I-I.313
SPOORVRIJMELDING EN DOORRITREGISTRATIE Assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40 km/h Specifieke contractuele voorwaarden
Documentbeheer Naam Beheerd door
A. Van Hoyweghen
Opgesteld
A. Van Hoyweghen
Nagezien
J. Verschaeve
Datum van de handtekening
Handtekening
28/02/2008
Kwaliteitscontrole Voorgesteld
J. Verschaeve
Goedgekeurd
L. Brabant
Vrijgegeven
L. Brabant
Dit document is de eigendom van INFRABEL en bevat vertrouwelijke informatie. Dit document mag op geen enkele manier gereproduceerd of verdeeld worden aan derden, binnen of buiten INFRABEL, zonder de schriftelijke toestemming van de Dienst Seininrichting.
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting. SI (TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CCV 1.2 N.doc
1 / 15
savedate: 28/02/2008
2 0 0 8 0 1 7 8 1 4
Assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40 km/h – Specifieke contractuele voorwaarden
I-I.313
Wijzigingen aan het document Opsteller
Versie
Datum
Reden
J. Verschaeve
1.1
20/06/2007
publicatie
A. Van Hoyweghen
1.2
28/02/2008
Wijziging document
2 0 0 8 0 1 7 8 1 4
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting. SI (TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CCV 1.2 N.doc
2 / 15
savedate: 28/02/2008
Assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40 km/h – Specifieke contractuele voorwaarden
I-I.313
1 Inleiding 1.1 Doel van dit document Dit document beschrijft de specifieke contractuele aankoopvoorwaarden die als vereisten aan het contract of aan de inschrijver moeten opgelegd worden. Het verduidelijkt de procedures om te kunnen overgaan tot de levering van assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40 km/h. Dit document of de informatie erin vervat, dient aan het bijzonder lastenboek I-AD.6 toegevoegd te worden.
1.2 Basisdocumenten Nihil
1.3 Referentiedocumenten [101] SI (TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CTV
1.4 Definities, symbolen en afkortingen LRU
Lowest Replaceable Unit
CTV
Technische Voorwaarden
CCV
Contractuele Voorwaarden
CSC
Speciaal lastenboek
inschrijver
kandidaat leverancier
2 0 0 8 0 1 7 8 1 4
2 Bij de inschrijving te leveren gegevens en technische documenten De inschrijver levert aan INFRABEL de gegevens met betrekking tot de functionele en technische beschrijvingen van het systeem, in het bijzonder de gegevens opgenomen in de onderstaande tabel. [R.1]
De waarde van M
[R.2]
Aantonen van de aanwezigheid van 1 uitgang en 1 ingang per telzone.
[R.3]
Bewijs leveren van het veiligheidsniveau van het gevalideerde assentellersysteem. Opgave van de gebruiksgrenzen waarbinnen het systeem zijn veiligheidsniveau behoudt en opgave van de gebruiksregels die daaruit voortvloeien.
[R.4]
De beschikbaarheid van de beide functies TVP en DREP per teleenheid voor het assentellersysteem, zoals bepaald in de documenten [135], [136], [137].
[R.5]
De gemiddelde hersteltijd (MTTR) in geval van storing.
[R.6]
T3: Gemiddelde tijd die nodig is voor de identificatie van het defecte onderdeel.
[R.7]
T4: Gemiddelde tijd die nodig is om de storing op te heffen (met inbegrip van desnoods te treffen veiligheidsmaatregelen).
[R.8]
Aard en periodiciteit van het preventief onderhoud.
[R.9]
De verschillende bedrijfstoestanden binnen het systeem (vrijmelding, niet vrijmelding, storing,…)
[R.10]
Beschrijving van de opstelling en toegankelijkheid van het systeem.
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting. SI (TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CCV 1.2 N.doc
3 / 15
savedate: 28/02/2008
Assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40 km/h – Specifieke contractuele voorwaarden
[R.11] [R.12]
I-I.313
Algemeen ontwerp van het assentellersysteem met betrekking tot de LRU’s. Informatie verschaft door de teleenheid.
[R.13]
Het gedrag van het assentellersysteem na het onder spanning brengen.
[R.14]
Vrijmeldingsvoorwaarden.
[R.15]
Effect van een stilstand voor onbepaalde tijd in een willekeurig punt binnen de actiezone van de sensoren en een willekeurig heen en weer bewegen van een wiel op een detectiepunt.
[R.16]
Het gevolg van een toestandsverandering in het systeem.
[R.17]
Nulstelbedieningen van het assentellersysteem ter beschikking.
[R.18]
Nulstelbediening mbt de laatst geregistreerde as.
[R.19]
Diagnose op de teleenheid.
[R.20]
Diagnose op afstand.
[R.21]
Hoe het systeem in dienst te stellen.
[R.22]
Het in stand houden van het syteem (preventief en correctief).
[R.23]
Aantonen van de draagbaarheid.
[R.24]
Beantwoorden aan de normen [111] [114] [129] of equivalente normen.
[R.25]
Hoe de meetinstrumenten geijkt zullen worden.
[R.26]
De meetprecisie en de vereiste toleranties van het systeem.
[R.27]
Kopie van de documenten meegeleverd met het meetinstrument.
[R.28]
Autonomie, leesbaarheid, bescherming, afmetingen en gewicht van het meetinstrument.
[R.29]
Bevestiging van de wieldetector op de spoorstaaf.
[R.30]
De plaatsingsregels van de verbindingsdoos naast het spoor.
[R.31]
Aansluiting van de wieldetectoren met de overige apparatuur.
[R.32]
De maximaal toelaatbare afstand tussen een detectiepunt in het spoor en de teleenheid in functie van de verschillende kabeltypes.
[R.33]
De kleur van de buitenapparatuur
[R.34]
Opstelling buiten vrije ruimteprofiel.
[R.35]
Bevestigingswijze van de wieldetector aan de spoorstaaf.
[R.36]
Montage tussen de dwarsliggers.
[R.37]
Het gebruik van een boorset.
[R.38]
Eventuele bijkomende apparatuur wordt geplaatst in de nabijheid van het spoor.
[R.39]
Hoe de aansluiting van de transmissiekabel(s) aan de buitenapparatuur zal gebeuren.
[R.40]
Afmetingen van de behuizing van de teleenheid.
[R.41]
Programmatie van de configuratie-instellingen van de teleenheid
[R.42]
Alle informatie om de verschillende configuraties correct te kunnen parametreren en wijzigen in functie van een sporenplan.
[R.43]
Levering en afscherming van de teleenheid.
[R.44]
Maatregelen genomen om een foutieve uitwisseling van kaarten van een verschillende uitvoeringsstand (versie) te verhinderen.
[R.45]
Uitzicht van de aansluitklemmen.
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting. SI (TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CCV 1.2 N.doc
4 / 15
savedate: 28/02/2008
2 0 0 8 0 1 7 8 1 4
Assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40 km/h – Specifieke contractuele voorwaarden
I-I.313
[R.46]
Voedingsspanning van het aangeboden assentellersysteem.
[R.47]
Beveiliging van het systeem tegen toevallige polariteitsomwisseling.
[R.48]
De beschrijving van werkingslimieten van het systeem bij verminderde voedingsspanning. De gevolgen voor het systeem, alsook de acties die in voorkomend geval moeten ondernomen worden.
[R.49]
Normen en limieten waaraan het aangeboden assentellersysteem beantwoord.
[R.50]
Beveiligingsgraad van de buiten geplaatste apparatuur.
[R.51]
Galvanische scheiding van de sensoren t.o.v. de spoorstaaf.
[R.52]
Galvanische scheiding tussen binnen- en buitenkringen.
[R.53]
Toegelaten treinsnelheden, wieldiameters en asafstand.
[R.54]
Hoe de verbindingen tussen de teleenheden zijn gerealiseerd.
[R.55]
Potentiaalvrije contacten ter beschikking?
[R.56]
De toestanden voor elke telzone.
[R.57]
De duur van de overgang van de toestand “telzone vrij” naar de toestand “telzone niet vrij” (Tbm).
[R.58]
De duur van de overgang van de toestand “telzone niet vrij” naar de toestand “telzone vrij” (Tfm).
[R.59]
Hoe de Tfm-waarden kunnen ingesteld worden.
[R.60]
Nulstellen van het telsaldo vanuit de reiswegbeveiliging.
[R.61]
Nulstelling van een telzone dmv een stuursignaal.
[R.62]
Reactietijd nulstelingangen.
[R.63]
Gegevens vermeld op iedere LRU.
[R.64]
Elektromagnetische immuniteit van het aangeboden assentellersysteem.
[R.65]
Compatibiliteit met de andere seinuitrustingen in of langs de sporen.
[R.66]
Ongevoeligheid voor het gebruik van draagbare telefoons, GSM-R, radio’s en walkie-talkies in de nabijheid van het aangeboden assentellersysteem. Aantonen dat het assentellersysteem conform is met de voorschriften van de documenten [121], [124], [130] of equivalente documenten
[R.67]
Ongevoeligheid voor de krachtige magneetvelden en de erg agressieve impulsvelden die worden uitgezonden door de met thyristoren gestuurde krachtvoertuigen.
[R.68]
Veiligheid en betrouwbaarheid van het aangeboden assentellersysteem bij het gebruik van magneet- en wervelstroomremmen.
[R.69]
Ongevoeligheid van de detectieketens voor de magnetische velden van de in het spoor geïnjecteerde terugstromen van de elektrische tractie en alle andere elektrische verbruikers onder 3kVDC en onder 25kV-50Hz en hun harmonischen.
[R.70]
Aantonen dat het assentellersysteem conform is met de voorschriften van de documenten [106], [107], [111], [115], [116], [117], [118], [119], [127] of equivalente documenten.
[R.71]
Beveiliging van het assentellersysteem tegen blikseminslag of overspanning.
[R.72]
Beveiliging van de in- en uitgangen van het assentellersysteem tegen:
2 0 0 8 0 1 7 8 1 4
-overspanningen -de gevolgen van blikseminslag. [R.73]
Omschrijving van de beveiligingselementen in het systeem.
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting. SI (TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CCV 1.2 N.doc
5 / 15
savedate: 28/02/2008
Assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40 km/h – Specifieke contractuele voorwaarden
I-I.313
[R.74]
Eisen waaraan de beveiligingselementen voldoen
[R.75]
Aantonen dat de beveiliging van het assentellersysteem conform is met de voorschriften van de volgende documenten: [102], [103], [110], [111], [114], [128], [132], [133], [134], [137] of equivalente documenten.
[R.76]
Het aangeboden assentellersysteem mag geen storingen veroorzaken in de uitrustingen en bestaande kringen voor seininrichting, telecommunicatie en rollend materieel.
[R.77]
Aantonen dat het assentellersysteem conform is met de voorschriften van de documenten [105], [106], [107], [108], [115], [116], [117], [118], [119], [120], [121], [124], [125], [127] of equivalente documenten.
[R.78]
De onderdelen van het aangeboden assentellersysteem moeten beantwoorden aan de voorschriften van document [111] aangaande klimatologische voorwaarden.
[R.79]
Klassen die van toepassing zijn (hoogte, temperatuur).
[R.80]
Aantonen dat de onderdelen van het aangeboden assentellersysteem beantwoorden aan de voorschriften van document [111] aangaande vervuiling.
[R.81]
Aantonen dat vervuilingsklasse S = H, volgens document [111].
[R.82]
De onderdelen van het aangeboden assentellersysteem moeten beantwoorden aan de voorschriften van document [111] aangaande trillingen.
[R.83]
Aantonen dat de binnenapparatuur in omgevingsvoorwaarden beschreven in [111] kan gebruikt worden.
3 Aard en omvang van de opdracht Deze opdracht betreft de levering van assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40 km/h (zie CSC). Indien de inschrijver beschikt over een specifieke diagnosetool (PC, meetapparaat, …), die een meerwaarde kan geven bij indienstname en/of bij het onderhoud van het asssentellersysteem, biedt hij dit aan.
3.1 Prestaties De leverancier zal een multimedia-opleiding samenstellen (in het Nederlands en het Frans). Deze opleiding wordt op een aangepaste elektronische drager (CD, DVD, …) geleverd en moet in detail zeker de volgende aspecten behandelen: •
functionaliteiten van het aangeboden assentellersysteem
•
montage, opstelling
•
indienststelling
•
onderhoud (preventief en correctief)
•
opheffen van storingen
De leverancier zal de elektronische drager in 6 exemplaren moeten leveren: 3 in het Nederlands en 3 in het Frans. Teneinde de kennis over het aangeboden systeem te centraliseren moet de leverancier eveneens een opleidingssessie (theoretisch en praktisch) organiseren in het Nederlands of in het Frans, voor maximaal 4 personen van I-I.313. INFRABEL zal de diverse modaliteiten (organisatie, plaats, …) betreffende die opleiding op een later tijdstip detailleren. De inschrijver zal de kostprijs van deze opleiding en de ermee gepaard gaande toebehoren preciseren in zijn offerte.
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting. SI (TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CCV 1.2 N.doc
6 / 15
savedate: 28/02/2008
2 0 0 8 0 1 7 8 1 4
Assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40 km/h – Specifieke contractuele voorwaarden
I-I.313
4 Gunningscriteria De inschrijver zal geëvalueerd worden op basis van een technische evaluatietabel (zie appendix 1) en de kosten die rekening houden met: •
De aankoopprijs van het product.
•
De technische kwaliteit van het product.
•
De kost voor het gebruik van het product (met name de kost van het herstellingscontract / vernieuwing van defect materieel) berekend over een periode van 20 jaar.
5 Technische keuring van de gekozen toestellen De technische keuring verloopt in 2 afzonderlijke fasen.
5.1 Typeproeven De 1ste fase, “TYPEPROEVEN” genoemd, omvat twee delen nl.: 1) Goedkeuring van de technische principes overeenkomstig met de technische voorwaarden in het document [101]. 2) Goedkeuring van het prototype volgens de door INFRABEL uitgevoerde proeven. De leverancier stelt één volledig assentellersysteem kosteloos ter beschikking aan INFRABEL om gedurende maximum 6 maanden in zijn definitieve vorm proef te draaien. Deze eenheid laat toe om alle proeven en metingen uit te voeren die INFRABEL nodig acht. Het assentellersyteem wordt aldus opgesteld in de installaties van INFRABEL waar het geen enkele actieve rol vervult in het verloop en de veiligheid van het verkeer, doch waarbij de veiligheid en de betrouwbaarheid kunnen worden nagegaan. Het gedrag wordt er geobserveerd om de betrouwbaarheid in de gestoorde omgeving te kunnen beoordelen. De leverancier dient alle nodige onderzoeksmiddelen kosteloos ter beschikking te stellen om eventuele bedrijfsstoringen te kunnen analyseren. De resultaten hiervan worden aan INFRABEL meegedeeld.
5.2 Keuringsproeven en controles De 2de fase (“KEURINGSPROEVEN EN CONTROLES” genoemd) is bedoeld om ervoor te zorgen dat: •
De door de leverancier geleverde systemen conform zijn met het goedgekeurde prototype en dat er in de productiefase geen enkele afwijking optreedt.
•
De compatibiliteit van ieder LRU gewaarborgd is ten opzichte iedere vorige deellevering.
De technische keuringen gebeuren in de lokalen van de leverancier (of diens toeleverancier) en worden uitgevoerd door de aankoopdienst, gebeurlijk in samenwerking met een vertegenwoordiger van de technische dienst. De leverancier moet het volgende ter beschikking stellen: •
Een lokaal dat geschikt is voor de keuringscontroles
•
De benodigde meet- en testapparatuur
•
Het vereiste aantal personeelsleden om alle vereiste tests vlot te laten verlopen binnen de toegestane tijd
Bij deze keuringen behoudt INFRABEL zich het recht voor, alle tests en metingen uit te voeren die ze nodig acht om de conformiteit van de uitrustingen na te gaan met de technische voorwaarden. Alle kosten nodig voor de uitvoering van deze tests zijn ten laste van de leverancier. Opgelet: deze 2de fase zal voor iedere deellevering afzonderlijk doorlopen worden.
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting. SI (TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CCV 1.2 N.doc
7 / 15
savedate: 28/02/2008
2 0 0 8 0 1 7 8 1 4
Assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40 km/h – Specifieke contractuele voorwaarden
I-I.313
5.3 Mededeling van de resultaten Na afloop van de proeven wordt de leverancier ingelicht over de resultaten.
6 Transport De leverancier neemt de nodige maatregelen om het materieel te beschermen tijdens het transport. Elk toestel zal individueel verpakt en beschermd zijn tegen behandeling en transport naar de plaats van levering en gebruik. Elk door gebrekkige verpakking beschadigd toestel moet vervangen worden op kosten van de leverancier. De vervoerskosten zijn ten laste van de leverancier.
7 Onderhoud & herstellingen De inschrijver voegt aan zijn offerte het herstellingscontract toe waarvan het model is voorgesteld in appendix 2 van dit document. Appendix 3 geeft een overzicht van de fazen in het contract.
8 Recyclage De inschrijver levert eveneens een attest waarin hij zich verbindt om: •
Producten te gebruiken die het milieu respecteren.
•
De producten terug te nemen van INFRABEL met het oog op hun recyclage.
2 0 0 8 0 1 7 8 1 4
9 Appendices Appendix 1: Technische evaluatietabel Appendix 2: Herstellingscontract / vernieuwing van defect materieel Appendix 3: Overzicht looptijd contractfazen
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting. SI (TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CCV 1.2 N.doc
8 / 15
savedate: 28/02/2008
Assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40 km/h – specifieke contractuele voorwaarden
I-I.313
Appendix 1 Assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40 km/h Technische evaluatietabel •
N:
•
Ci: stelt de verschillende categorieën voor.
is het aantal vereisten die vermeld zijn in het document [101].
Ci kan 1,2 of 3 zijn afhankelijk van het belang van de vereiste:
•
o
Categorie C1: vereisten die absoluut moeten vervuld zijn om de inschrijving in aanmerking te kunnen nemen.
o
Categorie C2: vereisten die in principe moeten vervuld zijn maar waarvoor kwalitatief of kwantitatief afwijkingen getolereerd kunnen worden.
o
Categorie C3: vereisten die niet moeten vervuld zijn om in aanmerking te komen voor de aanbesteding (opties).
Wi: stelt de gewichtsfactoren voor van 1 tot en met 10 (voor eisen van de categorie C2 en C3) en deze zijn hoger naarmate de vereiste belangrijker is. In het geval van een vereiste van categorie C1, wordt het vakje van Wi niet ingevuld. [RN] 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31
Ci 2 1 2 2 2 2 2 2 2 2 2 1 1 1 1 2 1 1 2 3 3 3 3 3 3 3 3 3 2 2 2
Wi 6 8 8 4 4 4 6 7 7 9
10 8 7 0 0 0 0 0 0 0 0 7 7 9
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting. SI (TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CCV 1.2 N.doc
9 / 15
savedate: 28/02/2008
2 0 0 8 0 1 7 8 1 4
Assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40 km/h – specifieke contractuele voorwaarden
32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83
2 1 1 2 2 2 2 2 2 2 1 2 2 2 1 2 1 2 2 2 2 1 1 1 1 2 2 2 1 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
I-I.313
6 8 4 4 3 7 5 3 5 7 7 7 5 7 6 6
2 0 0 8 0 1 7 8 1 4
8 8 6 10 8 8 8 5 7 9 9 7 7 8 8 5 5 7 7 8 8 8 6 6 8 9
-oOo-
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting. SI (TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CCV 1.2 N.doc
10 / 15
savedate: 28/02/2008
Assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40 km/h – specifieke contractuele voorwaarden
I-I.313
Appendix 2 Assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40 km/h Herstellingscontract / vernieuwing van defect materieel
Contract opgemaakt tussen Infrabel en de firma
, hieronder genoemd leverancier. Infrabel verbindt zich ertoe om alle herstellingen / vernieuwing van defect materieel dat het onderwerp uitmaakt van een levering overeenkomstig met n° van door de leverancier te laten uitvoeren. In alle gevallen van paragraaf 1 is de keuze voor herstelling of de vernieuwing overgelaten aan de leverancier. 1. Procedures voor herstelling / vernieuwing Verschillende procedures van herstelling of vernieuwing zijn mogelijk. De te volgen procedure zal bepaald worden door het feit of de waarborgperiode verstreken is en of het defect te wijten is aan een correct gebruik van Infrabel of niet. Defect van een LRU
LRU binnen de waarborgperiode
1
LRU buiten de waarborgperiode
Normaal gebruik
Incorrect gebruik of ongeval
Normaal gebruik
3.1 procedure 1
3.3 procedure 3
3.2 procedure 2
Te vervolledigen door de leverancier Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting.
SI (TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CCV 1.2 N.doc
11 / 15
savedate: 28/02/2008
2 0 0 8 0 1 7 8 1 4
Assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40 km/h – specifieke contractuele voorwaarden
I-I.313
2. Opdracht tot herstelling / vernieuwing van defect materieel Mocht het defect te wijten zijn aan een incorrecte manipulatie van Infrabel of aan een ongeval dat bij haar gebeurt (procedure 3), dan zal de leverancier dit melden aan de leidende ambtenaar. In dit geval moet de leverancier een akkoord ontvangen van de leidende ambtenaar vooraleer de herstelling aan te vatten en moet deze een herstellingsrapport opstellen. Duidelijke richtlijnen (betreffende gebruik en bescherming van de uitrusting) moeten gegeven worden door de leverancier om defecten te vermijden. 3. Financiële aspecten 3.1 Herstelling / vernieuwing procedure nr.1 De herstelling / vernieuwing van defect materieel gebeurt op kosten van de leverancier. 3.2 Herstelling / vernieuwing procedure nr. 2 De herstelling / vernieuwing van defecte LRU’s gebeurt tegen betaling van een jaarlijks forfaitair bedrag (onafhankelijk van het aantal reparaties / vernieuwingen). De bedragen voor de jaarlijkse forfaitaire prijs voor de herstelling / vernieuwing van een geleverde LRU is weergegeven in de onderstaande tabel1 : LRU1
LRU2
LRU3
…
…
…
…
…
Jaarlijkse forfaitaire prijs per geleverde LRU (euro)
Tabel 1 Deze bedragen hebben betrekking op de geleverde LRU’s. Het jaarlijkse bedrag gefactureerd aan Infrabel is dus de sommatie van de jaarlijkse forfaitaire prijs voor iedere LRU, vermenigvuldigd met het aantal LRU’s geleverd. De prijzen van de tabel zijn de geldende prijzen op de eerste dag van het contract. De prijs te factureren vanaf het einde van de waarborgperiode zal gebaseerd worden op de bedragen hierboven en gebruiken de formule voor de herziening van de prijs gegeven in paragraaf 7 van het huidige contract.
3.3 Herstelling / vernieuwing procedure nr.3 De leverancier moet de herstelling of vernieuwing uitvoeren aan een bedrag afhankelijk van de LRU. De volgende tabel 1 geeft de forfaitaire kost voor de herstelling of de vernieuwing in functie van de defecte LRU. LRUi
Eenheidsprijs herstelling of vernieuwing [euro]
LRU1
…
LRU2
…
LRU3
…
…
… Tabel 2
Deze bedragen zijn herzien volgens de formule voorgesteld in pragraaf 7 van het huidige contract. Ieder bedrag weergegeven in de tabel mag niet hoger zijn dan de aankoopprijs van het corresponderende LRU.
1
Te vervolledigen door de leverancier Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting.
SI (TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CCV 1.2 N.doc
12 / 15
savedate: 28/02/2008
2 0 0 8 0 1 7 8 1 4
Assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40 km/h – specifieke contractuele voorwaarden
I-I.313
Onafhankelijk van de te volgen procedure ( 1,2 of 3), zal de leverancier een register bijhouden waarin duidelijk de aard van ieder defect omscheven zal worden. Deze informatie is ten alle tijden beschikbaar voor Infrabel. 4. Waarborgperiode Voor alle onderdelen die het onderwerp uitmaken van het herstellings- / vernieuwingscontract, begint de waarborgperiode te lopen op de dag van de voorlopige oplevering van de 1ste deellevering en eindigt 24 maanden na de voorlopige oplevering van de laatste deellevering. 5. Procedure voor herstelling / vernieuwing De technische diensten van Infrabel sturen de defecte stukken per stuk | pakket 1 op naar het instandhoudingscentrum van de leverancier. De vorm en de inhoud van het begeleidend document wordt in onderling akkoord vastgelegd. De defecte stukken zullen verzonden worden in hun oorspronkelijke verpakking of in een aangepaste verpakking. De leverancier is belast met het terugzenden van de herstelde/vernieuwde stukken in hun oorspronkelijke verpakking of in een aangepaste verpakking. De vervoerskosten zijn ten laste van de afzender. 6. Herstellingsduur De leverancier verbindt zich tot herstellingen binnen 1 maanden. Deze termijn begint te lopen vanaf het versturen van de defecte stukken door Infrabel en eindigt op het moment van verzenden door de leverancier (postdatum) Voor iedere LRU, mag er niet meer dan 5% van de geleverde LRU’s in herstelling of vernieuwing zijn. 7. Herziening van de prijzen P = (0,20 + 0,8 S/So) x Po Daarin is: P = de herziene prijs Po = de niet-herziene prijs S = het uursalaris bij AGORIA of bij een gelijkwaardig buitenlands organisme, dat geldt op -
15/01 voor de herstellingen/vernieuwingen tijdens het 1e semester.
-
15/07 voor de herstellingen/vernieuwingen tijdens het 2e semester.
So = het uursalaris bij AGORIA of bij een gelijkwaardig buitenlands organisme, dat geldt in het semester waarin de offerte wordt ingediend. 8. Betalingsvoorwaarden Het jaarlijkse forfaitaire bedrag (zie paragraaf 3.2) zal één maal per jaar gefactureerd worden na het beëindigen van de waarborgperiode. De prestaties voor herstelling/vernieuwing die niet zijn vervat in het jaarlijkse forfaitaire bedrag worden ten minste één keer per jaar gefactureerd. Die facturen moeten 50 dagen na ontvangstdatum worden betaald, op voorwaarde dat Infrabel in het bezit is van de reglementaire factuur. De factuur vermeldt de volgnummers van de herstelling waarvoor een factuur is opgesteld.
1
Te vervolledigen door de leverancier Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting.
SI (TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CCV 1.2 N.doc
13 / 15
savedate: 28/02/2008
2 0 0 8 0 1 7 8 1 4
Assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40 km/h – specifieke contractuele voorwaarden
I-I.313
9. Begin en looptijd van het contract Dit contract heeft een duur van 20 jaar. Deze periode begint op de datum van de voorlopige oplevering van de 1ste deellevering. Dit contract wordt stilzwijgend verlengd voor een periode van één jaar, tenzij één van beide partijen het ten minste drie maanden vóór de vervaldatum met een aangetekende brief heeft opgezegd. Het contract valt onder de toepassing van de wet van 24 december 1993, het Koninklijk Besluit van 10/01/96 en het Koninklijk Besluit van 29/06/96. -oOo-
2 0 0 8 0 1 7 8 1 4
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting. SI (TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CCV 1.2 N.doc
14 / 15
savedate: 28/02/2008
Assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40 km/h – specifieke contractuele voorwaarden
I-I.313
Appendix 3 Assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40 km/h Overzicht looptijd contractfazen
Herstellingscontract (20 jaar)
2 0 0 8 0 1 7 8 1 4
Periode zonder herstelling
Waarborg 24 maanden
Zie CSC
Voorlopige oplevering van de 1ste deellevering
Voorlopige oplevering van de laatste deellevering
Einde waarborgperiode
Einde herstellingscontract
Einde toepassing
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting. SI (TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CCV 1.2 N.doc
15 / 15
savedate: 28/02/2008
I-I.313
SPOORVRIJMELDING EN DOORRITREGISTRATIE Assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40km/h Technische Voorwaarden
Documentbeheer Naam Beheerd door
A. Van Hoyweghen
Opgesteld
A. Van Hoyweghen
Nagezien
J. Verschaeve
Datum van de handtekening
Handtekening
18/10/2007
Kwaliteitscontrole Voorgesteld
J. Verschaeve
Goedgekeurd
L. Brabant
Vrijgegeven
L. Brabant
Dit document is de eigendom van INFRABEL en bevat vertrouwelijke informatie. Dit document mag op geen enkele manier gereproduceerd of verdeeld worden aan derden, binnen of buiten INFRABEL, zonder de schriftelijke toestemming van de Dienst Seininrichting.
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting.
SI(TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CTV 1.2 N.doc
1 / 31
18/10/2007
2 0 0 7 0 7 1 5 5 7
Aankoop van assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40km/h - Technische Voorwaarden
I-I.313
Wijzigingen aan het document Opsteller
Versie
Datum
Reden
J. Verschaeve
1.1
22/06/2007
publicatie
A. Van Hoyweghen
1.2
18/10/2007
Wijzigingen in appendix 1
2 0 0 7 0 7 1 5 5 7
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting.
SI(TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CTV 1.2 N.doc
2 / 31
18/10/2007
Aankoop van assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40km/h - Technische Voorwaarden
I-I.313
1 Inleiding 1.1 Doel van dit document Dit document beschrijft de technische voorwaarden waaraan de assentellersystemen CAT.D voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40km/h moeten voldoen.
1.2 Basisdocumenten Ref nr [1]
Benaming (TVP,CAT.D,z) CBA 1.1 N.doc
1.3 Referentiedocumenten De verwijzingen naar de referentiedocumenten bevinden zich in de appendix 1 van dit document. 2 0 0 7 0 7 1 5 5 7
1.4 Toepassingsgebied [I.1]
Complexe spoorconfiguraties waar de toegelaten snelheid beperkt is tot 40 km/h.
1.5 Afkortingen, principeschema en gebruikte terminologie Zie appendix 2.
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting.
SI(TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CTV 1.2 N.doc
3 / 31
18/10/2007
Aankoop van assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40km/h - Technische Voorwaarden
I-I.313
2 Contextdiagram [I.2]
Onderstaande figuur 1 toont het contextdiagram. De verschillende interfaces worden, met verwijzing naar de betrokken paragraaf, uitvoerig beschreven in deze technische voorwaarden.
INFRABEL diagnosesysteem DGN
Voeding
7.7
Specifiek meet/diagnosesysteem
7.1
Spoor
7..2
Spoorvoertuigen
Assentellersysteem
7.6
Personeel
7..5
7..3
7.4
Reiswegbeveiliging
Identiek assentellersysteem
Figuur 1 Legende: Voorwerp van deze technische voorwaarden Object (systeem, subsysteem, onderdeel, persoon, omgeving,…) Omgeving van het assentellersysteem Interface met aanduiding van de zin van de gegevensstroom (mens-machine interfaces en omgeving inbegrepen) 7.3
Nummer van de paragraaf waarin de interface is beschreven.
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting.
SI(TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CTV 1.2 N.doc
4 / 31
18/10/2007
2 0 0 7 0 7 1 5 5 7
Aankoop van assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40km/h - Technische Voorwaarden
I-I.313
3 Spoorvrijmeldingsprincipe [I.3]
Wisselzones en lopend spoor worden opgedeeld in zones waarbinnen zich in een normale toestand slechts één trein kan bevinden. In zones die door assentellers worden beveiligd, zijn ter hoogte van de grenspunten wieldetectoren aan de spoorstaven bevestigd, teneinde de treinwielen te detecteren en het aantal wielassen te tellen, rekening houdend met hun rijzin. Het verschil tussen het aantal inen uitgetelde wielassen in een telzone, leidt tot het al dan niet vrijmelden van de telzone.
4 Detectieprincipe [I.4]
Een sensor wordt door de voorbijrijdende wielen beïnvloed, zodat op een kontaktloze en bewegingsvrije wijze de doorrit van een wiel gedetecteerd wordt. Meerdere sensoren dienen te worden gekoppeld om de rijzin van de doorrit te bepalen in functie van de opeenvolging van de signalen afkomstig van de sensoren.
5 Kenmerken van het assentellersysteem 5.1 Dimensionering [I.5]
Twee typische assentellerconfiguraties met opgelegde zoneverdeling, zoals voorgesteld in appendix Een teleenheid kan informatie verwerken uitgaande van N 3, worden vooropgesteld. detectiepunten en kan tot M uitgangssignalisaties genereren. Deze signalisaties kunnen betrekking hebben op de spoorvrijmelding van een telzone (functie TVP) en op de doorritregistratie aan een detectiepunt (functie DREP).
[R.1]
M is een maatgetal voor het aantal uitgangssignalisaties van de teleenheid en moet toelaten om op een economisch verantwoorde wijze de voorgestelde configuraties te realiseren.
[R.2]
Spoorvrijmelding van een telzone De toewijzing van de detectiepunten aan een telzone gebeurt door configuratie van de teleenheid. Per telzone bezit de teleenheid: -Een uitgang die de informatie "telzone vrij" (actief) of "telzone niet-vrij" (inactief) geeft. -Een ingang om het aantal assen in de telzone op nul te stellen.
5.2 Veiligheidsvoorwaarden [R.3]
Het veiligheidsniveau moet per assentellersysteem, voor de TVP-functie in haar geheel, gelijkwaardig zijn aan: THR ≤ 10-6/h.
[I.6]
De veiligheidsvoorwaarden zijn gedefinieerd in de documenten [135], [136], [137].
[I.7]
Aan de DREP-functie worden dezelfde veiligheidsvoorwaarden gesteld als aan de TVP-functie.
5.3 Beschikbaarheidsvoorwaarden [R.4]
De beschikbaarheid van de beide functies TVP en DREP per teleenheid voor het assentellersysteem, zoals bepaald in de documenten [135], [136], [137], moet hoger zijn dan
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting.
SI(TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CTV 1.2 N.doc
5 / 31
18/10/2007
2 0 0 7 0 7 1 5 5 7
Aankoop van assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40km/h - Technische Voorwaarden
I-I.313
99,9995%, met een MTTR van 2,5 h.
5.4 Voorwaarden inzake onderhoudbaarheid 5.4.1 Onderhoudbaarheidsniveau [I.8]
De vereiste onderhoudbaarheid van het assentellersysteem is gedefinieerd in de documenten [135], [136], [137].
5.4.2 Hersteltijd [R.5]
De gemiddelde hersteltijd (MTTR) in geval van storing moet onder de 2 uur 30 minuten blijven.
[I.9]
Deze tijd wordt berekend vanaf het optreden van de storing tot wanneer de storing is opgeheven. De MTTR-waarde is de som van diverse termen Ti die hieronder bepaald zijn. De waarde van sommige van deze termen is opgelegd.
[I.10]
T1 (15min): Gemiddelde tijd die nodig is om aan de technieker het optreden van een storing te melden.
[I.11]
T2 (60min): Gemiddelde tijd die nodig is voor de verplaatsing van de technieker.
[R.6]
T3 (door de inschrijver te bepalen): Gemiddelde tijd die nodig is voor de identificatie van het defecte onderdeel.
[R.7]
T4 (door de inschrijver te bepalen): Gemiddelde tijd die nodig is om de storing op te heffen (met inbegrip van desnoods te treffen veiligheidsmaatregelen).
[I.12]
T5 (10min): Gemiddelde tijd die nodig is om te melden dat de storing is opgeheven en de normale exploitatiemodus opnieuw actief is.
5.4.3 Preventief onderhoud [R.8]
De preventieve onderhoudslast moet tot een minimum beperkt blijven.
5.4.4 Correctief onderhoud [R.9]
De verschillende bedrijfstoestanden binnen het systeem (vrijmelding, niet-vrijmelding, storing,…) moeten duidelijk geïdentificeerd en weergegeven worden teneinde een snelle en nauwkeurige diagnose mogelijk te maken en bijgevolg de onderhoudstechnieker in staat te stellen de oorzaak van de storingen van het systeem gemakkelijk te localiseren.
[R.10]
Het opheffen van storingen moet zich uitsluitend beperken tot het vervangen van het defecte onderdeel (met eventueel een nieuwe afregeling) en moet vlug kunnen uitgevoerd worden dankzij een gemakkelijke toegankelijkheid en opstelling.
[R.11]
Het assentellersysteem moet zodanig ontworpen zijn dat, het falen van een LRU niet leidt tot het falen van een andere LRU.
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting.
SI(TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CTV 1.2 N.doc
6 / 31
18/10/2007
2 0 0 7 0 7 1 5 5 7
Aankoop van assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40km/h - Technische Voorwaarden
I-I.313
5.5 Functionele voorwaarden 5.5.1 Configuratie [R.12]
De teleenheid moet volgende informatie kunnen verschaffen: -Vrijmelding of niet-vrijmelding van telzones. configuratie van fysieke telzones (CAT). -Doorritregistratie aan een detectiepunt. configuratie van een fictieve telzone (TP).
Deze functie wordt bekomen door
Deze pedaalfunctie wordt bekomen door
Detectiepunt met doorritregistratie
Dit houdt in dat ieder detectiepunt, zowel aan de linker- als aan de rechterkant, moet kunnen gekoppeld worden met minstens 2 telzones. De beide informaties (CAT) en (TP) worden door de teleenheid op identieke wijze verwerkt.
5.5.2 Initialisatie [R.13]
Eenmaal het assentellersysteem onder spanning gebracht, moeten alle telzones niet-vrijmelden. Na initialisatie van de teleenheid, blijven deze laatste niet-vrijmelden tot wanneer ze nulgesteld worden.
5.5.3 Vrijmelding van een telzone [R.14]
Binnen de normale werkingstoestand van de teleenheid mag een telzone slechts vrijgemeld worden als: -de detectiepunten normaal hebben gewerkt, -het aantal assen in de zone, gememoriseerd door de teleenheid, gelijk is aan nul, -de detectiepunten vrijgemeld zijn, -het telsaldo binnen de telzone niet negatief is geweest.
[R.15]
Een stilstand voor onbepaalde tijd in een willekeurig punt binnen de actiezone van de sensoren, of een willekeurig heen en weer bewegen van een wiel op een detectiepunt, mag geen foutieve telling tot gevolg hebben.
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting.
SI(TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CTV 1.2 N.doc
7 / 31
18/10/2007
2 0 0 7 0 7 1 5 5 7
Aankoop van assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40km/h - Technische Voorwaarden
I-I.313
5.5.4 Faling [R.16]
Elke toestandsverandering in het systeem moet aanleiding geven tot een permanente nietvrijmelding van de betrokken telzone(s).
5.5.5 Automatische foutcorrectie [I.13]
Indien het voorgestelde systeem een automatische foutcorrectie toelaat, dan moet ze uitgeschakeld kunnen worden.
5.5.6 Nulstelling [R.17]
Indien een telzone onterecht niet-vrijmeldt, dient men over de mogelijkheid te beschikken om de telzone met een nulstelbediening vrij te melden.
[R.18]
De nulstelbediening van een telzone mag slechts uitwerking hebben wanneer de laatst geregistreerde as uitgeteld werd uit de telzone. INFRABEL moet over de mogelijkheid beschikken om deze laatste voorwaarde al dan niet te kunnen activeren.
5.5.7 Diagnose 5.5.7.1 Diagnose op de teleenheid [R.19]
De toestand van de detectiepunten en van de telzones moet zichtbaar kunnen worden gemaakt op de teleenheid, met de vermelding van de aard van de storing, de gestoorde kaart en de oorzaak van de storing.
5.5.7.2 Diagnose op afstand (optie) [R.20]
Er worden geen veiligheidsvoorwaarden gesteld aan de diagnose op afstand van de werking van de verschillende elementen van het assentellersysteem. De diagnose mag de goede werking van de assenteller niet beïnvloeden. Tevens dienen alle noodzakelijke documenten en software geleverd voor het eventuele specifieke diagnosetool.
5.6 Specifieke meetinstrumenten (optie) De opdracht omvat eveneens alle specifieke meetinstrumenten om de bedienden van INFRABEL in staat te stellen om: [R.21]
-het systeem in dienst te stellen,
[R.22]
-het systeem preventief en correctief in stand te houden.
[R.23]
De specifieke meetinstrumenten moeten draagbaar zijn.
[R.24]
De meetinstrumenten moeten beantwoorden aan de normen [111], [114] en [129] of equivalente normen.
[R.25]
Elk geleverd meetinstrument moet worden geijkt en moet voldoende precies werken om correcte metingen op het systeem te kunnen uitvoeren.
[R.26]
De meetprecisie en de vereiste toleranties om een veilige werking van het systeem te waarborgen, moeten vermeld zijn.
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting.
SI(TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CTV 1.2 N.doc
8 / 31
18/10/2007
2 0 0 7 0 7 1 5 5 7
Aankoop van assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40km/h - Technische Voorwaarden
[R.27]
I-I.313
Elk meetinstrument moet vergezeld zijn van: -Een ijkfiche (met ten minste de vermelding van de datum en de geldigheidsduur van de uitgevoerde ijking). -Een handleiding (in het Nederlands en in het Frans) met de uiteenzetting van de verschillende procedures voor het meten, controleren en beheren van het meetinstrument in kwestie. -Alle vereiste toebehoren die de verschillende metingen, zowel op de binnen- als op de buitenapparatuur, mogelijk maken.
[R.28]
Elk meetinstrument beschikt over: -een autonomie van minstens 8h, -een robuuste vorm, aangepast voor metingen op het terrein, -duidelijk leesbare karakters, ook bij het ontbreken van omgevingslicht, -beperkte afmetingen en een gering gewicht.
6. Constructieve voorwaarden 6.1 Uitvoering van detectieketens 6.1.1 Algemeen [R.29]
De onderdelen van een wieldetector die vast op een spoorstaaf zijn gemonteerd, vormen één solidair en mechanisch stijf geheel met elkaar en met de spoorstaaf. De positioneermogelijkheden van deze onderdelen moeten tot het absolute minimum worden beperkt. De gemonteerde wieldetector moet kunnen weerstaan aan een verticale statische belasting van 100 daN die gelijkmatig over zijn oppervlak is verdeeld.
[R.30]
Het is toegelaten om de meer kwetsbare componenten van een detectiepunt in een verbindingsdoos naast het spoor op te stellen met een steun voor de verankering in de ballast. Ze zal zo ontworpen zijn dat ze een stabiele opstelling in de spoorballast waarborgt.
[R.31]
De wieldetectoren dienen geleverd met een vast aan de behuizing aangegoten soepele kabel waarvan de lengte minstens 4 m bedraagt. Bijzondere aandacht zal besteed worden aan de kabelinvoer in de detector en aan de bevestiging van de kabel aan het spoor, opdat geen beschadiging zou ontstaan ten gevolge van de veelvuldige buigingen waaraan de kabel onderworpen wordt. Indien de aangegoten kabel tussen de detector en de aansluitingsdoos een bijkomende beschermingsslang vereist, zal deze afzonderlijk aangeboden worden, samen met de eventuele bevestigingsmiddelen. De slang moet eveneens in soepel materiaal uitgevoerd zijn en een neutrale kleur hebben (zie R.33).
[R.32]
Met de onderstaande kenmerken van de gebruikte kabeltypes kan de maximaal toelaatbare afstand tussen een detectiepunt in het spoor en de teleenheid bepaald worden: -Kabel voor seininrichting: ZPAU volgens technische specificatie, zie document [201]. -Kabel voor seininrichting: SXCA volgens technische specificatie, zie document [202].
[R.33]
De kleur van de buitenapparatuur in het spoor moet onopvallend zijn en in elk geval verschillen van de in de seininrichting gebruikte hoofdkleuren: rood, groen en geel. Dit geldt voor de behuizing van de detectoren en van de eventuele verbindingsdoos, de bevestigingselementen, slangen, enz.
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting.
SI(TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CTV 1.2 N.doc
9 / 31
18/10/2007
2 0 0 7 0 7 1 5 5 7
Aankoop van assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40km/h - Technische Voorwaarden
I-I.313
6.1.2 Opstelling en afregeling van de buitenapparatuur [R.34]
Alle buitenapparatuur wordt geplaatst buiten het vrijeruimteprofiel.
[R.35]
De wieldetector wordt met bouten doorheen boringen aan de spoorstaven bevestigd, buiten het vrije ruimteprofiel. De bouten moeten tegen lostrillen geborgd zijn. Per detectiepunt mogen niet méér dan 3 boringen gemaakt worden. Ze hebben een diameter van 13mm (- 0mm / + 0,5mm). Een montage d.m.v. een klauw kan in optie voorgesteld worden.
[R.36]
De wieldetectoren van het assentellersysteem worden gemonteerd in de ruimte tussen 2 dwarsliggers.
[R.37]
De boorset en de bijhorende hulpstukken worden als universeel beschouwd en dus niet gerekend tot de specifieke werktuigen.
[R.38]
Eventuele bijkomende apparatuur wordt geplaatst in de nabijheid van het spoor.
[R.39]
Voor het aansluiten van de transmissiekabel(s) aan de buitenapparatuur dienen minstens 2 kabelingangen te worden voorzien voor kabels met een buitendiameter ≤ 30mm.
6.2 Teleenheid 6.2.1 Opstelling [R.40]
De teleenheid bestaat uit één of meerdere standaard 19” racks, waarin de verschillende kaarten zijn gemonteerd. De racks zijn ondergebracht in een modulaire kast bij voorkeur uitgerust met een zwenkraam, met als maximum afmetingen 800mm x 600mm x 2000mm.
6.2.2 Configuratie-instellingen [R.41]
De configuratie-instellingen van de teleenheid mogen als volgt worden geprogrammeerd: -een hardware programmatie d.m.v. dip-switches of bedrading, -een software programmatie.
[R.42]
INFRABEL moet over de mogelijkheid beschikken om zelf de teleenheid te kunnen configureren of aan te passen en moet hiertoe over de nodige tools en kennis kunnen beschikken (andere assentellerconfiguraties dan deze voorgesteld in appendix 3 moeten kunnen gerealiseerd worden, uitgaande van het aantal beschikbare in- en uitgangen).
6.2.3 Verbindingen [R.43]
De teleenheid wordt volledig gemonteerd geleverd en zal op gepaste wijze afgeschermd zijn tegen elektromagnetische beïnvloeding van buitenaf.
[R.44]
Een mechanisme moet aanwezig zijn om een foutieve uitwisseling van kaarten van een verschillende uitvoeringsstand (versie) te verhinderen.
[R.45]
De aansluitklemmen zullen goed geïdentificeerd en gemakkelijk bereikbaar zijn.
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting.
SI(TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CTV 1.2 N.doc
10 / 31
18/10/2007
2 0 0 7 0 7 1 5 5 7
Aankoop van assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40km/h - Technische Voorwaarden
I-I.313
7 Interfaces 7.1 Interface assentellersysteem--voeding [R.46]
Het aangeboden assentellersysteem dient te functioneren met een voedingsspanning 40VDC ≤ U ≤ 60VDC, met volgende kenmerken: -batterijgebufferd (autonomie van 2h bij -10°C), -maximale residuele rimpel van 1VRMS.
[R.47]
Het systeem moet beveiligd zijn tegen toevallige polariteitsomwisseling.
[R.48]
Een verminderde voedingsspanning mag het systeem nooit in een toestand brengen waardoor de veiligheid in het gedrang komt.
[I.14]
De positieve pool van de gelijkstroomvoeding wordt geaard in de seininstallaties.
[R.49]
Het aangeboden assentellersysteem moet beantwoorden aan de normen en limieten die beschreven zijn in de documenten [103], [104], [115], [116], [117], [118], [120], [127], [131], [139] of equivalente documenten.
7.2 Interface assentellersysteem--spoor [I.15]
De verschillende spoorstaafprofielen gebruikt bij INFRABEL zijn voorgesteld in de appendix 4 van dit document.
[I.16]
De algemene kenmerken van het spoor zijn: -dwarsliggers in hout, beton of staal, -breedte van het tussenspoor ≥ 2m, -spoorbreedte 1435mm.
[I.17]
Het vrijeruimteprofiel is voorgesteld in de appendix 5 van dit document.
[R.50]
Het omhulsel van de buiten geplaatste apparatuur moet een hoge beveiligingsgraad bieden tegen alle omgevingseffecten en moet weerstaan aan UV-stralen, weersveranderingen, olie en alle gewone vervuilende stoffen die in de spoorweginfrastructuur aangetroffen worden. Het systeem moet beantwoorden aan de voorschriften van de documenten [110], [111], [114], [129] of equivalente documenten.
[R.51]
De sensoren zijn galvanisch gescheiden van de spoorstaaf met een diëlectrische vastheid > 3 kVeff 50 Hz.
[R.52]
Galvanische scheiding tussen binnen- en buitenkringen: > 3 kVeff 50 Hz.
7.3 Interface Assentellersysteem--Spoorvoertuigen [I.18]
Kenmerken van de wielen van spoorvoertuigen: -materiaal = staal, -25mm ≤ hoogte van de wielflens ≤ 36mm, -maximale zijdelingse verplaatsing van de wielflens = 50mm.
[R.53]
Het assentellersysteem moet geschikt zijn voor treinsnelheden tot 60km/h, bij wieldiameters ≥ 300mm en een asafstand > 900mm.
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting.
SI(TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CTV 1.2 N.doc
11 / 31
18/10/2007
2 0 0 7 0 7 1 5 5 7
Aankoop van assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40km/h - Technische Voorwaarden
I-I.313
7.4 Interface assentellersysteem--identiek assentellersysteem [R.54]
Wanneer een spoorinstallatie meer detectiepunten vergt dan één teleenheid kan beheren, moet de informatie van de detectiepunten kunnen verwerkt worden door 2 verschillende teleenheden. De wijze waarop de splitsing gebeurt kan verschillen. De appendix 6 geeft de 2 mogelijkheden.
7.5 Interface assentellersysteem--reiswegbeveiliging 7.5.1 Spoorvrijmelding en doorritregistratie [I.19]
Al de signalisaties ‘spoorvrijmelding’ en ‘doorritregistratie’ worden afzonderlijk ingelezen in de reiswegbeveiliging.
[I.20]
Bij de elektronische reiswegbeveiliging worden de signalisaties ingelezen via onafhankelijke 110V50Hz ingangen van zogenaamde universele modules. Eén ingang verbruikt in normaal bedrijf ± 190mA bij een maximale spanning van 121V-50Hz. De karakteristieken van de ingangen 110V50Hz van de universele modules zijn: -ingangsimpedantie bij 50 Hz: Z = R + 1/jωC met R = 10Ω en C = 4,7µF, -logische signaalverwerking:
Spanning U < 63VAC
"ingang laag",
Spanning U > 90VAC
"ingang hoog".
[I.21]
Bij de reiswegbeveiliging met relaistechniek worden de signalisaties verbonden met relais, zie [200]. De maximale bedrijfsstroom van de relais bedraagd ± 125mA bij 48VDC.
[R.55]
Al deze ingangen van de reiswegbeveiliging worden met potentiaalvrije contacten van veilige uitgangen van de teleenheid aangestuurd.
[R.56]
Voor elke telzone geeft het assentellersysteem de toestanden “vrij” of “niet-vrij” weer.
[R.57]
De duur van de overgang van de toestand “telzone vrij” naar de toestand “telzone niet-vrij” (Tbm) moet voldoen aan de volgende voorwaarden: Tbm < 2601ms (zie figuur 2).
[R.58]
De duur van de overgang van de toestand “telzone niet-vrij” naar de toestand “telzone vrij” (Tfm) moet voldoen aan de volgende voorwaarden: Tfm – Tbm ≥ -1655ms (zie figuur 2). .
[R.59]
De voorkeur gaat uit naar Tfm-waarden die vrij instelbaar zijn.
TVP/DREP:
Fysieke bezetting van de telzone
Fysieke vrijmelding van de telzone
Uitgang teleenheid Tbm
Tfm Figuur 2
7.5.2 Nulstelling van een telzone [R.60]
Eén ingang per telzone laat toe om, in geval van een onterechte niet-vrijmelding, vanuit de reiswegbeveiliging het telsaldo op nul te stellen.
[R.61]
Zowel bij de elektronische reiswegbeveiliging als bij deze met relaistechniek, wordt de nulstelling van een telzone in de teleenheid gebracht d.m.v. een stuursignaal 110V(±10%)-50Hz.
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting.
SI(TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CTV 1.2 N.doc
12 / 31
18/10/2007
2 0 0 7 0 7 1 5 5 7
Aankoop van assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40km/h - Technische Voorwaarden
[R.62]
I-I.313
De nulstelingangen moeten als volgt reageren: 250ms < t_reactie < 500ms, waarbij t_reactie = tijdspanne tussen de momenten 'ingang hoog' en 'start verwerking ingang'.
7.6 Interface Assentellersysteem--Personeel [R.63]
Iedere LRU die deel uitmaakt van deze opdracht, draagt een onuitwisbare identificatie die ten minste de volgende gegevens bevat: -bestelnummer, -serienummer, -functionele index en/of fabricatiegegeven waardoor het mogelijk is de eventuele aanpassingen op te volgen die het systeem tijdens zijn levensduur zou vereisen (elke functionele index stemt overeen met één enkele technische specificatie waaraan de LRU moet beantwoorden). Tevens draagt iedere LRU die deel uitmaakt van deze opdracht, een onuitwisbare identificatie met de vervaldatum van de waarborg. Het gewenste formaat is "guaranteed until DD/MM/YYYY". De in rekening te brengen leveringsdatum wordt onderling vastgelegd, alvorens de datum DD/MM/YYYY aan te brengen.
7.7 Interface assentellersysteem--INFRABEL-diagnosesysteem (DGN) [I.22]
Het diagnosesysteem (DGN) is aanwezig in de installaties van het type PLP en maakt het mogelijk informatie door te sturen naar de bedienden die belast zijn met het toezicht op en het onderhoud van de uitrustingen. De interface met het DGN-systeem wordt beschreven in de appendix 7.
8 Omgevingsvoorwaarden 8.1 Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) 8.1.1 Immuniteit voor elektromagnetische straling van naburige uitrustingen [R.64]
Inzake elektromagnetische immuniteit moet het assentellersysteem conform zijn met de voorschriften van de documenten [105], [106], [107], [108], [109], [113], [119], [121], [122], [123], [124], [125], [126], [127], [130], [133] en [203] of equivalente documenten.
8.1.1.1 Materieel seininrichting De onderdelen van het aangeboden assentellersysteem moeten compatibel zijn met de andere [R.65] seinuitrustingen in of langs de sporen. [I.23]
In appendix 8 zijn de verschillende soorten seinmaterieel vermeld die momenteel op het INFRABEL-net worden gebruikt en waarmee de compatibiliteit wordt gevraagd.
8.1.1.2 Materieel telecommunicatie De onderdelen van het aangeboden assentellersysteem moeten ongevoelig zijn voor het gebruik van [R.66] draagbare telefoons, radio’s, walkie-talkies en GSM(R) in de nabijheid ervan, conform de documenten [121], [124] en [130].
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting.
SI(TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CTV 1.2 N.doc
13 / 31
18/10/2007
2 0 0 7 0 7 1 5 5 7
Aankoop van assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40km/h - Technische Voorwaarden
I-I.313
8.1.1.3 Rollend materieel De onderdelen van het aangeboden assentellersysteem moeten ongevoelig zijn voor de krachtige [R.67] magneetvelden en de erg agressieve impulsvelden die worden uitgezonden door de met thyristoren gestuurde krachtvoertuigen. [R.68]
Magneet- en wervelstroomremmen, al dan niet actief, mogen noch de veiligheid noch de betrouwbaarheid van het aangeboden assentellersysteem beïnvloeden.
8.1.1.4 Electrisch tractienetwerk Tractienetwerk 3kVDC. [I.24] De nominale spanning van de bovenleiding is 3000VDC en kan schommelen tussen de minimale waarde van 1800VDC en de maximale waarde van 3600VDC. De grondharmonische van de residuele rimpelspanning heeft een frequentie van 300 of 600Hz. Ten gevolge van schakelbewerkingen kunnen piekspanningen tot 12kV voorkomen. [I.25]
Onder 3kVDC. -Bereiken de tractiestromen in de spoorstaven waarden die rond 4kA liggen. -Kan de stroom bij kortsluiting tussen de bovenleiding en de spoorstaven in de omgeving van de tractieonderstations een intensiteit van 30kA bereiken. -Moeten de sensoren ongevoelig zijn voor kortsluitstromen tot 15kA per spoorstaaf. -In de frequentieband van 1500 tot 3000Hz kunnen aan tractieonderstations spanningscomponenten tot 75Veff gemeten worden bij de frequenties die een veelvoud zijn van 300Hz. De harmonische stroomcomponenten in de spoorstaven kunnen 4A effctief bereiken.
[I.26]
Tractienetwerk 25kVAC-50Hz. De nominale spanning van de bovenleiding is 25kVAC en kan schommelen tussen de minimale waarde van 17500VAC en de maximale waarde van 27500VAC. Er zijn bij INFRABEL tractienetwerken 1x25kVAC–50Hz en 2x25kVAC–50Hz.
[I.27]
Onder 25kVAC. -Bereiken de tractiestromen in de spoorstaven waarden die rond 1kA liggen. -Kan de stroom bij kortsluiting tussen de bovenleiding en de spoorstaven in de omgeving van de tractieonderstations een intensiteit van 15kA bereiken. -Moeten de sensoren ongevoelig zijn voor kortsluitstromen tot 7kA per spoorstaaf.
[R.69]
De detectieketens moeten ongevoelig zijn voor de magnetische velden van de in het spoor geïnjecteerde terugstromen van de elektrische tractie en alle andere elektrische verbruikers onder 3kVDC en onder 25kV-50Hz en hun harmonischen.
[R.70]
Het assentellersysteem moet conform zijn met de voorschriften van de documenten [106], [107], [111], [115], [116], [117], [118], [119], [127] of equivalente documenten.
8.1.1.5 Beveiligingen tegen overspanning en bliksem Er moet worden voorkomen dat gevoelige delen van het assentellersysteem gestoord en zelfs [R.71] vernield worden door blikseminslag of door overspanning. Hiertoe moet het systeem beveiligd worden aan de hand van diverse beveiligingselementen. [R.72]
De verschillende in- en uitgangen van het assentellersysteem moeten beveiligd worden tegen: -overspanningen, -de gevolgen van blikseminslag.
[R.73]
De inschrijver bepaalt welke beveiligingselementen in het systeem worden opgenomen. In de omgeving van het spoor zijn geen aardelektroden beschikbaar.
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting.
SI(TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CTV 1.2 N.doc
14 / 31
18/10/2007
2 0 0 7 0 7 1 5 5 7
Aankoop van assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40km/h - Technische Voorwaarden
[R.74]
I-I.313
De beveiligingselementen moeten aan volgende eisen voldoen: -in de normale toestand is het verbruik van de beveiligingselementen te verwaarlozen, -de beveiligingen op de diverse in- en uitgangen mogen geen invloed hebben op het beschikbaarheidsniveau en op de veilige werking van het systeem, -de karakteristieken ervan moeten relatief stabiel blijven in de tijd, -de diverse beveiligingselementen moeten toegankelijk, van buitenaf controleerbaar en gemakkelijk te plaatsen en te verwijderen zijn.
[R.75]
De beveiligingen van het systeem tegen overspanning en de gevolgen van blikseminslag moeten beantwoorden aan de voorwaarden van de volgende documenten: [102], [103], [110], [111], [114], [128], [132], [133], [134], [137] of equivalente documenten.
8.1.2 Elektromagnetische straling naar de naburige uitrustingen [R.76]
Het aangeboden assentellersysteem mag geen storingen veroorzaken in de uitrustingen en bestaande kringen voor seininrichting, telecommunicatie en rollend materieel.
[R.77]
Het assentellersysteem moet conform zijn met de voorschriften van de documenten [105], [106], [107], [108], [115], [116], [117], [118], [119], [120], [121], [124], [125], [127] of equivalente documenten.
8.2 Klimatologische voorwaarden buitenapparatuur [R.78]
De onderdelen van het aangeboden assentellersysteem moeten beantwoorden aan de voorschriften van document [111].
[R.79]
De volgende klassen zijn van toepassing: Hoogte = A2 / Temperatuur = T1. De operationele omgevingstemperatuur kan variëren tussen: -25° en +70°C.
8.3 Vervuiling [R.80]
De onderdelen van het aangeboden assentellersysteem moeten beantwoorden aan de voorschriften van document [111].
[R.81]
Vervuilingsklasse S = H, volgens document [111].
8.4 Trillingen [R.82]
De onderdelen van het aangeboden assentellersysteem moeten beantwoorden aan de voorschriften van document [111].
8.5 Locaties voor de binnenapparatuur [R.83]
De locaties bezitten geen afscherming tegen elektromagnetische velden. De omgevingsvoorwaarden van de binneninstallatie voldoen aan [111]. De volgende locaties kunnen voorkomen: computerzaal
relaiszaal
keet
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting.
SI(TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CTV 1.2 N.doc
15 / 31
18/10/2007
2 0 0 7 0 7 1 5 5 7
Aankoop van assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40km/h - Technische Voorwaarden
Temperatuur
I-I.313
+15°C< T < +30°C
-5°C < T < +55°C
-5°C < T < +45°C
10%- 75%
5% - 100%
5% - 100%
Rel. vochtigheid
9 Appendices Appendix 1: Referentiedocumenten Appendix 2: Afkortingen, principeschema en gebruikte terminologie Appendix 3: Typische assentellerconfiguraties Appendix 4: Profielen van de bij INFRABEL gebruikte spoorstaven Appendix 5: Vrijeruimteprofiel Appendix 6: Gesplitste detectieketen tussen verschillende teleenheden Appendix 7: Interface met het DGN-systeem Appendix 8: Overzicht van het seinmaterieel gebruikt op het INFRABEL spoorwegnet.
2 0 0 7 0 7 1 5 5 7
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting.
SI(TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CTV 1.2 N.doc
16 / 31
18/10/2007
Aankoop van assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40km/h - Technische Voorwaarden
I-I.313
Appendix 1: Referentiedocumenten Referentienummer
Technische referenties
Titel(s)
102
IEC 1024-1
Beveiliging van de structuren tegen blikseminslag Deel 1: algemene principes
103
IEC61643-12
Op de openbare distributienetten aangesloten beveiligingsinrichtingen tegen overspanning Deel 12: principes inzake keuze en gebruik
104
DIN41661
Technische specificatie betreffende snelle smeltveiligheden
105
EN 50121-4
106
EN 50121-5
107
EN 50121-1
108
EN 50121-2
109
EN 50121-3
110
EN 50122-1
Spoorwegtoepassingen – Elektromagnetische compatibiliteit Deel 4: Emissie en immuniteit van de signalerings- en telecommunicatieapparatuur Spoorwegtoepassingen – Elektromagnetische compatibiliteit Deel 5: Emissie en immuniteit van de vaste vermogenvoedingsinstallaties en de bijbehorende uitrustingen Spoorwegtoepassingen – Elektromagnetische compatibiliteit Deel 1: Algemeen Spoorwegtoepassingen – Elektromagnetische compatibiliteit Deel 2: Emissie van het gehele railsysteem naar buiten Spoorwegtoepassingen – Elektromagnetische compatibiliteit Deel 3-1: Rollend materieel - Trein en compleet voertuig Deel 3-2: Rollend materieel – Apparatuur Railtoepassingen - Vaste opstellingen Deel 1: Beschermende maatregelen in verband met de elektrische veiligheid en aarding
111
EN 50125-3
Spoorwegtoepassingen - Omgevingsomstandigheden voor het materieel Deel 3: Uitrusting voor signalering en telecommunicatie
113
EN 50238
114
EN 60950
Railtoepassingen - Compatibiliteit tussen rollend materieel en treindetectiesystemen Veiligheid van apparatuur voor informatietechniek
115
EN 61000-3-2
Elektromagnetische compatibiliteit, deel 3-2: Limietwaarden Limietwaarden voor de emissie van harmonische stromen (ingangsstroom van de toestellen kleiner of gelijk aan 16 A per fase)
116
EN 61000-3-3
Elektromagnetische compatibiliteit, deel 3-3: Limietwaarden Limietwaarden voor spanningsschommelingen en flikkering. Compatibiliteit in laagspanningsnetten voor apparatuur met een ingangsstroom ≤ 16 A
117
EN 61000-4-1
Elektromagnetische compatibiliteit, deel 4-1: Beproevingen en meettechnieken - overzicht van de immuniteitsproeven
118
EN 61000-4-11
119
EN 61000-4-16
120
EN 61000-4-2
Elektromagnetische compatibiliteit, deel 4-11: Immuniteitsproeven voor kortstondige spanningsdalingen en -onderbrekingen en spanningsvariaties Elektromagnetische compatibiliteit, deel 4-16: Beproevingen van immuniteit voor geleide meervoudige storingen in het frequentiegebied van 0 Hz tot 150 kHz Elektromagnetische compatibiliteit, deel 4-2: Beproevingen en meettechnieken - Immuniteitsproef elektrostatische ontlading
121
EN 61000-4-3
Elektromagnetische compatibiliteit, deel 4-3: Beproevingen en meettechnieken - Uitgestraalde, radiofrequente, elektromagnetiche
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting.
SI(TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CTV 1.2 N.doc
17 / 31
18/10/2007
2 0 0 7 0 7 1 5 5 7
Aankoop van assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40km/h - Technische Voorwaarden
Referentienummer
Technische referenties
I-I.313
Titel(s) velden – Immuniteitsproef
122
EN 61000-4-4
Elektromagnetische compatibiliteit, deel 4-4: Beproevingen en meettechnieken - « Electrical fast transient/burst immunity test »
123
EN 61000-4-5
124
EN 61000-4-6
125
EN 61000-4-8
126
EN 61000-4-9
127
EN 61000-6-2
128
EN 61024
Elektromagnetische compatibiliteit, deel 4-5: Beproevingen en meettechnieken - Stootspanningen – Immuniteitsproef Elektromagnetische compatibiliteit, deel 4-6: Immuniteitsproeven voor geleide storingen, veroorzaakt door radiofrequente velden Elektromagnetische compatibiliteit, deel 4-8: Magnetische immuniteitsproef bij netfrequentie Elektromagnetische compatibiliteit, deel 4-9: Puls-magnetisch veld – Immuniteitsproef Elektromagnetische compatibiliteit, deel 6-2: Algemene normen Immuniteit voor industriële omgevingen Parameters betreffende blikseminslag
129
EN 60529
Beschermingsgraden van mantels (IP-code)
130
ENV 50-204
131
IEC 127-2-3
Elektromagnetisch stralingsveld van digitale telefoon- en radiotoestellen Immuniteitsproef Technische specificatie betreffende trage smeltveiligheden
132
IEC 1312
Protection against lightning electromagnetic impulse (LEMP) Part 1: General principles Part 2 : Electromagnetic fields inside structure in case of direct and nearly lightning strikes (screen effect, earthing, potential bonding), as a technical report Part 3 : Requirements of surge protective devices, as a standard or as a technical report Part 4 : Application guide for protection against LEMP for existing structures, as a technical report
133
NFC 15 -100
Elektrische laagspanningsinstallatie
134
NFC 61 -740
Bliksemafleiders voor laagspanningsinstallaties
135
EN 50126
Spoorwegtoepassingen - De specificatie en het bewijs van de betrouwbaarheid, bruikbaarheid, beschikbaarheid, onderhoudbaarheid en veiligheid
136
EN 50128
Spoorwegtoepassingen - Programma’s voor besturings- en beveiligingssystemen
137
EN 50129
Spoorwegtoepassingen – Elektronische signaleringssystemen met betrekking tot de veiligheid
139
Pr EN 50160
Spanningskarakteristieken in openbare elektriciteitsnetten
200
S43
Signaleringsrelais van klasse 1
201
CT445
Technische specificatie met betrekking tot de kabels ZPAU
202
(x,kabel_SXCA, z) CTV
Technische specificatie voor NMBS-seininrichtingskabels met geleiderparen
203
MI.01-EMC75.2.0
Elektromagnetische compatibiliteit van het rollend materieel met de detectiesystemen van de treinen en de transmissies via galvanische kringen
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting.
SI(TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CTV 1.2 N.doc
18 / 31
18/10/2007
2 0 0 7 0 7 1 5 5 7
Aankoop van assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40km/h - Technische Voorwaarden
I-I.313
Appendix 2: Afkortingen, principeschema en gebruikte terminologie Afkortingen CAT.D
Autonoom assentellersysteem voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40km/h.
DGN
Diagnosesysteem.
DREP
Doorritregistratie-Enregistrement-de passage: Functie doorritregistratie.
[I]
Informatie: Nuttig gegeven voor de inschrijver.
LRU
Lowest Replacable Unit.
PLP
Post met geprogrammeerde logica (reiswegbeveiliging).
[R]
Requirement: Vereiste van INFRABEL, verifieerbaar in de offerte.
Tbm
Vertragingstijd bij bezetmelding.
THR
Tolerable Hazard Rate.
Tfm
Vertragingstijd bij vrijmelding.
TVP
Track Vacancy Proving: Functie spoorvrijmelding. 2 0 0 7 0 7 1 5 5 7
Principeschema Teleenheid
1
1
2
2 Detectiepunten
Toestand van de uitgangen
PARAMETRERING
(actief of inactief) N
M
1 2 Initialisatie
M
Manuele vrijmelding per zone
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting.
SI(TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CTV 1.2 N.doc
19 / 31
18/10/2007
Aankoop van assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40km/h - Technische Voorwaarden
I-I.313
Terminologie Detectieketen Het geheel van toestellen en stroomkringen dat de detectie-informatie levert aan de teleenheid. De onderstaande figuur illustreert de relatie tussen de verschillende elementen.
keet
verdeeldoos/ interface spoor
interface keet
teleenheid
detectiepunt sensor
2 0 0 7 0 7 1 5 5 7
wieldetector
buiteninstallatie
binneninstallatie
detectieketen
Detectiepunt Punt in het spoor waar de noodzakelijke apparatuur ligt om de aanwezigheid van een wiel te detecteren. Niet-vrijmelding De complementaire (binaire) toestand van vrijmelding. Nulstelling Een nulstelling (mise à zéro, Grundstellung) is een exploitatiebewerking die betrekking heeft op een telzone, en die de telwaarde binnen deze zone op nul stelt. Sensor Actief element van een wieldetector dat reageert op de nabijheid van een metallisch voorwerp. Een sensor kan uit meerdere delen bestaan, bijvoorbeeld een zender en een ontvanger. Deze beide deelfuncties kunnen ook in hetzelfde toestel verenigd zijn.
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting.
SI(TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CTV 1.2 N.doc
20 / 31
18/10/2007
Aankoop van assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40km/h - Technische Voorwaarden
I-I.313
Standcontrole Controle van de aanwezigheid van de wieldetector op de spoorstaaf die, binnen de montagetoleranties, een feilloze wieldetectie waarborgt. Teleenheid Elk toestel (meestal een procescomputer) dat de digitale signalen van de detectieketens verwerkt en dat telwaarden kan bijhouden. Teleenheden vergelijken bovendien telwaarden van verschillende detectiepunten zodat ze telzones kunnen vrijmelden. Telzone Continu spoorgedeelte dat afzonderlijk kan vrijgemeld (niet-vrijgemeld) worden. Vrijmelding Signalering van de afwezigheid van spoorvoertuigen in een telzone. Wieldetector Toestel dat de aanwezigheid van een wiel(flens) detecteert in de onmiddellijke omgeving van een welbepaald punt op de spoorstaaf. In het algemeen bestaat de wieldetector uit 2 sensoren, teneinde de bewegingszin van de wielen te bepalen
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting.
SI(TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CTV 1.2 N.doc
21 / 31
18/10/2007
2 0 0 7 0 7 1 5 5 7
Aankoop van assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40km/h - Technische Voorwaarden
I-I.313
Appendix 3: Typische assentellerconfiguraties Config 1 (met 45 detectiepunten, waarvan 20 met doorritregistratie en 26 telzones)
2 0 0 7 0 7 1 5 5 7
Detectiepunten met doorritregistratie
Config 2 (met 10 detectiepunten, waarvan 5 met doorritregistratie en 7 telzones)
Detectiepunten met doorritregistratie
= Detectiepunt
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting.
SI(TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CTV 1.2 N.doc
22 / 31
18/10/2007
Aankoop van assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40km/h - Technische Voorwaarden
I-I.313
Appendix 4: Profielen van de bij INFRABEL gebruikte spoorstaven
RAIL 50E2T1
2 0 0 7 0 7 1 5 5 7
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting.
SI(TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CTV 1.2 N.doc
23 / 31
18/10/2007
Aankoop van assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40km/h - Technische Voorwaarden
I-I.313
RAIL 50E2
2 0 0 7 0 7 1 5 5 7
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting.
SI(TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CTV 1.2 N.doc
24 / 31
18/10/2007
Aankoop van assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40km/h - Technische Voorwaarden
I-I.313
RAIL 60E1
2 0 0 7 0 7 1 5 5 7
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting.
SI(TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CTV 1.2 N.doc
25 / 31
18/10/2007
Aankoop van assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40km/h - Technische Voorwaarden
I-I.313
Appendix 5: Vrijeruimteprofiel
2 0 0 7 0 7 1 5 5 7
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting.
SI(TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CTV 1.2 N.doc
26 / 31
18/10/2007
Aankoop van assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40km/h - Technische Voorwaarden
I-I.313
Appendix 6: Gesplitste detectieketen tussen verschillende teleenheden Teleenheid in verschillende lokalen of in hetzelfde lokaal
verdeeldoos/ interface spoor
interface 1
teleenheid 1
interface 2
teleenheid 2
detectiepunt
gesplitste detectieketen
Teleenheid in hetzelfde lokaal
verdeeldoos/interface spoor
interface
teleenheid 1
detectiepunt teleenheid 2
detectieketen
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting.
SI(TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CTV 1.2 N.doc
27 / 31
18/10/2007
2 0 0 7 0 7 1 5 5 7
Aankoop van assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40km/h - Technische Voorwaarden
I-I.313
Appendix 7: Interface met het DGN-systeem Voor het diagnosesysteem “INFRABEL” zijn digitale of analoge interfaces vereist. De standaardinterface maakt gebruik van 8 digitale en 2 analoge ingangen. INFRABEL kan zorgen voor een aanvulling met bijkomende interfacekaarten. De door de INFRABEL gebruikte interfaces hebben de volgende technische kenmerken:
Digitale interface
2 0 0 7 0 7 1 5 5 7
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting.
SI(TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CTV 1.2 N.doc
28 / 31
18/10/2007
Aankoop van assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40km/h - Technische Voorwaarden
I-I.313
Analoge interface • 2 analog inputs available. • Ground is not isolated from the main DC power of the CPU. • 0-20 mA or 4-20 mA closed loops (With software conversion according to the type of input selected in the Tag definition). • 8 Bits Analog/Digital converter (256 steps or 0.4% resolution. 1% of precision). • Impedance per input: 291 ohms. • Guaranteed sampling frequency according to the cycle time of Ladder with a max. frequency of 25 Hz. • Type of measurement is ground-referenced and current to voltage converter.
2 0 0 7 0 7 1 5 5 7
Cabling Passive input with 2 wires sensor:
With this cabling you have to check the voltage needed by the sensor.
Example: The power supply used for the sensor is 12 VDC. At 20 mA on the input resistor of 291 ohms, the voltage is 5.8 volts. You still have 6.2 volts for the sensor. Check that it is sufficient. If not, use a Sensor that accepts a higher voltage (24 VDC). Passive input with 4 wires sensor:
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting.
SI(TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CTV 1.2 N.doc
29 / 31
18/10/2007
Aankoop van assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40km/h - Technische Voorwaarden
I-I.313
GND is common to the two inputs and to the power of the CPU.
2 0 0 7 0 7 1 5 5 7
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting.
SI(TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CTV 1.2 N.doc
30 / 31
18/10/2007
Aankoop van assentellersystemen voor grote assentellerzones bereden aan snelheden ≤ 40km/h - Technische Voorwaarden
I-I.313
Appendix 8: Overzicht van het seinmaterieel gebruikt op het INFRABEL spoorwegnet •
Spoorstroomkring 50 Hz (SK 50 Hz) waarbij de stroom in de rail maximaal 5A bereikt.
•
Prikspanningsspoorstroomkring (PSK) waarbij de piekspanningen tussen spoorstaven tot 600V kunnen bereiken en waarbij de herhalingsfrequentie begrepen is tussen 3 et 4 Hz.
•
Korte spoorstroomkring (KSK 428) waarbij de zender een verzwakt sinusoïdaal signaal in het spoor stuurt met een fréquentie van 15kHz, met een herhalingsfréquentie van 856Hz,
•
Toonfrequentiespoorstroomkring met elektrische voegen (JADE) zendt een vrijwel sinusvormig signaal in de spoorstaven met frequentie gelegen tussen 1600 en 2500Hz.
•
Toonfrequentiespoorstroomkring met elektrische voegen (UM 71) zendt een vrijwel sinusvormig signaal in de spoorstaven met frequentie gelegen tussen 1500 en 2400Hz.
•
Het systeem Transmissie Baken Locomotief (TBL) verzorgt een informatieoverdracht tussen de trein en verschillende vaste bakens in het spoor geplaatst. Het TBL-baken heeft een zendvermogen van 7,5 Watt bij een frequentie van 100kHz.
•
Wieldetector ZP43E van Siemens, met werkfrequentie van 43kHz..
•
ETCS-baken (European Train Control System), met technische kenmerken volgens FFFIS for eurobalise – subset-036
•
Magnetisch railcontact TIEFENBACH (N59-116vI-200-45), met een werkfrequentie van 42kHz.
•
Detectiesysteem voor warmlopende asbussen DWBC, maakt gebruik van magnetische pedalen in het spoor, met een werkfrequentie van 50kHz.
Eigendom van INFRABEL. Vertrouwelijke informatie, mag niet verspreid worden zonder de toestemming van de Dienst Seininrichting.
SI(TVP&DREP,CAT.D,z) PRCM CTV 1.2 N.doc
31 / 31
18/10/2007
2 0 0 7 0 7 1 5 5 7