m
Verslag
DCMR
milieudienst
Kopie aan
Aan
Datum 13-01-2012
Kenmerk 265600 21324521
Rijnmond
Auteur
Onderwerp Nacontrole dwangsom VOS/ benzeen met Gasfind-camera (Flir) d.d. 13-1-2012.
Locatie Naam Adres Plaatsbepaling
Activiteit (sub) Locatiesoort Status
Verslag Verslagdatum Rapporteur Gesproken met Verslagsoort l.o.v. bureau Participant BGO/BGA Nacontrole van nav beschikking Onderdelen Regelgeving
265600 Odfjell Terminals (Rotterdam) B.V. Oude Maasweg 6 3197KJ BOTLEK ROTTERDAM l.k.v. Wbb is voor gehele bedrijfsterrein sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging RT059905217, waarvoor is ingestemd met een LBP, TC-0227-22. Einddatum bodemsanering is fictief, meerdere saneringen op 1 locatie. Kade 11/Mineraalweg 23 www.od1jell.nl Overige provinciale Wm-activiteiten (tank op/overslag) Wm inrichting Meldings- en vergunningplichtig 98386788 13-01-2012
Handhaving nacontrole Toezicht en Handhaving Industrie Provincie Zuid-Holland
(x = gecontroleerd) X Artikel 18.18 Wm (gedragingen m.b.t. voorschriften) WVO Algemeen Scheepsafvalstoffenbesluit Registratiebesluit rampen en zware ongevallen Regeling op-, overslag en distributie benzine milieubeheer Besluit risico's zware ongevallen'99 Besluit externe veiligheid inrichtingen Artikel 8.1 Wm (vergunningplicht voor oprichten, In werking hebben of veranderen van de inrichting) Artikel 39a Wbb (saneren conform SP, voorschriften (en aanwijzing)) Artikel 28 Wbb (melding/gegevens voornemen (sanerings)handelingen) Activiteitenbesluit type C
Bevindingen Typering van de overtreder: N.v.t.
Printdatum: 15-11-12
Blad 1 van 3
Lucht Emissie-eis organische stoffen Aardgascondensaat is DVI-plichtig overeenkomstig voorschrift 4.5. Derhalve dienen de dampen in DVS-4 venwerkt te worden en niet via andere openingen naar buiten te treden. Ook volgens de documentatie van Odfjell was de tank op dat moment aangesloten op DVS-4. Overtreding: Ernst: +/- X: +/- Y:
Nee
Correspondentie Verslag Verslag
Briefdatum
Opsteller
Termijn
Streefdatum
Nacontrole dwangsom 21310841 d.d. 29-12-2011, v98382749 Datum 13-1-2012 Aanwezig
Rapportage EG Zie DMS 21322071 Uitvoering Er zijn 52 opslagtanks onderzocht met de Flir-camera. Bevindingen Er zijn VOS dampen waargenomen op tanks 515, 519, 597, 813, 907, op de stack van laadplaats 9 en bij een klep (TP14XCP905) in de dampleiding naar DVS-4. Op tank 515 bleek het te gaan om werkzaamheden aan de tank (handmatige niveaumeting door een operator). Bij tank 519 werd een druk-/vacuümventiel aangesproken i.v.m. het vullen van een tank. Vanwege de korte tijdsduur van de emissie konden hier geen filmopnamen van worden gemaakt. Odflell gaat onderzoeken waarom de klep in de dampleiding richting DVS-4 wordt opengezet. Gedurende circa 10 minuten werd de klep 2 keer (automatisch) opengestuurd gedurende circa V-i tot 1 minuut
Blad 2 van 3
De lekkages op tank 597 en 813 zijn direct door Odfjell geïnspecteerd en bemeten door 2 brandwachten in gaspak. Bij tank 597 bleek het lek te worden veroorzaakt door een lekkende scheurnaad. Volgens Odfjell was hier al eerder een lekkage geconstateerd en een reparatie ingezet. De lekkage op tank 813 betrof een defecte schuimpot. Door Odfjell is op tank 597 een VOS concentratie van 48 ppm gemeten. Op tank 813 werd een VOS concentratie van 2200 ppm gemeten. Tank 907 is een drijvend dak tank. De emissies lijken afkomstig van een groot gedeelte van de omtrek van de tank. Het betreft waarschijnlijk lekkende seals. Op 16 december is door de DCMR op tank 597 ook een lek geconstateerd. Door Odijell is aangegeven dat toen direct actie is ondernomen en een reparatie is uitgevoerd. Conclusie van Odfjell is nu dat de reparatie niet goed is uitgevoerd. De foto's zijn "snap shots" van de opnamen. Op de filmbeelden zijn de VOS emissies beter zichtbaar. Conclusies Op 13 januari 2012 zijn bij Odfjell Terminal Rotterdam metingen uitgevoerd met de FLIR GF320 IR gasfind camera. Een groot aantal VOS tanks op het terrein is met de camera bekeken. Doel van het onderzoek was om een goed totaal beeld te krijgen van het aantal VOS emitterende tanks en om te zien of tanks die eerder aan de hand van IR filmbeelden als VOS bron zijn gekenmerkt, nog steeds VOS emitteren. Er zijn VOS dampen waargenomen op tanks 515, 519, 597, 813, 907, op de stack van laadplaats 9 en bij een klep (TP14XCP905) in de dampleiding naar DVS-4 Op 16 december is door de DCMR op tank 597 ook een lek geconstateerd. Door Odflell is aangegeven dat toen direct actie is ondernomen en ook tussentijds een reparatie is uitgevoerd. Conclusie van Odflell is dat de reparatie niet goed is uitgevoerd. De DCMR Milieudienst Rijnmond zal vooralsnog 1 a 2 wekelijks een inspectie uitvoeren met de IR gasfind camera om de vooruitgang te monitoren.
Handhaving Aardgascondensaat is DVI-plichtig overeenkomstig voorschrift 4.5. Derhalve dienen de dampen in DVS4 verwerkt te worden en niet via andere openingen naar buiten te treden. Ook volgens de documentatie van Odflell was de tank op dat moment aangesloten op DVS-4. Op basis van deze constatering zal de dwangsom geïnd gaan worden. Zie inningsbrief DMSnr. 21324465.
Blad 3 van 3
m
Verslag
Kopie aan
Aan
DCMR
milieudienst Datum 13-01-2012
Kenmerk 265600 21324758
Aut""'
Rijnmond
Onderwerp Nacontrole dwangsom VOS/ benzeen met Gasfind-camera (Flir) d.d. 13-1-2012.
Locatie Naam Adres Plaatsbepaling
Activiteit (sub) Locatiesoort Status
Verslag Verslagdatum Rapporteur Gesproken met Verslagsoort l.o.v. bureau Participant BGO/BGA Nacontrole van nav beschikking Onderdelen Regelgeving
265600 Odfjell Terminals (Rotterdam) B.V. Oude Maasweg 6 3197KJ BOTLEK ROTTERDAM l.k.v. Wbb is voor gehele bedrijfsterrein sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging RT059905217, waarvoor is ingestemd met een LBP, TC-0227-22. Einddatum bodemsanering is fictief, meerdere saneringen op 1 locatie. Kade 11/Mineraalweg 23 www.odflell.nl Overige provinciale Wm-activiteiten (tank op/overslag) Wm inrichting Meldings- en vergunningplichtig 98386788 13-01-2012
Handhaving nacontrole Toezicht en Handhaving Industrie Provincie Zuid-Holland
(x = gecontroleerd) X Artikel 18.18 Wm (gedragingen m.b.t. voorschriften) WVO Algemeen Scheepsafvalstoffenbesluit Registratiebesluit rampen en zware ongevallen Regeling op-, overslag en distributie benzine milieubeheer Besluit risico's zware ongevallen '99 Besluit externe veiligheid inrichtingen Artikel 8.1 Wm (vergunningplicht voor oprichten, in werking hebben of veranderen van de inrichting) Artikel 39a Wbb (saneren conform SP, voorschriften (en aanwijzing)) Artikel 28 Wbb (melding/gegevens voornemen (sanerings)handelingen) Activiteitenbesluit type C
Bevindingen Typering van de overtreder: N.v.t.
Printdatum: 15-11-12
Blad 1 van 3
Lucht Emissie-eis organische stoffen Aardgascondensaat is DVI-plichtig overeenkomstig voorschrift 4.5. Derhalve dienen de dampen in DVS-4 verwerkt te worden en niet via andere openingen naar buiten te treden. Ook volgens de documentatie van Odflell was de tank op dat moment aangesloten op DVS-4. Overtreding: Ernst: +/- X: +/- Y: Nee
Correspondentie Verslag Verslag
Briefdatum
Opsteller
Termijn
Streefdatum
Aanvullende rapportage meting met gasfindcamera. Op 13 januari voerde ik als toezichthouder bij Odflell Terminals Rotterdam BV aan de Oude Maasweg 6 samen met 2 collega's een nacontrole uit op een dwangsom inzake het voorkomen van emissies van vluchtige organische stoffen. Tijdens het meten stelde mijn collega die de meting uitvoerde een emissie vast op het tankdak van tank 515. De oorzaak bleek te zijn dat een operator op het tankdak een handmatige meting uitvoerde door een geopend meetluik. Dit is toegestaan omdat er ook handmatig gemeten moet kunnen worden. Het ging echter om gascondensaat met een benzeengehalte van 10-50%. Achteraf ben ik ernaar toe gegaan om in het kader van signaaltoezicht te verifiëren of hij de juiste PBM's had gedragen. Toen hij beneden bij de tank was heb ik hem bevraagd en bleek het volgende: Zijn naam is Hij was in het bezit van een voigelaatsmasker met fiterbus, die hij al in zijn auto had neergelegd. Maar hij gaf zelf aan dat hij geen adembescherming heeft toegepast. Ik zag ook dat de filterbus in de auto nog verzegeld was, wat voor mij bevestigde dat hij daadwerkelijk geen adembescherming had toegepast. Desgevraagd gaf hij als reden op dat hij veel haast had en dat hij maar bovenwinds was gaan staan. Dit heb Ik niet kunnen verifiëren. Ik heb hem gewezen op de gevaren van de stof en hij was zich hiervan bewust. Ik heb aangegeven aan mijn begeleider van Odfjell ( de Arbeidsinspectie zou indienen.
dat Ik hiervan een melding bij
Achteraf heb ik van de HSEQ-manager begrepen dat de directeur van Odfjell direct is geïnformeerd hierover. Ik heb navolgende de meteocondlties uit het gasfindrapport gekopieerd. De meteo condities zijn in figuur 2 opgenomen.
Blad 2 van 3
Kies station, jaar, maand, dag en druk vervolgens op de knop "toon" Rotterdam sinds 01/10/1956
fljl
2012 fl| 1 januari
^
13 V
toon
Het w e e r op v r i j d a g 13 j a n u a r i Z012 te Rotterdam Temperatuur
Normaal
Neerslag
Gemiddelde
5.6 "C
3.9 °C
Hoeveelheid
0.4 mm
Maximum
7.3 ' C
6.2 "C
Duur
0.6 uur
Minimum
4.2 »C
1.2 'C
Zon, b e w o l k i n g & zicht Duur zonneschijn
Wind 4,5 uur
Rel, zonneschijnduur
55 %
Gem. bedekkingsgraad
Gemiddelde snelheid 25 %
5 octa's
Maximale uurgemiddelde snelheid Maximale stoot
4.5 m/s " 3 Bft 7.0 m/s - 4 Bft 16.0 nVs
Half tot zwaar bewolkt Minimaal zicht
10.0 km
Overheersende richting
Relatieve luchtvochtigheid
326
= NNW
Luchtdruk R7 %
G(»mirlH*»lflft liirhfHritk
in7t) n hPa
Figuur 2 Meteo condities (bron www.knmi.nl)
Blad 3 van 3
m
Verslag
Kopie aan
Aan
DCMR milieudienst
Datum 25-01-2012
Kenmerk 265600 21326971
AutPur
Rijnmond
Onderwerp Onderzoek bij Odfjell naar aanleiding van benzeenpieken (17, 18 en 24 jan.) in het DCMR-meetnet.
Locatie Naam Adres Plaatsbepaling
Activiteit (sub) Locatiesoort Status
Verslag Verslagdatum Rapporteur Gesproken met Verslagsoort l.o.v. bureau Participant BGO/BGA Nacontrole van nav beschikking Onderdelen Regelgeving
265600 Odfjell Terminals (Rotterdam) B.V. Oude Maasweg 6 3197KJ BOTLEK ROTTERDAM l.k.v, Wbb Is voor gehele bedrijfsterrein sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging RT059905217, waarvoor is ingestemd met een LBP, TC-0227-22. Einddatum bodemsanering is fictief, meerdere saneringen op 1 locatie. Kade 11/Mineraalweg 23 www.odflell.nl Overige provinciale Wm-activiteiten (tank op/overslag) Wm inrichting Meldings- en vergunningplichtig 98387218 25-01-2012
Handhaving deelcontrole Toezicht en Handhaving Industrie Provincie Zuid-Holland
(x = gecontroleerd) WVO Algemeen Scheepsafvalstoffenbesluit Registratiebesluit rampen en zware ongevallen Regeling op-, overslag en distributie benzine milieubeheer Besluit risico's zware ongevallen '99 Besluit externe veiligheid inrichtingen Artikel 8.1 Wm (vergunningplicht voor oprichten, in werking hebben of veranderen van de inrichting) Artikel 39a Wbb (saneren conform SP, voorschriften (en aanwijzing)) Artikel 28 Wbb (melding/gegevens voornemen (sanerings)handelingen) Activiteitenbesluit type C
Bevindingen Typering van de overtreder: N.v.t.
Printdatum: 15-11-12
Blad 1 van 5
Lucht Emissie-eis organische stoffen Onderzoek bij Odflell naar aanleiding van benzeenpieken (17, 18 en 24 jan.) in het DCMR-meetnet: Gezien de geïdentificeerde activiteiten en de hoge percentages benzeen (zie geel gemarkeerd) is vermoedelijk een correlatie aanwezig tussen de activiteiten en de metingen. Een direct causaal verband tussen de activiteiten en de pieken in het meetnet is vooralsnog niet aangetoond (zie verslag). Overtreding; Ernst: +/-X: +/-Y: Nee
Correspondentie Verslag
Briefdatum
Opsteller
Termijn
Streefdatum
Onderzoek bij Odfjell naar aanleiding van benzieken in het DCMR-meetnet Inleiding Naar aanleiding van de volgende benzeenpieken in het meetnet is een onderzoek ingesteld naar een oorzakelijk verband met Odflell. De informatie is afkomstig van Bureau Lucht van het Expertisecentrum. (waarnemingen weergegeven als uur gemiddelde waarde, wr staat voor windrichting in graden tov noord, ug/m3 staat voor microgram benzeen per kubiekemeter lucht) Meetpunt Maassluis d.d. 17 januari 2012: OOu wr158 3ug/m3 01u wr167 2ug/m3 02u wr198 2ug/m3 03u wr185 2ug/m3 04u wr148 3ug/m3 05u wr118 5ug/m3 06u wr161 9ug/m3 07u wr174 2ug/m3 08u wr130 20ug/m3 09u wr145 7ug/m3 10u wr184 5ug/m3 11u wr204 1ug/m3 Bij de windrichting 130graden om 08u wordt de hoogste uurgemiddelde concentratie waargenomen. De 130graden wijst er op dat de gemeten verontreiniging mogelijk uit het industrieel gebied aan de overkant van de watenweg komt. De geleidelijke opbouw van de piek en de geleidelijke daling wekt het vermoeden dat het hier niet om een emitterend schip gaat.
Blad 2 van 5
Meetpunt Schiedam d.d. 18 januari 2012: 20u wr227 2ug/m3 21u wr235 3ug/m3 22u wr231 13ug/m3 23u wr231 3ug/m3 Op 18 januari 2012 om 22:00u is een verhoging waarneembaar met een maximaal uurgemiddelde waarde van 13ug/m^. De windrichting tov het meetpunt doet vermoeden dat de gemeten concentratie zijn oorsprong vindt in het industrieel gebied bovenwinds van het meetpunt. Meetpunt locatie A l 5 d.d. 24 januari 2012 23u wr324 3ug/m3 (23jan2012) OOu wr307 30ug/m3 01 u wr303 36ug/m3 02u wr311 10ug/m3 03u kalibratie van de analyser 04u wr307 25ug/m3 05u wr298 7ug/m^ Ook hier kan worden vastgesteld dat de gemeten concentratie vanuit het Industrieel gebied bovenwinds van het meetpunt zijn oorsprong vindt.
I
Blad 3 van 5
Onderzoek bij Odflell Op 25 januari 2012 is een onderzoek ingesteld bij Odflell naar een eventuele oorzaak van de benzeenpieken in het meetnet. Aangezien de beladingsemissies de grootste bijdrage in een benzeenemissie zouden kunnen leveren en niet de statische opslag zijn deze activiteiten als uitgangspunt genomen. Aan Odflell is verzocht om alle beladingsactiviteiten (manipulaties) uit te draaien die op 17, 18 en 24 januari 2012 hebben plaatsgevonden. Vanuit de volgende benzeen pieken is de ingezoomd op de manipulatielijsten: Meetpunt Maassluis d.d. 17 januari 2012: 08u wr130 20ug/m^ Meetpunt Schiedam d.d. 18 januari 2012: 22u wr231 13ug/m^ Meetpunt locatie A l 5 d.d. 24 januari 2012: OOu wr307 30ug/m^ Olu wr303 36ug/m^ 02u wr311 lOug/m , 03u kalibratie van de analyser, 04u wr307 25ug/m3 Aan de hand van de tijdstippen en de aanwezigheid van benzeen is een selectie gemaakt van eventuele mogelijke bronnen van benzeenemissies. Onderstaande tabellen geven per datum de resultaten van de selectie van de veriadingen en stoffen weer. Resultaat
Periode activiteit 12-1-2012 (0:35) tot 211-2012 (8:30)
17 januari 2012 Activiteit Stof Van PID naar T602 Nafta (10-50% (DVS4) benzeen) Van PID naar T564 (geen voorz.) Van zeeschip naar T539 (Inwendig drijvend dak)
Licht olie (<10% benzeen) Aromatische olie met 30 % benzeen.
17-1-2012 (1:11) tot 171-2012 (14:15)
Van tank naar tank 605 (Inwendig drijvend dak)
Gasconsensaat <10% benzeen
Periode activiteit 12-1-2012 (0:35) tot 211-2012 (8:30) 13-1-2012 (15:42) tot 18-1-2012 (20:20) 18-1-2012 (19:35) tot 19-1-2012 (2:19) 18-1-2012 (21:03) tot 19-1-2012 (5:00)
18 januari 2012 Activiteit Stof Van PID naar T602 Nafta (10-50% (DVS4) benzeen) Van PID naar T564 Licht olie (<10% (geen voorz.) benzeen) Van lichter naar T600 Gascondensaat(<10% (DVS4) benzeen) Boord-boord langszij Crude benzeen (+/- 75 aan steiger 3 % benzeen)
13-1-2012 18-1-2012 16-1-2012 17-1-2012
(15:42) tot (20:20) (22:10) tot (10:05)
Opmerking/ actie DVS4 heeft aangestaan Odflell stuurt nog bevestiging. Zeer lage damspanning Betreft melding van 17 januari met stankklachten. In de opslaglijst wordt pygas genoemd ipv aromatische olie, Odfjell koppelt nog terug.
-
Opmerking DVS4 heeft aangestaan. Zeer lage damspanning Toepassing dampbalans. Betreft OTM
Blad 4 van 5
Periode activiteit 24-1-2012 (2:45) tot 241-2012 (10:10)
Activiteit Boord-Boord aan steiger 9.
24 januari 2012 Stof Benzeen
Opmerking Toepassing dampbalans. Kan niet geverifieerd worden. Veriading is gestart gedurende de opbouw van de piek.
De geel gemarkeerde activiteiten zouden geleid kunnen hebben tot de geïdentificeerde pieken. Conclusie (besproken met afdelingshoofd, projectleider, bureauhoofd en EC Lucht) Gezien de geïdentificeerde activiteiten en de hoge percentages benzeen (zie geel gemarkeerd) is vermoedelijk een correlatie aanwezig tussen de activiteiten en de metingen. Een direct causaal verband tussen de activiteiten en de pieken in het meetnet is vooralsnog niet aangetoond. Aanbevelingen Eventuele pieken n.a.v. incident T531 (aromatische benzine) van oktober 2011 onderzoeken. Sneller acteren n.a.v. geconstateerde pieken, mogelijk aan de hand van alarm in meldkamer DCMR. Overig Tank 918: MSDS Naphta (petroleum), heavy catalalic cracked: bevat benzeen volgens MSDS, maar percentage is onduidelijk. Is besproken met Odflell Tank 908: C6 raffinate: MSDS geeft aan contains benzene, maar gehalte is onduidelijk. Uit een opgevraagd analyserapport blijkt dat bij tank 564 de dampspanning 16 mbar is en het volume van de tank 1570 m^. Hiermee is de opslag niet dampverwerkingsplichtig. Eventueel nagezonden informatie zal aan dit verslag gerelateerd worden.
Blad 5 van 5
m
Verslag
Kopie aan
Aan
DCMR milieudienst
Datum 26-01-2012
Kenmerk 265600 21329884
Auteur
Rijnmond
Onderwerp Nacontrole dwangsom VOS/ benzeen met Gasfind-camera (Flir) d.d. 16-1-2012
Locatie Naarr, Adres Plaatsbepaling
Activiteit (sub) Locatiesoort Status
265600 Odfjell Terminals (Rotterdam) B.V. Oude Maasweg 6 3197KJ BOTLEK ROTTERDAM l.k.v, Wbb is voor gehele bedrijfsterrein sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging RT059905217, waarvoor is ingestemd met een LBP, TC-0227-22, Einddatum bodemsanering is fictief, meerdere saneringen op 1 locatie. Kade 11/Mineraalweg 23 www.odflell.nl Overige provinciale Wm-activiteiten (tank op/overslag) Wm inrichting Meldings- en vergunningplichtig
Verslag
98387706
Verslagdatum Rapporteur Gesproken met Verslagsoort l.o.v. bureau Participant BGO / BGA Nacontrole van nav beschikking Onderdelen Regelgeving
26-01-2012
Handhaving nacontrole Toezicht en Handhaving Industrie Provincie Zuid-Holland
(x = gecontroleerd) WVO Algemeen Scheepsafvalstoffenbesluit Registratiebesluit rampen en zware ongevallen Regeling op-, overslag en distributie benzine milieubeheer Besluit risico's zware ongevallen '99 Besluit externe veiligheid inrichtingen Artikel 8.1 Wm (vergunningplicht voor oprichten, in werking hebben of veranderen van de inrichting) Artikel 39a Wbb (saneren conform SP, voorschriften (en aanwijzing)) Artikel 28 Wbb (melding/gegevens voornemen (sanerings)handelingen) Activiteitenbesluit type C
Bevindingen Typering van de overtreder: N.v.t.
Printdatum: 15-11-12
Blad 1 van 3
Emissie-eis organische stoffen
Lucht Overtreding: Nee
Correspondentie Verslag
Ernst:
+/- X:
Briefdatum
+/- Y:
Opsteller
Termijn
Streefdatum
Nacontrole dwangsom 21310841 d.d. 29-12-2011, v98382749 Datum 26-1-2012 Aanwezig
Rapportage EC Zie DMS 21328055. Uitvoering Op 13 januari 2012 hebben medewerkers van de DCMR Milieudienst Rijnmond op het bedrijfsterrein metingen uitgevoerd met de FLIR GF320 IR camera. Daarbij zijn diverse opslagtanks geïnspecteerd. Bevindingen Er zijn VOS-dampen (gascondensaat met een gehalte van minder dan 10 % benzeen) waargenomen op tank 597. Deze opslagtank is volgens de gegevens van Odflell aangesloten op DVS 4. De lekkage is direct door medewerkers van uw bedrijf geïnspecteerd. Bij tank 597 bleek het lek te worden veroorzaakt door een lekkende scheurnaad. Odflell heeft hier zelf metingen door de brandwacht laten uitvoeren. Het bleek te gaan om 48 ppm. Reeds eerder, op 16 december 2011 is op dezelfde locatie op het tankdak van deze tank een lek geconstateerd. Odflell heeft aangegeven dat zij een reparatie aan deze tank heeft uitgevoerd. Naar nu blijkt, is deze reparatie niet afdoende geweest. Aardgascondensaat is DVI-plichtig overeenkomstig voorschrift 4.5, Derhalve dienen de dampen in DVS4 verwerkt te worden en niet via andere openingen naar buiten te treden. Ook volgens de documentatie
Blad 2 van 3
van Odflell was de tank op dat moment aangesloten op DVS-4. Volgens de vergunningsaanvraag betreft het een tank die voor het van kracht worden van de vergunning is gebouwd. Bij tank 813 is ook een lekkage geconstateerd. Hier bleek het te gaan om een niet DVI-plichtige stof, Mospar M. Conclusie Uit het voorgaande blijkt dat Odflell niet heeft voldaan aan de dwangsom van 29 december 2011 kenmerk 21310841/265600. Handhaving Aardgascondensaat is gezien de dampspanning DVI-plichtig overeenkomstig voorschrift 4.5. Derhalve dienen de dampen in DVS-4 verwerkt te worden en niet via andere openingen naar buiten te treden. Ook volgens de documentatie van Odflell was de tank op dat moment aangesloten op DVS-4, Op basis van deze constatering zal de dwangsom geïnd gaan worden. Zie inningsbrief DMSnr. 21324465.
Blad 3 van 3
m DCMR Parallelweg 1
Postbus 843 miiieudienst
Odfjell Terminals (Rotterdam) B.V. Postbus 5010 3197 XC ROTTERDAM
3100 AV Schiedam Rijnmond T 010-246 80 00 F
010 - 246 82 83
E
info@dcnnrnl
W www.dcmr.nl
Ons kenmerk
Uw kenmerk
Bijlagen
21329279
Contactpersoon
Datum
1 februari 2012
Doorkiesnr.
Afdeling
010-246
Haven en Industrie
Onderwerp
Inspectierapport
Geachte directie en ondernemingsraad. Een inspectieteam heeft een inspectie bij uw inrichting uitgevoerd op grond van artikel 24 van het Besluit risico's zware ongevallen. De resultaten van de inspectie zijn in de close-out aan u toegelicht. Het door het inspectieteam opgestelde inspectierapport is als bijlage bij deze brief gevoegd. In het rapport is vermeld aan welke aspecten aandacht is besteed tijdens de inspectie, wat de bevindingen zijn en welke conclusies het inspectieteam daaraan heeft verbonden. Indien er tijdens de inspectie overtredingen zijn vastgesteld, zijn deze in het inspectierapport vermeld. Daarbij is aangegeven aan welke wet- of regelgeving de betreffende overtreding is gerelateerd en door welke overheidsinstantie(s) een handhavingstraject wordt ingezet. Van het bevoegde gezag, dat verantwoordelijk is voor de naleving van de overtreden wetgeving, zult u separaat een brief ontvangen. Indien er bevindingen zijn gedaan die aanleiding geven voor verbeteringen in het veiligheidsbeheerssysteem, zijn deze eveneens vermeld in het bijgevoegde inspectierapport. Ik verzoek u eventuele acties die bij de bevindingen zijn vermeld op te volgen. Bij de volgende inspectie kan nader worden ingegaan op de opvolging van de acties door uw bedrijf.
Dil jaar Ijestaat de DCMR 40 jaar Kijk op: www dcmr.nl
Blad 1 van 2
Ons kenmerk
21329279
DCMR milieudienst
Rijnmond Mocht u naar aanleiding van deze brief nog vragen en/of opmerkingen hebben dan kunt u daarover contact opnemen met bovengenoemd contactpersoon van het coördinerend bevoegd gezag. Hoogachtend, namens de directeur DCMR Milieudienst Rijnmond,
drs. M.M. de Hoog, afdelingshoofd Haven en Industrie.
Blad 2 van 2
INSPECTIERAPPORT
Odfjell Terminals Rotterdam bv
Botlek Rotterdam
Inspectiedag(en) 20 en 21 december 2011
Datum definitief rapport: 27 januari 2012
Samenvatting Op 20 en 21 december 2011 is door de Arbeidsinspectie bij Odfjell Terminals Rotterdam bv te Botlek Rotterdam een inspectie uitgevoerd. De betrokken toezichthouders inspecteren tijdens deze inspectie op basis van de toegekende bevoegdheden. Tijdens de inspectie is steekproefsgewijs gecontroleerd of datgene wat in de inrichting aangetroffen is, in overeenstemming is met de eisen die gesteld worden in de algemene regelgeving en de aan het bedrijf verieende vergunningen. De inspectie is uitgevoerd aan de hand van de vooraf toegestuurde agenda. Op 21 december 2011 heeft er op het bedrijf een terugkoppeling van bevindingen plaatsgevonden. De bevindingen, conclusies en overtredingen voortgekomen uit de inspectie, zijn opgenomen in deze rapportage. Op basis hiervan wordt van Odfjell Terminals Rotterdam B.V. verwacht dat acties worden ondernomen om overtredingen ongedaan te maken en bevindingen op te volgen. Op grond van de historische inspectieresultaten en de incidenten zoals deze zich hebben voorgedaan is Odfjell geclassificeerd als "achterblijver", Odfjell heeft naar aanleiding van de Brzo'99 inspectie van oktober 2011 en de daarop volgende handhaving geconcludeerd dat de beheersing van de risico's van dampverwerkingssysteem DVS-01 in onvoldoende mate kon worden gegarandeerd. Odfjell heeft daarop besloten de genoemde dampverwerkingssysteem buiten bedrijf te stellen en de dampen via dampverwerkingssysteem DVS-4 te vernietigen. Teneinde vast te stellen of risico's van zware ongevallen met betrekking tot de genoemde DVS-4 installatie wel adequaat worden beheerst heeft de Arbeidsinspectie besloten over te gaan tot een aanvullende inspectie op 21 en 22 december 2011. Tijdens deze inspectie is ten aanzien van de dampverwerkingssysteem DVS-04 gebleken dat stoffen aan de DVS-04 worden aangeboden die hiertoe op basis van het onderzoek/veiligheidsstudie van de firma Horst Weyer van april 2010 niet geschikt zijn geacht voor DVS-04 of waarvan geen adequate risicobeoordeling heeft plaats gevonden bij gebrek aan gegevens en/of acceptatiecriteria. Ook zijn aanbevelingen uit het daaruit volgende rapport die betrekking hebben op de integriteit en de beoordeling van de (explosie)risico's van DVS-4 niet uitgevoerd. Ten aanzien van de vigerende veiligheidsstudie (HAZOP) van DVS-04 van mei 2010 is gebleken dat Odfjell niet alle risico's had beoordeeld onacceptabele risico's heeft laten voortbestaan door het niet opvolgen van de actiepunten die voort zijn gekomen uit de veiligheidsstudie, van risico's gelegen in het z.g, ALARA-gebied geen aanvullende risico reducerende maatregelen gedefinieerd en de economische haalbaarheid daarvan beoordeeld. Het locatiemanagement heeft geen opvolging gegeven aan resultaten en aanbevelingen uit de veiligheidsstudie en het rapport van Horst Weyer. Bij door Odfjell ontoelaatbaar geachte risico's zijn niet terstond maatregelen getroffen om deze risico's tot een aanvaardbaar niveau te reduceren. Het feit dat de aanbevelingen en de actiepunten uit de genoemde veiligheidsstudies op het moment van de Brzo'99-inspectie, dus meer dan anderhalfjaar later nog geen opvolging hebben gekregen, leidt tot de conclusie dat Odfjell: niet alle maatregelen getroffen heeft die nodig zijn om zware ongevallen te voorkomen de identificatie van gevaren en beoordeling van risico's van zware ongevallen zoals bedoeld in het Brzo'99, bijlage II onder c onvoldoende was. de beheersing van de uitvoering zoals bedoeld in het Brzo'99, bijlage II onder d onvoldoende was.
Odfjell Temninals Rotterdam bv 2011
2 van 17
Inhoudsopgave 1.
Algemene gegevens 1.1. Algemene gegevens van de inrichting 1.2. Algemene gegevens van de inspectie 2. Omvang en uitvoering van de inspectie 3. Resultaten 3.1. Conclusies 3.2. Overtredingen 3.3. Beoordeling 3.4. Bevindingen Bijlage 1: Afkortingen Bijlage 2: Reviewdocumenten
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2011
4 4 4 5 6 6 7 10 11 16 17
r, in 3 van 1 /
1.
Algemene gegevens
1.1.
Algemene gegevens van de Inrichting
Naam inrichting Bezoekadres
Odfjell Terminals Rotterdam bv Oude Maasweg 6 3197KJ Botlek Rotterdam VR-plichtig
Verplichting Naam drijver Postadres
Odfjell Terminals (Rotterdam) B.V. Postbus 5010 3197XC BOTLEK ROTTERDAM
Medezeggenschapsorgaan
Ja
1.2.
Algemene gegevens van de inspectie
inspectieteam Naam: [leider
Namens instantie: Arbeidsinspectie
inspectieteam] Arbeidsinspectie Inspectiegegevens Dossiernummer Soort inspectie Inspectiedag(en)
Odfjell Temiinals Rotterdam bv 2011
ID02059 BRZO 20 en 21 december 2011
4 van 17
2.
Omvang en uitvoering van de inspectie
Voor de inspectie is door de betrokken overheden een inspectieagenda gemaakt en gecommuniceerd met Odfjell Terminals Rotterdam bv op 15 december 2011, De werkafspraken voor het uitvoeren van inspecties zijn vastgelegd in hel kader van het programma Landelijke Aanpak Toezicht Risicobeheersing Bedrijven (Latrb). Meer informatie over dit programma vindt u op de website www,latrb.nl. Tijdens de inspectie zijn de in de agenda aangegeven thema's en onderwerpen aan de orde geweest. Het thema geeft in algemene termen de aanpak van de genoemde inspectie onderwerpen weer. Er wordt per inspectie onderwerp gerapporteerd. Echter vanwege diverse redenen kan afgeweken zijn van de toegezonden agenda en zijn er thema's en inspectie onderwerpen komen te vervallen of toegevoegd. In onderstaande tabel zijn alle geïnspecteerde thema's en inspectie onderwerpen opgenomen. Thema DVS-4
Inspectie onderwerp(en) • • •
VBS element c (De identificatie van de gevaren en beoordeling van risico's van zware ongevallen) VBS element d (Beheersing van de uitvoering) Maatregelen (algemeen)
De volgende functionarissen zijn geïnterviewd: Functie Proces engineer Project Manager Manager Technical Department Operator Manager QHSE Consultant veiligheidsstudies Tijdens de inspectie zijn diverse documenten ingezien. Deze zijn opgenomen in bijlage 2.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2011
5 van 17
3.
Resultaten
3.1.
Conclusies
De conclusies die in dit hoofdstuk worden vermeld betreffen die inspectie onderwerpen, welke zijn aangegeven in hoofdstuk 2, waar naar mening van het inspectieteam een conclusie gerechtvaardigd is. Per conclusie is aangegeven op welke bevindingen (genoemd in paragraaf 3.4) deze mede gebaseerd is. De conclusies zijn door de gezamenlijke overheden getrokken, tenzij anders vermeld. Inspectieonderwerp VBS element c (De identificatie van de gevaren en beoordeling van risico's van zware ongevallen)
Omschrijving Hoewel OTR een periodieke H/^ZOP-studie met betrekking tot dampverwerkingssysteem DVS-04 heeft uitgevoerd, heeft men verzuimd de essentiële vervolgstappen te nemen.
Nr.(s) B-05, B-06, B-07, B-08, B-09, B-10, B-11 en B-12
Bij ontoelaatbaar geachte risico's zijn niet terstond maatregelen getroffen om deze risico's tot een aanvaardbaar niveau te reduceren. Er is hoegenaamd geen invulling gegeven aan de aanbevelingen zoals deze tijdens de HAZOP-studie zijn gegenereerd. Er is met betrekking tot risico's die door OTR zijn geclassificeerd als "beperkt" (geel in de risicomatrix) geen aantoonbare en navolgbare invulling gegeven aan de verplichte afweging tussen een mogelijke verdere risicoreductie en de daaraan verbonden kosten. Van niet alle geïdentificeerde gevaren is het risico bepaald.
VBS element c (De identificatie van de gevaren en beoordeling van risico's van zware ongevallen)
Het feit dat met betrekking tot een viertal door OTR ontoelaatbaar geachte risico's niet terstond maatregelen zijn getroffen kan alleen leiden tot de conclusie dat OTR de risico's van de beschouwde installatie in onvoldoende mate beheerst. De HAZOP-studie DVS-04 is in mei 2010 uitgevoerd. Het feit dat de aanbevelingen en de actiepunten uit deze HAZOP op het moment van de Brzo'99inspectie, dus meer dan anderhalfjaar later nog geen opvolging hebben gekregen, leidt tot de conclusie dat de beheersing van de uitvoering niet onder controle is.
B-05, B-06, B-07, B-08, B-09, B-10, B-11 en B-12
Gedocumenteerd: De veiligheidsstudie en de gerelateerde documenten zijn redelijk gedocumenteerd. Geschikt: De HAZOP-studie matig geschikt.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2011
Geïmplementeerd: Odfjell heeft duidelijk onvoldoende invulling gegeven aan de aanbevelingen uit de
6 van 17
Inspectieonderwerp
VBS element d (Beheersing van de uitvoering)
Omschrijving veiligheidsstudie en risico's laten voortbestaan welke Odfjell zelf als "ontoelaatbaar" heeft geclassificeerd. In april 2010 heeft de firma Horst Weyer een onderzoek/veiligheidsstudie gedaan naar de geschiktheid van stoffen voor DVS-4.
Nris}_
B-13, B-14, B-15, B-16, B-17 en B-18
Op de lijst met stoffen die Odfjell toestaat voor verwerking op DVS-4 staan stoffen die volgens de firma Horst Weyer niet geschikt zijn of onder voorwaarden geschikt zijn. Ook staan er stoffen op waarvan Horst Weyer heeft aangegeven dat onvoldoende data beschikbaar is voor een goede beoordeling. In het rapport doet Horst Weyer diverse aanbevelingen die betrekking hebben op de integriteit en de beoordeling van de (explosie)risico's van DVS-4. Odfjell heeft die aanbevelingen niet uitgevoerd. Gedocumenteerd: Het onderzoek naar de toegestane stoffen is redelijk gedocumenteerd. Geschikt: De Odfjell lijst met voor DVS-4 toegestane stoffen is slecht geschikt. Geïmplementeerd: Odfjell heeft de aanbevelingen uit het onderzoeksrapport slecht (niet) geïmplementeerd.
3.2.
Overtredingen
Op grond van de resultaten van de inspectie wordt in deze paragraaf aangegeven welke overtredingen geconstateerd zijn, en aan welke wet- of regelgeving de betreffende overtreding is gerelateerd. De handhaving is gericht op het opheffen van de overtreding om zodoende zorg te dragen dat de inrichting aan de wettelijke verplichtingen voldoet, en wordt door iedere overheid afzonderiijk uitgevoerd. Daarbij kan er sprake zijn van een afwijking die door meer dan één overheidsinstantie als overtreding wordt gekenmerkt. De overheden spreken in dat geval af wie de handhaving op zich zal nemen. In uitzonderiijke situaties kunnen meer partijen zelfstandig overgaan tot handhaving.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2011
7 van 17
Nr. O-01
Omschrijving In april 2010 heeft de firma "Horst Weyer und Partner GmbH" een "process and safety engineering check" uitgevoerd om de geschiktheid van DVS-4 voor het behandelen van de diverse dampen van de terminal te bepalen. De resultaten van dit onderzoek zijn vastgelegd in een rapport (WY 09 1030 van 14 april 2010).
Handhaving Arbeidsinspectie
.NrisL
Arbeidsinspectie
B-15
Arbeidsinspectie
B-05, B-06, B-07, B-08, B-09, B-10, B-11 en B-12
B-14
In het rapport doet Horst Weyer diverse aanbevelingen die betrekking hebben op de integriteit en de beoordeling van de (explosie)risico's van DVS-4. Odfjell heeft die aanbevelingen niet uitgevoerd. Odfjell moet vóór 31 januari 2012 gedocumenteerd invulling geven aan de aanbevelingen uit het rapport WY 09 1030 van 14 april 2010 van de firma Horst Weyer. Dit is een overtreding van Art 5 lid 1 en art 5 lid 3, bijlage ii onder d Besluit risico's zware ongevallen 1999 O-02
Op de lijst met stoffen die volgens Odfjell geschikt zijn om te verwerken op DVS-4 staan stoffen die volgens de componentenlijst van Horts Weyer niet geschikt zijn voor DVS-4 (ca. 18 stoffen), onder voorwaarden geschikt zijn voor DVS-4 (ca. 31 stoffen) en waarvan de geschiktheid voor DVS-4 onbekend is (ca. 26 stoffen). Odfjell heeft zonder nader onderzoek stoffen die volgens Horst Weyer niet geschikt zijn voor DVS-4 geplaatst op de Odfjell lijst toegestane stoffen voor DVS-4. Met betrekking tot de stoffen die volgens Horst Weyer onder voorwaarden geschikt zijn voor DVS-4, weet Odfjell niet welke voonwaarden van toepassing zijn. Odfjell heeft deze stoffen zonder nader onderzoek op de lijst met voor DVS-4 toegestane stoffen geplaatst. Odfjell heeft stoffen waarvan Horst Weyer onvoldoende data had zonder nader onderzoek op de Odfjell lijst met voor DVS-4 toegestane stoffen geplaatst. Dit is een overtreding van art 5 lid 1 en art 5 lid 3, bijlage II onder d Besluit risico's zware ongevallen 1999
O-03
OTR heeft met betrekking tot de dampverwerkingssysteem DVS-04 een viertal gevaren geïdentificeerd waarvan de risico's door OTR als ontoelaatbaar zijn geclassificeerd. OTR heeft niet terstond maatregelen getroffen
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2011
8 van 17
Nr.
Omschrijving om deze risico's naar een aanvaardbaar niveau terug te brengen. Dit is een overtreding van 5 lid 1 en 3 Besluit risico's zware ongevallen 1999
Handhaving
Nr(s]_
O-04
OTR heeft in de HAZOP-studie DVS-04 omstreeks 33 ongewenste gebeurtenissen geïdentificeerd waarvan verzuimd is de risicobepaling uit te voeren. Hierdoor is niet duidelijk welke risico's deze mogelijke ongewenste gebeurtenissen vertegenwoordigen en of er maatregelen nodig zijn om deze risico's naar een aanvaardbaar niveau te brengen. Dit is een overtreding van 5 lid 1 en 3 juncto bijlage II onder c Besluit risico's zware ongevallen 1999
Arbeidsinspectie
B-05, B-06, B-07, B-08, B-09, B-10, B-11 en B-12
O-05
Met betrekking tot de risico's die door OTR als "beperkt" zijn geclassificeerd heeft OTR geen aantoonbare en navolgbare afweging gemaakt tussen eventueel te treffen additionele maatregelen en de daaraan verbonden kosten, rekening houdend met de bedrijfsdoelstellingen voor veiligheid, gezondheid en milieu. Dit is een overtreding van 5 lid 1 en 3/jo bijlage II onder c Besluit risico's zware ongevallen 1999
Arbeidsinspectie
B-05, B-06, B-07, B-08, B-09, B-10, B-11 en B-12
O-06
OTR heeft, meer dan een jaar na de uitvoering van de veiligheidsstudie DVS-04, nog vrijwel geen invulling gegeven aan de actiepunten zoals deze voortkwamen uit de HAZOP DVS04.
Arbeidsinspectie
B-05, B-06, B-07, B-08, B-09, B-10, B-11 en B-12
Het management van de inrichting was formeel, dus gedocumenteerd, niet op de hoogte van deze situatie. Dit betekent dat de beheersing van de uitvoering met betrekking tot de identificatie van de gevaren en de beoordeling van de risico's door OTR onvoldoende was. Dit is een overtreding van 5 lid 1 en 3/jo bijlage II onder c en d Besluit risico's zware ongevallen 1999
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2011
9 van 17
3.3.
Beoordeling
Voor inspecties zoals bedoeld in artikel 24 van het Brzo 1999 wordt daar waar mogelijk een beoordeling gegeven. Deze beoordeling is gebaseerd op de bevindingen van deze inspectie. De beoordeling vindt plaats op een beoordelingsgrondslag^ met behulp van een 4-punts waarderingschaal (goed, redelijk, matig of slecht). inspectieonderwerp VBS element c (De identificatie van de gevaren en beoordeling van risico's van zware ongevallen) VBS element d (Beheersing van de uitvoering)
Beoordelingsgrondslag Gedocumenteerd Geschikt Geïmplementeerd Gedocumenteerd Geschikt Geïmplementeerd
Beoordeling redelijk matig slecht redelijk slecht slecht
Gedocumenteerd: Er is sprake van een deugdelijke en volledige beschrijving Geschikt: Technische onderdelen voldoen aan de stand van de techniek, voor zover die redelijkerwijze te verlangen is, en zijn passend voor de aangetroffen situatie. Organisatorische en procedurele onderdelen voldoen aan de stand van de wetenschap en zijn eveneens passend. Geïmplementeerd; Er wordt gewerkt zoals beschreven is en er is sprake van een goed functionerende managementloop. Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2011 10 van 17
3.4.
Bevindingen
Op grond van algemene regelgeving en verieende vergunningen dient Odfjell Terminals Rotterdam bv daar waar nodig actie te ondernemen op de geconstateerde bevindingen.
Nr.
Omschrijving
Onderwerp B-01
Maatregelen (algemeen) In 2012 wil Odfjell met betrekking tot de dampverwerking terug naar 1 systeem. Hiervoor wil het bedrijf de volgende acties nemen: * DVS-1 is uiteriijk 1 januari 2012 uit bedrijf en wordt gesloopt * DVS-2 gaat uiteriijk februari 2012 uit bedrijf en wordt gesloopt * DVS-3 is inmiddels uit bedrijf * DVS-4 zal hiervoor worden aangepast en uitgebreid
B-02
Om naar 1 dampvenwerkingssysteem over te kunnen gaan moet dampvenwerkingssysteem 4, DVS-4, worden uitgebreid. Odfjell heeft een engineering contractor een studie naar deze uitbreiding laten uitvoeren en een projectplan gemaakt. De doelstelling van het project van DVS-4 zijn: - Hogere beschikbaarheid en betere mogelijkheden voor onderhoud door het inbouwen van redundantie. - Verhoging dampverwerkingscapaciteit (piek capaciteit 11.000m3/h). Om dit te bereiken wil men de ventilator van het systeem vervangen door 2 nieuwe ventilators op een nieuwe locatie bij tankput 18. Met betrekking tot de dampverwerking wil men ketel 11 en de incinerator omstreeks augustus 2012 uit bedrijf nemen. De toekomstige filosofie is dat de dampverwerking gebeurt door 1 HT ketel (van de PID), 2 stoomketels en 1 verticale incinerator (principe Metal Fiber Oxidation).
B-03
Het basis ontwerp van DVS-4 is omstreeks 1998 gedaan door Stork Engineering Contractors. In die periode heeft de Firma Horst Weyer heeft een 2nd opinion uitgevoerd met betrekking tot: - engineering ontwerp van DVS-4 - product beoordeling
- veiligheid
- besturing - capaciteit Horst Weyer is voor Odfjell tot op heden de kennisdrager voor DVS-4.
B-04
Het oorspronkelijke ontwerp bestond uit: T545, pomp V01, de stoomketel en incinerator. De HT ketel van de PID is er later aan toegevoegd. Sindsdien is DVS-4 uitgebreid met de volgende systemen: - 2004: Benzeen tankput 1 -2007: Tankput 11a - 2008: Tankput 11a, steiger 9 en 10, WHIG, PID HT en PID unit 1 -2009: Tankput 14, kade 11 - 2011: Tankput15 -2012: WHIH (plan) -2012: RCC (plan) Odfjell heeft in december 2011 dampverwerkingssysteem 1 (DVS-1) buiten bedrijf gesteld. Vanwege het buiten bedrijf stellen van DVS-1 zijn de volgende maatregelen genomen die betrekking hebben op DVS-4: - Logistieke verplaatsing van producten (benzeen houdend / piperyleen) van tankput 20a
Odfjell Temninals Rotterdam bv 2011
11 van 17
Nr.
Omschrijving naar tank T603 in tankput 14 en tanks 812/813/818 in tankput 15 - De auto belading is overgezet op een tijdelijke scrubber. De auto belading wordt later overgezet op DVS-4. De firma Horst Weyer voert hiervoor een veiligheidsstudie uit.
Onderwerp B-05
B-06
VSS element c (De identificatie van de gevaren en beoordeling van risico's van zware ongevallen) OTR heeft in mei 2010 een periodieke veiligheidsstudie uitgevoerd met betrekking tot de dampverwerkingssysteem DVS-4. Het betrof een HAZOP-studie, waarvan een formele rapportage is gemaakt. Het betreft document nummer 3114001, revisie 0, datum 27 oktober 2010. Uit de worksheets van de HAZOP studie DVS-4 documentnummer 3114001 rev. 0 is gebleken dat van de geïdentificeerde ongewenste gebeurtenissen een viertal gevaren is geïdentificeerd waarvan de risico's voor Health and Safety (H&S) door OTR onacceptabel zijn geacht. Op grond van het PBZO-document van OTR zijn deze risico's ingedeeld in het rode gebied van de risicomatrix en zijn daarmee ingedeeld in de categorie "ontoelaatbaar". Het eigen preventiebeleid zware ongevallen, zoals vastgelegd in het PBZO-document van OTR, schrijft in dit geval voor dat er maatregelen noodzakelijk zijn.
B-07
De ongewenste gebeurtenissen met een risico door OTR geclassificeerd als "ontoelaatbaar" zijn: 1. Node 7: Vapour transport from WHIC to KO-drum TP01/D001 Deviation 2: More flow Cause 13: Trip fan K-961 in TP-01 2. Node 7: Vapour transport from WHIC to KO-drum TP01/D001 Deviation 1: No/less flow Cause 4: Misoperation - loading of ship above design flow (550 m3/h) 3. Node 7: Vapour transport from WHIC to KO-drum TP01/D001 Deviation 1: No/less flow Cause 7: High pressure on board of ship (pressure below set pressure PRV) 4. Node 19: Vapour transport from KO-drum TP01/D001 to buffertank TP01/T-545 Deviation 9: High temperature Cause 1: Failure of steam pressure control PCV-126, maximum jacket temperature ca. 180 graden Celsius
B-08
Hoofstuk 4 van de HAZOP studie geeft een opsomming van de recommendations, OTR heeft ter zake van de recommendations statusrapporten overgelegd. Uit deze statusrapporten blijkt dat geen invulling is gegeven aan het overgrote deel van de recommendations, in de zin dat deze statusrapporten nog oningevuld waren voor wat betreft de beslissing ten aanzien van de eventuele uitvoering van het voorgestelde en.de uitvoering zelf. De geïnterviewden van OTR hebben desgevraagd verklaard dat de statusrapporten overeenkomen met de actuele status met betrekking tot de aanbevelingen. Men had met betrekking tot de meeste aanbevelingen nog geen actie ondernomen.
B-09
Met betrekking tot ongewenste gebeurtenissen welke door OTR als "ontoelaatbaar" zijn geclassificeerd, zijn in de HAZOP worksheets in totaal dertien aanbevelingen opgenomen: Mbt. 1: recommendation 24 en 25
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2011
12 van 17
Nr.
Omschrijving Mbt. 2: recommendation 30 en 31 Mbt. 3: recommendation 32 Mbt. 4: recommendation 36, 39, 40, 41, 14, 70, 71 en 72 Van deze recommendations is alleen van recommendation 24 en 25 aangetoond dat men gestart is met in invulling: op 6 oktober 2010 is ten aarizien van recommendation 24 groen licht gegeven tot het treffen van procedurele maatregelen en ten aanzien van recommendation is gefiatteerd dat een Verzoek tot Wijziging kon worden gestart. De recommendations hebben betrekking op het beheersen van de risico's van het vrijkomen van brandbare/explosieve en mogelijk toxische dampen op de steigers. Recommendation hebben betrekking op het beheersen van de risico's van het vrijkomen van brandbare/explosieve en mogelijk toxische dampen op de steigers.
B-10
De HAZOP worksheets vermelden ongeveer 33 ongewenste gebeurtenissen waarvan de risico's voor veiligheid en gezondheid (H&S) niet zijn bepaald. Hierdoor is niet bekend wat de betreffende risico's zijn en welke maatregelen eventueel dienen te worden getroffen teneinde te voorkomen dat onacceptabele risico's blijven bestaan. Bij een deel van de risico's zijn overigens wel aanbevelingen opgenomen. De ongewenste gebeurtenissen betreffen zaken als explosies. Een voorbeeld van een explosierisico is opgenomen onder node 8, deviation 2, cause 1. Als mogelijk effect wordt hier gegeven: Consequence: Maximum possible flow (above 20 m/s) with possible static energy buildup leading tot ignation/fire explosion. Hoewel met betrekking tot dit risico twee recommendations zijn opgenomen, is ook hier geen opvolging aan gegeven. Het betreft: Recommendation 28 (responsibility Operations): Review flush mode (normal operation) on jetty 7. Doubts have risen wether the flush mode base been properiy designed in general. Recommendation 29 (responsibility Engineering): Review flush mode (jetty 7) to prevent flows above 20 m/s (risk on static energy build-up) and uncontrolled pressure rise in DVS-04 system.
B-11
Hoewel de HAZOP worksheets tijdens de inspectie niet uitputtend zijn behandeld, zijn er inconsistenties geconstateerd bij de risicobeoordeling. Het betreft met name de effecten van een explosie. Zo zijn deze effecten niet in alle gevallen even groot ingeschat. Een voorbeeld hiervan is: Node 7, deviation 2, waarbij voor de causes 5, 6 en 7, waarbij de zelfde consequentie respectievelijk geclassificeerd is als 3 (groot), 3 en 4 (zeer groot).
B-12
De HAZOP worksheets met betrekking tot DVS-04 bevatten ten minste 22 ongewenste gebeurtenissen waarvan de risico's rond de beschouwde node door OTR als "beperkt" zijn geclassificeerd. Het beleidsdocument Preventiebeleid voor Zware Ongevallen schrijft in dat geval als actie voor: "Maatregelen nemen afhankelijk van kosten/baten en in relatie tot de bedrijfsdoelstellingen voor QHSE".
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2011
13 van 17
Nr.
Omschrijving
De uitgangspunten voor deze afweging zijn echter niet vermeld. Hierdoor is niet bekend of men het ALARA-, het ALARP- of enig ander principe toepasL Teneinde een afweging te kunnen maken dient op hoofdlijnen een afweging te worden gemaakt tussen de eventuele invoering van een maatregel en de hierdoor bereikte risicoreductie. Naar analogie met artikel 5 lid 3 van de regeling risico's zware ongevallen voor scenario's dient OTR, aantoonbaar en navolgbaar de genoemde afweging te hebben gemaakL Ondenverp B-13
VBS element d (Beheersing van de uitvoering) De lijst met stoffen die Odfjell toestaat om te verwerken op DVS-4 is opgenomen in het Terminal Management Systeem (TMS).
B-14
In april 2010 heeft de firma "Horst Weyer und Partner GmbH" een "process and safety engineering check" uitgevoerd om de geschiktheid van DVS-4 voor het behandelen van de diverse dampen van de terminal te bepalen. De resultaten van dit onderzoek zijn vastgelegd in een rapport (WY 09 1030 van 14 april 2010). Op een componentlijst heeft Horst Weyer aangegeven welke stoffen voor DVS-4 geschikt zijn, geschikt zijn onder voorwaarden, niet geschikt zijn en voor welke stoffen onvoldoende data beschikbaar is. In het rapport doet Horst Weyer ca. 9 aanbevelingen die betrekking hebben op de integriteit en de beoordeling van de (explosie)risico's van DVS-4. Odfjell heeft die aanbevelingen niet uitgevoerd. In hoofdstuk 5 / bijlage 6 van het rapport heeft Horst Weyer een checklist opgenomen waarmee Odfjell de geschiktheid van stoffen voor DVS-4 kan beoordelen, Odfjell heeft deze checklist niet toegepast voor stoffen waarvoor ten tijde van het onderzoek van Horst Weyer onvoldoende gegevens beschikbaar waren.
B-15
Op de lijst met stoffen die volgens Odfjell geschikt zijn om te verwerken op DVS-4 staan stoffen die volgens de componentenlijst van Horts Weyer niet geschikt zijn voor DVS-4 (ca, 18 stoffen), onder voorwaarden geschikt zijn voor DVS-4 (ca. 31 stoffen) en waarvan de geschiktheid voor DVS-4 onbekend is (ca. 26 stoffen), Odfjell heeft zonder nader onderzoek stoffen die volgens Horst Weyer niet geschikt zijn voor DVS-4 geplaatst op de Odfjell lijst toegestane stoffen voor DVS-4. Met betrekking tot de stoffen die volgens Horst Weyer onder voorwaarden geschikt zijn voor DVS-4, weet Odfjell niet welke voorwaarden van toepassing zijn. Odfjell heeft deze stoffen zonder nader onderzoek op de lijst met voor DVS-4 toegestane stoffen geplaatst, Odfjell heeft stoffen waarvan Horst Weyer onvoldoende data had zonder nader onderzoek op de Odfjell lijst met voor DVS-4 toegestane stoffen geplaatst.
B-16
Odfjell verwerkt dampen van stoffen op DVS-4 die op de componentenlijst van Horst Weyer gemarkeerd staan als "niet geschikt". Bijvoorbeeld Ethyl-Tert-Butyl-Ether (ETBE, Odfjell nummer 442) is opgeslagen in tank 527. Tank 527 is aangesloten op DVS-4. (situatie 20 december 2011)
B-17
Bij de beoordeling van nieuwe stoffen gebruikt Odfjell de "Aandachtspuntenlijst bij de acceptatie van nieuwe producten", ADPL. In de ADPL is een paragraaf opgenomen om te beoordelen of de stof met een dampvenwerking moet worden behandeld en of de dampverwerking geschikt is om de
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2011
14 van 17
Nr.
Omschrijving stof te behandelen.
B-18
Bij de beoordeling van de stof ETBE (Ethyl Tertiar Butyl Ether) is op het ADPL formulier vastgelegd dat dampvenwerking nodig is en dat DVS-4 geschikt is. Uit de geschiktheidlijst van Horst Weyer blijkt dat ETBE niet geschikt is voor DVS-4 vanwege "Chemical resistance of static seals / gaskets in piping system" en onder voorwaarden geschikt is vanwege "chemical resistance vapour buffer membrane". Op 17-11 -2011 heeft Odfjell de stof goedgekeurd voor DVS-4. Op 20-12-2011 was Ethyl-Tert-Butyl-Ether (ETBE, Odfjell nummer 442) opgeslagen in tank 527. Tank 527 was aangesloten op DVS-4.
Odfjell Temiinals Rotterdam bv 2011
15 van 17
Bijlagen Bijlage 1: Afkortingen Al B Bg Brw Brzo 1999 LAT Rb LOC LOD MOC MRA NIM 0 Pbzo QRA Rrzo 1999 VBS VR Wabo Wm Wvo Wvr
Arbeidsinspectie Bevinding Bevoegd gezag Brandweer Besluit risico's zware ongevallen 1999 Landelijke Aanpak Toezicht Risicobeheersing bedrijven Loss of Containment Line of Defence Management of change Milieu risico analyse Nieuwe inspectiemethodiek Overtreding Preventiebeleid zware ongevallen Kwantitatieve risico analyse Regeling risico's zware ongevallen 1999 Veiligheidsbeheerssysteem Veiligheidsrapport Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wet milieubeheer Wet verontreiniging oppervlaktewateren Wet veiligheidsregio's
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2011
.^g
]y
Bijlage 2: Reviewdocumenten Tijdens de inspectie zijn de volgende documenten ingezien: Nr 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
Titel PFD Overzicht dampvenwerking DVS-4 Document 050686P06, Rev A7, datum 03-2011 P&ID tankput 4 deel 2 van 2 Document 40014, rev B, 02-2008 P&ID Walhijsinstallatie G blad 4 van 4 Document 040115P03, rev 02, datum 03-2010 P&ID DVS-4 dampbuffer T545, dampverwerkingssysteem Document nr 040806, rev. G, datum 12-2011 Process and safety engineering check for the storage of new products Horst Weyer und partner, document WY 09 1030, datum 15 april 2010 Component list Horst Weyer Document WY 09 1030 Odfjell Terminals (Rotterdam) B.V. Tanklijst met op OTR opgeslagen stoffen Datum 21-12-2011, 10;00u Controlelijst Dampverwerkers Document CHC-0045, rev. 3, 19 dec 2011 Procedure Dampsystemen aangesloten op DVS-4 Document PRO-0794, rev. 12, 19 december 2011 Door Odfjell aangepaste Component list Horst Weyer
12
Aandachtspuntenlijst bij de acceptatie van nieuwe producten van ETBE akkord datum 17-11-2011 Overzicht DVS Tanks: Lijst met tanks die zijn aangesloten op DVS-4
13
Test/calibratie rapporten van PT081, XCV100, Logica (tankput 4 tank 528)
14
Test/calibratie rapporten van PT041, XCV060, Logica (tankput 15 tank 812)
15
Test/calibratie rapporten van FLA961, DAR962, P1003C, XSV108 (tankput 11B T757)
16
Cyclische Hazop DVS-4 mei 2010, doe nr 3114001. rev.O, 27 oct 2010
17
Hazop wijzigingen steiger 10, kade 11, WHIH, Dec 2010, docnr 3114002, revO, 14 d
Odfjell Temninals Rotterdam bv 2011
17 van 17
m
Verslag
Kopie aan
Aan
DCMR milieudienst
Datum 02-02-2012
Kenmerk 265600 21333038
Auteur
Rijnmond
Onderwerp Zienswijzebrief butaniseerproces
Locatie Naam Adres Plaatsbepaling
Activiteit (sub) Locatiesoort Status
265600 Odfjell Terminals (Rotterdam) B.V. Oude Maasweg 6 3197KJ BOTLEK ROTTERDAM l.k.v. Wbb is voor gehele bedrijfsterrein sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging RT059905217, waarvoor is ingestemd met een LBP, TC-0227-22. Einddatum bodemsanering is fictief, meerdere saneringen op 1 locatie. Kade 11/Mineraalweg 23 www.odfjell.nl Overige provinciale Wm-activiteiten (tank op/overslag) Wm inrichting Meldings- en vergunningplichtig
Verslag
98387760
Verslagdatum Rapporteur Gesproken met Verslagsoort l.o.v. bureau Participant BGO/BGA Nacontrole van nav beschikking Onderdelen
n2-n?-20i2
Regelgeving
(x = gecontroleerd) X Artikel 18.18 Wm (gedragingen m.b.t. voorschriften) WVO Algemeen Scheepsafvalstoffenbesluit Registratiebesluit rampen en zware ongevallen Regeling op-, overslag en distributie benzine milieubeheer Besluit risico's zware ongevallen'99 Besluit externe veiligheid inrichtingen Artikel 8.1 Wm (vergunningplicht voor oprichten, in werking hebben of veranderen van de inrichting) Artikel 39a Wbb (saneren conform SP, voorschriften (en aanwijzing)) Artikel 28 Wbb (melding/gegevens voornemen (sanerings)handelingen) Activiteitenbesluit type C
Handhaving deelcontrole Toezicht en Handhaving Industrie Provincie Zuid-Holland
OPSLAG
Bevindingen Typering van de overtreder: Calculerend
Printdatum: 15-11-12
Blad 1 van 3
Veiligheid Overig Overtreding artikel 5, lid 1 en 3 BRZO: onvoldoende Identificatie risico's en beheersing butaniseerproces, voornemen last onder dwangsom aankondigen. Zie verslag. Overtreding: Ernst: +/-X: +/-Y: Ja Aanzienlijk, dreigend 1 O en/of onomkeerbaar Het bedrijf is laat tot inzicht gekomen dat het butaniseren nader onderzocht dient te worden middels een veiligheidsstudie. Na een tweede incident wordt het proces pas stilgelegd. DCMR kondigt n.a.v. eigen bevindingen aan een dwangsom op te leggen ihkv BRZO.
Correspondentie Zienswijzebrief Verslag
Briefdatum
Opsteller
Termijn
Streefdatum
Situatie butaniseren Stand van zaken onderzoek butaniseren: Het onderzoeksrapport bevat onvoldoende gegevens om goede conclusies over de basisoorzaken te trekken en daarmee de juiste beheersmaatregelen te treffen. Er wordt geen aandacht besteed aan het monitoren van kritische procesparameters. Er wordt onvoldoende inzicht gegeven in de beheersing van het plannings- en acceptatieproces ter voorkoming van vorming van mengsels met te hoge dampspanning in alle productiestadia. De verbetering van specifieke deskundigheid van diverse actoren in het proces onvoldoende is uitgewerkt. Daarnaast is uit de BRZO-inspectie van oktober 2011 gebleken dat het onderhouds- en inspectieprogramma van de tankseals onvoldoende is, In verband hiermee hebben wij Odfjell op 25 januari 2012, kenmerk 21307562 / 265600, een voornemen tot een last onder dwangsom aangekondigd. Aangezien het butaniseerproces in opslagtanks met een extern drijvend dak met bijbehorende seals plaatsvindt en er een risico bestaat dat brandbare dampen via de seals ontsnappen, dienen deze in goede staat van onderhoud te verkeren. Voorts heeft zich op 25 januari 2012 een nieuw incident voorgedaan bij het butaniseren in tank 904. Bij tank 904 is bij het rondpompen van benzine butaan toegevoegd, waarbij de press relieve klep is blijven hangen en 1 a 2 m^ benzine uit is gelopen. Op basis van dit incident heeft Odfjell besloten om het butaniseerproces tijdelijk stil te leggen om eerst een zorgvuldige veiligheidsstudie uit te voeren naar de risico's en de technische en organisatorische beheersing van het proces. Odfjell bent voornemens om in de derde week van februari 2012 weer te starten met het butaniseerproces.
Blad 2 van 3
Handhaving In overieg met management en projectleider is besloten om de stillegging te formaliseren en het bedrijf weer te laten starten totdat de HAZOP is uitgevoerd en wij in de gelegenheid zijn gesteld om de HAZOP door een onafhankelijke deskundige te laten toetsen. Actie: dwangsomtraject initiëren.
Blad 3 van 3
Verslag inspectie DCMR bij Odfjell d.d. 27 en 28-2-2012
m
Inspecteurs
milieudienst
Verslagnummer 98389430 265600 Odijell Terminals (Rotterdam) B,V. Locatie Verslagdatum 27-02-2012 Rapporteur Bureau THHI DM nummer 21340624
DCMR
Rijnmond
Geïnterviewde functionarissen • Milieufunctionaris • Productie coördinator PID • Proces-engineer DVS4 • Wachtchef • Onderhoudsengineer PID Doelstellingen 1. Toetsen wat de totale stand van zaken is op de inrichting met betrekking tot dampverwerking. 2. Inzoomen op de werking van DVS-4, van bron tot venwerking. Ad 1, Emissiebronnen en eventuele dampverwerking op de inrichting PID-unit (vergunning PID) De emissiebronnen bij de Petrochemical Industrial Destination unit zijn als volgt: • HT-ketel 2 vanuit de schoorsteen. Hierin worden de dampen vanuit DVS-4 venwerkt (samen met ketel 11 en incinnerator 2). Dit wordt nader toegelicht onder de werking van DVS 4. • De safety reliefs van de drukvaten; deze dienen ter bescherming van de vaten en worden in principe nooit aangesproken. O De onluchtingsventielen van de separatievaten van de PID-units genereren een dampemissie vanuit de gasfase (niet gecondenseerde dampen); deze ventielen zijn aangesloten op DVS-4. Dit is geverifieerd aan de hand van P&ID 040315 van PID-unit 5. Vanuit separatorat V-1203 worden de dampen afgevoerd naar DVS-4 of naar de stack via Flame-arrestor FLA-0501. Door middel van XSV-0505 dient er een keuze gemaakt te worden in DVS-4 of stack. De aansluitingen op DVS-4 zijn sinds de nieuwe vergunning van unit IN aangebracht. Voordat de dampen naar DVS-4 worden geleid, worden ze eerst door een gasoliescrubber geleid. Buiten in de PID-unit 5 is het systeem nagegelopen. Hier is op separatorvat V-1203 een leiding aangetroffen die opsplitst naar 2 opties, een leiding naar de header van DVS-4 (middels 05XSV0504) of een leiding naar de stack (middels 05 XSV 0505). Het schakelen hierin is een handmatig actie en wordt door operator volgens een instructie uitgevoerd. De productiemanager geeft op basis van de samenstelling van het te destilleren mengsel de opdracht tot het schakelen naar DVS-4. Gezien de samenstelling van de lichte top-producten zijn de meeste DVS-plichtig. Overige bevinding: O Dechloreren in de PID-unit vindt niet meer plaats met Natrium, maar alleen nog maar via fysische scheiding op basis van kookpuntsverschil. • Openstaande vragen: O De PID levert procestrends aan ivm aantoonbare aansluiting op DVS-4. O Er wordt informatie opgezocht over de onderhoudshistorie van HT-ketel 2. O Er zou een onderzoek gedaan naar evt aanwezigheid van chloorhoudende koolwaterstoffen in de toevoer naar HT-ketel 2. Waterkant (H4 vergunning TOB) • Steigers 6, 7, 9. 10 en kade 11 zijn voorzien van dampverwerking (8 niet) (DVS-4). • Walhijsinstallaties (WHl's) C, F, G en H zijn voorzien van dampvenwerking (DVS-4). • Odfjell maakt hier logistieke keuzes om de dampvenwerkingsplichtige stoffen via DVS-4 te laten lopen.
Printdatum : 15-11-12
Blad 1 van 3
Opslagtanks ((H4 vergunning TOB) • Een groot aantal opslagtanks zijn voorzien van een inwendig drijvend dak dan wel DVS-4. Zie gekoppeld document (DMS 21341242) voor een overzicht van de tanks die al dan niet voorzien zijn van DVl of de mogelijkheid om op DVS-4 aan te sluiten. • Odfjell maakt hier logistieke keuzes om de dampverwerkingsplichtige stoffen via DVS-4 te laten lopen. Dit is tijdens eerdere audits geverifieerd; er zijn geen afwijkingen van de vergunning geconstateerd. (Hierbij is ook gekeken naar de opslag in extern drijvend dak tanks, er worden hier geen prioritaire stoffen opgeslagen). • Tijdens een rondgang met de Flir-camera werd benzeentank 505 gevuld met pure benzeen vanuit de lichter Intergrity, Er is met de FLir-camera rondom de tank gemeten; er zijn geen emissies vanuit de tank gemeten. Ketelwagons en tankcontainers (H4 vergunning TOB) • Op het RCC staat DVS-2 aangesloten, op dit moment staat een tijdelijke scrubber bij i,v.m. onderhoudswerkzaamheden. DVS-2 wordt binnenkort ontmanteld. Deze zal binnen een aantal weken aangesloten worden op DVS-4. • Op laadplaats 6 staat een tijdelijke scrubber voor piperyleen en tolueen. • Incinnerator 1 staat koud omdat er geen acrylaten meer worden opgeslagen. O In de titel van vergunningsvoorschrift 4.11 (Belading (schepen, lichters, RCC)) wordt een limitering aangebracht voor de betreffende installaties. Derhalve vallen de overige laad- en losplaatsen, zoals weegbruggen en railstations hier niet onder. Laadplaatsen 1 t/m 12, m.u.v. nr6 zijn niet voorzien van een dampverwerking. De emissie vindt hier via een stack plaats. Dit zal intern met de vergunningveriener afgestemd moeten worden en mogelijk leiden tot aanpassing van de verguuning. Odfjell heeft zelf de intentie om deze laadplaatsen te voorzien van dampverwerking. Een overzicht van de systemen met DVl is opgenomen in de gekoppelde bijlage, DMS 21341242. Gezien de huidige vorderingen met betrekking tot de implementatie van dampverwerkingsvoorzieningen en de logistieke keuzes die Odfjell maakt om aan de omgevingsvergunning te voldoen, wordt In overieg met Odfjell beoordeeld of de handhavingsbrief inzake het uitstel van emissiereductie nog relevant is. Hierdoor zou weer op de omgevingsvergunning kunnen worden teruggevallen. Ad 2, Dampvenwerkingsvsteem 4 Het DVS-4 systeem is 10 jaar geleden opgezet ten behoeve van de benzinerichtlijn. Hiertoe is opslagtank 545 omgebouwd tot buffertank. De venwerking van de dampen vindt plaats in ketel 12, incinnerator 2 en HT-ketel 2 (PID). Naar aanleiding van ontwikkeling van wet- en regelgeving is DVS-4 doorontwikkeld naar het huidige systeem. Het transport van dampen via de dampleidingen vanaf de bronnen vindt plaats middels een ventilator die een onderdruk creëert van -58 mbar en capaciteit heeft van 6000 Nm3/hr. Buffertank 545 heeft een capaciteit van 6600 m^. Vanuit de venwerkers worden de dampen vanuit buffertank 545 weer aangezogen Operationele beschrijving van het systeem De werking en operationele beheersing van het DVS-4 systeem is beschreven in procedure PRO0794. (DMS 21342530) Bron Verificatie aansluiting opslagtanks in Delta V Aan de hand van het besturingssysteem is geverifieerd dat de opslagtanks 525, 526, 527, 528, 529 en 531 waren aangesloten op DVS-4. Uit opvragen van de procestrends van de druktransmitters op de tanks blijkt dat DVS-4 regelmatig is aangesproken bij 16 mbar, waardoor de druk weer afneemt in de tanks. Tank 545 die volgens het Delta V systeem niet was aangesloten op DVS-4 bleek volgens de druktrend via het druk-/vacuümventiel te gaan, omdat de druk telekns bij 20 mbar afnam.
Blad 2 van 3
Capaciteit Vanaf de bron tot en met ventilator V-01 heeft het DVS-4 systeem voldoende capaciteit om de dampen te transporteren. Het knelpunt op dit moment is de capaciteit van de venwerkers die de dampen vanuit de buffertank 545 moeten venwerken. Bij het aansluiten van meerdere bronnen tegelijkertijd, zoals een aantal schepen zou de situatie kunnen ontstaan dat buffertank 545 volloopt omdat de venwerkingscapaciteit onvoldoende is. Vollopen van buffertank 545 leidt tot een trip van het totale DVS-4 systeem.
Op het moment dat het dampaanbod dusdanig is dat de hoeveelheid dampen in Tank 545 te snel toeneemt Storing Op het moment dat DVS-4 in storing treedt worden de lopende manipulatie stilgelegd en zullen de opslagtanks op DVS-4 overschakelen naar de druk-/vacuümventielen. HT-Ketel 2
Overig Odfjell stip nog aan dat de Deto's van tankput 11A in onderhoud zijn. Hierdoor is DVS-4 afgekoppeld. Het gaat om tanks 735 (lichte olie benzeen < 10 %), 737 (mogas), 738 (mogas), 742 (lichte olie benzeen < 10 %)en 743 (lichte olie benzeen < 10 %). Het is gemeld bij de meldkamer van de DMCR en er vinden geen manipulaties plaats.
Blad 3 van 3
Verslagnummer 98389795 Locatie 265600 Odfjell Terminals (Rotterdam) B.V. Verslagdatum 02-03-2012 Rapporteur Bureau DM nummer
21342955
DCMR miUeudlenst
Rijnmond
V e r s l a g I n s p e c t i e d . d . 2-3-2012 Doelstellingen • nacontrole last onder dwangsom (21310841 / 265600) met Flir-camera; • controle juiste instelling DVS-4 in besturingssysteem (Delta V en PMSX) conform planning; • overige zaken die tijdens de terreinronde opvallen. Het betreft een niet aangekondigde direct bekend is gemaakt.
inspectie,
waarbij de identiteit
van de Gedeputeerde
niet
Datum 2-3-2012 Aanwezig
•
Milieufunctionaris udfjell ter begeleiding.
Geïnterviewde functionarissen • milieufunctionaris; • wachtchef; • paneloperator; • operator laad- en losplaats 7. Ontvangen documenten • lijst met DVS-tanks; • lijst met lopende manipulaties; • WO's OTR-2012-001503 & OTR-2012-001153; Verslag Nadat het team zich heeft gemeld bij de portier en de afdeling SHEO begeeft het zich naar de CCK. Daar kondigt het team zich aan bij de wachtchef en vraagt diverse documentatie op en vraagt een heetwerkvergunning voor de Flir-camera aan. Het team is voorzien van een eigen PIDmeter, Aansluiting op DVS-4 Geverifieerd is of alle tanks die op DVS-4 behoren te zitten volgens de planningslijst ook in het besturingssysteem handmatig op DVS-4 zijn gezet. Het gaat hierbij om opslagtanks: Tanks Tanks Tanks Tanks Tanks Tanks Tanks
put put put put put put put
1: 4: 5: 11A: 11B: 14: 15:
504-505-506; 525-526-527-528-529-531; 532-534-535-536-537; 735-737-738-742-743; 749-750-751-753-754-755-756-757; 594-596-597-598-600-601-602-603-604-605 810-812-813-814-817-818.
Uit de verificatie in Delta V en PMSX blijkt dat alle genoemde tanks op DVS-4 zijn geselecteerd, met uitzondering van tank 597 die op undefined staat. Uit navraag blijkt dat de opslagtank in
Printdatum : 15-11-12
Blad 1 van 2
onderhoud en ingeblokt is. Uit werkorders OTR-2012-001503 & OTR-2012-001153 blijkt dat het systeem ingeblokt en gespoeld is. Dit blijkt ook uit de drukregistratie van 0,1 mbar. Metingen met de FJir-camera Van de metingen met de Flir-camera zal door bureau Lucht een separaat rapport opgesteld worden en zijn camerabeelden beschikbaar. Tanks. Met de metingen is gestart bij Tank-505. Hier vindt een manipulatie van pure benzeen plaats (volgens de manipulatielijst. Vanuit de lichter "Experience" naar tank 505. De metingen vanuit diverse hoeken hebben geen lekkages aangetoond vanuit tank 505. Verder zijn uit steekproeven met de camera in tankputten 1 t/m 6, 13, 14, 15 16 en 20A geen lekkages van vluchtige organische stoffen gebleken, afgezien van een kleine geconstateerde lekkage van de 1-3-2012. Deze lekkage zal in een separaat traject beoordeeld worden. Vacuümwagen. Nabij tankput 20B is een vacuümwagen aanwezig die veel geur verspreid. Het inspectieteam is ter plaatse gegaan om een onderzoek in te stellen. De uitlaat van de vacuümwagen is voorzien van een gasoliescrubber.
Laad- en losplaats. Acties Odfiell • Onderzoeken of gasolie een geschikt medium is voor het verwijderen van piperyleen. • Nagaan wat de zuiveringsfrequentie is van de gasolie in scrubber. Acties DCMR
Blad 2 van 2
m
Verslag
Aan
Kopie aan
DCMR
milieudienst
Datum 01-03-2012
Kenmerk 265600 21345185
Auteur
Rijnmond
Onderwerp Controle Hazop butaniseren met assistentie van Fluor
Locatie Naam Adres Plaatsbepaling
Activiteit (sub) Locatiesoort Status Verslag Verslagdatum Rapporteur Gesproken met Verslagsoort l.o.v. bureau Participant BGO/BGA Nacontrole van nav beschikking Onderdelen Regelgeving
265600 Odfjell Terminals Rotterdam B.V. Oude Maasweg 6 3197KJ BOTLEK ROTTERDAM l.k.v. Wbb is voor gehele bedrijfsterrein sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging RT059905217, waarvoor is ingestemd met een LBP, TC-0227-22. Einddatum bodemsanering is fictief, meerdere saneringen op 1 locatie. Kade 11/Mineraalweg 23 www.odfjell.nl Overige provinciale Wm-activiteiten (tank op/overslag) Wm inrichting Meldings- en vergunningplichtig
98390104 01-03-2012
Handnaving deelcontrole Toezicht en Handhaving Industrie Provincie Zuid-Holland
ALGEMEEN (x = gecontroleerd) X Besluit risico's zware ongevallen '99 WVO Algemeen Scheepsafvalstoffenbesluit Registratiebesluit rampen en zware ongevallen Regeling op-, overslag en distributie benzine milieubeheer Besluit exteme veiligheid inrichtingen Artikel 8.1 Wm (vergunningplicht voor oprichten, in werking hebben of veranderen van de inrichting) Artikel 39a Wbb (saneren conform SP, voorschriften (en aanwijzing)) Artikel 28 Wbb (melding/gegevens voornemen (sanerings)handelingen) Activiteitenbesluit type C
Bevindingen Typering van de overtreder: Reactief
Printdatum : 15-11-12
Blad 1 van 4
ONDER GEHEIMHOUDING veiligheid BRZO art.5 bijlage II, onder c en d Overtreding: Ernst: Nee
Correspondentie Verslag
Overig +/-X:
Briefdatum
+/-Y:
Opsteller
Termijn
Streefdatum
Op 1 maart 2012 heeft met ondersteuning van twee deskundigen van Fluor een review plaatsgevonden van de door Odfjell uitgevoerde HAZOP betreffende het butaniseringsproces. Voorafgaand aan deze Hazop heeft Odfjell de uitgangspunten voor deze veiligheidsstudie vastgelegd in de Terms of Reference (TOR). Beide documenten zijn per mail op 29 februari aan DCMR toegezonden. Voorafgaand aan de review verklaarde Odfjell, dat beide documenten nog niet definitief waren. • Het document TOR was niet ondertekend. • De acceptatieprocedure was nog niet gereed. • De Hazop was nog niet gereed en geaccordeerd. • De in de Hazop benoemde akties waren nog niet beoordeeld of, op welke wijze en wanneer deze zouden worden uitgevoerd. Hoewel de documentatie niet definitief was, is toch besloten de aanwezige documenten door te nemen. De onderiiggende documenten zoals P&ID's en procedures zijn door Odfjell desgevraagd beschikbaar gesteld onder embargo van vertrouwelijkheid. Na afloop van de review zijn de vooriopige resultaten aan Odfjell medegedeeld in een eindgesprek. Conclusies : Omdat Odfjell het butaniseringsproces vrijwillig heeft stilgelegd is er op dit moment geen sprake van een overtreding. Opmerkelijk is, dat dit de eerste maal is dat Odfjell een veiligheidsstudie op deze wijze heeft uitgevoerd. Aandachtspunt is : op welke wijze zijn de andere in het verleden uigevoerde veiligheidsstudies uitgevoerd en dienen deze alsnog opnieuw uitgevoerd te worden voor de meest risicovolle processen. Update 5 april Op 5 april is een zienswijzebrief uitgegegaan naar Odfjell m.b.t het uitvoeren van een veiligheidsstudie en het uitvoeren van de daaruit voortvloeiende maatregelen. De termijnen hiervoor zijn respectievelijk 5 mei en 5 juni.
Blad 2 van 4
Tot op heden (20 april 2012) is geen afrende veiligheidsstudie ontvangen door DCMR. Bijlage 1 De conclusies van de review zijn als volgt verwoord : Review van: Odfjell Terms of Reference HAZOP studie Butaan systeem revisie A 29 februari 2012 Odfjell HAZOP Worksheet S-1040 Butaansysteem B, Revision DRAFT Door:
Plaats: Odfjell Terminals Rotterdam Datum:01 maart 2012 Voorlopig commentaar op HAZOP worksheets en TOR: TOR uitgangspunten: 1:10 rondpomp debiet verhouding butaan / benzine: is hierbij rekening gehouden met butaan gehalte in benzine in de circulatie loop aan het eind van de blend (als butaan gehalte in benzine tegen het maximum aanloopt) Butaan en benzine componenten kunnen volledig worden geblend met een verhouding 1:10: documentatie nodig TOR studiedocumenten: Tekening index; 008743-0001-G ipv F Tekening index; 040095-0006-F ontbreekt in de tabel Blind platen van vents en drains zijn niet consequent aangegeven op P&lD's; er wordt aangenomen dat deze overal aanwezig zijn. P&ID legends ontbreken Procedure butaniseren; Berekening op basis van dampspanning butaan, dampspanning benzine en hoeveelheid toe te voegen butaan. Wordt de hoeveelheid benzine in de tank in de berekening meegenomen? Worden er blending factoren voor bepaalde eigenschappen butaan / benzine gebruikt? Verschil in menggedrag / uiteindelijke dampspanning van bijvoorbeeld isobutane of n-butane? Blending berekening documentatie / basis / procedures zijn ten tijde van HAZOP review onbekend, risico's zijn nog niet beoordeeld. Odfjell dient zelf een waardeoordeel over de berekening te vellen. HAZOP sheet; De HAZOP node omschrijving is erg summier. De node omschrijving kan een stuk uitgebreider en completer. Totaal maximum toe te voegen butaan vastleggen met totalizer en alarmering (teruggevonden in HAZOP recommendations). Wordt gegeven bij high level tank, maar vooral belangrijk bij high flow. Impact van HAZOP recommendations op mitigated risk is niet aangegeven Node 2, deviation 12, cause 1, consequence 1, recommendation 35: zorg dat er voldoende druk is op mixpunt butaan / benzine zodat butaan vloeibaar gemengd wordt: ovenweeg restriction orifice Node 2, deviation 11, cause 1, consequence 1, recommendation 29: nieuwe dispersieberekening voor benzinedampen voor product boven 0.96 bara met
Blad 3 van 4
-
nieuwe riscoranking: dit kan leiden tot riscoherziening van diverse HAZOP consequences Node 1, deviation 11, cause 1, consequence 1; hoger risico of venwijs naar node 2, deviation 11, cause 1, consequence 1, recommendation 29 Node 2, deviation 11, cause 2, recommendation 31: dome roof om te voorkomen dat water ipv benzine rondgepompt wordt. Controleer onderhoud van de seals en onderhoud en werking van het drain systeem. Is dit voldoende? Lekkage van butaan door afgesloten MOV's / wisselpunt kleppen / andere afsluiters naar andere tanks dan blending tank ontbreekt in HAZOP Node 2, deviation 3 misdirected flow: verkeerde oplijning wordt onrealistisch geacht. Is dit afgedekt d.m.v. procedures? Bijvoorbeeld afloop naar andere tank i.p.v. rondpompen.
Preventiebeleid voor zware ongevallen (PBZO): Bijlage 2 overzichtstabel voor voorzienbare gevaren naar aard en omvang; is deze tabel maatgevend voor inschatting van risico's of wordt per geval gekeken? Lekkage van brandbaar gas uit tank wordt niet omgeschreven. Overig; Wordt er nog gekeken naar de SIL uitvoering van trips? Documentatie van verschuiving van unmitageted naar mitigated risks ontbreekt ten tijde van HAZOP review Verwachte documentatie voor formele review: TOR Referenties uit TOR Final gesigneerd HAZOP rapport inclusief notulen, deelnemers, HAZOP P&ID's
Blad 4 van 4
m DCMR miiieudienst
Parallelweg 1
Rijnmond
Odfjell Terminals (Rotterdam) B.V, t.a.v. de directie Postbus 5010 3197 XC BOTLEK-RT
Postbus 843
3100 AV Schiedam T
010-246 80 00
F
010-246 82 83
E
[email protected]
W www.dcmr ni
Ons kenmerk
Uw kenmerk
Bijlagen
21 maart 2012
21352169 Contactpersoon
Datum
Doorkiesnr.
Afdeling
010-246 81 03
Haven en Industrie
Onderwerp
Onderwerp: Inspectierapport Geachte directie. Op 7 februari 2012 is door toezichthouders van Bevoegd gezag Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Inspectie SZW en Bevoegd gezag Wet veiligheidsregio's bij Odfjell Terminals Rotterdam bv te Botlek Rotterdam een niet aangekondigde inspectie uitgevoerd. De betrokken toezichthouders inspecteren tijdens deze gezamenlijke inspectie op basis van de toegekende bevoegdheden. Tijdens de inspectie is steekproefsgewijs gecontroleerd of datgene wat in de inrichting aangetroffen is, in overeenstemming is met de eisen die gesteld worden in de algemene regelgeving en de aan het bedrijf verieende vergunningen. De bevindingen, conclusies en overtredingen voortgekomen uit de inspectie, zijn opgenomen in deze rapportage. Ik dank u voor uw medewerking tijdens het uitvoeren van de inspectie. Hoogachtend, namens de directeur DCMR Milieudienst Rijnmond,
afdelingshoofd Industrie
INSPECTIERAPPORT
Odfjell Terminals Rotterdam bv
Botlek Rotterdam
Inspectiedag(en) 7 februari 2012
Datum definitief rapport: 19 maart 2012 DMS 21351451
Samenvatting op 7 februari 2012 is door toezichthouders van Bevoegd gezag Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Inspectie SZW en Bevoegd gezag Wet veiligheidsregio's bij Odfjell Terminals Rotterdam bv te Botlek Rotterdam een niet aangekondigde inspectie uitgevoerd. De betrokken toezichthouders inspecteren tijdens deze gezamenlijke inspectie op basis van de toegekende bevoegdheden. Tijdens de inspectie is steekproefsgewijs gecontroleerd of datgene wat in de inrichting aangetroffen is, in overeenstemming is met de eisen die gesteld worden in de algemene regelgeving en de aan het bedrijf verieende vergunningen. De bevindingen, conclusies en overtredingen voortgekomen uil de inspectie, zijn opgenomen in deze rapportage. Het terrein is met behulp van een boot van de Zeehavenpolitie via de waterkant betreden. Omstreeks 19:30 is het inspectieteam via nstallatie A (WHI-A) aan wal gegaan. Hierbij was het team voorzien van de gebruikelijke persoonlijke beschermingsmiddelen, aangevuld met 2 PID-meters om ingeval van een calamiteit direct in te kunnen grijpen. Op het terrein heeft het inspectieteam zich opgesplitst in 2 teams, waarvan 1 team zich direct naar de meldkamer heett begeven om zich te melden en daar een onderzoek in te stellen. Omstreeks 23.00 uur is de inspecfie beëindigd. De inspectie heett zich gericht op: 1. de operationele beheersing van de manipulaties op de steigers waarbij Dampverwerkingssysteem 4 (DVS 4) wordt gebruikt om de dampen af te voeren, met inspectiepunten: - controle van de werkopdracht van de steigeroperator. - de juiste oplijning van de manipulatie op de steiger - controle van de manipulatiesnelheden - controle op het verwerken van toegestane stoffen op DVS-4 2. het beheersen van emissies van vluchtige organische stoffen, waarbij de focus op de lopende manipulaties, met inspectiepunten: - het beheersen van emissies uit opslagtanks; - het beheersen van emissies op de steigers; 3. controle op operationele aansluiting van DVS 4 op de opslagtanks, met inspectiepunten; - controle van de logistieke lijsten uit TMS; - controle op aansluiting in het besturingssysteem 4. opslag in tankput 9A, met inspectiepunt; - verificatie of conform schrijven, kenmerk 21025098/265600, d.d. 11 juni 2010 geen dampverwerkingsplichtige stoffen in TP9A meer worden opgeslagen, 5. paraatheid bluswatervoorzieningen, met inspectiepunt: - zijn deze paraat in de vorstperiode? De conclusies van deze inspectie zijn: - de geïnspecteerde verladingen werden operationeel conform de procedures en werkopdracht uitgevoerd; - de veriadingsnelheden waren niet hoger dan procedureel toegestaan; - op DVS-4 werden alleen dampen verwerkt van stoffen die op de lijst OTS-DVS4-002 "Overzicht producten wel of niet op DVS-4" staan; - er zijn geen lekkages van vluchtige organische stoffen op het terrein van Odfjell geconstateerd; - de opslagtanks zijn volgens de planningslijst in het besturingssysteem aangesloten op DVS-4; - in tankput 9A worden geen dampverwerkingsplichte stoffen opgeslagen; - t,a,v. de blusvoorzieningen zijn geen afwijkingen geconstateerd; De inspectie heeft wel geleid tot 2 acties die Odfjell dient uit te voeren, Odfjell Terminals Rotterdam bv 2012
2 van 13
Inhoudsopgave 1.
Algemene gegevens 1.1. Algemene gegevens van de inrichting 1.2. Algemene gegevens van de inspectie 2. Omvang en uitvoering van de inspectie 3. Resultaten 3.1, Conclusies 3.2, Overtredingen 3.3, Beoordeling 3.4, Bevindingen Bijlage 1: Afkortingen Bijlage 2: Reviewdocumenten
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2012
4 4 4 5 6 6 6 6 7 11 12
3 van 13
1.
Algemene gegevens
1.1.
Algemene gegevens van de inrichting
Naam inrichting Bezoekadres Verplichting
Odfjell Terminals Rotterdam bv Oude Maasweg 6 3197KJ Botlek Rotterdam VR-plichtig
Naam drijver Postadres
Odfjell Terminals (Rotterdam) B.V. Postbus 5010 3197XC BOTLEK ROTTERDAM
Medezeggenschapsorgaan
Ja
1.2.
Algemene gegevens van de inspectie
Inspectieteam Naam:
Namens instantie: Bevoegd gezag Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Inspectie SZW Inspectie SZW Bevoegd gezag Wet veiligheidsregio's
Inspectiegegevens Dossiernummer Soort inspectie Inspectiedag(en)
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2012
ID02130 BRZO 7 februari 2012
4 van 13
2.
Omvang en uitvoering van de inspectie
Op 7 februari 2012 is door toezichthouders van Bevoegd gezag Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Inspectie SZW en Bevoegd gezag Wet veiligheidsregio's bij Odfjell Terminals Rotterdam bv te Botlek Rotterdam een niet aangekondigde inspectie uitgevoerd. In onderstaande tabel zijn de geïnspecteerde thema's en inspectie onderwerpen opgenomen. Thema VBS element d
Inspectie onderwerp(en) •
Veilige uitvoering van de werkzaamheden
Dampvenwerkingssysteem 4
•
Lucht - Diffuse (VOS) emissies
Overige onderwerpen
• •
Onderhouds(management)systeem Maatregelen
De volgende functionarissen zijn geïnterviewd: Functie • Steiger operators • Schipper • Paneloperator • Wachtchef Tijdens de inspectie zijn diverse documenten ingezien. Deze zijn opgenomen in bijlage 2.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2012
5 van 13
3.
Resultaten
3.1.
Conclusies
De conclusies die in dit hoofdstuk worden vermeld betreffen die inspectie onderwerpen, welke zijn aangegeven in hoofdstuk 2, waar naar mening van het inspectieteam een conclusie gerechtvaardigd
is.
Per conclusie is aangegeven op welke bevindingen (genoemd in paragraaf 3.4) deze mede gebaseerd is. De conclusies zijn door de gezamenlijke overheden getrokken, tenzij anders vermeld. Inspectieonderwerp Veilige uitvoering van de werkzaamheden
Lucht - Diffuse (VOS) emissies
Onderhouds(management)systee m
3.2.
Omschrijving - De geïnspecteerde verladingen werden operationeel conform de procedures en werkopdracht uitgevoerd. - De veriadingsnelheden waren niet hoger dan procedureel toegestaan, - Op DVS-4 werden alleen dampen verwerkt van stoffen die op de lijst OTS-DVS4-002 "Overzicht producten wel of niet op DVS-4" staan. Naar aanleiding van de controles van de aansluiting op DVS-4, de metingen met de Fllr-mara, en van de opslag opslag in Tankput 9A zijn geen overtredingen van de omgevingsvergunning geconstateerd. Tijdens deze korte inspectie is alleen visueel gecontroleerd op de paraatheid van de bluswatervoorzieningen en op een aantal monitoren. Hierbij zijn geen tekortkomingen geconstateerd.
Nr.(s) B-02 en B-03
B-01, B-06, B-07 en B-08
B-09
Overtredingen
Op grond van de resultaten van de inspectie zijn geen overtredingen geconstateerd.
3.3.
Beoordeling
Voor inspecties zoals bedoeld in artikel 24 van het Brzo 1999 wordt daar waar mogelijk een beoordeling gegeven. Deze beoordeling is gebaseerd op de bevindingen van deze inspectie. De beoordeling vindt plaats op een beoordelingsgrondslag' met behulp van een 4-punts waarderingschaal (goed, redelijk, matig of slecht). Inspectieonderwerp Veilige uitvoering van de werkzaamheden
Beoordelingsgrondslag Gedocumenteerd Geschikt Geïmplementeerd
Beoordeling niet beoordeeld niet beoordeeld goed
Gedocumenteerd: Er is spral<e van een deugdelijke en volledige beschrijving Gescfiikt: Technische onderdelen voldoen aan de stand van de techniek, voor zover die redelijkerwijze te verlangen is, en zijn passend voor de aangetroffen situatie. Organisatorische en procedurele onderdelen voldoen aan de stand van de wetenschap en zijn eveneens passend. Geïmplementeerd: Er wordt gewerkt zoals beschreven is en er is sprake van een goed functionerende managementloop. Odfjell Terminals Rotterdam bv 2012
6 van 13
3.4.
Bevindingen
Op grond van algemene regelgeving en verleende vergunningen dient Odfjell Terminals Rotterdam bv daar waar nodig actie te ondernemen op de geconstateerde bevindingen. Nr.
Omschrijving
Onderwérp B-02
Veilige uitvoering van de werkzaamheden Operationele beheersing van de uitvoering m.b.t, DVS-4 op de steigers en walhijs installaties: - Op steiger 6, 7 en WHI-C waren geen laad / los activiteiten - Op Steiger 9 buiten lag het zeeschip Stolt Capability. Dit schip loste Styreen monomeer naar tank 816, Deze stof mag niet op DVS-4, Op de werkopdracht was DVS-4 niet geselecteerd. Ter plekke is niet geïnspecteerd omdat er op de betreffende steiger operationele werkzaamheden werden uitgevoerd met betrekking tot het aan- en afkoppelen van slangen. Voor deze werkzaamheden is adembescherming vereist. De steigeroperators droegen deze PBM's. De werkzaamheden zijn vanaf de wal op afstand geïnspecteerd. - Op steiger 10 werd het zeeschip Markos I geladen met MTBE vanuit tank T936. De dampven/verking was op juiste wijze aangesloten. De selectieschakelaar op steiger was correct geselecteerd op DVS-4, De veriadingsnelheid was 500m3/h, - Op steiger 10 binnen lag het binnenvaartschip My Way, Dit schip lag gereed om nafta en MTBE naar een landtank te gaan lossen. Hierbij is op de steiger geen dampvenwerking nodig. De lossing was nog niet gestart. - Op WHl-G lag het schip Hollands Diep C6 stoffen te lossen. Hierbij is op de steiger geen dampverwerking nodig. Het schip was geaard met de wal installatie. Er was bij deze lossing geen operator van Odfjell aanwezig. De schipper had de beschikking over een portofoon om contact op te kunnen nemen met de controlekamer. Ook was op het schip een noodstop met de walinstallatie aanwezig. - Op Kade 11 lag het zeeschip Fantasia. Dit schip werd geladen. Dampverwerking was aangesloten en DVS-4 was geselecteerd op de kade. Operationele beheersing van de uitvoering m.b.t. DVS-4 in de controlekamer: - Aan de hand van de print-outs van de actuele schermen van het DOS besturingssysteem is vastgesteld dat de veriadingsnelheden van de schepen die op dampverwerking waren aangesloten niet boven de procedureel vastgelegde maxima waren. - Aan de hand van de print-outs van de actuele schermen van het DCS besturingssysteem en het tankstatus rapport is vastgesteld dat alleen tanks met voor DVS-4 toegestane op DVS-4 waren aangesloten.
B-03
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
7 van 13
Nr.
Omschrijving
Ondenverp B-01
Lucht - Diffuse (VOS) emissies Aan de hand van informatie vanuit het besturingssysteem is onderzocht of de tanks die volgens de afdeling Planning op DVS-4 aangesloten moeten zijn, dit ook daadwerkelijk waren. Hiertoe is op verzoek een overzicht afkomstig van de afdeling Planning uitgedraaid met alle opslagtanks, die op grond van de opgeslagen stoffen en dampspanning op DVS-4 aangesloten moeten zijn. Het gaat hier om de volgende tankputen en tanks: - Tanks put 1: 504 (benz), 505 (benz) en 506 (benz). - Tanks put 4: 525 (empt MTBE) , 526 (MTBE), 527 (ETBE), 528 (ETBE), 529 (empt med. oil) en 531 (empt lichte olie > 50 % arom. B > 10 % < 50 %). - Tanks put 5: 532 (empt lichte olie > 50 % arom. B > 10 % < 50 %), 534 (lichte olie > 50 % arom. B > 10 % < 50 %), 535 (empt ETBE), 536 (empt heavy Pygas) en 537 (water/ oil mixture). - Tanks put 11A; 735 (lichte olie > 50 % arom. B > 10 % < 50 % ) , 737 (Mogas blend comp RON < 95), 742 (lichte olie > 50 % arom. B > 10 % < 50 %), 743 (lichte olie > 50 % arom. B > 10 % < 50 %). -Tanks put 11B: 749 (loogwater met kwik), 750 (water/oil mix), 753 (med, oil mix), 754 (empty from c9 res oil), 755 (lichte olie > 50 % arom, B > 10 % < 50 %). - Tanks put 14: 594 (crude benz), 596 (gascon), 597 (empt from gascon), 598 (naphta benz>10%<50%), 600 (gascon benz<10 %), 601 (gascon benz<10 %), 602 (naphta benz>10%<50%), 603 (piperyl), 604 (gascon benz>10%<50%), 605 (gascon benz<10 %). - Tanks put 15: 810 (crd benz), 812 (empt crd benz), 813 (piperyl), 814 (med oil mix), 817 (methanol), 818 (piperyl). Uit de besturingssystemen Delta V(TP4, 5, 11B, 14 en 15) en PMSX (TP 1 en 11A) blijkt dat de tanks zijn aangesloten op DVS-4, met uitzondering van tank 531 (stond op atmosferisch). Dit is door de paneloperator tijdens de inspectie alsnog gedaan. Volgens de paneloperator was er sprake van een storing, waardoor de kiepstand vanzelf naar de stand atmosferisch is gegaan.
B-06
Actie Odfiell Odfjell dient aan te tonen aan de hand van een uitdraai uit het besturingssysteem dat er sprake is geweest van een storing, Metingen met Flir-camera. Met de flircamera Is met name Ingezoomd op de lopende manipulaties en daarnaast zijn op de terminal wat steekproeven gedaan. Onderzochte onderdelen: - vanaf de waterkant: de steigers en de zeeschepen. - vanaf de landzijde: de belading van het zeeschip 'Fantasia' met mogas en de belading van het zeeschip 'Markos' met MTBE. - de belading van landtank 816 met styreen vanuit het zeeschip 'Stolt Capability'. - diverse steekproeven van opslagtanks, waaronder de tanks met piperylene en pure benzeen. Er zijn geen lekkages van vluchtige organische stoffen geconstateerd met de Flircamera,
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2012
8 van 13
Nr.
Omschrijving
B-07
Veriading styrene monomeer. Tijdens de inspectie wordt opslagtank 816 gevuld met styrene monomer. Deze tank bevat geen dampverwerking. De geur van styreen was waarneembaar op het terrein. Berekening geurindex: De geurdrempel in ppm's: 0,14 mg/Nm3 = 0,030 ppm De dampspanning in ppm's: 700 pa = 0,007 bar = 7000 ppm Geurindex = 7000/0.03 = 233333. Op grond van vergunningsvoorschrift 4.15 dient bij opslagtanks die gebouwd zijn na het van kracht worden van de vergunning een dampverwerking te worden toegepast als de geurindex hoger is dan 50.000. Opslagtank 816 is echter gebouwd (1971) voor het van kracht worden van de vergunning (2004), waardoor dampvenwerking niet verplicht is. Ook in de vergunningsaanvraag wordt niet gesproken over dampverwerking van styreen op opslagtanks. Op basis van voorgaande is dampverwerking voor styreen niet verplicht op tank 816. Vanaf 31 december 2011 is het conform de brief van de DCMR, 21025098/265600, d.d. 11 juni 2010 en het bijbehordende PVA van Odfjell niet meer toegestaan om stoffen die dampvenwerkingsplichtig zijn in tankput 9A op te slaan zonder dampverwerking. Gecontroleerd is of dit ook niet meer gebeurt.
B-08
Volgens opslaglijst en geverifieerde MSDS-en en analyserapporten. - Tank 546: empty from mo-gas blend (leeg) - Tank 547: 09 resin oil (lage dampspanning) - Tank 548: heavy arom. oil black HF < 55 (lage dampspanning) - Tank 549: halfzw. olie blank K-3 (lage dampspanning) - Tank 550: solvenol (lage dampspanning) - Tank 551: empty from med. oil clean FL>55 (leeg) - Tank 552: med. oil clean FL>55 (lage dampspanning) - Tank 553: empty from gasoil (leeg) - Tank 556: empty from mo-gas blend (leeg) Conclusie: In tankput 9A worden geen dampverwerkingsplichtige stoffen opgeslagen.
Onderwerp B-04 B-09
Actie Odfjell Een aantal keer is geconstateerd (ook tijdens eerdere inspecties) dat Odfjell bij stoffen waarvan de samenstelling kan varieren gebruik maakt van MSDS-en om de eigenschappen in kaart te brengen. Voorbeeld: op het veillgheidsblad van lichte stoomgekraakte nafta (Tank 548) wordt aangegeven dat er een standaard samenstelling wordt gegeven, maar dat de samenstelling variabel is. Odfjell dient bij dergelijke stoffen een analysecertificaat te in het bezit te hebben waarmee de daadwerkelijke samenstelling en fysische eigenschappen met zekerheid geindentlficeerd kunnen worden. Onderhouds(management} systeem Nooddouche 17 tussen tankput 15 en 16, inclusief de oogdouche, was bevroren en defect. Dit defect was gemeld en bekend bij operations. Tijdens deze inspectie heeft de inspecteur van de VRR specifiek gelet op de paraatheid van de brandbestrijdingsmiddelen. In verband met de vorst heett er alleen een visuele controle plaatsgevonden. Hierbij zijn geen bijzonderheden aangetroffen. Alle middelen waren goed bereikbaar en gangbaar. Bij wijze van steekproef Is van een aantal hydranten de centrale aansluiting (4") opengedraaid om zodoende te controleren of het hydrant ook daadwerkelijk leeg was. Bij alle gecontroleerde hydranten is geconstateerd dat deze geen water bevatten. Actie bedrijf: geen,
Odfjell Tenminals Rotterdam bv 2012
9 van 13
Nr.
Omschrijving
Onderwerp B-05
Maatregelen Tijdens de technische inspectie bleek dat bij de drukontlastingen van de tankheaders van tankputten 04, 05, 14 en 15 een afzetting was geplaatst met waarschuwingen dat er risico van blootstelling aan Benzeen is. Op 8 februari 12 is naar aanleiding van deze bevinding contact geweest met i 3n is gevraagd naar blootstellingmetingen om het risico en eventuele maatregelen te ueüordelen. Deze afzetting was geplaatst naar aanleiding van vragen tijdens de nacontrole van de Inspectie SZW op 1 februari 2012 over de drukontlasting van de dampheaders van de tankputten. Odfjell heeft hierover op 8 en 9 februari 2012 per e-mail aanvullende informatie gestuurd aan de Inspectie SZW, De Inspectie SZW heeft naar aanleiding van deze aanvullende informatie besloten handhaving in te zetten. Deze handhaving is gekoppeld aan de inspectiezaak behorende bij nacontrole van 1 februari 2012, (Inspectie SZW zaaknummer 481100526)
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2012
10 van 13
Bijlagen Bijlage 1: Afkortingen Al B Bg Brw Brzo 1999 LAT Rb LOC LOD MOC MfRA NIM O Pbzo QRA Rrzo 1999 VBS VR Wabo Wm Wvo Wvr
Arbeidsinspectie Bevinding Bevoegd gezag Brandweer Besluit risico's zware ongevallen 1999 Landelijke Aanpak Toezicht Risicobeheersing bedrijven Loss of Containment Line of Defence Management of change Milieu risico analyse Nieuwe inspectiemethodiek Overtreding Preventiebeleid zware ongevallen Kwantitatieve risico analyse Regeling risico's zware ongevallen 1999 Veiligheidsbeheerssysteem Veiligheidsrapport Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wet milieubeheer Wet verontreiniging oppervlaktewateren Wet veiligheidsregio's
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2012
11 van 13
Bijlage 2: Reviewdocumenten Tijdens de inspectie zijn de volgende documenten ingezien: Nr 1
Titel Werkopdracht "Marine Barge receive" - steiger 10 buiten schip Markos 1
2
Werkopdracht "Marine Barge receive" - steiger 10 binnen schip My Way
3
Werkopdracht "Marine Barge receive" - steiger 9 buiten Stolt Capability
4
Werkopdracht "Marine Barge receive" - steiger 9 binnen Gulf Harmony
5
Werkopdracht "Tank Cleaning" TK819
6
Werkopdracht "Tank Cleaning" TK820
7
Werkopdracht "Tank Cleaning" TK812
8
Werkopdracht "Tank Cleaning" TK 823
9
Werkopdracht "Tank Cleaning" TK 825
10
Tank Status rapport 7-feb-2012
11
Wachtverslag: tanks aangesloten op DVS-4
12
Lijst met aandachtspunten / problemen
13
DCS; Tanks geselecteerd op DVS-4
14
DOS: Beladingsnelheden dampsystemen steigers
15
Procedure: PRO—0794 Dampsystemen aangesloten op DVS-4
16
Procedure: OTS-DVS4-002 Overzicht producten wel of niet op DVS-4
17
Procedure: PBM code voor producten
18
Lijst met prioriteiten en actualiteiten
19
Schermafdruk PMSX/ Delta V m,b,t. DVS-4
20
MSDS (pagina 10) Styrene monomeer
21
MSDS lichte stoomgekraakte nafta
22
MSDS 09 Resin oil
23
MSDS Mogas
24
Digitaal wachtverslag
25
Overzicht lopende manipulaties
26
Laboratory Internal Report (111208006)
27
Laboratory Internal Report (120124004)
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
12 van 13
Nr
Titel
Odfell Temiinals Rotterdam bv 2012
13 van 13
m
Verslag
Kopie aan
Aan
DCMR
milieudienst
Datum 11-04-2012
Kenmerk 265600 21366690
Auteur
Rijnmond
Onderwerp Nacontrole dwangsom VOS/ benzeen met Gasfind-camera (Flir) d.d. 11-4-2012.
Locatie Naam Adres Plaatsbepaling
Locatiesoort Status
265600 Odfjell Terminals (Rotterdam) B.V. Oude Maasweg 6 3197KJ BOTLEK ROTTERDAM l.k.v. Wbb is voor gehele bedrijfsterrein sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging RT059905217, waarvoor is ingestemd met een LBP, TC-0227-22. Einddatum bodemsanering is fictief, meerdere saneringen op 1 locatie. Kade 11/Mineraalweg 23 www.odfjell.nl Overige provinciale Wm-activiteiten (tank op/overslag) Wm inrichting Meldings- en vergunningplichtig
Verslag
98393500
Verslagdatum Rapporteur Gesproken met Verslagsoort l.o.v. bureau Participant BGO/BGA Nacontrole van nav beschikking Onderdelen Regelgeving
11-04-2012
Activiteit (sub)
Handhaving nacontrole Toezicht en Handhaving Industrie Provincie Zuid-Holland
(x = gecontroleerd) WVO Algemeen Scheepsafvalstoffenbesluit Registratiebesluit rampen en zware ongevallen Regeling op-, overslag en distributie benzine milieubeheer Besluit risico's zware ongevallen '99 Besluit externe veiligheid inrichtingen Artikel 8.1 Wm (vergunningplicht voor oprichten, in werking hebben of veranderen van de inrichting) Artikel 39a Wbb (saneren conform SP, voorschriften (en aanwijzing)) Artikel 28 Wbb (melding/gegevens voornemen (sanerings)handelingen) Activiteitenbesluit type C
Bevindingen Typering van de overtreder; N.v.t.
Printdatum: 15-11-12
Blad 1 van 6
Lucht Emissie-eis organische stoffen Nacontrole dwangsom VOS/ benzeen met Gasfind-camera (Flir) d.d. 11-4-2012; er zijn wederom lekkages geconstateerd. Actie: inning dwangsom. Zie ook verslag. Overtreding; Ernst; +/-X; +/-Y: Nee
Correspondentie Verslag
Briefdatum
Opsteller
Termijn
Streefdatum
Verslag nacontrole dwangsom VOS-emissies Datum; 11-4-2012 Aanwezig DCMR Aanwezig Odfjell: Doel; nacontrole dwangsom; 21310841 / 265600 Bevindingen Voor rapportage bureau Lucht, zie DMSnr. 21370128, Zie bijgevoegde e-mails voor technische gegevens Odfjell, Bevindingen DCMR: Stof
Bron
526
Inhoud [kg] 3102511
MTBE
Schuimpot oost
DVS/ IFR Ja
533
991837
Schuimpot west
Ja
536
1323641
MED.OIL MIXTURE CLEAR FL<55 MED.OIL MIXTURE BLACK FL<55 (WASTE)
Schuimpotten zuid en oost
Ja
541
0
Med. oil mixture
Reparatie zuidzijde
IFR
Tank
Conc
Benzeen
Reparatie
60 ppm (1m van flens) 800 ppm 1,15 ppm benzeen
Nvt
Aangevraagd
0,65 %
Aangevraagd
1,30 %
Aangevraagd
-
Aangevraagd
Zuidzijde; 220 ppm; 2,5 ppm benzeen Oostzijde; 460 ppm; 36 ppm benzeen Niet gemeten.
Blad 2 van 6
542
2269165
543
0
black FL<55 AVGAS 100LL leaded ETBE
804
1071563
Methanol
805
0
ETBE
Schuimpot oost of puffen vacuüm drukventielen? Mangat oostzijde
IFR
Niet gemeten
IFR
-
-
Vacuüm drukventielen Vacuüm drukventielen
IFR
Niet gemeten Nvt
Nvt
Nvt.
Nee
Nvt
Nvt
Nvt
Blad 3 van 6
Ontvangen excelsheet van OTR (zie Ta Produc P Tank Uo UN nk t it inven M NR tory
ook gerelateerde e-mail), kolom "mbar" is er zelf aan toegevoegd. Proper CAS lekkage benz RVP mb reparatie numb shipping een 20 ar er name text gehal bar te 239 1634UN 2398 schuimp nvt 0,27 27 aangevra 8 04-4 METHYL tert- ot 0 agd BUTYL oost 12-4 ETHER, 3, II, (DIE)
METHY LTERTBUTYL ETHER (VAC) MED.O IL MIXTU RE CLEAR FL<55
0 4
3.102. K 511 G
0 5
991.8 K 37 G
126 8
05 36
MED.O IL MIXTU RE BLACK FL<55 (WAST E)
0 5
1.323. K 641 G
199 3
05 41
Empty 0 from 6 MED.O IL MIXTU RE BLACK FL<55 (WAST E)
0 K G
199 3
05 42
AVGAS 0 100LL 6 LEADE D
2.269. K 165 G
120 3
05 26
05 33
800661-9
UN 1268 PETROLEUM DISTILLATE S, N.O.S. or PETROLEUM PRODUCTS, N.O.S.(vapou r pressure at 50 "C not more than llOkPa), 3, II, (D/ UN 1993 WASTE FLAMMABLE LIQUID, N.O.S. (vapour pressure at 50 °C not more than 110kPa) (mixture hydrocarbons ), 3, II, (D/E) UN 1993 WASTE FLAMMABLE LIQUID, N.O.S. (vapour pressure at 50 °C not more than 110 kPa) (mixture hydrocarbons ), 3, II, (D/E) 86290- UN 1203 81-5 MOTOR SPIRIT or GASOLINE or PETROL, 3, 11, (D/E), ENVIRONME NTALLY HAZARDOU S
schuimp ot west
0,65 %
0,11
11 0
aangevra agd 12-4
schuimp ot zuid en oost
1,30 %
0,18
18 0
aangevra agd 12-4
reparatie zuidzijde
nvt
0,18
18 0
al eerder aangevra agd
nvt
0,2
20 0
aangevra agd 13-4
schuimp ot oost? puffen vacuumdrukventi elen
Blad 4 van 6
05 43
08 04
08 05
0 6
0 K G
117 9
63792-3
UN 1179 ETHYL BUTYL ETHER, 3, II, (D/E)
1 3
1.071. K 563 G
123 0
67-561
UN 1230 METHANOL, 3 (6.1), II, (D/E)
1 Empty from 3 ETHYL TERT BUTYL ETHER
0 K G
117 9
63792-3
UN 1179 ETHYL BUTYL ETHER, 3, II, (D/E)
Empty from ETHYL TERT BUTYL ETHER METHA NOL
puffen vacuum drukventi elen plus mangat oostzijde puffen vacuumd rukventie len
nvt
0,13
13 0
aangevra agd 13-4
nvt
0,13
13 0
puffen vacuum drukventi elen
nvt
0,13
13 0
nee. innerfloat deze kunnen ademen nee. innerfloat deze kunnen ademen
NB: uit nadere informatie blijkt dat tank 533 leeg was van Med. Oil, maar ongereinigd. Toetsingskader Reparatiegrens; Odfjell heeft in haar (nu nog concept, zie DMS 21355811) meetprotocol een reparatiegrens gesteld van 500 ppm. Dit betekent dat een geconstateerde bron significant en reparatiewaardig is. Vergunningsvoorschrift 4.4:Janks met een vast dak, die gebouwd worden na het van kracht worden van deze vergunning, moeten zijn aangesloten op een DVl conform de voorkeursvolgorde, indien in de tank vluchtige organische stoffen worden opgeslagen. In plaats van een DVl conform de voorkeursvolgorde mag ook een inwendig drijvend dak met een voldoende effectieve seal, dat goed afsluit, worden toegepast. Dit voorschrift is van toepassing op de tanks van een tankput die gebouwd is na het van kracht worden van deze vergunning. Dit voorschrift is ook van toepassing op de tanks van bestaande tankputten, zodra in een tankput het aantal tanks dat vervangen of nieuw gebouwd is meer is dan 50 % van het huidige aantal tanks in die tankput. Vergunningsvoorschrift 4.5; bij opslag in en belading van tanks met een volume van 501 tot 1.000 m3 dient voor stoffen met een dampspanning groter dan 200 mbar (bij 20 °C) een DVl conform de voorkeursvolgorde toegepast te worden. Bij opslag in en belading van tanks met een volume van 1.001 tot 2.500 m3 dient voor stoffen met een dampspanning groter dan 100 mbar (bij 20 °C) een DVl conform de voorkeursvolgorde toegepast te worden. Bij opslag in en belading van tanks met een volume groter dan 2.501 m3 dient voor stoffen met een dampspanning groter dan 10 mbar (bij 20 °C) een DVl conform de voorkeursvolgorde toegepast te worden. In plaats van een DVl conform de voorkeursvolgorde mag ook een inwendig drijvend dak met een voldoende effectieve seal, dat goed afsluit, worden toegepast. Uiteriijk 1 januari 2010 dient in zijn geheel aan de eisen van dit voorschrift te worden voldaan.
Blad 5 van 6
Toetsing aan criteria Het toetsen van de bevindingen aan de navolgende voorschriften 4.4 en 4.5 en de reparatiegrens van 500 ppm leidt tot het volgende resultaat. Tank 533; Op tank 533 is een concentratie van 800 ppm VOS-totaal op de schuimpot gemeten. De capaciteit van de tank is 6378 m3 en het bouwjaar van de tank is 1960. De tank was de dag ervoor gevuld met MED.OIL MIXTURE CLEAR FL<55, waarvan de dampspanning 110 mbar is. De tank was leeg op de dag van de meting, maar ongereinigd en zou gevuld gaan worden met Pygas. Er was dus nog restproduct In de tank aanwezig, waardoor dampvorming ontstaat. Uit nagezonden informatie (meetrapport) blijkt dat op 17 februari metingen op diverse punten zijn uitgevoerd en dat daarbij geen lekkages zijn vastgesteld. Schuimpotten zijn al een tijd een bron van lekkage, waardoor Odfjell deze bronnen duurzaam had kunnen vervangen. O.g.v. stofeigenschappen en condities blijkt dat deze tank onder voorschrift 4.5 valt en derhalve dampverwerkingsplichtig is. Uit een uitdraai uit TMS/ DCS blijkt dat de dampvenwerking is aangesloten. Odfjell heeft volgens zeggen het lek gerepareerd en stuurt nog een rapportage op.
Conclusie Er is niet voldaan aan de genoemde last. Vervolgactie Inning dwangsom. Verzoek opstellen inningsbrief aan juriste.
Blad 6 van 6