De 100 cols tocht van Leen en Jozef deel 3: 2013. Woensdag 28 augustus 2013, Ruddervoorde/Avignon - Manosque, 110 km/947 hm. We staan klaar voor het 3de deel van onze 100 cols tocht, de fietsen zitten mooi in een doos van de juiste afmeting, en Anneke voert ons ’s morgens vroeg naar Brussel waar we zonder problemen op de TGV naar Avignon kunnen. Vier en een half uur later stappen we uit in het moderne TGV station van Avignon en monteren onze fietsen. Om 13u00 vertrekken we onder een mooie hemel en een stevige mistral voornamelijk in het voordeel, richting Cereste. De GPS zet ons direct op de juiste weg langs de Durance en vervolgens terug een 40 tal km op de oude spoorwegbedding, 70 km verder tot Cereste waar we vorig jaar eindigden. Hier halen we onze stempel op en besluiten nog een 40 tal km af te haspelen tot Manosque waar we in het centrum in hotel François overnachten voor 70€, 15€ voor ons ontbijt en 29 € voor ons avondeten.
27
Donderdag 29 augustus 2013, Manosque - St Auban, 129 km/2368 hm. We vertrekken om 08u45, goed geslapen en de benen voelen beter aan dan gisteren. Het is lekker fietsweer met een mooi zonnetje en een prachtig parcours door de Haute-Provence, we zetten onze weg verder richting Gorges du Verdon. Tijdens de klim na Moustiers op het ravijnweggetje dat uitkijkt over de kloof, duikt aan onze rechterkant de gigantische Lac du Sainte-Croix op, het 2de grootste meer van Frankrijk dat gevoed wordt door het riviertje de Verdon. De Gorges zelf waar we een paar uur doorfietsen is een prachtig stukje natuur en heel indrukwekkend. Op het weggetje door de kloof waar we enkele colletjes overwinnen heerst er een voor ons ongekende drukte, chauffeurs die meer oog hebben voor de kloof dan de weg, volle bussen met dagjesmensen en overal tussenin zigzaggende motorrijders. Eens we de Grand-Canyon verlaten hebben, eten we in Beuil dit voor 30€. Na de middag verandert het weer en het parcours totaal, we komen terug in de onbewoonde wereld en om 16u30 kunnen we juist op tijd schuilen voor een gigantische dondervlaag. Het blijft maar regenen en we vragen de bazin of we ergens kunnen slapen in de omgeving. Zij zorgt voor een stacaravan op een nabijgelegen camping, waar we lekker kunnen slapen en warm eten. 99,5€ Alles inbegrepen.
Lac du Sainte-Croix
Gorges du Verdon
28
Vrijdag 30 augustus 2013, St Auban - St. Etienne-de-Tinés , 115 km/2773 hm.
We vertrekken met een fris weertje en onder een lichte mist, maar al vlug komen we in een ander decor: terug een prachtige Gorges en de zon is opnieuw van de partij. We hebben al direct een 2 tal steile colletjes en een lange afdaling naar de Gorges du Cians, een 22 km lange voortdurend stijgende kloof met een heel typische bordeauxkleurig gesteente. Het word ontzettend warm en halverwege de Gorges is het een 10 tal km zeer stijl. Na de klim uit de Gorges in Beuil begint het opnieuw hard te regenen dus schuilen we en nemen ons middagmaal. Dan volgt nog de Col de La Couillole. Boven had het niet geregend. Zodoende kunnen we de zoveelste fantastische afdaling vlotjes nemen, deze brengt ons langs prachtige balkonweggetjes terug de dieperik in. Aangekomen in de Vallée de Tinée volgen we de wegwijzers naar de Cime de la Bonette Restefond, met als onderschrift ‘ La route la plus haute de l’Europe, 2.802 m. De klim die 48 km lang is, lijkt eindeloos te duren. Halverwege, even voorbij Isola op 1200m hoogte en 26 km voor de top in Saint Etienne de Tenée, vinden we een hotelletje en houden het voor bekeken. De top is immers niet meer haalbaar en de hotelletjes eerder schaars. In Restaurant La Potinaire in het centrum, eten we voor 37.20€
29
Zaterdag 31 augustus 2013, St. Etienne-de-Tinés - Arvieux , 109 km/3088 hm. Gisteren avond zaten we vroeg onder de dekens en vanmorgen om 06u30 reeds uit de veren, normaal niet ons sterkste punt. Want vandaag maken we ons klaar voor wat één van de koninginnenritten moet worden. De cols die nu komen zijn stuk voor stuk kleppers in het kwadraat, niet alleen wegens hun lengte en hellingsgraad, maar vooral wegens de heroïsche reputatie die ze door de Tour verkregen hebben: hier is het immers waar het telkens weer gebeurt. Het weer valt mee, nog vroeg en niet te warm het is nog 1600 hm. naar de top van de Col de la Bonette. Het klimmen gaat vlot en de afdaling is prachtig: een heel mooie weg met lange rechte stukken, afwisselend met opeenvolgende haarspeldbochten. In Jaussiers fietsen wij enkele km door het dal van de Ubaye, om dan de steile Col de Vars op te klimmen. De laatste 4km stijgen met meer dan 10% gemiddeld, waarna een heel mooie afdaling met prachtige geasfalteerde brede wegen. Eens beneden, beginnen we direct aan de Col D’Izoard. Echter: we hebben we een gite vastgezet in Arvieux, natuurlijk boven op een heuvel enkele kms buiten het parcours. Weeral verloren hoogtemeters, want die extra pijn kunnen we wel missen op een dag zoals vandaag.
30
Zondag 1 september 2013, Arvieux - Modane , 123 km/2912 hm. We hebben lekker geslapen in onze gite voor 80€ voor 2 personen avondeten, een fles wijn, en ontbijt inbegrepen. We vertrekken in een mooi zonnetje en doen verder met onze Izoard, met zijn typische maanlandschappen en hopen gravé die uitgegoten lijken over rotsige punten, we nemen de onvermijdelijke foto’s en dalen af naar Briancon, Het begin van de beklimming van de Lautaret belooft niet veel goeds, een licht oplopende weg met een scherpe tegenwind. Het is een schitterende vallei, maar wel tussen een walm van uitlaatgassen. De sterke westenwind maakt het ons zeer zwaar, het voorgeborchte van de legendarische Galibier is niet te versmaden. Op de top van de Lautaret gaat het rechtsaf; hier begint de klim pas echt. Deze kant is niet de zwaarste op de laatste kms na, zodat we vrij vlug de top bereiken. De afdaling naar Valloire met magistrale bergtoppen en een prachtige weg is ronduit schitterend. Dit komt in onze top drie. In Valloire halen we onze stempel. De Col du Télègraphe stelt niet zo veel voor van deze kant, een gratis col als het ware. We volgen verder de lastige weg naar Modane die zich tussen, onder, naast en boven de autosnelweg naar Italië slingert. Het beste is er duidelijk af bij mij. De koninginnenrit zit erop, een slordige zestig kilometer geklommen tussen de meest adembenemende bergtoppen, en vier cols overwonnen. Wat een dag!
De typische Col D’Izoard
31
Maandag 2 september 2013, Modane – Bourg-Saint-Maurice ,107 km/2257 hm. Heel mooi en modern hotel (Le Comerce) 90€ voor 2 pers. ontbijt inb. Gelukkig hebben we gisteren avond nog een pizzeria gevonden want op zondagavond was er bijna niets open. We beginnen direct met de Madeleine wat blijkt maar een afkooksel te zijn van de echte Col de la Madeleine; dan maar op weg naar de Col L’Iseran. Al snel duiken de flanken van deze hemelshoge berg op, 2.770 meter boven de zeespiegel, het hoogste punt van de route. Overal rond ons duiken gletsjers en besneeuwde bergtoppen op. Alle respect voor de Pyreneeën maar deze Alpen zijn toch van een grotere orde dan de Spaans-Franse grensstreek. De Pyreneeën zijn niet zo hoog, met grilliger stijgingspercentages, maar hier zijn de bergtoppen bekleed met sneeuw en gletsjers en zijn de klimmen eindeloos, o.a.50 km naar de top van de Iseran. Het is werkelijk zigzag tegen een wand oprijden en één uur later zien we nog altijd het dorpje, waar we net gegeten hebben, in het dal liggen. Eens boven is het 50 km dalen tot in Bourg-Saint-Maurice, waar we een hotelletje vinden.
De Col L’Iseran.
32
Dinsdag 3 september 2013, Bourg-Saint-Maurice – Thônes ,104 km/2958 hm. Ons hotelletje, Relais de la Vanoise, was perfect in orde, de drank was wel wat duur ofwel hadden we gisterenavond te veel dorst(?). 132€ halfpension alles betaald. We vertrekken met prachtig weer en worden direct met de neus op de feiten gedrukt. De Cormet de Roselend (wat een naam!) nestelt zich tussen de sneeuwtoppen en is 20 km steil bergop. Het word een zware dag: 50 km bergop en 50 km bergaf met 3000 hm. In de afdaling van de Roselend lijkt het landschap plots Zwitsers te worden. De bergen zijn bezaaid met sparrenbossen, en overal hoor je het geklingel van koebellen. Bij het beklimmen van de Saisies hebben we een prachtig zicht op het Mont Blanc Massief, echt indrukwekkend. We zijn in de Haute Savoie gekomen met veel prachtige skidorpjes, Saisies b.v. is veel mooier en lieflijker dan die mastodonten als Val-d’Isère e.a. Al deze skidorpen specialiseren zich in de zomer op het motor- en wandeltoerisme. Het krioelt er dan ook van de motorhomes en de moto’s. Onder het alziend oog van de Mont Blanc gaat het verder bergafwaarts richting Thônes vlakbij het meer van Annecy.
Val-d’Isere
33
Woensdag 4 september 2013, Thônes - Culoz ,95 km/1764 hm. We hebben heel goed geslapen in ons Hotel Du Commerce, het mooiste tot nu toe: 92,90€. In een plaatselijk restaurant hebben wij heel lekker gegeten. Als we gisterenavond de kaart van Frankrijk opensloegen bleek tot onze verwondering dat we de Alpen al bijna overwonnen hadden. Het wordt geen te zware rit vandaag, we fietsen in een grote bocht om het meer van Annecy heen, terug naar het westen waar de Jura op ons wacht.. Enig probleem: er zijn niet veel slaapplaatsen in deze verlaten regio, het wordt dus toch een spannende onderneming. We besluiten om te fietsen tot Rumilly en daar niet te vertrekken vooraleer het bureau van toerisme ons een slaapplaats kan garanderen ergens in Culoz aan de voet van de Grand Colombier. Het gaat heel de tijd op en neer. We zijn nog niet helemaal uit de Alpen en ik, de nietklimmer, verlang al naar langere klimmen omdat dan de verzuring beter lijkt weg te gaan. In Rumilly zorgt het heel vriendelijk meisje in het toerismekantoor, met heel wat moeite voor een chambre d’hote in Culoz. We kunnen op weg voor de laatste zware brok van de Alpen, de Col du Clergeon wordt onder een loden zon met heel wat moeite overwonnen. Eens boven duiken we de Rhônevallei in richting Culoz.
Aangekomen in Culoz merken we dat onze chambre d’hote een fiasco is, 100€ voor een afgedankt kamertje met een badkamer achter een paravane, het is max. 50€ waard. Maar we zijn al met al blij dat we een slaapplaats hebben. Ons avondmaal in een restaurant aan het station maakt echter heel wat goed 17€ p/p alles inbegrepen.
34
Donderdag 5 september 2013, Culoz – Saint-Claude, 105 km/2529 hm. Met 3 a 4 sneetjes geroosterd brood beginnen we aan de Grand Colombier, de eerste klepper van de Jura. Volgens het roadbook is dit werkelijk geen lachertje want één van de 5 zwaarste van de tocht (8 punten op een schaal van 11) Het lijkt erop dat de benen terug hun goede wil zullen tonen. Na een tiental minuten verdwijnt de verzuring stilaan, en de pijn wordt ook wel wat gedempt door de prachtige vergezichten aan mijn rechter zijde: de Rhônevallei, het meer van Annecy en op de achtergrond de Alpen met als centrale witte ooggetuige de Mont Blanc. Boven halen we onze stempel en voelen ons nu echt in de Jura met zijn afwisselend korte nijdige, en langere goed lopende hellingen. Ik moet onvermijdelijk terug denken aan mijn Grande Traversée du Jura, een 800 km lange rit door de Jura, die ik in 2007 gedaan heb. Met wat geluk vinden we op de middag een mooi restaurantje waar we zeer lekker kunnen eten. Het is zeer warm, nog heter dan gisteren en tezamen met het pittig parkoers, maakt dit het ons niet makkelijk. Na 105 km, eindigend met een flinke afdaling van de Col de la Croix de la Sierra vinden we een hotel aan het station van St Claude. We zijn heel dicht tegen Zwitserland.
De Rhônevallei
35
Vrijdag 6 september 2013, Saint-Claude – Lods, 124 km/1679 hm. Na een goede nacht 82€, kamer met ontbijt plus de wijn van gisteren avond, vertrekken we onder een dreigende hemel direct bergop. Na een 10 tal minuten schuilen we even, maar het valt mee en de hemel klaart vlug terug uit. We hebben terug de ganse dag mooi weer. Eens we boven zijn ( 800 a 1000 m) kunnen we opnieuw het typische Jura landschap aanschouwen: weidse glooiende groene weiden waar de koeien met reuze koebellen, aan het grazen zijn en zorgen voor lekkere Jura kazen, verlaten boerenland, geen toerisme, geen drukte, gewoon groen en verlaten en waar de boeren overal het hooi aan het keren zijn. De meeste mensen zouden dit een doodsaaie streek vinden, maar ik geniet met volle teugen. Het gaat vlot en tegen de middag hebben we 75 km. In Noreroy nemen we een lekker visgerecht en vervolgen onze weg verder met prachtig weer, vlakker terrein, het is echt zalig fietsen. In de prachtige Vallée de la Loue in Lods vinden we een mooi hotel, we nestelen ons op het hotelterras, aan de brug over de Doubs. Het is echt genieten bij dit mooi weer en we kraken menige fles wijn, veel te veel om goed te zijn. Op alcoholgebied is de Honderd Cols Tocht tegen alle wetten van de sport in geen voorbeeld geweest. Maar uit dankbaarheid voor dit mooie en gastvrije land voelen we ons elke avond genoodzaakt de noodlijdende wijnboeren te steunen. Na een gastronomisch etentje op het terras trekken we na enkele uren naar onze kamer.
Jura
Lods
36
gZaterdag 7 september 2013, Lods – Malvaux, 131km/1795 hm. Onze gezellige culinaire uitspatting gisterenavond heeft ons slechts 102,90€ gekost. Hotel de France in Lods is en aanrader voor een latere vakantie. Het was vanmorgen zwaar bewolkt, eens iets anders na al die dagen volle zon. We beginnen met een klim uit het dal van de Doubs. In L’Ilse-sur-le-Doubs hebben we een stempel nodig. Het begint net te regenen en we stappen dan maar een restaurantje binnen. Na ons middagmaal is het terug droog. Langs kleine D weggetjes fietsen we naadloos van de Jura naar de Vogezen, een onderschat gebergte als stevig nagerecht. Het mist natuurlijk de grandeur van de Alpen, maar de hoogste toppen liggen toch ruim boven de duizend meter met een aantal klimmen van meer dan tien kilometer lengte. Het is hier een verlaten gebied en al de slaapplaatsen uit ons Roadbook zijn of opgedoekt of dicht. We beginnen dan maar aan de eerste van de ‘ballons’ zoals de toppen hier genoemd worden, de Ballon D’Alsace die qua steilte nog meevalt. We begonnen al echt te wanhopen maar gelukkig vinden we na een viertal km in de klim nog een Chambre d’hote “Les Moraines Lepuis” die nog een kamer vrij heeft, prijs 65€ kamer met ontbijt, en mevrouw wil ook nog voor ons wil koken.
37
Zondag 8 september 2013, Malvaux –Munster, 95 km/1948 hm. Gisterenavond was het hier een groot feest. De uitbaatster, Pascale Delangue, een kunstenares, had tientallen vrienden en kennissen uitgenodigd voor haar 50 ste verjaardag. In de zaal waar tientallen schilderijen van haar hingen en het feest plaatsvond hebben we meegenoten van een lekkere maaltijd, maar een beetje minder van de veel te harde muziek die ons geregeld tot in de kleine uurtjes uit onze slaap hield . Onze noodovernachting heeft ons uiteindelijk 124€ gekost.We vertrekken met motregen en ik merk dat mijn achterband vervaarlijk aan het slijten is, hopelijk houdt hij het nog uit voor enkele honderden kms, want mijn reserveband heb ik reeds gebruikt na een klapband. De Ballon D’Alsace is 14 km klimmen, de afdaling ligt er door de regen gevaarlijk glad bij. Beneden komen we een groep jonge wielertoeristen tegen uit Limburg, ze hebben een volgwagen en ik kan een band kopen aan hen, probleem terug opgelost. Na de middag beginnen we direct met de klim naar de hoogste top van de streek: de Grand Ballon. Die mag er wel zijn met zijn 16 steile kilometers die in de kuiten kruipen. Op de top prachtige vergezichten, in de verte de Alpen, in het Oosten het Zwarte Woud, en er tussenin de vlakke weidse Rijnvallei. We trekken over de golvende Route des Crêtes en vervolgens nog de Col du Platzerwasel, vooraleer we de duik nemen naar de ooievaarsstad Munster.
38
Maandag 9 september 2013, Munster – Mont Sainte Odile, 119 km/2834 hm. Le Grand Hotel Munster een heel goed adres voor groepen die hier in de omgeving willen fietsen, ( mag ik niet vergeten) 86€ k+o. Het wordt vandaag een lastige dag met veel cols, we beginnen met de Collet de Ligne, een lieflijke naam voor een 11 km lange pittige klim die zich langs prachtig loofbossen en dwars door een oud kuuroord een weg zoekt naar de top, waar we terug een mooi zicht hebben op de dalen van de vallei. Langs de Col du Calvaire en de Col du Bonhomme gaat het naar de Col du Pré des Raves. Col nummer Honderd, want de Honderd Cols Tocht telt er in feite 105. We nemen een dagschotel in Ste Marie-aux-Mines. Het is droog maar fris en pas nu komt de zon er toch even door. Vanaf hier is er bijna geen slaapgelegenheid meer. We moeten 70 zware kilometers verder naar Mont Ste-Odile. Een prachtig gerestaureerd oud klooster, waarvan ook een gedeelte hotel is, op de top van een 763 m hoge berg. Niet tegenstaande de 4 sterren is het slechts 106€ in halfpension voor 2 personen. Het mooiste hotel van de reis en terug een aanrader.
Het gerestaureerde klooster ter ere van Ste Odile, patroonheilige van de Elzas.
39
Dinsdag 10 september 2013, Mont Sainte Odile - Saverne, 55 km/1026 hm Onze allerlaatste dag, en in een druilerig weer nemen we de lange afdaling. Langs de schitterende bosweggetjes van het woud van Wasselonne gaat het verder van het ene kleine dorpje naar het andere. Het is nog goed opletten want de route loopt langs heel kleine weggetjes waar het makkelijk misrijden is. En zo verder naar het eindpunt Saverne waar we om 12u00 aankomen . In het stationsgebouw van Saverne dienen we voor de laatste maal een datumstempel op te halen als bewijsmateriaal van het volbrengen van de tocht. De loketbediende geeft ons de slotstempel en informeert nieuwsgierig naar het waarom van de stempel, ik vat in drie zinnen het concept van de tocht samen. Ze staart ons aan, ‘Quatre mille kilomètres’. Ze herhaalt het nog eens. ‘Quatre mille kilomètres.’ ‘Mais pourquoi? Pourquoi? ‘ Ik laat haar vraag onbeantwoord. De Tocht zit erop het avontuur is voorbij. Graag dank ik Leen om 3 jaar mijn compagnon de route te willen zijn, zonder jou was het nooit gelukt meer nog ik was er nooit aan begonnen. Ik ben er echt trots op, en ook dankbaar, om op de vooravond van mijn vijfenzestigste verjaardag dergelijke uitdaging tot en goed einde te kunnen brengen. Ook voor Leen, bijna even oud als ik, is de voldoening ongekend. Het is gigantisch zwaar geweest voor ons, maar zeker en vast de moeite waard. Verder een gemeend dank je wel voor onze echtgenoten, die ons met veel liefde de vrijheid geven om dit alles te kunnen en mogen doen. Tot slot wil ik de organisatie van de Honderd Cols Tocht danken voor het uitstippelen van deze prachtige, zware, maar heel mooie fietstocht. De wegbeschrijving is perfect , de hotellijst is een onbetaalbare gids om deze toch succesvol te beëindigen.
40