DATUM VERGADERING BULAGE(N)
22
HIBart 2007
i.
AGENDAPUNTNUMMER REGISTRATIENUMMER VOORSTEL D&H DATUM BEHANDELING IN D&H
13
febrUBTi 2007
B0700324 AAN DE VERENIGDE VERGADERING
waterschap
Hollandse Delta ADVIESNOTA VISSTANDBEHEER ROTTERDAM
1. Aanleiding In Waterplan Rotterdam l is de maatregel opgenomen om het visstandbeheer nader uit te werken. 2. Voorstel Voorgesteld wordt om: - Kennis te nemen van de notitie. - In te stemmen met de verhuur van de visrechten aan een hengelsportorganisatie of - vereniging vanaf 2008. - In te stemmen met het opstellen van een overkoepelend visstandbeheerplan. Kosten (ca. € 30.000,00) hiervoor worden verdeeld conform de verdeelsleutel waterplan Rotterdam. 3. Achtergrondinformatie Door de werkgroep visstandbeheer van Waterplan Rotterdam is een gezamenlijk beleidsadvies opgesteld waarin wordt bepaald hoe om te gaan met visstandbeheer (t.b.v. ecologie en waterkwaliteit) en visserijbeheer (t.b.v. sport- en beroepsvisserij). De nota schetst het te voeren beleid voor het visstandbeheer door gemeente en waterschappen en de aansturing van het visserijbeheer door de sport- en beroepsvisserij. Doelstellingen 1. door effectief visstandbeheer ecologische doelen (met het oog op de KRW), te realiseren voor vis en water, mede gericht op gezond en beleefbaar water. 2. verantwoord medegebruik door de visserij te realiseren, afgestemd op ecologische doelen (afstemming visserijbeheer op visstandbeheer) 3. samenwerking, participatie en communicatie met actoren en belanghebbenden te realiseren. Beleidspunten 1. Vorming van een visstandbeheercommissie. Hierin nemen deel de gemeente Rotterdam (als eigenaar visrecht), de 3 waterschappen (eigenaar visrecht) en de huurder van het visrecht. De VBC heeft ten doel om waterbeheer, visstandbeheer en visserijbeheer op elkaar af te stemmen. 2. Uitgifte van visrechten. De visrechten liggen momenteel bij de gemeente en bij de waterschappen, de gemeente geeft zelf hengelsportvergunningen uit. Het visrecht en daarmee de uitgifte van hengelsportvergunningen zal worden verhuurd onder strenge voorwaarden. Belangrijkste voorwaarden aan de verhuur zijn dat hengelsportvergunningen laagdrempelig worden uitgegeven (zodat de burger tegen lage kosten kan vissen in Rotterdam) en dat de
DATUM VERGADERING
22
PTiaart 2007
PAGINA 2 van 3
ONDERWERP Adviesnota visstandbeheer Rotterdam
3.
4.
5.
6.
eigenaar altijd toetst op visonttrekking of visuitzet door de huurder (huurder stelt visplannen op). Planmatig visstandbeheer (gericht op ecologie en waterkwaliteit). Dit zal worden uitgewerkt in een visstandbeheerplan, waarin o.a. de streefbeelden uit het waterplan worden uitgewerkt en maatregelen worden geformuleerd om te komen tot deze streefbeelden. Planmatig visseriibeheer (gericht op m.n. sportvisseril). Het visserijbeheer ligt primair bij de sport- en beroepsvisserij. Deze zullen hun wensen en maatregelen uitwerken in een visplan welke worden besproken in de VBC en getoetst door de verhuurders. Communicatie over visstandbeheer in Rotterdam. De visserijorganisaties zal worden gevraagd in de communicatie te participeren, gericht op eigen achterban. Deze communicatie is een duidelijke meerwaarde van het betrekken van de sportvisserij. Monitorinq. Er zal een monitoringsplan worden opgezet, waaruit het effect van waterplan Rotterdam en het visstandbeheer zal blijken. Het plan zal tevens aansluiten aan de richtlijnen voor de KRW en de Flora- en Faunawet.
4. Motief De aanleiding voor deze beleidsnota ligt in het Waterplan. Flankerend aan de voorgenomen uitwerking is de Kaderrichtlijn Water inwerking getreden. Vissen vormen een onderdeel van de ecologische doelen van de KRW en vormen een onderdeel van de vanuit de KRW vereiste monitoring. Een aantal vissoorten zijn ook onderdeel van het soortenbeleid op basis van de Flora- en Faunawet. Visserij kan invloed hebben op de visstand en daarmee op het bereiken van doelstellingen vanuit het water- en natuurbeheer. Dit raakt aan vraagstukken van verantwoordelijkheden, bevoegdheden en aansturing. Van belang hierbij zijn ook de Visserijwet en het vigerende beleid van de minister van LNV en de Adviesnota Waterbeheer visstandbeheer die onder regie van de Unie van waterschappen is opgesteld (april 2006). 5. Gevolgen a. Financieel: Opstellen van overkoepelend visstandbeheerplan: € 30.000,00. Deze kosten worden verdeeld conform de verdeelsleutel van waterplan Rotterdam. Voor het waterschap betekent dit concreet een bijdrage van € 9.000,00 en dit wordt gefinancierd uit de exploitatiebegroting (3031400, maatregelen waterkwaliteit). b. Personeel: Niet van toepassing. c. Juridisch: Visrechten worden aan een hengelsportorganisatie of vereniging verhuurd vanaf 2008. Door voorwaarden aan de verhuur te verbinden houdt het waterschap belangrijke zeggenschap. d.
Communicatief: Niet van toepassing.
waterschap
Hollandse Delta
DATUM VERGADERING ONDERWERP
22 maart 2007
PAGINA 3 van 3
Adviesnota visstandbeheer Rotterdam
e. Wijze van publiceren: D 0 0 D 0
Niet van toepassing Intranet Internet Terinzagelegging Pers
waterschap
Hollandse Delta
6. Verdere aanpak/procedure Voor de uitvoering van de beleidspunten zal veel voorbereidend overleg plaatsvinden. Tijdens deze overleggen zal het verhuren van visrechten, alsmede het opstellen van een VBC worden besproken. Zodra de partijen het eens zijn zullen de visrechten worden verhuurd en zal hierover breed worden gecommuniceerd. De huurder zal vervolgens zorgdragen voor de uitgifte van hengelsportvergunningen. Tevens zal een convenant worden ondertekend waarin de samenwerking in VBC-verband wordt onderschreven.Gelijktijdig wordt gestart met opstellen van een overkoepelend visstandbeheerplan. Kosten hiervoor zijn ca. € 30.000,00. Uitwerking hiervan zal in deelgebieden plaatsvinden. 7. Evaluatie
Zal plaatsvinden op basis van de monitoring en reacties
Dijkgraaf en heemraden, secretaris,
dijkgraaf,
mr. J.B. van Gerdingen.
ing. J.M. Geluk
Bijlagen (1) Adviesnota beleid visstandbeheer Rotterdam
w
DATUM VERGADERING
22
171331"! 2007
AGENDAPUNTNUMMER KENMERK
waterschap
BESLUIT W: ADVIESNOTA VISSTANDBEHEER ROTTERDAM
DE VERENIGDE VERGADERING VAN WATERSCHAP HOLLANDSE DELTA; op voordracht van dijkgrasf en heemraden van waterschap Hollandse Delta d.d. 13 februari 2007; gezien het advies van de commissie Waterhuishouding en Waterzuivering van 5 maart 2007; overwegende dat: In Waterplan Rotterdam l de maatregel is opgenomen om het visstandbeheer nader uit te werken. Onderliggende notitie hieraan binnen de eerder vastgestelde beleidskaders invulling geeft.; gelet op: artikel 77 waterschapswet;
BESLUIT:
- Akkoord te gaan met de inhoud vsn de notitie. - In te stemmen met de verhuur vsn de visrechten aan een hengelsportorganisstie of - vereniging vanaf 2008. - In te stemmen met het opstellen van een overkoepelend visstandbeheerplan. Kosten (ca. € 30.000) worden verdeeld conform de verdeelsleutel waterplan Rotterdam.
Dordrecht, 22 maart 2007. De Verenigde Vergadering voornoemd, secretaris, dijkgraaf,
mr. J.B. van Gerdingen.
ing. J.M. Geluk.
Hollandse Delta
Beleidsnota visstandbeheer Rotterdam
Beleidsnota visstandbeheer Rotterdam
Eindconcept november 2006
november 2006
Beleidsnota visstandbeheer Rotterdam
Inhoudsopgave 1.
Inleiding (aanleiding, doelstelling, doelgroep, status, leeswijzer)
2.
Uitgangspunten voor het beleid
3.
Beleidsstrategie 3.1 Organisatie visstandbeheer 3.2 Watersysteem en visstand 3.3Visrecht en visserij
4.
Beleidspunten
5.
Acties en maatregelen beleidsuitvoering
6.
Kostenbeleid
BIJLAGEN 1. Wet-, regelgeving en beleid 2. Begrippen en definities 3. Overzicht van eigendom visrecht, ligging visrecht en uitgifteloket vergunningen t/m 2007 en na 2007
Colofon
november 2006
Beleidsnota visstandbeheer Rotterdam
Deze beleidsnota is opgesteld in opdracht van: Gemeente Rotterdam Hoogheemraadschap van Delfland Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard Waterschap Hollandse Delta
november 2006
Beleidsnota visstandbeheer Rotterdam
1.
INLEIDING
Status Voorliggende nota bevat een gezamenlijk advies van de gemeente Rotterdam en de waterschappen voor het te voeren afgestemd beleid voor: - beheertaken t.a.v. de visstand in de Rotterdamse wateren (visstandbeheer) - aansturing van het door de visserij te voeren visserijbeheer, afgestemd op het visstandbeheer, en voortvloeiend uit de keuze over te gaan tot verhuur van visrechten. Tot de Rotterdamse wateren worden gerekend de: - hoofdwatergangen in eigendom van de waterschappen - overige watergangen en binnenhavens in eigendom van de gemeente Rotterdam - overige watergangen in particulier eigendom. Aanleiding De aanleiding voor deze beleidsnota ligt in het Waterplan. In dit plan is opgenomen het te voeren visstandbeheer nader uit te werken. Een voorstel om te komen tot de beleidsnota is voorgelegd aan en goedgekeurd door de Stuurgroep Waterplan. Flankerend aan de voorgenomen uitwerking is de Kaderrichtlijn Water inwerking getreden. Vissen vormen een onderdeel van de ecologische doelen van de KRW en vormen een onderdeel van de vanuit de KRW vereiste monitoring. Een aantal vissoorten zijn ook onderdeel van het soortenbeleid op basis van de Flora- en Faunawet. Sport- en beroepsvisserij kunnen invloed hebben op de visstand en daarmee op het bereiken van doelstellingen vanuit het water- en natuurbeheer. Ook maatregelen vanuit het waterbeheer kunnen de visstand beïnvloeden. Dit raakt aan vraagstukken van verantwoordelijkheden, bevoegdheden en aansturing. Van belang hierbij zijn ook de Visserijwet en het vigerende beleid van de minister van LNV en de Adviesnota Waterbeheer -visstandbeheer die onder regie van de Unie van waterschappen is opgesteld (april 2006). Het algemene kader voor het visstandbeheer in Rotterdam vloeit primair voort uit de doelstelling van het Waterplan Rotterdam, namelijk: De weg wijzen naar een gezond en duurzaam watersysteem in Rotterdam, waarin een zodanig kwantitatief en kwalitatief beheer wordt gevoerd, dat alle gebruiksfuncties kunnen worden vervuld Visstand als ecologische component De visstand is een onderdeel van het aquatisch ecosysteem. Is het aquatisch ecosysteem gezond, dan treft men vrijwel zeker ook een gezonde en gevarieerde visstand aan. Voor de visstand is het belangrijk dat het watersysteem voldoende mogelijkheden biedt om te foerageren, schuilen, overwinteren, paaien en op te groeien. Sommige vissoorten, zoals de aal, trekken gedurende hun levencyclus over grotere afstanden (vismigratie). Voor deze soorten is het belangrijk dat eventuele barrières zoals stuwen passeerbaar zijn.
november 2006
Beleidsnota visstandbeheer Rotterdam
Waterbeheer en visstand Er zijn duidelijke relaties tussen de inrichting van het watersysteem, het waterbeheer en de visstand. Het waterbeheer stuurt de waterkwaliteit en de inrichting van watersystemen en daarmee de leefomgeving van de vis . Andersom kan de visstand de waterkwaliteit beïnvloeden en in sommige gevallen kan een actief visstandbeheer bijdragen aan een verbetering van de waterkwaliteit. Waterkwaliteit en visstand hebben vanwege de wederzijdse beïnvloeding een nauwe samenhang. De samenstelling en opbouw van de visstand in een water is onlosmakelijk verbonden met de milieuomstandigheden. Waterkwaliteit, inrichting, beheer en onderhoud van wateren beïnvloeden dan ook in hoge mate de visstand. Bijvoorbeeld: in water met een slechte kwaliteit en een dikke baggerlaag kunnen weinig waterplanten groeien en komen ook maar een beperkt aantal vissoorten voor. Omgekeerd kan dan de aanwezige visstand een negatief effect hebben op maatregelen om de kwaliteit van water en aan water verbonden ecosystemen te verbeteren (bijv. dicht bestand aan bodemwoelende vis). Doelstellingen Deze nota heeft tot doel het beschrijven van een samenhangend beleidskader om: 1. door effectief visstandbeheer ecologische doelen te realiseren voor vis en water, gericht op gezond water, water met een positieve beleving en mede met het oog op de implementatie van de Kaderrichtlijn Water. 2. verantwoord medegebruik door de visserij te realiseren, afgestemd op ecologische doelen (afstemming visserijbeheer op visstandbeheer) 3. samenwerking, participatie en communicatie met actoren en belanghebbenden te realiseren. De nota schets het te voeren beleid voor het visstandbeheer door gemeente en waterschappen en de aansturing van het visserijbeheer. De nota beschrijft strategische uitgangspunten op basis waarvan het visstandbeheer en visserijbeheer operationeel kunnen worden gemaakt. Deze uitgangspunten zijn ook van toepassing voor het visstandbeheer van wateren in particulier eigendom. Doelgroep Deze nota is primair bedoeld voor de gemeente, gemeentelijke diensten en de waterschappen als de voor het visstandbeheer verantwoordelijke waterbeheerders in Rotterdam. Daarnaast is de nota bedoeld voorde visserijsector, maatschappelijke organisaties, particulieren met water in eigendom en de burgers om aan te geven wat het overheidsbeleid is op het gebied van visstandbeheer en visserijbeheer in de Rotterdamse wateren. Leeswijzer De Inleiding beschrijft de status van de nota, de aanleiding, de doelstellingen en de doelgroep. Hoofstuk 2 beschrijft de Uitgangspunten voor het beleid. In hoofdstuk 3 wordt de beleidsstrategie omschreven op het gebied van de organisatie van het visstandbeheer, de visserij en op het gebied van ecologie /watersysteem en visstand.
november 2006
Beleidsnota visstandbeheer Rotterdam
In hoofdstuk 4 worden de specifieke beleidspunten beschreven. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de uit te voeren Maatregelen en acties. In hoofdstuk 6 wordt het beleid verwoord ten aanzien van kosten en inkomsten. Nadere informatie over een aantal onderwerpen, waaronder begrippen en definities, zijn in een aantal bijlagen opgenomen.
november 2006
Beleidsnota Visstandbeheer Rotterdam
2 UITGANGSPUNTEN VOOR HET BELEID Uitgangspunten zijn geformuleerd op basis van het Waterplan, de Adviesnota Visstandbeheer- waterbeheer, het binnenvisserijbeleid van de minister van LNV en relevante wet en regelgeving. De ligging van verantwoordelijkheden en bevoegdheden voor het Visstandbeheer is relevant als kader voor de uitgangspunten. De Adviesnota Visstandbeheer waterbeheer formuleert hierover het volgende: Waterbeheerders zijn publiekrechtelijk verantwoordelijk voor het kwantitatieve en kwalitatieve waterbeheer. Daarnaast verhuren zij privaatrechtelijk - voor zover zij eigenaar van wateren zijn - meestal visrechten. Sportvisserijorganisaties en beroepsvissers zijn als huurders van het visrecht volgens de Visserijwet bevoegd het aan de visserij gerelateerde beheer van de visstand (waaronder het wegvangen en uitzetten van vis) uit te voeren. Met de inwerkingtreding van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is de relatie tussen de waterbeheerder en de sport- en beroepsbinnenvisserij als visrechthebbenden in een nieuw licht komen te staan. De waterbeheerder is vanuit zijn verantwoordelijkheid voor de visstand en het Visstandbeheer, bevoegd kaders te stellen waar binnen de visserij de verantwoordelijkheid voor het visserijbeheer tot uitvoering brengt. Voor deze beleidsnota worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: 1. Visstandbeheer is een specifiek werkveld met bijzondere ecologische aspecten, verantwoordelijkheden, regelgeving en actoren. 2. In het waterplan Rotterdam zijn de streefbeelden voor de verschillende watertypen en bijbehorende doelstellingen voor de visstand slechts zeer globaal uitgewerkt. 3. Het eigendom van de hoofdwatergangen en daarmee de visrechten zijn overgeheveld van de gemeente naar de waterschappen. 4. Waterbeheerders en gemeente hebben verschillende bevoegdheden, maar werken samen vanuit een parallelle verantwoordelijkheid voor het Visstandbeheer en afgestemde aansturing van het visserijbeheer. 5. De verantwoordelijkheid voor de zorg voor de visstand ligt in het publieke domein van het waterbeheer. Visstandbeheer heeft als doel het realiseren van visstanden die behoren bij de nagestreefde ecologische en belevingskwaliteit van watersystemen. Visstanden zijn daarbij altijd doel als intrinsiek onderdeel van aquatische systemen, waarbij specifieke bescherming een rol kan spelen (Flora- Faunawet, Habitatrichtlijn, Rode Lijst-soorten). Het sturen van de visstand kan - aanvullend aan andere maatregelen - ook middel zijn (bijv. vermindering biomassa sommige soorten ofwel actief biologisch beheer) ten behoeve van herstel van aquatische ecosystemen. Daarnaast is de visstand een parameter voor de monitoring en beoordeling van de kwaliteit van aquatische ecosystemen (maatlatten KRW) 6. Visstandbeheer, visserijbeheer en waterbeheer hebben een duidelijke relatie en dienen daarom op elkaar te worden afgestemd.
november 2006
Beleidsnota visstandbeheer Rotterdam
7. Nieuwe Europese regelgeving, waaronder de Europese Kaderrichtlijn Water, is richtinggevend voor het visstandbeheer en het daarop af te stemmen visserijbeheer. 8. Voor zover niet strijdig met de publieke doelen van het visstandbeheer, wordt ruimte geboden aan een duurzame sport- en beroepsvisserij. Dit draagt mede bij aan optimalisering van draagvlak en participatie van de beroeps- en sportvisserij. 9. In het beleid wordt rekening gehouden met het regeringsbeleid gericht op vermindering van regelgeving en het leggen van meer uitvoerende verantwoordelijkheid bij maatschappelijke organisaties, zoals de visserij. 10. De toegang naar de wateren en het recreatief gebruik van de visstand (sportvissen) voor de burger als laagdrempelige recreatievorm, dient zoveel mogelijk te worden gewaarborgd. 11. In het beleid wordt voor zover relevant invulling gegeven aan vigerend Rijksbeleid op het gebied van de binnenvisserij, het beleid is niet strijdig met de Visserijwet en past binnen de doelstellingen die volgen uit de KRW. Hierbij wordt zoveel mogelijk geanticipeerd op relevante wijzigingen in de Visserijwet die momenteel in voorbereiding zijn. 12.Het te voeren beleid en de voorgestelde veranderingen in de organisatie van het visstandbeheer en visserijbeheer leiden in beginsel niet tot hogere kosten. Uitvoering van maatregelen die voortkomen uit het visstandbeheerplan (koepelplan + detailplannen per deelgemeente, plannen KRW-proof) zullen naar verwachting wel extra kosten meebrengen die ter bestuurlijke goedkeuring worden voorgelegd.
november 2006
Beleidsnota visstandbeheer Rotterdam
3.
BELEIDSSTRATEGIE
In dit hoofdstuk wordt de beleidsstrategie voor het visstandbeheer en visserijbeheer in de gemeente Rotterdam gepresenteerd. Dit zal in de komende hoofdstukken verder worden uitgewerkt in specifieke beleidspunten en acties / uitvoeringsmaatregelen. 3.1
Organisatie visstandbeheer
Met de strategie gericht op de organisatie van het visstandbeheer en het visserijbeheer in Rotterdam willen we bereiken dat: 1. De verantwoordelijkheden voor het visstandbeheer en het visserijbeheer duidelijk zijn, gekoppeld aan eigendom, visrecht en beheertaken voor de verschillende watergangen (hoofdwatergangen/overige watergangen/binnenhavens) 2. Sportvisserij en waar van toepassing beroepsvisserij uitvoerend verantwoordelijk worden voor het visserijbeheer en binnen dit kader de visserijmogelijkheden kunnen optimaliseren. 3. De uitgifte van het visrecht1 (inclusief voorwaarden voor verhuur) en uitgifte van hengelvergunningen samenhangend en gecoördineerd plaatsvindt met duidelijke randvoorwaarden voor de borging van publieke taken betreffende het visstandbeheer en borging van de laagdrempelige toegang tot de sportvisserij voorde burger. 4. Er een effectieve overlegstructuur is tussen gemeente, Havenbedrijf, waterbeheerders en visserijsector over het gewenste beheer; 5. Deze overlegstructuur ervoor zorgdraagt dat waterbeheer, visstandbeheer en visserij op elkaar zijn afgestemd. 6. Visstandbeheer en visserijbeheer duurzaam en planmatig worden uitgevoerd rekening houdend met de doelstellingen van de KRW en de streefbeelden uit het Waterplan (uitgewerkt in een op te stellen visstandbeheerplan). 3.2
Ecologie watersysteem en visstand
Met het beleid gericht op watersysteem en visstand willen we bereiken dat: 1. Watersysteem en visstand voldoen aan de streefbeelden uit het Waterplan en de nadere detaillering hiervan zoals zal worden uitgewerkt in het Visstandbeheerplan Rotterdam. De streefbeelden voor de visstand zijn 1
Het visrecht (= het recht om de visserij uit te oefenen) is conform de Visserijwet verbonden aan het eigendom van de grond onder het water. Het visrecht kan worden verhuurd, waarbij het juridisch eigendom van het visrecht blijft berusten bij de eigenaar van de grond onder het water. De huurder is dan "visrechthebbende" met bevoegdheden die de Visserijwet heeft omschreven.
november 2006
Beleidsnota visstandbeheer Rotterdam
passend bij de verschillende voorkomende watertypen in Rotterdam en het algeheel ecologisch functioneren van de betreffende wateren; 2. In 2015 de maatregelen zoals opgenomen in het visstandbeheerplan zijn uitgevoerd zodat voldaan wordt aan de doelstellingen uit de Europese Kaderrichtlijn Water en de nadere geformuleerde streefbeelden in het Waterplan en het visstandbeheerplan. 3. Een gunstige staat van instandhouding wordt gewaarborgd van de in Rotterdam voorkomende populaties van beschermde vissoorten én soorten van de Rode Lijst Uitvoering van visstandbeheer en visserijbeheer mag in principe niet leiden tot verslechtering van andere ecologische waarden. 4. Beheer, inrichting en onderhoud van wateren mede zijn afgestemd op de visstand (sturend) en het visserijgebruik (flankerend) en de eisen zoals bepaald in de Flora en Fauna wet. Hierin zal de door de Unie van Waterschappen opgestelde en door de minister van LNV goedgekeurde gedragscode worden gevolgd.
3.3
Visrecht en visserij
Met het beleid gericht op het realiseren van een duurzame visserij willen we bereiken dat: 1. De relevante wateren in Rotterdam laagdrempelig toegankelijk zijn voor de sportvisserij door middel van eenvoudig verkrijgbare hengelvergunningen tegen kosten die vergelijkbaar zijn met de huidige situatie; 2. In aansluiting op het Rijksbeleid wordt overgegaan op het verhuren2 van visrechten in zoveel mogelijk nader aan te wijzen wateren. (Het visrecht van de Rotterdamse wateren is momenteel niet verhuurd). Uitgezonderd van verhuur c.q. waar regulering van het visserijgebruik in tijd/ruimte zal worden toegepast, geldt voor wateren: a. met een natuur- of zwemwaterfunctie; b. wateren of watergedeelten met specifieke visecologische waarde, bijvoorbeeld waarin paai- en opgroeigebied van kwetsbare soorten aanwezig is. 3. Het visserijbeheer passend is binnen de doelstellingen en de streefbeelden uit het Waterplan, het visstandbeheerplan en de Europese Kaderrichtlijn Water. 4. De huurder(s) van visrecht wordt (en) in de "Akte van verhuring" (huurovereenkomst visrecht) verplicht een visplan(nen) op stellen en deze zo nodig te actualiseren. Het visplan wordt getoetst door de waterbeheerders aan 2
Bij verhuur van visrechten blijft de eigenaar (gemeente, waterschappen) verantwoordelijk voor het visstandbeheer en zijn de sport- en beroepsvissers die het visrecht huren verantwoordelijk voor het visserijbeheer.
10
november 2006
Beleidsnota visstandbeheer Rotterdam
de streefbeelden en doelstellingen conform het Waterplan en visstandbeheerplan. 5. In een visplan wordt de recreatieve en (voor zover relevant) beroepsmatige benutting van de visstand beschreven. .De feitelijke mogelijkheden en condities zullen worden aangegeven waarbij de ecologische doelstellingen als randvoorwaarden fungeren. Onderdelen van het visplan: uitzettingen en onttrekking van vis, vangtuigen, locaties perioden, regelgeving en handhaving en voor zover nodig gewenste regulering van het visserijgebruik (beperkingen). Verdere criteria voor de inhoud van visplannen zullen zo nodig in VBC-verband worden opgesteld. 6. Terughoudend zal worden omgegaan met het verhuur van het (aal)visrecht aan de beroepsvisserij. De eigenaren van het visrecht maken hierbij een functionele afweging, bijvoorbeeld op basis van ligging, gewenst visstandbeheer en de actuele situatie van de aalstand. In de huidige situatie komt beperkt beroepsvisserij voor in de Rotterdamse wateren. 7. De voorwaarden waaronder het visrecht wordt verhuurd worden zo nodig aangevuld en uniform toegepast door de gezamenlijke verhuurders (standaardisering bepalingen).
11
november 2006
Beleidsnota visstandbeheer Rotterdam
4.
BELEIDSPUNTEN
Vanuit de beleidsstrategie wordt in dit hoofdstuk een aantal concrete samenhangende beleidspunten geformuleerd. Om deze beleidspunten te realiseren zijn organisatorische, planmatige en juridische instrumenten nodig. In de vorm van maatregelen en acties zijn deze in hoofdstuk 5 beschreven. Beleidspunt 1: Vorming van een Visstandbeheercommissie Om tot een goede overleg- en afstemmingsstructuur te komen tussen gemeente, waterbeheerders en visserij wordt aanbevolen om te komen tot de vorming van een Visstandbeheercommissie (VBC). In een VBC zitten de waterschappen, gemeente, beroeps- en sportvisserij om afstemmingsafspraken te maken over waterbeheer, visstandbeheer en visserijbeheer. Geadviseerd wordt om in een VBC-convenant 3afspraken te maken over: 1. ligging van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden; 2.doelstellingen van de VBC 3.werkwijze van de VBC 4.samenstelling van de VBC 5.financiering. Beleidspunt 2: Uitgifte van visrechten Overeenkomstig het Rijksbeleid voor de binnenvisserij en het (mede-) verantwoordelijkheid geven aan maatschappelijke organisaties zoals de visserij, zal binnen voorwaarden het visrecht in zoveel mogelijk Rotterdamse wateren worden verhuurd. Inzet hierbij is verhuur aan een beperkt aantal huurders. Door verhuur van het visrecht ontstaat ook een gewenste scheiding tussen publieke taken en private verantwoordelijkheden. Waar in de huidige situatie de visrechten nog bij de gemeente en de waterschappen liggen, dragen deze conform de Visserijwet ook verantwoordelijkheid en bevoegdheden voor het visserijbeheer (incl. handhaving). Dit wordt echter niet als publieke taak gezien. Ten einde strijdigheden met het te voeren visstandbeheer te voorkomen, zullen bij verhuur een aantal specifieke voorwaarden gaan gelden. Via een huurovereenkomst zal worden geregeld dat: • •
•
de huurder actief (direct of via vertegenwoordiging) participeert in de op te richten VBC in VBC verband door de huurder(s) gezamenlijk een visplan wordt opgesteld dat door de verhuurders zal worden getoetst; het visplan is overkoepelend voor alle wateren, met zo nodig een gebiedsgerichte of lokale uitwerking. het uitzetten van vis (volgens vooraf op te stellen en goedgekeurd visplan) uitsluitend mogelijk is voor zover passend bij ecologische doelen (bijv. in geval van calamiteiten of als herintroductie van vissoorten). De milieuomstandigheden dienen dan wel zodanig te zijn dat de vis zichzelf duurzaam in stand kan houden.
3
Voor een groot deel van de Rijkswateren en waterschapsgebieden zijn inmiddels VBC's ingesteld dan wel in voorbereiding d.m.v. een convenant.
12
november 2006
Beleidsnota visstandbeheer Rotterdam
•
• •
een laagdrempelige toegankelijkheid tot de sportvisserij voor de Rotterdamse burgers gewaarborgd blijft door een aantrekkelijke prijs ( = huidig prijsniveau van huidige sportvisakte en stadsvergunning (13 euro prijspeil 2006) en gemakkelijke verkrijgbaarheid van de visvergunningen zonder verenigingsdwang; De huurder toestaat dat door de waterbeheerders onderzoek naar de visstand plaatsvindt (na overleg in VBC-verband) De huurder toestaat dat door de waterbeheerders/gemeente zonodig ingrepen in de visstand plaatsvinden om doelstellingen vanuit het water- en natuurbeheer te bereiken (na overleg in VBC-verband).
Beleidspunt 3: Planmatig visstandbeheer Om het visstandbeheer planmatig uit te voeren zullen gemeente en waterschappen gezamenlijk een visstandbeheerplan opstellen. Het visstandbeheerplan vormt een uitwerking van het Waterplan. Het visstandbeheerplan bevat een algemeen deel en een deel met een gebiedsspecifieke, gedetailleerde uitwerking. Onderdeel van het plan is een viskansenkaart met gebiedsgerichte doelstellingen en streefbeelden. De streefbeelden uit het Waterplan zullen hierin verder worden uitgewerkt. In het visstandbeheerplan worden beheersmaatregelen geformuleerd (van algemeen naar detail). Mogelijke maatregelen betreffen onder andere het oplossen van knelpunten voor vismigratie, aangepast beheer en onderhoud, inrichting en zo nodig aanvullend visstandbeheermaatregelen waarbij de visstand direct wordt gereguleerd om een gewenste waterkwaliteit te bereiken (Actief Biologisch Beheer). Algemeen streefbeeld is een duurzame zichzelf instandhoudende en beleefbare visstand die past binnen de Rotterdamse watertypen. De uitwerking van het visstandbeheer zal per deelgebied plaatsvinden. Zo mogelijk zal worden aangehaakt bij (planvorming van) de bestaande VBC's, waarmee het deelgebied een visserijkundige eenheid vormt. De sport- en beroepsvisserij zullen in in VBC-verband worden geinformeerd en geconsulteerd t.a.v. het visstandbeheer (plan). Beleidspunt 4: Planmatig visserijbeheer De visserij dient te worden uitgevoerd binnen de kaders van het visstandbeheerplan. Om dit inzichtelijk en toetsbaar te maken zal de visserij uitgevoerd worden op basis van een visplan. Het deelnemen aan de VBC en het opstellen van een zo nodig te actualiseren visplan zal via de huurovereenkomsten voor het visrecht verplicht worden gesteld (zie beleidspunt 2.) Beleidspunt 5: Communicatie over visstandbeheer in Rotterdam Om het visstandbeheer tot uitvoering te brengen is een goede communicatie door gemeente en waterschappen van groot belang. De visserij-organisaties zal worden gevraagd in de communicatie te participeren met gebruikmaking van bestaande en/of nieuwe middelen, gericht op eigen achterban . Beleidspunt 6: Monitoring Een belangrijke component van het visstandbeheer is monitoring van de Rotterdamse visstanden. Deze monitoring moet aansluiten bij de monitoring zoals die
13
november 2006
Beleidsnota visstandbeheer Rotterdam
wordt opgesteld ten behoeve van (het voldoen aan de richtlijnen van/behalen streefbeelden van) de KRW, het Waterplan Rotterdam en/of de Flora- en faunawet. Bij voorkeur wordt dan ook een overkoepelende monitoring ingezet, die voldoet aan de eisen van genoemde richtlijnen en die, waar nodig, aanvullende informatie oplevert voor bijvoorbeeld het Rotterdamse natuurbeleid. Bovendien geeft een dergelijke monitoring kennis en beter inzicht in het voorkomen van beschermde soorten (voor Rotterdam zijn dat Kleine modderkruiper, mogelijk Grote modderkruiper, Bittervoorn, Rivierdonderpad) en Rode Lijst soorten (Kroeskarper, Vetje, Aal/paling).
14
november 2006
Beleidsnota visstandbeheer Rotterdam
ACTIES EN MAATREGELEN BELEIDSUITVOERING
5.
In onderstaande tabel worden per beleidspunt acties / maatregelen voorgesteld. De aard van de maatregel (proces / inhoudelijk) is weergegeven. Nummer
Acties / maatregel
';•'*">' -. '.-
Aard
Trekker
.= *'.•--.". :lWdrmWg-^pe'ënvisstaniMff^eiMÊÏÏiissle1ir.^'-
Betrokkenen
^ =v _'„ffe.„,-
%rv
Voorbereidende gesprekken Informatiebijeenkomst Instellen voorbereidende werkgroep
proces
Gemeente R'dam
Sport / beroep
Proces /inhoud proces
Gemeente R'dam Gemeente R'dam
sport / beroep waterbeheerders, beroepsvisserij, sportvisserij,
1.4 1.5
Voorbereiden convenant Bestuurlijke terugkoppeling
proces proces
1.6
Ondertekening Convenant
proces
werkgroep * Alle aan de VBC deelnemende organisaties werkgroep
1.1 1.2 1.3
„r-' -" ••' '•'
•^"€l- •:?••'&• Uitgif&\tëi&nfer&^&\'^\''X-,&Jfó"ï<jfr.,:
Voorbereidende gesprekken concept-voorstel
proces
werkgroep
inhoud
werkgroep
2.3
Juridische toets en definitief voorstel
inhoud
werkgroep
2.4
Besluit uitgifte en vorm
inhoud
verhuurders
2.5
Afsluiten Huurovereenkomst(en)
inhoud
verhuurders / huurder(s)
2.1 2.2
Alle aan de VBC deelnemende organisaties
'-*%?.£
sportvisserij, beroepsvisserij, Verhuurders, huurders Verhuurders, huurders, Kamer vd Binnenvisserij Huurders, werkgroep
inhoud Verkrijgbaarheid / inhoud huurders Verhuurders, vergunning5 werkgroep .••i" •'* " : • .*•' • - • - . - • - 3. Planmatiglvis'standbéheèï ëh'planmatigè visserij, - *• "•*"*'•-";'«>' =••/••;-•"* Voorbereiding en proces 3.1 Gemeente R'dam Werkgroep aanbesteding Opstellen Inhoud 3.2 Projectburo Werkgroep visstandbeheerplan Waterplan Opstellen visplan Inhoud Visrechthebbende(n) Werkgroep 3.3 . ' - . • • • ' ' .""""4.- C.ommuhicatië"overvisstandbiPMiMRQtïéT|imV:'"r --1*"" *.:>^:*'vfS. •"-,•"!'? -f: : -I 4.1 Communicatiestrategie Proces /inhoud Projectburo Afdelingen [ zie ook Plan van Aanpak Waterplan communicatie, februari 2004] VBC Participatie visserij in inhoud werkgroep 4.2 visrechthebbenden communicatie 2.6
4
Dit betreft een ambtelijke werkgroep onder parapluie van het Waterplan R'dam, samengesteld uit de organisaties die verantwoordelijk zijn voor het opstellen en uitvoeren van het visstandbeheerplan. Voor de relevante acties/maatregelen zal in deze werkgroep ook het overleg met de sport- en beroepsvisserij plaatsvinden, bijv. voor de uitwerking van de beoogde VBC.
5
Tweede en Eerste Kamer hebben recent ingestemd met een wijziging van de Visserijwet per 1 januari 2007 voor dit onderdeel (zie bijlage 2).
15
november 2006
Beleidsnota visstandbeheer Rotterdam
5. KOSTEN BELEID Uitvoering van een deel van de hiervoor aangegeven maatregelen en acties brengt (additioneel) kosten en verschuiving in kosten en inkomsten met zich mee. Dit betreft overwegend de inhoudelijke en projectmatige activiteiten. Hierbij geldt het volgende beleid: 1. voor de kosten van het opstellen van het visstandbeheerplan wordt de verdeelsleutel van het Waterplan Rotterdam gehanteerd. De kosten zijn begroot op 30.000 euro. 2. De kosten verbonden aan de uitgewerkte maatregelen "visstandbeheer" worden opgenomen in het Visstandbeheerplan, evenals de toedeling ervan. 3. De visrechten zullen worden verhuurd voor een redelijk tarief, bijvoorbeeld in lijn met de huidige tarieven van de waterschappen voor de visrechten. 4. Na verhuur, komen de inkomsten uit de "stadsvergunning" ten goede aan de huurder (hengelsportvereniging (en). Het betreft momenteel circa 4000 stadsvergunningen a 3,50 euro). 5. De kosten voor de sportvisser met een "stadsvergunning" zullen bij verhuur van het visrecht niet toenemen (momenteel 13 euro opgebouwd uit 3,50 euro voor de vergunning en 9,50 euro voor de sportvisakte). 6. Onderzocht zal worden of facilitering nodig is voor het planmatig en projectmatig opzetten en uitvoeren van een afgestemd visserijbeheer.
Gebruikte informatie • Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Nota Visbeleid, concept 2004 • Waterplan Rotterdam 2000-2005 • Unie van Waterschappen, NWS, Combinatie van Beroepsvissers, OVB, Adviesnota visstandbeheer-waterbeheer, april 2006 • Zuiveringsschap Zuid-Hollandse Eilanden en Waarden, Notitie visstandbeheer en waterbeheer
16
november 2006
Beleidsnota visstandbeheer Rotterdam
BIJLAGEN
1. wet-, regelgeving en beleid Kaderrichtlijn Water (KRW) Deze Europese Richtlijn zal worden geïmplementeerd in nationale wetgeving. De Richtlijn verplicht de lidstaten doelen te formuleren en te realiseren. Hier geldt een resultaatverplichting. De KRW heeft een duidelijke ecologische component. Dit houdt in dat ook ecologische doelen moeten worden geformuleerd en gerealiseerd. De visstand dient hier expliciet onderdeel van te zijn. Waar mogelijk geven we met het voorliggende beleid invulling aan de KRW. Visserijwet 1963 De doelstelling van de Visserijwet is het bevorderen van een doelmatige bevissing van de nationaal en internationaal beschikbare visgronden waarbij rekening wordt gehouden met natuur- en welzijnsbelangen. Onder doelmatige bevissing wordt verstaan het zodanig bevissen van een water dat de visstand niet wordt weggenomen, maar er anderzijds ook voor wordt gewaakt dat er geen overmatige visstand ontstaat. In de loop der jaren zijn er op het terrein van de binnenvisserij diverse wetswijzigingen doorgevoerd. Per 1 januari 2007 wordt de wet gewijzigd op het terrein van de visdocumenten en komt de OVB te vervallen (zie ook bijlage 2 Begrippen en definities). In de Visserijwet is, naast visserijregels ook de instelling en taken van de Kamer voor de Binnenvisserij geregeld. De komende jaren wordt een wetswijziging verwacht t.a.v. de Kamer voor de Binnenvisserij en de juridische positie van het visrecht (visserijbeheer) t.o.v. de publieke taken en verantwoordelijkheden voor het visstandbeheer. In de Visserijwet zijn wettelijke bepalingen opgenomen die gelden voor de uitoefening van de visserij, zoals benodigde visdocumenten, toegestane vangtuigen, te bevissen soorten, minimummaten voor soorten. Flora- en faunawet Een aantal vissoorten is beschermd en daarom niet opgenomen in de Visserijwet maar in de Flora- en faunawet. Voor deze soorten geldt een specifiek beschermingsregime. Waterplan Rotterdam De gemeente Rotterdam en de waterbeheerders met taken en verantwoordelijkheden binnen de gemeentegrenzen hebben een gezamenlijk plan vastgesteld waarin het gehele beleidsveld van de waterhuishouding wordt beschreven, het Waterplan Rotterdam. Dit waterplan geeft de beleidsmatig kaders aan voor het visstandbeheer.
2. Begrippen en definities Visstandbeheer is het planmatig voorbereiden en uitvoeren van een stelsel van maatregelen met als doel het bereiken van een bepaalde visstand in een omschreven watersysteem. Een visstandbeheerplan is hiervan de gedocumenteerde weergave en uitwerking. De maatregelen zijn onder andere gericht op het beheer van de leefomgeving van vissen. De kwaliteit van het watersysteem en de visserij beïnvloeden de visstand wat betreft soortenrijkdom, soortensamenstelling en leeftijdsopbouw. Daarnaast kan de samenstelling en de hoeveelheid vis de waterkwaliteit en het ecologisch functioneren van een
17
november 2006
Beleidsnota visstandbeheer Rotterdam
watersysteem beïnvloeden. Vanwege de relatie met het waterkwaliteits- en kwantiteitsbeheer is het visstandbeheer dan ook onderdeel van het waterbeheer. Visserijbeheer is het planmatig voorbereiden en uitvoeren van een stelsel van maatregelen met als doel het optimaliseren van de visserij. Een Visplan is hiervan de gedocumenteerde weergave en uitwerking. De maatregelen zijn gericht op het doelmatig uitzetten cq. onttrekken van vis en de regulering daarvan middels het stellen van regels t.a.v. de visserij. Onder Visserijbeheer worden ook de maatregelen verstaan die gericht zijn op het beïnvloeden van de toegankelijkheid en de bevisbaarheid van het water. Het Visserijbeheer kan invloed hebben op de visstand en ook op het watersysteem. Het Visserijbeheer zal d.m.v. toetsbaar Visplan afgestemd dienen te zijn op het visstandbeheer. Huurovereenkomst visrecht Via een huurovereenkomst verhuurt een eigenaar van (grond onder) water het recht om te mogen vissen. De huurder wordt in dit geval de visrechthebbende, kan Visserijbeheer uitvoeren en kan bijvoorbeeld ook vergunningen uitgeven. In de huurovereenkomst kunnen diverse bepalingen en voorwaarden opgenomen worden waaraan de huurder moet voldoen. De waterbeheerder/verhuurder kan zijn taak als verantwoordelijke voor het visstandbeheer op deze wijze borgen. Er kunnen bijvoorbeeld beperkingen worden opgenomen en de verplichting tot deelname aan VBC, opstellen Visplan, medewerking aan visonderzoek en monitoring. VBC
Een visstandbeheercommissie (VBC) is een overlegplatform en samenwerkingsverband om te komen tot een duurzaam beheer van de visstand en de visserij. Naar verwachting komt de minister van LNV begin 2007 met nieuw rijksbeleid voor een sterkere verankering van VBC's en het opstellen van visplannen door visrechthebbenden. Visrecht Het recht tot de uitoefening van de visserij, waarbij onder vissen wordt verstaan: • Het te water brengen, te water hebben, lichten of ophalen van vistuigen, evenals het op enige wijzen pogen vis uit het water te halen. • Het uitzetten en uitzaaien van vis. Visrechthebbende De gerechtigde tot het vissen uit welke hoofde ook, behalve de houder van een vergunning, als bedoeld in artikel 7, tweede lid of van een vergunning als bedoelt in artikel 21, tweede lid van de Visserijwet 1963. Meestal is de visrechthebbende de eigenaar van het water, de huurder van een geheel of gedeeltelijk visrecht of de eigenaar van een heerlijk visrecht. De visrechthebbende is in beginsel tevens bevoegd om, binnen de kaders van de Visserijwet 1963 en voor zover diens visrecht strekt, de visstand met betrekking tot de door de Minister aangewezen soorten naar eigen inzichten te beheren. De visrechthebbende heeft op basis van de Visserijwet de private bevoegdheid tot het vangen en uitzetten van vis, het uitvoeren van onderzoek en administratieve regelgeving binnen het kader van de Visserijwet. Deze bevoegdheid kan worden begrensd door voorwaarden waaronder de verhuur plaatsvindt. Slechts wanneer zij visrechthebbende is, dus de visrechtrechten huurt, kan zij regels opnemen in vergunningen en heeft zij een verantwoordelijkheid om dat te laten passen bij publieke taken / doelen. In zijn algemeenheid kan gezegd worden dat, los van de juridische visserijvorm, de visserijsector zich op basis van een gegroeid historisch besef medeverantwoordelijk voelt voor een gezonde visstand.
18
november 2006
Beleidsnota visstandbeheer Rotterdam
Huurovereenkomst visrecht (artikel 24 e.v.) (ook Akte van verhuring genoemd) De schriftelijke, privaatrechterlijke overeenkomst tot huur van het gehele of gedeeltelijke visrecht in een bepaald water tussen de eigenaar van het visrecht en de huurder goedgekeurd door de Kamer voor de Binnenvisserij. Huurovereenkomsten worden doorgaans voor een periode van zes jaar afgesloten. Voor huurovereenkomsten bestaat sinds 1-9-1999 een automatisch verlengingsrecht. De eigenaar/verhuurder heeft de wettelijke mogelijkheid tot bezwaar tegen verlenging middels een procedure via de Kamer voor de Binnenvisserij. De Kamer toetst wijzigingen van de verhuurder in de huurovereenkomst op doelmatigheid, redelijkheid en billijkheid. Vergunning (artikel 21 e.v.) en sportvisakte (art. 10) De schriftelijke, privaatrechtelijke toestemming van de visrechthebbende aan vergunninghouder tot het geheel of gedeeltelijk uitoefenen van de visserij in een bepaald water, met een geldigheidsduur van maximaal driejaar. Ook in een vergunning kunnen regulerende bepalingen opgenomen worden. M.i.v. 1 januari 2007 wordt dit artikel gewijzigd. Het begrip vergunning wordt gewijzigd in "schriftelijke toestemming". De wijziging hangt samen met het opheffen van de Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij en het vervallen van de wettelijke sportvisakte. In plaats hiervan komt een geheel privaatrechtelijk documentenstelsel, waarvan de uitvoering ligt bij de georganiseerde sportvisserij. Voor leden van hengelsportverenigingen de VISpas, die als bewijs van lidmaatschap toegang geeft tot de sportvisserij in een groot deel van de binnenwateren, voor niet aangesloten sportvissers de "kleine VISpas", die toegang geeft tot beperkte sportvisserij in overwegend de openbare vaarwateren. Aan beide documenten is een private bestemmingsheffing gekoppeld (vergelijkbaar met de bestem m ig s heffing van de publiekrechtelijke sportvisakte) t.b.v. professionalisering en financiering van activiteiten op het gebied van advisering, educatie, kennis en onderzoek over vissen, beheer en de sportvisserij. Het begrip vergunning wordt vervangen door "schriftelijke toestemming". 3. Taken en bevoegdheden Voor een overzicht van aan het visstandbeheer en visserij beheer binnen gemeente Rotterdam gerelateerde taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden van overheden wordt verwezen naar onderstaande tabel. De tabel beschrijft de situatie t/m 2007 (nog geen uitgifte van visrecht, gemeente Rotterdam is uitgifteloket stadsvergunning namens gezamenlijke eigenaren) en vanaf 2008. Voor 2007 is sprake van een overgangsjaar. Overzicht van eigendom visrecht, ligging visrecht en uitgifteloket vergunningen t/m 2007 en na 2007 (Rotterdamse wateren: hoofd- en overige watergangen, binnenhavens) Situatie t/m 2007 Situatie na 2007 Organisatie Verhuur van visrechten
Uitgever van vergunning sportvissers
Hoofdwatergangen Niet verhuurd
Via gemeente
verhuurd
Huurder (s)
Hoofdwatergangen Niet verhuurd
Via gemeente
verhuurd
Huurder (s)
Hoofdwatergangen Niet verhuurd
Via gemeente
verhuurd
Huurder (s)
gemeente
verhuurd
Huurder (s)
§ «j £ >
.2>« »« ui f '35 £ Hoogheemraadschap van Delfland Hoogheemraadschap van Schieland en Krimpenerwaard Waterschap Hollandse Delta Gemeente Rotterdam
Overige watergangen / binnenhavens
Verhuur van visrechten
Uitgever van vergunning sportvissers
1 Ss ü<S o>£ raï ëi/>
Niet verhuurd
19
november 2006
Beleidsnota visstandbeheer Rotterdam
Colofon Beleidsnota visstandbeheer Rotterdam, november 2006. Opdrachtgevers: Gemeente Rotterdam Hoogheemraadschap van Delfland Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard Waterschap Hollandse Delta Samenstelling: J. Quak, Sportvisserij Nederland (rechtsopvolger Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij per 1 januari 2006) Tekstbijdragen: M. Meier, hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard H. Maandag, waterschap Hollandse Delta J. Schot, gemeente Rotterdam J. Jacobs, gemeente Rotterdam A. Dijkstra, hoogheemraadschap Delfland Procesbegeleiding: H. de Jong /OBR.
20
november 2006