zorgbehoeften van
toekomst. Zoals de uitbreiding van onze activiteiten naar het
zwerfjongeren opgeleverd.
18
19
AW publieke gezondheid brabant
Afgelopen jaar hebben meerdere gemeenten een beroep op ons
Drs. Theo Kuunders, functionaris
gedaan voor ondersteuning bij een subsidie-aanvraag in het
gezondheidsvoorlichting O(G)GZ GGD
kader van het ZonMW programma Gezonde Slagkracht. En met
Hart voor Brabant, promovendus bij
succes. Zowel 18 gemeenten uit de regio West-Brabant als 21
Academische Werkplaats Publieke
gemeenten uit de GGD regio Hart voor Brabant hebben subsidie
Gezondheid Brabant, UvT, Tranzo
ontvangen voor regionale alcoholpreventieprogramma’s. Ook de
tel. 013 466 2413,
gemeente ’s-Hertogenbosch heeft subsidie ontvangen voor een
[email protected]
programma rond overgewicht bij kinderen. De relatie met lokale beleidsvertegenwoordigers is van groot belang en vraagt om
Drs. Marie-Jose Theunissen, jeugdarts
een blijvende investering. Er is een folder samengesteld waarin
GGD Brabant-Zuidoost, science
we helder uiteenzetten wat de academische werkplaats kan
practitioner bij Academische Werkplaats
betekenen voor een gemeente. Ook voor de medewerkers van
Publieke Gezondheid Brabant,
de GGD’en is een folder verschenen. Als praktijkprofessionals
tel. 013 466 8137,
zijn zij een belangrijke leverancier van kennisvragen. Op initiatief
[email protected]
van de AW AGORA is het boek ‘Epidemiology in public health practice‘ verschenen, waar onze medewerkers een bijdrage aan hebben geleverd. Met de academische werkplaatsen Agora en
Ir. Joyce de Goede, epidemioloog GGD
Zuid-Limburg wordt een reeks masterclasses aan de hand van
West-Brabant, science practitioner
dit boek voorbereid.
Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Brabant, UvT, Tranzo tel. 013 466 3693,
Contact
[email protected] Prof. dr. Ien van de Goor en dr. Jolanda Mathijssen, coördinatoren Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Brabant,
Drs. Yvonne Alofs, Coördinator kennis-
UvT, Tranzo
uitwisseling Academische Werkplaats
tel. 013 466 8137,
[email protected] /
Publieke Gezondheid Brabant, UvT,
013 466 3301,
[email protected]
Tranzo tel. 013 466 2413,
[email protected]
Prof.dr.ing. Hans van Oers, hoofd Centrum Volksgezondheid Toekomst Verkenningen, RIVM, Bijzonder hoogleraar
Marjan de Kluijver, secretaresse
Openbare Gezondheidszorg, UvT, Tranzo,
Academische Werkplaats Publieke
tel. 030 274 4581,
Gezondheid Brabant, UvT, Tranzo
[email protected]
tel. 013 466 8137,
[email protected]
Academische werkplaats chronische zorg
20
21 AW chronische zorg
Academische Werkplaats Chronische Zorg
Op woensdag 26 mei verdedigde Robbert Gobbens, als eerste
De kwaliteit van leven van (oudere) mensen die afhankelijk zijn
science practitioner van de Academische Werkplaats Chronische
van chronische zorg is onvoldoende gewaarborgd en subop-
Zorg, vol overtuiging zijn proefschrift ‘Frail Elderly. Towards
timaal. De Academische Werkplaats Chronische Zorg beoogt
an integral approach’ ((co)promotoren: prof. dr. Jos Schols,
deze situatie te verbeteren door de kloof tussen wetenschap en
dr. Katrien Luijkx en dr. Ria Wijnen). Gobbens combineerde
praktijk te overbruggen. Hiertoe werkt Tranzo sinds 2004 samen
zijn promotieonderzoek met zijn baan als docent, eerst bij
met de Stichting Bevordering Wetenschappelijk Onderzoek
Avans Hogeschool in Breda, later bij Hogeschool Rotterdam.
Chronische Zorg (SBWOCZ), waarin aanbieders van woon- en
Zijn studie resulteerde in een multi-dimensionele benadering
zorgdiensten voor ouderen en een zorgverzekeraar vertegen-
van fragiliteit, waarin naast het fysieke domein ook het sociale
woordigd zijn. Deze stichting maakt ook de bijzondere leerstoel
en psychische domein meegenomen worden. Dit vormde het
‘Chronische Zorg’ mogelijk, die sinds september 2009 door Bert
uitgangspunt voor de Tilburg Frailty Indicator (TFI), een korte
Vrijhoef wordt ingevuld. Met diverse andere instellingen bestaat
vragenlijst die gemakkelijk door ouderen zelf ingevuld kan
daarnaast een bilaterale samenwerking rond concrete (promotie)
worden, om vast te stellen of en in welke mate zij fragiel zijn.
onderzoeken. In een aantal van deze (promotie)onderzoeken
Voorafgaand aan de openbare verdediging werd het symposium
wordt ook met andere kennisinstituten samengewerkt; dit zijn
‘Frailty, een multifunctioneel concept’ door meer dan 100 geïnte-
zowel hogescholen als universiteiten. Ook in 2010 heeft dit geleid
resseerden bezocht. De sprekers beaamden allemaal het belang
tot diverse nationale en internationale publicaties en presenta-
van een brede benadering van fragiliteit. In de forumdiscussie
ties. Absolute hoogtepunten afgelopen jaar waren natuurlijk de
kwam naar voren dat ook voor mensen uit de praktijk fragiliteit
promoties van respectievelijk Janneke Barelds, Robbert Gobbens
een bruikbaar en relevant concept is.
en Carolien de Blok, de twee symposia en de oratie van Bert Vrijhoef.
Op vrijdag 10 september verdedigde Carolien de Blok voor een grotendeels internationale commissie haar proefschrift ‘Mo-
Op vrijdag 26 februari verdedigde Janneke Barelds als eerste pro-
dular Care Provision. A qualitative study to advance theory and
movenda van de Academische Werkplaats Chronische Zorg met
practice’ ((co)promotoren: prof. dr. Jos Schols, dr. Katrien Luijkx
verve haar proefschrift getiteld ‘The quality of care and service
en dr. ir. Bert Meijboom). De commissie, waarin naast Neder-
trajectories for people with intellectual disabilities: The develop-
land ook Engeland, Denemarken en België vertegenwoordigd
ment of the QUALITRA-ID(-P)’ ((co)promotoren: prof. dr. Jos
waren, beloonde het excellente en innovatieve proefschrift van
Schols, prof. dr. Guus van Heck en prof. dr. Ien van de Goor). In
De Blok met cum laude. In haar proefschrift benadert zij het cen-
dit onderzoek is de QUALITRA-ID(-P) ontwikkeld, een instrument
traal stellen van de vraag van ouderen zelf naar langdurige zorg
om de ervaringen van mensen met een verstandelijke beperking en hun ouders en/of verwanten met de kwaliteit van trajecten van zorg- en dienstverlening te meten. Voorafgaand aan de openbare verdediging bezocht een honderdtal mensen het symposium ‘De kwaliteit van trajecten van zorg- en dienstverlening voor mensen met een beperking’. Deze bijeenkomst werd georganiseerd door Tranzo en de Wetenschapswinkel van de Universiteit van Tilburg. Sprekers uit wetenschap en zorgveld onderstreepten het belang van meetinstrumenten voor de kwaliteit van zorg- en dienstverlening voor (de positie van) zorggebruikers zelf. Voorts toonden ze aan dat het gebruik van meetinstrumenten van invloed kan zijn op de kwaliteit van zorg- en dienstverlening. Ze benadrukten eveneens het belang van het betrekken van mensen met een beperking bij wetenschappelijk onderzoek en bij de beoordeling van de zorg- en dienstverlening die ze ontvangen.
Promotie Janneke Barelds
22
23
AW chronische zorg
vanuit het vakgebied Operations Management, in het bijzonder
Contact
met het concept modularity. Met behulp van modularity kan
Dr. Katrien Luijkx, coördinator
maatwerk en cliëntgerichtheid bereikt worden door de producten
Academische Werkplaats Chronische
en processen van een organisatie op een bepaalde manier in te
Zorg, UvT, Tranzo
richten en te organiseren. Het proefschrift laat zien dat dit ook
tel. 013 466 2895 of 013 466 2969,
in de ouderenzorg mogelijk is.
[email protected]
Het uitspreken van de inaugurele rede ‘Chronisch zieken hebben de toekomst’ door Bert Vrijhoef op 5 november was het laatste hoogtepunt van de Academische Werkplaats Chronische Zorg in
Prof. dr. Bert Vrijhoef, bijzonder
2010. Vrijhoef gaat in zijn oratie in op de kwaliteit van de chro-
hoogleraar Chronische Zorg, UvT, Tranzo
nische zorg en de manier waarop die kwaliteit vastgesteld dient
tel. 013 466 2633 of 013 466 2969,
te worden. Het internationaal veelvuldig gehanteerde ‘Chronic
[email protected]
Care Model’ biedt daarvoor een geschikt kader. Dit model ordent diverse componenten die noodzakelijk zijn voor het op geïntegreerde wijze leveren van hoogwaardige kwaliteit van zorg. Het model kan worden gezien als een routemap voor de wenselijke kwaliteitsverbetering. Belangrijkste uitgangspunt hierbij is dat de cliënt centraal staat. Daarnaast moet er onder andere afstemming of samenwerking tussen verschillende dienstverleners zijn, moeten chronisch zieken gestimuleerd worden om hun ziekte zelf te managen en is evidence-based zorgverlening belangrijk, waarbij ICT ondersteunend kan zijn.
Oratie Bert Vrijhoef
Academische werkplaats kwaliteit van Huisartsen Ziekenhuiszorg
24
25 AW kwaliteit van huisarts- en ziekenhuiszorg
Kwaliteit van Huisarts- en Ziekenhuiszorg
en de huisartsen in Noord-Brabant.
In de Academische Werkplaats Kwaliteit van Huisarts- en
Sinds de start van de werkplaats in juni 2005 vindt een belang-
Ziekenhuiszorg wordt in de eerste plaats samengewerkt met
rijk deel van het werk plaats in de vorm van promotieonder-
huisartsen, medisch specialisten en ziekenhuizen. Sinds 2005
zoeken, elk in nauwe samenwerking met het veld, in de eerste
financiert het RIVM in het kader van deze werkplaats een
plaats huisartsen, medisch specialisten en ziekenhuizen.
bijzondere leerstoel Kwaliteit van huisarts- en ziekenhuiszorg in de persoon van Gert P. Westert. In 2010 is vijf jaar verlenging
Enkele highlights
verleend na evaluatie door het curatorium. Daarnaast is dr. ir.
De academische werkplaats is op verschillende momenten
Bert R. Meijboom (UHD) aan deze academische werkplaats
extern zichtbaar geweest. Op 2 juni 2010 is het symposium
verbonden als coördinator. Het doel van de academische werk-
‘Sturen op cliëntervaringen? Transparantie en kwaliteitsbevor-
plaats is het ontwikkelen van een onderzoeksprogramma waarin
dering in verpleging- en verzorgingstehuizen’ georganiseerd,
wetenschappelijke kennis toepassing vindt in de regionale zorg-
met Gert Westert als dagvoorzitter. Hierin stond centraal het
markt. Het onderzoek in deze academische werkplaats telt drie
onderzoek van Marloes Zuidgeest over de bruikbaarheid en
pijlers: Kwaliteit van zorg, Organisatie van de eerstelijnszorg en
het feitelijk gebruik van informatie uit de CQ-index meting
Preventie in de zorg.
Verpleging Verzorging & Zorg thuis. Binnen het onderzoek werd naar drie perspectieven gekeken: de zorgaanbieder,
Onder de onderzoekspijler Kwaliteit van zorg vallen drie
de cliëntenraad en het zorgkantoor, omdat deze actoren
thema’s:
gezamenlijk betrokken zijn bij de kwaliteit van zorg die een
• Effectiviteit van zorg (het volgen van professionele richtlijnen, implementatie en gebruik van prestatie-indicatoren); • Ketenkwaliteit (afstemmingsproblematiek; logistieke organisatie van zorgtrajecten);
zorgorganisatie levert. Resultaten werden getoond waarna experts hun licht over de index lieten schijnen. LOC Zeggenschap in Zorg sprak over het project ‘van meten naar verbeteren, samen komen tot beter doen’ en het zorgkantoor CZ over
• Transparante informatie over kwaliteit van zorg
de wijze waarop CZ CQ-index informatie wil gebruiken. De
(spiegelinformatie voor zorgaanbieders; publieksinformatie
afsluitende paneldiscussie met IGZ, ActiZ, Stichting Miletus
over vraag en aanbod). De gegevens over kwaliteit van zorg worden verzameld bij zorg-
en LOC Zeggenschap in zorg werd voorgezeten door Diana Delnoij.
aanbieders, onder andere lopende registraties, en bij patiënten,
In de zorgsalon van 14 oktober stond het gebruik van richt-
onder andere meting van klantervaringen.
lijnen en standaarden centraal. Richtlijnen worden in de zorg steeds meer gebruikt om het werk van artsen, o.a. transpa-
De pijler ‘Organisatie van de eerstelijnszorg’ richt zich op de
ranter en inzichtelijker te maken. De vraag is echter of deze
structuur en organisatie van de eerstelijnszorg. Het NIVEL
richtlijnen ook voldoende richting geven voor patiënten met
financiert de gelijknamige bijzondere leerstoel waarop in 2008
comorbiditeit. Marjolein Lugtenberg belichtte deze vraag van-
Dinny de Bakker tot hoogleraar benoemd is. Onderzoeksvragen
uit onderzoeksperspectief. Jako Burgers, huisarts en senior-
waar hij zich op richt zijn:
adviseur bij het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg
• Onder welke condities komt samenwerking binnen de eerste lijn tot stand? • Wat is het effect van innovatieve samenwerkingsverbanden in
CBO en senior-onderzoeker bij IQ health care, UMC St. Radboud te Nijmegen, ging op deze vraag in vanuit het perspectief van zowel huisarts, richtlijnontwikkelaar als beleidsmaker.
de eerste lijn op de kwaliteit, toegankelijkheid en doelmatigheid
Uit de discussie, voorgezeten door Bert Meijboom, bleek dat
van zorg?
het gebruik van richtlijnen in de praktijk niet vanzelfsprekend
Het doel van de derde onderzoekspijler ‘Preventie in de zorg’
te noemen is. Het werken volgens standaarden en richtlijnen
is de onbenutte mogelijkheden en barrières van preventieve
kost tijd, terwijl de tijd voor de patiënt al heel beperkt is. Juist
activiteiten in de reguliere zorg (huisarts, ziekenhuisspecialist)
die moet wel centraal blijven staan in het gehele zorgproces.
te onderzoeken. In deze onderzoekslijn wordt samengewerkt
Ook de rol van de patiënten in de ontwikkeling van richtlijnen
met de Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Brabant
werd aangestipt. Hun rol kan worden verbeterd.
26
27
AW kwaliteit van huisarts- en ziekenhuiszorg
In samenwerking met de Brabant Medical School en de Provin-
Contact
cie Noord-Brabant heeft Tranzo, Tilburg University, op woensdag
Prof. dr. Gert Westert, bijzonder
15 december de invitational conference ‘Toekomstbestendige
hoogleraar Kwaliteit van Huisarts-en
zorg in Noord-Brabant’ georganiseerd in het Provinciehuis te
Ziekenhuiszorg, UvT, Tranzo
’s-Hertogenbosch. Hier presenteerde Dung Ngo de voorlopige
tel. 013 466 2969,
onderzoeksresultaten van het onderzoek ‘Toekomstbestendige
[email protected]
zorg in Noord-Brabant’. Het doel van dit onderzoek is om meer inzicht te verkrijgen in de manier waarop de vraag naar zorg zich tot 2025 zal ontwikkelen in de provincie Noord-Brabant, de scenario’s die voor vraagontwikkeling zijn te maken, en de
Dr. ir. Bert Meijboom, coördinator
betekenis daarvan voor het toekomstige benodigde zorgaanbod
Academische Werkplaats Kwaliteit van
in de provincie Noord-Brabant. Tijdens de presentatie zijn deze
Huisarts- en Ziekenhuiszorg, UvT, Tranzo
onderzoeksvragen aan bod gekomen en is een vergelijking
tel. 013 466 3237,
gemaakt tussen de provincie Noord-Brabant en (de rest van)
[email protected]
Nederland. Belangrijke bevindingen zijn de demografische verschillen tussen de provincie Noord-Brabant en de rest van Nederland – de Noordbrabantse bevolking is ouder dan gemiddeld – wat zal leiden tot een verandering in de te verwachten
Prof. dr. Dinny de Bakker, bijzonder
zorgvraag. Daarnaast is de verwachting dat de zorgvraag in 2025
hoogleraar Structuur en financiering van
groter zal zijn dan het zorgaanbod. In de provincie Noord-
de eerstelijnszorg, UvT, Tranzo
Brabant zal deze stijging hoger zijn dan gemiddeld.
tel. 013 466 2335,
[email protected]
Voorts zijn door verschillende onderzoekers van de Academische Werkplaats Kwaliteit van Huisarts- en Ziekenhuiszorg presentaties verzorgd op diverse internationale bijeenkomsten. In het najaar was Gert Westert op uitnodiging van de University of Auckland twee maanden in Nieuw Zeeland aangesteld als visiting professor. Hij heeft daar colleges verzorgd en verschillende lezingen gegeven, waaronder ‘Medical Practice Variation, an inconvenient truth’ en de jaarlijkse Hood lecture met als titel: “Health Care Performance and the Monitoring of System Change”.
Academische werkplaats preventie verzekerd
28
29 AW preventie verzekerd
Academische Werkplaats Preventie Verzekerd
gezamenlijke (onderzoeks)publicaties en wederzijds gebruik van
De Academische Werkplaats Preventie Verzekerd is in maart
databases en bibliotheek.
2009 van start gegaan. Binnen de Academische Werkplaats wordt samengewerkt tussen zorgverzekeraar CZ en Tranzo.
Met ingang van 1 maart 2010 is Ien van de Goor benoemd tot
Het doel van Preventie Verzekerd is het vergaren, ontwikkelen
hoogleraar ‘Effectiviteit individuele preventie’. Haar onderzoek is
en verspreiden van kennis over de (kosten-) effectiviteit en im-
gericht op de (kosten)effectiviteit van individuele preventie van
plementatie van individuele preventie. Individuele preventie is in
chronische ziekten of aandoeningen. Hoe kan bij mensen met
tegenstelling tot de collectieve preventie gericht op individuen.
een chronische aandoening, of een verhoogd risico daarop, de
Er bestaan twee vormen van individuele preventie: geïndiceerde
gezondheid en kwaliteit van leven verbeterd worden door indivi-
en zorggerelateerde preventie. Geïndiceerde preventie is erop
duele preventieve programma’s.
gericht om het ontstaan van een ziekte te voorkomen bij een individu met als eerste symptomen van een ziekte of een sterk
In 2009 is het eerste onderzoek binnen deze academische werk-
verhoogd risico op het ontwikkelen van een ziekte. Zorggerela-
plaats gestart. Het betreft een onderzoek naar de (kosten)ef-
teerde preventie is erop gericht om verergering en complicaties
fectiviteit van een leefstijlinterventie bij mensen met obesitas en
van een ziekte voor de patient te voorkomen. Individuele preven-
diabetes type 2. Dit is een vrij intensieve en langdurige interven-
tie valt onder de Zorgverzekeringswet en onderscheidt zich ook
tie (64 weken), waarin inmiddels 90 patiënten zijn ingestroomd
daarmee van de collectieve preventie die onder de Wet Publieke
en die nog loopt tot eind 2011.
Gezondheid valt. Preventie Verzekerd richt zich zowel op
In 2010 zijn twee nieuwe onderzoeken van start gegaan. Het
geïndiceerde als zorggerelateerde preventie, terwijl collectieve
eerste is gericht op een nieuwe aanpak van ernstig overgewicht
preventie op de hele populatie (universeel) of op risicogroepen
bij kinderen. Sinds 1980 is er een progressieve toename van
daarin (selectief) is gericht.
overgewicht, maar vooral van obesitas onder de Nederlandse
Binnen Preventie Verzekerd is er ook aandacht voor effectieve
jeugd. In de laatste 7 jaar is de prevalentie van overgewicht ver-
preventie in de hele zorgketen en hoe deze kan worden
dubbeld, van obesitas zelfs verdriedubbeld. Er is op dit moment
geïmplementeerd. Belangrijke vragen hierbij zijn: Hoe kan de
nog geen goed antwoord op het obesitas vraagstuk bij kinderen.
samenhang tussen selectieve en geïndiceerde preventie worden
Een veelbelovende aanpak lijkt de gezins- of systeemaanpak. In
verbeterd? Hoe zijn risico’s tijdig te signaleren en hoe kunnen
2009 heeft er in het Jeroen Bosch Ziekenhuis een pilot- inter-
mensen met een verhoogd risico tijdig toegeleid worden naar
ventie met een gezinscoach plaatsgevonden. Het doel van deze
effectieve zorg? En hoe kan een eenmaal ingezette leefstijl-
coach was om de verbetering van kwaliteit van leven leidend te
verandering beter beklijven?
laten zijn voor het aangaan van de gedragsverandering in obese gezinnen. De resultaten van deze kleinschalige pilot lieten zien
Naast het uitvoeren van een onderzoeksprogramma wordt
dat het overgewicht van het kind afnam, dat het cardiovasculaire
gezamenlijk gewerkt aan het ontwikkelen van een kennisinfra-
risicoprofiel verbeterde en dat er eveneens sprake was van een
structuur tussen betrokken instellingen. Centraal hierin staan de
verbetering van de door het kind ervaren kwaliteit van leven.
programmaraad waarin deskundigen van CZ en Tranzo de in-
In september is in ’s-Hertogenbosch een groter onderzoek naar
houdelijke lijnen uitzetten en de coördinerende werkgroep, ook
de (kosten)effectiviteit van deze aanpak van start gegaan. Hierin
bestaand uit medewerkers van CZ en Tranzo, die de activiteiten
zijn zowel een experimentele (extra begeleiding van gezins-
uitvoert. Deze kennisinfrastructuur ondersteunt het onderzoek
coach) als controlegroep (care as usual) betrokken. Binnen dit
van Preventie Verzekerd. Tevens draagt het bij aan de academise-
onderzoek wordt samengewerkt met het Jeroen Bosch Zieken-
ring van CZ: vergroten van mogelijkheden van medewerkers om
huis, de gemeente ’s-Hertogenbosch, Van Spaendonck Manage-
zich te bekwamen in onderzoek en het verbeteren van evidence-
ment Consultants en de GGD Hart voor Brabant.
based werken. Kennis, ervaringen en initiatieven worden daarbij
Het tweede project betreft een in november 2010 gestart onder-
uitgewisseld. Dit gebeurt op verschillende manieren, zoals
zoek naar valpreventie. Bij dit project zijn de volgende partijen
(promotie)onderzoek uitgevoerd door science practitioners, het
betrokken: CZ, NISB, Consument & Veiligheid, GGD ZL, Huis
uitwisselen van sprekers voor lezingen, referaten, gastcolleges,
voor de Sport, Gemeente Kerkrade, Seniorenraad en diverse
30
31
AW preventie verzekerd
zorgaanbieders. Binnen het ouderenbeleid wordt het vallen
Contact
van ouderen als één van de belangrijkste bedreigingen van het
Prof. dr. Ien van de Goor, bijzonder
zelfstandig functioneren benoemd. Met het project valpreventie
hoogleraar effectiviteit individuele
worden de krachten gebundeld om een integraal en effectief
preventie, UvT, Tranzo
valpreventieprogramma op te zetten en te implementeren.
tel. 013 466 8137,
Bovendien moet het project gecombineerd financierbaar zijn
[email protected]
via de zorgverzekering én gemeenten. Om dit te bewerkstelligen worden er pilots uitgezet in de gemeente Kerkrade. Binnen het onderzoek worden data verzameld over de effecten van het integrale programma op het beweeggedrag en valincidentie bij
Dr. Janneke Kaper, CZ, afdeling
hoogrisico ouderen. Daarnaast vindt er ook een procesevalu-
Zorginnovatie
atie van de integrale aanpak plaats (netwerkontwikkeling en
tel. 046 459 5887,
samenwerking tussen aanbieders van collectieve en individuele
[email protected]
preventie) en wordt een kosten-baten analyse uitgevoerd om een businesscase te bouwen voor gedeelde financiering vanuit gemeenten en zorgverzekeraar. Dr. Jolanda Mathijssen, coördinator Academische Werkplaats Preventie Verzekerd, UvT, Tranzo tel. 013 466 3301,
[email protected]
Academische werkplaats ouderenbeleid en familiezorg
32
33 AW ouderenbeleid & familiezorg
Academische Werkplaats Ouderenbeleid en Familiezorg
praktische handvatten om de zorgsituatie te begeleiden met
De academische werkplaats richt zich op ontwikkelingen in de
Deze manier van werken hebben zij dit jaar in hun opleiding
levensloop van mensen en daarin voorkomende relationele as-
geïntegreerd. Ook vanuit de palliatieve zorg werd een beroep
pecten van zorg. De leerstoel ouderenbeleid wordt gefinancierd
gedaan op familiezorg. Theorie over omgaan met emoties
door de Provincie Noord-Brabant en de Universiteit van Tilburg
en hechtingsvraagstukken werd omgezet in een eenvoudig
afstemming tussen zorgvrager, familiezorger en beroepskracht.
en is ingericht om kennis over ouderen te ontwikkelen door wetenschappelijk onderzoek. De leerstoelhouder, René Schalk, geeft daarnaast onderwijs, verzorgt lezingen en verstrekt adviezen, bijvoorbeeld aan de Provincie Noord-Brabant, provinciale raad zorgvernieuwing psychogeriatie, ouderenbonden (VBOB), denktank zilveren kracht, etcetera. Familiezorg behoort vanaf 2001 tot onderzoek van Tranzo en bestudeert vraagstukken in de wereld van de familiezorg (voorheen mantelzorg) die relationeel van aard zijn; het delen van zorgverantwoordelijkheid tussen familieleden onderling, de rol van overheid en zorgorganisaties in de zorgverlening, de motivatie van familieleden om langdurig en intensief voor een zieke naaste te zorgen, de grondslagen van de familiezorg en het reguleren van emoties in de familiezorg. Deirdre Beneken genaamd Kolmer
De hoofdlijnen in onderzoek van de Academische Werkplaats Ouderenbeleid en Familiezorg zijn de thema’s Relationeel
instrument om families bij te staan (meer informatie onder
werken in de gezondheidszorg, Familiezorg, Ouderen en werk
externe presentaties). Beneken genaamd Kolmer schreef dit
en Factoren die welbevinden van ouderen bevorderen.
jaar in samenwerking met het Expertisecentrum Familiezorg een nieuw boek wat gebruikt kan worden in het kader van
Het relationeel werken in de gezondheidszorg en de bijbehoren-
sociale studies, intervisie en implementatie van de Methode
de Methode Familiezorg vloeit voort uit het promotieonderzoek
Familiezorg (meer informatie onder publicaties).
van Dr. Deirdre Beneken genaamd Kolmer naar familiezorg en zorgverantwoordelijkheid. De methode is een werkwijze voor
In het thema ‘Ouderen en werk’ werd de internationale
beroepskrachten en managers die werkzaam zijn in de zorg.
zichtbaarheid vergroot door diverse publicaties. Zo werd
Familiezorg wordt inmiddels door beroepskrachten
bijvoorbeeld een overzicht van onderzoeksresultaten naar
(o.a verpleegkundigen, consulenten, jeugdartsen, ouderenad-
oudere werknemers en een agenda voor de toekomst
viseurs, zorgloketmedewerkers en verzorgenden) toegepast.
gepresenteerd door een team van vooraanstaande Europese
Sinds 2007 wordt de methode ook gebruikt voor langdurige
onderzoekers onder leiding van René Schalk, de effecten
veranderingstrajecten voor zorgorganisaties (sector ouderen-
van demotie zijn nader geanalyseerd, en een publicatie
zorg). De uitkomsten van de evaluatiestudies zijn hoopgevend
over leren en leeftijd werd gepubliceerd door de Europese
en inmiddels wordt promotieonderzoek verricht naar de effec-
Unie. Ideeën voor nationaal en internationaal onderzoek
ten van het werken met de methode. Dit jaar was er vooral veel
en verspreiding van kennis op dit terrein werden verder
aandacht voor de risico’s van jonge familiezorgers in langdurige
uitgewerkt.
zorgsituaties. De belangstelling bij huisartsen en jeugdartsen
Op het goedbezochte door de werkplaats georganiseerde
voor deze problematiek bleek groot op diverse congresdagen.
congres ‘Hoe kunnen mensen langer doorwerken’ gaven
De opleidingen voor nurse practitioners, verpleegkundigen en
inspirerende sprekers presentaties. Resultaten van recent
verzorgenden waren geïnteresseerd in relationeel werken en
onderzoek van de werkplaats werden gepresenteerd voor
34
35
AW ouderenbeleid & familiezorg
een breed publiek en een promotieonderzoek naar intergene-
senzorg en jeugdartsen (Eindhoven), MEE, maatschappelijk
rationeel samenwerken van jongeren en ouderen in teams in
werk, ouderenwerk en welzijnswerk (Utrecht). In Brabant zijn
organisaties werd met succes afgesloten met de promotie van
trainingen en presentaties gekoppeld aan het Actieplan Fami-
Franz Josef Gellert. Dit onderzoek kreeg veel media aandacht.
liezorg. Tot eind 2010 maakt Tranzo deel uit van dit actieplan waarin wordt samengewerkt met de Provincie Noord-Brabant,
Aansluitend bij het thema Factoren die welbevinden van oude-
de gemeente Tilburg en het Expertisecentrum Familiezorg. Zo
ren bevorderen vindt longitudinaal onderzoek plaats met de
is 2010 bijvoorbeeld zorgcentrum de Bernezorg (ouderenzorg)
‘Seniorenbarometer’. De seniorenbarometer is een onderzoek
getraind met de Methode Familiezorg. In dit zorgcentrum
onder personen ouder dan vijftig jaar die toegang hebben tot
werken 450 beroepskrachten en 150 zorgvrijwilligers rela
internet. Een keer per jaar krijgen ongeveer 2000 senioren een
tioneel. In Brabant is de ‘Methode Familiezorg’ uitgerold in
zeer uitgebreide vragenlijst over hun opvattingen over diverse
diverse gemeenten, zijn er trainingen en workshops gegeven
onderwerpen en hun welzijn en gezondheid. De resultaten van
en is er gewerkt aan samenwerkingsverbanden in het kader
de meting van 2009 werden gepresenteerd in vier deelrappor-
van familiezorg. De evaluatiestudie ‘Methode familiezorg op
tages. De samenvatting van de bevindingen werd op een
de driesprong van theorie, beleid en praktijk’ heeft Tielen in
congres, georganiseerd door de PVGE, aangeboden aan de pro-
2010 geschreven in het kader van het actieplan. In januari 2011
vincie. Ook in andere presentaties en via de media werden de
wordt het actieplan afgesloten met een symposium.
resultaten verspreid. Eind 2010 vond weer een meting plaats. De aanbevelingen uit het proefschrift van Riet Hammen-
Contact
Poldermans over Solidariteit en altruïsme tussen generaties
Dr. Deirdre Beneken genaamd Kolmer,
voor aanpak op lokaal niveau leidden in 2010 tot concrete
coördinator Academische Werkplaats
resultaten. Een implementatietraject ging van start in vier
Ouderenbeleid en Familiezorg, UvT,
regio’s in Brabant. Dit door de provincie gesteunde project,
Tranzo,
waarin de VBOB een belangrijke rol speelt, heeft als doel het
tel. 013 466 2969,
vergroten van de bewustwording onder senioren van de eigen
[email protected]
verantwoordelijkheid voor zorg, en het opzetten van steunnetwerken, gebruikmakend van de inzet van senioren zelf. Prof. dr. René Schalk, bijzonder De promotieonderzoeken binnen de werkplaats, naar de regie-
hoogleraar Ouderenbeleid, UvT, Tranzo
rol van gemeenten in de Wmo, functiedifferentiatie in de zorg,
tel. 013 466 2368,
effecten van de methode familiezorg, en matching van vraag en
[email protected]
aanbod in vrijwilligerswerk, boekten goede vooruitgang. Er werd een start gemaakt met promotieonderzoek naar het thema evidence-based werken in de welzijnssector, in samenwerking met Movisie. Op het gebied van kennisuitwisseling vonden diverse activiteiten plaats. Op de Hogeschool van Amsterdam, Hogeschool van Rotterdam, UMC Nijmegen en Avans Hogescholen maakt het relationele werken en familiezorg deel uit van hun opleidingen. Het ROC Midden-Brabant heeft 2010 een groep docenten opgeleid in het kader van Familiezorg om de werkwijze op alle opleidingsniveaus te integreren. Daarnaast werden er in het land op diverse plaatsen workshops verzorgd in het kader van palliatieve zorg (Den Haag), psychiatrie (Dordrecht), huisart-
Academische werkplaats verslaving
36
37
38
39
AW verslaving
Academische Werkplaats Verslaving
De lopende projecten zijn op diverse internationale congres-
Tranzo werkt in de Academische Werkplaats Verslaving samen
sen, zoals het jaarlijks congres van de ‘Kettil Bruun Society’
met het Instituut voor leefwijzen en verslaving (IVO) in Rotter-
in Lausanne en de ‘Alcohol and drug researchers’ assembly’
dam. In het IVO participeren ook de Erasmus Universiteit Rot-
in Reykjavik door dr. Diana Roeg en drs. Rosalie van der Sar
terdam, de Universiteit Maastricht en de Radboud Universiteit
gepresenteerd. In het onderzoek naar opvattingen over alco-
Nijmegen. In de werkplaats Verslaving wordt vooral gewerkt aan
hol- en drugsbeleid wordt samengewerkt met het ‘Norwegian
kennisvermeerdering over verslaving(szorg) en over houding en
Institute for Alcohol and Drug Research’ (Sirus). Deze samen-
gedrag ten aanzien van alcohol en drugs. Hierbij wordt het be-
werking heeft in de zomer van 2010 geleid tot een werkbezoek
vorderen van evidence-based werken als uitgangspunt genomen.
van twee weken aan deze organisatie in Noorwegen. Daarnaast heeft prof dr. Henk Garretsen als guest-professor in Stavanger
Academische Werkplaats Verslaving in 2010
(Noorwegen) en als gastspreker bij verschillende universiteiten,
2010 stond in het teken van uitbreiding. Naast het lopende
diverse internationale en nationale lezingen gegeven in relatie
onderzoek over bemoeizorg voor verslaafden en het lopende
tot drugsbeleid.
onderzoek over de opinie en attitudes van de Nederlandse en Noorse bevolking over alcohol- en drugs en alcohol- en drugs-
Contact
beleid, is de werkplaats uitgebreid met een promotieonderzoek.
Prof. dr. Henk Garretsen, hoogleraar
Daarnaast zijn er twee nieuwe projecten die vanuit de Academi-
Gezondheidszorgbeleid, UvT, Tranzo
sche Werkplaats Publieke Gezondheid Brabant worden begeleid
tel. 013 466 3299,
en gefinancierd, bij de werkplaats aangehaakt. Voor het nieuwe
[email protected]
promotietraject is in 2009 financiering verkregen. Dit onderzoek richt zich op de stigmatisering van mensen met een verslaving. In dit onderzoek wordt stigmatisering vanuit vier invalshoeken belicht. Allereerst wordt onderzocht hoe de algemene bevolking denkt over mensen met een verslaving. Vervolgens wordt
Dr. Diana Roeg, onderzoeker bij
stigmatisering onder professionals die wel én die niet in de
Academische Werkplaats Verslaving,
verslavingszorg werken nader bekeken. Eveneens wordt onder
UvT, Tranzo
verslaafden onderzocht in hoeverre zij andere verslaafden stig-
tel. 013 466 3521,
matiseren. In de internationale wetenschappelijke literatuur is
[email protected]
stigmatisering van verslaafden een redelijk ontgonnen onderzoeksterrein. Toch is onderzoek naar stigmatisering relevant. Het ervaren van stigma kan serieuze consequenties hebben voor de kwaliteit van leven van deze personen. Het onderzoek zal
Drs. Rosalie van der Sar, promovendus
begin 2011 officieel van start gaan.
bij Academische Werkplaats Verslaving,
De twee projecten die onlangs bij de werkplaats zijn aange-
UvT, Tranzo
haakt richten zich op alcoholpreventie bij jongeren. In het ene
tel. 013 466 3627,
onderzoek wordt onderzocht in hoeverre het toereikend is om
[email protected]
jongeren tussen 12 en 18 jaar in te delen naar drinkgedrag in plaats van naar demografische kenmerken om zodoende interventies beter aan te laten sluiten bij de doelgroep. Het andere project richt zich op 16- tot 24- jarigen. Hierin wordt de houding van deze jongeren ten aanzien van alcohol onderzocht met als doel dat deze leeftijdsgroep ingedeeld kan worden naar attitudes ten aanzien van alcohol. Deze informatie is waardevol voor het ontwikkelen van preventieactiviteiten.
kennisverspreiding en initiatieven voor de praktijk
40
41
kennisverspreiding en initiatieven voor de praktijk
kennisverspreiding en initiatieven voor de praktijk
Kennisverspreiding en initiatieven voor de praktijk
van de zorglogistieke processen door het uitwisselen van zowel
Het uitwisselen van kennis is ook weer volop gebeurd via
wetenschappelijke analyses van de huidige situatie als kennis en
verschillende symposia en onze zorgsalons. Een zorgsalon is
Het algemene doel van onderzoek is het vergroten van kennis.
ervaringen uit de dagelijkse praktijk. Er zijn workshops georgani-
een discussiebijeenkomst die we vier keer per jaar organiseren.
Recente onderzoeksresultaten van fundamenteel onderzoek wor-
seerd voor 4 Noordbrabantse gemeenten over de haalbaarheid
Tijdens een zorgsalon wordt door beleidsmakers, professionals
den met collega’s gedeeld via de wetenschappelijke kanalen; via
van integrale beleidsmaatregelen gericht op omgeving en
uit de zorg- en welzijnssector, onderzoekers en andere geïnteres-
publicaties in wetenschappelijke tijdschriften en met presenta-
lichaamsbeweging bij kinderen. Voor de Methode Familiezorg
seerden een zorg gerelateerd onderwerp ter discussie gesteld.
ties op nationale en internationale congressen. In dit jaarverslag
zijn diverse trainingen, presentaties en workshops verzorgd in
Het jaar 2010 was voor Tranzo een bijzonder jaar. We bestonden
wordt in de laatste hoofdstukken verslag gedaan van de publica-
de ouderenzorg, psychiatrie, huisartsenzorg, maatschappelijk
namelijk 10 jaar en dit hebben we gevierd met het lustrumsym-
ties en presentaties van Tranzo-onderzoekers. In 2010 heeft een
werk en welzijnswerk. Daarnaast is gewerkt aan implemen-
posium ‘It takes three to tango’. Het symposium, welke in het
aantal Tranzo-onderzoekers tijd in het buitenland doorgebracht.
tatie van kennis over de werkwijze van relationeel werken en
teken stond van ‘De rol van de vraagzijde; interactie tussen
Zo verbleef Gert Westert twee maanden in Nieuw Zeeland als
familiezorg in de opleidingen van gezondheidszorgonderwijs
wetenschap, praktijk en zorgvraag’, was een groot succes.
visiting professor aan de University of Auckland. Hij heeft daar
van diverse hogescholen en het UMC Nijmegen (zie voor alle
colleges verzorgd en verschillende lezingen gegeven, waaron-
presentaties in het kader van familiezorg de vermeldingen onder
der ‘Medical Practice Variation, an inconvenient truth’ en de
Beneken genaamd Kolmer in het hoofdstuk presentaties).
Lustrumsymposium
jaarlijkse Hood lecture met als titel: ‘Health Care Performance and the Monitoring of System Change’. Bert Vrijhoef is sinds
Wat betreft implementatie zijn nog meer initiatieven te melden.
april 2010 visiting associate professor bij National University of
In Arnhem passen thuiszorg en verloskundigen de interventie
Singapore (NUS). In die rol werkt hij mee aan het opzetten van
‘Armoede en gezondheid van kinderen’ sinds kort ook toe in
Health Services Research in Singapore. Zijn taken bestaan uit
de prenatale zorg. En in navolging van aanbevelingen uit het
het mede bepalen van de onderzoeksagenda en het recruteren,
proefschrift ‘Solidariteit en altruisme tussen generaties’ van Riet
scholen en begeleiden van onderzoekers. Daarnaast is Tranzo gericht op kennisuitwisseling met de prak-
Tranzo Symposia en Zorgsalons 2010 26 februari
Symposium ‘De kwaliteit van trajecten van zorg- en dienstverlening voor mensen met een beperking.’
Hammen-Poldermans is een implementatieproject gestart gericht
12 maart
Voorjaarscollege ‘Transparantie in de zorg’
op het vergroten van bewustwording onder senioren, eigen verant-
11 maart
Symposium bijzondere leerstoel Ouderenbeleid: ‘Hoe kunnen mensen langer doorwerken?’
18 maart
Tranzo Zorgsalon 1: De Nederlandse jeugdzorg: ‘Zorgenkind op weg naar volwassenheid?’
woordelijkheid voor zorg en het opzetten van steunnetwerken.
tijk van zorg en welzijn, met zorginstellingen, andere organisaties en overheden. Uit literatuur is bekend dat overdracht van
Daarnaast zijn er rapporten verschenen voor de praktijk.
26 mei
Symposium ‘Frailty, een multifunctioneel concept’
kennis en implementatie van zorgvernieuwingen niet vanzelf
Vanuit het promotieonderzoek ‘Zorgarrangementen in de oude-
17 juni
Tranzo Zorgsalon 2: ‘Eenzame ouderen, passende interventies’
gaan; wetenschappelijke kennis is pas bruikbaar met input van
renzorg’ is niet alleen een proefschrift maar ook een praktijkrap-
de praktijk en leidt niet vanzelf tot toepassingen in de praktijk.
port verschenen getiteld ‘Op weg naar modulaire zorgverlening’
17 september
Geestdriftsymposium ‘Meedoen in de samenleving: hoe organiseer je dat?’
Tranzo investeert daarom met partnerorganisaties in kennisover-
(De Blok e.a.). Het aanvullende onderzoek ‘Zorgarrangementen
21 september
Werkconferentie over wijkgericht samenwerken aan participatie ‘De kracht van kwetsbaarheid’
dracht. Dit gebeurt bij Tranzo als geheel en in de werkplaatsen
vanuit cliëntperspectief’ is afgesloten met het rapport ‘Ouderen
28 september
Symposium ‘Eenzaamheid: investeren in mensen loont’ Georganiseerd door WIJ, de Twern en Tranzo
door structureel met organisaties samen te werken aan een
over sociale en operationele aspecten van zorg’ (Akbas e.a.).
onderzoeksprogramma en een kennisinfrastructuur. Ook op
De Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Brabant heeft
projectniveau zijn diverse initiatieven ondernomen in 2010 om
twee folders uitgebracht voor medewerkers van GGD-en en
wetenschap, praktijk en zorgvraag’
de praktijkkennis te benutten bij onderzoek en onderzoeks-
gemeenten om te bevorderen dat lokaal gezondheidsbeleid en onderzoek binnen deze werkplaats optimaal van elkaar profi-
14 oktober
Tranzo Zorgsalon 3: ‘Één ziekte, één richtlijn: Is deze simplificatie een praktische barrière?’
resultaten te vertalen naar de praktijk. Zo hebben er diversie trainingen plaatsgevonden om actuele
teren. Een van de voorbeelden hiervan is het project Kennis-
2 december
Tranzo Zorgsalon 4: ‘Innovatie is prioriteit in de zorg’
kennis over te dragen. Behandelaren uit GGz Eindhoven, GGz
makelaar waarbij beleidsvragen vanuit gemeenten over publieke
2 december
Tilec-Tranzo Annual Conference on ‘Consumer Choices in Healthcare Markets’
Breburg en justitiële jeugdinrichting Den Hey Acker hebben
gezondheid op een snelle en wetenschappelijke manier met
workshops gevolgd over de beïnvloeding van de hersenactivi-
beschikbare kennis beantwoord worden.
15 december
Symposium Tranzo, Brabant Medical School & Provincie Noord-Brabant
‘Toekomstbestendige zorg in Noord-Brabant’
teit door middel van neurofeedback. Bij GGz Breburg hebben 18 groepen medewerkers cursussen gevolgd in herstelonder-
Afgelopen jaar zijn ook de Tranzo-leergangen weer met succes
steunende zorg. Managers, behandelcoördinatoren en hulp-
aangeboden. In dit postacademisch onderwijs aan bestuurders,
verleners van GGzE centrum kinder- en jeugdpsychiatrie zijn
hoger leidinggevenden en professionals in de zorgsector, wordt
in de vorm van een actieonderzoek begeleid bij het verbeteren
actuele kennis uit Tranzo-onderzoeken geïntegreerd.
30 september Tweede lustrumcongres Tranzo over de vraagzijde in de zorg. ‘It takes three to tango’; ‘Interactie tussen
42
43
kennisverspreiding en initiatieven voor de praktijk
Tranzo leergangen Lustrumsymposium 30 september
Tranzo website en nieuwsbrief
Onderwijs
Op de website van Tranzo is algemene en inhoudelijke
Tranzo verzorgt een aantal leergangen voor bestuurders,
informatie rondom Tranzo te vinden (www.tilburguniversity.edu/
directeuren en professionals in de zorgsector. Meer informatie
tranzo). Tranzo stuurt elk jaar een aantal digitale nieuwsbrieven
over de leergangen is te vinden in de volgende paragraaf en
aan haar 4500 externe relaties. Aanmelding voor deze nieuws-
onder het kopje ‘postacademisch onderwijsaanbod’ op
brief is mogelijk via de website van Tranzo. In de nieuwsbrief
www.tilburguniversity.edu/tranzo.
worden nieuwe onderzoeksprojecten aangekondigd en worden onderzoeksresultaten van lopend en afgerond onder-
Naast het postacademisch onderwijs zijn de voorbereidingen
zoek gepresenteerd. Er wordt geïnformeerd over de
in volle gang voor een nieuwe mastertrack op het gebied van
post-academische managementopleidingen van Tranzo. Daar-
de gezondheidszorg, getiteld ‘Organisation and policy of
naast is een overzicht opgenomen van Tranzo-activiteiten zoals
health care’.
de Zorgsalons, symposia, oraties en promoties. De Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Brabant heeft daarnaast een aparte nieuwsbrief, onder andere gericht op gemeenten.
44
45
Tranzo LEERGANGEN
tranzo LEERGANGEN
Tranzo leergangen
dergelijke willen functioneren. Ook neemt de behoefte aan staf-
intellectuele kader dat waarneming en interpretatie van vraag-
Tranzo vindt het van groot belang om ook met postacademisch
bestuurders die goed geschoold zijn op het gebied van leiding-
stukken op het gebied van management en organisatie aan-
onderwijs een brug te slaan tussen wetenschap en praktijk. Bij
geven en beleidsontwikkeling toe. De leergang Management
stuurt. Ze omvat tevens het repertoire aan managementroutines
dit onderwijs richt Tranzo zich op bestuurders, hoger leiding-
voor Medici biedt een programma dat voor deze doelgroepen
dat ten grondslag ligt aan probleemoplossend gedrag van
gevenden en professionals in de zorgsector. De inhoud van de
op maat gesneden is. In 2010 ging het programma voor de
managers. De dynamiek van de mentale kaart komt met name
Tranzo leergangen (voorheen Stolte leergangen) sluit aan op
zestiende keer van start.
voort uit praktische ervaring en kritische reflectie daarop.
sturing, de persoonlijke effectiviteit van managers, de veran-
De didactische vormgeving van het programma is gebaseerd
De leergang Zorg en bedrijfsleven
deringen in de eerste lijn en de leidinggevende rol van profes-
op de principes van probleemoplossend onderwijs. In de
In deze leergang gaat het om het leren over en het toepassen
sionals in het management van zorginstellingen. De inhoud van
inhoud van de opleiding staat de volgende thema’s centraal:
van bedrijfskundige concepten. De kern van deze bijzondere
centrale thema’s in het zorgveld, zoals de omslag naar aanbod-
de leergangen wordt doorlopend gevoed vanuit de onderzoeks-
• organisaties en sturing van professionele organisaties;
leergang werd gevormd door bezoeken aan bedrijven zoals Oce,
lijnen binnen Tranzo. De leiding van het postacademisch
• management;
ECT (Europe Container Terminals), SCA (papierfabrikant op het
onderwijsaanbod berust bij prof. dr. Aad de Roo.
• strategie;
gebied van persoonlijke verzorging) en het Centraal Boekhuis.
• rol van manager/ persoonlijke effectiviteit;
Elk bedrijfsbezoek was een excursie op zich. In aansluiting op
• medisch-geïntegreerd bedrijf/ duaal management.
de bedrijfsbezoeken vertelden directeuren en medewerkers,
De Masterclass voor eerstelijns bestuurders In het voorjaar 2010 werd de eerste editie van de Masterclass
maar ook wetenschappers over strategie, logistiek, marketing,
voor Eerstelijns Bestuurders afgesloten. Deze leergang, die in
De leergang is opgebouwd uit acht tweedaagse modules. De
personeelsbeleid, klantgerichtheid, passie en ondernemerschap.
het najaar van 2009 van start ging, speelt in op de ingrijpende
leergang werd gegeven in verschillende hotels door het land
Daarnaast werden, los van de bedrijfsbezoeken, een aantal suc-
veranderingen in de eerstelijns gezondheidszorg. Wet- en regel-
heen. Om didactische redenen is de groepsgrootte beperkt tot
cesvolle ondernemers uitgenodigd om hun verhaal te vertellen.
geving brengen hier sinds enkele jaren een krachtige dynamiek
22 personen. De leiding van het programma is in handen van
Uiteraard is er steeds voldoende ruimte om uitvoerig te discus-
teweeg. Er vindt schaalvergroting plaats, er is een groeiende
prof. dr. Jan Moen en prof. dr. Aad de Roo.
siëren met de sprekers en met elkaar. Op deze manier wordt
behoefte aan maatschappelijk ondernemerschap en de druk op
kennis gemaakt met succesvolle bedrijfsconcepten en visies op
doelmatig werken loopt snel op. Patiëntenparticipatie, zelf-
Het Stolte Advanced Programme
management en klanttevredenheid zijn vernieuwende elementen
Professor Stolte was in de vorige eeuw internist en directeur-
in het zorgproces. Deze en andere veranderingen scheppen een
geneesheer van het RK-Gasthuis te Tilburg. Daarnaast bezette
Het programma is bestemd voor bestuurders en directeuren in
grote behoefte aan bij- en nascholing bij bestuurders van de
hij de leerstoel ziekenhuiswetenschappen aan de Universiteit
de zorg, die zich willen laten inspireren door intensieve en
grotere regionale organisaties en andere instellingen in de eerste
van Tilburg. In het begin van de jaren zestig nam hij het
gevarieerde ontmoetingen met facetten van het bedrijfsleven.
lijn. De inhoud van het programma sluit aan op deze behoefte.
initiatief tot de Cursus ziekenhuisbeleid. Tot ver in de jaren
Ze bestrijkt een breed terrein van strategie, bedrijfsvoering en
tachtig was dit een prestigieuze leergang voor zittende en
Het programma is opgebouwd uit vier tweedaagse modules in
veranderingsmanagement.
aankomende bestuurders in de zorg.
de maanden maart, april, mei, juni en september. De program-
De eerste Masterclass is voor de zomer afgesloten en heeft laten
Het Stolte Advanced Programme bouwt voort op deze luister-
maleiding is in handen van dr. Katrien Luijkx en prof. dr. Jan
zien dat ze in een duidelijke behoefte voorziet. Inmiddels
rijke geschiedenis. Ze is bestemd voor bestuurders die eindver-
Moen.
is na de zomer van 2010 de tweede editie van dit programma
antwoordelijkheid dragen voor hun organisatie. Het programma
van start gegaan, met opnieuw acht bijeenkomsten van twee
wordt verzorgd door prof. dr. Jan Moen, die de groep van
dagen. De programmaleiding van de Masterclass is in handen
dertien deelnemers op basis van persoonlijke uitnodiging
van Prof. dr. Dinny de Bakker en Jan Erik de Wildt MHA.
samenstelt.
De leergang Management voor medici
In zeven tweedaagse bijeenkomsten is de aandacht gericht
In de gezondheidszorg bestaat een grote verscheidenheid aan
op de persoonsgebonden aspecten van het leidinggeven in de
leidinggevende posities die traditioneel door medici worden
zorgsector. De gedachtewisselingen sluiten aan op actuele
vervuld. De beroepsverenigingen streven met de slogan ‘profes-
ontwikkelingen in het onderzoek naar leiderschap en
sional in the lead’ nadrukkelijk naar uitbouw van deze posities.
management. Daarbij werd de aandacht in het bijzonder gericht
Mede daardoor is er een groeiende vraag naar artsen die part-
op de mentale kaart van de manager en daarmee verbonden
time als medisch manager, afdelingshoofd, clustermanager en
managementroutines. Die mentale kaart is het individuele
ondernemerschap in de profit sector.
Aad de Roo
46
dr. h. backx - lustrum symposium
47
prof. dr. j. de lepeleire - symposium Frailty
In 2009 was Tranzo de gastheer bij het tweedaagse Nederlands
In 2009 was Tranzo de gastheer bij het tweedaagse Nederlands
Congres Volksgezondheid, op 8 en 9 april in Rotterdam
Congres Volksgezondheid, op 8 en 9 april in Rotterdam
prof. dr. p. eijlander - LUSTRUM SYMPOSIUM
prof. dr. D. Delnoij -‘Sturen op cliëntervaringen’
49
2010
overzicht onderzoeksprojecten
50
51
overzicht onderzoekTITELS en medewerkers
overzicht onderzoekTITELS en medewerkers
Algemeen
29. Geweld tegen patiënten met ernstige psychische stoornissen - M. Siesling
1. Organ Donation, policy and legislation: with special reference to the Dutch Organ Donation Act - R. Coppen
30. Effecten van zorginnovaties op de bedrijfsmatige prestaties van GGZ instellingen - M. Smits
(afgerond)
31. Voorspellen van lange-termijn ontwikkelingen van zorgvraag en zorgaanbod en effecten op beroepskrachten-
2. Public reporting about healthcare users’ experiences: the Consumer Quality Index - O. Damman (afgerond)
3. Op zoek naar de perfecte match in vrijwilligersland. Een promotieonderzoek naar vrijwilligersbemiddeling door
32. Effecten van samenwerkingsvormen tussen zorgorganisaties op bedrijfsperformance van het netwerk -
Lokale Steunpunten Vrijwilligerswerk - E. van Gilst 4. Survival analyse van ziekenhuisorganisaties in Nederland - R. Janssen
ramingen - M. Smits H. van Stel
33. Ontwikkeling van een Nederlandstalig meetinstrument voor gedrag, attitudes en kennis van trajectbegeleiders: de BAKES - J. van Weeghel
5. Verandering leiden. Veranderactiviteiten van ziekenhuisbestuurders - A. Lamme 6. Ontwikkelen van toekomstscenarios om kansen voor allochtone kinderen te verbeteren - J. Mathijssen
34. Competenties van de professional verbeterd? Een longitudinale studie naar het implementeren van
7. Dynamisch toezicht in zorgorganisaties, balanceren met vertrouwen en afstand houden - M. van Ooijen
herstel-ondersteunende zorg. - G. Wilrycx
8. Patient participation in quality improvement: evaluation and monitoring of projects subsidized by
‘Fonds PGO’ - M. Peeters
9. Verticale samenwerkingsbewegingen in de sector ouderenzorg - J. van Vliet
Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Brabant 35. Mogelijkheden voor intersectoraal beleid voor het stimuleren van lichaamsbeweging bij kinderen - M.J. Aarts 36. Development monitor socially vulnerable people - M. Beuling
Gezondheidseconomie
37. De ontwikkeling van een regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning in twee Brabantse regio’s -
10. Solidariteit in de zorg en de kosten van vergrijzing - A. Wong
11. Variatie in levensloop zorguitgaven - A.Wong
38. Voorstudie regionale VTV-2011 - M. van Bon-Martens
12. Gezond ouder worden en zorguitgaven - B. Wouterse
39. Risico-inschatting door de jeugdgezondheidszorg bij geautomiseerde triage op grond van vragenlijsten in
M. van Bon-Martens
het voortgezet onderwijs - K.Ensinck
Academische Werkplaats Geestdrift
40. Kennis in werking: onderzoek naar evidenced based lokaal gezondheidsbeleid - J. de Goede
13. Preventie van terugval en recidive bij jongeren met ernstige psychische en psychiatrische problematiek:
41. Ketencoördinatie jeugd: noodzakelijk en logisch, maar welk effect kunnen we aan gemeenten melden -
identificatie van een ontwikkelingsmodel uitgaande van behoeften, risico’s en beschermende factoren. -
C. S. Barendregt
42. Audience segmentation; implications for alcohol interventions for Dutch adolescents - M. Janssen
J. de Goede
14. Vraag- en aanbodontwikkeling in de regionale geestelijke gezondheidszorg - J. Bierbooms
43. Pilotproject ‘De Kennismakelaar’ - W. Jeeninga
15. Effectiviteit van neurofeedback bij jongeren met AD(H)D-klachten en comorbide stoornissen: een randomized
44. Verbetering zelfzorg in thuissituatie voor Turkse mannen (50+) met Diabetes Mellitus type 2 in Tilburg -
controlled trial - M. Bink 16. Kwaliteit van leven van gemarginaliseerde groepen. Een studie naar de effecten van systematisch rehabilitatiegericht handelen bij kwetsbare mensen - J. Buitendijk-Venema
T. Kuunders
45. Kennismakelaar openbare geestelijke gezondheidszorg en publieke gezondheid - Y. Alofs 46. Verbeteren van de implementatie van landelijke handleidingen voor gezondheidsbevordering op lokaal niveau. Ontwikkeling van tools en handvatten voor effectief gebruik - T. Kuunders
17. TBS-behandeling geprofileerd: een gestructureerde casussenanalyse - Ch. van Nieuwenhuizen 18. Onderzoeksproject ‘Herstellen doe je Zelf’ - H. van Gestel
47. Social marketing techniques in prevention: the audience segmentation of older youth (in regard to alcohol) -
19. Functiedifferentiatie verpleegkundige en verzorgende beroepen in de geestelijke gezondheidszorg -
48. Kwalitatief onderzoek naar de gevolgen van triage op verschillende leeftijdsmomenten, een beschrijvend
H. Gloudemans
S. Kuiper
20. Kwetsbare mensen doen mee in wijken en buurten - J. Habraken
21. Strategische groepsvorming in de GGZ - R. Janssen
49. Bemoeizorg in de integrale jeugdgezondheidszorg. Een studie naar doelgroep, methode en doelrealisatie -
22. Naar een kortere ziekteverzuimduur bij psychische problemen - M. Joosen (post-doc fase 1), K. van Beurden
50. Bemoeizorg in de jeugdgezondheidszorg; een studie naar effectiviteit - C. Rots
(promovenda fase 2)
procesonderzoek - M. Niezen C. Rots
23. Zorglogistieke bedrijfsvoering in de geestelijke gezondheidszorg - T. Joosten
51. Ziekteverzuimbegeleiding door de jeugdarts - Y. Vanneste
24. Verbeteren van de bruikbaarheid van gegevens voor management en onderzoek in gezondheidszorg
52. Bevorderen van fysieke gezondheid van cliënten maatschappelijke opvang - I. van Veggel
instellingen - J. Luijsterburg
25. Invoeren van Evidence Based Practice in de psychiatrische verpleegkunde - G. Munten
Academische Werkplaats Chronische Zorg
26. Informatiebeveiliging in de zorg - H. Nabavi
53. Zorgarrangementen vanuit cliëntenperspectief - M. Akbas (afgerond)
27. Neurofeedback als mogelijk effectieve interventie bij jongeren met AD(H)D en ernstige gedragsproblemen -
54. Evaluatie van ervaringen met ketenzorg dementie Midden-Brabant - A. Barelds
Ch. van Nieuwenhuizen 28. Profielen van jeugdige delinquenten met een aan autisme verwante stoornis - A. Rutten
55. Effect van geclusterd individueel wonen op kwaliteit van bestaan van mensen met een verstandelijke beperking en ernstig probleemgedrag - A. Barelds
52
53
overzicht onderzoekTITELS en medewerkers
overzicht onderzoekTITELS en medewerkers
56. Interventiestrategieën gericht op eenzaamheid onder ouderen - A. Barelds (afgerond)
Academische Werkplaats Ouderenbeleid en Familiezorg
57. Kwaliteit van het traject van zorg- en dienstverlening voor mensen met een verstandelijke beperking- A. Barelds
86. Evaluatieonderzoek Methode Familiezorg - L. Tielen (afgerond)
(afgerond)
87. Ontwikkelen Model Vraagverheldering Familiezorg - D.M. Beneken genaamd Kolmer (afgerond)
58. Zorgarrangementen in de Ouderenzorg - C. de Blok (afgerond)
88. Actieplan Familiezorg - Provincie Noord-Brabant en Expertisecentrum Familiezorg (afgerond)
59. Besturen in de zorg; verantwoordelijkheden in beraad - L. van Gastel
89. Effectmeting ‘Werken met de Methode Familiezorg’ - T. Choy
60. Kwetsbare ouderen - R. Gobbens (afgerond)
90. Seniorenbarometer - R. Schalk
61. Implementatie Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) - L. Godschalx
91. Evidence based werken in zorg en welzijn - R. van der Zwet
62. Verhoogt kleinschaligheid de kwaliteit van leven voor ouderen met dementie? - I. de Rooij 63. Toegang tot dienstverlening: Front office - back office configuraties in zorg en welzijn - L. Schipper
Academische Werkplaats Verslaving
64. De gemeentelijke regiefunctie binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning: de gemeenten kwamen,
92. Effectiveness of intensive community-based care for persons with complex addiction problems: Contribution
zagen en overwonnen de knelpunten binnen de sociale leefwereld van Nederland - K. Span
65. The proof of the pudding: Bruikbaarheid en gebruik van informatie uit de meting met de CQ-index Verpleging, Verzorging, en Thuiszorg (VV&T) - M. Zuidgeest
Academische Werkplaats Kwaliteit van Huisartsen- en Ziekenhuiszorg 66. Afstemming VAAM/regionale VTV - D. de Bakker 67. Werkbelasting en kwaliteit van zorg van huisartsen - M. van den Berg 68. Opnameduur als indicator voor kwaliteit van ziekenhuiszorg - I. Borghans 69. Gevolgen van veranderde bekostiging van huisartsenzorg - C. van Dijk 70. Effectiviteit van disease management - H. Drewes 71. Validatie van data uit huisartsgeneeskundige registraties - C. van den Dungen 72. Samenwerkingsverbanden tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders en het effect daarvan op kosten,
kwaliteit en klantervaringen in de zorg - A. Hayen
73. Efficiëntie in de zorgsector - R. Heijink 74. Medische richtlijnen en de kwaliteit van zorg - M. Lugtenberg 75. Hoofdstudie Van latere zorg; toekomstverkenning naar de aansluiting tussen zorgvraag en zorgaanbod in Noord-Brabant tot 2025 - D. Ngo 76. HSMR (Hospital Standardized Mortality Ratios): geschikt voor verbetering van kwaliteit van zorg in
ziekenhuizen en/of voor transparantie? - D. Pieter
77. Spoedposten; een verbetering? - E.S.J. van Rooij 78. Diabetespreventie in de huisartspraktijk - P. Vermunt 79. Technologische oplossingen ter verhoging van therapietrouw oraal gebruik antidiabetica - M. Vervloet 80. Modelleren vraag ziekenhuiszorg - A. van de Vijsel 81. Effectief gebruik van indicatoren in de gezondheidszorg - M. de Vos 82. Richtlijnen en verpleegkundig handelen - J. Zegers-van Schaick
Academische Werkplaats Preventie Verzekerd 83. Kosteneffectiviteit van een leefstijlinterventie bij Obesitas en Diabetes type 2 - R. Dokter 84. Valpreventie bij hoogrisico ouderen - J. Kaper 85. Groepscoach voor kinderen met ernstig overgewicht - D. Baenen
of specific program components - D. Roeg
93. Attitudes ten opzichte van alcohol- en drugsbeleid: een vergelijking tussen Nederland en Noorwegen
R. van der Sar
54
55
projectbeschrijvingen algemeen
projectbeschrijvingen algemeen
Titel project Organ Donation, policy and legislation: with special reference to the Dutch Organ Donation Act
Titel project Survival analyse van ziekenhuisorganisaties in Nederland
Contactpersonen R. Coppen, R. Friele (promotor), J. van der Zee (promotor), J.K.M. Gevers (promotor)
Contactpersonen R. Janssen, M. den Hartog, B.J. Haselbekke
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
Dit project is afgerond met een promotie op 3 september 2010.
Dit onderzoek beoogt na te gaan welke factoren bijdragen aan het verdwijnen van ziekenhuisorganisaties in
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Nederland. De periode van onderzoek betreft 1978-2008 en vindt plaats in het kader van een meerjarig onderzoeksprogramma tussen Tilec en de Nederlandse Zorg Autoriteit.
Titel project Public reporting about healthcare users’ experiences: the Consumer Quality Index
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Contactpersonen O. Damman (NIVEL), D. Delnoij (promotor), P. Groenewegen (promotor NIVEL), M. Hendriks (copromotor NIVEL)
Titel project Verandering leiden. Veranderactiviteiten van ziekenhuisbestuurders Contactpersonen A. Lamme, J. Moen (promotor)
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen Er komt steeds meer informatie beschikbaar over de ervaringen van patiënten met de zorg die zij ontvangen. Die
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
patiëntervaringen worden gemeten met de Consumer Quality Index (CQI of CQ-index). In dit promotieonderzoek
In dit promotieonderzoek gaat het in het bijzonder om het beschrijven en analyseren van de veranderactiviteiten
zijn verschillende deelstudies uitgevoerd waarin onderzocht wordt hoe deze CQI-gegevens het beste bewerkt en
tijdens de verschillende fasen van het veranderingsproces. De context van dit onderzoek bestaat zowel uit de ken-
gepresenteerd kunnen worden als keuze-informatie voor zorgconsumenten. Uit het onderzoek is gebleken dat
merken van het leiderschapsprofiel van de ziekenhuisdirecteur als ook de kenmerken van de ziekenhuisorganisatie.
consumenten moeite hebben met het begrijpen van keuze-informatie en met het kiezen in de zorg. Die keuze kan
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
vergemakkelijkt worden door keuze-informatie op een goede manier te presenteren: bijvoorbeeld gelaagd, met gebruik van symbolen (sterren) en gerangschikt op alfabetische volgorde van zorgaanbieders. Het onderzoek is
Titel project Ontwikkelen van toekomstscenarios om kansen voor allochtone kinderen te verbeteren
in april 2010 afgerond met de promotie van Olga Damman.
Contactpersonen J. Mathijssen
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------In dit onderzoek wordt nagegaan welke (beleids)toekomstscenario’s geschetst kunnen worden als het gaat om het Titel project Op zoek naar de perfecte match in vrijwilligersland. Een promotieonderzoek naar vrijwilligers-
verbeteren van de kansen van allochtone kinderen en hun ouders en welke acties ondernomen moeten worden om
bemiddeling door lokale Steunpunten Vrijwilligerswerk
deze veranderingen te bewerkstelligen. Hiervoor wordt nauw samengewerkt met organisaties in de praktijk van
Contactpersonen E. van Gilst, R. Schalk (promotor), H. Garretsen (promotor), I. van de Goor (copromotor)
jeugdzorg en -welzijn, de gemeenten Tilburg en Eindhoven, kennisinstituut het PON en Palet (adviseurs diversiteit). Dit project is onderdeel van de Academische Werkplaats Diversiteit in Jeugdbeleid Brabant (samenwerkingsverband
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
tussen organisaties in de praktijk van jeugdzorg en -welzijn, de gemeenten Tilburg en Eindhoven en onderzoeksin-
Doel van dit onderzoek is het verkrijgen van kennis over en inzicht in vrijwilligersbemiddeling door lokale steunpun-
stellingen.
ten vrijwilligerswerk. Bijzondere aandacht zal worden besteed aan het aspect van matching, het daadwerkelijk bij
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
elkaar brengen van vrijwilligers en organisaties die met vrijwilligers werken. Het onderzoek bestaat uit een literatuurverkenning en een veldonderzoek. De literatuurverkenning is inmiddels afgerond. Naar verwachting zal hierover
Titel project Dynamisch toezicht in zorgorganisaties, balanceren met vertrouwen en afstand houden
medio 2011 een eerste publicatie verschijnen. Ten behoeve van het veldonderzoek zijn gegevens verzameld door
Contactpersonen M. van Ooijen, J. Moen (promotor)
middel van een online enquête, interviews en documentenonderzoek bij steunpunten vrijwilligerswerk, vrijwilligersorganisaties en vrijwilligers. De aldus verzamelde gegevens zullen worden verwerkt en geanalyseerd en vervolgens
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
worden gekoppeld aan de uitkomsten van het literatuuronderzoek. Ook hier zal te zijner tijd over worden gepubli-
Het onderzoek betreft het functioneren van Raden van Toezicht in de Nederlandse gezondheidzorg.
ceerd in de vorm van een artikel.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
56
57
projectbeschrijvingen algemeen
projectbeschrijvingen Gezondheidseconomie
Titel project Patient participation in quality improvement: evaluation and monitoring of projects subsidized
Titel project Solidariteit in de zorg en de kosten van vergrijzing
by the ‘Fonds PGO’
Contactpersonen A. Wong, J. Polder (promotor)
Contactpersonen M. Peeters, D. Delnoij , R. Friele Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
De vergrijzing brengt een aantal consequenties met zich mee, waaronder die voor zorguitgaven. Het is een uitda-
In de afgelopen jaren hebben patiënten- , gehandicapten- en ouderenorganisaties een steeds grotere rol gekregen
ging om toekomstige zorguitgaven nauwkeurig in kaart te brengen. In het onderzoek is vooral voortgang geboekt
en op zich genomen om de kwaliteit van zorg en ondersteuning te verbeteren. In dit onderzoek staat de vraag
op gebied van trends in zorguitgaven als gevolg van demografische ontwikkelingen. Dit wordt veelal gedaan door
centraal hoe effectief, efficiënt en overdraagbaar verschillende methodieken en instrumenten voor patiënten-
analyses van determinanten van zorguitgaven op individueel niveau te combineren met voorspelde trends in de-
participatie in kwaliteitsbevordering zijn? Hiertoe worden relevante projecten die door de unit Fonds PGO in 2009
mografische ontwikkelingen. Dit onderzoek gebruikt de zogenaamde ‘Red Herring’ discussie als uitgangspunt: de
zijn gehonoreerd, geanalyseerd. Dit onderzoek vindt plaats in het kader van het programma Patiëntenparticipatie
zorguitgaven worden overschat wanneer er naast leeftijd geen rekening gehouden wordt met de nabijheid tot over-
van ZonMw.
lijden. Dit onderzoek verifieert deze hypothese aan de hand van Nederlandse microdata en breidt deze daarnaast
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
uit door te kijken naar ziektespecifieke zorguitgaven. De resultaten zullen aangeven in hoeverre het ziektebeeld een determinant is in zorguitgaven. Daarnaast wordt de variatie in zorguitgaven gedurende de levensloop gemodel-
Titel project Verticale samenwerkingsbewegingen in de sector ouderenzorg
leerd. De uitkomsten hiervan kunnen gebruikt worden in het debat over de solidariteit in de zorg. Dit onderzoek
Contactpersonen J. van Vliet, R. Janssen (promotor)
wordt uitgevoerd in samenwerking met het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen De markt waarin organisaties voor de ouderenzorg opereren verandert drastisch. De invoering van marktwerking in
Titel project Variatie in levensloop zorguitgaven
de zorgsector betekent dat de continuïteit van zorginstellingen in een ander perspectief komt te staan en heeft ook
Contactpersonen A. Wong, J. Polder
invloed op de vraag naar zorg. Zorginstellingen reageren op deze ontwikkeling door conglomeraten te gaan vormen. Centraal in het onderzoek staat de vraag of cliënten beter worden van deze conglomeraatvorming.
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
Het onderzoek kent de volgende vragen:
Bekend is dat de variatie in zorguitgaven binnen een jaar groot is. De vraag is echter hoe deze variatie over de levensloop
• Komen verticaal gefuseerde instellingen voor ouderenzorg tot betere prestaties dan niet verticaal gefuseerde
er uit zal zien. Niet alleen de variatie tussen bijvoorbeeld leeftijdsgroepen, maar ook de variatie binnen diezelfde leeftijds-
instellingen?
groepen. Het doel van dit project is om deze variatie te schatten aan de hand van zorgregistraties, waarvoor slechts een
• Zijn de prestaties te danken aan de fusie of juist niet?
beperkte periode gegevens beschikbaar is. Omdat de daadwerkelijke levensloop variatie niet waarneembaar is, wordt deze
• Is de verkregen schaalomvang van de gefuseerde instelling van invloed op de prestaties en is hierin een optimum
met een statistisch model gesimuleerd. De resultaten van dit onderzoek kunnen op twee fronten een bijdrage leveren aan
aan te geven?
het formuleren van beleid. Enerzijds geeft het onderzoek nieuwe inzichten voor het solidariteitsdebat. Anderzijds kan op
Voor het beantwoorden van de vragen wordt een onderzoek verricht naar de effecten van de fusie bezien vanuit het
basis van dit project de haalbaarheid van een alternatief financieringssysteem zoals het ‘zorgsparen’ worden getoetst.
perspectief van de cliënt.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Titel project Gezond ouder worden en zorguitgaven Contactpersonen B. Wouterse, J. Polder (promotor), B. Meijboom (copromotor) Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen De verwachte stijging van de zorguitgaven als gevolg van de vergrijzing van de Nederlandse bevolking is een belangrijk politiek vraagstuk. Eén van de doelen waarop wordt ingezet om deze potentiële kostenstijging te beperken is het bevorderen van gezond ouder worden. Om het effect van het verbeteren van de gezondheid op de zorguitgaven te kunnen beoordelen is echter meer inzicht vereist in de langetermijnrelatie tussen leeftijd, gezondheid en zorguitgaven. In dit onderzoek zullen verschillende aspecten van de relatie tussen vergrijzing en zorguitgaven aan bod komen. Het eerste deel van het onderzoek richt zich op het verband tussen gezondheidsstatus en longitudinale kosten van ziekenhuisgebruik. In het tweede deel worden de analyses verder uitgebreid, onder meer naar andere zorgsectoren. Ook wordt gekeken of cohorteffecten een rol spelen. Specifiek gaat het dan om de naoorlogse geboortegolf (babyboomers) ten opzichte van de huidige generatie ouderen. Het onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
58
59
projectbeschrijvingen Academische Werkplaats Geestdrift
projectbeschrijvingen Academische Werkplaats Geestdrift
Titel project Preventie van terugval en recidive bij jongeren met ernstige psychische en psychiatrische problematiek:
Titel project Kwaliteit van leven van gemarginaliseerde groepen. Een studie naar de effecten van systematisch
identificatie van een ontwikkelingsmodel uitgaande van behoeften, risico’s en beschermende factoren
rehabilitatiegericht handelen bij kwetsbare mensen.
Contactpersonen C. Barendregt, Ch. van Nieuwenhuizen (promotor), I.L. Bongers (copromotor), A. van der Laan
Contactpersonen J. Buitendijk-Venema, Ch. van Nieuwenhuizen (promotor), H. Garretsen (promotor), J. Wolf
(copromotor)
(promotor)
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
Doel van dit onderzoek is om een ontwikkelingsmodel te toetsen met drie parameters: (a) behoeften van jongeren
De maatschappelijke opvang staat voor de uitdaging om de kwaliteit van leven van gemarginaliseerde groepen te
uitgaande van het Good Lives Model, (b) risico’s gebaseerd op statische en dynamische criminogene risicofactoren en
verbeteren en deze kwetsbare mensen weer deel te laten nemen aan het maatschappelijke leven. Empirisch onder-
(c) beschermende factoren uitgaande van competenties en copingvaardigheden. Op basis van dit ontwikkelingsmodel
bouwde interventies zijn in de sector niet of nauwelijks aanwezig. In de maatschappelijke opvang in Tilburg worden
kan onderscheid worden gemaakt tussen jongeren die wel en jongeren die niet recidiveren en jongeren die wel of geen
cliënten begeleid met behulp van de methodiek van het Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen (Wilken en Den
terugval hebben. Het ontwikkelingsmodel wordt gebaseerd op kenmerken van 255 jongens die 16 of 17 jaar zijn.
Hollander, 1999). In een naturalistisch design wordt onderzocht wat de effecten zijn van het methodisch handelen
Kenmerkend voor deze jongeren is dat ze een transitie doormaken van een vertrouwde situatie naar een nieuwe
bij langdurig zorgafhankelijke cliënten. Kwaliteit van leven, zorgbehoeften, woonwensen en rehabilitatiedoelen
situatie zoals plaatsing in een gesloten inrichting. Extra belastend voor de jongeren is dat ze een periode uit de
werden in kaart gebracht. Deze meting is in 2009 herhaald. Daarnaast is de modelgetrouwheid van de betrokken
maatschappij worden gehaald. Dit project wordt gefinancierd door ZonMw.
hulpverleners gemeten met behulp van de SRH-fidelityschaal. Onderzocht wordt of er samenhang bestaat tussen
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
de effecten op kwaliteit van leven, woonwensen en zorgbehoefte en het bereiken van rehabilitatiedoelen. Dit project wordt mogelijk gemaakt door Stichting Maatschappelijke Opvang Midden-Brabant Traverse.
Titel project Vraag- en aanbodontwikkeling in de regionale geestelijke gezondheidszorg
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Contactpersonen J. Bierbooms, H. van Oers (promotor), I.M.B. Bongers (promotor) Titel project TBS-behandeling geprofileerd: een gestructureerde casussenanalyse Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
Contactpersonen I.L. Bongers, M. Coppens, R. Meijers, L. de Ruijter, Ch. van Nieuwenhuizen (begeleider),
In dit onderzoek wordt gewerkt aan een model waarmee op continue basis informatie kan worden gegenereerd over de zorg-
S. Bogaerts (begeleider)
vraag naar geestelijke gezondheidszorg op regionaal niveau. In de huidige fase wordt gewerkt aan de empirische onderbouwing, vanuit praktijkcasussen in Eindhoven. De uitkomsten van deze casussen, bieden beleidsmakers aanknopingspunten
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
als het gaat om de match tussen vraag en aanbod, omgevingsfactoren die hierbij een rol spelen en toekomstscenario’s,
Na enkele ernstige incidenten met tbs-gestelden besloot de Tweede Kamer in 2006 een parlementair onderzoek
bijvoorbeeld op het gebied van wonen. Dit onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van de GGz Eindhoven en de Kempen.
in te stellen. Hieruit volgde o.a. de aanbeveling naar meer wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van de
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
TBS-behandeling. Doel van dit project is om aan de hand van een analyse van casussen meer zicht te krijgen op de tenuitvoerlegging van de tbs-maatregel. Vier vragen staan centraal: (1) Wat gebeurt er met de tbs-gestelden tijdens
Titel project Effectiviteit van neurofeedback bij jongeren met AD(H)D-klachten en comorbide stoornissen:
de tenuitvoerlegging van de tbs-maatregel? (2) Wie zijn bij dit traject betrokken en met welke reden en op welke
een randomized controlled trial
wijze speelt het formele kader een rol? (3) Hoe verhoudt de wijze van daadwerkelijke tenuitvoerlegging zich ten
Contactpersonen M. Bink, Ch. van Nieuwenhuizen (promotor), I.L. Bongers (copromotor)
opzichte van wat bekend is uit de wetenschappelijke literatuur over behandeling en toezicht? (4) Is de tenuitvoerlegging van de tbs-maatregel afhankelijk van de kenmerken van de tbs-gestelden?
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
In de huidige studie wordt in een Randomized Controlled Trial (RCT) met een experimentele conditie (treatment as usual (TAU) gecombineerd met 40 neurofeedbacksessies) en een controleconditie (TAU) de effectiviteit aangetoond
Titel project Onderzoeksproject ‘Herstellen doe je Zelf’
van neurofeedback bij jongens met ADHD en comorbide stoornissen opgenomen in of behandeld bij een kinder-
Contactpersonen H. van Gestel, Ch. van Nieuwenhuizen (promotor), E. Brouwers (copromotor), M. van Assen
& jeugd -(forensische) psychiatrische (poli)kliniek. Het onderzoek bestaat uit een voormeting, directe nameting en
(copromotor)
twee follow-up metingen waarbij verschillende, interviews, (neuro)psychologische testen, EEG en/of vragenlijsten gebruikt worden om het effect van de neurofeedbacktraining aan te tonen. De doelgroep van het onderzoek bestaat
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
uit jongens met aandacht, concentratie, impulsiviteit en/of hyperactiviteit klachten en comorbide stoornissen. Het
In dit onderzoek werd nagegaan wat de effecten waren van de cliëntgestuurde cursus ‘Herstellen doe je zelf’ op
doel van neurofeedback is de onderliggende problemen van ADHD-klachten aan te pakken. De hypothese is dat door
het herstel van de deelnemers; mensen met ernstige, langdurige psychiatrische problematiek die toe waren aan het
neurofeedback de hersenen ná neurofeedback beter in staat zijn informatie te verwerken dan vóór neurofeedback.
werken aan hun eigen herstel. Dit werd onderzocht in een ‘Randomised Controlled Trial’. Twee groepen werden ver-
Wanneer de fysiologische en cognitieve aspecten die samengaan met ADHD-klachten doeltreffend aangepakt kunnen
geleken: mensen die de cursus kregen en mensen die op de wachtlijst stonden voor de cursus. Zij kregen de cursus
worden met de neurofeedback is de verwachting dat de gedragssymptomen samenhangend met ADHD-klachten ook
een half jaar later. Er waren metingen voor de cursus (T0), vlak na afloop van de cursus (na 3 mnd), en na 6 maan-
afnemen Dit project wordt gefinancierd door ZonMw.
den (T2). Daarna kreeg de wachtlijstgroep de cursus en bij hen werd ook na 3 maanden en 6 maanden gemeten
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
60
61
projectbeschrijvingen Academische Werkplaats Geestdrift
projectbeschrijvingen Academische Werkplaats Geestdrift
(T3 en T4). Ook werd nagegaan wat herstelbevorderende en belemmerende factoren waren. Daarnaast waren ver-
een markt is een expressie van differentiatie en daarom van de mate van sensitiviteit voor specifieke zorgvragen
dere verbetering en implementatie van de cursus doelen van het project. Resultaten wezen uit dat mensen die aan
(behoefte aan anonieme hulp). Dit project krijgt vorm, mede op basis van de inzet van masterstudenten Strategic
de cursus deelnamen significant hogere scores hadden op empowerment, hoop en zelfwaardering in vergelijking tot
Management van de economische faculteit. Daarbij worden naast veldstudies een databestand van GGZ Nederland
mensen op de wachtlijst. Het door ZonMw gefinancierde onderzoek is een samenwerkingsverband tussen Tranzo
gebruikt dat gegevens bevat van alle deelnemende GGZ instellingen.
en het Kenniscentrum Zelfhulp & Ervaringsdeskundigheid. Tevens hebben de Ioannis Wierusstichting en enkele
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
GGz-instellingen financieel bijgedragen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Titel project Naar een kortere ziekteverzuimduur bij psychische problemen Contactpersonen M. Joosen (post-doc fase 1), K. van Beurden (promovenda fase 2), J. van Weeghel
Titel project Functiedifferentiatie verpleegkundige en verzorgende beroepen in de geestelijke gezondheidszorg
(projecteam/promotor), J. van der Klink (projectteam/promotor), E. Brouwers (begeleider/copromotor),
Contactpersonen H. Gloudemans, R. Schalk (promotor), W. Reynaert (copromotor)
B. Terluin (projectteam/copromotor), G. Westert (projectteam)
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
Het onderzoek richt zich op het verschijnsel functiedifferentiatie in het psychiatrisch verpleegkundig domein. Het
Het doel van het onderzoek is om meer kennis te verkrijgen over hoe ziekteverzuim door psychische problemen
nieuwe opleidingsstelsel voor verpleegkundige en verzorgende beroepen is in 1996 geïntroduceerd. Hierbij worden
verkort kan worden. In de eerste fase van het onderzoek (M. Joosen) wordt onderzocht wat barrières zijn die
verschillende niveaus onderscheiden. In de verpleegkundige beroepspraktijk wordt het onderscheid in beperkte
bedrijfsartsen belemmeren om de NVAB richtlijn ‘Psychische Problemen’ goed te gebruiken en hoe deze kunnen
mate doorgevoerd. Centrale vraagstelling is welke factoren en variabelen van invloed zijn op functiedifferentiatie.
worden verholpen. Hiertoe worden deelnemende bedrijfsartsen gerandomiseerd in een controle groep en een
Er wordt in het onderzoek aandacht besteed aan de verschillen en overeenkomsten tussen de verschillende oplei-
experimentele groep. Bij de experimentele groep wordt gedurende een jaar onderzocht waar knelpunten liggen om
dingsniveaus, cultuuraspecten en onderscheidende competenties en talenten. Hierbij ligt de nadruk op het kritisch
de richtlijn uit te voeren. Tevens wordt samen gezocht naar oplossingen en wordt toepassing van de richtlijn ge-
denkvermogen en de mate van self-efficacy. De dataverzameling is medio 2010 afgerond. Via een artikelenreeks
ëvalueerd, met als doel het verbeteren van richtlijngebruik. In de tweede fase (K. van Beurden) wordt onderzocht of
wordt verslag gedaan van de bevindingen.
werknemers sneller en duurzamer hun werk hervatten indien de richtlijn nauwgezet wordt gevolgd door de bedrijfs-
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
artsen in de experimentele groep vergeleken met de werkhervatting door werknemers begeleid door bedrijfsartsen in de controlegroep. Hiertoe wordt onder andere de verzuimduur geregistreerd en wordt gedurende één jaar op vier
Titel project Kwetsbare mensen doen mee in wijken en buurten
momenten een vragenlijst (over factoren die de werkhervatting kunnen beïnvloeden) afgenomen bij de werknemers.
Contactpersonen J. Habraken, E. Brouwers (begeleider), I.M.B. Bongers (begeleider), M. Paes (projectteam),
Dit project wordt uitgevoerd in samenwerking met het UMCG, het EMGO+ (VUmc) en de Arbo Unie en wordt
A. van den Dungen (projectteam)
gefinancierd door ZonMw.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen In dit ontwikkel- en onderzoeksproject wordt in vier wijken in Brabant gewerkt aan de maatschappelijke participatie
Titel project Zorglogistieke bedrijfsvoering in de geestelijke gezondheidszorg
van kwetsbare mensen. Het project wordt begeleid door actieonderzoek, dat ondersteunend aan de praktijk wordt
Contactpersonen T. Joosten, R. Janssen (promotor), I.M.B. Bongers (promotor)
uitgevoerd. In vier wijken in Brabant hebben zich interdisciplinaire teams gevormd die gezamenlijk werken aan het bevorderen van de maatschappelijke participatie van kwetsbare wijkbewoners. Het actieonderzoek heeft belemme-
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
rende en bevorderende factoren opgeleverd over de voortgang van dit proces. Het project wordt gefinancierd door
In dit onderzoek wordt onderzocht of er een relatie bestaat tussen het gebruik van lean thinking en de uitkomsten
ZonMw en uitgevoerd door de Provinciale Raad voor de Volksgezondheid en Maatschappelijke Zorg (PRVMZ) in
van zorg in de GGZ. Het onderzoek heeft een quasi-experimenteel onderzoeksdesign, waarbij de interventiegroep
Noord-Brabant, en Tranzo.
(GGzE) vergeleken wordt met een controlegroep (Mondriaan zorggroep) op het gebied van operationele maten,
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
organisatieklimaat en uitkomsten van zorg. De interventie bestond uit het uitvoeren van een doorbraakproject, gericht op het verminderen van wacht- en doorlooptijden en startte in 2009. Door deze methode te gebruiken wor-
Titel project Strategische groepsvorming in de GGZ
den medewerkers zelf gemotiveerd om verbeteringen door te voeren in hun eigen werkomgeving, wat zowel vanuit
Contactpersonen R. Janssen
de action-research achtergrond van het onderzoek als vanuit lean thinking een belangrijk element is.In 2010 is de interventieperiode van dit onderzoek afgerond met de afname van een organisatieklimaat vragenlijst.
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen Strategische groepen worden gevormd door organisaties die zich binnen een markt of sector onderscheiden door een specifieke strategie. Hun strategie kan in gegeven zijn door het onderkennen van een specifieke vraag in de markt. De recente toetreders in de GGZ markt met een smal dienstenassortiment zijn daar een voorbeeld van, evenals partijen die hun aanbod voornamelijk via internet aanbieden. De mate van strategische groepsvorming in
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
62
63
projectbeschrijvingen Academische Werkplaats Geestdrift
projectbeschrijvingen Academische Werkplaats Geestdrift
Titel project Verbeteren van de bruikbaarheid van gegevens voor management en onderzoek in
Titel project Neurofeedback als mogelijk effectieve interventie bij jongeren met AD(H)D en ernstige gedrags-
gezondheidszorg instellingen
problemen: een pilotstudie
Contactpersonen J. Luijsterburg, P. de Vries Robbé (promotor), I.M.B. Bongers (promotor),
Contactpersonen Ch. van Nieuwenhuizen, I. L. Bongers
M. Smits (copromotor) Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
In deze pilotstudie stonden twee onderzoeksvragen centraal: (a) Is neurofeedback een uitvoerbare training bij deze
Gegevens die in het zorgproces worden vastgelegd dienen vele doelen. Het blijkt in de praktijk vaak lastig om
doelgroep? en (b) is er sprake van een klinisch relevante verandering op de volgehouden en verdeelde aandacht?
vragen van bestuurders, managers en onderzoekers te beantwoorden met de beschikbare gegevens. Hierdoor
De conclusie is dat de training bij deze doelgroep uitvoerbaar maar niet eenvoudig is. Het slagen hangt af van de
ontstaan vele aanvullende gegevensverzamelingen voor specifieke doeleinden. Met dit promotieonderzoek wordt
inzet van de trainers en het vermogen van de hersenen om activatiepatronen aan te passen. De meeste jongens zijn
beoogd een bijdrage te leveren aan meer efficiënte gegevensverzameling binnen zorginstellingen. Dit doen wij door
na de training beter in staat hun aandacht te verdelen en irrelevante stimuli te negeren. Dit project is gefinancierd
te onderzoeken: waarom het zo lastig is vragen te beantwoorden met in GGZ instellingen beschikbare gegevens,
door het WODC.
hoe nieuwe informatiebehoeften ontstaan die leiden tot nieuwe eisen aan informatiesystemen en gegevens-
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
verzamelingen, en hoe vastlegging van nieuwe typen gegevens het best georganiseerd kan worden.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Titel project Profielen van jeugdige delinquenten met een aan autisme verwante stoornis Contactpersonen A. Rutten, Ch. van Nieuwenhuizen (promotor), R. Vermeiren(promotor)
Titel project Invoeren van Evidence Based Practice in de psychiatrische verpleegkunde Contactpersonen G. Munten, H. Garretsen (promotor), K. Cox (copromotor), I.M.B. Bongers (promotor)
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen De diagnose aan autisme verwante stoornis (ASS) wordt de laatste jaren vaker gesteld, ook bij jeugdige
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
delinquenten. Het onderzoek richt zich op de volgende vragen/hypothesen:
In het promotieonderzoek staat de volgende probleemstelling centraal: Wat zijn de effecten van het invoeren van
• Plegen jeugdigen met ASS andersoortige delicten?
Evidence Based Practice op het handelen van de psychiatrisch verpleegkundigen, het herstel van de cliënten met
• Plegen jeugdigen met ASS delicten op een andere manier? (soms ook niet bewust van het strafbaar zijn van hun
een psychotische stoornis en de context van de setting? Gedurende het onderzoek wordt de evidence uit de
eigen gedragingen).
wetenschappelijke literatuur samengevoegd met de voorkeuren van de cliënten én de expertise van de verpleeg-
• Een standaardbehandeling werkt niet bij jeugdigen met ASS, wat werkt wel?
kundigen. Op grond hiervan wordt samen met de verpleegkundigen uit de experimentele groep (en zo mogelijk ook
• Verkleint vroegtijdige diagnostiek (met daarnaast o.a. psycho-educatie) de kans op het plegen van een delict?
de cliënten) een plan van aanpak opgesteld om de bestaande situatie te optimaliseren. In de controlegroep vindt
Binnen het project ‘preventie van terugval en recidive bij jongeren met ernstige psychische en psychiatrische
deze ondersteuning niet plaats. In het onderzoek wordt ingegaan op drie thema’s die de cliënten uit de
problematiek’ zullen de jongens die hoog scoren op de Autisme Quotient nader onderzocht worden gericht op
experimentele groep aangegeven hebben. Deze thema’s zijn:
bovenstaande vragen. Dit onderzoek wordt mogelijk gemaakt door GGzE.
• Omgaan met stemmen (auditieve hallucinaties).
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
• Sociale relaties/eenzaamheid. • (Vrijwilligers)werk en dagbesteding.
Titel project Geweld tegen patiënten met ernstige psychische stoornissen
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Contactpersonen M. Siesling, J. Habraken, I.M.B. Bongers (begeleider), J. van Weeghel (begeleider)
Titel project Informatiebeveiliging in de zorg
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
Contactpersonen H. Nabavi, J. van der Kamp, M. Smits
Het is, met name uit buitenlandse studies, bekend dat patiënten met een ernstige psychiatrische stoornis eerder slachtoffer worden van geweld dan mensen zonder een psychiatrische stoornis. Dit kwalitatieve onderzoek heeft tot
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
doel meer inzicht te krijgen in de omstandigheden, oorzaken, contexten en consequenties van geweld tegen deze
Onderzoek naar de invloed van maatregelen voor en effecten van informatiebeveiliging op de zorgverlening. In 2010
kwetsbare doelgroep. Er zullen 30 gedetailleerde gevalsbeschrijvingen worden gemaakt door middel van diepteinter-
is gestart met de analyse van een dataset (235 respondenten, huisartsen) van IBGZ (Stichting Informatiebeveiliging
views. Per geval zullen interviews worden gehouden met het slachtoffer van geweld zelf, en daarnaast met nog drie
Gezondheidszorg), gebaseerd op een vragenlijst naar ervaringen met electronische patientendossiers, effecten op
anderen die nauw contact hebben met het slachtoffer, waaronder ook - indien mogelijk - de dader van het geweld.
de zorg en gedragseffecten (voorgenomen maatregelen).
De uitkomsten van het onderzoek moeten leiden tot meer inzicht in het fenomeen van geweld tegen psychiatrisch
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
patiënten. Deze inzichten zullen vervolgens als input dienen voor een verklarend model van dit fenomeen. Dit project wordt gesubsidieerd door NWO.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
64
65
projectbeschrijvingen Academische Werkplaats Geestdrift
projectbeschrijvingen Academische Werkplaats Geestdrift
Titel project Effecten van zorginnovaties op de bedrijfsmatige prestaties van GGZ instellingen
Titel project Ontwikkeling van een meetinstrument voor gedrag, attitudes en kennis van trajectbegeleiders:
Contactpersonen M.Smits, F. van Aert, M. van Beek, A. van den Broek
de BAKES Contactpersonen J. van Weeghel, E. Brouwers
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen In RCT onderzoek kunnen effecten worden aangetoond (efficay) van een zorginnovatie (bijvoorbeeld een nieuwe
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
therapie) op de gezondheid van patientengroepen. Met RCT kan echter niet de bedrijfsmatige effectiviteit van een
Onderzoekers van de Université de Sherbrooke (in Québec) hebben een vragenlijst ontwikkeld om gedrag,
innovatie worden voorspeld als deze wordt gecombineerd in bijvoorbeeld zorgpaden. In diverse GGZ instellingen
attitudes, en kennis van trajectbegeleiders in kaart te brengen: de BAKES (Behaviors, Attitudes, and Knowledge in
(Breburg, Nijmegen, Eindhoven) wordt met simulatiemodellen inzicht verkregen in de bedrijfsmatige effectiviteit
Employment Specialists). In het huidige onderzoek is de vragenlijst vertaald en bewerkt voor de Nederlandse
(patientenstromen, wachttijden, kosten en opbrengsten) van een nieuw triagesysteem voor angststoornissen,
situatie. Doel van het onderzoek is om in samenwerking met de Canadese onderzoekers deze vragenlijst verder
kortere behandelmethoden en FACT.
te ontwikkelen en te verbeteren, en te onderzoeken of Nederlandse en Canadese trajectbegeleiders verschillen in
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
hun werkwijzen, attitudes en kennis op het gebied van het naar werk begeleiden van mensen met ernstige psychische aandoeningen.
Titel project Voorspellen van lange-termijn ontwikkelingen van zorgvraag en zorgaanbod en effecten op beroeps-
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
krachtenramingen Contactpersonen M. Smits, V. Slenter, E. Roos, J. Geurts
Titel project Competenties van de professional verbeterd? Een longitudinale studie naar het implementeren van herstelondersteunende zorg
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
Contactpersonen G. Wilrycx, Ch. van Nieuwenhuizen (promotor), A. van den Broek (copromotor), M. Croon
In 2009 is gestart met onderzoek naar de kwaliteit van lange-termijn voorspelmodellen voor beroepskrachten in de
(copromotor)
zorg. In 2010 is dit voortgezet met het ontwikkelen en testen van nieuwe beleidsprocessen voor beroepskrachtenraming (policy modelling). Ook is in 2010 gestart met de analyse van zorgmarkten (inclusief opleidingsmarkten en
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
personeelsmarkten in de zorg) ten behoeve van een verbeterd lange-termijn voorspelmodel (samen met TILEC
Dit project omvat een longitudinaal onderzoek naar de effectiviteit van een scholingsprogramma herstelonder-
en NZA).
steunende zorg op de competenties van medewerkers binnen de chronische psychiatrie. Doel van het onderzoek
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
is om vast te stellen of scholing een bijdrage kan leveren aan de herstelondersteunende competenties zoals deze worden gepropageerd door de herstelbeweging. Er zal worden onderzocht of de kennis en attitude ten aanzien van
Titel project Effecten van samenwerkingsvormen tussen zorgorganisaties op bedrijfsperformance van het netwerk
herstel effect heeft op de bejegening, de houding en het gedrag van de hulpverlener naar de cliënt toe. Scholing
Contactpersonen H. van Stel, M. Smits
wordt daarbij als randvoorwaardelijk gezien om het herstelproces bij de cliënt te ondersteunen en te bevorderen. Binnen dit onderzoek zal gebruik gemaakt worden van het Stepped Wedge Trial Design, een design dat niet eerder
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
werd gebruikt binnen de gedragswetenschappen en afkomstig is uit de epidemiologie. De uitkomsten van dit
Er is weinig inzicht in welke vormen van samenwerking en taakverdeling tussen huisartsenposten en afdelingen
onderzoek kunnen waardevol zijn voor bestaande opleidingstrajecten voor psychiatrische verpleegkundigen en
voor spoedeisende hulp optimaal zijn en wat de mogelijke effecten zijn van verschillende varianten van samen-
andere opleidingen voor professionals binnen de chronische psychiatrie. Dit project wordt gefinancierd door
werking op de prestaties van zorgprocessen. Er wordt een systeemdynamica simulatiemodel en een ‘management
GGz Breburg Groep.
cockpit’ ontwikkeld waarmee zorgverleners en zorgmanagers zelf de effecten kunnen evalueren van varianten van
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
samenwerking op de performance van het zorgsysteem.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
66
67
projectbeschrijvingen Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Brabant
projectbeschrijvingen Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Brabant
Titel project Mogelijkheden voor intersectoraal beleid voor het stimuleren van lichaamsbeweging bij kinderen
door het RIVM verwerkt in een toolkit voor een regionale VTV ten behoeve van andere GGD’en. Op basis van het
Contactpersonen M.J. Aarts, H. van Oers (promotor), A. Schuit (promotor), I. van de Goor (promotor)
empirische regionale VTV-model, (inter)nationaal literatuuronderzoek en meningen van Nederlandse experts op het terrein van beleid, onderzoek en praktijk is in 2010 een theoretisch model ontwikkeld met daarin criteria voor een
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
goede regionale volksgezondheidsrapportage. Het project wordt gefinancierd door ZonMw, GGD Hart van Brabant,
Dit promotieproject wordt door ZonMw ondersteund en wordt uitgevoerd in samenwerking met het Rijksinstituut
GGD West-Brabant en het RIVM.
voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Aanleiding voor het onderzoek is de stijgende prevalentie van (ernstig)
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
overgewicht onder kinderen die deels toe te schrijven is aan bewegingsarmoede onder de jeugd. Intersectoraal beleid lijkt in dit kader een succesvolle strategie om middels het beweegvriendelijker inrichten van de buurt het
Titel project Voorstudie regionale VTV-2011
beweeggedrag van kinderen te stimuleren. In de eerste fase van het onderzoek worden de fysieke en sociale
Contactpersonen M. van Bon-Martens, M. de Kok, J. Piek, R. Poos, R. Snel-Bareman, H. van Oers
omgevingsdeterminanten van het beweeggedrag van kinderen geïdentificeerd en gekwantificeerd. Door middel van een survey onder 10.000 basisschoolkinderen en hun ouders in 4 grote gemeenten in de regio Noord-Brabant,
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
wordt het beweeggedrag van kinderen gemeten en wordt nagegaan hoe ouders en kinderen hun omgeving ervaren.
In 2006-2007 zijn de producten van de eerste regionale VTV’s opgeleverd. Uit de evaluatie blijkt dat de regionale
Door middel van buurtobservaties worden ook de objectieve kenmerken van de omgeving in kaart gebracht.
VTV’s een goede basis vormen voor het gemeentelijk gezondheidsbeleid. Gemeenten geven aan dat zij verwachten
Vervolgens worden in samenwerking met de deelnemende gemeenten de mogelijkheden verkend om via
dat de GGD’en ook in 2011 een geactualiseerde regionale VTV uitbrengen. De evaluatie geeft suggesties voor een
intersectoraal beleid de omgeving beweegvriendelijker in te richten voor kinderen.
verdere verbreding en verdieping van de (producten van de) regionale VTV. De vraag is welke mogelijkheden wense-
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
lijk en haalbaar zijn. Voor de verdere ontwikkeling van de regionale VTV dient helderheid te komen over een aantal nader omschreven vragen. Deze hebben betrekking op nieuwe onderwerpen, nieuwe bronnen, methodieken voor
Titel project Development monitor socially vulnerable people
het beschrijven van preventie, beleid, trends en toekomstverkenningen, de integratie van de GGD gezondheidsatlas,
Contactpersonen M. Beuling, H. van Oers (promotor), I. van de Goor (promotor), J.Wolf (promotor),
het procesontwerp, de projectstructuur en overige randvoorwaarden. Via werkopdrachten werken de drie Brabantse
J.Mathijssen (begeleider)
GGD’en, het RIVM en Tranzo aan het beantwoorden van deze vragen. In 2010 zijn de antwoorden vertaald in een projectplan voor de ontwikkeling en uitvoering van de regionale VTV-2011 in de drie Brabantse GGD’en en in
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
documenten voor de toolkit voor de regionale VTV van het RIVM (www.toolkitvtv.nl), waarvan ook andere GGD’en
Met de invoering van de WMO ligt de regie over kwetsbare groepen bij de gemeente. Betrouwbare en vergelijkbare
in Nederland gebruik kunnen maken. De voorstudie is afgerond in het voorjaar van 2010, waarna de GGD’en
gegevens ontbreken echter. Daarom is er behoefte aan een landelijke Monitor Sociaal Kwetsbare Groepen voor
gestart zijn met de uitvoering van de regionale VTV’s in de eigen regio.Het project wordt gefinancierd door de GGD
gemeenten. Dit promotieproject richt zich hierop. In de eerste fase wordt het veld met een Delphi-onderzoek uitge-
Brabant-Zuidoost, GGD Hart voor Brabant, GGD West-Brabant en het RIVM.
nodigd tot consensus te komen over een conceptueel kader: definities, doelgroepen en indicatoren. Dit resulteert in
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
een opzet voor de monitor. In de tweede fase wordt in vier tot vijf gemeenten een proefimplementatie uitgevoerd. Het project is een samenwerking van RIVM, Radboud Universiteit Nijmegen, GGD Nederland, GGZ Nederland,
Titel project Risico-inschatting door de jeugdgezondheidszorg bij geautomatiseerde triage op grond van
Federatie Opvang, Tranzo AWPG Brabant en GGD Gelre-IJssel. Het werkt nauw samen met het project ‘G4-monitor’
vragenlijsten in het voortgezet onderwijs
en zoekt aansluiting bij de VTV -systematiek. Het traject duurt vier jaar en wordt gefinancierd door ZonMw.
Contactpersonen K. Ensinck , M.J. Theunissen, J. Mathijssen
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen Titel project De ontwikkeling van een regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning in twee Brabantse regio’s
Binnen de jeugdgezondheidszorg van de GGD Brabant-Zuidoost wordt op de HAVO/VWO scholen op grond van door
Contactpersonen M. van Bon-Martens, H. van Oers (promotor), I. van de Goor (promotor)
jongeren, ouders en mentoren ingevulde vragenlijsten bepaald of een jongere door een verpleegkundige of een assistente gezien wordt. Deze indeling, wel of geen risicokind (triage) wordt voorafgaand aan het PGO gemaakt. Hiervoor
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
bekijkt een verpleegkundige alle tevoren digitaal ingevulde vragenlijsten en raadpleegt zo nodig het jgz-dossier. Dit
Dit promotieproject richt zich op de ontwikkeling en uitvoering van een regionale VTV in de twee Brabantse
proces is tijdrovend. Een geheel geautomatiseerde triage levert een kostenbesparing in de vorm van tijdwinst op, die
GGD-regio’s Hart voor Brabant en West-Brabant. Centraal staat hierbij de vraag óf en op welke wijze het model
ingezet kan worden voor zorg aan risicokinderen en deelname aan zorgadviesteams. Dit onderzoeksproject moet
van de nationale VTV geschikt is om op basis van de huidige beschikbare epidemiologische gegevens te komen
uitsluitsel geven of het mogelijk is om met een geautomatiseerde triage een adequate risico-inschatting te maken.
tot goed onderbouwde beleidsadviezen voor regionaal en gemeentelijk gezondheidsbeleid. Vergelijkbaar met en
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
aansluitend op de nationale VTV 2006 bestaat de regionale VTV uit een regionaal samenvattend rapport, websites en Kernboodschappen voor lokaal beleid per gemeente. Het empirische regionale VTV-model wordt gekarakteriseerd door (1) producten, (2) inhoud en vormgeving en (3) proces en organisatie. De evaluatiestudie liet een positief beeld zien van de bekendheid, het gebruik en de bruikbaarheid van deze regionale VTV’s. De resultaten zijn
68
69
projectbeschrijvingen Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Brabant
projectbeschrijvingen Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Brabant
Titel project Kennis in werking: onderzoek naar evidenced based lokaal gezondheidsbeleid
Titel project Pilot ‘De Kennismakelaar’
Contactpersonen J. de Goede, H. van Oers (promotor), K. Putters (promotor)
Contactpersonen W. Jeeninga
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
Sinds langere tijd is er binnen de GGD’en discussie ontstaan over in hoeverre evidence-based gezondheidsbeleid
Soms leven er bij gemeenten en GGD’en actuele vragen, waarbij een kortlopend onderzoek of een snelle analyse
mogelijk is en daarbij is de vraag gesteld in welke mate epidemiologisch onderzoek daadwerkelijk bijdraagt aan
volstaat. Voor het beantwoorden van dergelijke korte kennisvragen is de Academische Werkplaats Publieke Gezond-
lokale beleidsontwikkeling en op welke wijze. Dit onderzoek is gericht op het vergaren van meer kennis over de
heid Brabant in 2009 gestart met de pilot kennismakelaar. Naast langlopende onderzoekstrajecten kan de AWPG
mate waarin wetenschappelijke kennis een rol speelt bij het ontwikkelen van lokaal gezondheidsbeleid en welke
Brabant met de kennismakelaar inspelen op korte, actuele vragen. De academische werkplaats hoopt hiermee de
belemmerende en bevorderende factoren op dit proces van invloed zijn. De eerste fase van theoretische model-
kennisuitwisseling tussen wetenschap en praktijk te bevorderen en de ondersteuning in het lokale gezondheids-
vorming is afgerond. Ook de tweede fase (casestudies) is klaar. Hierover zijn gemeentelijke rapportages terug-
beleid te vergroten. Voor de pilot is subsidie verkregen van ZonMw voor 2009. Gedurende dit jaar zijn vier vragen
gekoppeld en besproken met de gemeenten. In de derde fase is er een landelijke survey geweest. De laatste fase
van gemeenten opgepakt waarvan er twee uiteindelijk zijn uitgewerkt: een vraag over effectieve interventies op het
van het onderzoek is afgerond waarbij de focus lig op het maken van internationaal wetenschappelijk artikelen op
gebied van opvoedingsondersteuning en een vraag over kenmerken en zorgbehoeften van zwerfjongeren. De
basis van het verzamelde materiaal. Een tweetal artikelen zijn geaccepteerd bij internationale tijdschriften. Overige
resultaten van de pilot zijn begin 2010 gerapporteerd aan ZonMw.
artikelen zijn ingediend. Deze artikelen worden gebundeld in een wetenschappelijk proefschrift.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Titel project Kennismakelaar publieke gezondheid en openbare geestelijke gezondheidszorg Titel project Ketencoördinatie Jeugd: noodzakelijk en logisch, maar welk effect kunnen we aan de
Contactpersonen W. Jeeninga, A. Eugster, R. Martens, Y. Alofs
gemeente melden? Contactpersonen J. de Goede, I. van de Goor, B. Meiboom
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen In november 2010 is het project ‘kennismakelaar’ van start gegaan. Het project is een vervolg op de ‘pilot kennis-
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
makelaar’. Drie kennismakelaars zullen in hun eigen Brabantse GGD-regio kennisvragen oppakken op het terrein
Het doel van dit onderzoek is een set prestatie indicatoren te ontwikkelen die inzicht geven in het effect van keten-
van publieke gezondheid en openbare geestelijke gezondheidszorg, waarbij de nadruk ligt op lokale vraagstukken
coordinatie jeugd bij multiprobleemgezinnen. In het eerste jaar zullen aan de hand van oriënterende interviews,
vanuit gemeenten. De doelstelling is dat relevante kennisvragen op korte termijn op wetenschappelijk verantwoorde
literatuursearch en een delphi-onderzoek bij ervaringsdeskundigen prestatie-indicatoren ontwikkeld worden.
wijze beantwoord worden en resultaten verspreid worden naar alle betrokkenen. Het project Kennismakelaar maakt
Vervolgens worden deze indicatoren getest binnen de setting van het project Ketencoordinatie Jeugd in de
deel uit van het project ‘Kortlopende projecten en kennisinfrastructuur Publieke Gezondheid en Openbare
gemeente Oosterhout (Noord-Brabant). Op basis van deze bevindingen zullen de prestatie-indactoren aangepast
Geestelijke Gezondheidszorg’ waarvoor subsidie is verkregen van ZonMw.
worden. De resultaten van het onderzoek worden gepubliceerd in een rapportage en wetenschappelijk artikelen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Het onderzoek start in december 2010.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Titel project Verbetering zelfzorg in thuissituatie voor Turkse mannen (50+) met Diabetes Mellitus type 2 in Tilburg Contactpersonen T.J.M. Kuunders, M. Janssen (GGD), Z. Keles (GGD)
Titel project Audience segmentation; implications for alcohol interventions for Dutch adolescents Contactpersonen M. Janssen, H. Garretsen (promotor), H. van Oers (promotor), J. Mathijssen (copromotor)
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen In 2010 is vanuit de Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Brabant bij GGD Hart voor Brabant een
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
onderzoeksproject afgesloten voor Turkse mannen (50+) met Diabetes Mellitus type 2 in Tilburg. In totaal namen
Met een vooronderzoek is in 2009 aangetoond dat jongeren van 12 t/m 18 jaar ingedeeld kunnen worden in 5
tien mannen en hun partners deel aan een aangepaste diabetescursus. Innovatieve aspecten waren o.a. een intake
segmenten, zogenoemde doelgroepsegmentatie. De jongeren binnen een segment hebben eenzelfde houding,
in de thuissituatie, deelname door partners en huisbezoeken na afsluiten van de cursus. De cursus heeft in kaart
waarden, normen en kennis over alcohol(gebruik).
gebracht hoe deze mannen en hun partners zelf, met succes, invloed kunnen uitoefenen op een goed ingestelde
Dit promotieonderzoek gaat hierop verder. Centraal staat de vraag of en hoe jongeren door doelgroepsegmentatie
bloedsuikerspiegel. Een belangrijke succesfactor voor de therapietrouw (100 % opkomst) bleek de inzet van de
over houding, waarden, normen en kennis ten aanzien van alcohol beter bereikt kunnen worden voor preventie en
voorlichter eigen taal en cultuur (VETC) en haar intensieve individuele benadering van de echtparen in de thuis-
beleid? Voor de jongeren van 2 segmenten zullen alcoholinterventies op maat worden gemaakt.
omgeving. Het project werd uitgevoerd met subsidie van het Fonds Nuts Ohra en RIVM, GGD Hart voor Brabant
Dit onderzoek is gestart in 2010 en eindigt in 2014. De uitvoering vindt plaats bij de AWPG Brabant, met
en Tranzo. Het project is in 2010 gekozen door het Nationaal Actieplan Diabetes (NAD) als veelbelovend en krijgt
financiering van GGD Hart voor Brabant en ZonMW.
een vervolg in 2011 met financiele steun van het NAD. Het onderzoeksrapport van het afgeronde project met
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
resultaten en adviezen is opvraagbaar bij Tranzo.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
70
71
projectbeschrijvingen Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Brabant
projectbeschrijvingen Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Brabant
Titel project Verbeteren van de implementatie van landelijke handleidingen voor gezondheidsbevordering op
Titel project Bemoeizorg in de integrale jeugdgezondheidszorg. Een studie naar doelgroep, methode en doelrealisatie
lokaal niveau. Ontwikkeling van tools en handvatten voor effectief gebruik’
Contactpersonen C. Rots, H. Garretsen (promotor), K. Stronks (promotor), I. van de Goor (promotor)
Contactpersonen T. Kuunders, H. van Oers (promotor), I. van de Goor (promotor), T. Paulussen (copromotor) Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
De interventie ‘Bemoeizorg in de integrale Jeugdgezondheidszorg’ is ontwikkeld door de Jeugdgezondheidszorg
Dit onderzoek is gericht op de lokale implementatie van landelijke handleidingen voor gezondheidsbevordering
(JGZ) van de GGD West-Brabant en wordt door meerdere JGZ-afdelingen in het land uitgevoerd. Dit onderzoek
(speerpunten overgewicht, alcoholgebruik, depressie en roken) Deze handleidingen worden onvoldoende gebruikt.
richt zich op een verdere wetenschappelijke onderbouwing van de interventie. De kenmerken en problematiek van
Het streven is om dit gebruik te verbeteren. Het doel van het onderzoek is het ontwikkelen van instrumenten en
de doelgroep van de interventie worden nader in kaart gebracht en de methodiek wordt verder gestandaardiseerd.
handvatten om de implementatie op lokaal niveau te verbeteren. Met gemeenten en lokale partijen wordt een
De interventie is opgenomen in de landelijke Databank Effectieve Jeugdinterventies (Nederlands Jeugdinstituut).
verbetermodel opgesteld voor implementatie van de handleidingen in het lokaal gezondheidsbeleid, met een
Hierin zijn interventies in klassen ingedeeld al naar gelang de mate van wetenschappelijke onderbouwing die er
accent op de interne beleidsprocessen van de GGD. Dit verbetermodel wordt in een testperiode van 2 jaar binnen
bestaat voor de effectiviteit van de interventies. Het promotieonderzoek is gericht op de rol die (evaluatie)
2 GGD’en en hun lokaal netwerk getoetst en op basis van de resultaten verfijnd.
onderzoek speelt in het ontwikkelingsproces van interventies in de JGZ die vanuit de praktijk zijn geïnitieerd. Dit
Het promotieonderzoek wordt gefinancierd door ZonMw en uitgevoerd vanuit GGD Hart voor Brabant.
onderzoek is in 2010 afgerond.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Titel project Social marketing techniques in prevention: the audience segmentation of older youth
Titel project Bemoeizorg in de jeugdgezondheidszorg; een studie naar effectiviteit
(in regard to alcohol)
Contactpersonen C. Rots, J. Mathijssen (begeleider)
Contactpersonen S. Kuiper, J. Mathijssen, P. van Nierop Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
Dit project betreft een effectiviteitsstudie naar de interventie Bemoeizorg in de Jeugdgezondheidszorg. Het is een
Excessief alcoholgebruik leidt tot verschillende gezondheidsproblemen en heeft een grote maatschappelijke impact.
vervolg op de ontwikkeling van de handleiding voor deze interventie. De onderzoeksvraag luidt: wat zijn de effecten
Van alle Nederlandse 16-jarigen drinkt 78% regelmatig. In vergelijking met andere Europese jongeren, drinken Ne-
van Bemoeizorg in de Jeugdgezondheidszorg (methodisch uitgevoerd volgens de handleiding) in een interventie-
derlandse jongeren frequenter en grotere hoeveelheden per keer. Jongeren van 16-24 jaar zijn slecht te bereiken met
groep vergeleken met een controlegroep die geen Bemoeizorg ontvangt maar ‘care as usual’? De uit te voeren
preventiemaatregelen betreffende alcohol. Redenen hiervoor zijn: alcohol is vrij verkrijgbaar, de invloed van ouders
metingen concentreren zich op het zorggebruik, het gezinsfunctioneren en de psychosociale gezondheid van het
neemt af bij deze leeftijdsgroep en er is een enorme variatie in attitude, waarden en motieven ten aanzien van alco-
kind. De studie is eind 2010 van start gegaan en duurt 3,5 jaar.
hol. Doel van deze studie is te onderzoeken in hoeverre jongeren tussen 16 en 24 jaar kunnen worden ingedeeld in
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
segmenten met betrekking tot hun attitude ten aanzien van alcohol. Als blijkt dat dit mogelijk is dan kunnen communicatiestrategieën worden ontworpen die beter passen bij de karakteristieken van de verschillende segmenten.
Titel project Ziekteverzuimbegeleiding door de jeugdarts
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Contactpersonen Y. Vanneste, F. Feron (promotor), I. van de Goor (promotor), C. Rots (copromotor), I. Kroesbergen (begeleider)
Titel project Kwalitatief onderzoek naar de gevolgen van triage op verschillende leeftijdsmomenten, een beschrijvend procesonderzoek
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
Contactpersonen M. Niezen, J. Mathijssen
Vernieuwing van het product ‘ziekteverzuimbegeleiding’ op het voortgezet onderwijs heeft geleid tot een werkwijze die regionaal en landelijk bekend staat als M@ZL (Medische Advisering Ziek gemelde Leerling). Transparante
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
aanmeldcriteria, het nadrukkelijk positioneren van de jeugdarts als bedrijfsarts voor leerlingen, en een intensieve
Kinderen en gezinnen met veel risicofactoren en problemen hebben meer en intensievere zorg en begeleiding nodig
samenwerking tussen betrokken partijen (JGZ, school en Leerplichtzaken), geven inhoud aan de ziekteverzuim-
dan kinderen zonder problemen. Uitdaging is om ieder kind en gezin optimaal te begeleiden. Dat is de reden om
begeleiding. Parallel aan het bedrijfsgeneeskundige model kan ook het JGZ-product op verschillende manieren
triage uit te voeren. Triage is een beslisproces waarbij kinderen ingedeeld worden in drie verschillende risicogroepen
geïmplementeerd worden. Er is sprake van twee varianten die worden gekenmerkt door verschillende manieren
(laag, gemiddeld, of hoog). De toewijzing aan een risicogroep is bepalend voor de zorg, die een kind en zijn gezin
van samenwerking. De vraag is wat de consequenties van de beide varianten zijn voor de uitvoeringspraktijk van de
ontvangt. Binnen het onderzoek zal bestudeerd worden wat de invloed is van het moment van triage (2, 4, 13 of 26
JGZ, welke motieven scholen hebben om voor een bepaalde variant te kiezen en of de verschillende wijzen van
weken) op de inhoud van de professionele afweging, op de verdeling van kinderen over de drie groepen én naar de
implementatie van invloed zijn op de effectiviteit. Dit project beoogt daar meer inzicht in te krijgen. Het project
hoeveelheid benodigde zorg. Gegevens over de zorginhoud en -omvang zullen worden verzameld via verschillende
wordt uitgevoerd op een aantal scholen in de regio van GGD West-Brabant en gefinancierd door ZonMw.
registratiesystemen, zoals Elektronisch Kinddossier en planningssystemen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
72
73
projectbeschrijvingen Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Brabant
projectbeschrijvingen Academische Werkplaats Chronische Zorg
Titel project Bevorderen van fysieke gezondheid van cliënten maatschappelijke opvang
Titel project Zorgarrangementen vanuit cliëntenperspectief
Contactpersonen I. van Veggel, H. Schleiffert, P. van Nuenen, G. Smulders, T. van Waardenburg, D. van Sambeek,
Contactpersonen M. Akbas, K. Luijkx (begeleider), C. de Blok (begeleider)
R. Haen, I. van de Goor (begeleider) Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
Welke sociale en operationele aspecten van zorgarrangementen worden door zelfstandig wonende ouderen
GGD Hart voor Brabant gaat een aantal interventies uitvoeren om de fysieke gezondheid van langdurig zorg-
belangrijk gevonden? Deze vraag stond centraal in dit 7 maanden durende project, dat een aanvulling is op het
afhankelijke cliënten van de maatschappelijke opvang in Tilburg te bevorderen. In het begeleidend onderzoek vanuit
proefschrift van De Blok. Om dit te onderzoeken is een vignetstudie (conjoint analysis) uitgevoerd onder zelfstan-
de AWPG Brabant zullen zowel de uitvoering van deze interventies als de effecten worden geëvalueerd. De fysieke
dig wonende ouderen in Roosendaal en omstreken. Een reeks hypothetische situaties van zorgarrangementen
gezondheid van cliënten van de maatschappelijke opvang in Tilburg is relatief slecht. Daar liggen verschillende
is aan ouderen voorgelegd met de vraag hoe tevreden zij met de geschetste situatie zouden zijn. Zowel sociale
oorzaken aan ten grondslag. Cliënten hebben vaak moeite met het formuleren van een hulpvraag. Ook het vinden
als operationele aspecten blijken door ouderen belangrijk gevonden te worden; naast een prettig contact met de
van de juiste toegang tot zorg is voor hen lastig. Professionals in de maatschappelijke opvang zijn geschoold in
zorgverlener, vinden ouderen het ook belangrijk dat zij inspraak in de inhoud en het tijdstip van de zorgverlening
psychisch sociale problematiek en daardoor veel minder gericht op de fysieke gezondheid van hun cliënten.
hebben. Dit onderzoek is gefinancierd door het Centrum voor Kennistransfer van de UvT, Stichting Groenhuysen
Daarom worden ook de mogelijkheden onderzocht om het beleid hierop aan te passen.
en Zorgkantoor Uvit.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Titel project Evaluatie van ervaringen met ketenzorg dementie Midden-Brabant Contactpersonen A. Barelds, K. Luijkx (begeleider), B. Vrijhoef (begeleider) Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen In december 2009 is het ‘experiment ketenzorg dementie Midden-Brabant’ van start gegaan. Dit experiment wordt uitgevoerd in opdracht van het Zorgkantoor Midden-Brabant en in samenwerking met diverse partijen. Het doel van het experiment is om tot eind 2011 ervaring op te doen met de functie casemanagement bij de zorg aan mensen met dementie en inzicht te krijgen in het functioneren van de zorgketen voor mensen met dementie. Eén van de hypothesen is dat het ‘inzetten van de functie casemanagement bijdraagt aan meer samenhang en betere coördinatie in de keten van zorg aan mensen met dementie in de regio Midden-Brabant’. Tranzo toetst deze hypothese door middel van een effectstudie waarin de volgende vragen centraal staan: 1) Hoe ziet de samenhang in de keten aan zorg voor mensen met dementie in de regio Midden-Brabant eruit?, en 2) Welke van de effecten, die betrokken professionals ervaren van de inzet van casemanagers, hebben betrekking op samenhang en coördinatie in de keten?
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Titel project Effect van geclusterd individueel wonen op kwaliteit van bestaan van mensen met een verstandelijke beperking en ernstig probleemgedrag Contactpersonen A. Barelds, N. Frielink, P. Embregts (begeleider), B. Vrijhoef (begeleider) Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen S&L zorg realiseert individuele appartementen voor cliënten met een verstandelijke beperking en ernstig probleemgedrag. De verwachting is dat individuele appartementen zullen uitnodigen tot een meer individuele begeleidingsaanpak door medewerkers. S&L zorg is geïnteresseerd in de vraag of de nieuwbouw en de veranderingen in de begeleidingsaanpak zullen leiden tot een hogere kwaliteit van bestaan van gedragscomplexe cliënten en in het bijzonder tot meer ‘regie over eigen leven’. In dit project wordt aansluiting gezocht bij het Chronic Care Model (CCM). Volgens het CCM staat een effectieve invulling van en afstemming tussen ‘zelfmanagement’, ‘zorgproces’, ‘besluitvorming’ en ‘klinische informatiesystemen’ garant voor hoogwaardige kwaliteit van zorg aan mensen met een chronische aandoening. Voorafgaand aan de oplevering van de nieuwbouw zal worden onderzocht welke
74
75
projectbeschrijvingen Academische Werkplaats Chronische Zorg
projectbeschrijvingen Academische Werkplaats Chronische Zorg
concrete interventies, op deze vier gebieden, nodig zijn om de doelstelling te behalen. Na de invoering van het
hebben aangetoond dat ook in de zorg maatwerk en cliëntgerichtheid bereikt kunnen worden door producten en
nieuwe woonconcept zal onderzocht worden in hoeverre de interventies daadwerkelijk hebben bijgedragen aan de
processen in te richten volgens de richtlijnen van modularity. Hoewel zorgorganisaties dit idee wel aantrekkelijk
kwaliteit van bestaan van de cliënten.
en passend vinden, wordt dit in de dagelijkse praktijk nog nauwelijks toegepast. Dit onderzoek heeft geresulteerd
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
in een praktijkrapport en een proefschrift. Het proefschrift ‘Modular Care Provision. A qualitative study to advance theory and practice’ en de openbare verdediging daarvan, is in september met cum laude beloond. Dit onderzoek is
Titel project Interventiestrategieën gericht op eenzaamheid onder ouderen
gefinancierd door het Centrum voor Kennistransfer van de UvT en de zorgverzekeraars CZ en VGZ.
Contactpersonen A.Barelds, K. Luijkx (begeleider)
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
Titel project Besturen in de zorg; verantwoordelijkheden in beraad. Een interactief onderzoek naar de betekenis die
Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van WIJ (voorheen SOB) en Maria Mediatrix en met medewerking van
zorgbestuurders en andere stakeholders geven aan de zorg als verantwoordelijkheidspraktijk.
de Twern. Uit onderzoek blijkt dat een redelijk groot percentage ouderen gevoelens van eenzaamheid ervaart. In
Contactpersonen L. van Gastel, J. Schols (promotor), G. Widdershoven (promoter VUMc), K. Luijkx (copromotor)
nauwe samenwerking tussen wetenschap en praktijk is in dit project een systematische werkwijze voor de ontwikkeling van interventies ontwikkeld, gebaseerd op principes uit sociale marketing. Op basis van een analyse van de
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
eenzaamheidsproblematiek worden gerichte interventies ontwikkeld, waarvan in een later stadium vastgesteld kan
Bestuurders van Verpleeg- en Verzorgingshuizen (V&V bestuurders) hebben in hun verantwoordelijkheid voor de
worden of het effect heeft. Vanaf november 2009 is bij WIJ en de Twern gestart met de implementatie van deze
zorg voor ouderen en chronisch zieken te maken met een aantal trends. Door de vermaatschappelijking van de
systematische benaderingswijze. In september 2010 is het project afgesloten met een symposium en de presentatie
zorg, het vraaggericht werken en de intrede van de marktwerking is er sprake van een herverdeling van verant-
van het eindrapport. Tijdens het symposium werd duidelijk dat zowel wetenschappers als praktijkmensen
woordelijkheden tussen zorgverleners, hun cliënten, de zorgprofessionals en de zorgfinanciers. V&V bestuurders
enthousiast zijn over het project. Er is echter nog veel werk te verrichten m.b.t. de ontwikkeling en evaluatie van
moeten zich hierop herbezinnen. De vraag welke vorm en betekenis de bestuurders geven aan de verdeling van hun
concrete interventies.
verantwoordelijkheden en hoe hun perspectief zich verhoudt tot dat van overige stakeholders, staat centraal in het
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
promotieonderzoek. Door toepassing van responsieve onderzoeksmethodologie ontstaat inzicht in de complexiteit van deze problematiek en inzicht in hoe deze zich vertaalt naar de dagelijkse praktijk. Voor de betrokken bestuur-
Titel project Kwaliteit van het traject van zorg- en dienstverlening voor mensen met een verstandelijke beperking
ders en hun stakeholders levert dit voortschrijdend inzicht in de verdeling en invulling van verantwoordelijkheden in
Contactpersonen A. Barelds, J. Schols (promotor), G. van Heck (promotor), I. van de Goor (copromotor)
hun zorggebied. Dit project wordt gefinancierd door de gemeente Tilburg en de Wetenschapswinkel UvT.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen In dit promotieonderzoek is een instrument ontwikkeld, de QUALITRA-ID(-P), waarmee kan worden gemeten hoe
Titel project Kwetsbare ouderen
mensen met een verstandelijke beperking zelf en hun ouders/verwanten oordelen over de kwaliteit van door hen
Contactpersonen R. Gobbens, J. Schols (promotor), K. Luijkx (copromotor), R. Wijnen (copromotor Avans)
doorlopen hulpverleningstrajecten. Met het meetinstrument kan beleidssturende informatie verzameld worden die zorgorganisaties in staat stelt om verbeteringen aan te brengen in het hulpverleningstraject, zodanig dat dit (op ter-
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
mijn) zal bijdragen aan het welbevinden van mensen met een verstandelijke beperking. Het meetinstrument bestaat
Diverse studies naar ‘succesvol ouder worden’ hebben laten zien dat vele ouderen over de benodigde capaciteiten
uit een mondeling interview voor verstandelijk beperkten zelf en een schriftelijke vragenlijst voor ouders/verwanten.
zoals persoonlijke effectiviteit en veerkracht beschikken om hun ouderdom plezierig en actief te kunnen beleven en
De input voor het meetinstrument is ontleend aan de literatuur over ‘integratie en continuïteit’ van zorg én aan
doorbrengen. Er zullen echter in de toekomst ook steeds meer ouderen komen die moeten leven met lichamelijke
gesprekken die zijn gevoerd met verstandelijk beperkten en ouders/verwanten tijdens een achttal focusgroepen.
of psychische beperkingen als gevolg van ziekten. Deze mensen zijn vaak kwetsbaar. Die kwetsbaarheid kan er uit-
Het meetinstrument is in het veld getest in de regio Zuidoost Brabant. De resultaten zijn beschreven in een
eindelijk toe leiden dat opname in een zorginstelling onvermijdelijk is. Het onderzoek moet aan thuiszorginstellin-
proefschrift dat op 26 februari 2010 in het openbaar is verdedigd. Dit project werd gefinancierd door de
gen, welzijnsinstellingen, gemeenten etc. handvatten kunnen bieden om adequaat te interveniëren ten aanzien van
Wetenschapswinkel UvT, Provincie Noord-Brabant en CZ.
het welzijn, de zorg en het wonen van ouderen. De volgende twee centrale vraagstellingen zijn te onderscheiden:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hoe kan kwetsbaarheid bij ouderen zo optimaal mogelijk worden gedefinieerd? Hoe kan kwetsbaarheid bij ouderen zo volledig mogelijk worden gemeten? Dit onderzoek levert een instrument op, de TFI, Tilburg Frailty Indicator om
Titel project Zorgarrangementen in de ouderenzorg
kwetsbare ouderen te identificeren. Dit project wordt gefinancierd door Avans en Hogeschool Rotterdam. In mei
Contactpersonen C. de Blok, J. Schols (promotor), K. Luijkx (copromotor), B. Meijboom (copromotor)
2010 is Robbert Gobbens gepromoveerd, het onderzoek zet hij verder voort.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen Het demand-based samenstellen van zorgarrangementen voor zelfstandig wonende ouderen is benaderd vanuit het vakgebied Operations Management, in het bijzonder met het concept modularity. Casestudies in vier organisaties
76
77
projectbeschrijvingen Academische Werkplaats Chronische Zorg
projectbeschrijvingen Academische Werkplaats Kwaliteit van Huisartsen- en Ziekenhuiszorg
Titel project Implementatie Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
klanten worden verwerkt in een model, dat zorg- en welzijnsorganisaties kunnen gebruiken om de toegang voor
Contactpersonen L. Godschalx, J. Schols (promotor), G. Widdershoven (promoter VUMc), K. Luijkx (copromotor)
klanten vorm te geven en in te richten. Het onderzoek wordt mede gefinancierd door Surplus, regionale stichting voor zorg, wonen, welzijn en
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
kinder-opvang in West- en Midden-Brabant.
In dit promotieonderzoek wordt de vraag beantwoord hoe de Wmo op gemeentelijk niveau wordt ingevuld en of de
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
uitgangspunten die het rijk op landelijk niveau heeft gesteld door gemeenten gevolgd worden. Om het Wmo-beleid zoveel mogelijk aan te laten sluiten bij de lokale situatie, laat de landelijke overheid de praktische uitwerking van de
Titel project De gemeentelijke regiefunctie binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning: de gemeenten
algemene uitgangspunten van de Wmo over aan gemeenten. Doordat in iedere gemeente andere maatschappelijke
kwamen, zagen en overwonnen de knelpunten binnen de sociale leefwereld van Nederland
vraagstukken op de politieke agenda staan, andere ideeën bestaan over de invulling van het Wmo-beleid en het
Contactpersonen K. Span, R.Schalk (promotor), J. Schols (promotor), K. Luijkx (copromotor)
onderhandelingsproces met belanghebbenden over de concretisering van de Wmo anders verloopt, zal een variatie in gemeentelijk beleid ontstaan. Door bestudering van deze lokale Wmo-beleidsvarianten zal duidelijk worden op
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
welke wijze de abstracte beleidsdoelstellingen van de Wmo in de praktijk geconcretiseerd worden, welke diversiteit
De invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning vraagt om een ander sturingsbesef en om andere verant-
daarbij ontstaat en welke dilemma’s, problemen en kansen gemeenten daarbij ervaren. Door dit inzicht in het
woordelijkheden van lokale overheden. Maar liefst 95 % van de gemeenten ondervindt knelpunten bij de invoering
gedachtengoed achter de Wmo kan deze wet meer bewust worden ingevuld. Dit project wordt mogelijk gemaakt
van de Wmo. Zij hebben bij VWS al geregeld aangeklopt voor praktische hulp en informatie. Dit onderzoek heeft
door de gemeente Tilburg.
tot doel inzicht te verkrijgen in de manieren van regisseren door gemeenten, in relatie tot de afstemming van het
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
ondersteuningsaanbod op de ondersteuningsvraag. Wanneer dit inzicht is ontstaan biedt dit onderzoek handvatten voor gemeenten om het beleid op de terreinen van wonen, welzijn en ondersteuning voor ouderen te doorgronden
Titel project Verhoogt kleinschaligheid de kwaliteit van leven voor ouderen met dementie?
en aan te passen op de lokale wensen en behoeften. Verschillende regietypologieën zullen gekoppeld worden aan
Contactpersonen I. de Rooij, J. Schols (promotor), A. Declercq (promotor), K. Luijkx (copromotor)
gemeenten. Nadat de gemeenten verdeeld zijn onder de verschillende categorieën zal door interviews, enquêtes en vergelijkingen vanuit de landelijke benchmarkrapportage gekeken worden welke manier van regisseren leidt tot de
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
meest en de minst gewenste invulling van de verkregen beleidsvrijheid. Dit project wordt mogelijk gemaakt door
Over het algemeen wordt verondersteld dat kleinschalig wonen een hogere kwaliteit van leven voor ouderen met
SBWOCZ.
dementie oplevert. In dit promotieonderzoek wordt onderzocht of deze veronderstelling juist is. Daartoe zijn zowel
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
kleinschalige als traditionele afdelingen in België en Nederland op drie meetmomenten onderzocht. Gebruik is gemaakt van gevalideerde meetinstrumenten, die door verzorgenden of psychologen op basis van observatie van de
Titel project The proof of the pudding: Bruikbaarheid en gebruik van informatie uit de meting met de CQ-index
oudere, zijn ingevuld. Naast kwaliteit van leven, het type afdeling (kleinschalig of traditioneel) en land (België of
Verpleging, Verzorging en Thuiszorg (VV&T)
Nederland) worden ook andere kenmerken van de ouderen meegenomen, zoals basale persoonlijke kenmerken
Contactpersonen M. Zuidgeest, K. Luijkx (begeleider), G. Westert (begeleider), D. Delnoij (begeleider)
(o.a. sekse, leeftijd), gedragskenmerken (depressie en gedragsproblemen), gedragsinterventies (medicatie, middelen en maatregelen) en sociale interactie (o.a. bezoekfrequentie). De data worden op kwalitatieve en
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
kwantitatieve wijze geanalyseerd. Dit project wordt gefinancierd door De Wever/De Kievitshorst.
Het doel van dit onderzoek was om inzicht te krijgen in de bruikbaarheid en het gebruik van informatie uit CQI
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
metingen door cliëntenraden, managers, professionals en zorgverzekeraars. Data zijn verzameld via interviews met (kwaliteits)managers van instellingen in de verpleging en verzorging, met professionals die werkzaam zijn binnen
Titel project Toegang tot dienstverlening: Frontoffice - backoffice configuraties in zorg en welzijn
die instellingen, met cliëntenraden van diezelfde instellingen en met de zorginkopers die contracten afsluiten met
Contactpersonen L. Schipper, J. Schols (promotor), B. Meijboom (copromotor), K. Luijkx (copromotor)
deze instellingen. De interviews zijn aangevuld met een schriftelijke enquête onder (voorzitters van) cliëntenraden in de verpleging en verzorging. Uit het onderzoek bleek o.a. dat cliëntenraden lang niet altijd betrokken werden bij
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
metingen van cliëntervaringen en evenmin bij de verbeterprojecten die het management naar aanleiding van die
Individualisering van de zorgvraag en toenemende marktwerking maken het noodzakelijk dat zorg- en welzijns-
metingen opstelde. Het project is afgesloten met een conferentie waarin de resultaten aan de stakeholders worden
organisaties hun dienstverlening beter laten aansluiten bij de wensen van klanten. Door het goed organiseren van
gepresenteerd en besproken. Het project werd gefinancierd door ZonMw. De resultaten van het project zijn een
de toegang kunnen organisaties zich onderscheiden van andere aanbieders en hun dienstverlening snel en flexibel
onderdeel in het proefschrift van M Zuidgeest.
organiseren.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
In dit promotieonderzoek is een overzicht gemaakt van de meest actuele theoretische informatie over de toegang tot dienstverlening en de toepassing van front office en back office theorieën. Met veldonderzoek wordt onderzocht hoe het toegangsproces in de praktijk wordt vormgegeven. In de volgende fase worden ook de ervaringen van klanten in het huidige toegangsproces getoetst. De verkregen inzichten uit het veldonderzoek en de evaluatie onder
78
79
projectbeschrijvingen Academische Werkplaats Kwaliteit van Huisartsen- en Ziekenhuiszorg
projectbeschrijvingen Academische Werkplaats Kwaliteit van Huisartsen- en Ziekenhuiszorg
Titel project Afstemming VAAM/regionale VTV
zorgproces goed organiseren, minder lang hoeven wachten op onderzoek, consulten en behandeling. Niet alleen de
Contactpersonen D. de Bakker, H. van Oers, M. van Bon, W. Ruizendaal, J. van Loon, R. Poos
interne samenwerking verloopt in deze ziekenhuizen goed, maar ook de doorstroming naar vervolgvoorzieningen, zoals thuiszorg en verpleeghuiszorg. Van de andere kant kunnen patiënten ook ‘te snel’ uit het ziekenhuis
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
ontslagen worden, wat kan leiden tot onverantwoorde zorg en onnodige heropnames. Niet alleen de variaties
De Vraag Aanbod Analyse Monitor (VAAM) is een voor iedereen toepasbaar internetinstrument van NPCF en NIVEL
tussen ziekenhuizen in opnameduren zijn in kaart gebracht, maar ook de acties die ziekenhuizen nemen om tot
om de vraag naar eerstelijnszorg op loklaal niveau in kaart te brengen (www.nivel.nl/vaam). Het instrument wordt
kortere opnameduren te komen. Ook wordt gekeken naar de relatie tussen opnameduur en patiënttevredenheid.
in de eerstelijnszorg gebruikt voor manpower- en voorzieningenplanning. Met regionale VTV’s wordt gemeenten
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
inzicht geboden in de huidige en toekomstige volksgezondheidssituatie en vormen als zodanig input voor de vorming van lokaal gezondheidsbeleid. Regionale VTV’s worden per regio op maat gemaakt door de GGD in
Titel project Gevolgen van veranderde bekostiging van huisartsenzorg
samenwerking met het RIVM. In deze pilot wordt onderzocht hoe beide instrumenten op elkaar kunnen worden
Contactpersonen C. van Dijk, D. de Bakker (promotor), P. Groenewegen (promotor), R. Verheij (copromotor)
afgestemd. Concreet betekent dat wordt nagegaan welke indicatoren over publieke gezondheid en vraag naar preventie kunnen worden opgenomen in de VAAM. En dat daarnaast wordt nagegaan welke indicatoren over vraag
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
naar en aanbod van eerstelijnszorg kunnen worden opgenomen in de regionale VTV. Dit moet tegen de achtergrond
Toen in 2006 door de stelselherziening het onderscheid tussen particulier verzekerden en ziekenfondsverzekerden
worden gezien van het beleidsdoel de wereld van preventie en de wereld van de eerstelijnszorg meer met elkaar te
verviel moest ook het honoreringssysteem voor huisartsen worden aangepast. Dat was verschillend voor zieken-
verbinden: eerstelijnszorgverleners en -organisaties beter zicht verschaffen op de lokale gezondheidssituatie en de
fonds- en particulier verzekerden: een abonnementshonorarium voor ziekenfondsverzekerden en een vergoeding
vraag naar preventie en gemeenten beter zicht verschaffen op de aansluiting van aanbod op vraag in de eerste lijn.
per contact voor particulier verzekerden. Dit werd vervangen door één systeem met een inschrijftarief per patiënt
De pilot wordt uitgevoerd in de regio Midden-Brabant in samenwerking met de GGD Hart voor Brabant en de
en daarbovenop een honorering per consult. Deze verandering betekende een complexe wijziging van de incentive-
Regionale Ondersteunings Organisatie voor de eerste lijn, Robuust.
structuur zowel aan de kant van de huisarts als aan de kant van de patiënt. Zo krijgen huisartsen bij ziekenfonds-
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
verzekerden meer prikkels tot het doen van verrichtingen en betekende de wijziging voor particulier verzekerden dat de huisarts ineens gratis wordt. In dit onderzoek worden de gevolgen van deze veranderingen voor de toegankelijk-
Titel project Werkbelasting en kwaliteit van zorg van huisartsen
heid, de betaalbaarheid en de kwaliteit van zorg onderzocht. Dat gebeurt met behulp van gegevens uit het Landelijk
Contactpersonen M. van den Berg, D. de Bakker (promotor), P. Groenewegen (2e promotor), J. van der Zee
InformatieNetwerk Huisartsenzorg. NIVEL financiert dit project.
(copromotor)
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
Titel project Effectiviteit van disease management
Sinds het eind van de jaren tachtig zijn huisartsen minder uren gaan werken. Dit terwijl het aantal patiënten per
Contactpersonen H. Drewes, G. Westert (promotor), C. Baan (copromotor), B. Meijboom (copromotor)
huisarts niet is verminderd en het aantal contacten per patiënt zelfs is vermeerderd. In dit onderzoek wordt nagegaan hoe huisartsen dit hebben kunnen bereiken. Verschillende wijzen van omgaan met werklast zijn
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
geëxploreerd: de inzet van assistentie, de opkomst van huisartsenposten voor de zorg buiten kantooruren en de
Dit project richt zich op disease management initiatieven, geïntegreerde zorg geleverd door verschillende discipli-
verschuiving naar minder bewerkelijke consultvormen (bijvoorbeeld van visites naar spreekuurconsulten). In het
nes of organisaties. Disease management is een concept dat aansluit bij de vraag naar vraaggestuurde in plaats van
tweede deel worden de gevolgen voor de kwaliteit van zorg onderzocht. Zo wordt gekeken naar de invloed van
aanbodgestuurde zorg. Daarnaast zou disease management kunnen bijdragen aan kwalitatief betere en efficiëntere
werklast en honorering op wachttijden en naar de invloed van werklast op richtlijnadherentie zoals afgemeten aan
zorg. In de praktijk wordt disease management in een aantal situaties toegepast zoals diabeteszorg en trombose-
het volgen van NHG-standaarden. Het onderzoek baseert zich op gegevens uit de eerste en tweede Nationale
zorg. Ondanks de verhoogde vraag naar en toepassing van disease management is tot op heden een beperkt
Studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk. De resultaten zijn beschreven in een proefschrift dat op
inzicht in de potentiële winst die te behalen is met geïntegreerde zorg alsook de mate waarin verschillen in kwaliteit
9 juni 2010 in het openbaar is verdedigd. Dit project wordt gefinancierd door NIVEL.
van zorg hiermee verklaard kunnen worden.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De onderzoeksvraag die centraal staat bij dit project: - Wat is het effect van disease management op de kwaliteit van zorg en via welke mechanismen wordt deze
Titel project Opnameduur als indicator voor kwaliteit van ziekenhuiszorg
effectiviteit beinvloed?
Contactpersonen I. Borghans, G. Westert (promotor), R. Kool (copromotor)
Het project is geïnitieerd vanuit de IGZ die geïnteresseerd is in de geïntegreerde trombosezorg. Het onderzoek wordt uitgevoerd vanuit een samenwerkingsverband met het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
Dit project wordt gefinancierd door de Inspectie voor de Gezondheidszorg en het RIVM.
In dit onderzoek staat de opnameduur als mogelijke indicator voor kwaliteit van ziekenhuiszorg centraal. Zieken-
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
huizen die kwalitatief goede zorg leveren hebben bijvoorbeeld minder te maken met (vermijdbare) complicaties die de opnameduur vaak ernstig kunnen verlengen. Bovendien zullen patiënten in ziekenhuizen die het (logistieke)
80
81
projectbeschrijvingen Academische Werkplaats Kwaliteit van Huisartsen- en Ziekenhuiszorg
projectbeschrijvingen Academische Werkplaats Kwaliteit van Huisartsen- en Ziekenhuiszorg
Titel project Validatie van data uit huisartsgeneeskundige registraties
van het RIVM, waarin de prestaties van de Nederlandse gezondheidszorg centraal staan. Dit project wordt mogelijk
Contactpersonen C. van den Dungen, G. Westert (promotor), F. Schellevis (promotor), N. Hoeymans
gemaakt door het RIVM.
(copromotor)
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
Titel project Medische richtlijnen en de kwaliteit van zorg
Overheden hebben valide informatie nodig over de gezondheidstoestand van hun bevolking. Het centrum Volks-
Contactpersonen M. Lugtenberg, G. Westert (promotor), J. Burgers (copromotor),
gezondheid Toekomst Verkenning (cVTV) van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) integreert data uit verschillende huisartsenregistraties, om een adequaat beeld te krijgen van de publieke gezondheid. De
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
incidentie en prevalentie van ziekten tussen huisartsenregistraties verschillen.
Dit promotieonderzoek heeft als doel meer inzicht te krijgen in het gebruik van medische richtlijnen in de cura-
Het doel van dit promotieonderzoek is om inzicht te krijgen in de factoren die de verschillen tussen Nederlandse
tief somatische zorg. Hoewel er in de laatste jaren voor een veelheid aan aandoeningen en ziekten professionele
huisartsenregistraties kunnen verklaren om de kwaliteit en bruikbaarheid van gegevens uit huisartsenregistraties
richtlijnen ontwikkeld zijn, blijken artsen deze in de praktijk niet optimaal te volgen. Door middel van onder andere
te vergroten. Nederlandse huisarstenregistraties verschillen op een aantal aspecten van elkaar. Deze aspecten zijn
focusgroepen en een vragenlijststudie wordt in dit project geprobeerd inzicht te krijgen in deze kloof tussen theorie
verdeeld in 4 categorieën van factoren; gezondheidssysteem, methodologie (regels en afspraken van registraties
en praktijk.
over het verzamelen van gegevens), huisartsen(praktijk)kenmerken en de populatiekenmerken. Belangrijk is om te
Belangrijke onderzoeksvragen die zullen worden beantwoord zijn:
onderzoeken wat de invloed is van de verschillende factoren op de variatie in morbiditeitcijfers tussen registraties.
• Welke barrières ervaren artsen bij het gebruik van richtlijnen in de praktijk?
Het onderzoek wordt uitgevoerd vanuit een samenwerkingsverband met het RIVM.
• Hoe kan het gebruik van richtlijnen in de praktijk worden bevorderd?
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Dit project wordt gefinancierd door het RIVM.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Titel project Samenwerkingsverbanden tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders en het effect daarvan op kosten, kwaliteit en klantervaringen in de zorg
Titel project Hoofdstudie Van latere zorg; toekomstverkenning naar de aansluiting tussen zorgvraag en zorgaanbod
Contactpersonen A. Hayen, G. Westert (promotor), B. Meijboom (copromotor), M. van den Berg (copromotor)
in Noord-Brabant tot 2025 Contactpersonen D. Ngo, G. Westert, D. de Bakker, H. van Oers
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen Binnen het stelsel van de gereguleerde competitie hebben Nederlandse zorgverzekeraars in toenemende mate de
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
vrijheid gekregen om een actieve rol te spelen in de zorginkoop. Zo mogen zij selectief contracteren en zelf zorg
In september is de tweede fase gestart van een omvangrijk onderzoek naar hoe vraag en aanbod van gezondheids-
aanbieden. De gedachte hierachter is dat zorgverzekeraars zo de zorgmarkt disciplineren. In de praktijk is hier nog
zorg in de Brabantse regio zich in de komende decennia zullen ontwikkelen. Het onderzoek wordt uitgevoerd in op-
weinig van terecht gekomen. Zowel zorgverzekeraars als leden van het huidige kabinet, geven aan dat de noodzaak
dracht van de Provincie Noord-Brabant in samenwerking met de Brabant Medical School. Het onderzoek vraagt om
voor meer diepgaande vormen van samenwerking ontbreekt. De overheid vreest daarnaast dat het kostenmotief
een modelmatige onderbouwing van een aantal concrete toekomstscenario’s waarin de te verwachten problematiek
van zorgverzekeraars de overhand zal krijgen in samenwerkingsverbanden.
voor beleidsmakers in Brabant inzichtelijk wordt gemaakt. Bovendien dienen in het onderzoek de mogelijke oplos-
In dit onderzoek maken we een inventarisatie van samenwerkingsverbanden tussen zorgverzekeraars en
singsrichtingen te worden verkend (arbeidsbesparende technologietaakdifferentiatie etc.). Fase 1 van het onderzoek
-aanbieders, onderzoeken we de noodzaak ervan, en doen we empirisch onderzoek naar het effect van
is in 2008 uitgevoerd en beschreven in ‘Van latere zorg’ door Roeg et al. (ISBN 978-90-78886-10-5 )
samenwerking op kosten, kwaliteit en klantervaringen in de zorg.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Titel project HSMR: geschikt voor verbetering van kwaliteit van zorg in ziekenhuizen en/of voor transparantie!? Titel project Efficiëntie in de zorgsector
Contactpersonen D. Pieter, G. Westert (promotor), T. Kool
Contactpersonen R. Heijink, G. Westert (promotor) Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
De HSMR, een gestandaardiseerde sterftecijfer van ziekenhuizen, wordt al meer dan acht jaar in Engeland gebruikt
Het onderzoek heeft tot doel meer inzicht te krijgen in (het meten van) doelmatigheid van zorg, ofwel de verhou-
als prestatie-indicator. Intussen zijn vele andere landen zoals de VS, Canada en Zweden gevolgd. Ook Nederland
ding tussen kosten en uitkomsten van gezondheidszorg. Bijvoorbeeld: is er een verband tussen het kostenniveau
kent al enkele jaren de HSMR, speciaal ontwikkeld voor de Nederlandse zorg. Vanaf de introductie zijn er vele vra-
in een ziekenhuis en de geleverde kwaliteit. De analyses vinden in eerste instantie plaats op systeemniveau, onder
gen gesteld over de praktische waarde van de indicator. Maar ook vanuit meer wetenschappelijke hoek zijn vragen
andere op basis van internationale vergelijkingen van zorgkosten en gezondheidsuitkomsten. Er is ook aandacht
gerezen. Het onderzoek richt zich dan ook op de praktische mogelijkheden van de HSMR én een meer statistische
voor specifieke onderdelen binnen de zorg, zoals de ziekenhuissector. Daarnaast wordt gekeken naar de relatie met
validatie van de HSMR. Dit project wordt mogelijk gemaakt door Prismant.
het beleid. Dit laatste moet ook tot uiting komen in de input die het onderzoek levert voor het Zorgbalans-rapport
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
82
83
projectbeschrijvingen Academische Werkplaats Kwaliteit van Huisartsen- en Ziekenhuiszorg
projectbeschrijvingen Academische Werkplaats Kwaliteit van Huisartsen- en Ziekenhuiszorg
Titel project Spoedposten: een verbetering?’
Titel project Modelleren vraag ziekenhuiszorg
Contactpersonen E.S.J. van Rooij, D. de Bakker (promotor), B. Meijboom (copromotor), J. IJzermans
Contactpersonen A. van de Vijsel, G. Westert (promotor)
(copromotor, NIVEL) Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
Na een daling gedurende zeven jaren, neemt het aantal klinische opnamen in ziekenhuizen sinds 2002 toe. Deze
In een poging de spoedzorgketen te verbeteren hebben huisartsenpost en spoedeisende hulp op verschillende
toename werd mogelijk door het afschaffen van de budgetplafonds van ziekenhuizen. Het aantal dagopnamen
plaatsen de handen ineen geslagen en zijn spoedposten ontstaan. Een spoedpost is een samenwerkingsverband
neemt al decennia zeer sterk toe. Waar is de toename van de ziekenhuisproductie naar toe gegaan? Aan welke
tussen huisartsenpost en spoedeisende hulp, waarbij beide op één locatie gevestigd zijn en er sprake is van één
patiëntencategorieën en soort zorg is de toenemende vraag toe te schrijven? Aan welke factoren, anders dan de
loket voor alle spoedeisende zorg. In dit onderzoek wordt bestudeerd of samenwerking binnen een spoedpost leidt
beschikbaarheid van meer financiële middelen, is deze toename van het aantal opnamen toe te schrijven? Is een
tot een verbetering in kwaliteit, toegankelijkheid en kosten van de acute zorg in vergelijking tot een situatie waarbij
voorzetting van de toename van het aantal opnamen te verwachten, zo ja in welke mate? Een prognose is met veel
huisartsenpost en spoedeisende hulp afzonderlijk van elkaar werken.
onzekerheden omgeven. Daarom worden scenario’s uitgewerkt voor de mogelijke veranderingen in de vraag tot
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
2020. Zij zijn gebaseerd op een analyse van de ontwikkelingen in de vraag in de afgelopen jaren. Het project wordt mogelijk gemaakt door het College bouw zorginstellingen (Bouwcollege).
Titel project Diabetespreventie in de huisartspraktijk
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Contactpersonen P. Vermunt, G. Westert (promotor), H. van Oers (promotor), F. Wielaard (coördinator) Titel project Effectief gebruik van indicatoren in de gezondheidszorg Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
Contactpersonen M. de Vos, G. Westert (promotor), W. Graafmans (copromotor), P. van der Voort (copromotor)
In dit promotieonderzoek wordt implementatie van primaire preventie van diabetes type II in de eerstelijnszorg bestudeerd. Personen tussen de 40-70 jaar met een verhoogd risico op diabetes type II worden actief opgespoord
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
met een simpele risicotest. Vervolgens wordt deze hoogrisicogroep door de eigen huisarts, de praktijkondersteuner,
De Nederlandse gezondheidszorg heeft al enige jaren aandacht voor het ontwikkelen van kwaliteitsindicatoren
een diëtist en een fysiotherapeut begeleid bij het verbeteren van de leefstijl, waarbij de wensen en het kunnen van
om de kwaliteit en veiligheid van medisch specialistische zorg meetbaar te maken. Met behulp van de indicatoren
de deelnemer centraal staan. Effectmaten zijn gewichtsverlies, meer beweging, een kwalitatieve verandering van het
kunnen specialisten een indruk krijgen van de huidige kwaliteit van de zorg. Verder geven indicatoren over de tijd
voedingspatroon en een verminderde incidentie van diabetes. Om de veranderingen in leefstijl te bewerkstelligen
inzicht in effecten van het kwaliteitsbeleid. Inmiddels zijn er voor een aantal medische specialisten indicatoren
wordt gebruik gemaakt van ‘motivational interviewing’ en ‘empowerment’. Een tweede doel van het onderzoek is
ontwikkeld. Echter wanneer er gekeken wordt naar de effecten van het gebruik van indicatoren dan blijven er nog
om succes- en faalfactoren van het concept in kaart te brengen. Het project wordt gefinancierd door ZonMw.
veel vragen onbeantwoord.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
In dit promotieonderzoek staan de volgende vragen centraal: • Wat is de optimale strategie om indicatoren te implementeren bij specialismen?
Titel project Technologische oplossingen ter verhoging van therapietrouw oraal gebruik antidiabetica
• Wat is het effect van het implementeren van indicatoren op de kwaliteit van specialistische zorg?
Contactpersonen M. Vervloet, D. de Bakker (promotor), M. Bouvy (promotor), L. van Dijk (copromotor)
Het promotieonderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en milieu (RIVM) dat tevens het onderzoek financiert.
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Therapietrouw bij medicijngebruik is een groot probleem. Zo blijkt uit een systematische review uit 2004 de therapietrouw van type 2 diabetespatiënten bij een therapie met orale bloedglucoseverlagende middelen tussen de 36%
Titel project Richtlijnen en verpleegkundig handelen
en de 93% te liggen. Nieuwe technologieën doen opgeld om de therapietrouw te verbeteren. Deze liggen vooral op
Contactpersonen J. Zegers-van Schaick, G. Westert (promotor), B. Meijboom (copromotor)
het vlak van reminden van patiënten en op het monitoren van medicatiegebruik. Een nieuwe, innovatieve technologie die beide combineert, en die simpel in te passen is in de dagelijkse praktijk, is het SIMpill-systeem. Dit systeem
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
omvat een medicijndoosje wat real time registreert wanneer de patiënt zijn medicijnen inneemt. Er wordt een herin-
Binnen de verpleegkundige beroepsgroep is, in tegenstelling tot de geneeskunde, evidence-based practice geen
neringsbericht per sms gestuurd wanneer de patiënt zijn medicatie niet binnen de afgesproken tijd inneemt. Dit
geïntegreerd onderdeel van de klinische besluitvorming. Bij evidence-based practice gaat het om het nemen van
proefschrift beoogt een antwoord te geven op de vraag in hoeverre technologische oplossingen, en in het bijzonder
klinische beslissingen op grond van het best beschikbare bewijs, de kennis en ervaring van de verpleegkundige en
het SIMpill-systeem, kunnen bijdragen aan een verbetering van de therapietrouw (bij diabetes type 2 patiënten met
de waarde(n) en voorkeur van de individuele patiënt (Cox, 2005). De zorgverlening vraagt hierbij om een andere
een suboptimale therapietrouw). Daartoe is in samenwerking met Mediq-apotheken een RCT opgezet waarin het
benadering. Niet ervaringskennis is primair maatgevend, maar wetenschappelijk bewijs. Evidence-based richtlijnen,
SIMpill-systeem (herinnering + monitoring) wordt vergeleken met een systeem met alleen monitoring en met care
waarin wetenschappelijk bewijs samenkomt met klinische ervaring, kunnen positief bijdragen aan de klinische
as usual. NIVEL financiert dit project.
besluitvorming en zo de kwaliteit van zorg verbeteren (de Vos, 2005).
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
In dit project wordt onderzocht in hoeverre verpleegkundigen richtlijnen (en de afgeleide protocollen)
84
85
projectbeschrijvingen Academische Werkplaats Kwaliteit van Huisartsen- en Ziekenhuiszorg
projectbeschrijvingen Academische Werkplaats Preventie Verzekerd
toepassen in de dagelijkse praktijk. Succes- en faalfactoren bij de praktische toepassing worden opgespoord.
Titel project Kosteneffectiviteit van een leefstijlinterventie bij Obesitas en Diabetes type 2
Ook wordt onderzocht of er een relatie bestaat tussen de eventuele variatie in verpleegkundig handelen c.q. richt-
Contactpersonen R. Dokter, J. Mathijssen, I. van de Goor, J. Polder
lijntrouw van verpleegkundigen en de kwaliteit van de aan de patiënt geleverde zorg. Dit project wordt mogelijk gemaakt door Amphia.
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De Nederlandse Obesitas Kliniek (NOK) heeft een effectieve methode ontwikkeld voor het terugdringen van obesitas en zorggebruik bij diabeten. CZ, in samenwerking met de NOK en Tranzo is medio 2009 gestart met een pilot voor de aanpak van obesitas bij personen bekend met diabetes type 2.160. Personen nemen deel aan een leefstijlinterventie, welke 64 aaneengesloten weken duurt, met wisselende intensiteit. Deze interventie wordt gegeven door een team bestaande uit een arts, diëtist, fysiotherapeut, psycholoog en zorgcoördinator. Door de interventie wordt de kwaliteit van leven voor de deelnemer verhoogd. Er is nog niets bekend over de kosteneffectiviteit van het programma. Een positieve verhouding tussen kosten en baten is een voorwaarde voor een brede uitrol. De hoofdvraag van dit onderzoek is daarom: “Wat is de kosteneffectiviteit van de leefstijlinterventie op korte, middellange en lange termijn? Hierbij wordt gekeken naar wat de interventie oplevert en wat ze kost. Is er sprake van verbetering in gezondheid van de deelnemers, is er een verandering in medicatie- of zorggebruik? Daarbij worden in het lange termijn perspectief ook de maatschappelijke kosten meegenomen. Dit project wordt mogelijk gemaakt door CZ.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Titel project Valpreventie bij hoogrisico ouderen Contactpersonen J. Kaper, M.Clarijs, I. van de Goor Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen In dit pilotproject worden zelfstandig wonende ouderen met een hoogrisico op vallen in de gemeenten Kerkrade geworven en geselecteerd via de diverse kanalen (eerstelijnszorg, ouderenadviseurs, via algemene voorlichtingscampagne). Vervolgens kunnen zij, vanuit de CZ zorgverzekering, deelnemen aan de bewezen effectieve interventie In Balans die hun valrisico reduceert. Aansluitend worden ouderen begeleid bij deelname aan bestaande (collectief gefinancierde) beweegprogramma’s zoals Meer Bewegen voor Ouderen. Doel van het onderzoek is het evalueren van proces en effect van de implementatie van deze aaneenschakeling van preventieactiviteiten om het beweeggedrag van ouderen duurzaam te versterken en daarmee het valrisico bij ouderen te verminderen.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Titel project Groepscoach voor kinderen met ernstig overgewicht. Contactpersonen D.Baenen, J. Franken, E. van Mil, T. van Lierop, J. Kaper, J. Mathijssen, I. van de Goor Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen In samenwerking met het Jeroen Bosch Ziekenhuis wordt onderzoek uitgevoerd naar de (kosten-) effectiviteit van een groepsinterventie voor kinderen met ernstig overgewicht en hun ouders. Kinderen die via de huisarts zijn doorverwezen naar de kinderarts omdat gebruikelijke behandeling niet (meer) helpt, komen in aanmerking voor de groepscoach-interventie. Doelstelling van het onderzoek is nagaan of de interventie (kosten-)effectief is. De interventie zal op (kosten-)effectiviteit en op procesfactoren worden geëvalueerd.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
86
87
projectbeschrijvingen Academische Werkplaats Ouderenbeleid en Familiezorg
projectbeschrijvingen Academische Werkplaats Ouderenbeleid en Familiezorg
Titel project Evaluatieonderzoek Methode Familiezorg
Titel project Effectmeting ‘werken met de Methode Familiezorg’
Contactpersonen L. Tielen, D. Beneken genaamd Kolmer
Contactpersonen T. Choy, R. Schalk (promotor), D. Beneken genaamd Kolmer (copromotor)
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
De Methode Familiezorg, voortgekomen uit het promotieonderzoek Familiezorg en Zorgverantwoordelijkheid, is in
Dit onderzoek toetst een aantal veronderstellingen rondom de Methode Familiezorg (MFZ). Dit is een hulpverle-
diverse sectoren geïmplementeerd. Beroepskrachten in de zorg, waaronder verpleegkundigen, verzorgenden, zorg-
ningsmethode om families met een chronisch of ernstig ziek familielid te begeleiden. Men verwacht bijvoorbeeld
coördinatoren en zorgmanagers, mantelzorgconsulenten en ouderenadviseurs werken met de Methode Familiezorg
dat het de bevlogenheid bij hulpverleners en het welzijn bij families stimuleert. De onderzoeksresultaten geven
en hun bevindingen worden geëvalueerd. Uitvoering in samenwerking met de Provincie Noord-Brabant,
meer inzicht in de effecten van de MFZ en onder welke omstandigheden ze optreden. Hiermee kunnen de
het Expertise Centrum Familiezorg en Ginko Zorgprojecten. (afgerond)
ontwikkelaars de MFZ verder aanscherpen en weten gebruikers hoe de methode in te zetten om het te laten
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
renderen. De betrokken partijen zijn: Fluent Zorgadvies en het Expertisecentrum Familiezorg.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Titel project Ontwikkelen Model Vraagverheldering Familiezorg Contactpersonen D. Beneken genaamd Kolmer
Titel project Seniorenbarometer Contactpersonen R. Schalk (coördinator), D. Beneken genaamd Kolmer, K. Luijkx
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen Op basis van het promotieonderzoek Familiezorg en Zorgverantwoordelijkheid wordt een model ontwikkeld voor
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
zorgloketmedewerkers die dagelijks zorgvragers en/of familiezorgers aan hun loket ontvangen. Het zogenoemde
De seniorenbarometer is een online vragenlijst waarmee vijftigplussers ondervraagd worden over onder andere hun
cluster-model komt voort uit de resultaten van het promotieonderzoek en is met name gericht op vraagverhelde-
kwaliteit van leven, gezondheid en welzijn, hun opvattingen over de woonomgeving, gezondheidszorg, onze
ring. Uitvoering in samenwerking met Expertise Centrum Familiezorg, Gemeente Tilburg en de Provincie
maatschappij, vrijwilligerswerk, ervaringen met familiezorg en de Wmo. Een grote groep vijftigplussers zal vier jaar
Noord-Brabant. (afgerond)
lang (2009-2012) worden gevolgd. Het project wordt gefinancierd door de Provincie Noord-Brabant en Faculteit
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Sociale Wetenschappen.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Titel project Actieplan Familiezorg Contactpersonen D. Beneken genaamd Kolmer, K. van Montfort, L. Wibbelink
Titel project Evidence-based werken in zorg en welzijn Contactpersonen R. van der Zwet, R. Schalk (promotor), D. Beneken genaamd Kolmer (copromotor)
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen In de notitie Informele zorg 2008-2011 stelt de provincie Noord-Brabant zich ten doel een impuls te geven om te
Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen
komen tot een ‘krachtig, samenhangend veld, gericht op een toekomstbestendige zorgstructuur’. Om dit te
Sinds ongeveer 10 jaar neemt de belangstelling voor ‘evidence-based practice’ (EBP) in de sociale sector toe.
realiseren is het actieplan familiezorg ontwikkeld. Een van de acties is de uitrol van de Methode Familiezorg. In
Dit impliceert een steeds grotere nadruk op het toepassen van wetenschappelijk bewijs in het welzijnswerk. De
totaal bestaat het actieplan uit 10 acties. De eerste vijf acties zijn gericht op het verstevigen van het netwerk in de
veronderstelling is dat wetenschappelijke kennis de praktijk van het welzijnswerk kan versterken. Echter, het blijkt
familiezorg en de samenwerking. En de overige vijf acties staan geheel in teken van educatie en innovatie. Tranzo
dat wetenschappelijke kennis nog te traag of in onvoldoende mate de dagelijkse praktijk van sociale professionals
maakt deel uit van het actieplan familiezorg vooral in het kader van innovatie en educatie. Het meetbaar maken van
beïnvloedt. Er is nog steeds sprake van een kloof tussen wetenschap en praktijk. Het is dan ook de vraag hoe de
de resultaten van de methode familiezorg, vervolgonderzoek en instrumentontwikkeling zijn daarbij de voornaam-
implementatie van EBP deze kloof kan dichten en de praktijk van het welzijnswerk kan verbeteren. In dit onderzoek
ste onderdelen. De betrokken partijen in dit onderzoek zijn: Provincie Noord-Brabant, Gemeente Tilburg,
kijken we in concrete praktijken hoe de overdracht van wetenschappelijke kennis naar de werkvloer plaatsvindt.
Expertisecentrum Familiezorg en Tranzo. (afgerond)
Het onderzoek zal leiden tot aanbevelingen voor verbetering van de implementatie van EBP, waarbij zowel aandacht
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
wordt besteed aan de rol van wetenschappers en professionals als aan die van ontwikkelaars en beleidsmakers.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
88 projectbeschrijvingen Academische Werkplaats verslaving 2010 Titel project Effectiveness of intensive community-based care for persons with complex addiction problems: Contribution of specific program components Contactpersonen D. Roeg, H. Garretsen, I. van de Goor Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen In dit onderzoek wordt de effectiviteit van bemoeizorg voor de doelgroep van verslaafden onderzocht. Kenmerkend aan bemoeizorg is dat de zorgvraag in eerste instantie niet bij de cliënt zelf vandaan komt, maar bij mensen uit hun omgeving. Nederlands effectonderzoek is er nauwelijks. Ook is onbekend uit welke onderdelen deze zorg moet bestaan voor het beste resultaat. In dit longitudinale onderzoek worden de cliënten van drie Nederlandse bemoeizorgprogramma’s gevolgd waarbij wordt gekeken naar het verloop van de ernst van hun problematiek, eigen ervaren kwaliteit van leven, zorggebruik en tevredenheid. De onderzoeksvragen zijn: ‘Wat is de effectiviteit van de bemoeizorgprogramma’s op cliëntniveau, uitgaande van zowel korte als lange termijn uitkomstmaten?’ en ‘Welke specifieke (groepen van) programmacomponenten zijn gerelateerd aan effectiviteit?’. Het project wordt gefinancierd door ZonMw.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Titel project Attitudes ten opzichte van alcohol- en drugsbeleid: een vergelijking tussen Nederland en Noorwegen Contactpersonen R. van der Sar, H. Garretsen (promotor), I. van de Goor (promotor), E. Brouwers (copromotor) Doel van het onderzoek en centrale onderzoeksvragen In dit promotieonderzoek wordt een internationale vergelijking gemaakt tussen Nederland en Noorwegen op het gebied van attitudes ten opzichte van alcohol- en drugsgebruik en de hiermee samenhangende problematiek, preventiemaatregelen en overheidsbeleid. Centraal staan de attitudes van de populatie ten opzichte van alcohol- en drugsgebruik en ten opzichte van mogelijke overheidsmaatregelen om overmatig alcohol- en drugsgebruik te voorkomen. Door middel van een internetsurvey zijn de data verzameld. Dezelfde survey is ook in Noorwegen uitgevoerd. Hierdoor is het mogelijk de resultaten van Nederland met die van Noorwegen te vergelijken. Dit is met name interessant vanwege het afwijkende beleid ten aanzien van alcohol- en druggebruik in beide landen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Tranzo adviesraad en medewerkers
90
91
tranzo adviesraad
tranzo adviesraad
Tranzo Adviesraad
Faculteit Sociale Wetenschappen
Drs. Els van Gilst
De Tranzo Adviesraad adviseert Tranzo over de hoofdlijnen
Tranzo
Drs. Henk Gloudemans
van het beleid en de organisatie ten aanzien van onderzoek
Drs. Marie-Jeanne Aarts
Dr. Robbert Gobbens
en onderwijs van het departement. Doel van de advisering is
Muhammed Akbas MSc. (april tot november)
Drs. Liselot Godschalx
het versterken van de positie van Tranzo binnen de universiteit
Drs. Yvonne Alofs
Ir. Joyce de Goede
en het zorgveld. De Tranzo Adviesraad bestond in 2010 uit de
Marieke van Bakel MSc.
Prof. dr. Ien van de Goor (leerstoel Effectiviteit Individuele
volgende leden:
Prof. dr. Dinny de Bakker (leerstoel Structuur en
Preventie, lid departementsbestuur)
organisatie van de eerstelijnszorg)
Dr. Jolanda Habraken
Drs. H.L.M. Kemps MMO
Dr. Janneke Barelds
Dr. Riet Hammen-Poldermans
Voorzitter Tranzo Adviesraad
Charlotte Barendregt MSc.
Arthur Hayen MSc (vanaf november)
Karin van Beek BSc. (tot februari)
Drs. Richard Heijink
Mevrouw E.R. Carter MBA
Dr. Deirdre Beneken genaamd Kolmer
Drs. Margot Hems (vanaf september)
GGz Eindhoven en de Kempen
Casper Besters BSc.
Marjolijn Jansen BSc. (vanaf november)
Drs. Marijn Beuling (vanaf september)
Drs. Meriam Janssen (vanaf november)
Drs. A.J. Evertse
Karlijn van Beurden MSc. (vanaf oktober)
Prof. dr. Richard Janssen (leerstoel Economie en
Stichting KOEL
Drs. Joyce Bierbooms
organisatie van de gezondheidszorg)
Marleen Bink MSc.
Drs. Wendy Jeeninga (vanaf november)
Drs. J.W.M.W. Gijzen
Dr. Carolien de Blok (tot juni)
Drs. Margot Joosen (vanaf oktober)
CZ Groep
Drs. Marja van Bon-Martens
Drs. Tom Joosten
Dr. Ilja Bongers
Marjan de Kluijver
Dr. W.J.M. van Hezewijk
Prof. dr. Inge Bongers (leerstoel Evidence Based
Wendy Kneepkens (vanaf juli)
GGz Breburg
Management in de (geestelijke) gezondheidszorg
Dr. Sandra Kuiper (vanaf september)
Drs. Ine Borghans
Drs. Theo Kuunders
Drs. P.J.G. Nouwens
Gerrie van den Broek
Drs. Marjolein Lugtenberg
Stichting Prisma
Dr. Evelien Brouwers (lid departementsbestuur)
Dr. Katrien Luijkx
Drs. José Buitendijk-Venema
Drs. Jan Luijsterburg
Mr. drs. F.J.M. Staal
Anne van de Calseijde BBA
Renate Martens MSc.(vanaf november)
De Riethorst Stromenland
Drs. Monique Coppens (vanaf juni)
Dr. Jolanda Mathijssen
Prof. dr. Diana Delnoij (leerstoel Transparantie in de
Drs. Roel Meijers (vanaf juli)
Dr. H. Backx
zorg vanuit patiëntenperspectief)
Prof. dr. Jan Moen (leerstoel Management en
Directeur GGD Hart voor Brabant en GGD West-Brabant
Claudia van Dooren (vanaf augustus)
organisatie in de gezondheidszorg)
Hanneke Drewes MSc.
Drs. Guus Munten
Drs. Karin van den Dungen
Dung Ngo MSc.
Prof. dr. Ien van de Goor toevoegen: (leerstoel Effectiviteit
Prof. dr. Chijs van Nieuwenhuizen (leerstoel Forensische
individuele preventie, lid departementsbestuur)
Geestelijke Gezondheidszorg)
Fleur van Engelen (vanaf september)
Prof. dr. ing. Hans van Oers (leerstoel Openbare
Dr. Antje Eugster (vanaf november)
Gezondheidszorg)
Prof. dr. ir. Roland Friele (leerstoel Sociaal wetenschappelijke
Maartje van Ommen
aspecten van wet- en regelgeving in de gezondheidszorg)
Drs. Linda Ooms (vanaf augustus tot november)
Drs. Jacqueline Frijters (lid departementsbestuur)
Dr. Margo Peeters (vanaf juni)
Prof. dr. Henk Garretsen (leerstoel Gezondheidszorgbeleid,
Drs. Daniël Pieter
voorzitter departementsbestuur)
Prof. dr. Johan Polder (leerstoel Economische
Ir. Lena van Gastel
aspecten van gezondheid en zorg)
Drs. Hanneke van Gestel
Drs. René Poos (tot oktober)
92 medewerkers tranzo adviesraad in 2010 2010 Dr. Madeleine Rijckmans
Drs. Marloes Zuidgeest
Dr. Diana Roeg
Drs. Renske van der Zwet (vanaf december)
Anita Roestenberg Prof. dr. Aad de Roo (leerstoel Strategie en management
Psychologie en gezondheid
van organisaties in de gezondheidszorg)
Prof. dr. Guus van Heck
Mr. Ietje de Rooij Liesbeth van Rooij MSc. (vanaf november)
Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen
Dr. Carin Rots
Organisatie en Strategie
Drs. Lisette de Ruijter (vanaf juni)
Dr. Ir. Bert Meijboom
Drs. Alexa Rutten (vanaf april) Drs. Rosalie van der Sar
Informatiekunde
Prof. dr. René Schalk (leerstoel Ouderenbeleid)
Dr. Martin Smits
Emely Scharbaai Drs. Lisette Schipper MBA-H Prof. dr. Jos Schols (als voormalig hoogleraar betrokken bij Tranzo als promotor) Dr. Mirjam Siesling (vanaf september) Ir. Rebecca Snel-Bareman (tot februari) Kees Span MSc. Bregje Swinkels BSc. Drs. Marie-José Theunissen Marijn den Uijl (vanaf februari) Drs. Yvonne Vanneste Inge van Veggel MSc. (vanaf oktober) Dr. Giel Verhaegh Drs. Paulien Vermunt Drs. Will Vervoort (vanaf maart) Drs. Aart van de Vijsel Drs. Margot Voogt Drs. Maartje de Vos Prof. Dr. Bert Vrijhoef (leerstoel Chronische Zorg) Lenneke Vugs MSc. Prof. Dr. Jaap van Weeghel (leerstoel Rehabilitatie en maatschappelijke participatie van mensen met ernstige psychische aandoeningen) Prof. dr. Gert Westert (leerstoel Kwaliteit van Huisartsen Ziekenhuiszorg) Lieke van der Wijk LLB Jan-Erik de Wildt MHA Koosje Willems MA Drs. Greet Wilrycx Ir. Albert Wong Bram Wouterse MSc. Judith Zegers- van Schaick MScN.
externe representaties
94
95
externe representaties
externe representaties
Drs. Marie-Jeanne Aarts
Drs. Marja van Bon-Martens
Lid netwerk Integraal Gezondheidsbeleid
Teamleider Kenniscentrum Openbare Gezondheidszorg GGD Hart voor Brabant
Lid netwerk junior onderzoekers omgeving en gezondheid
Voorzitter Werkgroep Volksgezondheid en Gezondheid Ouderen, project Lokale en nationale
Referent Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen
monitors Gezondheid
Referent International Journal of Behavioral Nutrition and Physical Activity
Lid bestuur Vereniging voor Epidemiologie
Gastdocent Vrije Universiteit Amsterdam (master Health Sciences)
Lid klankbordgroep project Lokale en nationale monitors Gezondheid
Adviescommissie werkgroep fysieke omgeving gemeente Eindhoven
Lid registratiecommissie project Lokale en nationale monitors Gezondheid Lid subwerkgroep Gezondheidsbenchmark in het Grote Steden Beleid, RIVM
Prof. dr. Dinny de Bakker
Lid teammanagersoverleg Epidemiologie GGD Zeeland en Brabant
Lid Stuurgroep Landelijk Informatienetwerk Huisartsenzorg (LINH)
Lid klankbordgroep ambtenaren GGD Hart voor Brabant
Lid Stuurgroep Landelijke Informatievoorziening Paramedsiche Zorg (LIPZ)
Referent:Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen (TSG)
Lid subcommissie Screening en medische interventies van het ZonMw-preventieprogramma Lid commssie ZonMw-programma Spoedzorg
Dr. Ilja Bongers
Referent BMC Health Services Research, BMC public health, European Journal of Public Health, Health and Place, ZonMw
Lid externe begeleidingscommissie onderzoek ‘Jongeren (anders) opgesloten? Veranderingen in de gesloten
Lid onderzoeksschool CARE
jeugdzorg en de afname van het aantal PIJ-jongeren in de JJI’s’(WODC)
Voorzitter Evaluatiecommissie Integrale Bekostiging Ministerie van VWS
Lid werkgroep wetenschap Forca (Forensisch Consortium Adolescenten) Referent ZonMw
Dr. Janneke Barelds
Lid EFCAP, European Association for Forensic Child and Adolescent Psychiatry, Psychology and other involved
Redactielid Tijdschrift ‘Link’, Wetenschapswinkel Universiteit van Tilburg
Professions.
Charlotte Barendregt MSc.
Prof. Dr. Inge Bongers
Lid EFCAP, European Association for Forensic Child and Adolescent Psychiatry, Psychology and other involved
Programmamanager Onderzoek en ontwikkeling, GGzE
Professions.
Senior onderzoeker IVA, UvT Lid Bestuur Kenniscentrum Zelfhulp en Ervaringsdeskundigheid
Dr. Deirdre Beneken genaamd Kolmer
Lid Raad van Advies IIP Brain & Cognition
Gastdocentschap SPH, CMV, MWD, Hogeschool van Amsterdam
Lid redactieraad Metaforum, wetenschappelijk tijdschrift GGz Eindhoven en GGz Midden Brabant
Gastdocentschap Opleiding voor verpleegkundige, UMC Radboud Nijmegen
Lid Wetenschapscommissie GGz Eindhoven en De Kempen
Gastdocenschap Master Advanced Nursing Practice, Hogeschool van Rotterdam
Referent ZonMw
Trainer Methode Familiezorg, Expertisecentrum Familiezorg
Supervisor Management en Onderzoek Rino-Zuid
Senior adviseur, Expertisecentrum Familiezorg
Lid Stuurgroep Academische Werkplaats Diversiteit in Jeugdbeleid
Voorzitter Peace of Art Referent ZonMw
Dr. Evelien Brouwers
Lid Nursing Philosophy
Referent ZonMw Referent Journal of Experimental Psychopathology
Dr. Carolien de Blok
Referent Scandinavian Journal of Caring Sciences
Lid EurOMA, European Operations Management Association
Lid European Association of Work and Organisational Psychology
Lid POMS, Production and Operations Management Society
Lid werkgroep psychiatrie en werk
Reviewer IJOPM (International Journal of Operations and Production Management) Organisator 1st International Service Modularity Seminar, 21-22 januari, Kopenhagen
Drs. José Buitendijk-Venema Senior staffunctionaris beleid & onderzoek Smo-Traverse
Drs. Marleen Bink
Lid dagelijks bestuur Kenniscentrum Opvang, UMC St. Radboud, Nijmegen
Lid NVN, Nederlandse Vereniging voor Neuropsychologie
Lid landelijk onderzoekersplatform Rehabilitatie
Lid EFCAP, European Association for Forensic Child and Adolescent Psychiatry, Psychology and other involved Professions.
96
97
externe representaties
externe representaties
Prof. dr. Diana Delnoij
Lid ledenraad Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN)
Member Executive Council European Public Health Association
Lid van de Commissie Buitenslands Gediplomeerden Volksgezondheid, beroepsgroepverpleegkundigen
Member Scientific Committee European Public Health Association
(Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)
Member section Health Services Research European Public Health Association
Voorzitter Platform V&VN Opleiders
Bestuurslid Nationaal Referentiecentrum Dyslexie
Lid redactie Verpleegkunde
Voorzitter Medisch Comité Nederland-Vietnam Bestuurslid Interacademiale Werkgroep Zorginnovatie
Ir. Joyce de Goede
Associate Editor BMC Health Services Research
Gastdocent Wageningen University
Editor European Journal of Public Health
Gastdocent Netherlands School op Public Health (NSPOH) Amsterdam
Lid ZonMw Commissie Spoedzorg
Referent Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen (TSG)
Referent: ZonMw, BMC Health Services Research, European Journal of Public Health, British Medical Journal, TSG
Referent International journal Public health Referent Evidence and Policy, an international journal
Prof. dr. ir. Roland Friele Lid sectie health services research van EUPHA
Prof. dr. Ien van de Goor
Lid Vereniging voor Gezondheidsrecht
Lid Evidence in Research and Action (international network EIRA)
Lid directeurenoverleg Stichting Kennis Beter Delen
Lid ZonMw programmacommissie Methodologie: kosten, effecten en implementatie (deelprogramma 4 vierde
Lid onderzoeksschool CARE
ZonMw Preventieprogramma).
Referent ZonMw, KNAW, TSG
Voorzitter abstractcommissie NCVGZ congres april 2009
Klankbordgroep evaluatie Thematisch Toezicht IGZ, iBMG
Lid Organisatiecommissie NCVGZ congres april 2010 Lid organisatie commisie Nc VGZ 2011
Prof. dr. Henk Garretsen
Lid programmaraad Chronische zieken Vilans
Member Scientific Committee European Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction, Lissabon
Lid Raad van Toezicht Stichting MEE Tilburg en omstreken
Guest professor University of Stavanger
Lid Dagelijks Bestuur Vereniging voor Volksgezondheid en Wetenschap
Voorzitter Wetenschappelijke Raad Nationale Drug Monitor
Lid Kettil Bruun Society for Social and Epidemiological Research on Alcohol
Voorzitter Expertcommissie Opiumwet
Coach Mentoraat Vrouwennetwerk Universiteit van Tilburg
Voorzitter Bestuur Stichting Reinout Pfeiffer
Lid Klankbordgroep Algemeen Centrum Gezond Leven, RIVM
Lid Raad van Toezicht Nederlands Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie
Referent ZonMw
Lid Preventiekaderbrede Programma Commissie vierde programma Preventie van ZonMw.
Referent Journal of Drug Issues
Lid ZonMw/NWO Commissie Risicogedrag en Afhankelijkheid Lid Provinciale Raad voor de Volksgezondheid en Maatschappelijke Zorg in Noord-Brabant.
Prof. dr. Richard Janssen
Lid Centrale Commissie Behandeling Heroïneverslaafden.
Bestuursvoorzitter van de GGz organisatie Mondriaan te Heerlen tot 1 mei en lid van het bestuur van Altrecht
Lid Commissie CZ Fonds
te Utrecht vanaf 1 mei
Lid Adviesraad TIASNimbas Executive programma Master of Health Administration
Lid van de Wetenschappelijke Adviesraad van het Instituut voor Onderzoek naar Leefwijzen en Verslaving, het
Lid jury Beleid, Onderzoek en Praktijk prijs van de Ned. Ver. voor Preventie en Gezondheidsbevordering
IVO te Rotterdam
Lid Leerstoelbestuur van 10 bijzondere leerstoelen
Lid van de provinciale Raad voor de volksgezondheid van Limburg tot 1 juni
Lid editorial Board Alcohol and Alcoholism
Secretaris van het bestuur van GGz Nederland tot 1 oktober
Referent: The Lancet, European Journal of Public Health, Addiction,
Lid van de adviescommissie van de wetenschapswinkel van de Universiteit van Tilburg
European Addiction Research, Addiction Research, Drugs Education, Prevention
Penningmeester en bestuurslid van ZonMw per 1 okt. 2010
and Policy, TSG Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen.
Drs. Tom Joosten Dr. Robbert Gobbens
Senior Wetenschappelijk Medewerker, Onderzoek & Ontwikkeling GGzE
Coördinator opleiding Master Advanced Nursing Practice, Hogeschool Rotterdam
Redacteur Metaforum, wetenschappelijk tijdschrift van GGzE en de Breburg Groep
Senior onderzoeker Kenniskring Samenhang in de ouderenzorg, Hogeschool Rotterdam
Lid van de European Pathway Association
Voorzitter vakcommissie chronische zorg Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN)
Lid van het dagelijks bestuur van het Netwerk Klinische Paden
98
99
externe representaties
externe representaties
Referent Clinical Governance, an international Journal
Voorzitter en bestuurslid EFCAP Nederland (European Association for Forensic Child and Adolescent Psychiatry,
Referent International Journal for Quality in Health Care
Psychology and other involved Professions) Voorzitter programmaraad EFP (Expertisecentrum Forensische Psychiatrie)
Dr. Katrien Luijkx
Voorzitter Toetsingscommissie Landelijk instrumentarium jeugdstrafrechtketen (Topberaad/DJJ)
Lid raad van toezicht Zorgbelang Brabant
Voorzitter High Level Kennisgroep Forca (Forensisch Consortium Adolescenten)
Lid Strategische Werkveld Adviesraad Social Work Avans Hogeschool
Voorzitter externe begeleidingscommissie onderzoek ‘Risicomanagement en beschermende factoren bij
Referent TSG
TBS-patiënten’ (WODC)
Referent lectoraat Gerontologie Avans Hogeschool
Voorzitter externe begeleidingscommissie onderzoek ‘Middelengebruik bij jongens in Justitiële Jeugdinrichtingen’ (WODC)
Drs. Marjolein Lugtenberg
Voorzitter externe begeleidingscommissie onderzoek ‘Procesevaluatie van de gedragsinterventie Agressie
Referent BMC Health Services Research
Regulatie op Maat’ (WODC) Voorzitter Wetenschapscommissie GGz Eindhoven en De Kempen
Dr. Jolanda Mathijssen
Redacteur Tijdschrift Kind & Adolescent
Referent ZonMw
Redacteur Boekenreeks ‘Protocollen in de GGz’ (BSL) Redactieraadlid Tijdschrift voor Seksuologie
Dr. ir. Bert Meijboom
Jurylid Koos Slob-prijs (Tijdschrift voor Seksuologie)
Lid EurOMA, European Operations Management Association
Lid landelijk onderzoekersplatform Rehabilitatie
Editorial advisory board van Journal of Servi0ce Management (JOSM)
Peer reviewer Acta Psychiatrica Scandinavica, Tijdschrift voor Seksuologie, The American Journal of Orthopsychiatry
Coördinator Master Supply Chain management
Lid Stichting Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren
Stuurgroep ‘Medisch Applicatie Centrum Midden-Brabant’
Lid International Society for Quality-of-Life Studies
Projectteam ‘Acute medische zorg buiten kantoortijd’ regio Midden-Brabant
Lid Genootschap ter bevordering van de Natuur-, Genees- en Heelkunde, sectie III
Projectteam “Gedeelde planning in transmurale zorgketens” Research fellow CenTER
Prof. dr. ing. Hans van Oers
Coördinator ICT & Onderwijs bij Faculteit voor Economische en Bedrijfswetenschappen
Voorzitter ZonMw Programmacommissie Preventie, subcommissie Implementatie
Docent ‘Operations Management in Ketenzorg’ bij MBA-Health van Erasmus CMDz, Rotterdam
Lid ZonMw Programmacommissie Academische Werkplaatsen Publieke Gezondheid
Docent ‘Ketenzorg’ bij Opleiding tot Jeugdarts KNMG
Lid ZonMw Programmacommissie Preventie Lid Governing Council European Public Health Association (EUPHA)
Prof. dr. Jan Moen
Lid EUPHA, sections Epidemiology and Health Promotion
Parttime consultant
Lid Stuurgroep Lokale en Nationale Monitor Volksgezondheid
Lid redactieraad Zorgvisie
Lid Wetenschappelijke Raad Nationale Drugs Monitor (NDM)
Voorzitter onderzoeksteam ‘De zorgmanager van het jaar’
Lid Begeleidingscommissie Drugs Informatie en Monitoring Systeem (DIMS)
Programmaleider Master of Health Business Administration (Erasmus Universiteit Rotterdam)
Vicevoorzitter Wetenschappelijke Raad Nationale studie geestelijke gezondheid (NEMESIS-2) Lid Wetenschappelijke Raad Centrum Jeugdgezondheid
Dung Ngo MSc.
Lid Stuurgroep Prestatie-indicatoren Openbare Gezondheidszorg (IGZ)
Lid European Health Policy Group
Lid Algemeen Bestuur Vereniging Volksgezondheid en Wetenschap (V&W) Lid Raad van Toezicht Instituut voor onderzoek naar leefwijzen en verslaving (IVO)
Prof. dr. Chijs van Nieuwenhuizen
Lid Gezondheidsraad, Beraadsgroep Maatschappelijke Gezondheidszorg
Lid adviescommissie Gezondheidsraad ‘Migrantenjeugd & jeugd-ggz’
Lid Stuurgroep en Programmacommissie Nederlands Congres Volksgezondheid
Lid Programmacommissie Zorg voor Jeugd subcommissie Interventies ZonMw
Lid Programmacommissie European Public Health Congres 2010
Lid Programmacommissie Risicogedrag & Afhankelijkheid ZonMw/NWO
Gastdocent NSPOH
Lid Erkenningcommissie gedragsinterventies justitie (MvJ)
Redactielid Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen (TSG)
Lid Scientific Advisory Committee, FPC De Kijvelanden
Referent Addiction, BMC Public Health, Substance Use and Misuse, Tijdschrift voor Gezondheids-
Lid wetenschappelijk comité Forensisch Kenniscentrum (KeFor/Vlaanderen)
wetenschappen (TSG)
Lid voorbereidingsgroep van congres van 10 juni 2010, Eindhoven ‘Jeugd, autisme en co-morbiditeit’.
100
101
externe representaties
externe representaties
Prof. dr. Johan Polder
Mr. Ietje de Rooij
Voorzitter Vereniging voor Gezondheidseconomie (VGE)
Directeur Zorgcentrum de Kievitshorst (De Wever) te Tilburg
Lid Gezondheidsraad, Raadscommissie voor Gezondheidsonderzoek (RGO)
Voorzitter van Beroepscommissie Registratie van Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie
Lid Commissie Farmaceutische Hulp, College voor Zorgverzekeringen
Lid van Nederlandse vereniging voor Gezondheidsrecht
Lid beoordelingscommissie Zorginnovatieplatform
Bestuurslid van Stichting Hospice “De Duinsche Hoeve” te ‘s-Hertogenbosch
Lid ZonMw programmacommissie Preventie, subcommissie methodologiestudies
Lid van Nederlands Centrum van Directeuren en Commissarissen
Voorzitter bestuur Stichting De Vluchtheuvel (Instelling voor psychosociale hulpverlening) Redactielid Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen (TSG)
Drs. Rosalie van der Sar
Referent Health Economics; Health Policy; BMJ, Social Science & Medicine; Journal of Rheumatology; European
Referent Drugs: Education, Prevention, and Policy
Journal of Public Health, ZonMw
Lid Faculteitsraad Faculteit Sociale Wetenschappen, Universiteit van Tilburg Lid Kettil Bruun Society for Social and Epidemiological Research on Alcohol
Dr. Madeleine Rijckmans Psychologe Mentaal Beter
Prof. dr. René Schalk
Psychologe CPC
Hoofdredacteur Gedrag en Organisatie
Senior wetenschappelijk onderzoeker GGz Breburg Groep
Lid editorial board Journal of Managerial Psychology
Secretaris Commissie Wetenschappelijk Onderzoek GGz Breburg Groep
Lid editorial board Group and Organization Management
Hoofdredacteur Metaforum
Lid adviesraad lectoraat Gerontologie Avans Hogeschool
Referent ZonMw
Referent voor de European Science Foundation (ESF)
Referent European Journal of Social Policy
Lid programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie
Referent Scandinavian Journal of Caring Sciences
Lid Raad van Advies Kenniscentrum Zorg en Welzijn Lid wetenschappelijke denktank Zilveren Kracht
Dr. Diana Roeg
Lid expertpanel ERIH psychologie
Coördinator ontwikkeling Tranzo master Kennistoepassing zorg en welzijn Lid Kettil Bruun Society for Social and Epidemiological Research on Alcohol
Prof. dr. Jos Schols
Lid Platform OGGZ Praktijken
Lid van de Stuurgroep/coördinatiegroep uitvoering Wet Orgaandonatie van het ministerie van VWS.
Lid Assertive Community Treatment Platform
Lid van de redactie van Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen (TSG)
Lid editorial board van het tijdschrift: Mental health and substance use: dual diagnosis
Referent voor Journal International Psychogeriatrics, Tijdschrift Gerontologie en Geriatie; het journal Nutrition en
Referent Health and Social Care in the Community
voor BMC Geriatrics.
Referent Mental health and substance use: dual diagnosis
Referent voor ZonMw Referent voor Nederlandse Hartstichting
Prof. dr. Aad de Roo
Trustee van de European Pressure Ulcer Advisory Panel (EPUAP)
Programmadirecteur van de Advanced Master Business Administration in Healthcare Management van de Erasmus
Lid van de Working group on Nutrition van de EPUAP (European Pressure Ulcer Advisory Panel)
Universiteit
Juryvoorzitter Gastvrijheidszorg met Sterren sinds 2008 (t.b.v. Gastvrijheidszorg Sterrengids, de kwaliteitsgids voor
Directeur Stichting Wetenschappelijk Onderzoek en Onderwijs Gezondheidszorg (SWOOG)
eten, drinken, ambiance en service in zorginstellingen)
Voorzitter European Health Management Association
Lid van het Curatorium van de leerstoel Voedingsfysiologie met bijzondere aandacht voor het verouderingsproces
Lid redactieraad International Journal of Health Planning and Management
en de oudere mens (Wageningen Universiteit)
Bestuurslid Stichting Managementscholing Medisch Specialisten
Lid van het Curatorium van de leerstoel Ouderenbeleid (Universiteit van Tilburg)
Lid onderwijscommissie Academie voor Medische Specialisten
Lid van het Curatorium van de leerstoel Psychosociale aspecten van zorg voor kwetsbare ouderen (Radboud
Lid Raad van Toezicht VU-leerstoel Beleid en Organisatie van Zorg
Universiteit Nijmegen)
Lid van de Raad van toezicht van de KUN-leerstoel ‘maatschappelijk ondernemen met vastgoed’
Lid van de werkcommissie patiëntveiligheid van ZonMw Lid van de klankbordgroep verpleeghuiszorg van het CCE Noord-Brabant en Limburg Lid van de commissie Ondervoeding bij ouderen van de Gezondheidsraad Lid van de Taskforce improving demntia care in care homes van de IPA. Project leader Dutch part of EU project Elder Abuse in chronic care settings ( MILCEA)
102
103
externe representaties
externe representaties
Dr. Martin Smits
Referent voor BMC Health Services Research, Journal Obstructive Pulmonary Disease, International Journal
Lid Association of Information Systems
Inetgrated Care, ZonMw
Lid Vereniging voor informatieverwerking in de zorg (VMBI) Lid Nederlands Genootschap Informatica
Prof. dr. Jaap van Weeghel
Lid adviesraad 7x24 project Gemeente Tilburg en Zorgnetwerk Midden-Brabant, (Slimme Zorg programma,
Directeur Kenniscentrum Phrenos
Provincie Brabant)
Lid commissie Kwaliteit ZonMw-programma Participatie en Gezondheid
Adviseur e-government en electronische dienstverlening (Cockpit-Werkplein project), gemeente Tilburg
Lid begeleidingscommissie project ‘ Herstel en Burgerschap’ (GGZ Nederland, VNG, Federatie Opvang).
Kerndocent Informatiemanagement in de zorg, Master of Health Business Administration, Erasmus Universiteit
Redacteur Jaarboek Psychiatrische Rehabilitatie (Uitgeverij SWP)
Rotterdam.
Lid comité van aanbeveling transitieproject ervaringsdeskundigheid GGz Eindhoven Lid Onderzoeksraad Parnassia Bavo Groep
Kees Span MSc.
Lid Kerngroep Update Multidisciplinaire Richtlijn Schizofrenie
Lid promovendi-raad Faculteit Sociale Wetenschappen UvT
Voorzitter begeleidingscommissie RIBW-onderzoek Utopia (RGOc Groningen)
Lid netwerk promovendi op het gebied van organisation studies
Voorzitter kerngroep Richtlijn Arbeid en ernstige psychische stoornissen (Trimbos-instituut, NVvP en NVAB) Voorzitter stuurgroep landelijk panel Psychisch Gezien
Dr. Giel Verhaegh
Referent Psychiatric Services
Senior wetenschappelijk medewerker bij afdeling Onderzoek en Ontwikkeling van GGz Eindhoven
Referent Psychiatric Rehabilitation Journal
Lid en secretaris Wetenschapscommissie GGz Eindhoven Hoofdredacteur Metaforum, wetenschappelijk tijdschrift GGz Eindhoven en GGZ Breburg
Prof. dr. Gert Westert
Gastdocent opleiding tot GGz Verpleegkundig Specialist, specialisatie module Schizofrenie
Voorzitter Commissie Centrale Activiteiten Stimulering Huisartsopleiding (CASH), SBOH werkgever van huisartsen in opleiding
Drs. Paulien Vermunt
Lid ZonMw commissie Evaluatie Zvw/Wmg
Lid van IMAGE: European network to “Develop and Implement a European Guideline and Training Standards for
Lid - namens Nederland - OECD Health care quality indicator project, Parijs
Diabetes prevention”.
Referent European Journal of Public Health; Social Science and Medicine; Medical Care; BioMed Central; BMC Health Services Research, BMC Public Health, Health Economics, British Medical Journal
Drs. Aart van de Vijsel
Lid Academy Health, Health Services Research Washington DC, VS
Referent BMC Health Services Research
Lid section Health services research, European Public Health Association (EUPHA)
Lid Vereniging gezondheidseconomie (VGE)
Lid editorize board: International journal for Quality in Health Care Lid editorize board: Health Services Research (Biomed Centre)
Drs. Maartje de Vos
Extern lid Raad voor de Kwaliteit: Amphia Ziekenhuis, Breda
Referent International Journal for Quality in Healthcare Secretaris Commissie Kwaliteitsindicatoren van de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care (NVIC)
Jan-Erik de Wildt MHA Interim- & projectmanager eerstelijnszorg Commonsense
Prof. dr. Bert Vrijhoef
Directeur uitgever De Eerstelijns vakmagazine samenwerkende eerstelijns zorgprofessionals
Hoofd Afdeling Onderzoek, RVE Transmurale zorg, azM Maastricht
Programmaleider executive masterclass eerstelijns bestuurders TRANZO
Universitair Hoofddocent, Vakgroep Verpleging en Verzorging, Universiteit Maastricht
Lid van de evaluatiecommissie integrale bekostiging Ministerie van VWS
Visiting associate professor, National University of Singapore
Directeur bedrijfsvoering De Ondernemende Huisarts te Eindhoven
Lid Evaluatiecommissie Integrale Bekostiging Ministerie VWS Lid Expertpool Programma Verbetering van Zorg voor Chronich Zieken Vilans
ir. Albert Wong
Lid Kwaliteitsconsortium NFU
Lid Vereniging van Gezondheidseconomie (VGE)
Wetenschappelijk adviseur CIRAN
Lid ANed, Nederlandse sectie van de International Biometric Society (IBS)
Wetenschappelijk adviseur CIRC
Lid van International Health Economics Association (iHEA)
Board Member International Disease Management Association (USA)
Referent voor Journal of Clinical Epidemiology, PLoS One, en Social Science & Medicine
Lid wetenschappelijke adviesraad Zorgbelang Editor Journal European Diabetes Nursing
104 externe representaties
Bram Wouterse MSc. Lid Vereniging voor Gezondheidseconomie Referent voor European Journal of Public Health
Drs. M. Zuidgeest Referent BMC Health Services Research en Arthritis & Rheumatism Bestuurslid Landelijke Vereniging voor Vitiligo-Patiënten Lid Vereniging voor Bewegingswetenschappen Nederland Lid alumnivereniging Beleid en Management Gezondheidszorg
publicaties
106
107
publicaties1
publicaties
Internationale publicaties2
(Doctoral dissertation). Utrecht: NIVEL.
• Aarts, M.J., Jeurissen, M.P.J., Oers, J.A.M. van, Schuit, A.J., & Goor, L.A.M. van de (2010). Multi-sector policy
• Coppen, R., Friele, R.D., Gevers, J.K.M., & Zee, J. van der (2010). Imagining the Impact of Different Consent
action to create activity-friendly environments for children: A multiple-case study. Health Policy. Advanced online publication. doi:10.1016/j.healthpol.2010.09.011 • Aarts, M.J., Wendel-Vos, G.C.W., Oers, J.A.M. van, Goor, L.A.M. van de, & Schuit, A.J. (2010). Environmental Determinants of Outdoor Play in Children: A Large-Scale Cross-Sectional Study. American Journal of Preventive Medicine, 39(3), 212 - 219. • Baal, P.H.M. van, Feenstra, T.L., Polder, J.J., Hoogenveen, R.T., & Brouwer, W.B.F. (2010). Economic evaluation and the postponement of health care costs. Health Economics. Advanced online publication. doi: 10.1002/ hec.1599 • Baars, J.E., Boon, B.J.F., Garretsen, H.F.L., & Mheen, D. van de (2010). The reach of a free hepatitis B vaccination programme: Results of a Dutch study among drug users. International Journal of Drug Policy, 21(3), 247-250. • Barelds, A. (2010). The quality of care and service trajectories for people with intellectual disabilities: The development of the QUALITRA-ID(-P) (Doctoral dissertation). Ridderkerk: Ridderprint. • Barelds, A., Goor, I. van de, Heck, G. van, & Schols, J. (2010). Quality of care and service trajectories for people with intellectual disabilities: defining the aspects of quality from the client’s perspective. Scandinavian Journal of Caring Sciences, 24, 164-174. • Barelds, A., Goor, I. van de, Heck, G. van, & Schols, J. (2010). The development of the QUALITRA-ID: a user-
Systems on Organ Donation: The Decisions of Next of Kin. Death Studies, 34(9), 835-847. • Coppen, R., Friele, R.D., Zee, J. van der, & Gevers, S.K. (2010). The potential of legislation on organ donation to increase the supply of donor organs. Health Policy, 98, 164-170. • Coppen, R., Friele, R.D., Gevers, S.K.M., & Zee, J. van der (2010). Donor education campaigns since the introduction of the Dutch Organ Donation Act: the increase of cohesion between campaigns has paid off. Transplant International, 23, 1239-1246. • Curseu, P.L., Schalk, R., & Schruijer, S.G.L. (2010). The use of cognitive mapping in eliciting and evaluating group cognitions. Journal of Applied Social Psychology, 40(5), 1258-1291. • Damman, O.C., Hendriks, M., Rademakers, J.J.D.J.M., Delnoij, D.M.J., & Groenewegen, P.P. (2010). How do healthcare consumers process and evaluate comparative healthcare information? BMC Public Health, 9(423). • Damman, O.C. (2010). Public reporting about healthcare users’ experiences: the Consumer Quality Index (Doctoral dissertation). Utrecht: NIVEL. • Delnoij, D.M., Rademakers, J.J., & Groenewegen, P.P. (2010). The Dutch consumer quality index: an example of stakeholder involvement in indicator development. BMC Health Serv Res, 10, 88. • Delnoij D.M., Rademaker, J., & Groenewegen, P. (2010). Stakeholder involvement in the development of national indicator sets: the example of the Dutch Consumer Quality Index. European Journal Public Health, 20(1), 13.
orientated interview to assess the quality of care and service trajectories for intellectually disabled persons.
• Dierick-van Daele, A.T.M., Steuten, L.M.G., Metsemakers, J.F.M., Derckx, E.W.C.C., Spreeuwenberg, C., &
Journal of Intellectual Disability Research, 54, 224-239.
Vrijhoef, H.J.M. (2010). Economic evaluation of substituting nurse practitioners for general practitioners. British
• Bekker, M., & Goede, J. de (2010). Policy. In A. Haveman-Nies, S.C. Jansen, J.A.M. van Oers & P. van ‘t Veer (Eds.), Epidemiology in public health practice (275-303). Wageningen: Wageningen Academic Publishers. • Berg, M. van den (2010). Workload in general practice (Doctoral dissertation). Utrecht: NIVEL. • Blok, S.A. de, Luijkx, K.G., Meijboom, B.R., & Schols, J.M.G.A. (2010). Improving long-term care provision: Towards demand-based care by means of modularity. BMC Health Services Research, 10(278). • Blok, S.A. de, Meijboom, B.R., Luijkx, K.G., & Schols, J.M.G.A. (2010). Modular care and service packages for independently living elderly. International Journal of Operations and Production Management, 30, 75-97. • Blok, S.A. de, (2010). Modular Care Provision, a qualitative study to advance theory and practice (Doctoral dissertation). Tilburg: Tilburg University. • Boer, D. de, Delnoij, D.M., & Rademakers, J.(2010). Do patient experiences on priority aspects of health care predict their global rating of quality of care? A study in five patient groups. Health Expect, 13(3), 285-297. • Boot, J.M., & Oers, J.A.M. van (2010). Organisation of public health. In: A. Haveman-Nies, S.C. Jansen, J.A.M. van Oers, P. van ’t Veer (Eds). Epidemiology in public health practice (chapter 12). Wageningen: Wageningen Academic Publishers. • Boyne, J.J., Vrijhoef, H.J.M., Wit, R.D. de, & Gorgels, A.P.M. (2010). Telemonitoring in patients with heart failure, the TEHAF study: Study protocol of an ongoing prospective randomized trial. International Journal of Nursing Studies, 1-9. • Claes, R., Schalk, R., & Jong, J. de (2010). International comparisons of employment contracts, psychological contracts, and worker well-being. In D.E. Guest, K. Isaksson, & H. de Witte (Eds.), Employment contracts, psychological contracts, and employee well-being (213-230). Oxford: Oxford University Press.
Journal General Practice, 60, 28-35. • Dierick-van Daele, A.T.M., Steuten, L.M.G., Romeijn, A., & Vrijhoef, H.J.M. (2010). Is it optimally viable to employ the nurse practitioner in general practice? Journal of Clinical Nursing, 1-9. • Dierick-van Daele, A.T.M., Metsemakers, J.F.M., Derckx, E.W.C.C., Spreeuwenberg, C., & Vrijhoef, H.J.M. (2010). The value of nurse practitioners in Dutch general practices. Quality in Primary Care, 18(4), 231-241. • Dijk, C.E. van, Verheij, R.A., Hansen, J., Velden, L. van der, Nijpels, G., Groenewegen, P.P., & Bakker, D.H. de (2010). Primary care nurses: effects on secondary care referrals for diabetes? BMC Health Services Research, 10(230). • Dijk-de Vries, A.N. van, Duimel-Peeters, I.G.P., Muris, J.W.M., Wesseling, G., Beusmans, G.H.M.I., & Vrijhoef, H.J.M. (2010). Self-evaluation of teamwork effectiveness in integrated care delivery. European Journal of Public Health, 20(1), 56. • Eijk-Hustings, Y.J.L. van, Daemen, L., Schaper, N.C., & Vrijhoef, H.J.M. (2010). Implementation of Motivational Interviewing in a diabetes care management initiative in the Netherlands. Patient Education and Counseling, 1-9. • Elissen, A.M.J., Duimel-Peeters, I.G.P., Spreeuwenberg, C., Vrijhoef, H.J.M., Saz-Parkinson, Z., & Sarria-Santamera, A (2010). Advancing existing approaches to evaluation: experiences from The Netherlands and Spain. European Journal of Public Health, 20(1),13. • Feltz-Cornelis, M. van der, Hoedeman, R., Jong, F.J. de, Meeuwissen, J.A.C., Drewes, H.W., Laan, N.C. van der, & Adèr, H.J. (2010). Faster return to work after psychiatric consultation for sicklisted employees with common mental disorders compared to care as usual. A randomized clinical trial. Neuropsychiatric Disease and Treatment, 6, 375-385.
• Coppen, R. (2010). Organ donation, policy and legislation. With special reference to the Dutch Organ Donation Act
• Gaag, M. van der, Slooff, C., Weeghel, J. van, & Selten, J.P. (2010). Cognitive Behavioral Therapy for psychosis;
1
Medewerkers Tranzo zijn vetgedrukt
• Gaag, M. van der, Weeghel, J. van, Slooff, C., & Selten, J.P. (2010). The Dutch multidisciplinary guideline for
2
Wetenschappelijke en vakpublicaties
development of guidelines and implementation. Early Intervention in Psychiatry, 4(1), 183. schizophrenia on ultra high risk patients. Early Intervention in Psychiatry, 4(1), 26.
108
109
publicaties
• Garretsen, H.F.L. (2010). The Dutch and their drugs: The end of an era? Reflections on Dutch policies towards tobacco, alcohol and illegal drugs. Drugs: Education, Prevention and Policy, 17(5), 485-495. • Garretsen, H.F.L., Brouwers, E.P.M., & Goor, L.A.M. van de (2010). Towards evidence based policy regarding drugs and mental health. Mental Health and Substance Use: dual diagnosis 3(1), 4-9. • Gestel-Timmermans, J. van, Bogaard, J. van den, Brouwers, E.P.M., Herth, K., & Nieuwenhuizen, Ch. van (2010). Hope as a determinant of mental health recovery: a psychometric evaluation of the HHI-Dutch version. Scandinavian Journal of Caring Sciences, 24(1), 67-74. doi: 10.1111/j.1471-6712.2009.00758.x • Gestel-Timmermans, J. van, Brouwers, E.P.M., & Nieuwenhuizen, Ch. van (2010). Recovery is up to you. A peer-run course. Psychiatric Services, 61(9), 944-945. • Gobbens, R.J.J. (2010). Frail elderly. Towards an integral approach (Doctoral Dissertation). Verpleegkunde, 25(3), 21-24.
publicaties
rehabilitation interventions in patients with prolonged fatigue. International Journal of Behavioral Medicine. Advanced online publication. doi:10.1007/s12529-010-9099-4 • Joosen, M.C.W., Frings-Dresen, M.H.W., & Sluiter, J.K. (2010). Erratum to: Process and outcome evaluation of vocational rehabilitation interventions in patients with prolonged fatigue. International Journal of Behavioral Medicine. Advanced online publication. Doi:10.1007/s12529-010-9099-4 • Joosten, T.C.M., & Ham, M.A.J.A.E. van (2010). International Forum on Quality and Safety in Healthcare. Metaforum, 16, 5-8. • Josten, E.J.C., & Schalk, R. (2010). The effects of demotion on older and younger employees. Personnel Review, 39(2), 195-209. • Koopmanschap, M., Meijer, C. de, Wouterse, B., & Polder, J.J. (2010). Determinants of health care expenditures in an aging society. Panel Paper, 22. Netspar: Tilburg.
• Gobbens, R.J.J., Assen, M.A.L.M. van, Luijkx, K.G., Wijnen-Sponselee, M.Th., & Schols, J.M.G.A. (2010).
• Lugtenberg, M., Burgers, J.S., Zegers-van Schaick, J.M., & Westert, G.P. (2010). Guidelines on uncomplicated
Determinants of Frailty. Journal of the American Medical Directors Association, 11, 356-364.
urinary tract infections are difficult to follow: perceived barriers and suggested interventions. BMC Family
• Gobbens, R.J.J., Luijkx, K.G., Wijnen-Sponselee, M.Th., & Schols, J.M.G.A. (2010). In search of an integral con-
Practice, 11(51).
ceptual definition of frailty: Opinions of experts. Journal of the American Medical Directors Association, 11, 338-343. • Gobbens, R.J.J., Assen, M.A.L.M. van, Luijkx, K.G., Wijnen-Sponselee, M.Th., & Schols, J.M.G.A. (2010). The Tilburg Frailty Indicator: Psychometric properties. Journal of the American Medical Directors Association, 11, 344-355. • Gobbens, R.J.J., Luijkx, K.G., Wijnen-Sponselee, M.Th., & Schols, J.M.G.A. (2010). Toward a conceptual definition of frail community dwelling older people. Nursing Outlook, 58, 76-86. • Gobbens, R.J.J., Luijkx, K.G., Wijnen-Sponselee, M.Th., & Schols, J.M.G.A. (2010). Towards an integral conceptual model of frailty. Journal of Nutrition, Health and Aging, 14(3), 175-181. • Gobbens, R.J.J., Luijkx, K.G., Assen, M.A.L.M. van, Wijnen-Sponselee, M.Th., & Schols, J.M.G.A. (2010). The construct validity of the Tilburg Frailty Indicator (abstract). Journal of Clinical Nursing, 19(1),147. • Goede, J. de, Putters, K., Grinten, T. van der, Oers, J.A.M. van (2010). Knowledge in process? Exploring barriers between epidemiological research and local health policy development. Health Research Policy and Systems, 8, 26. • Haveman-Nies, A., Jansen, S.C., Oers, J.A.M., van, & Veer, P. van ‘t (2010). Epidemiology in public health practice. Wageningen: Wageningen Academic Publishers. • Hendriks, J.M.L., Wit, R. de, Vrijhoef, H.J.M., Tieleman, R.G., & Crijns, H.J.G.M. (2010). An integrated chronic care program for patients with atrial fibrillation: Study protocol and methodology for an ongoing prospective randomised controlled trial. International Journal of Nursing Studies, 47(10), 1310-1316. • Hendriks, J.M.L., Nieuwlaat, R., Vrijhoef, H.J.M., Wit, R. de, Crijns, H.J.G.M., & Tieleman, R.G. (2010). Improving guideline adherence in the treatment of atrial fibrilation by implementing an integrated chronic care program. Netherlands Heart Journal, 18(10), 471-477.
• Luijkx, K.G., & Schols, J.M.G.A. (2010). Perceptions of terminally ill patients and family members regarding home and hospice as places of care at the end of life. European Journal of Cancer Care. Advanced online publication. doi: 10.1111/j.1365-2354.2010.01228.x • Maeyer, J. de, Vanderplasschen, W., Lammertyn, J., Nieuwenhuizen, Ch. van, Sabbe, B., & Broekaert, E. (2010). Current quality of life and its determinants among opiate-dependent individuals five years after starting methadone treatment. Quality of Life Research. Advanced online publication. doi:10.1007/s11136-010-9732-3 • Meerkerk, G.J., Eijnden, R.J.J.M. van den, Franken, I.H.A., & Garretsen, H.F.L. (2010). Is compulsive internet use related to sensitivity to reward and punishment, and impulsivity? Computers in human behavior, 26, 729-735. • Munten, G., Bogaard, J. van den, Cox, K., Garretsen, H.F.L., & Bongers, I.M.B. (2010). Implementation of evidence-based practice in nursing using action research: A review. Worldviews on Evidence-Based Nursing, 7(3), 135-157. • Noordman, J., Dijk, L. van, & Friele, R. (2010). Patient organisations and the reimbursement process of medicines: an explorative study in eight European countries. BMC Health Services Research,10(1). • Oers, J.A.M. van, & Bon-Martens, M. van (2010). Support priority setting. In: A. Haveman-Nies, S.C. Jansen, J.A.M. van Oers, P. van ‘t Veert (Eds). Epidemiology in public health practice (chapter 6). Wageningen: Wageningen Academic Publishers. • Ogbu, U.C., Slobbe, L.C., Arah, O.A., Bruin, A. de, Stronks, K., & Westert, G.P. (2010). Hospital stroke volume and case-fatality revisited. Medical Care, 48(2), 149-156. • Pisters, M.F., Veenhof, C., Schellevis, F.G., Twisk, J.W., Dekker, J., & Bakker, D.H. de (2010). Exercise adherence
• Hood, G., & Vrijhoef, H.J.M. (2010). The intruder in our midst. European Diabetes Nursing, 7(2), 48-48.
improves long-term patient outcome in patients with osteoarthritis of the hip and/or knee. Arthritis Care and
• Jansen, M.W.J., Oers, J.A.M., van, Kok, G., & Vries, N.K. (2010). Public health: disconnections between policy,
Research, 62(8), 1087-1094.
practice and research. Health Research Policy and Systems, 8, 37. • Jarman, B., Pieter, D., Veen, A.A. van der, Kool, R.B., Aylin, P., Bottle, A., Westert, G.P., & Jones, S. (2010). The Hospital Standardized Mortality Ratio: a powerful tool for Dutch hospitals to assess their quality of care? Quality and Safety in Health Care, 19(1) 9-13. • Jong, J. de, Groenewegen, P.P., Spreeuwenberg, P., Schellevis, F., & Westert, G.P. (2010). Do guidelines create uniformity in medical practice? Social Science and Medicine, 70(2), 209-216.
• Pisters, M.F., Veenhof, C., Schellevis, F.G., Bakker, D.H. de, & Dekker, J. (2010). Long-term effectiveness of exercise therapy in patients with osteoarthritis of the hip or knee: a randomized controlled trial comparing two different physical therapy interventions. Osteoarthritis and Cartilage,18(8), 1019-1026. • Pisters, M.F., Veenhof, C., Schellevis, F., Twisk, J.W.R., Dekker, J., Bakker, D.H. de (2010). Behavioural graded activity results in better exercise adherence and more physicial activity than usual care in people with osteoarthritis: a cluster-randomised trial. Journal of Physiotherapy, 56(1), 41-47.
• Jong, J.P. de, & Schalk, R. (2010). Extrinsic motives as moderators in the relationship between fairness and
• Priebe, S., Reininghaus, U., McCabe, R., Burns, T., Eklund, M., Hansson, L., Junghan, U., Kallert, T., Nieuwen-
work-related outcomes among temporary workers. Journal of Business and Psychology. 25(1), 175-189.
huizen, Ch. van, Ruggeri, M., Slade, M., & Wang, D. (2010). Factors influencing subjective quality of life in
• Joosen, M.C.W., Frings-Dresen, M.H.W., & Sluiter, J.K. (2010). Process and outcome evaluation of vocational
patients with schizophrenia and other mental disorders: A pooled analysis. Schizophrenia Research, 121, 251-258.
110
111
publicaties
• Rietveld, E., Steyerberg, E.W., Polder, J.J., Veeze, H.J., Vergouwe, Y., Huysman M.W., Groot, R. de, & Moll, H.A.
publicaties
• Smits, M.T., Heuvel, W.J. van den, & Nikolao, C. (2010). Redesign and performance of service networks: a systems
(2010). Passive immunisation against respiratory syncytial virus: a cost-effectiveness analysis. Archives of Desease in Childhood, 95, 493-498. doi: 10.1136/adc.2008.155556
dynamics approach (FEB-Information Management Discussion paper). • Steuten, L.M.G., & Vrijhoef, H.J.M. (2010). How to move from belief to proof? Economic evaluation of care
• Roeg, D.P.K., & Kuunders, T.J.M. (2010). Developing and evaluating innovative community programmes.
programs for chronicall ill. Clinical Medicine Research, 8(52).
In: D.B. Cooper (Ed.), Developing services in mental health-substance use (chapter 7). Oxford: Radcliffe Publishing.
• Veer, P. van ‘t, Sturmans, F., Oers, J.A.M. van (2010). Evolution of epidemiology in society In: A. Haveman-Nies,
• Rooij, A. de, Luijkx, K., Declercq, A., & Schols, J. (2010). The impact of small-scale living in the Netherlands and
S.C. Jansen, J.A.M. Oers, van, P. van ‘t Veer (Eds). Epidemiology in public health practice (chapter 1). Wageningen:
Belgium: Triangulation of data analysis. The Gerontologist, 50(S1), 506. • Rots-de Vries, M.C., Goor, L.A.M. van de, Stronks, K., & Garretsen, H.F.L. (2010). Psychosocial child adjustment
Wageningen Academic Publishers. • Vermunt, P., Milder, I., Wielaard, F., van Oers, J.A.M., & Westert, G.P. (2010). An active strategy to identify
and family functioning in families reached with an assertive outreach intervention. Scandinavian Journal of Caring
individuals eligible for type 2 diabetes prevention by lifestyle intervention in Dutch primary care: the APHRODITE
Sciences, Advanced online publication. doi: 10.1111/j.1471-6712.2010.00822.x • Rots-de Vries, M.C., Goor, L.A.M. van de, Stronks, K., & Garretsen, H.F.L. (2010). Evaluation of an assertive out-
study. Family Practice, 27(3), 312-319. doi: 10.1093/fampra/cmp100 • Vos, M.L.G. de, Veer, S.N. van der, Graafmans, W.C., Keizer, N.F. de, Jager, K.J., Westert, G.P., & Voort, P.H.J. van
reach intervention for problem families: intervention methods and early outcomes. Scandinavian Journal of Caring
der (2010). Implementing quality indicators in intensive care units: exploring barriers to and facilitators of behaviour
Sciences, Avanced online publication. doi: 10.1111/j.1471-6712.2010.00822.x
change. Implementation Science, 5(52).
• Rots-de Vries, M.C. (2010). Perform quality control. In: A. Haveman-Nies, S.C. Jansen, J.A.M. van Oers, P. van ‘t
• Vijsel, A.R. van de, Engelfriet, P.M., & Westert, G.P. (2010). Rendering hospital budgets volume based and open
Veer (Eds.), Epidemiology in public health practice, (chapter 10). Wageningen: Wageningen Academic Publishers.
ended to reduce waiting lists: Does it work? Health Policy. Advance online publication. doi:10.1016/j.health-
• Rots-de Vries, M.C., Goor, L.A.M. van de, Stronks, K., & Garretsen, H.F.L. (2010). Evaluation of an assertive outreach intervention for problem families: characteristics of the target group, intervention methods and early
pol.2010.11.014 • Vrijhoef, H.J.M., Dijk-de Vries, A.N. van, & Duimel-Peeters, I.G.P. (2010). Assessing the needs of patients with
outcomes. In: E.J. Knorth, M.E. Kalverboer, J. Knot-Dickscheit (Eds.), How interventions in child and family care work. An international source book (chapter 48). Antwerpen/Apeldoorn: Garant. • Rots-de Vries M.C. (2010). Rich evidence for poor families. Exploring the potential of practice-driven intervention
type 2 diabetes for health promotion activities. European Journal of Public Health 2010, 20 (1), 169. • Vrijhoef, H.J.M., & Hood, G. (2010). What do you want to achieve in 2010? European Diabetes Nursing, 7(9). • Vrijhoef, H.J.M., & Wagner, E.H. (2010). Coordination and integration of care for chronically ill: meaning and
research in Preventive Child Healthcare (Doctoral dissertation). Tilburg: Tilburg University. • Sar, R. van der, Brouwers, E.M.P., Goor, L.A.M. van de, & Garretsen, H.F.L. (2010) The opinion on Dutch
measurement. Clinical Medicine Research, 8(45). • Weeghel, J. van, Knegtering, H., Pijnenborg, M., Gaag, M. van der, & Castelein, S. (2010). Highlights update
cannabis policy measures: A cross-sectional survey. Drugs: Education, Prevention, and Policy. Advanced online
dutch multidisciplinary guideline on schizophrenia in international perspective. Early Intervention in Psychiatry,
publication. doi: 10.3109/09687637.2010.519361 • Schalk, R., & Veldhoven, M.J.P.M. van (2010). Moving European research on work and ageing forward: Overview and agenda. European Journal of Work and Organizational Psychology, 19(1), 76-101. • Schalk, R., & Curseu, P.L. (2010). Cooperation in organizations. Journal of Managerial Psychology, 25(5), 453-459.
4(1), 182. • Weeghel, J. van, Busschbach, J. van, & Michon, H. (2010). Individual Placement and the Netherlands. Early Intervention in Psychiatry, 4(1), 26. • Wong, A., Baal, P.H. van, Boshuizen, H.C., & Polder, J.J. (2010). Exploring the influence of proximity to death on
• Schalk, R., & Woerkom, M. van (2010). Does age influence the relationship between learning opportunities at
disease-specific hospital expenditures: a carpaccio of red herrings. Health Economics. Advanced online publica-
work and employee well being and mobility? In S. Bohlinger (Ed.), Working and learning at old age. Theory and evidence in an emerging European field of research (pp. 105-126). Göttingen: CuvillierVerlag.
tion. doi: 10.1002/hec.1597 • Wong, A., Elderkamp-de Groot, R., Polder, J.J., & Exel, J. van (2010). Predictors of Long-Term Care Utilization by
• Schalk, R. (2010). Matching individual and organisation needs to enable longer working lives. Working and aging. Emerging theories and empirical perspectives (pp. 96-114). Luxembourg: CEDEFOP.
Dutch Hospital Patients aged 65+. BMC Health Services Research, 10(1), 110. • Wouterse, B., Meijboom, B., & Polder, J.J. (2010). The relationship between baseline health and longitudinal costs
• Schalk, R., Jong, J. de, Rigotti, T., Mohr, G., Peiro, J.M., & Caballer, A. (2010). The psychological contracts of temporary and permanent workers. In D.E. Guest, K. Isaksson, & H. de Witte (Eds.), Employment contracts,
of hospital use. Health Economics, 1-9.
psychological contracts, and employee well-being (pp. 89-120). Oxford: Oxford University Press.
Nationale publicaties3
• Schalk, R., & Gellert, F.J. (2010). Nomadic work-challenging students? In S. Pavlin & A.N. Judge (Eds.) Develop-
• Akbas, M., Blok, S.A. de, & Luijkx, K.G. (2010). Zorgarrangementen vanuit cliëntperspectief. Ouderen over sociale en operationele aspecten van zorg. Tilburg: Tranzo.
ment of Competencies in the World of Work and Education (DECOWE) (pp. 287-294), Ljubljana: DECOWE. • Slooff, C., J., Veldhuizen, R. van, Gaag, M. van der, Bruggeman, R., Weeghel, J. van, & Duin, D. van (2010).
• Ansems, P., & Moen, J. (2010). Kleur bekennen, kleedkamergesprekken over leiderschap. Assen: Van Gorcum.
Highlighs update Dutch multidisciplinary guideline on schizophrenia in international perspective. Early
• Barelds, A., Lissenberg, M., & Luijkx, K.G. (2010). Systematische ontwikkeling van interventiestrategieën gericht op eenzaamheid onder ouderen. Een samenwerkingsproject van WIJ, de Twern en Tranzo. Ridderkerk: Ridderprint.
Intervention in Psychiatry, 4(1), 25. • Smits, M.T. (2010). Impact of policy and process design on the performance of intake and treatment processes in
• Beneken genaamd Kolmer, D.M., Tellings, A., & Gelissen, J. (2010). Visies van mantelzorgers op zorgverantwoor-
mental health care: a system dynamics case study. Journal of the Operational Research Society, 61(10), 1437-1445.
delijkheid. Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen (TSG), 88(6), 344-354.
• Smits, M.T., & Roos, E. (2010). Understanding market dynamics for long-term workforce planning in health care (FEB-Information Management Discussion paper).
3
Wetenschappelijke en vakpublicaties
112
113
publicaties
publicaties
• Beneken genaamd Kolmer, D.M. (2010). Ik zie, ik zie wat jij niet ziet. Delft: Uitgeverij Eburon.
• Heijink, R., Lambooij, M., Groot, M. de, & Koolman, X. (2010). De bijdrage van kwaliteit aan de arbeids-
• Bink, M. (2010). Stelselwijzigingen: een gezonde ontwikkeling voor de GGz? Tijdschrift voor gezondheidsweten-
productiviteit van verzorgingshuizen. Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen, 88(4), 196-203.
schappen, 88(2), 66. • Bink, M. (2010) De Nederlandse jeugdzorg: zorgenkind op weg naar de volwassenheid? Tijdschrift voor gezondheidswetenschappen, 88(7), 369. • Blok, S.A. de (2010). Demand Based Care: de logistiek van zorgleveranciers. In: B. van den Heuvel, C. van den Broeck, R. van de Wyngaert, T. Windey (Eds.), GPS 2021 - Werkboek, Nieuwe navigatie voor ouderenzorg. Zorgnet Vlaanderen, Acco, Leuven (België). • Blok, S.A. de, Luijkx, K.G., Meijboom, B.R., & Schols, J.M.G.A. (2010). Op weg naar modulaire zorgverlening. Een praktische vertaling van inzichten en bevindingen uit het promotieonderzoek ‘Zorgarrangementen in de ouderenzorg’. Tilburg: Tranzo. • Bongers, I.M.B., Reek, E. van den, Roman, B., Wijngaart, M. van den, Balogh, L., & Dijk, A. van (2010). Separeren in de GGZ: Beleid, praktijk en toezicht - Onderzoek naar de vorderingen in het terugdringen van separaties. • Bovenberg, F., Francken, G., Wilrycx, G.K.M.L., & Bahler, M. (2010). Ervaringsdeskundigheid: De stand van zaken. Psychologisch maandblad voor geestelijke gezondheid en verslaving, 8, 38-39. • Broek, A. van den, & Smits, M. (2010). Effectiviteit van stepped care in de geestelijke gezondheidszorg. Acta Hospitalia, 50(1), 35-50. • Damman, O.C., Hendriks, M., & Delnoij, D.M.J. (2010) Keuze-informatie over patiëntenervaringen: aanbevelingen en dilemma’s. Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen, 88(7), 396-405. • Delnoij, D.M.J. (2010). Betrek patiënten bij ontwikkeling van indicatoren (commentaar). Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde,154. • Dieren, Q., Rijckmans, M.J.N., & Vingerhoets, A.J.J.M. (2010). Therapietrouw bevorderende maatregelen binnen de ambulante geestelijke gezondheidszorg: een overzicht. GZ-Psychologie, 3, 28-33. • Dijk, A. van, Duimel-Peeters, I., Muris, J., Beusmans, G., Wesseling, G., & Vrijhoef, H.J.M. (2010). Het meten van samenwerking in de zorg voor COPD patiënten. Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen, 88, 389-396.
• Janssen, R., & Soeters, P. (2010). DBC’s in de GGZ, een herstellende of ontwrichtende werking? GGZ-Psychologie, 7(5), 36-45. • Jeeninga, W., de Vos, E.H.M., Wijkmans, C.J., & Bon-Martens, M.J.H. van (2010). Q-koortsbestrijding door de GGD; evalueren en leren. Infectieziektenbulletin, 21(9), 342-345. • Koenen, C.A.C.A., Luijkx, K.G., Westert, G.P., Vijfvinkel, A., & Schols, J.M.G.A. (2010). De kloof tussen generalist en specialist overbrugd. Het geriatrisch spreekuur in de huisartsenpraktijk. Tijdschrift voor ouderengeneeskunde, 6, 219-222. • Lugtenberg, M., Vries, P.R. de, Evertse, A.J., Zegers-van Schaick, J.M., Westert, G.P., & Burgers, J.S. (2010). Welke barrieres ervaren huisartsen bij de toepassing van aanbevelingen uit NHG-Standaarden? Huisarts en Wetenschap, 53(1), 13-19. • Lucht, F. van der, & Polder, J.J. (2010). Van gezond naar beter - Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010. (Report No.: RIVM-rapportnummer: 270061005). Retrieved from RIVM Bilthoven website: www.vtv2010.nl • Lucht, F. van der, & Polder, J.J. (2010). Van gezond naar beter - de vijfde Volksgezondheid Toekomst Verkenning. Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen, 88(4),148-149. • Luijkx, K.G., Gobbens, R.J.J., Wijnen-Sponselee, M. Th., & Schols, J.M.G.A. (2010). Fragiliteit; het verhaal achter de cijfers (3.1.2.). Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie, 41, 23. • Michon, H., & Weeghel, J. van (2010). Rehabilitatieonderzoek in Nederland. Overzicht van onderzoek en synthese van bevindingen in 2000 - 2008. Tijdschrift voor Psychiatrie, 52(10), 683-694. • Meijboom, B.R., Schipper, L., & Maranus, A. (2010). Een nieuw model voor toegang tot zorg. In: T.W. Hardjono, R.H. van Brakel, & J.J.C. Kroon, (Red). Ketensamenwerking. Duurzaam werken in ketens en netwerken. Leerdam: C3Group. • Meuwissen, L.E., Voorham, A.J.J., Schouten, G.M., & Bakker, D.H. de (2010). Hoe te komen tot een populatie gerichte huisartsenzorg? Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen, 88(7), 381-387.
• Friele, R.D., & Coppen, R. (2010). Wetgeving en de positie van de patiënt: instrument voor verandering of
• Munten, G., & Cox, K. (2010). Implementeren van EBP door middel van handelingsonderzoek. Nederlands
terugvaloptie? Themanummer Recht der Werkelijkheid.
Tijdschrift voor Evidence Based Practice 8(3), 16-19.
• Garretsen, H.F.L. (2010). Evidence-Based werken in de praktijk. De rol van de vraagzijde. Interactie tussen
• Nieuwenhuizen, Ch. van, Bink, M., Bongers, I.L., & Ruijter, E.A.W. de (2010). Neurofeedback bij jongens met
wetenschap, praktijk en zorgvraag. Tilburg: Tranzo.
ADHD, co-morbide stoornissen en een civiel- of strafrechtelijke maatregel. Eindhoven: GGzE.
• Geudens, I., Janssen, R.T.J.M., & Santbrink, L. van (2010). Strategisch positioneren, de GGZ als markt in
ISBN: 978-9078216-04-9
ontwikkeling. ZM magazine, 7, 12-15.
• Pieter, D., Kool, R.B., & Westert, G.P. (2010). Beperkte invloed gegevensregistratie op gestandaardiseerd
• Gloudemans, H., Schalk, M.J.D., & Reynaert, W.M. (2010). Kritisch denken als onderscheid. Onderwijs en Gezond-
ziekenhuissterftecijfer (HSMR). NTVG, 154, 2186.
heidszorg, 1, 3-7. • Gloudemans, H., Schalk, M.J.D., & Reynaert, W.M. (2010). Intuïtie versus rationaliteit. Onderwijs en Gezondheidszorg, 34(2), 15-19. • Gobbens, R.J.J. (2010). Fragiliteit bij ouderen. Multidimensioneel benaderd. Tijdschrift Gerontologie Geriatrie, 41(4), 22. • Gobbens, R.J.J., Assen, M.A.L.M. van, Luijkx, K.G., Wijnen-Sponselee, M.Th., & Schols, J.M.G.A. (2010).
• Polder, J.J. (2010). De zorguitgaven als januskop - trends in getallen en gezichtspunten. In: J.P. Mackenbach (red). Trends in volksgezondheid en gezondheidszorg - Liber amicorum voor prof. dr. P.J. van der Maas (113-135). Amsterdam: Elsevier Gezondheidszorg. • Polder, J.J. (2010). Zorg niet afschieten. FSW Magazine, 12(1), 29. • Polder, J.J. (2010). Kruisende lijnen: meer zorg, minder zorgverleners. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 154(23), B585.
Determinanten van fragiliteit. Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie, 41(4), 22-23.
• Polder, J.J., & Lucht, F. van der (2010). Van gezond naar beter - Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010.
• Gobbens, R.J.J. (2010). Reactie op Integrale of simpele frailty-meting; de context moet leidend zijn. Een commen-
VGE Bulletin, 27(2), 13-15.
taar van M. Olde Rikkert op: R.J.J. Gobbens. Frail elderly. Towards an integral approach. Tijdschrift Gerontologie Geriatrie, 41(4),174-176. • Habraken, J., & Rijckmans, M.J.N. (2010). Meedoen in de samenleving: hoe organiseer je dat? Tijdschrift voor Gezonheidswetenschappen, 88(8), 429-430.
• Polder, J.J. (2010). Trust. Wel - een bijzondere uitgave van Diagonaal over de kosten en baten van de zorg, Ministerie van VWS: Den Haag, 12. • Polder, J.J., Lucht, F. van der, Post, N.A.M., & Zwakhals, S.L.N. (2010). Zorg is niet alleen een kostenpost De baten van gezondheidszorg horen uitgangspunt bij bezuinigingen te zijn. Medisch Contact, 65(38), 1934-1937.
114
115
publicaties
2010 • Polder, J.J. (2010). Janus de Koekoekskip. Diagnose 2025 - Over de toekomst van de Nederlandse gezondheidszorg. Utrecht: Scriptum. • Polder, J.J. (2010). Varkevisser, M. De cliënt echt centraal in de ouderenzorg. Sociale Vraagstukken, 10. • Polder, J.J. (2010). De cliënt centraal in de AWBZ: maar nu echt! VGE Bulletin. 27(3), 9-11. • Polder, J.J., Post, N., Zwakhals, S.L.N., & Lucht, F., van der. (2010). Gezondheidszorg is niet alleen een kostenpost. Me Judice, 3. • Post, N.A.M., Zwakhals, S.L.N., & Polder, J.J. (2010). Maatschappelijke baten - Deelrapport van de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010 ‘Van gezond naar beter’. (Report No.: RIVM-rapportnummer: 270061009). Retrieved from RIVM Bilthoven website: www.vtv2010.nl • Roo, A.A. de (2010). Marktbederf. ZM magazine, 7, 9. • Roo, A.A. de (2010). Bestuurlijke cultuur. ZM Magazine, 9, 7. • Roo, A.A. de (2010). Denkwerelden bijeen brengen. ZM Magazine, 11, 17. • Rooijen, S. van, & Weeghel, J. van (2010). Psychiatrische rehabilitatie. Jaarboek 2010-2011. Amsterdam: uitgeverij SWP. • Spruytte, N., Herbots, B., & Rooij, I. de (2010). Competenties van medewerkers in kleinschalig genormaliseerd wonen: Toverwoord voor managers of groeimodel voor medewerkers? Denkbeeld, 22(1), 14-18. • Tielen, L. (2010). Methode familiezorg op de driesprong van theorie, beleid en praktijk. In: D.M. Beneken genaamd Kolmer (Red.), Expertisecentrum Familiezorg en Provincie Noord Brabant. • Steenkamer, B., Goede, J. de, Treurniet, H., Putters, P., & Oers, J.A.M. van (2010). Het gebruik van (volks) gezondheidsinformatie door beleidsmakers: een studie in Midden-Holland. Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen, 88(8), 461-469. • Vervloet, M., Santen-Reestman, J., Vlijmen, B. van, Bouvy, M., Bakker, D.H. de, Aarlen, M. van, & Dijk, L. van (2010). Een oplettend medicijndoosje voor diabetes type 2 patiënten: een onderzoek naar de effecten van Real-Time Medication Monitoring. Utrecht: NIVEL. • Vrijhoef, H.J.M. (2010). Chronische zorg in Nederland anno 2010: leidt verandering tot verbetering? Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen, 88(2), 55-58. • Vrijhoef, H.J.M. (2010). Chronisch zieken hebben de toekomst. Oratie. Universiteit van Tilburg • Weeghel, J. van (2010). Verlangen naar volwaardig burgerschap; maar wat doen we in de tussentijd? Oratie. Universiteit van Tilburg. • Wendel, S., Bes, R.E., Jong, J.D. de, Schellevis, F.G., & Friele, R.D. (2010). De dikke dokter en de dikke patiënt; Mag een arts ook zondigen? Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. • Wiegers, T., Hopman, P., Kringos, D., & Bakker, D.H. de (2010). De eerste lijn. (Overzichtstudies NIVEL) Utrecht: NIVEL. • Wouterse, B., & Sar, R. van der (2010). It takes three to tango: interactie tussen wetenschap, praktijk en zorgvraag. Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen, 88(8), 430-431. • Zuidgeest, M., Reitsma-van Rooijen, M., Sixma H., & Rademakers, J. (2010). Ontwikkeling CQ-index revalidatiezorg. Utrecht: NIVEL. • Zuidgeest, M., Luijkx, K.G., Westert, G.P., & Delnoij, D.J.M. (2010). Sturen op cliëntervaringen? Transparantie en kwaliteitsbevordering in verpleeg- en verzorgingshuizen. Tilburg: Tranzo.
externe presentaties en abstracts
116
117
externe presentaties en abstracts
externe presentaties en abstracts
Internationale presentaties & abstracts4
• Brouwers, E.P.M. (2010). Stigmatisation of people with a substance use disorder. 69th Alcohol Problems
• Aarts, M.J., Schuit, A.J., Wendel-Vos, G.C.W., Goor, L.A.M. van de, & Oers, J.A.M. van (2010). Social environment
Research Symposium. Kendal, United Kingdom, 4 november.
is consistently related to children’s outdoor play (oral presentation). 3rd European Public Health Conference.
• Delnoij, D.M.J. (2010). Defining patient centered indicators. ISQUA Indicator Summit.
Amsterdam, 13 november.
• Drewes, H.W., Lambooij, M.S., Baan, C.A., Meijboom, B.R., Graafmans, W., & Westert, G.P. (2010). The
• Arns, M., Lofthouse, N., Bink, M., & Sherlin, L. (2010). Current Status of Neurofeedback as an intervention for
effectiveness of chronic care management: thrombosis clinics in the Netherlands. Quality improvement research
ADHD: Current Status, Results from two Randomized Controlled Studies, one with sham condition, and the
Network. Barcelona, 28-29 januari.
ISNR adopted position paper on the use of Neurofeedback in the treatment of ADHD. 18th Annual Conference
• Drewes, H.W., Lambooij, M.S., Baan, C.A., Meijboom, B.R., Graafmans, W., & Westert, G.P. (2010). The associa-
International Society for Neurofeedback & Research (ISNR). Denver, 1 oktober. • Barendregt, C.S., Bongers, I.L., Laan, A.M. van der, & Nieuwenhuizen, Ch. van (2010). The role of promotive factors in the prevention of recidivism.
2nd
International Congress of the European Association for Forensic Child
and Adolescent Psychiatry, Psychology and other involved Professions. Basel, 8 september. • Berghout, A. C., Bink, M., & Nieuwenhuizen, Ch. van (2010). Neurofeedback as an additional intervention in forensic mental health care. 2nd International Congress of the European Association for Forensic Child and Adolescent Psychiatry, Psychology and other involved Professions (EFCAP). Basel, 9 september. • Bink, M., Bongers, I.L., & Nieuwenhuizen, Ch. van (2010). Effectivity of Neurofeedback in youth with ADHD problems and comorbid disorders: a randomized controlled trial. Second Meeting of the Federation of the
tion between chronic care management and the quality of thrombosis Care. International Network of Integrated Care. Tampere, 16-18 juni. • Drewes, H.W., Lambooij, M.S., Baan, C.A., Meijboom, B.R., Graafmans, W., & Westert, G.P. (2010). The cooperation in thrombosis care: status, need and their barriers and facilitators to improve the cooperation. European Forum of Primary Care. Pisa, 30-31 augustus. • Freese, C., Schalk, R., & Paauwe, J. (2010). New psychological contracts and flexicurity HR practices. Paper op IIRRA conference. Copenhagen, Denemarken, 28 juni -1 juli. • Freese, C., Schalk, R,. & Paauwe, J. (2010). The new psychological contract and flexicurity. Lezing op de conferentie New perspectives on psychological contracts. Tilburg, 9 december.
European Societies of Neuropsychology (ESN). Amsterdam, 24 september.
• Friele, R.D. (2010). Great expectations: patient choice as a lever for change. Inleiding voor de Tilec/Tranzo
• Bink, M., Bongers, I.L., & Nieuwenhuizen, Ch. van (2010). Effectiveness of Neurofeedback in youth with ADHD
conferentie over Consumer Choice in Healthcare Markets. Tilburg, 2 december.
problems and comorbid disorders. 2nd International Congress of the European Association for Forensic Child and Adolescent Psychiatry, Psychology and other involved Professions (EFCAP). Basel, 9 september. • Bink, M., Bongers, I.L., & Nieuwenhuizen, Ch. van (2010). Effectiveness of Neurofeedback in youth with ADHD problems and comorbid disorders.
18th
Annual Conference International Society for Neurofeedback & Research
(ISNR). Denver, 1 oktober. • Blok, S.A. de, Luijkx, K.G., Meijboom, B.R., & Schols, J. (2010). Improving long-term care provision: towards the application of modularity. 1st International Service Modularity Seminar. Kopenhagen, 21-22 januari. • Bon-Martens, M.J.H. van, Achterberg, P.W., Goor, L.A.M. de, & Oers, J.A.M. van. (2010). Towards quality criteria for regional public health reports: concept mapping with Dutch experts [Abstract oral presentation]. European Journal of Public Health, 20(I), 146-146. • Bon-Martens, M.J.H. van, Denollet, J.K.L., Kiemeney, L.A.L.M., Droomers, M., Beer, M.J.A. de, Goor, L.A.M. van
• Gaag, M. van der, Slooff, C., Weeghel, J. van, & Selten, J.P. (2010). Cognitive Behavioral Therapy for psychosis; development of guidelines and implementation [abstract presentation at 7th International Conference on Early psychosis, 29 November-1 December 2010, Amsterdam]. Early Intervention in Psychiatry, 4(1), 183. • Gaag, M. van der, Slooff, C., Weeghel, J. van, & Selten, J.P. (2010). The Dutch multidisciplinary guideline for schizophrenia on ultra high risk patients [abstract presentation at 7th International Conference on Early Psychosis, 29 November-1 December 2010 in Amsterdam]. Early Intervention in Psychiatry, 4(1), 26. • Garretsen H.F.L. (2010). Dutch Drug Policy. Symposium Politics in the making. Present changes in Dutch, Swedish and Norwegian drug policy. Stavanger, 22 november. • Gestel, H. (2010). Recovery is up to you. Presentatie tijdens EMILIA congres ‘Lifelong learning & empowerment in mental health’. Frankrijk, Parijs, 11 en 12 februari. • Gobbens, R.J.J., Assen, M.A.L.M. van, Luijkx, K.G, Wijnen-Sponselee, R.Th,, & Schols, J.M.G.A. (2010).
de, & Oers, J.A.M. van. (2010). Health inequalities in the Netherlands: the role of Type D personality [Abstract
The construct validity of the Tilburg Frailty Indicator. Lezing Fourth European Nursing Congress. Older Persons:
oral presentation]. European Journal of Public Health, 20(I) 61-62.
the Future of Care. Rotterdam, 7 oktober.
• Bongers, I.L., & Nieuwenhuizen, Ch. van (2010). Behavioural changes during admission in a youth forensic psychiatric hospital: a test of the Good lives model. 2nd International Congress of the European Association for Forensic Child and Adolescent Psychiatry, Psychology and other involved Professions (EFCAP). Basel, 9 september. • Bongers, I.L., & Nieuwenhuizen, Ch. van (2010). Delinquent behaviour in youngsters from the Netherlands Antilles. 2nd International Congress of the European Association for Forensic Child and Adolescent Psychiatry, Psychology and other involved Professions (EFCAP). Basel, 9 september. • Borghans, I., Kool, R.B., & Ouden, A.L. den (2010). Implementation of the HSMR model in the Dutch context in order to reduce Hospital Mortality. International Forum on Quality and Safety in Healthcare. Nice, 20-23 april. • Borghans, I., Kleefstra, S.M., Kool, R.B., & Westert, G.P. (2010). Is hospital length of stay on orthopaedic surgical wards related to patient satisfaction? ISQUA Parijs, 10-13 oktober.
• Goor, L.A.M. van de (2010). Chairman 2nd EIRA International meeting. EUPHA, Amsterdam, november. • Goor, L.A.M. van de (2010). Chairman Exchange of experiences in promoting evidence-informed public health policy and practice. Lunch meeting. EUPHA , Amsterdam, november. • Heijink, R., Oppe, M., Koolman, X., & Westert, G.P. (2010). Comparing Quality Adjusted Life Expectancy Between Countries: An EQ-5D based approach. 8th European Conference on Health Economics, Helsinki, 7-10 juli. • Heijink, R. (2010). Empirical evidence of insufficiencies in household surveys. WHO/IHSN workshop on standardization of health survey modules, Genève, 13-14 januari. • Hekkert, K.D., Borghans, I., Kool, R.B., & Goslings, J.C. (2010). Registration of adverse events: Six lessons learnt in the Netherlands. ISQUA Parijs, 10-13 oktober. • Heuvel, S. van den, Schalk, R., Freese, C., & Timmerman, V. (2010). Readiness to change and the psychological contract: A conceptual analysis. Lezing op de conferentie: New perspectives on psychological contracts. Tilburg, 9 december.
4
Abstracts verschenen in tijdschriften staan vermeld onder publicaties
118
119
externe presentaties en abstracts
externe presentaties en abstracts
• Joosen, M.C.W., Frings-Dresen, M.H.W., & Sluiter, J.K. (2010). Evaluating outpatient vocational rehabilitation
• Schipper, E.C.C., Luijkx, K.G., Meijboom, B.R., & Schols, J.M.G.A. (2010). Operational access to care for the
interventions in patients with prolonged fatigue complaints on fatigue symptoms, workability and return-to-work.
elderly.Towards a framework. Fourth European Nursing Congress. Older persons: the future of care. Rotterdam,
Oral presentation at WDPI Conference. Angers, Frankrijk, september.
4-7 oktober.
• Joosten, T.C.M., & Putten, J. van der (2010). Quality management in long term health care. Presentatie op het International Forum on Quality and Safety. Nice, 23 april. • Linde, B., & Schalk, R. (2010). Team obligations and team performance. Lezing op de conferentie New perspectives on psychological contracts. Tilburg, 10 december. • Lugtenberg, M., Brunnhuber, K., Woodcock, J., Westert, G.P., & Burgers, J.S. (2010). Applicability of clinical practice guidelines to patients with comorbid conditions: how to address comorbidity in guidelines?
7th
International G-I-N Conference 2010. USA, Chicago, 25-28 augustus.
• Luijkx, K.G., Gobbens, R.J.J., Wijnen-Sponselee, M. Th., & Schols, J.M.G.A. (2010). Frailty: beyond the figures [abstract]. Journal of Clinical Nursing, 19(1), 31-32. • Luijkx, K.G. (2010). Palliative Care: the Perspective of Patients and the Role of Volunteers. Exchange with senior
• Schipper, E.C.C., Luijkx, K.G., Meijboom, B.R., & Schols, J.M.G.A. (2010). Towards a framework for operational access to care for the elderly [abstract]. Journal of Clinical Nursing, 19(1), 15-16. • Slooff, C., Veldhuizen, J. R. van, Gaag, M. van der, Bruggeman, R. Weeghel, J. van, & Duin, D. van (2010). Highlights update Dutch multidisciplinary guideline on schizophrenia in international perspective [abstract presentation at 7th International Conference on Early Psychosis, 29 November-1 December in Amsterdam]. Early Intervention in Psychiatry, 4(1), 25. • Smits, M.T. (2010). Identifying market performance indicators for electronic intermediaries. European Conference on Information Systems. Pretoria, 7 juni. • Smits, M.T. (2010). Improving Manapower Planning in Health Care, E-Society conferentie. Bled, 20 juni. • Vrijhoef, H.J.M. (2010). Integration of chronic care: from heterogeneity to reaching its full potential (invited
management of the Agency for Integrated Care (AIC) and senior management of Jurong General Hospital (JGH)
lecturer). Nuffield Trust Breakfast seminar, Londen, 26 maart.
from Singapore. Maastricht, 15 juni.
• Vrijhoef, H.J.M. (2010). Improving the quality of chronic care: doing more of the same is not an option (key note
• Nieuwenhuizen, Ch. van, Bongers, I.L., & Barendregt, C.S. (2010). Quality of life in youth forensic psychiatry. EFCAP 2nd International Congress of the European Association for Forensic Child and Adolescent Psychiatry, Psychology and other involved Professions. Basel, 7-10 september. • Roeg, D.P.K. (2010). Feasibility of routine outcome measurement in public mental healthcare: The influence of team characteristics. Presentatie
36th
Annual Symposium of the Kettil Bruun Society for Social and Epidemiologi-
cal Research on Alcohol. Lausanne, Zwitserland, 4 juni. • Rooij, A.H.P.M. de, Luijkx, K.G., Vermeulen, B., Declercq, A.G., & Schols, J.M.G.A. (2010). Does small-scale living improve the quality of life of elderly residents suffering from dementia? Fourth European Nursing Congress. Older persons: the future of care. Rotterdam, 4-7 oktober. • Rooij, A.H.P.M. de, Luijkx, K.G., Declercq, A.G., & Schols, J.M.G.A. (2010).The impact of small-scale living in the
lecture). Ministerial Conference: Innovative approaches for chronic illnesses in public health and healthcare systems. Brussel, 20 oktober. • Vrijhoef, H.J.M. (2010). Improving chronic illness care: experiences from the Netherlands (invited lecture). ISQUA, Parijs, 11 oktober. • Vrijhoef, H.J.M. (2010). Developing and validating disease management evaluation methods in European health care systems. Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV). Brussel, 21 december. • Weeghel, J. van, Knegtering, H., Pijnenborg, M., Gaagt, M. van der, & Castelein, S. (2010). Highlights update dutch multidisciplinary guideline on schizophrenia in international perspective [abstract presentation at 7th International Conference on Early psychosis, 29 November-1 December in Amsterdam]. Early Intervention in Psychiatry, 4(1),182. • Weeghel, J. van, Busschbach, J. van, & Michon, H. (2010). Individual Plcement and Support in the Netherlands
Netherlands and Belgium. 63rd Annual Scientific Meeting of the Gerontological Society of America. New Orleans,
[abstract presentation at 7th International Conference on Early Psychosis, 29 November-1 December 2010 in
19-23 november.
Amsterdam]. Early Intervention in Psychiatry, 4(1), 26.
• Rooij, A.H.P.M. de, Luijkx, K.G., Declercq, A., & Schols, J.M.G.A. (2010). Small-scale living facilities in the Netherlands and Belgium. A longitudinal study on patient outcome [abstract]. Journal of Clinical Nursing, 19(1), 139-140. • Rosen, R., & Vrijhoef, H.J.M. (2010). Integrated chronic care: how to achieve it and how to measure its impact? ISQUA, Parijs, 11 oktober. • Ruijter, E.A.W., de, Bink, M., Bongers, I.L., & Nieuwenhuizen, Ch. van (2010). Feasibility of neurofeedback in youth with ADHD-problems and comorbid disorders. 2nd International Congress of the European Association for Forensic Child and Adolescent Psychiatry, Psychology and other involved Professions (EFCAP). Basel, 9 september. • Rutten, A.X. (2010). “Verbaasd dat ’t niet mocht, over aan autisme verwante stoornissen bij jeugdige delinquenten.” Symposium autisme & forensisch psychiatrie van de referentiecentra Autisme van Gent, Antwerpen,
• Weeghel, J. van (2010). Recovery and Rehabilitation. Towards full citizenship of people with severe mental illness. Nationaal congres Sociale Psychiatrie in Tsjechie. Karlovy Vary, 5 november. • Wielaard, F., Vermunt, P., Milder, I., Oers, J.A.M. van, & Westert, G.P. (2010). Primary prevention of type 2 diabetes in primary care; the Dutch APHRODITE study. 6th World Congress on Prevention of Diabetes and its Complications. Duitsland, Dresden,10 april. • Wong, A., Elderkamp-de Groot, R., Polder, J.J., & Exel, J. van. (2010). Predictors of Long-Term Care Utilization by Dutch Hospital Patients aged 65+. In organized session: “Ageing and health care expenditures: New results from the Netherlands”. European Conference of Health Economics. Finland, Helsinki, 7-10 juli. • Wouterse, B., Meijboom, B.R., & Polder, J.J. (2010).The longitudinal relationship between health status and
Brussel en Leuven. Kortenberg, Universiteit Leuven,14 oktober.
hospital expenditures. 8th European Conference on Health Economics. Finland, Helsinki, 7 juli.
• Sar, R. van der, Ødegard, E., Brouwers, E.P.M., Goor, L.A.M. van de, Rise, J., & Garretsen, H.F.L. (2010).
• Zuidgeest, M. (2010). Usability and use of results of a survey that combines the American CHAPS systematic
The acceptability of illicit drug use in the Netherlands and Norway: a comparative study [preliminary results]. Nordic Alcohol and Drug Researchers’ Assembly. Reykjavik, IJsland, 23-25 augustus. • Schalk, R. (2010). The psychological contract in business. Key note lecture 4th International Business Conference. Vic Falls, Zambia, 13 oktober.
with Dutch QUOTE surveys to assess patients’ experiences in nursing homes. Baltimore 2010 CAHPS Conference. Maryland, Baltimore, 21 april. • Zuidgeest, M. (2010). Client councils involvement and use of client feedback in Dutch Nursing homes. Preconference EUPHA. Amsterdam, 10 november.
120
121
externe presentaties en abstracts
externe presentaties en abstracts
Nationale presentaties & abstracts5
Ouderenwerk de Kempen. Reusel, 8 april.
• Aarts, M.J. (2010). Mogelijkheden voor intersectoraal beleid gericht op het stimuleren van lichaamsbeweging bij
• Beneken genaamd Kolmer, D.M. (2010). Jeugdgezondheidszorg en Familiezorg Artsen Jeugdgezondheidszorg
kinderen. Bijeenkomst netwerk Integraal Gezondheidsbeleid. Bilthoven, 11 maart. • Aarts, M.J., Wendel-Vos, W., Goor, L.A.M. van de, Oers, J.A.M. van, & Schuit, A.J. (2010). Fysieke omgevings-
Nederland (AJN). Stein-Urmond, 16 april. • Beneken genaamd Kolmer, D.M. (2010). Disbalans in het gezin: Invloed van de professional. Vicki Brown huis.
kenmerken en buiten spelen bij kinderen: de rol van leeftijd en geslacht. Nederlands Congres Volksgezondheid.
’s Hertogenbosch, 25 mei.
Rotterdam, 9 april.
• Beneken genaamd Kolmer, D.M. (2010). Vraaggericht werken Traverse en Expertisecentrum Familiezorg.
• Aarts, M.J., Schuit, A.J., Oers, J.A.M. van, & Goor, L.A.M. van de (2010). Een actieve leefomgeving voor kinderen: succes- en faalfactoren van intersectorale samenwerking. Nederlands Congres Volksgezondheid. Rotterdam, 9 april. • Aarts, M.J., & Zoest, F. van (2010). Haalbaarheid van integrale beleidsmaatregelen gericht op omgeving en lichaamsbeweging bij kinderen. Gemeente ’s-Hertogenbosch. ’s-Hertogenbosch, 21 april. • Aarts, M.J., & Zoest, F. van (2010). Haalbaarheid van integrale beleidsmaatregelen gericht op omgeving en lichaamsbeweging bij kinderen. Gemeente Breda. Breda, 22 april. • Aarts, M.J., & Zoest, F. van (2010). Haalbaarheid van integrale beleidsmaatregelen gericht op omgeving en lichaamsbeweging bij kinderen. Gemeente Tilburg. Tilburg, 26 april. • Aarts, M.J., & Zoest, F. van (2010). Haalbaarheid van integrale beleidsmaatregelen gericht op omgeving en lichaamsbeweging bij kinderen. Gemeente Roosendaal. Roosendaal, 28 april.
Expertisecentrum Familiezorg. Tilburg, 7 september. • Beneken genaamd Kolmer, D.M. (2010). Model vraagverheldering en relationeel werken. Beleidsdag MEE. Utrecht, 9 september. • Beneken genaamd Kolmer, D.M. (2010). Relationeel werken en familiezorg in de Klinische Geriatrie. Opleiding Verpleegkunde UMC Radboud. Nijmegen, 10 september. • Beneken genaamd Kolmer, D.M. (2010). Jonge familiezorgers en parentificatie. Symposium ‘Mantelzorg: draagkracht vergroten en draaglast verkleinen’ Wat kunnen zorgprofessionals en mantelzorgers voor elkaar betekenen? Gemeente Den Haag. Den Haag, 13 september. • Beneken genaamd Kolmer, D.M. (2010). De rol van de vraagzijde vanuit zorgvragers en familiezorgers. Lustrumsymposium It takes three to tango: interactie tussen wetenschap, praktijk en zorgvraag. Universiteit van Tilburg, Tranzo. Tilburg, 30 september.
• Aarts, M.J. (2010). Beweeg je Buurt. Fietscongres Oisterwijk en Moergestel. Oisterwijk, 17 juni.
• Beneken genaamd Kolmer, D.M. (2010). Relationeel werken in de sociale hulpverlening. Hogeschool van
• Aarts, M.J. (2010). Beweeg je Buurt: Mogelijkheden voor intersectoraal beleid gericht op het stimuleren van
Amsterdam. Amsterdam, 5 en 12 oktober.
lichaamsbeweging bij kinderen. Werkgroep fysieke omgeving gemeente Eindhoven. Eindhoven, 23 november. • Bakker, D.H. de, Ruizendaal, W.A., Loon, A.J.M. van, Poos, M.J.J.C., Bon-Martens, M.J.H. van, Jacobs, M., & Coenders, H. (2010). Samenhangende informatievoorziening over gezondheid en zorg op lokaal en regionaal niveau: afstemming VAAM en rVTV. volksgezondheidsrapportages [Abstract mondelinge presentatie]. Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen, 88(3), 41. • Beneken genaamd Kolmer, D.M. (2010). Relationeel werken volgens de Methode Familiezorg. GG&GD Utrecht. Utrecht, 18 januari. • Beneken genaamd Kolmer, D.M. (2010). Vraaggericht werken in de Familiezorg voor Nurse Practioners. Avans Hogeschool. Tilburg, 19 januari. • Beneken genaamd Kolmer, D.M. (2010). Methode Familiezorg in HBO Mantelzorgondersteuning. STOC Opleidingen Wonen, Zorg en Welzijn. Bunnik, 21 januari. • Beneken genaamd Kolmer, D.M. (2010). Armoedeconferentie: Eigen kracht, helpen bij herstel, werkconferentie over chronische armoede en de rol van de professional in het proces van de cliënt. Grondslagen in de Familiezorg. Traverse, Twern, Gemeente Tilburg & Expertisecentrum Familiezorg. Tilburg, 4 februari. • Beneken genaamd Kolmer, D.M. (2010). Methode Familiezorg. Expertisecentrum Familiezorg. Tilburg, 13,
• Beneken genaamd Kolmer, D.M. (2010). Levensloop, familiezorg en relationeel werken in de Psychiatrie. Yulius, afdeling Preventie. Drechtsteden. Dordrecht, 6 oktober. • Beneken genaamd Kolmer, D.M. (2010). Methode Familiezorg voor MEE Utrecht, docenten ROC, Steunpunten Noord-Holland. Expertisecentrum Familiezorg, Tilburg, 8, 22 oktober en 5 november. • Beneken genaamd Kolmer, D.M. (2010). Relationeel werken en familiezorg in de Neurologie. Opleiding Verpleegkunde UMC Radboud. Nijmegen, 15 oktober. • Beneken genaamd Kolmer, D.M. (2010). Familiezorg in de Stroke-Unit, Verpleegkunde. Elisabeth Ziekenhuis. Tilburg, 1, 4, 22, 25 november en 13 en 16 december. • Beneken genaamd Kolmer, D.M. (2010). Relationeel werken in Welzijn en Zorg. Cumulus, Portes, Gemeente Utrecht. Utrecht, 9, 24 november en 7 december. • Beneken genaamd Kolmer, D.M. (2010). Kindergeneeskunde. Het kind centraal. De risico’s van parentificatie. Congres voor huisartsen en jeugdartsen GGD Brabant Zuidoost. Kwaliteit en Ontwikkeling Huisartsenzorg (KOH). Universiteit Eindhoven. Eindhoven, 11 en 17 november. • Beneken genaamd Kolmer, D.M. (2010). Familiezorg in het gezondheidszorg-onderwijs ROC Tilburg. Expertisecentrum Familiezorg. Tilburg, 12 november.
25 januari; 3, 5, 8, 22 februari; 12 maart; 2, 23 april.
• Beneken genaamd Kolmer, D.M. (2010). Relationeel werken en familiezorg voor Nurse Practioners. Master
• Beneken genaamd Kolmer, D.M. (2010). Model Vraagverheldering en Relationeel werken. Beleidsdag/werk-
Advanced Nursing Practice. Hogeschool van Rotterdam. Rotterdam, 16, 30 november en 10 december.
conferentie. Stichting AanZet. Uden, 16 maart.
• Beneken genaamd Kolmer, D.M. (2010). Relationeel werken in MEE Utrecht. Utrecht, 19 november.
• Beneken genaamd Kolmer, D.M. (2010). Robuust congres: Zorgvernieuwing in de eerste lijn: technologische
• Beneken genaamd Kolmer, D.M. (2010). Palliatieve zorg en familiezorg: de kunst van het ontmoeten.
innovaties in de zorg. Relationeel werken en afstemming in de zorgtriade in de huisartsenpraktijk. Robuust.
Netwerk Palliatieve Zorg Haaglanden. Den Haag, 2 december.
Eindhoven, 18 maart.
• Bink, M. (2010). Wat gebeurt er in de hersenen bij: Neurofeedback bij ADHD. Workshop: “Open Mind” Publieksdag
• Beneken genaamd Kolmer, D.M. (2010). Model Vraagverheldering en Relationeel werken. Werkconferentie
rondom psychische gezondheid. Amsterdam, 11 december. • Bon-Martens, M.J.H. van, & Goor, L.A.M. van de (2010). Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning integrale informatie voor integraal lokaal beleid. Presentatie en workshop tijdens Congres Overgewicht. Utrecht,
5
Abstracts verschenen in tijdschriften staan vermeld onder publicaties
14 januari.
122 externe presentaties en abstracts
• Bon-Martens, M.J.H. van (2010). Sociaaleconomische verschillen in leefstijl en gezondheid: de rol van type
123 externe presentaties en abstracts
Tranzo. Tilburg, 30 september.
D-persoonlijkheid’. Seminar EBH, UMC Radboud, Nijmegen, 9 februari.
• Garretsen, H.F.L. (2010). Verslaving in Nederland? Academisch Cultureel Centrum Spui25. Amsterdam,
• Bon-Martens, M.J.H. van (2010). Regionale VTV als basis voor lokaal en integraal gezondheidsbeleid.
6 oktober.
Presentatie Congres Kennis Beter Delen. Nieuwegein, 4 maart.
• Garretsen, H.F.L. (2010). Going Dutch, ins and outs of Dutch drug Policy. Master in Addicction Medicine.
• Bon-Martens, M.J.H. van (2010). Op weg naar criteria voor een goede regionale volksgezondheidsrapportage. Concept mapping met Nederlandse experts. Minisymposium RIVM, Bilthoven, 1 april • Bon-Martens, M.J.H. van (2010). Op weg naar kwaliteitscriteria voor regionale volksgezondheidsrapportages. Vakgroep Epidemiologie GGD Nederland. Utrecht, 28 september. • Bon-Martens, M.J.H. van, Goor, L.A.M. van de, Achterberg, P.W. & Oers, J.A.M. van (2010). Op weg naar kwa-
Utrecht, 2 november. • Gestel, H. (2010). Implementatieproblemen cursus Herstellen doe je Zelf. Workshop op de GGz Kennisdag (ZonMw en GGzNederland). Apeldoorn, 21 januari. • Gestel, H. (2010). Herstellen doe je zelf. Een presentatie tijdens de Match Makers Meeting van ZonMw. Den Haag, 20 mei.
liteitscriteria voor regionale volksgezondheidsrapportages [Abstract mondelinge presentatie]. Tijdschrift voor
• Gestel, H. (2010). Herstellen doe je zelf, onderzoek en cursus. Een presentatie tijdens Rehabilitatiecongres
Gezondheidswetenschappen, 88(3), 41-42.
‘Zo werkt het!’ Meedoen in arbeid en onderwijs. Utrecht, 15 december.
• Bongers, I.M.B. (2010). Dagvoorzitter congres ‘Verbeteren van uitkomsten in de GGZ - ROM en klinische paden in de GGZ’. Eindhoven, 4 maart . • Bongers, I.M.B. (2010). ‘…And we have a dream…!’ - Zorgdebat: Wat telt als goede zorg? Universiteit van Tilburg, 23 april. • Bongers, I.M.B. (2010). ‘Patiënt, cliënt of volwaardig burger? - Mensbeeld en beeldvorming in de psychiatrie’. Universiteit van Tilburg, 1 juli. • Bongers, I.M.B. (2010). ‘Bij ons in Braakhuizen - Kwetsbare mensen doen mee in wijken en buurten’. Universiteit voor Humanistiek, Utrecht, 2 juli.
• Gobbens, R.J.J. (2010). De mogelijkheden van de Tilburg Frailty Indicator. Presentatie tijdens de werkconferentie Naar een Consultatiebureau voor Ouderen nieuwe stijl. Roosendaal, 22 februari. • Gobbens, R.J.J., Assen, M.A.L.M. van, Luijkx, K.G., Wijnen-Sponselee, M.Th., & Schols, J.M.G.A. (2010). De Tilburg Frailty Indicator, een instrument om kwetsbare ouderen op te sporen. Presentatie tijdens het Landelijk Congres Organisatie van complexe zorg voor kwetsbare ouderen. Amsterdam, 16 december. • Gobbens, R.J.J., Assen, M.A.L.M. van, Luijkx, K.G., Wijnen-Sponselee, M.Th., & Schols, J.M.G.A. (2010). Kwetsbaarheid in de thuissituatie. Presentatie tijdens een studiedag van het Regionaal Platform Geriatrie. Dongen, 16 december.
• Bongers, I.M.B. (2010). Inspiratiesessie academische werkplaats - Symposium ‘Beter leren en innoveren’.
• Gobbens, R.J.J., Assen, M.A.L.M. van, Luijkx, K.G., Wijnen-Sponselee, M.Th., & Schols, J.M.G.A. (2010).
GGzE, Eindhoven, 1 december.
Fragiele ouderen. Presentatie voorafgaand aan de ledenraad van de Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie
• Bongers, I.M.B. (2010). Column ‘Beter leren en innoveren’ - Symposium ‘Beter leren en innoveren’.
in de Geriatrie. Amersfoort, 8 december.
GGzE, Eindhoven, 1 december.
• Gobbens, R.J.J., Assen, M.A.L.M. van, Luijkx, K.G., Wijnen-Sponselee, M.Th., & Schols, J.M.G.A. (2010).
• Bovenberg, F., Francken, G., & Wilrycx, G.K.M.L. (2010). Ervaringsdeskundigheid, de stand van zaken.
Determinanten van fragiliteit. Presentatie tijdens het 10e nationaal gerontologiecongres “Mythen, feiten en
Nationaal Schizofreniecongres ‘De zorg in beweging’. Zwolle, 18 november.
ontwikkelingen”. Ede, 1 oktober.
• Blok, S.A. de (2010). Modular Care Provision - towards demand-based long-term care. OPERA Seminar.
• Gobbens, R.J.J., Luijkx, K.G., Wijnen-Sponselee, M.Th., & Schols, J.M.G.A. (2010). Fragiliteit: integraal
Rijksuniversiteit Groningen, 9 november.
conceptueel definiëren. Opinies van experts. Geriatriedagen Rotterdam, 12 februari.
• Brouwers, E.P.M. (2010). De effectiviteit van de richtlijn Psychische Klachten. Nascholingsdag Bedrijfsartsen
• Goor, L.A.M. van de (2010). Voorzitter workshop Integraal lokaal beleid. Congres Overgewicht, Utrecht, januari.
Kring Noord. Haren, 3 juni. • Delnoij. D.M.J. (2010). De vraag naar zorg en welzijn. Wie vraagt wat? Tranzo lustrumsymposium ‘It takes three to tango’. Tilburg, 30 september. • Friele, R.D. (2010). Evaluatie Zvw en Wmg, Inleiding voor commissie gezondheidszorg VNO-NCW, 13 januari. • Friele, R.D. (2010). Workshop: Kennis Beter Delen 5, Workshop met als titel: Het goede antwoord op een andere vraag. Tranzo en IGZ, 4 maart. • Friele, R.D. (2010). Klachtrecht in de gezondheidszorg: recht op antwoord. Friele RD. Inleiding tijdens de studiemiddag ‘Klachtbehandeling in de Gezondheidszorg’ Vereniging voor Klachtrecht. Utrecht, 14 april. • Friele, R.D. (2010). Ervaringen van mensen met het tuchtrecht in de gezondheidszorg. Friele RD. Inleiding bij de werkconferentie van de Nederlandse tuchtcolleges. Amsterdam, 15 april. • Friele, R.D. (2010). Het nut van het Tuchtrecht regionaal tuchtcollege. Eindhoven, 8 november. • Garretsen, H.F.L. (2010). Kennisbenutting in de beleidspraktijk. Cursus Rendement van lokaal en regionaal beleidsonderzoek en - advies. Woerden, 12 mei. • Garretsen, H.F.L. (2010). Nederlands Drugbeleid. Netherlands School of Public and Occupational health. Amsterdam, 16 september. • Garretsen, H.F.L. (2010). Interactie tussen wetenschap, praktijk en zorgvraag. Inleiding Lustrumsymposium
• Goor, L.A.M. van de (2010). Jeugd: dwars door Tranzo. Presentatie Tranzo Adviesraad, Tilburg, 13 april. • Goor, L.A.M. van de, Het voorbeeld Tranzo. Presentatie op Conferentie Valorisatie. Textielmuseum Tilburg, 12 mei 2010. • Janssen, R.T.J.M. (2010). Strategisch (her-)postioneren in de GGZ, in kader van Tranzo masters eerstelijnszorg bestuurders. Vierhouten, Amersfoort, 14 januari. • Janssen, R.T.J.M. (2010). Strategische positioneren in de GGZ, Bijeenkomst van de Limburgse Werkgevers Vereniging. Heerlen, 18 januari. • Janssen, R.T.J.M. (2010). Het einde van de Marktwerking! Wat nu…? Lezing op jubileum symposium van stichting Maat. Nijmegen,14 maart. • Janssen, R.T.J.M. (2010). Van klein naar groot: Wilde combinaties in de gezondheidszorg, Bijeenkomst van het Zorg innovatie platform. Oss, 23 april. • Janssen, R.T.J.M. (2010). De levenscyclus van de GGZ, voordracht voor de academische werkplaats Geestdrift. Tilburg, 15 juni. • Janssen, R.T.J.M., & Dekker, O. (2010). De levenscyclus van de GGZ. Afscheidssymposium Richard Janssen. Mondriaan Zorggroep, 27 april. • Janssen, R.T.J.M. (2010). De uitdagingen voor de GGZ sector ten tijde van het afscheid van Willem van Hezewijk. Tilburg, 4 November.
124
125
externe presentaties en abstracts
externe presentaties en abstracts
• Janssen, R.T.J.M. (2010). Een strategische analyse en - perspectief voor de GGZ, Trimbos Studiedag. Utrecht,
• Nieuwenhuizen, Ch. van (2010). Jongeren binnen de forensische kinder- en jeugdpsychiatrie: vooral een kwestie
11 november. • Janssen, R.T.J.M. (2010). De zorgketen georganiseerd en gefinancierd. Symposium “Treatment of Medically Unexplained Symptoms: Integrated mental health care revisited”. Universiteit van Tilburg, 19 november. • Joosten, T.C.M. (2010). Zorglogistieke bedrijfsvoering in de GGZ. Referaat in de Tranzo Teamvergadering. Tilburg, 9 november. • Joosten, T.C.M., & Lobenstein, S. (2010). Klinische paden en het patiëntenperspectief bij de ontwikkeling van klinische paden. Presentatie op de bovenregionale bijeenkomst van (centrale) cliëntenraden en -commissies
van puinruimen? Congres ‘Jeugd, autisme en comorbiditeit’. Eindhoven, 10 juni. • Nieuwenhuizen, Ch. van (2010). Spreker op de bijeenkomst van het Platform van Antilliaans-Arubaanse Beraden. Schiedam, 19 juni. • Nieuwenhuizen, Ch. van, & Bink, M. (2010). Alle Dagen Hoogstzelden Druk (ADHD); Braintraining, drukte leidt tot rust. Breinpoort studiedag. Eindhoven, 1 juli. • Nieuwenhuizen, Ch. van (2010). Long-care: Zorg voor wie, door wie? Lezing symposium ‘Long-Care, the Missing Link! Eindhoven, 14 december.
GGZ, Verslavingszorg en Maatschappelijke opvang, lid van het LOC. Eindhoven, 18 juni.
• Polder, J.J. (2010). Janus de Koekoekskip - een nieuw sprookje voor de gezondheidszorg. Tranzo, BMS.
• Joosten, T.C.M. (2010). Zorgpaden & kwaliteitsverbetering: theorie en praktijk. Key note speach op de 1e werk-
Den Bosch, 15 december.
bijeenkomst van het programma ‘versnelling in de jeugd-GGZ’. Amersfoort, 28 april. • Kaper, J., Goor, van de L.A.M., Mathijssen, J.J.P. (2010). Preventie Verzekerd: preventie die werkt! Zorgverzekeraar CZ en Tranzo (UvT) onderzoeken effect financiële prikkels [abstract]. Presentatie NCVGZ april. • Lugtenberg, M., Burgers, J.S., & Westert, G.P (2010). Het gebruik van evidence-based richtlijnen in de praktijk van de huisartsenzorg: de GAP studie. Minisymposium leerstoelen. RIVM, Bilthoven, 1 april. • Lugtenberg, M. (2010). Het gebruik van richtlijnen in de praktijk. Minisymposium Richtlijnen. RIVM, Bilthoven, 30 september. • Lugtenberg, M. (2010). “Comorbiditeit & richtlijnen: gaat dat samen?”. Tranzo Zorgsalon. Eén ziekte, één richtlijn: is deze simplificatie een praktische barriere? Universiteit van Tilburg, Tilburg, 14 oktober. • Luijkx, K.G. (2010). Verschillende eenzame ouderen. Presentatie tijdens bijeenkomst voor medewerkers consultatiebureau voor ouderen, Thebe. Tilburg, 14 januari. • Luijkx, K.G. (2010). Variatie in eenzaamheid. Presentatie bij Stichting Verankering Ouderenproof Prinsenbeek (SVOP). Prinsenbeek, 8 februari. • Luijkx, K.G., Gobbens, R.J.J., Wijnen-Sponselee, M. Th., & Schols, J.M.G.A. (2010). Fragiliteit; het verhaal achter de cijfers. Nederlandse Vereniging voor Gerontologie. Ede, 1 oktober. • Luijkx, K.G., Barelds, A., & Lissenberg, M. (2010). Passende interventies voor eenzame ouderen. Symposium “Eenzaamheid: investeren in mensen loont”, georganiseerd door WIJ, De Twern en Tranzo, Breda, 28 september. • Mathijssen, J.J.P., Enthoven, C., & Theunissen, M.J. (2010). Diversiteit in alcoholbeleid: De ene drinker is de andere niet. Jeugd in Onderzoek, Nieuwegein, 12 maart. • Mathijssen, J.J.P., Bon-Martens, M.J.H., van, & Goor, L.A.M. van de (2010). Doelgroepsegmentatie bij jeugd; waarom, wat en hoe verder [abstract]. Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen, 88(3), 40. • Morroy, G., Bor, H., Hautvast, J.L.A., Polder, J.J., & Wijkmans, C. (2010). Kosten en ziektelast van Q-koorts in Brabant [abstract]. Tijdschrift voor gezondheidswetenschappen,88(3), 18. • Nieuwenhuizen, Ch. van (2010). Forensische kinder- en jeugdpsychiatrie: een vakgebied in ontwikkeling.
• Polder, J.J. (2010). Macro economie en zorguitgaven. Zorg en Zekerheid. Leiden, 8 december. • Polder, J.J. (2010). Masterclass gezondheidseconomie voor jeugdartsen. TNO opleiding voor jeugdartsen. Eindhoven, 26 november. • Polder, J.J. (2010). Gezondheidszorg en macro-economie. Masterclass Jonge Socialisten. Utrecht, 11 oktober. • Polder, J.J. (2010). Economie van het genoeg in het licht van de kredietcrisis. Stokosmos zakenlunch. KapelleBiezelinge, 8 oktober. • Polder, J.J. (2010). Public health economics. College health economics. Universiteit Maastricht, 1 oktober. • Polder, J.J. (2010). Masterclass gezondheidseconomie in de eerste lijn. Tranzo Masterclass eerstelijnszorg. Amersfoort, 17 september. • Polder, J.J. (2010). Zorg(en) voor morgen? Themabijeenkomst RST Zorgverleners. Hardinxveld-Giessendam, 14 juni. • Polder, J.J. (2010). Maatschappelijk perspectief op de gezondheidseconomie van preventie. VGE / NVTAG congres “De gezondheidseconomie van preventie”. Hof van Liere, Antwerpen , 21 mei. • Polder, J.J. (2010). Gezondheidseconomie à la Carte. Dianet Symposium ‘Dialyse à la Carte’. Amsterdam, 3 juni. • P older, J.J. (2010). Hoezo bijzonder? - Over de AWBZ en de toekomst van de zorg. JOVD congres. Utrecht ,17 april. • Polder, J.J. (2010). Van gezondheid wordt iedereen beter. Congres “Gezondheidszorg telt” VWS. Den Haag, 1 maart. • Polder, J.J. (2010). Van gezond naar beter - Volksgezondheid en zorg in 2020. RVZ Congres Strategische Zorgagenda 2011-2015, ‘s Hertogenbosch, 26 mei. • Polder, J.J. (2010). Van gezond naar beter - preview VTV 2010. ZONMW. Den Haag, 15 maart. • Polder, J.J. (2010). 50 jaar volksgezondheid, spiegel voor de toekomst. KAMG congres, Domus Medica. Utrecht, 28 januari. • Polder, J.J. (2010). College gezondheidseconomie voor juristen. College Gezondheidsrecht, Juridische Faculteit. Universiteit van Tilburg, 14 september.
Hoorcollege master forensische psychologie, Universiteit van Tilburg.
• Polder, J.J. (2010). Lezing “Macro-economie, gezondheid en zorg”. Lustrumsymposium NVAG. Den Haag,
• Nieuwenhuizen, Ch. van (2010). Zorg & Justitie: over voordeuren, achterdeuren & vooral de zij-ingangen. Lezing
19 november.
expertmeeting onderzoek OGGZ op verzoek van RGO. Den Haag, 10 februari. • Nieuwenhuizen, Ch. van, & Bongers, I.L. (2010). Psychische problematiek en criminaliteit bij Rotterdamse Antilliaanse jongeren. Key note lecture op bijeenkomst van Vereniging Antilliaans Netwerk in samenwerking met
• Polder, J.J. (2010). Lunchlezing “Towards better health”. Erasmus MC, afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg, 8 november. • Rijckmans, M.J.N. (2010). Effectiveness and potential for cost-effectiveness of an innovative evidence-based
het Overlegorgaan Caribische Nederlanders (OCaN). Amsterdam, 19 maart.
shared decision-making model within the ambulant, short-term mental healthcare for common mental disorders:
• Nieuwenhuizen, Ch. van (2010). Eindhovense Sociaal-Maatschappelijke School: een kans voor jongeren met een
a randomized clinical trial. Posterpresentatie oratie Prof. van der Feltz-Cornelis, Universiteit van Tilburg, Tilburg,
complexe zorgvraag? Lezing opening eSMS. Eindhoven, 15 april. • Nieuwenhuizen, Ch. van (2010). ‘De (residentiële) psychiatrie en de JJI’. Lezing congres Justitiële Jeugdinrichting of gesloten jeugdzorg: heeft de JJI nog toekomst?. Utrecht, 3 juni.
19 november. • Roeg, D.P.K., & Sambeek, D. van (2010). Workshop ‘Bemoeizorg: Effectiviteit en succesfactoren’. GGZ Kennisdag 2010: Geestelijk gezonde gemeente. Apeldoorn, 21 januari.
126 externe presentaties en abstracts
• Rooij, A.H.P.M. de (2010). Grote kwaliteit op kleine schaal, Is kleinschalig wonen voor mensen met dementie een succesvolle parel in de ouderenzorg? Presentatie voor studenten op Avans Hogeschool. Breda, 6 januari.
127 externe presentaties en abstracts
zorg Diabetes Land van Cuijk. Cuijk, 28 januari. • Vrijhoef, H.J.M. (2010). De zorg van morgen: meer vraag, ander aanbod. Presentatie tijdens conferentie
• Rooij, A.H.P.M. de (2010). Verhoogt kleinschaligheid de kwaliteit van leven voor ouderen met dementie?
‘Nu zorgen voor straks’. Eindhoven, 25 februari.
Presentatie voor Raad van Toezicht, De Wever. Tilburg, 10 februari.
• Vrijhoef, H.J.M. (2010). Chronische zorg in Nederland anno 2010. Universiteit Twente. Enschede, 3 maart.
• Rooij, A.H.P.M. de (2010). Verhoogt kleinschaligheid de kwaliteit van leven voor ouderen met dementie?
• Vrijhoef, H.J.M. (2010). Telebegeleiding van chronische patiënten. Zuidelijke Eerstelijnsdag Eindhoven,
Presentatie voor Universitair Kennisnetwerk Ouderenzorg Nijmegen. Nijmegen, 27 april.
27 oktober.
• Rooij, A.H.P.M. de (2010). De invloed van kleinschalig wonen voor ouderen met dementie in Nederland en
• Vrijhoef, H.J.M. (2010). Zelf-management alleen is onvoldoende. Huis voor de Zorg. Roermond, 4 november
België. Presentatie voor studenten op Avans Hogeschool. Breda, 15 december. • Rots-de Vries, C., & Wittenbols, M. (2010). Gezin, armoede en opvoeding. Workshop tijdens 3e nationaal congres opvoedingsondersteuning, 4 juni. • Rots-de Vries, C., & Aarts, F. (2010). Armoede en gezondheid van kinderen. Workshop voor gemeente en Jeugdgezondheidszorg Veldhoven, 9 november. • Rutten, A.X. (2010). “Minderjarigen in de knel, forensisch psychiatrische beschouwingen over (justitie)jongeren” Expertmeeting jeugdrecht. Breda, 11 november.
2010. • Vrijhoef, H.J.M. (2010). Chronisch zieken hebben de toekomst. Inaugurele Rede. Universiteit van Tilburg, 5 november. • Vrijhoef, H.J.M. (2010). Palliatieve zorg en het chronic care model. IKZ Den Bosch, 8 november. • Vrijhoef, H.J.M. (2010). Relevantie van het Chronic Care Model voor de palliatieve fase. Symposium Integraal Kankercentrun Zuid. Den Bosch, 15 november. • Vrijhoef, H.J.M. (2010). Innovatie is prioriteit in de zorg (voorzitter). Tranzo Zorgsalon, Tilburg, 2 december.
• Schalk, R. (2010). Hoezo langer doorwerken. Bedreigingen en mogelijkheden. Lezing congres “Hoe kunnen
• Weeghel, J. van (2010). Stigmatisering en discriminatie van mensen met ernstige psychische aandoeningen.
mensen langer doorwerken?”. Tilburg, Bestuursacademie, 17 maart.
GGZ Kennisdag. Apeldoorn, 17 januari.
• Schalk, R. (2010). Het managen van organisatieveranderingen: De rol van de leidinggevende en de HR mana-
• Weeghel, J. van (2010). Maatschappelijke participatie en rehabilitatie: update van de multidisciplinaire richtlijn
ger”. Roundtable PMC, Tilburg, HR Studies. 20 april. • Schalk, R. (2010). Te weinig armen en handen! Hoe lossen we dat op. Key note invitational conference “Goede Brabantse dementiezorg, ook in 2020! Wat staat ons te doen. Tweestedenziekenhuis Tilburg, 24 september.
schizofrenie. Voorjaarscongres NVvP. Maastricht, 16 april. • Weeghel, J. van (2010). Een toekomst voor Individual Placement and Support (IPS) in Nederland. Eindhoven, 21 april
• Schalk, R., & Rooijackers-Bos, M-T. (2010). Workshops “Kennis behouden in een vergrijzende samenleving:
• Weeghel, J. van (2010). Draagt FACT bij aan herstel? Afscheidssymposium Remmers van Veldhuizen. Alkmaar, 9 juni.
hoe voorkomen we braindrain en blijven we innovatief?”. Lustrumcongres Centrum voor Kennistransfer.
• Weeghel, J. van (2010). Herstellen en participeren. Het perspectief bij ernstige psychische aandoeningen. ZonMw
Universiteit van Tilburg, Tilburg, 10 november. • Schalk, R. (2010). Bestaat de verzorgingsstaat nog? Lezing Symposium “Senioren en de veranderende verzorgingsstaat - wat weet u ervan?”. ’t Hazzo, Waalre, 17 November. • Schalk, R. (2010). Ouder worden: een mooie toekomst? Lezing PVGE Symposium “Oud én gelukkig”. Evoluon, Eindhoven, 26 november. • Schuit, A.J., & Aarts, M.J. (2010). Creëren van een gezonde gemeente: multidisciplinaire aanpak van leefstijlverandering. Presentatie van Jantine Schuit tijdens ZoNMw kennisatelier Gezonde Slagkracht. Den Haag, 25 maart. • Schuit, A.J., & Aarts, M.J. (2010). Beweeg je Buurt. Onderzoek naar stimulering van het beweeggedrag van
Programmadag Diseasement chronische ziekten. Amersfoort, 15 juni. • Weeghel, J. van (2010). Rehabilitatie en herstel van mensen met ernstige psychische aandoeningen. Studiemiddag Pro Persona. Wolfheze, 17 juni. • Weeghel, J. van (2010). Van isolement naar participatie. Studiedag GGD en Riverduinen. Oegstgeest, 21 juni. • Weeghel, J. van (2010). Eeen betaalde baan met effectieve ondersteuning. Dat kan! Werkconferentie Arbeidsparticipatie, prject Herstel en Burgerschap. Utrecht, 23 juni. • Weeghel, J. van (2010). Stand van kennis in de psychiatrische rehabilitatie. Studiemiddag Dijk en Duin. Castricum, 24 juni.
kinderen middels integraal gezondheidsbeleid. Presentatie Jantine Schuit tijdens bezoek Ministerie VWS, Directie
• Weeghel, J. van, & Bongers, I.M.B. (2010). Mensen met ernstige psychische aandoeningen. Beeldvorming,
Sport en Voeding Gezondheidsbescherming en Preventie (VGP) aan de RIVM Centra Gezond Leven en Volksge-
zelfbeeld en burgerschap. Afscheidssymposium prof. Dr. A. van Kalmthout. Tilburg, 1 juli.
zondheid Toekomst Verkenningen. Bilthoven, 21 januari.
• Weeghel, J. van (2010). Verlangen naar volwaardig burgerschap; maar wat doen we in de tussentijd? Oratie.
• Slobbe, L.C.J., & Polder, J.J. (2010). Lunchlezing “Van gezond naar beter” en “Kosten van ziekten”. College voor Zorgverzekeringen. 12 oktober. • Smits, M.T. (2010). 24x7 E-health diensten voor langer thuiswonen. Slimme Zorg congres, Provincie Brabant. Den Bosch, 1 juli. • Smits, M.T. (2010). Elektronische dienstverlening en sociale innovatie. Social Innovation Event, Gemeente Tilburg. Tilburg, 1 december. • Vos, M.L.G. de (2010). Resultaten InFoQI studie en ervaringen van een interventieziekenhuis. Presentatie voor zorgprofessionals werkzaam op de IC tijdens NICE discussiebijeenkomst. Jaarbeurs Utrecht, 8 december. • Vrijhoef, H.J.M. (2010). Improving chronic care: observations from an international perspective (invited lecture). CBO Utrecht, 13 januari. • Vrijhoef, H.J.M. (2010). Via ketenzorg naar geintegreerde zorg op basis van het Chronic Care Model. St. Keten-
Tilburg, 17 september. • Weeghel, J. van (2010). VICTOR: victimisatie van mensen met ernstige psychische aandoeningen. NWO-bijeenkomst Geweld tegen psychiatrische patiënten. Den Haag, 24 september. • Weeghel, J. van (2010). Zo werkt het. Arbeidsparticipatie van mensen met ernstige psychische aandoeningen. Symposium lustrim Odibaan. Wormerveer, 21 oktober. • Weeghel, J. van (2010). Trajectbegeleiding verbinden met MST. Startbijeenkomst MST/IPS project. Oosterhout, 10 november. • Weeghel, J. van (2010). Stigma en de invloed van professionals. Schizofreniecongres: De zorg in beweging. Zwolle, 17 november. • Weeghel, J. van (2010). IPS in the Netherlands. World Congress on Early Psychosis (IEPA). Amsterdam, 30 november.
129
128 externe presentaties en abstracts
colofon
• Weeghel, J. van (2010). Arbeidsrehabilitatie van psychiatrische patienten. Studiemiddag Arkin/Mentrum.
Redactie
Amsterdam, 2 december.
Jacqueline Frijters
• Weeghel, J. van (2010). Werken met psychische beperkingen. De kracht van IPS. Congres Jongeren op de
Fleur van Engelen
arbeidsmarkt. Utrecht, 8 december. • Weeghel, J. van (2010). Voorzitter Invitational Conference over Evaringsdeskundigheid in de GGz. Utrecht,
Ontwerp en productie
14 december.
Beelenkamp Ontwerpers, Tilburg
• Weeghel, J. van (2010). Voorzitter workshop herstelonderzoek. Rehabilitatiecongres Zo werkt het. Utrecht, 15 december.
Fotografie
• Wilrycx, G.K.M.L. (2010). Ervaringsdeskundigheid in de zorg: Weerstanden bij hulpverleners. Studiedag voor
Frans van Aarle (p. foto Prof. dr. j. de Lepeleire)
management en verpleging Rivierduinen. Oegstgeest, 22 april.
Frank Bos (p.9 - foto oratie Jaap van Weeghel)
• Wilrycx, G.K.M.L., Linden, M. van de, Bos, J., & Klein, P.A. (2010). Herstelondersteunend werken binnen een
Dave Collin (p. 8 - foto promotie Michael van den Berg)
eerste psychose team ter voorkoming van zelfstigmatisering. Nationaal (F)act congres ’Gewoon leven’.
Marloes Coppens (p. 9 - foto promotie Robbert Coppens)
De Reehorst, Ede, 23 september.
Albert Smits (p. 8 - foto promotie Carin Rots)
• Wilrycx, G.K.M.L. (2010). Herstelondersteunende zorg binnen (F)ACT en ACT. Onderzoekerbijeenkomst Trimbos. Utrecht, 8 december. • Wilrycx, G.K.M.L. (2010). Competenties van professionals verbeterd? Rehabilitatiecongres “Zo werkt het!’ Utrecht, 15 december.
Hollandse Hoogte • Merlin Daleman (p.12) • Sabine Joosten (p.16, p.32)
• Wong, A., & Polder, J.J. (2010). A carpaccio of red herrings: keeping the topic of ageing alive and well.
• Koen Verheijden (p.20)
Minisymposium Samenwerking RIVM-Tranzo. Bilthoven, 1 april.
• Wim Oskam (p.24)
• Wong, A., Boshuizen H.C., & Polder, J.J. (2010). Variatie in levensloop zorguitgaven. CPB Interne seminar.
• Arie Kievit (p.28)
Den Haag, 11 november.
• Caro Bonink (p.36, p.37)
• Wouterse, B., Koolman, X., & Don, H. (2010). Income redistributions in the Dutch healthcare system. A lifecycle approach. Tinbergen Health Economics Seminar. Rotterdam, 26 januari.
Ben Bergmans (alle overige fotografie)
• Wouterse, B., Meijboom, B.R., & Polder, J.J. (2010). The longitudinal relationship between health status and hospital expenditures. 2de Lowlands Health Economics Study Group. Egmond aan Zee, 27 mei.
Drukwerk
• Zuidgeest, M. (2010). Het gebruik van cliëntervaringen bij de bevordering van kwaliteit van zorg. Zorgvisie, Ede,
Grafische Groep Matthys, Turnhout
7 september.
130
Tranzo Wetenschappelijk centrum voor zorg en welzijn Postadres Universiteit van Tilburg Tranzo, Faculteit Sociale Wetenschappen Postbus 90153 5000 LE Tilburg Bezoekadres Warandelaan 2 5037 AB Tilburg Tiasbuilding, 5e etage, kamer T515 Secretariaat 013 466 2969
[email protected] http://www.tilburguniversity.edu/tranzo