Verslag
DCMR milieudienst
Rijnmond Kopie aan
Aan
Datum Kenmerk Auteur 15 november 265600 2012 20689355 Onderwerp Voorschrift 13.7 van de Wm-vergunning: onderzoek naar fysische-chemische afwijkingen in de bodem (hoofdstuk ondergrondse leidingen).
Locatie Naam Adres Plaatsbepaling
Activiteit (sub) Locatiesoort Status Verslag Verslagdatum Rapporteur Gesproken met Verslagsoort l.o.v. bureau Participant BGO/BGA Nacontrole van nav beschikking Onderdelen Regelgeving
265600 Odfjell Terminals (Rotterdam) Bv Oude Maasweg 6 3197KJ BOTLEK ROTTERDAM l.k.v. Wbb is voor gehele bedrijfsterrein sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging RT059905217, waarvoor is ingestemd met een LBP, TC-0227-22. Einddatum bodemsanering is fictief, meerdere saneringen op 1 locatie. www.odfjell.nl Overige provinciale Wm-activiteiten (tank op/overslag) Wm inrichting Meldings- en vergunningplichtig
98274009 16-01-2008 Handhaving deelcontrole Handhaving Procesindustrie Provincie Zuid-Holland
ALGEMEEN (x = gecontroleerd) X Artikel 18.18 Wm (gedragingen m.b.t. voorschriften) V\A/0 Algemeen Registratiebesluit rampen en zware ongevallen Regeling op-, overslag en distributie benzine milieubeheer Besluit risico's zware ongevallen '99 Besluit emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer A Artikel 8.1 Wm (vergunningplicht voor oprichten, in werking hebben of veranderen van de inrichting) Artikel 39a Wbb (saneren conform SP, voorschriften (en aanwijzing)) Activiteitenbesluit type C
Bevindingen
Printdatum: 15-11-12
Blad 1 van 2
Bodem (Wm) Bodemverontreiniging Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: nvt Handhaven in 1 stap: Nee nvt nvt Voorschrift 13.7: op 29 maart 2007 heeft Odfjell een onderzoeksrapport ingediend i.h.k.v. dit voorschrift. Het onderzoeksrapport is besproken tijdens het Q3-overieg ^07. Aanvullend is er een tekening gestuurd. De rapportage van Odfjell ging uitsluitend in op bepaling van de bodemweerstand. De conclusie hierop was niet niet onderbouwd. Na bespreking van rapportage intern is geconcludeerd dat de rapportage te summier is en dat Odfjell in moet gaan op alle aandachtsstreepjes van het voorschrift. Tevens dient de conclusie in de rapportage onderbouwd te worden. Betreft actiepunt la op de actielijst in het bedrijfsdossier. Odfjell voldoet nog niet aan 13.7. Bespreken tijdens Q1-overieg ^08.
Correspondentie Verslag
Briefdatum
Opsteller
Termijn
Streefdatum
Afwijking handhavingstrategie Bestuurlijk:
Ja
Strafrechtelijk: Ja
Reden: Er bestaat onduidelijkheid over de strekking van het voorschrift. Dit zal besproken worden in Q1-overleg '08.
Voorschrift 13.7 Vergunninghouder dient door middel van steekproefsgewijs bodemonderzoek te inventariseren of er in de bodem sprake is van fysisch-chemische afwijkingen van de volgende aard: de specifieke elektrische bodemweerstand kleiner is dan 50 ohm.meter (in waterwingebieden 100 ohm.meter), of de zuurgraad (pH) kleiner is dan 6, of de beïnvloeding door eventuele zwerfstromen groter is dan met de toegestane interferentie-criteria overeenkomt, of verbindingen voorkomen tussen ongelijksoortige metalen, die galvanische corrosie kunnen veroorzaken, of het milieu anaëroob is. De aard en omvang van het bodemonderzoek dient te worden toegezonden aan het bevoegd gezag. Deze inventarisatie dient voor 1-1-2006 gereed te zijn.
Beoordeling Op 29 maart 2007 heeft Odfjell een onderzoeksrapport ingediend i.h.k.v. dit voorschrift. Het onderzoeksrapport is besproken tijdens het Q3-overleg '07. Aanvullend is er een tekening gestuurd. De rapportage van Odfjell ging uitsluitend in op bepaling van de bodemweerstand. De conclusie hierop was niet niet onderbouwd. Na bespreking van rapportage intern is geconcludeerd dat de rapportage te summier is en dat Odfell in moet gaan op alle aandachtsstreepjes van het voorschrift. Tevens dient de conclusie in de rapportage onderbouwd te worden. Betreft actiepunt l a op de actielijst in het bedrijfsdossier. Odfjell voldoet nog niet aan 13.7. Bespreken tijdens Q1-overleg '08. Rapportage bevindt zich in papieren archief en tijdelijk werkdossier Odfjell. De tekening zit in DMS en is gekoppeld aan dit verslag.
Blad 2 van 2
m
Verslag
Kopie aan
Aan
DCMR
milieudienst Datum 15 november 2012 Onderwerp Rotterdam Oude
Locatie Naam Adres Plaatsbepaling
Activiteit (sub) Locatiesoort Status Verslag Verslagdatum Rapporteur Gesproken met Verslagsoort l.o.v. bureau Participant BGO/BGA Nacontrole van nav beschikking Onderdelen Regelgeving
Kenmerk 265600 20692897
Auteur
Rijnmond
Maasweg 6 Odfjell - Oplevering tank 930-932 (tankput 32-33).
265600 Odfjell Terminals (Rotterdam) Bv Oude Maasweg 6 3197KJ BOTLEK ROTTERDAM l.k.v. \Nhb is voor gehele bedrijfsterrein sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging RT059905217, waarvoor is ingestemd met een LBP, TC-0227-22. Einddatum bodemsanering is fictief, meerdere saneringen op 1 locatie. www.odfjell.nl Overige provinciale Wm-activiteiten (tank op/overslag) Wm inrichting Meldings- en vergunningplichtig
98274831 30-01-2nnR IMJI I
Handhaving deelcontrole Handhaving Procesindustrie Provincie Zuid-Holland ( (x = gecontroleerd) X Artikel 18.18 Wm (gedragingen m.b.t. voorschriften) WVO Algemeen Registratiebesluit rampen en zware ongevallen Regeling op-, overslag en distributie benzine milieubeheer Besluit risico's zware ongevallen '99 Besluit emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer A Artikel 8.1 Wm (vergunningplicht voor oprichten, in werking hebben of veranderen van de inrichting) Artikel 39a Wbb (saneren conform SP, voorschriften (en aanwijzing))
Bevindingen
Printdatum: 15-11-12
Blad 1 van 3
^
Veiligheid Overtreding: Nee
Kernovertreding: nvt
Correspondentie Verslag Beoordelingsbrief
Blusmiddelen Aanschrijving: nvt
Briefdatum
Opsteller
Handhaven in 1 stap: nvt
Termijn
Streefdatum
15-02-2008
Afwijking handhavingstrategie Bestuurlijk; Nee Strafrechtelijk: Nee
Reden:
Live Test nieuwe tanks (930. 931 en 932) in Tp 32 en 33 Op 26 april 2007 hebben wij van Odfjell Terminals (Rotterdam) B.V. (Odfjell), gevestigd aan de Oude Maasweg 6 te 3197 KJ te Botlek-Rotterdam een melding krachtens artikel 8.19, tweede lid van de Wet milieubeheer ontvangen voor de verandering van de inrichting. Betreft: het uitbreiden van de opslagcapaciteit met drie bovengrondse opslagtanks (tank 930, 931 en 932 in Tp 32 en 33. Verslag inspectie brandweer d.d. 28 december 2007. Deze tanks zijn ondermeer uitgerust met een stationair schuimblussysteem en branddetectie (lineiare hittedetectie) voorzien van een doormelding naar de controlekamer van Odfjell. Conform de vigerende Wm-vergunning dienen dergelijke systemen live opgeleverd te worden. Bij soortgelijk schuimblussystemen is de afspraak (werkgroep brandweerzaken Deltalinqs) dat één systeem daadwerkelijk met schuim wordt getest en de andere door middel van watertesten. Namens district Haven van de regionale brandweer Rotterdam-Rijnmond is de heer M. Nijssen op 28 december 2007 bij de oplevering van tank 932 aanwezig geweest. Van de heer Van der Veken, (brand-)veiligheidskundige Odijell zijn op 28 december de reeds uitgevoerde testen doorgenomen en aansluitend is via een voertuig van de bedrijfsbrandweer een test van de schuimblussing in tank 932 uitgevoerd. Bij de test was voor de bluswaterievering alleen de jockeypomp (120 mVuur bij ca. 8 bar) in bedrijf. Dit was voor de test toereikend. In een eerder stadium heeft de oplevering van de branddetectie plaatsgevonden. Hierbij is de brandweer niet aanwezig geweest, maar bij monde van de heer is aangegeven dat de detectie en doormelding is getest en functioneerde. Zoals besproken met Odfjell heeft er in een eerder stadium op de tanks 930 en 931 een waterdruk en -capaciteit plaatsgevonden, tevens is de branddetectie en de doormelding gecontroleerd. De test resultaten (watertesten) zijn bijgesloten.
Blad 2 van 3
Bij de test bleek dat de achterste schuimkamer op de toevoerieiding pas na ca. 2 minuten schuim leverde. Odfjell zal bij de leverancier navraag doen in hoeverre dit aangepast moet/kan worden.
Conclusie Gezien de uitkomsten van de diverse opleveringstesten is er voor wat betreft brandveiligheid geen bezwaar om de betreffende tanks in gebruik te nemen. DCMR Indien de tanks voldoen aan de vigerende wettelijke bepalingen heeft de DCMR geen bezwaar tegen de ingebruikname van tanks 930, 931 en 932 in tankputten 32 en 33.
(C
Blad 3 van 3
m
Verslag
DCMR
Kopie aan
Aan
milieudienst Rijnmond
Datum Kenmerk Auteur 15 november 265600 2012 20715121 Onderwerp Avondinspectie in het kader van het project meidgedrag.
Locatie Naam Adres Plaatsbepaling
Activiteit (sub) Locatiesoort Status Verslag Verslagdatum Rapporteur Gesproken met Verslagsoort l.o.v. bureau Participant BGO/BGA Nacontrole van nav beschikking Onderdelen Regelgeving
265600 Odfjell Terminals (Rotterdam) Bv Oude Maasweg 6 3197KJ BOTLEK ROTTERDAM l.k.v. Wbb is voor gehele bedrijfsterrein sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging RT059905217, waarvoor is ingestemd met een LBP, TC-0227-22. Einddatum bodemsanering is fictief, meerdere saneringen op 1 locatie. www.odfjell.nl Overige provinciale Wm-activiteiten (tank op/overslag) Wm inrichting Meldings- en vergunningplichtig
98280734 09-04-2008 ? (milieucoordinator), dhr. Handhaving deelcontrole Handhaving Procesindustrie Provincie Zuid-Holland BGA Meldingsgedrag Industrie
'achtchef)
ALGEMEEN (x = gecontroleerd) X Artikel 18.18 Wm (gedragingen m.b.t. voorschriften) WVO Algemeen Registratiebesluit rampen en zware ongevallen Regeling op-, overslag en distributie benzine milieubeheer Besluit risico's zware ongevallen '99 Besluit emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer A Artikel 8.1 Wm (vergunningplicht voor oprichten, in werking hebben of veranderen van de inrichting) Artikel 39a Wbb (saneren conform SP, voorschriften (en aanwijzing)) Activiteitenbesluit type C
Bevindingen
Printdatum: 15-11-12
Blad 1 van 9
Meldingsgedrag Industrie
Is duidelijk welke functionaris er op het moment van het bezoek verantwoordelijk is voor meldingen naar de overheid? Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee Voorschrift 11.4: Gesproken met de heer Soesman wachtchef en verantwoordelijk voor het melden op de controlekamer CCR. Ik ben bekend met de procedures. We hebben vijftien procedures voor het melden en weet precies wat ik moet doen. Op de actielijst staan de telefoonnummers genoemd. Meldingsgedrag Industrie
Is deze functionaris bekend met meldingsprocedure of -werkinstructie en is deze direct beschikbaar? Zo ja afschrift meenemen Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee Voorschrift 11.4: Dhr. Soesman is bekend met de procedures van het BNP. BNP is vwb melden te omvangrijk om te kopiëren. Voorkeur is om dit via kantoor te doen. Door DCMR wordt hier vanaf gezien, omdat het BNP ter plaatse uitgebreid is ingezien. WC meldt ieder incident. Bijv. emissie naar de lucht van benzine, hoe moet je melden? CIN melding altijd doen dit is altijd goed. Meldingsgedrag Industrie
Is duidelijk wanneer een ClN-melding gedaan moet worden? Zijn hiervoor duidelijke criteria benoemd? Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee Voorschrift 11.1: Voor het melden van een ClN-melding zijn duidelijke procedures en criteria opgesteld. De procedure en criteria zijn opgesteld n.a.v. het boekje ime\den en van ongewone voorvallen,;,. Uit voorbeelden blijkt dat voor gasemissie en spills criteria bekend zijn bij WC. Meldform + criteria zijn vermeld in bijlage 1 van het BNP. Wijze van melden aan het bevoegd gezag CIN en bedrijfsmelding is terug te vinden in bijlage 21. Meldingsgedrag Industrie
Is duidelijk wanneer een bedrijfsmelding gedaan moet worden? Zijn hiervoor duidelijke criteria benoemd? Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee Voorschrift 11.2/11.3: Zie ook punt 3. Een storing aan de installatie waarbij bijv. geen emissie vrijkomt wordt met een bedrijfsmelding gemeld dmv een fax-bericht. Wanneer er een code van kracht is wordt dit eveneens per fax-bericht gemeld. Meldingsgedrag Industrie
Staan in het wachtboek / journaal voorvallen vermeld, die aan de criteria voor een CIN medling dan wel een bedrijfsmelding voldoen? Zijn deze op de juiste wijze gemeld? Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee Voorschrift: 11.1/11.2/11.3: In het wachtboek staan zaken geregistreerd die afwijken van de normale bedrijfsvoering. Het wachtboek is bekeken tot 1 april. Alle incidenten die zijn vermeld zijn eveneens bekend bij de toezichthouder DCMR. Meldingsgedrag Industrie
Is in de ClN-meldingsprocedure of werkinstructie ook RWS opgenomen? Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee Voorschrift 11.4: Bij een productspill in de haven wordt DCMR en RWS ingelicht. Maar ook een CINmeiding wordt gedaan. Meldingsgedrag Industrie Overtreding: Nee
Kernovertreding: Nee
Is duidelijk welke functionaris de aangever van de inhoudelijke informatie over het voorval is? (B.v. wachtchef, teamleader, le operator) Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee
Blad 2 van 9
(C
Voorschrift 11.4: De wachtchef is verantwoordelijk daarna komt indien noodzakelijk de terminal manager en neemt de leiding over. Meldingsgedrag Industrie Overtreding: Kernovertreding: Nee Nee Voorschrift 11.4: Wachtchef leidt het meldgesprek.
Wordt in de meldingsprocedure of werkinstructie vermeld wie het meldgesprek met de overheid moet doen? (b.v portier of milieucoördinator) Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee
Meldingsgedrag Industrie
Is in de procedure duidelijk wie dit buiten kantooruren doet? Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee Voorschrift 11.4: Is vol continue bedrijf en de meidprocedure is altijd van toepassing. Meldingsgedrag Industrie
Is geregeld hoe de informatie van de aangever (wachtchef) naar de melder (portier) gaat en vice versa? Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee Voorschrift 11.4: De portier heeft geen taak ikv melden. Meldingsgedrag Industrie
Is duidelijk wanneer een melding gedaan moet worden (tijdstip?) Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee Voorschrift 11.4: Binnen 15 min melden. Staat in procedures. Meldingsgedrag Industrie
Is duidelijk wat er dan gemeld moet worden? Aard, hoeveelheid of grootte, stofnaam (VN-nummer), tijdstip voorval, omgevingseffecten, etc. Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee Voorschrift 11.4: Ja, staan in de meidprocedures en op meidformulier aan overheid. Meldingsgedrag Industrie
Is het CIN - meldingsformulier al voorbereid? Staat het adres, havennummer en de bedrijfsnaam (bij meerdere bedrijven op het terrein) en telefoonnummer er al op? Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee Voorschrift 11.4: Het ClN-meldingsformuller is al voorbereid. Alle adresgegevens zijn ingevuld. Meldingsgedrag Industrie
Wordt in de procedure/werkinstructie ook vermeld wanneer buurbedrijven of omwonenden geïnformeerd moeten worden? Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee Voorschrift 11.4: De portier (bedrijfsbeveiliging) stelt de buurbedrijven op de hoogte van een calamiteit of voorval in opdracht de wachtchef. Telefoonlijst (BedrijvenOpOudeMaas = BOOM) is voorhanden. Meldingsgedrag Industrie
Is duidelijk dat iedere brand via CIN gemeld moet worden? Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee Voorschrift 11.5: Alle branden worden gemeld met een ClN-melding. Meldingsgedrag Industrie Overtreding:
Kernovertreding:
Is duidelijk dat een melding naar de gezamelijke brandweer of een drukknopmelding altijd gevolgd dient te worden door een CIN melding? Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap:
Blad 3 van 9
Nee Nee Ja, doet de Manupilatie coordinator (MC) in opdracht van de wachtchef
Nee
Meldingsgedrag Industrie
Is in de procedure/werkinstructie vermeld of en wanneer een vervolgmelding gedaan moet worden? Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee Voorschrift 11.4: Is op het ClN-formulier vermeld, behorende bij procedure. Meldingsgedrag Industrie
Is duidelijk dat de afmelding van een incident niet via CIN moet gebeuren? Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee Voorschrift 11.4: Gebeurt doorgaans in overieg met bevoegd gezag, brandweer en deskundige. Middels telefoon, of in overieg ter plaatse. Meldingsgedrag Industrie
Is duidelijk dat bommeldingen niet via CIN maar via 112 gemeld moeten worden? Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee Voorschrift 11.4: Meld aan regionale politiemeldkamer 112. Na afgaan explosie ClN-melding. Meldingsgedrag Industrie Maar wel als de bom inmiddels is afgegaan? Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee Voorschrift 11.4: zie vraag terug (wordt in checlist wel onder 1 vraag geplaatst) Meldingsgedrag Industrie
Is duidelijk dat indien een ambulance nodig is, die via 112 ter plaatse moet komen, behalve als het slachtoffer niet beredderd kan worden door het ambulancepersoneel (slachtoffer in gaswolk o.i.d.) Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee Bij incident met slachtoffers wordt 112 gebeld. Indien er sprake is van gaswolk wordt eerst CIN-gedaan daarna 112. Veiligheid CIN melding Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: nvt Handhaven in 1 stap: Nee nvt nvt Voorschrift 11.1: Er zijn medewerkers opgeleid voor het gasmeten ikv gasmeetplan. Algemeen
Melden en gegevens verstrekken bij ongewoon voorval Wm Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: nvt Handhaven in 1 stap: Nee nvt nvt Voorschrift 11.6: Bij ongeval met systeem onder druk wordt Stoomwezen in kennis gesteld door afd. Maintenance en Engineering
Correspondentie Verslag
Briefdatum
Opsteller
Termijn
Streefdatum
Afwijking handhavingstrategie
Blad 4 van 9
Bestuurlijk:
Nee
Reden:
Strafrechtelijk; Nee
Checklist: Meidgedrag Industrie Uitvoering door : HHPID + HHRES Nr. Vraag 1
Welke functionaris is op het moment van het bezoek verantwoordelijk voor meldingen naar de overheid
2
Is de functionaris bekend met meldingsprocedure o f werkinstructie en is deze direct beschikbaar ? Zo ja, afschrift meenemen.
Ja/ Nee Voorschrift 11.4: Gesproken met de heer wachtchef en verantwoordelijk voor het melden op de controlekamer CCR. Ik ben bekend met de procedures. We hebben vijftien procedures voor het melden en weet precies wat ik moet doen. Op de actielijst staan de telefoonnummers genoemd. Voorschrift 11.4: Dhr s bekend met de procedures van het BNP. BNP is vwb melden te omvangrijk om te kopiëren. Voorkeur is om dit via kantoor te doen. Door DCIVIR wordt hier vanaf gezien, omdat het BNP ter plaatse uitgebreid is ingezien. WC meldt ieder incident. Bijv. emissie naar de lucht van benzine, hoe moet e melden? CIN melding altijd doen dit is altijd goed.
Blad 5 van 9
Is duidelijk wanneer een ClNmelding gedaan moet worden ? Zijn hiervoor duidelijke criteria benoemd ?
Is duidelijk wanneer een bedrijfsmelding gedaan moet worden ? Zijn hiervoor duidelijke criteria benoemd ?
Staan in het wachtboek / journaal voorvallen vermeld, die aan de criteria voor een CIN melding dan wel een bedrijfsmelding voldoen ? Zijn deze op de juiste wijze gemeld ?
Is in de ClN-meldingsprocedure of werkinstructie ook RWS opgenomen? Is duidelijk welke functionaris de aangever van de inhoudelijke nformatie over het voorval is? (B.v. wachtchef, teamleider, 1e operator) 8
Wordt in de meldingsprocedure of werkinstructie vermeld wie het meldgesprek met de overheid moet doen? (bijv. portier of milieucoördinator) Is in de procedure duidelijk wie dit buiten kantooruren doet?
Voorschrift 11.1: ( Voor het melden van een ClNmelding zijn duidelijke procedures en criteria opgesteld. De procedure en criteria zijn opgesteld n.a.v. het boekje "melden en van ongewone voorvallen". Uit voorbeelden blijkt dat voor gasemissie en spills criteria bekend zijn bij WC. Meldform + criteria zijn vermeld in bijlage 1 van het BNP. Wijze van melden aan het bevoegd gezag CIN en bedrijfsmelding is terug te vinden in bijlage 21. Voorschrift 11.2/11.3: Zie ook punt 3. Een storing aan de nstallatie waarbij bijv. geen emissie vrijkomt wordt met een bedrijfsmelding gemeld dmv een faxbericht. Wanneer er een code van kracht is wordt dit eveneens per faxbericht gemeld. iVoorschrift: 11.1/11.2/11.3: n het wachtboek staan zaken geregistreerd die afwijken van de normale bedrijfsvoering. Het wachtboek is bekeken tot 1 april. Alle ncidenten die zijn vermeld zijn eveneens bekend bij de toezichthouder DCMR. Voorschrift 11.4: Bij een productspill in de haven wordt DCMR en RWS ingelicht. Maar ook een ClN-melding wordt gedaan. Voorschrift 11.4: De wachtchef is verantwoordelijk daarna komt indien noodzakelijk de terminal manager en neemt de leiding over. Voorschrift 11.4: Wachtchef leidt het meldgesprek.
Voorschrift 11.4: Is vol continue bedrijf en de meidprocedure is altijd van toepassing.
Blad 6 van 9
10 Is geregeld hoe de informatie van de aangever (wacht-chef) naar de melder (portier) gaat en vice versa? 11 Is duidelijk wanneer een melding gedaan moet worden (criteria/ voorbeelden/ tijdstip)? 12 Is duidelijk wat er dan gemeld moet worden? Aard, hoeveelheid of grootte, stofnaam (VN-nummer), tijdstip voorval, omgevingseffecten, etc. 13 Is het CIN-meldingsformulier al voorbereid? Staat het adres, het havennummer en de bedrijfsnaam (bij meerdere bedrijven op het terrein) en telefoonnummer er al op? 14 Wordt in de procedure/werkinstructie ook vermeld wanneer buurbedrijven of omwonenden geïnformeerd moeten worden?
15 Is duidelijk dat iedere brand via CIN gemeld moet worden? PRULLEBAKBRANDJE? 16 Is duidelijk dat een melding naar de gezamenlijke brandweer of een drukknopmelding altijd gevolgd dient te worden door een CIN melding ? 17 Is in de procedure/werkinstructie vermeld of en wanneer een vervolgmelding gedaan moet worden? 18 Is duidelijk dat de afmelding van een incident niet via CIN moet gebeuren? 19
Is duidelijk dat bommeldingen niet via CIN maar via 112 gemeld moeten worden? Maar wel weer als de bom inmiddels s afgegaan? 20 Is duidelijk dat indien een ambulance . nodig is, die via 112 ter plaatse moet komen, behalve als het slachtoffer niet beredderd kan worden door het ambulancepersoneel (slachtoffer in gaswolk o.i.d.)
Voorschrift 11.4: De portier heeft geen taak ikv melden. Voorschrift 11.4: Binnen 15 min melden. Staat in procedures. Voorschrift 11.4: Ja, staan in de meidprocedures en op meidformulier aan overheid. Voorschrift 11.4: Het CIN-meldingsformulier is al voorbereid. Alle adresgegevens zijn ingevuld. Voorschrift 11.4: De portier (bedrijfsbeveiliging) stelt de buurbedrijven op de hoogte van een calamiteit of voorval in opdracht de wachtchef. Telefoonlijst (BedrijvenOpOudeMaas = BOOM) is voorhanden. Voorschrift 11.5: Alle branden worden gemeld met een ClN-melding. Ja, doet de Manupilatie coordinator MC in opdracht van de wachtchef Voorschrift 11.4: Is op het ClN-formulier vermeld, behorende bij procedure. Voorschrift 11.4: Gebeurt doorgaans in overleg met Devoegd gezag, brandweer en deskundige. Middels telefoon, of in overleg ter plaatse. Voorschrift 11.4: Vleld aan regionale politiemeldkamer 112. Na afgaan explosie ClNmelding. Bij incident met slachtoffers wordt 112 gebeld. Indien er sprake is van gaswolk wordt eerst CIN-gedaan daarna 112.
Blad 7 van 9
21
Indien noodzakelijk moeten concentratiemetingen worden verricht om vast te stellen of er gevaar voor buurbedrijven bestaat.
Voorschrift 11.1: Er zijn medewerkers opgeleid voor het gasmeten ikv gasmeetplan.
22 Van elk ongeval met een systeem, drukvat of pijpleiding alsmede het toebehoren, dat onder toezicht is gebracht van een keuringsdienst moet onmiddellijk melding worden gedaan aan deze dienst.
Voorschrift 11.6: Stoomwezen wordt op de hoogte gesteld door afdeling onderhoud en engineering.
23 Van elk ongeval met een verticale bovengrondse opslagtank, die onder toezicht van een keuringsdienst of een door deze dienst aangewezen of aanvaarde andere instantie is vervaardigd en is goedgekeurd moet melding worden gedaan aan deze dienst.
11.7: NVT ikv melden
11.1, Van elk ongewoon voorval dat zich voordoet of heeft voorgedaan binnen de inrichting en dat (mogelijk) een gevaarlijke situatie buiten de inrichting, grotere overlast buiten de inrichting of grotere milieugevolgen kan veroorzaken, moet onmiddellijk doch uiterlijk binnen vijftien minuten aangifte worden gedaan bij het Regionaal Verbindingscentrum via het Centraal Incidenten Nummer (CIN). De direct omwonenden en de buurbedrijven waarvoor bovengenoemde gevolgen van belang zouden kunnen zijn moeten onmiddellijk worden gewaarschuwd. Indien noodzakelijk moeten concentratiemetingen worden verricht om vast te stellen of er gevaar voor buurbedrijven bestaat. Er moeten onmiddellijk maatregelen worden getroffen die het gevaar opheffen of, voor zover dit niet mogelijk is, het gevaar zoveel mogelijk beperken. Met de buurbedrijven die gevaar lopen alsmede met de CMRK moet regelmatig contact worden gehouden. 11.2. Van elk ongewoon voorval dat zich voordoet of heeft voorgedaan binnen de inrichting met (mogelijk) kleinere/beperkte overlast buiten de inrichting of kleinere milieugevolgen moet binnen vijftien minuten melding worden gedaan aan de CMRK. 11.3. Van elke voorzienbare bedrijfsactiviteit die (mogelijk) overlast buiten de inrichting of nadelige gevolgen voor het milieu kan veroorzaken moet vooraf aangifte worden gedaan bij de CMRK. 11.4. De vergunninghouder dient de bepalingen van de voorgaande meldingsvoorschriften te verwerken in interne bedrijfsinstructies. 11.5. Onverminderd het gestelde in voorschrift 11.1 moet iedere brand onmiddellijk worden gemeld aan de gemeentelijke brandweer via het CIN-nummer. 11.6. Van elk ongeval met een systeem, drukvat of pijpleiding alsmede het toebehoren, dat onder toezicht is gebracht van een keuringsdienst moet onmiddellijk melding worden gedaan aan deze dienst. 11.7. Van elk ongeval met een verticale bovengrondse opslagtank, die onder toezicht van een keuringsdienst of een door deze dienst aangewezen of aanvaarde andere instantie is vervaardigd en is goedgekeurd, moet melding worden gedaan aan deze dienst. 12.
ALGEMENE PROCESBEWAKING
12.1. Bij stroomstoring en/of storing in de toevoer van instrumentenlucht moeten de voor de procesbeveiliging van belang zijnde kleppen en/of afsluiters in de veilige stand komen.
Blad 8 van 9
12.2. In de controlekamer moet een duidelijke instructie voor het bedienend personeel aanwezig zijn, waarin voor de volgende gevallen de te volgen handelwijze is aangegeven: a. het opstarten van verladingen of schoonmaakactiviteiten; b. het in bedrijf zijn van verladingen of schoonmaakactiviteiten; c. het stoppen van verladingen of schoonmaakactiviteiten; d. storingen en/of noodsituaties bij verladingen of schoonmaakactiviteiten e. het gebruik van de geautomatiseerde procesbesturing. Deze instructie moet bij het bedienend personeel bekend zijn en worden gevolgd.
Blad 9 van 9
m
Verslag
Kopie aan
Aan
milieudienst Datum 15 november 2012 Onderwerp laad-, losplaatsen
Locatie Naam Adres Plaatsbepaling
Activiteit (sub) Locatiesoort status Verslag Verslagdatum Rapporteur Gesproken met Verslagsoort l.o.v. bureau Participant BGO/BGA Nacontrole van nav beschikking Onderdelen Regelgeving
DCfWIR
Kenmerk 265600 20715878
Auteur
Rijnmond
tankwagens
265600 Odfjell Terminals (Rotterdam) Bv Oude Maasweg 6 3197KJ BOTLEK ROTTERDAM l.k.v. Wbb is voor gehele bedrijfsterrein sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging RT059905217, waarvoor is ingestemd met een LBP, TG-0227-22. Einddatum bodemsanering is fictief, meerdere saneringen op 1 locatie. www.odfjell.nl Overige provinciale Wm-activiteiten (tank op/overslag) Wm inrichting Meldings- en vergunningplichtig
98280982 07-05-2008 R Handhaving deelcontrole Handhaving Procesindustrie Provincie Zuid-Holland BGA Laad-, losplaatsen en steigers 793253 Revisievergunning (x = gecontroleerd) X Artikel 18.18 Wm (gedragingen m.b.t. voorschriften) WVO Algemeen Registratiebesluit rampen en zware ongevallen Regeling op-, overslag en distributie benzine milieubeheer Besluit risico's zware ongevallen '99 Besluit emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer A Artikel 8.1 Wm (vergunningplicht voor oprichten, in werking hebben of veranderen van de inrichting) Artikel 39a Wbb (saneren conform SP, voorschriften (en aanwijzing)) Activiteitenbesluit type C
Bevindingen
Printdatum: 15-11-12
Blad 1 van 5
Is tijdens het laden/lossen van brandbare producten rekening gehouden met de aanloopsnelheid en de aarding ? Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee -Bij het begin van het lade- en lossen woordt de eerste hoeveelheid altijd met een lage snelheid verpompt. In verband met de multi inzetbaarheid van de operator en de grote variëteit van producten wordt altijd met een lage pompsnelheid begonnen. In de CCR is de wachtchef genuanceerder in zijn antwoord. Voor aanvang wordt het producten boek er op nageslagen en afhankelijk van de aanbeveling worden verpompingen uitgevoerd. Op de werkopdracht staat de aanbeveling genoteerd. Dit was niet bij de operator bekend. Tijdens het beladen van de tankauto bij weegbrug 3 van het product mostanol was de aarding niet op de juiste wijze uitgevoerd. Op eerste aanwijzing is de aardkabel op de aangeduide bevestigingsplaats vastgemaakt. BGA Laad-, losplaatsen en steigers
BGA Laad-, losplaatsen Laad/los armen/slangen voorzien van opschrift ? en steigers Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee -Op de laad- en losarmen zijn niet alle armen voorzien van productaanduidingen. Als reden werd het aannemelijk argument aangedragen dat de laadarm mulitipurpose werd gebruikt voor het verladen van product. BGA Laad-, losplaatsen Procedure voor goede werking laad/los slangen en en steigers armen gevolgd ? Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee Slangen en armen worden onderhouden door operations en maintenance. In de procedure wordt het onderhoud aan slangen en armen beschreven. De slagen in weegbrug 3 hangen aan manilla touwen hetgeen niet geheel overeenkomstig NEN is. Gezien de jaren langen positieve ervaring bij het wijze van gebruik waarbij nog nooit beschadigingen aan de slagen zijn geconstateerd is uitsluitend een opmerking gemaakt. BGA Laad-, losplaatsen Voorziening voor het leegmaken laad/los en steigers slangenen/armen armen met opvangsysteem ? Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee -Op de laad- en losplaatsen zijn geen losse slangen waargenomen. BGA Laad-, losplaatsen en steigers Overtreding: Kernovertreding: Nee Nee -Alle ongebruikte leidingen waren met een blindflens
Zijn ongebruikte leidingen op de juiste wijze afgesloten ? Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee afgesloten.
BGA Laad-, losplaatsen en steigers
Wordt bij verlading gewerkt volgens een procedure waarin opgenomen 'aanbrengen gevaarsaanduiding voertuig' en controle vooraf op de oplijning ? Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee -een belading van een tankauto is gevolgt. Hierbij is geconstateerd dat aan de daarvoor opgestelde procedures werden voldaan. BGA Laad-, losplaatsen en steigers
Zijn er, in de omgeving van de laad/los plaatsen en op het steiger, voorzieningen om de verlading snel te stoppen ? Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Ja Nee Nee -Op de weegbrug 1 en 3 alsmede op de begane grond zijn geen noodschakelaars aanwezig die bij een onvoorzien voorval kunnen worden bediend. Het vergunningvoorschrift geeft rumte voor een andere voorziening dan een noodschakelaar.
Blad 2 van 5
BGA Laad-, losplaatsen en steigers
Bij schoonmaken steiger/kades voorzieningen aanwezig om morsverliezen naar oppervlaktewater te voorkomen? Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee -Op een centrale plaats binne de inrichting is materiaal aanwezig dat ingzet kan worden op een spill de mobiliseren. BGA Laad-, losplaatsen en steigers
Steigers en kades voorzieningen aanwezig om rechtstreekse lozing op het oppervvlaktewater te voorkomen ? Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee -De weegbrug is uitgerust met een betonnen vloer met daaronder een kelder. De aansluiting op de bedrijfsriolering wordt afgesloten op het moment dat de tankwagen op de weegbrug rijdt. BGA Laad-, losplaatsen en steigers Overtreding: Nee -nvt BGA Laad-, losplaatsen en steigers Overtreding: Nee -Ja
Kernovertreding: Nee
Steigers voor tankschepen voorzien van aansluiting op gesloten riool? Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee
Kernovertreding: Nee
Vinden laad- en overslag activiteiten alleen plaats op een speciaal ingerichte laad-, losplaats? Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee
BGA Laad-, losplaatsen en steigers
Geschiedt het laden/lossen van tankauto's en ketelwagens onder toezicht van eenbedrijfsfunctionaris en zijn de instructies voorhanden ? Overtreding; Kernovertreding Aanschrijving; Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee -De operator is bekend met de noodprocedure die ingang wordt gezet indien er een calamitiet plaats vind BGA Laad-, losplaatsen en steigers
staat tijdens het laden/lossen de motor van de tankauto uit en wordt het wegrijden van tankauto/ketelwagen voorkomen? Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee -De motor van de tankauto is uitgeschakeld tijdens laad- en lesactiviteiten. BGA Laad-, losplaatsen Alleen laden/lossen van tankauto's/ketelwagens via en steigers bordes of gelijkwaardige voorziening ? Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee Het laden en lossen van tankautos gebeurt met behulp van een bordes voorzien van valbeveiliging en indien noodzakelijk valbeveiliging met harnas. BGA Laad-, losplaatsen Alle openingen van tankauto's/ketelwagens goed en steigers gesloten? Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee -Tijdens het laden van de tankauto is de tankdeksel van het compartiment geopend. Voorzieningen die de emissies uit de tank afzuigen zijn niet aanwezig. Na intern overleg is vernomen dat in een separaat projectzullen de emissies worden bezien. BGA Laad-, losplaatsen en steigers Overtreding:
Kernovertreding:
Voor aanvang laden/lossen van tankschepen procedure doorlopen met oa het invullen van de safety checklist en het voldoen hieraan? Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap:
Blad 3 van 5
Nee -nvt BGA Laad-, losplaatsen en steigers Overtreding: Nee -nvt BGA Laad-, losplaatsen en steigers Overtreding: Nee -nvt
Nee
Kernovertreding: Nee
Voldoet de laad/los procedure om overlopers, morsingen en lekkages te voorkomen? Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee
Kernovertreding: Nee
Zijn er middelen aanwezig voor het meten van tegendruk en het bepalen van de laad/los snelheid ? Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee
Kernovertreding: Nee
Camera opstelling op steiger zodanig dat controle op laad/los activiteiten op zowel schip als wal mogelijk is? Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee
BGA Laad-, losplaatsen en steigers Overtreding: Nee -nvt
Nee
BGA Laad-, losplaatsen Is het toezicht op de laad/los handelingen en steigers voldoende geregeld in procedures? Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee -In procedures is geregeld hoe de handelingen moeten worden verricht. BGA Laad-, losplaatsen en steigers Overtreding: Nee -nvt
Kernovertreding: Nee
BGA Laad-, losplaatsen en steigers Overtreding: Kernovertreding: .Nee _Nee -bij beladingen van vrachtautos nvt BGA Laad-, losplaatsen en steigers Overtreding: Nee -nvt BGA Laad-, losplaatsen en steigers Overtreding: Nee -nvt BGA Laad-, losplaatsen en steigers Overtreding: Nee -nvt
Wordt bij het beladen binnenvaartschepen de aansluiting voor overvulbeveiliging conform deel 9 ADNR gebruikt? Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Bij activering overvulbeveiliging optische en akoestische alarmeringen plus voorzieningen om overlopen van scheepstank te voorkomen? Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee
Kernovertreding: Nee
Wordt bij gebruik van de overvulbeveiliging alleen gehandeld conform procedure waarin voldoende het toezicht en het handelen bij het overbruggen en/of het uitschakelen wordt behandeld ? Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee
Kernovertreding: Nee
Overvulbeveiliging ook aanschakelen bij het lossen van schepen? Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee
Kernovertreding; Nee
Zijn er voorzieningen om vanaf de walzijde de lospompen van een binnenvaart tanker te stoppen? Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee
Blad 4 van 5
Correspondentie Verslag
Briefdatum
Opsteller
Termijn
Streefdatum
Afwijking handhavingstrategie Bestuurlijk: Nee Strafrechtelijk: Nee
Reden:
Dit deelverslag maakt deel uit van het verslag opgesteld door de heer i'. .leeft in het kader van het project laad-, lesactiviteiten en steigers de modaliteit rail gecontroleerd. Rapporteur heeft in samenwerking met de heer (IVW) de modalitiet wegvervoer gecontroleerd. Bevindingen die in het kader van van ADR zijn geconstateerd worden door de -apporteerd in een separaatverslag. Conclusie In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat de procedures en werkinstructies voldoen aan hetgeen in de vergunning is opgelegd. De activiteiten worden tijdens het bezoek uitgevoerd conform de procedures en werkinstructies. Ten aanzien van de voorzieningen moet worden opgemerkt dat de wat verouderde weegbruggen 1 en 3 geen noodstopschakelaars zijn aangebracht. Advies Odfjell Terminals Rotterdam moet op weegbrug 1 en 3 een voorziening treffen (noodschakelaar) die bij het voordoen van een calamiteit de pomp direct stopt.
Blad 5 van 5
m
Verslag
Kopie aan
Aan
milieudienst
r
Datum Kenmerk 15 november 265600 2012 20715908 Onderwerp Gezamenlijke inspectie met IVW (. laden en lossen 2008.
Locatie Naam Adres Plaatsbepaling
Activiteit (sub) Locatiesoort status Verslag Verslagdatum Rapporteur Gesproken met Verslagsoort l.o.v. bureau Participant BGO/BGA Nacontrole van nav beschikking Onderdelen Regelgeving
DCfWIR
Auteur -- • -
••; Tankauto; /
Rijnmond
i; Rail) ihkv project
265600 Odfjell Terminals (Rotterdam) Bv Oude Maasweg 6 3197KJ BOTLEK ROTTERDAM l.k.v. Wbb is voor gehele bedrijfsterrein sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging RT059905217, waarvoor is ingestemd met een LBP, TC-0227-22. Einddatum bodemsanering is fictief, meerdere saneringen op 1 locatie. www.odfjell.nl Overige provinciale Wm-activiteiten (tank op/overslag) Wm inrichting Meldings- en vergunningplichtig
98281013 08-05-2008
Handhaving deelcontrole Handhaving Procesindustrie Provincie Zuid-Holland BGA Laad-, losplaatsen en steigers
VERLADING (x = gecontroleerd) X Artikel 18.18 Wm (gedragingen m.b.t. voorschriften) WVO Algemeen Registratiebesluit rampen en zware ongevallen Regeling op-, overslag en disthbutie benzine milieubeheer Besluit risico's zware ongevallen '99 Besluit emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer A Artikel 8.1 Wm (vergunningplicht voor oprichten, in werking hebben of veranderen van de inrichting) Artikel 39a Wbb (saneren conform SP, voorschriften (en aanwijzing)) Activiteitenbesluit type C
Bevindingen
Printdatum: 15-11-12
Blad 1 van 14
BGA Laad-, losplaatsen en steigers
Is tijdens het laden/lossen van brandbare producten rekening gehouden met de aanloopsnelheid en de aarding ? Overtreding; Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee Voorschrift 20.1; RCC-locatie geschiedt automatisch, tevens geborgd in procedures. Bij overige railverladingen op terrein is snelheid handmatig geregeld. Voor uitgebreide toelichting en aandachtspunten, zie verslag. BGA Laad-, losplaatsen Laad/los armen/slangen voorzien van opschrift ? en steigers Overtreding: Kernovertreding; Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee Voorschrift 20.2: RCC-locatie: ten aanzien van PO is op de leiding aangegeven welke stof het betreft. De verladingen met multipurpose leidingen worden gedekt door de werkopdracht (maakt deel uit van procedure). Tevens is een kleurcodering op de productslangen aangebracht, die het medium onderscheidt (is omschreven in de procedure tbv omgang productslangen). Voor toelichting en aandachtspunten zie verslag. BGA Laad-, losplaatsen Procedure voor goede werking laad/los slangen en en steigers armen gevolgd ? Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee Voorschrift 20.3: genoemde elementen zijn in de slangenprocedure opgenomen. Controle van leidingen (+ tekst: iproductslangen^ zou vollediger zijn) is als controle vooraf in de aandachtspuntenlijst bij de manipulatieprocedure opgenomen. De operators voeren een gebruikscontrole (is toegelicht) uit op de productslangen; hiertoe is een verplichte workshop gevolgd (is besproken met operator). Het inspectie en onderhoudsregistratiesysteem is met dhr. doorgesproken. Keuring van slangen wordt 2 per jaar uitgevoerd en bijgehouden in een registratiesysteem (Excel). Indien een afkeurcriterium van een slang van toepassing is, wordt deze afgekeurd. .ODe registratie van de bevindingen vindt echter niet plaats. Door DCMR is aangegeven dat dit wel wenselijk is (en verplicht ogv voorschrift 14.2). Actie door Odfjell zou opgepakt worden.Door dhr. Dixon werd een lijstje met afkeurcriteria getoond, die afkomstig waren uit de workshop slangeninspectie. Deze afkeurcriteria zijn niet opgenomen in de slangenprocedure. Bij RCC lagen her en der productslangen wat slordig op de grond, opbergen van productslangen bij RCC komt ook niet duidelijk terug in procedure. Voor toelichting en aandachtspunten, zie verslag. BGA Laad-, losplaatsen Voorziening voor het leegmaken laad/los en steigers slangenen/armen armen met opvangsysteem ? Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee Voorschrift 20.4: RCC-locatie; voor het bewust leegmaken van slangen is een aansluiting op het vuilwaterriool aanwezig. In de praktijk gebeurt dit niet veel, de slangen worden gesloten bewaard en kunnen bij gebruik weer ontgast worden. Nadeel is dat de dampen naar de omgeving vrijkomen. Voor toelichting en aandachtspunten zie verslag. BGA Laad-, losplaatsen Zijn ongebruikte leidingen op de juiste wijze en steigers afgesloten ? Overtreding: Kernovertreding; Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee Voorschrift 20.5: gecontroleerde aansluitpunten bij RCC waren afgesloten middels een blindflens en afsluiter. Voor toelichting en aandachtspunten zie verslag. BGA Laad-, losplaatsen en steigers Overtreding: Nee
Kernovertreding: Nee
Wordt bij verlading gewerkt volgens een procedure waarin opgenomen 'aanbrengen gevaarsaanduiding voertuig' en controle vooraf op de oplijning ? Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee
Blad 2 van 14
Voorschrift 20.6: gevarenaanduiding geregeld middels aandachtspuntenlijst. Controle vooraf via werkorder, manipulatieprocedure + aandachtspuntenlijst, RCC-werkinstructie. Aandachtspuntenlijst in manulatieprocedure wordt pas genoemd bij de stap natte controle. Hierdoor zal de controle vooraf (droge controle), genoemd in de aandachtspuntenlijst wellicht onderbelicht blijven. Gevarenaanduiding wordt, voor zover dit besproken en toelicht Is, aangebracht. Geen opmerkingen DCMR. Droge en natte controle is doorgesproken met WC en B-operator ( . Controle bij vertrek (incl. controlepunten) is opgenomen in werkorder; droge en evt. natte controle niet. Wel kan oplijner tekenen voor oplijnen in orde. In de manipulatieprocedure wordt expliciet gevraagd om bevindingen te noteren. Voor toelichting en aandachtspunten zie verslag. BGA Laad-, losplaatsen en steigers
Zijn er, in de omgeving van de laad/los plaatsen en op het steiger, voorzieningen om de verlading snel te stoppen ? Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee Voorschrift 20.7: bij het RCC is een aantal noodstoppen geïnstalleerd, zoals beneden bij verlading 2, bij trap naar controlekamer 1, bij bordess 1, controlekamer 1. Aantal ter plaatse gezien door DCMR. Voor aandachtspunten en toelichting, zie verslag. BGA Laad-, losplaatsen en steigers Overtreding: Kernovertreding: Nee Nee nvt, in 2007 steigers gecontroleerd. BGA Laad-, losplaatsen en steigers Overtreding: Kernovertreding: Nee Nee nvt, in 2007 steigers gecontroleerd. BGA Laad-, losplaatsen en steigers Overtreding: Kernovertreding: Nee Nee nvt, in 2007 steigers gecontroleerd.
Bij schoonmaken steiger/kades voorzieningen aanwezig om morsverliezen naar oppervlaktewater te voorkomen? Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Steigers en kades voorzieningen aanwezig om rechtstreekse lozing op het oppervvlaktewater te voorkomen ? Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee steigers voor tankschepen voorzien van aansluiting op gesloten riool? Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee
BGA Laad-, losplaatsen Vinden laad- en overslag activiteiten alleen plaats en steigers op een speciaal ingerichte laad-, losplaats? Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee Voorschrift 20.10: ja, op het RCC: korte omschrijving mbt bodembescherming: onder de laad- en losplaats bevindt zich een betonnen opvangbek (kelder) met een drainpomp. Bij een eventuele spill gaat de drainpomp pas draaien als de verlading gereed is. In de kelder bevindt zich een gasdetectiesysteem en een sprinklerinstallatie. In losarm bevindt zich een afsluiter, die na verlading het nadruppelen voorkomt. Bij een eventuele druppellekage uit de bodemafsluiter, wordt expeditie geïnformeerd en indien nodig aan de hand van een nieuwe werkorder de lading overgepompt. Bij de lossing (tankwagon) op laadplaats 4 bevindt zich een vloeistofdichte vloer met een afvoer naar het riool.Voor uitgebreide toelichting en aandachtspunten, zie verslag. BGA Laad-, losplaatsen en steigers
Overtreding: Nee
Kernovertreding; Nee
Geschiedt het laden/lossen van tankauto's en ketelwagens onder toezicht van eenbedrijfsfunctionaris en zijn de instructies voorhanden ? Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee
Blad 3 van 14
Voorschrift 20.11: het aanwezig zijn van een toezichthouder wordt ook in RCC-instructie voorgeschreven, laad- en losinstructies zijn in de RCC controlekamer aanwezig. Uit navraag blijkt dat operators bij verladingen met koppel werken, binnen- en buitenoperator (toezichthouder). Operator wordt hierin ook getraind. Voor toelichting en aandachtspunten, zie verslag. BGA Laad-, losplaatsen en steigers
staat tijdens het laden/lossen de motor van de tankauto uit en wordt het wegrijden van tankauto/ketelwagen voorkomen? Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee Voorschrift 20.12: RCC-locatie: bij het ontkoppelen van de laad- losarmen, of trap uit het ophangsysteem wordt verhaallier- installatie (lorry) geblokkeerd. Tevens gaat spoorsignalering op rood. Bij het aankoppelen van de lorry gaat signalering ook op rood. Inschakelen van pomp activeert ook rood signaal. Het inschakelen van de blokkering bij het ontkoppelen van de laadarm bij PO is gedemonstreerd. Zie verslag voor verdere toelichting en aandachtspunten. BGA Laad-, losplaatsen Alleen laden/lossen van tankauto's/ketelwagens via en steigers bordes of gelijkwaardige voorziening ? Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee Niet in verg.: bordes. Zie verslag voor verdere toelichting en aandachtspunten. BGA Laad-, losplaatsen Alle openingen van tankauto's/ketelwagens goed en steigers gesloten? Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Nee Nee Voorschrift 20.13: Procedureel geregeld in werkorder en aandachtspuntenlijst. Onderdelen zijn zoals eerder vermeld in werkorder niet geëxpliciteerd. Wordt in de praktijk gecontroleerd volgens operator en WC. Zie verslag voor verdere toelichting en aandachtspunten. BGA Laad-, losplaatsen en steigers Overtreding; Kernovertreding; Nee Nee nvt, in 2007 steigers gecontroleerd.
Voor aanvang laden/lossen van tankschepen procedure dooriopen met oa het invullen van de safety checklist en het voldoen hieraan? Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee
BGA Laad-, losplaatsen en steigers Overtreding: Kernovertreding: Nee Nee nvt, in 2007 steigers gecontroleerd.
Voldoet de laad/los procedure om overlopers, morsingen en lekkages te voorkomen? Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee
BGA Laad-, losplaatsen en steigers Overtreding: Kernovertreding: Nee Nee nvt. In 2007 steigers gecontroleerd.
Zijn er middelen aanwezig voor het meten van tegendruk en het bepalen van de laad/los snelheid ? Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee
BGA Laad-, losplaatsen en steigers
Camera opstelling op steiger zodanig dat controle op laad/los activiteiten op zowel schip als wal mogelijk is? Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee
Overtreding: Kernovertreding: Nee Nee nvt, in 2007 steigers gecontroleerd. BGA Laad-, losplaatsen en steigers Overtreding: Kernovertreding: Nee Nee nvt, in 2007 steigers gecontroleerd.
Is het toezicht op de laad/los handelingen voldoende geregeld in procedures? Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee
Blad 4 van 14
BGA Laad-, losplaatsen en steigers Overtreding: Kernovertreding: Nee Nee nvt, in 2007 steigers gecontroleerd. BGA Laad-, losplaatsen en steigers Overtreding; Kernovertreding: Nee Nee nvt, in 2007 steigers gecontroleerd. BGA Laad-, losplaatsen en steigers
Overtreding; Kernovertreding: Nee Nee nvt, in 2007 steigers gecontroleerd.
Wordt bij het beladen binnenvaartschepen de aansluiting voor overvulbeveiliging conform deel 9 ADNR gebruikt? Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee Bij activering overvulbeveiliging optische en akoestische alarmeringen plus voorzieningen om overlopen van scheepstank te voorkomen? Aanschrijving; Nee Handhaven in 1 stap: Nee Wordt bij gebruik van de overvulbeveiliging alleen gehandeld conform procedure waarin voldoende het toezicht en het handelen bij het overbruggen en/of het uitschakelen wordt behandeld ? Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee
BGA Laad-, losplaatsen en steigers Overtreding: Kernovertreding: Nee Nee nvt, in 2007 steigers gecontroleerd.
Overvulbeveiliging ook aanschakelen bij het lossen van schepen? Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee
BGA Laad-, losplaatsen en steigers Overtreding: Kernovertreding: Nee Nee nvt, in 2007 steigers gecontroleerd.
Zijn er voorzieningen om vanaf de walzijde de lospompen van een binnenvaart tanker te stoppen? Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Nee
Algemeen Overig Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: nvt Handhaven in 1 stap: Nee nvt nvt Voorschrift 20.14: Worden binnen de inrichting ook ketelwagons gereinigd? Navraag bij WC en oper.: nee, is l x gebeurd ivm incident (is ook een uitzondering in de vergunning). Voor toelichting en aandachtspunten, zie verslag. Algemeen Overig Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving; nvt Handhaven in 1 stap: Nee nvt nvt Voorschrift 20.15: is er een voorziening bij om ketelwagens onder druk, de druk zonder een optredende emissie af te laten. Dit is DVS-2 bij RCC. Voor toelichting en aandachtspunten, zie verslag. Algemeen Overig Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: nvt Handhaven in 1 stap: Nee nvt nvt Voorschrift 20.16: hoe geschiedt de beëindiging van de belading (volgens vergunning middels een ingesteld gewicht op de weegbrug). Geschiedt middels weegbrug. Alleen bij RCC gecontroleerd. Voor toelichting en aandachtspunten, zie verslag. Algemeen Overig Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving; nvt Handhaven in 1 stap: Nee nvt nvt Voorschrift 20.17: is elke laadarm voorzien van een overvulbeveiliging die: de toevoer afsluit, de pomp uitschakelt, een akoestisch en visueel signaal afgeeft. RCC-locatie: laadarm is voorzien van een borrelpijp, waar stikstof op staat. Borrelpijp is gefixeerd in trechter (gezien). Bij overvullen wordt de lossing automatisch stop gezet. Tevens zal bij bereiken van het ingestelde gewicht de lading automatisch beëindigd worden. Voor toelichting en aandachtspunten, zie verslag.
Blad 5 van 14
Algemeen Overig Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: nvt Handhaven in 1 stap: Nee nvt nvt Voorschrift 14.2: inspectie en onderhoudssysteem. Onderhoud en inspectie: laadarmen. Losarmen zijn opgenomen in onderhoudsmap. Is ingezien, voor verbetertraject wordt naar BRZO venwezen. Voor toelichting en aandachtspunten, zie verslag. Voor toelichting en aandachtspunten, zie verslag. Algemeen Overig Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: nvt Handhaven in 1 stap: Nee nvt nvt Voorschrift 6.39: gasdetectiesysteem: RCC; volgens wachtchef en operator aanwezig in kelder (systeem niet bekeken). Voor toelichting en aandachtspunten, zie verslag. Algemeen Overig Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: nvt Handhaven in 1 stap: Nee nvt nvt Voorschrift 6.39: sprinklerinstallatie: RCC: systeem niet gecontoleerd. Sprinklerkoppen in kelder en op bordess zijn gezien. Tevens schakelaars buiten RCC gezien. Voor toelichting en aandachtspunten, zie verslag. Algemeen Overig Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: nvt Handhaven in 1 stap: Nee nvt nvt Volgende procedurele lijsten ingezien: RCC/ DVS-journaal, storingslijst DVS, aantal werkorders RCC. Lijsten konden getoond worden en waren voor zover bekeken volledig ingevuld. Voor toelichting en aandachtspunten, zie verslag.
Correspondentie Verslag
Briefdatum
Opsteller
Termijn
Streefdaturn
Afwijking handhavingstrategie Bestuurlijk: Nee Strafrechtelijk: Nee
Reden:
Blad 6 van 14
Algemene bedrijfsgegevens Naam bedrijf
Odfjell Terminals Rotterdam BV_ :
Locatienummer
265600
Contactpersoon Gesproken met F
'RCC, wachtchef dagdienst), (Slangenspecialist dagdienst).
(B-operator RCC),
Milieuvergunning, incl. aanvraag, ADR, RID
Controlekader Algemeen tekstdeel
Heeft het bedrijf een of meer laadlosplaatsen Worden hier gevaariijke stoffen overgeslagen
Ja / Nee Ja / Nee
Zo ja, hoeveel en van welke aard. Soort Zeesteiger Binnenvaartsteiger Raillaadstations Trucklaadstation
aantal 5 9 RCC (rangeer) + 8
Conclusie: Allereerst wordt opgemerkt dat de inspectie geen diepgaande systeeminspectie is geweest, maar een brede audit op de vergunning, waar op een aantal punten wat verder is ingezoomd. In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat aan de vergunningseisen mbt laden/ lossen rail, voor zover tijdens de inspectie is geïnspecteerd, wordt voldaan. Hierbij zijn sprinkler en gasdetectie bij RCC niet uitgebreid onderzocht, maar uitsluitend besproken, dan wel gecontroleerd op aanwezigheid. Personeel is gedreven en vakkundig. Weten duidelijk waar ze over praten. Voor wat betreft de procedures kan gesteld worden, dat de meeste zaken gedocumenteerd zijn, maar dat het moeilijk zoeken is in de veelheid aan instructies, checklisten, procedures en werkorder. Odfjell heeft aangegeven bezig te zijn met een verbeterslag vwb kwaliteitssysteem, waarbij gekeken wordt naar de toepasbaarheid en samenhang van procedures. Mbt het inspectie- en onderhoudsmanagementsysteem SAP is aangegeven dat eind dit jaar het systeem zal kunnen draalen. Vragenlijst:
Algemeen
1.
Voldoet
Voorschrift 20.1: is in het begin van de la/lo handeling van brandbare producten rekening gehouden met de vloeistofsnelheid en de aarding ivm opbouw statische elektriciteit?
Blad 7 van 14
Ja/Nee Procedure 776 "Manipuleren"; bijstad manipulatie wordt aangegeven: let op pomp snelheid bij brandgevaariijke producten met mogelijke elektrostatische lading tijdens opstarten (tijdens opstarten 1 m/s). Tevens wordt vanuit deze procedure gerefereerd aan de aandachtspuntenlijst. Hierin wordt de het aanbrengen van de aardkabel genoemd. X ter plaatse controleren: geeft toelichting op aansluiten aarding en wijst locatie aan. M.b.t. beladingen wordt de vloeistofsnelheid in het RCC automatisch gereguleerd. Bij de start van de veriading wordt automatisch een vernauwing in de leiding aangebracht ("een voet ingezet ) middels een regelklep, waardoor de vloeistofsnelheid wordt beheerst. Als er een gewicht van 2 ton in de wagon is bereikt dan zal de vloeistofsnelheid weer opgevoerd worden. Op de werkorder wordt aangegeven of de stof statisch oplaadbaar is. BIJ NADER INZIEN BLIJKT AANSLUITING VAN AARDING OP DE WERKORDER TE ZIJN GENOEMD. ZONDER VISUELE CONTROLE MAG VERLADING NIET GESTART WORDEN. Bij de andere laad- en los plaatsen voor wagons wordt de laad snelheid handmatig gereguleerd. Bij het tossen vanuit een wagon naar een tank wordt aan de tankzijde de snelheid gereguleerd Tevens wordt opgemerkt dat bij het lossen vanuit een wagon de vloeistofsnelheid sowieso niet hoog is. Aandachtspunt: vloeistofsnelheid en aarding zijn niet als aandachtspunten opgenomen in de werkorder AANDACHTSPUNT t.a.v. aansluiten aarding vervalt ivm toch aangetroffen vermelding op werkorder 2.
Voorschrift 20.2: elk aansluitpunt voor de laad- en losarmen of -slangen, moet zijn voorzien van een duidelijk zichtbaar en leesbaar opschrift of een aanduiding, waaruit kan worden afgeleid voor welk product de aansluiting wordt gebruikt. Standaardvoorschrift: zijn de la/lo armen/slangen voorzien van opschrift met productaanduidinq? Lef op voor multipurpose leidingen geldt een ander regime; voor multipurpose mag afgeweken worden.mits van een procedure gebruik gemaakt wordt, waarmee calamiteiten ten gevolge van product verwisselen voorkomen wordt. Ja/Nee
X ter plaatse controleren:
(1 Ten aanzien van PO is op de leiding aangegeven welke stof het betreft. De veriadingen met multipurpose leidingen worden gedekt door de werkopdracht (maakt deel uit van procedure). Tevens is een kleurcodering op de productslangen aangebracht, die het medium onderscheidt (is omschreven in de procedure tbv omgang productslangen). 3.
Voorschrift 20.3: wordt er een procedure gevolgd die de goede werking borgt van de la/lo slangen en armen? Hierin moeten minimaal de volgende elementen zijn opgenomen: - zodanige ondersteuning, bescherming, bediening, opberging dat beschadiging wordt voorkomen - controle voor gebruik - voorkomen van het gebruiken van beschadigde slangen - jaarlijks keuren/testen/druk beproeving laad/los armen en slangen - instempelen datum beproeving of gelijkwaardigsysteem - registratie van deze gegevens met een bewaartermijn van 2 jr Ja / Nee In de slangenprodedure van Odfjell is opgenomen: registratie (slangnummer, afmetingen, kleur, locatie, datum laatste keuring) beoordeling voor gebnjik (criteria beoordeling)
Blad 8 van 14
(
-
behandeling tijdens gebruik (voorkomen beschadiging, opbergen, schoonmaken) buiten gebruik stellen reparatie opleiding
Controle van leidingen (+ tekst: "productslangen" zou vollediger zijn) is als controle voorafin de aandachtspuntenlijst bij de manipulatieprocedure opgenomen. X ter plaatse controleren: De operators voeren een gebruikscontrole (is toegelicht) uit op de productslangen; hiertoe is een verplichte workshop gevolgd (is besproken met operator). Het inspectie en onderhoudsregistratiesysteem is met dhr Dixon doorgesproken. Keuring van slangen wordt 2 per jaar uitgevoerd en bijgehouden in een registratiesysteem (Excel). Indien een afkeurcriterium van een slang van toepassing is, wordt deze afgekeurd. .ODe registratie van de bevindingen vindt echter niet plaats. Door DCMR is aangegeven dat dit wel wenselijk is (en verplicht ogv voorschrift 14.2). Actie door Odfjell zou opgepakt worden.Door dhr Dixon werd een lijstje met afkeurcriteria getoond, die afkomstig waren uit de workshop slangeninspectie. Deze afkeurcriteria zijn niet opgenomen in de slangenprocedure. Bij RCC lagen her en der productslangen wat slordig op de grond, opbergen van productslangen bij RCC komt ook niet duidelijk terug in procedure. ^
Aandachtspunten: Registratiesysteem tbv slangeninxpectie completeren op grond van vergunningsvoorschrift 14.2. Afkeurcriteria voor slangeninspectie zijn niet genoemd in slangenprocedure en registratiesysteem. Opbergen van productslangen bij RCC meenemen in slangenprocedure. 4.
Voorschrift 20.4: is er een voorziening voor het leegmaken la/lo slangen en armen met opvangsysteem? Ja / Nee X ter plaatse controleren: Voor het bewust leegmaken van slangen is een aansluiting op het vuilwaterriool aanwezig. In de praktijk gebeurt dit niet veel, de slangen worden gesloten bewaard en kunnen bij gebruik weer ontgast worden. Nadeel is dat de dampen naar de omgeving vrijkomen. 5.
Voorschrift 20.5: zijn ongebruikte (vol of leeg en ongereinigd) leidingen op de juiste wijze afgesloten zodat lekkages worden voorkomen? (bv blindfens) Ja/Nee
{
X ter plaatse controleren Gecontroleerde aansluitpunten bij RCC waren afgesloten middels een blindflens en afsluiter 6.
Voorschrift 20.6: wordt bij verladingen gewerkt volgens een procedure waarin de volgende 2 elementen zijn verwerkt: Wordt, voor het beladen, de juiste herkenningsteken (bv gevaarsaanduidingborden/VN nummer) op het voertuig aangebracht? Controle vooraf dat het te verpompen product alleen op de gewenste plek aankomt? Ja / Nee Gevarenaanduiding geregeld middels aandachtspuntenlijst. Controle vooraf via werkorder, manipulatieprocedure + aandachtspuntenlijst, RCC-werkinstructie. Aandachtspuntenlijst in manulatieprocedure wordt pas genoemd bij de stap natte controle. Hierdoor zal de controle vooraf (droge controle), genoemd in de aandachtspuntenlijst wellicht onderbelicht blijven.
Blad 9 van 14
X ter plaatse controleren: Gevarenaanduiding wordt, voor zover dit besproken en toelicht is, aangebracht. Geen opmerkingen DCMR. Droge en natte controle is doorgesproken met WC en B-operator ( i). Controle bij vertrek (incl. controlepunten) is opgenomen in werkorder; droge en evi natte controle niet. Wel kan oplijner tekenen voor oplijnen in orde. In de manipulatieprocedure wordt expliciet gevraagd om bevindingen te noteren.
Aandachtspunt: controlepunten explicieter maken (evt in werkorder, zoals controle vertrek) 7.
Voorschrift 20.7: zijn er in de directe omgeving van de la/lo plaatsen en op het steiger, voorzieningen om de verlading zo snel mogelijk te stoppen? bij giftige en brandbare stoffen zelfs twee noodstop voorzieningen. bij camera toezicht ook vanaf deze plaats. In het RCC op ten minste 3 strategische plaatsen een noodstopvoorziening.
^ Ja /Nee
X ter plaatse controleren: Bij het RCC is een aantal noodstoppen geïnstalleerd, zoals beneden bij veriading 2, bij trap naar controlekamer 1, bij bordess 1, controlekamer 1. Aantal ter plaatse gezien door DCMR.
Blad 10 van 14
Tankauto's en ketelwagens
8.
Voorschrift 20.10: vinden overslag activiteiten alleen plaats op een speciaal ingerichte laad-, losplaats? Ja /Nee
X ter plaatse controleren: Onder de laad- en losplaats bevindt zich een betonnen opvangbak (kelder) met een drainpomp. Bij een eventuele spill gaat de drainpomp pas draaien als de veriading gereed is. In de kelder bevindt zich een gasdetectiesysteem en een sprinklerinstallatie. Bij de lossing (tankwagon) op laadplaats 4 bevindt zich een vloeistofdichte vloer met een afvoer naar het riool. In losarm bevindt zich een afsluiter, die na veriading het nadruppelen voorkomt. Bij een eventuele druppellekage uit de bodemafsluiter, wordt expeditie geïnformeerd en indien nodig aan de hand van een nieuwe werkorder de lading overgepompt. Aandachtspunt: Odfjell geeft nog een terugkoppeling op vloeistofdichtheid/ -kerendheid v/d vloeren. 12 Voorschrift 20.11: geschiedt het la/lo van tankauto's en ketelwagens volgens een procedure de 2 onderstaande elementen zijn verwerkt:
waarin
Is op de laad- en losplaats instructies voorhanden voor veilig la/lo? Is een deskundig persoon aanwezig op la/lo plaats die bekend is met de procedures bij storingen/onregelmatigheden en contact heeft met de controlekamer? Ja/Nee Het aanwezig zijn van een toezichthouder wordt ook in RCC-instructie voorgeschreven. X ter plaatse controleren: Laad- en losinstructies zijn in de RCC controlekamer aanwezig. Uit navraag blijkt dat operators bij veriadingen met koppel werken, binnen- en buitenoperator (toezichthouder). Operator wordt hierin ook getraind.
13.
Voorschrift 20.12: staat tijdens het la/lo inclusief het aan- en afkoppelen de motor van de tankauto uit? (tenzij gebruikt voor het la/lo) En wordt het wegrijden van tankauto/ketelwagen voorkomen? Ja /Nee
^
X ter plaatse controleren:
Blad 11 van 14
Bij het ontkoppelen van de laad- losarmen, of trap uit het ophangsysteem wordt verhaallierinstallatie (lorry) geblokkeerd. Tevens gaat spoorsignalering op rood. Bij het aankoppelen van de lorry gaat signalering ook op rood. Inschakelen van pomp activeert ook rood signaal. Het inschakelen van de blokkering bij het ontkoppelen van de laadarm bij PO is gedemonstreerd. 14 Niet in verg.: hoe worden tankauto's, ketelwagens beladen als de vulopening aan de bovenzijde zit? (laadbordes of gelijkwaardige voorziening?). Ja /Nee X ter plaatse controleren: Laadbordes 15 Voorschrift 20.13: hoe wordt geborgd dat alle deksels, afsluiters en dergelijke openingen van tankauto's/ketelwagens goed gesloten zijn behoudens la/lo en monsterneming? Ja / Nee
Procedureel geregeld in werkorder en aandachtspuntenlijst. Onderdelen zijn zoals eerder vermeld in werkorder niet geëxpliciteerd. Wordt in de praktijk gecontroleerd volgens operator en WC. • ter plaatse controleren:
Overige voorschriften mbt laad-, losplaatsen en steigers
20 Voorschrift 20.14: Worden binnen de inrichting ook ketelwagons gereinigd?
Ja/Nee Navraag: nee, is lx gebeurd ivm incident (is ook een uitzondering in de vergunning). D ter plaatse controle: 21 Voorschrift 20.15: is er een voorziening bij om ketelwagens onder druk, de druk zondereen optredende emissie af te laten. Ja/Nee Dit is DVS-2 bij RCC. • ter plaatse controle:
Blad 12 van 14
('f"^
(
22 Voorschrift 20.16: hoe geschiedt de beëindiging van de belading (volgens vergunning middels een ingesteld gewicht op de weegbrug). Ja/Nee Geschiedt middels weegbrug. • ter plaatse controle:
23 Voorschrift 20.17: is elke laadarm voorzien van een overvulbeveiliging die: a. de toevoer afsluit; b. de pomp uitschakelt; c. een akoestisch en visueel signaal afgeeft.
Ja/Nee .(
(•
X ter plaatse controle: Laadarm is voorzien van een borrelpijp, waar stikstof op staat. Borrelpijp is gefixeerd in trechter (gezien). Bij overvullen wordt de lossing automatisch stop gezet. Tevens zal bij bereiken van het ingestelde gewicht de lading automatisch beëindigd worden. 24 Voorschrift 14.2: inspectie en onderhoudssysteem. Onderhoud en inspectie: laadarmen. Ja/Nee • ter plaatse controle: Losarmen zijn opgenomen in onderhoudsmap. Is ingezien, voor verbetertraject wordt naar BRZO verwezen. 25 Voorschrift 6.39: gasdetectiesysteem
Ja/Nee Volgens wachtchef en operator aanwezig in kelder (systeem niet bekeken), a ter plaatse controle: 26 Voorschrift 6.39: sprinklerinstallatie
Ja/Nee
X ter plaatse controle: Systeem niet gecontoleerd. Sprinklerkoppen in kelder en op bordess zijn gezien. Tevens schakelaars buiten RCC gezien.
Blad 13 van 14
27 Vraag ten behoeve van inventarisatie voorzieningen voor DCMR W E , is niet (nog) wettelijke verplicht: Beschikt het bedrijf over voorzieningen, anders dan communicatie, om bij het lossen van binnenvaarttankers de lospompen, van het schip, vanaf de walzijde te stoppen? Zo ja, waaruit bestaan deze middelen? Ja/Nee Niet gecontroleerd. • ter plaatse controle:
Divers Laden/ lossen steigers is in gezamenlijk project 2007 opgepakt. Monsters dienen niet op bordes in RCC te worden bewaard (in '07 opmerking over gemaakt, nu stond er 1 monster in glazen fles), voorziening wordt door Odfjell gerealiseerd. Volgende procedurele lijsten ingezien: O RCC/ DVS-journaal O Storingslijst DVS. O Aantal werkorders RCC. Lijsten konden getoond worden en waren voor zover bekeken volledig ingevuld.
Blad 14 van 14
(V
Verslag
DCMR
milieudienst
Rijnmond Kopie aan
Aan
Datum Kenmerk Auteur 15 november 265600 2012 20725810 Onderwerp Na een melding onderzoek uitgevoerd naar de ontgraving en afvoer van verontreinigde grond.
Locatie Naam Adres Plaatsbepaling
Activiteit (sub) Locatiesoort Status
Verslag Verslagdatum Rapporteur Gesproken met Verslagsoort l.o.v. bureau Participant BGO/BGA Nacontrole van nav beschikking Onderdelen Regelgeving
265600 Odfjell Terminals (Rotterdam) Bv Oude Maasweg 6 3197KJ BOTLEK ROTTERDAM l.k.v. Wbb is voor gehele bedrijfsterrein sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging RT059905217, waarvoor is ingestemd met een LBP, TC-0227-22. Einddatum bodemsanering is fictief, meerdere saneringen op 1 locatie. www.odtjell.nl Overige provinciale Wm-activiteiten (tank op/overslag) Wm inrichting Meldings- en vergunningplichtig 98284037 13-06-2008 lan de Klerk uitvoerder betonbouw tel:06- 20 73 54 03 Handhaving Wbb controle preventief Handhaving Reststoffen en Bodem Rotterdam
(x = gecontroleerd) X Artikel 39a Wbb (saneren conform SP, voorschriften (en aanwijzing)) WVO Algemeen Registratiebesluit rampen en zware ongevallen Regeling op-, overslag en distributie benzine milieubeheer Besluit risico's zware ongevallen '99 Besluit emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer A Artikel 8.1 Wm (vergunningplicht voor oprichten, in werking hebben of veranderen van de inrichting) Activiteitenbesluit type C
Bevindingen
Printdatum: 15-11-12
Blad 1 van 3
Bodem (Wbb) Gronddepots conform eisen Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: nvt Handhaven in 1 stap: Nee nvt nvt Nee, depots werden niet voorzien van een bovenafdichting. Op de wal lagen bergen grond waarvan niet duidelijk was wat de kwaliteit was maar ook in de beunbak "IJsselmeer" met het registratienummer 2005994 lag grond opgeslagen die pas maandag naar een andere loswal gevaren zou gaan worden. Van deze grond gaf de van de Klerk en de heer van het schip de "Willlem Antonia" uit Amsterdam aan dat het om verontreinigde grond gaat. Discussie blijft of deze grond in depot staat dan wel transportgereed maar beide moeten voorzien zijn van een bovenafdichting en dat was niet het geval. Zie foto's behorende bij het verslag.
Correspondentie Verslag
Briefdatum
Vervolgacties vervolgcontrole
Opmerking Dossier moet verder compleet gemaakt worden waarna de locatie wederom bezocht moet gaan worden.
Opsteller
Termijn
Streefdatum
Door HHREST
Afwijking handhavingstrategie Bestuurlijk: Ja Strafrechtelijk: Nee
Reden: Er zijn veel zaken niet op orde die verder onderzocht moeten gaan worden. Pas dan kan bepaald worden van wat en hoe verder.
Op 13-6-2008 is op verzoek van een bezoek aan Odfjell gebracht. Uit externe informatie werd duidelijk dat er mogelijk strijdig gewerkt werd ter plaatse van de daar in uitvoering zijnde bodemsanering. Sanering vond plaats in combinatie met het vernieuwen van de kademuur. Om een goed beeld van de locatie te kunnen vormen is besloten de locatie vanaf het water te benaderen. Hiervoor is door contact opgenomen met de Zeehavenpolitie, contactpersoon
Vanaf de kop van de Derde Petroleumhaven was weinig zichtbaar anders dan kerende schepen en veel kraangieken maar geen goed beeld van de situatie op de locatie van Odfjell en daar draaide het om. Vervolgens afgesproken met de Zeehavenpolitie dat ik om 15.00 uur uiteriijk zou opstappen in de Jobshaven. Ondenweg bleek dat men al geruime tijd hier aan het werk was met bodem en kademuren aldus de Zeehavenpolitie. Op locatie trof ik mensen van de Klerk uit Werkendam aan met onderaannemers/inhuur. Gesproken is toen met de heer uitvoerder van de Klerk Betonbouw (tel. . Ook is gesproken met de heer uit Amsterdam (tel. schipper en kraanmachinist van het schip de Willem Antonia. Hij is volgens mij geen werknemer van de Klerk maar onderaannemer dan wel gehuurd door de Klerk.
Blad 2 van 3
Uit het verhaal van de heer bleek dat verantwoordelijk voor het baggerwerk is en bereikbaar onder DLPer voor de Klerk maar niet op het werk aanwezig was.
uitvoerder bij de Klerk en Tevens is hij de BRL 7000 /
Als we meer inhoudelijk wilden weten aangaande de BRL 7000 dan moesten we contact opnemen met de heer van de Klerk dit is de kwaliteitsman. Hij is bereikbaar onder Via de Zeehavenpolitie is de beunmaat van het schip "IJsselmeer 2005994" opgevraagd. Op basis van hun informatie vertelde men dat de beumaat 844 ton was en dat de bak nagenoeg / globaal vol zat. Deze bak lag bij Odfjell voor de kant geladen met visueel zanderig materiaal en relatief droog voor het zicht. Deze lading kwam vrij bij het graven tussen de twee damwand constructies en betrof geen schone grond. De mate van verontreiniging wist men niet maar op de bak had men wel bebording geplaatst met een gevaarszetting. De lading was niet onder een folie dan wel kleppen geplaatst en lag dus feitelijk uit te dampen uitgaande op het gegeven dat de veronttreiniging op deze locatie bestond uit olie, BTEX en MTBE. Depot's behoren op de kant onder folie geplaatst te worden en tijdens transport over de weg ook. Door de Zeehavenpolitie werd dit ook bevestigd voor transport over water. De grond ging over inhanden van Brabob die als bemiddelaar optrad. Hiervoor zou de vracht maandag 16-6-2008 naar de Hartelmond t.p.v de betoncentrale gebracht worden alwaar de grond gelost en per as verder vervoerd zou gaan worden. Transporteur van de grond was firma de Jongh aan de Oude Maasweg te Rotterdam. Ook vertelde men dat er wel grond was overgeslagen bij van Benthum op de Vondelingenplaat.
Blad 3 van 3
Verslag
OCMR milieudienst
Rijnmond Kopie aan
Aan
Datum
Kenmerk
16-06-2008
265600 20726570
Auteur
Onderwerp Toezichtcontrole bodemsanering steiger 11
Locatie
Locatiesoort Status
265600 Odfjell Terminals (Rotterdam) Bv Oude Maasweg 6 3197KJ BOTLEK ROTTERDAM l.k.v. Wbb is voor gehele bedrijfsterrein sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging RT059905217, waarvoor is ingestemd met een LBP, TC-0227-22. Einddatum bodemsanering is fictief, meerdere saneringen op 1 locatie. www.odfjell.nl Overige provinciale Wm-activiteiten (tank op/overslag) Wm inrichting Meldings- en vergunningplichtig
Verslag
98284249
Verslagdatum Rapporteur Gesproken met Verslagsoort l.o.v. bureau Participant BGO/BGA Nacontrole van nav beschikking Onderdelen Regelgeving
16-06-2008
Naam Adres Plaatsbepaling
Activiteit (sub)
Handhaving deelcontrole Handhaving Reststoffen en Bodem Provincie Zuid-Holland
ALGEMEEN (x = gecontroleerd) X Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaariijke afvalstoffen X Artikel 39a Wbb (saneren conform SP, voorschriften (en aanwijzing)) WVO Algemeen Registratiebesluit rampen en zware ongevallen Regeling op-, overslag en distributie benzine milieubeheer Besluit risico's zware ongevallen '99 Besluit emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer A Artikel 8.1 Wm (vergunningplicht voor oprichten, in werking hebben of veranderen van de inrichting) Activiteitenbesluit type C
Bevindingen
Printdatum: 15-11-12
Blad 1 van 6
Bodem (Wm) Bodemverontreiniging Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: nvt Handhaven in 1 stap: Nee nvt nvt Tijdens het bezoek is geconstateerd dat tussen twee damwanden thv steiger 11 grond is venwijderd. Registratie en rapportage Registratieverplichting afval Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: nvt Handhaven in 1 stap: Nee nvt nvt Tijdens het bezoek is geconstateerd dat verontreinigde grond afkomstig van tussen de damwanden en verontreinigde grond afkomstig van leidingtrace met beunbakken is afgevoerd. De afzender/ontdoener was niet in het bezit van een witte originele begeleidingsbrief Dit is een overtreding van artikel 10.39 van de Wet milieubeheer.
Correspondentie Verslag
Briefdatum
Opsteller
Termijn
Streefdatum
Afwijking handhavingstrategie Bestuurlijk: Nee Strafrechtelijk: Nee
Reden:
Inleiding Aan Odfjell Terminals Rotterdam BV is een beschikking RT059905217m20 en 121 (plan van aanpak 03-25 juli 2007 en e-mail 10-01-2007) afgegeven voor het saneren van de (benzeen en MTBE) verontreingde bodem ter plaatse van steiger 10 en 11. In het kader van recontructiewerkzaamheden ter plaatse van steiger 10/11, zijn diverse bodemonderzoeken uyitgevoerd. De bodemonderzoeken hebben betrekking op het gebied aan de landzijde van de nieuw te bouwen kademuur. Op de locatie zijn de aannemers De Klerk, en Visser en Smit Haneb aanzwezig voor het uitvoeren van grondwerkzaamheden. Bij de sanering komt schone, herbruikbare en verontreinigde grond vrij. De grond kan worden afgevoerd naar buiten de inrichting alsmede binnen de inrichting waar tankputten voor schone als hergebruik grond mogelijk zijn. Ook heeft Odfjell een vergunning voor het reinigen (landfarming) van grond. Doel van de controle Controle op de verplichtingen die samenhangen met het ongedaan maken van een nieuw geval van bodemverontreiniging overeenkomstig het plan van aanpak (op basis van het lokatiebeheersplan).
Bevindingen Uitvoering toezicht op de datum 16 juni 2008. Kwartier voor arrivering bij OTR telefonisch contact met 1 verband mogelijkheid aanwezig te zijn bij bezoek en begeleiding over het terrein. Venwezen naar , neemt geen telefoon op. Na passeren van de poort telefonisch contact met I (Koenders en Partners), hij verzoek op lokatie contact op te nemen met milieukundigbegeleider dhr.
Blad 2 van 6
start melding 12 oktober 2007 door de heer Koeriers en Partners (milieukundige begeleiding) De milieukundige begeleiding van de bodemsanering wordt uitgevoerd door Koenders en Partners. De heer , voort sanering uit overeenkomstig het Bodemonderzoek project nummer 70229. Op een laptop wordt dagelijks de uitgevoerde werkzaamheden bijgehouden. Omdat het software programma slechts enkele regels op het scherm liet zien is gevraagd om de tekst uit te vergroten. Met de beschikbare middelen is het niet gelukt om een leesbare tekst te produceren. Daarop is besloten om het gehele logboek per e-mail naar de DCMR te sturen. Dit logboek is ontvangen. Vastlegging ontgravingscontouren Aan de milieukundig begeleider is een overzicht gevraagd van de ontgravingscontouren. Hierbij werd een plattegrond overghandig met daarin aangetekend de ontgravingscontouren en dieptes. Deze gegevens werden op het kantoor verder uitgewerkt en gedigitaliseerd. Afvoer grondstromen De milieukundige begeleider kon niet bij benadering duidelijk maken hoeveel grond bij de sanering tussen de kade was vrijgekomen, wanneer en waarheen was getransporteerd. De originele witte begeleidingsbrieven die bij het transport behoren te zijn gevoegd konden niet worden getoond. Bonnen met gewichten van de hoeveelheden waren niet van de transporteur ontvangen. Dit was aanleiding om verder duidelijkheid te krijgen in de afvoer van de verontreinigde grond. Op 26 mei 2008 is een hoeveelheid grond afgevoerd naar Deep Green ter plaatse van mineraalweg riddspoor-noord. Een hoeveelheid wordt niet genoemd. Note: uit gegevens opgevraagd (27 juni) bij Deep Green is dit 45.400 kg. Uit het logboek op te maken dat verontreinigde grond is afgevoerd op 29/30 mei 2008 c a . 400 m3 (640.000 kg) verontreinigde grond ontgraven tussen kade muur en en damwand (2-de beunbak). Op 2 juni 2008 wordt de sanering verder uitgevoerd waarbij nog eens 245 m3 (392.000 kg) met een beunbak wordt afgevoerd (3-de beunbak). Op 9 juni 2008 is verontreinigde grond van de mineraalweg ridderspoor Noord in TP 34 geplaatst. Op 10 juni 2008 wordt c a . 20 m3 uit tankput 34 op rijplaten bij de kade gedeponeerd met beunbak afgevoerd. Op 11 juni 2008 wordt grond weggehaald en van onder het leidingtrace (benzeen/tolueen) en naast de kade (op rijplaten) gedeponeerd. De MKB-ér heeft bij de aannemer aangegeven dat de grond moet worden afgedekt. Omdat de aannemer hier geen gevolg aan gaf is door de MKB-er de projectleider op de hoogte gesteld. Dit heeft echter ook niet tot het gewenste resultaat geleid. In totaal ligt er c a . 50 m^. Note: in de beschikking alsmede in het saneringsplan zijn geen eisen gesteld aan het afdekken van met VOS verontreingde grond. In de avond van 12 juni is de grond (50 m3) van naast de kade in de beunbak gedeponeerd. De partij is ook in de beunbak niet afgedekt geweest. Op 13 juni 2008 de sanering verder uitgevoerd grond is in beunbak geplaatst. Geen hoeveelheid in logboek vermeld. Overzicht: Door Odfjell alsmede door Koenders en Partners is per e-mail een overzicht opgestuurd van de afvoer van grond. Note: In dit overzicht zijn grondstromen verkeerd weggeschreven (afvalstroomnummer en data).
Blad 3 van 6
Koenders en Partners heeft het overzicht gecorrigeerd. Op 27 juni is bij opnieuw een overzicht opgevraagd en (per e-mail) gekregen. Uit dit overzicht blijkt dat in de periode is afgevoerd: 26/27 mei 497.060 kg = 310 m^ 29/30 mei 399.500 kg = 249 m^ 02/06 juni 104,640 kg = 65 m^ Totaal 1001.200 kg = 625 m^ (factor 1,6 kg/m3) Resumé: uit het logboek blijkt dat ongeveer 400 m^ verontreinigde grond in de periode 29/30 mei 2008 een beunbak is afgevoerd met een waarbij de laatse afgevoerde beunbak geen schatting is vermeld. Uit de verstrekte gegevens van K&P blijkt dat 249 M^ is afgevoerd. De inhoud van de beunbak bedraagt 437 m^ Aannemer De Klerk erkend BRL6000 In de directiekeet is gesproken met de heer , De aannemer is de feitelijk uitvoerder van de werkzaamheden en registreert de afvoer van de verontreinigde grond. De verontreinigde grond wordt verkocht (36 euro/ ton) aan BraBoB en verzorgt de verwerking. Van de overeenkomst is een afschrift van het (concept) contract bij deze rapportage gevoegd. Aannemer Visser de Smit Haneb Op 11 juni is verontreinigde grond onder het leidingtrace door Visser en Smit Haneb ontgraven. Hierbij is geen milieukundige begeleiding bij geweest die BRL7000 erkend is. De heer is van mening dat Norke Veritas een audit heeft uitgevoerd en de certificering loopt. Uit het logboek van Koenders en Partners blijkt dat circa 50 m^ is ontgraven. Note: de ontgraving behoort niet bij de sanering zoals genoemd in de inleiding. Telefonisch is door aannemer "de Klerk" gemeld dat op 16 juni verontreinigde grond naar Deepgreen is getransporteerd. Gebr De Jong Begeleidingsbrief 084718G20455 (26 mei 2008) Uit de brief valt het volgende op te maken. BraBOB staat als bemiddelaar vermeld De Jong is vervoerder van de verontreinigde grond. De Klerk" staat als ontdoener vermeldt en depot "gebr. De Jong" als ontvanger en bestemming. Note: deze vracht behoort niet tot de hoeveelheid verontreinigde grond die is vrijgekomen bij de ontgraving tussen de damwanden en de kademuur. Uit het overzicht blijkt dat in totaal 403.560 kg (omrekening factor 1,6 = 252 m^) is ontvangen. Begeleidingsbrief asn 084718G20455 (30 mei 2008) Uit de brief valt het volgende op te maken. BraBOB staat als bemiddelaar vermeld De "Veen" is vervoerder van de verontreinigde grond. "de Klerk" staat als ontdoener vermeldt en depot "gebr. De Jong" als ontvangeren bestemming. De ondertekening van de afzender, ontdoener en transporteur zijn door dezelfde persoon ondertekend. De naam in blokletters ontbreekt. Verwerkingscode niet ingevuld. Note; navraag doen wie Veen" is en of VIHB erkend/geregistreerd. Uit het overzicht blijkt dat in totaal 542.520 kg (omrekening (factor 1,6 =/- 339 m^) is ontvangen.
Begeleidingsbrief asn 080818T00044 (d.d. 16 juni 2008) Uit de brief valt het volgende op te maken. BraBOB staat als bemiddelaar vermeld De firma Trabeco is de vervoerder VIHB-nummer niet ingevuld.
Blad 4 van 6
"de Klerk" staat als ontdoener vermeld en Boskalis Dolman te Schiedam als bestemming. Note: Totaal overzicht van 16/6 niet compleet omdat controle op die dag heeft plaats gevonden. De partij is met Beunbak naar Hartelmond gevaren. Aldaar met behulp van de firma ACR gelost in vrachtwagens van de Jong die de partij naar Boskalis Dolman heeft gebracht. Het transport over het water blijkt niet uit de begeleidingsbrief Ook is de firma "Veen" niet meer vermeld. Uit de begeleidingsbrief blijkt dat 48.160 kg (omrekening (factor 1,6 =/- 77.1 m^) is getransporteerd. Boskalis Dolman Uit een overzicht van vrachten en bijbehorende analyseresultaten van Boskalis Dolman (controle ' blijkt dat op 16 juni totaal 684.520 kg m^ is ontvangen. 30 mei 440.500 kg = 275 m^ Kwaliteit van de grond In het plan van aanpak is ten aanzien van de kwaliteit van de ontgraven grond het volgende vermeld: De analyseresultaten van de grondmonsters zijn, getoetst aan de streef- en interventiewaarden. In geen van de 6 geanalyseerde monsters zijn overschrijdingen aangetroffen van de streefwaarde voor elk van de betreffende componenten. Met uitzondering van de metalen chroom, nikkel en zink liggen deze alle onder de detectiegrens. Ter plaatse van het leidingtracé/olieafscheiser thv st 11 is door Visser Smit Hanab in verontreinigde grond (tolueen en benzeen) ontgraven. Deze sanering is geregeld in een separaat plan van aanpak. De DCMR (dhr. heeft met het PVA ingestemd (e-mail 4 april 2008). Note: in dit plan van aanp[ak alsmede de e-mail zijn geen eisen gesteld aan het separaathouden van de grond en afdekking. Kwaliteit van het grondwater In het plan van aanpak is het volgende vermeld: Voor wat betreft het grondwater blijkt dat de meeste mobiele verontreinigingen die in benzine voorkomen dieper in het grondwater worden aangetroffen. In het voorgaande rapport is vastgesteld dat in het ondiepe grondwater ter plaatse benzine verontreinigingen zijn aangetroffen met onderandere MTBE en benzeen. Deep Green Door de heer van de DCMR is op 27 juni 2008 een toezichtcontrole uitgevoerd bij Deep Green. Hierbij zijn de gegevens opgevraagd van de grond die is geaccepteerd van 26 mei (45.400 kg) en 16 juni (26.500 kg).
Resumé Over de periode 26 mei tot 16 juni heeft de Milieukundige Begeleider in het logboek de hoeveelheid afgevoerde grond ingeschat op ca 400 m^ + een onbekende hoeveelheden die op 16/5 en 13/6 is ontgraven. De hoeveelheid verontreinigde grond die in het logboek is geregistreed wijkt af van die bij "de Jong" en "Boskalis Dolman" is geregistreerd. Uit een e-mail verkregen van Koenders en Partners op 27/6 is een totaal afgevoerd van 625.750 m^ Grondbalans
Blad 5 van 6
Hoeveeihe den in kg MKB K&P Boskalis Dolman Deep Green De Jong De Klerk
26-mei 29/30/5
? 497.060 497.180
640.000 399.500 440.500
2-iun
16-jun
392.000 104.640 164.400
683.000 684.500
45.400
18-jun totaal
56.500 1.740.700 56.500 1.843.080
26.500 71.900
403.560
542.520
Kosten voor venwerking Hoeveelheden in kg De Klerk Brabob K&P Boskalis Dolman Deep Green De Jong
Tarief cat 1 grond
Schoon
Bedragen in euro's
36,00 497.180 1345.900 71.900
17,50 25,00 30,00
8.700,65 33.647,50 2157,00
Overig Tijdens een overieg op 8 juli 2008 is met de heer afgesproken dat Koenders en Partners een overzicht maakt en opstuurt wat, wanneer, door wie en op welke datum is afgevoerd of opgeslagen in depot. Ook zullen de hoeveelheden worden vermeld die zijn ingemeten door de milieukundig begeleider na het uitvoeren van diverse fases van de sanering. Omdat het opstellen van de gegevens tenminste een week duurt is besloten dit verslag af te sluiten in verband met KPl's. Het verslag en de verkregen resultaten zullen in een nieuw aan te maken controleverslag worden vermeld.
Blad 6 van 6
m
Verslag
Aan
Datum
Kenmerk
11-07-2008
265600 20733058
Kopie aan
DCMR
Auteur
milieudienst Rijnmond
Onderwerp Nacontrole naar aanleiding van de geconstateerde overtredingen (voonwaarschuwing) tijdens de BRZO-inspectie mei 2007. De eerder verzondenwaarschuwing is al middels een eerdere nacontrole afgehandeld.
Locatie Naam Adres Plaatsbepaling
Activiteit (sub) Locatiesoort Status Verslag Verslagdatum Rapporteur Gesproken met Verslagsoort l.o.v. bureau Participant BGO/BGA Nacontrole van nav beschikking Onderdelen Regelgeving
265600 Odfjell Terminals (Rotterdam) Bv Oude Maasweg 6 3197KJ BOTLEK ROTTERDAM l.k.v. Wbb is voor gehele bedrijfsterrein sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging RT059905217, waan/oor is ingestemd met een LBP, TC-0227-22. Einddatum bodemsanering is fictief, meerdere saneringen op 1 locatie. Kade 11/Mineraalweg 23 www.odfjell.nl Overige provinciale Wm-activiteiten (tank op/overslag) Wm inrichting Meldings- en vergunningplichtig
98286211 11-07-2008
Handhaving deelcontrole Handhaving Procesindustrie Provincie Zuid-Holland
ALGEMEEN (x = gecontroleerd) X Besluit risico's zware ongevallen '99 X Artikel 18.18 Wm (gedragingen m.b.t. voorschriften) WVO Algemeen Registratiebesluit rampen en zware ongevallen Regeling op-, overslag en distributie benzine milieubeheer Besluit emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer A Artikel 8.1 Wm (vergunningplicht voor oprichten, in werking hebben of veranderen van de inrichting) Artikel 39a Wbb (saneren conform SP, voorschriften (en aanwijzing)) Activiteitenbesluit type C
Bevindingen
Printdatum : 15-11-12
Blad 1 van 5
Veiligheid
Blusmiddelen
Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Ja Ja Nee Voorscrift 6.22: de planning van het onderhoud aan de brandbestrijdingsmiddelen heeft Odfjell opgenomen in de overall planning, welke wordt beheerd door de field engineer. Op basis van de planning worden de field technicians en aannemers aangestuurd. Vastgesteld is dat ten aanzien van het onderhouden van koel- en blussystemen geen referentiekader met normen, degradatiemechasnismen en afkeurcriteria is opgenomen in het onderhoudsconcept. Het bedrijf Saval voert de inspecties en onderhoud voor Odfjell uit. Niet duidelijk is hoe geïnspecteerd wordt, wat de bevindingen zijn en waaraan getoetst wordt. Overtreding van vergunningsvoorschrift 6.22 is hiermee niet ongedaan gemaakt. Veiligheid Overig Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: nvt Handhaven in 1 stap: Nee nvt nvt Voorschrift 14.2: aan de hand van het overall planningsoverzicht is vastgesteld dat de veiligheidskleppen zijn opgenomen in de overall planning. Het onderhoud wordt jaariijks uitgevoerd. De overtreding van vergunningsvoorshrift 14.2 is hiermee ongedaan gemaakt. Veiligheid Overtreding: Nee
Blusmiddelen Kernovertreding: nvt
Aanschrijving: nvt
Handhaven in 1 stap: nvt
Voorschrift 6.17: uit de inspectie van de leiding is gebleken dat het koelleidingsegment inmiddels is gerepareerd. De overtreding van vergunningsvoorschrift 6.17 is hiermee ongedaan gemaakt. Veiligheid Blusmiddelen Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Ja Ja Nee Voorschrift 6.19/ art. 8.1 Wet milieubeheer/ art. 5, lid 3 van het BRZOi99: Op 26 februari 2008 hebben wij het plan van aanpak "Bereikbaarheid koelwaterieidingen bij tank- en/of putbranden, kenmerk B012-RVRMFH, ontvangen. Na beoordeling hebben wij hierop telefonisch en via de e-mail op 10 maart 2008 voor wat betreft de bediening van de koelafsluiters en de schuimaansluitingen positief gereageerd. Het Masterplan inzake de bereikbaarheid van de koelwaterieidingen bij tank- en/of putbranden is nog in ontwikkeling. Hierover vindt regelmatig overieg met de VRR plaats. Overeengekomen is dat Odfjell eind oktober het concept Masterplan ter beoordeling indient bij de DCMR.
Veiligheid
Blusmiddelen Handhaven in 1 stap: Overtreding: Kernovertreding; Aanschrijving: nvt nvt Nee nvt Voorschrift 6.32: door SNR zijn 3 nieuwe dieselpompen in gebruik genomen, die per stuk een capaciteit hebben van 850 m3/ uur. Deze pompen zijn voorzien van een onafhankelijke energievoorziening. Bij uitval van 1 pomp is nog steeds de capaciteit van 75 % van het maximale scenario van 1800 m3/ uur gegarandeerd. Hiermee is de overtreding van vergunningsvoorschrift 6.32 ongedaan gemaakt.
Correspondentie Verslag Andere correspondentie HH
Briefdatum
Opsteller
Termijn
Streefdatum
Afwijking handhavingstrategie
Blad 2 van 5
Bestuurlijk:
Ja
Reden: Odfjell heeft zichtbaar significante verbeteringen aangebracht; de
Strafrechtelijk: Ja
geconstateerde Wm-overtredingen zijn (deels) ongedaan gemaakt. In augustus zal er een grondige systeemaudit gedaan worden door het BRZO-team. In afwachting van deze resultaten zal het verdere handhavingstraject bepaald worden. Tevens zijn er ovetredingen, die niet per direct ongedaan gemaakt kunnen worden, maar een lange termijn aanpak vergen.
Verslag nacontrole BRZO n.a.v. geconstateerde overtredingen mei 2007.
Datum inspectie: 10 juli 2008 Inspecteurs:
- DCMR;
VRR.
Gesproken met: , .Manager QHSE), (Maintenance Engineer), (Veiligheids- en BHV coordinator), (Project Engineer)
Stand van zaken onderhoudsvsteem eeft een toelichting op de wijzigingen in de aanpak m.b.t. onderhoud binnen de Odfjellorganisatie. Odfjell heeft duidelijk inspanning geleverd om de onderhoudsorganisatie een betere systematische structuur te geven. Dit blijkt ook uit de concept onderhoudsprocedure die ten grondslag aan het gehele onderhouds proces zal gaan liggen. Odfjell heeft toestemming gekregen om de SAP-applicatie aan te schaffen en zal op korte termijn de overstap maken naar het SAP-systeem. Eind 2008 zal volgens planning de applicatie operationeel gemaakt worden en een aanvang gemaakt worden met het invoeren van de gegevens. In de transisitiefase zullen de huidige programma's (Excel en WAS) parallel operationeel blijven en vooriopig het onderhoud op de inrichting moeten beheersen. Om de planning van het onderhoud beter te kunnen borgen, is aanvullend een overall planningsoverzicht in Excel gecreëerd. De field engineer beheert dit overzicht en zet de taken uit bij de shop supervisor / field technicians. Bevindingen Voor de ondenwerpen is gebruik gemaakt van de HH-brief van de DCMR (2037037, 8 okt '07). Overtreding van artikel 5, lid 3, juncto Bijlage II van het BRZO '99 is niet openomen in deze nacontrole, omdat dit meegenomen zal worden in de BRZO-audit '08. In navolging van de HH-brief van de DCMR heeft Odfjell na het uitvoeren van de diverse acties dit in een brief gemeld, kenmerk B075-WGA-MFH, d.d. 27-11-2007. Algemeen: Op basis van de gecontroleerde ondenwerpen kan m.b.t. onderhoud in zijn algemeenheid gesteld worden dat op een aantal punten de borging van het onderhoud nog onvoldoende is gebleken. Bij een aantal ondenwerpen was geen of een onvolledige onderiiggende procedure (onderhoudsconcept) aanwezig, waarin een referentiekader met o.a. degradatiemechanismen en afkeurcriteria waren opgenomen. Geïnspecteerde ondenwerpen: •
Voorschrift 6.22 (0-55 en 088)
De planning van het onderhoud aan de brandbestrijdingsmiddelen is opgenomen in de overall planning. Op basis van deze planning krijgen de field technicians, via shop supervisor, van de field engineer een
Blad 3 van 5
^
(
melding dat er onderhoud moet plaatsvinden aan een (onderdeel van de) installatie. Ten aanzien van het onderhouden van koel- en blussystemen is geen referentiekader met normen, degradatiemechasnismen en afkeurcriteria opgenomen in het onderhoudsconcept. Saval voert controles en onderhoud uit. Niet duidelijk is hoe geïnspecteerd wordt, wat de bevindingen zijn en waaraan getoetst wordt De overtreding is hiermee nog niet ongedaan gemaakt. • Voorschrift 14.2 (0-75) Aan de hand van het overall planningsoverzicht is vastgesteld dat de veiligheidskleppen zijn opgenomen in het onderhouds- en beheersysteem. De Chief Field technicians heeft de melding mbt onderhoud van de lijsten met veiligheidskleppen in zijn mailbox getoond. De overtreding is hiermee ongedaan gemaakt. Uit het opgevraagde onderhoudsconcept (doe. PRO-0942, d.d. 30-6-2004) blijkt dat er wederom geen referentiekader met normen, degradatiemechasnismen en afkeurcriteria vastgesteld zijn. Dit item valt onder het onderwerp veiligheidsbeheersysteem (overtreding 0-84) van genoemde brief van de DCMR; systematische borging van het onderhoud.
/
• Voorschrift 14.5 (0-94) De offerte en de foto's van de werkzaamheden m.b.t. het repareren van de fireproofing van kolom C1101 zijn ingezien. Tevens is tijdens de terreinronde vastgesteld dat de fireproofing geen scheuren meer vertoont. Na invenrafisatie door Odfjell van de andere kolommen is in de reparatie ivm haarscheurtjes ook de fireproofing van een andere PlD-kolom meegenomen. De overtreding is hiermee ongedaan gemaakt. Uit navraag bleek het controleren van de staat van de fireproofing nog niet geborgd te zijn in het onderhoudsysteem. Dit dient door Odfjell in het verbetertraject van het VMS meegenomen te worden. • Voorschrift 6.17 (0-88) Uit de inspectie van de leiding is gebleken dat het koelleidingsegment inmiddels is gerepareerd. De ovetreding is hiermee ongedaan gemaakt. . Voorschrift 6.19/ art. 8.1 Wm/ art. 5, lid BRZO (O-90) Uit een toelichting blijkt dat Odfell intensief bezig met het Masterplan inzake de 3 VSNIrr? hittestralingscontour. Eea wordt ook in overieg met de VRR gedaan. Overeengekomen is dat Odfjell voor eind oktober het draft Masterplan ter beoordeling indient bij de DCMR. De DCMR zal het beleidstuk ten aanzien van dit ondenwerp naar Odfjell sturen.
(
• Voorschrift 6.32 (0-51) Door SNR zijn 3 nieuwe dieselpompen in gebruik genomen, die per stuk een capaciteit hebben van 850 rr?l uur. Deze pompen zijn voorzien van een onafhankelijke energievoorziening. Bij uitval van 1 pomp is nog steeds de capaciteit van 75 % gegarandeerd. De overtreding is hiermee ongedaan gemaakt. • Voorschrift 14.5 (0-86) Uit een inspectie van de tankputdijken blijkt dat maatregelen zijn getroffen om het aantal konijnenholen terug te dringen. Er waren nog wel konijnenholen waarneembaar, het stukje tankdijk bij tank 815 is een aandachtspunt. De overtreding is hiermee ongedaan gemaakt. Het bestrijden van konijnen en mollen en het herstellen van de tankdijken is contractueel geborgd bij Odfjell. Echter een onderhoudsconcept voor de integriteit van de tankdijken is nog niet in het onderhoudsmanagementsysteem opgenomen (staat gepland voor eind december). Hier zou het afzwakken van de tankdijken door konijnenholen als degradatiemechanisme in opgenomen moeten worden. Dit deel valt eveneens onder de borging middels het VBS. Conclusie/ acties •
Zie bijbehorende HH-brief
Blad 4 van 5
m
Verslag
Kopie aan
Aan
DCMR
milieudienst
Datum 31-07-2008
Kenmerk 265600 20740924
Auteur
Rijnmond
Onderwerp Vervolgrapportage verslagnr: 98284249 bodemsanering steiger 10 en 11 en aanleg kade
Locatie Naam Adres Plaatsbepaling
Activiteit (sub) Locatiesoort Status Verslag Verslagdatum Rapporteur Gesproken met Verslagsoort l.o.v. bureau Participant BGO/BGA Nacontrole van nav beschikking Onderdelen Regelgeving
265600 Odfjell Terminals (Rotterdam) Bv Oude Maasweg 6 3197KJ BOTLEK ROTTERDAM l.k.v. Wbb is voor gehele bedrijfsterrein sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging RT059905217, waarvoor is ingestemd met een LBP, TC-0227-22. Einddatum bodemsanering is fictief, meerdere saneringen op 1 locatie. Kade 11/Mineraalweg 23 www.odfjell.nl Overige provinciale Wm-activiteiten (tank op/overslag) Wm inrichting Meldings- en vergunningplichtig
98288667 31-07-2008
Handhaving nacontrole Handhaving Reststoffen en Bodem Provincie Zuid-Holland
(x = gecontroleerd) X Artikel 13 Wbb (zorgplicht bodem, nieuw geval van bodemverontreiniging) WVO Algemeen Registratiebesluit rampen en zware ongevallen Regeling op-, overslag en distributie benzine milieubeheer Besluit risico's zware ongevallen '99 Besluit emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer A Artikel 8.1 Wm (vergunningplicht voor oprichten, in werking hebben of veranderen van de inrichting) Artikel 39a Wbb (saneren conform SP, voorschriften (en aanwijzing)) Activiteitenbesluit type C
Bevindingen
Printdatum : 15-11-12
Blad 1 van 3
Bodem (Wbb) Overig Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Ja Handhaven in 1 stap: Ja Ja Ja Van 16 juni 2008 tot en met 30 juli 2008 is een toezichtcontrole uitgevoerd op de sanering(en) van de verontreinigde bodem en de afvoer van de verontreinigde grond t.b.v. de aanleg van een kade en steigers 10 en 11 bij de locatie Odfjell Terminals. In het controleverslag 98284249 staan de bevindingen vermeld. Aanvullende gegevens, de conculsie en handhavingsadvies is in onderhavig controle verslag vermeld.
Correspondentie Verslag
Briefdatum
Vervolgacties advies opmaken proces-verbaal
Opmerking Door voor het juist invulen van HHPID begeleidingsformulieren zal proces-verbaal worden opgemaakt ontgraven van verontreinigde HHPID grond door niet erkende saneerder
advies opmaken proces-verbaal
Opsteller
Termijn
Streefdatum
Afwijking handhavingstrategie Bestuurlijk: Nee Strafrechtelijk: Nee
Reden:
Resumé Op 16 juni tot en met 30 juli is een toezichtcontrole uitgevoerd op de bodemsanering op het terrein van OTR. Hiervan is een controleverslag 98284249 opgesteld. Omdat nog op aanvullende gegevens moest worden gewacht is het controleverslag gesloten. Dit controleverslag bevat gegevens over het bezoek aan het Havenbedrijf Rotterdam NV, de conclusies en HHadvies Havenbedrijf Rotterdam BV (HbR) Op 30 juli 2008 is gesproken met -: van het Havenbedrijf Rotterdam NV (HbR), Hij verklaarde dat het HbR en OTR gezamenlijk opdrachtgever zijn voor de werkzaamheden die worden uitgevoerd. Door het HbR zijn via een Europese aanbesteding de aannemers geselecteerd. Omdat op de locatie OTR een locafiebeheersplan van toepassing is de sanering van de bodem met OTR afgestemd. Daarbij komt dat de nieuwe verontreinigingen worden betaald door OTR. Deze betaling gebeurt door herberekening achteraf Uit beoordelingen en facturen van het HbR blijkt echter dat uitsluitend het HbR met de aannemer communiceert over meerwerk ten opzichte van het Bestek. Uit de documentatie die is opgevraagd blijkt dat het HbR 51,91 euro/ton betaald voor het afvoeren van de v.o. grond. Conclusies Ten aanzien van het controleverslag zijn de volgende overtredingen geselecteerd 1. Niet erkende saneerder
Blad 2 van 3
De aannemer Visser de Smit Haneb heeft op 11 juni 2008 werkzaamheden in verontreinigde grond uitgevoerd. VSH is geen erkend saneerder overeenkomstig het Besluit Bodemkwaliteit. In april 2008 is een plan van aanpak ingediend voor het saneren van betreffende verontreiniging. Door het saneren van verontreinigde grond zonder erkenning wordt artikel 15 van het Besluit Bodemkwaliteit overtreden. 2. Besluit melden en registreren Bij transporteur de Jong gevestigd aan de Oude Maasweg te Rotterdam zijn een aantal begeleidingsformulieren gekopieerd. Ten aanzien van de volgende begeleidingsformulieren is het volgende op te merken: 2.a 18274750 Als bemiddelaar staat Brabob bv vermeld een VIHB nummer is niet vermeld. Uit nader onderzoek is gebleken dat deze bemiddelaar beschikt niet over een VIHB nummer. Hiermee wordt artikel 10.55 van de Wet milieubeheer overtreden. 2.b 18274750 Op het begeleidingsformulier staan een drie dezelfde handtekeningen bij afzender, ontdoener en transporteur. Het is niet verplicht om het formulier van handtekeningen te voorzien. 2.C 18274629 Op het begeleidingsformulier is een handtekening niet ingevuld. Het is niet verplicht om het formulier van handtekeningen te voorzien Handhavingsadvies Met de heren '• overieg met opsporingscoördinator de heer! opgemaakt voor bovenstaande feiten.
zijn bovengenoemde overtredingen besproken. In c is overeengekomen dat proces-verbalen worden
Advies Aanwijzen verbalisant voor opstellen PV's
Blad 3 van 3
m
Verslag
Aan
Kopie aan
DCMR
milieudienst Datum 30-07-2008
Kenmerk 265600 20742662
Auteur 1
Rijnmond
Onderwerp Brief nav veriading van gevaariijke stoffen op steiger 10, terwijl blusinstallaties nog niet getest zijn.
Locatie Naam Adres Plaatsbepaling
Activiteit (sub) Locatiesoort Status Verslag Verslagdatum Rapporteur Gesproken met Verslagsoort l.o.v. bureau Participant BGO/BGA Nacontrole van nav beschikking Onderdelen Regelgeving
265600 Odfjell Terminals (Rotterdam) Bv Oude Maasweg 6 3197KJ BOTLEK ROTTERDAM l.k.v. Wbb is voor gehele bedrijfsterrein sprake van een geval van ernsfige bodemverontreiniging RT059905217, waan/oor is ingestemd met een LBP, TC-0227-22. Einddatum bodemsanering is fictief, meerdere saneringen op 1 locatie. Kade 11/Mineraalweg 23 www.odfjell.nl Overige provinciale Wm-activiteiten (tank op/overslag) Wm inrichting Meldings- en vergunningplichtig
98288620 30-07-2008
Handhaving deelcontrole Handhaving Procesindustrie Provincie Zuid-Holland
STEIGERS (x = gecontroleerd) X Artikel 18.18 Wm (gedragingen m.b.t. voorschriften) WVO Algemeen Registratiebesluit rampen en zware ongevallen Regeling op-, overslag en distributie benzine milieubeheer Besluit risico's zware ongevallen '99 Besluit emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer A Artikel 8.1 Wm (vergunningplicht voor oprichten, in werking hebben of veranderen van de inrichting) Artikel 39a Wbb (saneren conform SP, voorschriften (en aanwijzing)) Activiteitenbesluit type C
Bevindingen
Printdatum: 15-11-12
Blad 1 van 5
Veiligheid Blusmiddelen Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Ja Handhaven in 1 stap: Ja Ja Nee Voorschrift 6.21/ artikel 5, lid 1 en 3 van het BRZO: Odfjell heeft de nieuwe steiger 10 in gebruik genomen: butaanleiding en veriading Pygasses. Beheers- en bestrijdingsmiddelen zijn niet getest. Veiligheid Overig Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: nvt Handhaven in 1 stap: Nee nvt nvt Artikel 5, lid 1 en 3 van het BRZO: de aangelegde butaanleiding op steiger 10 bevindt zich voor een deel in een vloelstofopvangbak, waardoor bij een eventuele vloeistofljrand de leiding opgewarmd kan worden. Veiligheid Overig Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Ja Nee Nee Vergunningsvoorschriften 20.7 en 20.27: tijdens de inspecfie is gebleken dat ten aanzien van het stopzetten van het laden en lossen in geval van nood- en overvulsituaties geen volledig geautomafiseerd systeem wordt toegepast, maar dit wordt ondervangen door een tijdelijke oplossing. Onduidelijk is gebleven hoe het stopzetten van de veriading in genoemde situaties exact is geborgd.
Correspondentie Verslag Aanschrijving door DCMR
Briefdatum 01-08-2008
Opsteller
Termijn
Streefdatum
OD
01-08-2008
Afwijking handhavingstrategie Bestuurlijk: Ja Strafrechtelijk: Nee
Reden: Gezien de urgentie duurde een zienswijzebrief te lang. Voor het testen wordt geen pv opgemaakt, omdat aan de acties uit de brief is voldaan. Advies is om naar aanleiding van gefaalde testen (bedrijfszekerheid) pv op te maken. Zie nacontrole 2-8-08. Overvulbeveiliging is geborgd middels de oude situatie. Dit zal geborgd worden middels een aanschrijving met een termijn.
Verslag mbt verlading gevaarliike stoffen op steiger 10 Odfiell Op 21 maart 2005 heeft Odfjell ingevolge artikel 8.19 van de Wet milieubeheer een melding ingediend ten behoeve van de ontwikkeling van Kade 11. Met het Kade 11 project wordt een vijfde ligplaats voor zeeschepen gecreëerd. Steiger 10 maakt deel uit van dit project. Naar aanleiding van wat onduidelijkheden met betrekking tot het brandveiligheidsplan heeft i' 1, adviseur bij VRR, in week 29 een bezoek afgelegd aan steiger 10. Hij heeft het BVP besproken en is voor de beeldvorming ter plaatse gaan kijken. Hij zag hierbij dat steiger 10 volop in gebuik was en dat de butaanleiding voor een deel boven het steigerdek in de betonnen vloeistof-opvangbek was aangelegd. Hierdoor zou de butaanleiding in contact kunnen komen met een eventuele brandende vloeistof Inspectie 30 juli 2008
Blad 2 van 5
Nadat de VRR mij in kennis had gesteld van de situatie op steiger 10 heb ik op woensdag 30 juli tijdens een bezoek aan Odfjell (voor een ander doel) met de brandweer coordinator, i (e. een kort bezoek gebracht aan steiger 10. Ik zag ter plaatse lichter en een zeeschip aan de steiger liggen. Ik zag inderdaad, zoals 1 al had vastgesteld, dat het laatste deel van de aangelegde butaanleiding zich in een opvangbak voor vloeistoffen bevond. In deze situatie zou de butaanleiding in contact kunnen treden met een eventueel optredende vloeistofbrand, waardoor een uitermate onveilige situatie kan ontstaan. Desgevraagd deelde een operator ons mee dat de butaanleiding in gebruik was en regelmatig onder druk. Tevens werd door dhr. v/ aangegeven dat op de steiger gevaariijke stoffen worden geladen en gelost, waarbij het met name gaat om pygasses (en butaan). Pygas staat voor Pyrolyses Gasoline = Pyrolyse Benzine, •
Samenstelling:
Unit Benzene
vol %
Toluene
vol %
Xylene/Ethyl benzene Total C5's and lighter Total C9's and heavier
vol % vol % vol % ppm, wt
Sulfor H2S, SO2 and Mercaptans •
Quantity Typical > 50% min
Test Method ASTM (YANPET)
-6570% -11R&Rmin 17% R & R min -3-8% 1 % max 1% max
D2504, D2505 D2504, D2505 D2504, D2505
10 max
D5504
Nil
D5504
D2504, D2505 D2504, D2505
Eigenschappen:
Zeer brandbaar, Explosief
Blad 3 van 5
r
•
Vergunningsvoorschrift 6.21/Artikel 5, lid 1 en 3 van het BRZO
Steiger 10 is door Odfjell in bedrijf genomen, waarbij onder andere veriadingen van gevaariijke stoffen plaatsvinden. Op steiger 10 zijn ter bestrijding van incidenten diverse beheers- en bestrijdingsinstallaties geplaatst Uit navraag is gebleken dat de installaties nog niet zijn getest. Op grond van artikel 5, lid 3 juncto bijlage II, sub d, alsmede artikel 5, lid 1 van het BRZO dient Odfjell respectievelijk de aanwezige risico's te beheersen en alle maatregelen te treffen om zware ongevallen te voorkomen. Hiertoe dient het bedrijf de beheers- en bestrijdingsinstallaties te testen op bedrijfszekerheid en toereikendheid, zodat geborgd is, dat eventuele incidenten bestreden kunnen worden. Ingevolge vergunningsvoorschrift 6.21 dienen nieuwe stationaire blusinstallaties, die door het bevoegd gezag zijn voorgeschreven, na oplevering aan de hand van een testprotocol in aanwezigheid van (een vertegenwoordiger van) het bevoegd gezag te worden getest. Door het niet testen van uw beheers- en bestrijdingsinstallaties is niet geborgd dat bij eventuele incidenten bestrijding kan plaatsvinden. Op basis hiervan handelt Odfjell in strijd met genoemde wettelijke bepalingen. •
Artikel 5, lid 3 van het BRZO
De nieuw aangelegde stalen butaanleiding ten behoeve van het butaniseren blijkt in gebruik genomen te zijn en regelmatig gebruikt te worden. Geconstateerd is dat de butaanleiding voor wat betreft het deel wat zich boven de steiger bevindt, is gelegen in de opvangbak voor vloeistoffen. Bij een eventuele vloeistofbrand in de opvangbak kan de brandende vloeistof in contact komen met de butaanleiding, waardoor een uitermate onveilige situatie kan ontstaan. Bij lekkage van corrosieve stoffen in de opvangbak kan de leiding worden aangetast. Hiermee heeft u de risico's ten aanzien van de butaanleiding nog niet volledig beheerst, waardoor Odfjell in strijd handelt met artikel 5, lid 3 juncto bijlage II, sub d van het BRZO. Vergunningsvoorschriften 20.7 en 20.27 Tijdens de inspectie is gebleken dat ten aanzien van het stopzetten van het laden en lossen in geval van nood- en overvulsituaties geen volledig geautomatiseerd systeem wordt toegepast, maar dit wordt ondervangen door een tijdelijke oplossing. Onduidelijk is gebleven hoe het stopzetten van de veriading in genoemde situaties exact is geborgd. Acties (uit HH-brief) 1.
DCMR kan niet toestaan dat Odfjell op steiger 10 gevaariijke stoffen veriaadt zonder dat de werking van de beheers- en bestrijdingsinstallaties is gegarandeerd. Odfjell dient per direct de veriading van gevaariijke stoffen stop te zeften, totdat door testen in aanwezigheid van het bevoegd gezag is vastgesteld dat de betreffende installaties bedrijfszeker en toereikend zijn.
2.
Odfjell dient maatregelen te treffen om te voorkomen dat de butaanleiding in contact kan komen met gelekte brandende dan wel corrosieve stoffen. Totdat deze maatregelen zijn getroffen is het niet toegestaan om de butaanleiding onder druk te zetten.
3.
Odfjell dient binnen een week schriftelijk (eventueel middels procedures) aan te geven op welke wijze het stopzetten van de veriading ingeval van nood- en overvulsituaties is geborgd en binnen welke termijn een geautomatiseerd systeem toegepast zal gaan worden.
Overig Overeenkomstig punt 2a, onderdeel externe veiligheid, van de door Odfjell ingediende 8.19 Wm-melding dient Odfjell het brandveiligheidsplan in overieg met de brandweer te laten vaststellen. Dit kan tot gevolg
Blad 4 van 5
hebben dat er mogelijk nog technische dan wel organisatorische aanpassingen ten aanzien van steiger 10 moeten worden doorgevoerd. Stand van zaken d.d. 1 augustus 2008 • Op 30 juli 2008 is de situatie bij Odfjell voorgelegd aan ' ' Afgesproken is dat de situatie niet wordt toegestaan en een schrijven naar het bedrijf zal gaan. • Op 30 juli 2008 is contact opgenomen met n was niet bereikbaar). Hierbij is de aanschrijving aangekondigd en aangegeven dat deze situatie niet is toegestaan. • Aanschrijving is uitgegaan op 1 augustus 2008. • Odfjell heeft donderdagnacht doorgewerkt om voorzieningen testbaar te maken. Vrijdagnacht zal ook nog doorgewerkt worden om eea voor te bereiden. • Afgesproken is om zaterdagochtend 2 augustus 2008 in aanwezigheid van VRR en DCMR te gaan testen. Ten aanzien van de NACONTROLE zal een nieuwe Mirr-record aangemaakt worden {zie 98289371).
1
Blad 5 van 5
m
Verslag
Kopie aan
Aan
DCMR milieudienst
Datum 02-08-2008
Kenmerk 265600
Auteur -- • -
Rijnmond
20743318 Ondenwerp Nacontrole naar aanleiding van brief mbt veriading gevaariijke stoffen op steiger 10.
Locatie Naam Adres Plaatsbepaling
Activiteit (sub) Locatiesoort Status Verslag Verslagdatum Rapporteur Gesproken met Verslagsoort l.o.v. bureau Participant BGO/BGA Nacontrole van nav beschikking Onderdelen Regelgeving
265600 Odfjell Terminals (Rotterdam) Bv Oude Maasweg 6 3197KJ BOTLEK ROTTERDAM l.k.v. Wbb is voor gehele bedrijfsterrein sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging RT059905217, waarvoor is ingestemd met een LBP, TC-0227-22. Einddatum bodemsanering is fictief, meerdere saneringen op 1 locatie. Kade 11/Mineraalweg 23 www.odfjell.nl Overige provinciale Wm-activiteiten (tank op/overslag) Wm inrichting Meldings- en vergunningplichtig
98289371 02-08-2008
Handhaving nacontrole Handhaving Procesindustrie Provincie Zuid-Holland 98288620 30-07-2008 Handhaving STEIGERS (x = gecontroleerd) X Artikel 18.18 Wm (gedragingen m.b.t. voorschriften) WVO Algemeen Registratiebesluit rampen en zware ongevallen Regeling op-, overslag en distributie benzine milieubeheer Besluit risico's zware ongevallen '99 Besluit emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer A Artikel 8.1 Wm (vergunningplicht voor oprichten, in werking hebben of veranderen van de inrichting) Artikel 39a Wbb (saneren conform SP, voorschriften (en aanwijzing)) Activiteitenbesluit type C
Bevindingen
Printdatum: 15-11-12
Blad 1 van 5
Algemeen Overig Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: nvt Handhaven in 1 stap: Nee nvt nvt Artikel 5, lid 3 van het BRZO: ter compartimentering van de butaanleiding is een betonnen keerrand in de vloelstofopvangbak van de steiger geplaatst. Veiligheid Blusmiddelen Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: nvt Handhaven in 1 stap: Nee nvt nvt Voorschrift 6.21/ artikel 5, lid 1 en 3 van het BRZO: testen mbt water zijn geslaagd; schuimtest heeft gefaald, in overieg met BG tijdelijke voorziening geplaatst. Algemeen Overig Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Ja Handhaven in 1 stap: Ja Nee Nee Voorschriften 20.7 en 20.27: noodstoppen zijn aanwezig, overvulbeveiliging is niet automatisch. Automatische overvulbeveiliging wordt wel voorgeschreven in voorschrift 20.27. Overtreding 20.27. Veiligheid Blusmiddelen Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: Nee Handhaven in 1 stap: Ja Ja Ja Voorschrift 6.17: de brandbestrijdingsmiddelen op steiger 10 zijn niet doelmatig en bedrijfszeker.
Correspondentie Verslag
Briefdatum
Opsteller
Termijn
Streefdatum
Afwijking handhavingstrategie Bestuurlijk:
Nee
Reden:
Strafrechtelijk: Nee
Nacontrole HH-brief nav ingebruikname steiger 10. Zie brief 20744488 Acties: 1.
Wij kunnen niet toestaan dat u op steiger 10 gevaariijke stoffen verlaadt zonder dat de werking van de beheers- en bestrijdingsinstallaties is gegarandeerd. U dient per direct de veriading van gevaariijke stoffen stop te zetten, totdat door testen in aanwezigheid van het bevoegd gezag is vastgesteld dat de betreffende installaties bedrijfszeker en toereikend zijn. 2. U dient maatregelen te treffen om te voorkomen dat de butaanleiding in contact kan komen met gelekte brandende dan wel corrosieve stoffen. Totdat deze maatregelen zijn getroffen is het niet toegestaan om de butaanleiding onder druk te zetten. 3. U dient binnen een week schriftelijk (eventueel middels procedures) aan te geven op welke wijze
Blad 2 van 5
het stopzetten van de veriading ingeval van nood- en oven/ulsituaties is geborgd en binnen welke termijn een geautomatiseerd systeem toegepast zal gaan worden. De (telefoon)gesprekken met Odfjell, die in dit verslag worden aangehaald, zijn gevoerd met: • •
1 (HSEQ-manager bij Odfjell) ) (brandweercoordinator en veiligheidsadviseur bij Odfjell)
ACTIE 1 Na constatering dat Odfjell gevaariijke stoffen aan het veriaden was op de nieuw aangelegde steiger 10 is telefonisch (30 juli 2008) en middels een schrijven (1 augustus 2008 en via mail 31 juli, v98288620) aangegeven dat het veriaden van gevaariijke stoffen niet meer is toegestaan, totdat een test is uitgevoerd in aanwezigheid van bevoegd gezag. Uit deze test moest blijken of de installatie toereikend zou zijn voor het beheersen van eventuele calamiteiten. Uit diverse telefoongesprekken op woensdag 30 juli en donderdag 31 juli is toegezegd dat de beheersen bestrijdingsmiddelen spoedig gereed zouden worden gemaakt om te gaan testen. Donderdag 31 juli en vrijdag 1 augustus is 's avonds en 's nachts doorgewerkt om de test zo snel mogelijk te kunnen uitvoeren. Uit diverse tussentijdse telefoongesprekken is gebleken dat er nog elektrische aansluitingen (kabels trekken) gemaakt moesten worden om o.a. monitoren op afstand bedienbaar te maken. Door Odfjell werd in z'n algemeenheid aangegeven dat de E&l (Electrical & Instrumentation) nog niet volledig afgerond was. Uiteindelijk is de afspraak gemaakt om op zaterdagaochtend 3 augustus 2008 omstreeks 8.00 uur te kunnen testen. Gelet op de tijd die Odfjell nodig heeft gehad om de installaties op steiger te kunnen testen concludeer ik dat de installaties niet paraat stonden en de installaties derhalve bij een eventuele calamiteit niet bedrijfszeker waren. Test 3 augustus 2008 Op 3 augustus 2008 heb ik tezamen met een blustest op Steiger 10 bijgewoond.
i.
adviseur bij de VRR, op verzoek van Odfjell
Voor het testprotocol en aanwezige personen verwijs ik naar DMSnr. (wordt nog ingescand) Bij de test waren onder meer namens Odfjell aanwezig:
directielid. Hoofd Maintenance L " Veiligheidskundige, onafhankelijk schuimtester Operationeel personeel. De navolgende testen zijn uitgevoerd: 1. Oploop monitor - watertest. 2. Slangentoren monitor - watertest 3. Oploop en slangentoren monitor gelijktijdig - watertest 4. Beton steigerdek - halfautomatisch schuimsysteem 5. Sprinkler slangentoren - watertest Uit de testen is gebleken dat de watertesten in voldoende mate voldeden. Dit is in overieg met VRR vastgesteld. Het halfautomatisch schuimsysteem bleek na bemonstering en testen door UIrike Veenendaal van het schuim niet de juiste schuimkwaliteit te produceren. Oorzaak: te hoge druk op de sprinklerkop. Dit systeem zou een plasbrand in de betonnen vloeistof-opvangbek van de steiger moeten bestrijden.
Blad 3 van 5
Essentiële zaken hierin zijn o.a., de butaanleiding, die niet opgewarmd mag worden door de plasbrand (ivm compartimenteren van de leiding is inmiddels keerrand geplaatst, zie onderaan verslag), aanwezig personeel, zoals de toren voor de opzichter die zich boven de bak bevindt, overslaande branden naar schepen. ACTIE 2 Odfjell heeft de betonnen scheidingsrand op 3/ 4 augustus geplaatst. Zie DMSnrs 20742908/ 20742897. ACTIE 3 In de HH-brief mbt de beheers- en bestrijdingsmiddelen, wordt ook gevraagd naar de stand van zaken van de noodstopvoorzieningen en auotmatische overvulbeveiliging. Op 2 augustus heeft . de noodstopvoorzieningen getoond; deze zijn ook getest (volgens zeggen). Zie ook DMSnr. 20744486 voor omschrijving van de noodstoppen. Echter, de overvulbeveiliging is nog niet automatisch blijkt uit een e-mail (DMSnr. 20744469). In de vergunning wordt voorgeschreven dat nieuwe installaties een automatische overvulbeveiliging moeten hebben (voorschrift 20.27). Overtreding voorschriften 6.17/ 20.27 Vergunningsvoorschrift 6.17 luidt als volgt: "Alle brandbestrijdingsmiddelen zowel voor blussen met water sis met schuim of anderszins, moeten doelmatig en bedrijfszeker zijn, onbelemmerd bereikt kunnen worden en steeds onmiddellijk gebruikt kunnen worden. Bij onderhoudswerkzaamheden of andere incidentele buiten bedrijfsstelling is verhangend, gelijkwaardig materiaal aanwezig. Het bevoegd gezag dient hieromtrent schriftelijk te worden geïnformeerd." Gezien het feit dat Odfjell nog zaken moest realiseren om de brandbestrijdingsinstallaties te kunnen testen en de schuiminstallatie niet correct bleek te functioneren waren de brandbestrijdingsinstallaties bij in gebruikname van steiger 10 niet bedrijfszeker en doelmatig. Derhalve heeft Odfjell in strijd gehandeld met voorschrift 6.17 van de milieuvergunning. Tevens staat deze overtreding niet los eerder genoemde ACTIE 2. Het is nog onbekend gebleven wanneer steiger 10 exact in gebruik is genomen. Ik heb navraag gedaan via de e-mail (6 aug.), nog geen antwoord ontvangen. Op dinsdag 12 augustus 2008 heb ik gesproken. Hij gaf aan dat de veriadingen tijdens de bouw van de nieuwe steiger door zijn gegaan. Tussentijds hebben ze een tijdelijke blusvoorziening neergezet; in hoeverre afgestemd met BG is nog onbekend. Ongeveer 8 weken (waarschijnlijk na onze constatering) geleden is de tijdelijke voorziening afgekoppeld. De definitieve voorziening is toen niet getest. Voorschrift 20.27 luidt als volgt; "Bij activering van de gever van de scheepstank, zoals bedoeld in bijlage B van het ADNR moeten op het schip, op de steiger en in de controlekamer optische en akoestische alarmeringen worden ingeschakeld. Nieuwe installaties moeten zo ontworpen worden dat automatisch daarmee aan de walzijde maatregelen tegen het overlopen van vloeistof uit de scheepstank worden ingeleid." Aangezien de overvulbeveiliging nog niet automatisch is, is Odfjell in overtreding van voorschrift 20.27. Avies •
Proces-verbaal voor voorschrift 6.17: Odfjell heeft bewust een risico genomen door gevaarlijke stoffen op steiger 10 te gaan veriaden, ten/vijl de brandbestrijdingsmiddelen niet bedrijfszeker waren.
Blad 4 van 5
•
Bestuuriijke brief borging van realisatietermijn automatische overvulbeveiliging en permanente schuimvoorziening. Hierin kan venwezen worden naar het PV voor het niet bedrijfszeker zijn van de brandbestrijdingsmiddelen.
Stand van zaken woensdag 6 augustus E-mail d.d. 6-8-2008 naar Odfjell, DMS 20744418. Rood = Actie HH-brief Blauw = Bevestiging naar Odfjell. 1.
Wij kunnen niet toestaan dat u op steiger 10 gevaariijke stoffen veriaadt zonder dat de werking van de beheers- en bestrijdingsinstallaties is gegarandeerd. U dient per direct de veriading van gevaariijke stoffen stop te zetten, totdat door testen in aanwezigheid van het bevoegd gezag is vastgesteld dat de betreffende Installaties bedrijfszeker en toereikend zijn. Op zaterdag 2 augustus 2008 heeft een blustest plaatsgevonden in aanwezigheid van DCMR en VRR. Tijdens de blustest op steiger 10 bleken de beheers- en bestrijdingsinstallaties m.b.t water goed te functioneren. Tevens zijn de monitoren tbv WHI-G ook getest; deze bleken ook goed te ftjnctioneren. Het testen van de schuiminstallatie gaf een negatief resultaat. In overieg met het bevoegd gezag is als tijdelijke voorziening een schuimvoertuig geplaatst. Middels e-mail van 3-8-2008 en telefonisch overieg met VRR is aangegeven op welke wijze de voorziening is georganiseerd. Zie DMSnris: 20744486 en 20744488 Hiermee is het toegestaan om gevaariijke stoffen te veriaden op Steiger 10 en WHI-G Voonwaarden: de permanente schuiminstallatie moet zo snel mogelijk bedrijfszeker en toereikend worden gemaakt. Bij wijzigingen in de tijdelijke situatie dient het bevoegd gezag in kennis worden gesteld en opnieuw een test in aanwezigheid van BG plaats te vinden. 2. U dient maatregelen te treffen om te voori
Verslag afgerond ivm KPI, brief volgt in andere Mirr-record.
Blad 5 van 5
m
Verslag
Aan
Kopie aan
DCMR Rijnmond
Datum
Kenmerk
Auteur
07-10-2008
265600
-- - -
milieudienst
20869204 Onderwerp Aanschrijving naar aanleiding van de BRZO-inspectie van augustus 2008.
Locatie Naam Adres Plaatsbepaling
Activiteit (sub) Locatiesoort Status
265600 Odfjell Terminals (Rotterdam) Bv Oude Maasweg 6 3197KJ BOTLEK ROTTERDAM l.k.v. Wbb is voor gehele bedrijfsterrein sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging RT059905217, waarvoor is ingestemd met een LBP, TC-0227-22. Einddatum bodemsanering is fictief, meerdere saneringen op 1 locatie. Kade 11/Mineraalweg 23 WAVw.odfjell.nl Overige provinciale Wm-activiteiten (tank op/overslag) Wm inrichting Meldings- en vergunningplichtig
Verslag
98294630
Verslagdatum Rapporteur Gesproken met Verslagsoort l.o.v. bureau Participant BGO / BGA Nacontrole van nav beschikking Onderdelen Regelgeving
07-10-2008 Handhaving BRZO controle preventief Handhaving Procesindustrie Provincie Zuid-Holland
ALGEMEEN (x = gecontroleerd) X Besluit risico's zware ongevallen '99 WVO Algemeen Registratiebesluit rampen en zware ongevallen Regeling op-, overslag en distributie benzine milieubeheer Besluit emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer A Artikel 8.1 Wm (vergunningplicht voor oprichten, in werking hebben of veranderen van de inrichting) Artikel 39a Wbb (saneren conform SP, voorschriften (en aanwijzing)) Activiteitenbesluit type C
Bevindingen
Printdatum: 15-11-12
Blad 1 van 2
Veiligheid Overig Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: nvt Handhaven in 1 stap: Nee nvt nvt BRZO, artikel 5, lid 3, juncto Bijlage 11, onder d (VBS-element 3): In het kader van Toezicht op de Uitvoering (VBS-element 3) is is onderzocht hoe de uitvoering van van het preventieve onderhoud is georganiseerd en wordt uitgevoerd. Tijdens dit onderzoek is geconstateerd dat het preventieve onderhoud niet wordt gepland, uitgevoerd en gevalueerd. Om deze overtreding ongedaan te maken is met Odfjell het volgende afgesproken: voor 1 januari 2009 zullen de volgende stappen worden gezet: a. inventarisatie en identificatie van de veiligheidskritische equipment en beveiligingen; b. koppeling maken met eisen uit weten regelgeving, normen, degradatiemechanismen en afkeurcriteria om te komen tot een inspectiefrequentie; c. invoeren van het preventieve onderhoud in het Werk Aanvraag Systeem (WAS). Vervolgens moeten uiteriijk 31 maart 2009 de laatste acties zijn afgerond, te weten: d. procedures en instructies schrijven dan wel updaten; e. uitvoering starten; f documentatie en registratiesysteem opzetten; g. plan opstellen om prestaties te meten en te evalueren (borging). Veiligheid Overig Overtreding: Kernovertreding: Aanschrijving: nvt Handhaven in 1 stap: Nee nvt nvt Vergunningsvoorschrift 14.2: op het onderhoudsconcept statusoverzicht is aangegeven dat de Veerbelaste Vacuum/ Druk ventielen 1 keer per 4 jaar een controle in de werkplaats moet ondergaan. Als laatste inspectiedatum is 2003 aangegeven. Documentatie is hiervan niet aanwezig. De volgende inspectie staat gepland in 2009, dit is een termijn van 6 jaar in plaats van 4 jaar. Om deze reden moet Odfjell zo spoedig mogelijk deze vacuum/ druk ventielen controleren en registraties documenteren. Veiligheid Overtreding: Nee
Kernovertreding: nvt
Correspondentie Aanschrijving door DCMR Verslag
Overig Aanschrijving: nvt
Briefdatum 31-10-2008
Opsteller
Handhaven in 1 stap: nvt
Termijn 6M
Streefdatum 30-04-2009
Afwijking handhavingstrategie Bestuurlijk: Nee Strafrechtelijk: Nee
Reden:
Zie HH-brief en inspectierapport.
Blad 2 van 2
Gedeputeerde Staten DCMR Milieudienst Rijnmond Afdeling Industrie Contact
provincie H O L L A N D
ZUID
T 010-246 8 F 010-246 82 83
[email protected] Postadres DCMR
Odfjell Terminals Rotterdam BV t.a.v. de directie en ondernemingsraad Postbus 5010 3197 XC BOTLEK ROTTERDAM
Postbus 843 3100 AV Schiedam T 010-246 80 00 www.dcmr.nl Datum
- 7 OKT. 2008
Ons kenmerk 20762068 / Uw kenmerk Bijlagen
2 Onderwerp
BRZO inspectierapport Geachte directie en ondernemingsraad.
Hierbij doe ik u namens Arbeidsinspectie, kantoor Rotterdam, het bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond en de DCMR Milieudienst Rijnmond in tweevoud een exemplaar toekomen van het BRZO-inspectierapport. Rest ons u op deze plaats te danken voor de positieve wijze waarop u medewerking heeft verieend aan het uitvoeren van de inspectie.
Hoogachtend,
Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland, ^oor dezen.
drs. M.M. de Hoog, hoofd van de afdeling Industrie van de DCMR Milieudienst Rijnmond.
ekadres ivelandseweg 565 XT Schiedam
Kopie verstuurd aan:
ZUR is goed
- Arbeidsinspectie, kantoor Rotterdam, Postbus 9580, 3007 AN Rotterdam (tweevoud)
(baar met
- Bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, Brandweer Rotterdam, district Haven, Postbus 9152, 3007 AD
Jenbaar vervoer
Rotterdam (tweevoud)
m
Arbeidsinspectie
BRANDWEER R o t t e rda m-R i j n m ond
DCMR miiieudienst
Rijnmond
INSPECTIERAPPORT Brzo 1999
Odfjell Terminals Rotterdam bv
Botlek Rotterdam Inspectiedag(en) 12 t/m 14 augustus 2008
Datum definitief rapport: 19 september 2008
Samenvatting Op 12 t/m 14 augustus 2008 is door Arbeidsinspectie, Brandweer en Bevoegd gezag Wet milieubeheer bij Odfjell Terminals Rotterdam bv te Botlek Rotterdam een inspectie uitgevoerd in het kader van het Besluit risico's zware ongevallen 1999 (Brzo 1999). Tijdens de inspectie is steekproefsgewijs gecontroleerd of datgene wat in de inrichting aangetroffen is, in overeenstemming is met de eisen die het Brzo 1999 aan het Pbzo-document, het veiligheidsbeheerssysteem (VBS) en de getroffen maatregelen stelt. Ter ondersteuning van deze beoordeling heeft er een technische inspectie, interviews en een documentenreview plaatsgevonden. Op 21-08-2008 heett er op het bedrijf een globale terugkoppeling van bevindingen plaatsgevonden. De conclusies, bevindingen en overtredingen voortgekomen uit de inspectie, zijn opgenomen in deze rapportage.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2008
2 van 42
Inhoudsopgave Samenvatting..... 1 Algemene gegevens 1.1 Algemene gegevens van de inrichting 1.2 Algerriene gegevens van de inspectie 2 Omvang en uitvoering van de inspectie 3 Resultaten 3.1 Conclusies 3.2 Overtredingen 3.3 Beoordeling 3.4 Bevindingen Bijlagen Bijlage 1: Afkortingen Bijlage 2: Toelichting Bijlage 3: Reviewdocumenten
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2008
2 4 4 4 5 7 7 12 17 19 37 37 38 40
5 van 42
1
Algemene gegevens
1.1
Algemene gegevens van de inrichting
Naam Inrichting Locatie Bezoekadres
Odfjell Terminals Rotterdam bv Oude Maasweg 6 3197KJ Botlek Rotterdam
Telefoon (algemeen) Verplichting
VR-plichtig
Naam drijver (vergunninghouder) Postadres
Odfjell Terminals (Rotterdam) B.V. Postbus 5010 3197XC BOTLEK ROTTERDAM
Contactpersoon Functie Telefoon (direct) E-mail adres Medezeggenschapsorgaan
1.2
QHSE manager
Ja
Algemene gegevens van de inspectie
Inspectieteam
Arbeidsinspectie Brandweer Bevoegd gezag Wet milieubeheer Arbeidsinspectie Brandweer
Inspectiegegevens Dossiernummer Aard inspectie Inspectiedag(en)
ID00370 Brzo artikel 24 12 t/m 14 augustus 2008
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2008
4 van 42
2
Omvang en uitvoering van de Inspectie
Voor de inspectie is een inspectieagenda gemaakt, opgesteld door de bij de inspectie betrokken partijen en gecommuniceerd met u, d.d. 23-05-2008. De inspectie is uitgevoerd conform de NIM waarvan de laatste versie te vinden is op de website www.brzo99.nl. Een toelichting op de terminologie staat in bijlage 2. Tijdens de inspectie zijn de in de agenda aangegeven thema's en onderwerpen aan de orde geweest. Daarnaast zijn tijdens uitvoering van de inspectie constateringen gedaan ten aanzien van een aantal andere ondenverpen. ' TheiTia Thema: VBS element 1
Inspéctie ondervtferp(en) • VBS element 1: Personeel en Organisatie • VBS 1.2 Organisatiestructuur • VBS 1.3 Functies, verantwoordelijkheden en bevoegdheden • VBS 1.4 Communicatiestructuur en frequentie • VBS 1.5 Vaardigheden (training en opleiding) • VBS 1.6 Scope training en opleiding
Thema: Thema bedrijfsbrandweer
• VBS element 5: Planning voor noodsituaties
Thema: Stoffenlijst
•
Thema: VBS element 6
• VBS 6.5 Vaststelling van prestatieindicatoren • VBS 6.6 Plannen van rapportage prestatie indicatoren • VBS 6.7 Communicatie naar hoger management
Thema: VBS element 7
• •
VBS 7.4 Systeem directiebeoordeling VBS 7.5 Directiebeoordeling
Thema: Scenario's
•
Scenario's / Technische inspectie
Thema: VBS element 3
• VBS element 3: Beheersing van de uitvoering
Overige ondenwerpen
•
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2008
Stoffenlijst
PBZO 1.0 Doelstellingen van het beleid
5 van 42
oe volgende l.nc.ionarissen*ge,n.erview* Functie
• . .
Portier Operator controlekamer ^randweerzaken veiligheidskundige, coordinator or
, .
Algemeen directeur Assistent terminal manager
..
Manager PID .„.^i^npn Verantwoordelijke opleidingen
. . . .
QHSE manager Personeelsfunctionaris Maintenance engineer Operator terminal
. . .
Betrokkenen Odfjell Vertegenwoordiger OR veiligheidscontactpersoon in de pio g
, , . , .
Kwaliteitsmanager Consultant QHSE Milieu Coordinator Wachtchef Manipulatie coördinator
,p
Terminal)
•.n neze ziin opgenomen in bijlage 3.
6 van 42 Odfjell
Terminals Rotterdam bv 2008
3
Resultaten
Een toelichting op de terminologie staat in bijlage 2.
3.1
Conclusies
Een volledige beoordeling van de Brzo verplichtingen kan in het algemeen in één inspectie niet worden gerealiseerd. De conclusies die in dit hoofdstuk worden vermeld betreffen die Brzo verplichtingen waar naar mening van het inspectieteam een conclusie gerechtvaardigd is. Per conclusie is aangegeven op welke bevindingen (genoemd in paragraaf 3.4) deze mede gebaseerd is. De conclusies zijn door de gezamenlijke overheden getrokken, tenzij anders vermeld. ^lnspectieondervyerp:v--^--;vj-;-:'^::-/^
. '
'"':!Mr '--''.'^^r{s}:[ '^^
VBS 6.5 Vaststelling van prestatie Het systeem (de procedure) voor het B-00020 en B-00021 indicatoren bepalen van KPl's, meten/opvolgen van KPl's en rapporteren van KPl's is niet door het management vastgesteld. Odfjell heeft een aantal KPl's op gebied van (proces)veiligheid gedefinieerd en deze worden gemonitord. Deze KPl's zijn veelal reactief en onvoldoende gericht op het proactief monitoren van procesveiligheid en het functioneren van het veiligheidsbeheerssysteem. De monitoring van veiligheidsprestatie ten aanzien van procesveiligheid is onvoldoende ingevuld: • De processen welke cruciaal zijn voor procesveiligheid zijn niet op gestructureerde wijze vastgesteld. • Dé prestaties voor procesveiligheid cruciale processen worden onvoldoende gemonitord door middel van prestatie indicatoren. • Er is geen effectieve verstaalslag van beleid naar meetbare criteria op het gebied van procesveiligheid Hierdoor kan geen compleet beeld worden verkregen van de effectiviteit van het veiligheidsbeheerssysteem en het gevoerde Preventie Beleid Zware Ongevallen. Het systeem om doelen vast te stellen, prestaties te monitoren en op te volgen is slecht gedocumenteerd, matig geïmplementeerd en matig geschikt.
Odfjell Terminals
Rotterdam
bv 2008
7 van 42
VBS 7.5 Directiebeoordeling
Management reviews worden aantoonbaar uitgevoerd sinds Q4 2004. Geïmplementeerd: redelijk
B-00024 en B-00025
Het functioneren van het Preventie Beleid Zware Ongevallen is geen periodiek agendapunt tijdens management review. Niet aangetoond is dat voldoende wordt vastgesteld of en hoe de procesveiligheidsrisico's worden beheerst en dat dit leidt tot (indien nodig) bijgesteld beleid en uitvoering. . Geschikt: slecht De resultaten van de management reviews worden niet schriftelijk vastgelegd. De actiepunten worden niet schriftelijk vastgelegd en er is geen aantoonbare opvolging van de actiepunten. Gedocumenteerd: slecht VBS element 3: Beheersing van de uitvoering
Met betrekking tot het preventieve onderhoud kan het volgende worden geconcludeerd:
B-00034, B-00037, B-00040, B-00042 en B-00048
Er zijn diverse stappen gezet om binnen de onderhoudsafdeling van correctief naar preventief onderhoud te gaan. De eerste belangrijke aanzet is gegeven maar de vervolgstappen gaan te traag. De identificatie van de veiligheidskritische equipment wordt in een criticaliteitsanalyse uitgewerkt. Het middel is prima, echter de voortgang is onvoldoende. Daarnaast moet de koppeling met wet en regelgeving, normen, degradatiemechanismen worden gemaakt om een frequentie van onderhoud te kunnen bepalen. Aan de hand hiervan kan een procedure/werkinstructie worden gemaakt voor de uitvoering en planning van de preventieve werkzaamheden. Op dit moment is de methode, processen en uitvoering van preventief onderhoud matig gedocumenteerd, slecht geschikt en slecht geïmplementeerd.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2008
8 van 42
VBS element 3: Beheersing van de uitvoering
Op dit moment bestaat het B-00038, B-00039 en BComputerised Maintenance 00041 Management System (CMMS) uit het Werk Aanvraag Systeem (WAS), dit is in mogelijkheden een beperkt systeem. Voorbereidingen lopen om over te gaan op SAP. Vooriopig moet Odfjell verder met WAS. De mogelijkheden van WAS worden nog' niet volledig benut, preventief en werk uit inspectie wordt nog niet structureel ingevoerd. Daarnaast is er onvoldoende discipline in het invoeren en afboeken van werkaanvragen. De wekelijkse monitoring van het aantal aanvragen, openstaande aanvragen en dooriooptijden moet worden uitgebreid met de preventieve aanvragen en werk uit inspectie aanvragen, zodat ook op deze aanvragen monitoring mogelijk is. Tevens moet Odfjell doelen formuleren om van deze monitoring (kritische)prestatie indicatoren te kunnen maken. Op basis van deze KPl's is evaluatie mogelijk en kan de deming-cirkel naar continue verbetering worden ingezet.
VBS element 3: Beheersing van de uitvoering
Het laatste preventieve onderhoud aan B-00043 en B-00044 de Veerbelaste Vacuüm/druk ventielen, die 1 keer per 4 jaar gecontroleerd moeten worden in de werkplaats, is uitgevoerd in 2003. Documentatie hiervan ontbreekt. Eerstvolgende controle staat gepland op 2009, reden voor een veriengde termijn met 2 jaar kon niet worden gegeven. Conclusie: slecht gedocumenteerd, slecht geschikt, slecht geïmplementeerd.
VBS 3.3 Borgen van preventieve LOD's
Odfjell kan van drie van de vijf B-00051, B-00053, B-00054, preventieve LOD's en één van de twee B-00055 en B-00056 repressieve LOD's die beschreven zijn in scenario 2.7 van DVS-4 niet aantonen dat de LOD's op juiste wijze worden onderhouden. De strategie voor het preventieve onderhoud (frequentie, werkwijze, testcriteria) van de LOD's zijn niet vastgelegd en geborgd in het (preventief )onderhoudssysteem. De resultaten van het uitgevoerde (preventieve) onderhoud wordt matig
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2008
9 van 42
gedocumenteerd waardoor het niet mogelijk is om de onderhoudsstrategie aan te passen op basis van resultaten van preventief onderhoud in het verieden. De borging van preventieve LOD's is matig gedocumenteerd, slecht geschikt, slecht geïmplementeerd. Scenario's: Installatiescenario's
Tijdens de inspectie zijn 1 installatiescenario van de PID en 1 installatiescenario van de terminal beoordeeld.
B-00027, B-00049, B-00050, B-00051, B-00052, B-00053, B-00054, B-00055, B-00056 en B-00057
Het format van de beoordeelde installatiescenario's zijn in overeenstemming met het stramien voor beschrijving installatiescenario's uit bijlage 4 van PGS-6. Tijdens interviews en uit resultaten van de inspectie van het scenario van de terminal blijkt dat niet alle geïmplementeerde en door leveranciers vereiste LOD's zijn beschreven in het scenario. Tevens bleek dat niet alle in het scenario beschreven LOD's geïmplementeerd zijn. Gedocumenteerd: redelijk Geschikt: matig Geïmplementeerd: slecht PBZO 1.0 Doelstellingen van het beleid
Het moederbedrijf heeft in de Corporate HSE expectations en de Corporate Quality Management Manual op heldere wijze de verwachtingen vastgelegd. Deze verwachtingen zijn goed gedocumenteerd en goed geschikt. Odfjell heeft de corporate expectations voor de inrichting in de Botlek vastgelegd in het PBZO document.
B-00014, B•00015,B-00016, B-00017, B-00018, B-00019, B-00020, B-00021, B-00022, B-00023, B-00024, B-00025, B-00026, B-00027, B-00034, B-00037, B-00038, B-00039, B-00040, B-00041, B-00042 en B-00089
Op basis van de audit resultaten is geconcludeerd dat: het MT onvoldoende de (proces)veiligheids performance evalueert. de communicatie top down en omgekeerd zwak is. onderhoud en project uitvoering probleemgebieden zijn preventief onderhoud zeer zwak is
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2008
10 van 42
er onvoldoende borging & registratie is dat de Check en Act stappen van de PDCA cirkel zeer zwak zijn, waardoor de PDCA cirkel niet gesloten is en er geen continue verbetering van de veiligheidsbeheersing is vastgesteld. Om de doelstellingen van het preventiebeleid zware ongevallen le realiseren is leiderschap met betrekking tot procesveiligheid cruciaal. Dit betekent dat: er zichtbaar commitment is voor de uitvoering van het preventiebeleid zware ongevallen. Dat dit beleid zichtbaar en duidelijk wordt gecommuniceerd, het belang van procesveiligheid zichtbaar wordt gemanaged Het Preventie Beleid Zware Ongevallen is slecht geïmplementeerd
Tevens worden hier de conclusies vermeld ten aanzien van de benoemde thema's van deze inspectie: ::ljhema;:>,,-,N^i;.: ;\;W - - r.,-:^ •:. ;^pmschrijyïirig:- -
'
Thema bedrijfsbrandweer
Voor wat betreft de brandpreventieve- en repressieve voorzieningen wordt aangesloten bij de conclusies voor het preventief onderhoud. Over het algemeen zijn de onderhoudsverrichtingen matig gedocumenteerd, maar wordt het onderhoud niet, niet conform planning of in onvoldoende mate verricht.
Stoffenlijst
De stoffenlijst wordt actueel gehouden en is redelijk beschikbaar. De benodigde gegevens met betrekking tot stofgegevens zijn voldoende, met uitzondering van de beschikbaarheid van een overzicht van de inhoud van uitgerangeerde wagons nabij het RCC.
Scenario's
Tijdens de inspectie zijn twee installatiescenario's behandeld, 6.9 en 8.5, gesitueerd in het RCC. Tijdens de visuele inspectie en de interviews zijn verschillende LOD's behandeld. Gebleken is dat niet alle in de scenario's beschreven LOD's geschikt en/of juist geïmplementeerd zijn.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2008
11 van 42
3.2
Overtredingen
Op grond van de resultaten van de inspectie wordt in deze paragraaf aangegeven welke overtredingen geconstateerd zijn, en aan welke wet- of regelgeving de betreffende overtreding is gerelateerd. De handhaving is gericht op het opheffen van de overtreding om zodoende zorg te dragen dat de inrichting aan de wettelijke verplichtingeri voldoet, en wordt door iedere overheid afzonderiijk uitgevoerd. Daarbij kan er sprake zijn van een afwijking die door meer dan één overheidsinstantie als overtreding wordt gekenmerkt. De overtieden spreken in dat geval af wie de handhaving op zich zal nemen. In uitzonderiijke situaties kunnen meer partijen zelfstandig overgaan tot handhaving.
; ^Ótrisch/ijyih O-00001
De monitoring van veiligheidsprestatie ten aanzien van procesveiligheid is onvoldoende ingevuld. • De processen welke cruciaal zijn voor procesveiligheid zijn niet op gestructureerde wijze vastgesteld. • De prestaties voor procesveiligheid cruciale processen worden onvoldoende gemonitord door middel van prestatie indicatoren. • Er is geen effectieve verstaalslag van beleid naar meetbare criteria op het gebied van procesveiligheid Hierdoor kan geen compleet beeld worden verkregen van de effectiviteit van het veiligheidsbeheerssysteem en het gevoerde Preventie Beleid Zware Ongevallen.
Haridhayinö i.'sirir^Nfiï?&!l*!' Arbeidsinspectie
B-00020 en B-00021
Het toezicht op de prestaties: de vaststelling en de toepassing van procedures voor de permanente beoordeling, met de inachtneming van de doelstellingen van het beleid ter voorkoming van zware ongevallen, van het veiligheidsbeheerssysteem is onvoldoende vastgesteld en onvoldoende geïmplementeerd. Wet: Besluit risico's zware ongevallen Artikel: 5 lid 3, bijlage II onder g
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2008
12 van 42
Nr.'-|/"Omschrijvirig'^'';^^ •• V v ' " : ' T. Ó-00002 De beoordeling van het functioneren van het veiligheidsbeheerssysteem ter voorkoming van zware ongevallen en het (indien nodig) aanpassen van het Preventie Beleid Zware Ongevallen is geen structureel onderwerp tijdens de management review. Resultaten en actiepunten van de management reviews worden niet schriftelijk vastgelegd.
'Hiahdfïavlrigi' Ï^K(s) •r- ;-^ Arbeidsinspectie 6-00024 en B-00025
De procedures voor de systematische periodieke evaluatie van het beleid ter voorkoming van zware ongevallen en de beoordeling van de doeltreffendheid en de deugdelijkheid van het veiligheidsbeheerssysteem evenals de met documenten gestaafde analyse door de directie van de resultaten van het gevoerde beleid, van het veiligheidsbeheerssysteem en de actualisering daarvan zijn onvoldoende vastgesteld. Wet: Besluit risico's zware ongevallen Artikel: 5 lid 3, juncto bijlage II onder h O-00004
In het kader van Toezicht op de Uitvoering (VBS element 3) Bevoegd gezag Wet is onderzocht hoe de uitvoering van het preventieve onderhoud is georganiseerd en wordt uitgevoerd. Tijdens dit milieubeheer onderzoek is geconstateerd dat het preventieve onderhoud niet structureel wordt gepland, uitgevoerd en geëvalueerd. Om deze overtreding ongedaan te maken is met Odfjell het volgende afgesproken: Voor 1 januari 2009 zullen de volgende stappen worden gezet: a. Inventarisatie en identificatie van de veiligheidskritische equipment en beveiligingen; • b. koppeling maken met eisen uit wet- en regelgeving, normen, degradatiemechanismen en afkeurcriteria om te komen tot een inspectie frequentie; c. invoeren van het preventieve onderhoud in het Werk Aanvraag Systeem (WAS); Een controle zal worden uitgevoerd of deze stappen afgerond zijn en indien dit nog niet gerealiseerd is er acties lopen om dit op korte termijn wel te realiseren. Vervolgens moet uiteriijk 31 maart 2009 de laatste acties zijn afgerond: d. procedures/instructies schrijven / updaten; e. uitvoering starten; f. documentatie en registratiesysteem opzetten; g. plan opstellen om prestaties te meten en te evalueren (borging).
B-00034, B-00037, B-00038, B-00039, B-00040, B-00041, B-00042, B-00043, B-00044, B-00045, B-00046, B-00047, B-00048, B-00065, B-00067, B-00069, B-00075, B-00080, B-00081, B-00082, B-00084 en B-00086
Wet: Besluit risico's zware ongevallen Artikel: 5, lid 3, juncto Bijlage II, onder d
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2008
13 van 42
Nr., 0-00006
Omschrijving Op het Onderhoudsconcept statusoverzicht is aangegeven dat de Veerbelaste Vacuüm/Druk ventielen 1 keer per 4 jaar een controle in de werkplaats moeten ondergaan. Als laatste inspectiedatum is 2003 aangegeven. Documentatie hiervan is niet aanwezig. Volgende inspectie staat gepland in 2009, dit is een termijn van 6 jaar in plaats van 4 jaar. Odfjell kon geen verklaring geven waarom deze termijn is veriengd. Om deze reden moet Odfjell zo spoedig mogelijk deze vacuüm/druk ventielen controleren en registraties documenteren.
'Handhaving
Bevoegd gezag Wet milieubeheer
iUr.(é) B-00044
Wet: Wet milieubeheer Artikel: 14.2 O-00007
(Tijdelijke) wijzigingen aan de (bedrijfs)brandween/oorzieningen dienen - conform Algemene Bepaling 2.2 bedrijfsbrandweeraanwijzing geïnventariseerd te worden middels MOC-procedure om de bedrijfszekerheid middels ven/angend, gelijkwaardig materiaal te borgen.
Brandweer
B-00061
Brandweer
B-00066
Brandweer
B-00070
Brandweer
B-00071
Brandweer
B-00076
Wet: Brandweerwet Artikel: Algemene Bepaling 2.2 Bedrijfsbrandweeraanwijzing O-00008
De bedrijfszekerheid van de filters is - als gevolg van het ontbreken van onderhoud en/of reiniging - onvoldoende geborgd middels een onderhouds-Zinspectieprogramma. Wet: Brandweerwet Artikel: Algemene Bepaling 2.2 Bedrijfsbrandweeraanwijzing
O-00009
Conform Algemene Bepaling 2.9 bedrijfsbrandweeraanwijzing dienen stationaire blusinstallaties eenmaal per jaar getest te worden. Odfjell zal aangeschreven worden om inzichtelijk te maken op welke wijze aan deze bepaling voldaan wordt/zal worden. Wet: Brandweerwet Artikel: Algemene Bepaling 2.9 Bedrijfsbrandweeraanwijzing
O-00010
De bluswatervoorziening dient tenminste tweemaal per jaar gespoeld te worden, hiertoe behoort tevens de blusbootaansluiting. Deze is niet opgenomen in het spoelprogramma, noch wordt deze doorgespoeld. Wet: Brandweerwet Artikel: Algemene Bepaling 5.2 Bedrijfsbrandweeraanwijzing
O-00011
Droge blusleidingen dienen eenmaal per 5 jaar afgeperst te worden op een druk van 1600 Kpa. Dit is niet opgenomen in een onderhoudsprogramma, noch kan Odfjell inzichtelijk maken dat dit onderhoud plaatsvindt/heeft plaatsgevonden. Artikel: Bijlage 3, artikel 6.2 Bouwverordening Rotterdam
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2008
14 van 42
Nr.
Omschrijviiiig
O-00012
Activatie van het gasdetectiesysteem en alarmering dient bij Bevoegd gezag 10% LEL plaats te vinden Wet Wet: Wet milieubeheer milieubeheer Artikel: voorschrift 6.44
B-00085
O-00013
Detectie dient plaats te vinden bij 10% LEL van een voor het Bevoegd gezag RCC representatief gas. De keuze voor het ijkgas dient dan Wet ook gebaseerd te zijn op de productrange van te veriaden milieubeheer producten. Wet: Wet milieubeheer Artikel: voorschrift 6.44
B-00087
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2008
Handhaving
Nr;(s)
15 van 42
Nr. O-Q0014
'1
Handhaving Omschrijving Odfjell heeft niet aangetoond dat de Lines of Defense Arbeidsinspectie (LOD's) die zijn beschreven in scenario 2.7 DVS-4 en die zijn aangebracht om een zwaar ongeval met een gevaariijke stof te voorkomen op juiste wijze worden onderhouden, op juiste wijze functioneren en aanwezig zijn. Bij de volgende LOD's die in het scenario zijn beschreven zijn tekortkomingen vastgesteld: 1. LOD toetsing voorgaande lading van schip aan "stoffenlijst": De in het scenario aangehaalde procedure beschrijft niet de toetsing van voorgaande lading van het schip aan de toegestane stoffenlijst voor DVS-4. De procedure behorende bij de LOD kon niet worden niet getoond. De verantwoordelijkheden en de criteria voor toetsing voorgaande lading van schip aan "stoffenlijst" zijn niet aantoonbaar procedureel geborgd. 2. LOD Periodiek vervangen Membraan: De criteria voor de periodieke vervanging zijn niet onderbouwd en liggen niet vast in het onderhoudssysteem. De LOD is niet geborgd in het onderhoudssysteem. 3. LOD: Visuele inspectie om de 2 jaar: De in het scenario beschreven LOD, visuele inspectie om de 2 jaar, is niet geborgd in het onderhoudssysteem voor preventief onderhoud. Resultaten van visuele inspecties worden niet gedocumenteerd. De operating and maintenance Instructions van de leverancier schrijven voor dat de visuele inspectie van het membraan wekelijks worden gedaan. Er is geen onderbouwing van de verienging van de inspectieperiode naar 2 jaar. 4. LOD: Gasdetectie aan bovenzijde membraan 5% LEL. Niet is aangetoond dat de juiste test & calibratie procedure wordt gebruikt. Odfjell kon niet aantonen dat het juiste ijkgas wordt gebruikt en dat de LEL metingen op juiste wijze gecalibreerd zijn. Niet is aangetoond dat het automatische veiligheids interiock behorende bij de gasdetectie wordt getest en functioneert zoals die is ontworpen. De test resultaten worden niet aantoonbaar gerapporteerd en gedocumenteerd Hierdoor is niet geborgd dat de LEL meting en het veiligheidsinterlock op de juiste wijze wordt onderhouden en op juiste wijze functioneert met de gewenste betrouwbaarheid. De operationele- en onderhoud handleiding van de leverancier beschrijft dat het systeem twee alarm punten heeft op 20% LEL en 50% LEL. In het scenario wordt alleen een alarm en interiock beschreven op 5% LEL. Niet aangetoond is dat de wijzigingen zijn beoordeeld op consequenties voor veiligheid en het alamn en interiock functioneren zoals dat door de leverancier/bouwer van de installatie is ontworpen.
Nr.(s) > B-00051, B-00053, B-00054 en B-00055
Wet: Besluit risico's zware ongevallen Artikel: Artikel 5 lid 1
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2008
16 van 42
Nr.
Ömschrijvihg
s
••'
O-00015
De leverancier beschrijft in de operating and maintenance instructions van tank 545 dat moet worden voorkomen dat het membraan in contact komt met het condensaat. Om dit te borgen schrijft de leverancier voor dat het niveau van het condensaat elke drie maanden gecontroleerd wordt en het vervolgens af te laten. Deze LOD is niet opgenomen in het scenario. Odfjell heeft niet aangetoond en niet geborgd dat elke 3 maanden het niveau van het condensaat in tank 545 wordt gecontroleerd en dat het aanwezige condensaat moet wordt afgelaten. De verantwoordelijkheden voor het uitvoeren en borgen van deze taak zijn niet procedureel geborgd. Er is geen registratie van en controle op tijdige uitvoering van de bovengenoemde maatregel.
Handhaving
Nr.(s)
Arbeidsinspectie
B-00056
Wet: Besluit risico's zware ongevallen Artikel: Artikel 5 lid 1
3.3
Beoordeling
Op basis van de bevindingen is per inspeclieonderwerp waar mogelijk een beoordeling gegeven. inépectie (jnderwerp •lT'.':^'''-'.'.t'::''''.^-.--. VBS 1.4 Communicatiestructuur en frequentie
Beoordeiirigsgrohdsli^9 Gedocumenteerd Geschikt Geïmplementeerd
VBS 1.5 Vaardigheden (training en opleiding)
Gedocumenteerd Geschikt Geïmplementeerd
goed goed goed
Stoffenlijst
Gedocumenteerd Geschikt Geïmplementeerd
redelijk redelijk redelijk
VBS 6.5 Vaststelling van prestatie indicatoren
Gedocumenteerd Geschikt Geïmplementeerd
slecht matig matig
VBS 6.7 Communicatie naar hoger management
Gedocumenteerd Geschikt Geïmplementeerd
slecht matig matig
VBS 7.4 Systeem directiebeoordeling
Gedocumenteerd Geschikt Geïmplementeerd
slecht redelijk redelijk
VBS 7.5 Directiebeoordeling
Gedocumenteerd Geschikt
slecht slecht
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2008
.Bépordeling; redelijk matig matig
17 van 42
Inspectie onderwerp
Beoordelingsgrondslag Beoordeling redelijk Geïmplementeerd
Scenario's: Opzet overeenkomstig het RIB-addendum
Gedocumenteerd Geschikt Geïmplementeerd
goed goed goed
Scenario's: Installatiescenario's
Gedocumenteerd Geschikt Geïmplementeerd
redelijk matig slecht
Scenario's: Bedrijfsbrandweer
Gedocumenteerd Geschikt Geïmplementeerd
matig redelijk redelijk
VBS element 3: Beheersing van de uitvoering
Gedocumenteerd Geschikt Geïmplementeerd
matig slecht slecht
VBS 3.3 Borgen van preventieve LOD's
Gedocumenteerd Geschikt Geïmplementeerd
matig slecht slecht
Gedocumenteerd Geschikt Geïmplementeerd
goed goed slecht
PBZO 1.0 Doelstellingen van het beleid
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2008
18 van 42
3.4
Bevindingen
De samenwerkende inspectiediensten gaan er van uit dat er géén aanbevelingen gedaan hoeven te worden bij bevindingen die niet leiden tot een overtreding. Van bedrijven wordt op grond van hun VBS immers verwacht dat ze hier zelf actie op ondernemen. In niet evidente gevallen kan het bedrijf worden geadviseerd over de gewenste te ondernemen actie. De bevindingen zijn door de gezamenlijke overheden geconstateerd, tenzij anders vermeld. Nr.
Omschrij.ying
--Actie Bedrijf
yOndenverpi^PBZÓ C*G^'??i?^fl'^/i? •'^'P Mt^tjeleid^ .;• r^i; B-00014 Odfjell Corporate heeft het mission statement vastgelegd in de Corporate Quality Management Manual van maart 2006. Dit mission statement is ondertekend door de president/CEO van Odfjell. In de Corporate Quality manual zijn naast het ondertekende mission statement onder andere de volgende aspecten beschreven: Organizational Structure, Responsibilities, Processes and elements of quality management, Quality management system, Quality assurance and improvement, event analysis, HSE management, risk management. B-00015 In de Corporate Quality Management Manual van maart 2006 is op pagina 11 opgenomen dat alle units een kwaliteit management systeem zullen hebben dat alle elementen van kwaliteit dekt en dat alle processen de 4 hoofd fases volgen van Plan, Do, Study and Act.
B-00016
Tevens is in de kwaliteit manual opgenomen dat alle kritische processen geïdentificeerd en beheerst dienen te zijn middels goedgekeurde procedures. Equipment en systemen zullen goed onderhouden en bediend worden door gekvvalificeerd personeel. In de Corporate Quality Management Manual is beschreven dat Odfjell KPl's definieert om trends, performance en efficiëntie te meten. De manual definieert dat KPl's metingen zijn om de effectiviteit en status te bepalen van doelen en gezien worden als vitale signalen die een indicatie geven van de "operationele gezondheid".
Zie actie B-00026
Relatie met bevinding: B-00026
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2008
19 van 42
Nr. B-00017
-Omschrijving: De PDCA cirkel is volgens de Corporate management manual van Odfjell het middel om continue verbetering te bereiken.
Actie Bedrijf Zie actie B-0023, B-0024 en B-0025
Sites dienen het Quality Management Systeem op geplande intervallen te beoordelen om continuïteit, het adequaat zijn en effectiviteit te borgen. De review dient ook mogelijkheden voor verbetering te borgen.
B-00018
Relatie met bevindingen: B-0023, B-0024 en B-0025 Odfjell heeft de Health, Safety and Environmental Corporale Expectations vastgelegd in een document in mei 2007. Dit is ondertekend door de president/CEO van Odfjell. De HSE expectations zijn opgenomen in dit document. De HSE elementen zijn: HSE policy. Leadership and Accountability, Resources Management, Risk Management, Management of Change, Safety, Environment, Maintenance & Housekeeping, Contingency, Measurements and Analysis, Incident Investigation, Improvement and Corrective Actions.
B-00019
Voor alle element zijn de Corporate verwachtingen beschreven. Alle sites dienen te borgen dat de ven/vachtingen zijn gerealiseerd. Odfjell heeft het corporate beleid dat is vastgelegd in de Corporate Quality Management Manual en de Health, Safety and Environmental Corporate Expectations vertaald naar het Preventie Beleid Zware Ongevallen en vastgelegd in het PBZO document dat op 31 mei 2008 is ondertekend door het management team.
:Öpder\verp:^iSeënafiq's^ '- J : ; i , v . ' . B-00092 Het bedieningshuisje van vernieuwde steiger 10 is op hoogte geplaatst en via een trap bereikbaar. De toegang tot de trap naar het bedieningshuisje is gelegen boven de lekbak voor gevaariijke stoffen. Indien er in de lekbak brand ontstaat, is de normale route vanuit het bedieningshuisje afgesneden. Er is geen alternatieve vluchtweg voorzien.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2008
De vluchtmogelijkheden tijdens een calamiteit vanuit het bedieningshuisje beoordelen. De situatie ter plaatse aanpassen op basis van de resultaten van de beoordeling zodanig dat vanuit het bedieningshuisje altijd een veilige vluchtroute is.
20 van 42
.' Ondenverp/. Scenario's: Bedrijfsbrandweer.- : B-00077 Acceptatie van wagons verioopt conform OTR-OP 07 STORAGE AND TRANSFER, procedure PRO0884 RCC procedure en procedure PRO-0885 RCC instructie. In iedere werkopdracht staan tevens een aantal punten met betrekking tot controle van het wagonnummer, volume en (beladings)gewicht welke gecontroleerd dienen te worden vóór belading van (een) wagon(s). Tevens is in de werkopdracht een controlelijst voor vertrek van wagons opgenomen. Conform installatiescenario 6.9 is één van de organisatorische LOD's het controleren van de afsluiters en de flenzen van een wagon vóór belading. Dit is echter niet beschreven in (de) procedure(s). B-00078 Om te controleren of een wagon goed schoongemaakt is baseert personeel zich op de bebording en transportbriefAbon van de vervoerder, eventueel door middel van een aanvullende check bij de vervoerder. Dit is echter niet beschreven in bovengenoemde procedures. In de RCC procedure wordt ervan uitgegaan dat lege wagons bij aankomst op reinheid geschikt dienen te zijn voor het te verladen product. Odfjell voert hier echter zelf geen aanvullende (eigen) controle op uit. Voorafgaand aan de belading wordt geen checklist afgewerkt en afgetekend met aandachtspunten, enkel na belading conform werkopdracht. Bij gebruik van stoplichten, laadarm en/of trap B-00079 blokkeert de lorry, waardoor bij belading van de wagon(s) wordt voorkomen dat deze in beweging kunnen komen. Het onderhoud en reparaties aan de vulleidingen B-00080 en de afsluiters is uitbesteed aan KANON Loading equipment. De frequentie van onderhoud is onduidelijk. Uit inkooporders 20010033 en 20011355 blijkt dat op 20 december 2007 respectievelijk vindt 15 september 2008 een inspéctie heeft plaats gevonden. Een gespecificeerde omschrijving van de onderhoudsverrichtingen en reparatie(s) door KANON ontbreekt. B-00081 Het - periodieke - onderhoud aan vulleidingen en afsluiters is niet opgenomen in een onderhoudssysteem door Odfjell, waardoor borging van tijdige uitvoering - door KANON - van inspectie en onderhoud ontbreekt. Tevens is geen vaste periodiek/cyclus bepaald.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2008
Conform het installatiescenario 6.9 is één van de LOD's het controleren van de wagons vóór belading. Deze handeling dient (aantoonbaar) geborgd te zijn.
De frequentie dient geborgd te zijn door Odfjell, zodat desgewenst op de frequentie / uitvoering bijgestuurd kan worden. Tevens is het hiervoor van belang inzicht in de verrichte onderhoudshandelingen te verkrijgen en de (inspectie) resultaten te monitoren.
21 van 42
B-00082
B-00083
B7OOO84
B-00085
B-00086
B-00087
De wand van het RCC aan de kant van de Oude Maasweg is 60 minuten brandwerend. De hoofddraagconstructie van het RCC is 30 minuten brandwerend. Inzicht in de levensduur van de gebruikte materialen c q . onderhoud hieraan ontbreekt. De hoofddraagconstructie van het RCC is door middel van een sprinklersysteem beschermd/gekoeld. De capaciteit, druk, sproeivlak en application-rate zijn bij het ontwerp berekend, het betreffende document - Programma van Eisen - is beschikbaar en gedateerd op juni 1995. Uitgegaan is van een waterhoeveelheid ten behoeve van het sprinklersysteem (boven- en ondernet) van 13.000 l/min en 3.000 l/min ten behoeve van het keldernet met een bijmenging van 3% schuimvormend middel (svm). De hoeveelheid svm bedraagt 4 m^, en is gebaseerd op inzet van 8 minuten, waarna de Gezamenlijke Brandweer (GB) de voorraadtank svm extern kan vullen indien de brand dan nog niet is geblust. De inspectie van het sprinklersysteem van het RCC is uitbesteed aan GTI West Utiliteit B.V., welke in principe jaariijks visuele inspectie uitvoert. Uit overiegde documenten blijkt dat deze inspectie in oktober 2005 en mei 2006 is verricht. Bij Odfjell is de uitvoering van deze jaarlijkse inspectie niet aanwezig in het (preventief onderhouds)systeem. De afstelling van de gasdetectie in de weegbrugkelder op 20% respectievelijk 40% LEL berust niet op een specifiek referentiekader. Bij het bereiken van 40% LEL wordt automatisch de belading gecontroleerd afgebouwd in 10 tot 15 minuten. Viermaal per jaar worden de gasdetectoren getest, hetgeen is uitbesteed aan DRAGER Safety Nederland. Controle op de frequentie en borging van het tijdig uitvoeren van het onderhoud door DRAGER zijn niet opgenomen in een procedure van Odfjell. Calibratie van de gasdetectoren wordt uitgevoerd door DRAGER, waarbij zowel tolueen als propaan als ijkgas wordt gebruikt. De keuze van het ijkgas is niet geënt op de productrange waarmee in het RCC manipulatie plaatsvindt. Polair brandbaar gas/damp wordt niet gedetecteerd.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2008
Inzicht in de gebruikte materialen is vereist voor het uitvoeren van inspectie / onderhoud om de brandwerendheid van de wand van het RCC te garanderen. Tevens dienen inspectie en onderhoud uitgevoerd te worden.
Om de bedrijfszekerheid van het systeem te garanderen, dienen frequentie en controle op - de uitvoer van - onderhoud in een procedure te zijn geborgd. Koppeling met O-0004 De afstelling van de gasdetectie dient conform voorschrift 6.44 Wet milieubeheer 10% LEL te zijn, waarbij tenminste alarmering plaatsvindt. De frequentie en uitvoer van het onderhoud dienen middels een procedure geborgd te worden.
De gasdetectoren dienen gecalibreerd te worden met een ijkgas wat representatief is voor de te veriaden productrange in het RCC.
22 van 42
Onden/i/erp_Scenafiq^^ : B-00027 In installatie scenario 2.7 van DVS-4 wordt een Odfjell dient het schade effect zonder scenario beschreven waarbij gas lekt door een repressieve LOD's van scenario 2.7 aangetast en poreus membraan van de gashouder (DVS-4) opnieuw te beoordelen. van dampvenwerkingsunit 4 en naar buiten treedt via dak en ventilatie openingen. De gaswolk ontsteekt vervolgens door onbekende oorzaak. In het scenario is beschreven dat het schade effect van het scenario zonder repressieve LOD's een druk van 0,03 bar is met als resultaat geen effect vanwege de geringe massa. Tijdens de bespreking van het scenario is gebleken dat het zeer waarschijnlijk is dat na ontsteking van de gaswolk de vlam via de ventilatie openingen naar binnen in de gashouder slaat en dat de drukgolf ven/olgens het membraan doet scheuren waarna de in de drukhouder opgeslagen hoeveelheid gas ontsteekt.
B-00050
B-00052
Indien het gas in de drukhouder ontsteekt is het gas ingesloten en is het waarschijnlijk dat de drukhouder scheurt, in de drukhouder kan eveneens een explosief mengsel aanwezig zijn. Het is erg onwaarschijnlijk dat het beschreven effect (geen effect) correct is ingeschat.. Een potentiële ontstekingsbron werd tijdens de inspectie aangetroffen op 10 meter afstand van DVS-4, zie bevinding B-00091 Scenario 2.7 DVS-4: Preventieve LOD "alleen aangegeven productdampen worden behandeld via DVS-4"; Procedure PRO-b794, Dampsystemen aangesloten op DVS 4" is aangetroffen en geïmplementeerd. In de procedure zijn de toegestane stoffen genoemd. Borging dat alleen toegestane stoffen worden venwerkt is gedaan via Otes. Met Otes worden de werkopdrachten gemaakt waarin o.a. de dampverwerking via DVS4 wordt geselecteerd. In Otes kan DVS-4 alleen geselecteerd worden als de dampen voor die installatie geautoriseerd zijn. Scenario 2.7 DVS-4: LOD "proefstrookjes bij inlaatpijp ingelast (wordt om de 2 jaar getest)"; De proefstrookjes zijn getest in 2003, 2004 en 2006.De testresultaten zijn schriftelijk vastgelegd met de daarbij behorende minimum eisen. In alle tests voldeden de teststrookjes aan de minimum eisen.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2008
23 van 42
B-00057
Aanbeveling druktest + tijdsduur in Scenario 1.10 PID is een corrosie scenario. procedure opnemen & resultaten tests De volgende LOD's van dit scenario zijn registreren geïnspecteerd, aanwezig en onderhouden: 1) Afpersen vert)indingen en unit lx per kwartaal & na onderhoud. 2) Penetrant onderzoek voor keuring 3) Periodieke "stoomwezen" keuring 4) Maximum chloor gehalte van het te verwerken product
• Ondemei-p vScèaano'S:vÖpzëtó . LÜl •••• ^^dèndum^-.,...,j.. -m^^^.^x . B-00049 Het format van de installatiescenario's 2.7, DVS-4 en 1.10 PID unit 5 is in overeenstemming met het stramien voor beschrijving installatiescenario's, bijlage 4 van PGS 6.
if'Öhptewe/p^lstoffér B-00028
B-00030
B-00031
B-00032
B-00033
I T...^.-
De stoffenlijst voor de hulpverieningsdiensten bevat per op de inrichting aanwezige stof de handelsnaam, maximale hoeveelheid, CASnummer, VN-nummer en Gl-nummer zoals vereist in artikel 14 RRZO. Gedetailleerde informatie is te vinden in bijlage 2 van dit rapport. MSDS'en van stoffen zijn digitaal beschikbaar, maar worden niet toegepast binnen de operationele (bedienings)systemen. De fysische eigenschappen van iedere stof binnen de inrichting zijn echter wel geregistreerd in het systeem middels productsheets. Deze zijn direct beschikbaar en inzichtelijk. Van de dedicated stoffen zijn de fysische eigenschappen inzichtelijk in het systeem; gemengde stoffen zijn niet opgenomen in het systeem. Bij controle van de stoffen in tankput 3 zijn de actuele - gegevens met betrekking tot de stof, volume en temperatuur inzichtelijk voor iedere tank in de betreffende put. Van het Rail Cargo Center (RCC) zijn veriadinggegevens van verwachte/geplande en (te) beladen wagons beschikbaar. Na belading en uitrangeren op de sporen verdwijnen de wagons uit de actieve stoffenlijst. Deze gegevens zijn met wagonnummer na te gaan in het systeem in de centrale controlekamer (CCK). Ondanks de aanwezigheid van beladen wagons op het rangeerterrein van Odfjell, is geen inzicht in de volgorde en belading per wagon per spoor.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2008
\. •••• Odfjell dient de gegevens met betrekking tot inhoud van de wagons inzichtelijk te maken en beschikbaar te hebben in geval van een calamiteit, zodat per spoor en volgorde van de wagons bekend is welke stof(fen) het betreft.
24 van 42
Ónderyyerp VBS 1:4.Communicatiestructuüren frequentie B-00089 Odfjell heeft onvoldoende structuur voor communicatie van- en overieg over veiligheidszaken van management niveau naar werkvloer niveau en omgekeerd.
Odfjell dient te borgen dat risicorelevante informatie en onderwerpen die van belang zijn voor (proces)veiligheid structureel worden gecommuniceerd binnen en tussen alle lagen van de organisatie. Van belang hierbij is dat er een dialoog plaats vindt en dat vastgesteld wordt dat de informatie die gecommuniceerd is, wordt begrepen.
Bijvoorbeeld het Preventie Beleid Zware Ongevallen (PBZO) wordt niet actief gecommuniceerd met de medewerkers. Veel communicatie die betrekking heeft op (proces) Veiligheid waaronder de communicatie van het PBZO gebeurt via intranet en docmap. Er wordt vanuit gegaan dat het personeel regelmatig op Toelichting: intranet en docmap raadpleegt en dat zonder Voor het managen van procesveiligheid tegenbericht de informatie is gelezen en begrepen. is zichtbaar leiderschap vereist. Hierbij zijn "commitment" en duidelijke communicatie door de hele organisatie Er is tussen management en personeel weinig belangrijke vereisten. dialoog over veiligheid hierdoor wordt niet bereikt dat risicorelevante informatie wordt uitgewisseld. Hierdoor is voor dit element van het VBS geen PDCA cirkel gerealiseerd. Vooral de Check en Act stappen zijn zwak. «•fórideriverp .?vVÖS|XS; t^aard/gh^^ B-00088 De opleidingsstructuur bij HR gedocumenteerd en geborgd. Het opleidingstraject ligt per functie vast inclusief kwalificaties, toetselementen en toetscriteria. Behaalde kwalificaties worden afgetekend en vastgelegd in het praktijkboek. Er zijn 2 praktijkboeken ingezien. ; " hOndefwerp 'VBS'3:2$epaleh.}/an^^ De capaciteit wordt geleverd door 3 dieselpompen B-Ó0059 met ieder afzonderiijk een capaciteit van 850 m^/uur. Daarnaast beschikt Odfjell over een jockeypomp met een capaciteit van 120 m^/uur. Het schuimvormend middel wat door Odfjell binnen B-00060 de inrichting wordt toegepast is Mousol APS 3/3. Dit is hetzelfde als de Gezamenlijke Brandweer toepast. Tijdelijke wijzigingen aan de B-00061 brandveiligheidsvoorzieningen worden op basis van ervaring/kennis geïnventariseerd, dan wel worden - tijdelijke - aanvullende maatregelen op eenzelfde basis ingeschat. Hiervoor bestaat geen vaste procedure, noch verioopt inventarisatie middels een MOC-procedure geïnventariseerd.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2008
25 van 42
[^ Onderwerp , VBS.3.3 Borgen, van'.prévéntieveLOD's B-00051 Scenario 2.7 DVS-4: "LOD toetsing voorgaande lading van schip aan "stoffenlijst"".
De werkwijze en criteria behorende bij deze LOD procedureel vastleggen en borgen.
In het scenario wordt voor deze LOD venwezen naar procedure PRO-0854 "aanvraag op- en overslag". Deze procedure behandelt de aanvraag op- en overslag van stoffen en de beoordeling of de terminal deze stoffen kan verwerken. De in het scenario aangehaalde procedure beschrijft echter niet de toetsing van voorgaande lading van het schip aan de toegestane stoffenlijst voor DVS-4. Uit interviews blijkt dat de manipulatie coördinator moet controleren of de voorgaande lading geen dampen bevat die schadelijk zijn voor het membraan van de DVS-4. Hij gebruikt hiervoor de ADNR checklijst. Eventuele afwijkingen worden vastgelegd als een OTES opmerking.
B-00053
B-00054
Tijdens de inspectie kon de procedure behorende bij de LOD niet getoond worden. Scenario 2.7 DVS-4: LOD "Periodiek vervangen De periode voor de periodieke Membraan". vervanging onderbouwen en het tijdig periodiek vervangen van het membraan Tijdens de interviews bleek dat Odfjell in de borgen via het periodieke planning heeft om in 2009 het membraan te onderhoudssysteem. vervangen. Het membraan is in 2001 in gebruik genomen. Dit zou betekenen dat Odfjell een periode van 8 jaar voor periodieke vervanging aanhoudt. De criteria voor de periodieke vervanging zijn niet onderbouwd, liggen niet vast in het onderhoudssysteem. De LOD is niet geborgd in het onderhoudssysteem. Scenario 2.7 DVS-4, LOD: "Visuele inspectie om Odfjell dient het onderhoud aan de de 2 jaar" gashouder uit te voeren conform de operating and maintenance Instructions De in het scenario beschreven LOD, visuele van de leverancier. Indien er afgeweken inspectie om de 2 jaar, is niet geborgd in het wordt van de voorschriften van de onderhoudssysteem voor preventief onderhoud. leverancier dan dient dit onderbouwd te Resultaten van visuele inspecties worden niet kunnen worden. gedocumenteerd. De operating and maintenance Instructions van de leverancier schrijven voor dat de visuele inspectie van het membraan wekelijks worden gedaan. Er is geen onderbouwing van de verienging van de inspectieperiode naar 2 jaar.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2008
26 van 42
B-00055
Preventief onderhoud, calibratie en test Scenario 2.7 DVS-4, LOD: "Gasdetectie aan procedure voor de LEL melingen en het bovenzijde membraan 5% LEL". bijbehorende interiock procedureel Niet is aangetoond dat de juiste test & calibratie vastleggen en implementeren. procedure wordt gebruikt. Niet is aangetoond dat het automatische interiock Calibratie en test resultaten dienen zijn wordt getest en dat de ventilator en de dampstraal gedocumenteerd. voor de ketel worden uitgeschakeld en het systeem wordt ingeblokt. De test resultaten worden niet aantoonbaar gerapporteerd en gedocumenteerd. Hierdoor is niet geborgd dat de LEL meting en het veiligheidsinteriock op de juiste wijze wordt onderhouden en functioneert met de gewenste betrouwbaarheid. De operationele- en onderhoud handleiding van de leverancier beschrijft dat het systeem twee alarm punten heeft op 20% LEL en 50% LEL. In het scenario wordt alleen een alarm en interlock beschreven op 5% LEL. Niet aangetoond is dat het alarm en interiock functioneren zoals dat door de leverancier/bouwer van de installatie is ontworpen. Opmerking: Ook in twee voorgaande inspecties van de Arbeidsinspectie werd geconstateerd dat het preventief onderhoud, testen en calibreren van LEL metingen onvoldoende was.
B-00056
In de "Vapour Holder for gasoline Vapours operating and maintenance instructions" van mei 2000 is beschreven dat elke 3 maanden het niveau van het condensaat moet worden gecontroleerd en dat het aanwezige condensaat moet worden afgelaten. Tevens is aangegeven dat moet worden voorkomen dat het membraan in contact komt met het condensaat.
Borgen dat elke drie maanden het niveau van het condensaat van T-545 wordt geconlroleerd en dal het aanwezige condensaat wordt afgelaten.
Deze LOD die aantasting van hel membraan moet voorkomen is niet beschreven in hel scenario. Tevens is niet aangetoond dal deze LOD is geborgd en geïmplementeerd
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2008
27 van 42
• 'Ondenverp VBS 6.5 Vaststelling van prestatieindicatoren B-00020 Odfjell heeft 2 draft procedures, System 1: leadership, involvement and responsibility en System 2: Stewardship and improvement" waarin oa de processtappen voor het definiëren van KPl's, criteria aan KPl's en rollen verantwoordelijkheden worden beschreven.
Odfjell dient het beleid met betrekking tot het vaststellen van KPl's voor procesveiligheid procedureel vast le leggen en dit beleid te implementeren.
Deze procedures zijn nog niel door het management bekrachtigd en nog niet geïmplementeerd.
B-00021
Het beleid met betrekking tot KPl's voor procesveiligheid is op de Locatie Odfjell Botlek niet procedureel vastgelegd en geborgd. De rollen en verantwoordelijkheden m.b.t. KPl's zijn onvoldoende gedefinieerd. Odfjell heeft een aantal KPl's vastgesteld die worden gemeten. De vastgestelde KPl's zijn reactief en niet gericht op het pro-actief beoordelen van de prestaties ten aanzien van procesveiligheid. Tevens kan er met de gehanteerde KPl's geen compleet beeld worden verkregen van de effectiviteit van het door Odfjell gehanteerde veiligheidsbeheerssysteem voor (proces)veiligheid. De momenteel gebruikte KPl's zijn matig geschikt voor het beoordelen van de effectiviteit van het veiligheidsbeheerssysleem ter voorkoming van zware ongevallen
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2008
De veiligheidsprestaties dienen te worden voorzien van een doelstelling. Doelstellingen dienen "SMART' te zijn, dal wil zeggen: Specific, Measurable, Agreed, Realistic, Time bound. Deze doelstellingen moeten tenminste worden geformuleerd vanuil: • Hef veiligheidsbeleid. • Wat de inrichting per VBS elernent wil beheersen/bereiken. • Opmerkingen uit de eigen organisatie en van externen. • Informatie verkregen uit audits. • Informatie uit near misses en incidenten (ook van andere bedrijven). • Wijzigingen in technologie, normen, wetgeving. • Analyse van de "key processes" op hel gebied van veiligheid. De systematische invulling van actieve monitoring van veiligheidsprestaties dient procedureel le zijn geborgd.
28 van 42
.Ondem'erp VBS, 6.7 naar.hoger management B-00026 De QHSE heeft een aantal KPl's opgesteld die worden gemeten. Enkele KPl's (o.a. LTI's en spills) bereiken de management review. Op diverse afdelingen (oa maintenance, engineering/projecten) worden voortgangs- en prestatieparameters bijgehouden. Deze zijn echter niet voorzien van een duidelijke doelstelling en worden niet als KPI in het systeem management review gebruikt. Er is geen duidelijke communicatie structuur voor voortgangs- en prestatieparameters. De verantwoordelijkheden voor het communiceren van de KPl's liggen niet vast. Hierdoor bereikt niet alle informatie het hoger management.
Duidelijke structuur voor het bepalen en meten van KPl's opzetten. Borgen dat er een systeem is om (afdelings) KPl's die een belangrijke trend voor EHS performance vertonen worden besproken tijdens de management review.
-Ondèrivérp 'y^^ "' B-00022 Odfjell doel elk kwartaal een managemenl review. Het systeem van management reviews is gestart in 0 4 2004.Elke maand vinden er voortgangs reviews plaats. De maandelijkse reviews, waarbij ook QHSE ondenwerpen worden besproken, zijn gestart vanaf maart 2008. B-00023 Het systeem voor uitvoering van management Het systeem van management reviews procedureel borgen en implementeren. reviews is niet procedureel geborgd. Odfjell heeft twee draft procedures die beschrijven op welke wijze het management de effectiviteit van hel veiligheidsbeheerssysteem dient te beoordelen (Systems 1: Leadership, involvement and responsibility en System 2: Stewardship and improvement). Deze procedures zijn niet goedgekeurd door het management en niet geïmplementeerd. ':&ndépwerp'0^^^ • B-00024 Tijdens de managemenl review worden KPl's besproken aan de hand van het "smilies" overzicht. Op dit overzicht staan 2 KPl's die betrekking hebben op veiligheid (Lost time Incidents en Spills), De beoordeling van hel functioneren van het Veiligheids Beheers Sysleem voor (proces)veiligheid is geen structureel ondenverp tijdens de management review. B-00025 In 2007 zijn de management reviews van Q l , Q2, Q4 uitgevoerd. De review van Q3 is niet gedaan. Er vind geen verslaglegging plaats van wat tijdens de management reviews is besproken en besloten. Acties waartoe tijdens de management reviews wordt besloten worden niet structureel vastgelegd en opgevolgd.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2008
Het managemenl team van Odfjell dient •systematisch de effectiviteit en de geschiktheid van het Veiligheids Beheers Sysleem (VBS) voor (proces) veiligheid) en het gevoerde Preventie Beleid Zware Ongevallen (PBZO) te beoordelen en het beleid aan te passen indien daar aanleiding toe is. De resultaten van de management reviews dienen schriftelijk te worden vastgelegd. Actie items moeten worden geregistreerd en opgevolgd.
29 van 42
?PnÖerwéfp^ van cfeiu/tyóenric^,.:'..:^:£ B-obo34 De afdeling onderhoud heeft de laatsle 4 jaar belangrijke veranderingen ondergaan. Tot 4 jaar geleden was onderhoud onderdeel van productie. Het accent lag bij correctief onderhoud gericht op productie. De laatsle jaren zijn wijzigingen doorgevoerd in de organisatie die tot doel hebben om structureel preventief onderhoud uit le gaan voeren. Geconstateerd is dat dit slechts deels gelukt is en preventief onderhoud onvoldoende wordt gepland en uitgevoerd, meting en borging ontbreken geheel. B-00037 Onderdeel van de herstructurering van Onderhoud Zie algemene actie preventief is de ontwikkeling van onderhoudsconcepten voor onderhoud alle equipmentgroepen, waarin Maintanance Engineering een belangrijke rol heeft gekregen om door middel van het in kaart brengen van faalmechanismen de betrouwbaarheid en beschikbaarheid van de installatie te vergroten en in géval van storingen/incidenten het probleem te analyseren en oplossen. Dit heeft geleid tot de ontwikkeling van de Kriticaliteilsanalyse om voor alle installaties de kritische apparatuur te identificeren. Deze lijst moet nog grotendeels gevuld worden en een krilicaliteitscijfer krijgen. Aangevuld met onderzoek naar faalmechanismen, van toepassing zijnde normen en wet en regelgeving moet dit gaan resulteren in onderhoudsconcepten voor alle equipmentgroepen. B-00038 Het CMMS (Computerised Maintanance Preventief onderhoud structureel invoeren in het WAS. Management System) bestaat op dit moment uit het Werk Aanvraag Systeem (WAS). Dit is sinds 1,5 jaar actief en steeds verbeterd. Op dil moment worden hierin alle storingen venwerkt, deze hebben de prioriteit O of 1. Het is sinds 2008 ook mogelijk om werk uit inspectie en preventief onderhoud in hel WAS te venwerken, deze krijgen standaard prioriteit 2 of hoger. Preventtef onderhoud wordt nog niet structureel in WAS ingevoerd. Het nadeel van het WAS is het ontbreken van de mogelijkheid een frequentie mee te geven voor het desbetreffende onderhoud. Dit betekent dat de opdracht er na elke afsluiting er weer handmatig ingezet moet worden.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2008
30 van 42
B-00039
B-00040
B-00041
Odfjell is klaar met een blauwdruk voor een CMMS gebaseerd op SAP als opvolger van WAS, dit is noodzakelijk omdat SAP mogelijkheden biedt met betrekking tol kriticalileit op diverse gebieden, waaronder veiligheid en onderhoud een frequentie meegegeven kan worden die automatisch de werkaanvraag genereert. Nadat Odfjell corporate deze beslissing heeft genomen zal SAP in de hele terminal divisie van Odfjell worden uitgerold. Daardoor is het nog niel duidelijk wanneer de implementatie van dit sysleem zal plaatsvinden. Voor de conversie naar SAP is het belangrijk dat alle onderhoudstaken zijn ingevoerd in WAS, deze kunnen dan overgezet worden naar SAP. Hel preventieve onderhoud aan alle installaties is uitgewerkt in een Excel-lijst 'Onderhoudsconcept statusoverzicht'. Op deze lijst staan de veiligheidskritische equipment en instrumentele beveiligingen. Op basis van deze lijst wordt hel preventieve onderhoud gepland. Op deze lijst slaan frequenties, verantwoordelijke, volgens welke werkinstructie, op welke formulieren aangegeven. Van de laatste inspectie en voor de volgend geplande inspectie staal alleen een jaartal, geen aanduiding van maand of kwartaal. Uit deze lijst wordt hel preventieve onderhoud voor dat kalenderjaar geselecteerd. De basis van deze lijst is onvoldoende duidelijk, criteria en normen waarop gecontroleerd worden zijn eveneens onvoldoende duidelijk. Sinds juli 2007 wordt er wekelijks uit WAS een uitdraai gemaakt van de nieuwe aanvragen, afgesloten aanvragen, verdeling prioriteiten, dooriooptijd en tankonderhoud (niel uil WAS). Deze wordt verspreid per mail naar alle betrokkenen. De manager onderhoud gebruikt deze rapportage om te kunnen sturen. De inhoud is een waardevolle meting/monitoring van het correctieve onderhoud aangevuld met een stuk analyse. De analyses zijn gebaseerd op de totale looptijd vanaf juli 2007, dit geeft een beeld met lage minimum en hoge maximum waarden. Hoe deze waarden zijn voor de laatste 2 of 3 maanden is niet bekend. Een trend kan dus niet worden herkend. Hel koppelen aan een doelstelling en normen ontbreekt, waardoor deze gegevens geen KPl's genoemd kunnen worden. Er is wel een document: Regels mbt inplannen en prioriteitsstelling van operationele en technische veldwerkzaamheden waarin prioriteiten pO l/m p5 worden gedefinieerd. Preventief onderhoud en werk uil inspecties wordt niet gemeten.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2008
zie algemene actie preventief onderhoud
De KPI WAS rapportage is een waardevol document dat verbeterd moet worden om echt te kunnen dienen als een instrument om de doelstellingen te kunnen meten en verbeteracties le kunnen formuleren. Ook moet deze rapportage worden uitgebreid met Preventief onderhoud en Werk uit inspectie, ook van deze activiteiten moet bekend zijn wat de prestaties zijn en te kunnen toetsten aan de doelstellingen.
31 van 42
B-00042
B-00043
B-00044
B-00045
Odfjell is bezig een kriticaliteits analyse uit le voeren voor alle installaties. Deze komt in plaats van de huidige Aandachtspuntenlijst kritische apparatuur (CHC-0006). Een concept van de krilicalileitsanalyse is ingezien voor het onderdeel tanks. Het kriticaliteitscijfer is gebaseerd op de risicomatrix. Op het moment dal een systeem of apparaat een beveiligingssysteem is wordt de kriticaliteit maximaal (999 en rood). Deze kriticaliteit en dus hoge prioriteit voor preventief onderhoud is binnen het WAS niet aan te geven. Op basis van de Onderhoudsconcept statusoverzicht is gevraagd naar het onderhoud aan de veerbelaste Vacuüm/druk ventielen van de tanks. 1 X per jaar moeten deze functioneel getest worden. In het overzicht staat dat deze in 2003 voor het laatst zijn geïnspecteerd en de eerst volgende inspectie gepland staat voor 2008. Uit registraties is gebleken dal voor tankput 1 de laatste functionele test is uitgevoerd in maart 2007. Deze datum was niel venwerkt in het Onderhoudsconcept statusoverzicht. De eerstvolgende functionele lest staal volgens het WAS gepland op 1 juli 2008, deze heeft een dooriooptijd gekregen lol 11 augustus. Op het moment van deze audit was de opdracht dus overdue. Gesproken is met de chief Field technician over deze planning. Hij had opdracht om het onderhoud in het derde kwartaal van 2008 te plannen, vandaar de datum van 1 juli 2008 in WAS. Echter vanwege vakantieperiode is de functionele test gepland in september, (zie ook bevinding B45) De veerbelaste vacuüm/druk ventielen moeten naast het jaariijks functioneel testen elke 4 jaar een controle ondergaan in de werkplaats. De laatsle inspectie is uitgevoerd in 2003, hiervan kon geen registratie worden ingezien. De eerstvolgende inspectie staat gepland voor 2009. Dit is dus 6 jaar in plaats van de aangegeven 4 jaar. Hiervoor kon geen verklaring worden gegeven. De Chief Field technician is sinds juni 2007 in deze functie en was niel bekend met hel feit dat de vacuüm/druk ventielen elk jaar/12 maanden een functionele test moeten ondergaan. Hieruit blijkt dat de borging van deze kennis en de controle erop door het hoger management afwezig is.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2008
zie algemene aclie preventief onderhoud
Documentatie: Up to date houden van het Onderhoudsconcept statusoverzicht. Opdrachten in WAS corresponderen niet met werkelijk geplande datum. Implementatie: werknemers zijn niet bekend met definities van jaarlijks, waardoor de volgende functionele test na 18 maanden plaatsvind. Tevens is de lijst onvoldoende transparant over de laatst uitgevoerde lest vanwege het ontbreken van de maand van uilvoering. Leidinggevenden houden geen toezicht op hel correct inplannen van de eerstvolgende test. Geschikt: Onderhoudsconcept statusoverzicht is onvoldoende geschikt voor het doel, ingevulde informatie is onvoldoende gedetailleerd en is geen geschikt middel om het onderhoud tijdig te laten plaatsvinden.. Documentatie: zorgen dat registraties van de laatste controle van 2003 aanwezig zijn Implementatie: Er is geen reden gevonden voor hel uitstel van de controle, had in 2007 plaats moeten vinden, deze controle dient dan ook zo spoedig mogelijk te worden uitgevoerd. Borgen dat bij functiewisselingen onderhoud op de juiste tijd gepland wordt.
32 van 42
B-00046
B-00047
B-00048
B-00058
Op het onderhoudsconcept statusoverzicht staat voor de overvulbeveiligingen van de tanks jaarlijks een controle gepland. Via een link kunnen de tesfformulieren worden opgeroepen. Hierin staat voor alle tanks per tankput uitgewerkt waaraan de test moet voldoen. Voor tankput 1 is de laatste inspectie uitgevoerd op 10 december 2007, de eerstvolgende inspectie staal gepland vanaf september 2008. In het onderhoudsconcept statusoverzicht is aangegeven dat op de steigers 1 keer per jaar de Instrumentele beveiligingen functioneel gelest moeten worden. Deze worden in 2008 voor het eerst ingepland/uitgevoerd. In WAS is een aanvraag aangemaakt op 16 mei 2008, de geplande startdatum is 9 juni en einddatum 13 juni. De werkelijke start en einddatum zijn niet ingevoerd, dit betekent dat de opdracht 1 maand overdue is. Er is een werkinstructie: Testen instrumentele beveiligingen, opgesteld en Tesfformulieren voor de rapportage van de bevindingen. Deze zijn opgesteld aan de hand van opleveringsdocumenten van het in bedrijfstellen van DVS-4 dampsysteem voor steiger 6 en 9. Verwarrend is het feit dat deze documenten een versiedatum van 1juni en ljuli 2007 meekrijgen met een revisienummer O, terwijl deze documenten opgesteld zijn in juni/juli 2008 en dus revisie 1 zijn. Niet duidelijk is of na het in gebruikstellen er nog een functionele lest conform de opgestelde instructie en tesfformulier plaats vindt in 2008. Handboek Onderhoud (concept revisie 2 22-072008, PRO-0947) is ingezien. Dit document is gemaakt als kapstok procedure voor beleid, structuur, communicatie, processen, procedures en werkinstructies, rapportage en KPl's, documentatie. Deze kan pas definitief worden gemaakt als alle genoemde onderdelen zijn uitgewerkt. Hiervan is nog lang geen sprake, streefdatum is niet genoemd. De capaciteit van het bluswatersysteem van Odfjell is berekend op het scenario tankputbrand. Voor blussing is Odfjell aangesloten bij de Industriële Brandbestrijdingspool (IBP), waardoor de maximaal bepaalde capaciteit is gebaseerd op de koeling van omliggende tanks bij genoemd scenario. Dit is vastgesteld op 1820 m^/uur. De capaciteit van het bluswaterieidingnet van Odfjell bedraagt 2250 m^/uur.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2008
Werkaanvraag uitvoeren zoals in WAS staal of afdoen met de opleveringscontrole. Opgestelde instructie en testformulieren voorzien van een eigen nummer en revisiedatum/nummer.
Om een duidelijk signaal aan alle onderhoudsmedewerkers le geven omtrent beleid en doelen van onderhoud is het van groot belang om zo spoedig mogelijk deze kapstok procedure vast te stellen en er vervolgens een levend document van te maken met uitbreiding van procedures, werkinstructies etc.
33 van 42
B-00062
B-00063
B-00064
B-00065
B-00066
B-00067
B-00068
B-00069
Odfjell heeft bij uitval van één van de pompen het koelsysteem van het maatgevende brandscenario voldoende geborgd. Odfjell kan 75% van de vereiste bluswalercapacileit leveren. De resterende 25% van de maximaal benodigde capaciteit wordt geborgd door middel van een vijftal blusbootaansluitingen, eventueel aangevuld vanaf buurbedrijf LBC met een koppelleiding, De koppelleiding tussen Odfjell en LBC is niet opgenomen in het spoelprogramma. Onderiing gebruik van bluswatercapaciteit tussen Odfjell en LBC verioopt op informele basis, hiervan is geen schriftelijke overeenkomst of procedure vastgelegd. Hel bluswaterieidingnet wordt - met uitzondering van de koppelleiding - tweemaal per jaar doorgespoeld conform artikel 13 Algemene Bepaling 5.2. Voor de frequentie van inspectie van en onderhoud aan hel bluswatersysteem is geen norm vastgesteld. Het uitvoeren van preventief onderhoud staat niet beschreven in procedure en wordt niet gepland. Filters zijn geplaatst in hel sysleem van het Rail Cargo Center (RCC), het sprinklersysteem van steiger 9 en vóór de bluswaterpompen. Op de filters wordt geen (gepland) onderhoud of reiniging verricht. Bij gebruik van hel systeem van het RCC of de sprinklers op steiger 9 wordt het filter verwijderd, gereinigd en teruggeplaatst. Dit is niet vastgelegd in een procedure. Ter illustratie: op vrijdag 8 augustus 2008 is het sprinklersysteem van steiger 9 in werking getreden, hier opvolgend heeft er geen inspectie/onderhoud en/of reiniging van het filter plaatsgevonden, noch is dil gepland middels het Weri< Aanvraag Systeem (WAS). Aandachtspunten voor de bluswaterpompen zijn benoemd in de werkinstructie, maar er is niet gedefinieerd wat de specifieke kritische meetwaarden van de pompen zijn (zoals flow, ampèrage, brandstof niveau, oliepeil). Alleen de stand van de draaiuren (na lesten) wordt • gespecificeerd. Odfjell beschikt over een onderhoud- en inspectiesysteem voor de brandveiligheidsvoorzieningen. Dil beslaat met name uit werkinstructies waarin de handelingen staan beschreven. De frequentie en borging van de uilvoering zijn echter niel aanwezig in het WAS.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2008
Opname in het spoelprogramma is vereist ex Algemene Bepaling 5.2 bedrijfsbrandweeraanwijzing, tenzij besloten wordt deze koppelleiding op basis van wederzijdse acceptatie niel meer te gebruiken
Voor het preventief onderhoud dient een norm vastgesteld le worden, waarna dit in een procedure vastgelegd dienl te worden. Inspectie en onderhoud van de filters is nodig om de bedrijfszekerheid te borgen. Dit dient opgenomen le worden in een procedure. De uitvoer van reiniging van de filters na gebruik dient vastgelegd en geborgd te zijn.
In de onderhoudsinstructie dienen kritische meetwaarden gedefinieerd te worden, en deze dienen gemonitord te worden.
Frequentie en uitvoering van inspectie en onderhoud aan de brandveiligheidsvoorzieningen dienen geborgd te zijn in het systeem (WAS).
34 van 42
B-00070
De stationaire blusinstallaties worden niet jaariijks getest. De testfrequentie ligt op eenmaal per 3 jaar. Inspectie wordt jaariijks uitgevoerd door externen.
B-00071
In het onderhoudsprogramma zijn de hydranten opgenomen, evenals de blusboolaansluiting. De blusbootaansluiting is echter niel opgenomen in het spoelprogramma. Er worden capaciteitsmetingen uitgevoerd op het bluswaterieidingnet. Hiervoor is geen vaste periodiek bepaald zoals blijkt uit de tussenliggende periode van de flowtests, 2 april 2007 en 6 augustus 2008. De vereiste flow van 3 x 120 mVuur wordt behaald, evenals een ffow druk van 11,5 bar en een statische leidingdruk van 13,5 bar, conform de gegevens van de laatste test. Het bluswaterieidingnet wordt met 3,1 m/s doorgespoeld. Dit wordt echter niet specifiek geregistreerd, noch geborgd, maar bij het spoelen wordt de maximale capaciteit gegeven. Dit zou afdoende moeten zijn, maar onbekend is of de snelheid voor alle leidingen (tol en met 16") behaald wordt. Naast spoelen vindt eenmaal per 3 jaar camerainspectie van het bluswaterieidingnet plaats, waarbij de laatste inspectie in 2006 heeft plaatsgevonden. De brandveiligheidsvoorzieningen zijn als veiligheidskritische systemen aangemerkt. Brandweervoorzieningen worden na constatering van gebreken per direct gerepareerd of vervangen - prioriteit O of 1 - middels opname in het WASsysteem als Werk uit Inspectie (WUI) conform OTR-OP 04 MAINTENANCE, document PRO0933 Regels mbt inplannen en prioriteitstelling van operationele en technische veldwerkzaamheden. De afhandelingstermijn - van maximaal 1 maand conform vereiste uit de Algemene Bepaling 10.4 ex bedrijfsbrandweeraanwijzing - is echter niet voldoende geborgd/inzichtelijk. Op steiger 6, 7 en 9 zijn droge blusleidingen aanwezig. Onbekend is of deze vijfjaariijks op druk - van 16 bar/1600 Kpa - worden afgeperst. Dit is niel opgenomen in onderhoud(sprocedures).
B-00072
B-00073
B-00074
B-00075
B-00076
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2008
Brandweer Rotterdam-Rijnmond heeft beleid opgesteld ten aanzien van het indirect - alternatief - lésten en controleren van stationaire blusinstallaties. Odfjell Terminal (Rotterdam) zal inzichtelijk moeten maken op welke wijze wordt voorzien in de borging van de bedrijfszekerheid van de blusinstallaties op basis van gelijkwaardigheid, aangezien afgeweken wordt van het jaariijkse 'lifetesten' van de installaties. De blusbootaansluiting zal tevens tweemaal jaariijks doorgespoeld moeten worden. Dit kan worden opgenomen in het spoelprogramma.
Odfjell dient inzichtelijk te maken dat ook voor de 16" leidingen de minimale spoelsnelheid van 3,1 m/s behaald wordt
De droge blusleidingen dienen tenminste iedere 5 jaar - aantoonbaar afgeperst te worden op een druk van 16 bar/1600 Kpa. Tevens dient dit opgenomen te worden in een procedure ter borging.
35 van 42
B-00090
B-00091
Bij lank T545 is bij de gasmeling aan de Flens op juiste wijze vastzetten met 8 bovenzijde van hel membraan een flens bouten, aangetroffen waarvan 4 bout missen, (label SE3326) De oliepot voor de smering van de as van fan Odfjell dienl te borgen dat oliepotjes DVS-4 (V01) nabij tank T-545 was ten tijde van de tijdig worden gevuld, inspectie leeg. Hierdoor kan de as onvoldoende smering krijgen en door wrijving warm lopen. Deze fan bevindt zich in een ATEX gezoneerd gebied zone 2. Een warm lopende as kan hierdoor een effectieve onlslekingsbron worden voor bijvoorbeeld de in Scenario 2.7 DVS-4 beschreven ongewenste gebeurtenis.
Odfjell Terminals
Rotterdam
bv 2008
36 van 42
Bijlagen Bijlage 1: Afkortingen Al B Bg Brw Brzo 1999 LOC LOD MOC MRA 0 Pbzo QRA Rrzo 1999 VBS VR Wm Wvo
Arbeidsinspectie Bevinding Bevoegd gezag Brandweer Besluit risico's zware ongevallen 1999 Loss of Containment Line of Defence Management of change Milieu risico analyse Overtreding Preventie beleid zware ongevallen Kwantitatieve risico analyse Regeling risico's zware ongevallen 1999 Veiligheidbeheerssysteem Veiligheidsrapport Wet milieubeheer Wet verontreiniging oppervlaktewater
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2008
37 van 42
Bijlage 2: Toelichting Thema Het thema geeft in algemene termen de scope of benaderingswijze van de inspectie aan. Een thema kan zichrichtenop een deel van het veiligheidsmanagemenlsysteem, zoals een VBS element, gebaseerd zijn op beleid, zoals "het functioneren van de bedrijfsbrandweer", of betrekking hebben op een scenario. De thema's zijn daarrnee bepalend voor de keuze van onderwerpen. Onderwerp Per thema worden een of meer onderwerpen benoemd. Deze onderwerpen worden tijdens de inspectie beoordeeld. Als bijvoorbeeld een VBS element het thema is, kunnen de diverse managementthema's onder dat VBS element als inspeclieonderwerp worden betiteld. Bevinding De waarnemingen die tijdens de inspectie zijn gedaan worden verbonden aan een inspeclieonderwerp, mogelijk zelfs aan meerdere inspectieonderwerpen. Het samenstel van waarnemingen bij een inspeclieonderwerp leidt tot een of meer bevindingen over dat inspeclieonderwerp. Beoordelinqsqrondslaq De onderwerpen van de inspectie worden aan één of meer van de drie beoordelingsgrondslagen getoetst, te weten: • Gedocumenteerd Er is sprake van een deugdelijke en volledige beschrijving: - deugdelijk: helder, inzichtelijk, goed leesbaar en actueel; - volledig: alle relevante aspecten zijn benoemd. • Geschikt Technische onderdelen voldoen aan de stand van de techniek, voor zover die redelijkenwijze te veriangen is, en zijn passend voor de aangetroffen situatie. Organisatorische en procedurele onderdelen voldoen aan de stand van de wetenschap en zijn eveneens passend. • Geïmplementeerd Er wordt gewerkt zoals beschreven is. Er is sprake van een goed functionerende managementloop, verbeteractivileilen op alle onderdelen zijn structureel en onlosmakelijk aan de bedrijfsvoering verbonden. Beoordeling Op basis van de bevindingen wordt een beoordeling gemaakt van de inspectieonderwerpen. Een inspeclieonderwerp wordt per beoordelingsgrondslag met behulp van een 4-punts waarderingsschaal beoordeeld als goed, redelijk, matig of slecht. Afhankelijk van deze waardering kan een (samenstel van) bevinding(en) als overtreding worden aangemerkt. De beoordeling dient om kenbaar te maken waar een mogelijk tekort zit en waar de aandacht van hel bedrijf zich dan ook op zou moeten richten. Conclusie Tenslotte wordt een conclusie per inspeclieonderwerp gepresenteerd. Als alle drie de beoordelingsgrondslagen bij dè beoordeling van het inspeclieonderwerp waren betrokken en ze zijn met voldoende omvang aan de orde geweest, dan zal de conclusie gericht zijn op het gehele inspeclieonderwerp. Als maar een of twee beoordelingsgrondslagen zijn meegenomen, dan beperkt de conclusie zich uiteraard daartoe. .
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2008
38 van 42
Overtreding Een overtreding betreft een geconstateerde niet-naleving van de regels die worden gesteld door de Wet milieubeheer. Wet verontreiniging oppervlaktewateren, de Arbeidsomstandighedenwet, de Wet rampen en zware ongevallen, de Brandweenwet 1985 en het op deze wetgeving gebaseerde Besluit risico's zware ongevallen 1999 en de Regeling risico's zware ongevallen 1999. Tijdens de inspectie geconstateerde overtredingen van andere dan de hier genoemde wet- en regelgeving worden niel in deze rapportage vermeld.
Odfjell Terminals
Rotterdam
bv 2008
39 van 42
Bijlage 3: Reviewdocumenten
Tijdens de inspectie zijn de volgende documenten ingezien:
1
Verladingsprocedures / instructies wagons (toesturen)
2
Contractuele overeenkomst gezamenlijke brandweer plus protocol
3
Stoffenlijst
4
Opleidingsplan / opleidingsregistratie
5
Procedure Organisatie EHS communicatie
6
Bedrijfsjaarplan
7
KPl's, mei 2008
8
Draft procedure Stewardship and improvement
9
Draft procedure Leadership, involvement and responsibility
10
Managemenl reviews Mei 2008, 02 2007
11
Onderhoudsprocedures
12
Onderhoudsdocumenlatie
13
Scenario's Scenario 2.7 DVS-4Scenario 1.10 PID
14
P&ID's
15
Operationele procedures
16
PRO-0947 revisie 2 Handboek Onderhoud
Odfjell Terminals
Rotterdam
bv 2008
40 van 42
17
KPI Rapportage Onderhoud KPl's Werk Aanvraag Systeem (WAS) datum 01 aug 2008
18
PRO-0933 version 1 Regels mbt inplannen en prioriteitsstelling van operationele en technische veldwerkzaamheden.
19
Kriticalileilsanalys-concept
20
OHC Brandbestrijding OHC Blusvoorziening - concept
21
Onderhoudsconcept statusoverzicht 2008 printdalum 12-08-2008, Excellijst met preventief onderhoud.
22
PRO-0942 version 1 Test en inspectie overvulbeveiligingen en V&D ventielen
23
Vacuüm Druk ventielen inspectie Tankputnummer 1, docnr 1540.3.02.02
24
Testformulier_Tankputten Functioneel testen overvulbeveiligingen tankputten - blanco
25
WASformulier nr 17836 Functioneel testen van de instrumentele beveiligingen op steiger 9 conform planning.
26
Inbedrijfstellen DVS-4 dampsysteem steigers copy steiger 6
27
Instructie - concept Testen instrumentele beveiligingen.
28
Test formulier Functioneel testen steiger 9
29
Corporale Quality Managemenl Manual March 2006
30
Health, Safety, and Environment Corporate Expectations May 2007
31
OTR-OP 01 Builen gebruik stellen middelen Procedure PRO-0891, versie O, 08-11-2007
32
OTR-OP 07 Werkzaamheden steiger PRO-0768, versie 3, 08-11-2007
33
OTR-OP 12 Aandachtspuntenlijsl manipuleren CHC-0012, versie 4, 30-07-2008
34
OTR-OP 06 Aanvraag op- en overslag
Odfjell Terminals
Rotterdam
bv 2008
41 van 42