DBC’s complex chronisch longfalen 29 februari 2012
Datum: 29 februari 2012 Versie 1.0
Capgemini Consulting is the strategy and transformation consulting brand of Capgemini Group
© 2010 Capgemini. All rights reserved.
Versie 1.0
Inhoud 1
INLEIDING ..................................................................................................................................... 4
2
REGISTRATIE EN PRODUCTDEFINITIE ................................................................................................... 5
2.1 2.2
Modulaire systematiek .............................................................................................................................. 5 Toepassing modulen in de instellingen ...................................................................................................... 5
2.3 2.4 2.5 2.6
Verankering werkwijze in beleidsregel NZa ................................................................................................ 6 Het open en sluiten van behandelingen..................................................................................................... 6 Het voortijdig afbreken van de behandeling .............................................................................................. 7 Klinisch en dagbehandeling ....................................................................................................................... 7
2.7 2.8 2.9
2.10
Kinderbehandeling .................................................................................................................................... 8 Behandeling in Davos ................................................................................................................................ 8 Afleiding producten .................................................................................................................................. 8 2.9.1 Diagnostiek .................................................................................................................................... 8 2.9.2 Diagnosen ...................................................................................................................................... 8 2.9.3 Kinderbehandeling ......................................................................................................................... 8 2.9.4 Basismodulen ................................................................................................................................. 8 2.9.5 Complexiteit niet specifiek .............................................................................................................. 9 2.9.6 Complexiteit specifiek ..................................................................................................................... 9 2.9.7 Medicatieafbouw in combinatie met specifieke medische complexiteit.......................................... 10 Typering zorgproduct .............................................................................................................................. 10
2.11 2.12 2.13 2.14
Registratie: Modulen als zorgactiviteit in de ICT systemen ....................................................................... 12 Registratie diagnostische zorgactiviteiten en verblijf ............................................................................... 13 Uitvoerend specialismen ......................................................................................................................... 13 Diagnose coderingen ............................................................................................................................... 13
3
DBC PRIJZEN EN CV WAARDEN ....................................................................................................... 14
4
ONTWIKKELING EN DOORONTWIKKELING VAN DBC’S......................................................................... 16
4.1 4.2 4.3
Aanleiding ............................................................................................................................................... 16 Het VAN onderzoek naar fenotypen ........................................................................................................ 16 Fenotypering en DBC’s ............................................................................................................................ 18
© 2010 Capgemini. All rights reserved. Capgemini Consulting is the strategy and
Versie 1.0
1
Inleiding
Vanaf april 2009 is gestart met implementatie van de modulaire methodiek en is deze verder uitgewerkt. Op 1 oktober 2009 is de definitieve registratie gestart. Per 2012 zijn de zes VAN instellingen zorgproducten complex chronisch longfalen gaan gebruiken ter declaratie van de geleverde zorg. Deze zorgproducten zijn in 2010 door de expertgroep1 samengesteld op basis van de beperkte dataset die op dat moment beschikbaar was. Ondanks dat er feitelijk te weinig data beschikbaar was voor een productanalyse is besloten om toch over te gaan op declaratie onder de voorwaarden dat in 2012 het budget gegarandeerd werd en dat voor 2013 de zorgproducten grondig aangepast konden worden, zowel voor het kostprijs- als het productdefinitie gedeelte. Analyse van de dataset heeft voor de productstructuur complex chronisch longfalen 2013 heeft de volgende inzichten en wijzigingen opgeleverd: 1. De groep “functioneel” is onvoldoende onderscheidend gebleken en is daarom komen te vervallen. 2. De spreiding binnen het huidige basisproduct is te groot. Ook worden er per 2013 door meerdere instellingen behandelingen toegevoegd die tot nu toe niet geregistreerd zijn en niet hebben meegewogen in de prijsbepaling (Ciro, Revant, Dekkerswald). Deze behandelingen bestaan uit lichte versies van het huidige basisproduct. Het bestaande basisproduct wordt daarom gesplitst in een ‘lichte’ en ‘zware’ variant op basis van het voorkomen van bepaalde modulen die onderscheidend zijn. 3. Binnen sommige producten bleek de diagnose astma tot meer behandelinzet te leiden dan de diagnose COPD. Deze producten zijn op basis van de diagnose astma onderscheiden indien het kostenverschil hier aanleiding toe gaf. 4. De combinatie van de module medicatieafbouw met de kwalificatie voor de modulegroep medisch leidt tot een onderscheiden kostenprofiel. Hiervoor is een specifiek product ‘medicatieafbouw’ gekomen. 5. Indien de kostenverschillen tussen volwassenen en kinderen binnen een product hier aanleiding toe gaven zijn er specifieke kind producten gemaakt. 6. Er is een diagnostisch kind product toegevoegd. De interactie tussen stoornis en adaptatie is complexer bij kinderen dan bij volwassenen (kinderen zijn minder vaardig om zaken te bespreken, waardoor de nadruk ligt op observeren tijdens de behandeling. Daarnaast speelt de invloed van het systeem door de gezinssituatie een grote rol) en kan alleen door behandelend diagnosticeren worden vastgesteld. Het is mogelijk dat er een relatief eenduidig te behandelen oorzaak gevonden wordt in het domein van adaptatie waarbij de ouders van het kind relatief zelfstandig de verandering/aanpassing kunnen bewerkstelligen. Hiertoe is in overleg met verzekeraars een evaluatiemoment afgesproken na 5 a 6 weken waarbij besloten kan worden dat de aard van de gevonden problematiek geen behandeling in het centrum noodzakelijk maakt.
1 Bestaande uit diverse behandelaren (longartsen, fysiotherapeuten, psychologen) uit de zes VAN instellingen. © 2010 Capgemini. All rights reserved. Capgemini Consulting is the strategy and
Versie 1.0
2
Registratie en productdefinitie
2.1
Modulaire systematiek
Binnen de VAN-instellingen wordt een modulaire structuur gehanteerd die aansluit bij de medische besluitvorming. Na een diagnostisch assessment worden behandeldoelen geformuleerd aan de hand waarvan door de arts tot de inzet van de modulen wordt besloten. Deze besluitvorming wordt expliciet vastgelegd zodat controle enerzijds kan plaats vinden over dat waartoe besloten daadwerkelijk wordt uitgevoerd en anderzijds over dat wat gedaan wordt ook het gene is waartoe besloten is. Het diagnostisch assessment vindt plaats vóór de start van de daadwerkelijke behandeling. Diagnostische activiteiten die tijdens de behandeling plaatsvinden tellen ook mee als activiteiten in het kader van het assessment. Hiermee wordt ondervangen dat in de registratie niet eenduidig kan worden aangegeven of een test in het kader van het assessment of in het kader van longitudinale diagnostiek wordt uitgevoerd. De modulen zijn de eenheden (zorgactiviteiten) waarin de behandeling voor het behalen van een bepaalde doelstelling wordt gepland en uitgevoerd. Zij schrijven echter geen inhoudelijk programma voor, waardoor een instelling een beperkte vrijheid heeft in de invulling van een module. De keuzes in de behandeling worden zichtbaar in de registratie van de modulen (zorgactiviteiten). Er worden twee verschillende typen modulen onderscheiden; de basismodulen en de aanvullende modulen. De basismodulen vormen het gemeenschappelijke deel van de behandeling. Op basis van specifieke patiënt kenmerken kunnen aanvullende modulen ingezet worden. De inclusiecriteria van de aanvullende modulen geven hierbij de bovengrens aan van de onderliggende basismodulen. Deze inclusiecriteria bepalen of een patiënt de betreffende aanvullende module aangeboden krijgt en niet het feit dat een bepaalde handeling wordt uitgevoerd die in een uitgebreide module is geplaatst. Hierdoor is gewaarborgd dat de inzet van een aanvullende module afhangt van aanvullende problematiek, en niet van een hogere tijdsinzet dan vooraf voorzien is. Dit laatste valt onder de normale variatie die binnen een module mogelijk is. Modulen bevatten enerzijds zelf kosten, maar zijn anderzijds verklarend voor de totale kosten binnen de behandeling. Het behandelen van bijvoorbeeld ziektecognities is er op gericht om de effectiviteit van de therapie binnen andere modulen te vergroten. Naarmate een patiënt meer foutieve ziektecognitie heeft is de patiënt lastiger te behandelen. Voor de landelijke registratie worden uiteindelijk de volgende eenheden aangeleverd: - Module & Discipline (zorgactiviteiten) - Diagnostiek & Discipline (zorgactiviteiten) - Verblijfsdagen zonder uitvoerder (verpleegdagen en dagbehandelingdagen) De diagnostische zorgactiviteiten kunnen gedurende de gehele behandeling geregistreerd worden en vallen niet onder de modules. Het assessment is dus geen aparte module, maar bestaat uit de tijdens de behandeling registreerde diagnostische activiteiten. Voor de registratie van de verrichtingen worden de bijbehorende CTG codes gebruikt.
2.2
Toepassing modulen in de instellingen
De invoering van deze methodiek gaat voor de instellingen verder dan alleen maar een verandering in de registratie. In alle instellingen is een gelijk idioom geïntroduceerd waarmee de behandeling wordt beschreven en ingedeeld. Dit betekent dat de bestaande programma’s omgezet zijn naar de nieuwe modulen. Programma’s die voorheen waren ingedeeld naar aard van de werkzaamheden (bijvoorbeeld educatie) zijn nu consequent naar © 2010 Capgemini. All rights reserved. Capgemini Consulting is the strategy and
Versie 1.0
patiëntkenmerken en doelen ingedeeld. De beslissing om een module in te zetten wordt door de longarts genomen tijdens het interdisciplinair overleg. In het verleden werden patiënten uiteraard ook besproken tijdens dit overleg en werd de aanpak daar vastgesteld. Het verschil met de oude situatie is dat de besluitvorming nu explicieter plaatsvindt, gekoppeld is aan de inzet van modulen en beschreven wordt in een uniforme terminologie. In de registratie is een omslag gemaakt van het eenvoudig registreren van de bestede tijd per discipline naar een inhoudelijke registratie van de aard van de behandeling in relatie tot specifieke patiëntdoelen. Dit gebeurt door te werken met modulen die na expliciet besluitvorming van de longarts worden ingezet in het behandelprogramma. Deze besluitvorming vindt separaat vastgelegd plaats en waarborgt dat de inzet van een module een beslissing van een longarts is. Tegelijkertijd maakt deze separaat vastgelegde besluitvorming het mogelijk om de kwaliteit van de registratie te toetsen.
2.3
Verankering werkwijze in beleidsregel NZa
De toepassing van de modulaire systematiek is op verzoek van de instellingen opgenomen in de nadere regel (NR/CU-209 ) van de NZa. Het betreft de volgende artikelen: 10.5 Een behandelmodule mag alleen worden ingezet indien de patiënt voldoet aan de inclusiecriteria die voor de module gelden. 10.6 De beslissing om een module in te zetten dient genomen te worden door de verantwoordelijke arts en dient expliciet vastgelegd te worden. 10.7 Modulen waartoe niet expliciet besloten is door de arts mogen geen deel uitmaken van het zorgprofiel dat aan een grouper wordt aangeboden. 10.8 Indien gekozen wordt voor een klinische behandeling dient de overweging om klinisch te behandelen expliciet vastgelegd te worden. 10.9 Indien gedurende de klinische behandeling wordt besloten om het programma verder in een dagbehandeling of poliklinische setting te vervolgen, dan dienen deze beslissing en de overweging daarbij expliciet vastgelegd te worden.
Het opnemen van deze toepassingsregels in de nadere regel van de NZa waarborgt de correcte toepassing van de methodiek, en zorgt ervoor dat instellingen aanspreekbaar zijn indien er niet op bovenstaande wijze verantwoording afgelegd kan worden over de behandeling per patiënt.
2.4
Het open en sluiten van behandelingen
Een behandeling kan bestaan uit de volgende onderdelen: een eerste consult, een assesment en een behandeling. Het eerste consult vind poliklinisch plaats, het assesment en de behandeling kunnen zowel in dagbehandeling als klinisch plaatsvinden. Alle behandelingsonderdelen vallen onder het zorgtype 11 (initiële behandeling of zorgtype 21 (vervolgbehandeling).
© 2010 Capgemini. All rights reserved. Capgemini Consulting is the strategy and
Versie 1.0
Behandeling
Resultaat meting
Transfer 1e/2e lijn/ nazorg
Assessment Consult
Geen vervolg Geen vervolg
Niet alle bovengenoemde onderdelen hoeven in elke behandeling voor te komen. Soms vind na een consult of assessment geen vervolg plaats. De behandeling wordt geopend op het moment dat de eerste patiënt gerichte activiteit (diagnostiek of behandeling) wordt geregistreerd. Voltooide behandelingen kunnen direct worden afgesloten en gedeclareerd. Indien er sprake is van een afgebroken behandeling dan mag pas afgesloten worden indien de patiënt niet binnen 42 dagen terugkeert en de behandeling hervat in geval van klinische behandeling, en ingeval van een niet klinische behandeling kan pas afgesloten worden indien de patiënt niet binnen 90 dagen terugkeert en de behandeling hervat.
2.5
Het voortijdig afbreken van de behandeling
Bij het tussentijds afbreken van de behandeling wordt de ‘afgebroken behandeling’ code (193291) geregistreerd en de behandeling afgesloten. Hiermee kunnen deze onvolledige zorgtrajecten uit de totale aanlevering gefilterd worden. Bij een onderbreking van de behandeling wegens ziekte en behandeling elders wordt de behandeling in geval van een klinische behandeling na 42 dagen afgesloten. Bij een onderbreking van een poliklinische behandeling wordt de behandeling na 90 dagen afgesloten. Ook in deze gevallen wordt de afgebroken behandeling code geregistreerd. Op het moment dat een patiënt na afloop van deze perioden weer in behandeling komt, wordt er een nieuwe behandeling geopend.
2.6
Klinisch en dagbehandeling
Behandelingen worden klinisch of in dagbehandeling uitgevoerd. Het kan voorkomen dat een assessment bij het begin van de behandeling klinisch wordt uitgevoerd, waarna de behandeling verder in dagbehandeling wordt gedaan. Deze behandelingen dienen als dagbehandeling te worden getypeerd. Om dit te bereiken is de grens om een behandeling klinisch te noemen op een minimum van 7 dagen gesteld. Hierdoor ontstaat een veilige marge voor een eventueel uitgelopen assessment. Indien alleen een assessment wordt uitgevoerd geldt de ondergrens van 7 dagen voor de klinische variant niet. Deze definitie van klinisch maakt het mogelijk om gemengde programma’s te ontwikkelen waarbij aan het einde van de behandeling een niet klinische fase wordt opgenomen. Om te voorkomen dat er een prikkel ontstaat bij een kantelpunt na bijvoorbeeld 8 weken is er een minimum norm opgenomen met daaraan gekoppeld expliciete verantwoording over de beslissing om klinisch te behandelen, en een expliciete verantwoording over de beslissing om een niet klinische periode in de behandeling op te nemen. Hierdoor is het mogelijk om de consistentie tussen deze beide onderbouwingen te controleren en vast te stellen. © 2010 Capgemini. All rights reserved. Capgemini Consulting is the strategy and
Versie 1.0
2.7
Kinderbehandeling
De behandeling van kinderen is op onderdelen afwijkend van de volwassenenbehandeling. Daarnaast vragen kinderen begeleiding op punten waar volwassenen geen begeleiding nodig hebben. Omdat op zowel inhoud als kosten afwijkingen bestaan voor kinderbehandelingen worden separate kinderproducten onderscheiden. In de huidige registratie worden niet alle behandelvarianten ook aan kinderen gegeven. Het is echter mogelijk dat in de toekomst kinderen behandeld worden met een product waarvoor nu geen kindervariant aanwezig is. In die gevallen dient het tarief voor de volwassen behandeling gehanteerd te worden.
2.8
Behandeling in Davos
Patiënten die behandeld worden in Davos zijn per definitie klinisch opgenomen. Daar waar patiënten in Nederland in de weekends thuis verblijven, zijn de patiënten in Davos ook in het weekend aanwezig. Hierdoor is met name de verblijfscomponent in Davos omvangrijker ten opzichte van de centra in Nederland. Davos zal in een bepaalde behandelgroep dan ook een hogere kostprijs hebben.
2.9
Afleiding producten
De producten worden afgeleid op basis van de aanwezigheid en afwezigheid van de behandelmodulen en diagnosen.
2.9.1 Diagnostiek De zorgactiviteiten die gebruikt worden bij de definitie van DBC’s voor complex chronisch longfalen behoren tot de categorieën: diagnostiek, behandeling en verblijf. De modulen betreffen allemaal behandeling van patiënten. Onder diagnostiek worden diagnostische tests verstaan.
2.9.2 Diagnosen De behandelingen complex chronisch longfalen betreffende diagnosen COPD en Astma.
2.9.3 Kinderbehandeling Bij het criterium ‘kind’ wordt gekeken of de behandeling heeft plaats gevonden onder verantwoordelijkheid van de kinderarts.
2.9.4 Basismodulen De behandelmodulen zijn ingedeeld in een generiek deel dat voor alle patiënten geldt, en een specifiek deel waarbij modulen op indicatiebasis bij patiënten ingezet worden.
© 2010 Capgemini. All rights reserved. Capgemini Consulting is the strategy and
Versie 1.0
Een behandeling komt in aanmerking voor het basisbehandelproduct indien alle basismodulen2 voorkomen en het producten zich niet voor een van de andere producten kwalificeert.
2.9.5 Complexiteit niet specifiek Als één of meer van de onderstaande aanvullende modulen voorkomen naast de basismodulen komt een behandeling in aanmerking voor het product ‘complex chronisch longfalen niet specifiek’: • Fysieke fitheid uitgebreid • Opstart zeer laag belastbaar ADL (ziekte) • Medicatie afbouw • Acceptatie- en verwerkingsproblematiek • Coping uitgebreid • Ziektecognities • Stemmingsproblematiek • Systeemproblematiek uitgebreid • Gedragsstoornis kinderen aanvullend • Motorische stoornis kinderen aanvullend Zodra wordt voldaan aan één van criteria voor specifieke complexiteit (beschreven in de volgende paragraaf), komt en behandeling in aanmerking voor een product dat op deze specifieke complexiteit gericht is. 2.9.6
Complexiteit specifiek
Voor de drie soorten specifieke complexiteitsgebieden zijn de oude module combinaties aangehouden: • Fysiek disfunctioneren • Additionele medische pathologie • Psychosociaal disfunctioneren Voor de leesbaarheid worden deze termen verder aangeduid met fysiek, medisch en psychosociaal. Deze gebieden van specifieke complexiteit zijn gebaseerd op het voorkomen van bepaalde modulen. Hieronder is dit visueel weergegeven voor de drie criteria.
2 Bij de diagnose astma is de basismodule ‘functionele adaptatie’ niet verplicht. © 2010 Capgemini. All rights reserved. Capgemini Consulting is the strategy and
Versie 1.0
Aanvullende modulen
2.9.7
Psychosociaal dysfunctioneren
Additionele medische pathologie
Fysiek dysfunctioneren
Voorwaarden productstructuur Fysieke fitheid uitgebreid Blessurebehandeling Voeding aanvullend Dyspneu IMT Opstart zeer laag belastbaar ADL (registratie) Motorische stoornis aanvullend kinderen Aanvullende buitensporten individueel Watertherapie Dagbesteding Functionele training uitgebreid Exacerbatie mgt uitgebreid Medicatie en inhalatie aanvullend Medicatie en inhalatie afbouw Allergie voeding Allergie eczeem Dyspneu ademregulatie Dyspneu uitgebreid mucus/sputum/hoest Coping uitgebreid Systeemproblematiek uitgebreid Ziektecognities Stemmingsproblematiek Acceptatie & verwerking Gedragsstoornis aanvullend kinderen Arbeidsreintergratie Rookstop Hooggebergte
3 X aantal groene verrichtingen moeten minimaal voorkomen lichtgroene modulen tellen mee bij kinderen De module mag voorkomen
3
3
Medicatieafbouw in combinatie met specifieke medische complexiteit
Voor het criterium medicatieafbouw is de module medicatieafbouw in combinatie met een medisch profiel gehanteerd.
2.10
Typering zorgproduct
Op basis van de productstructuur 2012 en aanvullende data-analyse zijn achttien behandelproducten gedefinieerd waarbij sommige producten zowel een volwassenen als een kindervariant kennen. Daarnaast is er onderscheid gemaakt tussen klinische behandeling en dagbehandeling. Naast de behandelproducten zijn er ook separate producten voor intake, assessment en afgebroken behandeling. Het ‘assessment’ is een intake product en bevat naast een consult met de longarts diverse diagnostische activiteiten. Indien de patiënt niet in behandeling wordt genomen eindigt hier het contact. Het product ‘Complex chronisch longfalen basis’ is gericht op patiënten met een voor de longrevalidatie instellingen gangbare basiscomplexiteit, maar zonder specifieke aanvullende problematiek op een van de functionele gebieden. Binnen dit product wordt onderscheid gemaakt op basis van de diagnose (Complex chronisch longfalen basis COPD en
© 2010 Capgemini. All rights reserved. Capgemini Consulting is the strategy and
Versie 1.0
Complex chronisch longfalen basis Astma). Daarnaast wordt er ook een kindvariant onderscheiden (Complex chronisch longfalen basis kind). Binnen de basiscomplexiteit is onderscheid te maken tussen relatief lichte en zware producten. De zwaardere variant binnen de basiscomplexiteit zonder aanvullende problematiek op een van de functionele gebieden valt binnen het product ‘Complex chronisch longfalen niet specifiek’. Binnen dit product wordt onderscheid gemaakt op basis van de diagnose (Complex chronisch longfalen niet specifiek COPD en Complex chronisch longfalen niet specifiek Astma). Daarnaast wordt er ook een kindvariant onderscheiden (Complex chronisch longfalen niet specifiek kind). Patiënten met aanvullende problematiek op één van de functionele gebieden vallen achtereenvolgens in de producten ‘Fysiek dysfunctioneren, ‘additionele Medische pathologie en ‘Psychosociaal dysfunctioneren’. Naast deze categorieën bestaan er ook patiënten die op meerdere functionele gebieden aanvullende problematiek kennen. Voor deze groep zijn de gecombineerde producten ontwikkeld die, indien de data-analyse hier aanleiding toe gaf, soms nog een aanvullend onderscheid kennen op diagnose of kind variant. Het product ‘aanvullende medische pathologie & medicatieafbouw astma’ bevat een specifieke categorie astmapatiënten die zich op basis van een combinatie van de diagnose astma, een medisch profiel en de module medicatie afbouw classificeren voor dit product. Tot slot is een uitvalproduct gedefinieerd. Hierin komen behandelingen terecht die tussentijds zijn afgebroken. Hieronder worden de producten en bijbehorende criteria visueel weergegeven. In de eerste kolom staan de producten vermeld. In de opvolgende kolommen aan welke combinatie van criteria zij voldoen. Niet alle combinaties leiden tot een separaat product (bijvoorbeeld psychosociaal-fysiek-medisch). Deze combinaties komen in zeer beperkte mate voor en zijn in prijs niet onderscheidend van een ander product (bv psychosociaal-medisch). Deze combinaties zullen door de Grouper afgeleid worden naar een van de andere producten.
© 2010 Capgemini. All rights reserved. Capgemini Consulting is the strategy and
Versie 1.0
ps
m ed i sc h M ed i ca ti e af Be bo ha uw nd el en Af d di br ag ee no kc st od i ce e re n
co m yc pl ho ex so cia fy a l si e k
en
ue el
m od ul
in di vi d
Ba si s
Ki nd
tm a As
Di ag no st ie k CO PD Assessment
moet mag niet mag mag igv COPD
Behandelende diagnostiek Astma Kind Basis COPD Basis Astma Basis Astma Kind Complex niet specifiek COPD Complex niet specifiek Astma Complex niet specifiek Astma Kind Fysiek Fysiek Astma Medisch Medisch Fysiek Medisch Astma mediatieafbouw Medisch Astma Kind Psych Psych Medisch Psych Fysiek Afgebroken behandeling
2.11
Registratie: Modulen als zorgactiviteit in de ICT systemen
De modulen worden in de ICT systemen van de instellingen ingevoerd als zorgactiviteiten. Deze activiteiten zijn niet gedifferentieerd per discipline. De discipline dimensie wordt in de systemen vastgelegd door de discipline als uitvoerend specialisme te registreren. Iedere verrichting die uitgevoerd wordt is voorzien van een AGB codering van de uitvoerder. De inzet van modulen wordt geregistreerd in eenheden van 5 minuten.
CTG Code
Module
AGB code Uitvoerder
Naam Uitvoerder
Aantal
193807
Dispneu management basis
0322
Medisch specialisten, longziekten
4
193807
Dispneu management basis
0401
Fysiotherapeuten, fysiotherapie
40
193807
Dispneu management basis
8800
Ergotherapeuten
22
De afleiding van producten gebeurt op basis van het voorkomen van modulecodes. De volgende modulen die bepalend zijn voor de afleiding van de extra complexiteit kennen een ondergrens om registratiefouten uit te filteren. Indien de totaal op de code geschreven tijd beneden de ondergrens blijft dient de module niet mee te tellen in de afleiding van het product.
© 2010 Capgemini. All rights reserved. Capgemini Consulting is the strategy and
Versie 1.0
CTG CODE
Omschrijving
193801 193806 193816 193810 193813 193814 193804 193803 193821 193818 193819 193840 193822 193837 193833 193808 193841
Fysieke fitheid uitgebreid Voeding aanvullend gewichtstoornis Medicatie-/ en inhalatie aanvullend Exacerbatie management uitgebreid Functionele training uitgebreid Dagbesteding uitbreiding Watertherapie Aanvullende buitensporten individueel Acceptatie- en verwerkingsproblematiek Systeemproblematiek uitgebreid Ziekte cognities Coping uitgebreid Stemmingsproblematiek Dispneu uitgebreid Mucus/sputum/hoest Dispneu Uitgebreid Ademregulatie Dispneu uitgebreid IMT Blessure behandeling
2.12
Ondergrens in uren 2 1 1 2 2 1 2 2 2 2 2 2 2 1 1 2 0,5
Registratie diagnostische zorgactiviteiten en verblijf
Naast de modulen worden ook de gangbare diagnostische zorgactiviteiten en verblijfsactiviteiten geregistreerd. De registratie van deze activiteiten vindt plaats per stuk. Bij het opnemen van zorgactiviteiten in de landelijke zorgactiviteiten is een groot aantal diagnostische activiteiten niet gehonoreerd door DBC Onderhoud. Hierdoor is er een beperkte set overgebleven. Dit bemoeilijkt de prijsstelling van het assessment.
2.13
Uitvoerend specialismen
De behandelingen worden uitgevoerd/aangestuurd door een Longarts in geval van volwassen patiënten. Kinderen worden door kinderartsen behandeld, in bepaalde gevallen bijgestaan door een longarts. Voor aanvullende co-morbiditeiten kan een extra medisch specialist worden ingeschakeld. Deze inzet wordt binnen de behandeling geregistreerd. Er ontstaan binnen een centrum geen parallelle DBC’s.
2.14
Diagnose coderingen
De behandeling wordt gegeven aan patiënten met COPD en Astma. Diagnose
code
ICD10
astma
1201
J45
gastric astma
1203
COPD
1241
J42
© 2010 Capgemini. All rights reserved. Capgemini Consulting is the strategy and
Versie 1.0
3
DBC prijzen en CV waarden
De productdefinities zijn gebaseerd op registratie sinds oktober 2009 t/m december 2011. Door alle instellingen is maandelijks productie aangeleverd waarover de instellingen maandelijks analyses hebben ontvangen. Hierdoor waren zij in staat de kwaliteit van de registratie te beoordelen en te verbeteren. Er is dus geen sprake van een steekproef. Er is een inhoudelijke filter toegepast om te voorkomen dat foutieve- of onderregistratie zou leiden tot foutieve zorgprofielen: • •
Producten die niet alle basismodulen bevatten zijn geëxcludeerd Producten met minder dan 2000 euro aan behandelaarkosten zijn geëxcludeerd
Het product ‘afgebroken behandeling’ is gevuld met de afgebroken behandelingen en de behandelingen die uitgefilterd zijn. Om van behandeling sprake te laten zijn is een ondergrens van 500 euro behandelkosten uitgegaan. Voor de intake en de assessmentproducten is een expertprijs bepaald op basis van input van Revant en Ciro. Voor het klinische assessment is uitgegaan van een gemiddelde duur van vier dagen. Hieronder staan de producten voorzien van CV waarde en voorlopige productprijs.
Prijs3
Product
Setting
CV
01 Basis
Klinisch
0,30
€ 20.588,89
02 Basis astma
Klinisch
0,31
€ 22.798,66
03 Basis astma KIND
Klinisch
0,29
€ 28.220,64
04 Complex niet specifiek
Klinisch
0,29
€ 24.935,16
05 Complex niet specifiek astma
Klinisch
0,19
€ 30.949,37
06 Complex niet specifiek astma KIND
Klinisch
0,24
€ 37.428,99
07 Fysiek
Klinisch
0,23
€ 23.983,30
08 Fysiek astma
Klinisch
0,29
€ 37.975,85
09 Medisch
Klinisch
0,18
€ 30.842,07
10 Medisch Fysiek
Klinisch
0,20
€ 37.315,10
11 Medisch KIND
Klinisch
0,35
€ 43.094,05
3 De berekende bedragen zijn gebaseerd op de kostprijsberekening 2010 en vormen hiermee slechts een indicatie voor de
werkelijke prijzen. In 2012 wordt een nieuwe kostprijsberekening uitgevoerd waarvan de resultaten op dit moment nog niet bekend zijn. © 2010 Capgemini. All rights reserved. Capgemini Consulting is the strategy and
Versie 1.0
12 Medisch medicatieafbouw
Klinisch
0,43
€ 45.918,30
14 Psych
Klinisch
0,17
€ 30.343,24
15 Psych Fysiek
Klinisch
0,19
€ 32.754,14
16 Psych Medisch
Klinisch
0,08
€ 35.689,41
17 Behandelde diagnostiek KIND
Klinisch
0,38
€ 15.202,95
Product
Setting
CV
01 Basis
Dagbehandeling
0,16
€ 8.074,82
04 Complex niet specifiek
Dagbehandeling
0,31
€ 12.110,34
07 Fysiek
Dagbehandeling
0,18
€ 12.199,28
14 Psych
Dagbehandeling
0,20
€ 14.873,36
15 Psych Fysiek
Dagbehandeling
0,13
€ 16.423,32
© 2010 Capgemini. All rights reserved. Capgemini Consulting is the strategy and
Versie 1.0
4
Ontwikkeling en doorontwikkeling VAN DBC’s
4.1
Aanleiding
In 2008 is de VAN gestart met de ontwikkeling van DBC’s. Het DBC ontwikkel traject van de VAN is gestart vanuit een situatie waarin zes centra ieder een eigen invulling gaven aan de behandeling van complexe longpatiënten. Hoewel de behandeling in de centra veel overeenkomsten vertonen was de vergelijkbaarheid tussen de instellingen laag. Door de geringe vergelijkbaarheid was het niet mogelijk een oordeel te geven over de verschillen tussen de instellingen. De verschillen konden bestaan op basis van populatie, visie op behandeling maar ook door bedrijfsvoeringverschillen. De VAN heeft gekozen voor een inhoudelijke benadering: alleen de inhoud kan uitsluitsel geven over nut en noodzaak van verschillen tussen instellingen en bovendien sluit en inhoudelijke benadering goed aan bij het expertisecentrum profiel van de instellingen. De ontwikkeling van de eerste generatie DBC’s stond in het teken van het gelijknamig maken van patiëntbeschrijving en behandelbeschrijving. Tijdens een intensieve kennisuitwisseling zijn inzichten t.a.v. de behandeling uitgewisseld en is de lokale terminologie vergeleken en geüniformeerd. Een inhoudelijke wijze van beschrijven van behandeling van complexe patiënten is afhankelijk van drie onderdelen die sterk samenhangen: • • •
Patiëntkenmerken Criteria voor inzet van behandeling Behandelmodulen
De scherpte en uniformiteit in de definitie van deze drie onderdelen hangt samen: het beschikbaar hebben van veel patiëntkenmerken zonder dat deze uniform vertaald kunnen worden in een behandelaanpak heeft voor de verbetering en vergelijkbaarheid van de behandeling weinig nut. Bovendien is beschikbare informatie alleen beschikbaar indien de gehele sector in staat is om vergelijkbare informatie op te leveren. De huidige beschrijving van de productstructuur weerspiegelt de gemeenschappelijkheid tussen de instellingen. De instellingen hebben hun behandeling gelijknamig gemaakt en hebben de modulaire systematiek geïmplementeerd. Hierdoor is het mogelijk geworden om te vergelijken tussen instellingen. De modulaire systematiek heeft inzichtelijk gemaakt dat er naast veel overeenkomsten tussen de centra ook verschillen bestaan op het gebied van patiëntpopulatie. Tegelijkertijd zien we dat de mogelijkheden van de modulaire systematiek beperkt worden doordat inclusiecriteria onvoldoende scherp kunnen worden gedefinieerd. Dit beperkt het onderscheidend vermogen van de modulen. De modulen blijken echter een uitstekende methode om patiëntkenmerken, behandeling en bekostiging met elkaar te verenigen.
4.2
Het VAN onderzoek naar fenotypen
Tijdens de VAN conferentie van 1 juni 2011 is geconcludeerd dat voor verdere verbetering van de behandeling meer inzicht in de patiëntpopulatie noodzakelijk is. Momenteel wordt binnen de VAN instellingen lokaal onderzoek gedaan naar patiëntkenmerken in relatie tot de behandelaanpak. Door de modulaire systematiek is de behandelaanpak nu redelijk uniform beschreven. De patiëntkenmerken worden echter deels in niet uniforme parameters uitgedrukt of komen met behulp van niet uniforme testmethoden tot stand. Hierdoor is de vergelijkbaarheid gering en is het niet mogelijk om breed en betrouwbaar onderzoek te doen dat instellingoverstijgend is. © 2010 Capgemini. All rights reserved. Capgemini Consulting is the strategy and
Versie 1.0
De VAN gaat onderzoek doen om te komen tot een subtypering (fenotypering) van COPD en Astma. Het doel is om te komen tot subpopulaties die een gelijk medisch profiel combineren met een gelijke behandelaanpak. Hiertoe wordt medische informatie van patiënten toegevoegd aan de nu bestaande registratie. Door medische informatie te uniformeren wordt duidelijker en objectiever zichtbaar wat het medische profiel is van de patiënten. Om dit uniforme medische profiel op te kunnen bouwen zijn twee acties uitgezet: • Het opstellen van een verzameling patiëntkenmerken en bijbehorende tests waarvan de expertverwachting is dat hiermee alle relevante kenmerken van de patiënt in beeld gebracht worden. • Het implementeren van deze tests in alle VAN centra, zodat daarmee één grote onderzoekspopulatie ontstaat. Met behulp van de medische data zal worden gezocht naar clusters van gelijksoortige patiënten. Hiertoe zullen analyses worden uitgevoerd op de medische data in combinatie met module data. Hierdoor kan de vergelijking worden gemaakt tussen een theoretische basis en de behandelaanpakken. Hiermee zal gekomen worden tot een onderbouwde visie op de behandelaanpak voor de verschillende fenotypen. Het onderzoek zal in een verbeterde behandeling voorzien, maar zal ook ingaan op de nut en noodzaak van behandeling voor specifieke patiënten. Daarmee is het ook een instrument om de doelmatigheid van de zorg voor chronisch zieken te vergroten. Het uniformeren van de patiëntkenmerken maakt onderzoek naar fenotypen mogelijk. Dit onderzoek zal ertoe bijdragen dat de modulen en inclusiecriteria scherper gedefinieerd kunnen worden. De transparantie en vergelijkbaarheid binnen de VAN instellingen zullen hierdoor verder toenemen wat de mogelijkheden voor verder en nog diepgaander onderzoek mogelijk maakt.
© 2010 Capgemini. All rights reserved. Capgemini Consulting is the strategy and
Versie 1.0
4.3
Fenotypering en DBC’s
Met behulp van het onderzoek naar fenotypen worden patiëntgroepen geïdentificeerd met een overeenkomstig medisch profiel. Het kenmerkende van deze indeling is dat bij deze groepen een eenduidig te definiëren behandelaanpak . Hoewel het onderzoek naar fenotypen een autonome ontwikkeling die niet specifiek op DBC’s gericht is, zal er een impact en afhankelijkheid op de productstructuur. De verwachting is dat fenotypen niet zozeer COPD of astma specifiek zullen zijn maar eerder specifiek voor complex chronisch orgaanfalen.
© 2010 Capgemini. All rights reserved. Capgemini Consulting is the strategy and
Versie 1.0
Onderdeel van de ontwikkeling van fenotypen is het vaststellen van de optimale behandeling voor een specifiek fenotype. Dit zal een iteratief proces zijn waarbij behandeling wordt aangepast aan de hand van onderzoeksresultaten waarna weer verder onderzoek gedaan kan worden naar de effecten van de veranderde behandelwijze. De verwachting is dat het onderzoek naar fenotypen maar in geringe mate zal leiden tot wijzigingen in de productstructuur. Het fenotyperingonderzoek zal vooral een scherpere definiëring van de inclusiecriteria per module opleveren, wat uiteindelijke zal leiden tot een vergroting van de vergelijkbaarheid zodat de effectiviteit van de zorgprogramma’s tussen de instellingen goed vergeleken kan worden. De fenotypering kan in die zin gezien worden als een richtlijn die onder de DBC’s ligt. De wijze waarop de DBC’s vormgegeven zijn heeft het dus mogelijk gemaakt om een directe verbinding te leggen tussen zorgprogramma’s, bekostiging en onderzoek naar effectiviteit.
© 2010 Capgemini. All rights reserved. Capgemini Consulting is the strategy and
Versie 1.0