De Academische Werkplaats Toezicht in 2015
Inhoudsopgave
Voorwoord
4
1
Samenvatting
5
2
AWToezicht: de eerste oogst
6
2.1
Bijeenkomsten AWToezicht 2014 in vogelvlucht
6
2.2
Het AWToezicht onderzoek in 2014
7
Activiteiten AWToezicht in 2015
9
3.1
Vier klein-maar-fijn onderzoeksprojecten
9
3.2
Overkoepelend onderzoeksproject: op zoek naar een passend toezichtkader in een veranderende gezondheidszorg 10
3.3
Kennisverspreiding en implementatie
10
3.4
Voorbereiding activiteiten 2016
11
3.5
Communicatie
11
4
Voortzetting van de AWToezicht
13
5
Begroting
14
3
Bijlage 1 De samenstelling van de stuurgroep, de coördinatiegroep en de begeleidingscommissie voor het ZonMw programma Effectief Toezicht
15
Bijlage 2 De (lopende) onderzoeken nader belicht
17
2.1
De langlopende onderzoeken
17
2.2
De nog lopende klein-maar-fijn onderzoeken
23
2.3
De nieuwe reeks klein-maar-fijn onderzoeken
26
Bijlage 3 Programma Colloquium januari - juni 2015
34
Bijlage 4 Publicatielijst AWToezicht
36
Bijlage 5 Verslag Symposium AWToezicht 2014
42
2
Wat is de Academische Werkplaats Toezicht?
De Academische Werkplaats Toezicht, kortweg AWToezicht, is een samenwerkingsverband van: IGZ Inspectie voor de Gezondheidszorg, Utrecht NIVEL Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg, Utrecht IQ healthcare Scientific Institute for Quality of Healthcare, Universitair Medisch Centrum St. Radboud Nijmegen EMGO+ Institute for Health and Care Research, VU medisch centrum Amsterdam iBMG instituut Beleid & Management Gezondheidszorg, Erasmus Universiteit Rotterdam Doelstelling
De AWToezicht is opgericht op 17 november 2011 voor een periode van vier jaar om het toezicht te professionaliseren door evaluatie van de huidige praktijk en het uitvoeren van effectiviteitstudies; bij te dragen aan de ontwikkeling van toezichtmethoden en (analyse-)instrumenten; de wetenschappelijke kennis over toezicht uit te breiden en te verspreiden.
Werkwijze
Binnen de Academische Werkplaats Toezicht staat het verbinden van praktijk, onderzoek en opleiding/kennisverspreiding centraal. Voor onderzoek in het kader van de Academische Werkplaats Toezicht heeft ZonMw het programma Effectief Toezicht opgezet. Inhoudelijk sluit het programma aan op de speerpunten in het Meerjarenbeleidsplan van de IGZ. Vragen uit de toezichtpraktijk vormen daarbij het uitgangspunt, waardoor het onderzoek beter toepasbare resultaten oplevert. Het onderzoek wordt in nauwe samenwerking met de IGZ uitgevoerd. Met het oog op de implementatie van de resultaten krijgen kennisverspreiding en opleiding veel aandacht.
Organisatiestructuur
Een stuurgroep waarin alle partijen zitting hebben is verantwoordelijk voor de aansturing op hoofdlijnen en het vaststellen van het Jaarwerkplan. Voor de dagelijkse coördinatie en afstemming is een coördinatiegroep gevormd waarin eveneens alle partijen vertegenwoordigd zijn. ZonMw kan als waarnemer de vergaderingen van stuurgroep en coördinatiegroep bijwonen.
Contact
Coördinatie Academische Werkplaats Toezicht Anke Vedder
[email protected]
3
Voorwoord
Toezicht houden is een vak. Een vak dat voortdurend in ontwikkeling is om goed aan te sluiten bij de dynamiek in het beleid, de politieke en maatschappelijke verwachtingen en de uitvoering van de zorg. De IGZ is een lerende organisatie die investeert in de professionaliteit van haar medewerkers en het verbeteren van de inhoudelijke kwaliteit van het inspectiewerk en van de werkprocessen. Hierin ligt ook de verbinding naar de Academische Werkplaats Toezicht die bouwstenen ontwikkelt om te komen tot evidence based toezicht. Rond een aantal thema’s, aangedragen vanuit de toezichtpraktijk, wordt gereflecteerd op en onderzoek gedaan naar de positionering van het toezicht en de combinatie van effectieve toezichtmethoden en instrumenten. De ervaring van de afgelopen jaren is dat betrokkenheid van IGZ medewerkers en management bij het onderzoek, voorwaarden zijn voor zowel de praktische toepasbaarheid van de resultaten als het leren van onderzoek. In 2011 vormde een advies van de Gezondheidsraad over evidence based toezicht de opmaat tot de oprichting van de AWToezicht. In 2013 publiceerde de WRR het advies Toezien op publieke belangen. De ontwikkeling van evidence based toezicht is één van de zeven aanbevelingen in dit advies. De WRR beschrijft de Academische Werkplaats Toezicht van de IGZ als best practice die andere (rijks)inspecties als voorbeeld kan dienen. Deze aanbeveling is ook opgenomen in het advies over toezicht van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OECD) uit 2014. Vergelijkbare vormen van samenwerking zien we bij de Inspectie van het Onderwijs, de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit, de Belastingdienst en De Nederlandsche Bank. De AWToezicht is nu in het derde jaar van de initiële termijn waarvoor IGZ en de vier kennisinstituten zich aan dit samenwerkingsverband hebben verbonden. De inspectie en de kennisinstituten zijn steeds beter op elkaar ingespeeld. Het vraagt van beide kanten de nodige flexibiliteit, inzet en interactie om in tijden van verandering goed op elkaar aangesloten te blijven. We hebben geleerd welke vormen van samenwerking tussen de praktijk van het toezicht en het onderzoek de beste resultaten opleveren. Resultaten die bijdragen aan het optimaliseren van het toezicht en bijdragen aan de wetenschappelijke kennis over toezicht. De tussenbalans is positief met een gunstige prognose voor de komende jaren van de Academische Werkplaats Toezicht. De voortgang van de werkplaats is afhankelijk van een, bescheiden, onderzoeksbudget dat in tijden van krappe financiering van wetenschappelijk onderzoek niet vanzelfsprekend is.
Joke de Vries, voorzitter stuurgroep Hoofdinspecteur Maatschappelijke zorg
4
1
Samenvatting
Eind 2011 heeft de IGZ samen met de kennisinstituten NIVEL, iBMG, EMGO+ en IQ healthcare de Academische Werkplaats Toezicht (verder: AWToezicht) opgericht. Een advies van de Gezondheidsraad (2011) stond aan de basis van deze constructie. Dit advies wordt ondersteund door een recenter pleidooi van de WRR om de infrastructuur voor sterkere wetenschappelijke onderbouwing en evaluatie van het toezicht te bevorderen.1 De WRR ziet hierin een rol weggelegd voor ‘academische werkplaatsen’ voor toezicht en noemt de AWToezicht als good practice. Het kabinet heeft de conclusies en aanbevelingen van de WRR in grote lijnen onderschreven.2 Via het ZonMw programma Effectief toezicht is aan de AWToezicht vanaf de start een onderzoeksprogramma gekoppeld dat inhoudelijk aansluit bij de speerpunten van de IGZ. Vragen uit de toezichtpraktijk vormen daarbij het uitgangspunt en het onderzoek wordt in nauwe samenwerking met de IGZ uitgevoerd, waardoor onderzoek beter toepasbare resultaten oplevert. Belangrijke activiteiten van de AWToezicht in 2015 zijn: 1. de start van de tweede reeks klein-maar-fijn onderzoeksprojecten en de afronding van het lopende onderzoek; in de nieuwe tranche van onderzoeken werken we ook samen met het Zorginstituut Nederland en stemmen we af met onder meer de NZa en ACM. 2. voortgaan met het oogsten en implementeren van de onderzoeksresultaten. Met het oog op de implementatie van de resultaten krijgen kennisverspreiding en opleiding steeds meer aandacht. Onder meer via het maandelijkse Colloquium van de AWToezicht, waarvoor naast medewerkers van de IGZ en de academische partners ook vertegenwoordigers van andere inspecties (IJZ, STJ, NZa, Onderwijsinspectie, Inspectieraad), van VWS, RIVM en patiëntenorganisaties worden uitgenodigd. Ook draagt de AWToezicht met presentaties actief bij aan conferenties (bijv. van de Inspectieraad en VIDE). De uitkomsten van onderzoek worden in (inter)nationale wetenschappelijke fora gedeeld en bediscussieerd naast het publiceren in (inter)nationale wetenschappelijke tijdschriften. Daarnaast gaat ook in 2015 veel aandacht uit naar het voorbereiden van de nieuwe termijn van de AWToezicht. Ook het ZonMw onderzoeksprogramma Effectief toezicht loopt vooralsnog tot eind 2015. Over een vervolg op dit programma zijn we in gesprek met ZonMw en VWS. Dit Jaarwerkplan is in eerste instantie voor intern gebruik van de AWToezicht partners en het document wordt op verzoek ter informatie aan derden beschikbaar gesteld.
1 WRR rapport “Toezien op publieke belangen. Naar een verruimd perspectief op rijkstoezicht” (2013). 2 Kabinetsreactie op dit WRR rapport en het rapport “Van tweeluik naar driehoeken” (september 2014).
5
2
AWToezicht: de eerste oogst
Inleiding De AWToezicht is op 17 november 2011 tot stand gekomen, vooralsnog voor de duur van vier jaar. In dit hoofdstuk blikken we kort terug op wat we in 2014 hebben gedaan en welke (tussen)resultaten het AWToezicht onderzoek in 2014 heeft opgeleverd. 2.1 Bijeenkomsten AWToezicht 2014 in vogelvlucht Stuurgroep De AWToezicht heeft een stuurgroep die in 2014 drie keer bijeen geweest is om het Jaarwerkplan van de AWToezicht vast te stellen, de vinger aan de pols te houden over de voortgang van het onderzoek en mee te denken over de onderzoeksprogrammering en de voortzetting van de AWToezicht. Coördinatiegroep De coördinatiegroep kwam in 2014 vijf keer bijeen. Een belangrijke functie van dit overleg is het bevorderen van samenhang en samenwerking en het leggen van verbindingen tussen onderzoeken. De coördinatoren wisselen in het overleg informatie uit en delen ervaringen, ook over praktische problemen en dilemma’s die in de uitvoering naar voren komen, en denken met elkaar mee over mogelijke oplossingen. De voortgang van het onderzoek en de programmering van het Colloquium waren belangrijke bespreekpunten. Colloquia In 2014 heeft de AWToezicht 10 Colloquia georganiseerd. Afhankelijk van te bespreken thema’s hebben tussen de 20 en 85 medewerkers van de IGZ, academische partners en overige (externe) genodigden deze bijeenkomsten bijgewoond. Onderzoekerbijeenkomst In mei 2014 zijn alle onderzoekers en direct betrokkenen een middag bij de IGZ bijeen geweest om onderling kennis te maken, elkaar te informeren over het lopende AWToezicht onderzoek en ervaringen uit te wisselen over het doen van onderzoek in dit kader. Ook deze bijeenkomsten dragen bij aan de bevordering van kennisontwikkeling in co-creatie. Symposium AWToezicht Op 11 september organiseerde de AWToezicht een symposium om de ervaringen en opbrengsten van de eerste fase voor het voetlicht te brengen voor een breder publiek waarin alle stakeholders vertegenwoordigd waren. Het verslag van het symposium is opgenomen in bijlage 5. Het symposium sloot af met een gesprek met de zaal en een panel over de successen en de dilemma’s in de samenwerking binnen de AWToezicht. De reflectieve component, het willen leren van ervaringen en het verbinden van onderzoek met de praktijk werden als positieve punten benoemd. Voorts zijn als aandachtspunten benoemd: het nog meer betrekken van het veld en de cliënt en de implementatie van de uitkomsten van het onderzoek, zodat de onderzoeksresultaten ook daadwerkelijk in het toezicht worden toegepast. Deze punten nemen we mee in de activiteitenplanning voor 2015.
6
2.2 Het AWToezicht onderzoek in 2014 Acht onderzoeken die in de eerste twee jaren van de AWToezicht van start zijn gegaan zijn opgezet in het kader van het ZonMw programma Effectief toezicht. De onderzoeksthema’s voor dit programma zijn gekoppeld aan de prioriteiten in het IGZ-beleid en de onderzoeksvragen vloeien voort uit de toezichtpraktijk. De vier meerjarige (promotie- dan wel postdoc) onderzoeken zijn in de loop van 2012 van start gegaan. In 2013 is de eerste reeks van 4 klein-maar-fijn onderzoeksprojecten gestart. Inmiddels zijn de meeste meerjarige onderzoeken in een vergevorderd stadium. Uiterlijk in 2016 worden deze projecten afgerond. De resultaten/producten van de klein-maar-fijn projecten zijn grotendeels al in de eerste helft van 2014 beschikbaar gekomen. Zo konden we in de loop van 2014 een rijke oogst van het AWToezicht onderzoek breder onder de aandacht brengen. Een belangrijke opbrengst van de samenwerking binnen de AWToezicht blijkt te zijn dat IGZ en kennisinstituten beter op elkaar ingespeeld raken, wat de bruikbaarheid van de onderzoeksresultaten voor de toezichtpraktijk ten goede komt. Op basis van deze ervaringen en het daaruit voortvloeiende voortschrijdend inzicht worden nieuwe onderzoeksprojecten anders aangepakt. Het onderzoek dat in 2014 is afgerond en de onderzoeksrapporten die in dat jaar zijn verschenen worden hieronder kort beschreven. De IGZ-pilot Systeemtoezicht (ST) is in 2013 afgerond. Begin 2014 heeft iBMG het onderzoeksrapport over deze pilotfase gepresenteerd. De voornaamste conclusies van de pilot zijn: 1. ST levert een bijdrage aan de doelstellingen van de inspectie; 2. ST biedt de IGZ een instrument om proactief zorgaanbieders aan te spreken om patiëntveiligheid en kwaliteit structureel en systematisch te borgen; 3. ST levert inzicht in de mate van risicobeheersing door de instelling zelf en maakt dat de aandacht van de IGZ kan worden geconcentreerd op die instellingen waar patiëntveiligheid en kwaliteit van zorg onder de maat zijn. Tussen de afronding van de pilot ST en de start van het IGZ vervolgproject ‘Goed Bestuur’ dat ook met formatief onderzoek gevolgd gaat worden, heeft het onderzoek zich gericht op governance van ziekenhuizen en op het lerend effect van ST. In mei 2014 was het rapport van het NIVEL over de eerste fase van het onderzoek naar Burgers die melden bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) gereed. In deze fase zijn verwachtingen en ervaringen van burgers die in het najaar van 2012 een melding bij de IGZ hebben gedaan geïnventariseerd. Hoewel de respondenten die bij IGZ klachten meldden de bejegening door de IGZ en de verstrekte informatie over procedures overwegend als positief hebben ervaren, was men toch minder te spreken over de uitkomsten van de melding. De meeste mensen die een klacht meldden bij de IGZ vonden het belangrijk dat de zorginstelling leert van hun klacht, dat anderen niet overkomt wat hen is overkomen en dat kwaliteit en veiligheid van zorg verbeteren. Voor melders was het soms lastig te begrijpen dat de IGZ een klacht niet in behandeling nam. In de communicatie van het LMZ en de IGZ met burgers die klachten melden worden deze inzichten mede in acht genomen. Het onderzoek IQ healthcare en REshape & Innovation Center van het Radboud UMC naar het gebruik van sociale media in het toezicht op de gezondheidszorg
7
heeft zoekstrategieën opgeleverd voor het incidententoezicht en voor het risicotoezicht op de intramurale ouderenzorg. De onderzoekers komen tot de conclusie dat informatie uit sociale media, onder voorwaarden, zinvol kan zijn voor het toezicht en daarmee inhoud kan worden gegeven aan het betrekken van het patiëntperspectief bij dat toezicht. Aangezien de resultaten voor met name het RT veelbelovend zijn, is in vervolg op dit onderzoek in 2014 een implementatietraject gestart waarbij de signalen uit social media daadwerkelijk meegenomen worden in de risicosignaleringen bij de ouderenzorg en waarin tevens wordt nagegaan of deze of een vergelijkbare zoekstrategie ter aanvulling op het bestaande instrumentarium voor het RT ook bij de andere toezichtsectoren meerwaarde heeft. Het klein-maar-fijn onderzoek van EMGO+/ VUMC en IGZ naar Farmacotherapeutische zorg voor kwetsbare ouderen met polyfarmacie is medio 2014 afgerond. Het onderzoek laat zien dat de implementatie van de Richtlijn ‘Polyfarmacie bij ouderen’ nog aan het begin staat. De aanbevelingen uit deze brede nulmeting sluiten goed aan bij de aandachtspunten die IGZ heeft geformuleerd voor het toezicht op polyfarmacie. In de eerste lijn heeft IGZ afspraken gemaakt met de koepels over de invulling van een aantal van deze aanbevelingen (o.a. patiëntselectie en samenwerkingsafspraken). Dit blijkt lastig, maar is voor het verbeteren van de medicatieveiligheid nodig. De aanbevelingen moeten door de koepels en het veld worden opgepakt. Een nameting over zo’n 1,5 - 2 jaar is nodig om de effecten van toezicht op de kwaliteit van de farmaceutische zorg bij kwetsbare ouderen met polyfarmacie inzichtelijk te maken. Tot slot zijn in 2014 drie kleine onderzoeksopdrachten uitgezet, de resultaten komen beschikbaar in het voorjaar van 2015. Het betreft: Evaluatie tweede pilot met mystery guests in het toezicht op de ouderenzorg. In het najaar van 2014 is de IGZ begonnen met een tweede pilot mystery guests in het toezicht op de ouderenzorg. Het begeleidend onderzoek heeft ten doel antwoord te krijgen op de vraag welke informatie de inzet van mystery guests voor de inspectie oplevert en welke informatie uit de onaangekondigde bezoeken leidt tot een mogelijk scherper inspectieoordeel waarin de belevingskant van cliënt/mantelzorger is meegewogen. Dit onderzoek is uitgevoerd door iBMG. Onderzoek naar de invoering van het Short Observational Framework for Inspection (SOFI). SOFI is een observationeel instrument waarmee de omgang van zorgpersoneel met onbegrepen gedrag van mensen met dementie in kaart kan worden gebracht en teruggekoppeld. Vanaf september 2014 is de IGZ gestart met de invoering van SOFI. Het doel van het onderzoek is de ervaringen van inspecteurs en verpleeghuisorganisaties met SOFI in kaart te brengen en te evalueren in hoeverre SOFI
voldoet aan
de verwachtingen van de IGZ. Dit onderzoek is uitgevoerd door het NIVEL.
Ontwikkeling van een categorieënsysteem voor burgermeldingen bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg op basis waarvan meldingen op een betekenisvolle en bruikbare manier geanalyseerd en gerapporteerd kunnen worden. Dit onderzoek vloeit voort uit het meerjarige AWToezicht onderzoek De burger als ogen en oren voor het toezicht in de gezondheidszorg en is uitgevoerd door het NIVEL.
8
3
Activiteiten AWToezicht in 2015
Een aantal onderzoeken die in het kader van de AWToezicht in de voorgaande jaren zijn gestart lopen nog door in 2015. In de paragrafen 3.1 en 3.2 is beschreven welke nieuwe projecten in 2015 van start zullen gaan. In Bijlage 2 zijn de nog lopende AWToezicht onderzoeken en de nieuwe projecten meer in detail beschreven. Naarmate meer resultaten van het onderzoek beschikbaar komen, komt er ook meer accent op kennisverspreiding en implementatie. In 3.3. is aangegeven op welke wijzen dit vorm krijgt. In 2015 zal ook veel aandacht uitgaan naar de voorbereiding van een nieuwe termijn van de AWToezicht (2016 t/m 2019), dit is beschreven in 3.4. Tot slot is in 3.5 aangegeven hoe de communicatie rond de AWToezicht is ingericht. 3.1 Vier klein-maar-fijn onderzoeksprojecten In 2014 is de call uitgegaan voor de tweede ronde klein-maar-fijn projecten van de AWToezicht. In samenspraak met het IGZ (midden)management zijn vier onderzoeksthema’s gekozen: 1. De vertaling van veldnormen naar inspectienormen In dit thema staan de veldnormen centraal. Het uitgangspunt is helder: het veld formuleert normen en de IGZ ziet toe op het naleven ervan. De praktijk is echter complexer: de IGZ beïnvloedt het proces van normformulering bijv. omdat de IGZ een oordeel heeft over de vraag of de veldnormen volledig zijn en de IGZ maakt een selectie uit de veldnormen voor haar toezicht. Daarnaast is niet altijd duidelijk wie ‘het veld’ precies is en dus wie er betrokken dienen te worden bij normstelling. Dit thema bevat nog twee specifieke aandachtspunten, namelijk de behoefte te komen tot concrete criteria voor de beoordeling van de handhaafbaarheid van de normen en de manier waarop invulling wordt gegeven aan het patiëntenperspectief. Voor dit onderzoek wordt samengewerkt met het Zorginstituut Nederland (ZiNL). 2. Toezicht in het licht van bestuurlijke samenwerking in de gezondheidszorg In dit thema staat de manier centraal waarop de toezichtobjecten zich organiseren. Het uitgangspunt is dat de IGZ toezicht houdt op de professionals of de Raad van Bestuur. De praktijk is ook hier complexer. In de zorg is sprake van tal van samenwerkingsverbanden en fusies tussen instellingen. Moet het toezicht zich ook op deze nieuwe vormen richten en hoe? Daarnaast heeft de IGZ de taak fusies te toetsen op de effecten voor kwaliteit en patiëntveiligheid. Op grond van welk normenkader doet zij dit? Ook hier speelt als bijzonder aandachtspunt het patiëntenperspectief en in aanvulling daarop de naleving van regels rond medezeggenschap van cliënten/ patiënten. 3. Toezicht houden na de stelselwijzigingen, 2015 en verder In dit thema staat het toezicht na de stelselwijziging van 2015 centraal. Er is wederom sprake van een toenemende complexiteit in het toezichtveld. Gemeenten krijgen een brede verantwoordelijkheid in de zorg, maar gemeentes vallen niet onder het toezicht van de IGZ. Daarnaast vervalt de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en wordt de nieuwe Wet langdurige zorg van kracht. Dit betekent een verandering van het toezichtveld. De IGZ moet zich heroriënteren op de toezichtobjecten en op het daarbij te hanteren normenkader. Extra speelt hier de gemeenteraad die geacht wordt een toezichthoudende rol te spelen op de activiteiten die de gemeente ontplooit maar door de vele bovengemeentelijke arrangementen vaak zelf ook slecht bemand is voor die taak.
9
4. Effecten van handhaving op het gebied van illegale geneesmiddelen Dit thema betreft de handhaving op het gebied van illegale geneesmiddelen. De norm is duidelijk: illegale geneesmiddelen mogen niet. Maar ook hier is sprake van een complexer wordend toezichtveld. In deze studie onderzoekt IQ healthcare in samenwerking met de IGZ welke mogelijkheden er zijn om de samenwerking met de vele partijen in binnen- en buitenland, die betrokken zijn bij het toezicht en de opsporing van illegale handel in geneesmiddel via internet, te optimaliseren. Dit zal gebeuren met behulp van een literatuurstudie, interviews, een vragenlijstonderzoek, een invitational conference en vijf internationale casestudies. 3.2 Overkoepelend onderzoeksproject: op zoek naar een passend toezichtkader in een veranderende gezondheidszorg Het voorstel voor een overkoepelend project is ontstaan op initiatief van de academische partners van de AWToezicht met als doel bij te dragen aan de onderlinge consistentie van de verschillende toezichtstrategieën die in de vier kleinmaar-fijn-projecten worden ontwikkeld. In elk van de deelprojecten wordt het toezicht uitgedaagd om effectief in te spelen op veranderingen in de gezondheidszorg. Dat roept de vraag op of het bestaande toezichtkader en de bijhorende handhavingsinstrumenten nog passend en effectief zijn. Voor een uitgebreider weergave van de vier klein-maar-fijn projecten en het overkoepelende project wordt verwezen naar Bijlage 2.3. 3.3 Kennisverspreiding en implementatie De implementatie van de resultaten van het AWToezicht onderzoek door middel van kennisverspreiding en opleiding draagt bij aan de beoogde professionalisering van de medewerkers van de IGZ. Afgelopen jaar lag de nadruk op kennisverspreiding, maar naarmate de resultaten van de onderzoeken beschikbaar zijn, gaat ook meer aandacht uit naar de opleidingscomponent. Binnen de AWToezicht blijft aandacht uit gaan naar bevordering van de samenhang in het onderzoek en het gezamenlijk ontwikkelen van werkwijzen waardoor onderzoek en uitvoering elkaar kunnen versterken. Dit krijgt vooral vorm via het coördinatorenoverleg, de science practitioners en de onderzoekersbijeenkomsten. 3.3.1 Colloquium Het Colloquium vindt sinds 2012 maandelijks plaats, met uitzondering van de zomermaanden, in totaal 10 keer per jaar. De deelnemers zijn overwegend medewerkers van de IGZ, maar ook onderzoekers van de academische partners, vertegenwoordigers van ZonMw, NZa, andere inspecties, RIVM e.d. Ook de leden van de beoordelingscommissie van het ZonMw programma Effectief toezicht behoren tot de genodigden. Het aantal deelnemers varieert van ca. 20 tot ruim 80. Door middel van presentaties in het Colloquium wordt informatie over de opzet, voortgang en (tussentijdse) resultaten van het AWToezicht onderzoek gegeven en gelegenheid geboden aan de deelnemers om hierover mee te denken of in discussie te gaan. Dit draagt ook bij aan de gezamenlijke kennisontwikkeling. Voor de planning van het Colloquium januari - juni 2015 zie bijlage 3. 3.3.2 Bijeenkomst(en) onderzoekers Jaarlijks vindt in ieder geval één onderzoekersbijeenkomst plaats. Tijdens deze bijeenkomst kunnen de onderzoekers en de betrokkenen vanuit de IGZ elkaar informeren over het onderzoek in het kader van de AWToezicht en ervaringen uitwisselen over het doen van onderzoek in dit kader. In de bijeenkomst wordt ook besproken welke dilemma’s zich voordoen in het onderzoek in het kader van de
10
AWToezicht en wat succesvolle strategieën (kunnen) zijn om deze te voorkomen of een uitweg te vinden. Regelmatig onderling contact maakt het makkelijker om zaken met elkaar uit te wisselen en verbindingen tussen de onderzoeken te leggen. 3.3.3 Science practitioners De gezamenlijke kennisontwikkeling krijgt ook vorm doordat enkele IGZ medewerkers in de gelegenheid worden gesteld om bij een van de kennisinstituten (mee) te werken aan onderzoek. Als science practitioners kunnen zij goed de verbinding tussen praktijk en wetenschap leggen. Inmiddels zijn vier IGZ medewerkers actief als science practitioner rond thema’s als toezichtmethodieken, indicatorontwikkeling en polyfarmacie. 3.3.4 Opleiding In de AWToezicht is de opleidingscomponent vooralsnog redelijk beperkt. Nu de meerjarige onderzoeken flink zijn gevorderd en de eerste vier klein-maar-fijn projecten (bijna) afgerond, krijgt de implementatie van de onderzoeksresultaten meer aandacht. Bij enkele onderzoeken is reeds de (co-)creatie van een onderwijsmodule voorzien. Dit geldt voor het onderzoek naar toezicht op zorgketens en –netwerken en het onderzoek naar systeemtoezicht. Maar ook voor de implementatie van de kennis en instrumenten die de andere onderzoeken opleveren zal naar passende vormen van overdracht worden gezocht. Daarover zal ook het gesprek met de IGZ Academie blijvend moeten worden gevoerd. 3.4
Voorbereiding activiteiten 2016
3.4.1 Symposium Het voornemen is om in het voorjaar van 2016 een symposium te organiseren voor medewerkers van de IGZ, de AWToezicht partners en speciale genodigden onder wie de beoordelingscommissie van het ZonMw programma. In het symposium zullen we bespreken wat de samenwerking tussen IGZ en de vier kennisinstituten in het kader van de AWToezicht de afgelopen vier jaar heeft opgeleverd en vooruitblikken op de samenwerking in de toekomst. De uitwerking van de opzet van het symposium en de voorbereidende activiteiten zullen in het najaar van 2015 plaatsvinden. 3.4.2 Externe evaluatie De voorbereiding voor een externe evaluatie van de AWToezicht zal in het najaar van 2015 plaatsvinden. Het voornemen is om deze evaluatie in 2016 te laten plaatsvinden en heeft als doel scherper de volgende ronde in te gaan. Daarnaast kan het waardevolle input leveren aan andere inspecties die ook met een academische werkplaats (willen gaan) werken. Om als AWToezicht maximaal te leren is het interessant om ook de direct betrokkenen bij de evaluatie te betrekken. De evaluatie zal in afstemming met ZonMw worden geregeld. ZonMw heeft reeds diverse academische werkplaatsen geëvalueerd. 3.4.3 Programmering De nieuwe reeks klein-maar-fijn projecten en het overstijgende project lopen tot februari/ maart 2016. De programmering na 1 maart 2016 zal in het najaar van 2015 worden voorbereid. Er zal dan een call uitgaan voor nieuwe onderzoeksprojecten, zowel lang- als kortlopende projecten. In samenspraak met het IGZ (midden)management zullen de onderzoeksthema’s worden gekozen. 3.5 Communicatie De communicatie is vooral gericht op de eigen organisaties. De factsheet is via de intranetsite van de partners intern onder de aandacht gebracht en op aanvraag wordt deze aan derden beschikbaar gesteld. Bij de aankondiging van Colloquia 11
wordt steeds aangegeven wanneer presentaties betrekking hebben op onderzoek uitgevoerd binnen de AWToezicht. We (blijven) binnen de eigen organisaties, in het bijzonder de IGZ, werken aan het vergroten van de bekendheid van en interesse en draagvlak voor de AWToezicht. De academische werkplaats moet voortdurend ‘gevoed’ en bijgestuurd worden vanuit de praktijk om ervoor te zorgen dat het onderzoek voldoende op de toezichtpraktijk aansluit en de onderzoeksresultaten een goede inbedding krijgen in de werkwijze van het toezicht. Bijeenkomsten zoals het maandelijkse Colloquium hebben hierin een functie, maar we kunnen nog andere communicatiemiddelen inzetten. In 2014 zijn de eerste resultaten van het onderzoek beschikbaar gekomen. Onder meer via intranet en middels het symposium in september is hieraan aandacht besteed. Het is van belang om ook andere mogelijkheden te onderzoeken om extern de belangstelling voor (functioneren en resultaten van) de AWToezicht te bevorderen. 3.5.1 Factsheet In de factsheet staat beschreven waarom en waartoe de AWToezicht is opgericht en wat de belangrijkste activiteiten zijn. Deze factsheet heeft in 2014 een update ondergaan. Ook de eerste resultaten van het onderzoek worden nu belicht. Er is nog het voornemen om een Engelse vertaling van de factsheet te laten maken. 3.5.2 Nieuwsbrief Het beschikbaar komen van resultaten van het onderzoek is een goede aanleiding om een Nieuwsbrief samen te stellen met aandacht voor de onderzoeken en onderzoekers. 3.5.3 Rapportages, papers, artikelen Tot de opbrengst van het onderzoek in het kader van de AWToezicht behoort ook een reeks rapportages en artikelen. In alle rapporten die in AWToezicht kader tot stand komen is een korte standaardtekst over de AWToezicht opgenomen. De publicaties en rapporten worden opgenomen in de kennisbank van de IGZ. Meer informatie over de publicatie van artikelen en (tussen)rapportages is te vinden in bijlage 4 ‘Publicatielijst AWToezicht’. 3.5.4 Website Via de intranetsites van de IGZ en de academische partners wordt intern bekendheid gegeven aan de activiteiten en resultaten van de AWToezicht, waaronder ook het Jaarwerkplan. Factsheet en rapportages zullen (digitaal) op te vragen zijn bij de coördinatoren van de AWToezicht. Externen kunnen via de website van de IGZ (www.igz.nl) ook de factsheet opvragen.
12
4
Voortzetting van de AWToezicht
De eerste termijn van de AWToezicht en het ZonMw programma Effectief Toezicht dat hieraan is gekoppeld loopt t/m 2015. De met de partners in de AWToezicht ondertekende intentieverklaring loopt tot 17 november 2015. In het voorjaar van 2015 zullen we een nieuwe intentieverklaring opstellen voor de periode van 2016 tot en met 2019. Voor het voortbestaan van de AWToezicht is een belangrijke randvoorwaarde dat ook voor de jaren vanaf 2016 – opnieuw voor de duur van tenminste 4 jaar – een onderzoeksbudget beschikbaar is. De inzet is om dit budget te realiseren via een addendum op het ZonMw programma Kwaliteit van Zorg. In het najaar van 2014 hebben we hiervoor gezamenlijk een tekstvoorstel opgesteld dat aan VWS is voorgelegd. De verwachting is dat hierover in het eerste kwartaal nadere gesprekken met VWS zullen plaatsvinden. De besluitvorming over de toekenning van middelen voor dit programma in de volgende vier jaren zal waarschijnlijk voor de zomer van 2015 afgerond zijn.
13
5
Begroting
De Gezondheidsraad heeft in het advies Op weg naar evidence based toezicht. Het onderzoek naar effecten van toezicht door de Inspectie voor de Gezondheidszorg aanbevolen om voor de academische werkplaats een budget van € 3 miljoen (onderzoek en overhead) voor een periode van vier jaren beschikbaar te stellen. In 2011 en 2012 is voor de AWToezicht een onderzoeksbudget van € 1,8 miljoen toegezegd. Voor de nieuwe reeks klein-maar-fijn projecten en het overkoepelende project is het beschikbare budget voor alle projecten tezamen € 440.000,-. De kosten voor de coördinatie van de AWToezicht (0,4 fte) en de activiteitenkosten worden vooralsnog door de IGZ uit de eigen middelen gefinancierd. De partners stellen tijd/ menskracht beschikbaar voor de vergaderingen van coördinatoren en de stuurgroepleden van de AWToezicht, voor de afstemming onderling en met de IGZ, voor bijdragen aan het Colloquium etc. en door input te geven voor IGZ projecten.
14
Bijlage 1
De samenstelling van de stuurgroep en coördinatiegroep van de AWToezicht en de begeleidingscommissie voor het ZonMw programma Effectief Toezicht
Samenstelling Stuurgroep Drs. J.F. (Joke) de Vries (voorzitter) Dr. J. (Jeroen) Geelhoed Prof. dr. ir. R.D. (Roland) Friele Prof. dr. C. (Cordula) Wagner Prof. dr. G. P. (Gert) Westert Prof. dr. R.A. (Roland) Bal
Ondersteuning Stuurgroep Drs. A.E. (Anke) Vedder (ambtelijk secretaris) Waarnemer namens ZonMw Drs. H. (Hannah) Dijkhuis Ruedisueli Samenstelling coördinatiegroep Dr. J. Geelhoed Drs. A. E. (Anke) Vedder (secretaris) Dr. R.B. (Tijn) Kool Dr. Dr. Dr. Dr.
A.M.V. (Annemiek) Stoopendaal M.C. (Martine) de Bruijne M. (Manja) Bomhoff H.J. (Ine) Borghans
Afhankelijk van de agenda: Prof.dr. P.B.M. (Paul) Robben
Waarnemer namens ZonMw Drs. J. (Jolanda) Huizer
Hoofdinspecteur Maatschappelijke zorg, IGZ Hoofd afdeling Onderzoek en Innovatie (O&I), IGZ (tot 1 febr. 2015) Adjunct-directeur onderzoek, plv. directeur NIVEL Hoogleraar Patiëntveiligheid, VUmc Afdelingshoofd, IQ healthcare Sectieleider Bestuur & Beleid van de Gezondheidszorg, iBMG
Coördinator AWToezicht, IGZ/R&O
Programmacoördinator Kwaliteit
Hoofd afdeling O&I, IGZ (voorzitter tot 1 febr. 2015) Coördinator AWToezicht, IGZ/R&O Plv. sectiehoofd IQ development & support, senior onderzoeker, IQ healthcare Universitair docent, iBMG Universitair hoofddocent, EMGO+ Onderzoeker, NIVEL Coördinator Team Risicodetectie, IGZ/R&O
Bijzonder hoogleraar ‘Effectiviteit van het toezicht op de kwaliteit van de gezondheidszorg’, iBMG, senior adviseur, IGZ/R&O
Programmasecretaris
Leden beoordelingscommissie Prof. dr. F.J.G. (Frans) Janssens, voorzitter Dr. M.C. (Marianne) Stadlander Dr. G.J.C. (Cecile) aan de Stegge Dr. M.J.A. (Marjolein) Tasche Prof. dr. H.B.(Heinrich) Winter Programmasecretariaat ZonMw Drs. H. (Hannah) Dijkhuis Drs. J. (Jolanda) Huizer
15
Waarnemers Prof. dr. P.B.M. (Paul) Robben (IGZ) en M.S.J. (Maurice) Galla (VWS/MC)
16
Bijlage 2
De (lopende) onderzoeken nader belicht
Publicaties over het AWToezicht onderzoek zijn te vinden in Bijlage 4. 2.1 De langlopende onderzoeken 1.
Onderzoek Toezicht door de IGZ op zorgnetwerken van thuiswonende kwetsbare ouderen Doel Ontwikkelen en evalueren van methoden en indicatoren voor het toezicht door de IGZ op zorgnetwerken van thuiswonende kwetsbare ouderen. Looptijd: november 2012 tot mei 2016 Projectverantwoordelijke Prof. dr. C. (Cordula) Wagner Onderzoeksteam D. (Didi) Verver MSc Drs. H. (Hanneke) Merten Deelnemers/deelnemende kennisinstituten EMGO+, IGZ, iBMG Stand van zaken eind 2014 In mei 2014 zijn de literatuurstudie naar risico’s en interviews met thuiswonende ouderen en zorgverleners afgerond. De conceptrapportage over risico’s en zorgnetwerken van thuiswonende kwetsbare ouderen is besproken in de begeleidingscommissie (november). In december 2014 is het vragenlijstonderzoek onder thuiswonende ouderen en hun zorgverleners afgerond en is de opzet van de evaluatie naar toezicht op netwerkzorg thuis (onderzoeksfase IV) vastgesteld. Mijlpalen/(tussentijdse) resultaten Januari 2015 Rapportage risico’s en zorgnetwerken van thuiswonende kwetsbare ouderen Maart 2016 Rapportage evaluatie toezicht op netwerkzorg thuis gereed Mei 2016 Onderwijsmodule ‘Toezicht netwerkzorg thuis’ in samenwerking met de IGZ Kennisverspreiding en implementatie Presentatie ‘Toezicht op zorgnetwerken van thuiswonende kwetsbare ouderen: resultaten pilot study’ tijdens het IGZ Colloquium op 11 juni 2014. Posterpresentatie ‘Toezicht op zorgketens en zorgnetwerken voor thuiswonende kwetsbare ouderen van 75 jaar of ouder’, georganiseerd op 14 februari 2013 door het Amsterdam Center on Aging. Presentatie ‘Onderzoeksvoorstel: Toezicht op ketens en netwerken’ tijdens het IGZ Colloquium op 24 april 2012. Posterpresentatie op het AWToezicht symposium op 11 september 2014.
17
(Poster)Presentaties op (inter)nationale congressen. 2.
Onderzoek Systeemtoezicht op kwaliteit en veiligheid van de zorg. Formatieve evaluatie van het IGZ project ST Doel De IGZ verkent in het project systeemtoezicht (ST) de mogelijkheden om een vorm van systeemtoezicht te ontwerpen die passend en bruikbaar is in de zorg en toetst deze methode aan de praktijk tijdens 6 proefinspecties. Door directe terugkoppeling van onderzoeksbevindingen zal het onderzoek ‘stilzwijgende kennis’ waarmee de projectgroep werkt expliciteren waardoor keuzes en beslissingen beter kunnen worden onderbouwd. Looptijd: juli 2012 tot medio 2016 (48 maanden) Projectverantwoordelijken Dr. A.M.V. (Annemiek) Stoopendaal Prof. dr. R.A. (Roland) Bal Deelnemers/deelnemende kennisinstituten iBMG, IGZ projectgroep Systeemtoezicht, EMGO+ Stand van zaken eind 2014 In de periode 2012-2013 is het etnografisch onderzoek van het pilotproject ST uitgevoerd.. In het iBMG onderzoeksrapport: ‘Evaluatieonderzoek systeemtoezicht op kwaliteit en veiligheid in de zorg’ zijn de ontwikkeling van het instrumentarium voor ST en de ervaringen met een eerste pilot beschreven. Het onderzoeksrapport is in april 2014 aangeboden aan de IGZ. Het project van de IGZ is getypeerd als 'experimental governance' waarbij toezichthouder en onder toezichtstaanden samen experimenterend en lerend optrekken, het heeft een eerste aanzet voor toepassing van ST in de zorg gegeven. Het artikel ‘Systeem Toezicht in de Nederlandse gezondheidszorg. Een experimentele innovatie van toezicht’ werd zomer 2014 gepubliceerd in het Tijdschrift voor Toezicht en is in februari 2015 genomineerd voor de Vide Publicatieprijs. De IGZ in 2015 gestart met de opzet van een vervolgproject ‘Goed Bestuur’ om vragen die nog niet beantwoord zijn en bijkomende vragen nader te exploreren. In de tijd tussen deze twee IGZ projecten is in het onderzoek een case-study naar de governance van ziekenhuizen gedaan, daartoe zijn 18 interviews gehouden met diverse respondenten. Ook zijn 6 casestudies uitgevoerd in de bij het pilotproject ST betrokken zorgorganisaties waarbij de vraag naar het lerend effect van ST centraal stond. In juni 2015 organiseert iBMG een conferentie over de koppeling tussen governance van kwaliteit en veiligheid ‘safety 2’ en nieuwe vormen van toezicht, zoals o.a. ST. Mijlpalen/(tussentijdse) resultaten Juni 2015 Conference 'Safety 2 and beyond - Resilience meets regulation Medio 2016 Eind rapport onderzoek Kennisverspreiding en implementatie Conference: 'Safety 2 and beyond - Resilience meets regulation http://www.bmg.eur.nl/onderzoek/secties/hcg/conference_safety_2_and_beyond_r esilience_meets_regulation/register/
18
EGOS 2015 Athene, short paper ‘How an Experiment with System Based Regulation in Dutch Healthcare leads to Risk Management & Reasonable Reflexivity’ to be presented at sub-theme 47: Risk and Organizations: Understanding Reason, Reflexivity and Responsibility in Risk Management,
EHMA 2015 Breda: abstract ‘Learning from a trial with System Based Regulation (SBR)’ VIDE jaarcongres Rotterdam april 2015, bijdrage aan de parallelsessie ‘Interactie tussen wetenschap en toezichtpraktijk’. NVTZ conferentie ‘Governance en het Publiek Belang in de Zorg’, 4 december 2014, presentatie: hoe komen publiek belang en kwaliteit van zorg samen in de governance? Annemiek Stoopendaal & Hester van de Bovenkamp. Conferentie Kennisagenda Rijksinspecties, 4 november 2014, Workshop: Intern en extern toezicht: weerwerk voor de toezichthouder, presentatie Systeemtoezicht in de gezondheidszorg, Annemiek Stoopendaal. VU University Amsterdam, Department of Organisation Sciences, november 2014, presentatie Reconceptualizing regulation: Experimenting with System Based Regulation in Dutch healthcare. Annemiek Stoopendaal & Martin de Bree. NSQH 2014 Stavanger, presentatie: Living with layers: the governance and regulation of health care quality in an institutionally layered system, oktober 2014, Hester van de Bovenkamp, Annemiek Stoopendaal, Roland bal. Presentatie ‘Interactie onderzoek- toezichtpraktijk: Systeemtoezicht op kwaliteit en veiligheid van de zorg’ tijdens het symposium van de Academische Werkplaats Toezicht op 11 september 2014. Presentatie ‘Re-conceptualizing regulation: an experiment with system based supervision in Dutch healthcare (long paper)’ tijdens European Group of Organization Studies (EGOS) in juli 2014. Gepresenteerd door Annemiek Stoopendaal. Presentatie ‘Governance of quality of care in an institutionally layered context’ tijdens European Health Management Association (EHMA) in juni 2014. Gepresenteerd door Annemiek Stoopendaal en Hester van de Bovenkamp. Presentatie ‘Voorlopige resultaten en vervolgtraject van het onderzoek Systeemtoezicht op kwaliteit en veiligheid van de zorg. Formatieve evaluatie van het IGZ project ST’ tijdens een IGZ Colloquium, georganiseerd op 3 april 2014 door de IGZ. Presentatie ‘voorlopige bevindingen van het onderzoek Systeemtoezicht op kwaliteit en veiligheid van de zorg. Formatieve evaluatie van het IGZ project ST’ tijdens een IGZ Colloquium, georganiseerd op 14 februari 2013 door de IGZ. Presentatie ‘onderzoeksvoorstel Systeemtoezicht op kwaliteit en veiligheid van de zorg. Formatieve evaluatie van het IGZ project ST’ tijdens een IGZ Colloquium, georganiseerd op 16 januari 2012 door de IGZ. Drie presentaties aangaande voortgang en resultaten tijdens bijeenkomsten van de begeleidingsgroep. 19
3.
Onderzoek naar Disfunctionerende beroepsbeoefenaren in de Nederlandse zorg Doel a. Nagaan hoe de IGZ het veld kan stimuleren om transparant beleid en openheid te ontwikkelen ten aanzien van het omgaan met en het voorkomen van disfunctioneren waarbij een heldere en sluitende taak- en verantwoordelijkheidsverdeling tot stand komt. b. Analyse van de toezichtactiviteiten die de IGZ hiervoor organiseert, van de uitwerking die deze hebben en de verschuiving die optreedt na verandering van de taak- en verantwoordelijkheidsverdeling met het veld. Looptijd Het onderzoeksproject bestaat uit vijf onderdelen. Augustus 2012 tot 1 oktober 2013: 1. In kaart brengen huidige opvattingen t.a.v. de taak- en verantwoordelijkheidsverdeling bij disfunctioneren. 2. Inventarisatie van het beleid van andere landen op enkele specifieke onderdelen die van belang zijn voor disfunctioneren. Oktober 2013 tot 1 september 2015: 3. Procesevaluatie ter inventarisatie van activiteiten t.a.v. omgaan met disfunctioneren die de IGZ en de veldpartijen organiseren. 4. Casestudies bij verschillende organisaties die een ernstig incident met mediaaandacht hebben meegemaakt en interviews met zorgverleners die een maatregel hebben gekregen om de impact hiervan in beeld te brengen en te analyseren wat de partijen hier van kunnen en moeten leren. 5. Vervolgmeting van de opvattingen t.a.v. de taak- en verantwoordelijkheidsverdeling bij disfunctioneren van zorgverleners. Projectverantwoordelijke Dr. R.B. (Tijn) Kool, IQ healthcare Onderzoeksteam Dr. R.B. (Tijn) Kool J.W. (Jan-Willem) Weenink MSc Drs. S. (Sjenny) Winters Deelnemers/deelnemende kennisinstituten IQ healthcare, klankbordgroep bestaande uit alle betrokken beroepsverenigingen en de IGZ. Stand van zaken eind 2014 In de periode augustus 2012 – september 2013 zijn de interviews, het vragenlijstonderzoek en buitenlandstudie uitgevoerd en is tussentijds gerapporteerd aan ZonMw. In 2013 zijn de resultaten geanalyseerd en beschreven in een Engelstalig artikel. De procesevaluatie startte medio 2013. De casestudies zijn eind 2014 afgerond en worden beschreven in een rapport en twee artikelen. In het voorjaar 2015 wordt de procesevaluatie afgerond en in de zomer vindt de herhaling interviews en vragenlijstonderzoek plaats. Mijlpalen/(tussentijdse) resultaten Zomer 2015 Eindrapportage en vastlegging in Engelstalige artikelen Kennisverspreiding en implementatie Presentatie Leren van incidenten, Dr. Tijn Kool en Dr. Sjenny Winters tijdens het IGZ-colloquium op 19 februari 2015. 20
Weenink JW, Westert GP, Schoonhoven L, Wollersheim H, Kool RB. Am I my brother’s keeper? A survey of ten healthcare professions in the Netherlands about experiences with impaired and incompetent colleagues. BMJ Quality & Safety, 2014. Presentatie ‘Eerste resultaten van het onderzoek naar het voorkomen van en omgaan met disfunctioneren onder zorgprofessionals’ tijdens het IGZ Colloquium op 3 oktober 2013. Presentatie ‘Dealing with impaired and incompetent health care professionals; a survey research amongst ten health care professions’, tijdens het symposium van de European Partnership for Supervisory Organisations in Health Services and Social Care in Kopenhagen (Denemarken), september 2013. Presentatie ‘Onderzoeksvoorstel: Disfunctioneren beroepsbeoefenaren’ tijdens het IGZ Colloquium op 24 mei 2012. 4.
Onderzoek De burger als ogen en oren voor het toezicht in de gezondheidszorg: leren van klachten Doel Bijdragen aan de totstandkoming van een goede afhandeling van klachten en meldingen door de IGZ, die enerzijds leidt tot een effectief gebruik van de informatie uit klachten en anderzijds ook goed ingaat op de verwachtingen van klagers op het gebied van communicatie en zorgvuldigheid van de procedures. Het onderzoek gaat in op drie aspecten van de behandeling van klachten: 1. de organisatie van de klachtbehandeling, die moet efficiënter en effectiever, 2. de inhoud van klachten en meldingen, 3. de verwachtingen van klagers. Zowel ten aanzien van het optreden van de IGZ naar aanleiding van de klacht, als over de manier waarop de IGZ met klagers communiceert en de zorgvuldigheid van de procedure. Looptijd: najaar 2012 tot voorjaar 2015 (28 maanden) Projectverantwoordelijke Prof. dr. ir. R. (Roland) Friele Onderzoeksteam R.J.R. (Renée) Bouwman MSc Deelnemers/deelnemende kennisinstituten Het onderzoek wordt uitgevoerd door het NIVEL in intensieve samenwerking met medewerkers van de IGZ. Daarnaast is een begeleidingscommissie samengesteld met leden van de NPCF, de IGZ, de Nationale Ombudsman en iBMG. Stand van zaken eind 2014 De resultaten van de nulmeting die in 2013 is gedaan onder burgers die melding hebben gedaan bij de IGZ zijn inmiddels gepubliceerd in een rapport. Tevens zijn er twee artikelen ingestuurd naar wetenschappelijke tijdschriften. Vanaf 2013 heeft de IGZ verschillende stappen ondernomen om de omgang met burgers en hun melding te verbeteren. Om te bekijken of deze verbeteringen effect hebben, is begin 2014 een tweede meting onder melders gehouden, op dezelfde wijze georganiseerd als de nulmeting. Afhankelijk van de activiteiten gericht op het omgaan met meldingen die de inspectie in de toekomst zal ondernemen, zullen de volgende stappen van dit onderzoek worden vormgegeven. 21
Mijlpalen/(tussentijdse) resultaten Medio 2015 Onderzoeksrapportage over de resultaten van de tweede meting onder burgers met een melding Kennisverspreiding en implementatie Presentatie tijdens conferentie Kennisagenda Rijksinspectie in november 2014. Presentatie ‘Verwachtingen en ervaringen van burgers met een klacht bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ)’ tijdens het IGZ Colloquium op 14 mei 2014. Presentatie aan Meldpuntmedewerkers IGZ in april 2014. Presentatie ‘Behandeling van meldingen van burgers door de IGZ’ tijdens het IGZ Colloquium op 17 januari 2013. Presentatie ‘Onderzoeksvoorstel: De burger als ogen en oren voor het toezicht in de gezondheidszorg’ tijdens het IGZ Colloquium 16 januari 2012.
22
2.2 De nog lopende klein-maar-fijn onderzoeken Twee van de vier klein-maar-fijn onderzoeksprojecten zijn inmiddels afgerond. Volgend op het onderzoek naar social media als informatiebron is een implementatietraject van start gegaan dat tot medio 2015 loopt. 1.
Onderzoek Toezicht op het Medisch-wetenschappelijk Onderzoek met mensen: het in kaart brengen van een multi-centered speelveld Doel Het vergroten van de theoretische en empirische kennis aangaande toezicht op WMO-plichtig onderzoek en het verkrijgen van inzicht in mogelijkheden om de effectiviteit van het toezicht te meten en te vergroten. Looptijd: augustus 2013 - december 2014 Projectverantwoordelijke Dr. K.J. (Kor) Grit Onderzoeksteam Dr. K.J. (Kor) Grit J.C.F. (Jacqueline) van Oijen Dr. S.A. (Samantha) Adams (t/m 01.05.2014) Deelnemers/deelnemende kennisinstituten instituut Beleid en Management Gezondheidszorg (iBMG), Erasmus Universiteit Rotterdam. Stand van zaken eind 2014 De dataverzameling (deskresearch, interviews en observaties) is najaar 2014 afgerond. De resultaten zijn meerdere keren teruggekoppeld naar de IGZ programmagroep die verantwoordelijk is voor het toezicht op het klinisch onderzoek. Gedurende het hele project is nauwe afstemming gezocht met de IGZ zodat het project direct aansluit bij de inspectiepraktijk. De IGZ-programmagroep voor het klinisch onderzoek heeft inzichten uit het onderzoek meegenomen bij de opstelling van een werkplan voor 2015. Daarnaast werkten de resultaten als een spiegel voor de inspecteurs, waarmee ze meer inzicht kregen in hoe onder toezicht gestelden het inspectiewerk hebben ervaren en waarmee ze de effectiviteit van hun werk kunnen versterken. Het eindrapport is begin 2015 aangeboden aan het MT van de IGZ. Mijlpalen/(tussentijdse) resultaten Februari/ maart 2015 eindrapport van het onderzoek Kennisverspreiding en implementatie Poster-presentatie tijdens AWToezicht symposium op 11 september 2014. Presentatie ‘De resultaten van het onderzoek naar het toezicht op WMO-plichtig onderzoek’ tijdens het IGZ Colloquium op 9 oktober 2014. Presentatie en bespreking van rapport bij de IGZ-programmagroep die verantwoordelijk is voor het toezicht op het klinisch onderzoek op 10 februari 2015. Daarnaast gaan de onderzoekers een wetenschappelijk artikel schrijven over de uitkomsten van het onderzoek.
23
2. Onderzoek Het handhavingskader van de IGZ Doel Het proces leidend tot handhavingsbeslissingen in kaart brengen en onderzoeken welke rol het Handhavingskader hierbij speelt. Stand van zaken eind 2014 Door middel van een reconstructie van de beleidstheorie is de ontstaansgeschiedenis van het handhavingskader en de handhavingsschema’s geanalyseerd, met name de doelen en verwachtingen die de opstellers destijds van dit instrument hadden. Daaruit kwam naar voren dat het handhavingskader en de handhavingsschema’s de opmaat moesten vormen tot verdere uniformering van handhavingsbeslissingen. Maar er lagen ook nog andere, soms tegenstrijdige doelen aan het handhavingskader en de -schema’s ten grondslag. Door middel van interviews en een groepsgesprek met inspecteurs en juristen is het proces van het nemen van handhavingsbeslissingen verder in kaart gebracht. In algemene zin kwam naar voren dat het belang van uniformiteit onder de geïnterviewden breed werd gedragen. Uit de beschrijving van de cases werd duidelijk dat zowel inspecteurs als juristen een groot belang hechten aan zorgvuldigheid. Er lijkt wat dat betreft een breed draagvlak binnen de organisatie voor de instrumenten. Wel werd geconstateerd dat het instrument de inspecteurs en juristen onvoldoende ondersteuning biedt bij het nemen van handhavingsbeslissingen. Voor de IGZ is een tussenrapportage opgesteld. Looptijd: voorjaar 2013 - voorjaar 2015 Projectverantwoordelijken dr. M.C. (Manja) Bomhoff Prof. dr. ir. R.D. (Roland) Friele Onderzoeksteam dr. M.C. (Manja) Bomhoff Prof. dr. ir. R.D. (Roland) Friele Deelnemers/deelnemende kennisinstituten Het onderzoek is uitgevoerd door het NIVEL in intensieve samenwerking met medewerkers van de IGZ. Kennisverspreiding en implementatie Het onderzoek heeft naast inzicht in de huidige praktijk, enkele praktische handvatten opgeleverd die de IGZ kan gebruiken bij het verder uniformeren van de handhavingspraktijk. De inzichten zijn via presentaties gedeeld: Presentatie van het onderzoek plus de aanbevelingen hieruit aan het MT van de IGZ. Presentatie ‘Onderzoek naar handhavingsbeslissingen en de rol van het handhavingskader en de handhavingsschema’s’ tijdens het IGZ Colloquium op 11 juni 2014. Presentatie ‘De resultaten van de verkennende fase van het onderzoek naar de toepassing van de handhavingskaders IGZ’ tijdens het IGZ Colloquium, op 7 november 2013. Daarnaast worden de onderzoekers betrokken bij de vraag hoe de onderzoeksresultaten te gebruiken bij het actualiseren van het handhavingskader.
24
3. Onderzoek Implementatie van het gebruik van sociale media als informatiebron voor toezicht door de IGZ Doel Bijdragen aan de implementatie van een door de IGZ gedragen systeem met zinvolle signalen voor risicogebaseerd toezicht op de ouderenzorg met behulp van informatie op sociale media. Het opstellen van een handleiding en protocol waarin staat beschreven welke aspecten van het proces de IGZ kan automatiseren en hoe en welke aspecten handmatig moeten worden uitgevoerd. Aangeven in een handleiding of protocol hoe gegevens daadwerkelijk kunnen worden onttrokken en toegevoegd. Het tweede doel is het verbreden van de zoekstrategie naar andere zorgsectoren. Stand van zaken eind 2014 In 2013 en 2014 heeft IQ healthcare in de AWToezicht een explorerende studie gedaan naar de toegevoegde waarde van informatie op sociale media voor het toezicht op de gezondheidszorg. De conclusie luidde dat informatie uit sociale media van waarde kan zijn voor toezicht op de gezondheidszorg door de IGZ. Gezien het grote aantal signalen over mogelijk risicovolle situaties die sociale media bevatten, adviseerde IQ healthcare de IGZ om het doorzoeken van sociale media toe te voegen als standaardinstrument bij het dagelijkse toezicht op de zorg. Dit heeft ertoe geleid dat de IGZ sociale media wil toevoegen aan het palet van informatiebronnen die zij gebruikt bij het toezicht op de gezondheidszorg. Teneinde een succesvolle implementatie te bewerkstelligen wil de IGZ meer inzicht hebben in twee aspecten die IQ healthcare in deze implementatiestudie gaat onderzoeken. Looptijd: najaar 2014 – voorjaar 2015 Projectverantwoordelijke Dr. R.B. (Tijn) Kool, IQ healthcare Onderzoeksteam Dr. R.B. (Tijn) Kool Dr. T.H. (Tom) van de Belt Deelnemers/ deelnemende kennisinstituten Het implementatietraject wordt uitgevoerd door IQ healthcare in nauwe samenwerking met medewerkers van de IGZ betrokken bij het risicogestuurde toezicht. Mijlpalen/ (tussentijdse) resultaten Juni 2015 Handleiding en protocol voor gebruik informatie van sociale media door de IGZ zijn beschikbaar Kennisverspreiding en implementatie Er komt een implementatieplan waarin wordt uitgewerkt op welke wijze de IGZ Zorgkaart Nederland in andere sectoren kan betrekken.
25
2.3 De nieuwe reeks klein-maar-fijn onderzoeken 1.
Onderzoek Toezicht houden na de stelselwijziging Doel Inzicht krijgen in de mogelijkheden voor de IGZ om invulling te geven aan een toezichtkader gericht op netwerken van zorg en ondersteuning aan kwetsbare mensen in de thuissituaties. Onderzoeksvragen zijn: 1. Wat is reeds bekend uit de literatuur en uit andere landen over toezicht en toezichtstrategie(ën) op zorgnetwerken rondom kwetsbare mensen thuis? 2. Hoe kijkt de Inspectie aan tegen eigen en andermans rollen in relatie tot het nieuwe toezichtskader en in hoeverre wordt dit gedeeld door andere stakeholders? 3. Wat zijn relevante typen informatie voor het toezicht op deze netwerken, aan welke eisen moet deze informatie voldoen en in hoeverre past het bij de rollen en verantwoordelijkheden van stakeholders om bij te dragen aan deze informatie? Looptijd: april 2015 – maart 2016 (12 maanden) Projectverantwoordelijken Prof. dr. ir. R.D. (Roland) Friele Onderzoeksteam Dr. M.C. (Manja) Bomhoff Dr. D. (Dolf) de Boer Deelnemers / deelnemende kennisinstituten Het onderzoek wordt uitgevoerd door het NIVEL in nauwe samenwerking met medewerkers van de IGZ. Ook komt er een begeleidingscommissie. Bij de start van dit project zullen op dit punt nadere afspraken worden gemaakt. Samenhang met het overkoepelende project In dit project staat de vraag centraal hoe toezicht te houden in een situatie waarin het niet direct duidelijk is wie de toezichthouder kan aanspreken en waarin het normenkader ook niet direct duidelijk is. De in dit project ontwikkelde toezichtsvisie zal worden ingebracht in het overkoepelende project en vice versa. Kennisverspreiding en implementatie Het primaire doel van dit project is om kennis te vergaren die relevant is voor effectief toezicht op netwerken en die kennis direct te delen met de Inspectie ten behoeve van het toezichtkader dat de Inspectie ontwikkelt. Het plan van aanpak wordt dan ook in nauw overleg met de Inspectie uitgevoerd. Zo worden er gedurende het project steeds tussenproducten opgeleverd en gedeeld met de Inspectie. Tevens is afgesproken om eind 2015 samen een bijeenkomst te organiseren waarin de resultaten van het IGZ project en dit onderzoek worden gepresenteerd aan, en gedeeld met, de stakeholders van de langdurige zorg voor kwetsbare mensen thuis. Daarnaast zullen de resultaten van dit project, ook tussentijds, gepresenteerd worden in de IGZ colloquiumserie en zal er minstens één internationale publicatie worden opgesteld. Een tweede belangrijke vorm van kennisoverdracht betreft de bijdrage aan ontwikkeling van een conceptueel kader als overkoepelende activiteit van de klein maar fijn projecten. Kennisoverdracht vindt ook plaats met het onderzoek binnen de AWToezicht dat gericht is op het ontwikkelen en evalueren van methoden en indicatoren voor het toezicht op zorgnetwerken van thuiswonende kwetsbare ouderen door de IGZ (zie Bijlage 2.1).
26
2.
Onderzoek Toezicht in het licht van bestuurlijke samenwerking in de gezondheidszorg: effecten van fusies van zorgaanbieders op het toezicht Doel Een bijdrage leveren aan het verhelderen van de adviesrol van de IGZ aan de ACM en de Nza bij de uitvoering van de fusietoets. Handvaten bieden aan de IGZ voor het toezicht op (de gevolgen van) fusies, in het bijzonder met betrekking tot de vorming van regiomaatschappen en transsectorale fusies. Toezicht veronderstelt het hebben van duidelijke, handhaafbare normen en het kunnen identificeren en inspecteren van de onder toezicht gestelde. Maar in deze nieuwe organisatorische constructies is niet altijd duidelijk wie waarvoor verantwoordelijk is en welke normen gelden. Dit levert risico’s op voor het toezicht. In de eerste plaats bevindt de onder toezicht gestelde (de raad van bestuur, de medisch specialist(en)) zich in een situatie van toenemende bestuurlijke en juridische complexiteit, waarbij sturing op kwaliteit en veiligheid van zorg ondergesneeuwd kan raken. In de tweede plaats ontbreekt het de IGZ aan een bruikbaar toetsingskader om de effecten van fusie op kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid te beoordelen. In het onderzoek staan de volgende vragen centraal: Hoe kan de IGZ zijn adviesrol aan ACM en NZa binnen de fusietoets optimaal vormgeven? 1. Welke consequenties hebben de vorming van regiomaatschappen en transsectorale fusies voor het toezicht door de IGZ? 2. Hoe kan het toezicht door de IGZ worden ingericht om effectief toezicht te kunnen houden op (de gevolgen van) de vorming van regiomaatschappen en transsectorale fusies? 3. Welk normenkader en instrumenten zijn daarvoor nodig? 4. Wat is de rol van de betrokken partijen (in het bijzonder zorgorganisaties, professionals en patiënten/cliënten) daarin? Looptijd: februari 2015 – januari 2016 (12 maanden) Projectverantwoordelijke Prof. dr. R.A. (Roland) Bal Onderzoeksteam Prof. dr. R.A. (Roland) Bal J. (Jeroen) Postma Msc, BA Deelnemers / deelnemende kennisinstituten Het onderzoek wordt uitgevoerd door iBMG in nauwe samenwerking met medewerkers van de IGZ. Voor het onderzoek wordt in samenwerking met de IGZ een begeleidingscommissie gevormd waarin experts en vertegenwoordigers van veldpartijen vertegenwoordigd zijn. De onderzoekers en de contactpersonen van de IGZ wisselen regelmatig op informele basis kennis uit. Kennisverspreiding en implementatie De onderzoekers en de IGZ organiseren binnen de AWToezicht een bijeenkomst waarin de resultaten van dit onderzoek worden gepresenteerd aan veldpartijen. De onderzoekers presenteren de resultaten van dit onderzoek in de IGZ colloquiumserie. De onderzoekers schrijven een rapport voor de IGZ, ten minste één publicatie voor een Nederlandstalig vaktijdschrift en internationale publicaties voor onderzoekers gericht op toezicht (in de gezondheidszorg).
27
Daarnaast draagt het onderzoek bij aan het overkoepelend project en vormt daarin een van de casus. Op deze wijze wordt kennis die in dit project wordt opgedaan ook gebruikt ten einde te komen tot een kader voor normstelling in bredere zin. 3.
Onderzoek Effect van toezicht en handhaving op de geneesmiddelenmarkt: Een studie naar illegale handel van geneesmiddelen via Internet Doel De studie levert een bijdrage aan het effectief en efficiënt inzetten van het toezicht door de IGZ (als één van de actoren die actief zijn op dit terrein) op de illegale handel van geneesmiddelen via Internet. Looptijd: april 2015 - maart 2016 (12 maanden) Projectverantwoordelijke Dr. R.B. (Tijn) Kool Onderzoeksteam Dr. M. (Mirjam) Harmsen Drs. J. (Joost) Wammes Deelnemers / deelnemende kennisinstituten Het onderzoek wordt uitgevoerd door IQ healthcare in nauwe samenwerking met medewerkers van de IGZ. Kennisverspreiding en implementatie In dit project wordt op verschillende manieren gewerkt aan kennisoverdracht: 1. Intensieve samenwerking met de IGZ. De IGZ-medewerkers zullen inhoudelijke kennis en praktijkervaring inbrengen en de IQ healthcare onderzoekers wetenschappelijke kennis en onderzoekservaring. Zo hopen we tot de benodigde deling van kennis- en ervaring te komen die noodzakelijk is voor een vruchtbare academische werkplaats. 2. De studie wordt beschreven in een rapport dat wordt gepresenteerd tijdens colloquia van de IGZ om de ervaringen breder te laten landen dan binnen het projectteam. 3. Van de studie wordt een wetenschappelijk artikel geschreven dat op een congres zal worden gepresenteerd.
4.
Onderzoek De vertaalslag van veldnormen naar inspectienormen: beoordeling van handhaafbaarheid van richtlijnen en normen Doel Meer inzicht verschaffen in de procedures en mechanismen die spelen bij de IGZ , de veldpartijen en patiënten(vertegenwoordigers) bij de vertaling van veldnormen naar inspectienormen. Uiteindelijk beoogt het project een bijdrage te leveren aan de formulering van concrete criteria voor de beoordeling van de handhaafbaarheid van (elementen van) inspectienormen gebaseerd op veldnormen. Het onderzoek heeft betrekking op drie specifieke veldnormen en inspectienormen in de cure en de care. Het project is tevens een casus voor het overstijgende AWToezicht project waarin bovenstaande doelstelling in meer generieke termen centraal staat. Onderzoeksvragen 1. Welke veldnormen zijn in de cure en care heeft de IGZ in de afgelopen 3 jaar vertaald naar inspectienorm? En welk begrippenkader en definities liggen hieraan ten grondslag?
28
2. Welk proces of (formele) procedures heeft de IGZ gevolgd om veldnormen te vertalen naar inspectienormen? Zijn hierin verschillen te benoemen tussen drie te selecteren veldnormen uit de cure en care? 3. Welke afwegingen of criteria hanteert de IGZ om de handhaafbaarheid van normen ex ante te beoordelen? En welke rol spelen veldpartijen, het kwaliteitsinstituut en patiënten / cliënten / het publiek hierin? 4. Wat zijn de uitkomsten/consequenties van de vertaling van de drie te selecteren veldnormen respectievelijk inspectienormen vanuit het perspectief van inspecteurs, zorgprofessionals en patiënten? Looptijd: februari 2015 – januari 2016 (12 maanden) Projectverantwoordelijke Prof. dr. C. (Cordula) Wagner Onderzoeksteam Dr. M.C. (Martine) de Bruijne Drs. L. (Lutien) Bakker n.n.b. Deelnemers / deelnemende kennisinstituten Het onderzoek wordt uitgevoerd door EMGO+ in nauwe samenwerking met medewerkers van de IGZ. Kennisverspreiding en implementatie Rapportages, wetenschappelijke artikelen, presentaties op colloquia/congressen. 5.
Onderzoek Op zoek naar een passend toezichtkader in een veranderende gezondheidszorg Doel Het toezichtkader van de IGZ opnieuw te bezien in het licht van een veranderende gezondheidszorg en de IGZ daarbij handvatten te bieden om consistente en werkbare keuzes te maken. De vier onderzoeksthema’s in de tweede ronde klein-maar-fijn projecten hebben met elkaar gemeen dat ze ingaan op de vraag hoe de IGZ invulling kan geven aan haar toezichtrol in een veranderend toezichtveld. In alle thema’s staat de relatie tussen de IGZ en ‘het veld’ centraal. Bij enkele thema’s ligt de nadruk op vragen rond de te hanteren normen, bij andere thema’s gaat het meer om de veranderende organisatie van het veld en de vraag hoe en waarop toezicht te houden. Dit alles in de context van het streven naar effectiviteit. Deze constatering biedt de mogelijkheid om na te denken over de inhoudelijke samenhang van de deelprojecten. We willen samenhang aanbrengen door de beleidstheorieën achter de oplossingen zichtbaar te maken, ze naast elkaar te leggen en te vergelijken met de beleidstheorieën achter de huidige toezichtkeuzes en ze te confronteren met de wetenschappelijke literatuur op dit gebied. Meer samenhang tussen de deelprojecten kan weer bijdragen aan de interne consistentie van het toezicht van de IGZ, ook al kan er per deeldomein voor een verschillende oplossing worden gekozen. Probleemstelling: Op welke manier kan de IGZ consistent en effectief invulling geven aan haar toezichtrol in verschillende situaties waarbij sprake is van een toegenomen onzekerheid bij normstelling en de komst van minder grijpbare toezichtobjecten? Deelvragen:
29
1. Op welke uitgangspunten waren de eerdere normenkaders en keuzes voor adressanten voor het toezicht in de gezondheidszorg gebaseerd en hoe is dit zichtbaar in de beleidstheorie van het toezicht? 2. Wat betekenen de veranderingen in de gezondheidszorg voor (de uitgangspunten voor) dit normenkader, de keuzes voor adressanten en de werkwijze van de IGZ? 3. Welke elementen moeten worden toegevoegd aan het bestaande toezichtkader en wat betekent dit voor de prioriteitstelling van de toezichthouder om ook in een veranderende gezondheidszorg effectief toezicht te kunnen houden? 4. Op welke manier kan het patiëntperspectief meegenomen worden in de uitwerking van nieuwe toezichtsarrangementen? Looptijd: maart 2015 – februari 2016 (12 maanden) Projectverantwoordelijke Prof. dr. R.A. (Roland) Bal Onderzoeksteam Dr. K.J. (Kor) Grit Dr. M.C. (Manja) Bomhoff Prof.dr.ir. R.D. (Roland) Friele Deelnemers / deelnemende kennisinstituten Het onderzoek wordt uitgevoerd door het NIVEL en iBMG in nauwe samenwerking met de andere onderzoeksinstituten en de IGZ. Tijdens de uitwerking van het onderzoek zal er regelmatig afstemming plaatsvinden tussen de onderzoekers van de deelprojecten en van dit overkoepelende project om te zorgen dat de aangeboden oplossingsrichtingen voor het toezichtkader en de strategische keuzes van de IGZ voldoende samenhang bieden. Kennisverspreiding en implementatie De resultaten van de analyse in de eerste fase worden met de onderzoekers van de deelprojecten gedeeld. Gedurende de tweede fase van het onderzoeksproces komen de onderzoekers die werkzaam zijn binnen de specifieke onderzoeksthema’s en de onderzoekers die werken aan de overkoepelende activiteit enkele malen bij elkaar voor het uitwisselen van de ontstane inzichten. In de derde fase worden de bevindingen van de overkoepelende activiteit en van de vier onderzoeksteams wederom gedeeld. Deze inzichten worden gebruikt bij het formuleren van de slotconclusies van alle deelactiviteiten en het overkoepelende project. Tijdens het onderzoek worden de opzet en het conceptuele kader en na afloop de belangrijkste bevindingen gepresenteerd bij het IGZ colloquium. Naast de verspreiding van kennis binnen de IGZ beoogt dit project ook kennis te genereren en verspreiden naar andere relevante ‘toezichthouders’, die ook worden geconfronteerd met veranderingen op het gebied van de normstelling en de toezichtsobjecten. De resultaten van het onderzoek willen we daarom presenteren binnen het academisch netwerk van VIDE, de beroepsvereniging van professionals in het veld van toezicht, inspectie, handhaving en evaluatie. Tijdens de uitwerking van het onderzoek zal al gesproken worden met beleidsmakers om in een vroeg stadium afstemming te zoeken met de beleidsagenda van VWS.
30
Over het onderzoek wordt in ieder geval één wetenschappelijke publicatie geschreven. Deze wordt ingediend in een tijdschrift als bijvoorbeeld Tijdschrift voor Toezicht, Evaluation of het Journal of Health, Politics, Policy and Law.
31
In aanvulling op de hiervoor beschreven onderzoeken in het kader van het ZonMw programma Effectief toezicht voert de IGZ in samenwerking met AWToezicht kennisinstituten nog een aantal onderzoeken uit die gericht zijn op het (door)ontwikkelen van het risicogestuurde toezicht. Het gaat om de volgende projecten. 1. De toegevoegde waarde van patiëntwaarderingen op waarderingswebsites voor de IGZ Doel Onderzoeken of patiëntwaarderingen die patiënten plaatsen op waarderingswebsites van toegevoegde waarde zijn voor het dagelijks toezicht van de IGZ bij ziekenhuizen. Looptijd: juli 2014 – juli 2015 Projectverantwoordelijke Dr. H.J. (Ine) Borghans, coördinator Risicodetectie IGZ (gedelegeerd projectverantwoordelijke namens hoofd R&O) Betrokken (kennis)instituten IQ healthcare AMC (afdeling Medische Psychologie; afdeling Kwaliteit en Procesinnovatie) Onderzoeksteam Drs. S.M. (Sorien) Kleefstra Dr. R.B. (Tijn) Kool, IQ Healthcare Dr. H.J. (Ine) Borghans Prof. Dr. J.C.J.M. de Haes, AMC afd. Medische Psychologie Dr. L.C. Zandbelt, AMC afd. Kwaliteit en Procesinnovatie 2. Heropnamen als indicator voor de kwaliteit van de zorg Doel Ontwikkeling van een valide en betrouwbare indicator heropnamen die als maat voor kwaliteit van zorg kan dienen. Het doel van een dergelijke indicator is om inzicht te krijgen in opgetreden complicaties en suboptimale zorg. De IGZ wil in het risicogestuurd toezicht op ziekenhuizen ook gebruik gaan maken van de indicator heropnamen. Looptijd: januari 2015 – december 2017 Projectverantwoordelijke Dr. H.J. (Ine) Borghans, coördinator Risicodetectie IGZ (gedelegeerd projectverantwoordelijke namens hoofd R&O) Betrokken kennisinstituut IQ healthcare Onderzoeksteam: K.D. (Karin) Hekkert Msc Dr. R.B. (Tijn) Kool Dr. H.J. (Ine) Borghans Dr. S. (Sezgin) Cihangir Prof. Dr. G.P. Westert
32
3. Validatie risicomodel verpleeghuizen, verzorgingshuizen en thuiszorg (VV&T) Doel Het is een validatie-onderzoek bij het risicomodel dat de IGZ voor de VV&T hanteert. Het onderzoek richt zich met name op de inhoudsvaliditeit op set- en indicatorniveau. Daarnaast wordt onderzocht of populatiekarakteristieken van invloed zijn op de indicatorwaarden. Meten en Monitoren
Verantwoordelijkheden en aansturing
Optimaliseren en uniformeren van processen
Organisatiecultuur
Cliënt/zorgverlener Afdeling/zorggroep Instelling/concern
Looptijd: start in de loop van 2015, duur voorlopig 1 jaar. Om het hele model te toetsen op validiteit zijn meerdere jaren nodig. Projectverantwoordelijke Dr. H.J. (Ine) Borghans, coördinator Risicoanalyses IGZ (gedelegeerd projectverantwoordelijke namens hoofd R&O) Onderzoeksteam Dr. M.J.A. (Marian) van der Weide Dr. H.J. (Ine) Borghans
33
Bijlage 3
Programma Colloquium januari - juni 2015
Donderdag 15 januari Gebruik van bedrijfsvoeringsdata in het risicotoezicht Pieter van Dyk en Ton Gerritse, beiden coördinerend/ specialistisch adviseur bij de IGZ In gesprek over veiligheid; de rol van bestuurders bij patiëntveiligheid in de langdurige zorg Drs. Loes van Dusseldorp, wetenschappelijk onderzoeker / promovendus IQ healthcare, Radboudumc Donderdag 19 februari Leren van incidenten Dr. Tijn Kool, senior onderzoeker IQ healthcare, Radboudumc en Dr. Sjenny Winters, projectleider IQ healthcare, Radboudumc Disfunctioneren onder zorgpersoneel Dr. A.J.E. (Anke) de Veer, senior onderzoeker binnen het themagebied Verpleging Verzorging (NIVEL) Dinsdag 17 maart Evaluatie pilot mystery guests Annemiek Stoopendaal PhD, Assistant Professor of Organizational Anthropology in Health Care, iBMG Overkoepelend project AWToezicht: op zoek naar een passend toezichtkader in een veranderende gezondheidszorg Kor Grit, universitair docent beleid gezondheidszorg iBMG, Manja Bomhoff, onderzoeker NIVEL, Roland Friele, adjunct-directeur/Hoofd onderzoeksafdeling NIVEL en Roland Bal, sectieleider Bestuur & Beleid van de Gezondheidszorg, iBMG Dinsdag 14 april Het meten van de (gezondheids)effecten van toezicht Sandra Oude Wesselink, promovendus Maatschappelijke Gezondheidszorg, Erasmus MC Hoe scoren zorgaanbieders op de continuïteit van zorg voor kwetsbare ouderen door overdracht van patiëntengegevens? Ellen Zijp, coördinerend/specialistisch senior inspecteur en projectleider IGZ Donderdag 21 mei Voorlopige resultaten van het onderzoek naar ‘toezicht op zorgnetwerken van thuiswonende kwetsbare ouderen’ Didi Verver, MSc, OIO bij EMGO+/VUmc Middenmanagement in de zorg & dagelijkse waardeafwegingen Lieke Oldenhof, werkt bij het iBMG aan een vierjarig promotieonderzoek over middenmanagers in de zorg en is 1 dag p/w gedetacheerd bij de RVZ
34
Maandag 15 juni Inzet van sociale media bij het risicotoezicht op medisch specialistische zorg Sorien Kleefstra, senior adviseur IGZ Promotie onderzoek indicator heropnamen Karin Hekkert (IQ/Radboudumc), werkzaam bij Dutch Hospital Data en 1 dag p/w voor promotieonderzoek bij IGZ/IQ healthcare
35
Bijlage 4
Publicatielijst AWToezicht
Onderzoek: Disfunctionerende beroepsbeoefenaren in de Nederlandse zorg Projectverantwoordelijke Dr. R.B. (Tijn) Kool, IQ healthcare Onderzoeksteam Dr. R.B. (Tijn) Kool J.W. (Jan-Willem) Weenink, Msc Drs. S. (Sjenny) Winters L.M. (Lise) Verhoef, Msc Gepubliceerde artikelen Weenink JW, Westert GP, Schoonhoven L, Wollersheim H, Kool RB. Am I my brother’s keeper? A survey of ten healthcare professions in the Netherlands about experiences with impaired and incompetent colleagues. BMJ Quality & Safety, 2014. http://qualitysafety.bmj.com/content/early/2014/11/07/bmjqs-2014003068.short?g=w_qs_ahead_tab Eindrapportage en enkele wetenschappelijke artikelen zijn gepland in de zomer 2015. Onderzoek: Systeemtoezicht op kwaliteit en veiligheid van de zorg. Formatieve evaluatie van het IGZ project ST Projectverantwoordelijke Dr. A.M.V. (Annemiek) Stoopendaal, iBMG Prof. dr. R.A. (Roland) Bal, iBMG Onderzoeksteam Dr. A.M.V. (Annemiek) Stoopendaal Gepubliceerde onderzoeksrapporten Stoopendaal AMV, De Bree MA. Evaluatieonderzoek systeemtoezicht op kwaliteit en veiligheid in de zorg. Fase 1. De ontwikkeling van het instrumentarium en eerste ervaringen. Rotterdam, iBMG, 2014. http://www.bmg.eur.nl/fileadmin/ASSETS/bmg/Onderzoek/Onderzoeksrapport en___Working_Papers/2014/Onderzoeksrapport_2014.03.pdf Gepubliceerde artikelen Systeemtoezicht. Op zoek naar een nieuwe vorm van toezicht. Utrecht, Inspectie voor de Gezondheidszorg, mei 2014. Stoopendaal AMV, De Bree MA, Keuter FG, Robben PBM. Systeemtoezicht in de Nederlandse gezondheidszorg. Een experimentele innovatie van toezicht. Tijdschrift voor Toezicht 2014 (5) 2. http://www.bjutijdschriften.nl/tijdschrift/tijdschrifttoezicht/2014/2/TvT_18798705_2014_005_002_003.pdf Ingediende artikelen Stoopendaal AMV, De Bree MA, Robben PBM. Social Science and Medicine. Reconceptualizing regulation: Experimenting with System Based Regulation in Dutch healthcare. 36
Under review evaluation. Van de Bovenkamp HM, Stoopendaal AMV, Bal RA. Living with layers: the governance and regulation of health care quality in an institutionally layered system. To be submitted PAR Stoopendaal AMV, van de Bovenkamp HM. Health Service Management Research. Governance of quality of care. To be submitted. Stoopendaal A.& Van de Bovenkamp H. ‘Governance: werken met de gelaagdheid van toezicht op kwaliteit van zorg’ in ‘Governance en het Publiek Belang in de Zorg’, geaccepteerd, NVTZ. Onderzoek: Ontwikkelen en evalueren van methoden en indicatoren voor het toezicht op zorgketens en zorgnetwerken van thuiswonende kwetsbare ouderen door de IGZ. Projectverantwoordelijke Prof. dr. C. (Cordula) Wagner, EMGO+ Onderzoeksteam H. (Hanneke) Merten, Msc D. (Didi) Verver, Msc Nog te verschijnen: Maart 2016 Rapportage evaluatie toezicht op netwerkzorg thuis Internationale wetenschappelijke artikelen voor peer-reviewed tijdschriften over: Risico’s op basis van risicomatrix en pilotstudie Uitkomsten vragenlijstonderzoek onder thuiswonende ouderen en hun zorgverleners over zorgnetwerken Uitkomsten evaluatie toezicht op netwerkzorg thuis Onderzoek: De burger als ogen en oren voor het toezicht in de gezondheidszorg: leren van klachten Projectverantwoordelijke Prof. de. Ir. R.D. (Roland) Friele, NIVEL Onderzoeksteam R.J.R. (Renée) Bouwman, Msc Dr. M.C (Manja) Bomhoff Prof. dr. ir. R.D (Roland) Friele Gepubliceerde onderzoeksrapporten Bouwman RJR, Bomhoff MC, Friele RD. Burgers die melden bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ): verwachtingen van burgers die een klacht over de gezondheidszorg melden bij de IGZ. Utrecht, NIVEL, 2014. http://www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/Rapport-burgers-die-meldenbij-igz.pdf Ingediende artikelen Bouwman, RJR, Bomhoff, MC, de Jong, J, Robben, PBM, Friele R. The public’s voice about healthcare quality regulation policies, submitted.
37
Bouwman, RJR, Bomhoff, MC, de Jong, J, Robben, PBM, Friele R. Patients’ perspectives on the role of their complaints in the regulatory process, submitted. Onderzoek: Thematische wetsevaluatie, bestuursrechtelijk toezicht op de kwaliteit van zorg Gepubliceerde onderzoeksrapporten Legemate J, Plomp E, De Die AC, Grit K, Friele R, Bal R. Pleidooi voor een Wet toezicht kwaliteit zorgsector. Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 2014 (38) 2. http://www.bjutijdschriften.nl/tijdschrift/TvGR/2014/2/TvGR_01650874_2014_038_002_002 Bal R, Grit K, Plomp E, De Die M, Friele R, Legemaate J. Vertrouwen in toezicht. Thematische wetsevaluatie van het bestuursrechtelijk toezicht op de kwaliteit van zorg. Nieuwsblad RGDispuut, 1 (5), maart 2014. Legemate J, Grit K, Plomp E, de Die M, van de Bovenkamp H, Bouwman R, Bomhoff M, Friele R, Bal R. Thematische wetsevaluatie Bestuursrechtelijk toezicht op de kwaliteit van zorg. Den Haag, ZonMW, 2013. http://www.zonmw.nl/uploads/tx_vipublicaties/TW_Bestuursrechtelijk_toezicht _webversiedef.pdf
38
De vier klein-maar-fijn onderzoeksprojecten Onderzoek: De inzet van sociale media in het toezicht Projectverantwoordelijke Dr. R.B. (Tijn) Kool, IQ healthcare Onderzoeksteam Dr. R.B. (Tijn) Kool Dr. T.H. (Tom) van de Belt L.M. (Lise) Verhoef, Msc Gepubliceerde onderzoeksrapporten Van de Belt TH, Verhoef LM, Engelen LJLPG, Schoonhoven L, Kool RB. Sociale Media als informatiebron voor toezicht op de gezondheidszorg. Een explorerende studie. Nijmegen, IQ healthcare, 2014. http://radboudreshapecenter.com/wpcontent/uploads/2014/06/Rapport_SocialeMedia.pdf Gepubliceerde artikelen Verhoef LM, Van de Belt TH, Engelen LJ, Schoonhoven L, Kool RB. Social Media and Rating Sites as Tools to Understanding Quality of Care: A Scoping Review. J Med Internet Res 2014;16: e56 www.jmir.org/2014/2/e56/ Drewes HW, Huisman A, Van de Belt TH, Schoonhoven L, Engelen L, Kool RB. Toezicht in de 21ste eeuw? Zicht op kwaliteit van zorg door sociale media?. KIZ 2012, 22:228-9. www.tijdschriftkiz.nl/artikel/13316/Toezicht-in-de-21ste-eeuw Verhoef LM, Van de Belt TH, Kool RB. Waarderingssites in de zorg: kwaliteitsinformatie 2.0. Voor en door consumenten. KIZ 2013, 23:324-6. www.tijdschriftkiz.nl/artikel/13697/Waarderingssites-in-de-zorgkwaliteitsinformatie-20 Jacobs F. De wetenschap achter likes en sterftecijfers. www.smarthealth.nl/2014/03/19/likes-sterftecijfers-online-reviewswetenschap/ Jacobs F. Patiënten meer betrekken bij toezicht in de zorg. http://www.smarthealth.nl/trendition/2014/07/23/igz-sociale-media-reshape/ Van de Belt TH, Engelen LJ, Verhoef LM, van der Weide MJA, Schoonhoven L, Kool RB. Using Patient Experiences on Dutch Social Media to Supervise Health Care Services: Exploratory Study. J Med Internet Res 2015; 17(1):e7 Presentaties Presentatie ‘Toezicht en social media’ tijdens congres der Rijksinspecties, georganiseerd op 4 november 2014. Presentatie ‘Interactie onderzoek - toezichtpraktijk: De inzet van sociale media in het toezicht’ tijdens het symposium van de Academische Werkplaats Toezicht op 11 september 2014. Presentatie ‘Social media and supervision, the added value of information on social media for supervision by the Dutch Healthcare Inspectorate’, tijdens het symposium van de 39
European Partnership for Supervisory Organisations in Health Services and Social Care in Porto (Portugal), mei 2014. Gepresenteerd door Lise Verhoef. Presentatie ‘Toezicht en social media’ tijdens een IGZ Colloquium, georganiseerd op 16 januari 2014 door de IGZ. Onderzoek: Farmaceutische zorg voor kwetsbare ouderen met polyfarmacie Projectverantwoordelijke Dr. M.C. (Martine) de Bruijne, EMGO+ Onderzoeksteam Dr. M.C. (Martine) de Bruijne P.F. (Peter) Kemper, Msc M.J. (Julie) Heeren, Msc onderzoeksrapport De Bruijne MC, Bakker L, Kemper PF, Heeren MJ, Delwel GO, Wagner C. Farmacotherapeutische zorg voor kwetsbare ouderen met polyfarmacie. Nulmeting in verschillende domeinen van de gezondheidzorg. Amsterdam, EMGO+, 2014. http://igz.nl/Images/20140924%20Zorg%20voor%20kwetsbare%20ouderen% 20met%20polyfarmacie_definitief_tcm294-360748.pdf Presentaties Presentatie ‘Resultaten van het onderzoek naar zorg voor kwetsbare ouderen met polyfarmacie’ tijdens een IGZ Colloquium, georganiseerd op 9 oktober 2014 door de IGZ. Deelsessie op congres ‘Goed Gebruik Geneesmiddelen’, georganiseerd op 4 april 2014 door ZonMw. Presentatie ‘Toezicht op polyfarmacie’ tijdens een IGZ Colloquium, georganiseerd op 3 december 2013 door de IGZ. Posterpresentatie, gepresenteerd in februari 2013 op de VUmc wetenschapsdag. Posterpresentatie, gepresenteerd in oktober 2012 op het congres van het Amsterdam Center on Aging. Onderzoek: Toezicht op het Medisch-wetenschappelijk Onderzoek met mensen: het in kaart brengen van een multi-centered speelveld Projectverantwoordelijke Dr. K.J. (Kor) Grit, iBMG Onderzoeksteam Dr. K.J. (Kor) Grit J. (Jacqueline) van Oijen Prof. dr. R.A. (Roland) Bal Te verschijnen publicatie onderzoeksrapport Grit KJ, van Oijen J. Toezicht op het Medisch Wetenschappelijk Onderzoek met mensen. Het in kaart brengen van een multi-centered speelveld. Eindrapport. Rotterdam, Erasmus Universiteit Rotterdam (verschijnt maart 2015). Onderzoek: Het handhavingskader van de IGZ
40
Projectverantwoordelijken en onderzoeksteam Dr. M.C. (Manja) Bomhoff, NIVEL Prof. dr. ir. R.D. (Roland) Friele, NIVEL Publicaties Er is een (interne) tussenrapportage opgesteld. Er wordt gewerkt aan een internationale wetenschappelijke publicatie.
41
Bijlage 5
Verslag Symposium AWToezicht 2014
Op 11 september organiseerde de Academische Werkplaats Toezicht in Utrecht het eerste symposium. De Academische Werkplaats Toezicht (AWToezicht), een samenwerkingsverband van de IGZ met de kennisinstituten NIVEL, iBMG, EMGO+, IQ healthcare en ZonMw, bestaat nu bijna drie jaar. Een goed moment om voor een breder publiek waarin alle stakeholders vertegenwoordigd waren de ervaringen en de opbrengsten van deze eerste fase voor het voetlicht te brengen. Dagvoorzitter Joke de Vries (IGZ), voorzitter van de stuurgroep AWToezicht, memoreerde bij de opening van het symposium dat een advies van de Gezondheidsraadi aan de basis stond van de vorming van de Academische Werkplaats. De Gezondheidsraad stelde dat onderzoek naar de effectiviteit van het toezicht de IGZ kan helpen zich te verantwoorden aan de samenleving en zich te blijven verbeteren, zodat burgers kunnen vertrouwen op de kwaliteit van de zorg. De WRRii en het Kabinetiii onderschrijven het belang van de ontwikkeling van evidence based toezicht en rol die academische werkplaatsen hierin kunnen vervullen. Tranzo: cocreatie van wetenschap en praktijk Bij Tranzo (Universiteit Tilburg) is al tien jaar ervaring opgedaan met academische werkplaatsen. Ien van de Goor, programmaleider Effectiviteit Individuele Preventie en bijzonder hoogleraar Effectiviteit Individuele Preventie bij Tranzo, lichtte toe hoe deze zich in de praktijk ontwikkelen. De missie van Tranzo is wetenschap en praktijk in zorg en welzijn te verbinden om het evidence based werken te bevorderen. In de kern gaat het bij academische werkplaatsen om het delen van kennis uit drie bronnen: kennis en ervaring van (wetenschappelijk) onderzoekers, kennis en ervaring van professionals en kennis en ervaring van de cliënt/klant. Belangrijke voorwaarden voor goede samenwerking binnen een academische werkplaats zijn gelijkwaardigheid van partijen, persoonlijke contacten op meerdere niveaus, het creëren van een win-win situatie voor alle betrokken partijen en een science practitioner als linking pin. Enkele academische werkplaatsen van Tranzo zijn onlangs extern geëvalueerd. Een standaard succesmodel van een academische werkplaats is er niet: het is maatwerk en er zijn altijd verschillen in o.a. het aantal betrokken partijen, de intensiteit van de samenwerking en de aansturing. De Tranzo werkplaatsen leveren wetenschappelijke en maatschappelijke output en dragen bij aan reflectie op de werkwijze en het analytisch kijken door de professional. Verbeterpunten zijn onder meer de balans tussen wetenschap en praktijk, de betrokkenheid van de hulpvrager/cliënt en de borging/continuïteit van de academische werkplaats. Een aandachtspunt is ook de begeleiding van science practitioners die een dubbele belasting ervaren: voldoende productie leveren binnen de eigen organisatie en wetenschappelijk onderzoek doen.
42
Cocreatie in de AWToezicht Twee onderzoeken in het kader van de AWToezicht zijn vanuit verschillende perspectieven belicht. Sociale media als informatiebron voor het toezicht Jeroen Geelhoed (O&I) gaf aan dat de IGZ het patiëntenperspectief en de patiënt/cliënt centraal wil stellen in het toezicht. De vraag waarmee het onderzoek van start ging was of sociale media hiervoor een bruikbare bron van (aanvullende) informatie vormen en hoe deze het beste ontsloten kan worden. Tijn Kool (IQ healthcare) stelde op basis van een scoping review vast dat informatie op sociale media vaak is gerelateerd aan kwaliteitsuitkomsten. Sociale media kunnen dus een interessante bron van informatie zijn voor de IGZ. ZorgkaartNederland is nu het meest relevant en is vooral voor het risicogestuurde toezicht bruikbaar. Omdat aan info op sociale media ook beperkingen kleven, is het raadzaam deze uitsluitend in aanvulling op het bestaande instrumentarium te gebruiken. Het onderzoek heeft meerdere wetenschappelijke publicaties opgeleverd.iv In de eerste fase zijn zoekstrategieën ontwikkeld en beschreven voor gebruik in het toezicht op de ouderenzorg. In de implementatiefase zal dit voor meerdere sectoren en thema’s worden uitgewerkt. Daarna volgt een evaluatie en worden waar nodig verbeteringen doorgevoerd. De signalen uit sociale media worden op de dashboards weergegeven. Anja Jonkers (IGZ) liet zien wat de inspecteurs er vervolgens mee doen: signalen worden meegenomen in de risicoselectie en kunnen leiden tot verhoogde bezoekprioritering. Ook leveren signalen contextinformatie bij de reguliere inspectiewerkzaamheden Systeemtoezicht op kwaliteit en veiligheid van zorg In 2011 startte binnen de IGZ het project Systeemtoezicht (ST). Het doel hiervan was het verkennen van de mogelijkheden van systeemtoezicht om vervolgens een instrument te ontwikkelen voor de praktijk. Een complexe opdracht, die in goede samenwerking tussen IGZ en onderzoeker via een iteratief proces is aangepakt, zo vertelde Rian Vos-Ceelen (IGZ). Voor de onderzoeker, Annemiek Stoopendaal (iBMG), was het bij deze vorm van participerende observatie vaak zoeken naar een goede middenweg tussen nabijheid en afstand. De eerste fase van het project is afgerond met een conceptuele uitwerking van ST en instrumentarium, een projectrapport en een IGZ publicatie over ST. In het Tijdschrift voor Toezicht is een wetenschappelijke publicatie over het onderwerp verschenen. v Systeemtoezicht krijgt binnen de IGZ zeker een vervolg, zij het mogelijk met een andere naam. Aan de term systeemtoezicht worden namelijk verschillende betekenissen gehecht. Joke de Vries (IGZ) gaf aan dat de IGZ beoogt om op de lange termijn deze vorm van toezicht breder in te zetten en te verbinden aan andere toezichtmethoden. De ontwikkeling zal samen met het veld plaatsvinden. Successen en dilemma’s in de samenwerking In gesprek met de zaal en een panel ging Henk Smid, directeur ZonMw, in op de successen en de dilemma’s in de samenwerking binnen de AWToezicht. In het panel zaten Ronnie van Diemen (IGZ), Frans Janssens (voorzitter beoordelingscommissie ZonMw programma) en twee stuurgroepleden: Roland Friele (NIVEL) en Cordula Wagner (VUmc/EMGO+). Als voorzet voor de discussie vroeg Henk Smid de panelleden elk een pluspunt en een verbeterpunt te noemen. De reflectieve component, het willen leren van ervaringen en het verbinden van onderzoek met de praktijk werden als positieve punten benoemd. Als verbeterpunten zijn onder meer genoemd de betrokkenheid van de burger, de mate van waardevrij en objectief zijn en niet te snel oordelen vanuit de politieke context. Verder
43
is genoemd dat veel aandacht wordt besteed aan de verbetering van de toezichtontwikkeling en nog te weinig aan de ongewenste neveneffecten van toezicht. Hierop aansluitend kwam in de discussie tussen deelnemers onderling en met de panelleden naar voren dat het goed zou zijn zowel het veld als cliënt meer te betrekken, maar over hoe en in welk stadium dat het beste vorm kan krijgen lopen de meningen uiteen. In de komende tijd moet implementatie van de uitkomsten van het onderzoek voldoende aandacht krijgen, zodat de onderzoeksresultaten ook daadwerkelijk in het toezicht worden toegepast. Inspecteur-generaal Ronnie van Diemen sloot het symposium af met de constatering de AWToezicht in drie jaar tijd goed van de grond is gekomen en dat het nu zaak is deze academische werkplaats toekomstbestendig te maken. Anke Vedder en Anouk Joziasse 0-0-0-0-0-
i
Op weg naar evidence based toezicht, Gezondheidsraad, maart 2011 WRR rapport Toezien op publieke belangen, september 2013 iii Kabinetsreactie op de rapporten “Toezien op publieke belangen” en “Van tweeluik naar driehoeken” van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, 12 september 2014 iv Verhoef LM, Van de Belt TH, Engelen LJ, Schoonhoven L, Kool RB. Social Media and Rating Sites as Tools to Understanding Quality of Care: A Scoping Review. J Med Internet Res 2014;16: e56 Drewes HW, Huisman A, Van de Belt TH, Schoonhoven L, Engelen L, Kool RB. Toezicht in de 21ste eeuw? Zicht op kwaliteit van zorg door sociale media?. KIZ 2012, 22:228-9. Verhoef LM, Van de Belt TH, Kool RB. Waarderingssites in de zorg: kwaliteitsinformatie 2.0. Voor en door consumenten. KIZ 2013, 23:324-6. v Systeemtoezicht in de Nederlandse gezondheidszorg. Een experimentele innovatie van toezicht. Stoopendaal; A.; Bree, M. de.; Keuter, F,; Robben, P.B.M. Tijdschrift voor toezicht 2014 (5) 2, 2746. ii
44