1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG
Directoraat-Generaal Jeugd en Sanctietoepassing Directie Justitieel Jeugdbeleid Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj
Ons kenmerk 612520
Datum 21 april 2015 Onderwerp Beantwoording kamervragen met kenmerk 2015Z06279, 2015Z06412 en 2015Z06754.
Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen.
Geachte voorzitter, Hiermee doe ik u toekomen, mede namens de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de antwoorden op de vragen die zijn gesteld door het lid Kooiman (kenmerk 2015Z06279 en 2015Z06754) en de leden Bergkamp en Berndsen-Jansen (kenmerk 2015Z06412) aangaande het onderwerp privacy en geheimhoudingsplicht binnen de Jeugdwet.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
K.H.D.M. Dijkhoff
Pagina 1 van 11
Vragen van het lid Kooiman (SP) aan de staatssecretarissen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Veiligheid en Justitie over het bericht ‘CBP: doorbreking geheimhoudingsplicht Jeugdwet niet goed geregeld’ (CBP: College Bescherming Persoonsgegevens) (ingezonden 8 april 2015, 2015Z06279)
1 Wat is uw reactie op het bericht ‘CBP: doorbreking geheimhoudingsplicht Jeugdwet niet goed geregeld’? 1)
Directoraat-Generaal Jeugd en Sanctietoepassing Directie Control, Bedrijfsvoering en Juridische Zaken Afdeling Juridische en Internationale Zaken Datum 21 april 2015 Ons kenmerk 612520
In de Jeugdwet is een grondslag opgenomen voor de doorbreking van de geheimhoudingsplicht. De artikelen 7.4.3 juncto 7.4.1, tweede lid, laatste volzin, regelen expliciet de bevoegdheid tot verstrekking van gegevens door jeugdhulpaanbieders aan gemeenten en de bevoegdheid van gemeenten tot verwerking van dergelijke gegevens, voor zover dit noodzakelijk is ten behoeve van de 'toegang van de jeugdige en hun ouders tot de jeugdhulp'. 2 Welke privacygevoelige persoonsgegevens hebben gemeenten precies nodig voor de financiële afwikkeling en controle op de (ggz) jeugdzorg? Hoe gaan gemeenten precies om met deze privacygevoelige informatie en hun geheimhoudingsplicht bij de gegevensverwerking? Kunt u uw antwoord uitgebreid toelichten? In de memorie van antwoord en nadere memorie van antwoord inzake de Jeugdwet is aangegeven door wie welke persoonsgegevens voor welk doel mogen worden verwerkt en hoe de rechtsgrondslagen daarvoor zijn geregeld.1 Ook is een met de VNG en veldpartijen afgestemde standaarddeclaratie jeugd gepubliceerd in november 2014.2 De standaarddeclaratie jeugd is gebaseerd op de declaratiestandaard die gebruikt werd voor het declareren van zorgvormen voor jeugdigen op grond van de AWBZ. Het gebruik ervan draagt bij aan het uniformeren van de declaraties en voorkomt onnodige administratieve lasten voor gemeenten en aanbieders. Het is vervolgens aan gemeenten en aanbieders om hiervan gebruik te maken. 3 Onder welke voorwaarden is het toegestaan als zorgaanbieder(s) in de jeugd-ggz gegevens over cliënten te verstrekken aan de gemeente in verband met de financiële afwikkeling van die zorg, en welke gegevensverstrekking kan in dat kader als noodzakelijk worden beschouwd? De artikelen 7.4.3 juncto 7.4.1, tweede lid, laatste volzin, van de Jeugdwet regelen expliciet de bevoegdheid tot verstrekking van gegevens door jeugdhulpaanbieders aan gemeenten en de bevoegdheid van gemeenten tot verwerking van dergelijke gegevens, voor zover dit noodzakelijk is ten behoeve van de 'toegang van de jeugdigen en hun ouders tot de jeugdhulp'. Onder ‘de toegang tot jeugdhulp’ wordt ook verstaan de verwerking van gegevens ten behoeve van de bekostiging van die jeugdhulp. Dit is in de schriftelijke behandeling van de Jeugdwet in de Eerste Kamer geëxpliciteerd.3 Hoewel wij van oordeel zijn dat de gegevensverstrekking op de boven aangegeven grondslag rechtmatig is, hebben wij, mede naar aanleiding van het 1 2 3
Kamerstukken I 2013/14, 33 684, nrs D en F. http://www.voordejeugd.nl/actueel/nieuwsberichten/1563 Kamerstukken I 2013/14, 33 684, nrs D en F. Pagina 2 van 11
advies van het Cbp en de vragen uit de praktijk, in het wetsvoorstel Veegwet VWS 2015 (34 191) deze grondslag verder uitgewerkt. Dit wetsvoorstel ligt thans in uw Kamer. Welke gegevensverstrekking voor de financiële afwikkeling noodzakelijk is, is afhankelijk van het door gemeenten gekozen inkoopmodel. Zo zijn er minder of soms zelfs geen persoonsgegevens noodzakelijk voor de inkoop op basis van lumpsum en bij vormen van populatiebekostiging. Bij geïndividualiseerde betalingen ligt dit anders. Voor de jeugd-ggz is op verzoek van de ggz-sector bijvoorbeeld afgesproken om gedurende maximaal drie jaar nog het gebruik van de DBC systematiek voort te zetten, inclusief de daarbij afgesproken financiële afwikkeling. Dan worden wel persoonsgegevens verwerkt, maar net als in het kader van de Zorgverzekeringswet wordt naast het BSN dan niet de DBC vermeld, maar de categorie waar de desbetreffende DBC behoort.
Directoraat-Generaal Jeugd en Sanctietoepassing Directie Control, Bedrijfsvoering en Juridische Zaken Afdeling Juridische en Internationale Zaken Datum 21 april 2015 Ons kenmerk 612520
4 Is de privacy van de jeugdige ggz-cliënten op dit moment voldoende geborgd? Zo ja, kunt u aangeven hoe uw visie verschilt met die van het CBP? De Jeugdwet en de Wet bescherming persoonsgegevens geven de kaders voor het adequaat borgen van de privacy van alle jeugdigen. Het is de verantwoordelijkheid van het college van B&W om binnen deze kaders op een zorgvuldige manier om te gaan met de persoonsgegevens. Het college legt hierover verantwoording af aan de gemeenteraad. Het is de verantwoordelijkheid van het Rijk om de gemeenten hierin te faciliteren en te ondersteunen. De uitgevoerde PIA’s en de privacy informatie folder4 geven hierbij richting en houvast. Daarnaast stellen wij de VNG in staat om de cursus privacywetgeving te ontwikkelen voor beleidsmedewerkers en wijkteammedewerkers. Deze cursus start in mei 2015. Ook komt komende zomer een privacy self-assessment beschikbaar, die gemeenten kunnen gebruiken bij de borging van de privacy. Het is van belang dat gemeenten gebruik maken van informatiebeveiligingsstandaarden en erkende normen. Een adequate autorisatie van toegang tot gegevens maakt daarvan deel uit. Afhankelijk van de aard van de gegevens kunnen logging van de toegang en monitoring van de toegang eveneens tot de aangewezen maatregelen behoren. Dergelijke maatregelen worden reeds toegepast bij de verwerking van gegevens door gemeenten ter uitvoering van de Wet GBA en ter uitvoering van de uitgifte van identiteitsdocumenten. Het Cbp heeft op 19 februari 2013 de Richtsnoeren beveiliging van persoonsgegevens gepubliceerd, op basis waarvan het Cbp handhaaft.5 Deze richtsnoeren geven een goede leidraad voor passende technische en organisatorische maatregelen voor een veilige en zorgvuldige verwerking van persoonsgegevens. 5 Erkent u dat er in de Jeugdwet een bepaling ontbreekt over het doorbreken van de geheimhoudingsplicht door jeugdhulpverleners voor de financiële afwikkeling en controle op de jeugdzorg door de gemeente, en dat er daarmee dus een lacune in de Jeugdwet zit? Zo ja, wat gaat u specifiek doen om deze situatie op te lossen, en wanneer? Zo nee, waar zit de verwarring?
4
http://www.voordejeugd.nl/actueel/nieuwsberichten/1504 http://www.cbpweb.nl/downloads_rs/rs_2013_richtsnoeren-beveiligingpersoonsgegevens.pdf 5
Pagina 3 van 11
Zie ons antwoord op vraag 3. 6 Vindt u het wenselijk om hierover per afzonderlijke gemeente afspraken te maken, of komt er een landelijk geldende regeling? Kunt u uw antwoord toelichten? Wij vinden het met de VNG wenselijk dat er uniforme criteria worden opgesteld voor de uitwisseling van persoonsgegevens ten behoeve van de declaratie. Afgesproken is dat gemeenten en jeugdhulpaanbieders eerst zelf aan zet zijn om deze specificering verder vorm te geven. Als blijkt dat de uniforme criteria in de praktijk onvoldoende tot stand komen, dan kunnen wij nadere regels stellen.
Directoraat-Generaal Jeugd en Sanctietoepassing Directie Control, Bedrijfsvoering en Juridische Zaken Afdeling Juridische en Internationale Zaken Datum 21 april 2015 Ons kenmerk 612520
7 Wat zijn de gevolgen en de risico’s van deze lacune in de Jeugdwet? Is op enigerlei wijze de zorg voor of de privacy van de jeugdigen in gevaar (geweest)? De zorg voor en de privacy van individuele cliënten loopt geen gevaar als gevolg van de wetgeving en de hiervoor beschreven acties. 1) https://cbpweb.nl/nl/nieuws/cbp-doorbreking-geheimhoudingsplicht-jeugdwetniet-goed-geregeld
Pagina 4 van 11
Vragen van het lid Kooiman (SP) aan de staatssecretarissen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Veiligheid en Justitie over het bericht ‘De jeugdwet, het CBS en… privacy’. (ingezonden 14 april 2015, 2015Z06754 )
1 Wat is uw reactie op het bericht ‘De jeugdwet, het CBS en… privacy? 1) Het bericht suggereert ten onrechte dat er persoonsgegevens ‘op straat’ komen te liggen. De systematiek van de beleidsinformatie is zodanig ingericht dat geen tot personen herleidbare gegevens worden gepubliceerd. Ook wordt gesuggereerd dat bepaalde informatie pas onlangs bekend is geworden. De datasets die het CBS uitvraagt bij aanbieders van jeugdhulp staan sinds 14 maart 2014 op de website www.voordejeugd.nl.
Directoraat-Generaal Jeugd en Sanctietoepassing Directie Control, Bedrijfsvoering en Juridische Zaken Afdeling Juridische en Internationale Zaken Datum 21 april 2015 Ons kenmerk 612520
Voor het uitvragen van deze data voor beleidsinformatie is een grondslag opgenomen in de Jeugdwet. De uitvraag van beleidsinformatie in het kader van de Jeugdwet betreft minder gegevens dan het landelijk rapportage format dat voor de bureaus jeugdzorg gehanteerd werd op grond van de Wet op de jeugdzorg (Wjz). Tot 1 januari 2015 dienden aanbieders vier keer per jaar gegevens te leveren; na 1 januari 2015 twee keer (behoudens over jeugdreclassering vanwege de strafrechtmonitor). Bovendien zijn bijvoorbeeld de categorieën van jeugdhulp identiek aan de categorieën die aanbieders dienen te gebruiken voor de verantwoording van de door hen bestede middelen in het Jaardocument jeugdhulp en aan de categorieën die worden aanbevolen in de standaarddeclaratie jeugdhulp. Wanneer deze vereenvoudiging wordt vergeleken met de uitvragen in het kader van de vroegere regelgeving, is hier sprake van een beperking van administratieve lasten. De bevoegdheden, zoals het verwerken van persoonsgegevens en verantwoordelijkheden, zoals het waarborgen van de privacy van het CBS zijn ondergebracht in de Wet op het Centraal bureau voor de statistiek. Juist om deze reden is besloten de beleidsinformatie bij het CBS onder te brengen. Voor het project ‘Data en systematiek beleidsinformatie jeugd’ is een Privacy Impact Assessment (PIA) uitgevoerd, die wij uw Kamer op 14 april 2015 hebben doen toekomen. 2 Bent u ervan op de hoogte dat het CBS in plaats van totalen per maand individuele gegevens wil ontvangen? Vindt u dit wenselijk? Zo ja, kunt u uw opvatting toelichten? Zo nee, gaat u het CBS hierop aanspreken? De systematiek van de beleidsinformatie jeugd is inderdaad zodanig ingericht dat het CBS persoonsgegevens ontvangt. De bevoegdheid daarvoor is specifiek wettelijk geregeld in de Jeugdwet, het Besluit Jeugdwet en de Regeling Jeugdwet.6 De gegevens die de jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen aanleveren, verwerkt het CBS tot statistieken en rapportages, waarin personen niet afzonderlijk herkenbaar zijn. Het CBS publiceert de statistieken en rapportages op StatLine, de elektronische databank van het CBS. Dit maakt het mogelijk voor gemeenten, maar bijvoorbeeld ook voor VWS en VenJ, om de voor 6
Zie met name artikel 7.4.3 Jeugdwet, artikel 7.5.3, eerste lid, van het Besluit Jeugdwet en artikel 7 van de Regeling Jeugdwet. Artikel 33, derde lid, van de Wet op het CBS en artikel 2 van het Besluit gegevensverwerving CBS bieden overigens ook een basis om deze gegevens aan het CBS te verstrekken. Pagina 5 van 11
hen relevante beleidsinformatie in tabellen en grafieken samen te stellen. De beleidsinformatie komt ook beschikbaar via de Landelijke Jeugdmonitor en via de Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein. De gegevens worden zo veel mogelijk op gemeentelijk niveau gepubliceerd. De tabellen gaan niet alleen over aantallen trajecten en jeugdigen naar hulpvorm, maar ook over allerhande kenmerken van de jeugdigen en de trajecten, zoals de duur, de verwijzer en de reden van de beëindiging. Daarnaast komt er een tabel met gegevens op wijkniveau. Op deze manier kunnen gemeenten wijken met elkaar vergelijken. 3 Deelt u de mening dat, als het CBS het Burgerservicenummer (BSN), de postcode en de geboortedatum van iemand verzamelt, het CBS en de gemeente met deze gegevens eenvoudig de informatie tot één persoon kunnen herleiden?
Directoraat-Generaal Jeugd en Sanctietoepassing Directie Control, Bedrijfsvoering en Juridische Zaken Afdeling Juridische en Internationale Zaken Datum 21 april 2015 Ons kenmerk 612520
Wanneer een BSN, postcode en geboortedatum beschikbaar zijn, is de informatie inderdaad tot één persoon herleidbaar. Het CBS ontvangt deze persoonsgegevens, maar anonimiseert en versleutelt het BSN direct na ontvangst en verwijdert identificeerbare persoonsgegevens, zodat al tijdens de verwerking van de gegevens door het CBS de privacy van de betrokkene gewaarborgd blijft. Vervolgens zijn de door het CBS gepubliceerde gegevens niet herleidbaar tot individuele personen. Voor nadere informatie verwijzen wij u graag naar de handreiking beleidsinformatie jeugd die wij uw Kamer op 14 april 2015 hebben doen toekomen, tezamen met de PIA beleidsinformatie. 4 Wat is uw reactie op de constatering dat de gemeente de in de jeugdzorg verzamelde gegevens kan herleiden tot een individu? Vindt u dit wenselijk? Zie het antwoord op vraag 3. 5 Kunt u aangeven, daar wordt aangegeven dat de gegevens worden geanonimiseerd en versleuteld door het CBS, welke te verzamelen gegevens, zoals genoemd in de opsomming (of nog aanvullend op die opsomming), worden geanonimiseerd dan wel versleuteld? Is met deze versleuteling en anonimisering van gegevens de privacy van het individu in kwestie gegarandeerd? Direct na binnenkomst anonimiseert en versleutelt het CBS het BSN en verwijdert het CBS alle identificerende persoonsgegevens (naam, adres, woonplaats, en geboortedag). Daarnaast treft het CBS maatregelen zodat de gepubliceerde gegevens niet tot een persoon herleidbaar zijn. Zo is de privacy van het individu in kwestie gegarandeerd. Juist om deze reden is besloten de beleidsinformatie bij het CBS onder te brengen. Zie hierover ook informatie op de CBS website 7, en de op 14 april 2015 aan uw Kamer toegestuurde PIA beleidsinformatie. 6 Waarom is het nodig al deze gegevens te verzamelen? Wat wordt er met deze gegevens precies gedaan? De verantwoordelijkheid voor jeugdhulp ligt in de nieuwe Jeugdwet bij de gemeenten. Daarnaast blijft het Rijk stelselverantwoordelijk. Om met het oog op deze verantwoordelijkheden van zowel de gemeenten als van het Rijk de werking
7
http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/gezondheidwelzijn/publicaties/artikelen/archief/2015/2015privacy-geborgd-bij-leveringpersoonsgegevens-jeugdhulp-aan-cbs.htm Pagina 6 van 11
van het stelsel te kunnen monitoren is er beleidsinformatie nodig. Hiertoe wordt een beperkte set gegevens structureel uitgevraagd en verstrekt aan het CBS. Het CBS kan vervolgens op basis van benchmarking met een zestal (al beschikbare) maatschappelijke indicatoren (wonen, school, werken, middelengebruik, politiecontacten en kindermishandeling) en de aan het CBS te verstrekken dataset over jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering, gelijksoortige gemeenten vergelijken en bij waargenomen interessante verschillen periodiek kwalitatief nader onderzoek doen. Voor een nadere toelichting verwijzen wij naar de factsheet beleidsinformatie op www.voordejeugd.nl en de op 14 april 2015 aan uw Kamer toegezonden handreiking beleidsinformatie jeugd en de PIA beleidsinformatie. Over het nut en de noodzaak van het verwerven van beleidsinformatie is ook een animatiefilm gemaakt.8
Directoraat-Generaal Jeugd en Sanctietoepassing Directie Control, Bedrijfsvoering en Juridische Zaken Afdeling Juridische en Internationale Zaken Datum 21 april 2015 Ons kenmerk 612520
7 Is het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) op de hoogte van deze werkwijze? Heeft het CBP deze werkwijze goedgekeurd? Het Cbp is op de hoogte van de systematiek van de beleidsinformatie jeugd. Het Cbp heeft geadviseerd over het Besluit Jeugdwet, waarin nadere regels zijn gesteld over de beleidsinformatie. In de nota van toelichting bij het Besluit Jeugdwet is ingegaan op dat advies.9 Voor een nadere juridische toets van de van de gevolgen voor de bescherming van de persoonsgegevens zij verwezen naar de op 14 april 2015 aan uw Kamer verzonden PIA beleidsinformatie jeugd. 8 Bent u bereid het CBP over deze kwestie om advies te vragen, en tot die tijd de aanlevering van gegevens op anonieme basis te laten geschieden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer gaat u dit doen, en kunt u de Kamer hierover informeren? Nee, zie het antwoord op vraag 7. 9 Schenden de professionals door het moeten aanleveren van deze gegevens hun beroepsgeheim? Wat is uw reactie hierop? Mag dit van een professional worden gevraagd? Het beroepsgeheim dat professionals hebben op grond van artikel 7:457, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek en artikel 7.3.11, eerste lid van de Jeugdwet geldt niet als sprake is van uitdrukkelijke toestemming of een wettelijke verplichting. Zowel artikel 7.3.4 juncto artikel 7.4.3 van de Jeugdwet als artikel 33, vierde lid, van de Wet op het CBS bevatten een expliciete wettelijke verplichting om deze gegevens aan het CBS te verstrekken. Voor professionals betekent dit dat zij hun beroepsgeheim dus niet schenden bij het aanleveren van deze gegevens aan het CBS.10 10 Bent u ervan op de hoogte dat het CBS met een boete dreigt als jeugdzorginstellingen gegevens niet op de gevraagde wijze willen aanleveren? Wat is uw reactie hierop?
8
https://youtu.be/abDtRURfah0 Zie Stb 2014, 441, met name vanaf pagina 78. 10 Zie ook http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/gezondheid-welzijn/links/2015-relatiewgbo-beleidsinfo-jeugd-toe.htm 9
Pagina 7 van 11
De verplichte aanlevering van de beperkte dataset voor beleidsinformatie is expliciet in de Jeugdwet geregeld, zodat op basis van betrouwbare cijfers het jeugdhulpgebruik inzichtelijk wordt voor met name gemeenten en het Rijk. Deze cijfers kunnen gebruikt worden voor het ontwikkelen, evalueren of bijstellen van beleid, maar kunnen ook een rol spelen bij de inkoop van jeugdhulp. Het is daarom van groot belang dat de informatie betrouwbaar en volledig is. Op grond van de Wet op het CBS is het CBS inderdaad bevoegd een boete op te leggen ter handhaving van de wettelijke verplichting. 11 Wordt door deze informatieverzameling de administratieve last van de professional verhoogd? Hoe valt dit te rijmen met uw streven deze administratieve lasten zoveel mogelijk te verlagen?
Directoraat-Generaal Jeugd en Sanctietoepassing Directie Control, Bedrijfsvoering en Juridische Zaken Afdeling Juridische en Internationale Zaken Datum 21 april 2015 Ons kenmerk 612520
De administratieve lasten blijven beperkt, omdat het gaat om gegevens die de jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen toch al registreren. Zie verder het antwoord op vraag 1. 12 Is het mogelijk, en zo ja, vindt u het wenselijk, dat na tien of twintig jaar nog terug is te vinden dat er binnen een bepaald gezin of in relatie tot een bepaalde persoon (bijvoorbeeld) een maatregel is opgelegd? De door het CBS gepubliceerde gegevens zijn niet herleidbaar tot individuele personen. 1) http://sargasso.nl/de-jeugdwet-het-cbs-en-privacy/
Pagina 8 van 11
Vragen van de leden Bergkamp en Berndsen-Jansen (beiden D66) aan de Staatssecretarissen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Veiligheid en Justitie over het waarborgen van privacy binnen de Jeugdwet (ingezonden 9 april 2015, 2015Z06412).
Directoraat-Generaal Jeugd en Sanctietoepassing Directie Control, Bedrijfsvoering en Juridische Zaken Afdeling Juridische en Internationale Zaken
Vraag 1 Kent u het artikel «Jeugdwet biedt kinderen onvoldoende privacy?»11
Datum 21 april 2015
Ja.
Ons kenmerk 612520
Vraag 2 Deelt u de mening dat labels die onnodig aan kinderen blijven «kleven» bijzonder onwenselijk zijn? Deelt u de mening dat privacy een groot goed is en zeker voor jeugdigen beschermd dient te worden? Zo ja, hoe waarborgt u de privacy op dit moment? Wij delen de mening dat labels niet onnodig aan kinderen moeten blijven kleven. Tegelijkertijd hechten wij ook aan de veiligheid van het kind en achten wij het onvermijdelijk dat informatie over de aard en ernst van de problematiek tussen professionals moet kunnen worden uitgewisseld. Het belang van privacy van het kind moet worden afgewogen tegen andere belangen in termen van noodzaak, proportionaliteit en subsidiariteit. Het is van groot belang dat de privacy van cliënten en het beroepsgeheim van jeugdhulpaanbieders daadwerkelijk is geborgd. Het wettelijke kader daarvoor wordt gevormd door de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) en de Jeugdwet. Het is de verantwoordelijkheid van het college van B&W om binnen deze kaders op een zorgvuldige manier om te gaan met de persoonsgegevens. Het college legt hierover verantwoording af aan de gemeenteraad. Het Rijk faciliteert en ondersteunt de gemeenten hierin. De uitgevoerde PIA’s en de privacy informatie folder12 geven hierbij richting en houvast. Daarnaast stellen wij de VNG in staat om de cursus privacywetgeving te ontwikkelen voor beleidsmedewerkers en wijkteammedewerkers, die in mei 2015 van start gaat. Ook komt er komende zomer een privacy self-assessment beschikbaar die gemeenten kunnen gebruiken bij de borging van privacy. Vraag 3 Bent u ook van mening dat het bijzonder onwenselijk is dat ouders gedwongen worden gegevens te verstrekken – die zij liever niet openbaar zouden maken – om de rekening(en) vergoed te krijgen? Zo ja, op welke manier kan dit zo snel mogelijk opgelost worden? Zo nee, waarom niet? Voor een rechtmatige betaling van een declaratie kan informatie nodig zijn aan wie welke zorg is verleend. Daartoe hebben wij de standaarddeclaratie jeugd ontwikkeld met veldpartijen en de VNG. Deze is in november 2014 gepubliceerd. 13 Vervolgens is het aan gemeenten en aanbieders om hiermee aan de slag te gaan. Ons bereiken signalen dat bij gemeenteambtenaren de kennis van de (privacy)regelgeving meer aandacht verdient. De KNMG vraagt daarom in een brief van 7 april 2015 aan de VNG om de naleving van de Jeugdwet op dit gebied
11 12 13
NRC-Handelsblad «Jeugdwet biedt kinderen onvoldoende privacy» 07-04-2015 http://www.voordejeugd.nl/actueel/nieuwsberichten/1504 http://www.voordejeugd.nl/actueel/nieuwsberichten/1563 Pagina 9 van 11
te bevorderen.14 In dit kader is een cursus privacywetgeving voor gemeenteambtenaren ontwikkeld die in mei 2015 van start gaat. Verder heeft de VNG toegezegd te komen met nadere richtlijnen voor de verschillende inkoopmodellen, omdat de concrete toepassing van de regelgeving per inkoopmodel verschilt. Vraag 4 Kunt u, naar aanleiding van de informatie in NRC Handelsblad, reageren in hoeverre de motie Bergkamp15, die de regering oproept een privacy-impactanalyse uit te voeren en heldere afspraken te maken over de uitwisseling van gegevens, tot uitvoer is gebracht en of, en hoe, de willekeur hierdoor weggehaald wordt uit het systeem?
Directoraat-Generaal Jeugd en Sanctietoepassing Directie Control, Bedrijfsvoering en Juridische Zaken Afdeling Juridische en Internationale Zaken Datum 21 april 2015 Ons kenmerk 612520
Wij hebben motie-Bergkamp uitgevoerd door op de Jeugdwet integraal en op de verschillende deelprojecten afzonderlijk PIA’s uit te laten voeren. De meest privacy gevoelige projecten in het kader van de Jeugdwet zijn bovendien voorzien van “privacy by design”, door vanaf de start van deze projecten een privacyexpert te laten meekijken. Deze projecten zijn afgesloten met een Privacy Impact Assessment (PIA). De PIA’s voor de eenmalige gegevensoverdracht (13 december 2013) en die van de Collectieve Opdracht Routeervoorziening (CORV) (3 december 2014) zijn reeds aan uw Kamer gezonden. De PIA in verband met gegevensverwerking bij de uitvoering van de Jeugdwet door gemeenten, heeft u op 14 november 2014 ontvangen. De PIA beleidsinformatie Jeugdwet is op 14 april 2015 naar uw Kamer toegezonden. Tenslotte heeft de minister van BZK een PIA 3D laten uitvoeren die gemeenten handvatten geeft bij de uitvoering van de nieuwe taken. De verantwoordelijkheid voor de concrete inrichting van de nieuwe taken ligt thans bij het college van B&W. Het college van B&W legt hierover verantwoording af aan de gemeenteraad. Vraag 5 Kunt u aangeven of, en op welke termijn, er een actieplan ontwikkeld kan worden om de lacune in de wet op te vullen? Zo ja, op welke manier? Zo nee, waarom niet? Wij zijn van oordeel dat er geen lacune is in de wet. De artikelen 7.4.3 juncto 7.4.1, tweede lid, laatste volzin, en 7.4.4 van de Jeugdwet regelen expliciet de bevoegdheid tot verstrekking van persoonsgegevens door jeugdhulpaanbieders aan gemeenten en de bevoegdheid van gemeenten tot verwerking van die gegevens, voor zover dit noodzakelijk is ten behoeve van de 'toegang van de jeugdigen en hun ouders tot de jeugdhulp'. Onder ‘de toegang tot jeugdhulp’ wordt ook verstaan de verwerking van gegevens ten behoeve van de bekostiging van die jeugdhulp. Dit is in de schriftelijke behandeling van de Jeugdwet in de Eerste Kamer nader toegelicht.16 Hoewel wij van oordeel zijn dat de gegevensverstrekking op de hierboven aangegeven grondslag rechtmatig is, hebben wij, mede naar aanleiding van de brief van het Cbp en de vragen uit de praktijk, in het wetsvoorstel Veegwet VWS 2015 (34 191) deze grondslag verder uitgewerkt. Dit wetsvoorstel is op 14 april 2015 ingediend bij uw Kamer. 14
http://www.nvgzp.nl/wp-content/uploads/2015/04/150407-GGZ-Nl-KNMG-Briefverstrekking-gegevens-Jeugdwet.pdf 15 Kamerstukken II 2012/13, 31 839, nr. 279. 16 Kamerstukken I 2013/14, 33 684, nrs D en F. Pagina 10 van 11
Vraag 6 Bent u van plan, tegen de achtergrond van het gegeven dat diverse beroepsverenigingen en het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) zich uitten over de problematiek, dit samen met het veld op te pakken? Zo ja, op welke manier, en op welke termijn? Bent u bereid de VNG hierbij te betrekken? Zo nee, wilt u uw antwoord toelichten? Ja, zie vragen 2, 3 en 5. Vraag 7 Kunt u toezeggen dat de vragen voor het algemeen overleg decentralisatie Jeugdzorg voorzien op 22 april 2015 worden beantwoord?
Directoraat-Generaal Jeugd en Sanctietoepassing Directie Control, Bedrijfsvoering en Juridische Zaken Afdeling Juridische en Internationale Zaken Datum 21 april 2015 Ons kenmerk 612520
Ja.
Pagina 11 van 11