DC C630 Digitale camera Gebruiksaanwijzing
Welkom
Copyright Copyright © 2006 BenQ Corporation. Alle rechten voorbehouden. Geen enkel deel van deze uitgave mag worden gereproduceerd, verzonden, overgezet, opgeslagen in een archiveringssysteem of vertaald in enige taal of computertaal, in geen enkele vorm of op geen enkele wijze, elektronisch, mechanisch, magnetisch, optisch, chemisch, handmatig of anderszins, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van BenQ Corporation.
Bepalingen BenQ Corporation aanvaardt geen verantwoordelijkheden of garanties, hetzij uitdrukkelijk of impliciet, met betrekking tot de inhoud van dit document en verwerpt specifiek elke garantie op de verkoopbaarheid of geschiktheid voor een bepaald doel. BenQ Corporation behoudt zich bovendien het recht voor de publicatie te herzien en af en toe wijzigingen aan de inhoud van dit document aan te brengen, zonder enige verplichting van deze onderneming om enige persoon op de hoogte te brengen van dergelijke revisie of wijzigingen.
Zorg dragen voor uw camera • Gebruik uw camera niet buiten het volgende omgevingsbereik: temperaturen lager dan 0 °C of hoger dan 40 °C. • De camera niet gebruiken noch opslaan in de onderstaande omgevingen: – Direct zonlicht – Hoge vochtigheid of stof – In de buurt van een luchtkoeler, verwarming of andere warmtebronnen – In een gesloten auto in direct zonlicht – Onstabiele locaties • Indien uw camera vochtig wordt, neem deze dan zo snel mogelijk af met een droge doek. • Zout of zeewater kan ernstige schade toebrengen aan de camera. • Gebruik geen organische oplosmiddelen zoals alcohol enz. om de camera te reinigen. • Indien de lens of zoeker vuil zijn, gebruik dan een lensborstel of een zachte doek om de lens te reinigen. Raak de lens niet aan met uw vingers. • Om elektrische schokken te voorkomen, mag u de camera niet uit elkaar nemen of zelf repareren. • Water op of in de camera kan leiden tot brand of elektrische schokken. Bewaar uw camera dus steeds op een droge plaats. • Gebruik de camera niet buitenshuis wanneer het regent of sneeuwt. • Gebruik de camera niet in of in de nabijheid van water. • Als een vreemd object of water in uw camera terechtkomt, schakel dan onmiddellijk de voeding uit, neem de batterijen uit het toestel en koppel de voedingsadapter los. Verwijder het vuil of water en stuur de camera ter reparatie op naar het onderhoudscentrum. • Draag de gegevens zo snel mogelijk over naar de computer om verlies van uw foto’s en/of videofragmenten te vermijden.
Inhoudstabel 1. Overzicht van de camera ...................................................... 1 1.1 Inhoud verpakking ......................................................... 1 1.2 Componenten van de camera ......................................... 1 1.2.1 Vooraanzicht ....................................................... 1 1.2.2 Achteraanzicht ..................................................... 2 1.2.3 LED-indicators ..................................................... 2
3. De camera gebruiken............................................................ 4 3.1 Keuzeschakelaar ............................................................. 4 3.2 LCD-beeldscherminformatie (camerastand) ................... 5 3.3 Aan de slag ..................................................................... 6 3.3.1 De voeding in-/uitschakelen ................................... 6 3.3.2 De schermtaal kiezen ............................................. 6 3.3.3 De datum en tijd instellen ...................................... 6 3.3.4 De flitser gebruiken ............................................... 7 3.3.5 De zelfontspanner gebruiken .................................. 7 3.3.6 De zoomfunctie gebruiken ..................................... 8 3.3.7 Burst................................................................... 8 3.3.8 Automatische belichtingscorrectie (AEB) .................. 9 3.4 Menuopties .................................................................... 9 3.4.1 Camera menu ...................................................... 9 3.4.2 Videostand ........................................................ 11 3.4.2.1 LCD-beeldscherminformatie (videostand) ........ 11 3.4.2.2 Videoclips opnemen ..................................... 11 3.4.2.3 Videomenu ................................................. 12 3.4.3 Weergavestand ................................................... 12 3.4.3.1 LCD-beeldscherminformatie (fotoweergave)..... 12 Inhoudstabel
i
Nederlands
2. De camera voorbereiden voor gebruik................................ 3 2.1 De batterijen plaatsen ..................................................... 3 2.2 Een SD-geheugenkaart plaatsen en verwijderen ............... 3
BenQ DC 5530 User’s Manual 3.4.3.2 LCD-beeldscherminformatie (videoweergave) ... 12 3.4.3.3 Weergavestand – de basis ............................... 12 3.4.3.4 Weergavemenu ............................................ 14 3.4.4 Instelstand ......................................................... 15 3.4.4.1 Instellingsmenu ........................................... 15
4. Pc-afhankelijke Functies..................................................... 17 4.1 Bijgeleverde software .................................................... 17 4.2 Bestanden overdragen naar uw computer...................... 17 4.2.1 Stap 1: Sluit de digitale camera aan op uw computer . 18 4.2.2 Stap 2: Foto’s of videoclips downloaden .................. 18 4.3 Afdrukstand ................................................................. 19 5. Probleemoplossing ............................................................. 20 6. Specificaties ......................................................................... 22 7. Ondersteuningsinformatie ................................................. 23
Nederlands ii
Inhoudstabel
OVERZICHT VAN DE CAMERA 1.1
Inhoud verpakking
Haal voorzichtig alle items uit de verpakking en controleer of u over de volgende items beschikt. 1. Gebruiksaanwijzing 2. Digitale camera 3. USB-kabel 4. AA-batterijen 5. Handriem 6. CD-ROM software 7. Draagtas 8. AV-kabel
Indien een onderdeel ontbreekt of beschadigd lijkt, neem dan contact op met uw leverancier. Bewaar de verpakking voor het geval u deze zou nodig hebben om uw camera te verzenden voor onderhoud of reparatie.
1.2
Componenten van de camera
1.2.1 Vooraanzicht
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Nederlands
1
Ontspanknop Ingebouwde flitser Voedingsknop Keuzeschakelaar LED zelfontspanner Lens Luidspreker Aansluiting PC (USB) / AV-uitgang Microfoon
Overzicht van de camera
1
1.2.2 Achteraanzicht 1.
W [
] Miniatuurknop
5.
[ ] Knop Uitzoomen T [ ] Knop Inzoomen Oogje voor riem [ ] Knop opnemen/afspelen [ ] Menuknop
6.
[
7.
[ [ [ [
2. 3. 4.
8. 9. 10. 11. 12.
Nederlands
13. 14. 15.
] Knop Verwijderen ] Pijlknop (omhoog) ]Macroknop ] Pijlknop (rechts) ] Knop Zelfontspanner
[ ] Pijlknop (omlaag) [ ] EV-knop [ ] Pijlknop (links) [ ] Flitserknop Batterij/SD-geheugenkaartklepje Knop OK Weergaveknop Statiefbevestiging LCD-scherm Status-LED
1.2.3 LED-indicators Indicator
Status
Beschrijving
Stabiel rood
• De digitale camera wordt uitgeschakeld.
Stabiel groen
• De digitale camera is klaar om foto’s te maken of videoclips op te nemen.
Knipperend rood
• De camera/flitser is bezig met opladen of de USB-communicatie/overdracht is bezig.
Knipperend blauw
• De zelfontspannerfunctie is geactiveerd.
Status-LED
LED zelfontspanner
• Het LCD-scherm van de digitale camera werd vervaardigd met de meest verfijnde technologie. Het scherm kan echter enkele lichte vlekjes bevatten of ongewone kleuren weergeven. Dit is normaal en wijst niet op een defect aan het scherm. Het zal evenmin de opnamen die u met de camera maakt, beïnvloeden.
2
Overzicht van de camera
2
DE CAMERA VOORBEREIDEN VOOR GEBRUIK 2.1
De batterijen plaatsen
U kunt twee AA-batterijen gebruiken als voeding voor de camera. Zorg ervoor dat u de voeding van de digitale camera uitschakelt voordat u de batterijen plaatst of verwijdert. De batterijen plaatsen: 1. Zorg ervoor dat de camera is uitgeschakeld. 2. Open het batterijklepje. 3. Plaats de batterijen in de correcte richting zoals weergegeven in de afbeelding. 4. Sluit het batterijklepje. De batterijen verwijderen: 1. Zorg ervoor dat de camera is uitgeschakeld. 2. Houd de camera met de batterijklep omhoog gericht en open de batterijklep. 3. Verwijder de batterijen.
Een SD-geheugenkaart plaatsen en verwijderen
De camera is uitgerust met 8 MB intern geheugen, waarmee u videoclips kunt opnemen en foto’s kunt maken. U kunt de geheugencapaciteit ook uitbreiden met een optionele SDgeheugenkaart (Secure Digital) om nog meer bestanden op te slaan. 1. Controleer altijd of de camera is uitgeschakeld voordat u een geheugenkaart plaatst of verwijdert. 2. Plaats een SD-geheugenkaart in de correcte richting zoals weergegeven in de afbeelding. 3. Sluit het batterij/SD-geheugenkaartklepje. Controleer of de camera is uitgeschakeld voordat u de SD-geheugenkaart verwijdert. Duw lichtjes op de rand van de geheugenkaart zodat deze wordt uitgeworpen.
• Zorg ervoor dat u de SD-geheugenkaart met deze •
• •
camera formatteert voordat u de kaart voor het eerst gebruikt. Om te vermijden dat waardevolle gegevens per ongeluk worden gewist van de SD-geheugenkaart, moet u het schrijfbeveiligingsklepje (op de zijkant van de SD-geheugenkaart) naar de stand "LOCK (VERGRENDELEN)" schuiven. Om gegevens op de SD-geheugenkaart op te slaan, te bewerken of te wissen, moet u de kaart ontgrendelen. SD-geheugenkaarten met de volgende capaciteiten worden ondersteund: 64 MB, 128 MB, 256 MB, 512 MB, 1 GB en 2 GB. De camera is compatibel met SD-geheugenkaarten van de fabrikanten Panasonic, Toshiba en Sandisk. Neem contact op met uw lokale verkoper voor aankoopinformatie.
De camera voorbereiden voor gebruik
3
Nederlands
2.2
3
DE CAMERA GEBRUIKEN 3.1
Keuzeschakelaar
U hebt de keuze uit zeven opnamestanden en een instellingsstand afhankelijk van de opnameomstandigheden, om het gewenste effect te verkrijgen.
Nr.
Pictogram
1
[
2
[ P ] Programma
3
[ A ]
Nederlands
4
]
Stand
Beschrijving
Voedingsknop
Indrukken om de voeding in/uit te schakelen. Selecteer deze stand om foto’s te maken met meer beschikbare instellingen.
Automatisch
Selecteer deze stand om foto’s op de eenvoudigste manier te maken door de meeste instellingen automatisch aan de camera over te laten.
Video
Selecteer deze stand om videoclips op te nemen.
[
]
5
[
]
Portret
electeer deze stand om de mensen te doen uitkomen tegen een onscherpe achtergrond, zelfs als dat in een donkere omgeving is. In deze stand wordt een hogere ISO-waarde en een lagere beeldresolutie gebruikt.
6
[
]
Landschap
Selecteer deze stand om foto’s te maken van verafgelegen taferelen of landschappen.
7
[
] Shake-Free
Selecteer deze stand om wazige foto’s die door het trillen van de camera zijn veroorzaakt, te vermijden.
8
[
]
Nacht
Selecteer deze stand om foto’s te maken van mensen tegen een achtergrond bij valavond of nacht.
9
[
]
Instelling
Selecteer deze stand om de camera-instellingen aan te passen.
• Hoe hoger de ISO-waarde, hoe meer korrels er in de opname kunnen zichtbaar zijn.
4
De camera gebruiken
3.2
LCD-beeldscherminformatie (camerastand) 4.
Scherpstelindicator [
] AUTO
[
] MACRO
[ PF ] PAN FOCUS [
1.
[
Mode indicator [ A ] Automatische stand [
] Instelstand
[
] Videostand
[
] Landschapstand
8.
[ P ] Programmeerstand
2.
3.
[
] Shake-Free
[
] Portretstand
[ ] Nachtstand Flitserstand [
] Automatische flitser (Standaard)
[
] Rode ogen
[
] Geforceerde flitser
[ ] Geen flitser Zelfontspanner- en opnamestanden [
X1
[
] EEN ] BURST
9.
] ONEINDIG
Scherpstelbereik Mogelijk aantal opnamen Indicator intern geheugen/SD-geheugenkaart ] Status van het interne geheugen
[ SD ] Status van de SD-geheugenkaart Status resterend batterijvermogen [ ] Volledig batterijvermogen [ ] Gemiddeld batterijvermogen [ ] Laag batterijvermogen [ ] Geen batterijvermogen Beeldformaat [
] 2816 x 2112
[
] 2272 x 1704
[
] 1600 x 1200
[ ] 640 x 480 10. Beeldkwaliteit [
] FIJN
[
] NORMAAL
[ ] ECONOMISCH 11. Witbalans AUTO
[
] AEB
[
] DAGLICHT
[
] 2 sec. vertraging
[
] BEWOLKT
[
] 10 sec. vertraging
[
] GLOEILAMP
[
10+2
] 10+2 sec. vertraging
Nederlands
5. 6. 7.
[ ] TL-LAMP 12. ISO-waarde 13. Zoomstatus
De camera gebruiken
5
3.3
Aan de slag
3.3.1 De voeding in-/uitschakelen •
Houd de knop [
•
Druk opnieuw op de knop [
] ingedrukt tot de digitale camera wordt ingeschakeld. ] om de voeding uit te schakelen.
3.3.2 De schermtaal kiezen Wanneer de camera voor de eerste maal wordt ingeschakeld, wordt een scherm voor de taalselectie weergegeven op het LCD-scherm. Volg de onderstaande stappen om de gewenste taal te selecteren. 1. Draai de keuzeschakelaar naar de stand [ uw camera in te schakelen.
] en druk vervolgens op de knop [
2. Gebruik in het menu [Set-up 1] (Instelling 1) de knop [ selecteren en druk op OK.
] om
] om [Language] (Taal) te
3. Gebruik [ ] of [ ] om de gewenste taal te selecteren. 4. Druk op de knop OK om te bevestigen.
3.3.3 De datum en tijd instellen Volg de onderstaande stappen om de stijl voor de datumweergave, de huidige datum en tijd in te stellen.
Nederlands
1. Draai de keuzeschakelaar naar de stand [ uw camera in te schakelen.
] en druk vervolgens op de knop [
2. Gebruik in het menu [Set-up 1] (Instelling 1) de knop [ & tijd) te selecteren en druk op OK. 3. Als u de datumtypes wilt schakelen, drukt u op [
] of [
] om [Date & Time] (Datum ] en vervolgens op de knop OK.
4. Druk op [ ] / [ ] om de velden Year (Jaar), Month (Maand), Day (Dag) en Time (Tijd) in te stellen. •
Druk op [
] om een waarde te verhogen.
• Druk op [ ] om een waarde te verlagen. • De tijd wordt weergegeven in de 24-uurs notatie. 5. Druk op de knop OK nadat alle velden zijn ingesteld.
6
De camera gebruiken
] om
3.3.4 De flitser gebruiken De flitser is voorzien om automatisch te werken wanneer de belichtingsomstandigheden het gebruik van de flitser vereisen. Bij het maken van een foto kunt u een flitserstand gebruiken die geschikt is voor de omstandigheden. 1. Draai de keuzeschakelaar naar [A], [P], [ vervolgens op de knop [
], [
], [
] of [
] en druk
] om uw camera in te schakelen.
2. Schakel [ ] / [ ] tot de gewenste flitserstand verschijnt op het LCD-scherm. 3. Stel uw scène samen en druk op de ontspanknop. De camera heeft vier flitserstanden: Automatische flitser (standaard), rode ogen, geforceerde flitser en geen flitser. De onderstaande tabel zal u helpen bij het kiezen van de geschikte flitserstand: Pictogram Flitserstand AUTOMA[ ] TISCHE FLITSER RODE OGEN [ ]
[
]
[
]
Beschrijving De flitser gaat automatisch af naargelang de fotografische omstandigheden.
Deze stand kan het fenomeen rode ogen reduceren wanneer u natuurlijk uitziende foto’s maakt van mensen of dieren bij zwakke belichtingsomstandigheden. Wanneer u opnamen maakt, kan het fenomeen rode ogen worden gereduceerd door het onderwerp (de persoon) te vragen in de cameralens te kijken of zo dicht mogelijk bij de camera te staan. GEFORCEERDE De flitser zal steeds werken ongeacht de helderheid van de omgeving. SelectFLITSER eer deze stand om foto’s te maken met hoge contrasten (achtergrondverlichting) en diepe schaduwen. GEEN FLITSER De flitser zal niet afgaan. Selecteer deze stand wanneer u foto’s maakt op een plaats waar het gebruik van een flitser verboden is, of wanneer de afstand tot het object buiten het effectieve bereik van de flitser ligt.
3.3.5 De zelfontspanner gebruiken De zelfontspanner kan worden gebruikt in situaties zoals bij groepsfoto’s. Wanneer u deze optie gebruikt, dient u de camera op een statief te monteren (aanbevolen) of op een plat oppervlak te plaatsen. 1. Maak de camera vast op een statief of plaats hem op een stabiel oppervlak. 2. Draai de keuzeschakelaar naar [A], [P], [ vervolgens op de knop [
], [
], [
] of [
] en druk
] om uw camera in te schakelen.
3. Schakel [ ] / [ ] tot de gewenste zelfontspannerstand verschijnt op het LCD-scherm. 4. Stel uw opname samen en druk op de ontspanknop. • De zelfontspannerfunctie is geactiveerd. • De foto wordt gemaakt na de vooraf ingestelde tijd. • U kunt de zelfontspanner op elk ogenblik annuleren. Druk hiervoor op de ontspanknop of op de knop [
] , stel de keuzeschakelaar in op een andere
stand of druk op [
] om de reeks te onderbreken.
• IfHerhaal deze stappen als u nog een foto wilt maken met de zelfontspanner.
De camera gebruiken
7
Nederlands
• U kunt de flitser niet gebruiken in de videostand.
3.3.6 De zoomfunctie gebruiken De camera is uitgerust met een 3X optische zoom. De lens beweegt tijdens het fotograferen met de optische zoom, zodat u telefoto’s en breedhoekopnamen kunt maken. Als u de optische zoomfunctie gebruikt en op de knop T drukt, lijken de onderwerpen dichterbij. Als u op de knop W drukt, lijken de onderwerpen verderaf. Bovendien kunt u de onderwerpen nog vergroten met de 4X digitale zoom door de knop T ingedrukt te houden. De digitale zoom wordt geactiveerd nadat uw camera de maximale optische zoomfactor (3X) heeft bereikt. Deze functie is bijzonder nuttig, maar hoe meer u de opname vergroot, hoe korreliger het resultaat zal zijn. Voer de volgende stappen uit om een ingezoomd beeld op te nemen. 1. Druk op de knop [ ] om de camera in te schakelen. 2. Pas de vergrotingsfactor aan met de knoppen T / W. • Druk de knop T helemaal in om de optische zoomfunctie te kunnen gebruiken. Druk de knop opnieuw in om de digitale zoom te activeren. • Houd de knop W ingedrukt om de zoomfotografie af te sluiten. • De zoomindicator wordt weergegeven in de linkerbenedenhoek van het LCD-scherm en is door een scheidingsteken opgesplitst in twee balken. De groene balk (links van het scheidingsteken) toont de optische zoomstatus, terwijl de oranje balk (rechts) de digitale zoomstatus toont. • De digitale zoomfunctie kan worden uitgeschakeld door op [ ] te drukken en vervolgens de optie Menu2 > Digital Zoom te selecteren. 3. Stel uw opname samen en druk op de ontspanknop. • De digitale vergroting kan vloeiend worden aangepast van 1.0X tot 4.0X. • U kunt de optische zoomfunctie niet gebruiken tijdens de opname van een videofragment. Stel de zoomfactor in voordat u de opname begint.
Nederlands
3.3.7 Burst Deze stand wordt gebruikt voor doorlopende opnamen. De foto’s worden ononderbroken gemaakt zolang de ontspanknop wordt ingedrukt. 1. Draai de keuzeschakelaar naar [A], [P], [ vervolgens op de knop [
], [
], [
] of [
] om uw camera in te schakelen.
2. Druk op [ ] om [ ] te selecteren. 3. Druk de ontspanknop volledig in om de foto’s te maken. De opname wordt gestopt wanneer u de ontspanknop loslaat. • In de stand Burst wordt de flitserstand automatisch ingesteld op UIT.
8
De camera gebruiken
] en druk
3.3.8 Automatische belichtingscorrectie (AEB) In deze stand wijzigt de camera automatisch de belichting binnen een vastgesteld bereik om drie foto’s te maken nadat u eenmaal op de ontspanknop hebt gedrukt. De AEB-instellingen kunnen worden gecombineerd met de instellingen voor de belichtingscompensatie om het aanpassingsbereik te vergroten. 1. Draai de keuzeschakelaar naar [A], [P], [ vervolgens op de knop [
], [
], [
] of [
] en druk
] om uw camera in te schakelen.
2. Druk op [ ] om [ ] te selecteren. 3. Druk op de ontspanknop om de foto’s te maken. • In de stand AEB wordt de flitserstand automatisch ingesteld op UIT.
3.4
Menuopties
3.4.1 Camera menu Dit menu is bedoeld voor de basisinstellingen die moeten worden gebruikt wanneer foto’s worden gemaakt. 1. Draai de keuzeschakelaar naar [A], [P], [ vervolgens op de knop [
2. Druk op [ ] en gebruik vervolgens [ te selecteren. Druk in de stand [A] op [ ] of [
4. Druk op de knop [ In de stand [A]: Item
], [
] of [
] en druk
]/[
] om het [Mode 1], [Mode 2] of [Mode 3]
] om rechtstreeks naar het menu te gaan.
] om de gewenste instelling te selecteren en druk vervolgens op de
Nederlands
•
3. Druk op [ knop OK.
], [
] om uw camera in te schakelen.
] om het menu te sluiten.
Functionele beschrijving
Beeldformaat Deze optie stelt het formaat in van de foto die zal worden gemaakt. [
]
Kwaliteit [
Q
]
–
[
] 2816 x 2112
–
[
] 2272 x 1704
–
[
] 1600 x 1200
–
[
] 640 x 480
Deze optie stelt de kwaliteit (compressieverhouding) in voor de foto die u wilt maken. –
[
] Fijn
–
[
] Normaal
–
[
] Economisch
De camera gebruiken
9
In de stand [P], [ Stand 1: Item Beeldformaat [ Q
]
WB
ISO [ ISO ]
Stand 2 : Item Lichtmeting [
]
Nederlands
Digitale Zoom [
]
Snelweergave [ QUICK VIEW ] Stand 3 : Item Kleur [
]
Scherpte [
10
] of [
]:
Zie “In de stand [A]:” op pagina 9.
]
Witbalans [
], [
]
Kwaliteit [
], [
Functionele beschrijving Zie “In de stand [A]:” op pagina 9.
]
Deze optie stelt de witbalans in voor het fotograferen onder verschillende belichtingsomstandigheden. Hiermee kunnen foto’s worden gemaakt die de omstandigheden die door het menselijke oog kunnen worden gezien, benaderen. – AUTO –
[
–
[
] Daglicht ] Bewolkt
–
[
] Gloeilamp
–
[
] Tl-lamp
Deze opties stelt de gevoeligheid in voor het maken van opnamen. Als de gevoeligheid wordt verhoogd (en de ISO-waarde wordt verhoogd), zal fotografie zelfs mogelijk zijn in donkere locaties. De opname zal echter meer pixels vertonen (korrelig). – Auto / 64 / 100 / 200 Functionele beschrijving U kunt de stand voor de lichtmeting selecteren. Hiermee kunt u instellen welk gedeelte van het onderwerp moet worden gemeten om de belichting vast te stellen. –
[
] Centraal Gewogen
–
[
] Punt
Deze optie stelt in of de digitale zoom wordt geactiveerd wanneer er foto’s worden gemaakt. – Aan/Uit Met deze optie kunt u een opname onmiddellijk nadat u de foto hebt gemaakt, op het LCD-scherm weergeven – Aan/Uit Functionele beschrijving Deze optie stelt het kleur in van de foto die zal worden gemaakt. –
[
] Kleur
–
[
] Zwart & Wit
–
[
] Sepia
Deze optie stelt het niveau in voor de beeldscherpte. –
[
] Hoog
–
[
] Gemiddeld
–
[
] Laag
De camera gebruiken
Verzadiging [
]
Datumafdruk [ DATE ]
Om een foto te maken, biedt uw camera u drie verschillende kleurgraden die u kunt kiezen volgens uw voorkeur. Uw opnamen zullen een verschillende indruk geven wanneer u de verschillende kleurgraden selecteert. Dit wordt “verzadiging” genoemd. –
[
] Hoog
–
[
] Gemiddeld
–
[
] Laag
Met deze optie kunt u de datum van de opname rechtstreeks op de foto’s afdrukken. Deze functie dient te worden geactiveerd voordat de opname wordt gemaakt. – Aan/Uit
3.4.2 Videostand 3.4.2.1 1. 2. 3. 4. 5.
LCD-beeldscherminformatie (videostand)
Videostand Beschikbare tijd voor video-opnamen Indicator SD-geheugenkaart (indien aanwezig) Indicator batterijvermogen Scherpstelbereik
3.4.2.2
Videoclips opnemen
In deze stand kunt u videoclips opnemen met geluidsopname via de ingebouwde microfoon. ] om
• De zoomfunctie van de optische zoom (3X) kan worden geactiveerd voordat u begint met het opnemen van videoclips. • Wanneer u drukt op [
] wordt de weergavestand op het LCD-scherm geschakeld.
De camera gebruiken
11
Nederlands
1. Draai de keuzeschakelaar naar de stand [ ] en druk vervolgens op de knop [ uw camera in te schakelen. 2. Druk op de ontspanknop om de opname te starten. 3. Druk opnieuw op de ontspanknop om de opname te stoppen.
3.4.2.3
Videomenu
Dit menu wordt gebruikt voor de basisinstellingen die moeten worden gebruikt wanneer u videoclips opslaat. 1. Draai de keuzeschakelaar naar de stand [ uw camera in te schakelen.
] en druk vervolgens op de knop [
2. Druk op de knop [
] en vervolgens op de knop OK.
3. Druk op [
] om de gewenste kleurinstelling te selecteren.
] of [
4. Druk op de knop [ Item Kleur [
] om het weergavemenu te sluiten.
Functionele beschrijving Raadpleeg “Kleur” op pagina 10.
]
Digitale zoom Raadpleeg “Digitale Zoom” op pagina 10.
3.4.3 Weergavestand 3.4.3.1 1. 2. 3. 4.
3.4.3.2
Nederlands
1. 2. 3. 4. 5. 6.
LCD-beeldscherminformatie (fotoweergave)
Weergavestand Indicator SD-geheugenkaart (indien aanwezig) Indicator batterijvermogen Weergave-informatie
LCD-beeldscherminformatie (videoweergave)
Weergavestand Videostand Indicator SD-geheugenkaart (indien aanwezig) Indicator batterijvermogen Weergave-indicator Weergave-informatie
3.4.3.3 3.4.3.3.1
Weergavestand – de basis Foto’s weergeven
U kunt de foto’s die u net hebt gemaakt, een voor een weergeven. 1. Druk op de knop [
] om uw camera in te schakelen.
2. Druk op de knop [ ]. Het laatst opgenomen beeld wordt weergegeven op het LCD-scherm. 3. Gebruik [ ] / [ ] om de gewenste foto’s te selecteren. • Druk op de knop [ ] om de vorige foto weer te geven. • Druk op de knop [ ] om de volgende foto weer te geven.
12
De camera gebruiken
] om
• Klik op OK om te schakelen tussen verschillende weergavemodi van afspeelgegevens. • Als er geen foto is opgeslagen in het interne geheugen of op de geheugenkaart, verschijnt het bericht [NO IMAGE] (GEEN FOTO) op het scherm.
3.4.3.3.2
Foto’s vergroten
Tijdens het bekijken van uw afbeeldingen kunt u een geselecteerd gedeelte van de afbeelding vergroten. Door deze vergroting kunt u fijne details beter bekijken. De zoomfactor die op het scherm wordt weergegeven, toont de huidige vergrotingsverhouding. 1. Druk op de knop [ ]. • Het laatst opgenomen beeld wordt weergegeven op het LCD-scherm. •
Druk op de knop [
] om de vorige foto weer te geven.
• Druk op de knop [ ] om de volgende foto weer te geven. 2. Gebruik de zoomknop [W] / [T] om de zoomverhouding aan te passen. • Druk op de knop [T] om de geselecteerde foto te vergroten. • Druk op de knop [W] om terug te keren naar de normale foto. • De vergrotingsfactor wordt weergegeven op het LCD-scherm. 3. Als u een ander gedeelte van de foto wilt bekijken, drukt u op de knoppen [ [
]/[
]/[
]/
] om het weergavegebied aan te passen.
• De vergrotingsfactors kunnen vloeiend worden aangepast van 1x tot 8x (4x voor een opname van 0,3M).
3.4.3.3.3
Miniatuurweergave
Met deze functie kunt u 9 miniatuurbeelden tegelijk weergeven op het LCD-scherm, zodat u kunt zoeken naar een specifieke opname. SD
]
1
2
3
4
5
6
7
8
9
3. Gebruik de knoppen [ ] / [ ] / [ ] / [ ] om de opname te selecteren die op normaal formaat moet worden weergegeven. 4. Druk op de knop OK om de geselecteerde opname weer te geven op volledige schermgrootte.
De camera gebruiken
13
Nederlands
1. Druk op de knop [ ]. De laatst gemaakte foto wordt weergegeven op het LCDscherm. 2. Druk eenmaal op de knop [W] / [ ]. • Maximum negen miniatuurafbeeldingen worden tegelijk weergegeven. • Voor opgenomen videoclips zal het pictogram [ van de videostand worden weergegeven.
3.4.3.3.4
Weergave diavoorstelling
Met de functie Diavoorstelling kunt u uw opname automatisch achtereenvolgens weergeven. Dit is een heel handige en prettige functie voor het bekijken van opgenomen afbeeldingen en voor presentatiedoeleinden. 1. Druk op de knop [ ]. De laatst gemaakte foto wordt weergegeven op het LCD-scherm. 2. Druk op de knop [ ] en gebruik vervolgens [ ] om [SLIDE SHOW] (DIAVOORSTELLING) te selecteren en druk op de knop OK. 3. Druk op [ ] of [ ] om het weergave-interval te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. • De diavoorstelling wordt gestart. • De videoclips worden weergegeven vanaf het eerste beeldframe en worden niet afgespeeld. • Druk op de knop OK om de diavoorstelling te stoppen. • U kunt het interval voor de diavoorstelling instellen op 3 SEC., 5 SEC. of 10 SEC.
3.4.3.3.5
De grootte van een foto wijzigen
U kunt het beeldformaat van een gemaakte foto wijzigen naar een van de volgende formaten: 2272 x 1704 pixels, 1600 x 1200 pixels en 640 x 480 pixels. 1. Selecteer een opname in de weergavestand. 2. Druk op [ ] en selecteer [Playback 2] (Weergave 2) > [Resize] (Grootte wijzigen) > OK.
Nederlands
3. Druk op [ ] of [ ] om de gewenste instelling te selecteren en druk vervolgens op de knop OK om uw keuze te bevestigen.
3.4.3.4
Weergavemenu
1. Druk op de knop [ ]. De laatst gemaakte foto wordt weergegeven op het LCD-scherm. 2. Druk op de knop [ ] en gebruikt vervolgens [ instelling te selecteren en druk op de knop OK.
14
De camera gebruiken
], [
], [
]of [
] om de gewenste
3. Druk op de knop [
] om het weergavemenu te sluiten.
WeergaveFunctionele beschrijving menu 1: Item Diavoorstell- U kunt de gemaakte foto’s achtereenvolgens weergeven met een geselecteerd interval. Deze ing functie is nuttig om uw foto’s te controleren of voor gebruik bij presentaties. Zie 3.4.3.3.4 “Weergave diavoorstelling” op pagina 14 voor meer details. [ SLIDE SHOW ] – 3 SEC. / 5 SEC. / 10 SEC. Beveiligen Deze optie stelt de gegevens in op alleen-lezen om te vermijden dat de opnamen bij vergissing worden gewist. [ ] DPOF Met deze optie kunt u de foto’s selecteren die u wilt afdrukken en het aantal afdrukken en de datum die in DPOF-formaat wordt weergegeven, instellen. U kunt gemakkelijk uw [ DPOF ] foto’s afdrukken door de geheugenkaart in een DPOF-compatibele printer te plaatsen of af te geven in een fotozaak. WeergaveFunctionele beschrijving menu 2: Item Grootte Wijzi- Met deze optie kunt u het formaat van de gemaakte foto verkleinen. gen [R ] Kwaliteit Wijzigen [
]
Deze optie stelt de gewenste kwaliteit (compressieverhouding) in voor de foto die u wilt maken. –
[
] Normal (Normaal)
–
[
] Economy (Economisch)
Kopiëren Naar Met deze optie kunt u uw bestanden van het intern geheugen van de digitale camera kopiëren naar een geheugenkaart. Deze actie kan alleen worden uitgevoerd als er een geheuKaart genkaart is geïnstalleerd en als er enkele bestanden aanwezig zijn in het interne geheugen. [ COPY ] – Yes/No (Ja/Nee)
3.4.4 Instelstand Instellingsmenu
Met deze functie kunt u de standaardinstellingen voor het gebruik van uw camera instellen volgens uw voorkeur.
1. Draai de keuzeschakelaar naar de stand [ ] en druk vervolgens op de knop [ ] om uw camera in te schakelen. 2. Druk op [ ] of [ ] om het menu [Set-up 1](Instelling 1)/[Set-up 2](Instelling 2)/[Setup 3](Instelling 3) te selecteren 3. Druk op [ ] of [ ] om het gewenste optie-item te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 4. Draai de keuzeschakelaar opnieuw naar een andere gewenste stand om het instellingsmenu te sluiten.
De camera gebruiken
15
Nederlands
3.4.4.1
Set-up 1 (Instelling 1) Item Functionele beschrijving Format (For- Met deze functie worden alle opnamen gewist en wordt de SD-geheugenkaart in uw cammatteren) era opnieuw geformatteerd. Ook beveiligde afbeeldingen worden gewist. Een SD-geheugenkaart kan niet worden geformatteerd wanneer deze tegen schrijven is beveiligd. [ ] – Yes/No (Ja/Nee) Beeper (Pieper) Met deze optie kunt u instellen als het opstartgeluid en het camerageluid, telkens wanneer u de cameraknop indrukt, moet worden gedempt. [ ] – Louder / Soft / Off (Luider/Zacht/Uit) Date & Time Deze optie stelt de datum en de tijd in. Zie 3.3.3 “De datum en tijd instellen” op pagina 6 (Datum & voor meer details. Tijd) – Y / M / D (J/M/D) – D/M/Y (D/M/J) [ Y/M/D ] – M/D/Y (M/D/J) Language Deze optie stelt de taal in die wordt weergegeven op het LCD-scherm. Zie 3.3.2 “De scher(Taal) mtaal kiezen” op pagina 6 voor meer details. [
]
Set-up 2 (Instelling 2) Item Functionele beschrijving USB Mode Met deze optie kunt u een van de volgende standen selecteren voor overige instellingen. (USB-modus) – PC / PRINT (PC/AFDRUKKEN) [ ] Video-Out Deze optie stelt het video-uitgangsysteem in van de videoapparatuur die u op de camera (Video-uitgang) zult aansluiten. – PAL / NTSC NTSC [ PAL ] LCD Brightness Deze optie stelt de helderheid van het LCD-scherm in. Het aanpassingsbereik ligt tussen (LCD-helder- -5 en +5. heid)
Nederlands
[
]
Auto Shut Als er gedurende een bepaalde periode geen bewerking wordt uitgevoerd, wordt de camera Down (Autom- automatisch uitgeschakeld. Deze functie is nuttig om de batterijslijtage te verminderen. atisch – 2 MIN. / 3 MIN. / 5 MIN. / OFF (UIT) uitschakelen) [
]
Set-up 3 (Instelling 3) Item Reset (Opnieuw Instellen) Number (Nummer)
Functionele beschrijving Deze optie stelt in als het bestandsnummer opnieuw wordt ingesteld wanneer u foto’s maakt. Hiermee wordt een nieuwe map gemaakt. De opgenomen foto’s worden opgeslagen naar een nieuw gemaakte map vanaf nummer 0001. Als u het bestandsnummer opnieuw wilt instellen, moet u ervoor zorgen dat er geen opnamen zijn opgeslagen op het interne geheugen of de SD-geheugenkaart. 1 [ ] – Yes/No (Ja/Nee) Set To Default Met deze optie worden alle instellingen opnieuw ingesteld naar de standaardinstellingen (Standaard- van de digitale camera. De tijdsinstelling wordt niet opnieuw ingesteld. waarde) – Yes/No (Ja/Nee) [ D ] Version (Ver- Deze optie toont de huidige firmwareversie van de camera. sie)
16
De camera gebruiken
PC-AFHANKELIJKE FUNCTIES 4.1
Bijgeleverde software
De camera wordt geleverd met de volgende software. Raadpleeg de informatie die bij de respectieve cd’s is geleverd voor de installatie van de software. Ulead Photo Express
Ulead® Photo Express™ 5.0 SE is een compleet fotoprojectprogramma voor digitale beelden. Haal foto’s probleemloos op van digitale camera’s of scanners. Bewerk en verbeter uw opnamen met gebruiksvriendelijke bewerkingsgereedschappen en fantastische fotografische filters en effecten. Stel creatieve fotoprojecten samen en deel uw resultaten met anderen via e-mail en talrijke afdrukopties.
Ulead Photo Explorer
Ulead® Photo Explorer™ 8.0 SE Basic biedt u een efficiënte manier om digitale media over te dragen, te verkennen, te wijzigen en te verdelen. Dit programma is het alles-in-een hulpmiddel voor eigenaars van digitale camera’s, webcams, DV-camcorders, scanners of iedereen die ernaar streeft op een efficiënte manier om te gaan met digitale media.
4.2
Bestanden overdragen naar uw computer
Nadat u met behulp van een USB-kabel een USB-verbinding tot stand hebt gebracht tussen de camera en uw computer, kunt u uw computer gebruiken om foto’s of videoclips te delen met uw familie of vrienden via e-mail of kunt u ze verzenden via het Internet. Voordat u begint , dient u uw systeem te controleren aan de hand van de onderstaande tabel. Systeemvereisten (Windows) CPU
Pentium III 600 MHz processor of hoger
Besturingssysteem
Windows ME / 2000 / XP
RAM
32 MB (64 MB RAM aanbevolen)
Harde schijfruimte
128 MB harde schijfruimte
Vereiste apparaten
CD-romstation Beschikbare USB-poort
Beeldscherm
Kleurenscherm (800 x 600, 24 bits of hoger aanbevolen)
Pc-afhankelijke Functies
17
Nederlands
4
4.2.1 Stap 1: Sluit de digitale camera aan op uw computer 1. Draai de keuzeschakelaar naar [ op de knop [ 2. Druk op [
] en druk vervolgens
] om uw camera in te schakelen.
] om het menu [Set-up 2] (Instelling 2) te
selecteren en gebruik vervolgens [ (Wijze USB) te selecteren.
] om [USB Mode]
3. Gebruik [ ] om [PC] te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 4. Sluit het ene uiteinde van de USB-kabel aan op een beschikbare USB-poort op uw computer. 5. In "Deze computer” wordt een nieuwe “Verwisselbare schijf ” gedetecteerd die uw opgenomen foto’s of videoclips bevat.
4.2.2 Stap 2: Foto’s of videoclips downloaden
Nederlands
Wanneer de digitale camera is ingeschakeld en op uw computer is aangesloten, wordt de camera, net als een diskette of cd, als een schijfstation beschouwd. U kunt foto’s downloaden (overdragen) door ze van de “Verwisselbare schijf ” te kopiëren naar de harde schijf van uw computer. Windows Open de “verwisselbare schijf ” en dubbelklik op de map DCIM om deze te openen en meer mappen te zoeken. Uw foto’s bevinden zich in deze map(pen). Selecteer de gewenste foto’s of videoclips en selecteer vervolgens “Kopiëren” in het menu “Bewerken”. Open de doellocatie (map) en selecteer “Plakken” in het menu “Bewerken”. U kunt de beeldbestanden ook slepen en neerzetten van de digitale camera naar de gewenste locatie.
• Gebruikers van een geheugenkaart kunnen er de voorkeur aan geven een geheugenkaartlezer te gebruiken (sterk aanbevolen).
• De toepassing voor de videoweergave is niet inbegrepen in het pakket. Zorg ervoor dat u uw toepassing voor videoweergave op uw computer hebt geïnstalleerd.
18
Pc-afhankelijke Functies
4.3
Afdrukstand
Zelfs als u geen computer hebt, kunt u de camera rechtstreeks aansluiten op een printer die PictBridge ondersteunt, een selectie maken van uw foto’s en deze afdrukken via het beeldscherm van de camera en de bedieningselementen. Met de PictBridge-ondersteuning kunt u ook opgeven welke foto’s u wilt afdrukken en hoeveel exemplaren u wilt afdrukken van elke foto. De camera aansluiten op de printer: 1. Draai de keuzeschakelaar naar [ op de knop [ 2. Druk op [
] en druk vervolgens
] om uw camera in te schakelen.
] om het menu [Set-up 2] (Instelling 2)te
selecteren en gebruik vervolgens [ (Wijze USB) te selecteren.
] om [USB Mode]
Nederlands
3. Gebruik [ ] of [ ] om [PRINT] (AFDRUKKEN) te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. 4. Sluit uw camera aan op de printer via de meegeleverde USB-kabel. Het scherm wordt automatisch uitgeschakeld en na enkele seconden verschijnt het instellingsscherm op het beeldscherm.
Pc-afhankelijke Functies
19
5
PROBLEEMOPLOSSING Raadpleeg de onderstaande lijst met symptomen en oplossingen voordat u de camera verzendt voor reparatie. Neem contact op met uw lokale verdeler of met een onderhoudsdienst als het probleem zich blijft voordoen.
Symptoom
Oorzaak
Er is geen batterij aanwezig of de De camera kan niet worden ingeschakeld. batterij is niet correct geplaatst. De batterij heeft geen vermogen. De batterij loopt snel leeg.
De batterij of camera voelt warm aan. De flitser werkt niet. De flitser laadt niet op.
Nederlands
Ondanks het feit dat de flitser heeft gewerkt, blijft het beeld donker. De foto is te helder of te donker. Ik kan de geheugenkaart niet formatteren. Ik kan geen opnamen downloaden.
20
Oplossing
Plaats de batterij op de correcte manier. Laad uw batterijen op of vervang ze door nieuwe batterijen. De externe temperatuur is extreem laag. — Er worden veel foto’s gemaakt in een donkere omgeving, zodat de flitser — steeds nodig is. De batterij is niet volledig geladen. Voer minstens één volledige cyclus De batterij werd niet gebruikt uit voor het opladen en ontladen van gedurende een langere periode de batterij voordat u deze opnieuw nadat deze werd opgeladen. gebruikt. De camera of flitser werd gedurende een langere periode ononderbroken — gebruikt. De cameraflitser is uitgeschakeld. Stel de flitser in op Automatische flitser. De lichtbron volstaat. — De flitser is niet beschikbaar in som— mige standen. De afstand tot het onderwerp is Ga dichter bij het onderwerp staan groter dan het effectieve bereik van en maak uw opname. de flitser. Er is een overdaad of een tekort aan Stel de belichtingscompensatie belichting. opnieuw in. De geheugenkaart is tegen schrijven Verwijder de schrijfbeveiliging. beveiligd. Einde levensduur geheugenkaart. Plaats een nieuwe geheugenkaart. Er is onvoldoende vrije ruimte op de Controleer of de harde schijf volharde schijf van uw computer. doende ruimte heeft voor het uitvoeren van Windows en of het station waar u de opnamebestanden wilt downloaden minstens evenveel vrije ruimte heeft als de inhoud van de geheugenkaart in de camera. Er wordt geen stroom geleverd aan Laad uw batterijen op of vervang ze, indien nodig, door nieuwe batterijen. de camera.
Probleemoplossing
Oorzaak
De camera neemt niet Het batterijvermogen is laag. op, zelfs wanneer de ontspanknop wordt De camera is niet ingesteld op de ingedrukt. Fotostand. De ontspanknop is niet volledig ingedrukt. Het intern geheugen of de geheugenkaart heeft geen vrije ruimte meer. De flitser is bezig met opladen.
De camera herkent de geheugenkaart niet.
De witbalans werd niet juist ingestDe kleuren van de opnamen worden niet eld wanneer de opnamen werden gemaakt. juist weergegeven.
Oplossing Laad uw batterijen op of vervang ze door nieuwe batterijen. Schakel naar de fotostand. Druk de ontspanknop volledig in. Plaats een nieuwe kaart of verwijder ongewenste bestanden. Wacht tot het pictogram van de flitserstand op het scherm stopt met knipperen. Formatteer de geheugenkaart voordat u deze voor de eerste maal gebruikt of voordat u deze met een andere camera gebruikt. Selecteer een geschikte instelling voor de witbalans voordat u een foto maakt.
Nadat de camera is aangesloten op een computer, verschijnt een foutbericht “Device not ready” (Apparaat niet gereed) of “Camera not ready” (Camera niet gereed).
De computer werkt met Windows 98 of eerder.
Wanneer de camera op een computer wordt aangesloten, loopt de computer vast.
De geheugenkaart in de camera is mogelijk niet geformatteerd.
Formatteer de geheugenkaart in Windows in het FAT16-formaat met behulp van een kaartlezer.
Er is een geheugenfout opgetreden.
De geheugenkaart is mogelijk niet correct geformatteerd.
Formatteer de geheugenkaart opnieuw in Windows in het FAT16formaat met behulp van een kaartlezer.
—
Probleemoplossing
21
Nederlands
Symptoom
6
SPECIFICATIES Item
Beschrijving
Beeldsensor
CCD
Effectieve pixels
6,0 megapixels
Beeldformaat
Foto( JPEG ): 2816 x 2112, 2272 x 1704, 1600 x 1200, 640 x 480 Videoclip(Motion JPEG AVI): 320 x 240(30fps)
Opnamemedia
8 MB intern geheugen SD-geheugenkaart
Zoom
Optisch: 3X Digitaal: 4X
Lens
F-nr.: Breedhoek: 3,2 / Tele: 5,3 Brandpuntsafstand: 5,4mm-16,2mm (Equivalent met 35mm camera: 32~96 mm)
Scherpstelbereik
Normaal: 50 cm-oneindig Breedhoek: 6 cm-oneindig
LCD-scherm
2,4" TFT-LCD
Zelfontspanner
10 sec vertraging, 2 sec vertraging, 10+2 sec vertraging
Belichtingscompensatie
-2,0EV~ +2,0EV (in stappen van 0,3EV)
Witbalans
Automatisch, Daglicht, Bewolkt, Gloeilamp, TL-lamp
Nederlands
ISO
Auto, 64, 100, 200
Interface
USB 1.1-aansluiting/ A/V-aansluiting
Voeding
2 x AA batterijen
Afmetingen
Ca. 89,3 x 28,6 x 61,1 mm
Gewicht
Ca. 130g (zonder batterijen en SD-geheugenkaart)
*Het ontwerp en de specificaties zijn onderhevig aan wijzigingen zonder voorafgaande kennisgeving.
22
Specificaties
ONDERSTEUNINGSINFORMATIE Technische Ondersteuning Als u problemen of vragen hebt met betrekking tot de camera, kunt u terecht op de volgende website voor meer hulp:
http://support.BenQ.com Bezoek de volgende website voor gratis updates van stuurprogramma’s, productinformatie en nieuws:
http://www.BenQ.com
Nederlands
7
Ondersteuningsinformatie
23
<Memo>
Nederlands 24
Ondersteuningsinformatie