m
Verslag
Kopie aan
Aan
DCMR
milieudienst
Datum
Kenmerk
06-08-2012
265600
Rijnmond
21417138 Onderwerp Live testen blussystemen in deel D.
Locatie Naam Adres Plaatsbepaling
Locatiesoort Status
265600 Odfjell Terminals Rotterdam B.V. Oude Maasweg 6 3197KJ BOTLEK ROTTERDAM l.k.v. Wbb is voor gehele bedrijfsterrein sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging RT059905217, waarvoor is ingestemd met een LBP, TC-0227-22. Einddatum bodemsanering is fictief, meerdere saneringen op 1 locatie. Kade 11/Mineraalweg 23 www.od1jell.nl Overige provinciale Wm-activiteiten (tank op/overslag) Wm inrichting Meldings- en vergunningplichtig
Verslag
98400718
Verslagdatum Rapporteur Gesproken met
06-08-2012
Activiteit (sub)
Verslagsoort l.o.v. bureau Participant BGO/BGA Nacontrole van nav beschikking Onderdelen Regelgeving
(brandweer) Handhaving deelcontrole Toezicht en Handhaving Industrie Provincie Zuid-Holland
(x = gecontroleerd) X Activiteitenbesluit type C WVO Algemeen Scheepsafvalstoffenbesluit Registratiebesluit rampen en zware ongevallen Regeling op-, overslag en distributie benzine milieubeheer Besluit risico's zware ongevallen '99 Besluit externe veiligheid inrichtingen Besluit bodemkwaliteit Artikel 8.1 Wm (vergunningplicht voor oprichten, in werking hebben of veranderen van de inrichting) Artikel 39a Wbb (saneren conform SP, voorschriften (en aanwijzing)) Artikel 28 Wbb (melding/gegevens voornemen (sanerings)handelingen)
Bevindingen Typering van de overtreder: N.v.t.
Printdatum: 15-11-12
Blad 1 van 4
I veiligheid
Blusmiddelen
Blad 2 van 4
Op Vrijdag 3 en maandag 6 augustus 2012 zijn de blussytemen van een aantal tanks getest. De tanks bevinden zich in het D gegeeldte van het terrein van Odfjell. De leidingen van deze tanks zijn van kunststof (GRE). De brandweer steld een rapportage op over de werking van de geteste systemen en zal dit naar de DCMR sturen. Hierin zullen ook druk en flow worden meegenomen. Bevindingen: Vrijdag 03-08-2012: Tank 909: Deze tank stond bij aankomst al op druk. De leidingen vertoonden geen lekkages. Tank 903: Bij het opbouwen van de druk in de leidingen wordt ineens teveel druk gegeven. Hierdoor wordt van O naar ongeveer 9 bar opgeschaald. De leidingen en ondersteuning zijn hierdoor flink in beweging. Bij de noodzakelijke druk zijn geen lekkages waargenomen. Tank 905: De druk opbouw gaat rustig. Hierdoor weinig beweging. Bij de noodzakelijke druk zijn geen lekkages waargenomen. Tank 908: Halvenwege de aanvoerteiding zit een knik. De druk opbouw gaat rustig. Hierdoor weinig beweging. Bij de noodzakelijke druk zijn geen lekkages waargenomen. Tank 912: Schuimtest waarbij Ajax aanwezig is voor het opstellen van een rapportage over de kwaliteit van het schuim en de werking van het blussysteem. De druk opbouw gaat rustig. Hierdoor weinig beweging. Bij de noodzakelijke druk zijn geen lekkages waargenomen. Tank 938: De druk opbouw gaat rustig. Hierdoor weinig beweging. Bij de noodzakelijke druk zijn geen lekkages waargenomen. Tank 939: Schuimtest waarbij Ajax aanwezig is voor het opstellen van een rapportage over de kwaliteit van het schuim en de werking van het blussysteem. De druk opbouw gaat rustig. Hierdoor weinig beweging. Bij de noodzakelijke druk zijn geen lekkages waargenomen. Tank 932: De druk opbouw gaat rustig. Hierdoor weinig beweging. Bij de noodzakelijke druk zijn geen lekkages waargenomen. Echter is de flow te laag. Er is aanvullend een schuimtest gevraagd aangezien wordt aangegeven dat met schuim de juiste hoeveelheid wel behaald wordt. Deze zal op 6 augustus plaatsvinden.
Maandag 06-08-2012: Tank 910: Een stuk van de kunststof strook die de bodem van de tank beschermd is weg. Deze dient vervangen te worden. De druk opbouw gaat rustig. Hierdoor weinig beweging. Bij de noodzakelijke druk zijn geen lekkages waargenomen. De brandweer heeft middels een warmtebeeld camera het sproeipatroon in de tank bekeken. Tank 932: Naar aanleiding van de restultaten van de test van vrijdag is besloten om aanvullend een schuimtest uit te voeren. Bij de schuimtest is Ajax aanwezig voor het opstellen van een rapportage over de kwaliteit van het schuim en de werking van het blussysteem. De druk opbouw gaat rustig. Hierdoor weinig beweging. Bij de noodzakelijke druk zijn geen lekkages waargenomen. De noodzakelijke flow wordt nu wel gehaald bij de juiste druk. Tank 936: De druk opbouw gaat rustig. Hierdoor weinig beweging. Bij de noodzakelijke druk zijn g®BdsM«g*s waargenomen.
Overtreding: Nee
Ernst:
+/-X:
+/-Y:
Algemeen Overig Tijdens het testen van de tweede tank wordt aan mij gevraagd of het noodzakelijk is om alle tanks in een tankput te testen aangezien er volgens zeggen afspraken gemaakt zijn. UIrike (Inhuur van Odfjell) vertelde mij dat minimaal 40 procent getest moet worden en dat er dan dus 2van de 4 tank in een tankput getest moeten worden om de tankput voor wat betreft het blussysteem vrij te kunnen geven. Ik was niet op de hoogte van deze afspraken. Ik heb contact gezocht met ^DCMR). Hij bevestigde mij dat er afspraken gemaakt waren. De afspraak hield in dat voor minimaal 40% van de tanks een live test uitgevoerd moet worden. Indien deze in orde zijn en de tanks in de tankput zijn identiek aan elkaar kan de uitgevoerde test representatief zijn voor de overige tanks. Overtreding: Ernst: +/-X: +/-Y: Nee
Correspondentie Verslag
Briefdatum
Opsteller
Termijn
Streefdatum
WNW
Blad 4 van 4
m
Verslag
Kopie aan
Aan
DCMR
milieudienst
Datum 09-08-2012
Kenmerk 265600 21421486
Auteur
Rijnmond
Onderwerp Controle op het operationeel maken van saneringssyteem.
Locatie Naam Adres Plaatsbepaling
Activiteit (sub) Locatiesoort Status Verslag Verslagdatum Rapporteur Gesproken met Verslagsoort l.o.v. bureau Participant BGO/BGA Nacontrole van nav beschikking Onderdelen Regelgeving
265600 Odfjell Terminals Rotterdam B.V. Oude Maasweg 6 3197KJ BOTLEK ROTTERDAM l.k.v. Wbb is voor gehele bedrijfsterrein sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging RT059905217, waarvoor is ingestemd met een LBP, TC-0227-22. Einddatum bodemsanering is fictief, meerdere saneringen op 1 locatie. Kade 11/Mineraalweg 23 WAVw.odfjell.nl Overige provinciale Wm-activiteiten (tank op/overslag) Wm inrichting Meldings- en vergunningplichtig
98401003 09-08-201^
Odfjell. Handhaving Wbb controle preventief Bodem Ontwikkeling Rotterdam
(x = gecontroleerd) X Artikel 39a Wbb (saneren conform SP, voorschriften (en aanwijzing)) WVO Algemeen Scheepsafvalstoffenbesluit Registratiebesluit rampen en zware ongevallen Regeling op-, overslag en distributie benzine milieubeheer Besluit risico's zware ongevallen '99 Besluit externe veiligheid inrichtingen Besluit bodemkwaliteit Artikel 8.1 Wm (vergunningplicht voor oprichten, in werking hebben of veranderen van de inrichting) Artikel 28 Wbb (melding/gegevens voornemen (sanerings)handelingen) Activiteitenbesluit type C
Bevindingen Typering van de overtreder: N.v.t.
Printdatum: 15-11-12
Blad 1 van 7
Bodem (Wbb) Uitvoering beveiliging- / beheersmaatregelen De controle richt zich voornamelijk op het binnen 3 maanden operationeel maken van het saneringssysteem. Daarnaast zijn enkele noodzakelijke acties, op grond waarvan beslissingen voorde verder saneringsaanpak worden genomen, nog niet ingevuld / nader uitgewerkt. Hiervoor wordt een plan van aanpak opgesteld die ook binnen drie maanden moet zijn ingediend. Tevens dient het bedrijf binnen drie maanden na dagtekening van de beschikking de eerst volgende monitoring ronde uit te voeren. Het bedrijf heeft tot 12 oktober 2012 de tijd om te voldoen aan de gestelde acties uit de beschikking TC 12-26002. Overtreding: Ernst: +/- X: +/- Y: Nee
Correspondentie Verslag
Briefdatum
Vervolgacties vervolgcontrole
Opmerking Geadviseerd wordt om toezicht te houden op naleving van de acties die voor 12 oktober 2012 moeten zijn uitgevoerd.
Opsteller
Termijn
Streefdatum
Door BODEMC
Deze controle is gebaseerd op de HUM Wbb.
Inleiding De controle en dit verslag hebben betrekking op de locatie Oude Maasweg 6, Kade 11 + Mineraalweg 23; codes AA059905217/T1001 en AA059905217/T4001, naar aanleiding van de beschikking van 12 juli 2012 (TC-nummer 12-26-002). Wettelijk kader van de controle Toezicht op de naleving van de Wbb en andere wet- en regelgeving die van toepassing is op bodemsaneringen en handelingen met grond en/of grondwater. Aanleiding van de controle Op 17 mei 2011 en 15 februari 2012 heeft Odfjell Terminals Rotterdam bv (OTR) verzocht in te stemmen met een tussentijds evaluatieverslag van Kade 11 en diverse voortgangsrapportages over Kade 11 en/of Mineraalweg 23. Het college heeft eerder ingestemd met het evaluatieverslag van Mineraalweg 23, voor zover deze betrekking heeft op de uitgevoerde graafwerkzaamheden. Er is op 12 juli 2012 niet ingestemd met het bereikte resultaat van de deelsanering met betrekking tot het resultaat van de deelsanering ter plaatse van Mineraalweg 23 en Kade 11.
Blad 2 van 7
De grondwatersanering fase 2 van Mineraalweg 23 is gestart in december 2006. Fase 2, monitoring is inmiddels gevorderd tot ronde 8 (TC: 10-47-007). Monitoringronde 6, 7 en 8 zijn door de Toetsingscommissie Bodemsanering Rotterdam (TC) als niet beoordeelbaar bestempeld, omdat gegevens/besliscriteria, waarom op basis van ronde 3, 4 en 5 wederom was gevraagd, niet zijn ingevuld. Mede hierom is besloten een beschikking in het kader van Wet bodembescherming af te geven. Dit betreft de beschikking van 12 juli 2012 (TC-nummer 12-26-002). Doel van de controle Uit de beschikking die is afgegeven op 12 juli 2012 blijkt dat het monitoring meetnet en de beheerssystemen niet goed functioneren, waardoor de verspreiding risico's niet zijn uit te sluiten. Het doel van de controle richt zich voornamelijk op de naleving van de voorschriften in de beschikking van 12 juli 2012. OTR dient: de interceptiedrains in sectie A van Kade 11, vanwege de continue overschrijding van interventiewaarden in peilbuis A01, onmiddellijk in bedrijf te nemen; het saneringsysteem bij Mineraalweg 23 onmiddellijk aan te passen en binnen drie maanden na dagtekening van deze beschikking operationeel te maken; binnen drie maanden na dagtekening van deze beschikking een plan van aanpak ter beoordeling aan te bieden, waarin de (bij herhaling) noodzakelijk geachte acties zijn uitgewerkt; binnen drie maande na dagtekening van deze beschikking de eerstvolgende monitoringronde uit te voeren. Het monitoringmeetnet voor Kade 11, alsmede Mineraalweg 23, dient hierbij naar behoren te functioneren; in de rapportage van de eerstvolgende monitoringsronde rapportagevormen in acht te nemen. Aan deze voorschriften zijn detailvoorschriften verbonden die in het vervolg in dit verslag aan de orde komen. Controlemoment De voorbereiding van de controle heeft geresulteerd in de volgende controlemomenten: N.v.t.
Betrokkenen Initiatiefnemer van de sanering Odfjell Terminals Rotterdam bv (OTR) naam Rotterdam plaats contactpers. 1 telefoonnr. e-mail contactpers. 2 telefoonnr. e-mail Milieukundige begeleider grondsanering bureau plaats contactpers. telefoonnr. e-mail mkb-er telefoonnr. e-mail Aannemer naam plaats contactpers. 1 telefoonnr.
Blad 3 van 7
e-mail contactpers.2 telefoonnr. e-mail Tijden het controlebezoek heeft OTR de volgende documenten overhandigd: een memo besprekingverslag "notulen projectoverieg kade 11 / mineraalweg 23" van 31 juli 2012 (DMS: 21427842). een voortgangsrapportage in concept "rapportage monitoring kade 11 / mineraalweg 23" van april 2012, met kenmerk 20022006, opgesteld door Koenders en Partners (DMS: 21427844). Erkenningen In de voortgangrapportage van april 2012 wordt gesproken over een in- situ sanering. Hiervoor dient GT BRL 7000 - 7002 erkend te zijn. In werkelijkheid betreft deze sanering een conventionele landbodemsanering, waarvoor GT BRL 7000 - 7001 erkend dient te zijn. GT reviseert het gehele saneringssysteem en is erkend voor beide BRL's. De hee die de grondwatersanering begeleidt, is erkend conform BRL 6000 - 6001 en daarnaast conform BRL 2000 - 2002 voor het nemen van grondwatermonsters. Dit is geverifieerd op de site van AgentschapNL. Bovenstaande is besproken met O. Bruijs van bureau BodemToetsing. Verontreinigingsituatie en doelstelling Het Kade 11 -project betreft een groot reconstructieproject aan de kademuur bij steiger 10 en 11 op het terrein van OTR. De aanpak (TC-nummer 07-02-08) van de aanwezige bodemverontreinigingen, met minerale olie. Vluchtige Aromatische Koolwaterstoffen (VAK), Vluchtige Organochloorverbindingen (VOCI) en methyl-tertiairbutylether (MTBE) in de grond en/of het grondwater, vindt plaats in het kader van het vigerende Locatiebeheerplan (LBP). Hiermee is op 29 augustus 2002 (TC: 02-27-22) ingestemd. Als onderdeel binnen dit project is de deelsanering van de drijflaag bij Mineraalweg 23 in de tijd naar voren geschoven. Het plan van aanpak voor Mineraalweg 23 is op 7 augustus 2006 goedgekeurd (TC: 06-30-11); Het plan voor Mineraalweg 23 kent twee fasen, te weten: fase 1: ontgraving van het bereikbare deel van de verontreinigde grond en aanleg van het onttrekkingsysteem en het monitoringmeetnet. Er is ingestemd (TC-nummer 08-03-11) met de uitgevoerde werkzaamheden in het kader van fase 1 van Mineraalweg 23; fase 2: monitoring van de werking van het onttrekkingsysteem en eventuele verspreiding van niet ontgraven verontreiniging; r
De kade, binnen Kade 11, is opgedeeld in vier secties. Bij de secties A en C is sprake van sterke verontreinigingen in het grondwater en bij B en D is het grondwater hoogstens licht verontreinigd. Om te voorkomen dat verontreinigd grondwater via de spuigaten in de nieuwe kadeconstructie in het oppervlaktewater terechtkomt, worden volgens plan bij A en C (zijn bij uitvoering bij alle secties) interceptiedrains geplaatst, waarmee verontreinigd grondwater kan worden afgevangen. Eventuele verspreiding wordt gemonitoord met peilbuizen en de interceptiedrains. Bij Mineraalweg 23 zijn inmiddels circa tien monitoringrondes uitgevoerd. Bij de laatste beoordeling (TC-nummer 12-26-002) zijn meerdere gebreken aan het systeem geconstateerd en eerdere noodzakelijk geachte maatregelen wederom niet ingevuld, met als gevolg de beschikking van 12 juli 2012. Bevindingen locatiebezoek Op 9 augustus 2012 heb ik samen met Oo Incati''' gesproken met de heren
i een controle uitgevoerd. R) en
üe controle is uitgevoerd naar aanleiding van het niet goed functioneren van het saneringsysteem. OTR heeft in 2011 tijdens een overieg aangegeven dat het project enigszins was komen stil te liggen in verband met faillissementen van aannemers. Daarom is een herstart gemaakt, waarbij Mineraalweg 23
Blad 4 van 7
en Kade 11 zijn geïntegreerd. OTR heeft vanaf de datum van de beschikking (12 juli 2012) veelal drie maanden de tijd aan voorschriften te voldoen. Het betreft de volgende (defa/Ovoorschriften: U dient de interceptiedrains in sectie A van kade 11, vanwege een continue overschrijding van interventiewaarde in peilbuis A01, onmiddellijk in bedrijf te nemen. Tijdens de controle blijkt de interceptiedrain in sectie A in werking te zijn gezet door middel van afpompen met een dompelpomp. De drain Echter levert echter weinig water op volgens GT. Daarom wordt vooralsnog wekelijks de drain leeggepompt. Hef systeem dient overeenkomstig het plan van aanpak te worden uitgebreid tot vijf onttrekkingbronnen. Er zijn in totaal 4 onttrekkingbronnen geplaatst. Er is echter geen afwijking ingediend voor het niet plaatsen van de 5® onttrekkingbron. Volgens saneerder zijn 4 onttrekkingbronnen voldoende. De saneerder heeft aangegeven dat hij dit beargumenteert in het nog op te stellen plan van aanpak. Of dit voldoende is zal moeten blijken uit de beoordeling van het plan van aanpak. Tijdens onderhavige controle waren 3 pompen in werking. Volgens GT is 1 pomp in reparatie. Dienen beschadigingen te worden hersteld; Dient het systeem zodanig te worden aangelegd en gemarkeerd dat de kans op nieuwe beschadiging (door vorst, dan wel menselijk handelen) wordt gereduceerd tot verwaarloosbaar Indien tijdens de voorgestelde maandelijkse inspectie beschadigingen aan het systeem worden geconstateerd, dienen deze onverwijld te worden hersteld: GT heeft het Ieidingwerk van het gehele systeem opgehangen aan de damwand, zodat beschadigingen door bijvoorbeeld een grasmaaier worden voorkomen. Daarnaast zal GT de peilbuizen met nummer MP 01, 02 en 03 gaan markeren. Meerdere monitoringpeilbuizen waren aan de hand van de tekening moeilijk traceerbaar. De situatie van de weg aldaar is gewijzigd. De adviseurs van OTR zullen de tekening hierop aanpassen. Het vorstvrij aanleggen van de leidingen blijkt niet mogelijk te zijn. Volgens GT worden systemen tijdens een vorstperiode leeggemaakt en tijdelijk stilgelegd om schade aan het Ieidingwerk te voorkomen. GT heeft het systeem medio oktober 2011 in originele staat hersteld. Dit bleek in december 2011 niet voldoende te zijn, want de pompen trokken droog. Hiervoor zijn niveausensoren geplaatst. Tijdens de controle en eerdere waarnemingen van GT is geconstateerd dat de analoge debietmeters niet goed werkten. In het plan van de aannemer staat omschreven dat er digitale debietmeters zullen worden geplaatst. Dit wordt bij de volgende controle gecontroleerd. Gelet op de zeer sterke verontreinigingen in de nieuwe meetpunten MP01 en MP03 dient bemonstering van de kokosdrains, die zijn aangebracht in de ontgraving van fase 1 van de fi/lineraalweg 23, te worden opgenomen in het monitoring programma; De heer Lap heeft aangeven dat de kokosdrains worden opgenomen in het monitoring programma. Of de kokosdrains worden opgenomen in het monitoring programma zal moeten blijken uit het plan van aanpak voor de vervolgfase en de rapportage van de eerstvolgende monitoringronde. Deze dienen voor 12 oktober 2012 ingediend te zijn. De goede werking van het systeem uit de eerstvolgende voortgangsrapportage te blijken; GT is op dit moment bezig met het opstellen van voornoemde voortgangrapportage. De goede werking van het systeem zal primair moeten blijken uit de voortgangrapportage. U dient binnen drie maanden na dagtekening van deze beschikking een plan van aanpak ter beoordeling aan te bieden, waarin de volgende noodzakelijke acties te zijn ingevuld. de uitwerking hoe wordt gecontroleerd dat hen/erontreiniging van het ontgraven gebied Mineraalweg 23 wordt voorkomen; de uitwerking hoe OTR zorgt dat meetpunten in het monitoringsmeetnet blijvend bereikbaar en bruikbaar zijn voor bemonstering; de uitwerking hoe OTR de deugdelijke werking van het interceptiesysteem waarborgt; de invulling van getalsmatige toetsingscriteria, waart^ij het interceptiesysteem in werking wordt
Blad 5 van 7
gesteld; de criteria op basis waarvan wordt beslóten het saneringssysteem aan te passen. Volgens de heer Lap worden bovenstaande punten meegenomen in het nog in te dienen plan van aanpak. Of dit voldoende is gedaan, zal moeten blijken uit de beoordeling van het plan van aanpak door bureau BodemToetsing. U dient binnen drie maande na dagtekening van deze beschikking de eerstvolgende monitoringronde uit te voeren. Het monitoringmeetnet voor Kade 11, alsmede Mineraalweg 23, dient hierbij naar behoren te functioneren. Om dit te realiseren, dient; minimaal de container bij meetpunt inspectieput 01 (IP01) te zijn verwijderd; Tijdens de controle heb ik waargenomen dat de container ter plaatse van inspectieput IP01 is verwijderd. De bemonstering kan nu wel plaatsvinden. Daarnaast kan de put worden gebruikt voor de eerder beschreven onttrekking. Uit telefonische informatie van de I ) blijkt dat de heei )p 1 en 8 augustus 2012 respectievelijk 110 liter en 140 liter water heeft onttrokken uit inspe^ueput 1. Het onttrokken grondwater is, na tussenkomst van oliewaterscheider, geloosd op de waterzuivering van OTR zelf. De watermonsters zijn volgens de projectleider geanalyseerd op minerale olie en BTEX en niet op MTBE. Ik heb de uitgelegd dat hij bij de volgende bemonstering de parameter MTBE moet meenemen in de analyses. Dit is kortgesloten met de 'M-
het meetpunt inspectieput 05 (IP05) en mogelijk ook IP01, dan wel de inspeciitiput(ten) en de bijbehorende interceptiedrain(s), opnieuw te worden geplaatst, zodanig dat deze bruikbaar is/zijn voor bemonstering en sanering; Verder blijkt uit de notulen van OTR dat alle drains zijn aangelegd in het laagste punt van de kleilagen. Toch blijkt in de inspectieputten IP01 en IP05 nauwelijks of geen water te staan. Men vermoedt dat het te maken heeft met een gebrek aan wateraanvoer vanuit het achteriand. Een groot deel van het terrein is verhard en het water in de tankputten wordt direct afgevoerd op de riolering, waardoor er weinig of geen infiltratie van neerslag plaatsvindt. Of hier sprake is van disfunctioneren zal moeten blijken uit de beoordeling van het nog in te dienen plan van aanpak. OTR is wel aan het bekijken of er verticale onttrekkingfilters geplaatst worden in plaats van een drain. peilbuis B01 te zijn herplaatst nabij en op eenzelfde diepte als de momenteel beschadigde peilbuis 801; Uit de notulen blijkt verder dat de peilbuis is vervangen en is meegenomen in de monitoringronde van april 2012. Deze monitoringrapportage is overigens nog niet ingediend, gezien de afspraken met de DCMR om de rapporten geclusterd in te dienen. Het rapport wordt samen met het voortgangrapport van GT ingediend. een tijdens de monitoring geconstateerde beschadiging van het meetnet onverwijld te worden hersteld tot de oorspronkelijke staat; Uit rapportages van nog uit te voeren monitoringrondes zal blijken of alle beschadigingen zijn hersteld. Dit zal ook door mij worden geverifieerd tijdens de vervolgcontrole. In de rapportage van de eerstvolgende monitoringsonde dient bij de analyseresultaten van meetpunten. de filterstellingen van de peilbuizen; de bij de meetrondes gemeten grondwaterstand; te worden vermeld. (Hierbij wordt zodani ge informatie verwacht, dat de (onderiinge invloed van de) systemen van Kade 11 en Mineraalweg 23 in het horiznnfftio >wot / ••— dwarsdoorsnede met elkaar vergeleken kunnen worden). Bovenstaande wordt verzorgd door De monitoringspunten zijn wel al x-y-z ingemeten met een GPS. De overige vragen zuiien woraen beantwoord in het plan van aanpak. Overige zaken die besproken zijn in het overlea of aan de orde zijn gekomen Tijdens het overleg heeft ~n de gelegenheid gebruik gemaakt om de situatie te bespreken. in relatie tot de stillegging van (een ueei; van ^.e terminal is uesproken in hoeverre bodem(sanering) in beeld is bij met name het herstel van bluswaterieidingen. OTR heeft aangegeven dat met name het bovengrondse gedeeltes van de leidingen verontreinigd waren. De verontreinigingen bestonden uit roest en mosselaanslag, waardoor spuitmonden verstopt raakten. Geen chemische verontreiniging en nauwelijks grondwerk om leidingen te herstellen. Wel heeft DCMR ruimte geboden voor een raamplan voor graafwerk bij Ieidingwerk.
Blad 6 van 7
Met betrekking tot de buiten gebruikgestelde tanks is aangegeven deze voorafgaand aan de in gebruik name te laten voldoen aan het niveau van venwaarloosbaar bodemrisico in de zin van de Nederiandse Richtlijn Bodembescherming (NRB). OTR neemt dit mee. Na afloop van het bezoek bij een terugkoppeling over Wm aspecten kwamen live tests aan de orde, die OTR moet uitvoeren als onderdeel van de maatregelen om de tanks weer in gebruik te mogen nemen. Bij het uitvoeren van de live tests wordt ruimschoots bluswater en/of blusschuim op tanks/in tankputten gespoten. Gelet op de uitvoering van de tankputten (grindafdekking, zandpalen enz.) en de ervaringen van schuimgebruik bij tankput 15 op het verspreidinggedrag van bodemverontreiniging, adviseert de heer Bruijs om adequate bodembeschermende maatregelen te treffen, teneinde de bestaande verontreinigingsituatie in de betreffende tankputten/gebieden niet/minimaal te beïnvloeden. Bovenstaande tekst is verwoord in een e-mail van 9 augustus 2012 (DMS: 21427439). Foto-opnamen Van de aangetroffen situatie zijn geen foto's gemaakt. Overleg met de plantoetser De bevindingen uit de controle zijn besproken met plantoetser. Hij is eveneens aanwezig geweest bij de controle. Overleg
met handhavingsjurist
Bestuurlijke
en
strafrechtcoördinator
handhaving
De bevindingen uit de controle zijn niet besproken met de handhavingsjurist. Strafrechtelijke
handhaving
De bevindingen uit de controle zijn niet besproken met de strafrechtcoördinator. Handhavingsanalyse De controle richt zich voornamelijk op het (binnen 3 maanden) operationeel maken van het saneringssysteem. Acties die meteen uitgevoerd dienden te worden, zijn naar omstandigheden redelijk in gang gezet. Daarnaast zijn enkele noodzakelijke acties, op grond waarvan beslissingen voor de verder saneringsaanpak worden genomen, nog niet ingevuld / nader uitgewerkt. Hiervoor wordt een plan van aanpak opgesteld dat ook binnen drie maanden moet zijn ingediend. Tevens dient OTR binnen drie maanden na dagtekening van de beschikking de eerst volgende monitoring ronde uit te voeren. OTR heeft tot 12 oktober 2012 de tijd om te voldoen aan de gestelde acties uit de beschikking TC 12-26-002.
Aanbeveling
Geadviseerd wordt om toezicht te houden op naleving van de acties die voor 12 oktober 2012 moeten zijn uitgevoerd.
Communicatie met Wm-toezicht
De sanering vindt wel plaats binnen een inrichting waarop de afdeling Havens en Industrie van de DCMR het Wm-toezicht uitvoert. Het Wm toezicht is op de hoogte gebracht van de controle.
Overig Bij deze controle is gebruik gemaakt van het doorslagformulier controleresultaat: Nee.
Blad 7 van 7
m
Verslag
Kopie aan
DCMR
milieudienst Datum 10-08-2012
Kenmerk 265600 21423863
Auteur
Rijnmond
Onderwerp Blustesten.
Locatie Naam Adres Plaatsbepaling
Activiteit (sub) Locatiesoort Status Verslag Verslagdatum Rapporteur Gesproken met Verslagsoort l.o.v. bureau Participant BGO/BGA Nacontrole van nav beschikking Onderdelen Regelgeving
265600 Odfjell Terminals Rotterdam B.V. Oude Maasweg 6 3197KJ BOTLEK ROTTERDAM l.k.v. Wbb is voor gehele bedrijfsterrein sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging RT059905217, waarvoor is ingestemd met een LBP, TC-0227-22. Einddatum bodemsanering is fictief, meerdere saneringen op 1 locatie. Kade 11/Mineraalweg 23 www.odtjell.nl Overige provinciale Wm-activiteiten (tank op/overslag) Wm inrichting Meldings- en vergunningplichtig
98401332 10-08-2012
Handhaving deelcontrole Toezicht en Handhaving Industrie Provincie Zuid-Holland
(x = gecontroleerd) X Activiteitenbesluit type C WVO Algemeen Scheepsafvalstoffenbesluit Registratiebesluit rampen en zware ongevallen Regeling op-, overslag en distributie benzine milieubeheer Besluit risico's zware ongevallen '99 Besluit externe veiligheid inrichtingen Besluit bodemkwaliteit Artikel 8.1 Wm (vergunningplicht voor oprichten, in werking hebben of veranderen van de inrichting) Artikel 39a Wbb (saneren conform SP, voorschriften (en aanwijzing)) Artikel 28 Wbb (melding/gegevens voornemen (sanerings)handelingen)
Bevindingen Typering van de overtreder: N.v.t.
Printdatum: 15-11-12
Blad 1 van 3
veiligheid Blusmiddelen Op donderdag 9 augustus zijn de koelsystemen van diverse tanks in tankput 11B getest. Het leidingsysteem is hiervan GRE. Koelsysteem tanks 749 Spoelpatroon dekkend 751 Spoelpatroon dekkend 758 Spoelpatroon dekkend 755 Spoelpatroon dekkend Schuimtest 749 Schuim 751 Schuim 758 Schuim 755 Schuim
vlokt vlokt vlokt vlokt
na na na na
10 seconden, leidingen 10 seconden, leidingen 10 seconden, leidingen 10 seconden, leidingen
lekken lekken lekken lekken
niet. niet. niet. niet.
goed goed goed goed
Ajax heeft het schuim getest op kwaliteit. Het rapport hiervan wordt ter beoordeling opgestuurd. De brandweer stuurt hun bevindignen naar de DCMR. +/-X: Overtreding: Ernst: Nee
+/-Y:
veiligheid Blusmiddelen Op vrijdag 10 augustus is blusleiding van tank 934 op druk getest. Hiervoor is de leiding gevuld met water en bij de splitsing op de tank afgeblind met een blindplaat. Vervolgens is de leiding op druk gezet. Middels een analoge manometer en een digitale manometer is de druk af te lezen. De anaologe manometer blijft trillen en geeft geen goed beeld van de druk. Hij geeft ongeveer 14 bar druk aan. De digitale manometer is wel stabiel. Bij aanvang om 10:50u geeft hij 14,32 bar aan. Om 11:12 geeft de meter nog 14:00 bar aan. Om 11:20 geeft de barometer nog 13,91 bar aan. Het testbedrijf gaat kijken of dit nog binnen de specs valt en rapporteerd dit aan Odfjell, de brandweer en de DCMR. Overtreding: Ernst: +/-X: +/-Y: Nee
Correspondentie Verslag
Briefdatum
Opsteller
Termijn
Streefdatum
Blad 2 van 3
Blad 3 van 3
m
Verslag
Kopie aan
Aan
DCMR
milieudienst
Datum 21-08-2012
Kenmerk 265600 21428910
AI itoi ir
Rijnmond
Onderwerp Blustesten tankput 17
Locatie Naam Adres Plaatsbepaling
Activiteit (sub) Locatiesoort Status Verslag Verslagdatum Rapporteur Gesproken met Verslagsoort l.o.v. bureau Participant BGO/BGA Nacontrole van nav beschikking Onderdelen Regelgeving
265600 Odfjell Terminals Rotterdam B.V. Oude Maasweg 6 3197KJ BOTLEK ROTTERDAM l.k.v. Wbb is voor gehele bedrijfsterrein sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging RT059905217, waarvoor is ingestemd met een LBP, TC-0227-22. Einddatum bodemsanering is fictief, meerdere saneringen op 1 locatie. Kade 11/Mineraalweg 23 www.odfjell.nl Overige provinciale Wm-activiteiten (tank op/overslag) Wm inrichting Meldings- en vergunningplichtig
98401797 21-08-2012
Handhaving oeeicontroie Toezicht en Handhaving Industrie Provincie Zuid-Holland
(x = gecontroleerd) X Activiteitenbesluit type C WVO Algemeen Scheepsafvalstoffenbesluit Registratiebesluit rampen en zware ongevallen Regeling op-, overslag en distributie benzine milieubeheer Besluit risico's zware ongevallen '99 Besluit externe veiligheid inrichtingen Besluit bodemkwaliteit Artikel 8.1 Wm (vergunningplicht voor oprichten, in werking hebben of veranderen van de inrichting) Artikel 39a Wbb (saneren conform SP, voorschriften (en aanwijzing)) Artikel 28 Wbb (melding/gegevens voornemen (sanerings)handelingen)
Bevindingen Typering van de overtreder: N.v.t.
Printdatum: 15-11-12
Blad 1 van 2
veiligheid Blusmiddelen Op 21 augustus 2012 zijn in tankput 17 de koel- en blussystemen getest. Hierbij is de koeling met water getest. Hiernaast zijn de schuimblussystemen omgebouwd zodat deze naar de buitenkant van de tank schuimen. De tanks, 955, 956, 957 en 958 zijn getest. Tijdens de testen zijn geen bijzonderheden gezien. De brandweer gaat een rapportage opstellen over de bevindingen ten aanzien van de koel- en blussystemen. Deze zal naar de DCMR worden verzonden. Firma Ajax heeft de kwaliteit van het blusschuim getest en zal hiervan een rapport opstellen dat naar de DCMR wordt verzonden. Overtreding: Ernst: +/-X: +/-Y: Nee
Correspondentie Verslag
Briefdatum
Opsteller
Termijn
Streefdatum
Blad 2 van 2
Verslagnummer 98402025 265600 Odfjell Terminals Kotterdam B.V. Locatie Verslagdatum 23-08-2012 Rapporteur Bureau DM nummer 21430465 Kopie aan
Aan
Datum
Kenmerk
23-08-2012
265600 21430465
DCMR
milieudienst
Rijnmond
Auteur
Onderwerp Onderzoek naar de werking van DVS-4 naar aanleiding van de veranderde bedrijfsituatie bij Odfjell.
Locatie Naam Adres Plaatsbepaling
Activiteit (sub) Locatiesoort Status
265600 Odfjell Terminals Rotterdam B.V. Oude Maasweg 6 3197KJ BOTLEK ROTTERDAM l.k.v. Wbb is voor gehele bedrijfsterrein sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging RT059905217, waarvoor is ingestemd met een LBP, TC02-27-22. Einddatum bodemsanering is fictief, meerdere saneringen op 1 locatie. Kade 11/Mineraalweg 23 www.odfjell.nl Overige provinciale Wm-activiteiten (tank op/overslag) Wm inrichting Meldings- en vergunningplichtig
Verslag Verslagdatum Rapporteur Gesproken met
98402025 23-08-2012
Verslagsoort l.o.v. bureau Participant BGO/BGA Nacontrole van nav beschikking Onderdelen Regelgeving
Handhaving deelcontrole Toezicht en Handhaving Industrie Provincie Zuid-Holland
(x = gecontroleerd)
Bevindingen Onderzoek documentatie en verificatie ter plaatse: -
De substations/transformatorhüisjes bleken volgens de zoneringstekening alle buiten gezoneerd gebied te liggen. We hebben enkele fysiek gecontroleerd en naar ons oordeel waren deze buiten de zone. De dedicated benzeentanks 504, 505 en 506 (gelegen in tankput 1) en crude benzeentanks 594 en 598 zijn leeg (niet dampvrij). Gevaar van hoge conc benzeen in DVS4 is afwezig (op dit moment). De inhoud van de lege tanks is nu vooral aanwezig in schepen op zee.
Hierbij de overige bevindingen naar aanleiding van deze inspectie aan DVS-4.
Printdatum: 15-11-12
Blad 1 van 4
1) Op diverse locaties in tankput 1 rondom de ventilator van DVS 4 zijn aardkabels niet of onvoldoende deugdelijk aangebracht. Dit wordt zo spoedig mogelijk hersteld. We hebben afgesproken dat binnen 1 week (30 augustus) alle dampleidingtraces van tanks en steigers naar DVS 4 en van DVS 4 naar de verbranding worden gecontroleerd op het doorlussen van flenzen, leidingen, instrumenten (afsluiters, flamearrestors, e t c ) . Indien pakkingen niet geleidend zijn dan ook tussen flenzen doorlussen (Andrew weet wat bedoeld wordt). 2) We hebben een gaslekkage op een flens in de zuigleiding van de ventilator van DVS 4 waargenomen. 20 ppm VOS werd gemeten met een PID meter. Vandaag werd door Odfjell gelijk actie genomen om de gaslekkage te stoppen. Graag nog even de bevestiging dat deze gaslekkage gestopt is. 3) We hebben gevraagd naar de onderhouds- en inspectiegegevens van flame arresters en ventilator DVS 4. De informatie was verspreid over meerdere mappen. Info over DVS4 werd ook aangetroffen in de map van DVS 1. De documentatie moet overzichtelijk worden gemaakt. 4) We hebben gezien een certificaat van de leverancier van de ventilator van DVS4 waaruit blijkt dat deze, geplaatst tussen flame arresters, geschikt is voor zone O hiermee wordt voldaan aan de Atex wetgeving. 5) De flame arresters rondom de ventilator van DVS 4 zijn geïnspecteerd en gereinigd op 15 feb 2011 en nov 2011. De tagnrs genoteerd van deze flame arresters deze tagnummers zijn niet terug te vinden op de P&ID tekeningen. Achteraf bleek dat er verschillende versies van de P& ID's te zijn. 6) 3 maandelijks worden trillingsmetingen uitgevoerd aan de ventilator van DVS 4. Het criterium voor nader onderzoek of afkeur van de ventilator is niet bekend bij Odfjell, wel bij de externe contractor die de inspectie uitvoert. De criteria voor goed- of afkeur moeten door Odfjell worden aangeleverd aan de inspecteurs van SZW. 7) Een 4 tal bouten van de ventilator omkasting ontbraken deze moeten alsnog binnen een week worden gemonteerd. 8) In juli 2011 is door BAM en in december 2011 is door FIMA inspectie en onderhioud uitgevoerd aan de ventilator van DVS4. Het bleek onduidelijk wat de diverse inspectie items behelzen en welke criteria Odfjell gesteld heeft voor afkeur. Ook hier weer de vraag of de RCM methodiek al is toegepast op deze ventilator en hoe dit in de inspectielijsten van beide contractorfirma's doorwerkt. En welk inspectie- en onderhoudsregime nodig is om te waarborgen dat de ventilator geen ontstekingsbron wordt, zowel in de dampleiding als ook naar buiten (tankput is zone 2). Kanttekening: De verantwoordelijke Odfjell engineer was met verlof. De criteria voor goed- of afkeur moeten door Odfjell worden aangeleverd aan de inspecteurs van SZW. 9) Tijdens de inspectierondgang bleek Tank 520 aan de buitenzijde vervuilt met blusschuim. Sommige typen blusschuim zijn agressief voor staal. Odfjell moet aan SZW rapporteren of tank 520 inderdaad is vervuilt met blusschuim. Het is duidelijk dat Odfjell in een "niet" standaard routine zit. Druk op mensen vanwege andere type werkzaamheden, werkdruk en zorgen over hun toekomst. Hierna is de tipgever het volgende geantwoord: Tank T545 in tankput 1 is de dampbuffer voor de benzeendampen van het hele terrein voordat ze naar de verbrandingsoven gaan. Dit is dus de meest gevaariijke tank op het terrein. Deze is momenteel nog steeds in bedrijf omdat nog niet alle opslagtanks leeg zijn! Ten tijde van de inspectie waren alle units van de DVS-4 uit bedrijf alleen unit 1 stond op water toen aan ons de tip gegeven werd, was dat waarschijnlijk (nog niet) het geval en was de DVS-4 toen nog wel in bedrijf Alle randapparatuur rondom deze tank is gedateerd en ziet er slecht uit. Jaariijkse inspectierapporten van het Atex équipement om te bekijken wat we konden
Blad 2 van 4
hergebruiken wanneer de installatie wordt omgebouwd. Deze rapporten zijn er gewoon niet. Atex équipement moet ieder jaar vanuit veiligheidsoogpunt worden geïnspecteerd. Op geen enkele afsluiter of Instrument is een tagnummer aanwezig waardoor je dus ook geen registratie kan maken op papier over welk instrnment het gaat Inmiddels heeft Odijell tagnummers per instrument bij DVS-4 aangebracht dit wordt binnekort gecontroleerd Alleen de kabelnummers staan er op. Alle solenoïde ventielen (elektromagnetische klepjes) die o.a. de benzeendampafsluiters bedienen zijn compleet verroest en zeer oud. Men gaat hier uit van een zone 2 area rondom de tank. Maar als je ziet hoe verroest veel flenzen en leidingen zijn is de vraag of je daar niet een zone 1 area van moet maken m.b.t. de keuze van je elektrische apparaten in deze area. Het verroest zijn van flenzen, ventielen en leidingen is op zich geen grond voor een lagere Atexzonering. Een Atexzonering wordt alleen veriaagd op grond van toename van de kans waarbij zich explosies voordoen de staat van de apparatuur heeft geen enkele invloed. De roestplekken zijn wel geconstateerd door het inspectieteam en dit is aan Odfell verteld. Opnemers zoals temperatuur en flowsensors die in de luchtstroom van een gezoneerde leiding zitten moeten zijn voorzien van externe aarding om statische oplading te voorkomen. Deze aarding ontbreekt overal. Dit is ook geconstateerd tijdens de inspectie tijdens de na-controle die binnenkort volgt wordt nagegaan of er nu overal aarding zit Veel kabelwartels zien er erg slecht uit. Bijna alles is EExd uitgevoerd en niet EExi waardoor de kabelwarteis drukvast en in orde moeten zijn. Bij sommige laskasten is EExi en EExd door elkaar gemixt wat niet is toegestaan. Daardoor is het buiten vandaan niet goed te zien of het nou werkelijk EExd of EExi laskast is. In eerste instantie lijkt de apparatuur geschikt omdat de laskasten in Atex zone 1 of 2 of buiten de Atex gebieden staan EExd apparatuur kan geschikt zijn voor Atex zone 1 of 2, EExi kan geschikt zijn voor Atex zone O maar de laskasten zitten niet in het Atex O gebied want dat Atex O gebied bevindt zich alleen op de daken van de tanks in eerdere inspecties is de wijze van zonering door Odfjell door de inspectie SZW bekeken in orde bevonden. Op de begane grond is de Atex zonering dus niet lager dan 1. Zone O ventilatoren (Gat. 1G) moeten zijn voorzien van trilling metingen op de lagers die de fan uitschakelen wanneer deze slecht worden om te voorkomen dat de waaier tegen het huis aanloopt en er door wrijvingswarmte of vonken een explosie kan ontstaan. De Europese norm prEN 14986 (fans used in pot. expl, atmos.) schrijft dit voor in hoofdstuk 4.10. Deze trilling metingen ontbreken op diverse ventilatoren. Op de inen uitlaat van de fan moeten flame arresters zitten met betrouwbare temperatuursensors die de fan uitschakelen bij hoge temperaturen (leiding brand). Dat geld ook bij iedere in- en uitlaatleiding van de opslagtank. De huidige temperatuursensors zien er slecht en zeer gedateerd uit De trilling metingen zijn onderzocht hieruit bleek de documentatie van bovengenoemde trillingsmetingen van de ventilator van DVS-4 te zitten in de map van DVS-1 dit is een item (onduidelijke registratie van calibraties en inspecties) dat door Odijell moet worden opgepakt. Binnekort wordt nagegaan of dit aspect dan is verl^eterd met andere woorden zijn de inspectiegegevens nu wel op de juiste plaats te vinden. De niveautransmitter op het tankdaKis zeker tussen de 10-15 jaar oud volgens de leverancier (VEGA). Atex équipement vervang je meestal lx in de 10 jaar voor de veiligheid en VEGA gaf het dringende advies deze te vervangen. In tank 545 zit een laag vloeistof deze is maximaal 1 meter hoog om terugslag van dampen te voorkomen tijdens de tweede inspectie binnenkort wordt de niveaumeting voor zover aanwezig gecontroleerd.
In de PID area zit een Wobbe analyser die gasmetingen doet in de dampleiding. De hoofdaardrail onder de analyser is helemaal weggeroest. is volgens mij niet tjekeken omdat de melder dit in de eerste melding niet aangaf dit wordt binnenkort gecontroleerd. D Wobbe analyser geeft de calorische waarde van het gas aan voordat het de DVS-4 ingaat.
De SUB stations met elektra kasten (ontstekingsbronnen) staan op diverse plaatsen redelijk dichtbij de opslagtanks. Alle équipement in deze SUB stations zijn niet Atex gecertificeerd en geen van de SUB's staan op
Blad 3 van 4
overdruk zodat er explosieve gas binnen kan binnen dringen bij een calamiteit wanneer er een gaswolk ontsnapt. Er is ook geen rook of branddetectie aanwezig in de SUB stations. Dit valt buiten de scope van een Atexinspectie de SUB stations staan buiten Atex gezoneerd gebied dus (milieu) wetgeving om hierop te handhaven ontbreekt. Bij veel schakelkasten in de SUB stations zit de bediening van de hoofdschakelaar aan de binnenzijde van de kast en is buiten vandaan niet afschakelbaar of te vergrendelen met een slot. Volgens de NEN-EN-60204-1 hoofdstuk 5.3 is dat niet toegestaan worden In geval van nood moetje aan de buitenzijde ten alle tijden de hoofdstroom kunnen uitschakelen en vergrendelen. De SUB stations staan buiten Atex gezoneerd gebied wetgeving om hierop te handhaven ontbreekt. De tips die gegeven zijn, hebben mede bijgedragen tot een hoger veiligheidsniveau bij Odfell Terminals Rotterdam met name de constatering van het ontbreken van de aardingen en het aanbrengen van tagnummers was zeer belangrijk
02-11-2012 Up-date de inspecteurs van voorval opgepakt.
Correspondentie Verslag
hebben de nacontrole van dit
Briefdatum
Opsteller
Termijn
Streefdatu m
1 week
Blad 4 van 4
m
Verslag
Kopie aan
Aan
DCMR milieudienst
Datum 31-08-2012
Kenmerk 265600 21433776
Auteur
Rijnmond
Onderwerp beoordeling safety criteria tanks in tankput 17
Locatie Naam Adres Plaatsbepaling
Activiteit (sub) Locatiesoort Status
265600 Odfjell Terminals Rotterdam B.V. Oude Maasweg 6 3197KJ BOTLEK ROTTERDAM l.k.v. Wbb is voor gehele bedrijfsterrein sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging RT059905217, waarvoor is ingestemd met een LBP, TC-0227-22. Einddatum bodemsanering is fictief, meerdere saneringen op 1 locatie. Kade 11/Mineraalweg 23 ww/w.odfjell.nl Overige provinciale Wm-activiteiten (tank op/overslag) Wm inrichting Meldings- en vergunningplichtig
Verslag
98402548
Verslagdatum Rapporteur Gesproken met Verslagsoort l.o.v. bureau Participant BGO/BGA Nacontrole van nav beschikking Onderdelen Regelgeving
31-08-2012
Handhaving deelcontrole Toezicht en Handhaving Industrie Provincie Zuid-Holland
(x = gecontroleerd) WVO Algemeen Scheepsafvalstoffenbesluit Registratiebesluit rampen en zware ongevallen Regeling op-, overslag en distributie benzine milieubeheer Besluit risico's zware ongevallen '99 Besluit externe veiligheid inrichtingen Besluit bodemkwaliteit Artikel 8.1 Wm (vergunningplicht voor oprichten, in werking hebben of veranderen van de inrichting) Artikel 39a Wbb (saneren conform SP, voorschriften (en aanwijzing)) Artikel 28 Wbb (melding/gegevens voornemen (sanerings)handelingen) Activiteitenbesluit type C
Bevindingen Typering van de overtreder: N.v.t.
Printdatum: 15-11-12
Blad 1 van 2
Algemeen tankput 17 tanks acceptabel voor service Overtreding: Ernst: Nee
Correspondentie Verslag Aanschrijving door DCMR
Overig +/-Y:
+/-X:
Briefdatum
Opsteller
Termijn
Streefdatum
OD
Verslag tbv vrijgave brief tankput 17
Blad 2 van 2
m
Verslag
Kopie aan
Aan
DCMR milieudienst
Datum 07-09-2012
Kenmerk 265600 21437265
Autr"'
Rijnmond
Ondenwerp Beoordeling safety criteria tanks in tankput 11A
Locatie Naam Adres Plaatsbepaling
Activiteit (sub) Locatiesoort Status Verslag Verslagdatum Rapporteur Gesproken met Verslagsoort l.o.v. bureau Participant BGO/BGA Nacontrole van nav beschikking Onderdelen Regelgeving
265600 Odfjell Terminals Rotterdam B.V. Oude Maasweg 6 3197KJ BOTLEK ROTTERDAM l.k.v. Wbb is voor gehele bedrijfsterrein sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging RT059905217, waarvoor is ingestemd met een LBP, TC-0227-22. Einddatum bodemsanering is fictief, meerdere saneringen op 1 locatie. Kade 11/Mineraalweg 23 wwAA/.odfjell.nl Overige provinciale Wm-activiteiten (tank op/overslag) Wm inrichting Meldings- en vergunningplichtig
98403106 07-09-2012
Handhaving deelcontrole Toezicht en Handhaving Industrie Provincie Zuid-Holland
(x = gecontroleerd) X Artikel 8.1 Wm (vergunningplicht voor oprichten, in werking hebben of veranderen van de inrichting)X Activiteitenbesluit type C WVO Algemeen Scheepsafvalstoffenbesluit Registratiebesluit rampen en zware ongevallen Regeling op-, overslag en distributie benzine milieubeheer Besluit risico's zware ongevallen '99 Besluit externe veiligheid inrichtingen Besluit bodemkwaliteit Artikel 39a Wbb (saneren conform SP, voorschriften (en aanwijzing)) Artikel 28 Wbb (melding/gegevens voornemen (sanerings)handelingen)
Bevindingen Typering van de overtreder: N.v.t.
Printdatum: 15-11-12
Blad 1 van 8
Algemeen Overig Op 7 september 2012 heeft de brandweer bij Oldfjell de tanks in tankput 11A op koelen en blussen van (in) de tanks getest. Het tankpark 11A is omstreeks 2005 gebouwd. In Tankput 11A staan de volgende 11 tanks 733, 734,735, 736, 737,738, 739,740,741,742 en 743. Bij de koeltest stond tank 741 fictief in de brand. De tanken 740, 743, 736, 735 en 734 werden met water gekoeld. Hiervoor waren de sproeikoppen vernieuwd en verbeterd. Inplaats van de sproeikop naar beneden gericht was de sproeikop naar boven gericht. Hierdoor krijgt men een betere verdeling van het koelwater. Bij de schuimblustest werd fictief schuim in de tank gespoten. In werkelijkheid spoot het schuim nu de lucht in om de tanks na afloop niet inwendig te hoeven reinigen. Na de test zijn is de inlaat naar de tanken toe weer aangepast. Bij de schuimtest werd regelmatig schuim monster genomen die door een medewerker van Ajax-fire protection werden onderzocht op de kwaliteit. Steekproefgewijs zijn de volgende tanks op de schuimtest onderzocht tank 734, 737, 740, 741 en 743. De bevindingen van de brandweer zijn in een reportage opgestuurd naar de DCMR. De foto's bij het verslag zijn in de directe nabijheid van een pid meter genomen. De foto's zijn genomen om een indruk van de testen te krijgen. Overtreding: Ernst: +/-X: +/-Y: Nee
Correspondentie Verslag
Briefdatum
Opsteller
Termijn 1D
Streefdatum
Blad 2 van 8
Verslag
m DCMR
milieudienst
Rijnmond
52 Sproeikop naar boven geplaatst
Printdatum: 15-11-12
Blad 3 van 8
Het koelen van de tanks met water.
Blad 4 van 8
Schuimtest. Bij een echte brand gaat dit schuim de tank in.
Blad 5 van 8
Bovenkant van de blusleiding van het schuim. In de leiding zit een breekplaat. De blusleiding is na de test aan de bovenzijde dichtgemaakt.
Blad 6 van 8
Testen van het schuim. De houdbaarheid van het schuim is een onderdeel van de testen.
Blad 7 van 8
Blad 8 van 8
Verslagnummer 98403185 Locatie 265600 Odfjell Terminals Rotterdam B.V. Verslagdatum 11-09-2012 Rapporteur THHA Bureau 21438242 DM nummer
m DCMR milieudienst
Rijnmond
Printdatum: 15-11-12
Blad 1 van 1
m
Verslag
Kopie aan
Aan
DCMR milieudienst
Datum 18-04-2012
Kenmerk 265600 21439697
auteur
Rijnmond
Onderwerp Vervolgcontrole RBI samen met externe adviseur n.a.v. inspectie 6 en 7 maart 2012.
Locatie Naam Adres Plaatsbepaling
Activiteit (sub) Locatiesoort Status Verslag Verslagdatum Rapporteur Gesproken met Verslagsoort l.o.v. bureau Participant BGO/BGA Nacontrole van nav beschikking Onderdelen Regelgeving
265600 Odfjell Terminals Rotterdam B.V. Oude Maasweg 6 3197KJ BOTLEK ROTTERDAM l.k.v. Wbb is voor gehele bedrijfsterrein sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging RT059905217, waarvoor is ingestemd met een LBP, TC-0227-22. Einddatum bodemsanering is fictief, meerdere saneringen op 1 locatie. Kade 11/Mineraalweg 23 vww.odfjell.nl Overige provinciale Wm-activiteiten (tank op/overslag) Wm inrichting Meldings- en vergunningplichtig 98403464 18-04-2012 vjd^ell
Handhaving deelcontrole Toezicht en Handhaving Industrie Provincie Zuid-Holland
(x = gecontroleerd) WVO Algemeen Scheepsafvalstoffenbesluit Registratiebesluit rampen en zware ongevallen Regeling op-, overslag en distributie benzine milieubeheer Besluit risico's zware ongevallen '99 Besluit externe veiligheid inrichtingen Artikel 8.1 Wm (vergunningplicht voor oprichten, in werking hebben of veranderen van de inrichting) Artikel 39a Wbb (saneren conform SP, voorschriften (en aanwijzing)) Artikel 28 Wbb (melding/gegevens voornemen (sanerings)handelingen) Activiteitenbesluit type C
Bevindingen Typering van de overtreder: Bewust en structureel
Printdatum : 15-11-12
Blad 1 van 2
veiligheid Opslag gevaarlijke stoffen Ovetredingen RBl-systeem Overtreding: Ernst: +/- X: +/- Y: Ja Aanzienlijk, dreigend 1 1 en/of onomkeerbaar Bestuursdwang zal ingezet worden, zie beschikking juli 2012
Correspondentie Verslag
Briefdatum
Opsteller
Termijn
Streefdatum
Verslag Naar aanleiding van de grote niet aangekondige BRZO-inspectie van 6 en 7 maart 2012 is een aanvullende inspectie uitgevoerd om duidelijkheid te verschaffen in de naleving van de omgevingsvergunning t.a.v. RBI, zie hiervoor ook het BRZO-rapport. De inspectie is uitgevoerd met een extern deskundige. Conclusie. De aanvullende inspectie heeft niet geleid tot een overzichtelijke situatie t.a.v. het RBl-systeem. Tevens is er een aantal nieuwe overtredingen geconstateerd. Derhalve zal handhavend worden opgetreden. Zie beschikking bestuursdwang juli 2012. Voor de rapportages hiervan wordt verwezen naar gekoppelde documenten. Besloten is om het conceptverslag van Lambda niet meer in definitieve vorm op te laten stellen gezien het belang van de voortgang van het dossier.
Blad 2 van 2
m
Verslag
Kopie aan
Aan
DCMR
milieudienst
Datum 26-09-2012
Kenmerk 265600 21445374
Auteur
Rijnmond
Onderwerp Niet aangekondigde controle n.a.v. gemelde onrust
Locatie Naam Adres Plaatsbepaling
Activiteit (sub) Locatiesoort Status
265600 Odfjell Tenninals Rotterdam B.V. Oude Maasweg 6 3197KJ BOTLEK ROTTERDAM l.k.v. Wbb is voor gehele bedrijfsterrein sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging RT059905217, waarvoor is ingestemd met een LBP, TC-0227-22. Einddatum bodemsanering is fictief, meerdere saneringen op 1 locatie. Kade 11/Mineraalweg 23 www.odfjell.nl Overige provinciale Wm-activiteiten (tank op/overslag) Wm inrichting Meldings- en vergunningplichtig
Verslag
98404377
Verslagdatum Rapporteur Gesproken met Verslagsoort l.o.v. bureau Participant BGO/BGA Nacontrole van nav beschikking Onderdelen Regelgeving
26-09-2012
Handhaving deelcontrole Toezicht en Handhaving Industrie Provincie Zuid-Holland
(x = gecontroleerd) WVO Algemeen Scheepsafvalstoffenbesluit Registratiebesluit rampen en zware ongevallen Regeling op-, overslag en distributie benzine milieubeheer Besluit risico's zware ongevallen '99 Besluit externe veiligheid inrichtingen Besluit bodemkwaliteit Artikel 8.1 Wm (vergunningplicht voor oprichten, in werking hebben of veranderen van de inrichting) Artikel 39a Wbb (saneren conform SP, voorschriften (en aanwijzing)) Artikel 28 Wbb (melding/gegevens voornemen (sanerings)handelingen) Activiteitenbesluit type C
Bevindingen Typering van de overtreder: N.v.t.
Printdatum: 15-11-12
Blad 1 van 3
Algemeen Zie verslag Overtreding: Nee
Correspondentie Verslag
Overig Ernst:
+/-X:
Briefdatum
+/- Y:
Oosteiler
Termijn
Streefdatum
Verslag bezoek d.d. 26 september 2012 Doel: n.a.v. van berichten/ meldingen op het terrein van Odfjell is een aanvullend bezoek ingelast teneinde af te tasten of de onrust onder het personeel invloed heeft op de veilige uitvoering van de taken. Afkadering: het bezoek heeft zich beperkt tot een aantal korte gesprekken, een bezoek aan de CCK, en een globale terreinronde. Inspecteurs DCMR:
Gesproken met:
Het betrof een niet aangekondigd bezoek. We hebben ons gemeld bij de portier, waarna we naar het hoofdkantoor werden begeleid. Er heeft in eerste instantie een gesprek plaatsgevonden met
Op vrijdag 21 september is onrust omstaan i.v.m. de aankondiging dat er een reorganisatie zal plaatsvinden, waarbij ontslagen zullen vallen. Dit ging gepaard met een emotionele ontlading van het personeel. Aangezien het deels gericht was tegen het management hebben besloten om het terrein te veriaten en zodoende de rust te laten wederkeren. Tussentijds heef (General Manager PID) als plaatsvervanger de taak van Managing Director overgenomen.
Blad 2 van 3
Hierover hebben vrijdag ook gesprekken plaatsgevonden met de DCMR en meldkamer van de politie i.v.m. escalatie en veiligheid op de terminal. W. van Vliet heeft zaterdag nog een bezoek gebracht aan de terminal om het moreel op de terminal te peilen. I.v.m. verlof is • n de loop van deze week weer als Managing Director begonnen op het terrein is begin deze week eveneens begonnen. 'voorheen operationeel manager) is momenteel interim Terminal Manager. Door Odfjell zal deze week een maatschappelijk werker aangesteld worden om het personeel indien gewenst te begeleiden. In de komende periode zullen nog gesprekken met OR en vakbonden gaan plaatsvinden; bij voorkeur buiten het hek om onrust op de terminal te voorkomen. Veiligheid op de terminal heeft hoge prioriteit. Het wijzigingstraject zal middels een MOC begeleid gaan worden. Er is een bezoek gebracht aan de controlekamer, waarbij gesproken is met de Shift Leader. Voor zover bepaald kon worden heerst er rust in de controlekamer. Uit een steekproef in de mappen t.b.v. de controlelijsten van operators blijkt dat de gecontroleerde lijsten zijn ingevuld binnen de termijn van 5 weken. Tijdens de terreinronde op een deel van het C/D-terrein (methanolweg en laad- en losstraat) is visueel steekproefsgewijs geïnspecteerd op good-housekeeping, dan wel lekkages in de tankputten, pompplaatsen en leidingstraten. Hierbij zijn geen onvolkomenheden vastgesteld.
Blad 3 van 3
m
Verslag
Kopie aan
Aan
DCMR
milieudienst
Datum 21-09-2012
Kenmerk 265600 21448309
Auteur
Rijnmond
Onderwerp Deelcontrole ism ILT,
Locatie Naam Adres Plaatsbepaling
Activiteit (sub) Locatiesoort Status
265600 Odfjell Terminals Rotterdam B.V. Oude Maasweg 6 3197KJ BOTLEK ROTTERDAM l.k.v. Wbb is voor gehele bedrijfsterrein sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging RT059905217, waarvoor is ingestemd met een LBP, TC-0227-22. Einddatum bodemsanering is fictief, meerdere saneringen op 1 locatie. Kade 11/Mineraalweg 23 www.odfjell.nl Overige provinciale Wm-activiteiten (tank op/overslag) Wm inrichting Meldings- en vergunningplichtig
Verslag
98404373
Verslagdatum Rapporteur Gesproken met Verslagsoort l.o.v. bureau Participant BGO/BGA Nacontrole van nav beschikking Onderdelen Regelgeving
21-09-2012
Handhaving aetüuuiuiuic Toezicht en Handhaving Haven eAfval Provincie Zuid-Holland
(x = gecontroleerd) WVO Algemeen Scheepsafvalstoffenbesluit Registratiebesluit rampen en zware ongevallen Regeling op-, overslag en distributie benzine milieubeheer Besluit risico's zware ongevallen '99 Besluit externe veiligheid inrichtingen Besluit bodemkwaliteit Artikel 8.1 Wm (vergunningplicht voor oprichten, in werking hebben of veranderen van de inrichting) Artikel 39a Wbb (saneren conform SP, voorschriften (en aanwijzing)) Artikel 28 Wbb (melding/gegevens voornemen (sanerings)handelingen) Activiteitenbesluit type C
Bevindingen Typering van de overtreder: N.v.t.
Printdatum: 15-11-12
Blad 1 van 4
Afvalstoffen Afgifte/ontdoen aan vergunninghouder Tijdens het onderzoek is specifiek gekeken naar de opslag en de verwerking van afvalstoffen, ten tijde van het leeg maken van de tanks op het terrein van OTR. Gekeken is naar de stromen die aanwezig waren ten tijde van voor de safety shutdown en de stromen die nu aanwezig waren. Uit de adminstratie blijkt dat er twee afvalstromen aanwezig waren. Dit is exclusief de Eastman stromen die geen deel uitmaakten van dit onderzoek Uit de registratie van het bedrijf blijkt dat er ten tijde van de shutdown geen afvalstoffen zjin afgevoerd. Er zijn met betrekking tot de acceptatie en venwerking van de NR en Main stromen geen overtredingen geconstateerd van hoofdstuk 10 van de Wet milieubeheer. Overtreding: Ernst: +/- X: +/- Y: Nee Algemeen Overig Op 20-09-2012 is er een melding binnengekomen betreffende het mogeijk vervoeren van afvalstoffen door een schip dat heeft geladen bij OTR. Uit de weekstaat van de tanks (staat 19.09.2012) blijkt dat er 452 m3 in de tank zat op 19 sept. 2012. Uit de door OTR overhandigde handling report blijkt dat er op 19.09.12 455 m3 is verpompt uit tank 0736. De afwijking van 3 m3 is voor dit type tanks acceptabel. In de tankentabel Omdat de beschrijving in de tankstaat is aangeven als "O", kan er geen link met het soort stof worden gemaakt (dit ligt aan de CRP koppeling die niet goed werkte). Uit het handling report blijkt dat de stof Mogas Blend comp. Ron < 95 betreft, dat in opdracht van NR is gedestilleerd. De analyse resultaten zijn opgevraagd en geven geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Er loopt nog een project bij ILT om te kijken of de destillaten uit de afvalstoffen bij NR ook afvalstoffen zijn. Vooralsnog kan dit standpunt nog niet worden ingenomen. Er kan vooralsnog niet worden geconstateerd dat er sprake is van illegale afgiften van afvalstoffen zoals is bepaald in hoofdstuk 10 van de Wet milieubeheer. Overtreding: Ernst: +/- X: +/- Y: Nee
Correspondentie Verslag
Voorvallen en klachten Veroorzaker Voorvalnummer Aantal klachten Terugkoppeling gevraagd . Terugkoppeling door
Briefdatum
Opsteller
Termijn
Streefdatum
Odfjell Terminals Rotterdam B.V. 10193065 Datum 20-09-2012 09:38 O Onderzocht door O Teruggekoppeld O Terugkoppeling op
Blad 2 van 4
Aanleiding en doelstelling (aankruizen wat toepassing is; meerdere keuzen zijn mogelijk) • Reguliere controle in kader werkplan • Controle in kader van milieudoel: vul in welk milieudoel • Controle in kader van project: vul in naam project 11 Anders, namelijk: controle n.a.v. afi/alstromen en safety shutdown Handhavingsgeschiedenis Het bedrijf heeft een zeer uitgebreide handhavingsgeschiedenis, die al eerder in diverse notities is beschreven. Ten aanzien van afvalstoffen is er in 2011/2012 een administratief onderzoek gedaan naar de afvalstoffen. Tijdens dit onderzoek is onder andere geconstateerd dat het AV&AO/IC niet wordt nageleefd en er afvalstoffen worden aangenomen zonder omschrijving. Uitgevoerde (controle)activiteiten Tijdens de controle is samen met ILT de administratie betreffende de afvalstoffen ingezien en is aan de hand van het tankenoverzicht en de handling report nagegaan of er afvalstoffen foutief zijn afgegeven. Overige bevindingen / waarnemingen 1. Indeling bedrijf op basis van Activiteitenbesluit: •Meldingsplichtig •Vergunningsplichtig op grond van BRZO / IPPC 2.
Het bedrijf is t.o.v. de verleende vergunning( inclusief aanvraag) veranderd: • nee • ja, omdat: dit is deze controle niet meegenomen
3.
De vergunning is toereikend voor de aangevraagde / verieende activiteiten: • ja • nee, omdat: Dit is deze controle niet meegenomen
4.
Relevante bevindingen / waarnemingen voor zover niet weergegeven in MIRR-velden "Bevindingen wettelijke bepalingen": geen, anders dan in Mirr
Handhavingsstrategie In verband met afwijking van de sanctiestrategie heeft rapporteur overleg gepleegd met (aankruizen wat van toepassing is): B Niet van toepassing (geen afwijking). • Handhavingsjurist: • Coördinator: Conclusies Er zijn geen overtredingen van hoofdstuk 10 Wm geconstateerd. MIRR-schermen gecontroleerd en bijgewerkt llnee •ja Korte beschrijving wijzigingen: Geef korte beschrijving van de wijzigingen Doorslagformulier controleresultaat Bij deze controle is gebruik gemaakt van het doorslagformulier controleresultaat: • ja n nee, omdat:
Blad 3 van 4
vanwege het administratieve karakter en het feit dat de meeste zaken op kantoor van de DCMR nog geverifieerd moesten worden om tot bevindingen te komen.
Blad 4 van 4
m
Verslag
Kopie aan
DCMR
milieudienst
Datum 03-10-2012
Kenmerl< 265600 21452139
Aiitpiir
Rijnmond
Onderwerp Controle op de voortgang van liet operationeel maken van tiet monitoring meetnet en de beheersystemen ter plaatse van mineraalw/eg 23 en kade 11.
Locatie Naam Adres Plaatsbepaling
Activiteit (sub) Locatiesoort Status
265600 Odfjell Terminals Rotterdam B.V. Oude Uaasweg 6 3197KJ BOTLEK ROTTERDAM l.k.v. Wbb is voor gehele bedrijfsterrein sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging RT059905217, waarvoor is ingestemd met een LBP, TC-0227-22. Einddatum bodemsanering is fictief, meerdere saneringen op 1 locatie. Kade 11/Mineraalweg 23 wAvw.odfjell.nl Overige provinciale Wm-activiteiten (tank op/overslag) Wm inrichting Meldings- en vergunningplichtig
Verslag
98405359
Verslagdatum Rapporteur Gesproken met Verslagsoort l.o.v. bureau Participant BGO/BGA Nacontrole van nav beschikking Onderdelen Regelgeving
03-10-2012
Handhaving Wbb controle preventief Bodem Ontwikkeling Rotterdam
(x = gecontroleerd) X Artikel 39a Wbb (saneren conform SP, voorschriften (en aanwijzing)) WVO Algemeen Scheepsafvalstoffenbesluit Registratiebesluit rampen en zware ongevallen Regeling op-, overslag en distributie benzine milieubeheer Besluit risico's zware ongevallen '99 Besluit externe veiligheid inrichtingen Besluit bodemkwaliteit Artikel 8.1 Wm (vergunningplicht voor oprichten, in werking hebben of veranderen van de inrichting) Artikel 28 Wbb (melding/gegevens voornemen (sanenngs)handelingen) Activiteitenbesluit type C
Bevindingen Typering van de overtreder: Pro-actief
Printdatum: 15-11-12
Blad 1 van 7
Bodem (Wbb) Overig Op 11 oktober 2012 heeft de DCMR een brief ontvangen van Odfjell, met referentie QHSE/2012.061 AA/WV, inzake het niet binnen de termijn kunnen voldoen aan de beschikking TC 12-26002. In de brief geeft OTR aan dat er opnieuw bodemonderzoek wordt uitgevoerd en dat dit vermoedelijk circa 6 weken in beslag zal nemen. Na uitvoering van het bodemonderzoek heeft OTR naar schatting nog circa 5 weken nodig om de monitoringrapportage en plan van aanpak aan te passen en in te dienen. Ze stellen voor om uiterlijk in week 52 2012 de rapportages aan te bieden. Overtreding: Ernst: +/- X: +/- Y: Nee Bodem (Wbb) Uitvoorinn beveiliging- / beheersmaatregeler On i f; nktnhftr 2012 heeft overieg plaats gevonden tussen ,.i . i . iaving boüetnüj. i ijuens dit overieg is de brief van OTR van 11 oktober 2012 uesiJiuK^n. De uitkomst van dit gesprek is dat de DCMR aanvullend bodemonderzoek noodzakelijk acht en op grond hiervan OTR in de gelegenheid wordt gesteld om het bodemonderzoek uit te laten voeren. In de nog op te stellen brief zal een termijn worden gesteld (31 december 2012) voor het indienen van de rapportages en het plan van aanpak. Daarna heeft Odfjell tot 1 april 2012 de tijd om aan te tonen dat het beheerssysteem goed functioneert. Overtreding: Ernst: +/- X: +/- Y: Nee Bodem (Wbb)
Uitvoering conform saneringsplan/beschikking (afwijking) Odfjell heeft tot 12 oktober 2012 de tijd gehad om ervoor te zorgen dat het saneringsysteem naar behoren functioneert. Uit de gesprekken is naar voren gekomen dat deze deadline niet gehaald is. Vooralsnog voldoet het systeem niet aan de doelstelling, namelijk het afvangen van verontreinigingen, voordat deze via de spuigaten in de kademuur het oppervlaktewater kunnen bereiken. Hiermee wordt artikel 39 A van de Wet bodembescherming overtreden. Overtreding: Ernst: +/- X: +/- Y: Ja Van belang O O Het niet voldoen aan de beschikking is een overtreding van artikel 39a van de Wet bodembescherming. Het saneringsysteem diende voor 12 oktober 2012 goed te functioneren. Vooralsnog voldoet het systeem niet aan de doelstelling, namelijk het afvangen van verontreinigingen, voordat deze via de spuigaten in de kademuur het oppervlaktewater kunnen bereiken. Gezien de complexiteit van de sanering en het feit dat aanvullend bodemonderzoek noodzakelijk wordt geacht, wordt OTR in de gelegenheid wordt gesteld om het bodemonderzoek uit te laten voeren en zo nodig het plan van aanpak aan te passen. Daarna krijgt Odfjell tot 1 april 2012 de tijd om aan te tonen dat het beheerssysteem goed functioneert.
Correspondentie Verslag Aanschrijving door DCMR
Briefdatum
Opsteller
Termijn
Streefdatum
6M
Blad 2 van 7
Deze controle is gebaseerd op de HUM Wbb. Inleiding De controle en dit verslag hebben betrekking op de deellocaties Oude Maasweg 6, Kade 11 + Mineraalweg 23; codes AA059905217/T1001 en AA059905217/T4001, naar aanleiding van de beschikking van 12 juli 2012 (TC-nummer 12-26-002). Wettelijk kader van de controle Toezicht op de naleving van de Wbb en andere wet- en regelgeving die van toepassing is op bodemsaneringen en handelingen met grond en/of grondwater. Aanleiding van de controle Op 17 mei 2011 en 15 februari 2012 heeft Odfjell Terminals Rotterdam bv (OTR) verzocht in te stemmen met een tussentijds evaluatieverslag van Kade 11 en diverse voortgangsrapportages over Kade 11 en/of Mineraalweg 23. Het college heeft eerder ingestemd met het evaluatieverslag van Mineraalweg 23, voor zover deze betrekking heeft op de uitgevoerde graafwerkzaamheden. Er is op 12 juli 2012 niet ingestemd met het bereikte resultaat van de deelsanering met betrekking tot het resultaat van de deelsanering ter plaatse van Mineraalweg 23 en Kade 11. Hiermee wordt artikel 38 lid 1 en artikel 39 C van de Wet bodembescherming overtreden. De grondwatersanering fase 2 van Mineraalweg 23 is gestart in december 2006. Fase 2, monitoring is inmiddels gevorderd tot ronde 8 (TC: 10-47-007). Monitoringronde 6, 7 en 8 zijn door de Toetsingscommissie Bodemsanering Rotterdam (TC) als niet beoordeelbaar bestempeld, omdat gegevens/besliscriteria, waarom op basis van ronde 3, 4 en 5 wederom was gevraagd, niet zijn ingevuld. Mede hierom is besloten een beschikking in het kader van Wet bodembescherming af te geven. Dit betreft de beschikking van 12 juli 2012 (TC-nummer 12-26-002). Doel van de controle Uit de beschikking die is afgegeven op 12 juli 2012 blijkt dat het monitoring meetnet en de beheerssystemen niet goed functioneren, waardoor de verspreiding risico's niet zijn uit te sluiten. Het doel van de controle richt zich voornamelijk op de naleving van de voorschriften in de beschikking van 12 juli 2012. OTR dient: de interceptiedrains in sectie A van Kade 11, vanwege de continue overschrijding van interventiewaarden in peilbuis A01, onmiddellijk in bedrijf te nemen; het saneringsysteem bij Mineraalweg 23 onmiddellijk aan te passen en binnen drie maanden na dagtekening van deze beschikking operationeel te maken; binnen drie maanden na dagtekening van deze beschikking een plan van aanpak ter beoordeling aan te bieden, waarin de (bij herhaling) noodzakelijk geachte acties zijn uitgewerkt; binnen drie maande na dagtekening van deze beschikking de eerstvolgende monitoringronde uit te voeren. Het monitoringmeetnet voor Kade 11, alsmede Mineraalweg 23, dient hierbij naar behoren te functioneren; in de rapportage van de eerstvolgende monitoringsronde rapportagevormen in acht te nemen.
Blad 3 van 7
Aan deze voorschriften zijn detailvoorschriften verbonden die in het vervolg in dit verslag aan de orde komen. Controlemoment De voorbereiding van de controle heeft geresulteerd in de volgende controlemomenten: N.v.t.
Betrokkenen Initiatiefnemer van de sanering Odfjell Terminals Rotterdam bv (OTR) naam Rotterdam plaats contactpers. 1 telefoonnr. e-mail contactpers. 2 telefoonnr. e-mail Milieukundige begeleider grondsanering bureau plaats contactpers. telefoonnr. mkb-er Aannemer naam plaats contactpers. 1 telefoonnr. contactpers.2 telefoonnr.
:
Erkenningen In de voortgangrapportage van april 2012 wordt gesproken over een in- situ sanering. Hiervoor dient GT BRL 7000 - 7002 erkend te zijn. In werkelijkheid betreft deze sanering een conventionele landbodemsanering, waarvoor GT BRL 7000 - 7001 erkend dient te zijn. GT reviseert het gehele saneringssysteem en is erkend voor beide BRL's. De heei ie de grondwatersanering begeleidt, is erkend conform BRL 6000 - 6001 en daarnaast conform BRL 2000 - 2002 voor het nemen van grondwatermonsters. Dit is geverifieerd op de site van AgentschapNL. Bovenstaande is besproken met Verontreinigingsituatie en doelstelling Het Kade 11 -project betreft een groot reconstructieproject aan de kademuur bij steiger 10 en 11 op het terrein van OTR. De aanpak (TC-nummer 07-02-08) van de aanwezige bodemverontreinigingen, met minerale olie. Vluchtige Aromatische Koolwaterstoffen (VAK), Vluchtige Organochloorverbindingen (VOCI) en methyl-tertiairbutylether (MTBE) in de grond en/of het grondwater, vindt plaats in het kader van het vigerende Locatiebeheerplan (LBP). Hiermee is op 29 augustus 2002 (TC: 02-27-22) ingestemd. De opdrachtgever en uitvoerder (m.u.v. graafwerk) van dit project betreft het Havenbedrijf Rotterdam. Als onderdeel binnen dit project is de deelsanering van de drijflaag bij Mineraalweg 23 in de tijd naar voren geschoven. Het plan van aanpak voor Mineraalweg 23 is op 7 augustus 2006 goedgekeurd (TC: 06-30-11); Het plan voor Mineraalweg 23 kent twee fasen, te weten:
Blad 4 van 7
fase 1: ontgraving van het bereikbare deel van de verontreinigde grond en aanleg van het onttrekkingsysteem en het monitoringmeetnet. Er is ingestemd (TC-nummer 08-03-11) met de uitgevoerde werkzaamheden in het kader van fase 1 van Mineraalweg 23; fase 2: monitoring van de werking van het onttrekkingsysteem en eventuele verspreiding van niet ontgraven verontreiniging; De kade, binnen Kade 11, is opgedeeld in vier secties. Bij de secties A en C is sprake van sterke verontreinigingen in het grondwater en bij B en D is het grondwater hoogstens licht verontreinigd. Om te voorkomen dat verontreinigd grondwater via de spuigaten in de nieuwe kadeconstructie in het oppervlaktewater terechtkomt, worden volgens plan bij A en C verticale interceptiedrains gerealiseerd, waarmee verontreinigd grondwater kan worden afgevangen. Eventuele verspreiding wordt gemonitoord met peilbuizen en de interceptiedrains. Tijdens het overieg op 4 oktober 2012 is door de heer Bruijs aangegeven dat er in alle secties horizontale interceptiedrains zijn geplaatst in plaats van verticale. Bij Mineraalweg 23 zijn inmiddels circa tien monitoringrondes uitgevoerd. Bij de laatste beoordeling (TCnummer 12-26-002) zijn meerdere gebreken aan het systeem geconstateerd en eerdere noodzakelijk geachte maatregelen wederom niet ingevuld, met als gevolg de beschikking van 12 juli 2012. Ingediende rapportages in concept (AA059905217/B8005) Voorafgaand aan deze geplande controle heeft OTR op 28 september 2012 in concept de volgende documenten overhandigd: • het rapport "Voortgangsrapportage Beheerssysteem kade 11 te OTR Terminals Rotterdam" van 26 september 2012, met nummer 11020, opgesteld door Groundwater Technology (DMS 21446954). • het briefrapport betreffende "Rapportage monitoring kade 11 / Mineraalweg 23, april 2012" van 23 april 2012, met kenmerk 110331, opgesteld door Koenders & Partners; • het briefrapport betreffende "Rapportage monitoring Kade 11 / Mineraalweg 23, augustus 2012" van 27 september 2012, met kenmerk 120777, opgesteld door Koenders & Partners (DMS: 21446956). • het rapport betreffende "Statusdocument + Plan van Aanpak vervolgwerkzaamheden Odfjell Terminals Rotterdam Kade 11 (steiger 10/11) en Mineraalweg 23 Oude Maasweg te Rotterdam" van 27 september 2012, met kenmerk 120777, opgesteld door Koenders & Partners (DMS: 21446956). De rapporten zijn in concept ingediend ter voorbereiding op de controle van 4 oktober 2012 geeft in zijn e-mail aan dat de rapporten naar aanleiding van onze vragen cq opmerkingen zo nodig nog moeten worden aangepast. De deadline van de beschikking is 12 oktober 2012. Bevindingen locatiebezoek De controle is uitgevoerd naar aanleiding van het niet goed functioneren van het saneringsysteem. OTR heeft in 2011 tijdens een overieg aangegeven dat het project enigszins was komen stil te liggen in verband met faillissementen van aannemers. Daarom is een herstart gemaakt, waarbij Mineraalweg 23 en Kade 11 zijn geïntegreerd. OTR heeft vanaf de datum van de beschikking (12 juli 2012) drie maanden de tijd om aan de voorschriften te voldoen. Voorafgaand aan de geplande controle van 4 oktober 2012 heb ik op 3 oktober 2012 samen met de heer Haeser van Groundwater (aannemer) een controle uitgevoerd. Hierbij is voornamelijk gelet op de voortgang van de in de beschikking genoemde detailvoorschriften. Tijdens deze controle nam ik waar dat inspectieput IP01 nog steeds bereikbaar was. Er stond geen container op de put zoals voorheen. Daarnaast is de inspectiepunt duidelijk gemarkeerd met een witte plaat met feloranje belettering. Ook de overige putten, peilbuizen e.d. zijn op dezelfde wijze gemarkeerd. Dit langs de gehele kade. Meerdere monitoringpeilbuizen waren aan de hand van de tekening moeilijk traceerbaar. Ook de situatie van de weg aldaar was gewijzigd. Naar aanleiding van de vorige controle zijn ook deze tekeningen van de saneringslocatie aangepast. Daarnaast is een dwarsdoorsnede tekening toegevoegd aan het plan van aanpak om een beter beeld te verschaffen wat er nu daadwerkelijk in de grond gebeurt. Naar aanleiding van deze nieuwe dwarsdoorsnede tekening blijkt mogelijk dat het verontreinigde grondwater niet goed wordt afgevangen. Afgesproken is dat van zowel de mineraalweg en kade 11 (sectie a, b, c en d) dwarsprofielen van de drain ten opzichte van diepte van de verontreiniging worden toegevoegd. Ook
Blad 5 van 7
moeten de meet en monitoring dieptes worden vermeld in een duidelijk overzicht. Uit de aan te bieden informatie dient duidelijk te worden, dat het systeem voldoet aan de doelstelling uit het goedgekeurde plan van aanpak kade 11 respectievelijk Mineraalweg 23. Hiermee wordt artikel 39 A van de Wet bodembescherming overtreden. Verder zijn er een aantal punten genoemd in de beschikking waaraan ook nog niet wordt voldaan. De peilbuis B01A is herplaatst, maar in afwijking op de beschikking is deze niet op dezelfde plaatst en diepte herplaatst. De peilbuis is circa 15 meter zuidelijker herplaatst. Tijdens de controle blijkt dat op deze locatie een laadperron voor schepen is aangelegd. Hiervoor is geen afwijkingsmelding ingediend. Deze afwijking moeten worden meegenomen in het nog in te dienen plan van aanpak. Van de heer Haeser heb ik verder begrepen dat de 4 bestaande bronpompen worden vervangen. In verband met explosiegevaar zijn er 5 pneumatische pompen besteld. Uit het evaluatieverslag van Mineraalweg 23 blijkt dat in afwijking op het plan van aanpak cocosdrains zijn aangelegd om restverontreinigingen af te vangen. Nu blijkt dat de put waarschijnlijk verioren is gegaan met de aanleg van de weg aldaar. Uit het statusdocument, opgesteld door Koenders en Partners, blijkt dat de cocosdrains destijds zijn aangelegd om de saneringput droog te houden en niet zoals bedoeld ter ondervanging van eventuele problemen die kunnen optreden als gevolg van de restverontreiniging aldaar. Echter het evaluatieverslag stelt dat de put nagenoeg leeg staat en dat middels een open bemaling wordt onttrokken. Vervolgens heb ik op 4 oktober 2012 met O. Bruijs van bureau BodemToetsing een controle uitgevoerd op de voortgang van de herstart van het sanerinqsysteem. Op de locatie is gesproken met de : ~
j ,
,!
en de
). ue milieutechnische bevindingen van de in concept ingediende rapportages en plan van aanpak zijn door de . vastgelegd in een notitie en worden niet genoemd in dit verslag. Tijdens de gesprekken met de aannemer en het adviesbureau zijn verder afspraken gemaakt dat men moet aantonen op welke diepte de oorspronkelijke kleilaag (voormalig maaiveld) aanwezig is of niet. Hier is onduidelijkheid over. Onderiing heeft men afgesproken hiervoor opnieuw veldwerk te gaan verrichten. Het uitvoeren van de bodemonderzoeken zullen enkele weken in beslag gaan nemen. Naast het uit te voeren veldwerk heeft het adviesbureau tijdens het aanvullen van de saneringsput de lagen met een gps ingemeten, waardoor beide gegevens met elkaar vergeleken kunnen worden. Naar aanleiding van dit onderzoek zal mogelijk duidelijk worden waarom het systeem nog niet naar behoren functioneert. Vooralsnog voldoet het systeem niet aan de doelstelling, namelijk het afvangen van nieuwe verontreinigingen. Er mag geen verontreinigd grondwater door de spuitgaten in het oppervlaktewater terecht komen. Dit blijkt echter nog steeds het geval. Odfjell heeft tot 12 oktober 2012 de tijd ervoor te zorgen dat het saneringsysteem naar behoren functioneert. Uit de gesprekken is naar voren gekomen dat deze deadline niet meer gehaald gaat worden. Vooralsnog voldoet het systeem niet aan de doelstelling, namelijk het afvangen van verontreinigingen voordat deze via de spuigaten in de kademuur het oppervlaktewater kunnen bereiken. Tijdens dit overieg is door de heer Bruijs vermeld dat monitoring niet conform plan van aanpak van kade 11 wordt uitgevoerd. Volgens plan van aanpak zou de drain van de spuigaten gemonitoord moeten worden. In de praktijk wordt de drain van het interceptiesysteem op de aangebrachte kleilaag boven de grondwaterstand gemonitoord. Op 11 oktober 2012 heeft de DCMR een brief ontvangen van Odfjell, met referentie QHSE/2012.061/WWV, inzake het niet binnen de termijn kunnen voldoen aan de beschikking TC 12-26-002. In de brief geeft OTR aan dat er opnieuw bodemonderzoek wordt uitgevoerd en dat dit vermoedelijk circa 6 weken in beslag zal nemen. Na uitvoering van het bodemonderzoek heeft OTR naar schatting nog circa 5 weken nodig om de monitoringrapportage en plan van aanpak aan te passen en in te dienen. Ze stellen voor om uiteriijk in week 52 de rapportaqes aan te bieden. Op 15 oktober 2012 heeft overieg plaats gevonden tussen de 'ijdens dit overieg is de brief van 11 oktober 2012 besproken. De uitkomst van dit gesprek is dat de DCMR aanvullend bodemonderzoek noodzakelijk acht en op grond hiervan OTR in de gelegenheid wordt gesteld om het bodemonderzoek uit te laten voeren. In de nog op te stellen brief zal een termijn worden gesteld (31 december 2012) voor het indienen van de rapportages. Daarna heeft Odfjell tot 1 april 2012 de tijd om aan te tonen dat het beheerssysteem goed functioneert.
Foto-opnamen
Blad 6 van 7
Van de aangetroffen situatie zijn geen foto's gemaakt.
Overleg met de plantoetser De bevindingen uit de controle van 3 oktober 2012 zijn besproken met plantoetser. [ aanwezig geweest bij de controle van 4 oktober 2012.
A/el
Overleg met handhavingsjurist en strafrechtcoördinator Bestuurlijke handhaving De bevindingen uit de controle zijn besproken met de handhavingsjurist mevr. Rondhuis. Strafrechtelijke handhaving De bevindingen uit de controle zijn niet besproken met de strafrechtcoördinator.
Handhavingsanalyse 1.
2.
3.
4.
Op 17 mei 2011 en 15 februari 2012 heeft Odfjell Terminals Rotterdam B.V. (verder te noemen OTR) verzocht in te stemmen met een tussentijds evaluatieverslag van Kade 11 en diverse voortgangsrapportages over Kade 11 en/of Mineraalweg 23. Het college heeft eerder ingestemd met het evaluatieverslag van Mineraalweg 23, voor zover deze betrekking heeft op de uitgevoerde graafwerkzaamheden. Er is op 12 juli 2012 niet ingestemd met het bereikte resultaat van de deelsanering ter plaatse van Mineraalweg 23 en Kade 11. Hiermee wordt artikel 38 lid 1 en artikel 39 C van de Wet bodembescherming overtreden. Odfjell heeft tot 12 oktober 2012 de tijd ervoor te zorgen dat het saneringsysteem naar behoren functioneert. Uit de gesprekken is naar voren gekomen dat deze deadline niet meer gehaald gaat worden. Vooralsnog voldoet het systeem niet aan de doelstelling, namelijk het afvangen van verontreinigingen, voordat deze via de spuigaten in de kademuur het oppervlaktewater kunnen bereiken. Hiermee wordt artikel 39 A van de Wet bodembescherming overtreden. Op 11 oktober 2012 heeft de DCMR een brief ontvangen van Odfjell, met referentie QHSE/2012.061/WWV, inzake het niet binnen de termijn kunnen voldoen aan de beschikking TC 12-26-002. In de brief geeft OTR aan dat er opnieuw bodemonderzoek wordt uitgevoerd en dat dit vermoedelijk circa 6 weken in beslag zal nemen. Na uitvoering van het bodemonderzoek heeft OTR naar schatting nog circa 5 weken nodig om de monitoringrapportage en plan van aanpak aan te passen en in te dienen. Ze stellen voor om uiteriijk in week 52 de rapportages aan te bieden. Op 15 oktober 2012 heeft overieg plaats gevonden tussen .._.„n , . Tijdens dit overieg is de brief van u IK ,^n 11 oktober 2012 besproken. De uitkomst van dit gesprek is dat de DCMR aanvullend bodemonderzoek noodzakelijk acht en op grond hiervan OTR in de gelegenheid wordt gesteld om het bodemonderzoek uit te laten voeren. In de nog op te stellen brief zal een termijn worden gesteld (31 december 2012) voor het indienen van de rapportages en het plan van aanpak. Daarna heeft Odfjell tot 1 april 2012 de tijd om aan te tonen dat het beheerssysteem goed functioneert.
Aanbeveling Geadviseerd wordt om een handhavingbrief op te stellen, waarin nieuwe termijnen worden gesteld voor het indienen van diverse rapportages en een plan van aanpak. Hieruit zal moeten blijken of er wordt voldaan aan de beschikking met TC 12-26-002.
Communicatie met Wm-toezicht De sanering vindt wel plaats binnen een inrichting waarop de afdeling Havens en Industrie van de DCMR het Wm-toezicht uitvoert. Het Wm toezicht is op de hoogte gebracht van de controle. Overig Bij deze controle is gebruik gemaakt van het doorslagformulier controleresultaat: Nee.
Blad 7 van 7
Kopie aan
Aan
Datum
Kenmerk
31-10-2012
265600 21475590
Auteur
Onderwerp Onderzoek naar aanleiding van anonieme melding
Locatie Naam Adres Plaatsbepaling
Activiteit (sub) Locatiesoort Status Verslag Verslagdatum Rapporteur Gesproken met Verslagsoort l.o.v. bureau Participant BGO/BGA Nacontrole van nav beschikking Onderdelen Regelgeving
265600 Odfjell Terminals Rotterdam B.V. Oude Maasweg 6 3197KJ BOTLEK ROTTERDAM l.k.v. Wbb is voor gehele bedrijfsterrein sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging RT059905217, waarvoor is ingestemd met een LBP, TC02-27-22. Einddatum bodemsanering is fictief, meerdere saneringen op 1 locatie. Kade 11/Mineraalweg 23 www.odfjell.nl Overige provinciale Wm-activiteiten (tank op/overslag) Wm inrichting Meldings- en vergunningplichtig 98407562
31-10-2012 Hanat'iavir.y c£iï,i.o,...ole Toezicht en Handhaving Industrie Provincie Zuid-Holland
(x = gecontroleerd) WVO Algemeen Scheepsafvalstoffenbesluit Registratiebesluit rampen en zware ongevallen Regeling op-, overslag en distributie benzine milieubeheer Besluit risico's zware ongevallen '99 Besluit externe veiligheid inrichtingen Besluit bodemkwaliteit Artikel 8.1 Wm (vergunningplicht voor oprichten, in werking hebben of veranderen van de inrichting) Artikel 39a Wbb (saneren conform SP, voorschriften (en aanwijzing)) Artikel 28 Wbb (melding/gegevens voornemen (sanerings)handelingen) Activiteitenbesluit type C
Bevindingen Typering van de overtreder: N.v.t. Algemeen Overig Onderzoek naar aanleiding van een anonieme melding. Overtreding: Ernst: +/- X: Nee
Printdatum: 15-11-12
+/-Y:
Blad 1 van 2
Op 31 oktober is door mij op verzoek van het team toezicht Haven en Industrie een onderzoek ingesteld naar aanleiding van een anonieme melding die was binnengekomen via een journalist van het Algemeen Dagblad. De melding betrof het volgende: Op 9 oktober 2012 is het hoog-hoogalarm van tank 743 afgegaan en daarbij zijn de operat' nele procedures volgens de melder niet juist gevolgd. Enige dagen na de melding is door collec al vastgesteld dat tank 743 niet was overgelopen. Hieronder volgt een chronologische opsomming van de gebeurtenissen van 9 oktober 2012. Op 9 oktober 2012 krijgt een operator de opdracht om tank 754 leeg te pompen en de lading van tank 754 over te pompen naar tank 743. Volgens het Entis systeem is er in tank 743 nog 56 m^ vrije ruimte over. De geplande hoeveelheid die over gepompt moet worden is 36 m^. De veriading wordt gestart om 20.54 uur. Om 21:01 loopt de hoge zuig afsluiter van tank 743 dicht De alarmen worden nagekeken, de hoeveelheid vrije ruimte is volgens Entis nog voldoende en de tank wordt om 21:07 weer open gestuurd en de veriading wordt hervat. Om 21.26 uur loopt de hoge zuigafsluiter van tank 743 wederom dicht en tegelijkertijd komt het sein van de veldoperator binnen dat tank 754 leeg is. De operators verkeerden toen in veronderstelling dat het ging om een hogedruk alarm omdat er tegelijkertijd in Entis werd aangegeven dat er nog voldoende ruimte was. De operator in de controlekamer geeft aan dat de alarmen opnieuw zijn afgegaan en wil de restlading die nog in de leiding zit niet leegdrukken in tank 743 i.v.m. de opgetreden alarmen. Besloten wordt om de restlading die nog in de leiding zit terug te pompen en leeg te blazen in tank 754 om te voorkomen dat de niveaumeting die op de vloeistof drijft het drijvend dak gaat beschadigen. Tank 743 is een tank met een vast dak en in de tank zit een drijvend dak dit is de enige tank in tankput 11 A die deze voorziening heeft. Het aantal niveaualarmen per tank is gemiddeld zes daarnaast zijn er nog vele andere soorten alarmen. Odfjell is op 11 oktober gestart met de root cause analysis de tweede sessie was op 12 oktober de derde sessie waarbij de laatste gegevens worden onderzocht op vrijdag 2 november. Voor zover tot nu toe bekend zijn er geen fouten gemaakt in de operationele procedures. De tot nu toe gevonden root-causes zijn: •
Niveau fout in Entis (computer systeem)
•
Niet functionerende switch (aquasant)
In dit geval was worst case geweest dat een niveaumeting (aquasant)door het interne drijvend dak zou breken dit is geen CIN melding en doordat er geen worst case is opgetreden ook geen bedrijfsmelding (wegens verhoogde koolwaterstofemissie). Odfjell heeft hier wel conform het BRZO artikel 5 bijlage II sub g een melding van een (bijna) ongeval gemaakt en dit voorval wordt ook onderzocht conform deze procedure. De inhoud van tank 743 was crude pygas (Cs-Cio). Odfjell heeft dit voorval tot nu toe correct afgehandeld conform het BRZO. Wel wordt aan Odfjell verzocht om nadat de eindresultaten van dit onderzoek bekend zijn dit te melden aan de DCMR.
Blad 2 van 2
Verslagnummer 98405448 Locatie 265b00 Odfjell Terminals Rotterdam B.V. Verslagdatum 01-10-2012 Rapporteur Bureau THH, DM nummer
21481129
Risicoinschatting overtredingen OTR
DCMR
milieudienst milieudienst
Rijnmond
Beoordelaars: ') Om de urgentie in te schatten wordt in dit verslag per overtreding eenrisicobeoordelinggemaakt. Overtreding preventieve leidinqinspecties Productleidingen: - Odfjell heeft in 2011 en ook deels 2012 (omdat eerst 2011 gedaan moet worden) niet overeenkomstig haar planning met betrekking tot het inspecteren van de productleidingen nog niet gerealiseerd. Utilityleidingen; - Onder de utilityleidingen bevinden zich leidingen die fungeren als of een bijdrage leveren in diverse lines of defence. Voor deze leidingen is nog geen definitieve planning o.g.v. de risico's beschikbaar en zijn nog geen leidingen geïnspecteerd. Odfjell is hiermee in overtredingen van artikel 5, lid 1 en 3, juncto Bijlage II, elementen c. en d van het Besluit risico's zware ongevallen 1999.
R/s;coöeoorde//ng Productleidingen: door het niet preventief inspecteren van leidingen zou een leiding kunnen gaan lekken dan wel instantaan falen, waardoor er een vloeistofpias ontstaat. Statistisch gezien is de kans klein dat een leiding volledige faalt.(belangrijkste oorzaak instantaan falen is externe impact; bv. aanrijden). Uit de NDO metingen 2012 kwamen geen indicaties naar voren dat leidingen in dusdanige staat verkeren dat deze spontaan zouden kunnen falen. Grootste kans is een lekkage; met een gat van maximaal 10 % van de diameter (max. grootte 50 mm, conform handleiding risicoberekeningen Bevi). Worst case: operator grijpt niet in bij veriading vanuit schip onder druk van 10 bar. De duur van de lekkage is 1800 seconden Bij lekkage van 1800 seconden komt er ongeveer 110 m3 vrij. Het gevolg zou een signicante bodemverontreiniging en/ of het vrijkomen van een grote hoeveelheid brandbare/ toxische stof kunnen zijn. Bij lekkage van 120 seconden (operator grijpt op tijd in) komt er ongeveer 7 m3 vrij ongeveer 60 liter per seconde bij 10 bar. De kans van ontdekken is echter vrij groot vanwege de organisatorische maatregelen, zoals het afpersen van leidingen na onderhoud en controles tijdens verlading. De leidingen met product zijn niet verwarmd en staan onder hoge druk. De productleidingen zijn niet constant gevuld, alleen tijdens het vullen van een tank. Utilityleidingen (water, stoom, lucht, stikstof): Het grootste risico zijn de utilityleidingen van DVS4 en de utilityleidingen waarmee aansturing plaats vindt. Echter de leiding van DVS4 staat onder vacuum, waardoor bij een lekkage geen emissie optreedt. Voor de overige utilityleidingen geldt dat als er een lekkage optreedt dat mogelijk bepaalde veiligheidssystemen niet meer goed functioneren. Dit betekent dat ze in fail safe modus gaan en het veriadingsproces stopt.
Printdatum : 15-11-12
Blad 1 van 3
Conclusie: er is geen acuut risico, mits het bedrijf aanvullende organisatorische maatregelen treft, zoals regelmatige controlerondes tijdens veriadingen en regelmatig afpersen van systemen voor ingebruikname. Dit betekent implementatie van het leiding beheerssysteem binnen beperkte tijd. Om hetrisicote minimaliseren dienen leidingen preventief geïnspecteerd en onderhouden te worden. Overtreding brandwerendheid pijpenbruggen De dragende constructies van de pijpenbrug aan de Weegbrugweg (t.h.v. weegbrug 4) en van de pijpenbrug die door tankputten 2,3 en 4 (Butylweg) heen loopt, zijn niet voorzien van een brandwerende voorziening is niet voorzien van brandwerende voorziening (in de vorm van brandwerende coating / opschuimende veri" of gelijkwaardig). Tevens is niet vanuit het veiligheidsbeheersstysteem geborgd dat de noodzakelijkheid wordt geindentificeerd en indien nodig de beheersmaatregelen worden geïmplementeerd. Hiermee wordt in strijd gehandeld met voorschrift 6.31 van de omgevingsvergunning van de terminal uit 2004. Tevens wordt door de ontbrekende systematische borging in strijd gehandeld met artikel 5, lid 1 en 3, juncto Bijlage II element c en d.
R/s/coöeoorde//ng Een brandwerende voorziening van een dragende constructie voorkomt tijdelijke escalatie als een brand is opgetreden. Het risico bestaat alleen als de leidingen gevuld zijn met product; dit is een beperkte tijd. Ingeval van brand zal de veriading worden gestopt en blijft de uitstroom beperkt. Conclusie: er is geen acuut risico. Brandwerende voorzieningen dienen binnen beperkte tijd aangebracht worden. Voorts dient het bedrijf ook overige situaties te inventariseren. Overtreding vloeistokerendheid leidinqtracés De dammen (dijken) dwars in een tweetal leidingtraces (nabij de laad- en losstraat en de pijpengoot bij de olievanger/CCK) zijn niet vloeistofkerend doordat leiding- en kabeldoorvoeringen open zijn. Hiermee wordt in strijd gehandeld met vergunningsvoorschrift 13.4 van de omgevingsvergunning d.d. 2004.
R/s/coöeoorde/;ng Aangezien het gaat om kleine openingen door de dijken/ dammen in de traces zal de vloeistofverplaatsing naar een ander compartiment beperkt zijn. Conclusie: er is geen acuut risico. Doorvoeringen dienen binnen korte tijd dicht gemaakt worden. Voorts dient het bedrijf ook overige situaties te inventariseren. Overtreding procedure niveaubeveiliqinq Er is geen procedure waarin staat beschreven hoe men handelt wanneer de overvulalarmen worden aangesproken. Uit de interviews met medewerkers blijkt dat men wel een duidelijke handelswijze heeft ((laten)stoppen verpomping, een operator naar de tank sturen om te kijken etc). Dit is niet beschreven. Hiermee is er op dit punt een slechte gedocumenteerdheid ten aanzien van de beheersing van de uitvoering zoals wordt bedoeld in bijlage II van het BRZO.
R;s;coöeoorde///7g In praktijk wordt juist gehandeld (implementatie); echter de werkwijze dient als procedure gedocumenteerd te worden. Conclusie: geen acuut risico; procedure dient opgesteld te worden.
Risicoinschatting overtredingen OTM Aangezien de activiteiten bij OTM tijdens de inspectie zijn stilgelegd en een melding i.h.k.v. intrekking activiteiten ingediend zal worden, zijn er geen acute risico's aanwezig. Vlak na de
Blad 2 van 3
inspectie is besloten direct een zienswijzebrief te sturen om de melding i.h.k.v. de vergunning indien nodig af te dwingen.
Blad 3 van 3