Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag
Directie Multilaterale Instellingen en Mensenrechten Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl
Onze Referentie MINBUZA-2015.290455
Datum 23 juni 2015 Betreft Verslag van de Nederlandse inzet bij de Voorjaarsvergadering Wereldbank 2015
Bijlage(n) 3
Geachte Voorzitter, Van 17 tot 19 april jl. vond de voorjaarsvergadering (VJV) van de Wereldbank Groep (WBG) in Washington DC plaats. Op 8 april jl. is uw Kamer per brief (MINBUZA-2015.168588) geïnformeerd over de beoogde inzet. In een schriftelijk overleg op 13 april jl. heb ik over deze brief vragen van uw Kamer beantwoord. In deze brief wordt, mede namens de Minister van Financiën, teruggekoppeld over de belangrijkste onderwerpen die tijdens de voorjaarsvergadering zijn besproken en opgebracht. De schriftelijke en de mondelinge interventie die Nederland, namens de Kiesgroep, heeft ingebracht bij het Development Committee (DC) zijn bijgevoegd, evenals het communiqué van het DC. Het hoofdonderwerp van de voorjaarsvergadering was Financing for Development (FfD). Daarnaast komen in deze brief de volgende onderwerpen aan bod: de economische wederopbouw na de Ebola-epidemie, gender, het effect van de lage olie- en grondstofprijzen op de economieën van ontwikkelingslanden en World Earth Day. Tevens voerde ik gesprekken met het bankmanagement. 1. Nieuwe spelers, vernieuwde Wereldbank De VJV heeft duidelijk gemaakt dat er voortgang wordt geboekt met de positionering van de WBG in het veranderende internationale ontwikkelingsspeelveld. Zoals is aangegeven in de inzetbrief maken de opkomst van andere internationale publieke actoren, zoals de Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB), en de grotere toegang van ontwikkelingslanden tot private geldstromen dit ook noodzakelijk. President Kim is positief over de AIIB en de BRICS New Development Bank. Hij ziet deze instellingen als ‘potentially strong allies’, want ‘there is more than enough work to go around.’ Voorwaarde is wel dat deze organisaties zullen zorgdragen voor ‘the right environment, labour and procurement standards.’1
1
Zie: http://www.worldbank.org/en/news/speech/2015/04/07/speech-by-world-bank-group-president-jim-yongkim-ending-extreme-poverty-final-push, geraadpleegd op 19 mei 2015. Pagina 1 van 16
De nieuwe thematische opzet van de WBG, met 14 Global Practices (GPs) en 5 Cross Cutting Solutions Areas (CCSA’s), is nu bijna een jaar lang operationeel. De twee centrale doelstellingen van de WBG (1. Einde van extreme armoede en 2. Gedeelde welvaart) sluiten goed aan op de Post-2015 agenda. De WBG is met deze organisatorische refit in staat om een belangrijke bijdrage te leveren aan het behalen van de voor hen relevante Sustainable Development Goals (SDGs). Hierbij zijn volgens President Kim kennis en grotere efficiëntie de sleutelwoorden.
Directie Multilaterale Instellingen en Mensenrechten Onze Referentie MINBUZA-2015.290455
Tijdens de VJV heeft Nederland er bij de bank op aangedrongen de ‘safeguards’hervormingen tot een goed einde te brengen. In mijn oral statement (zie bijlage 1) heb ik de Bank gecomplimenteerd met de brede consultaties die ten aanzien van de herziening van de safeguards hebben plaatsgevonden. De toegenomen concurrentie in het internationale ontwikkelingsveld mag geen aanleiding vormen tot een verwatering van de safeguards van de Bank. Ik heb deze boodschap overgebracht en de verwachting uitgesproken dat de Bank leidend zal zijn voor wat betreft het safeguards-beleid, en dat dit beleid zal dienen als voorbeeld voor andere ontwikkelingsbanken, zowel de bestaande als de nieuwe. 2. Financing for Development Het belangrijkste agendapunt betrof Financing for Development (FfD). Aftrap voor de discussie was het gezamenlijke rapport van de WBG, IMF, alle regionale ontwikkelingsbanken en de Europese Investeringsbank (EIB), waarin wordt ingegaan op welke bijdrage deze instellingen kunnen leveren aan de post-2015 agenda. De prikkelende titel van het paper, “From Billions to Trillions”, staat voor de centrale these dat ontwikkelingsgelden gezien de noden en post-2015 ambities juist ook ingezet moeten worden om private middelen voor ontwikkeling te genereren, voor Domestic Resource Mobilization (DRM) en voor de facilitering van handel en investeringen. De Nederlandse inzet voor FfD concentreerde zich op de volgende boodschappen: ODA blijft cruciaal voor de armste landen, met name voor de fragiele staten – ik heb de WBG opgeroepen zorg te dragen dat de nieuwe thematische focus niet ten koste gaat van de inzet in de landen waar de Bank het hardst nodig is; Belang van het strategisch inzetten van kapitaal uit de publieke sector om zo private sector investeringen te stimuleren; Belang van ‘domestic resource mobilization’ – Nederland heeft hierbij ingezet op technische assistentie op het terrein van belastingen, de heronderhandeling van belastingverdragen met ontwikkelingslanden en het afschaffen van belastingvoordelen bij steun van overheid naar overheid; De multilaterale ontwikkelingsbanken, waaronder de WBG, kunnen een belangrijke bijdrage aan de FfD-conferentie leveren en daarmee aan de uitvoering van de SDG’s. Daarbij dienen zij echt samen op te trekken en samen te werken, o.a. door meer te gaan vertrouwen op elkaars due diligence. In mijn oral statement heb ik aangegeven dat de ontwikkelingsbanken, die in 2013 samen bijna USD 100 miljard aan projecten hebben uitgevoerd, niet alleen samen moeten schrijven, maar bovenal goed dienen samen te werken. Ook is aangegeven dat het laatste hoofdstuk, ‘the missing chapter’, nog ontbreekt: wat gaan de ontwikkelingsbanken concreet doen? De Bank gaf naar aanleiding van het FfD-debat in het DC aan een document op te zullen stellen met meer details over de specifieke inzet van de Bank zelf richting Addis. Pagina 2 van 16
In de diverse ontmoetingen en marge, is benadrukt dat het tijd wordt om concrete stappen te zetten richting de FfD-conferentie in Addis Abeba. De inzet van de Wereldbankgroep en goede samenwerking met de Verenigde Naties is daarbij cruciaal. Goed nieuws was dat voor het eerst in de geschiedenis de SGVN bij het DC aanwezig was. En marge van het DC heb ik kort gesproken met de voorzitter van de Algemene Vergadering van de VN, Sam Kahamba Kutesa (Oeganda), over de conferentie in Addis Abeba.
Directie Multilaterale Instellingen en Mensenrechten Onze Referentie MINBUZA-2015.290455
Voorts stond in een aantal side-events FfD centraal. Zo heb ik deelgenomen aan de druk bezochte FfD-paneldiscussie met o.a. President Jim Kim en SGVN Ban KiMoon, geparticipeerd in een panel over ‘Blended Finance’ en een actieve rol gespeeld in een rondetafelgesprek over het tegengaan van illegale financiële geldstromen. Ten slotte was Nederland dit jaar gastheer voor het ‘Like-Minded diner’2 waar financiering voor ontwikkeling het hoofdagendapunt vormde. Daarnaast heb ik mijn aanwezigheid bij de VJV aangewend om met de Bank te spreken over het Development Finance Forum in Rotterdam. Dit forum van de WBG vond na de VJV plaats op 21 en 22 mei jl. Deze bijeenkomst was een geschikt moment om de politieke lijnen die tijdens deze VJV zijn vastgesteld verder uit te werken. Er is onder andere gesproken over stimuleringsmaatregelen voor het MKB, het verhogen van belastinginkomsten in ontwikkelingslanden, het ontwikkelen van kapitaalmarkten en het verbeteren van het beheer van overheidsuitgaven. ‘Rotterdam’ helpt om het ‘missing chapter’ van ‘Washington’ te herschrijven. Ondertekening van belastingverdrag met Malawi En marge van de VJV heb ik namens Nederland een belastingverdrag ondertekend met Malawi. Malawi was vertegenwoordigd door Minister van Financiën Goodall Gondwe. Een belangrijke vernieuwing in dit verdrag is de opname van antimisbruikbepalingen. Daarnaast biedt het belastingverdrag met Malawi fiscale zekerheid en versterkt het de administratieve samenwerking, waarmee investeringen worden gestimuleerd en heffingsrechten worden gewaarborgd. De ondertekening is in lijn met het beleid om anti-misbruikbepalingen op te laten nemen in de belastingverdragen tussen Nederland en 23 ontwikkelingslanden. 3. Economische wederopbouw na de ebola-epidemie In navolging van de grote bijeenkomst over ebola-epidemie tijdens de Jaarvergadering 2014 waarin de emergency response (noodhulpfase) centraal stond, vond tijdens de VJV een vergelijkbare high level meeting plaats over de herstelfase. Deze bijeenkomst stond onder leiding van President Kim, in aanwezigheid van SGVN Ban Ki-Moon, MD Lagarde van het IMF, de regeringsleiders van de drie getroffen landen, de presidenten van verschillende Multilaterale Ontwikkelingsbanken en vele ministers. “We call on you to renew your commitments. On our part we commit to a more efficient use of the funds, with the private sector involved and attention to the rule of law,” sprak President Ellen Johnson Sirleaf van Liberia. De staatshoofden van de drie door Ebola getroffen landen presenteerden hun individuele Ebola Recovery
2
De gelijkgezindengroep bestaat uit de volgende landen: Australië, Canada, Denemarken, Duitsland, Nederland, Noorwegen, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten en Zweden Pagina 3 van 16
Plans (ERPs). Duidelijk werd dat de zorgen over een nieuwe uitbraak nog niet voorbij zijn. De WBG presenteerde het EERTF (Ebola Economic Recovery Trust Fund). Binnen de Bank schieten andere geldbronnen voor de wederopbouw van de drie zwaarst getroffen landen nu te kort. De WBG heeft tot nu toe ruim USD 1 miljard gemobiliseerd voor de aanpak van deze crisis. Nederland heeft daarom aan het EERTF een bijdrage van 5 miljoen EUR toegezegd. Het EERTF zal zich richten op de langere termijn en is er op gericht om de economische en sociale gevolgen van de crisis te verminderen, en om een betrouwbaar en deugdelijk gezondheidssysteem op te bouwen in de getroffen landen.
Directie Multilaterale Instellingen en Mensenrechten Onze Referentie MINBUZA-2015.290455
Naast deze financiële bijdrage is de datum van de handelsmissie naar de drie getroffen landen (6-8 juli a.s.) aangekondigd en een daarop volgende, nog in te plannen, investeringsconferentie voor zowel Nederlandse als andere geïnteresseerde buitenlandse bedrijven. In een gesprek met de plaatsvervangend minister van Economische Zaken van Liberia, Dr. Mounir Siaplay, werden praktische zaken uitgewisseld ten aanzien van de handelsmissie en de investeringsconferentie. Liberia zal aangeven welke sectoren het meest kansrijk zijn voor het internationaal bedrijfsleven. 4. Gender De Wereldbank en het IMF erkennen volledig het belang van vrouwenrechten voor ontwikkeling. Deze VJV was de eerste keer dat Nederland deelnam aan de World Bank Advisory Council on Gender and Development. Steun aan de UFGE is vooral gericht op ondersteuning van het genderbeleid van de WBG door middel van betere beschikbaarheid van genderdata en inzichten in effectieve beleidsmaatregelen. De Advisory Council heeft maximaal 22 leden: vooraanstaande experts uit de overheid, private sector, universiteiten, en het maatschappelijk middenveld. De Council komt ten minste twee keer per jaar bijeen, en marge van de Voorjaars- en Jaarvergadering van de WBG. Tijdens de vergadering is de aanstaande genderstrategie van de WBG besproken, de positie van gender in de nieuwe mondiale beleidsagenda (post-2015, FfD en Beijing+20) en zijn Ebola en gendergelijkheid aan bod gekomen vanuit het perspectief van de overheid van Sierra Leone. Ik heb aangegeven dat de gecombineerde portefeuille van hulp en handel een geïntegreerd genderbeleid mogelijk maakt. Zo is het belang van samenwerking tussen het bedrijfsleven en vrouwenorganisaties onderstreept en is de wijze waarop bedrijven kunnen investeringen in vrouwen en meisjes toegelicht. Partnerschappen zijn hierbij de sleutel: ‘Multi-dimensional approaches require multi-stakeholder coalitions.’ 5. Effect van de lage olie- en grondstofprijzen Een belangrijke ontwikkeling dit laatste half jaar is de sterke daling van de grondstofprijzen. Gezien de potentiële economische gevolgen van lagere grondstofprijzen voor verschillende landen betrof dit een tijdige agendering van dit onderwerp tijdens de besloten ministeriele DC lunch. De WBG verwacht de komende jaren een blijvend lage olieprijs. In principe is een lage olieprijs goed voor de groei van de wereldeconomie (1% van het GDP) en uitbanning van extreme armoede (kerndoelstelling WBG en de SDG’s). Om de lage olieprijs te laten bijdragen aan het uitbannen van armoede in 2030 moeten economische hervormingen gepaard gaan met sociale hervormingen en het instellen van ‘social safety nets’. Anders ontstaat het risico dat vooral degenen die Pagina 4 van 16
deelnemen aan de formele economie van de lage olieprijs profiteren. In de discussie werden de WBG (en het IMF) opgeroepen om landen te assisteren die hard worden geraakt door afnemende inkomsten van de olie-export en deze landen te adviseren op het terrein van energiebeprijzing en het gebruik van schone energie.
Directie Multilaterale Instellingen en Mensenrechten Onze Referentie MINBUZA-2015.290455
Nederland heeft een bijdrage aangekondigd van 5 miljoen euro aan het Wereldbank ESMAP (Energy Sector Management Assistance Program) programma, ter hervorming van brandstofsubsidies. Daarnaast heb ik aangegeven dat Nederland relevante kennis met een aantal landen zal delen om het aandeel in hernieuwbare energie te vergroten en subsidies op fossiele brandstoffen te hervormen. 6. World Earth Day De VJV viel dit keer samen met de jaarlijkse ‘World Earth Day’. Op uitnodiging heb ik een toespraak gehouden, waarin is aangekondigd dat Nederland zich voor de komende tien jaar committeert aan schoon water voor 30 miljoen arme mensen en schone toiletten voor 50 miljoen mensen. Het gebruik van nieuwe media, in combinatie met optredens van wereldartiesten, maakte dit een uitgelezen gelegenheid om ontwikkelingsvraagstukken onder de aandacht te brengen van jongeren. 7. Gesprekken Bankmanagement Ik heb van mijn aanwezigheid bij de VJV gebruik gemaakt om in gesprek te gaan met het management van de WBG. Er is gesproken met Sri Mulyani Indrawati, de Managing Director van de WBG, en met Jin Yong Cai, de CEO van de IFC. In deze gesprekken is een aantal voor Nederland belangrijke boodschappen aan de WBG overgebracht. Indrawati gaf een update over de reorganisatie en concludeerde dat deze is afgerond. Er is hierdoor meer zekerheid ontstaan voor het personeel van de WBG. Voorts zal de 400 miljoen USD bezuiniging worden behaald. In het gesprek is het belang onderstreept van een sterke focus en inzet van de Bank in fragiele staten. Ook heb ik Mevrouw Indrawati opgeroepen om, nu de reorganisatie is afgerond, een leiderschapsrol te spelen op de FfD-agenda. Daarnaast is de Nederlandse inzet voor de herziening van het safeguard-beleid overgebracht. Er is aangegeven dat Nederland tevreden is met de vorderingen die de Bank heeft gemaakt op dit terrein. Medio zomer 2015 zal de Bank een nieuw voorstel presenteren aan de Board waarin de nieuwste inzichten zullen zijn verwerkt. Ik heb hierbij het belang voor continuering van een inclusief herzieningsproces opnieuw onderstreept. Daarnaast heb ik Indrawati opgeroepen om de AIIB te ondersteunen bij de ontwikkeling van het safeguard-beleid. Ze zegde dit toe. Indrawati gaf aan geïnteresseerd te zijn in hoe Nederland omgaat met het ontwerpen van het nieuwe safeguard-beleid en het procurement-beleid van de AIIB, nu Nederland deelneemt aan de onderhandelingen over de ‘Articles of Agreement’ van de AIIB. Er is daarop aangegeven dat Nederland de lat hier hoog zal leggen. In het gesprek met Jin Yong Cai heb ik de IFC opgeroepen duidelijk te maken welke rol de IFC kan spelen bij de implementatie van SDG’s. Ook is Cai gevraagd de VN te bewegen de private sector sterker bij de FfD-agenda te betrekken. Daarnaast heeft Nederland aangegeven dat de IFC meer risico zou moeten nemen bij het uitvoeren van projecten in de armste landen en fragiele staten. Hierbij blijft uiteraard de financiële stabiliteit van de IFC belangrijk, ook om voldoende Pagina 5 van 16
middelen over te blijven maken naar het IDA-loket van de WBG. Het recent gepubliceerde Oxfam rapport kwam eveneens aan de orde. Cai gaf aan veel tijd te investeren in de dialoog met NGO’s. Hij neemt dit rapport zeer serieus, maar benadrukte dat als de IFC geen risico’s neemt, de IFC de armen niet kan bereiken. Daarnaast stelde Cai dat de IFC een tussenpartij is en dikwijls in moeilijke omstandigheden werkt. Ik heb aangegeven begrip te hebben voor de uitdagingen waar de IFC voor staat en heb de dialoog met maatschappelijke organisaties sterk aangemoedigd.
Directie Multilaterale Instellingen en Mensenrechten Onze Referentie MINBUZA-2015.290455
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
Lilianne Ploumen
Pagina 6 van 16
Bijlage 1: Oral Statement zoals uitgesproken door Minister Ploumen op 18 april 2015 tijdens het Development Committee:
Oral statement (18 April, 2.30pm)
Directie Multilaterale Instellingen en Mensenrechten Onze Referentie MINBUZA-2015.290455
I just came from the impressive and historic earth day event on the Mall and feel quite inspired! It wasn't just the music. In 2015 we aim to make historic decisions. 2015 will be the year that we pledge to leave no one behind. Attaining inclusive growth and a world where women, girls and youth can contribute and benefit equally is a necessity. Effectively addressing climate change and sustainable production and consumption are key. With the ‘what’ of the sustainable development goals close to agreed, we must now agree on the ‘how:” financing our development priorities. The WBG under the leadership of President Jim Kim, with its twin goals of ending extreme poverty and boosting shared prosperity, is crucial to that cause. This is why our constituency asks three things of the WBG. First, leveraging. The Addis conference must be a success. We welcome the joint paper drafted by the MDBs and the IMF to support the Financing for Development process. The leveraging potential suggested will help meet the needs not just of the poorest countries, but also of emerging economies. However, I feel the last chapter is missing: what can the MDBs specifically deliver? We call on these institutions not only to write together, but to also work together. Work together and get specific. As the largest development bank, the WBG should take the lead. Together with the UN, the WBG can forge the necessary partnerships. In the Netherlands, we have extensive experience leveraging private sector investment through public expenditure. The so-called “Water Bank” offers pooled and secure investment opportunities to private investors. This concept has been applied successfully in India, Colombia, the Philippines, the USA and Canada. We would welcome working with interested partners to set up these water financing facilities in other countries. Second, ODA. ODA remains key for the poorest countries, mainly conflict-affected fragile states. We call on the WBG to double down on supporting fragile states. The new thematic focus of the WBG should in no way mean a loss of focus on the countries that will need the WBG’s attention the most and the longest. With such states forming IDA’s main client base in the near future, and given their pressing needs, the WBG should continue to put its focus on effectively supporting these countries.
Pagina 7 van 16
Third, safeguards. The World Bank's comparative advantage is not just money and knowhow – it's also safeguards. I applaud the Bank for its worldwide listening tour and look forward to the results. The current proposals are promising, but not perfect. The framework needs work especially with respect to the rights of workers and indigenous peoples. It is not development, if it happens to their detriment. I am positive the Bank will continue to lead by example on safeguards – an example to other development banks, both old and new.
Directie Multilaterale Instellingen en Mensenrechten Onze Referentie MINBUZA-2015.290455
Our constituency is still banking on the World Bank, for example because of the crucial assistance, also by the IMF, to Ukraine in its hour of need. The world is still banking on the World Bank, because it can help deliver the development goals. Beyond our Spring Meetings, I hope that next month’s Development Finance Forum in Rotterdam will serve as an important milestone on the way to Financing for Development. The public library there has a quote on the façade by Erasmus of Rotterdam which we hope will inspire the participants of the forum: “Quaevis terra patria” – any country is your home country.
Pagina 8 van 16
Bijlage 2: Written Statement namens de Nederlandse Kiesgroep voor het Development Commitee van 18 april 2015:
DEVELOPMENT COMMITTEE Joint Ministerial Committee of the Boards of Governors of the Bank and
Directie Multilaterale Instellingen en Mensenrechten Onze Referentie MINBUZA-2015.290455
the Fund on the Transfer of Real Resources to Developing Countries Washington, DC, 18 April 2015 Statement by Lilianne Ploumen Minister for Foreign Trade and Development Cooperation of the Kingdom of the Netherlands, representing the constituency comprising Armenia, Bosnia and Herzegovina, Bulgaria, Croatia, Cyprus, Georgia, Israel, Macedonia, Moldova, Montenegro, the Netherlands, Romania and Ukraine
Introduction 1. The Development Committee (DC) is meeting at a decisive time for the Financing for Development (FfD) agenda. This year, we should adopt ambitious new sustainable development goals for the future and reach a Financing for Development agreement. Our constituency underscores the major responsibility that the international financial institutions (IFIs) have in making Addis a resounding success. We therefore welcome the discussion of the joint paper that is before us today. Other pressing issues, also in our constituency countries, demand the World Bank Group (WBG)’s ongoing attention too. 2. First and foremost, the continuing turmoil and fragility in large parts of the world, especially parts of Africa and the Middle East but also Ukraine, require our unremitting attention. We call on the WBG to continue to strengthen its engagement in these countries affected. 3.
We welcome the much-needed measures that the WBG has put in place
to assist the countries affected by Ebola, in order to kick-start their economies after the end of the immediate emergency. We call on the WBG Pagina 9 van 16
to collaborate as closely as possible, also when it comes to valuable exploratory efforts to enhance global readiness for future health crises, with the IMF, the World Health Organization and other UN agencies to avoid any possible duplication. We commend the WBG for its continued efforts to
Directie Multilaterale Instellingen en Mensenrechten Onze Referentie MINBUZA-2015.290455
enhance global readiness for future health crisis. 4.
Some countries in our constituency also face serious economic
challenges. Poor growth prospects (close to zero for 2015), combined with structural challenges, put the successes of the transition years at risk. There are reverse trends to previously made gains on poverty and shared prosperity. We therefore encourage IBRD, IFC and MIGA to step up their support, both in lending and advisory services. We specifically welcome the continued support of both the WBG and the IMF in helping Ukraine address its current economic challenges. 6. Our constituency reaffirms that the internal changes being made in recent years must be successfully completed shortly, so that the WBG can focus on external challenges and better help forge and implement the new development agenda. We call on management to ensure that the new Global Practices and Cross-Cutting Solutions Areas indeed improves the delivery model of the Bank to its clients. 5.
Furthermore, our constituency underlines the importance of clearly
positioning the WBG in the new international development playing field. The rise of new international public actors like the Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB), and developing countries’ increased access over the past decade to private capital flows, make this foreseeable. New stakeholders like foundations and the private sector are playing an active role in the run-up to Addis Ababa. Our constituency considers these developments promising opportunities to reposition the WBG. Meanwhile the poorest and often conflict affected countries much remain a strong focus.
Pagina 10 van 16
Financing for Development (FfD) 7. Our constituency welcomes the discussion of the joint paper drafted by the MDBs and the IMF. We urge these institutions, including the WBG, to not just write together, but to also work together closely. We urge the IFIs to
Directie Multilaterale Instellingen en Mensenrechten Onze Referentie MINBUZA-2015.290455
coordinate and align their activities and benefit from each other’s work by sharing due diligence results and making their respective comparative advantages the basis of a real division of labour. 8.
The WBG’s two central goals – ending extreme poverty and ensuring
shared prosperity – are highly complementary to the post-2015 agenda. As the largest development bank, the WBG should play a much-needed leadership role in shaping the post-2015 agenda and achieving the SDGs. The close alignment between on the one hand the Bank’s Global Practices and Cross-Cutting Solutions Areas and on the other hand the Sustainable Development Goals makes the WBG especially well-positioned to play a leading role in the effort to achieve the goals. 9.
Next to continuing to secure ODA especially for the poorest countries,
domestic resource mobilisation, public financial management and private sector involvement, are of decisive importance for a good outcome in Addis. We would like to see the MDBs’ and IMF’s governing bodies adopt measures to boost their performance in these three specific areas. 10. Firstly, we underline the importance of domestic resource mobilisation (DRM). Countries should be supported in increasingly helping to finance development by themselves. Providing capacity building in this area should be a top priority. 11. Secondly, our constituency calls on the MDBs and the IMF to put forward strong proposals on public financial management (PFM) in general and debt management in particular. The IMF’s Debt Limits Policy, that allows for flexibility in borrowing whilst preserving debt sustainability, should be a best practice for other multilateral institutions. Furthermore, the IMF and the
Pagina 11 van 16
World Bank should develop more sophisticated models within the Debt Sustainability Framework for lower income countries. Through the IMF, the poorest countries can access the best knowledge about PFM. Besides providing TA, MDBs can help by making their own financial flows transparent
Directie Multilaterale Instellingen en Mensenrechten Onze Referentie MINBUZA-2015.290455
and predictable and by opting for budget support whenever possible. 12. Thirdly, we underline that the private sector is a major source of finance for the SDGs. It will also be an essential partner for resilient and inclusive economies that provide jobs for women and young people. Public sector measures to encourage private investment need to reduce perceived risk or help ensure returns. Our constituency is therefore following the development of innovative financing instruments at the WGB, such as the Global Infrastructure Facility (GIF), with great interest. The GIF could play a useful role by leveraging private sector funds with public capital to finance the infrastructure gap. We therefore call on the MDBs to put forward clear proposals to change the way they do business and structure their operations to focus more on the private sector. We need dedicated instruments and a clear division of labour between the MDBs on this point. 13. We are very pleased that the WBG has chosen Rotterdam, the Netherlands as the site for the Development Finance Forum on 21-22 May. We hope this forum will serve as an occasion to flesh out the political agreements to be reached at this DC, and as a major milestone on the road to Addis. Economic consequences of cheaper oil 14. Our constituency welcomes the analysis of the implications of cheaper oil for oil-exporting and oil-importing countries. The insights and considerations presented in this paper can be of help to policymakers all around the world. 15. The global oil price shock poses many challenges for oil-exporting countries and gives importers some breathing space. Our constituency
Pagina 12 van 16
therefore agrees with the Bank that cheaper oil is welcome but not problemfree, at least if the opportunity is not seized and used to efficiently restructure public finances in a way that benefits the greatest possible share of the population. This should be an opportunity to cut down on energy subsidies,
Directie Multilaterale Instellingen en Mensenrechten Onze Referentie MINBUZA-2015.290455
for example, thus creating scope for fiscal reform and productive investment. We have already seen encouraging policy shifts in major oil-importing countries like India, Indonesia and Egypt. At the same time, governments should stay focused on the long run, doing everything possible to encourage the energy transition, so that the current winners from cheaper oil are also the winners of the future. Voice 16. The WBG is this year discussing shareholding and representation within the IBRD. Our constituency calls on the WBG to put forward solutions that bring the WBG closer to its clients, enhance the Bank’s responsiveness to client needs and strengthen clients’ voice, for example by deploying more Bank staff in fragile states. Safeguards 17. We welcome the WBG’s ongoing effort to improve its safeguard policies. In our view, the safeguard policies are vital to delivering effective development results, thus contributing to the twin goals of ending extreme poverty and ensuring shared prosperity. While the current draft is a strong basis, the framework does need some work, for example, when it comes to the protection of the rights of workers and indigenous peoples. We encourage the Bank to build on best practices, thus ensuring that its safeguards continue to be the ‘gold standard’ for other institutions, both new and old ones. In this changing world, we encourage the WBG to nurture its comparative advantages, including its leadership on safeguards.
Pagina 13 van 16
Bijlage 3: Communiqué van het Development Commitee van 18 april 2015:
DEVELOPMENT COMMITTEE JOINT MINISTERIAL COMMITTEE OF THE BOARDS OF GOVERNORS OF THE BANK AND THE FUND ON THE TRANSFER OF REAL RESOURCES TO DEVELOPING COUNTRIES
Directie Multilaterale Instellingen en Mensenrechten Onze Referentie MINBUZA-2015.290455
1818 H Street, N.W., Washington, D.C. 20433 Washington, DC April 18, 2015 1. The Development Committee met today, April 18, in Washington, D.C. 2. The global economy is growing slightly faster than in 2014, although growth rates vary widely among countries. We remain vigilant to the risks from potential financial market volatility, movements in exchange rates and oil and other commodity prices, and sluggish global trade. While some middle-income countries (MICs) are experiencing easing of growth, low-income countries, as a group, continue to record good growth rates. We call on the World Bank Group (WBG) and the International Monetary Fund (IMF) to support countries’ efforts to spur inclusive growth and job creation and build resilience to adverse shocks, in order to reduce poverty, and enhance shared prosperity in a su stainable manner, and protect hard-won gains in these areas. 3. In aggregate, cheaper oil and commodities will result in a significant real income shift from oil exporters to oil importers, with a net positive effect on growth in developing countries. This creates challenges for policy makers in oil exporting countries, but also provides a favorable environment for subsidy and tax reforms for more inclusive and sustainable growth. We urge the WBG and the IMF to help countries hit hard by falling export receipts, tax revenues, or remittances, and to a dvise on energy pricing and the use of clean energy. 4. In this critical year, the international community will set the development vision and agenda for the next 15 years. We look forward to the Third Conference on Financing for Development in Addis Ababa in July, as one of the key steps in determining the framework for financing the Post-2015 development agenda, including the Sustainable Development Goals (SDGs). We commend the WBG, the IMF and the African Development Bank, Asian Development Bank, European Bank for Reconstruction and Development, European Investment Bank and InterAmerican Development Bank for their close cooperation on this agenda. We also welcome the special participation of the Secretary-General and high level officials of the United Nations, and the Heads of the Multilateral Development Banks at this Development Committee meeting. We encourage the WBG to ensure the technical robustness of the goals and targets and to strengthen countries’ data capacity, to enable development and to monitor progress towards the WBG’s goals and the SDGs.
Pagina 14 van 16
5. The WBG’s goals of ending extreme poverty and boosting shared prosperity, set in the broader context of social, economic and environmental sustainability, are fully in line with the SDGs. Achieving the SDGs requires a transformational vision that builds on lessons from the MDGs and combines all potential sources of financing, including more effective and catalytic use of ODA, particularly for the poorest; strengthening domestic resource mobilization, sound public financial management, and addressing the challenge of illicit finance; promoting private finance and investment; and coordinating action on global issues. We expect the WBG and the IMF to continue to work in partnership with governments, the UN, multilateral institutions, bilateral agencies, civil society and the private sector, as well as with the new development institutions, within their respective mandates.
Directie Multilaterale Instellingen en Mensenrechten Onze Referentie MINBUZA-2015.290455
6. We welcome efforts to deepen local financial markets and improve the policy and regulatory environments to address risk, and catalyze investment from traditional and non-traditional, institutional and other public and private investment sources and the development of innovative solutions to global challenges. IFC and MIGA have a distinct and critical role in engaging the private sector to implement this ambitious agenda. 7. We urge the WBG to enhance its support for sustainable infrastructure development and financing, an enabling environment to mobilize private longterm finance for commercially-viable projects, and strengthening public and private partnerships, including through the recently approved Global Infrastructure Facility (GIF). 8. IDA and IFC’s rapid response, in coordination with other partners, was critical to contain and mitigate the Ebola outbreak and we encourage the WBG to continue to support the affected countries in the recovery. Looking ahead, we encourage the WBG to explore, in coordination with other international actors, the potential of a Pandemic Financing Facility to mobilize and leverage public and private resources, including insurance mechanisms, to help countries receive rapid funding in the face of an outbreak based on strong preparedness plans. We commend the IMF for its support to Ebola-affected countries and for creating the Catastrophe Containment and Relief Trust. We welcome the approach of the Global Financing Facility in Support of Every Woman Every Child to be launched in Addis Ababa. We also note the importance of addressing hunger and malnutrition. 9. Enhancing and accelerating gender equality is central to a comprehensive vision of sustainable development. We look forward to the renewed gender strategy later this year and its implementation in the context of the one WBG approach. 10. Achieving the SDGs will also require countries to deal with the challenges and consequences of climate change and natural disasters. We commend the WBG commitment to mainstream low-carbon development and Disaster Risk Management while maintaining focus on its poverty eradication mandate. We encourage the WBG to further enhance its efforts and financing to contribute to the success of the 21stConference of the Parties of the UNFCCC in Paris. We take Pagina 15 van 16
note of the WBG and IMF work on appropriate market-based solutions and energy policy reforms. 11. We encourage the WBG to continue to implement its new strategy and complete the associated reforms, including the Expenditure Review, in order to effectively deliver knowledge and financing to its clients. We also welcome the ongoing consultations on the proposed World Bank Environmental and Social Framework and the new Procurement Framework. We emphasize the importance of effectively implementing the new frameworks with sufficient resources, building country capacity, and protecting communities and the environment.
Directie Multilaterale Instellingen en Mensenrechten Onze Referentie MINBUZA-2015.290455
12. We ask the WBG to continue to monitor carefully the quality of its portfolio, to strengthen collaboration across the Group focusing on development results, to promote South-South cooperation and to provide effective support to fragile situations, small states, and regional cooperation. We emphasize the importance of the WBG and IMF in providing significant support, where feasible, for countries in turmoil in the Middle East and North Africa and in other regions. We also urge the WBG to enhance its engagement with MICs to help them end extreme poverty and boost shared prosperity in a sustainable manner. We look forward to the exploration of different options to generate additional IDA financing capacity, while focusing on the poorest countries.
Pagina 16 van 16