De Achterbergse Er ven Gemeente Rhenen
Struc tuur visie
PROJECT Structuurvisie De Achterbergse Erven Gemeente Rhenen 46.20.02
OPDRACHTGEVER Gemeente Rhenen Postbus 201, 3910 AE RHENEN
OPSTELLER Buro SRO Sweerts de Landasstraat 50 6814 DG Arnhem Contactpersoon: Guido Yntema T (026) 35 23 125 E
[email protected]
DATUM & STATUS Definitief 30-10-2014
Inhoud Inleiding Het Plangebied
5 7
Beleidskader
11
Thema: Historie Thema: Water Thema: Natuur en Landschap Thema: Verkeer Thema: Milieu
15 19 21 25 27
Bouwstenen Uitwerking Raamwerk (wegen, groen, water) Invulling binnen het raamwerk
29 31 33
Structuurvisie De Achterbergse Erven
39
3
1 Inleiding
een woonzorgvoorziening als voorwaarde geldt
baarheid van de visie. In de uitwerking van de
voor de overige woningbouw.
afzonderlijke projecten zal zonodig nader on-
Opgave
derzoek plaatsvinden. Hiervoor worden in de
De ontwikkeling van de woonwijk Achterberg-
Inmiddels is, mede door de woningmarktcrisis,
visie uitgangspunten en aanbevelingen gefor-
West en het MFC Nieuw Schoneveld heeft het
gebleken dat een ontwikkeling van het plan in
muleerd.
dorp Achterberg een grote impuls gegeven. Vrij
één geheel niet (meer) aan de orde is. Dat wil
snel na de realisering van het MFC ontstonden
niet zeggen dat de ontwikkeling ven het gebied
Inhoud
in de dorpsgemeenschap initiatieven voor een
daarmee van de baan is. De gemeente Rhenen
Binnen een inleidend en afsluitend deel, bouwt
vervolg in de vorm van een zorgvoorziening in
gaat nu uit van een stapsgewijze, organische
de structuurvisie zich in een aantal stappen op.
het aangrenzende gebied tussen de dorpsrand
gebiedsontwikkeling waarbij het gebied met
Allereerst komt een aantal thema’s aan bod.
en de Bovenweg. Dit leidde in 2008 tot een
deelprojecten wordt ingevuld. Als gevolg hier-
Deze hoofdstukken brengen voor een aantal
ruimtelijke verkenning als eerste stap richting
van en mede op basis van de ruimtelijke ver-
aspecten de bestaande situatie, de hoofdlijnen
de ontwikkeling van Achterberg-West II.
kenning, heeft het college besloten een struc-
van het vigerend beleid, eventueel verricht on-
tuurvisie op te stellen die op hoofdlijnen richting
derzoek en de aandachtspunten in beeld.
Uit de ruimtelijke verkenning bleek dat er mo-
geeft aan de gewenste ruimtelijke ontwikkeling.
gelijkheden zijn voor een zorggerelateerde ont-
Op basis hiervan kunnen initiatieven in het ge-
Daarna volgt het stedenbouwkundige deel met
wikkeling in een bestaande boerderij en een
bied ontstaan, worden gefaciliteerd en concrete
een uitwerking van de ‘bouwstenen’ voor de
nieuwe woonzorgvoorziening. Daarnaast kun-
projecten worden uitgewerkt.
structuurvisie. De beschrijving daarvan vindt plaats in een aantal plandelen met ruimtelijke
nen er in dit gebied nieuwe woningen komen. Zo is ook vastgelegd in de stedenbouwkundige
De structuurvisie gaat vergezeld van een toe-
en functionele uitgangspunten. Uiteindelijk ko-
structuurvisie van de gemeente Rhenen. Aange-
lichting waarin naast de ruimtelijke opzet ook
men de plandelen bij elkaar in de Structuurvi-
zien het een uitbreiding betrof, is de provincie in
in hoofdlijnen inzicht wordt gegeven in de re-
sie De Achterbergse Erven. Deze gaat tenslotte
een vroeg stadium bij de planontwikkeling be-
levante omgevings- en milieuaspecten. Dit is
vergezeld van een uitvoeringsparagraaf met
trokken. Hieruit is een positieve grondhouding
gedaan aan de hand van beschikbare informa-
daarin een handreiking voor iedereen die aan
voor het plan ontstaan waarbij de realisatie van
tie met als doel inzicht te krijgen in de uitvoer-
de slag wil met de uitwerking van de visie. 5
inzet: te ontwikkelen percelen
2. HET PLANGEBIED Context
Locatiekenmerken
Het plangebied bevindt zich aan de westkant
richting de Bovenweg waar vrije kavels zijn ont-
De grootte van het visiegebied bedraagt circa
van Achterberg tussen de Cuneraweg en de
wikkeld. Hier is iets meer variatie. Dit laatste
6,5 ha. Hierin ligt een aantal bestaande kavels
spoorlijn Rhenen-Utrecht. In noordelijke rich-
geldt zeker voor de Cuneraweg waarlangs lint-
die ingepast zullen worden in de ontwikkeling:
ting raakt de Cuneraweg uiteindelijk de spoor-
bebouwing is gesitueerd. Hier staan voorname-
• Bovenweg 20: voormalige boerderij met
lijn, aan de zuidzijde is het dorp met de uitbrei-
lijk woningen, maar wel uit verschillende tijds-
ding Achterberg-West de spoorlijn inmiddels
perioden en met verschillende vormgeving. Een
• Bovenweg 22: voormalige boerderij met
ook dicht genaderd. Alhoewel het plangebied
van de laatste toevoegingen aan deze weg en
woonbestemming en boomkwekerij.
nu voornamelijk agrarisch gebruikt wordt, met
grenzend aan het plangebied is het MFC Nieuw
• Bovenweg 26: voormalige boerderij met
weilanden, ontbreekt contact met de omlig-
Schoneveld. Dit complex bestaat uit voorzienin-
gende agrarische gebieden. Deze bevinden
gen op de begane grond (o.a. supermarkt en
zich voornamelijk in noordelijke richting in de
zorg) en wonen daarboven. Het gebouw en de
Gelderse Vallei. De Cuneraweg met de lintbe-
buitenruimte is door de schaalgrootte en vorm-
• Cuneraweg 237: woonbestemming.
bouwing ligt hier echter tussen. Het contact met
geving een afwijkend element in de kleinscha-
• Cuneraweg 235: woonbestemming.
de Utrechtse Heuvelrug is eveneens beperkt
lige lintbebouwing.
• Cuneraweg MFC Nieuw Schoneveld:
door de aanwezige spoordijk. Deze vormt een
woonbestemming.
woonbestemming. • Cuneraweg 243: kleinschalig bedrijf met bedrijfswoning.
gemengde bestemming, onder andere voor
barrière, zowel visueel als ruimtelijk, richting de
In het algemeen is sprake van een enigszins
maatschappelijke doeleinden, detailhandel
heuvelrug.
versnipperde dorpsrandzone door verschil-
en wonen.
lend grondgebruik, meerdere eigenaren en Het aangrenzende woongebied Achterberg
verspreide bebouwing. Dit en door de situe-
De kavels die in aanmerking komen voor ont-
West is een projectmatig gerealiseerde woon-
ring tussen spoorlijn, Cuneraweg en Bovenweg
wikkeling zijn hiernaast weergegeven en betref-
wijk van ongeveer 10 jaar oud. Er is een dui-
heeft het gebied steeds meer het karakter van
fen de nummers: 194, 642, 4096 4460, 4619,
delijk verwantschap in architectuur, behalve
een ‘restgebied’.
4478 en 4482. 7
De woonboerderijen refereren duidelijk naar
De gronden buiten deze kavels bestaan nage-
de agrarische oorsprong van het gebied. Op-
noeg geheel uit weilanden met enkele solitaire
vallend hierbij, en anders dan bij de lintbebou-
bomen. Alleen tussen de Bovenweg 22 en 26 ligt
wing, is de zelfstandige ligging op afstand van
een strook grond met een boomkwekerij.
de weg. Met name de voormalige boerderij Bovenweg 20 ligt vrij in het landschap, mede
De begrenzing van het plangebied bestaat aan
door een opgenomen groengebied in Achter-
de zuid- en westzijde uit de Bovenweg. Ter hoog-
berg-West. Dit geeft deze boerderij een mar-
te van de hiervoor genoemde grond met kwe-
kante positie. Het MFC valt ook op, zij het dat
kerij bevindt zich een tunneltje (1e poort) in de
dit vooral komt door de gebouwgrootte. De
spoordijk die aansluit op de Lijnweg (N233). Aan
overige bebouwing springt weliswaar minder in
de noordzijde vormt de Cuneraweg de planbe-
het oog, maar past door een traditionele uit-
grenzing. Aan de oostzijde grenzen meer dan
straling prima bij het landelijke karakter van
één weg, of delen daarvan, aan het plangebied.
Achterberg.
Dit zijn de Bovenweg, De Veldse Eng en Schoneveld.
9
toekomstige woonlocatie
Uitsnede bestemmingsplan Rhenen Buitengebied
Uitsnede uit Provinciale Ruimtelijke Verordening 2013 - wonen & werken
Uitsnede bestemmingsplan Kern Achterberg
Uitsnede Structuurvisie Gemeente Rhenen
Beleidskader Provinciale verordening(PRV) Het plangebied ligt buiten de rode contour zoals
lingen en is opgenomen in het Bro (artikel 3.1.6
ladder voor duurzame verstedelijking. Dit ge-
vastgelegd in de PRV, vastgesteld op 4 februari
onder 2). De ladder bestaat uit drie ‘stappen’
beurt in een bestemmingsplan dan wel bij de
2013 door de Provincie Utrecht. In de PRV is
welke in hoofdlijnen als volgt zijn te beschrijven.
uitgebreide omgevingsvergunning.
de locatie echter aangewezen als ‘toekomstige
Allereerst dient aangetoond te worden dat de
woonlocatie’. De provincie voorziet een uitbrei-
voorgenomen stedelijke ontwikkeling voorziet
Vigerend bestemmingsplan
ding aan de westzijde van Achterberg. Hierbij
in een actuele regionale behoefte. Indien dit
Binnen het structuurvisiegebied zijn twee be-
gaat het om een combinatie van een kleinscha-
het geval is, zal eerst naar de ontwikkelingsmo-
stemmingsplannen van kracht. In het westelijk
lige woonzorgvoorziening met daaraan gekop-
gelijkheden binnen bestaand stedelijk gebied
deel geldt het bestemmingsplan Rhenen Bui-
pelde woningbouw, waarbij de woningbouw
moeten worden gekeken. Mocht dit niet moge-
tengebied en ter hoogte van de dorpsrand het
als kostendrager dient. In totaal gaat het om
lijk zijn, komen pas andere locaties in beeld.
bestemmingsplan Kern Achterberg 2012. De
maximaal 75 woningen. Een van de voorwaar-
Voor een verdere uitleg van de ladder duurza-
grens tussen deze plannen bevindt zich op de
den is dat de woningbouw bijdraagt aan een
me verstedelijking wordt naar de handreiking
rode contour zoals opgenomen in de provinci-
goede kwaliteit van de nieuwe kernrandzone,
van het ministerie verwezen.
ale verordening.
uit te werken in een integrale ruimtelijke onderbouwing.
beleidsmatig
In het gedeelte buitengebied geldt voorname-
reeds verankerd in provinciaal en gemeentelijk
lijk de bestemming ‘Agrarisch’, welke gelegen is
Ladder voor duurzame verstedelijking
beleid. De structuurvisie haakt daar, mede van-
op de weilanden rondom de bebouwing. Deze
Een meer algemeen onderwerp uit de Struc-
uit een actuele vraag in het gebied naar een
voormalige agrarische bebouwing is groten-
tuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is de
woonzorgvoorziening, verder op in. Alvorens
deels bestemd voor ‘Wonen’, met uitzondering
‘ladder voor duurzame verstedelijking’. De lad-
de verdere uitwerking van de visie planologisch
van Cuneraweg 243 waarvoor de bestemming
der richt zich op een zorgvuldige afweging en
mogelijk wordt gemaakt zal iedere ontwikke-
‘Bedrijf’ geldt. Over al deze bestemmingen ligt
besluitvorming op nieuwe stedelijke ontwikke-
ling moeten aantonen dàt deze voldoet aan de
een dubbelbestemming ‘Waarde-Archeologie’
Voorliggende
ontwikkeling
is
11
met een hoge verwachtingswaarde. Verder geldt nog de bestemming ‘Water’ voor de watergang langs de Cuneraweg. In de dorpsrand geldt voor het MFC de bestemming ‘Gemengd’ en voor de voormalige boerderij Bovenweg 20 geldt nu nog de bestemming ‘Wonen’. In november 2014 zal de bestemming hiervan ‘Maatschappelijk’ zijn ten behoeve van zorg (dagopvang psychogeriatrie). Voor de weilanden hier omheen geldt ‘Agrarisch’. In oostelijke richting ligt overwegend de bestemming ‘Wonen’ binnen de bebouwde kom van Achterberg. Ook hier is een dubbelbestemming ‘Waarde-Archeologie’ van kracht.
Stedenbouwkundige structuurvisie In de Stedenbouwkundige Structuurvisie (2009) van de gemeente Rhenen is Achterberg-West II aangeduid als ‘locatie wonen en voorzieningen’. Over de locatie staat onder meer vermeld dat de realisering en verschijningsvorm van het MFC aanleiding is om rondom een combinatie van functies voor te stellen waardoor een concentratie ontstaat van maatschappelijke voorzieningen. De hoogte van de bebouwing zal
een geleidelijke overgang vormen richting de
de bestaande overcapaciteit aan woningbouw-
in de woonvisie is dat de gemeente in Achter-
landelijke omgeving.
plannen voor de gemeente geen aanleiding is
berg de ontwikkeling stimuleert van een intra-
In dit gebied is een zorgboerderij met dagop-
om regie te voeren om overaanbod tegen te
murale woonvorm voor ouderen.
vang mogelijk, in combinatie met een recrea-
gaan. De gemeente zal de komende tijd met
tieve functie zoals een theetuin. Daarnaast is
name een stimulerende rol op de woningmarkt
Conclusie
aanvullende compacte bebouwing voor ver-
op zich nemen. De nieuwbouwproductie is
Alhoewel het structuurvisiegebied grotendeels
schillende doelgroepen als starters en ouderen
vooral een taak van de marktpartijen.
buiten de provinciale rode contour valt, wordt zowel door provincie als gemeente een ontwik-
wenselijk. Een gebiedsvisie zal voor dit projectgebied worden opgesteld zodat de omvang van
In de woonvisie is eveneens aandacht besteed
keling van zorg en wonen voorzien. Dit vraagt
het deel dat buiten de rode contour valt nauw-
aan de toenemende zorgvraag als gevolg van
om een nadere ruimtelijke onderbouwing waar-
keurig in beeld komt.
de vergrijzing. Het algemene uitgangspunt is zo
voor de structuurvisie de basis legt. De verdere
lang mogelijk in de huidige woning wonen (dat
uitwerking vindt plaats in bestemmingsplannen
Woonvisie
geldt voor alle zorgvragers). Deze beweging
dan wel omgevingsvergunningen aangezien de
De gemeente Rhenen heeft in oktober 2013
wordt door het Ministerie van VWS aangejaagd
huidige bestemmingen gebaseerd zijn op de
een geactualiseerde woonvisie vastgesteld.
door de financiële scheiding van wonen en zorg
bestaande situatie en niet voorzien in de ge-
Deze visie gaat in op de nieuwe rol van de ge-
voor de ‘lichte’ zorgzwaartepakketten (ZZP’s 1
wenste ontwikkeling.
meente op de woningmarkt, waarbij de nadruk
tot en met 2 in 2013 en ZZP3 in 2014). Deson-
meer komt te liggen op de zelfredzaamheid van
danks blijven voorzieningen voor de zwaardere
de maatschappij. In de visie worden verschil-
pakketten nodig.
lende doelgroepen (starters, gezinnen,senioren en diverse inkomensgroepen) en specifieke
Voor Achterberg staat in de woonvisie vermeld
thema’s (zorg en welzijn, de bestaande sociale
dat hier nog geen intramuraal aanbod aanwe-
huurvoorraad, duurzaamheid en nieuwbouw-
zig is. De oudere inwoners zijn met een zwaar-
productie) onderscheiden en worden de acties
dere zorgindicatie gedwongen om te verhuizen.
beschreven, die de gemeente hiervoor gaat
Zij verhuizen veelal naar een intramurale instel-
ontplooien. De belangrijkste conclusie is dat
ling in Veenendaal. Eén van de uitgangspunten 13
historische kaart (omstreeks 1850), nog voor de aanleg van de spoorlijn
historische kaart (omstreeks 1950)
historische kaart (omstreeks 1990)
kaart van huidige situatie
Thema: Historie Situatie ontstaansgeschiedenis Achterberg is de kleinste van de drie kernen bin-
De laatste relatief grote uitbreiding op de lint-
nen de gemeente Rhenen en heeft een agrari-
bebouwing is de wijk Achterberg-West, direct
sche oorsprong. De hoofdstructuur van de kern
grenzen aan het plangebied. Na afronding
bestaat uit de Cuneraweg, de Achterbergse-
hiervan is aan de Cuneraweg nog een multi-
straatweg en De Dijk. Daar waar deze routes
functioneel centrum gebouwd (MFC). Westelijk
bij elkaar komen ligt een belangrijk knooppunt
hiervan zijn ontwikkelingen beperkt gebleven
met het dorpshuis en de kerk. Achterberg is
tot de transformatie van voormalige agrarische
een dorp met zeer gevarieerde lintbebouwing,
bedrijven aan de Bovenweg naar woonboer-
zowel in functie als in bouwwijze en dichtheid.
derijen. Soms in combinatie met een andere
Hoewel woonbebouwing momenteel het meest
activiteit, zoals de kwekerij op nr. 22 en dagop-
voorkomt bevindt zich daartussen tevens an-
vang voor zorg bij nr. 20. De weilanden refere-
dersoortige bebouwing zoals een bedrijf, win-
ren weliswaar nog aan de vroegere agrarische
kel of school. De woningen zijn aanvankelijk
situatie, maar hebben deze functie grotendeels
gebouwd als vrijstaande huizen op ruime af-
verloren. De oorspronkelijke landschappelijke
stand van elkaar. Later heeft verdichting van het
onderlegger is nog wel aanwezige en goed her-
lint plaatsgevonden en tenslotte ging men over
kenbaar. Dit geldt eveneens voor de doorbre-
tot het bouwen van woningen achter en binnen
king hiervan door de spoorlijn die in het begin
de linten in korte rijen.
van de twintigste eeuw is aangelegd.
15
Uitsnede Archeologische Verwachtingenkaart gemeente Rhenen
Archeologie
Conclusie
De gemeente Rhenen heeft een erfgoedveror-
Zowel voor het reeds onderzochte deel ter
Achterberg is van oudsher een agrarisch dorp
dening. Op basis van de daarin opgenomen
hoogte van de beoogde woonzorgvoorziening
met lintbebouwing. Gaandeweg zijn de op de
archeologische verwachtingenkaart heeft het
als de rest van het plangebied is nader onder-
linten aangrenzende agrarische gronden ge-
plangebied een hoge verwachtingswaarde.
zoek nodig voordat het gebied vrij kan worden
transformeerd naar Wonen. Zo ook in Achter-
De lintbebouwing is daarbij afzonderlijk aan-
gegeven ten aanzien van archeologie. Tot die
berg-West, waar naast wonen met het MFC ook
geduid vanuit cultuurhistorisch oogpunt. Deze
tijd blijven de dubbelbestemmingen in de vige-
het accent op voorzieningen is te komen liggen.
verwachtingswaarde is deels bevestigd door
rende bestemmingsplannen van kracht.
Hierdoor en mede door de enigszins ingesloten
uitgevoerd onderzoek in en nabij het plange-
ligging is in het resterend gedeelte Achterberg-
bied. In verband met de geplande ontwikkeling
West het agrarisch gebruik steeds verder terug
van een woonzorgvoorziening in Achterberg-
gedrongen. Een nieuwe stap in de dorpsontwik-
west 2 is er een archeologisch inventariserend
keling ligt daarom voor de hand. Hierbij biedt
veldonderzoek door middel van proefsleuven
de nog grotendeels intact zijnde historische
uitgevoerd op twee locaties langs de Bovenweg
landschappelijke onderlegger een goed aan-
te Achterberg-West. In zes proefsleuven zijn op
knopingspunt.
beide locaties de resten van een nederzetting uit de ijzertijd blootgelegd. Eerder, bij de ont-
Gezien de vondsten in de omgeving en omdat
wikkeling van Achterberg West (1) circa 10 jaar
de verwachting van archeologische vondsten
geleden, is bij archeologisch onderzoek een
hoog is in het gebied, dient hiervoor bij de
complex van grafvelden aangetroffen, onder
verdere uitwerking van de visie in een bestem-
andere ten oosten van de boerderij Bovenweg
mingsplan of omgevingsvergunning nader on-
20. Mede hierom is dit gedeelte onbebouwd
derzoek plaats te vinden.
gebleven.
17
Thema: Water Situatie Achterberg-West bevindt zich op de overgang tussen de hoog gelegen Utrechtse Heuvelrug en het laag gelegen Binnenveld. Dit is ook zichtbaar in de indeling van grondwatertrappen, waarbij er ter hoogte van het plangebied op de Cuneraweg een omslagpunt ligt. Ten zuiden van deze weg liggen de gebieden met grondwatertrap VI en VII, noordelijk van de Cuneraweg begint grondwatertrap III die verder afloopt naar I. Achterberg-West behoort tot het gebied grondwatertrap VII, maar uit ervaringen bij de bouw van het MFC en blijkens waarnemingen in het veld lijkt de lagere grondwater-
zuidzijde van de Cuneraweg. Deze is, in tegen-
Voor wat betreft de riolering zijn tot aan het MFC
trap (III) van meer van toepassing. Zeker rich-
stelling tot de hiervoor genoemde sloten, ook
en de rand van Achterberg-West voorzieningen
ting de Cuneraweg. Nader onderzoek zal hier
bestemd voor water in het bestemmingsplan
getroffen die berekend zijn op de dorpsbebou-
duidelijkheid over moeten geven.
Buitengebied. Een andere groter waterelement
wing. Daarna is het systeem gedimensioneerd
ligt ten zuiden van het MFC. Dit betreft een infil-
op een buitengebied situatie. Nader onderzoek
De huidige watervoorzieningen in het gebied
tratievoorziening ten behoeve van het verharde
zal moeten uit wijzen of het bestaande stelsel
bestaan uit enkele kleine greppels en slootjes,
oppervlak van het MFC. De inpassing van deze
de nieuwe ontwikkelingen kan opvangen. Er
onder andere gelegen op een gedeelte van de
voorziening, al dan niet in aangepaste vorm,
zijn in ieder geval voorzieningen nodig in het
kavelgrenzen ten zuiden van Cuneraweg 243
geldt als randvoorwaarde in de ontwikkeling
plangebied zelf om de nieuwe bebouwing te
en 237. Een structurele watergang ligt langs de
van het plangebied.
kunnen aansluiten op de riolering. 19
Beleid
Conclusie
Het plangebied ligt in het infiltratiegebied
In het Waterplan zijn streefbeelden en uit-
Voorop staat dat voor elke ontwikkeling in het
Utrechtse Heuvelrug. In de verdere planvo-
gangspunten opgenomen die tezamen een vi-
plangebied het afkoppelbeleid geldt wat in-
ming is daarom aandacht vereist voor het
sie vormen van de beoogde ontwikkeling van
houdt dat het water dat valt op verharde op-
beschermen van de grondwaterkwaliteit bij
het water tot 2025. Het vGRP concretiseert deze
pervlakten ter plaatse wordt geborgen/geïnfil-
functiewijzigingen. Dit met het oog op de drink-
streefbeelden in maatregelen en verantwoord
treerd. De bodemgesteldheid lijkt hier zich voor
waterwinningen en de kwelstromen naar na-
welke middelen hiervoor nodig zijn. Voornaam-
te lenen gezien de grondwatertrap (VII) en de
tuurgebieden. Concreet betekent dit een ana-
ste uitgangspunten in de beleidsplannen is het
bestaande infiltratievoorziening bij het MFC.
lyse van een toe- of afname van het risico voor
saneren van overstorten en het afkoppelen van
Waarnemingen ter plaatse duiden echter ook
de grondwaterkwaliteit bij functiewijzigingen en
hemelwater. Daarnaast is de trits vasthouden,
op een veel nattere bodemgesteldheid, dus na-
het zonodig opnemen van bestemmingen en
bergen en het afvoeren van water van belang.
der onderzoek zal hierover uitsluitsel moeten
regels ter bescherming.
geven. In hoeverre de aanwezige watervoorzieHet afkoppeldocument dat als deelplan voort-
ningen een rol kunnen krijgen in het toekom-
Sinds 1 november 2003 is de watertoets wet-
vloeit uit het vGRP is een plan dat van toepas-
stige watersysteem valt nog te bezien. In ieder
telijk verplicht voor plannen in het kader van
sing is op Achterberg- West. Hierin worden de
geval dient de watergang langs de Cuneraweg
de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) die
afkoppeltechnieken weergegeven alsook waar
gehandhaafd te blijven, evenals de infiltratie-
later vervangen is door de Wro. De watertoets
afkoppelen mogelijk is. Daarnaast is het ver-
voorziening bij het MFC, al dan niet op een
betekent dat water en riolering in een vroeg
plicht afkoppelen van hemelwater opgenomen
andere locatie. De voorkeur gaat uit naar één
stadium worden meegenomen bij de te ontwik-
in het bouwbesluit.
integraal watersysteem voor het gehele gebied.
kelen gebieden. Het gemeentelijk beleid voor water en riolering bestaat uit het Waterplan van
Tenslotte zal bij iedere ontwikkeling aandacht
de gemeente Rhenen en het verbreed Gemeen-
moeten uit gaan naar de mogelijke invloed
telijke Rioleringsplan (vGRP). Daarnaast zijn er
van functiewijzigingen op de grondkwaliteit en
deelplannen ontstaan voorkomend uit het Wa-
naar de wijze waarop de aansluiting op het be-
terplan en het vGRP.
staande rioleringssysteem plaatsvindt en of er aanvullende voorzieningen nodig zijn.
Thema: Natuur en Landschap Beleid
Situatie Het dorp Achterberg is gelegen tegen de zuid-
De Cuneraweg vormt aan de westzijde van
In de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie
oostpunt van het stuwwallandschap van de
Achterberg de grens tussen het kampenland-
maakt het structuurvisiegebied landschappelijk
Utrechtse Heuvelrug. Ten zuiden er van stroomt
schap en het bosrandgebied met engen. Op
gezien nog onderdeel uit van het landbouw-
de Nederrijn en ten oosten van het dorp be-
zich is deze indeling nu nog steeds van toepas-
gebied dat onderdeel is van het Gelders Val-
vindt zich de Gelderse Vallei. Het dorp is ge-
sing, zij het dat de spoorlijn en provinciale weg
lei landschap. Bij verstedelijking is het gebied
situeerd op een voormalige uitloper van het
het gebied doorsnijden. Bij de aanleg hiervan
aangewezen als toekomstige woonlocatie. In
Kampenlandschap. Dit type landschap wordt
is de huidige oostgrens van het structuurvisie-
westelijke richting begint achter de spoorlijn
gekenmerkt door lange lijnen (slagen) en veel
gebied ontstaan in de vorm van de aantak-
het Utrechtse Heuvelrug landschap. Hierbinnen
openheid. In het landschap bevinden zich ver-
king van de Bovenweg op de Cuneraweg. Deze
zijn gebieden aangewezen die vallen onder de
spreid staande solitaire boerderijen. Bij kruisin-
aantakking volgt wel de vroegere lijnen van het
Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Het plange-
gen van routes is enige verdichting waardoor
bosrandgebied die zich opspannen tussen de
bied zelf bevat geen gronden die vallen onder
van een buurtschap of dorp gesproken kan
Bovenweg en de Cuneraweg. In het plangebied
de EHS.
worden. Achterberg vindt hierin zijn oorsprong.
zijn deze nog steeds als kavelgrenzen met deels
Een bijzonder gebied vormt Den Hooghen
beplanting herkenbaar. Dit betreffen zowel lijn-
In de Provinciale Ruimtelijke Verordening is voor
Horst, ten zuidoosten van Achterberg. Het be-
vormige elmenten zoals houtsingels als solitaire
deze toekomstige woningbouw verder bepaald
treft een aparte vorm van een kampenland-
bomen waaronder twee monumentale eiken ter
dat deze bijdraagt aan een goede kwaliteit van
schap met een radiaalsgewijs slotenpatroon en
hoogte van de Bovenweg 18. Wel is door de
de nieuwe kernrandzone. Voor de landschappe-
over het gebied verspreide knotwilgen en elzen.
ingeklemde ligging tussen dorpsrand, spoorlijn
lijke component daarin is in 2009 een verken-
Dit vindt mede zijn oorsprong in het kasteel Ter
en Cuneraweg een soort restgebied ontstaan.
ning gemaakt. Destijds nog gekoppeld aan de
Horst dat hier gevestigd was.
realisering van de EHS van overheidswege wat inmiddels niet meer aan de orde is. De voorgestelde landschapselementen bieden echter een 21
goed aanknopingspunt voor de landschappe-
Conclusie
lijke invulling van de kernrandzone.
Het structuurvisiegebied is weliswaar door de spoorlijn afgezonderd komen te liggen van het
Daarnaast is het vanuit de huidige natuurwet-
oorspronkelijke bosrandgebied, maar bevat
geving bij ruimtelijke ingrepen verplicht op de
nog wel een herkenbare landschappelijke on-
hoogte te zijn van de in het projectgebied mo-
derlegger. Deze onderlegger en de daarbij be-
gelijk voorkomende beschermde natuurwaar-
horende landschapselmenten biedt een goed
den. Een en ander zoals vastgelegd in de Flora-
aanknopingspunt voor de toekomstige ruimte-
en faunawet en de Natuurbeschermingswet.
lijke structuur en de landschappelijke invulling
Dit kan mogelijk beperkingen opleggen aan de
van de kernrandzone. Het gebied is geen on-
voorgenomen sloop- en nieuwbouwactiviteiten.
derdeel van de EHS. Wel zal bij de verdere uit-
Vooralsnog zijn er geen aanwijzingen daartoe,
werking van de structuurvisie nader onderzoek
bij de verdere uitwerking van de structuurvisie
moeten uitwijzen dat voldaan wordt aan de Flo-
zal nader onderzoek dit moeten bevestigen.
ra- en faunawet en de Natuurbeschermingswet.
In lichtgroen de ‘groene contour’en in donkergroen de Ecologische Hoofdstructuur. bron: Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie
Landschapselementen uit “Analyse verstedelijking en landschap” (Pouderoyen Compagnons, 2009)
23
Thema: Verkeer
van de spoorlijn is deze echter doorsneden. Het
nieuwe wegen of aangepaste bestaande wegen
oostelijke deel van deze weg buigt sindsdien
gaan daar onderdeel van uit maken en worden
naar het noorden af naar de Cuneraweg. Wel
een 30 km-zone. Voor wat betreft het parkeren
Situatie
is een tunneltje in de spoordijk aangelegd (1e
heeft de gemeente Rhenen een Parkeerbeleids-
De hoofdstructuur van Achterberg bestaat uit
poort), ongeveer ter hoogte van de oorspron-
plan opgesteld. Voor Achterberg geldt de ‘par-
historische linten. Dit zijn de Cuneraweg, De
kelijke ligging. Deze biedt doorgang aan zowel
keernorm buiten centrumgebied’, welke afhan-
Dijk en de Achterbergsestraatweg. Deze laatste
auto- als langzaam verkeer. Specifieke fiets- en
kelijk van het soort woning tussen 1,4 en 2,2
legt de verbinding naar het zuiden met Rhenen.
wandelpaden zijn in de directe omgeving niet
parkeerplek per woning ligt.
Alle wegen in Achterberg zijn aangewezen als
aanwezig. Het langzaam verkeer maakt ge-
een 30km-zone. Aan de westzijde begint dit ge-
bruik van de aanwezige wegen.
bied ter hoogte van de Cuneraweg 174, dat is ruim ren noorden van het plangebied.
Conclusie Rondom het plangebied ligt een wegenstruc-
Parkeren vindt in Achterberg grotendeels op ei-
tuur die een goede basis biedt om op aan te
gen erf plaats. Wanneer dit niet geheel moge-
takken. De Cuneraweg heeft al een ontslui-
Zuidelijk van het dorp loopt de spoorlijn Vee-
lijk is, zoals bij bedrijven of in Achterberg-West,
tende functie en kan deze voor de ontwikkeling
nendaal-Rhenen. Het dichtstbijzijnde station is
zijn daarnaast ook parkeervoorzieningen in de
ook vervullen. De Bovenweg heeft daarentegen
Rhenen. Parallel hieraan ligt de provinciale weg
openbare ruimte gemaakt.
nu een zeer beperkte functie in de ontsluiting van het dorp en is daarop ook niet gedimensi-
N233 naar Veenendaal, Rhenen en nog zuidelijker, naar de Betuwe. Zowel ten noorden als
Beleid
oneerd. In de verdere uitwerking van de struc-
ten zuiden van de dorpskern zijn de straten van
Ruimtelijke ontwikkelingen dienen goed, tij-
tuurvisie zal, in een mobiliteitstoets, aandacht
Achterberg hierop aangesloten.
dig en veilig ontsloten te zijn en kunnen lei-
moeten uit gaan naar de aanpassing van de
den tot een toenemende verleersdruk elders.
Bovenweg om deze geschikt te maken voor de
Ten zuiden en ten westen van het plangebied
Ter beoordeling hiervan heeft de provincie de
ontsluiting van het nieuwe dorpsgebied. Even-
loopt de Bovenweg. Dit is van oudsher een
mobiliteitstoets geïntroduceerd. Dit vraagt om
eens met aandacht voor langzaam verkeer.
smalle landweg tussen landerijen en verspreid
een meer concreet beeld van de planvorming.
Voor parkeren gelden de normen uit het par-
liggende boerenbedrijven, welke aanvankelijk
In het algemeen geldt dat geheel Achterberg
keerbeleidsplan. In het algemeen wordt zoveel
parallel aan de Cuneraweg liep. Met de aanleg
is aangewezen als verblijfsgebied. Eventuele
mogelijk op eigen erf geparkeerd. 25
Thema: Milieu Situatie De meeste bedrijven rondom het plangebied
spoorlijn ligt het dichtst bij en bovendien op
de N233 als transportroute voor gevaarlijke
betreffen kleinschalige kwekerijen, echter ten
een dijk tussen de N233 en het plangebied.
stoffen een aandachtspunt. Gezien de ligging
noordwesten bevinden zich enkele veehoude-
De 48 db contour van de weg ligt binnen de
achter de spoordijk zal dit naar verwachting
rijen. De dichtstbijzijnde veehouderij bevindt
55 dB contour van de spoorlijn. De spoorlijn is
geen belemmering opleveren.
zich op circa 75 meter. Tussen dit bedrijf en
daarom als maatgevend te beschouwen. Hier
het plangebied zijn reeds enkele woonbestem-
zal onderzoek naar gedaan moeten worden.
Conclusie
mingen gelegen. Verder bevindt zich een be-
Uit de ‘Wet luchtkwaliteit’ volgt dat als de bij-
Er zijn op milieugebied geen onoverkomelijke
drijfsbestemming in de noordwesthoek van het
drage van een voorgenomen ontwikkeling
belemmeringen te verwachten voor gewenste
plangebied. Dit betreft een kleinschalig bedrijf
aan de luchtkwaliteit ‘niet in betekende mate’
ontwikkeling van wonen en zorg in het plange-
in een lage categorie (maximaal categorie II).
bijdraagt, de voorgenomen ontwikkeling zon-
bied. Wel dient nader gekeken te worden naar
Om aan te tonen dat de betreffende voorma-
dermeer inpasbaar is vanuit het oogpunt van
de invloed van omliggende bedrijvigheid, in het
lige landbouwgronden geschikt zijn voor woon
luchtkwaliteit. De geplande woningbouw valt
bijzonder de veehouderijen. Een bodemonder-
en zorg is een verkennend bodemonderzoek
gezien het geringe aantal (circa 75 woningen)
zoek is eveneens benodigd en de geluidsbelas-
nodig. Voor het plangebied zijn geen gegevens
hieronder. In het geval een specifieke zorgfunc-
ting van de spoorlijn vraagt aandacht. Indien er
beschikbaar die wijzen op een mogelijke ver-
tie wordt mogelijk gemaakt, is wel een lucht-
andere functie dan wonen in een ontwikkeling
ontreiniging. Een bij de verdere uitwerking van
kwaliteitstoets nodig. Hierbij is de verkeers-
komen, zoals zorg, is een luchtkwaliteitstoets
de structuurvisie uit te voeren bodemonder-
aantrekkende werking maatgevend. Gezien
noodzakelijk. Een toets is eveneens nodig voor
zoek, zal dit in beeld moeten brengen.
het kleinschalige karakter van het plan worden
de N233 als transportroute voor gevaarlijke
hierbij geen problemen bij verwacht.
stoffen. Alhoewel bestaande gegevens hierover de gewenste ontwikkeling niet in de weg lijkt te
Op het gebied van geluid is wegverkeerslawaai en spoorlawaai van respectievelijk de N233
Op het gebied van externe veiligheid is, mede
staan, vraagt dit een specifieke onderbouwing
(Lijnweg) en de spoorlijn van toepassing. De
gezien de beoogde zorgfunctie in het gebied,
gezien de beoogde zorgfunctie. 27
1: Het raamwerk
2: De kleine erven
3: De grote erven
4: Het binnenerf
BOUWSTENEN 1 Raamwerk
2 Kleine erven
3 Grote erven
De historie en de aanwezige ruimtelijke kenmer-
De tweede bouwsteen bestaat uit de ‘kleine er-
Het MFC en de boerderij Bovenweg 20 vormen
ken bieden goede aanknopingspunten voor het
ven’ welke liggen aan de bestaande wegen, of
de derde bouwsteen voor de ruimtelijke hoofd-
nieuwe ruimtelijk raamwerk dat richting moet
beter gezegd de linten. De Cuneraweg is te ka-
structuur als de ‘grote erven’. Dit zijn, weliswaar
geven aan de ontwikkeling van het gebied. Het
rakteriseren als een dorpslint: hier staat de be-
heel verschillend, twee elementen die zich los
raamwerk is de eerste bouwsteen dat bestaat
bouwing relatief dicht aan de weg en op korte
maken van de omliggende structuren. Beide
uit de van oudsher aanwezige landschappelijke
onderlinge afstand. Op basis van de aangren-
vragen om een omliggende ruimte, bij het MFC
structuurlijnen (weggetjes, houtsingels, solitaire
zende kenmerken kan dit dorpslint verder wor-
is dat voor parkeren, bij de boerderij is dat
bomen) tussen de Cuneraweg en de Bovenweg.
den aangevuld en versterkt. Dit geldt eveneens
landschap. Op basis van de eerder genoemde
Door deze zoveel mogelijk te behouden en te
voor de Bovenweg, zij het dat daarlangs sprake
structuurlijnen vormen ze de aanzet voor een
versterken, ontstaat de basis voor de te han-
is van een landelijk lint. De bebouwing staat,
zone met afzonderlijke ‘grote erven’ omgeven
teren verkavelingsrichting, ontsluiting en toe te
ten opzichte van het dorpslint, iets verder van
door groen/pleinruimte. Deze opzet vormt de
passen groen- en waterelementen.
de weg af en op ruimere onderlinge afstand.
basis voor de ontwikkeling richting de Bovenweg met handhaving en versterking van zichtlijnen richting de boerderij Bovenweg 20.
4 Binnenerf De laatste bouwsteen bevindt zich in de ruimte binnen de linten, westelijk van de ervenzone. Net als in Achterberg kan hier een inbreiding komen, het ‘binnenerf’. Door deze compact en dichter te bebouwen dan de linten blijven beide gebieden goed herkenbaar. 29
Raamwerk
UITWERKING RAAMWERK (wegen, groen, water) Via de bestaande omringende wegen vindt
twee insteekwegen: één aan de westzijde van
king komt in het handhaven en versterken van
de ontsluiting van het gebied plaats door een
het plangebied en één in het verlengde van het
het landschap er omheen en de zichtlijnen rich-
nader te bepalen aantal insteekwegen aan te
spoortunneltje. Deze laatste bestaat in ieder
ting de markante bestaande boerderij.
leggen. De locatie waar deze aantakken ligt
geval uit een langzaamverkeersroute. De twee zuidelijke erven zijn begrensd in op-
nu nog niet vast, de aanduidingen op de kaart zijn indicatief. Vooralsnog wordt uitgegaan van
Van belang is op te merken dat er, afgezien
pervlakte (zie invulling raamwerk hierna) en
één extra aansluiting op de Cuneraweg. Dit zal
van langzaamverkeersverbindingen, geen ont-
worden omgeven door groen met een landelijk
bezien moeten worden in samenhang met de
sluitingen komen vanuit de huidige dorpsrand
karakter: erfhagen en bloemrijk grasland met
Bovenweg die eveneens aansluit op de Cunera-
naar het binnengebied. De zelfstandig gelegen
struinpaden en solitaire bomen. Door middel
weg. De daar gelegen kruising vraagt verkeers-
‘grote erven’ (MFC, boerderij Bovenweg 20 en
van sloten of wadi’s vindt hier eveneens water-
kundig aandacht gezien de aansluiting van de
nieuw erf) kunnen wel via de aangrenzende
berging plaats. Indien de bergingsopgave het
Snijdersteeg op korte afstand. Zo mogelijk kan
wegen ontsloten worden.
toelaat, kan deze zone ook nog plaats bieden aan buitensport spel en recreatie al dan niet in
deze bajonet ontsluiting worden aangepakt,
combinatie met water.
bijvoorbeeld door de ontsluiting in de toekomst
De zone met ‘grote erven’ is bepalend voor de
via het binnerf te laten lopen en op het deel
groen- en waterstructuur. Hier vindt de water-
van de Bovenweg dat aansluit op de Cunera-
berging plaats. In het bijzonder geeft deze zone
Gezien de gewenste groene inbedding van de
weg enkel langzaam verkeer toe te staan.
invulling aan de versterking van de landschap-
‘grote erven’ is de inrichting van de groenzone
pelijke en cultuurhistorische kwaliteit van de
onderdeel van de ontwikkeling van het erf zelf.
Het verdere verloop van de Bovenweg vraagt
nieuwe kernrandzone. Op de westelijke grens
De precieze vormgeving komt aan bod in de
eveneens aandacht. Dit is nu een zeer smalle
is een groensingel/houtwal opgenomen die de
op te stellen erfvisie en zal planologisch worden
landweg die niet berekend is op extra verkeer,
historische landschapslijn tussen Cuneraweg
verankerd in de bestemmingsplannen. Dit geldt
maar in de toekomst wel toegang moet bieden
en Bovenweg weergeeft. Het cultuurhistorisch
voor alle (landschaps)elementen die dienen ter
aan de nieuwe erven langs de weg en naar
waardevolle erf Bovenweg 20 is het middelpunt
versterking van de ruimtelijke kwaliteit van de
het binnenerf. Voorlopig wordt uitgegaan van
van het gebied wat in ieder geval tot uitdruk-
kernrandzone. 31
Kleine erven
Referentie dorpslint
Referentie landlint
Referentie landlint
INVULLING BINNEN HET RAAMWERK Voor de invulling binnen het raamwerk is een
Voor het landlint aan de Bovenweg is een rui-
Voor beide linten geldt dat al het parkeren op
proefverkaveling gemaakt om inzicht te krijgen
mere opzet gewenst met daarom uitsluitend
eigen erf plaats vindt. Eveneens gelden voor
in de typologie, aantallen en oppervlaktes die
vrijstaande woningen. Zodoende ontstaat een
allebei de algemene beeldkarakteristieken
mogelijk zijn. Mede op basis hiervan zijn de
nieuwe dorpse kernrandzone waar bebou-
van lintbebouwing: individuele vormgeving,
ruimtelijke uitgangspunten voor de structuur-
wing geleidelijk over gaat in landschap/bui-
afwisselend beeld, eigen positie op de ka-
visie bepaald. De proefverkaveling is echter
tengebied. Op de kavel tussen de nrs. 22 en
vel en wisselende goot- en bouwhoogtes. De
geen blauwdruk. Dit heeft zich vertaald in de
26 kunnen maximaal drie woningen komen.
precieze uitwerking hiervan vindt plaats in een
uitgangspunten die ruimte bieden voor een an-
Uitgangspunt daarbij is een ontwikkeling in de
afzonderlijke visie voor de linten, de maximum
dere invulling. Het raamwerk blijft uiteraard bij
diepte van de kavel. Opdeling van dit perceel in
bouwhoogte bedraagt in ieder geval niet meer
alle invullingen van kracht.
de breedte is niet toegestaan. Op het gedeelte
dan twee bouwlagen met een kap. Een nu al te
tussen Bovenweg nr. 26 en Cuneraweg 243
duiden verschil is zoals eerder vermeld dat het
De kleine erven
kunnen maximaal 6 woningen komen. Mocht
lint langs de Cuneraweg wat dichter bebouwd
De invulling van de ‘kleine erven’ aan de
hier geen ontsluiting nodig zijn naar het bin-
is met een dorpse uitstraling, terwijl het lint
Cuneraweg en de Bovenweg bestaat uit lint-
nengebied, geldt een aantal van maximaal 7
langs de Bovenweg ruimer is opgezet met een
bebouwing in de vorm van grondgebonden
woningen.
landelijke uitstraling. In beide linten zijn zowel
woningen. De versterking van het dorpslint Cu-
traditionele als moderne interpretaties hiervan
neraweg tussen de nrs. 237 en 243 bestaat uit
mogelijk. Ter illustratie is een aantal referentie-
een afwisseling van twee onder een kap wo-
beelden opgenomen.
ningen en vrijstaande woningen. Hier kunnen maximaal drie woningen komen. Indien hier geen ontsluiting nodig is, bedraagt het aantal woningen maximaal 4.
33
Grote erven
De grote erven Het multifunctioneel centrum aan de Cunera-
schuur’ komen met reguliere woningbouw. Aan
kader van de Wet Langdurige Zorg. Als ruim-
weg blijft gehandhaafd. Eveneens zal de wa-
de oostkant geldt daarbij wel de beperking
telijk kader geldt hier in ieder geval, gezien het
terberging ten zuiden van dit complex in stand
van een archeologische vindplaats. De nieuwe
gewenste groene raamwerk, het maximum van
moeten blijven, waarbij het wel mogelijk is dit
‘woonschuur’ is ruimtelijk en architectonisch
6.000 m² voor de grootte van het erf (gebied
op een andere wijze binnen de zone met ‘grote
duidelijk ondergeschikt aan de bestaande
met alles wat bij bebouwing hoort zoals tuinen,
erven’ op te lossen. Uitgangspunt is een een-
boerderij. Dit ensemble blijft beeldbepalend.
weg, toerit, hagen en parkeren). Het aantal
duidige oplossing te creëren (zoals één grote
Mede hierom bedraagt de hoogte niet meer
wooneenheden is nader te bepalen in een erf-
wadi of één westelijk gelegen watergang ) voor
dan één bouwlaag met een kap. Het aantal wo-
visie.
de waterberging van het gehele structuurvisie-
ningen in de ‘woonschuur’ is nader te bepalen
gebied. Voor alle ‘grote erven’ geldt dat al het
in een erfvisie. De grootte van het erf (gebied
Voor wat betreft de uitstraling en bouwhoogte
parkeren op eigen erf plaats vindt.
met alles wat bij bebouwing hoort zoals tuinen,
zijn voor het nieuwe zuidelijke erf meerdere
weg, hagen en parkeren) bedraagt maximaal
opties denkbaar zoals een villa of een hoeve.
4.500 m².
De precieze bouwhoogte is nader te bepalen in
Voor de bestaande boerderij Bovenweg 20 is een herontwikkeling naar wonen en een maat-
een erfvisie, maar bedraagt niet meer dan twee
schappelijke functie (zorg) het uitgangspunt. De
In het zuidelijk deel komt een nieuw erf met
bouwlagen met een kap. In de grote erven zijn
functie zorg komt uitsluitend in het bestaande
een woonzorgvoorziening en reguliere woning-
zowel traditionele als moderne invullingen mo-
woonhuis en naastgelegen bijgebouw. Dit en-
bouw. De ruimtelijke invulling van dit woon-zorg
gelijk, zolang maar sprake is van een duidelijk
semble blijft in de huidige vorm gehandhaafd,
erf is nader te bepalen in een specifieke erf-
ensemble per erf. Ter illustratie is een aantal
gezien de cultuurhistorische waarde en beeld-
visie. Eén compact gebouw is mogelijk, maar
referentiebeelden opgenomen.
kwaliteit. Mede daarom zijn vanaf de zuidzijde
ook een opzet in de vorm van één of meerdere
(ter hoogte van Bovenweg 18) en vanuit het
hofjes of een boerenerf (zoals nr. 20) zou kun-
De invulling van de groenzone rond het erf, zo-
nieuwe binnenerf zichtlijnen richting dit ensem-
nen. Dit om optimaal in te kunnen spelen op
als beschreven in het raamwerk, maakt even-
ble opgenomen. In de directe nabijheid van de
bestaande en vernieuwende zorgconcepten die
eens onderdeel uit van de erfvisie en de reali-
bestaande boerderij kan één nieuwe ‘woon-
zich de komende tijd gaan ontwikkelen in het
sering van het erf. 35
Binnenerf
Het binnenerf Tussen de grote en de kleine erven ligt het bin-
Gezien de hogere bebouwingsdichtheid zal
nenerf. Dit bestaat uit grondgebonden wonin-
naast parkeren op eigen erf ook parkeren in de
gen in een compacte opzet aan of rondom een
openbare ruimte nodig zijn. Ook hierop zal een
openbare ruimte (zoals pleintje of hof). Een
specifieke erfvisie moeten in gaan evenals de
nog op te stellen erfvisie geeft verder invulling
bouwhoogte. Deze bedraagt in ieder geval niet
aan de ruimtelijke opzet en het aantal wonin-
meer dan twee bouwlagen met een kap. Ook in
gen. Op basis van de proefverkaveling zal dit,
beeldkwaliteit zal het binnenerf zich moeten on-
ter indicatie, rond de 30 woningen komen te
derscheiden van de lintbebouwing. Dit betekent
liggen. Het verschil in ruimtelijke opzet met de
dat de zeer gevarieerde uitstraling zoals daar
lintbebouwing zal zichtbaar moeten zijn. Dit
niet geldt voor het binnenerf. Een projectmatige
kan door een hogere bebouwingsdichtheid en
invulling is een mogelijke uitwerking waarvan
meer aaneengebouwde woningen. Zodoende
enkele referentiebeelden zijn opgenomen.
ontstaat de gewenste compacte opzet met een ruime rand richting het landschap.
37
DE ACHTERBERGSE ERVEN
GEMEENTE RHENEN LEGENDA De kleine erven Dorpslint (max 4 woningen) Landlint (max 10 woningen) De grote erven Compact woon-zorg erf in het groen, totale oppervlakte max. 6.000 m2 Bestaand Multifunctioneel Centrum (MFC) Erf met bestaand boerderij-ensemble (zorg) en ‘woonschuur’, totale oppervlakte max. 4.500 m2 Het binnenerf Het raamwerk Groene ruimte voor waterberging, zo mogelijk in combinatie met buitensport, spel en recreatie Wandelpad (indicatief) Verkeersontsluiting (indicatief) Zichtlijnen naar boerderij handhaven/versterken
STRUCTUURVISIE
OKTOBER
2014
STRUCTUURVISIE DE ACHTERBERGSE ERVEN Ruimtelijk kader De
voorgaande
Uitvoeringsparagraaf hoofdstukken
beschrijven
De kredietcrisis en de daarop volgende woning-
In lijn met de geactualiseerde Woonvisie (2013)
stapsgewijs en in hoofdlijnen de gewenste ruim-
marktcrisis heeft ook de woningmarkt in Ach-
betekent dit dat niet de gemeente bepaalt wat,
telijke ontwikkeling van het plangebied, zoals
terberg veranderd. De gemeente Rhenen speelt
wanneer en waar ontwikkelingen plaatsvinden,
weergegeven in de hiernaast opgenomen visie-
hier op in door bij de ontwikkeling van De Ach-
maar dat huidige en toekomstige eigenaren
kaart. Binnen dit kader krijgen de nadere uit-
terbergse Erven te kiezen voor een nieuwe stijl
en gebruikers leidend zijn. De rol van de ge-
werkingen, waaronder erfvisies en landschap-
van gebiedsontwikkeling. Daarin staat uitnodi-
meente Rhenen is daarbij vooral voorwaarden-
pelijke inpassing, vorm met de planologische
gingsplanologie centraal. Uitnodigingsplano-
scheppend. De structuurvisie biedt hiervoor een
verankering daarvan in een bestemmingsplan.
logie wil zeggen dat de beoogde ontwikkeling
ruimtelijk kader op de lange termijn (> 10 jaar)
Deze uitwerkingen worden nadrukkelijk mede
niet wordt gebaseerd op een vooraf door de
waarin de hoofdlijnen zijn vastgelegd ten aan-
bepaald aan de hand van de informatie uit de
gemeente bedacht en tot in detail uitgewerkt
zien van de benodigde infrastructuur en overi-
behandelde thema’s in de lagenbenadering.
plan dat in een korte tijd moet worden gerea-
ge ruimtelijke randvoorwaarden. De keuze voor
Hierin staan namelijk onderdelen, zoals diverse
liseerd. De verwachting is dat de ontwikkeling
een visie komt mede voort uit het gegeven dat
milieuonderzoeken en een mobiliteitstoets, die
van De Achterbergse Erven plaats zal vinden
de termijn waarbinnen de ontwikkeling plaats-
een concreter beeld van het plan vragen. Het
in een proces van langzame transformatie, ge-
vindt nog niet bepaald is. Aangezien een be-
voorliggende structuurplan bestaat derhalve uit
voed door initiatieven uit het dorp en andere
stemmingsplan een planhorizon heeft van 10
de combinatie van de ruimtelijk gewenste opzet
geinteresseerde partijen met plannen voor het
jaar is deze planvorm dus voor het gehele ge-
en de conclusiekaart van de lagen. In de ver-
gebied.
bied nog niet aan de orde. Door het gemeen-
dere stapsgewijze ontwikkeling worden deze
telijk beleid te beschrijven in een structuurvisie
verder in elkaar geschoven wat uiteindelijk
kan een streefbeeld voor een langere periode
leidt tot een concreet, afgewogen en samen-
worden vastgelegd als bron voor nadere uit-
hangend plan.
werking in één of meer bestemmingsplannen.
39
Op basis van het stedenbouwkundig streef-
Voor deze deelgebieden zullen vervolgens in
selen van behoorlijk bestuur volgt wel, dat een
beeld zijn er, afhankelijk van grondposities,
overleg met de initiatiefnemers bestemmings-
behoorlijke motivering moet worden gegeven
ambitie en financiële randvoorwaarden, ver-
plannen worden vastgesteld of er kan een ver-
wanneer een van de structuurvisie afwijkend
schillende deelgebieden te onderscheiden. De
gunning op grond van art.2.12 lid 1 onder a
bestemmingsplan wordt vastgesteld.
gemeente Rhenen zal haar eigen, binnen het
ten derde Wabo (omgevingsvergunning ter
visiegebied gelegen gronden, bedoeld voor
afwijking van het bestemmingsplan) worden
Met de structuurvisie is een eerste stap gezet
(woon)zorg- voorzieningen en woningbouw, tot
verleend.
Daarbij geldt de randvoorwaarde
richting de ontwikkeling van een nieuw dorps-
ontwikkeling brengen door middel van actief
dat het (anterieure) verhaal van gemeentelijke
gebied met zorg en wonen aan de westkant van
grondbeleid.
grondexploitatiekosten, locatie-eisen en fase-
Achterberg. Veel aspecten vragen om een na-
ring alle zijn geregeld.
dere uitwerking. Het streven van de gemeente
Daarnaast worden, op basis van de in deze
is binnen afzienbare tijd te komen tot een be-
structuurvisie en raamwerk vastgestelde hoofd-
Vervolg
stemmingsplan dat de voorgestane transforma-
lijnen, partijen uitgenodigd om met ontwikkel-
Alhoewel de structuurvisie aan te duiden is als
tie mogelijk maakt en nodigt hierbij initiatiefne-
voorstellen voor de verschillende deelgebieden
indicatief plan, zonder bindende voorschriften,
mers van harte uit om samen invulling te geven
te komen. Dit betekent dat voor elke deelgebied
heeft het wel een betekenis voor de verdere pla-
aan De Achterbergse Erven.
waarvoor de gemeente om planologische me-
nontwikkeling. In juridische zin is het plan aan
dewerking wordt gevraagd , de exploitant(en)
te wijzen als beleidsdocument. De visie bindt
op grond van een toerekening
naar profijt
het bestuur zelf, in de zin dat zij hiermee aan-
en toerekenbaarheid moeten bijdragen in de
geeft in de toekomst haar beleidsbeslissingen in
kosten voor (aanpassing van) infrastructuur,
overeenstemming met de structuurvisie te zul-
riolering, het opheffen van milieuzonering en
len nemen. Bijvoorbeeld bij de vaststelling van
dergelijke welke voor het totale structuurvisie-
een bestemmingsplan. De wet eist echter niet
gebied moeten worden gemaakt.
dat een bestemmingsplan geheel moet passen in het de structuurvisie. Uit de algemene begin-
41
buro-sro.nl
stedenbouw
+
ruimtelijke ordening
+
ontwikkelingsmanagement