DC E1000 Digitale Camera Gebruiksaanwijzing
Welkom
Copyright Copyright © 2007 BenQ Corporation. Alle rechten voorbehouden. Geen enkel deel van deze uitgave mag worden gereproduceerd, verzonden, overgezet, opgeslagen in een archiveringssysteem of vertaald in enige taal of computertaal, in geen enkele vorm of op geen enkele wijze, elektronisch, mechanisch, magnetisch, optisch, chemisch, handmatig of anderszins, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van BenQ Corporation. Bepalingen BenQ Corporation aanvaardt geen verantwoordelijkheden of garanties, hetzij uitdrukkelijk of impliciet, met betrekking tot de inhoud van dit document en verwerpt specifiek elke garantie op de verkoopbaarheid of geschiktheid voor een bepaald doel. BenQ Corporation behoudt zich bovendien het recht voor de publicatie te herzien en af en toe wijzigingen aan de inhoud van dit document aan te brengen, zonder enige verplichting van deze onderneming om enige persoon op de hoogte te brengen van dergelijke revisie of wijzigingen. Zorg dragen voor uw camera • De bedrijfstemperatuur van de camera ligt tussen 0° en 40° Celsius. De gebruiksduur zal korter worden wanneer u de camera bij een lage temperatuur gebruikt.. • De camera niet gebruiken noch opslaan in de onderstaande omgevingen: – Direct zonlicht – Hoge vochtigheid of stof – In de buurt van een luchtkoeler, verwarming of andere warmtebronnen – In een gesloten auto in direct zonlicht – Onstabiele locaties • Indien uw camera vochtig wordt, neem deze dan zo snel mogelijk af met een droge doek. • Zout of zeewater kan ernstige schade toebrengen aan de camera. • Gebruik geen organische oplosmiddelen zoals alcohol enz. om de camera te reinigen. • Indien de lens of zoeker vuil zijn, gebruik dan een lensborstel of een zachte doek om de lens te reinigen. Raak de lens niet aan met uw vingers. • Om elektrische schokken te voorkomen, mag u de camera niet uit elkaar nemen of zelf repareren. • Water op of in de camera kan leiden tot brand of elektrische schokken. Bewaar uw camera dus steeds op een droge plaats. • Gebruik de camera niet buitenshuis wanneer het regent of sneeuwt. • Gebruik de camera niet in of in de nabijheid van water. • Als een vreemd object of water in uw camera terechtkomt, schakel dan onmiddellijk de voeding uit, neem de batterijen uit het toestel en koppel de voedingsadapter los. Verwijder het vuil of water en stuur de camera ter reparatie op naar het onderhoudscentrum. • Draag de gegevens zo snel mogelijk over naar de computer om verlies van uw foto’s en/of videofragmenten te vermijden. Verwijdering van afval van elektrische en elektronische apparaten door gebruikers in privéhuishoudens in de Europese Unie. Dit symbool op het product of op de verpakking geeft aan dat het niet als huishoudelijk afval mag worden verwijderd. U dient uw versleten apparatuur af te geven volgens het toepasselijke terugnameschema voor de recyclage van elektrische en elektronische apparaten. Voor meer informatie over de recyclage van dit apparaat, kunt u contact opnemen met uw lokaal stadsbestuur, de winkel waar u het apparaat hebt gekocht of het vuilnisverwerkingsbedrijf. Dankzij de recyclage van materialen worden de natuurlijke bronnen bewaard en wordt het apparaat gerecycleerd op een manier die de menselijke gezondheid en het milieu beschermd. Regelgevende CE-verklaring Hierbij verklaart BenQ Corp. onder onze verantwoordelijkheid dat het product in overeenstemming is met de vereisten die zijn uiteengezet in de Richtlijn van de Raad op de benadering van de lidstaten met betrekking tot de richtlijnen voor elektromagnetische compatibiliteit (89/336/EEG, 92/31/EEG) en de Lage voltage-richtlijn (73/23/EEG). Er werd een "Conformiteitsverklaring" opgesteld in overeenstemming met de bovenstaande richtlijnen. U kunt een exemplaar hiervan aanvragen bij BenQ Corp.
Inhoudstabel 1. Rondleiding door uw camera .............................................. 1 1.1 Inhoud verpakking ........................................................... 1 1.2 Camera-onderdelen.......................................................... 1 1.2.1 Vooraanzicht ...................................................... 1 1.2.2 Achteraanzicht.................................................... 2 1.2.3 LED-indicators ................................................... 2
2. De camera voorbereiden voor gebruik ................................ 3 2.1 De batterij plaatsen .......................................................... 3 2.2 De batterij laden .............................................................. 4 2.3 Een SD-geheugenkaart plaatsen en verwijderen ..................... 4 3.1 Navigator ...................................................................... 6 3.2 LCD-beeldscherminformatie (Opnamestand) ........................ 6 3.3 Aan de slag .................................................................... 7 3.3.1 De voeding in-/uitschakelen .................................. 7 3.3.2 De schermtaal kiezen ........................................... 7 3.3.3 De datum en tijd instellen...................................... 7 3.3.4 Fotostand .......................................................... 7 3.3.4.1 Aan de slag met foto’s ................................... 7 3.3.5 De flitser gebruiken ............................................. 8 3.3.6 De zelfontspanner en de burst-functie gebruiken ........ 8 3.3.7 De zoomfunctie gebruiken .................................... 9 3.3.8 Scherpstelstand ................................................... 9 3.4 Menuopties .................................................................. 10 3.4.1 De stand wijzigen .............................................. 10 3.4.1.1 Schakelen tussen de Opname- en Weergavestand ........................................... 10 3.4.1.2 De scènestand selecteren .............................. 10 3.4.2 De menu's gebruiken .......................................... 11 3.4.2.1 Lijst Opnamemenu (foto).............................. 12 3.4.2.2 Lijst opnamemenu (film) .............................. 12 3.4.3 Het menu Instelling ........................................... 12 3.4.3.1 Lijst menu Instelling .................................... 13 3.5 Videofragmenten opnemen .............................................. 14 3.6 Audioclips opnemen ...................................................... 15 Inhoudstabel
i
Nederlands
3. De camera gebruiken .......................................................... 6
3.7 Andere opnamefuncties .................................................. 16 3.7.1 De kwaliteit instellen ......................................... 16 3.7.2 De meting instellen ............................................ 16 3.7.3 De witbalans instellen ........................................ 16 3.7.4 ISO instellen .................................................... 17 3.7.5 De belichting instellen ........................................ 17 3.7.6 AEB instellen ................................................... 17 3.7.7 De markering instellen ....................................... 17 3.7.8 De scherpte instellen .......................................... 17 3.7.9 Het foto-effect instellen ...................................... 17 3.7.10 De datumstempel instellen .................................. 17 3.7.11 De stabilisator instellen ...................................... 18 3.7.12 Gezicht opsporen instellen .................................. 18 3.7.13 Fotolijst instellen............................................... 18 3.7.14 De lamp Automatisch scherpstellen instellen ........... 18 3.7.15 Av/Tv/M instellen ............................................. 18 3.8 Afspelen ...................................................................... 19 3.8.1 Opnamen afspelen ............................................. 19 3.8.2 Videoclips afspelen ........................................... 19 3.8.3 Foto’s vergroten en bijsnijden .............................. 19 3.8.4 Miniaturen weergeven ........................................ 19 3.8.5 Een diavoorstelling afspelen ................................ 20 3.8.6 Eén of alle bestanden verwijderen ......................... 20 3.8.7 Meerdere bestanden verwijderen........................... 20 3.8.8 DPOF instellen voor de afdruk ............................. 21 3.8.9 Overige weergavefuncties ................................... 22
4. PC-afhankelijke Functies.................................................. 23 4.1 Bijgeleverde software..................................................... 23 4.2 Bestanden overdragen naar uw computer ............................ 23 4.2.1 Stap 1: Sluit de digitale camera aan op uw computer ......................................................... 24 4.2.2 Stap 2: Foto’s of videoclips downloaden ................ 24
Nederlands
5. Probleemoplossing ............................................................ 25 6. Specificaties ...................................................................... 27 7. Ondersteuningsinformatie ................................................ 28
ii
Inhoudstabel
Rondleiding door uw camera 1.1
Inhoud verpakking
Haal voorzichtig alle items uit de verpakking en controleer of u over de volgende items beschikt. 1. Gebruikershandleiding 2. Digitale camera 3. USB-kabel 4. Lithium-ion-batterij 5. Handriem 6. Software-cd 7. Batterijlader 8. Wisselstroomadapter 9. Draagtas 10.AV-kabel
•
• •
1.2
Wanneer een of meerdere van deze items ontbreken of beschadigd zijn, neemt u contact op met de leverancier. Bewaar de verpakking voor het geval u deze zou nodig hebben om uw camera te verzenden voor onderhoud of reparatie. De beschikbare accessoires kunnen verschillen afhankelijk van de verkoopregio. Alle elektronische accessoires (zoals USB, AV-kabel, adapter, lader en batterij) zijn ontwikkeld om alleen met deze digitale camera van BenQ te werken. Gebruik ze niet met andere digitale camera's om mogelijke schade te voorkomen.
Camera-onderdelen
1.2.1 Vooraanzicht
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Stabilisator Ontspanknop LED-indicator status Voedingsknop Ingebouwde flitser Luidspreker LED zelfontspanner/automatische scherpstelling Lens/lensafsluiting Microfoon
Rondleiding door uw camera
Nederlands
1
1
1.2.2 Achteraanzicht 1. 2.
LCD-scherm W Uitzoomen of miniatuur 3. T Inzoomen 4. Modus AFSPELEN 5. MENU 6. Navigatieknop – vierwegknop en de knop OK 7. Knop MODE (MODUS) 8. Verwijderen / PASM (Av/Tv/M)-modus 9. Statiefbevestiging 10. Aansluiting PC (USB) / AVuitgang 11. Batterij/SDgeheugenkaartklepje 12. Oogje voor riem
1.2.3 LED-indicators indicator
Status
Beschrijving
Geen lamp
De digitale camera wordt uitgeschakeld.
Stabiel groen
De digitale camera is klaar om foto’s te maken of videoclips op te nemen.
Knipperend groen
De flitser wordt opgeladen of de digitale camera is bezig met een bewerking.
Status-LED
LED Rood zelfontspanner
De zelfontspanner of AF-lamp is bezig met een bewerking.
Nederlands
• Het is normaal dat de camera tijdens het gebruik warm wordt omdat de camerabehuizing warmte kan geleiden. • Het LCD-scherm van deze camera is vervaardigd met verfijnde technologie en meer dan 99,99% van de pixels op het LCD-scherm voldoet aan de standaardspecificaties. Het is echter mogelijk dat minder dan 0,01% van de pixels op het LCD-scherm enkele heldere punten of ongewone kleuren toont. Dit is normaal en wijst niet op een defect aan het scherm. Het zal evenmin de opnamen die u met de camera maakt, beïnvloeden.
2
Rondleiding door uw camera
De camera voorbereiden voor gebruik 2.1
De batterij plaatsen
Wij raden u sterk aan alleen de opgegeven oplaadbare lithium-ion-batterij te gebruiken voor uw camera. Zorg ervoor dat u de voeding van de camera uitschakelt voordat u de batterij plaatst of verwijdert. De batterij plaatsen: 1. Sluit het batterij/SDgeheugenkaartklepje (A). 2. Plaats de batterij in de correcte richting zoals aangegeven (B). 3. Duw de batterij helemaal in het vak tot de vergrendelingshendel van de batterij op zijn plaats klikt (C). 4. Sluit het batterij/SDgeheugenkaartklepje (D). De batterij verwijderen: 1. Open de klep van de batterij/SDgeheugenkaart. 2. Ontgrendel de batterijvergrendeling. Wanneer de batterij een weinig uit het vak springt, trekt u deze langzaam volledig uit het vak.
A
B
C
D
Nederlands
2
De camera voorbereiden voor gebruik
3
2.2
De batterij laden
De laadstatus van de batterij beïnvloedt de prestatie van de camera. Voor een maximale prestatie en levensduur van de batterij, raden wij u aan de batterij volledig op te laden met de aanbevolen laderset (lader en wisselstroomadapter) en deze vervolgens minstens eenmaal volledig te ontladen door normaal gebruik. Zorg ervoor dat u de voeding van de camera uitschakelt voordat u de batterij plaatst. 1. Plaats de batterijen in de lader zoals weergegeven in de afbeelding. 2. Sluit een uiteinde van de wisselstroomadapter aan op de lader. 3. Stop het andere uiteinde van de AC voedingsadapter in het stopcontact. 4. Wanneer de batterij wordt opgeladen, zal de LED-indicator van de lader rood oplichten. Wanneer de batterij volledig is opgeladen, wordt deze LED groen. De duur van het opladen is afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de status van de batterij.
• De camera moet worden gebruikt met de opgegeven laderset. Schade die wordt veroorzaakt door gebruik van een verkeerde adapter valt niet onder de garantie. Zorg er steeds voor dat de camera is uitgeschakeld voordat u de batterij verwijdert.
• De batterij kan warm zijn na het opladen of na het gebruik. Dit is normaal en wijst niet op een defect.
• Wanneer u de camera gebruikt in koude omgevingen, zorg er dan voor dat de camera en zijn batterij warm blijven door de camera in uw jas of een andere warme beschermende omgeving te bewaren.
2.3
Een SD-geheugenkaart plaatsen en verwijderen
Nederlands
De camera is uitgerust met intern geheugen, waarmee u videoclips kunt opnemen en foto's kunt maken. U kunt de geheugencapaciteit ook uitbreiden met een optionele SDgeheugenkaart (Secure Digital) om nog meer bestanden op te slaan. 1. Controleer altijd of de camera is uitgeschakeld voordat u een geheugenkaart plaatst of verwijdert. 2. Plaats een SD-geheugenkaart in de correcte richting zoals weergegeven in de afbeelding. 3. Sluit het batterij/SD-geheugenkaartklepje. Controleer of de camera is uitgeschakeld voordat u de SD-geheugenkaart verwijdert. Duw lichtjes op de rand van de geheugenkaart zodat deze wordt uitgeworpen.
4
De camera voorbereiden voor gebruik
• Zorg ervoor dat u de SD-geheugenkaart
• •
Nederlands
•
met deze camera formatteert voordat u de kaart voor het eerst gebruikt. Om te vermijden dat waardevolle gegevens per ongeluk worden gewist van de SD-geheugenkaart, moet u het schrijfbeveiligingsklepje (op de zijkant van de SD-geheugenkaart) naar de stand "LOCK (VERGRENDELEN)" schuiven. Om gegevens op de SD-geheugenkaart op te slaan, te bewerken of te wissen, moet u de kaart ontgrendelen. SD-geheugenkaarten met de volgende capaciteiten worden ondersteund: 64 MB, 128 MB, 256 MB, 512 MB, 1 GB, 2 GB en 4 GB SDHC. De camera is compatibel met SD-geheugenkaarten van de fabrikanten Panasonic, Toshiba en Sandisk. Neem contact op met uw lokale verkoper voor aankoopinformatie.
De camera voorbereiden voor gebruik
5
3
De camera gebruiken 3.1
Navigator
U kunt de navigator met een vierwegknop en een knop OK gebruiken om toegang te krijgen tot de talrijke bedieningselementen van uw camera. 1. 2. 3. 4. 5.
3.2
Omhoog of afspelen (alleen videoweergave) Scherpstelstand of naar links Omlaag Flitserstand of naar rechts OK
LCD-beeldscherminformatie (Opnamestand)
9999
P
EV
-1.0
Nederlands
1. Scènemodus 2. Flitser 3. Scherpstelling 4. Zelfontspanner/Burst 5. Resolución 6. Resolutie 7. Resterende opnamen
6
De camera gebruiken
ISO
A 100
8. ISO 9. Witbalan 10. Meting 11. Belichtingscompensatie 12. Focusbereik 13. Histogram 14. Batteri
3.3
Aan de slag
3.3.1 De voeding in-/uitschakelen •
Houd de knop [
] ingedrukt tot de digitale camera wordt ingeschakeld. Wanneer
de camera is uitgeschakeld, kunt u ook op de knop [ te schakelen. •
Druk opnieuw op de knop [
] drukken om de camera in
] om de voeding uit te schakelen.
3.3.2 De schermtaal kiezen 1. Druk op MENU en druk vervolgens op [
]/[
] om naar het menu Instelling te gaan.
2. Druk op [ ] of [ ] om naar Taal te gaan en druk vervolgens op [ gewenste taal te selecteren. 3. Druk op OK.
] of OK om de
3.3.3 De datum en tijd instellen 1. Druk op MENU en druk vervolgens op [
]/[
] om naar het menu Instelling te gaan.
2. Druk op [
] of [
] om naar Datum & tijd te gaan en druk vervolgens op [
3. Druk op [
] of [
] om de velden Jaar, Maand, Dag, Tijd en Notatie in te stellen..
] of OK.
• Druk op [ ]om een waarde te verhogen. • Druk op [ ] om een waarde te verlagen. • De tijd wordt weergegeven in de 24-uurs notatie. 4. Druk op OK.
3.3.4 Fotostand 3.3.4.1
Aan de slag met foto’s
• Druk op de knop om het laatst opgenomen beeld te bekijken. Druk op de knop om terug te keren naar de Fotostand. • Het LCD-scherm wordt donkerder bij sterk zonlicht of helder licht. Dit is geen defect. • Houd uw camera altijd stil wanneer u de ontspanknop indrukt om onscherpe opnamen te voorkomen. Dit is vooral belangrijk wanneer u foto’s maakt bij lage belichtingsomstandigheden, waarbij de camera de sluitertijd zal vertragen om ervoor te zorgen dat uw opnamen correct belicht zijn.
De camera gebruiken
7
Nederlands
1 1. Houd de knop [ ] langer dan één seconde ingedrukt om de camera in te schakelen. 2. Stel uw opname in het LCD-scherm in onder de Fotostand. 3. Druk de ontspanknop halverwege (1) en vervolgens volledig in (2). • Wanneer u de ontspanknop halverwege indrukt, wordt er automatisch scherpgesteld en de 2 belichting aangepast. • Het scherpstelkader wordt groen wanneer de camera is scherpgesteld en wanneer de belichting is vastgesteld. • Wanneer de scherpstelling of de belichting niet geschikt is, wordt het kader van het scherpstelgebied rood.
3.3.5 De flitser gebruiken De flitser wordt niet alleen gebruikt voor het maken van foto's wanneer er onvoldoende licht is, maar ook wanneer het onderwerp in de schaduw staat of als er achtergrondverlichting is. Wanneer u op de flitserknop drukt, zal de camera door de verschillende flitserstanden circuleren. De flitser wordt niet geactiveerd bij continu opname of filmopname. 1. Schakel de voeding en zet de camera in de Opnamestand. 2. Wanneer u op de flitserknop drukt, wordt de flitserstand gewijzigd. Telkens wanneer u de flitserknop indrukt, wijzigt het flitserpictogram. 3. Druk op de Ontspanknop om een foto te maken. Pictogra Flitserstand Beschrijving m Automatische De flitser gaat automatisch af wanneer de flitser opnameomstandigheden extra belichting vereisen. Rode ogen reductie
De flitser flitst eenmaal om de ogen van het onderwerp te laten aanpassen aan de flitser, en flitst nogmaals om de eigenlijke opname te maken. Uw camera zal de helderheid van het onderwerp detecteren en de flitser alleen gebruikt wanneer dat vereist is. De flitser zal altijd werken wanneer u een foto maakt, ongeacht de belichtingsomstandigheden. De flitser gaat af met een trage sluitertijd.
Geforceerd aan Langzaam synchroniseren Geforceerde De flitser gaat nooit af, ook niet in een donkere omgeving. flits uit
3.3.6 De zelfontspanner en de burst-functie gebruiken Gebruik de zelfontspanner om een vertraging in te stellen van het punt waarop de ontspanknop wordt ingedrukt tot het punt waarop de foto wordt gemaakt. Gebruik de burstfunctie om opeenvolgende foto's te maken. 1. Schakel de voeding. 2. Druk op de knop MENU. 3. Druk op [ [
]/[
] om de modus Stuurprogramma te selecteren en druk vervolgens op
] of op de knop OK om het submenu te openen.
Nederlands
4. Druk op [ ] / [ ] om een optie te selecteren en druk vervolgens op de knop OK om de instelling toe te passen. Druk op de knop MENU om het menu te sluiten en druk op de ontspanknop om opnamen te maken. Pictogram Drive-modus Beschrijving Uit Maakt één foto. 2 sec De vrijgave van de ontspanknop wordt 2 seconden uitgesteld. 2 10 sec De vrijgave van de ontspanknop wordt 10 seconden uitgesteld. 10 Dubbel
8
Druk de ontspanknop in en laat hem weer los. Na tien seconden wordt de eerste foto gemaakt, daarna na twee seconden de volgende foto.
De camera gebruiken
Pictogram Drive-modus Beschrijving Burst Houd de ontspanknop volledig ingedrukt om continu opnamen te maken. Laat de ontspanknop los om de opname te stoppen. Het LCD wordt tijdelijk uitgeschakeld tijdens de opname om energie te sparen. Timer burst Druk de ontspanknop in en laat de knop los. Na het aftellen van 2 seconden, zal de camera beginnen met continu opnamen. Dit zal stoppen wanneer u opnieuw de ontspanknop indrukt en loslaat of tot de geheugenkaart vol is. Snelle burst Druk de ontspanknop in en laat de knop los. Wanneer het fotoformaat dat u hebt geselecteerd 2M of VGA is, zal Snelle burst continu opnemen met een snelheid van 12 foto's per seconde. Dit zal stoppen wanneer u de ontspanknop opnieuw indrukt en loslaat of wanneer de geheugenkaart vol is.
3.3.7 De zoomfunctie gebruiken Uw camera beschikt over een combinatie van optische en digitale zoomfuncties waarmee u kunt inzoomen op verafgelegen onderwerpen of uitzoomen voor een breedhoekopname. De optische zoom wordt bekomen door de lens van de camera mechanisch bij te stellen. De digitale zoom maakt gebruik van een softwareproces om de afbeelding te vergroten of te verkleinen. 1. Stel de zoomfactor in en richt de camera naar het onderwerp. 2. Druk op de zoomknop (W/T) om de opname samen te stellen. [W]: zoom uit voor een breedhoekopname. [T]: zoom in voor een telefoto. • Wanneer de zoomknop wordt ingedrukt, verschijnt de zoombalk op het LCD-scherm. • Wanneer het maximum van de optische zoomfactor is bereikt, wordt de zoomfunctie tijdelijk gestopt. Druk opnieuw op [T]. De camera schakelt automatisch naar de digitale zoom en gaat door met het zoomen. • U kunt de optische zoom gebruiken in de filmopname. 3. Druk op de Ontspanknop om een foto te maken.
Pictogram
Stand
Beschrijving
Automatisch scherpstellen
Hiermee wordt automatisch scherpgesteld.
Macro
Wordt gebruikt wanneer u close-upopnamen maakt.
Pannen scherpstellen
Wordt gebruikt wanneer u alles in het beeld opneemt (bijvoorbeeld snel bewegende objecten of onderwerpen in het donker) van dichtbij tot veraf in een aanvaardbare scherpstelling.
Oneindig
Wordt gebruikt wanneer u opnamen van op grote afstand maakt.
Supermacro
Deze optie voegt de digitale zoom toe naast de optische zoom om een beter macrobereik te bieden zonder in te leveren aan beeldkwaliteit.
De camera gebruiken
9
Nederlands
3.3.8 Scherpstelstand
3.4
Menuopties
3.4.1 De stand wijzigen U kunt beelden en spraak opnemen in de opnamestand. Met de Weergavestand kunt u de beelden vervolgens opnieuw afspelen, verwijderen of bewerken op het LCD-scherm.
3.4.1.1 • •
Schakelen tussen de Opname- en Weergavestand
Druk in de opnamestand op de knop AFSPELEN om naar de Weergavestand te schakelen. Druk in de weergavestand op de knop AFSPELEN of de knop MODE om naar de opnamestand te schakelen.
3.4.1.2
De scènestand selecteren
1. Stel de camera in op de opnamestand. 2. Druk op de knop MODE om het scherm van de Scènestand weer te geven. 3. Gebruik de vierwegknop om de gewenste modus te selecteren en druk op OK om de instelling te bevestigen. Pictogram Stand Programma
Nederlands 10
Beschrijving De camera stelt de instellingen in die geschikt is voor de opname-omstandigheden.
Video
Voor het opnemen van videoclips.
Shake-Free
Landschap
Vermindert vage beelden door het trillen van de camera. Er wordt een hogere sluitertijd gebruikt in deze modus en de foto kan minder helder worden. Wordt gebruikt voor breedbeeld landschapsopnamen.
Sport
Maakt opname van een snelbewegend onderwerp.
Tegenlicht
Hiermee wordt een foto gemaakt van een onderwerp met achtergrondverlichting door de lichtmeting te wijzigen.
Nachtscène
Hiermee kunt u nen foto maken van het onderwerp terwijl u de nachtscène op de achtergrond behoudt.
Portret nachtopname Sneeuw
Zorgt dat zowel het onderwerp als de nachtopname zuiver zijn. Wordt gebruikt voor strand- en sneeuwscènes.
Vuurwerk
Langzame sluitertijd om foto's te maken van vuurwerk.
Gebouw
Verbetert de randen van het onderwerp.
Zacht stromend water
Maakt een momentopname van de beweging van het water.
De camera gebruiken
Pictogram Stand Beschrijving Hoog ISO portret Selecteer deze stand om de mensen te doen uitkomen tegen een onscherpe achtergrond, zelfs als dat in een donkere omgeving is. In deze modus wordt een hogere ISO-waarde (maximum 1600) gebruikt. Voedsel Voeding ziet er smakelijker uit als een hoge verzadiging is ingesteld. Kaarslicht Party Tekst Kinderen
Geeft een foto een warmer uiterlijk zodat het lijkt als de foto is gemaakt met een kaars als lichtbron. De flitser is altijd uit. Maakt een opname van de partysfeer die doorgaans een lichtbron binnenshuis heeft. Verbetert het zwart-wit contrast. Wordt gebruikt om een foto te maken van bewegende kinderen.
Zonsondergang
Verbetert de rode tint voor het maken van foto's van een zonsondergang. Zachte huid Verbetert de tint van de huid zodat de gezichtshuid vloeiend wordt weergegeven. Schets Gebruikt het effect van een met de hand gemaakt tekening om de omtreklijnen in de foto te benadrukken. Olieverfschilderij Simuleert de olieverfborstels om het effect van een olieverfschilderij te verkrijgen. Fotocollage Hiermee kunt u 2 of 4 foto's maken en ze vervolgens combineren in 1 foto als een fotocollage. Stem opnemen Voor het opnemen van audio.
• Hoe hoger de ISO-waarde, hoe meer korrels er in de opname kunnen zichtbaar zijn.
3.4.2 De menu's gebruiken Wanneer een menu wordt weergegeven, worden de vierwegknop en de knop OK gebruikt om de gewenste instellingen te definiëren. 1. Schakel de voeding en zet de camera in de Opnamestand. ]/[
] om naar het menu Opname te gaan. ] of op de
4. Druk op [ ] / [ ] om een optie te selecteren en druk vervolgens op de knop OK om de instelling toe te passen. 5. Druk op de knop MENU om het menu te sluiten.
De camera gebruiken
11
Nederlands
2. Druk op MENU en druk vervolgens op [
3. Druk op [ ] / [ ] om de menu-item te selecteren en druk vervolgens op[ knop OK om het submenu te opene.
3.4.2.1
Lijst Opnamemenu (foto)
Menu-item Resolutie
Beschikbare instellingen /
Kwaliteit Meting Witbalans ISO Belichting Drive-modus AEB Markeren
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/ / / -2.0 EV ~ +2.0 EV Uit /
2 /
10 /
/
/
/
/
/ 1200 / 1600
/
Uit / Aan Uit /
Scherpte Effect Datumstempel Gezicht opsporen Fotolijst AF-lamp Digitale zoom
3.4.2.2
/
/
/
/ / Normaal / Zwart-wit / Sepia / Negatief / Rood / Groen / Blauw Uit/Datum/Datum & Tijd Uit / Aan Uit / 1-10 frames Uit/aan Uit
/ Intelligente zoom
/ Digitale zoom
Lijst opnamemenu (film)
Menu-item Filmformaat Meting Witbalans Digitale zoom
Beschikbare instellingen /
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Uit/aan
3.4.3 Het menu Instelling 1. Schakel de voeding in en zet de camera in de Opname- of Weergavestand.
Nederlands
2. Druk op MENU en druk vervolgens op [
]/[
] om naar het menu Instelling te gaan.
3. Druk op [ ] / [ ] om de menu-item te selecteren en druk vervolgens op [ de knop OK om het submenu te openen.
] of op
4. Druk op [ ] / [ ] om een optie te selecteren en druk vervolgens op de knop OK om de instelling toe te passen. 5. Druk op de knop MENU om het menu te sluiten.
12
De camera gebruiken
3.4.3.1
Lijst menu Instelling
Menu-item
Functies
Geluiden
[Sluiter]
Schakelt het geluid van de ontspanknop in en uit.
[Opstarten]
Stelt een type van het opstartgeluid in.
[Signaal]
Schakelt het bedrijfsgeluid in en uit.
[Geluidssterkte] Past het volume van het geluid van de ontspanknop, het opstarten, het signaal en het afspelen aan. Auto weergave
LCD opslaan
Stroombesparen
[Uit]
De gemaakte foto wordt niet automatisch weergegeven na de opname.
[1 sec.]
De gemaakte foto wordt na de opname gedurende 1 seconde weergegeven.
[3 sec.]
De gemaakte foto wordt na de opname gedurende 3 seconden weergegeven.
[5 sec.]
De gemaakte foto wordt na de opname gedurende 5 seconden weergegeven.
[Uit]
Schakelt altijd de LCD-achtergrondverlichting in wanneer de camera is ingeschakeld.
[5 sec.]
Schakelt de LCD-achtergrondverlichting uit als de camera gedurende meer dan 5 seconden inactief is.
[10 sec.]
Schakelt de LCD-achtergrondverlichting uit als de camera gedurende meer dan 10 seconden inactief is.
[20 sec.]
Schakelt de LCD-achtergrondverlichting uit als de camera gedurende meer dan 20 seconden inactief is.
[1 min.]
Om energie te besparen wordt de camera na een bepaalde periode automatisch uitgeschakeld.
[3 min.] [5 min.]
Stelt de datum en tijd in.
Taal
Selecteer een taal voor de weergavemenu’s en andere informatie.
Nederlands
Datum & Tijd
De camera gebruiken
13
Menu-item
Functies
Bestandsnr.
Gebruik deze functie als de camera de fout "Map kan niet worden aangemaakt" weergeeft of als u de nummering opnieuw wilt starten, bijvoorbeeld nadat u alle bestanden hebt gewist.
TV-uit
[Serie]
Sla het laatst gebruikte bestandsnummer op, ongeacht of u bestanden verwijdert of een nieuwe geheugenkaart plaatst.
[Opn.inst.]
Stel de bestandsnummering telkens opnieuw in wanneer u de geheugenkaart vervangt. Het is handig het bestandsnummer terug te zetten om dubbele bestandsnamen te vermijden wanneer de foto's naar een computer worden gedownload.
Met de bijgeleverde AV-kabel kunt u opnamen bekijken op een televisiescherm. De tv-uitgang moet, in functie van uw regio, op NTSC of PAL worden ingesteld. De tv-uitgang moet, in functie van uw regio, op NTSC of PAL worden ingesteld. Raadpleeg uw lokale instanties voor meer informatie over het systeem dat moet worden gebruikt.
USB
[Computer] [Printer]
Stelt de USB-modus in om de camera aan te sluiten op een printer of een computer.
Startbeeld
Stelt een gemaakte foto in als het opstartbeeld.
Formatteren
Wanneer u een geheugenkaart gebruikt, worden alle gegevens die op de geheugenkaart zijn opgeslagen verwijderd. Wanneer er geen geheugenkaart is geplaatst, worden alle gegevens van het interne geheugen gemist. Een bericht "Bezig...Een moment" wordt weergegeven en het formatteren van de geheugenkaart wordt gestart. Het bericht "Gereed" verschijnt nadat het formatteren is voltooid. Alle gegevens, inclusief de beveiligde bestanden, worden verwijderd. Zorg ervoor dat u belangrijke bestanden eerst naar uw computer downloadt voordat u het formatteren start.
Alles herstellen
Stelt het volledige menu en de instellingen voor de knopfuncties opnieuw in naar de beginwaarden. De volgende instellingen wijzigen niet na het uitvoeren van Alles herstellen: Instelling Datum & Tijd Instelling Taal Instelling TV-uit Batterijtype
Nederlands
3.5
Videofragmenten opnemen
1. Schakel de voeding en zet de camera in de Videostand. 2. Stel het onderwerp samen op de monitor. • Richt het scherpstelgebied naar het onderwerp dat u wilt opnemen.
14
De camera gebruiken
• Het LCD-scherm toont de beschikbare opnametijd 3. Start de opname. • Druk op de ontspanknop om de opname te starten. • Gebruik de zoomknop om het beeldformaat aan te passen. • De witbalans wordt ingesteld en vergrendeld op de instellingen van het eerste frame. • U kunt geen geluid opnemen terwijl u de zoomknop ingedrukt houdt. • U kunt de optische zoom gebruiken in de filmopname.
4. Stop de opname. • Druk opnieuw op de ontspanknop om de opname te beëindigen. • De camera zal de opname automatisch stoppen wanneer de geheugencapaciteit werd bereikt.
3.6
Audioclips opnemen
Nederlands
1. Schakel de voeding en zet de camera in de Spraakopnamestand. 2. Druk op de ontspanknop om de opname te starten. • De stemmen worden opgenomen via de microfoon van de camera. Zorg ervoor dat u de microfoon niet aanraakt tijdens het opnemen. 3. Druk nogmaals op de ontspanknop om de opname te beëindigen. • De camera zal de opname automatisch stoppen wanneer de geheugencapaciteit werd bereikt.
De camera gebruiken
15
3.7
Andere opnamefuncties
3.7.1 De kwaliteit instellen Compressie S.fijn
Doel Hiermee maakt u opnamen met een hogere kwaliteit.
Fijn
Hiermee maakt u opnamen met een normale kwaliteit.
Normaal
Meer opnamen maken.
3.7.2 De meting instellen Er zijn 3 verschillende lichtmetingsopties beschikbaar op uw camera. Pictogram Stand Beschrijving Midden Het licht van het volledige opnamescherm wordt gemeten, maar geeft meer prioriteit aan de waarden die bij het centrale gedeelte liggen. Multi Selecteert een belichting op basis van de aflezingen van meerdere punten in het onderwerpgebied Spot Selecteert een belichting op basis van één aflezing van de waarden in het midden van uw opname.
3.7.3 De witbalans instellen
Nederlands
Pas de witbalans aan zodat deze overeenstemt met de verschillende lichtbronnen zoals zonlicht, gloeilampverlichting of fluorescent licht (TL). Pictogram Stand Beschrijving Auto Corrigeert de witbalans automatisch. Ideaal voor algemene fotografie. Daglicht Past de witbalans aan voor omstandigheden met helder zonlicht of ander natuurlijk licht. Bewolkt Past de witbalans aan voor bewolkte of schemerige omstandigheden. Gloeilamp Past de witbalans aan voor normale omstandigheden met binnenhuisverlichting. Corrigeert de oranje tint van de huishoudelijke gloeilampen. Ideaal voor binnenhuisfoto’s onder gloeilamp- of halogeenverlichting zonder flitser. TL H Past de witbalans aan voor fluorescent licht. Corrigeert de groene TL L tint van fluorescent licht. Ideaal voor binnenhuisfoto’s onder fluorescente verlichting zonder flitser. SH1 Voor een fijnere aanpassing of wanneer de lichtbron niet kan (aangepast) worden vastgesteld. Druk de ontspanknop in wanneer deze optie is gemarkeerd om de modus [Aangepaste witbalans] te openen. Richt vervolgens de camera op een wit object (bijvoorbeeld, wit papier) als referentie voor de witte kleur. Druk vervolgens op OK om de aangepaste instelling te bevestigen.
16
De camera gebruiken
3.7.4 ISO instellen Bij de basisinstellingen wordt de ISO-gevoeligheid automatisch ingesteld volgens de helderheid van het onderwerp. • Een hogere ISO-waarde verhoogt de ruis op het beeld. Gebruik een zo laag mogelijke ISOwaarde om zuivere beelden op te nemen.
3.7.5 De belichting instellen Stel de belichtingswaarde handmatig in als compensatie voor ongewone belichtingsomstandigheden zoals binnenhuisverlichting, donkere achtergronden, en sterke achtergrondverlichting.
3.7.6 AEB instellen Stelt de automatische belichtingscompensatie (AEB) in om 3 opeenvolgende foto’s te maken die elk een andere belichtingsinstelling hebben: correct belicht, onderbelicht en overbelicht.
3.7.7 De markering instellen Zorg dat het onderwerp uitkomt ten opzichte van de omgeving. Het onderwerp zal volgens drie verschillende bereiken worden scherpgesteld:
/
/
.
3.7.8 De scherpte instellen U kunt bepalen of de opname scherpe of zachte randen moet hebben. Pictogram
Stand
Beschrijving
Hard
De randen van het beeld worden benadrukt. De randen worden scherp, maar er kan ruis voorkomen in het opgenomen beeld.
Normaal
De randen van het beeld zijn scherp. Dit is geschikt voor het afdrukken.
Zacht
De randen van het beeld zijn zachter. Dit is geschikt voor het bewerken van beelden op de pc.
3.7.9 Het foto-effect instellen U kunt speciale effecten toevoegen aan uw opnamen in de opnamestand of in de weergavestand. Beschrijving
Normaal
Er wordt geen effect toegevoegd aan de opname.
Zwart-Wit
Converteert een opname naar zwart-wit.
Sepia
het beeld wordt opgenomen met een sepiatint.
Negatief
negatieve kleuren van de kleuren in de originele opname.
Rood
Het beeld wordt roodachtig.
Groen
Het beeld wordt groenachtig.
Blauw
Het beeld wordt blauwachtig.
3.7.10 De datumstempel instellen U kunt de functie Datumstempel gebruiken om een datum toe te voegen aan uw foto’s terwijl u ze maakt.
De camera gebruiken
17
Nederlands
Pictogram
3.7.11 De stabilisator instellen De stabilisator bevindt zich naast de ontspanknop en gebruikt een hogere ISO-waarde om wazige beelden die door het schudden van de hand en/of het bewegen van het onderwerp worden veroorzaakt, te vermijden. • Als er nog steeds een wazig beeld is bij een opname in een omgeving met een lage belichting, moet u ook de scenestand Trilvrij selecteren om het resultaat te verbeteren. • Hoe hoger de ISO-waarde, hoe meer korrels er in de opname kunnen zichtbaar zijn.
3.7.12 Gezicht opsporen instellen Hiermee wordt scherpgesteld op de mensen in uw compositie door menselijke gezichten automatisch te detecteren en te traceren. 1. Schakel de voeding in en druk vervolgens op MENU. 2. Zoek de stand Gezichtsopsporing en schakel deze in. 3. Richt de camera naar een punt waar de mensen (uw onderwerpen) zich bevinden. Het scherpstellen van de beelden van Gezichtsopsporing zal automatisch de gezichten (maximum 9) detecteren en weergeven op het LCD-scherm. 4. Druk op de ontspanknop om het beeld op te nemen. • Door omgevingsfactoren, zoals de belichting, kan het aantal gedetecteerde gezichten verschillen van het werkelijke aantal gezichten. • Voor het beste resultaat raden wij u aan uw onderwerpen te vragen hun gezicht niet gedeeltelijk van de lens weg te draaien.
3.7.13 Fotolijst instellen U kunt 10 soorten lijsten toevoegen aan foto's, zodat ze er nog mooier uitzien.
3.7.14 De lamp Automatisch scherpstellen instellen Met de functie van de lamp Automatisch scherpstellen kunt u beelden opnemen bij zwakke belichtingsomstandigheden. Optie
Beschrijving
Uit
Schakelt de lamp Automatisch scherpstellen uit tijdens het opnemen van beelden.
Aan
Schakelt de lamp Automatisch scherpstellen in terwijl de ontspanknop halfweg is ingedrukt.
3.7.15 Av/Tv/M instellen
Nederlands
Wanneer u op de knop Av/Tv/M drukt, schakelt u tussen Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit en Handmatige belichting wanneer u de belichtingswaarde bepaalt. • Diafragmaprioriteit: u kunt een waarde selecteren voor het diafragma terwijl de sluitertijd automatisch wordt bepaald door de belichtingsomstandigheden van het onderwerp. Diafragmaprioriteit wordt vaak gebruikt bij het maken opnamen van statische onderwerpen of om de velddiepte te benadrukken. Over het algemeen gebruikt u best een kleiner diafragma als u meer velddiepte nodig hebt. • Sluiterprioriteit: u kunt een sluitertijd selecteren terwijl de diafragmawaarde automatisch wordt bepaald door de belichtingsomstandigheden van het onderwerp. De sluiterprioriteit wordt vaak gebruikt voor het maken van opname van bewegende
18
De camera gebruiken
•
onderwerpen. Over het algemeen gebruikt u best een kortere sluitertijd om een snelbewegend object op te nemen. Manueel: U kunt zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde instellen.
3.8
Afspelen
3.8.1 Opnamen afspelen 1. Schakel de voeding en zet de camera in de Weergavestand. • Het laatst opgenomen beeld wordt weergegeven op het LCD-scherm. • Als er geen opnamen zijn opgeslagen, verschijnt het bericht [Geen beeld]. 2. Druk op de vierwegknop. • [ ] toont de vorige opname. • [ ] toont de volgende opname. • Als u [
] of [
] ingedrukt houdt, kunt u aan hoge snelheid bladeren door de opnamen.
3.8.2 Videoclips afspelen 1. Schakel de voeding en zet de camera in de Weergavestand. 2. Druk op [ ] of [ ] om de videoclip die u wilt afspelen, te selecteren. 3. Het afspelen starten. • Druk op [ ] om het afspelen van de videoclip te starten. • Druk op [ ] om de videoclip te stoppen of druk op [ ] om de clip te pauzeren. Druk opnieuw op [ ] wanneer de film wordt gepauzeerd om het afspelen te hervatten. • Druk tijdens het afspelen van de video op [ ] om snel vooruit te spoelen of op [ ] om terug te spoelen. • Druk op de ontspanknop om het stilstaand beeld op te nemen van de videoclip die is gepauzeerd.
3.8.3 Foto’s vergroten en bijsnijden 1. Schakel de voeding en zet de camera in de Weergavestand. 2. Een opname selecteren. • Druk op [ ] of [ ] om de opname die u wilt vergroten of bijsnijden te selecteren. • Alleen foto’s kunnen worden vergroot of bijgesneden. 3. De foto vergroten. • Druk op [T] om de foto te vergroten. Het centrale gedeelte van de foto wordt weergegeven. U kunt de pijlknop gebruiken om verschillende delen van de vergrote opname weer te geven. • Druk op de knop MENU om terug te keren naar de normale grootte. 4. Snijd de foto bij. • Druk op de knop OK om de foto bij te snijden. 5. Sla de foto op. • Druk opnieuw op de knop OK om de geselecteerde foto bij te snijden en op te slaan als een nieuwe foto.
Nederlands
3.8.4 Miniaturen weergeven
De camera gebruiken
19
1. Schakel de voeding in en zet de camera in de Weergavestand. 2. Druk op de zoomknop [W] om een scherm met miniaturen weer te geven. 3. Gebruik de vierwegknop om de gewenste foto te selecteren en druk op [T] of op de knop OK om de geselecteerde opname op volledige schermgrootte weer te geven.
3.8.5 Een diavoorstelling afspelen 1. Schakel de voeding en zet de camera in de Weergavestand. 2. Open de diavoorstelling. •
Druk op de knop MENU, gebruik [
]/[
] para seleccionar la opción de
presentación de diapositivas y, a continuación, presione [ 3. Wijzig de instellingen voor de diavoorstelling. • Gebruik de vierwegknop om het interval, de muziek, de overgangseffecten en het herhalen voor de diavoorstelling in te stellen. • U kunt het interval instellen tussen 1 en 10 seconden. 4. De diavoorstelling afspelen. • Druk op de knop OK om de diavoorstelling te starten. • Druk tijdens de diavoorstelling op de knop OK om de diavoorstelling te pauzeren en druk opnieuw op de knop OK om het afspelen te hervatten.
] of op de knop OK.
3.8.6 Eén of alle bestanden verwijderen 1. Schakel de voeding en zet de camera in de Weergavestand. 2. Druk op [ ] of [ ] om de opname die u wilt verwijderen, te selecteren 3. Open het menu • Druk op de knop MENU en gebruik vervolgens [ ] / [ ] om de modus AFSPELEN te selecteren. • Druk op [ ] / [ ] om Verwijderen te selecteren en druk op [ ] of op de knop OK. 4. Druk op [ ] of [ ] om [Single] te selecteren en druk vervolgens op [ ] of op de knop OK. • Om alle opnamen te verwijderen, selecteert u [All] en druk u op [ ] of op de knop OK 5. Selecteer [Yes] en druk op de knop OK om de opname te verwijderen. • De momenteel weergegeven opname snel verwijderen: 1. Selecteer de opname die u wilt verwijderen. 2. Druk op de knop Verwijderen
om een bevestigingsbericht weer te geven.
Nederlands
3. Druk op de knop OK om de momenteel weergegeven opname te verwijderen. • Beveiligde opnamen kunnen niet worden verwijderd met deze functie.
3.8.7 Meerdere bestanden verwijderen
20
De camera gebruiken
1. Schakel de voeding in en stel de camera in op het miniatuurscherm. 2. Open het menu • Druk op de knop MENU en druk vervolgens op [ ] of [ ] om Wissen te De lete selecteren. Druk daarna op de knop OK. Se lec t 3. Gebruik [ ] of [ ] om [Selecteren] te Al l selecteren en druk vervolgens op de knop OK. Ba ck • Het kader van de geselecteerde opname wordt groen. Protect 4. Selecteer meerdere bestanden. • Druk op de vierwegknop om de opname te selecteren: •
Druk op de knop OK om
Delete
in en uit te schakelen. Herhaal deze stap tot alle
opnamen die u wilt verwijderen, worden weergegeven met een pictogram . 5. Opnamen verwijderen. • Druk op de knop MENU en selecteer vervolgens [Ja]. Druk daarna op de knop OK. Alle geselecteerde opnamen worden verwijderd. • Druk in deze stap op de knop MENU om het verwijderen te annuleren.
3.8.8 DPOF instellen voor de afdruk Met de instelling DPOF (Digital Print Order Format) kunt u via de camera de opnamen op de geheugenkaart selecteren voor het afdrukken en het aantal afgedrukte exemplaren vooraf instellen. Dit is bijzonder handig voor het verzenden van foto's naar een fotoservice of voor het afdrukken op een printer die compatibel is met directe afdruk. 1. Schakel de voeding en zet de camera in de Weergavestand. 2. Open het menu • Druk op de knop MENU en gebruik vervolgens [ ] / [ ] om de modus AFSPELEN te selecteren. • Druk op [ ] / [ ] om Verwijderen te selecteren en druk op [ ] of op de knop OK.
• Druk op [ ] en vervolgens op [ ] of [ ] om de datumstempel voor de huidige opname in te stellen of te annuleren. • Herhaal stappen 4 tot 6 om andere opnamen in te stellen voor de afdruk. 7. Druk op [ ] om [Terug] te selecteren en druk op OK. 8. Zijn alle beeldinstellingen voltooid, selecteer dan [Nee] onder [Deze foto selecteren?]. Druk daarna op de knoppen OK en Menu om de DPOIF-instellingen te voltooien.
De camera gebruiken
21
Nederlands
3. Gebruik [ ] of [ ] om [Eén] te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. • Selecteer [Alles] in deze stap om de DPOF-instelling voor alle opnamen in één keer in te stellen. • Selecteer [Opn. Inst.] in deze stap om alle DPOF-instellingen opnieuw in te stellen naar de standaardwaarden.. 4. Druk op [ ] of [ ] om de opname die u wilt afdrukken te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 5. Stel het aantal exemplaren in. • Gebruik [ ] of [ ] om het aantal exemplaren op te geven. • Het aantal exemplaren kan van 0 tot 30 worden ingesteld. • Om de DPOF-instelling voor deze foto te annuleren, stelt u het aantal exemplaren in op 0. 6. Druk de datumstempel af.
3.8.9 Overige weergavefuncties U kunt ook beelden beveiligen (vergrendelen) tegen het verwijderen, opnamen bewerken, bestanden kopiëren of het instellingsmenu openen voor meer opties. Druk hiervoor in de weergavestand op de knop MENU en selecteer een functie. Photo Frame...
Protect... Delete... Slideshow... DPOF... Copy to Card... OK
Enter
MENU
Nederlands 22
De camera gebruiken
Back
OK
Enter
MENU
Back
PC-afhankelijke Functies 4.1
Bijgeleverde software
De camera wordt geleverd met de volgende software. Raadpleeg de informatie die bij de respectieve cd’s is geleverd voor de installatie van de software. ArcSoft PhotoImpression 5 ArcSoft VideoImpression 2
4.2
Combineert fotobewerkingen met creatieve verbeteringen en het delen van hulpprogramma's voor een optimale digitale mediaervaring. Maakt multimediapresentaties door foto's en videoclips te combineren met audio-, tekst en scène-overgangen.
Bestanden overdragen naar uw computer
Nadat u met behulp van een USB-kabel een USB-verbinding tot stand hebt gebracht tussen de camera en uw computer, kunt u uw computer gebruiken om foto’s of videoclips te delen met uw familie of vrienden via e-mail of kunt u ze verzenden via het Internet. Voordat u begint , dient u uw systeem te controleren aan de hand van de onderstaande tabel. Systeemvereisten (Windows) CPU
Pentium III 600 MHz processor of hoger
Besturingssysteem
Windows ME / 2000 / XP / Vista
RAM
64 MB
Harde schijfruimte
128 MB harde schijfruimte
Vereiste apparaten
CD-romstation Beschikbare USB-poort
Beeldscherm
Kleurenscherm (800 x 600, 24 bits of hoger aanbevolen)
Nederlands
4
PC-afhankelijke Functies
23
4.2.1 Stap 1: Sluit de digitale camera aan op uw computer 1. Sluit de bijgeleverde USB-kabel aan op de USB-poort van de computer en schakel de camera in. 2. Het LCD-scherm wordt uitgeschakeld wanneer de verbinding met de computer met succes werd voltooid.
4.2.2 Stap 2: Foto’s of videoclips downloaden Wanneer de digitale camera is ingeschakeld en op uw computer is aangesloten, wordt de camera, net als een diskette of cd, als een schijfstation beschouwd. U kunt foto’s downloaden (overdragen) door ze van de “Verwisselbare schijf” te kopiëren naar de harde schijf van uw computer. Windows Open de “verwisselbare schijf” en dubbelklik op de map DCIM om deze te openen en meer mappen te zoeken. Uw foto’s bevinden zich in deze map(pen). Selecteer de gewenste foto’s of videoclips en selecteer vervolgens “Kopiëren” in het menu “Bewerken”. Open de doellocatie (map) en selecteer “Plakken” in het menu “Bewerken”. U kunt de beeldbestanden ook slepen en neerzetten van de digitale camera naar de gewenste locatie.
• Gebruikers van een geheugenkaart kunnen er de voorkeur aan geven een geheugenkaartlezer te gebruiken (sterk aanbevolen).
• De toepassing voor de videoweergave is niet inbegrepen in het pakket. Zorg ervoor dat u uw toepassing voor videoweergave op uw computer hebt geïnstalleerd.
Nederlands 24
PC-afhankelijke Functies
5
Probleemoplossing Raadpleeg de onderstaande lijst met symptomen en oplossingen voordat u de camera verzendt voor reparatie. Neem contact op met uw lokale verdeler of met een onderhoudsdienst als het probleem zich blijft voordoen.
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
De batterij loopt snel leeg.
De batterij of camera voelt warm aan. De flitser werkt niet. De flitser laadt niet op.
Ondanks het feit dat de flitser heeft gewerkt, blijft het beeld donker. De foto is te helder of te donker. Ik kan de geheugenkaart niet formatteren. Ik kan geen opnamen downloaden.
Plaats de batterij op de correcte manier. Laad uw batterijen op of vervang ze door nieuwe batterijen. De externe temperatuur is extreem laag. — Er worden veel foto’s gemaakt in een donkere omgeving, zodat de — flitser steeds nodig is. De batterij is niet volledig geladen. Voer minstens één volledige cyclus De batterij werd niet gebruikt uit voor het opladen en ontladen van gedurende een langere periode de batterij voordat u deze opnieuw gebruikt. nadat deze werd opgeladen. De camera of flitser werd gedurende een langere periode ononderbroken — gebruikt. De cameraflitser is uitgeschakeld. Stel de flitser in op Automatische flitser. De lichtbron volstaat. — De flitser is niet beschikbaar in — sommige standen. De afstand tot het onderwerp is Ga dichter bij het onderwerp staan groter dan het effectieve bereik van en maak uw opname. de flitser. Er is een overdaad of een tekort aan Stel de belichtingscompensatie belichting. opnieuw in. De geheugenkaart is tegen schrijven Verwijder de schrijfbeveiliging. beveiligd. Einde levensduur geheugenkaart. Plaats een nieuwe geheugenkaart. Er is onvoldoende vrije ruimte op de Controleer of de harde schijf volharde schijf van uw computer. doende ruimte heeft voor het uitvoeren van Windows en of het station waar u de opnamebestanden wilt downloaden minstens evenveel vrije ruimte heeft als de inhoud van de geheugenkaart in de camera. Er wordt geen stroom geleverd aan Laad uw batterijen op of vervang ze, indien nodig, door nieuwe batterijen. de camera.
Probleemoplossing
25
Nederlands
De camera kan niet Er is geen batterij aanwezig of de worden ingeschakeld. batterij is niet correct geplaatst. De batterij heeft geen vermogen.
Symptoom
Oorzaak
De camera neemt niet Het batterijvermogen is laag. op, zelfs wanneer de ontspanknop wordt De camera is niet ingesteld op de ingedrukt. Fotostand. De ontspanknop is niet volledig ingedrukt. Het intern geheugen of de geheugenkaart heeft geen vrije ruimte meer. De flitser is bezig met opladen.
Oplossing Laad uw batterijen op of vervang ze door nieuwe batterijen. Schakel naar de fotostand. Druk de ontspanknop volledig in. Plaats een nieuwe kaart of verwijder ongewenste bestanden.
Wacht tot het pictogram van de flitserstand op het scherm stopt met knipperen. De camera herkent de geheugenFormatteer de geheugenkaart voorkaart niet. dat u deze voor de eerste maal gebruikt of voordat u deze met een andere camera gebruikt. De witbalans werd niet juist ingest- Selecteer een geschikte instelling De kleuren van de voor de witbalans voordat u een foto opnamen worden niet eld wanneer de opnamen werden gemaakt. maakt. juist weergegeven. Nadat de camera is aangesloten op een computer, verschijnt een foutbericht “Device not ready” (Apparaat niet gereed) of “Camera not ready” (Camera niet gereed).
De computer werkt met Windows 98 of eerder.
Wanneer de camera op een computer wordt aangesloten, loopt de computer vast.
De geheugenkaart in de camera is mogelijk niet geformatteerd.
Formatteer de geheugenkaart in Windows in het FAT16-formaat met behulp van een kaartlezer.
Er is een geheugenfout opgetreden.
De geheugenkaart is mogelijk niet correct geformatteerd.
Formatteer de geheugenkaart opnieuw in Windows in het FAT16formaat met behulp van een kaartlezer.
—
Nederlands 26
Probleemoplossing
6
Specificaties Beeldsensor
1/1,8-inch CCD Effectieve pixels: 10,0 megapixels
LCD-scherm
3,0” LTPS TFT LCD (230K punten)
Lens
Brandpuntsafstand: f = 7,4 (W)~ 22.2 (T) (equivalent met 35 mm film: 35,1-105,3 mm) f-getal: f/2.8 (W) ~ f/5.1 (T)
Scherpstelling
TTL Automatisch scherpstellen Bereik: Macro: 10 cm., Normaal: 50 cm ~ oneindig
Ontspanknop
Mechanische ontspanknop: tot 1/2000 sec.
Flitser
Modi: Auto / Geforceerde Flits / Rode Ogen Reductie / Flitser uit /Langzaam synchroniseren
Zelfontspanner
2 sec. /10 sec. / 10+2 sec.
Belichting
compensatie: ±2 EV (1/3 EV / stap)
ISO
Auto/50/100/200/400/800/1200/1600
Witbalans
Auto/ Daglicht/ Bewolkt/ Gloeilamp/ TL H/ TL L / MWB
Bestandsindeling
Foto: JPEG-indeling (EXIF2.2), DCF Beeldformaat: 3584 x 2688 (10M) / 3648 x 2432 (3:2) / 3584 x 2016 (16:9) / 3328 x 2496 (8M) / 2560 x 1920 (5M) / 1600 x 1200 (2M) / 640 x 480(VGA) Videofragmenten: AVI-indeling (Motion JPEG) met Continu opname. Filmformaat: 848 x 480(16:9),640 x 480, 320 x 240, 160 x 120 pixels (30fps)
Opslag
Intern geheugen: 6MB/ compatibel met SD-kaart.
Beeldweergave
Eén afbeelding / AVI-weergave / Miniaturen / Diavoorstelling
Interface
Digitale uitgang: compatibel met USB 2.0 hoge snelheid Audio-/video-uitgang (NTSC/PAL)
Voedingsbron
Lithium-ionbatterij
Afmetingen (B x H x D)
96,1 x 58 x 22 mm
Gewicht
ca. 135 g (zonder batterij, SD-geheugenkaart)
Nederlands
6*Het ontwerp en de specificaties zijn onderhevig aan wijzigingen zonder voorafgaande kennisgeving.
Specificaties
27
7
Ondersteuningsinformatie Technische Ondersteuning Bezoek de volgende website voor gratis updates van stuurprogramma’s, productinformatie en nieuws: http://www.BenQ.com
Nederlands 28
Ondersteuningsinformatie