DC E310 Digitale Camera Gebruiksaanwijzing
Welkom
Copyright Copyright 2006 van BenQ Corporation. Alle rechten voorbehouden Geen onderdeel van deze publicatie mag gekopieerd, overgedragen, overgeschreven, opgeslagen in een archiefsysteem, of vertaald worden naar enige taal of computertaal, in welke vorm of op welke manier dan ook, elektronisch, mechanisch, magnetisch, optisch, chemisch, handmatig, of anderszins, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van deze firma.
Afstandverklaring BenQ Corporation maakt geen toezeggingen of geeft geen garanties, uitdrukkelijk of impliciet, met betrekking tot de inhoud hiervan en neemt specifiek afstand van aanspraken, verkoopbaarheid of geschiktheid voor een bijzonder doel. Verder behoudt BenQ Corporation zich het recht voor deze publicatie te herzien en van tijd tot tijd wijzigingen aan te brengen in de inhoud ervan zonder verplichting van de onderneming enig persoon op de hoogte te brengen van deze revisies of wijzigingen. *Windows, Internet Explorer en Outlook Express zijn handelsmerken van Microsoft Corporation. Anderen zijn copyrights van hun respectievelijke ondernemingen of organisaties.
Voor uw camera zorgen • Gebruik uw camera niet bij temperaturen onder 0ºC of boven 40ºC. • Gebruik of bewaar uw camera niet in de volgende omgevingen: – Direct zonlicht – Hoge en stoffige plaatsen – Naast de airconditioning, elektrische kachel of andere warmtebronnen – In een afgesloten auto die in de zon staat. – Onstabiele omgevingen. • Als uw camera nat wordt, droog hem dan zo snel mogelijk met een droge doek. • Zout en zeewater kunnen ernstige schade toebrengen. • Gebruik geen organische oplosmiddelen zoals alcohol, enz. om uw camera te reinigen. • Wanneer de lens of zoeker vuil is, gebruik dan een lensborstel of een zachte doek om de lens te reinigen. Raak de lens niet aan met uw vingers. • Ten einde elektrische schokken te vermijden, raden wij u aan uw camera niet zelf uit elkaar te halen of te repareren. • Water kan brand of een elektrische schok veroorzaken. Bewaar uw camera daarom op een droge plaats. • Gebruik uw camera niet buiten wanneer het regent of sneeuwt. • Gebruik uw camera niet in of in de buurt van water. • Wanneer een vreemde substantie of water in uw camera komt, zet de camera dan onmiddellijk uit en haal de batterijen en de transformator eruit. Verwijder de vreemde substantie of het water en stuur de camera naar een onderhoudscentrum. • Zet de gegevens over op de computer zodra dat mogelijk is om dataverlies te voorkomen. Verwijdering van afval van elektrische en elektronische apparaten door gebruikers in privéhuishoudens in de Europese Unie. Dit symbool op het product of op de verpakking geeft aan dat het niet als huishoudelijk afval mag worden verwijderd. U dient uw versleten apparatuur af te geven volgens het toepasselijke terugnameschema voor de recyclage van elektrische en elektronische apparaten. Voor meer informatie over de recyclage van dit apparaat, kunt u contact opnemen met uw lokaal stadsbestuur, de winkel waar u het apparaat hebt gekocht of het vuilnisverwerkingsbedrijf. Dankzij de recyclage van materialen worden de natuurlijke bronnen bewaard en wordt het apparaat gerecycleerd op een manier die de menselijke gezondheid en het milieu beschermd.
Inhoudstabel 1 RONDLEIDING DOOR UW CAMERA ...............................................................................1 1.1 1.2
Inhoud verpakking ............................................................................................................... 1 Camera-onderdelen ............................................................................................................. 2 1.2.1 Vooraanzicht .............................................................................................................. 2 1.2.2 Achteraanzicht ........................................................................................................... 2 1.2.3 Pictogrammen op het LCD-scherm .......................................................................... 3 1.2.3.1 Beeldschermpictogrammen - Foto-opnamestand: ......................................... 3 1.2.3.2 Beeldschermpictogram - Video-opnamestand: ................................................ 4 1.2.3.3 Beeldschermpictogrammen - Fotoweergavestand: .......................................... 4 1.2.3.4 Beeldschermpictogrammen - Videoweergavestand: ........................................ 4
2 UW CAMERA VOORBEREIDEN VOOR GEBRUIK ..............................................................5 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8
De batterijen installeren ....................................................................................................... 5 Een SD-geheugenkaart plaatsen (Optioneel accessoire) .................................................... 6 Een geheugenkaart verwijderen: .......................................................................................... 6 De handriem bevestigen: ..................................................................................................... 7 De voeding in-/uitschakelen ................................................................................................ 7 De taal kiezen ....................................................................................................................... 7 De geheugenkaart formatteren ............................................................................................ 8 De beeldresolutie en -kwaliteit instellen ............................................................................. 9
3 CAMERABEDIENINGSSTAND .......................................................................................10
3.2 3.3
Opnamestand ..................................................................................................................... 10 3.1.1 Normale stand .......................................................................................................... 10 3.1.2 Macrostand ............................................................................................................... 10 3.1.3 Digitale zoom ........................................................................................................... 11 3.1.4 Fotostand .................................................................................................................. 11 3.1.5 Flitser ........................................................................................................................ 12 VIDEOSTAND ................................................................................................................... 13 3.2.1 Videoclips opnemen ................................................................................................ 13 Weergavestand ................................................................................................................... 14 3.3.1 Foto’s bekijken ......................................................................................................... 14 3.3.2 Videoclips bekijken .................................................................................................. 15 3.3.3 Miniatuurafbeeldingen weergeven .......................................................................... 15 3.3.4 Foto’s draaien ........................................................................................................... 16 3.3.5 Weergave diavoorstelling ......................................................................................... 16 3.3.6 Opnamen beveiligen ................................................................................................ 17 3.3.7 Opnamen verwijderen ............................................................................................. 17
Nederlands
3.1
4 MENU-OPTIES ..........................................................................................................18 4.1
4.2 4.3
Menu Capture (Opname) .................................................................................................. 18 4.1.1 Quality (Kwaliteit) ................................................................................................... 18 4.1.2 Size (Grootte) ........................................................................................................... 18 4.1.3 WB (Witbalans) ....................................................................................................... 18 4.1.4 Shooting (Opnemen) ............................................................................................... 19 Het menu Video ................................................................................................................. 19 4.2.1 Size (Grootte) ........................................................................................................... 19 Weergavemenu ................................................................................................................... 19 4.3.1 Delete (Verwijderen) ............................................................................................... 19
Inhoudstabel
i
4.4
4.3.2 Delete All (Alles verwijderen) .................................................................................. 19 4.3.3 Slideshow (Diavoorstelling) .................................................................................... 19 4.3.4 Protect (Beveiligen) ................................................................................................. 19 4.3.5 Thumbnail (Miniatuur) .......................................................................................... 20 4.3.6 Rotation (Draaien) ................................................................................................... 20 Het menu Setup (Instelling) .............................................................................................. 20 4.4.1 Language (Taal) ....................................................................................................... 20 4.4.2 Frequency (Frequentie) ........................................................................................... 20 4.4.3 Power off (Uitschakelen) ......................................................................................... 20 4.4.4 Bepper (Pieptoon) ................................................................................................... 20 4.4.5 Format (Formatteren) ............................................................................................. 20 4.4.6 Reset .......................................................................................................................... 20
5 AANSLUITEN OP EEN COMPUTER ...............................................................................21 5.1 5.2 5.3 5.4
De Digitale Camera-software installeren .......................................................................... 21 Bijgeleverde software .......................................................................................................... 21 Overdragen van bestanden van/naar een computer ........................................................ 22 5.3.1 Foto’s en videoclips overdragen .............................................................................. 22 DE CAMERA ALS PC-CAMERA GEBRUIKEN .............................................................. 23
6 PROBLEEMOPLOSSING ................................................................................................25 7 SPECIFICATIES ............................................................................................................26 8 ONDERSTEUNINGSINFORMATIE .................................................................................27
Nederlands ii
Inhoudstabel
1
RONDLEIDING DOOR UW CAMERA 1.1
Inhoud verpakking
De verpakking bevat de volgende items: Algemene productonderdelen 1. Gebruiksaanwijzing 2. Digitale camera 3. USB-kabel 4. Camerariem 5. Cd-rom met de camerasoftware 6. Cameratas 7. Batterijen Algemene (optionele) accessoires: 1. Geheugenkaart
Indien een onderdeel ontbreekt of beschadigd lijkt, neem dan contact op met uw leverancier. Bewaar de verpakking voor het geval u deze zou nodig hebben om uw camera te verzenden voor onderhoud.
• •
Nederlands
Opmerking De accessoires en onderdelen kunnen verschillen afhankelijk van de kleinhandelaar. 16MB intern geheugen waarmee u beelden kunt opnemen en opslaan zonder dat u een extra geheugenkaart nodig hebt. U kunt de geheugencapaciteit echter wel uitbreiden (tot 1GB) door middel van een externe geheugenkaart.
Rondleiding door uw camera
1
1.2
Camera-onderdelen
1.2.1 Vooraanzicht 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Oogje voor riem Lensdop Lens LED zelfontspanner Flitser Voedingsknop Ontspanknop
1.2.2 Achteraanzicht 1.
Scherpstelschakelaar
2. 3.
Macrostand Status-LED Knop
Normale stand
Weergaveknop 4.
Nederlands
5.
2
Pijlknop (rechts) Knop MODE (MODUS) SET (INSTELLEN)-instelknop
6.
Flitserknop Pijlknop (omlaag) Knop MENU
7.
Pijlknop (links)
8. 9. 10. 11. 12.
Zoomknop LCD-scherm USB-aansluiting Batterijklep Geheugenkaartklep Statiefbevestiging
Rondleiding door uw camera
1.2.3 Pictogrammen op het LCD-scherm 1.2.3.1 Beeldschermpictogrammen - Foto-opnamestand:
3.
4.
Opnamestand Scherpstelstand Macrostand [Geen pictogram] Normale stand Fotostand [Geen Pictogram] Eén Zelfontspanner Cont. 1,3MP Cont. VGA Witbalans A Automatisch Daglicht Bewolkt Gloeilamp
5.
6.
7. 8. 9.
TL-lamp Beeldformaat VGA 1,3MP 3MP 4MP
1
11 10
9
2 3 4 5 6
2x
8 7
10. Batterijniveau Volledig batterijvermogen Gemiddeld batterijvermogen Bijna geen batterijvermogen 11. Geheugenkaartindicator [Geen pictogram] Intern geheugen SD-geheugenkaart
5MP Beeldkwaliteit Normaal Fijn Superfijn Mogelijk aantal opnamen Indicator digitale zoom Flitserstand Flitser uit
Nederlands
1. 2.
Automatische flitser
Rondleiding door uw camera
3
1.2.3.2 Beeldschermpictogram - Video-opnamestand: 2 3
1
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Videostand Geheugenkaartindicator Batterijniveau Mogelijke opnametijd Beeldformaat Scherpstelstand (alleen in de voorbeeldstand)
6
5 4
1.2.3.3 Beeldschermpictogrammen - Fotoweergavestand: 1. 2. 3.
Opnamestand Beveiligingspictogram Bestandsnummer/totaal aantal bestanden
1
2
3
Nederlands
1.2.3.4 Beeldschermpictogrammen - Videoweergavestand: 1
1. 2. 3. 4. 5.
Totale opnametijd Videostand Beveiligingspictogram Bestandsnummer/totaal aantal bestanden Indicator Video afspelen/stoppen 5 2
4
3
4
Rondleiding door uw camera
2
UW CAMERA VOORBEREIDEN VOOR GEBRUIK U kunt 2 AAA-batterijen (alkaline of Ni-MH) gebruiken om de camera van voeding te voorzien.
2.1
De batterijen installeren
1. Zorg ervoor dat de camera is uitgeschakeld. 2. Schuif de batterijklep in de richting van de pijl [OPEN]. 3. Plaats de batterijen en let hierbij op de correcte polariteit. (+ en -). 4. Sluit de batterijklep.
Opmerking •
•
• • •
Verschillende batterijtypes en omgevingstemperaturen kunnen de prestaties van de batterij beïnvloeden. Gebruik de batterijen niet in een uitzonderlijk koude omgeving, aangezien lage temperaturen de levensduur van de batterij kunnen verkorten en de prestaties van de camera kunnen verminderen. Lage temperaturen beïnvloeden ook de prestaties van de alkalinebatterij. Daarom zijn oplaadbare Ni-MH batterijen sterk aanbevolen. Als u de nieuwe oplaadbare batterijen gebruikt of oplaadbare batterijen die gedurende langere tijd niet zijn gebruikt (batterijen die de vervaldatum overschrijden zijn uitzonderingen), kan het aantal foto’s dat kan worden genomen worden beïnvloed. Om de prestatie en de levensduur van de batterijen te maximaliseren, raden wij daarom aan de batterijen gedurende minstens één cyclus volledig op te laden en te ontladen voordat u ze gebruikt. Als u de batterijen gedurende langere tijd niet zult gebruiken, verwijder ze dan uit de camera om lekken of corrosie te voorkomen. Gebruik nooit batterijen van verschillende types samen of meng geen oude en nieuwe batterijen. Gebruik nooit mangaanbatterijen.
Uw camera voorbereiden voor gebruik
Nederlands
•
5
2.2
Een SD-geheugenkaart plaatsen (Optioneel accessoire)
De camera wordt geleverd met 16 MB intern geheugen, zodat u foto’s en videoclips op de camera kunt opslaan. U kunt echter ook de geheugencapaciteit uitbreiden met een optionele SD-geheugenkaart (Secure Digital) zodat u nog meer foto’s en videoclips kunt opslaan. 1. Zorg ervoor dat de camera is uitgeschakeld. 2. Plaats een SD-geheugenkaart: • De voorkant van de geheugenkaart (gedrukte pijl) moet naar de achterkant van de camera gericht zijn. • Indien u de kaart niet kunt plaatsen, controleer dan de oriëntatie.
Opmerking •
2.3
Zorg ervoor dat u de geheugenkaart met deze camera formatteert voordat u de kaart voor het eerst gebruikt. Raadpleeg het hoofdstuk 2.7 “De geheugenkaart formatteren” in deze handleiding voor meer details.
Een geheugenkaart verwijderen:
Nederlands
Zorg ervoor dat de camera is uitgeschakeld. Duw lichtjes op de rand van de geheugenkaart zodat deze wordt uitgeworpen.
Opmerking • •
6
Om te vermijden dat waardevolle gegevens per ongeluk worden gewist van de SDgeheugenkaart, moet u het schrijfbeveiligingsklepje (op de zijkant van de SDgeheugenkaart) naar de stand “LOCK (VERGRENDELEN)” schuiven. Om gegevens op de SD-geheugenkaart op te slaan, te bewerken of te wissen, moet u de kaart ontgrendelen.
Uw camera voorbereiden voor gebruik
2.4
De handriem bevestigen:
gebruik altijd de riem om te voorkomen dat u de camera per ongeluk laat vallen.
2.5
De voeding in-/uitschakelen
De camera wordt als volgt in- en uitgeschakeld: 1. U kunt de POWER (VOEDINGSKNOP) gebruiken om de camera in of uit te schakelen. • Open de lensdop voordat u begint met het maken van foto’s/opnemen van videoclips. • Wanneer de voeding wordt ingeschakeld, wordt de camera opgestart in de stand .
Opmerking •
2.6
Als de camera niet wordt gebruikt gedurende een bepaalde periode terwijl de camera is ingeschakeld, zal deze naar een inactieve stand schakelen en zichzelf uiteindelijk uitschakelen om stroom te besparen.
De taal kiezen
2. Selecteer [Language] (Taal) en stel de knop SET (INSTELLEN) in om de weergegeven taal te selecteren. 3. Druk op de knop MENU om af te sluiten.
Language English
Uw camera voorbereiden voor gebruik
Nederlands
Geef de taal op voor de menu’s en berichten die op het LCD-scherm van uw camera worden weergegeven. De taalinstelling selecteren. 1. Stel de knop MODE (MODUS) in op en druk op de knop SET (INSTELLEN).
SET
7
2.7
De geheugenkaart formatteren
Met dit hulpprogramma kunt u de SD-geheugenkaart/het interne geheugen formatteren en alle opnamen en gegevens die op de geheugenkaart zijn opgeslagen, worden gewist. De geheugenkaart formatteren: 1. Stel de knop MODE (MODUS) in op en druk op de knop SET (INSTELLEN). 2. Selecteer [Format] (Formatteren) met de knop / en druk op de knop SET (INSTELLEN). 3. Selecteer met de knop / en druk op de knop SET (INSTELLEN) .
Format
SET
• Selecteer om het formatteren te annuleren en druk op de knop SET (INSTELLEN). 4. Druk op de knop MENU om af te sluiten.
Opmerking • •
Als u het interne geheugen wilt formatteren, mag u geen SD-kaart in de camera plaatsen. Anders zult u de SD-geheugenkaart formatteren. Wanneer u de SD-kaart formatteert, worden ook de beveiligde foto’s en videoclips gewist. Zorg ervoor dat u een back-up hebt gemaakt voordat u de kaart formatteert.
Nederlands 8
Uw camera voorbereiden voor gebruik
2.8
De beeldresolutie en -kwaliteit instellen
De resolutie- en kwaliteitsinstellingen bepalen de pixelgrootte (afmeting), de grootte van het beeldbestand en de compressieverhouding voor uw opnamen. Deze instellingen beïnvloeden het aantal opnamen dat in het geheugen of op een geheugenkaart kan worden opgeslagen. Wij raden u aan terwijl u de camera leert kennen, elke instelling voor de kwaliteit en resolutie te proberen zodat u zich een idee kunt vormen van het effect dat deze instellingen op uw opnamen zal hebben. Opnamen met een hogere resolutie en een hogere kwaliteit bieden de beste fotografische resultaten, maar produceren ook grotere bestandsformaten. Hierdoor zullen minder opnamen meer geheugenruimte innemen. Instellingen met een hoge resolutie en kwaliteit zijn aanbevolen voor afdrukken en situaties waarin de fijnste details zijn vereist. Opnamen met een lagere resolutie/kwaliteit nemen minder geheugenruimte in en kunnen geschikt zijn voor het delen van opnamen via eQuality SET mail, in een rapport of op een webpagina. Normal De opnameresolutie of -kwaliteit wijzigen: 1. Stel de knop MODE (MODUS) in op en druk op de knop SET (INSTELLEN).
Size 3MP
SET
Nederlands
2. Druk op de knop MENU. 3. Select [Quality]/[Size] (Kwaliteit/Grootte) met de knoppen / . 4. Stel de knop SET (INSTELLEN) in op de gewenste instelling. 5. Druk op de knop MENU om af te sluiten.
Opmerking •
In de videostand is alleen de instelling [Size] (Grootte) beschikbaar.
Uw camera voorbereiden voor gebruik
9
3
CAMERABEDIENINGSSTAND Dit hoofdstuk beschrijft de bedieningsstanden van de camera, en legt uit hoe u foto’s kunt maken, videoclips kunt opnemen en foto’s en video’s kunt bekijken.
3.1
Opnamestand
3.1.1 Normale stand Uw camera is voorzien van een 1,5” LCD-scherm waarop u de opnamen kunt samenstellen. Voordat u begint met het maken van foto’s, moet u controleren of de lensdop is geopend en of de scherpstelschakelaar is ingesteld op de geschikte fotostand. 1. Neem de lensdop weg. 2. Stel de scherpstelschakelaar in op . 3. Stel de knop MODE (MODUS) in op en druk op de knop SET (INSTELLEN). 4. Stel uw opname samen op het display. 5. Plaats het onderwerp van uw foto in het midden en druk op de ontspanknop.
Opmerking •
Het LCD-scherm wordt donkerder bij sterk zonlicht of helder licht. Dit is geen defect.
Nederlands
3.1.2 Macrostand Gebruik de Macrostand om close-ups te maken van dichtbijgelegen onderwerpen, zoals bloemen of insecten. Deze functie kan worden gebruikt voor close-ups van onderwerpen die zich op een afstand van 0,4 tot 0,6 m bevinden. 1. Neem de lensdop weg. 2. Stel de scherpstelschakelaar in op . 3. Stel de knop MODE (MODUS) in op en druk op de knop SET (INSTELLEN). 4. Stel uw opname samen op het display en druk op de ontspanknop.
10
Camerabedieningsstand
3.1.3 Digitale zoom Wanneer u de digitale zoom gebruikt, lijkt het alsof de onderwerpen dichterbij staan. Met de digitale zoom kunt u inzoomen op de opname zonder dat u inboet aan kwaliteit. 1. Stel de knop MODE (MODUS) in op en druk op de knop SET (INSTELLEN).
2x
2. Stel uw opname samen terwijl u naar het LCD-scherm kijkt. 3. Druk op de knop om de digitale zoom te activeren. • Stel de knop
1X
in om te vergroten tot 4x.
2X
3X
4X
4. Druk op de ontspanknop om het “ingezoomde” beeld op te nemen.
Opmerking • • •
De digitale zoom wordt niet automatisch geannuleerd nadat een opname is gemaakt. De digitale zoom is alleen beschikbaar in de opnamestanden Eén en Zelfontspanner. De digitale zoom is niet beschikbaar voor opnamen die groter zijn dan 4MP.
In de fotostand kunt u foto’s maken met de volgende opties: één foto, zelfontspanner, continu 1,3 MP en continu VGA. 1. Stel de knop MODE (MODUS) in op en druk op de knop SET (INSTELLEN). 2. Druk op de knop MENU . 3. Selecteer [Shooting] (Foto maken) met de knoppen / en druk op de knop . 4. Stel de knop SET (INSTELLEN) in om de gewenste optie te selecteren. 5. Druk op de knop MENU om de menustand af te sluiten. 6. Stel uw opname samen en druk op de ontspanknop. Fotostand Eén (Geen Pictogram)
Beschrijving Maakt één foto per keer.
Zelfontspanner
Maakt de foto ongeveer 10 seconden nadat de ontspanknop is ingedrukt.
Cont. 1,3MP
Hiermee kunt u 3 opeenvolgende foto’s maken met een maximale opnamegrootte van 1,3 MP.
Cont. VGA
Hiermee kunt u 3 opeenvolgende foto’s maken tot een maximale opnamegrootte van 1,3 MP.
Camerabedieningsstand
11
Nederlands
3.1.4 Fotostand
3.1.5 Flitser De flitser is voorzien om automatisch te werken wanneer de belichtingsomstandigheden het gebruik van de flitser vereisen. Wanneer u in de Normale stand bent (de scherpstelschakelaar is ingesteld op
), kunt u een foto maken met een flitserstand die geschikt is voor de
omstandigheden. 1. Stel de knop MODE (MODUS) in op knop SET (INSTELLEN). 2. Druk herhaaldelijk op de knop flitserstand verschijnt.
en druk op de
tot de gewenste
: Automatische flitser. De flitser gaat automatisch af afhankelijk van de omgevingsverlichting. Selecteer deze stand voor algemene flitsfotografie. : Flitser uit. De flitser zal niet afgaan. Selecteer deze stand wanneer u foto’s maakt op een plaats waar het gebruik van een flitser verboden is, of wanneer de afstand tot het object buiten het effectieve bereik van de flitser ligt. : Rode ogen reductie. Gebruik deze stand om het rode ogen-effect te reduceren wanneer u natuurlijk uitziende foto’s maakt van mensen of dieren bij zwakke belichtingsomstandigheden. 3. Stel de foto samen en druk op de ontspanknop.
Opmerking
Nederlands
•
•
12
Schakel de flitser uit als u deze niet zult gebruiken. Wanneer u de flitser uitschakelt zal de camera sneller opstarten en werken omdat de condensator niet onnodig moet worden opgeladen. Als u de flitser uitschakelt wanneer u deze niet nodig hebt, zult u ook de levensduur van de batterij verlengen. De flitserstand wordt automatisch uitgeschakeld wanneer u close-upfoto’s maakt.
Camerabedieningsstand
3.2
VIDEOSTAND
3.2.1 Videoclips opnemen Met de filmstand kunt u videoclips (zonder audio) opnemen met een resolutie van VGA/QVGA-pixels. 1. Neem de lensdop weg. 2. Druk op de knop POWER (VOEDING). 3. Stel de knop MODE (MODUS) in op en druk op de knop SET (INSTELLEN). 4. Druk op de ontspanknop om de opname van een videoclip te starten. 5. Druk opnieuw op de ontspanknop om de opname te stoppen.
Opmerking De flitser/zelfontspanner kan niet worden gebruikt.
Nederlands
•
Camerabedieningsstand
13
3.3
Weergavestand
In de weergavestand kunt u foto’s bekijken, vergroten en verwijderen, videofragmenten afspelen of een diavoorstelling geven. De weergavestand biedt ook een miniatuurweergave van de opnamen, zodat u snel de gewenste opname kunt zoeken.
3.3.1 Foto’s bekijken Wanneer u een foto maakt of een video opneemt, wordt deze onmiddellijk opgeslagen in het interne geheugen of op een SD-geheugenkaart. Foto’s en video’s in het interne geheugen of op een SD-geheugenkaart kunnen op het LCD-scherm worden weergegeven. Volg de onderstaande stappen om foto’s te bekijken: 1. Neem de lensdop weg. 2. Druk op de knop POWER (VOEDING). 3. Druk op de knop . De laatste opname verschijnt op het scherm. 4. Gebruik de knoppen / om de video te selecteren die u wilt bekijken. • Druk op de knop • Druk op de knop
om de volgende foto weer te geven. om de vorige foto weer te geven.
Opmerking
Nederlands 14
•
De foto’s worden weergegeven vanaf de volgende opnamemedia: * Als er geen geheugenkaart is geplaatst, wordt afgespeeld vanaf het interne geheugen. * Als er wel een SD-geheugenkaart is geplaatst, wordt afgespeeld vanaf de SDgeheugenkaart.
•
Als er geen foto’s in het geheugen zijn opgeslagen, verschijnt
op het LCD-scherm.
Camerabedieningsstand
3.3.2 Videoclips bekijken Volg deze stappen om een opgenomen videoclip op te nemen: 1. Neem de lensdop weg. 2. Druk op de knop POWER (VOEDING). 3. Druk op de knop . De laatste opname verschijnt op het scherm. 4. Gebruik de knoppen / om de video te selecteren die u wilt bekijken. 5. Druk op de knop SET (INSTELLEN). • De weergave wordt gestart. • De indicator van de verstreken weergave of de verstreken duur wordt weergegeven op het LCD-scherm. 6. Druk op de knop SET (INSTELLEN) om de weergave te stoppen.
Opmerking • •
De zoomfunctie kan niet worden geactiveerd tijdens het afspelen van de video. Om de videoclip af te spelen op uw computer, kunt u Windows Media Player of Apple “QuickTime Player” gebruiken.
Met deze functie kunt u zes miniatuurbeelden tegelijk weergeven op het LCD-scherm, zodat u een specifieke opname kunt zoeken. Volg de onderstaande stappen om foto’s te bekijken: 1. Druk op de knop . 2. Druk op de knop MENU. 90 3. Selecteer [Thumbnail] (Miniatuur) met de knoppen / en druk op de knop SET (INSTELLEN). Thumbnail SET 4. Om een foto op volledige schermgrootte te bekijken, selecteert u de opname met behulp van de knoppen / en drukt u vervolgens op de knop SET (INSTELLEN). De geselecteerde opname wordt weergegeven op volledige schermgrootte op het LCD-scherm.
Camerabedieningsstand
15
Nederlands
3.3.3 Miniatuurafbeeldingen weergeven
3.3.4 Foto’s draaien U kunt foto’s draaien terwijl ze worden weergegeven. De geselecteerde foto draaien. 1. Druk op de knop . 2. Druk op de knop MENU. 3. Selecteer [Thumbnail] (Miniatuur) met de knoppen / en druk op de knop SET (INSTELLEN). • De foto wordt 90 graden linksom gedraaid en weergegeven. 4. Herhaal stappen 2-3 om de foto in verschillende richtingen te draaien.
90
Rotation
SET
3.3.5 Weergave diavoorstelling Met de functie diavoorstelling kunt u uw afbeeldingen automatisch achtereenvolgens afspelen zoals een diavoorstelling. Dit is een heel handige en prettige functie voor het bekijken van opgenomen afbeeldingen en voor presentatiedoeleinden. Foto’s bekijken: 1. Druk op de knop .
Nederlands
2. Druk op de knop MENU. 3. Selecteer [Slideshow] (Diavoorstelling) met de knoppen / en druk op de knop SET (INSTELLEN). Slideshow • De diavoorstelling begint met de weergave van uw foto’s op het LCD-scherm. Ze worden een voor een weergegeven volgens het door u ingestelde interval. • Druk op de knop SET (INSTELLEN) om de diavoorstelling te stoppen. De diavoorstelling wordt voortdurend herhaald tot u deze stopt.
16
90 SET
Camerabedieningsstand
3.3.6 Opnamen beveiligen U kunt de opnamen instellen als beveiligde bestanden om te vermijden dat ze per ongeluk worden gewist. 1. Druk op de knop . 2. Druk op de knop MENU. 3. Selecteer [Protect] (Beveiligen) met de knoppen / en druk op de knop SET (INSTELLEN). • De beveiliging wordt toegepast op de opname en de camera keert terug naar de weergavestand. • Het beveiligingspictogram wordt weergegeven bij de beveiligde opnamen.
90
Protect
SET
3.3.7 Opnamen verwijderen Foto’s of videoclips van uw camera verwijderen: 1. Druk op de knop .
• Selecteer om het verwijderen te annuleren en druk op de knop SET (INSTELLEN) . • wordt weergegeven wanneer er geen opnamen zijn opgeslagen op de geheugenkaart (of in het interne geheugen).
Nederlands
2. Druk op de knop MENU. 90 3. Selecteer [Delete] (Verwijderen) of [Delete All] (Alles verwijderen) met de knoppen / en druk op de knop Delete SET (INSTELLEN). SET • Verwijderen: Verwijdert de geselecteerde/laatste foto/videoclip. • Delete all (Alles verwijderen): verwijdert alle foto’s/videoclips behalve de beveiligde bestanden. 4. Selecteer met de knoppen / en druk op de knop SET (INSTELLEN). 90
Delete All
SET
Opmerking •
Als u foto’s of video’s die in het interne geheugen zijn opgeslagen wilt verwijderen, mag u geen geheugenkaart in de camera plaatsen. Anders zult u de foto’s of videoclips verwijderen die op de geheugenkaart zijn opgeslagen.
Camerabedieningsstand
17
4
MENU-OPTIES 4.1
Menu Capture (Opname)
Dit menu is bedoeld voor de basisinstellingen die moeten worden gebruikt wanneer foto’s worden gemaakt. 1. Stel de knop MODE (MODUS) in op en druk op de knop SET (INSTELLEN). 2. Druk op de knop MENU. 3. Druk op de knoppen / om de gewenste instelling te selecteren. 4. Stel de knop SET (INSTELLEN) in om de selectie te bevestigen. 5. Druk op de knop MENU om af te sluiten.
Size 3MP
SET
4.1.1 Quality (Kwaliteit) Hiermee wordt de kwaliteit (compressieverhouding) ingesteld voor de foto die u wilt maken. • • •
Normaal Fijn Superfijn
4.1.2 Size (Grootte)
Nederlands
Hiermee wordt de grootte ingesteld van de opname die zal worden gemaakt. • VGA • 1,3MP • 3MP • 4MP •
5MP
4.1.3 WB (Witbalans) Deze optie stelt de witbalans in voor het opnemen onder verschillende belichtingsomstandigheden. Hiermee kunnen opnamen worden gemaakt die de omstandigheden die door het menselijke oog kunnen worden gezien, benaderen. • A Automatisch • Daglicht • Bewolkt • Gloeilamp • TL-lamp
18
MENU-opties
4.1.4 Shooting (Opnemen) Zie 3.1.4 “Fotostand” voor meer details.
4.2
Het menu Video
In dit menu kunt u de basisinstellingen voor het opnemen van videoclips configureren. 1. Stel de knop MODE (MODUS) in op en druk op de knop SET (INSTELLEN). 2. Druk op de knop MENU. 3. Stel de knop SET (INSTELLEN) in om de gewenste instelling te selecteren. 4. Druk op de knop MENU om af te sluiten.
Size VGA
SET
4.2.1 Size (Grootte) Hiermee wordt de grootte ingesteld van de video die zal worden opgenomen. • VGA • QVGA
Weergavemenu
Configureer in de stand 1. Druk op de knop
de instellingen die moeten worden gebruikt voor de weergavemenu’s. .
2. Druk op de knop MENU. 3. Druk op de knoppen / om de gewenste instelling te selecteren. 4. Druk op de knop SET (INSTELLEN) om het submenu te openen of de selectie te bevestigen. 5. Druk op de knop om af te sluiten.
90
Delete
Nederlands
4.3
SET
4.3.1 Delete (Verwijderen) Zie 3.3.7 “Opnamen verwijderen” voor meer details.
4.3.2 Delete All (Alles verwijderen) Zie 3.3.7 “Opnamen verwijderen” voor meer details.
4.3.3 Slideshow (Diavoorstelling) Zie 3.3.5 “Weergave diavoorstelling” voor meer details.
4.3.4 Protect (Beveiligen) Zie 3.3.6 “Opnamen beveiligen” voor meer details.
MENU-opties
19
4.3.5 Thumbnail (Miniatuur) Zie 3.3.3 “Miniatuurafbeeldingen weergeven” voor meer details.
4.3.6 Rotation (Draaien) Zie 3.3.4 “Foto’s draaien” voor meer details.
4.4
Het menu Setup (Instelling)
In dit menu kunt u de algemene instellingen configureren voor de gebruiksomgeving van uw camera. 1. Stel de knop MODE (MODUS) in op en druk op de knop SET (INSTELLEN). 2. Druk op de knoppen / om de gewenste instelling te selecteren. 3. Stel de knop SET (INSTELLEN) in om de gewenste instelling te bevestigen. 4. Druk op de knop MENU om af te sluiten.
4.4.1 Language (Taal) Zie 2.6 “De taal kiezen” voor meer details.
4.4.2 Frequency (Frequentie)
Nederlands
Deze camera ondersteunt verschillende belichtingsfrequenties. 50 Hz en 60 Hz. Wanneer u foto’s maakt bij TL-verlichting, selecteert u de correcte frequentie-instelling volgens de spanning in uw regio. Deze functie is alleen van kracht als u de Witbalans instelt op TLverlichting. • 50Hz / 60Hz
4.4.3 Power off (Uitschakelen) Als er gedurende een bepaalde periode geen bewerking wordt uitgevoerd, wordt de camera automatisch uitgeschakeld. • 1 Min. / 3 Min. / Off (Uit)
4.4.4 Bepper (Pieptoon) Hiermee wordt telkens een geluid weergegeven wanneer u op een knop op de camera drukt. • Aan/Uit
4.4.5 Format (Formatteren) Zie 2.7 “De geheugenkaart formatteren” voor meer details.
4.4.6 Reset Gebruik deze optie om alle instellingen opnieuw in te stellen volgens de fabriekswaarden.
20
MENU-opties
5
AANSLUITEN OP EEN COMPUTER Wanneer u de camera aansluit op uw computer, kunt u de volgende functies uitvoeren: • foto’s, videofragmenten en geluidsfragmenten uploaden naar uw computer voor opslag en organisatie
5.1
De Digitale Camera-software installeren
• Het wordt aangeraden om het stuurprogramma en de software te installeren voordat de digitale camera op de PC wordt aangesloten. Als u door de inhoud van de CD-ROM wilt bladeren en de software handmatig wilt installeren, raadpleeg dan de onderstaande beschrijving van de CD-inhoud.
5.2
Bijgeleverde software
De camera wordt geleverd met de volgende software. Raadpleeg de informatie die bij de respectieve cd’s is geleverd voor de installatie van de software. Beschrijving
Ulead Photo Express
Ulead® Photo Express™ 5.0 SE is een compleet fotoprojectprogramma voor digitale beelden. Haal foto’s probleemloos op van digitale camera’s of scanners. Bewerk en verbeter uw opnamen met gebruiksvriendelijke bewerkingsgereedschappen en fantastische fotografische filters en effecten. Stel creatieve fotoprojecten samen en deel uw resultaten met anderen via e-mail en talrijke afdrukopties.
Ulead Photo Explorer
Ulead® Photo Explorer™ 8.0 SE Basic biedt u een efficiënte manier om digitale media over te dragen, te verkennen, te wijzigen en te verdelen. Dit programma is het alles-in-een hulpmiddel voor eigenaars van digitale camera’s, webcams, DV-camcorders, scanners of iedereen die ernaar streeft op een efficiënte manier om te gaan met digitale media.
Aansluiten op een computer
Nederlands
Software
21
5.3
Overdragen van bestanden van/naar een computer
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u beelden of video’s kunt overdragen tussen uw camera en een PC met Windows XP/ME/2000.
5.3.1 Foto’s en videoclips overdragen Deze sectie toont u hoe u het hulpmiddel Windows Verkenner kunt gebruiken om de bestanden te manipuleren tussen uw camera en een PC. 1. Sluit het ene uiteinde van de USB-kabel aan op de USBaansluiting van uw camera.
Nederlands
2. Sluit het andere uiteinde van de USB-kabel aan op een beschikbare USB-poort op uw computer. 3. Selecteer met de knoppen / en druk op de knop SET (INSTELLEN). 4. Dubbelklik op het bureaublad van Windows op “Deze Computer”. USB 5. In Windows Verkenner verschijnt een nieuwe schijf met de naam “Verwisselbare Schijf ”. Deze “Verwisselbare Schijf ” is in werkelijkheid de geheugenkaart in uw camera. De camera zal doorgaans de stationsletter “e” of hoger krijgen. 6. Dubbelklik op de DCIM-map om de inhoud van de submappen weer te geven. • De foto’s en videoclips die u hebt opgenomen worden in deze mappen opgeslagen. • Kopieer en plak of sleep de foto’s en videobestanden naar een map op uw computer.
Opmerking •
22
Wanneer u opnamen overdraagt naar de computer, hoeft u geen batterijen te installeren in de camera. De camera wordt automatisch ingeschakeld wanneer de computer wordt aangesloten via de USB-kabel.
Aansluiten op een computer
5.4
DE CAMERA ALS PC-CAMERA GEBRUIKEN
Uw camera kan werken als een pc-camera die u kunt gebruiken om videoconferenties met zakelijke partners te houden of een gesprek in real time te voeren met vrienden of familie. Volg deze stoppen om de camera als een pc-camera te gebruiken: Stap 1: Installeer het pc-camerastuurprogramma (dit is gecombineerd met het stuurprogramma voor USB-massaopslag op de cd-rom) Stap 2: De camera aansluiten op uw computer Stap 3: Uw toepassingssoftware uitvoeren (bijv. Windows NetMeeting)
Opmerking • •
De software voor videoconferenties (of videobewerking) is niet bij de camera geleverd. Deze stand wordt niet ondersteund voor Mac.
Algemene systeemvereisten voor videoconferenties Om de camera te kunnen gebruiken voor videoconferenties, moet uw computersysteem het volgende bevatten: • Microfoon • Geluidskaart • Luidsprekers of hoofdtelefoon • Netwerk- of internetverbinding
Het stuurprogramma voor de pc-camera dat u op de meegeleverde cd-rom kunt vinden, is uitsluitend bedoeld voor Windows. De pc-camerafunctie wordt niet ondersteund voor Macplatforms. 1. Stop de cd-rom die bij de camera is geleverd in uw cd-romstation. Het welkomstscherm wordt weergegeven. 2. Klik op “INSTALL USB DRIVER (USB-stuurprogramma installeren)”. Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien. Start uw computer opnieuw op nadat de installatie is voltooid.
Opmerking •
Het USB-stuurprogramma dat op de cd-rom is geleverd, is voorzien in een vorm van 2in-1 (USB & PC-camerastuurprogramma).
Aansluiten op een computer
23
Nederlands
Stap 1: Installeer het pc-camerastuurprogramma
Stap 2: De camera aansluiten op uw computer 1. Sluit het ene uiteinde van de USB-kabel aan op een beschikbare USB-poort op uw computer. 2. Sluit het andere uiteinde van de USB-kabel aan op de USB-aansluiting op de camera. 3. Selecteer met de knoppen / en druk op de knop SET (INSTELLEN). 4. Plaats de camera stabiel op uw computerscherm of gebruik een statief.
Opmerking •
Wanneer u de camera als een pc-camera gebruikt, hoeft u geen batterijen te installeren in de camera. De camera wordt automatisch ingeschakeld wanneer de computer wordt aangesloten via de USB-kabel.
Stap 3: Uw toepassingssoftware uitvoeren (bijv. Windows NetMeeting) Windows NetMeeting gebruiken voor videoconferenties: 1. Ga naar Start -->Programma’s -->Accessoires -->Communicatie -->NetMeeting om het programma NetMeeting te starten. 2. 3. 4. 5.
Klik op de knop Start Video om live video weer te geven. Klik op de knop Place Call (Gesprek starten). Typ het e-mailadres of het netwerkadres van de computer die u wilt bellen. Klik op Call (Gesprek). Om de videoconferentie te kunnen starten moet de persoon die u belt ook met Windows NetMeeting werken en uw oproep accepteren.
Nederlands
Opmerking • •
24
De videoresolutie voor toepassingen voor videoconferenties is doorgaans 320 x 240. Raadpleeg de respectieve helpdocumentatie voor meer informatie over het gebruik van de toepassingssoftware voor videoconferenties.
Aansluiten op een computer
PROBLEEMOPLOSSING Symptomen
Oorzaken
Oplossingen
De voeding wordt niet ingeschakeld.
• De batterij is leeg. • De USB-kabel is niet correct aangesloten op de camera of de PC.
• Schakel eerst de PC in en verbind vervolgens de camera en de PC met de USB-kabel.
De voeding wordt uitgeschakeld tijdens het gebruik.
• De batterij is leeg. • De stand Energiebesparing is ingeschakeld. • De batterijklep werd geopend tijdens het gebruik.
• Schakel de camera in. • Open de batterijklep niet terwijl de camera in gebruik is.
Het batterijvermogen is te snel opgebruikt.
• De externe temperatuur is te koud. • De batterij werd gedurende lange tijd niet gebruikt.
• Houd de camera weg van extreme temperaturen.
De camera neemt geen foto’s wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt.
• De camera is niet in de opnamestand. • De batterij is zwak. • De voeding werd niet ingeschakeld.
• Stel de keuzeschakelaar in op de opnamestand. • Vervang de batterij. • Schakel de camera in.
De close-upafbeelding is wazig.
• Selecteer het correcte scherpstelbereik.
• Als het onderwerp zich op een afstand van 40 tot 60 cm bevindt, selecteer dan de Macrostand.
De flitser werkt niet.
• De cameraflitser is uitgeschakeld. • De lichtbron volstaat. • De flitser is niet voldoende geladen.
• Stel de flitserstand in op Automatische flitser. • Wacht tot de flitser volledig is geladen.
Er is iets verkeerd met de kleur van de opgenomen afbeelding.
• De Witbalans is niet correct ingesteld.
• Stel de witbalans in op de Automatische stand of een andere geschikte stand.
De foto is te helder of te donker.
• Er is een overdaad of een tekort aan belichting.
• Afwijking belichtingswaarde opnieuw instellen.
Het LCD-scherm is niet zuiver.
• De plastic bedekking van het LCDscherm is vuil. • Het LCD-scherm vertoont hotspots.
• Reinig het LCD-scherm met een zachte doek. • Hotspots zijn normaal en hebben geen invloed op de werking van de camera.
De camera kan geen afbeeldingen downloaden naar de PC.
• De kabel is niet goed aangesloten. • De camera is uitgeschakeld. • Het besturingssysteem is niet Windows 2000/ME/XP of de PC is niet uitgerust met een USB-poort.
• Controleer de kabelverbinding. • Schakel de camera in. • Installeer Windows 2000/ME/XP en de USB-poort.
Probleemoplossing
25
Nederlands
6
7
SPECIFICATIES Item Beeldsensor Lens
Omschrijving Ca. 3,2 megapixels Brandpuntsafstand: f = 8,5mm F-waarde: 2,8
Digitale zoom
Digitaal: 4x (opnamestand)
LCD-scherm
1,5-inch kleuren TFT LCD
Scherpstelbereik
Normaal: 1,5m tot oneindig Macro: 0,4m tot 0,6m
Opnamestanden
Foto-, Video (film)-opname
Zelfontspanner
10 seconden vertraging
Bestandsindeling Videostand Beeldformaat
Opslagtype
JPEG, AVI voor videoclips AVI-indeling Formaat: 320 x 240, 640 x 480 (continu)
2 2560 x 1920 (F/W interpolatie tot 5 megapixels) 2304 x 1728 (F/W interpolatie tot 4 megapixels) 2048 x 1536 pixels, 1280 x 960 pixels, 640 x 480 pixels. VGA-pixels, QVGA-pixels 16MB intern geheugen SD-geheugenkaart (optioneel, capaciteit tot 1 GB)
Interface
USB-aansluiting
Voedingsbron
2 AAA-batterijen
Afmetingen (BxHxD)
Nederlands
Gewicht Inhoud cd-rom
89,5 x 56 x 24 mm (B x H x D) (behalve uitstekende delen) Ca. 82g (zonder batterijen en geheugenkaart) Stuurprogramma Camera Ulead Photo Express Ulead Photo Explorer
Systeemvereisten VOOR WINDOWS
26
* Pentium 166Mhz CPU of hoger * 128 MB schijfruimte beschikbaar * Windows XP/ME/2000
* 64MB RAM * Cd-romstation * Beschikbare USBaansluiting
Specificaties
8
ONDERSTEUNINGSINFORMATIE Als u problemen hebt ondervonden bij het gebruik van de en het stuurprogramma van de camera, kunt u de volgende website bezoeken voor technische ondersteuning. U vindt er ook antwoorden op veel gestelde vragen en diensten downloaden:
http://Support.BenQ.com Ga naar het volgende webadres voor gratis updates van stuurprogramma’s, productinformatie en nieuws:
Nederlands
http://www.BenQ.com
Ondersteuningsinformatie
27
<Memo>
Nederlands 28
Ondersteuningsinformatie